Portfolio vakdidactiekOpdracht 1: top 5 van mijn vakvisie

Opdracht 2: herschrijf je top 5‘In de les’

Opdracht 3: top 5 van het bauhaus en van dialektische didactiekOpdracht 4: samenvatting van de tekst: het cognitieve aspect van het vak tekenen

‘opdracht in de les’Opdracht 5 en 6: lessencyclus massamedia

Bijlage 1Bijlage 2

Vak: vakdidactiekDocent: Renee Lievens

Gemaakt door: Annemarie Peters

Opdracht 1 les 1, 30-08-‘11

Top 5 van mijn vakvisie.1. Leerlingen moeten zowel individueel als samen kunnen werken.2. Ik vind het belangrijk dat leerlingen een proces kunnen laten zien met voorbeelden/inspiratiebronnen uit teksten/kunstwerken/kunstenaars en dergelijke. 3. Het leren van technieken is noodzakelijk om later te kunnen experimenteren, zowel techniek als experiment vind ik dus belangrijk.4. Er moet ruimte in een opdracht zijn om de leerling zelf keuzes te laten maken en ideeën in te kunnen brengen, want iedereen leert op een andere manier.5. Niet alleen tekenen of schilderen is belangrijk maar ook andere media moeten/mogen gebruikt worden, denk hierbij aan fotografie, muziek, mode, dans, en drie-dimensionaal werk. Bronnen.1. ?2. Schilderijen van de Mont Saint Victoire Cézanne die duidelijk een proces laten zien.

3. Constructivisme. 4. Artikel: ‘’De hokjesgeest voorbij’’ geschreven door Thea Vuik uit ‘Kunstzone’. Het gaat over een spel gebaseerd op de leerstijl van Kolb en Gardner.5. Bauhaus.

Opdracht 2 verbetering les 2, 06-09-11 Top 5 van mijn vakvisie.1. Leerlingen moeten zowel individueel als samen kunnen werken.2. Ik vind het belangrijk dat leerlingen een proces kunnen laten zien met voorbeelden/inspiratiebronnen uit teksten/kunstwerken/kunstenaars en dergelijke. 3. Het leren van technieken is noodzakelijk om later te kunnen experimenteren, zowel techniek als experiment vind ik dus belangrijk.4. Er moet ruimte in een opdracht zijn om de leerling zelf keuzes te laten maken en ideeën in te kunnen brengen, want iedereen leert op een andere manier.5. Niet alleen tekenen of schilderen is belangrijk maar ook andere media moeten/mogen gebruikt worden, denk hierbij aan fotografie, muziek, mode, dans, en drie-dimensionaal werk.

Bronnen.1. Ik vind het onder andere belangrijk dat kinderen iets van elkaar leren en dat kan goed door samen te werken. Als bron heb ik genomen het tv programma puberruil. In dit programma wisselen twee pubers van gezin. Vaak komen ze in een totaal andere wereld terecht en leren ze een hele ander kijk op de mens te hebben. Op deze manier leren ze veel van andere mensen en waarderen ze andere culturen en ideeën. http://puberruil.kro.nl/seizoenen/2009/afleveringen/04-06-2009/ (voorbeeld van puberruil)2. Ik vind het belangrijk dat leerlingen een proces kunnen laten dien, dit wil niet zeggen dat er niet geëxperimenteerd mag worden. Het experiment is ook een groot deel van het proces. Schilderijen van de Mont Saint Victoire van Cézanne laten duidelijk een proces zien.

1882-1885 1885-1887 1897-1898 1900

1902 1904-1906 1904-1906 1906

3. Ik vind het belangrijk dat de leerlingen techniek leren, maar dat ze ook gaan experimenteren. Daarom vind ik dat de techniek de basis moet zijn net zoals in de theorie van het bauhaus. In de theorie van het bauhaus leren ze over kleurenleer en over verschillende materialen, maar de kleurenleer was wel de basis van het bauhaus principe. (Bijlage 1)4. Artikel: ‘’De hokjesgeest voorbij’’ geschreven door Thea Vuik uit ‘Kunstzone’. Het gaat over een spel gebaseerd op de leerstijl van Kolb en Gardner. (Bijlage 2)5. Ik vind het belangrijk dat leerlingen niet alleen tekenen, maar ook andere media gebruiken het bauhaus had aandacht voor: fotografie, film, grafiek, weven, dans, theater, toegepaste vormgeving, schilderen, tekenen, Oosterse filosofie, ademhalingsoefeningen, constructies als plastieken (ruimtelijke beelden)kortom het Bauhaus had een zeer veelzijdige visie.

‘In de les’In de les hebben we met een aantal bij elkaar moeten zitten en bespreken wat van iedereen hun top 5 was. Hier is een top 5 uitgekomen die wij als groep belangrijk vonden.

Wie vind wat belangrijk? (daarbij weg gelaten wat al gezegd is)

Annemarie MargotSamenwerken en individueel werken Veilig gevoel Een proces met bronnen StructuurTechniek en experiment Praktijk gerichtEigen keuzes laten maken ActueelAndere media

Sabrine KarlijnOntwikkeling creativiteit Cultuur wereld verbredenBewust wording RespectInzet word beloond Achter hun eigen keuzes staan

Onze top 5 met bronnen.-Gebruik maken van de belevingswereld van de leerlingen, het actualiseren. Bron: power points, sport, hobby, technologie.

-Veiligheid binnen een klas/school.Bron: over de streep.

-De leerling moet achter zijn eigen keuzes staan.Bron: Theorie Stevens, de drie basisbehoeften.

-Leerlingen moeten op de hoogte zijn van technieken en kunnen zo gebruik maken van andere media.Bron: Bauhaus, de kleurenleer, fotografie, dans.

-Het ontwikkelen van creativiteit en het oplossingsgericht zijn.Bron: Dada stroming met als voorbeeld Duchamp, door samenwerking:puperruil.

Opdracht 3 les 3, 13-09-‘11

Top 5 van het Bauhaus1. De centrale gedachte van het Bauhaus was om het probleem kunstenaar – maatschappij – industrie op te lossen. Dit deden ze door architectuur en industriële vormgeving veel aandacht te geven. Dus in de lessen veel aandacht voor architectuur en industriële vormgeving. 2. Kleurenleer moet een basis zijn.3. Er is veel aandacht voor de vormgeving denk hierbij aan materiaal, kleur, vorm, omgeving etc. 4.De docent bepaald de beeldelementen en de te hanteren spelregels. De leerling kan daarmee naar eigen inzicht variëren al zijn de variatiemogelijkheden beperkt. 5. De leerlingen worden in contact gebracht met de eigen aard van de beeldende kunst en met de moderne kunst. Zo word er geprobeerd om de grote afstand tussen kunstenaar en publiek te overbruggen.

Top 5 uit de tekst ‘’het cognitieve aspect van het vak teken’’1. Tekenen is een proces van onder andere de motoriek en het gebruik van materiaal. Teken is een zoeken naar de werkelijkheid, en wel een zoeken in een samengaan van praktognosie (houding van het lichaam) en reflectie. 2. Nadruk op de vrij expressie van de kunstenaar (subjectief), zo kan hij op een autonome wijzen zijn eigen wereld creëren. De persoon moet alleen niet in een isolement komen (of is dit alleen bij het psychiatrisch aspect?).3. Bij teken is het belangrijk om de visuele wereld en de waarneming te bestuderen, maar met de verworvenheden van deze studie. Het opnemen is altijd: individueel en als deelname aan een universeel expressieleven. 4. De pedagogische taak van een tekendocent is tekenles geven. De docent moet weten wat dat is, dat hij weet hoe dat moet en dat hij het kind kent.5. Kunstbeschouwing en tekenen moeten hand in hand gaan.

