welkom bij de hanzehogeschool groningen ......voorwoord de eerste fase van het project 'een...

46
Project ‘Een stap naar voren’ - fase 1 preventief en omgevingsgericht werken vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin Drs. Yvonne Miske Juli 2013 Onderzoeksrapport ‘Wijkanalyse’ Wijkanalyse | 1

Upload: others

Post on 07-Jan-2020

10 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Project ‘Een stap naar voren’ - fase 1 preventief en omgevingsgericht werken vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin

Drs. Yvonne Miske

Juli 2013

Onderzoeksrapport

‘Wijkanalyse’

Wijkanalyse | 1

Hoe zien de wijken Oosterpark en Groningen Zuid eruit?

Een wijkanalyse van de wijken Oosterpark en Groningen Zuid met betrekking tot preventief en omgevingsgericht werken

Drs. Yvonne Miske In samenwerking met de studenten: Charissa ten Have, Henriëtte Koops, Mandy van de Molen en Martine Vis Hanzehogeschool Groningen, Lectoraat Integraal Jeugdbeleid In opdracht van het project 'Een stap naar voren' Groningen, juli 2013

Wijkanalyse | 2

Voorwoord

De eerste fase van het project 'Een stap naar voren': preventief en omgevingsgericht werken vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin, is afgerond. Voor u ligt het verslag van de wijkanalyse Oosterpark en Groningen Zuid.

Dit verslag is in samenwerking met de studenten Henriëtte Vis, Martine Koops, Charissa ten Have en Mandy van der Molen, tot stand gekomen. Dank voor jullie inzet en fijne samenwerking. Daarnaast wil ik graag de CJG coördinatoren en de CJG consulenten bedanken voor hun inzet en de nodige informatie die zij ons hebben gegeven. Tenslotte bedank ik mijn collega's die binnen het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid betrokken zijn bij het project 'Een stap naar voren'.

Veel leesplezier.

Yvonne Miske Juli 2013

Wijkanalyse | 3

Samenvatting

Dit onderzoek is door het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid uitgevoerd binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Oosterpark en Groningen Zuid. Het onderwerp is het maken van een wijkanalyse van het werkgebied van beide CJG's. De aanleiding is dat frontliniewerkers, die werkzaam zijn in het CJG, handelingsverlegenheid ervaren in het preventief en omgevingsgericht werken. Zij hebben behoefte aan kennis en handvatten rondom het preventief en omgevingsgericht werken. De wijkanalyse wordt gedaan om de frontliniewerkers een beter inzicht te geven over de informatie van de wijken die relevant zijn voor de ontwikkeling en verbetering van het preventief en omgevingsgericht werken. Hierbij is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Wat is de beginsituatie van de wijken van de twee deelnemende CJG: Oosterpark en Groningen Zuid? De volgende wijken/buurten zijn meegenomen in de wijkanalyse: Oosterpark: Oosterparkwijk, Binnenstad Oost, Oosterpoortbuurt en Woonschepenhaven. Groningen Zuid: de Wijert-Noord en Zuid en Corpus den Hoorn-Noord. Het onderzoek bevat een kwantitatief design en is opgedeeld in drie fases. 1. Desk research aanvullend met interviews van twee CJG coördinatoren en consultenten. 2. Observaties in de wijk. 3. Enquêtes onder ouders (van met name jonge kinderen, n=115) in de wijk. De volgende variabelen zijn onderzocht: fysieke -, en sociale omgeving, zorgsysteem, kinderopvang en onderwijs, maatschappelijke participatie van inwoners, veiligheid, CJG Oosterpark en CJG Groningen Zuid (visie, personeel, gebouw, aanbod en samenwerking) en betrokkenheid van ouders in de wijk bij het opgroeien en opvoeden van kinderen. Uit alle gegevens kan geconcludeerd worden dat de krachten in de wijken Oosterpark en Groningen Zuid liggen in: de netheid van de wijk (m.u.v. de Wijert); voldoende sport- en speelmogelijkheden voor de jeugd; ouders positief over pedagogisch buurtklimaat, voldoende ontmoetingsplekken voor ouders; ouders maken gebruik van (in)formele steunbronnen voor opvoedsteun; CJG's liggen midden in de wijk met ontmoetingsruimten, intern en externe samenwerking vanuit visie en uitgangspunten. Het lijkt erop dat opvoeders uit Groningen Zuid zich sterker verbonden voelen met de buurt en elkaar eerder helpen als er problemen zijn met de kinderen. De noden in de wijken Oosterpark en Groningen Zuid zijn: verkeersonveiligheid; onvoldoende sport- en speelmogelijkheden voor jonge inwoners in Binnenstad-Oost; ontevredenheid jongerenvoorzieningen; onveiligheidsgevoelens en (drugs)overlast in de Oosterparkwijk; bewoners weinig stem wat er in hun wijk gebeurt (met name Oosterpark); minder bekendheid van het CJG en in verhouding weinig bezocht; consultatiebureau Oosterpark zit niet in het CJG gebouw. De behoeften in de wijk: ouders hebben belangstelling voor praktische hulp van andere ouders en leuke dingen ondernemen met andere ouders en kinderen; in de Oosterpark is behoefte aan opvoedthema bijeenkomsten met andere ouders. Een aantal kenmerken per wijk. Oosterpark: bestaat uit relatief weinig jonge kinderen, maar meer jong volwassenen; allochtonen wonen met name in de Oosterparkwijk en in de Binnenstad Oost; in de Oosterparkwijk wonen in verhouding meer eenoudergezinnen; heeft meer werkloosheid en meer mensen met een bijstandsuitkering. De Oosterpoortbuurt en de Binnenstad Oost wonen de meeste mensen met een beter inkomen. Groningen Zuid: bestaat uit relatief veel jonge kinderen en minder jong volwassenen; meer 35- en 50-plussers. In de Wijert-Noord wonen meer allochtonen en eenoudergezinnen, heeft meer werkloosheid en meer mensen met een bijstandsuitkering. In de Wijert-Zuid wonen de meeste mensen met een beter inkomen. Tot slot de aanbevelingen: meer bekendheid rondom het CJG; activiteiten met andere opvoeders faciliteren en organiseren; CJG Oosterpark onder één dak met het consultatiebureau; ouders betrekken in wat er gebeurt in de wijk; verder onderzoek naar betrokkenheid ouders van kinderen vanaf zes jaar. De uitkomsten geven input voor fase 2.

Wijkanalyse | 4

Inhoudsopgave

Voorwoord

Samenvatting

Inleiding...................................................................................................................................................6

1. Onderzoeksvraag ...............................................................................................................................7 1.1 Onderzoeksvraag, doelstelling en deelvragen ................................................................................7 1.2 Definiëring van begrippen ...............................................................................................................8 2. Methodiek.........................................................................................................................................10 2.1 Onderzoeksdesign...........................................................................................................................10 2.2 Onderzoekseenheden, populatie en steekproef............................................................................10 2.2.1 Desk research en aanvullend interviews CJG coördinatoren en consulenten..............................10 2.2.2 Observaties in de wijk...................................................................................................................10 2.2.3 Enquête in de wijk........................................................................................................................10 2.3 Data verzameling............................................................................................................................11 2.3.1 Desk research en aanvullend interviews CJG coördinatoren en consulenten..............................11 2.3.2 Observaties in de wijk...................................................................................................................11 2.3.3 Enquête in de wijk........................................................................................................................12 2.4 Data analyse....................................................................................................................................12 2.4.1 Desk research en aanvullend interviews CJG coördinatoren en consulenten..............................12 2.4.2 Observaties in de wijk...................................................................................................................12 2.4.3 Enquête in de wijk........................................................................................................................12 3. Resultaten.........................................................................................................................................13 3.1Fysieke omgeving.............................................................................................................................13 3.1.1 Woonruimte.................................................................................................................................13 3.1.2 Woonomgeving............................................................................................................................13 3.1.3 Verkeer.........................................................................................................................................14 3.2 Sociale omgeving............................................................................................................................14 3.2.1 Leeftijden......................................................................................................................................14 3.2.2 Etniciteit........................................................................................................................................15 3.2.3 Huishoudens.................................................................................................................................16 3.2.4 Werk en Inkomen.........................................................................................................................17 3.2.5 Detailhandel…………………………………………………………………………………………………………………………….17 3.2.6 Sport en Cultuur………………………………………………………………………………………………………………………18 3.3Zorgsysteem.....................................................................................................................................18 3.4 Opvang en onderwijs......................................................................................................................18 3.5 Participatie van inwoners en ontmoetingsplekken.......................................................................18 3.6 Veiligheid.........................................................................................................................................19 3.7 CJG Oosterpark en CJG Groningen-Zuid.........................................................................................19 3.7.1 Visie..............................................................................................................................................20 3.7.2 Personeel......................................................................................................................................21 3.7.3 Gebouw........................................................................................................................................21 3.7.4 Aanbod en vraaggerichte activiteiten...........................................................................................22 3.7.5 Samenwerking..............................................................................................................................22 3.8 Betrokkenheid opvoeders bij opgroeien en opvoeden van kinderen...........................................23 3.8.1 Respondenten..............................................................................................................................23 3.8.2 Centrum Jeugd en Gezin...............................................................................................................23

Wijkanalyse | 5

3.8.3 Ontvangen en geven van opvoedsteun........................................................................................23 3.8.4Pedagogisch buurtklimaat.............................................................................................................24 3.8.5 Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid................................................................................25 3.8.6 Belangstelling voor activiteiten....................................................................................................26 4. Conclusie, discussie en aanbevelingen............................................................................................27 4.1. Conclusie........................................................................................................................................27 4.1.1 Krachten.......................................................................................................................................27 4.1.2 Noden...........................................................................................................................................28 4.1.3 Behoeften.....................................................................................................................................29 4.2 Discussie..........................................................................................................................................29 4.3 Aanbevelingen................................................................................................................................29 Literatuurlijst.........................................................................................................................................31

Bijlagen:

1. Overzicht wijken en (sub)buurten 2. Observatie instrument 3. Enquête opvoeders

Wijkanalyse | 6

Inleiding

In het kader van het Raakpubliek project `Een stap naar voren` is het lectoraat Integraal Jeugdbeleid samen met een aantal Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) op zoek naar kennis en ervaring over preventief en omgevingsgericht werken. Door middel van het omgevingsgericht werken zullen de professionals van het CJG meer dan voorheen gericht zijn op het mobiliseren en versterken van de directe sociale omgeving van ouders.

De projectdoelstelling luidt: Het project Een stap naar voren wil een lerende omgeving bieden voor professionals, aankomende professionals (studenten) en docenten, waarin gereedschap wordt ontwikkeld voor frontliniewerkers om preventief en omgevingsgericht in de wijk met ouders te kunnen werken.

De centrale onderzoeksvraag luidt:

Op welke wijze kunnen frontliniewerkers gefundeerd en verantwoord invulling geven aan het preventief en omgevingsgericht werken, zodat zijn de opvoedkracht van ouders en de pedagogische kwaliteit van de sociale omgeving van gezinnen versterken? Welke handvatten, instrumenten, vaardigheden, kennis en attitude hebben deze professionals daarvoor nodig?

Het project kent drie fasen:

• Fase 1: Inventarisatie en diagnose: januari 2013 – september 2013 • Fase 2: Ontwerpen, uitproberen en evalueren: september 2013 – december 2014 • Fase 3: Implementeren: augustus 2014 – januari 2015

Fase 1 bestaat uit 3 deelprojecten: 1. Analyse van al beschreven goede (inter)nationale praktijken en producten rond preventief en

omgevingsgericht werken. 2. Een startfoto van de twee deelnemende CJG’s op macro-, meso- en microniveau. 3. Impliciete kennis van frontliniewerkers met preventief en omgevingsgericht werken.

Momenteel bevinden deze deelprojecten in de afrondende fase. Zij zullen geïntegreerd antwoord geven op een deel van de centrale onderzoeksvraag. Dit verslag richt zich op de startfoto, verder te noemen als wijkanalyse. Er wordt een beschrijving gegeven van de wijken van de twee deelnemende CJG'S, namelijk Oosterpark en Groningen Zuid. De wijkanalyse wordt gedaan om de frontliniewerkers een beter inzicht te geven over de informatie van de wijken die relevant zijn voor de ontwikkeling en verbetering van het preventief en omgevingsgericht werken (Doornenbal & Hennink, 2012). Samen met de uitkomsten van de andere 2 deelprojecten geeft het informatie die relevant is voor fase 2.

