woonvisie 2025

92

Upload: hoangminh

Post on 11-Jan-2017

231 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Woonvisie 2025

                                        

Page 2: Woonvisie 2025

Woonvisie 2025 Velsen: samen werken aan een aantrekkelijke stad  

  1 Inleiding               2  2 Omgeving, ambities, veranderopgave        3 2.1 Omgeving              3 2.2 Velsen 2013              4 2.3 Velsen 2025              6 2.4 Veranderopgave            7 2.5 Crisis en scenario’s            8  3 Thema Bewoners            10 3.1 Doelgroepen              10 3.2 Regio/groei              12 3.3 Zorg                13 3.4 Doelstellingen              14  4 Thema Stad              16 4.1 Woningmarkt              16 4.2 Duurzaamheid              20 4.3 Doelstellingen              21  5 Thema Partnerschap            22 5.1 Beperkte financiële slagkracht          22 5.2 Rol van de gemeente            23 5.3 Doelstellingen              24 

 Veranderopgave en doelstellingen in schema samengevat    25  Bijlage: Achtergrondrapport  Bijlage: Schema doelstelling kernen 

 

1

Page 3: Woonvisie 2025

1 Inleiding   Voor u  ligt de Woonvisie Velsen 2025. Het  is een uitdaging om  in het huidige tijdgewricht, met  grote  onrust  op  en  onzekerheid  over  de woningmarkt,  uitspraken  te  doen  over  de richting waarin het wonen  in Velsen  zich moet ontwikkelen. Toch  is er alle aanleiding om juist nu met een woonvisie te komen.   De gemeenteraad heeft op 14 april 2011 een visie op het Velsen van 2025 geformuleerd: ’Kennisrijk werken in Velsen’. In deze visie investeert Velsen in nieuwe werkgelegenheid en toerisme en wordt daardoor aantrekkelijker als stad om te wonen. Een visie met perspectief op een vitale gemeenschap, die zich openstelt voor de regio en die met ambitie de toekomst tegemoet gaat. Deze visie vraagt om open vensters, om partnerschap in en met de regio en om  bestuurlijke  samenwerking.  Om  deze  visie  te  verwezenlijken  wordt  er  een  route uitgestippeld.  Wonen  is  één  van  de  bouwstenen.  De  ‘Woonvisie  2015’  uit  2004  sluit onvoldoende aan bij de ambitie die Velsen nu heeft en moet worden herzien. Daarnaast zijn er ook andere ontwikkelingen waar Velsen op het gebied van het wonen een antwoord op moet geven, zoals de veranderende woonvraag van de bevolking, de vergrijzing, de wens om langer thuis te wonen.   Een niet te negeren omstandigheid hierbij is de slechte economische situatie waarin wij ons bevinden  en  de  gevolgen  die  dat met  zich meebrengt  voor  overheden  en  partijen  in  de vastgoed‐, bouw‐ en woonsector. Dit zorgt voor veel onzekerheden voor de  toekomst. De besluitvorming over Rijksmaatregelen  is nog volop gaande. Ook deze nieuwe werkelijkheid vraagt om een constante discussie over het wonen.   De uitdaging  is om  in een tijdsgewricht waarin veel verandert en veel onzekerheid bestaat nieuw  woonbeleid  te  formuleren met  Kennisrijk Werken  als  ambitie.  De  woonvisie  kan misschien  niet  op  alle  punten  snel worden  gerealiseerd,  het  schetst  de  richting waar  de gemeente heen wil en agendeert de thema’s die in dit kader extra aandacht verdienen in de beleidsvorming, de afspraken met derden en in het investeringsbeleid van de gemeente zelf. De  veranderende  tijdsgeest maakt dat deze woonvisie  geregeld  tegen het  licht  gehouden moet worden om te zien of de inzet nog past bij de dan geldende omstandigheid. Evaluatie om de twee jaar past bij de huidige situatie.  Voorliggende woonvisie gaat  in op de ambities van Velsen en de omstandigheid waarin die gerealiseerd moeten worden. Hoe komen we van 2013 naar de gewenste woonsituatie  in 2025? Wat  en wie  is  daarvoor  nodig? Wat  kunnen we  op  korte  termijn  doen  en welke ontwikkelingen  hebben meer  tijd  nodig?  De  nieuwe  woonvisie  helpt  om  afwegingen  te maken over concrete initiatieven en bij het maken van afspraken met derden.  Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op de omgeving en relaties die het wonen en de woonvisie hebben met andere  beleidsvelden,  de  crisis  en  schetst  de  huidige  en  gewenste  situatie  en  de veranderopgave  die  daaruit  voortkomt.  Hieruit  zijn  thema’s  af  te  leiden.  Hoofdstuk  3 behandelt het thema ‘Bewoners’, hoofdstuk 4 ’Stad’ en hoofdstuk 5 ‘Partnerschap’.  Een schematische uitwerking van de doelstellingen per kern is als bijlage toegevoegd. Achtergrondinformatie  en  nadere  toelichting  van  deze  compacte  visie  is  eveneens opgenomen als bijlage (achtergrondrapport) bij deze woonvisie. De bijlagen maken integraal onderdeel uit van de woonvisie. 

2

Page 4: Woonvisie 2025

2 Omgeving, ambities, veranderopgave   2.1 Omgeving De woonvisie staat niet op zichzelf. Zij heeft een grote samenhang met andere producten, zoals de provinciale woonvisie, Visie op Velsen 2025 en het strategische voorraadbeleid van woningcorporaties. Ook de economische situatie is van invloed op het verwezenlijken van de ambities uit de woonvisie.  De  samenhang  tussen  relevante  producten  en  omstandigheden  is  in  onderstaande  figuur schematisch weergegeven.   

 Figuur 1 Omgeving en relaties Woonvisie 

3

Page 5: Woonvisie 2025

 De Visie op Velsen 2025 ‘Kennisrijk werken in Velsen’ bevat de ambities voor de gemeente. Wonen  is daarbij  één  van de bouwstenen. Binnen de  gemeente hebben de  verschillende beleidsvelden  onderlinge  relaties.  De  woonvisie  is  het  beleidsproduct  van  Wonen;  de structuurvisie is het ruimtelijk beleidsdocument. De woonvisie en structuurvisie hebben een sterke relatie, bijvoorbeeld over het bouwprogramma.   Van  buitenaf  is  de  ‘Provinciale  Woonvisie  2010‐2020;  Goed  Wonen  in  Noord‐Holland’ (september 2010) van invloed op het lokale woonbeleid. Doelstelling van de provincie is dat al haar  inwoners  in 2020 beschikken over voldoende woningen met een passende kwaliteit en  in  een  aantrekkelijk  woonmilieu.  Afspraken  over  de  realisatie  van  de  provinciale doelstellingen  zijn  voor  de  regio  vastgelegd  het  Regionale  Actieprogramma  Zuid‐Kennemerland/IJmond 2012‐2015 (RAP).  De huidige economische situatie en maatregelen die daarmee samenhangen zijn een niet te negeren  omstandigheid  bij  het  opstellen  van  de  woonvisie.  De  gevolgen  voor  de woningcorporaties,  bouwsector  en woningmarkt  in  algemene  zin  zijn  voor  een  belangrijk deel  bepalend  voor  het  tempo  en  zelfs  de  verwezenlijking  van  ambities.  Het  is  daarom noodzakelijk  om  ‐  meer  dan  voorheen  het  geval  was  ‐  onderzoek  te  doen  naar  de marktsituatie en het beleid geregeld tegen het licht te houden.  2.2 Velsen 2013 Velsen ligt centraal tussen de eigen regio IJmond en de regio Zuid‐Kennemerland en vlak bij Amsterdam. Met een unieke  ligging, een prima  infrastructuur, een prachtige omgeving en goede voorzieningen heeft de gemeente inwoners en bedrijven veel te bieden. Velsen geldt als  een  veelzijdige  gemeente waar  het  over  het  algemeen  uitstekend wonen, werken  en recreëren  is.  IJmuiden  aan  Zee  behoort  tot  de  grootste  Nederlandse  badplaatsen  en Spaarnwoude geldt als één van 's lands populairste natuur‐ en recreatiegebieden.  Wat  betreft  wonen  in  Velsen  zijn  er  verschillende  mogelijkheden:  relatief  ruime  en vooroorlogse  woningen  in  de  duindorpen,  relatief  veel  sociale  huur  en  naoorlogse hoogbouw  in  IJmuiden, met Velsen‐Noord daar  tussenin. De  afzonderlijke  kernen met de eigen positieve en/of negatieve kenmerken hebben meer naamsbekendheid dan de eenheid Velsen.  In  Velsen  zijn  grofweg  drie  woonmilieus  te  onderscheiden:  centrumstedelijk  en groenstedelijk  in  IJmuiden  en  Velserbroek  en  landelijk/dorps  in  de  andere  kernen.  De woningvoorraad in met name IJmuiden en Velsen‐Noord is gedateerd en wordt gekenmerkt door  eenzijdigheid.  Er  zijn  veel huurwoningen  van dezelfde prijs  en  type.  Er  zijn  (te)  veel goedkope portieketagewoningen uit de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog. Ook de voorraad goedkope koopwoningen is omvangrijk. Anderzijds hebben de duindorpen relatief veel ruime grondgebonden woningen in het middeldure en dure segment. Velsen heeft  in de regio geen naam als woonstad; het beeld van  IJmuiden  is meer bepaald door vis en de staal‐ en maakindustrie dan door wonen.  De  bevolkingsontwikkeling  van  Velsen  is  de  laatste  vijftien  jaar  stabiel  geweest.  De bevolkingsprognose gaat bij gelijkblijvende ontwikkeling uit van een geleidelijke groei van de bevolking tot circa 70.000 inwoners in 2040. Velsen is iets meer vergrijsd dan het landelijk en provinciaal gemiddelde en de verwachting  is dat deze vergrijzing zich voortzet. De dorpen Driehuis, Velsen‐Zuid en Santpoort‐Zuid zijn het meest vergrijsd. Velserbroek, Velsen‐Noord en IJmuiden hebben een jongere bevolkingsopbouw. 

4

Page 6: Woonvisie 2025

5

    

Page 7: Woonvisie 2025

2.3 Velsen 2025 Het streefbeeld voor Velsen 2025 is een bloeiende en groeiende gemeente die bekend staat om de  kennisindustrie  van de Metropoolregio Amsterdam.  (Regionale) ontwikkelingen op het gebied van wind‐ en waterenergie en duurzaamheid zijn belangrijk. Dit heeft een grote (internationale)  aantrekkingskracht  op  studenten,  (internationale)  kenniswerkers, waaronder expats, die veelvuldig gebruik maken van de horeca die gesitueerd is rondom het stadshart  van  IJmuiden.  Er  is  een  sterke  samenwerking  tussen  de  kennisinstituten  in Amsterdam en de bedrijven  in Velsen. Deze bedrijven  stellen  stage‐ en  leer‐/werkplekken ter beschikking. Vertier, voorzieningen en natuur zijn binnen handbereik.  

  De  economische  pijlers  van  Velsen  zijn  gericht  op  innovatie  op  het  gebied  van wind‐  en waterenergie, duurzaamheid  en op maritiem  ecologisch onderzoek. De  zware  industrie  is nog  wel  aanwezig,  maar  is  kennisintensief  geworden  en  richt  zich  meer  en  meer  op innovatie  en  duurzaamheid waarbij  ook  verbetering  van  de  luchtkwaliteit  veel  aandacht krijgt. Velsen biedt ruimte voor “proeftuinen” voor nieuwe technologieën. IJmuiden is mede hierdoor uitgegroeid tot een submetropool van allure.  Velsen is een groeiende gemeente. De uitbreiding van woonruimte heeft voor een belangrijk deel plaatsgevonden  in  IJmuiden. De andere kernen hebben grotendeels hun eigen dorpse karakter  behouden.  Er  is  in  bestaande  woningbouw  geïnvesteerd,  een  enkele  kern  is uitgebreid.  IJmuiden  biedt  voor  de  regio  een  aantrekkelijk  alternatief  voor  mensen  die stedelijk willen wonen; zoals Rotterdam gebruik maakt van de mogelijkheden van de Maas, zo maakt IJmuiden gebruik van de mogelijkheden van de zee en het Noordzeekanaal.  Naast de ontwikkeling van het stadshart van IJmuiden  is groei bewerkstelligd bij het strand en bij de haven . De woningen daar bieden een fraai zicht op de zee en de strandactiviteiten, op de activiteiten in de haven en op de boten op weg naar of terugkomend van Engeland of Amsterdam. Er  is naar gestreefd naar een goede balans  tussen het  industriële karakter en moderne hoogbouw die hier goed op is afgestemd. 

6

Page 8: Woonvisie 2025

 2.4 Veranderopgave Een belangrijk speerpunt  in de verwezenlijking van de Visie op Velsen 2025  is economie en concurrentiekracht. Excelleren op dit terrein  is geen doel op zich. Het  is een manier om de regio vitaal te houden, zodat er werk is voor iedereen, het goed wonen is en dat ook jonge mensen Velsen aantrekkelijk blijven vinden.  Dit  perspectief,  een  kennisrijke,  duurzame  en  gedifferentieerde  gemeente  die  zich verbonden heeft met de regio, kan realiteit worden door het  in samenhang verbinden van woonbeleid en wooninvesteringen met ander beleid en  investeringen. Sociaal, economisch en  fysiek.  En  door  in  het woonbeleid  geconcentreerd  in  te  zetten  op  een  beperkt  aantal speerpunten. Wonen  is  in  veel  gevallen  volgend  op  en  ondersteunend  aan  economische ontwikkeling en onderwijs.  Om  tot  een  ambitieuze maar  ook  werkbare  agenda  voor  de  komende  jaren  te  komen, hebben we  keuzes moeten maken. Velsen  zet  in  op  vier  strategische  prioriteiten  die  het kader vormen voor alles waar we de komende jaren op inzetten:  IJmond, innovatieve regio De meest karakteristieke sectoren  in Velsen zijn de maakindustrie (staal en materialen), de visserij, de offshore en de logistiek. Wanneer we praten over innovatie en kennisrijk werken dan  praten  we  over  het  versterken  en  innoveren  van  onze  bestaande,  regionale (top)sectoren.  Hier  gebeurt  al  veel  maar  we  willen  door  te  faciliteren  en  te  verbinden innovatie  nog  verder  stimuleren. De  link  leggen  naar  technisch  en maritiem  onderwijs  is hierbij een belangrijke pijler.  Interessant IJmuiden IJmuiden biedt een boeiende en aantrekkelijke  leefomgeving. We focussen op IJmuiden als interessante  stad  om  genoeg  jonge  mensen  te  trekken  en  te  binden.  Met  een kwaliteitsimpuls zorgen we voor een kwalitatief en hoogwaardig woonmilieu op een speciale plek.  IJmuiden  als  interessante  stad  staat  voor  kwaliteit,  hoogwaardig  en metropolitaan wonen in een stadse omgeving waarbij natuur en rust om de hoek ligt.  Er zit energie in Velsen! Velsen  is  een  gemeente waar  ongekende  krachten  op  het  gebied  van  zee, wind,  zon  en industrie  samen  komen.  Dit  biedt  mogelijkheden  in  een  tijd  waar  het  energie‐  en grondstoffenvraagstuk één van de grootste uitdagingen  is. Nieuwe bronnen van energie en efficiënter gebruik van bestaande bronnen zijn nodig om ons economisch te kunnen blijven ontwikkelen. In Velsen zijn veel mogelijkheden om in deze energietransitie voorop te lopen, bijvoorbeeld in de windenergie.  Avontuurlijke kust en groen Bij de visie ‘Kennisrijk werken’ hoort een aantrekkelijk woon‐ en verblijfsklimaat voor zowel inwoners,  ondernemers  als  toeristen.  De  ligging  van  Velsen  biedt  daarvoor  tal  van mogelijkheden.  Ook  de  vele  evenementen  (op  bijzondere  locaties)  die  in  de  gemeente plaatsvinden dragen bij aan een aantrekkelijk klimaat.  Duurzaamheid  is een doorkruisend  thema. We  zijn gericht op de  lange  termijn en dus op zorgvuldig  en  spaarzaam  omgaan  met  onze  grondstoffen.  In  alle  sectoren,  ook  in  de woningbouw, visserij en  toerisme wordt gestreefd naar duurzaamheid. Het  is daarom niet 

7

Page 9: Woonvisie 2025

alleen een milieuspeerpunt, maar ook een economisch uitgangspunt dat we overal in terug willen laten komen.  Naast  de  veranderopgave  heeft  Velsen  te maken met  autonome  ontwikkelingen  van  de bestaande stad. De vergrijzing van de bevolking en decentralisaties in het sociale domein zijn ontwikkelingen om rekening mee te houden bij het nastreven van onze ambities. Daarnaast zorgt  de  huidige  beperkte  financiële  armslag  van marktpartijen, woningcorporaties  en  de overheid  voor  veel  onzekerheden  voor  de  toekomst.  Beleid  voor  de  lange  termijn mag echter  niet  uit  het  oog  worden  verloren  en  voor  de  korte  termijn moet  goed  gekeken worden wat wèl kan.  Thema’s Uit  de  veranderopgave  zijn  twee  inhoudelijke  thema’s  en  één  procesmatig  thema  af  te leiden die de ambities voor wonen ordenen.  Vanuit het oogpunt van bewoners zijn de volgende punten van belang: 

groei  van  Velsen  die  voor  een  groot  deel  op  het  conto  komt  van  kenniswerkers  en studenten; 

instroom van jonge gezinnen; 

voldoende  aangepaste woningen  zodat ouderen  en  andere bijzondere doelgroepen  zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. 

 Vanuit het oogpunt van de stad en de dorpen: 

IJmuiden  groeit  en  ontwikkelt  zich  tot  stedelijk woonmilieu,  de  kernen  behouden  hun dorpse karakter; 

uitbreiding  van  woonruimte  in  IJmuiden,  het  biedt  voor  de  regio  een  aantrekkelijk alternatief voor mensen die stedelijk willen wonen; 

het strand/kust en de haven zijn hierbij belangrijk; 

stedelijke  voorzieningen  passend  bij  de  schaal  van  Velsen  zijn  in  en  rond  IJmuiden gevestigd, de andere kernen beschikken over basisvoorzieningen. 

 Een gemeente voert veel, zo niet het meeste, beleid dat gericht  is op wonen niet zelf uit. Daar  zijn  andere  partijen  voor  nodig,  zoals woningcorporaties,  bewoners,  ontwikkelaars, zorg en welzijnspartijen, ondernemers, ouderenbonden, onderwijs, bewonersverenigingen. De  gemeente  heeft  wel  een  stimulerende  verantwoordelijkheid  als  het  gaat  om  het verbinden  van  belangen  en  het  op  gang  brengen  van  gewenste  ontwikkelingen. Partnerschap is dan ook een belangrijk begrip in de relatie met andere partijen.  In het volgende hoofdstuk worden de thema’s verder uitgewerkt.  2.5 Crisis en scenario’s Vanaf  de  tweede  helft  van  2008  is  de  Nederlandse  vastgoed‐  en  bouwsector  en  de woningmarkt sterk beïnvloed door de Kredietcrisis. Een vertrouwenscrisis tussen financiële instellingen  in  de  Verenigde  Staten  is  uitgegroeid  tot  een  internationale  economische  en financiële crisis die sterk van invloed is de financiële armslag van overheden en partijen in de vastgoed‐, bouw‐ en woonsector.   Banken zijn veel voorzichtiger geworden bij financiering, huishoudens stellen een verhuizing uit,  het  aantal  transacties  is  zeer  sterk  teruggelopen  en  de  gemiddelde  verkoopprijs  van bestaande koopwoningen  is scherp gedaald. Daar waar een paar  jaar geleden een huis van twee ton bereikbaar was voor een huishouden met een middeninkomen, is dat nu niet meer 

8

Page 10: Woonvisie 2025

het  geval.  De  woningmarkt  zit  op  slot  en  de  financiële  armslag  van  marktpartijen, woningcorporaties en de overheid is zeer beperkt geworden.  Woningcorporaties stellen dat de impact van de crisis en implementatie van kabinetsbeleid (deels reagerend op de crisis)  in financieel opzicht een negatief resultaat oplevert. Voor de drie  grootste  Velsense woningcorporaties  samen  is  dit  geraamd  op  27 miljoen  euro  (34 miljoen  uitgaven  aan  verhuurdersheffing  en  saneringsheffing,  7  miljoen  aan  extra huurinkomsten). Geld dat  zij niet  kunnen  investeren  in Velsen. Ook  Europese  regelgeving (90% van de sociale woningvoorraad moet worden toegewezen aan de daarvoor bedoelde inkomensgroepen,  eventuele  investeringen  in  de  vrije  sector  kunnen  niet meer  geborgd worden  gefinancierd)  en  nationaal  beleid  (bijvoorbeeld  de  beperking  van  realisatie  van zorgvastgoed  door  beperking  van  de  borgingsmogelijkheden  hiervoor)  heeft  de corporatiesector onder druk gezet.  Scenario’s Iedereen  wil  graag  weten  of  het  dieptepunt  van  de  crisis  al  is  bereikt  en  wanneer  het economisch herstel inzet en of en wanneer we de welvaartssituatie van voor de crisis weer bereiken. Verschillende instanties proberen vanuit verschillende invalshoeken daar inzicht in te geven. Eén ding wordt uit de verschillende scenariostudies duidelijk: het herstel van de economie en alles wat daar mee samenhangt zal jaren gaan duren.  De woningmarkt is zeer complex en wordt beïnvloed door veel macrofactoren op het gebied van  arbeid,  kapitaal  en  politiek.  Dat  maakt  scenariodenken  zeer  complex  en  geeft  een onzekere  uitkomst.  Het  Economisch  Instituut  voor  de  Bouw  (EIB)  stelt  dat  zogenaamde systeemwijzigingen  een  grote  rol  spelen  bij  scenariostudies.  Bijvoorbeeld  een  (verdere) beperking  van  de  hypotheekrenteaftrek  of  de  liberalisatie  van  de  sociale  huursector. Systeemwijzigingen zijn van (grote) invloed op het productieherstel in de bouw en daarmee van  (grote)  invloed  op  het  herstel  van  de woningmarkt.  Tegelijk  zijn  systeemwijzigingen veelal politieke onderwerpen en daarmee ongewis. Zeker in het huidig tijdsgewricht.  

 

9

Page 11: Woonvisie 2025

3 Thema Bewoners  Velsen  profileert  zich  nadrukkelijk  als  groeigemeente.  De  economische  ontwikkeling  is leidend en  trekt  (internationale) kenniswerkers en  studenten aan.  In hun woonvraag moet kunnen worden voorzien. Het is deze nieuwe instroom van (internationale) kenniswerkers en studenten  die  de  groei  en  bloei  van  IJmuiden  als  belangrijkste  voorzieningencentrum  in Velsen  mogelijk  moet  maken.  De  andere  kernen  moeten  hun  eigen  dorpse  karakter behouden.   3.1 Doelgroepen Bepaalde doelgroepen zijn van belang voor de groei en het  levendig en vitaal houden van Velsen. Dit betekent uiteraard niet dat de blik van Velsen zich beperkt tot deze doelgroepen, maar zij spelen wel een belangrijke rol bij keuzes die worden gemaakt.  Jongeren / studenten Velsen wil  een  aantrekkelijke  stad  zijn  voor  jongeren  en  studenten.  Jongeren/studenten brengen vernieuwing, dynamiek en actueel elan in de stad. Grote knelpunten wat betreft de huisvesting van  jongeren/starters heeft Velsen niet, al  is de keuzevrijheid voor deze groep niet in iedere kern even groot.  De woonmogelijkheden voor jongeren/studenten zal zich concentreren in IJmuiden. Dat sluit aan  op  de  huidige  situatie.  In  IJmuiden  en Velsen‐Noord  zijn  voldoende woningen  in  het goedkope  segment  die  aantrekkelijk  kunnen  zijn  voor  jongeren. Ook  zijn  daar  de meeste voorzieningen gevestigd.  Om Velsen/IJmuiden tot een meer aantrekkelijke stad voor jongeren en studenten te maken is  de  aanwezigheid  van  onderwijsinstellingen  van  verschillende  niveau  van  belang.  Het aanbod  van  een  breed  scala  van  instellingen  voor  onderwijs  dat  past  bij  het  kennisrijk werken  is een belangrijke vestigingsfactor voor  jongeren/studenten. Het Maritiem College, waar studenten ook overnachten, is daarvan een goed voorbeeld. Dit concept kan navolging krijgen bij bedrijven. Misschien niet op de plek van het bedrijf zelf, maar wel  in Velsen. Bij werken  en  leren  is  wonen  nu  de  ontbrekende  schakel.  De  mogelijkheden  hiervoor  en wenselijkheid moet worden onderzocht samen met betrokken partijen.  Gezinnen Naast  jongeren  zijn  gezinnen  belangrijk  voor  de  stad.  Zij  zijn  drager  van  diverse voorzieningen.  Velsen  heeft  unieke  eigenschappen  die  beter  benut moeten  worden  om aantrekkelijk  te  zijn  als  plek  om  te wonen  voor  deze  doelgroep.  Te  denken  valt  aan  de relatief  goedkope  woningvoorraad,  de  nabijheid  van  strand  en  duinen,  voldoende recreatiemogelijkheden en de goede en snelle bereikbaarheid van Haarlem en Amsterdam vanuit Velsen. Alleen het aanbieden van geschikte woonruimte zal niet voldoende zijn om dit type jonge huishoudens te behouden en naar Velsen te trekken.  Voor gezinnen die in een groen woonmilieu willen wonen hebben de dorpen een voldoende divers  aanbod  aan  grondgebonden  eengezinswoningen.  Deze  woningen  zijn  echter  niet direct vrij beschikbaar. Doorstroming en natuurlijk verloop onder de huidige bevolking moet hier uitkomst bieden. Gezinnen die een meer stedelijk woonmilieu zoeken kunnen terecht in IJmuiden.  Zee‐  en  Duinwijk,  Oud‐IJmuiden  en  het  centrumgebied  zijn  voor  hen aantrekkelijke woonmilieus.  