Opdracht 4 samenvatting: Het cognitieve aspect van het tekenonderwijs (1970) Het vak teken heeft wel een affectief en psychomotorisch aspect, maar het cognitieve aspect werd altijd over het hoofd gezien. 1 De beeldende discipline is even relevant voor het ervaren van de werkelijkheid als de wetenschappelijke discipline. Het vak tekenen spreekt zicht uit over de visueel waarneembare werkelijkheid als zodanig. De zin van het vak tekenen is het cultiveren van de visuele warneming, dit wordt gedaan door het tekenen en kunstbeschouwing. Het doel van het tekenen ziet hij als het zien om daardoor het domein van het concreet visuele te ontsluiten. 2 Zien is niet alleen het zien van feiten, maar ook van waarden. Hoe volmaakter ons zien, hoe volmaakter het kennen van de wereld en ons zelf. Tekenen is een proces dat voordurende controle op ons zien toelaat. Het proces zie je terug in de motoriek en het gebruik van materiaal. Tekenen is een vorm van relatie tussen tekenaar en wereld. In de vrij expressie ligt het accent op de tekenaar op zo’n manier dat hij op autonome wijze zijn eigen wereld kan creëren. De vrije expressie leidt tot isolement omdat het de mens opsluit in een cirkelbeweging. De uiteindelijke bevrijding van de mens ligt juist in het uitbreken naar de Andre en het andere in wederzijds contact met de nadruk op de ander. 3 Het onderscheid intellectuele – niet-intellectuele vakken is fout. Teken is even als het ‘verstandelijk’ denken een op weg zijn naar kennis. Denken is het expliciteren van wat reeds impliciet wordt geweten. Kennis is een breder begrip dan wetenschap en daarom is het beter om de vakken op te delen in wetenschappelijke vakken en niet-wetenschappelijke vakken. Kunst is meer ontsluierend dan sluierend. Er is een dialectische verhouding tussen subject en object waar in de werkelijkheid voor mij ontsloten wordt. 4 Tekenen is een bestuderen van de visuele wereld en van de waarneming, maar met verworvenheden van deze studie, tracht de tekenaar alles als visualiserend te openbaren. De aarzeling in tekenen is essentieel, het zoeken is belangrijk en dat gaat samen met reflectie en praktognosie.5 De mens is verweven met de wereld, maar deze wereld is niet alleen ‘natuurlijk’ maar ook ‘cultuurlijk’. Alles hangt samen met alles. Wij beweren dat tekenen kennis verschaft omtrent de werkelijkheid, maar is deze kennis juist of onjuist. Merleau-Ponty spreekt van een waarheid als: ‘de samenleving van het schilderij met zich zelf, als de aanwezigheid van een uniek beginstel in het schilderij, dat elk uitdrukkingsmiddel doordringt van een bepaalde gebruikswaarde, dat alles bij elkaar doet passen, dat maakt dat alles naar alles verwijst.’6 De pedagogische taak van de tekendocent is tekenles geven wel moet hij weten wat dat is, hoe dat moet en hij moet het kind kennen en dan niet vanuit een verouderde psychologie. De didactiek van het tekenen moet gedragen worden door een probleemstelling. 7 Kunstbeschouwing en tekenen moeten hand in hand gaan. Tekenen is het vak bij uitstek om de visuele waarneming te cultiveren.

‘opdracht in de les’ 27- 9-2011

Opdracht Bauhaus en cognitief leren, maak voor beide een lessencylus. (werk in groepjes)(De volgende dingen moeten worden besproken)- Formele gegevens: hoeveel lessen, welke lessen- Doelstellingen: belangrijkste om te leren, doel van de les.- Onderwerp/thema: waar gaat de les over?- Materiaal: waar gaan ze mee werken en wat gaan ze er mee doen.

Gegevens Bauhaus:- Academisch onderwijs- Eerste fase- 6 weken, blokuur in de week (50 min per les)- Praktijk en theorie- Docentgericht- Ambacht, niet eigen verbeeldingOnderwerp: de Kleurenleer (van Itten) Materiaal: we gaan werken met verf.Maar wat gaan de leerlingen met de verf doen?mengen hoe krijg je bepaalde kleuren (hoe meng je ze). Doelstellingen: Wat kun je met verf, hoe leer je mengen met verf/kleur verkrijgen.

Gegevens Cognitief leren:- Vrije school- Leerlinggericht- Bovenbouw Havo- klas 4/5- Het process is het belangrijkst- 2 maanden, 8 weken, 2 uur in de week (blokuur = 2 x 50 minuten) Onderwerp: vrije opdracht met als onderwerp ‘De Stad’.Materiaal: vrije keuze. Doelstelling: Wat gaan ze ermee doen?Eigen process ontwikkelen 2D of 3D, maar wel onder begeleiding van leraar, eigen expressie.

Opdracht 5 en 6

Lessencyclus ‘make it special’Deze lessencyclus bestaat uit 4 lessen kunst algemeen en 4 lessen kunst praktijk. De lessen zijn zo

opgedeeld dat de leerlingen eerst één lesuur theorie hebben en daarna één lesuur praktijk. Les 1: oude en nieuwe media (Margot)

Les 2: uitleg van de praktijk lessen en een begin maken aan de opdrachtLes 3: massamedia (Annemarie)

Les 4: helder maken wat ze met het product willen en hoe ze dat gaan doenLes 5: discussie over massamedia (Linsey)

Les 6: doorwerken aan hun praktijk opdrachtLes 7: mediawijsheid (Sabrine)

Les 8: doorwerken aan hun praktijk opdrachtUitloop week: in deze week mogen de leerlingen tijdens het KuA uur hun product verspreiden via

massamedia. In het KuP uur is het de bedoeling dat de leerlingen hun eindresultaat op een originele manier laten zien.

Deze lessencyclus is gemaakt voor een 4HAVO groep.

Gemaakt door:Margot Roijackers

Linsey SaesSabrine MokthariAnnemarie Peters

Les 1 Oude en nieuwe media

BEGINSITUATIE

Omschrijf de verwachte/ vereiste voorkennis.Leerlingen moeten weten wat Media betekend en sowieso is het handig als ze verschillende media herkennen. Tegenwoordig heeft iedere leerling wel een Hyves of Facebook pagina, dus die kennis hebben ze sowieso. Ook zullen ze al wel iets moeten weten over de geschiedenis van de media, maar ik ga er van uit dat leerlingen wel weten dat een tv niet gelijk een ‘flatscreen’ was met ‘ambilight’.

ACTIVITEITENwelke soorten activiteiten gaan in de les plaatsvinden?

Geef een korte beschrijving van de activiteit(en).- Introductie voor de praktijkopdracht. (info die ze kunnen gebruiken voor ze beginnen aan de praktijk opdracht.)- Tekst / Informatie doornemen met de gewenste materialen. - Leerling een mening laten creëeren over het ‘NRC.nl artikel’ en dit daarna op de gewenste manier bespreken. - afsluiting theorie (kort vertellen over de komende praktijk les).

TIMINGhoe ga ik deze activiteiten verdelen in de beschikbare tijd? ( 1lesuur is 45/50 min)

planningactiviteit

WIE DOET WAT ?Docent Leerling / student

1 lesuur theorieles

Introductie Binnenkomst en luisteren naar introductie.

Tekst doornemen klassikaal en dit doen met de gewenste overige media zoals bijvoorbeeld de Powerpoint en YouTube.com.

Stukje tekst NRC.nl zelfstandig laten lezen

leerlingen uitkiezen die hun mening mogen meedelen aan de rest van de klas en daarna (als er nog tijd over is) nog lang de overige leerlingen om hun mening te bespreken.

Mening vormen over gelezen stukje (eventueel laten opschrijven) en deze mening eventueel vertellen aan de klas/docent.

Afsluiten les en kort vertellen wat de bedoeling is van de volgende praktijkles (kort en krachtig)

Spullen opbergen en zich voorbereiden op de volgende praktijkles.

MIDDELEN Welke middelen (materialen / media / voorbeelden / apparatuur, etc) hebben docent én leerling nodig bij het uitvoeren van deze les?Denk ook aan wat je klaar moet leggen voor de les.- Tekst voor de leerlingen uitgeprint.- Digitaal: delen van de tekst via powerpoint.- Afbeeldingen die tekst ondersteunen.- YouTube fragment.- Computer met het liefst een beamer. - Computers als eventueel leerlingen of docent iets willen opzoeken.- Leerlingen moeten een schriftje meenemen en een snelhechter om hun theorie die is uitgeprint goed te bewaren.

HUISWERK Wat wil je thuis laten doen als afronding van deze les of als voorbereiding van de volgende les. Schat de tijd in die het huiswerk minimaal en maximaal kan gaan kosten (max 20 min !)- Als leerlingen nog geen mening hebben weten te vormen, dit alsnog proberen te doen door middel van hun megekregen tekst. - Tijdens de praktijkles krijgen de leerlingen al huiswerk op door er aan verder te moeten werken, daarom kies ik er specefiek voor om de leerlingen geen extra huiswerk op te geven voor deze theorie les.

ORGANISATIEKan voor meerdere lessen gelden

Hoe organiseer je: opruimen, opbergen van werk, opgeven van huiswerk, feedback- Snelhechter voor tekst zorgen dat ze hun gekregen papier netjes leren opbergen en dit elke les weer meebrengen.- Huiswerk: aan het einde van het les de leerlingen het in hun agenda laten schrijven. - Feedback: door de klas lopen en individueel feedbeck geven, maar ook bij bijvoorbeeld tijdens het klasikale meningenrondje wordt er feedback gegeven. Als leerlingen een eigen voorbeeld hebben en dit melden krijgen ze hier natuurlijk ook feedback op.