Wijkanalyse | 7

1. Onderzoeksvraag, doelstelling, deelvragen en definiëring van begrippen

In dit hoofdstuk worden de onderzoeksvraag en de doelstelling beschreven. Daarnaast zijn de deelvragen opgenomen. Vervolgens wordende begrippen die in de doelstelling en vraagstelling naar voren komen toegelicht en gedefinieerd. Tenslotte wordt het werkgebied en de keuze voor de wijken/buurten toegelicht.

1.1 Onderzoeksvraag, doelstelling en deelvragen

Voor dit onderzoek is de volgende onderzoeksvraag opgesteld.

Wat is de beginsituatie van de wijken van de twee deelnemende Centra Jeugd en Gezin (CJG): Oosterpark en Groningen Zuid?

De doelstelling van dit onderzoek luidt:

Het opleveren van wijkanalyses van de twee deelnemende CJG’s: Oosterpark en Groningen Zuid. Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is deze opgedeeld in meerdere deelvragen. De volgende variabelen komen daarin terug: fysieke- en sociale omgeving, zorgsysteem, opvang en onderwijs, maatschappelijke participatie, veiligheid, samenwerking intern en extern CJG, betrokkenheid opvoeders bij opgroeien en opvoeden van kinderen. De keuze voor deze variabelen zijn gemaakt in het licht van wat belangrijk is voor het preventief en omgevingsgericht kunnen werken. 1. Hoe ziet de fysieke omgeving eruit:

• Huisvesting: koop of huur, type woningen, eigendom woningen. • Woonomgeving: bereikbaarheid, voorzieningen, groen, speelmogelijkheden en verkeer

2. Hoe ziet de sociale omgeving eruit: • Bevolkingsopbouw: leeftijden, etniciteit, type gezinshuishouding/gezinssamenstelling • Sociaal economische status: inkomens, 1 of 2 verdieners, uitkeringen, armoede,

werkgelegenheid/werkeloosheid en opleidingsniveau • Detailhandel: winkels • Sport en cultuur: voorzieningen

3. Hoe ziet het zorgsysteem eruit: • Gezondheidsvoorzieningen: eerste- en tweedelijns voorzieningen • Welzijnsvoorzieningen: welzijnsorganisaties, buurtnetwerk, jongerenwerk, club en

buurthuizen 4. Hoe ziet de opvang en het onderwijs eruit:

• Kinderopvang, peuterspeelzaal, scholen en naschoolse opvang 5. Hoe ziet de maatschappelijke participatie van inwoners eruit:

• Informele netwerken/ontmoetingsruimten: vrijwilligers organisaties, buurtverenigingen, speeltuinverenigingen en eigen kracht conferenties

• Vindplekken ouders (speeltuinen, sportverenigingen etc.) 6. Hoe veilig zijn de wijken:

• Overlast

Wijkanalyse | 8

• Criminaliteit

7.Hoe ziet de samenwerking tussen de verschillende organisaties/instellingen eruit: • Visies van belanghebbenden in de wijk (verenigingen, wijkraad, CJG, scholen, psz) • Beschrijving 2 deelnemende CJG’s: visie, organisatie, personeel, gebouw, aanbod en

samenwerking met andere organisaties/instellingen in de wijk. 8. Hoe ziet de betrokkenheid van opvoeders in het opgroeien en opvoeden van hun kinderen in de wijk eruit

• beelden van opvoeders over opvoeding en opvoedingsondersteuning

1.2 Begrippen en definities

Beginsituatie Hiermee wordt de startpositie bedoeld van het werkgebied van de CJG’s Oosterpark en Groningen Zuid. Het doel hiervan is goed te krijgen op de situatie in een wijk of op onderdelen daarvan (Doornebal & Hennink, 2012). In deze beginsituatie worden variabelen beschreven die van belang zijn voor het Centrum voor Jeugd en Gezin in het kader van omgevingsgericht en preventief werken. De variabelen zijn: de sociale- en fysieke omgeving, het zorgsysteem, opvang en onderwijs, maatschappelijke participatie bewoners en de veiligheid in desbetreffende buurten. Wijkanalyse

Een wijkanalyse is een onderzoek naar hoe een wijk in elkaar zit. Een wijkanalyse wordt ook wel omschreven als een ‘kijkoperatie’ in de wijk. De wijk wordt helemaal doorgelicht om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie in een wijk. Er kan gekeken worden naar de wijk als geheel maar er kan ook gekeken worden naar specifieke onderdelen. De resultaten van deze analyses worden schriftelijk weergegeven en vastgelegd. Wijkanalyses worden gebruikt door instellingen en gemeenten voor het maken van keuzes en het formuleren van punten die verbeterd kunnen worden (http://www.profi-leren.nl/files/saw_dc42.pdf). De onderdelen die in dit onderzoek worden onderzocht zijn de specifieke onderdelen die zijn verbonden met de deelvragen (variabelen).

Frontliniewerkers De pedagogische consulenten, de maatschappelijk werkers en de (sociaal) verpleegkundigen die werkzaam zijn in het CJG (Doornenbal & Hennink, 2012). Werkgebied CJG Oosterpark:

• Oosterpark: Bloemenbuurt, Damsterbuurt, Florabuurt, Gorechtbuurt en Oosterparkbuurt. • Binnenstad Oost, Oosterpoortbuurt en Woonschepenhaven (CJG Oosterpark, 2013).

CJG Groningen Zuid Doordat het werkgebied van het CJG Groningen Zuid dermate groot is, is in overleg met de CJG coördinator van het CJG Groningen Zuid een keuze gemaakt in de volgende wijken:

• De Wijert- Noord • De Wijert-Zuid • Corpus den Hoorn-Noord

Wijkanalyse | 9

De overige wijken die vallen onder het werkgebied van Groningen Zuid worden niet meegenomen in de wijkanalyse. Bijlage 1 bevat een overzicht van de wijken en de (sub)buurten welke zijn meegenomen in de wijkanalyse.

Wijkanalyse | 10

2. Methodiek

In dit hoofdstuk wordt de methodiek van dit onderzoek beschreven. Het design wordt toegelicht. Vervolgens zullen de onderzoekseenheden, de populatie en de steekproef worden beschreven. Hoe de gegevens ten behoeve van de wijkanalyse verzameld zijn, wordt beschreven in de paragraaf dataverzameling. Het hoofdstuk zal worden afgesloten met de data analyse.

2.1 Onderzoeksdesign Dit onderzoek was een kwantitatief onderzoek. Er zijn binnen dit onderzoek cijfermatige gegevens verzameld, wat kenmerkend is voor het design van kwantitatief onderzoek (Verhoeven, 2011). Het onderzoek dat is uitgevoerd was verdeeld in drie verschillende fases. Fase 1 bestond uit desk research aanvullend met interviews van twee CJG coördinatoren en consultenten. Fase 2 bestond uit observaties in de wijk. Fase 3 bestond uit enquêtes afnemen in de wijk. De fases worden verder toegelicht in onderstaande paragrafen. 2.2 Onderzoekseenheden, populatie en steekproef 2.2.1 Desk research en aanvullend interviews CJG coördinatoren en consulenten Er is gebruik gemaakt van bestaande datasets met kwantitatieve gegevens. De zoektermen die gebruikt werden kwamen overeen met de variabelen, namelijk: de fysieke omgeving, de sociale omgeving, het zorgsysteem, opvang en onderwijs, de maatschappelijke participatie, de veiligheid en CJG Oosterpark en Groningen Zuid. De kwantitatieve gegeven zijn verzameld uit de volgende databases:

- Gronometer - Loket Onderzoek en Statistiek - Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2012 - Website Gemeente Groningen

Daarnaast is aanvullende datasets en mondelinge informatie aangeleverd door de CJG coördinatoren (2) en consulten (2) van Oosterpark en Groningen Zuid. Zij zijn benaderd omdat zij de aanspreekpunt zijn voor verdere informatie omtrent het CJG. De interviews hebben in april en mei 2013 plaatsgevonden. De volgende variabelen waren hierbij van belang: visie CJG, CJG team, aanbod, gebouw en samenwerking intern en extern. 2.2.2 Observaties in de wijk Ter aanvulling op de desk research zijn er observaties in de wijken/buurten van het werkgebeid CJG Oosterpark en Groningen Zuid uitgevoerd. De observaties waren gericht op de volgende variabelen: speeltuinen, schoolpleinen, groenvoorziening, recreatie/meer, ontmoetingsplekken, verkeersveiligheid, criminaliteit. 2.2.3 Enquête in de wijk Het doel van de enquête was om de betrokkenheid bij het opgroeien en opvoeden van ouders en hun kinderen te meten.De straatenquêtes zijn zowel mondeling als online afgenomen bij ouders in de wijk. De inclusiecriteria waren:

- ouders woonachtig in de buurten die vallen onder het werkgebied van het CJG Oosterpark en Groningen Zuid

- ouders met kinderen in de leeftijd van 0-23 jaar - ouders die de Nederlandse taal beheersen. Dit om te voorkomen dat

vragen/stellingen niet tot nauwelijks werden begrepen en daardoor een verkeerd

Wijkanalyse | 11

antwoord gegeven werd, en om te voorkomen dat het gegeven antwoord verkeerd geïnterpreteerd werd door de onderzoekers

- ouders die waren te vinden op de vindplekken die vallen binnen het werkgebied van het CJG Oosterpark en Groningen Zuid

- ouders die toestemming hebben gegeven voor het afnemen van de enquête. Het streven was om van ieder werkgebied van het CJG Oosterpark en Groningen Zuid 40 opvoeders te benaderen. Dit is een deel van de populatie opvoeders in de wijk wat maakt dat de steekproef klein was en daarom niet representatief is voor de gehele populatie opvoeders wat woonachtig is in de wijken. Omwille hiervan dienen de resultaten die in dit rapport beschreven staan met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.

2.3 Dataverzameling 2.3.1 Desk research en aanvullend interviews CJG coördinatoren en consulenten Met behulp van bestaande datasets is gezocht naar informatie naar de desbetreffende variabelen beschreven in paragraaf 2.2.1. Dit waren ook tevens de zoektermen. De interviews zijn afgenomen bij de CJG coördinatoren en CJG consulten van Oosterpark en Groningen Zuid. De topics van de interviews kwamen overeen met de eerder beschreven variabelen in 2.2.1: visie CJG, CJG team, aanbod, gebouw en samenwerking intern en extern. 2.3.2 Observaties in de wijk Ter aanvulling van de desk research zijn er observaties afgenomen in de wijk. Door middel van observeren in het ‘veld’ in alle daagse situaties is er een beeld ontstaan van de wijk. Dit is gebeurd door middel van gestructureerde observaties (Verhoeven, 2011). Er is hiervoor een observatie instrument ontwikkeld, hierbij is gebruik gemaakt van een bestaand observatie instrumenten (TNO, 2004). Bijlage 2 bevat het observatie instrument. De variabelen die verwerkt zijn in het instrument waren: speeltuinen, schoolpleinen, groenvoorziening, recreatie/meer, ontmoetingsplekken, verkeersveiligheid, criminaliteit. Daarnaast is opgenomen: tijd, datum en weeromstandigheid. Dit omdat de tijd van het jaar en de weersomstandigheden van invloed kunnen zijn op de interpretatie van de variabelen in het observatie-instrument. Het instrument is voorgelegd aan de deelprojectleiders en inhoudelijk projectleider. Voorafgaand aan de observaties is het instrument getest op helderheid en interpretatie van de observatiepunten . Om de betrouwbaarheid van de observatie te vergroten is in iedere wijk drie keer geobserveerd op drie verschillende momenten van de dag in de maanden maart en april 2013. De onderzoekers hebben onafhankelijk geobserveerd. Vergelijkingen hebben plaatsgevonden. 2.3.3 Enquête in de wijk De enquête die gebruikt is in de wijkanalyse, is een bestaand meetinstrument uit het project 'Allemaal Opvoeders', een onderzoeksproject naar de (versterking van) de pedagogische civil society (NJI, n.d.). In overleg met de projectleider van 'Allemaal Opvoeders' is de enquête in zijn geheel gebruikt als onderdeel van de wijkanalyse. Het doel van de enquête was om een beeld te krijgen van de attitude van opvoeders ten aanzien van de betrokkenheid van andere volwassenen bij het opgroeien en opvoeden van kinderen. De attitudes van opvoeders zijn geoperationaliseerd in: bereidheid opvoedingsverantwoordelijkheden te delen (ontvangen en geven van informele steun, het pedagogisch klimaat in de buurt, het delen van de opvoedingsverantwoordelijkheid) en de belangstelling om deel te nemen aan activiteiten met andere ouders (Kesselring, de Winter, Horjus, van de Schoot, & van Yperen, 2012). Voordat de enquêtes zijn afgenomen, is er een pre-test gedaan op de volgende onderdelen: juiste vindplekken, aanspreken van opvoeders, helderheid van vragen. De afname van de enquête in de maanden april en mei 2013 heeft op drie verschillende manieren plaatsgevonden:

Wijkanalyse | 12

1. Op locatie/vindplekken. Ouders werden door onderzoekers bij bijvoorbeeld een speeltuin, basisschool of zwembad aangesproken met de vraag of ze mee wilden doen aan de meting. Bij een positief antwoord werd de enquête direct afgenomen.