10

Page 12: Woonvisie 2025

 Kenniswerkers Met  de  ontwikkeling  van  het  kennisrijk  werken  verwacht  Velsen  (internationale) kenniswerkers aan te trekken, waaronder expats (veelal hoog opgeleiden die tijdelijk in het buitenland verblijven voor zijn/haar werk). Dit is een nieuwe doelgroep voor Velsen. Wonen volgt in dit geval de economische ontwikkeling.  De  verwachting  is  dat  deze  doelgroep  niet  op  korte  termijn  een  grote  vlucht  neemt  in Velsen. We moeten er echter wel klaar voor zijn om de  juiste huisvesting te bieden als dit wel het geval is. Ontwikkeling van woningen kost immers tijd en de vraag naar woningen kan opkomen met de vestiging van bedrijven in Velsen.  Deels kan de huidige woningmarkt van Velsen voorzien  in huisvesting voor kenniswerkers. Verwachting  is dat deze groep qua diversiteit weinig  verschilt  van huidige bevolking. Niet alle werknemers van (internationale) bedrijven hebben immers topposities en topinkomens. Voor kenniswerkers uit de midden‐ en hogere inkomensklasse zijn ‐ naast het werk waarvoor zij naar Nederland komen  ‐ ook andere vestigingsfactoren van belang bij het kiezen van de verblijfplaats.  Te  denken  valt  aan  de  nabijheid  van  internationale  scholen  en/of grootstedelijke  voorzieningen  zoals  cultuur,  horeca  en  vermaak).  Velsen  kan  deze voorzieningen niet altijd bieden. Hier wordt  samenwerking gezocht  in de Metropoolregio. Velsen  kan  met  haar  diverse  woonmilieu  wel  een  prima  woonomgeving  bieden  aan (internationale) kenniswerkers. De dorpen hebben grondgebonden woningen, een versterkt en  vernieuwd  IJmuiden  een meer  stedelijke woonomgeving. Mogelijk  is  de  Kustvisie  een interessante woonomgeving voor deze doelgroep.  De huidige bedrijvigheid en maakindustrie  in Velsen  trekt  (nu ook al) werknemers uit het buitenland  van  alle  opleidingsniveau  aan.  Ook  voor  deze  groep  moet  Velsen  goede huisvesting bieden, dan wel voor een tijdelijk verblijf, dan wel permanent.  

  Ouderen Consequentie van het kabinetsbeleid ten aanzien van zorg en de inzet van de Visie op Velsen 2025  is dat ouderen  langer  zelfstandig  zullen wonen. De  relatief hoge verhuisgeneigdheid 

11

Page 13: Woonvisie 2025

van senioren in Velsen, zoals geconstateerd in het Woningmarkt‐ en woonwensenonderzoek 2009,  is  in tegenstelling tot de algemene tendens dat de huidige en toekomstige generatie ouderen minder actief zijn op de woningmarkt  (in  tegenstelling  tot andere activiteiten die deze groep ontplooit). Vraag  is hoe dit  in de huidige  (economische) omstandigheid  ligt  in Velsen. Minder activiteit op de woningmarkt betekent dat woningen die aantrekkelijk  zijn voor gezinnen, minder snel beschikbaar komen. De huidige bewoners zullen kritisch zijn als het gaat om verhuizing. De vraag naar woningen die geschikt  zijn voor  senioren overstijgt het aanbod en er zijn beperkte bouwmogelijkheden, zeker in de duindorpen.  Bewoners  met  een  ‐  verhoogde  kans  op  een  ‐  beperking  hebben  baat  bij  een levensloopgeschikte  of  nultredenwoning waar  zij  naar  toe  kunnen  verhuizen wanneer  de eigen woning niet  langer voldoet. Door nu  te  investeren  in deze woonvormen zijn op een later moment minder individuele woningaanpassingen nodig. In de dorpen wordt ingezet op afstemming van het woningbouwprogramma op de woonvraag van  senioren/ouderen. Dit draagt bij aan doorstroming op de lokale woningmarkt, zover mogelijk.  Dit aanbod  zal onvoldoende  zijn om  tegemoet  te  komen aan de  vraag uit de dorpen. Dit betekent dat een deel van de ouderen niet in de dorpen terecht kan als zij willen verhuizen (doorstromen). Het alternatief kan het aanbod van  levensloopgeschikte appartementen  in IJmuiden zijn, nabij (toekomstige) voorzieningen. In combinatie met een optimale spreiding van  de  welzijnsaccommodaties  over  de  gemeente  kan  IJmuiden  een  zeer  aantrekkelijke vestigingsplaats worden voor ouderen uit zowel IJmuiden zelf, als uit de kernen.  Intensieve zorgvragers Een groeiende groep mensen met een (intensieve) zorgvraag zal de komende jaren in een zo normaal mogelijke leefsituatie thuis zorg krijgen. Door minder huisvesting in zorginstellingen (extramuralisering) en meer in kleinschalige woonzorgeenheden te realiseren (deconcentratie), moet beter ingespeeld worden op de wensen van zorgvragers. Deze ontwikkeling vraagt een goede af stemming tussen de onderdelen wonen, welzijn en zorg. Een goed woon‐ en voorzieningenniveau vereist de implementatie van de Regionale Sociale Agenda in de woonvisie 2025.  3.2 Regio/groei Om  groeigemeente  te  zijn  moet  Velsen  haar  grenzen  openstellen  voor  instroom  van buitenaf. Met vaststelling van deze woonvisie wordt openstelling van de (huur)woningmarkt met de regio Zuid‐Kennemerland een feit. Volgende stap is verdere openstelling richting de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Een belangrijke regio vanuit economisch oogpunt, maar ook voor de groei van Velsen omdat in Velsen relatief voordelig kan worden gewoond. Naast openstelling van de huurmarkt  is ook van belang om op de koopmarkt  zo vrij mogelijk  te maken, bijvoorbeeld door aanpassing van de koopprijsgrens aan het niveau van omringende gemeenten.  De MRA  wordt  gezien  als  trekker  van  de  Nederlandse  economie  en  is  voor  behoud  en versterking  van  de  internationale  concurrentiepositie  van  groot  belang.  Eén  van  de remmende factoren op de internationale concurrentiekracht van de regio is de woningmarkt die op slot zit.  Vanuit economisch perspectief van de Metropoolregio  is het van belang aantrekkelijke en diverse woonmilieus te bieden. Uit een raming van het voormalig Ministerie van VROM van de verdeling van de kwalitatieve woonbehoefte  in de MRA (2008/2009) blijkt dat verreweg de  grootste  vraag  uitgaat  naar  groenstedelijke  en  centrumstedelijke woonmilieus.  Velsen 

12

Page 14: Woonvisie 2025

moet hier op inspelen door het benutten en versterken van haar bestaande eigenschappen en  realisatie  van  de  ambities  uit  de  Visie  op  Velsen  2025.  Velsen moet  zich  een  positie binnen  de  MRA  verwerven  als  aantrekkelijke  plek  om  te  wonen  met  verschillende woonmilieus en goede bereikbaarheid. Op die manier kan Velsen huishoudens van buiten aantrekken en kan Velsen groeien. De  concurrentie op dit vlak  in de MRA  is  logischerwijs groot, dus kansen moeten niet worden verspeeld.  3.3 Zorg Het uitgangspunt van deze woonvisie  is dat Velsen niet alleen een sterke en vernieuwende stad  is, maar ook een zorgzame stad. Een stad met extra aandacht voor de huisvesting van mensen  voor  wie  het  meedoen  in  de  samenleving  door  hun  fysieke  en/of  psychische gesteldheid wordt  geremd  en  bij wie  extra  aandacht  voor wonen  kan  bijdragen  aan  hun zelfredzaamheid.  De afstemming tussen wonen, welzijn en zorg vraagt om bijzondere aandacht vanwege het toenemend  aantal  senioren,  de  verwachte  afname  in  het  thuis  verzorgen  door mantelzorgers  en  de  extramuralisering  van  verzorgings‐  en  verpleeghuizen. Ook wanneer ouderen en andere kwetsbare burgers niet meer zelfstandig (kunnen) blijven wonen, wil een deel toch in een kleinschalige en vertrouwde omgeving worden gehuisvest. Met de (op korte termijn  in  te  voeren) hervorming  van de Algemene Wet Bijzondere  Ziektekosten  (AWBZ), waarbij delen van de AWBZ naar het gemeentelijk domein worden gedecentraliseerd, wordt hier  ook  op  aangestuurd.  Daarnaast  is  steeds  meer  sprake  van  nieuwe  kleinschalige woonvormen voor specifieke groepen, geïntegreerd  in de woonomgeving. Dit kan gaan om groepswonenprojecten of zelfstandige woonruimte. Velsen heeft de ambitie om vanuit het wonen de juiste woonproducten op de juiste plaats te leveren, zodanig dat voldoende zorg‐ en welzijnsvoorzieningen gegarandeerd zijn.  De  integrale  invulling  van  de  aspecten wonen, welzijn  en  zorg  kan  invulling  krijgen  in  de vorm van woonservicegebieden. De gemeente neemt hierbij de  regierol en samen met de zorg‐  en welzijnsaanbieders,  de  huisartsen,  verzekeraars  en  de woningcorporaties wordt gewerkt aan een optimale  invulling van nader  te benoemen woonservicegebieden. Hierbij moet deels worden uitgegaan van de bestaande stad en aanwezige voorzieningen. Hierbij is het  zaak  de  omstandigheden  zo  optimaal mogelijk  te maken  dat  ouderen  en  bijzondere doelgroepen midden in de samenleving kunnen (blijven) wonen.  Hierbij moet bedacht worden dat door de hervorming van de AWBZ en decentralisatie van taken  naar  gemeenten,  zoals  begeleiding,  ondersteuning  en  verzorging  van  zogenaamde bijzondere  doelgroepen,  minder  budget  beschikbaar  zal  zijn  dan  thans  via  het  Rijk beschikbaar wordt  gesteld. Diverse  vormen  van  begeleid wonen  zoals wij  die  nu  kennen zullen onder druk komen te staan.  Velsen  ziet  het  als  haar  taak  om  te  zorgen  voor  voldoende  afstemming met  en  tussen betrokken (zorg)partijen en integrale aanpak van de effecten die zich gaan voordoen met de implementatie van bovenstaande ontwikkelingen. Onder andere de verwachtte leegloop van bestaande  verzorgings‐  en  verpleeghuizen. Daarnaast moet  Velsen  voorbereid  zijn  op  de tendens van  langer zelfstandig wonen. Bijvoorbeeld door hier extra aandacht aan te geven bij nieuwbouwprojecten.  

13

Page 15: Woonvisie 2025

3.4 Doelstellingen  Doelgroepen 1. Toewijzingsbeleid  op  doelgroepen  ten  aanzien  van  woonruimteverdeling  van  sociale 

huurwoningen. 2. Faciliteren huisvesting (internationale) kenniswerkers. 3. Voldoende  kans  om  zo  lang  mogelijk  zelfstandig  te  functioneren  in  bij  voorkeur 

(aangepaste)  zelfstandige  woningen  of  andere  (beschermde)  woonvormen  met voldoende  ondersteuning  en  voorzieningen  in  de  nabijheid.  Bijvoorbeeld  door levensloopgeschikte  woningen,  nultredenwoningen,  generatiewoningen  en woonservicegebieden rond accommodaties.  

4. Het vertalen van de vraag naar stedelijke woonvormen van verschillende doelgroepen in de centrumstedelijke setting, bijvoorbeeld met een experiment met een woonvorm voor gezinnen die stedelijk willen wonen en minder waarde hechten aan een (klassieke) tuin. 

5. Het woningbouwprogramma in de dorpskernen afstemmen op de behoefte van ouderen om doorstroming te bewerkstelligen. 

6. De  zorgvraag en het aanbod  (beter)  in kaart willen brengen, en  samenwerking  tussen partijen stimuleren. 

 Regio/groei 7. Bekendheid in de MRA als aantrekkelijke plek om te wonen. 8. Marketing  en  promotie  van  het  wonen  in  Velsen,  waarbij  doelgroepen  worden 

gekoppeld aan verschillende woonmilieus. 9. Vrij woonverkeer binnen de MRA ten behoeve van groei van Velsen.  Onderzoek 10. Woningmarkt‐ en woonwensenonderzoek (wordt uitgevoerd tweede helft 2013) 11. Onderzoek  naar  versterking  in  het  samenspel  tussen  jongeren,  onderwijs,  het 

bedrijfsleven en wonen 12. Onderzoek naar woningbemiddeling, woonwensen en woonkansen van (internationale) 

kenniswerkers in Velsen en/of de regio.  

 

14

Page 16: Woonvisie 2025

 

4

15

Page 17: Woonvisie 2025

Thema Stad  Om Velsen als aantrekkelijke stad om te wonen te kunnen etaleren zal de vernieuwing van met name  IJmuiden stevig  ter hand genomen moeten worden en zal Velsen zich meer met haar (bestaande) kwaliteiten moeten profileren en daar in moeten blijven investeren.   4.1 Woningmarkt De koopwoningmarkt verandert  langzaam van een aanbiedersmarkt naar een vragersmarkt en naar verwachting zal de vraag naar huurwoningen in het middeldure segment toenemen. Deze  verandering  vraagt  om  kwaliteit,  kwaliteit  en  nog  eens  kwaliteit.  Velsen moet  zich kunnen profileren, zowel qua woningaanbod, stedenbouwkundige verschijningsvorm als qua woonsfeer. Velsen moet zich de komende jaren hoofdzakelijk richten op het stedelijk wonen in  stedelijke  woonmilieus  voor  de  genoemde  stedelijk  georiënteerde  huishoudens.  Dit betekent  intensiveren  (hoogbouw,  hogere  dichtheden)  en  optimaliseren  van  stedelijke woningtypes  en woonmilieus  in  Velsen  en  versterking  van  het  reeds  aanwezige  gewilde woonmilieu  in  de  dorpen.  In  IJmuiden  moet  de  kwalitatief  mindere  en  te  grote (huur)woningvoorraad  worden  vernieuwd,  gedifferentieerd  en  daarbij  gelijk  meer verstedelijken en de woonomgeving versterken. De mogelijkheden van wonen aan het water moeten waar mogelijk worden benut.  Op basis van het strategisch voorraadbeleid van de woningcorporaties uit 2011, momenteel aan herijking onderhevig vanwege de crisis en het kabinetsbeleid, en een raming van aantal woningen op locaties uit de Structuurvisie Velsen 2015 agenderen wij:  de verbetering van 1.455 bestaande huurwoningen van de woningcorporaties, en  het toevoegen van 1.535 nieuwe woningen.  Woonmilieus Zoals  in  2.2  al  opgemerkt  is  Velsen  grofweg  opgebouwd  uit  drie  woonmilieus: centrumstedelijk  en  groenstedelijk  in  IJmuiden  en  Velserbroek  en  landelijk/dorps  in  de andere kernen. Opgave  is om deze woonmilieus te versterken en meer differentiatie  in het woningaanbod  aan  te  brengen.  De  prioriteit  ligt  bij  de  milieus  die  het  meest  moeten veranderen willen zij aantrekkelijk zijn en blijven.  In de ene wijk of kern zal meer moeten veranderen dan in de andere.  Prioriteit  ligt  bij  de  opgave  in  het  centrumgebied  van  IJmuiden.  Hier  ligt  de centrumstedelijke  opgave.  Door  sloop/nieuwbouw  kan  in  hogere  dichtheden  worden gebouwd (verdichting)  in combinatie met het toevoegen van de nodige voorzieningen (ICT‐opgave:  intensiveren,  combineren,  transformeren;  bijvoorbeeld  winkelvoorzieningen, horeca,  zorgvoorzieningen).  De  vernieuwing  van  Oud‐IJmuiden,  Zee‐  en  Duinwijk  en Stadspark moet voor 2020 zijn afgerond.  Nieuwbouw  in  stedelijke woonmilieus  betreft  voor  een  groot  deel  een  vervangingsvraag: woningen van  lage kwaliteit onttrekken en woningen van een hogere kwaliteit  toevoegen. Toevoegen  van  variatie,  kwantiteit  en  kwaliteit  via  transformatie  en  vernieuwing (herstructurering) is voor dit deel van IJmuiden dus dé opgave.  Een bijzonder stedelijk woonmilieu moet worden ontwikkeld aan de kust. Met Oud‐IJmuiden en de Kustvisie kan Velsen en IJmuiden zich onderscheiden in de Metropoolregio.  

16

Page 18: Woonvisie 2025

  In het groenstedelijke en  landelijk/dorpse woonmilieu  ligt de nadruk op het  ‘afronden’ van de kernen. Het gaat dan om  invullen van bouwlocaties naar het dorpse karakter, niet over verstedelijking en grootschalige uitbreiding. Driehuis en Velserbroek hebben in die zin meer bouwmogelijkheden dan de andere dorpskernen.  

  

17

Page 19: Woonvisie 2025

  Sociale huurvoorraad De omvang van de kernvoorraad kan worden verminderd en de samenstelling meer divers worden  gemaakt  (kernvoorraad netto huurprijs €  681,02 prijspeil 2013;  grens  vastgesteld door  Europese  Commissie).  De  primaire  doelgroep  is  immers  niet  homogeen.  De vernieuwing  in de  sociale  sector dient dan ook  vooral  als  kwalitatieve  vervanging  van de huidige voorraad en beoogt een betere balans van het aanbod in de sociale sector.  De vernieuwing/verandering van de huurvoorraad en aanpassing van de kernvoorraad wordt bereikt  door  sloop/nieuwbouw,  verkoop  van  bestaande  huurwoningen  door  de woningcorporaties en wijziging van de opbouw van huurprijzen  in de bestaande voorraad. Bij  verkoop  van huurwoningen  kunnen  in de huidige  tijd mengvormen  van huur  en  koop (bijvoorbeeld maatschappelijk gebonden eigendom) uitkomst bieden.  Markthuur en koop Voor doelgroepen die niet in aanmerking komen voor de sociale huurvoorraad moet aanbod beschikbaar  komen  boven  de  sociale  huurgrens,  in  de  huur‐  en  (betaalbare)  koopsector. Middeninkomens  en  (tijdelijke)  (internationale)  kenniswerkers  kunnen  met  dit  aanbod worden  gefaciliteerd.  Beleggende  partijen  en  ontwikkelaars  kunnen  in  dit  segment nieuwbouw  aanbieden.  Op  dit  moment  tonen  beleggers  weinig  animo  buiten  de  grote steden.  Woningcorporaties  kunnen  hun  bezit  liberaliseren.  Hierdoor  komt  er  ook  meer differentiatie op de huurmarkt in Velsen.  Woonkwaliteit Woonkwaliteit betreft de woning zelf en de woonomgeving. De  totale woonbeleving raakt natuurlijk  ook  aan  thema’s  als  economie  (werk),  duurzaamheid,  milieu,  bereikbaarheid, parkeren,  cultuur,  recreatie,  zorg,  veiligheid  en  sociaal  beheer.  Het  totaalbeeld  bepaalt uiteindelijk de woonsfeer van een bepaald gebied in de stad. Velsen kan bij ontwikkeling als stad om te wonen niet om milieutechnische aspecten heen als het gaat om leefkwaliteit en veiligheid.  Ontmoetingsplekken,  zowel  in  de  openbare  ruimte  als  in  de  sfeer  van voorzieningen  (buurthuis, winkelcentrum,  sportcentrum,  etc.)  en bijvoorbeeld  kunst  in de openbare  ruimte of op gebouwen  zijn hierbij  relevant. Belangrijke aandachtspunten  in de openbare ruimte zijn het parkeren en de verkeerssituaties. Goede en betaalbare oplossingen voor  parkeren  vormen  een  belangrijke  voorwaarde, willen mensen  kiezen  voor  stedelijk wonen.  Een  goede  bereikbaarheid/ontsluiting  is  essentieel  voor  Velsen  om  zich  in  de 

18

Page 20: Woonvisie 2025

Metropoolregio als aantrekkelijke plek om te wonen te presenteren; om mensen van buiten de gemeente voor Velsen te interesseren.  Sociale en  fysieke veiligheid  is een belangrijk kwaliteitsaspect voor de woonomgeving. Om dit te bevorderen streeft Velsen naar het Woonkeur certificaat bij nieuwbouw. Een woning met WoonKeur kent een hoog niveau aan gebruikskwaliteit,  inbraakwerendheid en sociale veiligheid, toegankelijkheid en flexibiliteit en aanpasbaarheid. Met betrokken partijen wordt onderzocht in hoeverre dit wordt ingezet.  In IJmuiden en Velsen‐Noord zijn wij gezien de huidige opbouw van de woningvoorraad zeer terughoudend met het toevoegen van kleine woningen (woonoppervlak minder dan 80m2). In de andere kernen is hier, gerelateerd aan de marktvraag, meer ruimte voor. Dit betekent niet dat er helemaal geen ruimte is in de markt voor nieuwbouw in dit segment in IJmuiden en Velsen‐Noord. Enerzijds om doelgroepen te bedienen die wij in Velsen willen aantrekken, zoals  studenten  en  (tijdelijke)  (internationale)  kenniswerkers. Anderzijds  om  tegemoet  te komen aan de woonvraag van ouderen en deze groep zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen. Kwaliteit, nabijheid van voorzieningen en mogelijk aanbod van een zorgpakket zijn  hierbij  belangrijke  vestigingsfactoren.  Dat  is  dan  ook  voorwaarde  voor  een woonprogramma met kleine woningen in deze kernen.  Het binnenstedelijk bouwen  in  IJmuiden betekent een keuze voor  stedelijke woningtypes. Variëteit daarin  staat voorop. Dit betekent minder  traditionele woningen bouwen  in hoge dichtheden  met  behoud  van  uitstraling  en  (stedelijke)  allure.  Het  betekent  ook appartementen in meer variëteit bouwen en vooral woningen die de wederopbouwperiode definitief  achter  zich  laten.  Grondgebonden  stadswoningen  kenmerken  zich  door  hun compacte bouw, een  relatief kleine privé buitenruimte of een gezamenlijke semiopenbare ruimte. De kwaliteit van de stedelijke openbare ruimte is dan essentieel.  

     

19

Page 21: Woonvisie 2025

4.2 Duurzaamheid Vanuit milieuoverwegingen, maar ook uit een oogpunt van betaalbaarheid is aandacht voor de duurzame  stad van belang. Energieverslindende woningen passen niet bij dit beeld, en ook niet bij een stijgende energieprijs. Verwacht wordt dat nog voor 2020 de energiekosten het grootste deel van de woonlasten zullen beslaan.  ‘Kennisrijk werken in Velsen’ zet zwaar in op ontwikkelingen die te maken hebben met wind‐ en waterenergie en duurzaamheid. Dat heeft consequenties voor de gebouwde omgeving. De nieuw aan  te  trekken doelgroepen kenniswerkers en studenten die verbonden zijn aan deze  onderzoeksinstituten  zullen,  naar  verwachting,  ook  duurzaamheidseisen  stellen  aan hun woning.  De ambities op het gebied van duurzaam bouwen moeten uiteindelijk door de (ver)bouwers en  eigenaren worden  gerealiseerd. Velsen  intensiveert  daarom  de  samenwerking met  de woningcorporaties, projectontwikkelaars en bewoners met (ver)bouwplannen. De gemeente zal bouwaanvragen toetsen aan eisen voor duurzaam bouwen en bij nieuwbouw anticiperen op  het  energieneutraal  bouwen  in  2020. Wij  streven  naar  een  lagere  EPC  dan wettelijk voorgeschreven.  De grootste besparing  is mogelijk  in de bestaande woningvoorraad. Met een gezamenlijke aanpak  van  bewoners,  woningcorporaties/overige  verhuurders,  bouwers/installateurs, banken en onderwijs verwachten wij het grootste resultaat te bereiken.  Daarnaast dient voldoende groen in de stad meerdere doelen: groen biedt gelegenheid om te  recreëren,  filtert  fijnstof  en  zorgt  er  ook  voor  dat  er  dieren  in  de  stad  kunnen  leven. Tevens is dit een belangrijk kwaliteitsaspect in de stedelijke omgeving. Daarom hanteert de gemeente  als  randvoorwaarde  bij  woningbouw  dat  er  voldoende  (kwantitatief  en kwalitatief) groen in het plan aanwezig is, passend bij het heersende woonmilieu.  Naast directe maatregelen  in de  fysieke omgeving  is het noodzakelijk om de mensen  in de woning  zuiniger  met  de  energie  te  laten  omgaan  en  bewust  te  maken  van  mogelijke besparende maatregelen. Bewustwording blijft belangrijk. 

20

Page 22: Woonvisie 2025

4.3 Doelstellingen  Woonmilieus 13. Versterking  van  de  bestaande  woonmilieus  in  Velsen,  te  weten  centrumstedelijk, 

groenstedelijk en landelijk/dorps. 14. Een  grotere  variatie  aan  stedelijk  verdichte  woonmilieus  in  IJmuiden  met  daarin 

verschillende  stedelijke woonsferen,  die  aansluiten  op  de woonwensen  van  stedelijk georiënteerde huishoudens. 

15. Een stad met voorzieningen die passen bij de (nieuwe) woonmilieus en woonsferen. 16. Een stad met hoogwaardige en functionele openbare ruimte, met daarin een accent op 

groenkwaliteit. 17. Een  grotere  verscheidenheid  aan  woningtypes  tussen  grondgebonden  woningen  en 

appartementen, aan eigendomsvormen en aan aangepaste woningen.  Woningvoorraad 18. De omvang van de kernvoorraad wordt afgestemd op de omvang van de doelgroep die 

voortvloeit uit de Europese regelgeving. 19. Via nieuwbouw en herstructurering de omvang van de kernvoorraad aanpassen naar de 

gewenste behoefte. 20. De kernvoorraad divers samenstellen naar woningtype en huurprijs om de veranderende 

woonbehoefte te faciliteren en keuzevrijheid te bieden zodat doorstroming mogelijk is. 21. Meer  geschikt  aanbod  voor  middeninkomens  in  de  koop‐  en  huursector  door 

nieuwbouw en liberalisatie van de bestaande sociale huurvoorraad.  Duurzaamheid 22. Velsen schoon en zuinig. 23. Verduurzaming van bestaande omgeving. 24. Klimaatneutrale nieuwbouw.  

 

21

Page 23: Woonvisie 2025

5 Thema Partnerschap  Samen werken aan een aantrekkelijke stad.   De gemeente beschouwt deze woonvisie als een oproep aan de partners om gezamenlijk de woonvisie uit te voeren. Het  is niet meer vanzelfsprekend dat alleen de gemeente de regie voert  op  alle  aan  het wonen  gerelateerde  onderwerpen. Het  gemeentebestuur  heeft  op grond  van  hogere  regelgeving  of  op  basis  van  een  autonome  politieke  taakstelling  de verantwoordelijkheid  voor de  totstandkoming  van beleid, maar  is  voor de beleidsvorming afhankelijk van de medewerking van één of meer partijen. Op sommige vlakken zullen we nauw samenwerken, bij andere laten we het initiatief over aan anderen en denken we mee.  