EVALUATIELESDOELENDit hoeft niet elke

Hoe en wanneer stel jij en/of leerling /student vast dat een leerdoel is behaald?

DOEL HOE evalueren WANNEER evalueren

les

Theorie gebruiken voor hun praktijkopdracht.

Aan het einde van de les vragen wat er geleerd is + mening vormen evalueren. langslopen door de klas en vragen wat leerlingen geleerd hebben, wat hebben ze geleerd, waneer gaan ze het gebruiken. Etc.

sowieso gaan we hopelijk de theorie terug zien in de praktijkopdracht en is eigenlijk de praktijkopdracht ook een soort van evaluatie.

Na de les als de leerlingen hun mening opgeschreven hebben dan hun mening (of voor- en nadelen) beoordelen. Tijdens de les, aan het einde van de les en tijdens de praktijkles.

Aandachtspunten voor jezelf vanuit een POP en het behalen van de beoogde competentiesOmschrijf (een) sterk(e) of zwak(ke) punt(en) waar je speciaal op wil letten deze les.Zwak punt: zorgen dat leerlingen hun aandacht erbij houden. Over het algemeen is dat best moeilijk tijdens een les vol theorie. Zorgen dat het rustig blijft in de les en alles georganiseerd verloopt ipv rommelig.

Oude MediaWat verstaan we eigenlijk onder ‘oude media’? ‘Oude media’ is een verzamelnaam voor de gedrukte media en analoge media als televisie en radio. Als we praten over gedrukte media, hebben we het over kranten en tijdschriften, maar ook affiche’s horen in dit rijtje thuis. Deze ‘oude media’ waren tot de jaren '80 dominant aanwezig in onze maatschappij.

Waneer onstonden deze ‘oude media’?

6de tot 8ste eeuw (China & Korea)Kranten, affiche’s en dergelijke ontstonden na de uitvinding van de drukpers (China en Korea, 6de tot 8ste eeuw). Zie afbeelding. De eerste regelmatige kranten ter wereld verschenen in Amsterdam in de Gouden Eeuw en bevatten voornamelijk handelsnieuws. De beperking van kranten schuilt tegenwoordig in de productietijd van minimaal 12 uur en de ingewikkelde distributie van de blaadjes met nieuws.

1816 Joseph Nicéphore Niépce maakte een foto vanuit een raam door een plaat met een lichtgevoelig materiaal in een camera obscura bloot te stellen aan licht. Het beeld dat werd gevormd, was een negatiefbeeld dat niet was gefixeerd, en dus door verdere belichting buiten de camera obscura verloren ging. Zie afbeelding. De fotografie onwikkelde zich keer op keer weer. De manier van ontwikkelen van foto’s, maar ook de vorm van de camera waarmee de foto’s gemaakt werden zelf ook. Een recente ontwikkeling (1981) is de digitale fotografie. Hierbij wordt de traditionele camera, geladen met film vervangen door een camera met een lichtgevoelige beeldsensor. Ook de reproduceerbaarheid van de foto’s ging hiermee omhoog. Dat was ook weer handig voor de kranten, tijdschriften, afiche’s, televisies en dergelijke vormen van media waar fotografie een grote rol in speelde.

20ste eeuw radio ontstond. De radio heeft als voordeel de snelheid van distributie en de veel geringere productietijd. Een nadeel: het kan geen beeld tonen.

Dat beeld dat onstond ietwat later in de vorm van de Televisie, oftewel de TV. We worden er niet meer warm of koud van, we zijn er desnoods mee opgegroeid. Maar waar komt die

televisie nou eigenlijk vandaan. De eerste echt werkende televisie werd uitgevonden door John Logie Baird. Tegen het einde van de negentiende eeuw had hij aangetoond dat geluid kan worden overgebracht met behulp van radiogolven. De volgende stap was voor hem het overbrengen van beelden. Hij hoopte dat te kunnen doen met de Nipkowschijf. In deze schijf waren op regelmatige

hoek-afstanden gaatjes aangebracht, en draaide met grote snelheid rond. John Bairds idee was om een lichtgevoelig element achter deze schijf te plaatsen. Dit element reageerde dan op de hoeveelheid licht die door de gaatjes kwam. In juli 1922 vroeg hij patent aan op zijn mechanische televisiezender en –ontvangersysteem. In 1924 werd deze dan ook eindelijk aan hem toegekend. Het zou tot 1924 duren voordat hij een werkend systeem had en hij de omtrek van een Maltezer kruis door middel van radiogolven kon overbrengen, over een afstand van ruim 3 meter. En daar begon het succes voor de televisie. Een groot gedeelte van onze ouders herinnerd het nog goed: het voor het eerst zien van de televisie in de huiskamer! Eind jaren 50, begin jaren 60 zag je dat langzamerhand de eerste televisies hun intrede deden in de Nederlandse woonkamers. Natuurlijk ging dat geleidelijk en veranderde er in de loop der jaren ook veel aan het uiterlijk van deze beeldbuizen. Het succes van

televisie begon ongeveer met 1 televisie per straat. En die ene (betaalbare) televisie bij ‘jantje’ thuis was toen echt een pronkstuk. Al zijn vriendjes en vriendinnetjes uit de buurt kwamen maar al te graag televisie kijken bij ‘jantje’ thuis. Zie afbeelding. De televisie is in de 20ste eeuw uitgegroeid tot een groot massamedium dat miljarden mensen bereikt. Aanvankelijk waren de beelden die de televisies genereerden enkel in zwart-wit, later werd er ook in kleur

uitgezonden. Hiervoor was een nieuw soort televisie nodig: de kleurentelevisie. Maar naast de analoge televisies kwamen daar ineens de digitale televisies. En nu nog wordt je weer naar de winkel geroepen voor een nieuwe televisie met termen als flatscreen, HD, Ultra HD, LED-televisies, blu-ray dvd’s, seround sound, ambilight televisies en zelfs 3D-televisies hebben hun intrede gedaan. maar ook de inhoud veranderde. In 1955 keek men voor de eerste keer naar sinterklaas op televisie en was ‘Zwiebertje’ een populair programma om naar te kijken. Als je nu kijkt naar de invulling van de televisieprogramma’s, waar overigens heel wat zenders bij zijn gekomen, zijn bijvoorbeeld talentenjachten typerend voor de laatste jaren geweest. Maar ook zeurt men ook vaker over de “veel te veel hebben van reclame’s” tussen de programma’s door. Maar denk ook maar eens aan die Live shows. Dat zijn ook iets wat door technieken van nu mogelijk zijn gemaakt. We hebben nu ook meer variatie: van vele verschillende kinderseries tot soaps, quizen, comedy’s, films, muziek- en nieuwsprogramma’s. Alles is er, en niet alleen meer om wijzer te worden, maar voornamelijk ter entertainment.

Leuk filmkanaal van het museum Beeld en Geluid met oude filmpjes.http://www.youtube.com/user/BeeldenGeluid?blend=4&ob=video-mustangbasezie hier bijvoorbeeld een filmpje over de examentijd in 1967. Je zult gelijk de verschillen merken tussen de manier van televisie maken van toen en van nu. Examentijd (1967)http://www.youtube.com/user/BeeldenGeluid?blend=4&ob=video-mustangbase#p/c/98A7A9205ABDB85E/0/22QXCy-QK4Y

Nieuwe Media

Facebook, Hyves, Twitter, linkedIn, YouTube, e-newsletters, websites etcetera. Alles moet digitaal, snel, altijden overal. Als je als bedrijf geen website hebt, tel je sowieso niet mee.

Om ons goed te kunnen verdiepen in nieuwe media, moeten we beginnen bij het begin: de computer.In 1938 bouwde de Duitse fysicus Konrad Zuse de eerste computer, de Z1. Zuses machine werkte toen nog mechanisch. Enkele jaren later bouwde Zuse de eerste volledig functionele elektromechanische computer, de Z3. Zie afbeelding.

In 1980 introduceerde IBM zijn Personal Computer, ofwel de IBM-PC. Zie afbeelding. Dit in navolging van eerdere initiatieven, zoals de Altair 8800, Tandy TRS-80, Apple II en Commodore PET-computers

en de homecomputers.