2. Internetlink op flyer. Sommige ouders gaven aan geen tijd te hebben om de enquête direct af te laten nemen. Door de internetlink mee naar huis te nemen, kregen de ouders de mogelijkheid om de enquête thuis online in te voeren.

3. Via instanties. De onderzoekers hebben aan een aantal SKSG’s en het CJG flyers mogen geven. Tevens hebben de onderzoekers bij het CJG nog een aantal enquêtes achter mogen laten. Deze instanties hebben de enquêtes c.q. flyers uitgedeeld aan de ouders.

2.4 Data-analyse 2.4.1 Desk research en aanvullend interviews CJG coördinatoren en consulenten De gegevens vanuit de desk research zijn handmatig geanalyseerd. Gegevens uit de verschillende datasets zijn verzameld en gecombineerd. Om structuur aan te brengen in de verkregen gegevens, zijn de gegevens geanalyseerd aan de hand van de volgende stappen:

• Het doorlezen van de gegevens: welke data zijn van belang? Op welke deelvragen dient antwoord gegeven te worden?

• Evalueren van gebruikte termen: welke waarde heeft het? • Coderen: met welke woorden/codes wordt het fragment het beste omschreven? • Groeperen van termen: wat hoort bij elkaar? • Hiërarchie aanbrengen: sorteren van de gecodeerde begrippen. • Evalueren of probleemstelling wordt beantwoord met de gevonden gegevens. Heb je meer

gegevens nodig? Ontbreekt er nog informatie? De gegevens zijn op de eerder genoemde variabelen op buurt- en/of wijkniveau verwerkt. Deze gegevens zijn gepresenteerd in verhalende tekst en tabellen. 2.4.2 Observaties in de wijk De gegevens vanuit de observaties zijn ook handmatig geanalyseerd. Om structuur aan te brengen in de verkregen gegevens, zijn de gegevens geanalyseerd aan de hand van de volgende stappen:

• Het doorlezen van de gegevens: welke data zijn van belang? Op welke deelvragen dient antwoord gegeven te worden?

• Evalueren van gebruikte termen: welke waarde heeft het? • Coderen: met welke woorden/codes wordt het fragment het beste omschreven? • Groeperen van termen: wat hoort bij elkaar? • Hiërarchie aanbrengen: sorteren van de gecodeerde begrippen. • Evalueren of probleemstelling wordt beantwoord met de gevonden gegevens. Heb je meer

gegevens nodig? Ontbreekt er nog informatie? De variabelen die opvallend waren zijn opgenomen in de wijkanalyse. Ook deze gegevens zijn op de eerder genoemde variabelen op buurt- en/of wijkniveau verwerkt. Deze gegevens zijn ondersteunend aan de gegevens uit de desk research en opgenomen in verhalende tekst. 2.4.3 Enquête in de wijk De gegevens vanuit de straatenquêtes zijn in SPSS versie 16 verwerkt. Dit programma heeft de vragen gecodeerd en gesorteerd en tevens opgeteld. De uitkomsten vanuit deze enquêtes komen voort uit frequentietabellen van de variabelen en worden weergegeven in verhalende tekst en tabellen.

Wijkanalyse | 13

3. Resultaten In dit hoofdstuk worden eerst de resultaten van de desk research beschreven. De resultaten uit de observaties van de wijken zijn daarin meegenomen. Aansluiten d zijn de uitkomsten van de interviews met de CJG coördinatoren en CJG consulten beschreven, wat gaat over de beide CJG's. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de beschrijving van de resultaten uit de enquête onder ouders.

3.1 Fysieke omgeving 3.1.1 Woonruimte

De wijken De Wijert-Noord, De Wijert- Zuid en Corpus den Hoorn-Noord zijn gelegen in het zuiden van de stad Groningen. In de Wijert-Noord wonen 5.139 personen. In de wijk zijn veel rijtjeshuizen en portiekwoningen aanwezig, in totaal 2.808 woonruimtes. De Wijert-Zuid wonen 2.530 personen. In vergelijking met de Wijert-Noord een wat kleinere wijk met grotere, laag gelegen woningbouw, in totaal 1.303 woonruimtes. Corpus den Hoorn-Noord is een grotere wijk met 4.432 inwoners. In de wijk zijn veel galerij en portiekwoningen aanwezig (Gronometer, 2011; Gronometer, 2013).

De Oosterparkwijk bestaat uit de Bloemenbuurt, de Damsterbuurt, de Florabuurt, de Gorechtbuurt en de Oosterparkbuurt. In de wijk zijn 12.000 personen woonachtig. In de wijk woont het grootste gedeelte van de bevolking in een rijtjeshuis, boven of beneden woning of portiekwoning. Binnenstad-Oost is onderdeel van de binnenstad, het stadshart van Groningen. Dit is het gebied tussen de diepenring en het UMCG en heeft 2.816 inwoners. In deze buurt woont het grootste deel van bevolking in een rijtjeshuis, boven of beneden woning of portiekwoning. De Oosterpoortbuurt is een buurt in de Oosterpoortwijk die ten zuiden van het centrum is gelegen, tussen het verbindingskanaal, het Winschoterdiep, de zuidelijke ringweg en een spoorlijn. De Oosterpoortbuurt heeft 5.021 inwoners. In deze buurt woont het grootste deel van de bevolking in een rijtjeshuis, boven of beneden woning of portiekwoning. De Woonschepenhaven ligt aan de kruising van het Winschoterdiep en het Eemskanaal. Het is een woonwijk in de wijk Ruischerbrug/ Woonschepenhaven en heeft 138 inwoners. De inwoners van de Woonschepenhaven wonen in woonboten (Gemeente Groningen, n.d.; Gronometer, 2011; Gronometer 2013).

3.1.2 Woonomgeving

Zowel de bewoners van de Wijert-Noord als in Corpus den Hoorn-Noord en ook in de Oosterpark zijn grotendeels tevreden over het schoonhouden van de woonomgeving, onderhoud van groen, onderhoud van wegen en fietspaden, onderhoud van speelvoorzieningen (Gronometer, 2012). Daarentegen blijkt uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2012 (van Teerns, Daalman, de Jong, Straatsma & Zwanenberg, 2013) dat de Wijert onder het stedelijk gemiddelde scoort voor wat betreft het schoonhouden van de woonomgeving .

De Oosterpark, de Wijert scoren niet hoog op de tevredenheid van jongerenvoorzieningen (Gronometer, 2010), wel scoort het hoger ten opzichte van het stedelijk gemiddelde De bewoners van Corpus den Hoorn scoren duidelijk minder tevreden dan gemiddeld in de stad (van Teerns et al., 2013).

In alle wijken en buurten zijn speeltuinen te vinden. De meesten zijn gelegen in de Oosterparkwijk en de Wijert-Noord. De Oosterparkwijk heeft daarnaast ook speeltuinverenigingen, parken en

Wijkanalyse | 14

recreatiewater. De speeltuinen zijn vrij toegankelijk en afgeschermd en beschikken meestal over bankjes en staan in de buurt van woningen. Opvallend is wel dat in Binnenstad-Oost over weinig speelvoorzieningen beschikt, de speeltuinen die aanwezig zijn, zijn kleiner en beschikken over minder attributen in vergelijking tot de andere buurten (Gronometer, 2006). Uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2012 (van Teerns et al., 2013) wordt dit bevestigd, de inwoners uit het Centrum (waaronder Binnenstad-Oost) zijn tamelijk ontevreden over de speelmogelijkheden voor jongere kinderen in hun buurt.

3.1.3 Verkeer

In de Wijert-Noord en de Wijert-Zuid lopen twee grote wegen: de van Ketwich van Schuurlaan en de Vondellaan.In de rest van deze buurten is het rustig. In Corpus den Hoorn-Noord ligt een lange drukke weg: de Paterswoldseweg. Op deze weg rijdt veel druk verkeer. Verder is er in de wijk rustig en weinig verkeer aanwezig. In de drie buurten zijn overal fietspaden, verkeerdrempels en stoplichten aanwezig. In de Oosterparkwijk en de Oosterpoortbuurt is het voornamelijk op de hoofdwegen (Zaagmuldersweg en Meeuwerderweg) erg druk qua verkeer. Daarnaast zijn er in de ochtend en namiddag veel fietsers aanwezig die de veiligheid in het verkeer belemmeren. Op de hoofdwegen is geen sprake van een fietspad waardoor de fietsers op de rijbaan dienen te fietsen waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. In Binnenstad-Oost en Woonschepenhaven is het qua verkeer minder druk en zijn opvallend veel verkeersremmende maatregelen getroffen, waardoor de verkeersveiligheid in deze twee buurten, in vergelijking tot andere buurten, hoger is. Opvallend is dat in verhouding de meeste verkeersongevallen zich voordoen in Corpus den Hoorn-Noord en in de Oosterparkwijk, met name de Gorechtbuurt (Gronometer, 2009). 3.2 Sociale omgeving 3.2.1 Leeftijden In de tabellen 1 en 2 worden de leeftijden per wijk/buurt weergegeven.

Leeftijden %

De Wijert-Noord N = 5.139 (2013)

De Wijert-Zuid N = 2.530

Corpus den Hoorn-Noord N = 4.432

0 t/m 3 jarigen 4,9 4,3 3,7 4 t/m 12 jarigen 8,2 8,9 5,3 13 t/m 18 jarigen 4,6 7,4 3,6 19 t/m 22 jarigen 6,6 2,8 6,2 23 t/m 27 jarigen 11,7 2,5 11,5 28 t/m 34 jarigen 15,1 5,3 12,8 35 t/m 49 jarigen 19,9 16,2 17,0 50 t/m 64 jarigen 13,4 25,1 14,2 65 t/m 79 jarigen 8,5 19,7 13,6 80 jarigen en ouder 7,2 7,7 12,2 Tabel 1: Leeftijden Groningen-Zuid (Gronometer, 2013)

Uit tabel 1 blijkt dat 17% in de Wijert-Noord en Zuid en Corpus den Hoorn-Noord een leeftijd heeft van 0-18 jaar, dit is vergelijkbaar met die van de stad (17%). In deze buurten wonen er minder jong volwassenen (14%) in de leeftijd van 19 tot en met 27 jaar maar juist meer 35-plussers (18%) en 50- plussers (40%)

Wijkanalyse | 15

Leeftijden %

Oosterparkwijk N = 12.000

Binnenstad Oost N = 2.816

Oosterpoortbuurt N = 5.021

Woonschepen Haven N = 138

0 t/m 3 jarigen 4,3 1,5 2,3 2,2 4 t/m 12 jarigen 5,0 1,6 3,2 8,7 13 t/m 18 jarigen 3,2 3,2 4,2 5,1 19 t/m 22 jarigen 15,8 24,1 20,5 13,0 23 t/m 27 jarigen 17,3 25,4 18,8 10,9 28 t/m 34 jarigen 15,6 12,7 13,3 9,4 35 t/m 49 jarigen 17,1 12,9 16,0 28,3 50 t/m 64 jarigen 13,1 13,0 14,5 21,0 65 t/m 79 jarigen 6,1 4,7 5,9 0,7 80 jarigen en ouder 2,6 0,9 1,3 0,7 Tabel 2: Leeftijden Oosterpark (Gronometer, 2013)

Uit tabel 2 blijkt dat in de Oosterparkwijk en Binnenstad Oost, Oosterpoortbuurt en de Woonschepenhaven er relatief gemiddeld minder (11%) kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar wonen. In deze buurten wonen er meer (36%) jong volwassenen in de leeftijd van 19 tot en met 27 jaar. Minder dan een kwart (21%) is 50-plusser.