  De woningcorporaties zijn heel belangrijke partijen voor de gemeente, vanwege het grote aantal woningen dat zij  in Velsen bezitten en de doelgroep die zij bedienen. De woningen bevinden  zich veelal  in de gebieden waar de gemeente ambities heeft. Afspraken met de woningcorporaties over de onderwerpen uit deze woonvisie zijn dan ook van groot belang. De  woningcorporaties  hebben  aangegeven  zich  tot  de  zomer  2013  te  bezinnen  op  hun strategisch  voorraadbeleid  vanwege  de  recente  Rijksmaatregelen.  Vervolgens  kunnen gemeente  en  corporaties  weer  afspraken  maken  over  het  investeringsbeleid  voor  de komende jaren.   Voor  de  ontwikkeling  van  andere  locaties  is  de  gemeente  hoofdzakelijk  afhankelijk  van ontwikkelende partijen en beleggende partijen. Deze partijen kunnen ook een rol spelen bij herstructurering  als  zij  in  zee  gaan  met  de  woningcorporaties  voor  ontwikkeling  of  bij overname  van  complexen  (bijvoorbeeld  door  een  belegger).  De  banken  zijn  echter nauwelijks  nog  bereid  om  (afzet)risico’s  te  financieren,  waardoor  commerciële ontwikkelingen alleen kleinschalig en sterk ‘vraaggestuurd’ kunnen worden opgepakt.  5.1 Beperkte financiële slagkracht De  inkomsten  uit  zowel  het  Gemeentefonds  als  de  eigen  inkomsten  (bijvoorbeeld  op grondexploitaties en bouwleges) dalen. Dit betekent dat we scherpe keuzes moeten maken, selectief zijn in de dingen die we doen, meer dan ooit anderen nodig hebben om ons beleid uit te voeren en meer moeten overlaten aan onze inwoners.  

22

Page 24: Woonvisie 2025

 Niet  alleen  gemeenten, maar  ook  andere  partijen  hebben  te maken met  een  beperktere financiële  slagkracht. Wij  vinden dit  aanleiding om de  juiste  samenwerking  te  zoeken om kansen die zich voordoen te zien en te benutten. Meer aandacht voor kwaliteit in plaats van kwantiteit, het ondersteunen  van bewonersinitiatieven, het maken  van werkafspraken  en het – gezamenlijk – benutten van externe financiële bronnen.   5.2 Rol van de gemeente  Bij ontwikkelingen worden eindgebruikers steeds belangrijker. Marktpartijen gaan sneller op zoek  naar  kopers  en/of  huurders  en  er  komt  meer  ruimte  voor  kleinschalig opdrachtgeverschap. De  rol die de gemeente  voor  zichzelf  ziet bij de uitvoering  van deze woonvisie verschilt per thema. Bovenal wil de gemeente stimuleren en verbinden.   Voorbeelden: 

Sturen:  sturen  op  aantallen  en  kwaliteit  in  de  nieuwbouw  via  het  stellen  van randvoorwaarden en uitgeven van gronden. 

Faciliteren: we willen dat er meer consumentgericht wordt gebouwd. Dit doen we samen met toekomstige bewoners, ontwikkelaars, corporaties, bouwers, architecten, makelaars en banken. 

Stimuleren:  de  gemeente wil  verbetermaatregelen  in  de  bestaande  bouw  stimuleren, bijvoorbeeld op kwaliteit en/of duurzaamheid. 

Samenwerken/verbinden:  door  samenwerking  tussen  partijen  kunnen  interessante pakketten  worden  ontwikkeld  voor  bijvoorbeeld  energetisch  renoveren,  ‘opplussen’ en/of  particuliere  woningverbetering.  Maar  ook  open  staan  voor  nieuwe samenwerkingsvormen  voor  gebiedsontwikkeling,  waarbij  met  name  de  rol‐  en risicoverdeling  maatgevoerd  wordt  toegepast,  aansluitend  bij  de  mogelijkheden  en ambities van betrokken partijen. 

Toetsen:  controleren  of  bouwaanvragen  voldoen  aan  de  gemaakte  afspraken  en beleidsdoelstellingen. 

Gebiedsgericht investeren: prioriteit stellen en keuzes maken vanuit een gebiedsgerichte gedachte. 

Ruimte bieden voor innovatieve oplossingen om haalbare plannen te maken. 

Promotie van Velsen als aantrekkelijke plek om te wonen.  Procesafspraken  Voor de gezamenlijke uitvoering van deze woonvisie  is nodig dat partijen elkaar kennen en informatie met elkaar delen:  

Op basis van deze woonvisie maken de gemeente en de woningcorporaties afspraken. 

Minimaal  eens  per  kwartaal  is  er  een  bestuurlijk  overleg  tussen  de  gemeente  en woningcorporaties. 

Eenmaal  per  jaar  wordt  er  een  netwerkbijeenkomst  georganiseerd,  waarvoor  de gemeente gericht partijen uitnodigt die zich bezig houden met het wonen. 

Als er onderzoeken worden uitgevoerd, wordt dit  zoveel mogelijk gezamenlijk gedaan, zodat  alle  partijen  beschikken  over  de  resultaten,  dezelfde  definities  hanteren  en  de kosten worden gedeeld. 

Er  is minimaal  twee maal per  jaar bestuurlijk overleg  tussen gemeente, zorgpartijen en verhuurders over ‘wonen, welzijn, zorg’.  

    

23

Page 25: Woonvisie 2025

Stimuleringsmaatregelen Om  de  nieuwbouw  bereikbaar  te  maken  voor  een  bredere  doelgroep  en  de  bouw  te stimuleren  kunnen  verschillende  (financiële)  stimuleringsmaatregelen  worden  toegepast door de gemeente (niet uitputtend): 

Startersleningen:  de  gemeente  kan  koopstarters  ondersteunen  via  een  vorm  van starterslening (particulier of aan de bouwer). 

Duurzaamheidslening:  de  gemeente  kan  eigenaren  ondersteunen  bij  het  treffen  van energiebesparende maatregelen. 

Verkoopconstructies  onder  voorwaarden:  een  andere  mogelijkheid  om investeringscapaciteit  voor  de  woningmarkt  te  mobiliseren  is  het  uitbreiden  van verkoopconstructies  ‘onder  voorwaarden’  als mogelijkheid  om  eigen woningbezit met een beperkt risico mogelijk te maken voor midden en lagere inkomensgroepen. 

Kleinschalig  opdrachtgeverschap:  realisatie  van  een  bouwplan  met  zoveel  mogelijk zeggenschap en  invloed vanuit de toekomstige gebruikers. Hierbij wordt met energie en tijd van de toekomstige bewoner extra kwaliteit mogelijk maakt. 

Voorfinanciering: zolang vooral de  (voor)financiering van woningbouw het belangrijkste probleem is om tot ontwikkeling te komen, kan de gemeente overwegen om hier een rol in  te  spelen. Het  aantrekken  van  financiering  door  gemeenten  is  relatief makkelijk  en goedkoop. 

Erfpacht:  een  alternatief  is  het  aanbieden  van  grond  in  erfpacht.  Dit  helpt  eerder  de investeerder dan de koper: de grondkosten worden overgeheveld van de investering naar de exploitatie en kan daarmee de aan te trekken financiering verlichten. 

Grondprijzen:  de  daling  van  VON‐prijzen  zetten  ook  de  grondprijzen  onder  druk.  De gemeente kan haar eigen grondprijsbeleid aanpassen met als uitgangspunt de residuele grondwaarde. 

 5.3 Doelstelling 25. Stimuleren en verbinden  

24

Page 26: Woonvisie 2025

25

Samen werken aan een aantrekkelijke stad 

Veranderopgaven 

Bewoners Velsen profileert zich nadrukkelijk als 

groeigemeente. De economische ontwikkeling is leidend en trekt (internationale) 

kenniswerkers en studenten aan. In hun woonvraag moet kunnen worden voorzien. 

Het is deze nieuwe instroom van (internationale) kenniswerkers en studenten 

die de groei en bloei van IJmuiden als belangrijkste voorzieningencentrum in Velsen mogelijk moet maken. De andere kernen 

moeten hun eigen dorpse karakter behouden. 

Stad Om Velsen als aantrekkelijke stad om te 

wonen te kunnen etaleren zal de vernieuwing van met name IJmuiden stevig ter hand genomen moeten 

worden en zal Velsen zich meer met haar (bestaande) kwaliteiten moeten 

profileren en daar in moeten blijven investeren. 

Partnerschap Samen werken aan een aantrekkelijke stad. 

Doelstellingen 

1. Toewijzingsbeleid op doelgroepen ten aanzien van woonruimteverdeling van sociale huurwoningen. 

2. Faciliteren huisvesting (internationale) kenniswerkers. 

3. Voldoende kans om zo lang mogelijk zelfstandig te functioneren in bij voorkeur (aangepaste) zelfstandige woningen of andere (beschermde) woonvormen met voldoende ondersteuning en voorzieningen in de nabijheid. Bijvoorbeeld door levensloopgeschikte woningen, nultredenwoningen, generatiewoningen en woonservicegebieden rond accommodaties.  

4. Het vertalen van de vraag naar stedelijke woonvormen van verschillende doelgroepen in de centrumstedelijke setting, bijvoorbeeld met een experiment met een woonvorm voor gezinnen die stedelijk willen wonen en minder waarde hechten aan een (klassieke) tuin. 

5. Het woningbouwprogramma in de dorpskernen afstemmen op de behoefte van ouderen om doorstroming te bewerkstelligen. 

6. De zorgvraag en het aanbod (beter) in kaart willen brengen, en samenwerking tussen partijen stimuleren. 

7. Bekendheid in de MRA als aantrekkelijke plek om te wonen. 

8. Marketing en promotie van het wonen in Velsen, waarbij doelgroepen worden gekoppeld aan verschillende woonmilieus. 

9. Vrij woonverkeer binnen de MRA ten behoeve van groei van Velsen. 

10. Woningmarkt‐ en woonwensenonderzoek (wordt uitgevoerd tweede helft 2013) 

11. Onderzoek naar versterking in het samenspel tussen jongeren, onderwijs, het bedrijfsleven en wonen 

12. Onderzoek naar woningbemiddeling, woonwensen en woonkansen van (internationale) kenniswerkers in Velsen en/of de regio. 

13. Versterking van de bestaande woonmilieus in Velsen, te weten centrumstedelijk, groenstedelijk en landelijk/dorps. 

14. Een grotere variatie aan stedelijk verdichte woonmilieus in IJmuiden met daarin verschillende stedelijke woonsferen, die aansluiten op de woonwensen van stedelijk georiënteerde huishoudens. 

15. Een stad met voorzieningen die passen bij de (nieuwe) woonmilieus en woonsferen. 

16. Een stad met hoogwaardige en functionele openbare ruimte, met daarin een accent op groenkwaliteit. 

17. Een grotere verscheidenheid aan woningtypes tussen grondgebonden woningen en appartementen, aan eigendomsvormen en aan aangepaste woningen. 

18. De omvang van de kernvoorraad wordt afgestemd op de omvang van de doelgroep die voortvloeit uit de Europese regelgeving. 

19. Via nieuwbouw en herstructurering de omvang van de kernvoorraad aanpassen naar de gewenste behoefte. 

20. De kernvoorraad divers samenstellen naar woningtype en huurprijs om de veranderende woonbehoefte te faciliteren en keuzevrijheid te bieden zodat doorstroming mogelijk is. 

21. Meer geschikt aanbod voor middeninkomens in de koop‐ en huursector door nieuwbouw en liberalisatie van de bestaande sociale huurvoorraad. 

22. Velsen schoon en zuinig. 23. Verduurzaming van bestaande 

omgeving. 24. Klimaatneutrale nieuwbouw.  

25. Stimuleren en verbinden  

 

Page 27: Woonvisie 2025

  

IJmuiden  Velsen‐Noord  Driehuis / Velsen‐Zuid  Santpoort‐Noord  Santpoort‐Zuid  Velserbroek 

Woonmilieu huidig   

centrumstedelijk groenstedelijk 

landelijk/dorps groenstedelijk 

landelijk/dorps  

landelijk/dorps  

landelijk/dorps  

groenstedelijk 

Woningvoorraad huidig     

gelijke mix van eengezinswoningen en meergezinswoningen gelijke mix van koop en huur goedkope voorraad in huur en koop 

gelijke mix van eengezinswoningen en meergezinswoningen mix met iets minder koop dan huur goedkope voorraad in huur en koop 

voornamelijk eengezinswoningen voornamelijk koop dure voorraad 

voornamelijk eengezinswoningen voornamelijk koop middeldure voorraad 

voornamelijk eengezinswoningen mix met aanzienlijk meer koop dure voorraad 

voornamelijk eengezinswoningen mix met aanzienlijk meer koop middeldure voorraad 

Bevolking huidig   

gemiddeld vergrijst  weinig vergrijst, neemt iets toe  meest vergrijsde wijk, vergrijzing neemt toe 

vergrijzing neemt sterk toe  wordt een van de meest vergrijsde wijken 

jonge wijk 

Doelgroepen 2025     

jongeren/studenten jonge gezinnen expats/kenniswerkers ouderen 

jongeren/studenten jonge gezinnen 

jonge gezinnen expats/kenniswerkers ouderen 

jonge gezinnen expats/kenniswerkers ouderen 

jonge gezinnen expats/kenniswerkers ouderen 

jongeren/studenten jonge gezinnen ouderen 

Ontwikkeling woningvoorraad     

verstedelijking groei herstructurering uitleglocaties 

dorps herstructurering uitleglocaties 

dorps doorstroming uitleglocaties 

dorps doorstroming uitleglocaties 

dorps doorstroming uitleglocaties 

dorps doorstroming groei uitleglocaties 

Zorg    

particulier collectief woonservicegebieden 

particulier woonservicegebieden 

particulier  

particulier  

particulier  

particulier collectief woonservicegebieden 

Duurzaamheid   

particulier collectief 

particulier collectief 

particulier  

particulier  

particulier  

particulier collectief 

Partijen     

gemeente woningcorporaties beleggers ontwikkelaars 

gemeente woningcorporaties  

beleggers ontwikkelaars 

beleggers ontwikkelaars 

beleggers ontwikkelaars 

gemeente woningcorporaties beleggers ontwikkelaars 

Page 28: Woonvisie 2025

   

IJmuiden  Velsen‐Noord  Driehuis / Velsen‐Zuid  Santpoort‐Noord  Santpoort‐Zuid  Velserbroek 

1. Toewijzingsbeleid op doelgroepen ten aanzien van woonruimteverdeling van sociale huurwoningen. 

X  X        X 

2. Faciliteren huisvesting (internationale) kenniswerkers.  

X  X  X  X  X  X 

3. Voldoende kans om zo lang mogelijk zelfstandig te functioneren in bij voorkeur (aangepaste) zelfstandige woningen of andere (beschermde) woonvormen met voldoende ondersteuning en voorzieningen in de nabijheid. Bijvoorbeeld door levensloopgeschikte woningen, nultredenwoningen, generatiewoningen en woonservicegebieden rond accommodaties. 

X  X  X  X  X  X 

4. Het vertalen van de vraag naar stedelijke woonvormen van verschillende doelgroepen in de centrumstedelijke setting, bijvoorbeeld met een experiment met een woonvorm voor gezinnen die stedelijk willen wonen en minder waarde hechten aan een (klassieke) tuin. 

X           

5. Het woningbouwprogramma in de dorpskernen afstemmen op de behoefte van ouderen om doorstroming te bewerkstelligen. 

       X  X  X

6. De zorgvraag en het aanbod (beter) in kaart willen brengen, en samenwerking tussen partijen stimuleren. 

X  X  X  X  X  X 

7. Bekendheid in de MRA als aantrekkelijke plek om te wonen.  

X  X  X  X  X  X 

8. Marketing en promotie van het wonen in Velsen, waarbij doelgroepen worden gekoppeld aan verschillende woonmilieus. 

X  X  X  X  X  X 

9. Vrij woonverkeer binnen de MRA ten behoeve van groei van Velsen. 

X  X  X  X  X  X 

10. Woningmarkt‐ en woonwensenonderzoek (wordt uitgevoerd tweede helft 2013) 

X  X  X  X  X  X 

11. Onderzoek naar versterking in het samenspel tussen jongeren, onderwijs, het bedrijfsleven en wonen 

X  X         

12. Onderzoek naar woningbemiddeling, woonwensen en woonkansen van (internationale) kenniswerkers in Velsen en/of de regio. 

X  X  X  X  X  X 

13. Versterking van de bestaande woonmilieus in Velsen, te weten centrumstedelijk, groenstedelijk en landelijk/dorps. 

X  X  X  X  X  X 

14. Een grotere variatie aan stedelijk verdichte woonmilieus in IJmuiden met daarin verschillende stedelijke woonsferen, die aansluiten op de woonwensen van stedelijk georiënteerde huishoudens. 

X           

15. Een stad met voorzieningen die passen bij de (nieuwe) woonmilieus en woonsferen. 

X  X  X  X  X  X 

16. Een stad met hoogwaardige en functionele openbare ruimte, met daarin een accent op groenkwaliteit. 

X  X        X 

17. Een grotere verscheidenheid aan woningtypes tussen grondgebonden woningen en appartementen, aan eigendomsvormen en aan aangepaste woningen. 

X  X        X 

18. De omvang van de kernvoorraad wordt afgestemd op de omvang van de doelgroep die voortvloeit uit de Europese regelgeving. 

X  X        X 

19. Via nieuwbouw en herstructurering de omvang van de kernvoorraad aanpassen naar de gewenste behoefte. 

X  X         

20. De kernvoorraad divers samenstellen naar woningtype en huurprijs om de veranderende woonbehoefte te faciliteren en keuzevrijheid te bieden zodat doorstroming mogelijk is. 

X  X        X 

21. Meer geschikt aanbod voor middeninkomens in de koop‐ en huursector door nieuwbouw en liberalisatie van de bestaande sociale huurvoorraad. 

X  X        X 

22. Velsen schoon en zuinig.  

X  X  X  X  X  X 

23. Verduurzaming van bestaande omgeving.  

X  X  X  X  X  X 

24. Klimaatneutrale nieuwbouw.  

X  X  X  X  X  X 

25. Stimuleren en verbinden  

X  X  X  X  X  X 

Page 29: Woonvisie 2025

Woonvisie 2025 bijlage achtergrondrapport

Page 30: Woonvisie 2025

     

Woonvisie 2025: bijlage achtergrondrapport  

  1 Inleiding               2  2 Proces                3  3 Context                4 3.1 Economische ontwikkelingen          4 3.2 De woningmarkt            4 3.3 Regeerakkoord Rutte II en Woonakkoord      5 3.4 De toekomst van de woningmarkt        6 3.5 Situatie Velsen              7 3.6 Verwachtingen, scenario          9 3.7 Beschrijving huidige situatie          12 3.8 Woningmarkt‐ en woonwensenonderzoek 2009    17 3.9 Woonvisie 2015: evaluatie doelstellingen      19  4 Regio                21 4.1 Metropoolregio Amsterdam          21 4.2 Huisvestingswet            21 4.3 Provinciale woonvisie en Regionaal Actieprogramma    21  5 Wonen en Zorg              24  6 Woonkwaliteit              26 6.1 Woonmilieus              26 6.2 Woonkeur, veiligheid            27 6.3 Kleine woningen            28 6.4 Programma en prijsklassen          30 6.5 Parkeren              32 6.6 Duurzaamheid              33  7 Stimuleringsmaatregelen          35  8 Burgerpanel              37   

1

Page 31: Woonvisie 2025

1 Inleiding   Dit achtergrondrapport maakt integraal onderdeel uit van de Woonvisie Velsen 2025 ‘Samen werken aan een aantrekkelijke stad’. Dit document bevat achtergrondinformatie en nadere toelichting op de woonvisie en het proces dat tot de woonvisie heeft geleid. De context van het wonen en de woonvisie wordt nader beschreven en op een aantal onderwerpen wordt iets  dieper  ingegaan  dan  in  de  compacte  visie.  Als  laatste  is  de  rapportage  van  het Burgerpanel  opgenomen.  Een  aantal  hoofdonderwerpen  uit  de woonvisie  zijn  voorgelegd aan het Burgerpanel, een afspiegeling van de inwoners van de gemeente.  

2

Page 32: Woonvisie 2025

2 Proces   In november  2011  is het  proces  formeel  gestart met  een  informatieve  gedachtewisseling met de raad en belangrijke stakeholders op het gebied van wonen. Bekende inleiders uit de woonwereld hebben hun visie op het hedendaagse wonen gegeven en Velsen in perspectief gezet.  Hoofdzakelijk op basis van deze startbijeenkomst en de Visie op Velsen 2025 zijn prioritaire thema’s benoemd en zijn in een Kadernotitie ambities en kaders geschetst. Het gaat om de verschillende doelgroepen, de woningvoorraad, vernieuwing en herstructurering, de  regio, zorg  en  duurzaamheid.  Voorafgaand  aan  de  startbijeenkomst  zijn  al  wel rondetafelgesprekken  geweest  met  de  lokale  woningcorporaties,  projectontwikkelaars, lokale makelaars en de WMO‐raad. Ook dat heeft als input gediend voor de kadernotitie en heeft richting van het beleid bepaald.  Startbijeenkomst Tijdens de startbijeenkomst hebben Hugo Priemus (emeritus hoogleraar TU Delft), Friso de Zeeuw  (directeur Nieuwe markten bij Bouwfonds, praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling) en Peter van Ling  (namens de vier Velsen woningcorporaties, directeur AWV Eigen Haard) hun visie op het hedendaagse wonen gegeven en Velsen in perspectief gezet.  Hugo Priemus betoogt dat hij een verschuiving van de vraag verwacht van koop naar huur en van een duur naar een minder duur segment. Hij ziet dat middeninkomens vooralsnog niet worden bediend door de koopsector en  commerciële verhuursector. Voor het maken van woonbeleid moet in het huidige tijdsgewricht de vraag leidend zijn stelt Priemus en moet de woonruimteverdeling  voor  sociale  huurwoningen  optimaal  worden  ingezet  om  de  juiste mensen in de juiste woning te krijgen.  Friso  de  Zeeuw  is  hoofdzakelijk  ingegaan  op  de  Visie  op  Velsen  2025.  Hij  stelt  dat  de basispositie  van  Velsen  met  uiteenlopende  woonmilieus,  werk  en  toerisme  goed  is.  De Zeeuw ziet kansen als Velsen er in slaagt een brug te slaan van het heden naar de Visie. Hij denkt  daarbij  aan  een  realistische  profilering  van  de  gemeente,  richten  op  een  haalbare doelgroep  (jonge  huishoudens)  en  vooral  aansluiten  op  wat  Velsen  al  heeft.  Het ‘organiserend  vermogen’  is bij het  verwezenlijken  van een  visie erg belangrijk, en ook de regio moet niet uit het oog worden verloren.  Peter  van  Ling  schetst namens de Velsense woningcorporaties  de Velsense woningmarkt, het bezit van de Velsense woningcorporaties en wat de opgaven en plannen  zijn voor de komende jaren. Hij geeft daarbij aan welke rollen verschillende partijen moeten hebben en welke rol hij van de gemeente verwacht. De faciliterende rol en parkeerbeleid spelen hierbij een belangrijke rol. Dit moet samen komen in de woonvisie en prestatieafspraken.  

3

Page 33: Woonvisie 2025

3 Context   3.1 Economische ontwikkelingen: kredietcrisis en de woningmarkt De oorsprong  van de economische  crisis waarin wij ons nu bevinden  ligt  in de Verenigde Staten en was  in essentie een vertrouwenscrisis  tussen  financiële  instellingen. Eén van de oorzaken was een serie renteverhogingen door de Federal Reserve, hetgeen een stijging van de hypotheekrente met zich meebracht. Een  tweede  factor was dat de woningprijzen een zodanig  niveau  bereikten  dat  ze  voor  steeds  grotere  groepen  huizenkopers  onbetaalbaar werden.  Als  gevolg  van  onverantwoorde  kredietverlening  door  Amerikaanse hypotheekbanken  en  de  stijgende  rente  in  2007  kwamen  veel  huiseigenaren  in betalingsproblemen  en  daalde  de  huizenprijzen.  Dit  had  grote  gevolgen  voor (hypotheek)banken en  investeerders. De  vertrouwenscrisis  sloeg over naar de markt  voor complexe  financiële  producten.  Door  de  ondoorzichtige  (gestapelde)  structuur  van  veel producten bleken de  risico’s bij  financiële  instellingen hoger dan  zij hadden  gedacht. Het onderling vertrouwen liep aanzienlijke deuken op en financiële instellingen waren niet meer bereid  om  elkaar  van  liquiditeiten  of  kapitaal  te  voorzien.  Door  de  globalisering  en  de daarmee  gepaard  gaande  internationale  verwevenheid  verspreidde  dit  gebrek  aan vertrouwen in financiële instellingen zich razendsnel over de hele wereld.  Overheden  en  toezichthouders  konden  niet  toezien hoe de  financiële  sector door  gebrek aan  kapitaal  als  dominostenen  om  zou  vallen.  Mondiaal  werden  vallende  banken genationaliseerd  en  andere  wankele  financiële  instellingen  (tijdelijk)  voorzien  van kapitaalinjecties. Ook niet‐financiële instellingen kregen het moeilijk. De kredietcrisis leek eurozonelanden als Griekenland,  Ierland  en Portugal  fataal  te worden. Vanaf de  tweede helft  van 2008  is de Nederlandse  vastgoed‐,  bouw‐  en woonsector  sterk  beïnvloed  door  de  gevolgen  van  de kredietcrisis.   3.2 De woningmarkt  Na een economische crisis eind jaren zeventig en begin jaren tachtig van de vorige eeuw en een daarmee gepaard gaande  crisis op de  (koop)woningmarkt,  is de prijs van  (bestaande) koopwoningen  vanaf medio  jaren  tachtig  tot  en met  de  eerste  helft  van  2008  nagenoeg onafgebroken gestegen. Vooral in de jaren negentig was er sprake van forse prijsstijgingen. De  vraag  naar  koopwoningen  steeg  sterk,  de  rente  daalde  scherp  en  de  productie  van woningen bleef achter bij de  toenemende vraag, hetgeen zorgde voor een extra positieve druk  op  de  woningprijzen.  Deze  prijsstijging  werd  gefaciliteerd  door  aanzienlijk  ruimere financieringsmogelijkheden, onder andere door het meetellen van een tweede  inkomen en de sterke groei van aflossingsvrije hypotheken.  Het Nederlandse woonbeleid was gericht op doorstroming: kwaliteitsverbetering en bouwen aan  de  bovenkant  van  de markt  voor  de  hogere  inkomensgroepen  zodat  de midden  en lagere  inkomensgroepen werden bediend met woningen die vrijkomen. Dit bevorderde de doorstroming  en  daarmee  het  aantal  transacties  op  de  woningmarkt.  Door  sterke huurstijgingen  in  de  negentiger  jaren  en  de  scherp  gedaalde  rente  werd  kopen  een alternatief voor huren.  De  lage  rente  zorgde,  in  combinatie  met  de  sterke  prijsstijgingen  en  de hypotheekrenteaftrek, voor een ‘hefboom’ op de woningmarkt: investeren met geleend geld in  een woning  leverde  een  behoorlijk  indirect  rendement  op.  De  lage  rente  en  de  forse koopprijsstijging  maakten  deze  hefboom  zeer  lucratief  zowel  voor  kopers  als  voor 

4

Page 34: Woonvisie 2025

investeerders  in  huurwoningen.  Ook  woningcorporaties  zagen  hun  investeringscapaciteit stijgen.  De  rente  daalde,  het Waarborgfonds  Sociale Woningbouw  (WSW)  verruimde  de borgingsmogelijkheden  en  bij  verkoop  van  huurwoningen  kon  het  (groter  wordende) verschil  tussen  verkoopprijs  en  bedrijfswaarde  van  woningen  worden  benut  voor  de financiering van nieuwe  investeringen. Ook gemeenten profiteerden via grondopbrengsten van de stijgende woningprijzen van nieuwbouw.  In 2008 brak ook in Nederland de financiële crisis uit, gevolgd door een economische crisis. Veel huishoudens stelden een verhuizing uit; het aantal transacties  liep zeer sterk terug en de gemiddelde verkoopprijs van bestaande koopwoningen daalde scherp. De prijsdaling op de  markt  van  koopwoningen  zorgde  in  beginsel  voor  een  betere  betaalbaarheid  voor starters op de woningmarkt. Daar stond en staat echter  tegenover dat de  financiering van woningen  steeds  moeilijker  wordt;  de  verstrekkingscriteria  werden  door  de  banken aangescherpt (mede als gevolg van voorschriften van de AFM, kabinetsbeleid inzake aflossen op hypotheken en Europees beleid ten aanzien van de financiële buffers van banken). Niet alleen  voor  (potentiële)  eigenaar‐bewoners,  maar  ook  voor  marktpartijen  als projectontwikkelaars  en  bouwbedrijven  en  ten  slotte  ook  voor  woningcorporaties.  Voor toewijzing  van  corporatiewoningen  zijn  inkomenscriteria  gekomen,  waardoor  de mutatiegraad  van  huurwoningen  daalde  en  starters moeilijker  in  een  sociale  huurwoning komen. De woningmarkt raakte op slot.  3.3 Regeerakkoord Rutte II en Woonakkoord Ten aanzien van de woningmarkt heeft het kabinet Rutte II (2012) zicht tot doel gesteld een helder en houdbaar kader voor de koop‐ en de huurmarkt te scheppen, een einde te maken aan de heersende onzekerheid op de woningmarkt en deze weer  in beweging te krijgen. In eerste  aanleg  zette  het  kabinet  in  op  het  annuïtair  aflossen  als  voorwaarde  voor belastingaftrek bij nieuwe hypotheken, structurele verlaging van de overdrachtsbelasting en woningcorporaties weer dienstbaar  te  laten worden aan het publiek belang, onder directe aansturing  van  gemeenten.  In  het  voorjaar  2013  zal  de  tijdelijke  VNG‐commissie ‘Gemeenten en woningcorporaties’ haar advies over dit  laatste onderwerp aan de minister uitbrengen.   Het kabinet heeft met D66, de ChristenUnie, de SGP en de coalitiepartijen overeenstemming bereikt over de aanpak van de problemen op de woningmarkt  (2013, Woonakkoord). Het pakket bestaat uit vier pijlers (met de belangrijkste maatregelen): 

Het aanjagen van (duurzame) investeringen: o.a. fonds voor energiebesparing gebouwde omgeving a 150 miljoen euro. 