De personal Computer ook wel PC genoemd heeft zich ontwikkeld tot de computer van nu waarmee eigenlijk alles op mogelijk is. Maar wat we niet mogen vergeten is de laptops. Een laptop, schootcomputer of notebook is een draagbare computer die in principe op de schoot kan

worden gebruikt. De eerste draagbare computers verschenen in het begin van de jaren 1980. Zij waren in vergelijking met de huidige laptops log, onhandig en zwaar, zoals de Osborne 1 die meer dan 10 kg woog. Het scherm was vaak niet meer dan een paar centimeter groot. Een van de eerste computers die men met recht laptop zou kunnen noemen, was de GRiD Compass die in 1982 op de markt kwam - maar door zijn hoge prijs (ca. USD 8000) vooral terechtkwam bij managers en de Amerikaanse overheid. Vanaf halverwege de jaren 1980 kwamen fabrikanten als Toshiba met 'betaalbare' laptops. Nu zijn laptops niet meer weg te denken uit onze samenleving. Vaak hebben je ouders er een, die ze gebruiken voor het werk. Maar ook jij zult later mogelijk een laptop aanschaffen als je gaat studeren.

Maar nu vergeten we misschien wel het allerbelangrijkste, wat nieuwe media van nu, nieuwe media maakt: internet. Als we het hebben over internet, kunnen er twee dingen bedoelt worden: internet met als betekenis een netwerk van computernetwerken en het World Wide Web. maar dat klopt eigenlijk niet helemaal. Het world Wide Web (www) is slechts één van de vele diensten die kunnen worden gebruikt via het Internet. Andere bekende diensten zijn e-mail, VoIP, FTP en Usenet. Toch behandellen we nu het world wide web. Het www is ontwikkeld vanaf 1991 door Tim Berners-Lee, een softwareontwikkelaar van de gebruikersondersteuningsafdeling van CERN, het Europese instituut voor kernfysica in Genève, en diens projectmanager Robert Cailliau. Doel van het www was om de informatieuitwisseling te vergemakkelijken tussen de wetenschappers die samenwerken in de veelal internationale projecten van CERN. Het doel was om een wiki-achtige omgeving op te zetten waarin projectdocumentatie en andere informatie wordt aangemaakt en bijgehouden in een gemeenschappelijk gemaakte hypertext die direct over het internet te bekijken en te wijzigen is. Aangenomen mocht worden dat elke deelnemer een computer met internetverbinding had, maar niet mocht worden aangenomen dat

elke deelnemer ook hetzelfde soort computer met dezelfde soort grafische mogelijkheden en hetzelfde besturingssysteem had; vandaar dat het www van meet af aan platformonafhankelijk is geweest. ‘WorldWideWeb’ was de naam voor het project, voor de software die Berners-Lee ervoor schreef (op de NeXT in Objective C), en voor het geheel van documenten dat via deze software beschikbaar werd gesteld. Het web bevat wereldwijd enkele miljarden pagina's met informatie

en ontspanning, webpagina's genaamd, die zijn georganiseerd in websites en worden aangeboden op webservers. Via de webpagina's kunnen ook andere bestanden dan HTML-pagina's worden aangeboden. Het web is een grote verzamelplaats van o.a. afbeeldingen, muziek en films van uiteenlopende aard. Met behulp van speciale mediaplayers kunnen deze bestanden op de computer

worden beluisterd en bekeken. Met zoekmachines als Google, Windows Live Search en Altavista (nu beter bekend als Yahoo! Search) kan naar deze bestanden op het web worden gezocht. Zie afbeelding.

‘Social media’ is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele

redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialogen tussen de gebruikers onderling. Hieronder een aantal voorbeelden van bekende sociale media:Fotosites: Flickr, Picasa, PhotobucketMicroblogs: Numpa, Babl, TwitterSocial Bookmarking: deliciousSocial Networking (communitysites ofwel sociaalnetwerksites): Hyves, Netlog, Facebook, Google+Social Newssites: eKudos, NuJIJ, DiggWeblogs: Blogger, tumblrVideosites: Youtube, Dailymotion, Blip.tvNeem Facebook bijvoorbeeld. De hit van dit moment! Facebook is een sociaalnetwerksite. Sinds mei 2008 bestaat er een Nederlandstalige versie en is ook Nederland in de ban van deze netwerksite. In december 2008 groeide de site met 600.000 nieuwe aanmeldingen per dag. In april 2009 had Facebook meer dan 200 miljoen actieve gebruikers, vijf maanden later waren dat er 50 miljoen meer. In juli 2010 bediende Facebook al een half miljard gebruikers, circa zeven procent van het aantal aardbewoners.

Facebook bestaat sinds 4 februari 2004 (toen "The facebook"). Mark Zuckerberg (14 mei 1984) is de oprichter en algemeen directeur. In eerste instantie konden alleen studenten van Harvard College lid worden. Later werd dit uitgebreid tot de gehele Harvard-universiteit en enkele andere universiteiten. Weer later werden studenten van alle universiteiten toegelaten. In september 2006 werd Facebook geheel openbaar, waarna (vanaf 13 jaar en ouder) iedereen zich kon registreren. Iedereen kon een profielpagina aanmaken, met foto’s,

video’s, informatie over jezelf en de mogenlijkheid om vriende te worden met mensen van over de hele wereld. Maar wat misschien wel het meest typerende is van facebook is de mogenlijkheid om op geposte berichtjes van anderen en op verschillende onderwerpen (met eigen pagina zie afbeelding), naast dat je een reactie erop kunt geven, je op de ‘vindt ik leuk’ knop kunt drukken. Zie afbeelding. Zo kun jij de hele wereld laten weten, wat je bezig houdt en waar je het mee eens bent of wat je leuk vindt.

Facebook was een van de eerste virtuele gemeenschappen die een publieke web-API aanbood, een manier voor derden om gebruik te maken van de data van Facebook in een eigen (web)applicatie. Dit

was een groot succes, wat tot uiting kwam in populaire Facebook-applicaties als Scrabble, Schaken, Poker, Frontierville, FarmVille en Pet Society. De meeste van deze applicaties worden uitgegeven door Zynga en Playfish. Veel andere virtuele gemeenschappen, waaronder het Nederlandse Hyves, hebben inmiddels ook dergelijke API's gelanceerd of zijn van plan dit te doen.

Twitter, ook al zoiets.Twitter is een internetdienst waarmee gebruikers korte berichtjes van maximaal 140 tekens publiceren. Het is een sociaalnetwerksite waarop men zichzelf, zoals bij Facebook, een profiel en een avatar kan aanmeten.Bijna iedereen heeft tegenwoordig een smartphone* met daarop de apps (aplicaties) van onder andere twitter en facebook. Terwijl je op een krant soms wel eens een hele dag moet wachten, is het via twitter en facebook binnen enkele seconden verspreid op het web. Zijn oude media niet een beetje oudbollig? Moeten we deze niet gewoon helemaal afschaffen en overgaan op deze digitale vorm van communicatie? Maar je oma van 65 zit daar natuurlijk niet op te wachten, want zij vraagt zich dan weer af: hoe werkt zo’n telefoon?

* = Een smartphone is een mobiele telefoon die uitgebreidere computermogelijkheden biedt. Een smartphone kan ook beschouwd worden als een handcomputer of pda die tegelijk ook een telefoon is.

Lees hieronder het volgende artikel en ga bij jezelf na wat jij hier nou van vindt. De docent zal na het lezen van het artikel enkele meningen peilen in de klas door willekeurig leerlingen uit te kiezen en te vragen of hij of zij, zijn of haar mening zou willen vertellen.

Woensdag 10 Augustus 2011Oude media zijn te sloomDoor Marissa van Loon

Afgelopen donderdag gebeurde in Roosendaal iets vreselijks: een 16-jarige jongen werd rond half vijf ’s ochtends neergeschoten. Toen lag ik nog te slapen. Pas zo’n 7 uur later las ik erover, op Twitter. Ik scrolde door mijn timeline en zag mensen praten over de mogelijke schutter. Heel twitterend Roosendaal had het over een oud-klasgenoot van mijn basisschool. De plaatselijke krant tweette om 17.15 uur (!) over de moordzaak. Vrijdag verscheen die krant niet door een computerstoring. In tegenstelling tot de oude media, ging het nieuws op Twitter razendsnel. Speculaties werden opeens waarheid en er werd al getweet over wie de jongen was. Op Twitter heb ik wel tien mogelijke aanleidingen gelezen, allemaal anders. Niets was zeker. De ‘echte media’ berichtten ook verschillend: bij de een was het slachtoffer 20, bij de ander 16 jaar. Het was overduidelijk, de oude media kunnen de snelheid van informatie geven en krijgen niet verwerken. De wereld draait door, heel hard, en de nieuwe en social media draaien mee. De oude media blijven een beetje achter. Een beetje heel erg achter, kan ik wel stellen. Bijna dertien uur na het voorval iets melden via het Twitteraccount, dan loop je gewoon achter. Het is voor oude media ook verdomd lastig bijvoorbeeld via Twitter informatie te krijgen. Welke informatie klopt, welke niet? Maar toch, lieve oude media, jullie zijn te sloom. Echt waar. Oud nieuws lezen we in de krant en voor het nieuws kijken we op internet of lezen we Twitter. Het is geen schande hoor, we begrijpen het wel. Eén schrale troost: oude mensen zullen de oude media blijven gebruiken. Ik ben veel te snel voor jullie.

bron: NRC.nlhttp://weblogs.nrc.nl/jong/2011/08/10/oude-media-zijn-te-sloom-2/

Eigen voorbeeld Terwijl ik de afgelopen jaren op school veel dingen maakte, maakte ik het als eerste voor mezelf.