3.2.2 Etniciteit

De tabellen 3 en 4 geven de etniciteit aan van de wijken en buurten.

Etniciteit %

De Wijert-Noord N = 5.139

De Wijert-Zuid N = 2.530

Corpus den Hoorn-Noord N = 4.432

Nederlands 71 86,4 78,5 Westers 13,7 8,5 10,2 Niet Westers 15,2 5,1 11,3 Tabel 3: Etniciteit Groningen-Zuid (Gronometer, 2013)

Etniciteit %

Oosterparkwijk N = 12.000

Binnenstad Oost N = 2.816

Oosterpoortbuurt N = 5.021

Woonschepen Haven N = 138

Nederlands 77,1 75,6 80,6 84,1 Westers 10,4 14,3 13,5 13,8 Niet Westers 12,5 10 5,8 2,2 Tabel 4: Etniciteit Oosterpark (Gronometer, 2013)

Zowel tabel 3 als tabel 4 blijkt dat in de Wijert Noord (29%), in de Oosterparkwijk (23%) en in de Binnenstad Oost (24%) de meeste allochtonen wonen, dit ligt boven het gemiddelde van gemeente Groningen (22%). Ook het aandeel niet-westerse allochtonen ligt in de Wijert-Noord (15%) en in de Oosterparkwijk (13%) iets boven het gemiddelde van gemeente Groningen (11%).

In de Oosterparkwijk wonen relatief veel mensen die afkomstig zijn uit de Nederlandse Antillen/Aruba. Het merendeel van de niet-Westerse bevolking uit de Binnenstad-Oost en de Oosterpoortbuurt is afkomstig uit Indonesië/Nederlands Indië/Nieuw-Guinea. Hetzelfde geldt voor de niet-Westerse bevolking uit Groningen Zuid.

Wijkanalyse | 16

3.2.3 Huishoudens De tabellen 5 en 6 geven de huishoudens aan van de wijken en buurten.

Type en totaal aantal huishoudens (2012) %

De Wijert-Noord N = 5.139

De Wijert-Zuid N = 2.530

Corpus den Hoorn-Noord N = 4.432

Eenpersoonshuishoudens 47,6 39,9 50,3 Samenwonend zonder kinderen

16,5 31,4 19,5

Eenpersoonshuishouden, jongere

12,3 1,2 11,4

Samenwonend jongeren 4,4 1,1 4,7 Samenwonend met kinderen 11,0 22,1 9,0 Eenoudergezin 8,3 4,3 5,2 Overige huishoudens met kinderen

0,0 0,0 0,0

Gemiddeld huishoudensgrootte (personen)

1,6 2 1,6

Totaal aantal huishoudens (2012)

2.961 1.254 2.762

Tabel 5: Huishoudens Groningen-Zuid (Gronometer, 2012)

Uit tabel 5 blijkt dat kinderen uit Groningen Zuid gemiddeld 14% van de huishoudens uit samenwonende gezinnen komen en gemiddeld 6% uit eenoudergezinnen.

Type en totaal aantal huishoudens %

Oosterparkwijk N = 12.000

Binnenstad Oost N = 2.816

Oosterpoortbuurt N = 5.021

Woonschepen Haven N = 138

Eenpersoonshuishoudens (2012)

37,6 32,0 31,1 40,3

Samenwonend zonder kinderen (2012)

13,3 9,5 13,0 19,4

Eenpersoonshuishouden, jongere

31,3 48,4 40,5 13,9

Samenwonend jongeren 4,9 4,4 5,9 4,2 Samenwonend met kinderen 7,0 3,1 5,8 19,4 Eenoudergezin: 6,0 2,4 2,6 2,8 Overige huishoudens met kinderen:

0,0 0,0 0,0 0,0

Gemiddeld huishoudensgrootte (personen) (2012)

1,5 1,3 1,4 1,7

Totaal aantal huishoudens (2012)

7.958 2.213 3.596 72

Tabel 6: Huishoudens Oosterpark (Gronometer, 2012)

Tabel 6 geeft aan dat in de Oosterpark gemiddeld 9% van de huishoudens een samenwonend gezin is en 3% gemiddeld een eenoudergezin.

Onderling vergeleken bestaan de Wijert-Noord (8%) en de Oosterparkwijk (6%) uit de meeste huishoudens met eenoudergezinnen. Tenslotte is het opvallend dat in alle wijken en buurten grotendeels sprake is van de aanwezigheid van eenpersoonshuishoudens met uitzondering van de Oosterpoortbuurt, in deze buurt zijn voornamelijk jongere eenpersoonshuishoudens aanwezig.

Wijkanalyse | 17

3.2.4. Werk en inkomen

De tabellen 7 en 8 geven het werk en inkomen aan van de wijken en buurten.

Werk (2012) De Wijert-Noord N = 5.139 (2013)

De Wijert-Zuid N = 2.530

Corpus den Hoorn-Noord N = 4.432

Totaal potentiële beroepsbevolking

3.402 1.479 2.762

Aantal werkzame personen totaal

1.337 705 2.763

% Niet Werkende werkzoekende (NWW)

9,3 2,2 6,0

% mensen met een bijstandsuitkering

7,8 0,5 4,9

Gemiddeld huishoudens inkomen (2009) (1000 euro)

23,7 40,5 24,2

Gemiddeld inkomen per persoon(2009) (1000 euro)

18,8 29,6 19,2

Tabel 7: Werk en inkomen Oosterpark (Gronometer, 2012, Gronometer 2009)

Werk (2012) Oosterparkwijk N = 12.000

Binnenstad Oost N = 2.816

Oosterpoortbuurt N = 5.021

Woonschepen Haven N = 138

Totaal potentiële beroepsbevolking

9.436 2.534 4.334 106

Aantal werkzame personen totaal

15.777 1.352 2.294 11

% Niet Werkende werkzoekende (NWW)

7,1 4,8 3,6 8,5

% mensen met een bijstandsuitkering

8,0 5,4 4,9 6,4

Gemiddeld huishoudens inkomen (2009) (1000 euro)

23,9 24,4 24,6 -

Gemiddeld inkomen per persoon(2009) (1000 euro)

18,1 17,4 18,5 -

Tabel 8: Werk en inkomen Groningen-Zuid (Gronometer, 2012, Gronometer 2009)

Zowel uit tabel 7 als uit tabel 8 blijkt dat de werkloosheid in beide wijken hoger (6%) ligt dan in de gemeente Groningen (5%). In de Wijert-Noord (9%), de Woonschepenhaven (9%) en in de Oosterparkwijk (7%) is het werkloosheid percentage het hoogst. Daarnaast heeft 6% van de mensen in de Oosterpark een bijstandsuitkering, boven het gemiddelde van de gemeente Groningen (5%), terwijl dat in Groningen-Zuid ruim 4% is. In de Wijert-Noord, de Oosterpark (beiden 8%) en de Woonschepenhaven (6%) wonen de meeste mensen met een bijstandsuitkering. Het gemiddeld inkomen ligt het hoogst in de Wijert-Zuid , Oosterpoortbuurt en de Binnenstad Oost.

3.2.5 Detailhandel In de Wijert(-Noord) , Corpus den Hoorn (-Noord) en in de Oosterpark zijn de inwoners tevreden over de winkelvoorziening. De Wijert- Zuid heeft geen winkelcentrum, er is wel een supermarkt gevestigd (Gronometer, 2012, van Teerns et al., 2013).

Wijkanalyse | 18

3.2.6 Sport en Cultuur In zowel de Oosterpark als in de Wijert en Corpus den Hoorn-Noord zijn er voldoende sport mogelijkheid voor zowel kinderen als jongeren. Dit kan bij een vereniging, maar ook op verharde speelpleinen (bijvoorbeeld basketbalvelden) die aanwezig zijn. In de Wijert-Noord en in Corpus den Hoorn-Noord zijn zwembaden aanwezig. Het is opvallend dat er in de Wijert-Zuid in vergelijking met de Wijert-Noord en Corpus den Hoorn-Noord minder sport locaties zijn (Gronometer, 2011).

In de Wijert en Corpus den Hoorn- Noord zijn er niet veel mogelijkheden met betrekking tot cultuur dit in tegenstelling tot de Oosterpark waar voldoende cultuurvoorzieningen aanwezig zijn. In de Wijert en Corpus den Hoorn- Noord zijn geen musea ’s, theaters of bioscopen aanwezig. In de Wijert-Noord is een bibliotheek aanwezig. Hier kunnen bewoners uit de Wijert-Zuid en Corpus den Hoorn ook gebruik van maken (Vestigingenregister, 2012).

3.3 Zorgsysteem Met uitzondering van de Woonschepenhaven zijn er in alle wijken/buurten verschillende gezondheidsinstellingen (eerste- en tweedelijns voorzieningen) aanwezig zoals huisarts,-tandarts-, paramedische praktijken. Daarnaast zijn er ook welzijnsinstellingen aanwezig. 3.4 Opvang en het onderwijs

Met uitzondering van de Woonschepen haven beschikken alle buurten in Groningen Zuid en Oosterpark één of meerdere basisscholen en kinderdagopvang en/of peuterspeelzaal. In Groningen Zuid bevat Corpus den Hoorn de meeste basisscholen (6), daarentegen bevat de Wijert-Noord meerdere kinderdagverblijven (4), mogelijkheden voor voortgezetonderwijs (5) en meerdere scholen op MBO niveau (5). In de Oosterpark bevat de Oosterparkwijk de meeste basisscholen (4) en kinderdagopvang/naschoolseopvang (11) en peuterspeelzalen (3). Daarentegen bevat de Binnenstad- Oost meer scholen met voortgezet onderwijs (4) (Onderzoek en Statistiek, n.d.).

3.5 Participatie van inwoners en ontmoetingsplekken

Ontmoetingsplekken zijn plekken waar personen (jong en oud) elkaar kunnen ontmoeten. Naast dat in elke wijk de speeltuin en opvang van kinderen zoals kinderopvang, peuterspeelzaal, onderwijs (de scholen), sportvereniging en het CJG als ontmoetingsplek kan fungeren, zijn er in de wijk ook andere mogelijkheden voor ontmoeting en participatie in eigen wijk/buurt. Uit onderzoek blijkt dat inwoners de Wijert en Corpus den Hoorn meer tevreden zijn over de ontmoetingsplekken dan het gemiddelde van de stad De Oosterparkwijk is minder tevreden, met uitzondering van de Bloemenbuurt. Het Centrum, waarvan Binnenstad-Oost, een onderdeel van is, gaven de inwoners aan dat er te weinig ontmoetingsplekken zijn (van Teerns et al., 2013).

De Oosterparkwijk beschikt over meerdere speeltuinverengingen, een bewonersorganisatie Oosterpark, buurtvereniging Oosterpark kerk, de Oosterpark/Pioenpark. Binnenstad-Oost heeft winkels als ontmoetingsplek. In de Oosterpoortbuurt zijn de volgende ontmoetingsplekken voor ouders en kinderen aanwezig: buurtcentrum de Poortershoes, buurtoverleg, winkelstraat, kerk en

Wijkanalyse | 19

een speeltuinvereniging. De Woonschepenhaven beschikt over een buurt- en speeltuinvereniging, en een bewonersorganisatie die als ontmoetingsplek dienen. Voor de jeugd, in de Oosterparkwijk, Binnenstad-Oost, Oosterpoortbuurt en de Woonschepenhaven, zijn de winkels en winkelstraten, de Oosterpark en de Pioenpark, de scholen, de kerken en de verharde speelpleinen ontmoetingsplekken. Uit observatie is tevens gebleken dat er voor ouders, kinderen en jongeren in de wijk/buurten voldoende ruimte is om elkaar te kunnen ontmoeten. Daarnaast kan een buurthuis ook een ontmoetingsplek zijn.

De Wijert-Noord bevat een speeltuinvereniging. De speeltuinvereniging is gelegen in het multifunctioneel centrum waarbij meerdere diensten verleend worden. Uit observaties zijn er geen specifieke ontmoetingsplekken in de Wijert-Zuid en Corpus den Hoorn-Noord gevonden (van Teerns et al., 2013).

Uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2012 (van Teerns et al., 2013) blijkt dat zowel in de Oosterparkwijk en specifiek in de Bloemenbuurt de leefbaarheid lager ligt dan het stedelijk gemiddelde. Ook zijn de bewoners uit de Bloembuurt minder gehecht aan hun buurt. De sociale samenhang zowel in de Oosterparkwijk als in de Bloemenbuurt scoren lager dan gemiddeld in de stad. Er zijn relatief weinig mensen die vinden dat ze voldoende contact met buurtgenoten hebben. Wel is een toename te zien van het percentage bewoners dat actief is geweest in de buurt, dit ligt nu op het stadsgemiddelde (Gronometer, 2010).