Een  evenwichtige  aanpak  op  de  huurmarkt:  o.a.  aanpak  scheefwonen  met inkomensafhankelijke  huurverhoging,  vereenvoudiging  woningwaarderingstelsel, voorstel huursombenadering uiterlijk eind 2014. Deze maatregel  is,  zij het  in enigszins afgezwakte vorm, inmiddels door de Eerste en Tweede kamer goedgekeurd. 

Meer ruimte voor kopers: volledig en annuïtair aflossen blijft de norm, mogelijkheid voor tweede  lening  tot  50%  waarde  woning,  Rijksbijdrage  SVn‐starterslening  a  50 miljoen euro, versoepeling voorwaarden verkoop corporatie‐/beleggerwoningen. 

Zorg  voor  kwetsbare  groepen  op  de  woningmarkt:  ontzien  kwetsbare  groepen  op huurmarkt. 

 Verhuurdersheffing In  het  regeerakkoord  van  het  kabinet  Rutte  I  van  eind  2010 werd  een  heffing  voor  alle verhuurders met meer dan tien woningen aangekondigd, vanaf vanaf 2014. De heffing heeft betrekking op  zelfstandige huurwoningen  in de gereguleerde  sector – dat wil  zeggen met 

5

Page 35: Woonvisie 2025

een huur onder de  liberalisatiegrens (€ 681,02 per maand, prijspeil 2013). Aanvankelijk zou de heffing jaarlijks 760 miljoen euro op moeten brengen. Voor woningcorporaties zou deze heffing zo’n 620 miljoen euro per jaar zijn.  Na  de  val  van  het  kabinet  Rutte  I  sloten  vijf  partijen  (VVD,  CDA,  D66,  GroenLinks  en ChristenUnie) in mei 2012 het zogeheten Lenteakkoord over de begroting voor 2013. Hierin werd afgesproken dat de heffing een verhuurderbelasting wordt en deze al in 2013 in gaat.  Kabinet Rutte  II heeft met betrekking tot dit onderwerp als uitgangspunt dat de  (nog  in te voeren)  verhuurdersheffing  structureel  meer  dan  volledig  kan  worden  betaald  uit  de opbrengsten van de huurverhoging. Deze maatregel moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd.  Reactie betrokken partijen Bouwend  Nederland,  NEPROM  (bouw)  en  NVB  (bankwereld)  verwelkomen  het Woonakkoord als een belangrijke  stap  in het herstel van het consumentenvertrouwen. Zij stellen dat hoewel het effect van de ingrepen voor de woningmarkt en voor de woningbouw ingrijpend zullen zijn en op korte termijn zeer negatief, de bijstelling wel tot gevolg heeft dat de effecten  in het eerste jaar enigszins verzacht worden. Het Woonakkoord biedt voor hen aanknopingspunten  voor  het  stimuleren  van  de  ontwikkeling  en  bouw  van  duurzame woningen.  Koepelorganisatie Aedes (woningcorporaties) stelt dat de verhuurdersheffing leidt tot acute financiële  problemen  in  de  corporatiesector.  Aedes  stelt  dat  de  heffing  geen volkshuisvestelijke  onderbouwing  heeft,  maar  gericht  is  op  het  terugdringen  van  het begrotingstekort van Nederland. Voor woningcorporaties  leidt de heffing tot forse terugval in  investeringen  (in  2011  investeerden  woningcorporaties  nog  zo’n  12,5 miljard  euro  in nieuwbouw,  onderhoud,  energiebesparingen  en woningverbetering). Veel  corporaties  zijn niet  in staat de heffing op te vangen door de huren te verhogen, zoals het kabinet beoogt. Het WSW  heeft  eind  november  2012  aangegeven met  ingang  van  2014  voorlopig  geen nieuwe  leningen meer  te  borgen, met  als  gevolg  dat  renovaties  en  nieuwbouwprojecten worden uitgesteld of afgeblazen.  De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) vreest dat de verhuurdersheffing een negatief effect  heeft  op  de  investeringscapaciteit  van  woningcorporaties.  Verkoop  van corporatiewoningen  als  oplossing  van  het  solvabiliteitsprobleem  noemt  VNG  redelijk betrekkelijk.  Daarnaast  constateert  de  VNG  dat  er  in  het  regeerakkoord  geen  financiële ruimte  is opgenomen voor stedelijke vernieuwing. Uit onderzoek blijkt dit wel nodig te zijn en de VNG verwacht dan ook dat gemeenten niet in staat zijn noodzakelijke investeringen in de stedelijke vernieuwing te doen.  Hoogleraren Boelhouwer (TU Delft) en Conijn (UvA, ASRE, ORTEC) zetten vraagtekens bij de tweede  extra  lening  uit  het Woonakkoord.  In  de  koopsector  krijgen  de  starters  nu  extra steun, wat  “hard nodig  is”  stelt hoogleraar Boelhouwer. Hij  zet echter  vraagtekens bij de maatregel dat nieuwe kopers via een extra tweede  lening een deel van hun woonuitgaven kunnen  drukken.  Conijn  stelt  dat  deze  constructie  een  sigaar  uit  eigen  doos  is  omdat huizenkopers opgescheept worden met een duur consumptief krediet.  3.4 De toekomst van de woningmarkt In de  afgelopen decennia heeft de woningmarkt  voor een belangrijk deel  gedraaid op de prijsstijging  van  woningen  die  grotendeels  bleken  te  zijn  gebaseerd  op  een  grotere 

6

Page 36: Woonvisie 2025

leencapaciteit. De aangescherpte  financieringsvoorwaarden hebben een negatief effect op de  leencapaciteit. Naast de  rente en de  financieringsvoorwaarden  is ook het  inkomen van belang  voor  de  leencapaciteit.  Die  zal  naar  verwachting  de  komende  jaren  niet  zodanig stijgen  dat  het  rente‐effect  en  de  aangescherpte  financieringsvoorwaarden  worden ‘gecompenseerd’. Het gevolg is dat een verdere stijging van de waarde van woningen in de komende jaren niet of nauwelijks kan worden verwacht, met voor zowel eigenaar bewoners als verhuurders negatieve effecten. Hierbij kan vermeld worden dat de Nederlandse Bank medio maart (2013) voor het eerst de verwachting heeft uitgesproken dat de bodem  in de koopmarkt (nagenoeg) bereikt zal zijn. Een tweede positief punt kan zijn het akkoord om de hypotheken  onder  NHG  onder  te  brengen  bij  beleggers,  waarschijnlijk  omkleed  met staatsgaranties. De uitwerking hiervan moet nog duidelijk maken welk effect dit heeft op de kredietruimte en rentetarieven bij banken.  In  onderstaande  tabel  zijn  voor  de  verschillende  op  de woningmarkt  actieve  partijen  de verwachte gevolgen van de crisis en recent ingevoerde beleidsmaatregelen samengevat. De gevolgen  van  eventuele  toekomstige  beleidsmaatregelen  en  van  de  demografische ontwikkelingen zijn hierbij buiten beschouwing gelaten.  

Partijen   Gevolgen crisis/beleid   Gevolgen woningmarkt  

Eigenaar bewoners  

Financieringscapaciteit lager: 

inkomensgroei beperkt 

financieringsvoorwaarden aangescherpt 

rente hoger 

woningprijzen onder druk 

mobiliteit neemt af 

kwaliteitsvraag neemt af  

Huurders   toegankelijkheid voor midden inkomens neemt af 

huur voor midden inkomens neemt toe 

kwaliteitsvraag neemt af 

mobiliteit neemt af  

Verhuurders   Investeringscapaciteit neemt af: 

direct rendement onder druk 

indirect rendement neemt af 

Investeringen in de huursector nemen af (nieuwbouw en bestaande bouw) 

Bouwers/ ontwikkelaars  

(kwaliteits)vraag neemt af  Woningproductie (aan de bovenkant van de markt) onder druk 

Gemeenten   Grondopbrengsten nemen af  Kwaliteit nieuwbouwlocaties onder druk 

Tabel 1 Partijen woningmarkt en gevolgen crisis en beleidsmaatregelen 

 Met het einde van het op prijsstijgingen gebaseerde verdienmodel op de woningmarkt zal, naar verwachting, het investeringsniveau in woningen afnemen. Tegelijkertijd ziet het er wel naar uit dat  investeringen  in de woningmarkt noodzakelijk blijven. Het aantal huishoudens blijft in de komende decennia toenemen en de woningvoorraad veroudert en verandert, dus nieuwbouw en woningverbetering blijven noodzakelijk. De vraag  is wie gaat  investeren en wie het gewenste rendement betaalt.  3.5 Situatie Velsen De woningcorporaties in Velsen ondervinden hinder van het Woonakkoord in de lijn van de reactie  van  Aedes.  Verrekening  van  de  verhuurdersheffing  met  het  nieuwe  huurbeleid toegepast  op  het  Velsense  corporatiebezit  levert  een  negatief  resultaat  op  stellen  de 

7

Page 37: Woonvisie 2025

corporaties. Naast de verhuurdersheffing betalen de  corporaties ook een  saneringsheffing voor  de  in  financiële  problemen  verkerende  branchegenoot  Vestia  uit  Den  Haag.  Ook Europese regelgeving (90% van de sociale woningvoorraad moet worden toegewezen aan de daarvoor bedoelde inkomensgroepen, eventuele investeringen in de vrije sector kunnen niet meer  geborgd  gefinancierd  worden)  en  nationaal  beleid  (bijvoorbeeld  de  beperking  van realisatie van  zorgvastgoed door beperking van de borgingsmogelijkheden hiervoor) heeft de corporatiesector onder druk gezet.  De drie grootste woningcorporaties  in Velsen hebben berekend dat zij tot en met 2017 26 miljoen euro verhuurdersheffing moeten betalen en 8 miljoen euro aan  saneringsbijdrage voor Vestia. Hier staat slechts 7 miljoen euro aan extra huurinkomsten door huurverhoging tegenover. Betekent dat zij 27 miljoen euro minder te investeren hebben in deze periode.  Doorvoering  van het huurbeleid  in  relatie  tot de  verhuurdersheffing  en  saneringsbijdrage voor Vestia leidt er toe dat er in het bestaande bezit een verschuiving optreedt in huurprijs, zonder  volkshuisvestelijke  gedachtegang.  Figuur  1  toont  de  gevolgen  van  het  huurbeleid voor  het  bezit  van Woningbedrijf Velsen,  de  grootste  corporatie  in Velsen. Hieruit wordt duidelijk dat de goedkope voorraad kleiner wordt dan Woningbedrijf wenselijk acht en het aandeel middelduur en duur groter wordt.  

 Figuur 1 Gevolgen doorvoering huurprijsbeleid op bestaande voorraad Woningbedrijf Velsen 

 De derde grootste corporatie in Velsen geeft aan dat zij door de opbouw van haar bezit bij doorvoering van het huurprijsbeleid mogelijk de eerste corporatie in Nederland kan worden met  alleen  bezit  boven  de  liberalisatiegrens.  Zij  heeft  dan  geen  bezit  meer  in  de kernvoorraad.   Marktpartijen  in Velsen blijken  al  langer hun  investeringen uit  te  stellen.  In de  afgelopen twee  jaar  hebben  marktpartijen  bijna  geen  nieuwe  plannen  meer  opgestart  in  Velsen. Bestaande  plannen  zijn  ofwel  gestopt,  of  overgedragen  aan  de  woningcorporaties.  De combinatie  van  gebrekkige  financieringsmogelijkheden  en  afzetrisico’s  maken  dat  de 

8

Page 38: Woonvisie 2025

nieuwbouwproductie  vrijwel  is  stilgevallen.  In  deze  markt  ontstaat  ruimte  voor  de (geliberaliseerde) huursector, te ontwikkelen door beleggers. De spaarzame investeringen in huurwoningen  door  beleggers  concentreren  zich momenteel  echter  op  A1‐locaties  in  en rond de grote steden.  Ook de zorginstellingen kampen  inmiddels met  financieringsproblemen voor het vastgoed. De  hervorming  van  de  AWBZ  en  de  scheiding  van  wonen  en  zorg  zijn  hiervoor  de belangrijkste oorzaken.  3.6 Verwachtingen, scenario Door  de  ontstane  situatie  herijken  de  Velsense  woningcorporaties  momenteel  het strategisch voorraadbeleid. Rond de zomer van 2013 moet duidelijk zijn welke investeringen (nog) wel gedaan worden en welke vooralsnog niet. Vooralsnog verwachten de corporaties in Velsen nog maar beperkte investeringscapaciteit te hebben.  Belangrijk voor de woonvisie  is de herstructurering van de bestaande huurvoorraad  in met name  IJmuiden. Het betreft omvangrijk bezit van de woningcorporaties en zij zijn dan ook belangrijke partijen voor deze ambitie. Hoe belangrijk blijkt uit onderstaand figuur met het corporatiebezit in IJmuiden en Velsen‐Noord en de andere kernen.  

 

9

Page 39: Woonvisie 2025

 

  

 Figuur 2 Bezit woningcorporaties Velsen 

 Als gevolg van beleid en regelgeving van Europa en Rijk ten aanzien van woningcorporaties kun  je voor de herstructurering van het  corporatiebezit er van uitgaan dat dit vervanging betreft van de huurvoorraad onder de liberalisatiegrens (EU‐grens; kernvoorraad), met naar verwachting (slechts) een kleine netto toevoeging aan de woningvoorraad. Mogelijk maken 

10

Page 40: Woonvisie 2025

de woningcorporaties  onder  de  financiële  druk  keuzes  voor  renovatie  van  complexen  in plaats van herstructurering via sloop/nieuwbouw.  Dit kan grote gevolgen hebben voor de verwezenlijking van de ambities van Velsen en de richting  van  ontwikkeling.  Het  ligt  niet  in  de  lijn  der  verwachting  dat  het  beschreven programma en maatregelen de komende vijf jaar een grote vlucht nemen. Mogelijk heeft de herijking  van  het  strategische  voorraadbeleid  van  de  woningcorporaties  verstrekkende gevolgen  voor  verwezenlijking  van  de woonvisie  voor  2025. Hoogwaardige  renovatie  van complexen  betekent  dat wellicht  verlenging  plaatsvindt  van  de  exploitatie met misschien wel 20  jaar. Hiermee kan de doorlooptijd van de ambities van en voor Velsen, gezien het bezit op strategische plekken, eveneens worden verlengd.   Tevens betekent doorvoering van huurprijsbeleid door de woningcorporaties, waar zij niet aan ontkomen gezien het regeerakkoord, dat de ambitie van differentiatie in de prijsstelling van  de  kernvoorraad  wel  wordt  gerealiseerd,  maar  de  kwalitatieve  ambities  voor  de voorraad en de verstedelijkingsambities niet. De fysieke voorraad verandert hiermee immers niet.  Scenario’s Iedereen  wil  graag  weten  of  het  dieptepunt  van  de  crisis  al  is  bereikt  en  wanneer  het economisch herstel inzet en of en wanneer we de welvaartssituatie van voor de crisis weer bereiken.  Via  scenario’s  van  de  Rijksoverheid  en  vanuit  verschillende  sectoren  wordt geprobeerd daar inzicht in te geven. Ieder met eigen belang en inzicht. Eén ding wordt uit de verschillende scenariostudies duidelijk, het herstel van de economie en alles wat daar mee samenhangt zal jaren gaan duren.  Is  het mogelijk  scenario’s  te  schetsen  specifiek  voor  Velsen.  Er  dient  voorop  te worden gesteld dat de woningmarkt zeer complex is en wordt beïnvloed door veel macrofactoren op het  gebied  van  arbeid,  kapitaal  en  politiek. Het  Economisch  Instituut  voor de Bouw  (EIB) heeft globale scenario’s opgesteld voor de bouw tot 2020. Zij constateren dat op basis van de trends die zij gebruiken er ontelbare scenario’s te beschrijven zijn. Zij beperken zich tot vier scenario’s op macroniveau gebaseerd op demografie en economie (hoge en lage groei) en de insteek van het beleid (veel en weinig overheidsregulering). Inhoudelijk komen zij tot het volgende beeld: 

in de scenario’s met hoge groei neemt de nieuwbouwproductie sterk toe en ligt in 2020 meer dan 25% boven het niveau van 2012 en rond het niveau in 2008; 

in  de  scenario’s met  lage  groei  ligt  de  nieuwbouwproductie  ongeveer  4%  boven  het niveau van 2012, maar wordt het niveau van 2008 niet meer gehaald. 

 Zeer belangrijke mededeling die het EIB doet bij haar bevindingen is dat bij de invulling van de  scenario’s  geen  zogenaamde  systeemwijzigingen  zijn  verondersteld.  Bijvoorbeeld  een (verdere)  beperking  van  de  hypotheekrenteaftrek  of  de  liberalisatie  van  de  sociale huursector. Systeemwijzigingen zijn van (grote)  invloed op het productieherstel  in de bouw en  daarmee  van  (grote)  invloed  op  het  herstel  van  de  woningmarkt.  Tegelijk  zijn systeemwijzigingen veelal politieke onderwerpen en daarmee ongewis. Zeker  in het huidig tijdsgewricht.  Het schetsen van scenario’s voor Velsen  is dus geen sinecure en zeker niet op dit moment. We hebben te maken met allerlei macrofactoren die sterk van invloed zijn op wat op macro en  lokaal niveau gebeurt. We hebben  te maken met een  langjarige economische  recessie, een  financieringsvraagstuk en Rijksbeleid dat  in ontwikkeling  is en behoorlijk aan politieke 

11

Page 41: Woonvisie 2025

en  maatschappelijke  discussie  onderhevig.  Ingegeven  door  deze  situatie  herijken  de woningcorporaties het strategisch voorraadbeleid en is de verwachting dat zij in ieder geval de  herstructurering  zullen  temporiseren.  Van  marktpartijen  kunnen  beperkte ontwikkelingen worden verwacht.  Verwachting  is dat eind 2013 voor Velsen een scherper beeld gegeven kan worden van de verwezenlijking  van  de  woonvisie  en  ambities  ten  aanzien  van  de  woningmarkt (kwantitatieve analyse herstructurering en bouw).  3.7 Beschrijving huidige situatie  Bevolking In  2012  telde  Velsen  67.300  inwoners  en  30.590  huishoudens.  De  gemiddelde huishoudgrootte  in  Velsen  is  2,2.  Velsen  is  iets  meer  vergrijsd  dan  het  landelijke  en provinciaal  gemiddelde.  Onderstaande  grafiek  geeft  de  vergelijking  in  bevolkingsopbouw weer.  

Bevolking 2012

17%

12%

34%

20%

16%17%

12%

36%

20%

15%17%

12%

32%

21%18%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

0 tot 15 jaar 15 tot 25 jaar 25 tot 50 jaar 50 tot 65 jaar 65 jaar of ouder

NederlandNoord-HollandVelsen

 Figuur 3 Bevolkingssamenstelling Nederland, provincie Noord‐Holland en Velsen 2012 

 De  dorpen  Driehuis,  Velsen‐Zuid  en  Santpoort‐Noord  en  ‐Zuid  zijn  het  meest  vergrijsd. Velserbroek, Velsen‐Noord en IJmuiden hebben een jongere bevolkingsopbouw.  Ontwikkeling De bevolkingsontwikkeling van Velsen is afgelopen vijftien jaar stabiel geweest (+2,8% vanaf 1995). Aannemelijk is dat de vestiging van jonge gezinnen (personen tussen de 25 en 50 jaar) in de gemeente te maken heeft gehad met de ontwikkeling van Velserbroek (2000‐2005) en de  nieuwbouw  in  Zeewijk  (2007‐2008).  Dit  wijst  erop  dat  Velsen  over  een  redelijke concurrentiepositie beschikt om jonge gezinnen aan te trekken, mits er voldoende gebouwd wordt.  Verder  is  sprake geweest  van een vertreksaldo onder  jongeren, wat  samenhangt met het ontbreken van een breed scala van  instellingen voor hoger onderwijs; er zijn  in Nederland slechts  een  beperkt  aantal  gemeenten  die  een  positief  vestigingssaldo  hebben  van  15‐24 jarigen en dit zijn de onderwijssteden.  Velsen wordt gekenmerkt door één‐ en tweepersoonshuishoudens zonder kinderen. Relatief veel huishoudens zitten  in de  leeftijdscategorie 50  jaar en ouder. Ten opzichte van 2005  is 

12

Page 42: Woonvisie 2025

de  huishoudengrootte  in  Velsen  gedaald  door  toename  van  het  aantal eenpersoonshuishoudens en afname van het aantal gezinnen (2005: 2,4).  Prognose Velsen is iets meer vergrijsd dan het landelijk en provinciaal gemiddelde en de verwachting is dat deze vergrijzing zich voortzet. Het aandeel 65‐plussers zal nog fors toenemen, van 18% nu  naar  27%  in  2040. Opmerkelijk  is  echter  dat  het  aantal  25‐49  jarigen  slechts  beperkt afneemt. Dit hangt samen met een verwachte  instroom van mensen van buiten, omdat er aangenomen  is  dat  er  in  Velsen meer  gebouwd  kan worden  dan  nodig  is  voor  de  eigen bevolking.  

Bevolking

18% 16% 15% 16%

12% 13% 11% 10%

33%31%

29% 30%

20%22%

22%17%

17% 19% 22%27%

2010 2015 2025 2040

> 65

50 ‐ 64

25 ‐ 49

15 ‐ 24

0 ‐ 14

 Figuur 4 IPB‐Primos prognose 2009 van de provincie Noord‐Holland 

 De  ontwikkeling  van  de  opbouw  naar  leeftijd  van  de  huishoudens  richting  2025  toont ongeveer hetzelfde beeld als die van de bevolking. Het aantal huishoudens neemt wel meer toe dan de bevolking als gevolg van gezinsverdunning.  De bevolkingsprognose van Primos gaat uit van een geleidelijke groei van de bevolking tot circa  68.300  in  2020  tot  een  kleine  70.000  inwoners  in  2040  (uitgangspunt  netto  groei woningvoorraad 1.500 woningen tot 2020).  Woningmarkt In  2012  telt  Velsen  29.946 woningen.  De  opbouw  van  de woningvoorraad  komt  redelijk overeen  met  het  landelijk  en  regionaal  gemiddelde:  68%  eengezinswoningen  en  32% meergezinswoningen. De woningvoorraad bestaat voor 55% uit koopwoningen en voor 45% uit huurwoningen.  Een kwart van de woningvoorraad dateert van voor de Tweede Wereldoorlog, een kwart uit de wederopbouwperiode 1945‐1959. Daarmee dateert de helft van de woningvoorraad van 

13

Page 43: Woonvisie 2025

voor 1960 (51%). Dit maakt de woningvoorraad in Velsen relatief gedateerd en onderscheidt Velsen zich in de IJmond en Nederland (beide 32 % van voor 1960).  Per kern bestaan verschillen wat betreft de woningvoorraad.  In zes van de zeven kernen  is het  aandeel  eengezinswoningen  aanzienlijk  groter  dan  het  aandeel meergezinswoningen. Alleen  in  IJmuiden  zijn beide  typen woningen  in evenwicht. Velserbroek heeft het  laagste aandeel meergezinswoningen (18% van de woningvoorraad).  Het verschil in opbouw van de woningvoorraad is ook terug te zien in het woonoppervlak.  

Woonoppervlak

32% 28%

7%17% 15% 9%

23%

34%32%

10%

22%18%

23%

28%

33% 39%

83%

61% 67% 68%

48%

IJmuid

en

Velsen-N

oord

Driehu

is/Vels

en-Z

uid

Santpo

ort-N

oord

Santpo

ort-Zuid

Velserbr

oek

Velsen

100 m2 en meer

80 tot 100 m2

tot 80 m2

 Figuur 5 woningvoorraad per ken naar woonoppervlak 

 Het  gemiddelde  woonoppervlak  is  in  IJmuiden  en  Velsen‐Noord  lager  dan  in  de  andere kernen. Het aandeel woningen met een woonoppervlak kleiner dan 80 vierkante meter is in IJmuiden en Velsen‐Noord aanzienlijk hoger dan in de andere kernen.  De  huur‐  en  koopwoningen  zijn  eveneens  ongelijk  verdeeld  over  de  kernen. Het  aandeel huurwoningen  is het grootst  in Velsen‐Noord en  IJmuiden  (iets meer dan 50%). De andere kernen worden gekenmerkt door een hoog aandeel koopwoningen (70%‐80%).  Uit de verdeling naar WOZ‐waarde blijkt dat meer dan de helft van de woningen  in Velsen een waarde  heeft  tussen  de  €  140.000  en  €  275.000.  Velsen‐Noord  is  de  kern met  het hoogste aandeel goedkope woningen: 20% van de woningvoorraad behoort  tot de  laagste prijscategorie  tot  €  140.000.  Het  duurdere  segment  (koop)woningen  vanaf  €  275.000  is vooral te vinden buiten IJmuiden en Velsen‐Noord in de dorpskernen. 