Maar wil je later nou kunstenaar worden of het gaan maken in de film wereld zul je eerst suptiel reclame voor jezelf kunnen maken. Dan kun je iemand inhuren voor een website of zelf uren bezig zijn met kleine stukjes tekst voor in een tijdschrift bijvoorbeeld, maar dit alles kost veel tijd en geld. Er is een veel makkelijkere oplossing. Ikzelf maak bijvoorbeeld veel gebruik van Facebook om daar mijn werk op te zetten, maar filmpjes zet ik op de website YouTube.com zodat de hele wereld mijn filmpje kan bekijken. Het is gratis en YouTube.com is momenteel de populairste site voor het uploaden en bekijken van filmpjes. Denk aan Esmee Denters, die filmpjes van zichelf zingend erop zette. Ze kreeg uiteindelijk een platendeal via Justin Timberlake die haar filmpje vondt op YouTube. Hieronder zie je een animatie-filmpje dat ik op YouTube plaatste. Het is zo makkelijk te bekijken voor wie maar wil. Daarnaast kun je een linkje invoegen op facebook, zodat ook iedereen via facebook jou filmpje kan zien. Je zou bijna kunnen zeggen: ‘Een goedkopere manier van reclame maken bestaat niet.’bron: http://www.youtube.com/watch?v=_stsqbBip6E

Bronnenhttp://weblogs.nrc.nl/jong/2011/08/10/oude-media-zijn-te-sloom-2/

www.facebook.nlhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Facebookhttp://mashable.com/2006/08/25/facebook-profile/http://nl.wikipedia.org/wiki/Wereldwijd_webhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_computerhttp://www.sip.be/hardware/1geschiedenis.htmhttp://pc-en-internet.infonu.nl/geschiedenis/87201-ontstaan-van-het-internet-en-de-ontwikkeling-van-uw-pc.htmlhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_televisiehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_Nederlandse_televisiehttp://electronica.infonu.nl/geschiedenis/27993-journalistiek-geschiedenis-radio-televisie-in-nederland.htmlhttp://www.televisie-shop.nl/index.php?action=extra&extra=A_geschiedenis_televisietoestel&lang=NLhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Radiohttp://www.youtube.com/watch?v=_stsqbBip6Ewww.youtube.comhttp://www.mediawijsheid.nl/site/228-Wat+is+Mediawijsheid%3F_2.htmlhttp://www.frankwatching.com/archive/2005/05/27/hoe-oude-media-in-een-nieuwe-wereld-kunnen-overleven/http://www.jewebsitepromoten.nl/oude-media.phphttp://www.denieuwereporter.nl/2011/03/rampreporter-in-japan-oude-media-blijven-nodig-om-verhalen-te-vertellen/http://www.youtube.com/user/BeeldenGeluid?blend=4&ob=video-mustangbasehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwe_media

De vijf sleutelbegrippen van Ebbens:De kwaliteit van directe instructie bewust op zes sleutelbegrippen

1.een goede structuur in de opbouw van de leerstof2.het juiste niveau van de leerstof3.betekenis geven4.individuele aanspreekbaarheid5.zichtbaarheid

Gevonden op: http://www.portfolio.peterlakeman.nl/?p=857 En natuurlijk ons eigen boek: ‘effectief leren’

LES 2Les 2 massamedia

BEGINSITUATIE

Het is een HAVO klas die nog niet heel de kunstgeschiedenis heeft gehad, maar ik verwacht wel dat ze het begrip massamedia wel een keer hebben horen vallen. Ik denk dat ze weten wat de begrippen massa en media betekenen en dit waarschijnlijk ook kunnen koppelen.

ACTIVITEITENwelke soorten activiteiten gaan in de les plaatsvinden?

-Theorie-Filmpjes bekijken-Kleine zelfstandige opdracht

TIMINGhoe ga ik deze activiteiten verdelen in de beschikbare tijd? ( 1lesuur is 45/50 min)

planningactiviteit

WIE DOET WAT ?Docent Leerling / student

5 min

30 min

13 min

2 min

De docent zorgt dat de binnenkomst goed verloopt en zorgt dat iedereen zit en stil is om te gaan luisteren.

Leerlingen komen binnen, gaan zitten en pakken hun spullen.

Uitleg over massamedia geven.

Luisteren en kunnen vragen stellen.

Zorgt dat de leerlingen de opdrachten boekjes uitdelen en zet de leerling aan het werk met hun opdracht. De laatste paar minuten bespreekt de docent de opdracht.

Twee leerlingen zorgen dat de opdrachtenboekjes uitgedeeld worden. Iedereen werkt aan hun opdracht en let op bij de klassikaal controleren van de opdracht.

Afronding van de les en nu komt er een les praktijk.

Leerlingen ruimen hun schrift en boek op.

MIDDELEN De docent maakt gebruik van het smartboard/beamer om daar een PowerPoint presentatie om te kunnen laten zien. In de PowerPoint staan afbeeldingen die de docent wilt laten zien, maar ook filmpjes. Ook zorgt de docent dat ze een aantal boeken bij zich heeft zodat de leerlingen daar weer inspiratie uit kunnen halen voor de aansluitende praktijkles. De leerlingen hebben alleen hun opdrachtenboekje en een pen/potlood nodig

HUISWERK Van deze les krijgen ze geen huiswerk mee, tenzij er zo slecht gewerkt is dat ze de opdracht niet af hebben. Dan moeten ze dit thuis nog doen en dan controleer ik bij ieder persoonlijk de boekjes i.p.v. klassikaal.

ORGANISATIEKan voor meerdere lessen gelden

Aangezien er eerst met theorie word gestart zorg ik dat daar alles klaar voor staat. Ook zorg ik dat ik de boeken al bij me heb. Na de theorie vraag welke twee leerlingen de opdrachten boekjes uit willen delen, wilt niemand dit dan wijs ik er twee aan. Aan het einde van de les worden de boekjes weer opgehaald en zorg ik dat ze weer in de goede la terecht komen. Ik geef feedback door tijdens de theorie ook vragen te stellen, op die manier controleer ik meer of ze opletten. En tijdens de bespreking van de opdracht zit ook nog een feedback moment.

EVALUATIELESDOELENDit hoeft niet elke

Hoe en wanneer stel jij en/of leerling /student vast dat een leerdoel is behaald?

DOEL HOE evalueren WANNEER evalueren

les Het snappen van de theorie.

Vragen stellen.

Opdracht laten maken.

Tijdens de uitleg.

Na de opdracht. TheorieIk begin met de vraag of dat de leerlingen weten wat massamedia is, komen ze hier niet uit dan vraag ik wat massa is en wat media is. Ik ga dus eerst aftasten wat de leerlingen al weten.Massa betekend groot aantal; menigte. Media is meervoud van medium en betekend middelen om informatie over te dragen: radio, tv, pers, internet enz. Dus massamedia betekend informatie over brengen op een menigte.