De Wijert scoort op de leefbaarheid onder het stadsgemiddelde, dit betreft ook de sociale kant. Wel zijn bewoners meer actief voor de buurt. Corpus den Hoorn daarentegen scoort duidelijk beter dan elders in de stad. Het oordeel over de leefbaarheid scoort gemiddeld. Een toename is te zien in de sociale leefomgeving waaronder het percentage bewoners dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de buurt (Gronometer, 2010; van Teerns et al., 2013).

3.6 Veiligheid

De bewoners uit de Oosterpark geven iets vaker dan gemiddeld aan zich onveilig te voelen in de eigen buurt. Ook het overlastcijfers en drugsoverlast is iets hoger dan het stadsgemiddelde. Corpus den Hoorn wordt als veilige wijk ervaren, er is minder sprake van overlast in de vorm van geluid, omwonenden en groepen jongeren. Drugsoverlast ligt onder het stadsgemiddelde. De inwoners van de Wijert beoordelen hun wijk als iets veiliger dan gemiddeld. Overlast ligt op het stadsgemiddelde (Gronometer, 2010; van Teerns et al., 2013).

3.7 CJG Oosterpark en CJG Groningen Zuid In Groningen zijn er acht CJG’s, waaronder één in Groningen Zuid en één in de Oosterpark. Deze CJG’s hebben de vrijheid om de leidraad op een bepaalde wijze uit te voeren zodat het goed aansluit bij de lokale situatie. Iedere individuele CJG moet in ieder geval voldoen aan het basismodel. Dit betekent dat de medewerkers van elk CJG effectief en efficiënt samenwerken met Jeugdgezondheidszorg, Bureau Jeugdzorg en Zorg- Adviesteams. Om een CJG succesvol te laten verlopen is het belangrijk dat er sprake is van een laagdrempelige toegang voor alle ouders. Er moet rekening gehouden worden met een aanbod voor ouders, kinderen en jongeren. Hierbij gaat het om,

Wijkanalyse | 20

volgens de kenniskring Centrum voor Jeugd en Gezin van het Nederlands Jeugdinstituut, de drie B’s: bekendheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid (CJG Groningen, n.d.; NJI, 2008).

Het aanbod van de diensten van het CJG in Groningen is verdeeld in drie te onderscheiden pijlers:

1. Inlooppunt voor informatie en advies. 2. Opvoed- en opgroeipraktijk (inclusief ontwikkelingsstimulering). 3. Sluitende aanpak van zorg.

De eerste twee pijlers zijn onderdeel van het CJG in de wijk, waar je als ouders en jongeren rechtstreeks naar toe kunt. De derde pijler is daar waar de zorgcoördinatie en samenwerking met het onderwijs en justitie plaatsvindt. Naast het basisaanbod kent ieder CJG een aanvullend aanbod dat per wijk wordt vastgesteld (Bakker, 2013). Wanneer er vragen zijn of hulp nodig is bij opvoedingsvragen of problemen is er een mogelijkheid om naar professionals en instanties te gaan. Bij het kiezen van deze professionals of instanties is het CJG in staat te helpen en advies te geven. Het uitgangspunt van het CJG is samen met ouders te kijken naar de mogelijkheden met betrekking tot opvoeding (CJG Groningen, n.d.).

3.7.1 Visie CJG De visie van het CJG Groningen is geschreven aan de hand van de ambities van het integraal jeugdbeleid en door de landelijke opdracht tot het inrichten van de CJG’s.

“Groningen wil voor gezinnen en jongeren een van de aantrekkelijkste steden van Nederland zijn, een stad waar het goed opgroeien is en kinderen volop kansen krijgen hun talenten te ontwikkelen, en waar ouders op een passende manier ondersteund worden om hun kinderen plezierig op te voeden, ongeacht hun sociaaleconomische of etnische achtergrond. Wie in Groningen is opgegroeid, moet kunnen terugkijken op een fijne jeugd, waarin een solide basis is gelegd voor het verdere leven. Groningen, een Stad om op te groeien (Gemeente Groningen, 2013).

Het CJG is een plek waar ouders zich gesteund mogen voelen bij het opvoeden. Praten over opvoeding hoeft niet langer een taboe te zijn. De leidraad bij de professionals die werkzaam zijn in het CJG is positief opvoeden. Het hoofddoel van de leidraad is daarbij het versterken van de opvoedkracht van ouders en de opgroeikracht van jongeren. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het CJG leidt tot minder langdurige en zwaardere vormen van hulp. Ouders kunnen door het CJG eerder een beroep doen op professionals als ze zich zorgen maken over de opvoeding van hun kinderen en leunen minder op hun eigen sociaal netwerk (Bakker, 2013).

Het CJG werkt vanuit de volgende uitgangspunten: - Het CJG voorkomt dat opvoedvragen uitgroeien tot problematische opvoedsituaties. - Het CJG richt zich op alle ouders, kinderen en jongeren in de leeftijd van - 9 maanden tot 23

jaar en (semi)professionals. - Het CJG werkt zoveel mogelijk wijkgericht, is laagdrempelig en heeft een positieve uitstraling - In het CJG werkt men outreachend en vraaggericht. - Het CJG versterkt de informele steun en netwerken tussen ouders, jongeren en gezinnen

onderling. - Het CJG werkt vanuit één pedagogische visie. De methode Triple-P – ofwel: Positief

Pedagogisch Programma – is het bindende opvoedprogramma dat wordt toegepast. - Het CJG biedt hulp waar nodig is en is in staat dit te coördineren. - Het CJG werkt vanuit het principe: één gezin, één plan.

Wijkanalyse | 21

- Alle hulp die er nodig is voor jongeren en gezinnen is duurt zo kort mogelijk, is gemakkelijk toegankelijk.

- De hulp en ondersteuning aan ouders en jongeren is gericht op empowerment. Het versterkt de eigen kracht van gezinnen (Bakker, 2013).

Het CJG Groningen Zuid heeft een aanvulling op de bovenstaande visie. Het CJG is een laagdrempelige, uitnodigend (voor alle vragen en problemen), levendige en geordende plek waar alle ouders welkom zijn om in een positieve sfeer en in een mooi, fris en kleurig gebouw elkaar te ondersteunen in de opvoedende taken. Een plek waar ouders zich vrij voelen om te komen en te gaan. Een plek waar ze ondersteuning en erkenning kunnen vinden;

- Een centrum met professionele medewerkers die goed samenwerken met achterliggende organisaties (Jeugdzorg, Elker, Jeugdgezondheidszorg);

- Een team met heldere, korte lijnen en duidelijke afspraken, die elkaar kennen, kunnen vinden en versterken via (in)formele contacten (1 team, 1 taak, 1 gezin/ 1 plan);

- Voor alle leeftijdsgroepen 0 (-9) tot 23 jaar; - Gericht op het signaleren van de behoeften in Zuid en gericht op sluitende preventieve zorg

en -acties, ook naar de zorgmijders; - Heeft goede faciliteiten zoals: digitale voorzieningen, cursusruimten etc.

Het CJG Oosterpark kenmerkt zich doordat het CJG in meerdere locaties zichtbaar is. Deze locaties worden door het CJG sattelieten genoemd. De achterliggende gedachte van het CJG is: “het CJG moet daar zijn waar de ouders zijn”. Het CJG dient niet alleen de ouders te bereiken die binnenkomen bij het CJG, maar ook de ouders die de (lage) drempel van het CJG niet overkomen. Deze ouders bevinden zich echter veelal wel op het consultatiebureau of op basisscholen. De sattelieten van het CJG Oosterpark: - JGZ consultatiebureau - 3 basisscholen (Oosterparkwijk en Oosterpoortbuurt) In de 3 basisscholen een ouderkamer gerealiseerd. Hier kunnen ouders elkaar ontmoeten en met elkaar gesprek gaan over opvoeden en opgroeien. Ouders van de scholen en de CJG consulent hebben in elke school een ruimte ingericht als ouderhoek. Een deel van de ochtend zullen de CJG-consulent en een vrijwilliger aanwezig zijn om koffie in te schenken, informatie en tips te geven en te luisteren naar de ouders (CJG Jaarplan, 2013).

3.7.2 Personeel Uit interviews met de CJG coördinatoren en consulenten bleek dat de professionals die werkzaam zijn in beide CJG's grotendeels overeenkwamen. Het CJG team bestaat uit: CJG-consulent, CJG coördinator, sociaal verpleegkundige(n), wijkverpleegkundige(n), CJG-medewerker, (Buurt)maatschappelijk werker, CB-assistente, arts, doktersassistente, CJG vrijwilligers. Aanschuivers in het CJG Groningen Zuid zijn professionals die werkzaam zijn bij MEE, Elker, Jeugd- en jongerenwerkers. Een aanvulling op het CJG team Oosterpark is de Jeud en Jongerenwerker.

3.7.3 Gebouw

Beide CJG's staan midden in de wijk. Het CJG gebouw Groningen- Zuid is geopend in januari 2012. Het bevat een woonkamer met speelruimte voor ouders en hun kinderen, een consultatiebureau, ruimtes om gesprekken te voeren en kantoorruimte voor personeel. Het CJG Oosterpark is een onderdeel van het Treslingshuis en heeft daar zijn onderkomen aan de zijkant van het gebouw, in de kelder/sousterrain. De ruimtes worden door het CJG gedeeld met jongeren werk van de MJD. Er is de gezamenlijke beschikking over 3 grote ruimtes. Een huiskamer/keuken en twee ruimtes waar o.a. sportieve, informatieve en digitale activiteiten kunnen

Wijkanalyse | 22

plaats vinden. Daarnaast is er de beschikking over een kantoor en een spreek-vergaderruimte. In het gebouw zit, anders als bij andere CJG’s in de Gemeente Groningen, geen consultatiebureau. Uit de interviews van de CJG coördinator en consulent van het CJG Oosterpark bleek dat dit niet ideaal voor het CJG is omdat er hierdoor geen korte verbinding ontstaat tussen het consultatiebureau en het CJG. Ouders zullen nu minder snel geneigd zijn om, na een bezoek aan het consultatiebureau, een bezoek te brengen aan het CJG. Echter heeft het consultatiebureau in zijn functie een grote rol in de informatie-, advies- en signalering en is in deze hoedanigheid een belangrijke partner in het CJG.

3.7.4 Aanbod en vraaggerichte activiteiten Uit interviews met beide CJG consulenten is gebleken dat aanbod gerichte activiteiten onvoldoende aansluiten bij de vraag van opvoeders. Ouders hebben zelf veel te bieden. Het is belangrijk om van die kracht gebruik te maken. Bij CJG-Groningen Zuid is er bijvoorbeeld een ouder een hardloop groep gestart. Zo zijn er meer initiatieven waarbij er gebruik gemaakt wordt van ruimte van het CJG en werving via hun. De consulenten gaven aan het belangrijk te vinden om ouders met dezelfde problematiek/ behoeften met elkaar te verbinden. Het CJG Oosterpark worden in de ruimtes worden onder andere sportieve activiteiten uitgevoerd en er zijn faciliteiten aanwezig voor jeugdigen en jongere kinderen zoals: speelgoed en computers. De huiskamer dient als ontmoetingsruimte voor ouders en kinderen. In deze huiskamer worden allerlei activiteiten uitgevoerd onder andere: gezond zwanger, diverse kooklessen, pittige pubers, Triple-P lezingen, kind en geld, stapprogramma’s, babymassage, ouder- en kindyoga, bewegen met je kind en gezond twaalfuurtje. Ook het CJG Groningen Zuid kent dit aanbod.

3.7.5 Samenwerking In alle CJG’s is hetzelfde takenpakket aanwezig op het gebied van opgroeien en opvoeden. Het gaat om de Jeugdgezondheidszorg van 0-23 jaar, de vijf functies op het gebied van ondersteuning en preventie in de opvoeding (vanuit de WMO) en de verbinding met de hulp van Bureau Jeugdzorg en de Zorg- en Adviesteams. Hieruit vloeien de volgende kerntaken :

- Signaleren, analyseren en, indien nodig, gespecialiseerde hulp inschakelen. - Ondersteuning en dienstverlening bieden, zoals voorlichting, advies/consultatie, informatie

en hulp, - Organiseren van integrale zorg - Monitoren, screenen en vaccineren.