14

Page 44: Woonvisie 2025

 

Tabel 2 Bron: verdeling huurwoningen woningcorporaties, bron Woningmarkt‐ en woonwensenonderzoek 2009, prijspeil 2011 

Huurklassen                                                               Aantal woningen        Procentueel 

<€ 361    4.343  40% 

 €361‐€517    5.618  52% 

 €517‐€652    748  7% 

> €652    77  1% 

Totaal    10.786  100% 

 De  huurwoningmarkt  in  Velsen  is  goedkoop  te  noemen  (prijspeil  2009).  90%  van  de corporatiewoningen heeft een kale huurprijs onder de € 517, waarvan een groot deel onder de € 361. Slechts 1% van de corporatiewoningen heeft een huur die hoger ligt dan € 652 (de liberalisatiegrens  en  sociale  EU‐huurgrens).  Hierdoor  zijn  er  weinig  corporatiewoningen beschikbaar  voor  huishoudens  met  een  inkomen  (net)  boven  de  door  de  Europese Commissie gestelde grens.  In relatie tot de omvang van de EU‐doelgroep met een inkomen tot € 34.000 zijn er in Velsen ruim  voldoende  huurwoningen  beschikbaar.  De  EU‐doelgroep  in  Velsen  omvat  11.200 huishoudens,  waarvan  er  8.200  in  een  huurwoning  wonen  (de  rest  woont  in  een koopwoning) (info CBS). Voor deze groep zijn 10.700 huurwoningen beschikbaar.  Behoefte, vraag en aanbod Het laatste Woningmarkt‐ en Woonwensenonderzoek heeft plaatsgevonden in 2009, aan de start van de economische en financiële crisis waarin wij momenteel verkeren. Als gevolg van deze  situatie  en  de  veranderingen  die  sindsdien  hebben  plaatsgevonden  op  de woningmarkt, zijn de uitkomsten van het onderzoek uit 2009 niet meer dan richtinggevend te gebruiken.  Het aantal binnenverhuizingen beslaat het grootste deel van het aantal verhuisbewegingen in Velsen. Een binnenverhuizing betekent vaak ook een verhuizing binnen de eigen wijk. De wijken en de kernen aan de rand van de gemeente zijn meer extern gericht.  In 2008 vertrokken iets meer huishoudens uit Velsen dan zich in de gemeente vestigden. Het vertrekoverschot is in vergelijking met 2005 gedaald. Vertrekkers zijn vooral jongeren en 45‐plussers. Jongeren verlaten de gemeente vooral door een natuurlijke uitstroom (studeren of doordat de partner elders woont). Oudere huishoudens die de gemeente verlaten kunnen waarschijnlijk het door hen gewenste aanbod hier niet vinden.  Er blijken verschillen  tussen  te bestaan  tussen droom en daad. Zo  is bijvoorbeeld de wens om naar een portiekflat te verhuizen veel lager dan het daadwerkelijke aantal verhuizingen naar dit woningtype. Huishoudens nemen vaak genoegen met een ‘second‐best’ oplossing in plaats van de woning die zij het liefst zouden willen.  Wanneer  alle  verhuisgeneigde  zelfstandige  huishoudens  en  de  starters  hun  verhuiswens realiseren dan ontstaat er een rekenkundig tekort van zo’n 700 woningen. In 2005 bestond nog een overschot van 135 woningen. Doordat de vraag van buiten de gemeente hierin niet is meegenomen, is het potentieel tekort naar verwachting groter.  

15

Page 45: Woonvisie 2025

Alleen in IJmuiden–West en Velserbroek zijn nog potentiële overschotten te constateren op de woningmarkt.  In  IJmuiden‐West  is het overschot verder opgelopen.  In Velserbroek  is de dalende lijn doorgezet. In overige wijken zijn potentiële tekorten waar te nemen.  Huur  heeft  de  grootste  voorkeur  onder  de  verhuisgeneigden.  Ingegeven  door  de economische  situatie willen  zelfstandige huishoudens momenteel minder vaak kopen. Het potentiële  tekort  aan  huurwoningen  is  daardoor  flink  opgelopen.  Het  tekort  binnen  de huurklassen is vooral een kwaliteitsvraag.  Het potentiële overschot aan rijwoningen uit 2005  is  in de huidige situatie veranderd naar een  evenwicht  in  vraag  en  aanbod.  De  vraag  naar  portiekflats  is  verder  afgenomen,  het vrijkomend aanbod  is gestegen. Het potentiële overschot aan portiekflats  is dan ook  flink gestegen.  Voor  grondgebonden woningen  is  er  vooral  een  spanning  te  zien  in  het  luxer segment  (half en geheel vrijstaand). Voor gestapelde woningen geldt dat de spanning zich met name voordoet bij woningen geschikt voor senioren.  De  vraag  naar  seniorenwoningen  is  aanzienlijk.  Het  betreft  vooral  een  vraag  naar appartementen.  Het  tekort  aan  seniorenwoningen  is  vertekend  aangezien  in  het woningbestand niet na te gaan is hoeveel appartementen geschikt zijn voor senioren.  Het onderzoek naar de woonvraag van ouderen en mensen met een beperking (2010) wijst uit dat met de verdergaande vergrijzing  in Velsen er een groot  tekort  is aan woningen die zonder trappen van buitenaf bereikbaar zijn. De meeste ouderen kunnen tot op hoge leeftijd in  een  geschikte  woning  blijven  wonen, maar  die  woning moet  daar  dan  wel  voor  zijn ingericht. Bij voorkeur al gelijk bij de bouw. Verder geeft het onderzoek  inzicht  in de vraag van  ouderen,  die  als  gevolg  van  beperkingen  behoefte  hebben  aan  een  specifieke woonvorm.  Leefbaarheid Velsen heeft opvallend weinig leefbaarheidsproblemen en kampt minder dan andere steden met  sociaaleconomische achterstanden,  zo  concludeert de Stadsfoto Velsen 2010. Ook de aantrekkingskracht is bovengemiddeld, met name door de natuurlijke ligging.  Velsen ligt echter relatief ongunstig ten opzichte van andere steden en regio’s waar zich veel werkgelegenheid bevindt, vooral door gebrekkig OV en veel  files. Daardoor zijn er voor de inwoners  van  Velsen  relatief  weinig  banen  binnen  een  voor  hen  acceptabele  reistijd  te bereiken. Dit  uit  zich  (nog)  niet  in minder  kansen  op werk  voor  de  inwoners  van  Velsen omdat  ze  om  de  banen  in  Velsen  zelf  relatief  weinig  concurrentie  ondervinden  van potentiële werknemers  van  elders  (het werkaanbod  sluit heel  goed  aan op de  vraag). De sectorstructuur is echter vrij eenzijdig – met Corus/Hoogovens als belangrijkste werkgever ‐ wat  Velsen  ook  kwetsbaar maakt  gezien  de  achterblijvende werkgelegenheidsgroei  in  de andere sectoren.  De gemiddelde woningmarktgegevens laten naar verwachting onvoldoende de verschillen in Velsen zien: relatief ruime en vooroorlogse woningen in de duindorpen; relatief veel sociale huur  en  hoogbouw  in  IJmuiden.  Mogelijk  is  deze  tweedeling  ook  terug  te  zien  in  de bevolkingsstructuur.  Voor IJmuiden betekent dit dat onder druk van een eenzijdige sectorstructuur de gemeente moet blijven  investeren  in de kansen  in en om de  stad  (door werkgelegenheidscreatie en 

16

Page 46: Woonvisie 2025

filebestrijding). Aan de andere kant blijft het de uitdaging om kansrijke bevolkingsgroepen te blijven binden door verder te investeren in voorzieningen, maar ook in de bereikbaarheid.  3.8 Woningmarkt‐ en woonwensenonderzoek 2009 Onderzoeksvraag Hoe  verhouden  vraag  en  aanbod  op  de woningmarkt  van  Velsen  zich  tot  elkaar? Welke specifieke knelpunten zijn daarin  te onderkennen wanneer gekeken wordt naar het aantal en soort woningen, de positie van kwetsbare groepen woningzoekenden en de  invloed van de leefomgeving en hoe ziet dit beeld er vervolgens voor de tien wijken en/woonkernen uit?  Beantwoording onderzoeksvraag De  totale  verhuisgeneigdheid  in  de  gemeente  is  ten  opzichte  van  het  vorige  onderzoek (2005)  licht afgenomen. De economische crisis  lijkt daarmee beperkt  invloed te hebben op de omvang van de verhuisgeneigdheid. Echter de invulling van de verhuisgeneigdheid is wel veranderd. Onzekerheden worden  vermeden: men  kiest  vaker de  veiligheid  van huren en men verhuist liever binnen de eigen gemeente (en kern) dan naar een andere gemeente.  Bovenstaande  tendens  resulteert  in een potentieel  tekort op de Velsense woningmarkt  in het algemeen en de huurmarkt  in het bijzonder. Daarnaast  is  ten opzichte van het vorige onderzoek  een  grotere  startersvraag  waar  te  nemen.  Voor  de  toekomst  mag  worden verwacht  dat  wanneer  de  economie  aantrekt  zelfstandige  huishoudens  ook  minder nadrukkelijk  een  risicomijdend  gedrag  zullen  laten  zien.  Meer  zelfstandige  huishoudens zullen  dan  naar  een  koopwoning  durven  uitkijken.  Ook  zal  men  weer  meer  buiten  de gemeentegrenzen  durven  te  kijken  (dit  geldt  andersom  ook  voor  inwoners  van  andere gemeenten).  Daarnaast  zal,  ondanks  een  licht  afnemende  bevolking,  het  aantal  huishoudens  in  de gemeente de komende vijftien jaar naar verwachting wel stijgen. Dit wordt veroorzaakt door de algemene  tendens van huishoudensverdunning en zorgt ervoor dat de woningvraag op peil  blijft. Hierbij  komt  er meer  nadruk  op  vraag  van  kleinere  huishoudens  en  vraag  van oudere huishoudens.  Wanneer gekeken wordt naar specifieke knelpunten blijkt er een aanzienlijke vraag  te zijn naar  voor  senioren bedoelde woningen.  Een  vraag die niet  altijd naar wens  ingevuld  kan worden. Onder senioren bestaat een klein vertrekoverschot naar andere gemeenten.  Naar  portiekwoningen  bestaat  een  beperkte  vraag.  Er  is  echter  wel  een  verschil  tussen droom  en  daad waar  te  nemen;  in  de  praktijk  blijken  portiekwoningen wel  degelijk  een belangrijke  rol  te  vervullen  binnen  de woningmarkt,  bijvoorbeeld  voor  jonge  zelfstandige huishoudens en starters met een wat kleinere beurs. Ten aanzien van de positie van starters geldt dat op gemeentelijk niveau zich geen grote knelpunten voor doen, zij het dat starters in de huidige situatie  ‘concurrentie’ ondervinden van zelfstandige huishoudens die nu niet durven  te  kopen.  Deze  concurrentie  wordt  overigens  weer  getemperd  doordat  starters makkelijker kunnen kopen door de dalende koopprijzen en door het feit dat zij geen woning achterlaten die eerst moet worden verkocht. Op het niveau van de kernen hebben starters met een voorkeur voor Santpoort het een stuk  lastiger om een geschikte woning te vinden dan starters die in IJmuiden zoeken.  Voor zelfstandige huishoudens die op basis van het niveau van hun inkomen behoren tot de aandachtsgroep  van  beleid,  zijn met  de  huidige  omvang  van  de  kernvoorraad  voldoende woningen beschikbaar, ook als gekeken wordt naar het aantal scheefwoners. 

17

Page 47: Woonvisie 2025

 De  leefomgeving  lijkt een positieve  invloed op het wonen  te hebben  in de gemeente. De inwoners van Velsen zijn  in toenemende mate tevreden over hun woon‐ en  leefomgeving. Men  is het meest  tevreden over de bereikbaarheid van winkels en de veiligheid op  straat (overdag). Ten opzichte van het vorige onderzoek zijn parkeergelegenheid en de veiligheid op  straat  (’s avonds)  in belangrijke mate verbeterd. Dit draagt eraan bij dat  inwoners van Velsen in algemene zin naar tevredenheid in hun gemeente wonen.  Belangrijke uitkomsten voor de tien wijken en kernen:  Velsen‐Zuid en Driehuis  De  zelfstandige  huishoudens  in  Velsen‐Zuid  en Driehuis  geven  de  hoogste waardering 

voor zowel de woning als voor de woonomgeving;  De verhuisgeneigdheid is veel lager dan in andere wijken en kernen;  De vraag naar een seniorenwoning is hier het grootst.  IJmuiden ten noorden van de Lange Nieuwstraat  Het  samenvattend  oordeel  over  de  woning  en  de  woonomgeving  is  lager  dan  het 

gemeentelijk gemiddelde;  De hoogste waardering voor de bereikbaarheid winkels voor dagelijkse boodschappen en 

scholen.  IJmuiden ten zuiden van de Lange Nieuwstraat  Hier zijn bij een binnenverhuizing andere wijken belangrijker dan gemiddeld;  De waardering voor speelgelegenheden voor kinderen scoort laag.  IJmuiden‐West  De verhuisgeneigdheid onder zelfstandige huishoudens  is hier het hoogst en bovendien 

het sterkst toegenomen ten opzichte van het vorige onderzoek;  IJmuiden‐West heeft een potentieel aanbodoverschot aan woningen dat bovendien het 

grootste is binnen de gemeente;  De  waardering  van  de  woning  en  de  woonomgeving  is  ten  opzichte  van  het  vorige 

onderzoek van alle wijken het sterkst verbeterd.  Zee‐ en Duinwijk  De waardering van de woning is sterk verbeterd ten opzichte van het vorige onderzoek.  De verhuisgeneigdheid is ten opzichte van het vorige onderzoek gestegen.  Gezinnen in Zee‐ en Duinwijk zijn minder verhuisgeneigd dan in andere wijken en kernen.  Velsen‐Noord  Binnenverhuizingen in de gemeente vinden hier het vaakst binnen de eigen wijk plaats;  Het samenvattend oordeel voor de eigen woning scoort hier gemiddeld het  laagst maar 

het oordeel is ten opzichte van het vorige onderzoek wel sterk verbeterd;  Het aandeel verhuisgeneigden zelfstandige huishoudens die beslist buiten de gemeente 

een woning zoeken is in Velsen‐Noord hoger dan in andere kernen en wijken.  Santpoort‐Noord  De  verhuisgeneigdheid  is  veel  lager  dan  in  andere  wijken  en  kernen. Wel  is  hier  de 

voorkeur voor de eigen kern erg hoog;  De vraag van starters voor Santpoort‐Noord is aanzienlijk; 

18

Page 48: Woonvisie 2025

Het potentieel tekort in absolute aantallen woningen is hier het hoogst van de gemeente Velsen. 

 Santpoort‐Zuid  De verhuisgeneigdheid is in Santpoort‐Zuid het laagst van de gemeente Velsen;  Er  bestaat  een  beperkte  vraag  naar  seniorenwoningen.  Daarentegen  is  de 

appartementenvraag hoog;  De verhuiswens wordt vooral uitgeoefend door zelfstandige huishoudens vanaf 45 jaar.  Velserbroek  Van de verhuisgeneigde starters woont 40% in Velserbroek. De meeste van hen willen de 

volgende stap buiten de gemeente zetten;  Velserbroek heeft een potentieel aanbodoverschot  (de vraag van buiten die niet  in de 

berekening  is  opgenomen,  zorgt  ervoor  dat  in  de  praktijk  geen  sprake  is  van  een overschot); 

De  verhuisgeneigde  zelfstandige  huishoudens  uit  Velserbroek  willen  vaker  naar  de gemeente Haarlem verhuizen dan andere verhuisgeneigden uit de gemeente. 

 3.9 Woonvisie 2015: evaluatie doelstellingen De Woonvisie 2015 bevat zes doelstellingen. Hieronder volgt zover mogelijk een evaluatie van deze doelstelling.  Er  dient  meer  differentiatie  in  de  woningvoorraad  te  komen.  Per  kern  en  wijk  zal maatwerk  moeten  worden  geleverd  welke  passend  is  bij  onder  meer  de omgevingsfactoren en de woningbehoefte.  Er dient zoveel mogelijk voldaan te worden aan de woonwensen en kwaliteitseisen van de Velsense bevolking.  Aanleiding van deze doelstellingen  is de eenzijdigheid van het woningaanbod  in (delen van) Velsen. Gewenste wooncarrière kan niet in de eigen wijk worden gemaakt.  Sinds  2004  zijn  verschillende  nieuwbouwcomplexen  gerealiseerd.  Hierbij  is  aandacht geweest  voor  de  differentiatie  van  de  woningvoorraad.  Beste  voorbeeld  hiervan  is  de herstructurering  van  Zeewijk  waar  meergezinswoningen  zijn  vervangen  door eengezinswoningen en meergezinswoningen vernieuwd.   Het Woningmarkt‐ en woonwensenonderzoek 2009 wijst uit dat nieuwbouwcomplexen uit de periode 2004‐2008 een belangrijke rol hebben gespeeld voor de gemeente zelf. Uit het doorstromingsonderzoek blijkt dat driekwart van de vrijgekomen woningen als gevolg van verhuizing naar nieuwbouw bij een binnenverhuizer  is  terechtgekomen. De grootste groep verhuizers  naar  de  vrijgekomen  woningen  zijn  afkomstig  uit  dezelfde  wijk.  Er  wordt wooncarrière  gemaakt  binnen  de  gemeente  waarbij  de  nieuwbouw  een  belangrijke  rol speelt.  Duidelijk is dat met differentiatie in de nieuwbouw de doorstroming wordt gestimuleerd. De eenzijdigheid van de woningvoorraad is (nog) niet opgelost.   Er  dient  een  oplossing  te worden  gevonden  voor  het  probleem  van  de  huisvesting  van jongeren/starters. 

19

Page 49: Woonvisie 2025

Gevolg  van  de  eenzijdige woningvoorraad  is  dat mensen  blijven wonen  in woningen  die eigenlijk bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Hierdoor neemt de druk op de onderkant van de woningmarkt flink toe. Jongeren en starters komen moeilijk aan bod op de woningmarkt.  Het Woningmarkt‐  en woonwensenonderzoek  2009  stelt  dat  op  gemeentelijk  niveau  zich geen grote knelpunten voordoen ten aanzien van de positie van starters. In de verschillende kernen is het beeld genuanceerder. In de dorpen is beperkter aanbod voor deze doelgroep.   Er  zal  zoveel  mogelijk  voldaan  moeten  worden  aan  de  toenemende  vraag  naar ouderenwoningen. Het onderzoek naar de woonvraag van ouderen en mensen met een beperking (2010) wijst uit dat de vergrijzing in Velsen door zal gaan en dat er een groot tekort is aan woningen die zonder trappen van buitenaf bereikbaar zijn. De meeste ouderen kunnen tot op hoge leeftijd in  een  geschikte  woning  blijven  wonen, maar  die  woning moet  daar  dan  wel  voor  zijn ingericht, bij voorkeur al gelijk bij de bouw. Verder geeft het onderzoek  inzicht  in de vraag van  ouderen,  die  als  gevolg  van  beperkingen  behoefte  hebben  aan  een  specifieke woonvorm.   Er dient een duidelijke relatie gelegd te worden tussen de woning en de woonomgeving.  Het begrip kwaliteit heeft niet alleen betrekking op de kwaliteit van de woning zelf. Er dient een  relatie  gelegd  te  worden  met  de  directe  woonomgeving.  Voldoende parkeergelegenheid, voorzieningen en groen leveren een bijdrage aan de woonkwaliteit.   De  woonomgeving  wordt  aangepakt  bij  herstructurering.  Hier  zijn  ook  afspraken  over gemaakt in de prestatieafspraken 2007‐2010 met de woningcorporaties. De woonomgeving wordt in het Woningmarkt‐ en woonwensenonderzoek 2009 met een 7,3 gewaardeerd. Iets hoger dan in 2005.   Er dient zoveel mogelijk voldaan te worden aan de kwantitatieve vraag naar woningen. Naast het maken van een kwaliteitsslag wordt Velsen geconfronteerd met een bouwopgave van 2.200 woningen voor de periode tot 2015. Vanwege het beperkte aantal uitleggebieden en het uitgangspunt dat we als gemeente vast blijven houden aan de kernenstructuur, zal deze bouwopgave grotendeels binnenstedelijk opgelost dienen te worden via  intensiveren, combineren en transformeren (ICT).  In  de  periode  2000‐2009  zijn  er  in  Velsen  netto  950  woningen  aan  de  woningvoorraad toegevoegd.  

20

Page 50: Woonvisie 2025

4 Regio   4.1 Metropoolregio Amsterdam Het  gebiedsdocument  Metropoolregio  Amsterdam  (2009)  geeft  een  overzicht  van  de verstedelijkingsopgaven van de Metropoolregio en hier  zijn afspraken over vastgelegd. De Metropoolregio Amsterdam  (MRA) wordt gezien als trekker van de Nederlandse economie en is voor behoud en versterking van de internationale concurrentiepositie van groot belang. De  ontwikkeling  van  de metropoolregio  is  gericht  op  het  creëren  van  een  hoogwaardig, divers en duurzaam leef‐ en woonmilieu, waar bedrijven, bewoners en bezoekers zich graag willen vestigen en verblijven.  Het Rijk en de regio zien een woningtekort van maximaal 1,5% in 2010 als acceptabel. Deze doelstelling is door onder andere een blijvend grote vraag niet gehaald. Het tekort binnen de MRA werd  in 2010 gesteld op 3,6%. Dit betekent een extra taakstelling om de doelstelling van 1,5% (in de nabije toekomst) te realiseren. Dit lijkt een te hoge ambitie.  In  haar MRA‐manifest  geeft  de Velsense  gemeenteraad  aan  dat Velsen  zijn woningmarkt moet verruimen tot buiten de IJmond. In 2009 is een eerste stap gezet en hebben Velsen en de  regio  Zuid‐Kennemerland  bij  wijze  van  proef  de  huurwoningmarkten  voor  elkaars woningzoekenden opengesteld. Dit is succesvol verlopen. Na het definitief worden van deze openstelling kan verdere openstelling richting de MRA worden onderzocht.  4.2 Huisvestingswet Er wordt  in Den Haag al  lang gesproken over de herziening van de Huisvestingswet.  In het laatste  voorstel  verdwijnen  in principe de  regionale bindingseis  en  is  er  vrij woonverkeer mogelijk.  Gemeenten  kunnen  nog  wel  bindingseisen  stellen  indien  er  geen  of  geringe uitbreidingsmogelijkheden zijn om woningen voor de eigen natuurlijke bevolkingsaanwas te bouwen. Wanneer de nieuwe Huisvestingswet kan worden verwacht is onbekend.  4.3 Provinciale woonvisie en Regionaal Actieprogramma Provinciale Staten hebben  in  september 2010 de  ‘Provinciale Woonvisie 2010‐2020; Goed Wonen  in Noord‐Holland’ vastgesteld. De provincie streeft er naar dat al haar  inwoners  in 2020  beschikken  over  voldoende  woningen  met  een  passende  kwaliteit  en  in  een aantrekkelijk woonmilieu. Om deze doelstelling  te  realiseren wil de provincie bestuurlijke afspraken maken met de regio’s: de zogenoemde Regionale Actieprogramma’s (RAP).   RAP Zuid‐Kennemerland/IJmond 2012‐2015 Zuid‐Kennemerland en IJmond worden voor het RAP als één regio beschouwd. Het doel van het RAP  is  te  komen  tot  een  regionale woningbouwprogrammering, waarbij op  regionaal niveau  de  afstemming  tussen  woningvraag  en  ‐aanbod  centraal  staat.  De  noodzaak  van regionaal  geformuleerde  inspanningen  wordt  door  de  gemeenten  in  Zuid‐Kennemerland/IJmond  en  andere  woonpartners,  zoals  de  woningcorporaties,  breed gedragen.  Ontwikkelingen  zoals  vergrijzing  en  trek  naar  de  stad  vanuit  omliggende gemeenten,  maken  dat  woonbeleid  op  lokaal  niveau  alleen  niet  meer  toereikend  is. Afstemming  op  regionaal  niveau  is  ook  nodig  om  een  passende  verdeling  van  de woningtypen  en  de  woonmilieus  tot  stand  te  brengen  die  past  bij  de  vraag  van  de consumenten. De huidige economische crisis, die  forse effecten heeft op de woningmarkt, onderstreept het belang van regionale afstemming. Door op regionaal niveau  inspanningen te formuleren over de hoeveelheid en de differentiatie van woningen die er in de regio Zuid‐Kennemerland/IJmond worden  gebouwd,  kan  ongewenste  concurrentie  tussen  regio’s  en 

21

Page 51: Woonvisie 2025

gemeenten  worden  voorkomen.  Dit  RAP  kan  worden  beschouwd  als  eerste  stap  in  de samenwerking binnen de  regio  Zuid‐Kennemerland/IJmond, om met  vertrouwen  in elkaar samen te werken aan het verbeteren van de regionale woningmarkt.  In het  kader  van de provinciale woonvisie en de RAP’s heeft de provincie een onderzoek gedaan naar de woningbehoefte voor de periode 2011 tot en met 2020. Voor de totale regio is  een  behoefte  berekend  van  7.800 woningen  (netto  uitbreiding).  Hiertoe  zouden  ruim 13.500  woningen  gebouwd  moeten  worden  (bruto).  Voor  Velsen  is  berekend  dat  er behoefte  is aan ruim 2.700 woningen (bruto), ruim 1.200 tot en met 2015 en zo’n 1.500  in 2016‐2020.  De inspanningen uit het RAP zijn in onderstaande tabel in een overzicht geplaatst.  Thema  Inspanning 

Kwantitatief bouwprogramma 

De gemeenten streven ernaar dat er in de periode 2011 t/m 2015 in de regio 7.300 woningen worden gerealiseerd, waarbij een bandbreedte van 20% geldt. 

De gemeenten streven ernaar dat er in de periode 2011 t/m 2015 in de regio 550 betaalbare koopwoningen worden gerealiseerd, waarbij een bandbreedte van 20% geldt.  

Aandeel betaalbaar De gemeenten en de provincie streven ernaar dat er in de periode 2011 t/m 2015 in de regio 1.550 betaalbare huurwoningen worden gerealiseerd, waarbij een bandbreedte van 20% geldt. De gemeenten geven een hoge prioriteit aan het onderzoek naar de gevolgen van de nieuwe € 33.614‐grens en zullen hiertoe een projectaanvraag indienen voor subsidie uit het Provinciaal Woonfonds. 