In de massacultuur, de periode na de 2e wereldoorlog, word er kunst gemaakt die voor de grote massa was. Het ging dus niet meer alleen om de elite, maar iedereen kon nu kunst zien en kopen. Weet iemand ook waarom deze kunst wel betaalbaar was? In 1907 kwam er een nieuwe techniek op, namelijk de zeefdruktechniek. In de massacultuur werd er veel gebruik gemaakt van de zeefdruk kunst, dit kwam omdat de kunstwerken op deze manier reproduceerbaar waren en konden dus goedkoper geproduceerd worden. Een belangrijke kunststroming in deze tijd was de pop-art. De kunstenaar Andy Warhal, die heel belangrijk was voor de pop-art, maakte veel kunst met de zeefdruk techniek, dit zijn een aantal bekende voorbeelden die jullie vast wel kennen. 1

Na het zien van deze afbeeldingen enig idee waar de pop-art kunstenaars hun inspiratie vandaan haalden? Ze haalde dit vooral uit de pin-ups, beelden van beroemde filmsterren, strips en uit de massaconsumptie (zie het bik cambell’s van Andy Warhol).2

Er is een champagne merk die een eerbetoon aan Andy Warhol wilde maken, door een reclame sport over hun champagne te maken in de stijl van Andy Warhol. http://www.youtube.com/watch?v=1C9yGugThQk&feature=player_embedded De zeefdruk kunst zorgde niet als enige voor massaproductie ook fotografie(1837) en film(1895) zijn reproduceerbaar. Foto’s kun je vele malen laten afdrukken en film kun je op dvd’tjes (toen nog video’s) weer verkopen. Fotografie en film kun je op nog meer manieren aan de man brengen, je kunt het namelijk via internet verspreiden. Natuurlijk was er in de jaren 40 nog geen internet, dit kwam pas later namelijk in 1969.3 Als je aan filmpjes op internet denkt, denk je al snel aan youtube. Veel van jullie zullen het wel kennen of hebben er zelf al eens een filmpje op geplaatst. Wie van jullie

1 Hoorcollege kunst algemeen over massacultuur 2 http://digischool.nl/ckv1/beeldend/popart/popart1.htm 3 http://www.ictenonderwijs.nl/Geschiedenis%20Internet.htm

heeft er zelf ook wel eens een filmpje op youtube gezet of via andere massamedia verspreid? Waarom heb je dat gedaan?

Zelf heb ik ook wel eens een filmpje gemaakt en die wilde ik aan veel mensen laten zien dus zette ik het op youtube, zo werd het dus door de massamedia verspreid. http://www.youtube.com/watch?v=nFgKkocw5Dc&feature=youtu.be

Ik heb jullie één voorbeelden gegeven van massamedia, namelijk? (vraag het aan een leerling)Het internet en dat kan via verschillende websites. (zeefdruk is een reproduceerbaar en dus voor de massa,maar is geen medium dit geldt ook voor fotografie en film, dit was wel belangrijk voor de massacommunicatie).Welke vormen van massamedia zijn er nog meer? Televisie, radio, kranten, boeken en tijdschriften.

De massamedia word ingezet vanuit een opdrachtgever. Alle programma’s en reclames die je ziet komen vanuit een opdrachtgever om zo zijn product (bijvoorbeeld een soap of reclame) op de grote menigte over te brengen. Massamedia hebben ook verschillende doeleinde denk hierbij aan: vermaak (soap/film), educatie (leerboeken/kennisprogramma’s) en informatie (het nieuws).Nu gaan we een paar kleine opdrachtjes maken over massamedia.

Bronnen:Ebbens, effectief lerenHoorcollege kunst algemeen over massacultuur Hoorcollege over pop-arthttp://digischool.nl/ckv1/beeldend/popart/popart1.htm http://www.ictenonderwijs.nl/Geschiedenis%20Internet.htmhttp://www.youtube.com/watch?v=1C9yGugThQk&feature=player_embedded http://www.youtube.com/watch?v=nFgKkocw5Dc&feature=youtu.be

Werkvel (zoals die in het boekje zou zitten).

Welke massamedia ken jij allemaal?______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Welke massamedia gebruik je zelf wel eens?______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Bedenk een kleine reclame over je schoenen die je aan hebt en denk daarbij hoe je die zou willen afbeelden (door een foto, film, tekening enz..) en hoe je dat via massamedia (hoeft dus niet perse digitaal te zijn) op de menigte wilt overbrengen. Laat ook doormiddel van een kleine tekening zien hoe je foto, tekening, film enz.. er uit zou zien.____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Lesvoorbereiding CKVLes 3 Discussie over massamedia

1 Doelstellingen

- Leerlingen leren hun standpunt kennen over massamedia dmv een discussie met een groepje.

Evaluatie

- Er is een notulant - Leerling maakt zelf een lijstje met de

stellingen en schrijft op waarom hij het hier mee eens of oneens is.

- Lijstje wordt aan het eind van de les ingeleverd.

2 InhoudTitel: MassamediaThema: - Discussie.

3 Beginsituatie + didactiekUren: 1Klas: havoSituatie: leerlingen gaan in discussie.Begeleidende docent:

Didactische activiteit docent:

Als docent begeleid je beide groepen. Er zijn een aantal stellingen, de docent geeft een stelling aan de groepen en laat een persoon notulant zijn. De docent geeft de eerste stelling en laat de leerlingen hier over discussiëren, de leerlingen moeten eerst bedenken of ze voor of tegen zijn. Docent gaat bij de groepjes langs en kijkt of de discussie loopt, de docent helpt daar waar nodig is. Als de docent merkt dat de discussie is afgelopen of als het te ver gaat kapt de docent de discussie af en geeft de volgende stelling. Zo lopen de groepjes zo veel mogelijk stellingen af, als er niet voldoende tijd is voor alle stellingen is dat niet erg, het gaat erom dat de leerlingen nadenken over hun eigen standpunten in de massa cultuur en nieuwe media. Geef van te voren de ronde aan die je loopt wanneer leerlingen vragen kunnen stellen. Leerlingen gaan niet door de klas lopen en roepen, en weten wanneer ze hun vraag kunnen stellen.

Een vraag is pas een vraag als het een groepsvraag is.Laat leerlingen eerst overleggen over een vraag. Een vraag is pas een vraag als niemand in het groepje het antwoord weet. Zo leren ze eerst overleggen met elkaar voordat ze vragen gaan stellen.

Schrijf op het bord wat je van leerlingen verwacht.Schrijf op het bord wat leerlingen moeten doen. En wat ze bijvoorbeeld kunnen

doen als ze klaar zijn. Zo wordt het niet rommelig in de klas, leerlingen kunnen doorwerken.

Als leerlingen samenwerken zorg dat ze elkaar nodig hebben.Zorg dat leerlingen elkaar ook echt nodig hebben met samenwerken. Zodat ze het nut ook inzien van samenwerken. Ga geen opdracht voor samenwerken geven terwijl je die opdracht net zo goed alleen kan doen.Zorg dat leerlingen individueel aanspreekbaar zijn met samenwerken.Zorg dat leerlingen apart beoordeeld worden, zo voorkom je lifters en je zorgt dat leerlingen hun eigen inbreng hebben.

Stellingen:

De Belangrijkste functie van massamedia is amusementMassa media is manipulatiefSpammen als je een nieuwe pagina opent is goednieuws via internet is lang niet zo goed als de krant lezen.Reclame moet seksistisch zijn, seks verkoopt.Door nieuwe media komt de wereld dichterbij.Playstation spellen zijn slecht voor kinderenNieuwe media is te toegankelijk en gevaarlijk voor jongerenJongeren zouden pas vanaf 12 jaar mogen chatten om cyberpesten op vroege leeftijd te voorkomenComputers zijn helemaal niet verslavendBepaalde sites moeten worden afgeschermd voor minderjarige

4 Leerproces van de leerlingLeren omgaan met discussie, eigen standpunt over massamedia ontdekken.

5 Leermiddelen docent

- Lijst met de stellingen- Genoeg tafels voor leerlingen om

aan te werken.- Voor elke leerling een blad met

de stellingen.

Leermiddelen leerling

- Blad met de stellingen, leerlingen moeten opschrijven eens of oneens en waarom.

geef per stelling aan of je het eens of oneens bent en geef daar minstens 3 argumenten bij.

De Belangrijkste functie van massamedia is amusement- --

Massa media is manipulatief---

Spammen als je een nieuwe pagina opent is goed---

nieuws via internet is lang niet zo goed als de krant lezen.---

Reclame moet seksistisch zijn, seks verkoopt.---

Door nieuwe media komt de wereld dichterbij.---

Playstation spellen zijn slecht voor kinderen---

Nieuwe media is te toegankelijk en gevaarlijk voor jongeren---

Jongeren zouden pas vanaf 12 jaar mogen chatten om cyberpesten op vroege leeftijd te voorkomen--

-

Computers zijn helemaal niet verslavend---

Bepaalde sites moeten worden afgeschermd voor minderjarige---

Bronnen- (bron: De wereld van Het Jonge Kind jaargang 28, mei 2001)- http://www.leraar24.nl/video/2382 Filmpje samenwerkend leren.4 - Over de streep, challence day- Nos journaal op je telefoon

LES 4Mediawijsheid

BEGINSITUATIE

We gaan ervan uit dat de leerlingen allemaal wel wat van het internet weten. Er zullen leerlingen tussen zitten die juist heel mediawijs zijn en leerlingen die dat helemaal niet zijn. De bedoeling van deze les is dat de leerlingen zich bewuster worden van wat voor invloed media op hun en hun leven hebben.