Alle disciplines werken nauw met elkaar samen en streven er naar te werken zoals het CJG het in haar uitgangspunten heeft beschreven. Ieder professional is werkzaam in de instantie waar het CJG een samenwerkingsrelatie mee heeft, zoals bijvoorbeeld Maatschappelijke Juridische Dienstverlening (MJD), Centrum voor Ontwikkeling, Pedagogische activiteiten (COP), Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en Bureau Jeugdzorg (BJZ). Dit kunnen ook externe samenwerkingspartners zijn. Daarnaast werk het CJG ook samen met scholen en kinderopvang/dagverblijf (NCJ, n.d.).

Het CJG Oosterpark heeft samen met een aantal samenwerkingspartners een intentieverklaring opgesteld met als doel zicht in te zetten om de Ouder Kind Centra (CJG) te realiseren en dat zij de

Wijkanalyse | 23

reguliere taken die betrekking hebben op de werkzaamheden van het CJG uitvoeren (Intentieverklaring, n.d.). Binnen het CJG Oosterpark is er twee á drie keer per maand een signalerings- en afstemmingsoverleg. Het doel van dit overleg is om signalen te bespreken (die niet eenzijdig af te handelen zijn), een verdeling van de werkzaamheden te maken en te opereren als CJG-team. Tevens is er eens per twee-zes weken (afhankelijk van noodzaak) een ontmoeting/samenwerkingsoverleg in de wijk. Het doel van dit overleg is om werkers in de wijk te ontmoeten en de bekendheid en de betrokkenheid van het CJG richting andere professionals in de wijk uit te stralen. Dit wordt ook wel ‘soep-inloop’ genoemd. Daarnaast vinden er binnen het CJG casus overleggen plaats waarin de situatie van cliënten binnen het multidisciplinair team (het kernteam) wordt besproken. Hier vindt afstemming en taakverdeling plaats voor continuïteit van de zorgverlening (CJG Jaarplan, 2013).

3. 8 Betrokkenheid ouders bij het opgroeien en opvoeden van kinderen

In de volgende subparagrafen worden de uitkomsten van de enquête onder opvoeders (ouders) die wonen in het werkgebied van beide CJG's beschreven. Bij het lezen van opvoeders uit de Oosterpark of Groningen Zuid wordt bedoeld alle ouders die woonachtig zijn in het werkgebied van het CJG Oosterpark en Groningen Zuid.

3.8.1 Respondenten Sekse en etnische achtergrond In de Oosterpark hebben totaal 58 opvoeders de vragenlijst ingevuld; 83 % vrouw en 17% man. In Groningen Zuid hebben totaal 57 ouders de enquête ingevuld; 68% vrouw en 32% man. De grootste groep ouders beschikten over de Nederlandse Nationaliteit; 83% Oosterpark; 75% Groningen Zuid. Overige nationaliteiten waren onder andere Turks, Antilliaanse, Marokkaans, Surinaams. Aantal kinderen en leeftijd kinderen Meer dan de helft (55%) van de opvoeders in de Oosterpark heeft twee kinderen, gevolgd door één kind (31%). In beide wijken varieert het aantal kinderen per gezin van één kind tot vijf kinderen. De grootste groep ouders hebben kinderen in de leeftijd tot 6 jaar. Woonduur In beide wijken woont het grootste gedeelte van de ouders 0-10 jaar; 79% Oosterpark; 76% Groningen Zuid. 3.8.2 Centrum voor Jeugd en Gezin Aan de ouders is gevraagd of ze bekend zijn met het CJG en of ze het CJG wel eens bezocht hebben. Van de 55 ouders in Groningen Zuid geeft 44% aan het CJG te kennen en daarvan geeft 36% aan het CJG wel eens bezocht te hebben. In de Oosterpark gaven van de 56 ouders 70% aan bekend te zijn met het CJG in de wijk en daarvan gaf 29% aan het CJG bezocht te hebben. 3.8.3 Ontvangen en geven van opvoedsteun Er is aan de ouders gevraagd van welke personen (informele steun) en instanties (formele steun) zij wel eens steun of advies krijgen bij de opvoeding van hun kinderen. De ouders konden kiezen uit elf ‘hulpbronnen’ en aangeven of zij van deze ‘hulpbronnen’ wel eens steun of advies krijgen bij het opvoeden. Meerdere antwoorden waren mogelijk. In tabel 3 staat van elke hulpbron weergegeven welk percentage van de ouders hier wel/geen steun

Wijkanalyse | 24

van ontvangt. Voor ouders blijken wat betreft de informele steunbronnen de (schoon)ouders en vrienden/kennissen het meest populair. Ook overige familieleden blijken een belangrijke bron van opvoedsteun te zijn. Wat betreft de formele steunbronnen blijken de kinderopvang/peuterspeelzaal/school en CB/schoolarts het meest populair te zijn. % Oosterpark

(n=58)

Groningen Zuid (n=55)

Krijgt u bij de opvoeding weleens steun/advies van... Ja Nee Ja Nee Informele steun

• Ouders/schoonouders 85 15 75 25 • Overige familieleden 64 36 49 51 • Vrienden/kennissen 71 29 75 25 • Buren 24 76 36 64

Formele steun • Kinderopvang/peuterspeelzaal/school 59 41 66 34 • Consultatiebureau/schoolarts 64 36 34 66 • Huisarts 22 78 20 80 • Maatschappelijk werk/psycholoog/Bureau Jeugdzorg 10 90 9 91 • Centrum voor Jeugd en Gezin 15 85 14 86 • Sportcoach/trainer 7 93 11 89 • Jongerenwerk 3 97 0 100

Tabel 3: Opvoedingsondersteuning Naast de vraag of ouders steun en advies krijgen van informele en van formele instanties, is de deelnemers ook gevraagd of zij zelf in het afgelopen half jaar anderen bij de opvoeding gesteund hebben. Van de 58 ouders uit de Oosterpark geeft 59% aan wel eens opvoedingsondersteuning te geven. Van de 55 ouders uit Groningen-Zuid geeft 76% dit aan. Ook is de ouders gevraagd naar de soort opvoedsteun die zij in het afgelopen half jaar gegeven hebben aan andere ouders. Dit varieerde: advies geven, kinderen van school halen, een luisterend oor bieden en oppassen. Tot slot is aan de ouders gevraagd of zij denken dat de steun die ze gegeven hebben de ontvanger heeft geholpen. Van de 33 ouders in de Oosterpark denken de meeste (58%) ouders dat dit vaak geholpen heeft, dit tegenover 33% uit Groningen Zuid. 3.8.4 Pedagogisch buurtklimaat Aan de ouders zijn stellingen voorgelegd over het pedagogisch buurtklimaat. Aan opvoeders is onder andere gevraagd: is dit een goede buurt voor kinderen om op te groeien. Ouders konden bij elke stelling aangeven in hoeverre ze het hiermee eens waren (sterk mee oneens, oneens, eens, sterk mee eens). In de analyses zijn de categorieën sterk mee oneens en oneens samen genomen als oneens en de categorieën eens en sterk mee eens zijn samengevoegd als eens. In tabel 4 staat van elke stelling aangegeven hoeveel procent van de ouders het hier al niet mee eens was. Op basis van de percentages kan de voorzichtige conclusie getrokken worden dat ouders uit beide wijken over het algemeen positief zijn over het pedagogische klimaat in hun buurt. Wat opvallend is, zijn de uitkomsten over de mate waarin ouders een stem hebben in wat er gebeurt in de buurt. Ruim een meerderheid (69%) van de ouders uit de Oosterpark geeft aan het oneens te zijn met dat zij een stem hebben in wat er gebeurt in de wijk. Ouders uit Groningen-Zuid lijken wat verdeeld, 53% oneens. % Oosterpark Groningen Zuid Stellingen Eens Oneens Eens Oneens Ouders in mijn buurt praten met elkaar over hun kinderen

86 (n=56)

14 82 (n=55)

18

Wijkanalyse | 25

Ouders in mijn buurt helpen elkaar als er problemen zijn met kinderen

61 (n=56)

39 77 (n=53)

23

De mensen in mijn buurt spreken kinderen erop aan als zij geen rekening houden met anderen

68 (n=56)

32 68 (n=54)

32

De mensen in mijn buurt kennen de kinderen die op straat spelen

89 (n=56)

11 80 (n=55)

20

Dit is een goede buurt voor kinderen om op te groeien 84 (n=56)

16 94 (n=54)

6

De mensen in mijn buurt benaderen kinderen op een positieve manier

91 (n=54)

9 83 (n=53)

17

Ik denk hetzelfde over opvoeden als de meeste mensen in mijn buurt

77 (n=53)

23 65 (n=51)

35

De mensen in mijn buurt zijn te vertrouwen

88 (n=53)

11 87 (n=53)

13

Ik voel mij verbonden met mijn buurt

70 (n=54)

30 84 (n=55)

16

Als ik de kans had, zou ik uit mijn buurt verhuizen 20 (n=56)

80 14 (n=55)

86

Ik heb een stem in wat er gebeurt in mijn buurt 31 (n=55)

69 47 (n=55)

53

Tabel 4: Pedagogisch buurtklimaat Daarnaast kregen ouders drie losse stellingen voorgelegd, één over de mate van contact tussen de buurt bewoners, één over de betrokkenheid van bewoners bij de buurt en één over de ontmoetingsplekken in de buurt. Van de 55 ouders uit de Oosterpark en 53 ouders uit Groningen-Zuid gaven de meeste ouders aan dat bewoners redelijk veel met elkaar omgaan; 66% Oosterpark; 47% Groningen Zuid. Daarnaast geven de meeste ouders aan redelijk veel betrokken te zijn bij hun buurt; 62% Oosterpark; 62% Groningen-Zuid. De helft (51%) van de ouders uit de Oosterpark vinden dat er veel ontmoetingsplekken zijn zoals bankjes, park, speeltuin, buurthuis, plein. Meer dan de helft (59%) van de ouders uit Groningen-Zuid vinden dit redelijk veel. 3.8.5 Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid Aan de ouders zijn uitspraken voorgelegd over het delen van opvoedingsverantwoordelijkheid, zij konden aangeven in hoeverre ze het ermee eens waren. Er kon gekozen worden tussen: sterk mee eens, oneens, eens, sterk mee eens. In de analyses zijn de categorieën sterk mee oneens en oneens samen genomen als oneens en de categorieën eens en sterk mee eens zijn samengevoegd als eens. In tabel 5 staat van elke stelling aangegeven hoeveel procent van de ouders het hier al niet mee eens was.De strekking van de eerste uitspraak was dat opvoeden uitsluitend een zaak van beide ouders is. Opvallend is dat van de 56 ouders uit de Oosterpark heeft 63% aangegeven het oneens te zijn met de uitspraak daarentegen geeft ruim de helft (67%) van de 55 ouders uit Groningen-Zuid aan het eens/sterk mee eens te zijn. Bij de tweede uitspraak is aan de ouders gevraagd of zij vinden dat ook buurtbewoners een steentje bij kunnen dragen aan de opvoeding. Met deze uitspraak is 71% van de ouders uit de Oosterpark en 84% ouders uit Groningen-Zuid het eens. Tot slot is er bij de derde uitspraak gevraagd of zij het belangrijk vinden dat volwassenen uit hun omgeving zich bezighouden met de opvoeding van hun kinderen. Opvallend is dat met deze uitspraak 66% van de ouders uit de Oosterpark het eens is tegen 82% van de ouders uit Groningen-Zuid die het oneens zijn . % Oosterpark

(n=56) Groningen Zuid (n=55)

Stellingen Eens Oneens Eens Oneens Hoe ik mijn kind(eren) opvoed gaat alleen mij (en de andere ouder) aan

37

63 67 33

Niet alleen professionals, maar ook buurtbewoners kunnen hun steentje bijdragen aan de opvoeding van kinderen in de

71

29 84 16

Wijkanalyse | 26

buurt Ik vind het belangrijk dat volwassenen uit de omgeving zich bezighouden met de opvoeding van mijn kind(eren)

66

34 18 82

Tabel 5: Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid 3.8.6 Belangstelling voor activiteiten Aan de ouders is gevraagd of ze belangstelling hebben voor opvoedactiviteiten met andere ouders als deze in hun buurt georganiseerd zouden worden. Ouders kregen zeven activiteiten voorgelegd, zoals een huiskamer in CJG of ouderkamer op school, themabijeenkomsten rondom opvoeden (zoals pesten of roken), advies van andere ouders, praktische hulp van andere ouders (zoals kinderen halen en brengen, oppassen, klusjes in en om het huis), volgen van een cursus en leuke dingen ondernemen met andere ouders en kinderen (zoals zwemmen, een fietstocht, museumbezoek of samen eten). Van elk van de activiteiten konden ouders aangeven of ze er wel of geen belangstelling voor zouden hebben. Ouders (56) uit de Oosterpark bleken vooral belangstelling te hebben voor bijeenkomsten rondom een opvoedthema (68%). De mate van belangstelling voor praktische hulp (48% ) en leuke dingen ondernemen lijken ouders wat meer verdeeld (43%). De meeste belangstelling van ouders uit Groningen-Zuid ging uit naar praktische hulp (62%) en leuke dingen ondernemen (53%). In beide wijken is er het minst belangstelling voor advies van andere ouders in een persoonlijk gesprek of via internet/chatten.