Aandeel nultredenwoningen 

De gemeenten streven ernaar dat er in de regio door nieuwbouw of aanpassen van bestaande woningen in de periode 2011 t/m 2015 3.700 nultredenwoningen worden toegevoegd, waarbij een bandbreedte van 20% geldt. 

De gemeenten toetsen bouwaanvragen aan GPR Gebouw en zo mogelijk aan GPR Stedenbouw.  

De gemeenten streven ernaar dat nieuwe woningen voldoen aan de belangrijkste aspecten van het WoonKeur. 

Waar nodig maken de gemeenten gebruik van BouwTransparant van het CO2‐Servicepunt bij het controleren of de nieuwe, goed geïsoleerde woning inderdaad de energetische kwaliteit heeft die het Bouwbesluit vereist. 

Om eigenaar‐bewoners te stimuleren om de energetische kwaliteit van hun woning te verhogen, zullen de gemeenten hen zo goed mogelijk informeren over de mogelijkheden van het treffen van energiebesparende maatregelen. 

Bij het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties maken gemeenten ook afspraken over het energetisch verbeteren van de bestaande huurwoningen. 

Duurzaamheid 

Voor de uitvoering van de gemaakte afspraken over het thema duurzaamheid treedt de gemeente Velsen als trekker op. Over de invulling hiervan maken de gemeenten in het Portefeuillehoudersoverleg Regionale Samenwerking Volkshuisvesting nadere afspraken (zoals over de onderwerpen, de thema’s en de resultaten). 

Voorzieningen 

De gemeenten willen door strategische woningbouw het voorzieningenniveau behouden en waar mogelijk versterken. De gemeenten maken prestatieafspraken met de woningcorporaties over deze strategische woningbouw en het bouwen van Maatschappelijk Vastgoed door corporaties. De gemeenten delen de ervaringen die deze afspraken opleveren in het Portefeuillehoudersoverleg Regionale Samenwerking Volkshuisvesting. 

De gemeenten streven ernaar dat er in de periode 2011 t/m 2015 in de regio 2.650 middeldure en 1.300 dure koopwoningen worden gerealiseerd, waarbij een bandbreedte van 20% geldt.  

Aandeel middelduur en duur in bouwprogramma 

De gemeenten streven ernaar dat er in de periode 2011 t/m 2015 in de regio 950 middeldure en 350 dure huurwoningen worden gerealiseerd, waarbij een bandbreedte van 20% geldt. 

Aandeel eengezins‐ en meergezinswoningen in bouwprogramma 

De gemeenten streven ernaar dat van de woningen die in de periode 2011 t/m 2015 worden gebouwd, ongeveer 35% een eengezinswoning is en ongeveer 65% een meergezinswoning. 

Om de behoefte aan vraaggericht bouwen en zelfbouw te ondersteunen werken de gemeenten mee aan CPO‐initiatieven van inwoners mits dat ruimtelijk mogelijk is.  

Vraaggericht bouwen en zelfbouw (CPO/PO) 

Bij het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties maken gemeenten ook afspraken over hun mogelijke rol bij CPO‐projecten. 

Wonen boven winkels 

De gemeenten en de provincie willen de kennis over Wonen boven Winkels met elkaar delen. 

Herstructurering Om te bevorderen dat een zo groot mogelijk deel van de nieuwe woningen binnen Bestaand Bebouwd Gebied worden gebouwd, blijven de gemeenten zoeken naar nieuwe mogelijkheden. 

Betaalbaarheid  De gemeenten streven ernaar om de lokale startersregelingen op elkaar af te stemmen. 

22

Page 52: Woonvisie 2025

Thema  Inspanning 

Bij het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties maken gemeenten ook afspraken over de wenselijkheden en mogelijkheden om ‘goedkope scheefheid’ te verkleinen teneinde de voorraad sociale huurwoningen toegankelijker te maken voor de huishoudens met een laag inkomen. Huishoudens tot 

anderhalf keer modaal 

De gemeenten zullen met de corporaties inventariseren welke mogelijkheden er zijn om het aanbod voor huishoudens met een inkomen boven de € 33.614,– te vergroten. 

De gemeenten en de provincie streven ernaar dat er in de regio in de periode 2011 t/m 2015 250 eenheden beschermd wonen en 50 plaatsen in verzorgingshuizen worden toegevoegd, waarbij een bandbreedte van 20% geldt. 

Wonen, Welzijn en Zorg 

Om te voorkomen dat er onnodig een aanspraak wordt gedaan op het Wmo‐budget en ook om te voorkomen dat een oudere die kampt met een combinatie van meerdere woonproblemen en gezondheidsproblematiek in een ‘reguliere’ woning in een wijk vereenzaamd en/of verwaarloosd raakt, zullen de gemeenten met de corporaties afspraken maken over de beschikbaarheid van woningen voor deze doelgroep. 

Bijzondere doelgroepen 

De gemeenten zullen de wenselijkheid van afspraken met het COA en een herverdeling van de taakstelling voor statushouders in kaart brengen. 

Tabel 3 Inspanningen RAP 

 Naast deze  inspanningen onderzoeken de regiogemeenten met subsidie uit het Provinciaal Woonfonds de mogelijkheid van een meer uniforme aanpak van de woonruimteverdeling in de regio. Dit leidt mogelijk tot één regionaal woningtoewijzingsysteem.  Veel afspraken die  in het kader van de RAP zijn gemaakt komen  in  lokale vorm terug  in de woonvisie. 

23

Page 53: Woonvisie 2025

5 Wonen en zorg   Door maatschappelijke  ontwikkelingen  zoals  vergrijzing,  het  langer  zelfstandig wonen  en extramuralisering  groeit  de  vraag  naar  woonvormen  voor  ouderen.  Daarbij  komt  de ingrijpende hervorming van de Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten  (AWBZ). Om de zorg toegankelijk,  goed  en  betaalbaar  te  houden,  voert  het  kabinet  de  komende  jaren hervormingen door. Ook neemt de overheid maatregelen  zodat mensen  langer  thuis  zorg kunnen  krijgen.  Het  kabinet  is  van  plan  de  begeleiding  bij  het  zelfstandig  wonen  en persoonlijke verzorging  (extramurale begeleiding) aan de gemeenten over  te dragen. Naar verwachting is dat per 1 januari 2015.  Verwachting  is  dat  door  al  deze  ontwikkelingen  ouderen  en  andere  kwetsbare  burgers langer  thuis  (moeten)  blijven  wonen.  Neemt  niet  weg  dat  over  het  algemeen  met  het klimmen  van  de  jaren  de  zorgvraag  bij  ouderen  toeneemt.  Voor  hen  zijn  specifieke woonvormen nodig.  Levensloopgeschikt wonen Een  'levensloopgeschikte of ‐bestendige woning'  is volgens het Kenniscentrum Wonen‐Zorg ‘het  overkoepelende  begrip  voor  een  woning  die  geschikt is  of  eenvoudig  geschikt is  te maken voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van fysieke handicaps of chronische ziekten van bewoners.’  Welke  type woningen zijn allemaal  levensloopgeschikt? Doordat verschillende organisaties en kenniscentra aan de slag zijn gegaan met levensloopgeschikte woningen, is er een woud aan benamingen ontstaan.  Onderstaand schema  is afkomstig uit onderzoek Geschikt wonen  in Velsen  (2011) en geeft aan welke woonvormen voor deze groep  relevant zijn. Uit dit onderzoek komt naar voren dat er voor ieder van deze woonvormen een berekend tekort bestaat voor 2025. Omdat veel ouderen normaal kunnen blijven wonen  zullen de  tekorten  lager uitvallen, maar er  is wel een inspanning nodig om het tekort in te lopen. 

24

Page 54: Woonvisie 2025

 Normaal wonen  Wonen in een gewone woning. Deze vraag is onderdeel 

van de reguliere vraag‐aanbodverhoudingen op de woningmarkt. 

Nultreden woning 

Een woning waarin de basisfuncties (woonkamer, keuken, slaapkamer, toilet en badkamer) gelijkvloers aanwezig zijn.  

Levensloopge‐ schikte woning 

Een woning die ongeacht leeftijd of beperking toegankelijk is of voorbereid is op hiervoor noodzakelijke aanpassingen. 

Verzorgd wonen  Bij verzorgd wonen is zorg 24 uur per dag op afroep beschikbaar. Nodig zijn: geschikte / aangepaste woningen, dienstverlening, een zorgunit in de omgeving of binnen het complex (zorgverleners moeten immers voortdurend paraat zijn). Het wonen kan individueel of samen zijn. 

Beschermd wonen in de wijk 

Wonen, welzijn en zorg zijn sterk met elkaar verweven. Zorg en toezicht zijn 24 uur per dag aanwezig. Begeleiding en huisvesting van cliënten is groepsgewijs, kleinschalig georganiseerd. De zorgverlening is meestal volledig inpan‐dig beschikbaar. 

Zorgniveau minimaal                    Zorgniveau maximaal 

Beschemd wonen bovenwijks 

Wonen, welzijn en zorg zijn sterk met elkaar verweven. Zorg en toezicht zijn 24 uur per dag aanwezig. De zorgverlening is meestal volledig inpandig beschikbaar. 

Tabel 4 Woonvormen geschikt wonen in Velsen 

25

Page 55: Woonvisie 2025

6 Woonkwaliteit   6.1 Woonmilieus Velsen  is  centraal  gelegen  tussen de  eigen  regio  IJmond  en de  regio  Zuid‐Kennemerland. Met  een  unieke  ligging,  een  prima  infrastructuur  en  voorzieningen,  heeft  de  gemeente inwoners en bedrijven veel  te bieden. Velsen geldt als een veelzijdige gemeente waar het uitstekend  wonen,  werken  en  recreëren  is.  IJmuiden  aan  Zee  behoort  tot  de  grootste Nederlandse badplaatsen en Spaarnwoude geldt als een van 's lands populairste natuur‐ en recreatiegebieden.  Velsen  telt meer dan 67.000  inwoners en heeft  zeven woonkernen, waarvan  IJmuiden de grootste is. Elk van die kernen heeft een eigen karakter. De tuindorpen Santpoort‐Noord en Santpoort‐Zuid en Driehuis bevatten relatief veel ruime grondgebonden woningen van voor de  Tweede  Wereldoorlog.  IJmuiden  en  Velsen‐Noord  kennen  relatief  veel  sociale huurwoningen  uit  de  wederopbouwperiode  na  de  Tweede  Wereldoorlog.  Deze  wijken kennen ook meer hoogbouw. Velserbroek  is de nieuwbouwwijk die grotendeels  in de jaren tachtig  en  negentig  van  de  vorige  eeuw  van  de  grond  kwam.  Velsen‐Zuid  kent  een gemêleerde woningvoorraad en het oude dorp is tot beschermd dorpsgezicht verklaard.  In  Velsen  kun  je  op  dit  moment  grofweg  drie  woonmilieus  onderscheiden,  namelijk centrumstedelijk  en  groenstedelijk  in  IJmuiden  en  Velserbroek  en  landelijk/dorps  in  de andere  dorpskernen.  Een  centrumstedelijk  woonmilieu  wordt  gekenmerkt  door  de aanwezigheid van (stedelijke) voorzieningen, werkgelegenheid, zakelijke diensten, dichtheid. Gebieden  die  vooral  als woongebied  zijn  aan  te merken  en  een  lagere  dichtheid  hebben kunnen als groenstedelijk worden getypeerd. Gebieden met een  lage dichtheid en  relatief weinig voorzieningen vallen onder het woonmilieu landelijk/dorps.  De  Visie  op  Velsen  2025  zet  in  op  het  versterken  van  deze  woonmilieus.  Om  meer differentiatie  in  het  woningaanbod  te  krijgen  en  de markt  goed  te  bedienen, moet  het woningbouwprogramma een mix zijn van de verschillende typen woonmilieus. De prioriteit ligt bij de milieus die het meest moeten veranderen willen zij aantrekkelijk zijn en blijven.  Het  woonmilieu  rond  de  centrale  as  van  IJmuiden  (De  Noostraat‐Lange  Nieuwstraat‐Planetenweg)  is op de maat van Velsen stedelijk te noemen. De as wordt gekenmerkt door portiekflats  uit  de  wederopbouwperiode.  In  het  achtergebied  richting  de  duinen  en  het Noordzeekanaal staan voornamelijk eengezinswoningen. Oud‐IJmuiden  is  een woonwerkgebied  dat  reeds  in  ontwikkeling  is  tot  een  aantrekkelijke plek waar wonen, werken en recreëren samen gaan.  Centrumvoorzieningen  zijn  rond  de  Lange  Nieuwstraat  gevestigd.  Planvorming  voor  een nieuw winkelcentrum wordt al geruime tijd over gesproken. De kwaliteit van het wonen en de winkelvoorzieningen  laat  te wensen over.  In het centrumgebied van  IJmuiden,  inclusief het  entreegebied,  zijn  een  aantal  leefbaarheidsproblemen  ontstaan  op  het  gebied  van wonen, winkelen en verkeer die aangepakt moeten worden.  De Stadsfoto 2010 concludeert dat  het  voorzieningenniveau  ten  opzichte  van  vergelijkbare  steden  een  gemengd  beeld geeft. Het aanbod winkels voor funshopping is kleiner dan gemiddeld in de G49, de culinaire kwaliteiten  hoger.  Zorgvoorzieningen  rond  de  Lange  Nieuwstraat/stadshart  zijn  beperkt aanwezig (Rijnstraat/Velserduin).  

26

Page 56: Woonvisie 2025

Naar Velsense maat wordt er  relatief  in hoge dichtheid gewoond  rond Lange Nieuwstraat. Wonen  wordt  gecombineerd  met  winkels.  Overige  voorzieningen  zijn  niet  prominent aanwezig.  Het  gebied  achter  de  Lange  Nieuwstraat,  achter  de  portiekbebouwing,  wordt gekenmerkt door een lagere dichtheid met eengezinswoningen.  Zee‐  en  Duinwijk  kennen  een  groenstedelijk  woonmilieu  met  hoog‐  en  laagbouw. Voorzieningen  zijn  in  de  wijk  aanwezig,  zowel  winkels,  zorg,  sport  en  cultuur.  Zee‐  en Duinwijk hebben een groenstedelijk karakter; wonen in de duinen.  Door de herstructurering van Zeewijk (Masterplan Zeewijk) is de aantrekkelijkheid van deze wijk  aanzienlijk  vergroot. Het Masterplan  is  nog  niet  volledig  afgerond. Onder  andere  de hoogbouw  aan  de  Orionweg  en  enkele  vlakkenflats  staan  nog  op  de  agenda  en  de ontwikkeling  van  De  Ring.  In  Duinwijk  zijn  herstructureringslocaties  in  ontwikkeling (Planetenweg, Pleiadenplantsoen).  Wonen aan de kust en de haven  is  in mindere mate het geval. De Kustvisie moet  IJmuiden aan Zee veranderen. Wonen  in het havengebied wordt  juist  tegengegaan om ongewenste situaties te voorkomen.  De  andere  kernen  hebben  een  landelijk/dorps woonmilieu.  Velserbroek  en  Velsen‐Noord hebben een groenstedelijk woonmilieu. Een aantal bouwlocaties  in de kernen gaat uit van relatief grote toevoegingen (>50 woningen).  6.2 Woonkeur, veiligheid Veiligheid  (fysieke  en  sociaal)  is  een  essentieel  aspect  van  de  kwaliteit  van  de woonomgeving.  Immers een veilige woonomgeving  is een aangename woonomgeving. Alle inwoners, maar  vooral ouderen, hebben hier profijt  van. Het  streven  van de gemeente  is erop gericht om voor haar burgers een zo optimaal mogelijke veiligheid te bevorderen. De veiligheid in de woonomgeving levert hieraan een belangrijke bijdrage.  Er  zijn  normen  ontwikkeld  om  de woonomgeving  veiliger  in  te  richten.  Bijvoorbeeld  het Politiekeurmerk Veilig Wonen en WoonKeur. Het gaat dan om fysieke en sociale veiligheid. Voor  nieuwbouwwijken  is  dit makkelijker  te  realiseren  dan  voor  bestaande  wijken.  Een veilige woonomgeving  leidt  tot  substantieel minder onveilige  situaties  (inbraken, overlast, onveiligheidsgevoelens  etc.)  en  slachtoffers.  In  een  veilige  woonomgeving  vinden aantoonbaar minder woninginbraken plaats.  Betrokkenheid van de bewoners bij de woonomgeving levert een positieve bijdrage aan het veiligheidsgevoel.  Sleutelbegrippen  hierbij  zijn  zelfredzaamheid,  verhogen meldingsbereidheid  onveilige  situaties  (bij  politie,  gemeente  etc.)  Kortom medeverantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid in de wijk.    WoonKeur is een certificaat voor nieuwbouwwoningen. Het certificaat wordt afgegeven aan nieuwbouwwoningen met voldoende woontechnische kwaliteit: een woning met WoonKeur kent  een  hoog  niveau  aan  gebruikskwaliteit,  inbraakwerendheid  en  sociale  veiligheid, toegankelijkheid en flexibiliteit en aanpasbaarheid. WoonKeur zorgt onder andere voor een levensloopgeschikte woning. Aan het WoonKeur‐certificaat zijn kosten verbonden.  WoonKeur  is  bedoeld  voor  architecten,  projectontwikkelaars,  woningcorporaties, overheidsinstanties en voor bewoners om een goede woningkwaliteit  te  realiseren. Het  is een resultaat van samenwerking tussen: 

27

Page 57: Woonvisie 2025

consumentenorganisaties 

AEDES (koepelvereniging van woningcorporaties) 

de VNG 

projectontwikkelaars 

de Bond Nederlandse Architecten 

de Vereniging Eigen Huis   WoonKeur is samengesteld uit de eisen van de vier meest bekende door woonconsumenten opgestelde eisenpakketten voor nieuwbouw: het Seniorenlabel, het Politiekeurmerk Veilig Wonen voor Nieuwbouw, de VAC‐Kwaliteitswijzer en het Handboek voor Toegankelijkheid.  Naast  een  verplicht  basispakket  voor WoonKeur,  dat  eisen  omvat  betreffende  de  directe woonomgeving (voor zover die onder verantwoordelijkheid van de opdrachtgever valt), het woongebouw  en  de  woning,  zijn  er  drie  pluspakketten  ontwikkeld  op  het  gebied  van veiligheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde.  6.3 Kleine woningen Goedkope, kleine woningen (veelal appartementen) is een controversieel onderwerp als het gaat om bouwen en wonen  in Velsen. Met het uitbreken  van de  crisis  is het aanbod aan bouwplannen met kleine woningen in onze gemeente toegenomen, en daarmee de discussie over dit onderwerp.  Vanuit  oogpunt  van  woonkwaliteit  was  in  de  Woonvisie  2015  opgenomen  dat  bij nieuwbouwappartementen een gemiddeld woonoppervlak van minimaal 80 vierkante meter werd nagestreefd. Bij een aantal bouwplannen is er discussie geweest over deze norm. Met name  in  IJmuiden  en Velsen‐Noord:  kernen die  in  vergelijk met de  andere  kernen  al  een relatief  grote  voorraad  goedkope,  kleine woningen  hebben.  Zowel  in  de  huur‐  als  in  de koopsector.  Zowel  voor als  tegen  kleine woningen  valt  iets  zeggen. Eén waarheid, een  juist antwoord over dit onderwerp is er niet. Afspraken kunnen we wel maken hoe om te gaan met kleine woningen in Velsen. Om hiertoe te komen volgt een uiteenzetting van de discussie over dit onderwerp.  Goedkope, kleine woningen (veelal appartementen)  lijken gezien het aanbod geschikt voor verschillende doelgroepen: starters, één‐ en tweepersoonshuishoudens, ouderen,  jongeren en mensen met  een  zorgbehoefte.  Kleine  koopwoningen  kunnen  een  oplossing  zijn  voor doelgroepen  die  door  de  vastgelopen woningmarkt  niet  aan  een woning  kunnen  komen. Veelal starters of huishoudens die gezien het  inkomen niet  in aanmerking komen voor een sociale  huurwoning.  Of  (indien  zorggeschikt)  ouderen  die  vanuit  een  eengezinswoningen niet naar een voor hen geschikte woningen kunnen verhuizen vanwege het ontbreken van aanbod  of  financiële  onhaalbaarheid.  Daarnaast  is  er  een  wachttijd  voor  een  sociale huurwoning.   Discussie over kleine woningen ontstaat door de stagnatie  in productie en herstructurering en door de verstopte doorstroming. Een centraal thema bij dit onderwerp. De één ziet kleine woningen  als  een  oplossing,  de  ander  denkt  aan  onleefbare  blokkendozen  die  in  de toekomst weer moeten worden afgebroken.  Als het om kleine woningen gaat  is een veelgehoorde opvatting  in de woonwereld dat er lering getrokken moet worden uit het verleden. Dat wil zeggen niet bouwen om een tijdelijk 

28

Page 58: Woonvisie 2025

probleem  te  reduceren, zoals  in de Bijlmermeer het geval  is geweest  in de  jaren zeventig, maar bouwen naar behoefte vanuit de markt, locatie en toekomst.  Onderbelicht  in  de  discussie,  die  veelal  op  locatieniveau  wordt  gevoerd,  is  de  beperkte bouwcapaciteit  die  Velsen  heeft  en  welke  doelstelling  voor  de  gemeente  als  geheel nagestreefd moet worden. Wordt de schaarse bouwruimte benut voor het bedienen van de onderkant van de markt, of voor het middensegment waarmee de doorstroming enigszins wordt geholpen en er bestaande goedkope voorraad vrij komt.  Voor  de  groep  die  niet  kan  of wil wachten,  of  die  net  iets meer  verdienen  dan  de  door Europa gestelde  inkomensgrens voor  sociale huurwoningen, ontstaat er bij ontbreken van een  middensegment  een  nieuw  soort  woningnood.  Voor  doorstroming  is  vooral  het middensegment  belangrijk.  Nu  de  marktverstoring  langdurig  blijkt  te  zijn  verschuift  de aandacht  van  partijen  naar  de  groepen onderaan  de woningmarkt. Dit heeft ook  alles  te maken  met  de  combinatie  van  woningprijzen,  beschikbare  inkomens  en financieringsmogelijkheden, van zowel de particulier als de ontwikkelende partij.  Delen van de bestaande voorraad kunnen, al dan niet na vernieuwing, worden gebruikt voor starters en éénverdieners en deels ook voor ouderen. In de dorpen is het voor starters een groter probleem om  in de eigen kern een woning te verkrijgen dan  in  IJmuiden en Velsen‐Noord.  Veelal  is  het  aanbod  in  de  dorpen  niet  geschikt  (ruime  eengezinswoningen)  en financieel  niet  haalbaar  voor  starters.  Tevens  zijn  dit  geen  levensloopgeschikte woningen waardoor ze onvoldoende geschikt zijn voor huisvesting van ouderen.  In het meer  stedelijke woonmilieu  in  IJmuiden  zijn voldoende kleine, goedkope woningen beschikbaar. Hier doet zich mogelijk een kwaliteitsprobleem voor. Vraag  is dan ook of het niet beter zou zijn om de bestaande voorraad te vernieuwen en daar differentiatie in aan te brengen  in plaats  van  in  IJmuiden  kleine,  goedkope woningen bij  te bouwen op  schaarse bouwgrond.  Scheefwoners moeten worden  verleid  te  verhuizen naar  een  bij hun  situatie passende  woningen  (ruimer,  duurder).  Deze  moeten  dan  wel  beschikbaar  zijn  in  de voorraad. Met  de  verkoop  van  corporatiewoningen  komen  er  kleine,  goed  onderhouden woningen voor een ‘startersprijs’ beschikbaar.  Een  nadeel  van  kleine,  goedkope  woningen  is  dat  er  veelal  geen  garantie  is  dat  deze beschikbaar blijven  voor de doelgroep waarvoor  ze  in  eerste  instantie  zijn bedoeld. Door toenemen  van  de  marktwaarde  van  deze  woningen  zijn  ze  bij  doorverkoop  niet  meer beschikbaar/bereikbaar  voor  een  volgende  startersgroep.  Bij  gronduitgifte  door  de gemeente kan een speculatiebeding uitkomst bieden.  Ander  ongewild/ongewenst  effect  is  dat  een  bewoner  de  woning  betrekt  als  starter  en binnen een aantal  jaar qua  inkomen en huishoudsamenstelling niet meer bij deze woning past, maar geen reden of (doorstroom)mogelijkheid heeft om te verhuizen.  Het bouwen van kleine, goedkope woningen zou op zo’n manier moeten dat ze bereikbaar blijven  voor  de  doelgroepen  en  er  op  den  duur  bij  veranderende marktvraag  een  ander woonproduct van gemaakt kan worden, dat wil zeggen een grotere woning. Het eigendom speelt hier natuurlijk een grote rol. Wanneer kleine woningen worden verkocht  is dit door het gesplitst eigendom in principe niet meer haalbaar.  Aandachtspunt bij  kleine,  goedkope woningen  is de  leefbaarheid. De  sociale opbouw  van zo’n complex is veelal eenzijdig en betreft bijvoorbeeld bij starters een groep huiseigenaren 

29

Page 59: Woonvisie 2025

die  (nog)  geen  ervaring  hebben met  het  beheren  van  een  eigen woningen/woonblok. Bij huurwoningen  is er een beherende woningcorporatie of belegger. Bij koopwoningen  is het onderhoud en beheer aan de bewoners zelf.  De spanning bij kleine woningen zit er in dat we hoge kwaliteit willen en de instap laag willen houden (betaalbaarheid).  Kenniswerkers kunnen wonen in studio’s van dertig tot veertig vierkante meter omdat ze er eigenlijk  alleen  maar  slapen.  Nabijheid  van  vervoersknooppunten  en/of  grootstedelijke voorzieningen zijn dan wel een must. Voor Velsen is dit op dit moment nog niet aan de orde door het ontbreken van deze groep.   Alles  overwegend  is  Velsen  in  IJmuiden  en  Velsen‐Noord  zeer  terughoudend  met  het toevoegen  van  kleine woningen  (woonoppervlak minder  dan  80m2). Met  de  vernieuwing van  de  bestaande  (huur)voorraad  en  verkoop  van  corporatiewoningen  denken  wij  de onderkant van de markt voldoende te bedienen. In de andere kernen is er meer ruimte voor kleine woningen. Wel gerelateerd aan de marktvraag.  Dit betekent niet dat er helemaal geen ruimte is in de markt voor nieuwbouw in dit segment in IJmuiden en Velsen‐Noord. Enerzijds om doelgroepen te bedienen die wij in Velsen willen aantrekken,  zoals  studenten en kenniswerkers. Anderzijds om  tegemoet  te komen aan de woonvraag van ouderen en deze groep zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen laten wonen. Kwaliteit, nabijheid van voorzieningen en mogelijk aanbod van een  zorgpakket  zijn hierbij belangrijke vestigingsfactoren. Dat  is dan ook voorwaarde voor een woonprogramma met kleine woningen. Ook hier geldt gerelateerd aan de marktvraag.  6.4 Programma en prijsklassen De  ruimte  in Velsen  is  beperkt. Het woningbouwprogramma moet  dan  ook  hoofdzakelijk worden ingevuld door ontwikkeling van binnenstedelijke locaties (intensiveren, combineren, transformeren,  sloop/nieuwbouw).  Waar  sprake  is  van  transformatie  van  bestaande voorraad spreken we van herstructurering.   Op basis van het strategisch voorraadbeleid van de woningcorporaties uit 2011 (momenteel aan herijking onderhevig vanwege de crisis en het kabinetsbeleid) en een raming van aantal woningen op locaties uit de Structuurvisie Velsen 2015 agenderen wij: 

verbetering/herstructurering  van  1.455  bestaande  huurwoningen  van  de woningcorporaties, en 

het toevoegen van 1.535 nieuwe woningen.  Tabel  5  bevat  het  indicatieve  woningbouwprogramma  voor  de  verschillende  kernen.  De Kustvisie  is  in dit programma niet opgenomen  vanwege het bijzondere  karakter  van deze ontwikkeling  (onder  andere met  recreatiewoningen). Voor  de  herstructurering  betreft  dit het  aantal  bestaande  woningen. Momenteel  is  dit  programma  onderhevig  aan  herijking hetgeen  naar  verwachting  invloed  zal  hebben  op  het  tempo  van  uitvoering  van  de herstructurering  en  of  de  wijze  van  uitvoering  (sloop/nieuwbouw  of  renovatie).  De mogelijkheden  per  locatie  en  de  koop‐  en  huurmarkt  van  dat  moment  zijn  echter grotendeels  bepalend  voor  het  uiteindelijk  te  realiseren  programma.  Flexibiliteit  in  de programmering is dan ook belangrijk.   