ACTIVITEITENwelke soorten activiteiten gaan in de les plaatsvinden?

De term mediawijsheid wordt uitgelegd en er wordt een kunstenaar besproken die aansluit op het onderwerp.De leerlingen gaan na of zij zelf wel zo mediawijs zijn door een testje te doen op de computer.

TIMINGhoe ga ik deze activiteiten verdelen in de beschikbare tijd? ( 1lesuur is 45/50 min)

planningactiviteit

WIE DOET WAT ?Docent Leerling / student

15 min

15 min

20 min

Docent geeft uitleg over mediawijsheid, nadat iedereen in de klas is gaan zitten.

Leerlingen luisteren naar de docent en stellen vragen.

Docent vertelt over project van de kunstenaar en stelt vragen aan de leerlingen.

Leerlingen luisteren en beantwoorden de vragen van de docent.

Docent begeleidt leerlingen naar de computers en geeft de link van de test door. Controleert of iedereen bezig is met de test en loopt rond om nog eventuele vragen te beantwoorden.

Leerlingen volgen instructies op van de docent en gaan naar een site om een test te maken die de leerlingen test op mediawijsheid.

MIDDELEN Docent geeft een powerpoint presentatie met beeldmateriaal. Voor het tweede deel van de les zijn computers nodig.

HUISWERK Leerlingen schrijven een reflectie over hoe mediawijs zij zijn. Hierbij verwerken zij de resultaten van de online test en kijken zij naar hun eigen 'virtuele' gedrag. Volgende les leveren zij dit in bij de docent.

ORGANISATIEKan voor meerdere lessen gelden

Leerlingen komen de klas binnen. Docent wacht tot iedereen zit of spoort de leerlingen aan om te gaan zitten. Alles wordt door de docent actief begeleidt. Dus als er opgeruimd moet worden, dan geeft de docent dit aan. Als de les start ook en ook als de les afgelopen is.

EVALUATIELESDOELENDit hoeft niet elke les

Het lesdoel is behaald als de leerlingen inderdaad actief meedoen. Verder is het huiswerk een goede indicatie of leerlingen inderdaad iets hebben opgestoken van het doel van de les. DOEL HOE evalueren WANNEER evaluerenLeerlingen bewust maken van hun eigen virtuele gedrag en de eventuele consequenties daarvan.

Door de leerlingen in de les een testje te laten doen op het internet over mediawijsheid en door ze als huiswerk een reflectie te laten schrijven.

Tijdens de les en na het innemen van het huiswerk.

Les 4: mediawijsheid

Wat is nu precies mediawijsheid?Mediawijsheid is de kennis die wij hebben over de media en alles wat daarmee te maken heeft. Als je alles op internet weet te vinden, weet wat elk knopje betekent en niet je niet laat beïnvloeden door die slimme marketingtrucs via internet, dan ben je behoorlijk mediawijs.

De meesten van jullie hebben wel wat kennis van media. Veel van jullie hebben zelfs al een smartphone en er wordt online ontzettend veel gecommuniceerd door middel van twitter, msn, facebook en andere socialmedia. Op youtube delen we leuke filmpjes of muziek met elkaar. Al die ontwikkelingen zijn hartstikke handig en leuk, zeker als je ze zelf kunt gebruiken. De meeste mensen hier in de klas met een youtube account zullen ook weleens iets hebben ge-upload. Je bent dan zelf de zender. Er zijn ook mensen die gewoon rondsnuffelen en profiteren van al dat moois dat online wordt gezet. Deze mensen richten zich voornamelijk op het ontvangen. Desalniettemin hebben wij allemaal de keuze of we willen zenden of ontvangen, nouja, meestal dan. Op websites zoals youtube wordt je tegenwoordig 'gedwongen' om eerst een reclame filmpje te kijken, anders kun je de video die je graag wilde bekijken niet zien.

Sociaalmedia ook een keerpunt: ze kunnen makkelijk tegen je gebruikt worden. Zo kun je er, als je wat onoplettend rond surft op het internet, enorm veel virussen mee naar binnen slepen.

Ook cyberpesten is een negatief bijeffect van socialmedia of dat je gemakkelijk wordt gestalkt door mensen die je niet eens persoonlijk kent, omdat je onvoorzichtig om bent gegaan met je persoonlijke gegevens. Als je gegevens eenmaal te vinden zijn op het web, probeer ze er dan nog maar eens vanaf te halen. Wat al helemaal erg is met ongewilde foto's. Je hoort niet voor niets continu dat de 'sekstape van A of B' is uitgelekt. What's seen can't be unseen.

Daarbij komt ook nog eens dat je gemakkelijk gemanipuleerd kan worden door de media. Je kan bijvoorbeeld dingen winnen als je een product 'liked' op je facebookpagina. Daar denk jij als persoon je voordeel uit te slaan, maar eigenlijk is vooral dat bedrijf in het voordeel. Immers krijgen zij voor 1 aangeboden product, enorm veel gratis reclame. De reclame voor dat product verspreid zich ontzettend snel over het web, omdat ook andere mensen dat ding graag willen winnen en het daarom ook weer liken. Dit is een voorbeeld van de vele trucs die bepaalde zenders gebruiken.

Een mooi voorbeeld dat te maken heeft met privacy, is het kunstwerk van Willem Popelier.Deze fotograaf heeft ontdekt dat mensen zich regelmatig vastleggen in de openbare ruimte met mediums die niet van hen zijn. Hij ontdekte dat twee meisjes dit regelmatig hadden gedaan en verzamelde al hun foto's. Hij printte deze uit en maakte er een tentoonstelling van. Hij heeft de twee meiden weten te vinden, doordat een van hen zelfs een ketting droeg met haar naam er op. De twee meiden bleken ook nog eens fan te zijn van twitter en van die site haalde hij nog meer persoonlijke informatie, die hij ook tentoon heeft gesteld. De twee meiden heeft hij daarvan niet op de hoogte gebracht. Nu is de vraag dus: is dit schending van privacy of niet? De meiden hebben immers alles zelf online gezet en de kunstenaar heeft niet veel hoeven te doen om aan info over de meiden te komen. Mag dit wel gedaan worden? Is het ethisch verantwoord? En als je dit zo ziet en hoort, krijg je dan de behoefte om zelf beter op te letten op wat je online zet? Hoe zouden jullie reageren als je te horen krijgt dat je foto's en persoonlijke informatie in een museum tentoongesteld staan? Het is van belang om hier even bij stil te staan. Social media zijn geweldig mooi en leuk als ze voor je werken, maar enorm vervelend als ze tegen je werken. Daarom is het belangrijk dat je een beetje kennis hebt van die media en dus mediawijs bent.

In dit tweede deel van de les gaan we naar de computerruimte. Jullie krijgen de opdracht voor de volgende les om een reflectie te schrijven over hoe mediawijs je bent of denkt te zijn. Voor je de

reflectie gaat schrijven, doen we eerst nog even een test op http://www.nomc.nl/quiz/MediaWijsheid.html. Deze test neem je ook mee in je reflectie, wist je bijvoorbeeld alles al? Of waren er nog dingen die je niet wist? Was de test een eye-opener voor je? Ik loop ondertussen rond en als er vragen zijn kan ik deze voor jullie beantwoorden. Je kan ook een keer voor de grap kijken hoe makkelijk je informatie over jezelf of je buurman of buurvrouw kan opzoeken. Kijk bijvoorbeeld of je bij de hits van google staat als je je naam intypt en denk erbij, als je er tussen staat, of je dat eigenlijk wel wil?

Aan het einde van de les nog even zeggen hoe de leerlingen het gedaan hebben en daarmee de les afsluiten.

Bronnen:http://www.nomc.nl/quiz/MediaWijsheid.htmlhttp://www.foam.org/press/2011/popelier,-willem-showroom-girlshttp://www.mediawijsheid.nl/site/230-Wat+is+Mediawijsheid%3F.html

Invalshoeken:

Kunstenaar en opdrachtgever: zien de leerlingen dat zij gemanipuleerd worden door de media (dus door de opdrachtgevers van de bv reclamebureaus)? Kunst wetenschap en techniek: Welke invloed hebben nieuwe uitvindingen op de kunst in de massamedia en dus op jouw mediawijsheid?Kunst en esthetica: Is dat wat Willem Populier gedaan heeft kunst of gewoon het schenden van privacy?Kunst religie en levensbeschouwing: wat voor invloed hebben je bevindingen nu op jouw leven?