Wijkanalyse | 27

4. Conclusie, discussie en aanbevelingen

In dit hoofdstuk wordt in de conclusie een antwoord gegeven op de onderzoeksvraag. Vervolgens wordt in de discussie kritisch gekeken naar de uitvoering van dit onderzoek. Als laatste zullen aanbevelingen worden gegeven aan het Centrum voor Jeugd en Gezin.

4. 1 Conclusie

De onderzoeksvraag van dit onderzoek is:

Wat is de beginsituatie van de wijken van de twee deelnemende Centra Jeugd en Gezin (CJG): Oosterpark en Groningen-Zuid?

In hoofdstuk 3 is de beginsituatie van beide wijken Oosterpark en Groningen Zuid uitgebreid beschreven. Tabel 6 geeft de belangrijkste resultaten van de bevolkingsopbouw weer en een uitsplitsing van kenmerken van een wijk en/of buurt.

Oosterpark

Groningen Zuid

leeftijden Minder kinderen tussen 0-18 Meer kinderen tussen 0-18 Meer jong volwassenen Minder jong volwassenen Minder 50-plussers Meer 35 en 50-plussers

Grote groep allochtonen Oosterparkwijk Binnenstad Oost

De Wijert-Noord

Meeste eenoudergezinnen

Oosterparkwijk

Hoogste werkloosheid Oosterparkwijk Woonschepenhaven

Hoogste bijstandsuitkering

Oosterparkwijk

Hoogste inkomen

Oosterpoortbuurt Binnenstad Oost

De Wijert-Zuid

Tabel 6: belangrijkste resultaten bevolkingsopbouw De doelstelling: 'Het opleveren van wijkanalyses van de twee deelnemende CJG’s: Oosterpark en Groningen-Zuid' is behaald. Vervolgens is een vertaalslag nodig naar wat de krachten, noden en behoeften zijn in beide wijken om de frontliniewerkers een beter inzicht te geven over de informatie van de wijken die relevant zijn voor de ontwikkeling en verbetering van het preventief en omgevingsgericht werken in de volgende fase van het project 'Een stap naar voren'.

4.1.1 Krachten Wijken/buurten

• Netheid van de wijk. Bewoners uit beide wijken zijn tevreden over het schoonhouden van de woonomgeving, onderhoud groen en speelvoorzieningen. Er is weinig sprake van vernieling of vervuiling. De Wijert is een uitzondering, daar is men iets minder tevreden voor wat betreft het schoonhouden van de woonomgeving.

• Sport- en speelmogelijkheden. In de wijk is er voldoende mogelijkheid om te spelen en aan sport te doen. Er zijn voldoende speeltuinen, de meesten zijn gelegen in de Oosterparkwijk en de Wijert Noord. Binnenstad-Oost is hier een uitzondering op, zie de noden.

Pedagogisch buurtklimaat

Wijkanalyse | 28

• Algemeen een positief pedagogisch buurtklimaat: ouders vinden het een goede buurt voor kinderen om in op te groeien en niet zouden willen verhuizen als zij die kans zouden krijgen. De opvoeders uit Groningen Zuid voelen zich sterker verbonden met de buurt en helpen elkaar eerder als er problemen zijn met de kinderen dan opvoeders uit de Oosterpark.

• Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid. Opvoeders uit Groningen Zuid vinden meer dat opvoeding uitsluitend zaak is van ouders, en buurt bewoners spelen daarbij ook een belangrijke rol. Opvoeders uit de Oosterpark vinden niet zozeer dat opvoeden een zaak is van alleen ouders, ook buurtbewoners en volwassenen uit eigen omgeving spelen een belangrijke rol in de opvoeding.

• Leefbaarheid en medeverantwoordelijk voor de buurt voelen, scoort Corpus den Hoorn goed.

• Ontmoetingsplekken: vanuit de deskresearch, observaties en enquête blijkt dat de bewonerstevreden zijn over de ontmoetingsplekken (bankjes, speeltuin, buurthuis). Daarentegen scoort de Oosterparkwijk in de monitor (2012) onder het stedelijk gemiddelde.

Opvoedsteun ontvangen en geven

• (In)formele steun: in beide wijk zijn (schoon)ouders zijn het meest populaire informele steunbronnen voor opvoedadvies, ook vrienden en kennissen en familieleden zijn hierbij belangrijk. Kinderopvang/peuterspeelzaal/school en CB/schoolarts zijn belangrijke formele steunbronnen. De meeste ouders in beide wijken hebben andere ouders gesteund bij de opvoeding.

CJG • Locatie: CJG Oosterpark en CJG Groningen-Zuid staan midden in de wijk. Het CJG Oosterpark

is ook zichtbaar op 3 basisscholen. De CJG's bevatten meerdere multifunctionele ruimte zoals een huiskamer wat dient voor ontmoetingsruimte en speelruimte voor hun kinderen. Het CJG Oosterpark heeft een keuken waar geregeld door ouders gebruik van wordt gemaakt.

• Samenwerking: de kerntaken worden door beide teams van de twee CJG's nageleefd. Alle disciplines werken nauw samen. Het CJG Oosterpark heeft meerdere overlegvormen met verschillende disciplines.

4.1.2 Noden Wijken/buurten

• Verkeersveiligheid: in verhouding doen zich de meeste verkeersongevallen voor in Corpus den Hoorn-Noord en de Oosterparkwijk. Uit de observaties blijkt dat er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan daar waar geen fietspaden zijn.

• Sport- en speelmogelijkheden: bewoners uit Binnenstad-Oost zijn ontevreden over speelmogelijkheden voor jongere kinderen in de buurt, er zijn tevens ook weinig speelvoorzieningen geobserveerd.

• Jongerenvoorzieningen: lage tevredenheid bij de bewoners uit Corpus den Hoorn, vervolgd door bewoners uit de Wijert en de Oosterpark.

• Onveiligheidsgevoelens en (drugs)overlast in de Oosterparkwijk liggen hoger dan stadsgemiddelde.

Pedagogisch buurtklimaat • Uit de enquête blijkt dat de meerderheid van de ouders uit de Oosterpark aangeeft geen

stem te hebben in wat er in hun wijk gebeurt. Wel zijn ze actiever geworden in hun buurt, blijkt uit de monitor Leefbaarheid en Veiligheid (2012). Ouders uit Groningen Zuid zijn hierin wat verdeeld.

Wijkanalyse | 29

• Leefbaarheid in de Oosterparkwijk (specifiek de Bloemenbuurt) scoort lager dan stedelijk gemiddelde, minder gehecht met de buurt en minder sociale samenhang. Ook de Wijert scoort lager op de leefbaarheid en de sociale kant.

CJG • Bekendheid: minder dan de helft van de ouders uit Groningen Zuid zegt het CJG wel te

kennen en een derde daarvan geeft aan het wel een bezocht te hebben. Iets meer van de ouders uit de Oosterpark kent het CJG, daarvan geeft ongeveer een kwart aan het CJG wel eens bezocht te hebben

• Consultatiebureau Oosterpark: in het CJG gebouw is het consultatiebureau niet ondergebracht. Dit wordt als niet ideaal gezien omdat er hierdoor geen korte verbinding tussen het bureau het CJG ontstaat.

4.1.3 Behoeften Ouders

• Ouders uit zowel de Oosterpark als Groningen Zuid hebben belangstelling voor praktische hulp van andere ouders en leuke dingen ondernemen met ouders en kinderen. Opvoeders uit de Oosterpark hebben nog specifieke belangstelling voor bijeenkomsten met andere ouders rondom een opvoedthema zoals pesten of roken .

4.2 Discussie Het streven was om van iedere wijk (populatie) een steekproef te nemen van 40 ouders. De respons lag hoger, namelijk 115 ouders totaal. Dit blijft slechts een deel van de populatie ouders in de wijk wat maakt dat de steekproef dermate klein is. De uitkomsten van de enquête zijn daarom ook niet representatief voor de gehele populatie ouders dat woonachtig is in beide wijken, laat staan voor het hele werkgebied CJG Zuid. Daarbij moet opgemerkt worden dat de grootste groep deelnemende ouders jonge (0-6) kinderen hebben. Dit heeft te maken met de vindplekken waar ouders zijn benaderd voor deelname (zwembaden, schoolplein). In de steekproef missen dus voldoende ouders met kinderen boven de 6 jaar. Daarnaast hebben meerdere ouders aangegeven dat sommige vragen moeilijk te beantwoorden zijn en/of antwoordmogelijkheden misten in de enquête, dit kan een negatieve invloed hebben op de begripsvaliditeit, namelijk heeft de betreffende vraag gemeten wat het moet meten. Bovendien speelt bij dergelijke vragen sociale wenselijkheid een rol. De uitkomsten van de enquête geven een indicatie voor wat betreft de betrokkenheid van ouders van jonge kinderen in de wijk in het opgroeien en opvoeden van kinderen.

Desk research heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de wijkanalyse. Veel data zijn intensief bewerkt voordat ze bruikbaar waren voor verdere analyse. Door de enorm hoeveelheden data bestanden moesten er keuzes worden gemaakt wat relevant was voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Opgemerkt dient te worden dat diverse data tussentijds veranderde. Dit had te maken met de recentheid van de desbetreffende data. In dit onderzoek is zorgvuldig omgegaan met de databestanden en de meest recente data zijn hierbij gebruikt.

Wijkanalyse | 30

4.3 Aanbevelingen Hieronder worden aanbevelingen beschreven voor de organisatie en de teams van beide CJG's. 1. Bekendheid CJG Oosterpark en Groningen Zuid Niet alle ouders weten de weg te vinden naar het CJG. Meer bekendheid rondom het bestaan en de functie van het CJG is daarom wenselijk. Dit hoeft niet een eenrichtingsverkeer te zijn, professionals van het CJG kunnen ook de ouders opzoeken. 2. Activiteiten met andere opvoeders Ouders hebben aangegeven met name belangstelling te hebben in het contact met andere opvoeders in de vorm van praktische hulp en leuke dingen ondernemen met andere ouders. Het CJG kan hierin faciliteren door bijvoorbeeld de huiskamer en/of keuken ter beschikking te stellen.

Ouders uit de Oosterpark hebben specifiek belangstelling voor een bijeenkomst met andere ouders rondom een opvoedthema. Aanvullende onderzoek is daarbij nodig om de behoefte van ouders goed in kaart te brengen.

3. Oosterpark onder één dak

Uit de gesprekken met de CJG coördinator en consulent van de Oosterpark kwam naar voren dat het consultatiebureau niet ondergebracht is in het CJG gebouw. Dit wordt als niet ideaal gezien omdat er hierdoor geen korte verbinding tussen het bureau het CJG ontstaat. Mogelijk kan het CJG de mogelijkheden onderzoeken om beiden onder één locatie te krijgen.

4. Stem in de wijk

De meerderheid van de ouders uit de Oosterpark heeft aangeven geen stem te hebben met wat er in hun wijk gebeurt. Ouders uit Groningen Zuid zijn hierin wat verdeeld. Dit kan iets zeggen over de betrokkenheid van ouders in de wijk. Dit zou verder onderzocht moeten worden.

5. Verder onderzoek Om een beter beeld te krijgen van ouders van kinderen vanaf zes jaar, is verder onderzoek nodig naar de betrokkenheid bij het opgroeien en opvoeden van kinderen. Daarnaast kan het zinvol zijn om ook jeugdigen hierbij te betrekken, waar hebben zij behoefte aan als het gaat om het opgroeien in de wijk.