30

Page 60: Woonvisie 2025

  HERSTRUCTURERING  OVERIG 

IJmuiden  1345  625 

Oud‐IJmuiden  20%  15% 

Zee‐ en Duinwijk  35%  10% 

IJmuiden‐Noord/‐Zuid  20%  55% 

Stadspark  25%  20% 

Velsen‐Noord  110  125 

Driehuis  0  215 

Santpoort‐Noord  0  110 

Santpoort‐Zuid  0  130 

Velserbroek  0  330 

      

Velsen  1455  1535 Tabel 5 Indicatief woningbouwprogramma 

 Met dit programma kan een slag worden geslagen  in de verstedelijkingsgave van IJmuiden. Tweederde van de opgave betreft  IJmuiden. De cijfers geven ook aan dat voor de andere kernen de nadruk op  ‘afronden’  ligt. Dit betreft bestaande plannen die al  in voorbereiding zijn.  Prioriteit ligt bij de opgave in IJmuiden en in bijzonder IJmuiden‐Noord en –Zuid. Hier moet de  centrumstedelijke  opgave  plaatsvinden  en  kan  bij  sloop/nieuwbouw  in  hogere dichtheden worden gebouwd  in combinatie met de nodige voorzieningen. De vernieuwing van Oud‐IJmuiden,  Zee‐  en Duinwijk  en  Stadspark  zijn  al  gestart. Doelstelling  is  om  deze ontwikkelingen  voor 2020  af  te  ronden  en daarmee de woonmilieus  van die  gebieden  te hebben versterkt. Groenstedelijk  in Stadspark en Zee‐ en Duinwijk, een bijzonder stedelijk woonmilieu in Oud‐IJmuiden.  De structuurvisie voor Velsen moet aangeven wat er en waar het ruimtelijk mogelijk  is om de ambities op het gebied van wonen te realiseren.  Afgaand op de Europese regelgeving en de intenties van het kabinet Rutte II kun je voor de herstructurering  van  het  corporatiebezit  er  van  uitgaan  dat  dit  hoofdzakelijk  vervanging betreft van de huurvoorraad onder de liberalisatiegrens (EU‐grens; kernvoorraad), met naar verwachting een kleine netto toevoeging aan de woningvoorraad.  Voor een meer diverse samenstelling van de kernvoorraad en om doorstroming binnen de kernvoorraad mogelijk  te maken,  streven wij bij de herstructurering naar meer aanbod  in met  middensegment  binnen  de  kernvoorraad.  Dat  betekent  meer  huurwoningen  vanaf grofweg € 500 tot aan de EU‐grens.  

31

Page 61: Woonvisie 2025

Voor de woningen die op uitbreidingslocaties aan de woningvoorraad worden  toegevoegd hanteren wij de volgende verdeling:  

Huur  30% 

tot EU‐grens  10% 

boven EU‐grens  20% 

Koop  70% 

goedkoop tot € 160.000  20% 

middelduur tot € 250.000  40% 

duur meer dan € 250.000  10% Tabel 6 Verdeling koop/huur, bron: rondetafelgesprek van 17 mei 2011 

 6.5 Parkeren Belangrijke aandachtspunten  in de openbare ruimte zijn het parkeren en verkeerssituaties. Goede  oplossingen  voor  parkeren  vormen  een  belangrijke  voorwaarde,  willen  mensen kiezen voor stedelijk wonen.  In een stedelijk woonmilieu wordt door het gebrek aan ruimte al snel gedacht aan gebouwd (veelal  verdiept  of  half‐verdiept)  parkeren. Ontwikkelende  partijen  geven  echter  aan  dat gebouwde parkeeroplossingen veelal zwaar drukken op de exploitatie van een bouwplan. Dit probleem doet  zich met name voor bij de  realisatie van  sociale huurwoningen  (aangezien sociale huren aan een maximum zijn gebonden) en goedkopere koopwoningen. Samen met de woningcorporaties wordt komende periode bij de herstructureringslocaties bezien hoe gekomen kan worden tot een gedragen en haalbaar plan door met open vizier te kijken naar het bouwkundig programma, het ontwerp,  financiën en het parkeren. Onderstaand  figuur geeft  het  spanningsveld  tussen  deze  componenten  schematisch weer. Op  basis  van  deze ervaring wordt opnieuw naar het parkeren gekeken.  

                

Figuur 6 Parkeren  1. Ideale situatie waarin aan alle huidige eisen en richtlijnen wordt voldaan. 2. Aantal woningen en stedenbouwkundig ontwerp voldoen aan de eisen, maar er worden 

te weinig parkeerplaatsen gerealiseerd. (Parkeer‐/leefbaarheidprobleem na realisatie) 3. Aantal  woningen  en  aantal  parkeerplaatsen  voldoen  aan  de  eisen,  maar  het 

stedenbouwkundig  ontwerp  voldoet  niet  aan  de  eisen.  (Uitstraling  van  de  gemeente wordt negatief beïnvloed) 

32

Page 62: Woonvisie 2025

4. Aantal parkeerplaatsen en stedenbouwkundig ontwerp voldoen aan de eisen, maar het aantal woningen is te weinig om een plan te creëren dat financieel haalbaar is. (mogelijk geen realisatie.) 

 6.6 Duurzaamheid Duurzaamheid  is vanzelfsprekend  zowel bij bestaande woningen en woonomgeving als bij nieuwbouw.  In het  klimaatprogramma  2010‐2020  ‘Velsen,  stad  van de  zon,  zee  en wind’ beschrijft de gemeente haar ambities en doelstellingen op het gebied van energiebesparing en duurzame energie teneinde de uitstoot van CO2 te reduceren. Het Klimaatprogramma streeft te komen tot  een  zodanige  kwaliteitsverbetering  dat  alle  woningen  van  de  woningcorporaties  in Velsen tenminste label B (gemiddeld) hebben in 2020.  Particuliere eigenaren van woningen worden gestimuleerd te investeren in de kwaliteit van hun  woning  door  energiebesparende  maatregelen  te  treffen,  daarbij  geholpen  door  de gemeente en marktpartijen.  De  gemeenten  in  de  regio  IJmond  en  Zuid‐Kennemerland  hebben  ambities  met  elkaar uitgesproken op het gebied van duurzaam bouwen. De gemeenten  zullen bouwaanvragen toetsen  aan  duurzaam  bouwen  eisen,  zoals  opgenomen  in  de  GPR  Gebouw  als  het  één woning  betreft  en  zo mogelijk  de  GPR  Stedenbouw  als  het  een  plan  voor meer  dan  20 woningen betreft.   Energetische verbetering van bestaande woningen  

De  grootste  besparing  is  mogelijk  in  de  bestaande  woningvoorraad.  De woningcorporaties willen de energetische kwaliteit van hun woningbezit verbeteren. 

 Er wordt een programma ontwikkeld voor het energetisch renoveren van de bestaande woningvoorraad. Doel van dit programma  is bewoners van zo veel mogelijk corporatie‐ en  particuliere  woningen  aan  te  zetten  tot  het  nemen  van  energiebesparende maatregelen  in  hun  woning.  Met  een  gezamenlijke  aanpak  met  betrokken  partijen verwachten wij het grootste resultaat te bereiken. 

  Energiebesparende nieuwbouw  

Het  Rijk  heeft  aangegeven  dat  de  Energieprestatiecoëfficient  uit  het  Bouwbesluit stapsgewijs wordt aangescherpt tot 0 (energieneutraal) in het jaar 2020. We anticiperen hierop door bij nieuwbouw te streven naar een lagere EPC dan wettelijk voorgeschreven  

Duurzaam bouwen  De  ambities  op  het  gebied  van  duurzaam  bouwen  moeten  uiteindelijk  door  de (ver)bouwers worden gerealiseerd. De gemeente  intensiveert daarom de samenwerking met de woningcorporaties, projectontwikkelaars en bewoners met (ver)bouwplannen. De gemeente  zal  bouwaanvragen  toetsen  aan  duurzaam  bouwen  eisen,  bijvoorbeeld opgenomen  in  de  GPR  Gebouw.  De  plannen moeten minimaal  een  7,0  scoren  en  de ambitie van onze gemeente is een 8,0. 

  Groen in de stad  

Voldoende  groen  in  de  stad  dient meerdere  doelen:  groen  biedt  gelegenheid  om  te recreëren,  filtert  fijn  stof  en  zorgt er ook  voor dat er dieren  in de  stad  kunnen  leven. Daarom  hanteert  de  gemeente  als  randvoorwaarde  bij woningbouw  dat  er  voldoende 

33

Page 63: Woonvisie 2025

(kwantitatief  en  kwalitatief)  groen  in  het  plan  aanwezig  is,  passend  bij  het  heersende woonmilieu. 

   

34

Page 64: Woonvisie 2025

7 Stimuleringsmaatregelen   Om de nieuwbouw bereikbaar te maken voor een bredere doelgroep kunnen verschillende stimuleringsmaatregelen worden  toegepast.  Let wel, onderstaande maatregelen  zijn  geen panacee. De realiteit  is dat de consument nog steeds aarzeling vertoont om een woning te kopen:  de  eisen  die  gesteld  worden  voor  financiering  zijn  verscherpt,  de  economische recessie  is nog niet over. Daarnaast moet er  ten aanzien van deze maatregelen geen al  te hoge  ambitie  en  verwachtingen  zijn.  Velsen  heeft  geen/weinig  ervaring  met  dergelijke (crisis)maatregelen. Desalniettemin is het de moeite waard voor de ideevorming en discussie uitgebreider op een aantal stimuleringsmaatregelen in te gaan.  Startersleningen De gemeente kan koopstarters ondersteunen via een vorm van starterslening (particulier of aan  de  bouwer).  Een  starterslening  overbrugt  het  verschil  tussen  de  verwervingskosten (koopsom plus bijkomende kosten) van de woning en het bedrag dat de  starter maximaal kan  lenen  volgens  de  normen  van  de  Nationale  Hypotheek  Garantie  (NHG).  Een starterslening  is  een  lening waarover  de  eerste  drie  jaar  geen  rente  en  aflossing  betaald hoeft te worden.   Duurzaamheidslening Een duurzaamheidslening  is een aantrekkelijke  lening met een  lage rente voor particuliere woningbezitters.  Gemeenten  kunnen een  Duurzaamheidslening inzetten  om  hun klimaatdoelstellingen te verwezenlijken en de bestaande woningvoorraad energiezuiniger te maken.  Verkoopconstructies onder voorwaarden Een  mogelijkheid  om  investeringscapaciteit  voor  de  woningmarkt  te  mobiliseren  is  het uitbreiden  van  verkoopconstructies  ‘onder  voorwaarden’  als  mogelijkheid  om  eigen woningbezit  met  een  beperkt  risico  mogelijk  te  maken  voor  midden  en  lagere inkomensgroepen.  Dit  is  een  manier  om  betaalbare  woningen  te  realiseren  en  daarbij gebruik te maken van de investeringscapaciteit van de bewoners.  Voorfinanciering Zolang vooral de  (voor)financiering van woningbouw het belangrijkste probleem  is om  tot ontwikkeling  te  komen,  kan  de  gemeente  overwegen  om  hier  een  rol  in  te  spelen.  Het aantrekken van  financiering door gemeenten  is  relatief makkelijk en goedkoop. Dergelijke constructies moeten evenwel  aanbestedings‐ en  staatssteunproof  zijn, hetgeen  impliceert dat ze marktconform worden  ingezet en voorzien zijn van voldoende waarborgen. Aan het (voor)financieren  van  vastgoedontwikkelingen  zijn  grote  risico’s  verbonden. Dit  impliceert dat  alleen  bij  afdoende  zekerheden  dergelijke  constructies  te  overwegen  zijn  en  dat bovendien met maatschappelijk belang evident moet zijn.  Erfpacht Een alternatief is het aanbieden van erfpacht. Dit helpt eerder de investeerder dan de koper: de  grondkosten  worden  overgeheveld  van  de  investering  naar  de  exploitatie  en  kan daarmee  de  aan  te  trekken  financiering  verlichten.  Voor  kopers  geldt  dat  de  erfpacht meeweegt bij het aantrekken van hypothecaire financiering en over het algemeen niet helpt om tot hogere financiering te komen.   

35

Page 65: Woonvisie 2025

Grondprijzen De daling van VON‐prijzen zetten ook de grondprijzen onder druk. De gemeente kan haar eigen grondprijsbeleid aanpassen met als uitgangspunt de  residuele grondwaarde, waarbij altijd sprake moet zijn van staatssteunbestendige, marktconforme prijzen.  Kleinschalig opdrachtgeverschap Realisatie  van  een  bouwplan  met  zoveel  mogelijk  zeggenschap  en  invloed  vanuit  de toekomstige  gebruikers.  Hierbij wordt met  energie  en  tijd  van  de  toekomstige  bewoner extra kwaliteit mogelijk maakt.  Er zijn verschillende vormen van kleinschalig opdrachtgeverschap. Onderscheidende criteria zijn de mate van invloed en betrokkenheid van de eindgebruiker op de locatieontwikkeling: 

Particulier  Opdrachtgeverschap  (PO):  een  particulier  realiseert  zijn  eigen nieuwbouwwoning  op  een  kavel  of  verbouwt  zijn  kluswoning  en  heeft  zo  maximale invloed op het ontwerp‐ en bouwproces. 

Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO): op eigen initiatief of op initiatief van een andere partij kunnen particulieren  zich verenigen  in een  collectief om een gezamenlijk nieuwbouwproject  op  een  kavel  of  kluswoningen  binnen  een  bestaand  pand  te realiseren. 

Mede‐Opdrachtgeverschap  (MO): een  collectief kan  zich  laten vertegenwoordigen door een ontwikkelende partij (ontwikkelaar, corporatie, bouwbedrijf) met wie gezamenlijk en gelijkwaardig invulling wordt gegeven aan het ontwerp en het proces. 

Co‐creatie/consumentgericht opdrachtgeverschap (CO): een partij ontwikkelt een  locatie en  laat  zich  vooraf  goed  informeren  door  potentiële  eindgebruikers  en  past  haar programma hierop aan. 

 Kanttekening  bij  kleinschalig  opdrachtgeverschap  is  dat  de  praktijk  leert  dat  slechts  een kleine groep toekomstige bewoners in staat is om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het ontwerp‐ en bouwproces. Daarnaast speelt de eigendomsituatie van gronden een grote rol. De grondeigenaar moet welwillend zijn ten aanzien van deze ontwikkelvormen.  In 2009 heeft het college besloten CPO als proef bij het project Grote Buitendijk/Hofgeest in te zetten. Het betreft hier gronden grotendeels in eigendom van de gemeente.  Rol van de gemeente De basistaken van de gemeente bij kleinschalig opdrachtgeverschap zijn: 

het aanwijzen en reserveren van kavels en kluswoningen (indien bezit gemeente). 

het verkopen en leveren van een stuk grond of een gebouw. 

het stellen van minimale regels om de wetgeving, de kwaliteit en de samenhang met de omgeving te waarborgen. 

het beoordelen en verstrekken van de (eventueel) benodigde omgevingsvergunning.  Indien de gemeente daarvoor kiest kan zij de particulier of het collectief begeleiden in haar ontwerp‐ en realisatieproces. Hier zijn echter professionele bureaus voor beschikbaar.  Uiteraard blijft de gemeente verantwoordelijk voor ruimtelijk en sectoraal beleid en voor de inrichting van de openbare ruimte c.q. het bouw‐ en woonrijp maken van de locaties.  

36

Page 66: Woonvisie 2025

37

8 Burgerpanel   Bijlage ‘Rapportage onderzoek Woonvisie 2025’ (DUO, april 2013)   

Page 67: Woonvisie 2025

Onderzoek Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025

In opdracht van: Gemeente Velsen Contactpersonen: Bas de Groot en Edwin van ’t Hart

Utrecht, april 2013 DUO Market Research Drs. Aart van Grootheest Drs. Marjan den Ouden

Postbus 681

3500 AR Utrecht

telefoon: 030 263 1080

e-mail: [email protected]

URL: www.duomarketresearch.nl

Page 68: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 2

Onderzoek Woonvisie 2025

INHOUDSOPGAVE

1  ACHTERGROND EN DOELSTELLINGEN ONDERZOEK ................................................ 3 

2  ONDERZOEKOPZET .................................................................................................................. 4 

3  RESULTATEN .............................................................................................................................. 6 

3.1  Woonruimte voor jonge gezinnen.............................................................................................. 6 

3.2  Parkeren bij nieuwbouwwoningen ............................................................................................ 8 

3.3  Duurdere huurwoningen ............................................................................................................ 9 

3.4  Voorzieningen voor jongeren, studenten en starters ............................................................. 10 

3.5  Verhuizen van ouderen naar IJmuiden ................................................................................... 11 

3.6  Verhuizen tussen regio’s rond IJmond .................................................................................... 12 

3.7  Investeringen om woning energiezuiniger te worden .......................................................... 13 

4  BIJLAGE ....................................................................................................................................... 14 

4.1  Introductie e-mail en vragenlijst .............................................................................................. 14 

4.2  Resultaten per plaats .................................................................................................................. 19 

4.3  Resultaten naar leeftijd .............................................................................................................. 23 

Page 69: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 3

Onderzoek Woonvisie 2025

1 ACHTERGROND EN DOELSTELLINGEN ONDERZOEK

In de gemeentebrede 'Visie op Velsen 2025' staat onder andere dat Velsen zich wil ontwikkelen tot een gemeente waarbinnen innovatie en kennisontwikkeling samen gaan met werken, ondernemen en onderwijs. Ook wonen, toerisme, recreatie en sport zijn belangrijke onderdelen van deze visie. Om hierop aan te sluiten werkt de gemeente nu aan een woonvisie 2025.

Over een aantal onderwerpen wil de gemeente graag de mening van de inwoners vernemen, bijvoorbeeld hoe gedacht wordt over het bouwen van woningen voor jongeren, maar ook of men bereid is te investeren in het energiezuiniger maken van de eigen woning. De centrale doelstelling van het onderzoek is: inzicht krijgen in de houding van de inwoners ten aanzien van een aantal onderwerpen van de woonvisie van de gemeente Velsen.

Page 70: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 4

Onderzoek Woonvisie 2025

2 ONDERZOEKOPZET

Doelgroep en respons Het onderzoek is uitgevoerd via een online enquête. Tot de onderzoekspopulatie behoren alle inwoners die lid zijn van het Burgerpanel van de gemeente Velsen. Deze inwoners zijn per e-mail benaderd met het verzoek om deel te nemen aan het onderzoek. In de e-mail is benadrukt dat de deelname aan het onderzoek geheel vrijwillig en anoniem is. Het online veldwerk verliep als volgt: 1. De inwoners ontvingen een uitnodigingse-mail waarin ze zijn uitgenodigd om deel te

nemen aan het online onderzoek. Deze e-mail bevatte een link waarmee men direct in de online vragenlijst terecht kwam;

2. De vragenlijst kon via de browser worden bekeken en ingevuld; 3. Na enige tijd is er een herinneringse-mail gestuurd naar de inwoners die nog niet aan het

onderzoek hadden meegewerkt. Elke deelnemer kon slechts één keer de vragenlijst invullen. Tevens kon de deelnemer, als hij /zij het invullen van de vragenlijst moest afbreken, door opnieuw op de link te klikken, met het invullen van de vragenlijst verder gaan bij de vraag waar hij/zij gebleven was. De technische realisatie van het online-veldwerk van het onderzoek is door DUO Market Research in eigen beheer uitgevoerd en gemanaged. Van 21 maart tot en met 1 april 2013 hebben de inwoners de mogelijkheid gekregen de vragenlijst in te vullen. Er zijn 2330 leden van het Burgerpanel uitgenodigd. In totaal hebben 1260 inwoners de vragenlijst ingevuld, hetgeen neerkomt op een netto-respons van 54%.

Respons Aantal

Uitgenodigd (leden van het Burgerpanel) 2330

Geen medewerking/geen reactie 1070

Aantal inwoners dat medewerking heeft verleend 1260

Responspercentage 54%

De leden van het Burgerpanel vormen in grote mate een afspiegeling van de inwoners van de gemeente. Jongeren en vrouwen zijn in iets mindere mate vertegenwoordigd in de respons. Om deze lichte ondervertegenwoordiging te corrigeren is een herweging van de onderzoeksresultaten toegepast op leeftijd en geslacht. Dit houdt in dat de antwoorden van de ondervertegenwoordigde groepen “zwaarder” meetellen. De resultaten van het onderzoek zijn op deze manier representatief voor de gemeente Velsen als geheel.

Page 71: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 5

Onderzoek Woonvisie 2025

Opzet vragenlijst De vragenlijst is in nauw overleg door de gemeente Velsen en DUO Market Research opgesteld. In de vragenlijst komen diverse onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op de woonvisie van de gemeente Velsen. Per onderwerp is er een inleiding met achtergrondinformatie opgenomen. Vervolgens is er een vraag (veelal een stelling) voorgelegd over het betreffende onderwerp. Voor de vragenlijst wordt verwezen naar de bijlage van dit rapport (zie paragraaf 4.1). Opzet rapportage De resultaten van het onderzoek zijn weergegeven in grafieken. In de grafieken worden de resultaten van de gemeente Velsen als geheel weergegeven. In de bijlage zijn de resultaten per plaats (zie paragraaf 4.2) en naar leeftijd (zie paragraaf 4.3) opgenomen. Conform de reglementen en gedragscodes van de het College bescherming persoonsgegevens zijn alle antwoorden van de respondenten anoniem verwerkt.

Page 72: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 6

Onderzoek Woonvisie 2025

3 RESULTATEN

3.1 Woonruimte voor jonge gezinnen

De inwoners hebben de volgende achtergrondinformatie gekregen: Gezinnen zijn belangrijk voor de stad. Het is dan ook van belang om jonge gezinnen aan de stad te binden en gezinnen van buiten de gemeente om naar Velsen te komen. In alle woonkernen van Velsen (IJmuiden, Driehuis, Santpoort-Noord, Santpoort-Zuid, Velsen-Noord, Velsen-Zuid en Velserbroek) zijn eengezinswoningen aanwezig. Maar deze zijn meestal bewoond en dus niet beschikbaar voor gezinnen die naar Velsen willen komen. Om ruimte te maken voor jonge gezinnen zijn er 3 mogelijkheden: 1. extra eengezinswoningen bouwen 2. als kinderen het ouderlijk huis verlaten, de achtergebleven bewoners positief stimuleren om te

verhuizen, bijvoorbeeld naar geschikte seniorenwoningen 3. eengezinswoningen alleen verhuren aan huishoudens van 3 personen of meer We hebben gevraagd naar welke van de bovenstaande opties de voorkeur van de inwoners uitgaat. De voorkeur gaat naar de bouw van extra eengezinswoningen. Dit wordt door 44% genoemd.

12%

7%

29%

31%

44%

0% 10% 20% 30% 40% 50%

Geen van de genoemde opties heeft mijn voorkeur

Weet niet/kan geen voorkeur geven

Als kinderen het ouderlijk huis verlaten, de achtergebleven bewoners positief

stimuleren om te verhuizen

Eengezinswoningen alleen verhuren aan huishoudens van 3 personen of meer

Extra eengezinswoningen bouwen

Om ruimte te maken voor jonge gezinnen zijn er 3 mogelijkheden. Kunt u aangeven naar welke optie uw voorkeur uitgaat?

meerdere antwoorden mogelijk

Page 73: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 7

Onderzoek Woonvisie 2025

Inwoners hebben we de volgende stelling voorgelegd: Eengezinswoningen in de sociale huursector moeten alleen bestemd worden voor gezinnen en niet meer voor alleenstaanden of 2-persoons huishoudens. De antwoorden op de stelling laten een verdeeld beeld zien. Zo is het 47% het oneens met de stelling dat eengezinswoningen in de sociale huursector alleen bestemd moeten zijn voor gezinnen en niet meer voor alleenstaanden. Ruim een derde (37%) is het wel eens met de stelling.

19% 28% 14% 27% 10% 2%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Eengezinswoningen in de sociale huursector moeten alleen bestemd worden voor gezinnen en niet meer voor alleenstaanden of 2-persoons

huishoudens.

Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Weet niet

Page 74: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 8

Onderzoek Woonvisie 2025

3.2 Parkeren bij nieuwbouwwoningen

De inwoners hebben de volgende achtergrondinformatie over dit onderwerp gekregen: Door de gewenste verstedelijking van IJmuiden is het parkeren van auto’s hier een belangrijk aandachtspunt. In woonwijken is echter beperkt ruimte. Bij nieuwbouw van woningen is ondergronds parkeren mogelijk. Dit zorgt voor minder auto’s op straat, maar is wel een dure oplossing voor toekomstige bewoners. Als bij nieuwbouwwoningen de auto’s op straat geparkeerd mogen worden zijn de woningen voor toekomstige bewoners goedkoper. Het effect is wel meer auto’s op straat. Inwoners hebben we de volgende stelling voorgelegd: Als ik ga verhuizen naar een nieuwbouwwoning ben ik bereid om te betalen voor een ondergrondse parkeerplaats ten gunste van de omgeving. Bijna de helft van de inwoners (49%) is bereid om te betalen voor een ondergrondse parkeerplaats. Ruim een derde (34%) is het oneens met de stelling en wil dus niet betalen voor een ondergrondse parkeerplaats.