De praktijkopdracht

Voor de eindopdracht is het de bedoeling dat de docent voorwerpen mee naar school neemt, dit kunnen voorwerpen zijn zoals een wc borstel, tandenborstel, een vork, een theelichtje, een touw enz.. het moeten vooral ‘normale’ gebruiksvoorwerpen zijn.De klas word in groepjes van 3 leerlingen verdeeld en elke groep krijgt een van de voorwerpen toegewezen. Het is de bedoeling dat de leerlingen het product zo aantrekkelijk mogelijk maken doormiddel van nieuwe media en dit te verspreiden via massamedia.

De leerlingen kunnen bijvoorbeeld een filmpje, een stop-motion of een fotoreportage maken en dit verspreiden via facebook, twitter, tijdschrifften en youtube. (We kauwen dit natuurlijk niet letterlijk voor aan de kinderen, maar dit zijn een aantal opties).

Om de leerlingen een beetje op weg te helpen laten we een stopmotion zien die over een post-it, op deze manier willen we laten zien dat een ‘suffe’ post-it op een super leuke manier aan de man gebracht kan worden. http://www.youtube.com/watch?v=BpWM0FNPZSs

Het is de bedoeling dat elk groepje in de dummy bijhoud wat er tijdens elk KuP uur is gebeurd. Zo kun je dus makkelijk zien wat de ideeën waren en wat er uiteindelijk is uitgekomen, je ziet dus een duidelijk proces.

De leerlingen hebben vijf weken om hier aan te werken, de eerste vier weken hebben ze één les uur de tijd om er aan te werken. In de laatste week mogen ze tijdens het KuA uur aan de afronding van hun product werken en in het KuP uur worden alle ideeën op een originele wijze gepresenteerd. Dit kan zijn dat de leerlingen zelf hun reclamespot live laten zien of dat ze laten zien dat ze hun product of facebook hebben gezet en dat er al veel mensen zijn die dit ‘leuk vinden’ en dat ze dan laten zien hoe ze reclame hebben gemaakt voor dat product.

Tijdens de eerste les moeten de leerlingen het werkblad invullen, deze moet ook in de dummy komen. (zie volgende pagina) Dit werkvel is tevens de rode lijn van de opdracht, hoe ze moeten ze beginnen en hoe verder.

Hoe worden de leerlingen beoordeeld?Elk groepje moet goed hun proces bijhouden in hun dummy, hierin moet staan wat ze gedaan en besproken hebben, maar ook hun gevonden bronnen en afspraken die ze gemaakt hebben. Hoe creatief hebben de leerlingen hun product aan de man gebracht. Hoe hebben ze het via de massamedia verspreid.

Werkblad: gebruik dit werkblad gedurende volgende lessenBespreek de volgende punten met je groepje en schrijf ze ook op!

1. Bekijk je gekregen voorwerp eens goed- Wat kun je ermee- hoe ziet het eruit- Waar wordt het voor gebruikt- waar kun je het nog meer voor gebruiken (gebruik je fantasie).

2. Welke manieren van nieuwe media zijn er om je product in de publiciteit te brengen.

3. Welke 2 manieren van nieuwe media spreken je het meest aan?

4. Zoek hier minstens 2 voorbeelden van.

5. Welke nieuwe media soort past het best bij de promotie voor jou product.

6. Gebruik deze media soort voor de promotie van je product.

7. Werk dit zo goed mogelijk uit en zorg dat het verspreid wordt door nieuwe media.

Bijlage 1.

De beeldende vakken volgens de opvattingen van BAUHAUS of de “Gestaltungslehre”.

Het Bauhaus was een kunstacademie in Duitsland , gesticht door Walter Gropius, een van de grootste architecten en grondleggers van de moderne bouwkunst.De academie was eerst gevestigd in Weimar (1923), daarna te Dessau (1925), de belangrijkste periode en tenslotte een jaar in Berlijn, waar hij werd opgeheven door de Nazi’s in 1933.Vrijwel alle grote kunstenaars uit die tijd zijn voor langere of kortere tijd verbonden geweest aan het Bauhaus : het artistieke laboratorium van de jaren ’20. De centrale gedachte van het Bauhaus was, de naam zegt het al, om het probleem kunstenaar -maatschappij - industrie op te lossen. De architectuur en de industriële vormgeving kregen er dan ook grote aandacht, omdat via de bouwkunst en de industriële producten de meeste contacten konden ontstaan tussen kunstenaar en maatschappij. Een socialistische visie in de Weimar republiek. Men kan in verband met het onderwijs niet spreken van dé Bauhaus ideeën, omdat er in het Bauhaus veel meer aan de orde is geweest dan ook maar ooit in het beeldend onderwijs kan doordringen. Speciaal de invloed van Johannes Itten, Maholy Nagy, Christoph Natter, en Alfred Erhardt zijn wel voor de beeldende vorming op de Nederlandse scholen van belang.Johannes Itten was in 1916 al bezig met de zogenaamde “Gestaltungslehre”(vormgevingsleer). d.w.z. het theoretisch en praktisch onderzoek van de vormelementen. Wereldberoemd werd zijn kleurenleer. Via het boek “Gestaltungslehre” van Alfred Ehrhardt kwamen de ideeën van deze mensen in het onderwijs. Die ideeën kunnen als volgt worden samengevat:

men hechte grote betekenis aan de ontwikkeling van de tastzin ( het voelend waarnemen) De ontwikkeling van de gevoeligheid voor verschillende materialen was belangrijk de betekenis van voorwerpen gaf men geen grote aandacht De kleurenleer was een basis Er werd onderwezen aan de hand van: De vormleer ( 2 en 3 dimensionaal) Materiaalstudies

Textuurstudies Het schrift De ruimteverdeling Studie van geometrische vormen Ritmische vormoefeningen Steeds was er aandacht voor industriële vormgeving Aandacht voor: fotografie, film, grafiek, weven, dans, theater, toegepaste vormgeving,

schilderen, tekenen, Oosterse filosofie, ademhalingsoefeningen, constructies als plastieken (ruimtelijke beelden)kortom het Bauhaus had een zeer veelzijdige visie.

Vooral onder invloed van de serie ‘tekenen als creatief spel’ van Ernst Röttger en Dieter Klante (uitgeverij Cantecleer, de Bilt) omstreeks 1960 zijn deze ideeën in het Nederlandse onderwijs populair geworden, vooral in het (H)(M)AVO.

In het onderwijs zag men het kind als beoefenaar van de beeldende kunst door een spelende experimentele omgang met beeldende middelen en beeldelementen(2dim) of vormelementen(3dim)zoals deze zakelijk en logisch de beeldende kunst kenmerken.

De lessenreeksen kenmerkten zich door:1. Vormgeving: de voornamelijk praktische bestudering van de beeld- en vormelementen zoals het

materiaal, de kleur, de vorm, de textuur, de ruimte, het ritme, etc.

2. Didactisch: docent gestuurd: de leraar bepaalt de keuze van de beeldelementen en de te hanteren spelregels. De leerling kan daarmee naar eigen inzicht variëren. De variatiemogelijkheden zijn beperkt.

Waarom ontstond een vakvisie op het teken- en handvaardigheidonderwijs vanuit het Bauhaus?Onder invloed van de artistieke problemen uit de jaren ’20 !! Voornamelijk door de verhouding kunstenaar – maatschappij, kunstenaar – industrie wordt de kunst bestudeerd vanuit haar eigen beeldende structuur. Daardoor ontstaat een duidelijke, geordende en zakelijke vormgevingsleer, die gemakkelijk aansluiting vindt bij het georganiseerde instituut school. Ook was de Bauhaus-visie op het schoolvak als reactie op de structuurloosheid van de vrije expressie een welkome methodiek.

Waarom vond de Bauhaus visie ingang?:Praktische bestudering en beoefening van de beeldende kunst door leerlingen. Een vorm van kunstonderwijs of opvoeding tot kunst. In Nederland wordt deze opvatting in het onderwijs meestal gecombineerd met de opvattingen van de geleide expressie.

Wat was de waarde van de Bauhaus visie?de leerlingen worden in contact gebracht met de eigen aard van de beeldende kunst en met de moderne kunst. Het is een poging om de grote afstand tussen kunstenaar en publiek te overbruggen.

Waarmee liet men leerlingen werken?met alle materialen in het bijzonder met klei, hout, metaal, papier, karton en textiel. Zie ook de boekjes van Röttger en Klante: hout, papier, klei etc.

Het Bauhaus als kunstacademie was al voor WO-II begonnen. ( zie hierboven) Ontwikkeling in Nederland pas na 1955 tot op heden. Een aantal werkvormen werden ook toegepast in het basisonderwijs, de pabo en het beroepsonderwijs.

Bijlage 2.