12% 22% 14% 37% 12% 4%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Als ik ga verhuizen naar een nieuwbouwwoning ben ik bereid om te betalen voor een ondergrondse parkeerplaats ten gunste van de

omgeving.

Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Weet niet

Page 75: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 9

Onderzoek Woonvisie 2025

3.3 Duurdere huurwoningen

De inwoners hebben de volgende achtergrondinformatie over dit onderwerp gekregen: In IJmuiden zijn ruim voldoende huurwoningen beschikbaar voor de lagere inkomens (huurprijs minder dan € 500). Er zijn echter weinig huurwoningen voor midden- en hogere inkomensgroepen (huurprijs meer dan € 500). In de andere woonkernen zijn minder huurwoningen dan in IJmuiden. Om de keuzemogelijkheid in IJmuiden te vergroten kan het aantal goedkope huurwoningen worden verminderd en vervangen door duurdere huurwoningen. Inwoners hebben we de volgende stelling voorgelegd: Om Velsen als woonstad te ontwikkelen moeten er meer duurdere huurwoningen komen in IJmuiden. De antwoorden op de stelling laten een verdeeld beeld zien. Zo is 38% het oneens met de stelling en wil dus niet dat er duurdere huurwoningen in IJmuiden komen. Bijna een even groot deel (39%) is het wel eens met de stelling en wil dus dat er wel duurdere huurwoningen in IJmuiden komen.

15% 23% 18% 31% 8% 6%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Om Velsen als woonstad te ontwikkelen moeten er meer duurdere huurwoningen komen in IJmuiden.

Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Weet niet

Page 76: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 10

Onderzoek Woonvisie 2025

3.4 Voorzieningen voor jongeren, studenten en starters

De inwoners hebben de volgende achtergrondinformatie over dit onderwerp gekregen: In de afgelopen tien jaar zijn veel jongeren uit Velsen vertrokken. In de Visie op Velsen 2025 staat dat IJmuiden aantrekkelijk moet worden voor jongeren, starters en studenten. In IJmuiden en Velsen-Noord zijn de meeste voorzieningen, onderwijsinstellingen en bedrijven die een relatie hebben met zee, haven en Noordzeekanaal. Inwoners hebben we de volgende stelling voorgelegd: IJmuiden en Velsen-Noord moeten zich vooral richten op voorzieningen voor jongeren, studenten en starters (winkels, woningen, restaurants, cafés etc.). Iets meer dan de helft van de inwoners (56%) is het eens met de bovenstaande stelling. Ruim een vijfde (21%) is het oneens met de stelling.

4% 17% 20% 39% 17% 3%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

IJmuiden en Velsen-Noord moeten zich vooral richten op voorzieningen voor jongeren, studenten en starters (winkels, woningen, restaurants,

cafés etc.)

Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Weet niet

Page 77: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 11

Onderzoek Woonvisie 2025

3.5 Verhuizen van ouderen naar IJmuiden

De inwoners hebben de volgende achtergrondinformatie over dit onderwerp gekregen: In Velsen wonen, vergeleken met het landelijke en provinciaal gemiddelde, relatief veel ouderen. De verwachting is dat deze “vergrijzing” zich de komende jaren voortzet. Er komt dan ook meer vraag naar woningen die geschikt zijn voor senioren (levensloopgeschikte appartementen). In Velsen zijn er echter, buiten IJmuiden, slechts beperkt mogelijkheden voor nieuwbouw. In IJmuiden kunnen nog wel appartementen worden gebouwd waar mensen langer kunnen blijven wonen, ook als ze al wat ouder zijn. Inwoners hebben we de volgende stelling voorgelegd: Ouderen uit Velsen moeten positief gestimuleerd worden om te verhuizen naar voor hen geschikte woningen in IJmuiden. Zo hoeven er geen extra woningen voor ouderen gebouwd te worden in de overige woonkernen van Velsen. Ruim een derde (35%) is het eens met de bovenstaande stelling. Bijna de helft (45%) is het niet eens met de stelling en vindt dus dat ouderen niet positief gestimuleerd hoeven te worden om te verhuizen naar voor hen geschikte woningen in IJmuiden.

13% 32% 16% 27% 8% 4%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Ouderen uit Velsen moeten positief gestimuleerd worden om te verhuizen naar voor hen geschikte woningen in IJmuiden. Zo hoeven er

geen extra woningen voor ouderen gebouwd te worden in de overige woonkernen van Velsen.

Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Weet niet

Page 78: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 12

Onderzoek Woonvisie 2025

3.6 Verhuizen tussen regio’s rond IJmond

De inwoners hebben de volgende achtergrondinformatie over dit onderwerp gekregen: Velsen ligt centraal in de regio, tussen de IJmond (Uitgeest, Heemskerk, Beverwijk) en Zuid-Kennemerland (Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Zandvoort). Velsen maakt ook deel uit van de Metropoolregio Amsterdam: een grote economische regio rond Amsterdam. Omdat dit een groot economisch gebied is moet het makkelijker worden om tussen de ene en de andere regio te verhuizen. Dus bijvoorbeeld makkelijker van Amsterdam naar Velsen en andersom. Op dit moment zijn de mogelijkheden hiervoor beperkt. Je kunt alleen eenvoudig verhuizen binnen de gemeente Velsen of van en naar de IJmondgemeenten en Zuid-Kennemerland. Inwoners hebben we de volgende stelling voorgelegd: Verhuizen van huurwoning naar huurwoning zou makkelijker moeten worden tussen Velsen, Haarlem, Amsterdam en de andere gemeenten in deze regio’s. Bijna driekwart (74%) is het eens met de stelling en vindt dus dat het verhuizen tussen de regio’s (en de gemeenten) IJmond, Haarlem en Amsterdam makkelijker moet worden.

6% 9% 7% 40% 34% 4%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Verhuizen van huurwoning naar huurwoning zou makkelijker moeten worden tussen Velsen, Haarlem, Amsterdam en de andere gemeenten in

deze regio’s.

Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Weet niet

Page 79: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 13

Onderzoek Woonvisie 2025

3.7 Investeringen om woning energiezuiniger te worden

De inwoners hebben de volgende achtergrondinformatie over dit onderwerp gekregen: Energieverspillende woningen passen niet bij een steeds sneller stijgende energieprijs. Verwacht wordt dat de energiekosten een steeds groter deel van de woonlasten zullen zijn. Vanuit milieuoverwegingen, maar ook uit een oogpunt van betaalbaarheid is aandacht voor de duurzame stad van belang. Inwoners hebben we de volgende stelling voorgelegd: Om de stad duurzamer te maken ben ik bereid om extra te investeren om mijn woning energiezuiniger te maken. Een meerderheid (59%) is het eens met de stelling. Deze inwoners zijn dus bereid om extra te investeren om hun woning energiezuiniger te maken.

6% 11% 21% 45% 14% 3%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Om de stad duurzamer te maken ben ik bereid om extra te investeren om mijn woning energiezuiniger te maken.

Helemaal mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Helemaal mee eens Weet niet

Page 80: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 14

Onderzoek Woonvisie 2025

4 BIJLAGE

4.1 Introductie e-mail en vragenlijst

Introductie e-mail Geacht panellid, Bij de gemeentelijke Visie op Velsen 2025 staat onder andere dat Velsen zich wil ontwikkelen tot een gemeente waarbinnen innovatie en kennisontwikkeling samen gaan met werken, ondernemen en onderwijs. Ook wonen, toerisme, recreatie en sport zijn belangrijke onderdelen van deze visie. Om hierop aan te sluiten werkt de gemeente aan een woonvisie 2025. Zie voor meer informatie over de Visie op Velsen 2025: http://tinyurl.com/clvnrlx De gemeente wil graag uw mening horen over een aantal onderwerpen dat bij deze woonvisie aan de orde komt. Het invullen van de vragenlijst zal circa 8 minuten in beslag nemen. U start met het onderzoek door op de onderstaande link te klikken: [!LINK!] Vanzelfsprekend is de deelname geheel vrijwillig en worden uw antwoorden anoniem verwerkt. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met ondergetekende. Dit kan via de e-mail ([email protected]) of telefonisch (030-2631085). Mede namens de gemeente Velsen wil ik u alvast hartelijk danken voor uw medewerking. Met vriendelijke groet, Aart van Grootheest Projectleider DUO Market Research

Page 81: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 15

Onderzoek Woonvisie 2025

Vragenlijst Vraag 1 Gezinnen zijn belangrijk voor de stad. Het is dan ook van belang om jonge gezinnen aan de stad te binden en gezinnen van buiten de gemeente om naar Velsen te komen. In alle woonkernen van Velsen (IJmuiden, Driehuis, Santpoort-Noord, Santpoort-Zuid, Velsen-Noord, Velsen-Zuid en Velserbroek) zijn eengezinswoningen aanwezig. Maar deze zijn meestal bewoond en dus niet beschikbaar voor gezinnen die naar Velsen willen komen. Om ruimte te maken voor jonge gezinnen zijn er 3 mogelijkheden: 1. extra eengezinswoningen bouwen 2. als kinderen het ouderlijk huis verlaten, de achtergebleven bewoners positief stimuleren

om te verhuizen, bijvoorbeeld naar geschikte seniorenwoningen 3. eengezinswoningen alleen verhuren aan huishoudens van 3 personen of meer Kunt u aangeven naar welke optie uw voorkeur uitgaat? U kunt eventueel meerdere opties kiezen. 1. Extra eengezinswoningen bouwen 2. Als kinderen het ouderlijk huis verlaten, de achtergebleven bewoners positief stimuleren

om te verhuizen, bijvoorbeeld naar geschikte seniorenwoningen 3. Eengezinswoningen alleen verhuren aan huishoudens van 3 personen of meer 4. Weet niet/kan geen voorkeur geven 5. Geen van de genoemde opties heeft mijn voorkeur Vraag 2 In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Eengezinswoningen in de sociale huursector moeten alleen bestemd worden voor gezinnen en niet meer voor alleenstaanden of 1. Helemaal mee oneens 2. Mee oneens 3. Noch mee eens, noch mee oneens 4. Mee eens 5. Helemaal mee eens 6. Weet niet/geen mening

Page 82: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 16

Onderzoek Woonvisie 2025

Vraag 3 Door de gewenste verstedelijking van IJmuiden is het parkeren van auto’s hier een belangrijk aandachtspunt. In woonwijken is echter beperkt ruimte. Bij nieuwbouw van woningen is ondergronds parkeren mogelijk. Dit zorgt voor minder auto’s op straat, maar is wel een dure oplossing voor toekomstige bewoners. Als bij nieuwbouwwoningen de auto’s op straat geparkeerd mogen worden zijn de woningen voor toekomstige bewoners goedkoper. Het effect is wel meer auto’s op straat. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Als ik zou verhuizen naar een nieuwbouwwoning ben ik bereid om te betalen voor een ondergrondse parkeerplaats ten gunste van de omgeving. 1. Helemaal mee oneens 2. Mee oneens 3. Noch mee eens, noch mee oneens 4. Mee eens 5. Helemaal mee eens 6. Weet niet/geen mening Vraag 4 In IJmuiden zijn ruim voldoende huurwoningen beschikbaar voor de lagere inkomens (huurprijs minder dan € 500). Er zijn echter weinig huurwoningen voor midden- en hogere inkomensgroepen (huurprijs meer dan € 500). In de andere woonkernen zijn minder huurwoningen dan in IJmuiden. Om de keuzemogelijkheid in IJmuiden te vergroten kan het aantal goedkope huurwoningen worden verminderd en vervangen door duurdere huurwoningen. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Om Velsen als woonstad te ontwikkelen moeten er meer duurdere huurwoningen komen in IJmuiden. 1. Helemaal mee oneens 2. Mee oneens 3. Noch mee eens, noch mee oneens 4. Mee eens 5. Helemaal mee eens 6. Weet niet/geen mening

Page 83: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 17

Onderzoek Woonvisie 2025

Vraag 5 In de afgelopen tien jaar zijn veel jongeren uit Velsen vertrokken. In de Visie op Velsen 2025 staat dat IJmuiden aantrekkelijk moet worden voor jongeren, starters en studenten. In IJmuiden en Velsen-Noord zijn de meeste voorzieningen, onderwijsinstellingen en bedrijven die een relatie hebben met zee, haven en Noordzeekanaal. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? IJmuiden en Velsen-Noord moeten zich vooral richten op voorzieningen voor jongeren, studenten en starters (winkels, woningen, restaurants, cafés etc.). 1. Helemaal mee oneens 2. Mee oneens 3. Noch mee eens, noch mee oneens 4. Mee eens 5. Helemaal mee eens 6. Weet niet/geen mening Vraag 6 In Velsen wonen, vergeleken met het landelijke en provinciaal gemiddelde, relatief veel ouderen. De verwachting is dat deze “vergrijzing” zich de komende jaren voortzet. Er komt dan ook meer vraag naar woningen die geschikt zijn voor senioren (levensloopgeschikte appartementen). In Velsen zijn er echter, buiten IJmuiden, slechts beperkt mogelijkheden voor nieuwbouw. In IJmuiden kunnen nog wel appartementen worden gebouwd waar mensen langer kunnen blijven wonen, ook als ze al wat ouder zijn. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Ouderen uit Velsen moeten positief gestimuleerd worden om te verhuizen naar voor hen geschikte woningen in IJmuiden. Zo hoeven er geen extra woningen voor ouderen gebouwd te worden in de overige woonkernen van Velsen. 1. Helemaal mee oneens 2. Mee oneens 3. Noch mee eens, noch mee oneens 4. Mee eens 5. Helemaal mee eens 6. Weet niet/geen mening

Page 84: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 18

Onderzoek Woonvisie 2025

Vraag 7 Velsen ligt centraal in de regio, tussen de IJmond (Uitgeest, Heemskerk, Beverwijk) en Zuid-Kennemerland (Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Zandvoort). Velsen maakt ook deel uit van de Metropoolregio Amsterdam: een grote economische regio rond Amsterdam. Omdat dit een groot economisch gebied is moet het makkelijker worden om tussen de ene en de andere regio te verhuizen. Dus bijvoorbeeld makkelijker van Amsterdam naar Velsen en andersom. Op dit moment zijn de mogelijkheden hiervoor beperkt. Je kunt alleen eenvoudig verhuizen binnen de gemeente Velsen of van en naar de IJmondgemeenten en Zuid-Kennemerland. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Verhuizen van huurwoning naar huurwoning zou makkelijker moeten worden tussen Velsen, Haarlem, Amsterdam en de andere gemeenten in deze regio’s. 1. Helemaal mee oneens 2. Mee oneens 3. Noch mee eens, noch mee oneens 4. Mee eens 5. Helemaal mee eens 6. Weet niet/geen mening Vraag 8 Energieverspillende woningen passen niet bij een steeds sneller stijgende energieprijs. Verwacht wordt dat de energiekosten een steeds groter deel van de woonlasten zullen zijn. Vanuit milieuoverwegingen, maar ook uit een oogpunt van betaalbaarheid is aandacht voor de duurzame stad van belang. In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Om de stad duurzamer te maken ben ik bereid om extra te investeren om mijn woning energiezuiniger te maken. 1. Helemaal mee oneens 2. Mee oneens 3. Noch mee eens, noch mee oneens 4. Mee eens 5. Helemaal mee eens 6. Weet niet/geen mening Vraag 9 Welke punten zou u nog mee willen geven als aandachtspunt voor de Woonvisie 2025?

Page 85: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 19

Onderzoek Woonvisie 2025

4.2 Resultaten per plaats

Om ruimte te maken voor jonge gezinnen zijn er 3 mogelijkheden.

Kunt u aangeven naar welke optie uw voorkeur uitgaat? Driehuis IJmuiden Santpoort

-Noord Santpoort

-Zuid Velsen-Noord

Velsen-Zuid

Velser-broek

Totaal Velsen

Extra eengezinswoningen bouwen

30% 51% 34% 21% 47% 36% 41% 44%

Als kinderen het ouderlijk huis verlaten, de achtergebleven bewoners positief stimuleren om te verhuizen

33% 27% 30% 31% 28% 25% 32% 29%

Eengezinswoningen alleen verhuren aan huishoudens van 3 personen of meer

22% 30% 25% 37% 33% 33% 35% 31%

Weet niet/kan geen voorkeur geven

15% 6% 7% 8% 9% 5% 8% 7%

Geen van de genoemde opties heeft mijn voorkeur

19% 11% 22% 22% 13% 19% 8% 12%

Page 86: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 20

Onderzoek Woonvisie 2025

Eengezinswoningen in de sociale huursector moeten alleen bestemd worden voor gezinnen en niet

meer voor alleenstaanden of 2-persoons huishoudens. Driehuis IJmuiden Santpoort-

Noord Santpoort-

Zuid Velsen-Noord

Velsen-Zuid

Velser-broek

Totaal Velsen

Helemaal mee oneens 13% 21% 20% 13% 19% 18% 17% 19% Mee oneens 31% 25% 29% 33% 27% 29% 31% 28% Neutraal 15% 15% 14% 8% 21% 11% 9% 14% Mee eens 26% 26% 26% 33% 21% 23% 31% 27% Helemaal mee eens 11% 10% 9% 10% 8% 13% 10% 10% Weet niet 4% 2% 2% 3% 5% 7% 2% 2% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Als ik ga verhuizen naar een nieuwbouwwoning ben ik bereid om te betalen voor een ondergrondse

parkeerplaats ten gunste van de omgeving. Driehuis IJmuiden Santpoort-

Noord Santpoort-

Zuid Velsen-Noord

Velsen-Zuid

Velser-broek

Totaal Velsen

Helemaal mee oneens 8% 11% 9% 7% 9% 13% 16% 12% Mee oneens 13% 20% 21% 25% 36% 24% 23% 22% Neutraal 8% 16% 10% 11% 15% 5% 14% 14% Mee eens 47% 39% 39% 39% 27% 36% 31% 37% Helemaal mee eens 19% 10% 14% 11% 7% 15% 14% 12% Weet niet 6% 4% 7% 7% 6% 7% 3% 4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Om Velsen als woonstad te ontwikkelen moeten er meer duurdere huurwoningen komen in IJmuiden

Driehuis IJmuiden Santpoort-

Noord Santpoort-

Zuid Velsen-Noord

Velsen-Zuid

Velser-broek

Totaal Velsen

Helemaal mee oneens 6% 18% 13% 7% 15% 13% 11% 15% Mee oneens 13% 23% 28% 13% 23% 19% 23% 23% Neutraal 19% 19% 13% 21% 23% 6% 17% 18% Mee eens 50% 27% 33% 41% 23% 39% 36% 31% Helemaal mee eens 6% 8% 6% 7% 5% 11% 10% 8% Weet niet 7% 5% 8% 11% 11% 13% 3% 6% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Page 87: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 21

Onderzoek Woonvisie 2025

IJmuiden en Velsen-Noord moeten zich vooral richten op voorzieningen voor jongeren, studenten en starters (winkels, woningen, restaurants, cafés etc.)

Driehuis IJmuiden Santpoort-Noord

Santpoort-Zuid

Velsen-Noord

Velsen-Zuid

Velser-broek

Totaal Velsen

Helemaal mee oneens 7% 3% 2% 0% 3% 4% 5% 4% Mee oneens 18% 14% 25% 22% 12% 15% 21% 17% Neutraal 27% 18% 20% 33% 21% 25% 20% 20% Mee eens 29% 41% 40% 32% 35% 33% 39% 39% Helemaal mee eens 11% 21% 7% 8% 29% 20% 12% 17% Weet niet 7% 3% 6% 5% 1% 4% 2% 3% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Ouderen uit Velsen moeten positief gestimuleerd worden om te verhuizen naar voor hen geschikte woningen in IJmuiden. Zo hoeven er geen extra woningen voor ouderen gebouwd te worden in de

overige woonkernen van Velsen Driehuis IJmuiden Santpoort-

Noord Santpoort-

Zuid Velsen-Noord

Velsen-Zuid

Velser-broek

Totaal Velsen

Helemaal mee oneens 17% 8% 27% 18% 16% 15% 15% 13% Mee oneens 39% 29% 37% 45% 29% 33% 36% 32% Neutraal 13% 18% 12% 12% 18% 15% 12% 16% Mee eens 20% 33% 15% 22% 24% 18% 25% 27% Helemaal mee eens 6% 8% 3% 2% 11% 15% 10% 8% Weet niet 6% 4% 6% 2% 3% 5% 2% 4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Verhuizen van huurwoning naar huurwoning zou makkelijker moeten worden tussen Velsen,

Haarlem, Amsterdam en de andere gemeenten in deze regio’s. Driehuis IJmuiden Santpoort-

Noord Santpoort-

Zuid Velsen-Noord

Velsen-Zuid

Velser-broek

Totaal Velsen

Helemaal mee oneens 2% 7% 7% 3% 5% 5% 3% 6% Mee oneens 8% 9% 8% 10% 7% 11% 11% 9% Neutraal 6% 8% 8% 5% 11% 4% 4% 7% Mee eens 49% 39% 39% 43% 40% 35% 41% 40% Helemaal mee eens 30% 32% 30% 33% 35% 36% 38% 34% Weet niet 6% 4% 7% 5% 2% 9% 2% 4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Page 88: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 22

Onderzoek Woonvisie 2025

Om de stad duurzamer te maken ben ik bereid om extra te investeren om mijn woning

energiezuiniger te maken. Driehuis IJmuiden Santpoort-

Noord Santpoort-

Zuid Velsen-Noord

Velsen-Zuid

Velser-broek

Totaal Velsen

Helemaal mee oneens 2% 6% 4% 3% 11% 2% 5% 6% Mee oneens 9% 12% 8% 8% 8% 9% 12% 11% Neutraal 15% 27% 10% 15% 18% 11% 17% 21% Mee eens 48% 39% 53% 54% 52% 55% 48% 45% Helemaal mee eens 20% 12% 20% 18% 9% 22% 14% 14% Weet niet 6% 4% 4% 2% 2% 2% 3% 3% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Page 89: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 23

Onderzoek Woonvisie 2025

4.3 Resultaten naar leeftijd

Om ruimte te maken voor jonge gezinnen zijn er 3 mogelijkheden.

Kunt u aangeven naar welke optie uw voorkeur uitgaat? t/m 24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal

Velsen Extra eengezinswoningen bouwen

52% 49% 40% 37% 44%

Als kinderen het ouderlijk huis verlaten, de achtergebleven bewoners positief stimuleren om te verhuizen

50% 21% 31% 29% 29%

Eengezinswoningen alleen verhuren aan huishoudens van 3 personen of meer

27% 33% 31% 31% 31%

Weet niet/kan geen voorkeur geven

0% 7% 7% 10% 7%

Geen van de genoemde opties heeft mijn voorkeur

6% 13% 13% 13% 12%

Page 90: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 24

Onderzoek Woonvisie 2025

Eengezinswoningen in de sociale huursector moeten alleen bestemd worden voor gezinnen en niet

meer voor alleenstaanden of 2-persoons huishoudens. t/m 24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal

Velsen Helemaal mee oneens 32% 20% 16% 18% 19% Mee oneens 26% 28% 28% 28% 28% Neutraal 11% 14% 14% 13% 14% Mee eens 25% 26% 27% 29% 27% Helemaal mee eens 5% 10% 12% 9% 10% Weet niet 2% 3% 2% 3% 2% Totaal 100% 100% 100% 100% 100%

Als ik ga verhuizen naar een nieuwbouwwoning ben ik bereid om te betalen voor een ondergrondse

parkeerplaats ten gunste van de omgeving. t/m 24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal

Velsen Helemaal mee oneens 8% 9% 15% 14% 12% Mee oneens 30% 26% 17% 19% 22% Neutraal 15% 15% 14% 11% 14% Mee eens 35% 34% 37% 42% 37% Helemaal mee eens 10% 12% 12% 10% 12% Weet niet 3% 4% 4% 5% 4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100%

Om Velsen als woonstad te ontwikkelen moeten er meer duurdere huurwoningen komen in IJmuiden

t/m 24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal

Velsen Helemaal mee oneens 18% 15% 16% 9% 15% Mee oneens 32% 19% 23% 25% 23% Neutraal 15% 18% 16% 21% 18% Mee eens 23% 30% 33% 32% 31% Helemaal mee eens 9% 10% 7% 4% 8% Weet niet 2% 7% 5% 9% 6% Totaal 100% 100% 100% 100% 100%

Page 91: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 25

Onderzoek Woonvisie 2025

IJmuiden en Velsen-Noord moeten zich vooral richten op voorzieningen voor jongeren, studenten en starters (winkels, woningen, restaurants, cafés etc.)

t/m 24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal Velsen

Helemaal mee oneens 4% 2% 4% 4% 4% Mee oneens 11% 16% 19% 19% 17% Neutraal 8% 20% 21% 25% 20% Mee eens 52% 38% 37% 37% 39% Helemaal mee eens 25% 20% 16% 9% 17% Weet niet 0% 4% 3% 5% 3% Totaal 100% 100% 100% 100% 100%

Ouderen uit Velsen moeten positief gestimuleerd worden om te verhuizen naar voor hen geschikte woningen in IJmuiden. Zo hoeven er geen extra woningen voor ouderen gebouwd te worden in de

overige woonkernen van Velsen t/m 24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal

Velsen Helemaal mee oneens 3% 8% 18% 19% 13% Mee oneens 32% 26% 35% 39% 32% Neutraal 8% 20% 14% 13% 16% Mee eens 23% 32% 26% 23% 27% Helemaal mee eens 30% 8% 5% 3% 8% Weet niet 3% 5% 2% 4% 4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100%

Verhuizen van huurwoning naar huurwoning zou makkelijker moeten worden tussen Velsen,

Haarlem, Amsterdam en de andere gemeenten in deze regio’s. t/m 24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal

Velsen Helemaal mee oneens 1% 6% 7% 6% 6% Mee oneens 3% 9% 10% 11% 9% Neutraal 3% 7% 7% 9% 7% Mee eens 10% 41% 41% 51% 40% Helemaal mee eens 83% 33% 32% 16% 34% Weet niet 0% 5% 3% 7% 4% Totaal 100% 100% 100% 100% 100%

Page 92: Woonvisie 2025

Rapportage Onderzoek Woonvisie 2025 – Gemeente Velsen – april 2013 - DUO Market Research 26

Onderzoek Woonvisie 2025

Om de stad duurzamer te maken ben ik bereid om extra te investeren om mijn woning

energiezuiniger te maken. t/m 24 jaar 25-44 jaar 45-64 jaar 65 jaar en ouder Totaal

Velsen Helemaal mee oneens 0% 7% 5% 7% 6% Mee oneens 5% 10% 12% 14% 11% Neutraal 26% 22% 19% 18% 21% Mee eens 49% 42% 46% 48% 45% Helemaal mee eens 20% 16% 14% 8% 14% Weet niet 0% 3% 4% 4% 3% Totaal 100% 100% 100% 100% 100%