De uitkomsten van de wijkanalyse leverden samen met de uitkomsten van de andere twee deelprojecten, impliciete kennis en goede praktijken, informatie op die relevant is voor fase 2. Fase 2 staat in het teken van ontwerpen, uitproberen en evalueren van nieuwe activiteiten.

Wijkanalyse | 31

Literatuurlijst

Bakker, H. (2013). Jaarplan Centrum Jeugd en Gezin 2013. Opgevraagd 11 april 2013. Centrum voor Jeugd en Gezin Groningen (2013). opgevraagd 28 juni 2013van http://www.cjg.groningen.nl Centrum voor Jeugd en Gezin Groningen (2013). Jaarplan 2013 CJG Oosterpark/Centrum. Opgevraagd 11 april 2013 van CJG coördinator.

Centrum voor Jeugd en Gezin Oosterpark (2013). Intentieverklaring (n.d.). Opgevraagd 11 april 2013 van CJG coördinator.

Doornenbal, J, Hennink, M. (2012). “Een stap naar voren” Preventief en omgevingsgericht werken binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Gemeente Groningen (2013). Kadernota Integraal Jeugdbeleid 2011-2014. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Groningen%20(Gr)/104316.html

Gemeente Groningen (n.d) Wijkperspectief Oosterpark. Opgevraagd 30 mei 2013 van http://gemeente.groningen.nl/ro/stadsdeelcoordinatie/wat-zijn-wijkperspectieven/ROEZ-perspectief-Oosterpark-web.pdf

Gemeente Groningen (n.d) Wijkanalyse Oosterpark. Opgevraagd 30 mei 2013 van http://gemeente.groningen.nl/ro/stadsdeelcoordinatie/wijkanalyse-map/Oosterpark.pdf.

Gronometer (2013). Bevolking totaal. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2013). Etniciteit. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2013). Leeftijden beleid. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2012). Groenvoorziening. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2012). Onderhoud. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2012). Totaal huishoudens. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2012). Type huishoudens. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2012). Werkloosheid. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2012). Wet werk en bijstand. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Wijkanalyse | 32

Gronometer (2012). Winkelvoorziening. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2011). Woning type. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2011). Totaal woonruimten. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2010). Jongerenvoorziening. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2010). Leefbaarheid. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2010). Veiligheid. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2009). Inkomens. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2009). Verkeersongevallen. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2006). Speelvoorziening. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Gronometer (2006). Sportaccomodaties. Opgevraagd 28 juni 2013 van http://groningen.buurtmonitor.nl

Kesselring, M., De Winter, M., Horjus. B, Van de Schoot, R., & Van Yperen, T. (2012). Do parents think it takes a village? Parents’ attitudes towards nonparental adults’ involvement in the upbringing and nurture of children. Journal of Community Psychology, 40(8), 921-937.

Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (2013). Centrum Jeugd en Gezin. opgevraagd 28 juni 2013 van http://www.ncj.nl/onderwerpen/154/centrum-jeugd-en-gezin NJI (2008). Basismodel CJG. Opgevraagd 6 juni 2013 van http://www.nji.nl/DossierDownloads%5CCJG_BASISMODEL.PDF

NJI (n.d.) Allemaal opvoeders. Opgevraagd 22 mei 2013 van http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/16/106.html

Onderzoek en Statistiek, Groningen (n.d.). Scholen. Opgevraagd 11 april 2013 van Loket Onderzoek en Statistiek.

Profi-leren (2012). Wat is een wijkanalyse? Opgevraagd 14 juni 2013 van http://www.profi-leren.nl/files/saw_dc42.pdf

Teerns, M. van, Daalman, M., Jong, L. de, Straatsma, J. & Zwanenberg, L. (2013). Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2012. Onderzoek en Statistiek Groningen: Koninklijke van Gorcum

Wijkanalyse | 33

TNO (2004). Observatielijst wijken. Opgevraagd 12 maart 2013 van http://www.ipenproject.org/documents/methods_docs/Surveys/Environment_Childrens_PAChecklist_Dutch.pdf Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Lemma uitgevers.

Vestigingenregister (2012). Adressen gezondheidszorginstellingen en welzijnsinstellingen. Opgevraagd 11 april 2013 van Loket Onderzoek en Statistiek.

Wijkanalyse | 34

Bijlage 1: Overzicht wijken en (sub)buurten

De getallen zijn afgerond

Groningen-Zuid heeft totaal 50.000 inwoners. Alleen onderstaande drie wijken zijn meegenomen

De Wijert-Noord N=5.000

De Wijert-Zuid N=2.500

Corpus den Hoorn Noord N=4.400

De Wijert Centrum

Wijert Zuid Centrum Maupertuus

Dichtersbuurt Vestdijklaan Heijmanskwadrant West en Oost

Schrijversbuurt

Queridobuurt Bevrijdingsbuurt West en Oost

Papiermolen

Totaal 12.000 inwoners

Oosterparkwijk 12.000

Binnenstad Oost 2.800

Oosterpoortbuurt 5.000

Woonschepenhaven 138

Oosterparkbuurt

Oosterhaven Mauritsbuurt Woonschepenhaven

Bloemenbuurt

Schuitenschuiversschans Zuiderpark

Damsterbuurt

Het Arsenaal Oosterpoort Midden

Florabuurt

Oosterpoort Oost

Gorechtbuurt

http://www.movisie.nl/Totaal 20.000 inwoners

Gemeente Groningen heeft 195.000 inwoners

Wijkanalyse | 35

Bijlage 2: Observatie-instrument Observatie-instrument Definitie: Wijk : Datum : Tijd : Ochtend: Middag : Avond : Weersomstandigheden : Definitie: Speeltuin: Een speeltuin is een plek waar kinderen kunnen spelen en die is voorzien van 1 of meer speeltoestellen. Niet in de buurt van woningen: afgelegen

1 Openbare ruimte en groenvoorziening Van toepassing: Markeer wat van toepassing is •

1. Speeltuin a. Ligging en veiligheid ligging (afscherming van weg/straat d.m.v. bijv. een hek, heg, schutting en huizen) b. uitnodigend c. Toegankelijkheid d. Aanwezigheid bankjes

1. Algemeen oordeel over meerdere speeltuinen a. ligging ○ in de buurt van woningen ○ niet in de buurt van woningen veiligheid ligging ○ niet aanwezig ○ aanwezig maar nauwelijks zinvol ○ aanwezig en zinvol soort afscherming (meest voorkomend) ………………………………………………….. b. ○ ja ○ nee c. ○ vrij toegankelijk ○ niet vrij toegankelijk d. ○ ja ○ nee

2. Schoolplein

Wijkanalyse | 36

a. Ligging en veiligheid (afscherming van weg/straat d.m.v. bijv. een hek, heg, schutting en huizen) b. Toegankelijkheid c. Aanwezigheid bankjes

a. ligging ○ in de buurt van woningen ○ niet in de buurt van woningen veiligheid ligging ○ niet aanwezig ○ aanwezig maar nauwelijks zinvol ○ aanwezig en zinvol soort afscherming (meest voorkomend) ……………………………………………………..... b. ○ vrij toegankelijk ○ niet vrij toegankelijk c. ○ ja ○ nee

3. Verhard speelplein (bijv. basketbalveld) niet behorend bij een school of (sport) vereniging a. Ligging en veiligheid (afscherming van weg/straat d.m.v. bijv. een hek, heg, schutting en huizen) b. toegankelijkheid c. uitnodigend

a. ligging ○ in de buurt van woningen ○ niet in de buurt van woningen veiligheid ligging ○ niet aanwezig ○ aanwezig maar nauwelijks zinvol ○ aanwezig en zinvol soort afscherming (meest voorkomend) ……………………………………………………... b. ○ vrij toegankelijk ○ niet vrij toegankelijk c. ○ ja ○ nee d. ○ ja ○ nee

Wijkanalyse | 37

d. Aanwezigheid bankjes

4. Grasveld (≥100 m2) niet behorend bij een (sport)vereniging of gelegen in een park a. Ligging en veiligheid (afscherming van weg/straat d.m.v. bijv. een hek, heg, schutting en huizen) b. toegankelijkheid

c. uitnodigend d. Aanwezigheid bankjes

a. ligging ○ in de buurt van woningen ○ niet in de buurt van woningen veiligheid ligging ○ niet aanwezig ○ aanwezig maar nauwelijks zinvol ○ aanwezig en zinvol soort afscherming (meest voorkomend) ……………………………………………………..... b. ○ vrij toegankelijk ○ niet vrij toegankelijk c. ○ ja ○ nee d. ○ ja ○ nee

5. Park a. Ligging en veiligheid (afscherming van weg/straat d.m.v. bijv. een hek, heg, schutting en huizen)

a. ligging ○ in de buurt van woningen ○ niet in de buurt van woningen veiligheid ligging ○ niet aanwezig ○ aanwezig maar nauwelijks zinvol ○ aanwezig en zinvol soort afscherming (meest voorkomend) …………………………………………………….....

Wijkanalyse | 38

b. toegankelijkheid c. uitnodigend d. Aanwezigheid faciliteiten/attributen bij het park voor kinderen (bijv. kinderboerderij en skate banen) e. Aanwezigheid bankjes

b. ○ vrij toegankelijk ○ niet vrij toegankelijk c. ○ ja ○ nee d. ○ niet aanwezig ○ aanwezig Bijv.:…………………………………………………….………………………… e. ○ ja ○ nee

6. Meer/Recreatiewater (bijv. vijver, zwemplas) a. Ligging b. toegankelijkheid c. uitnodigend d. Aanwezigheid faciliteiten/attributen voor kinderen (bijv.

a. ligging ○ in de buurt van woningen ○ niet in de buurt van woningen b. ○ vrij toegankelijk ○ niet vrij toegankelijk c. ○ ja ○ nee d. ○ niet aanwezig ○ aanwezig

Wijkanalyse | 39

volleybalnet, kanoverhuur etc.) e. Aanwezigheid bankjes 6 b. Kanaal/gracht a. Fungeert als

Bijv.:………………………………… e. ○ ja ○ nee a. ○ vaarwater (met een klein bootje kan er gevaren worden op dit kanaal) ○ Aanwezigheid woonschepen

2. Ontmoetingsplekken a. Doelgroep

b. Type

a ○ ouders ○kinderen ○ jongeren Ouders ………………………………. Kinderen ………………………………. Jongeren ……………………………….

Definitie: Weinig: niets tot nauwelijks verkeer + eenrichtingsverkeer Middelmatig: doorlopend verkeer + tweerichtingsverkeer Veel: constant doorlopend verkeer + tweerichtingsverkeer

3. Verkeersveiligheid Van toepassing: Markeer wat van toepassing is •

o Druk verkeer ο weinig ο middelmatig οveel o Hard rijdende auto`s / motoren ο weinig ο middelmatig οveel o Hard rijdende scooters/brommers ο weinig ο middelmatig οveel o Aanwezigheid van openbaar vervoer ο weinig ο middelmatig οveel

Aanvullingen: Van toepassing: Markeer wat van toepassing is •

Wijkanalyse | 40

o Fietspaden ο niet tot weinig aanwezig οaanwezigο opvallend aanwezig

o Verkeersdrempels ο niet tot weinig aanwezig οaanwezigο opvallend aanwezig

o Zebrapaden ο niet tot weinig aanwezig οaanwezigο opvallend aanwezig

o Kruispunten met verkeerslichten ο niet tot weinig aanwezig οaanwezigο opvallend aanwezig

o Kruispunten zonder verkeerslichten ο niet tot weinig aanwezig οaanwezigο opvallend aanwezig

o Parkeergelegenheid 1. Aan de straat

2. Parkeervakken

ο niet tot weinig aanwezig οaanwezigο opvallend aanwezig ο niet tot weinig aanwezig οaanwezigο opvallend aanwezig

Aanvullingen:

5. Criminaliteit Van toepassing: Markeer wat van toepassing is •

o Graffitigebruik ο niet tot weinig aanwezig οaanwezigο opvallend aanwezig

o Vernieling (bushokjes, prullenbakken ο niet tot weinig aanwezig οaanwezigο opvallend aanwezig

Aanvullingen:

Definitie onderwerp 6 Onderstaand een vraag over de algemene indruk van de wijk. Waarbij 1-3 staat voor een onvoldoende, 4-5 staat voor matig, 6-7 staat voor een voldoende, 8-9 staat voor goed en 10 staat voor uitstekend

6. Algemene indruk van de wijk a. kindvriendelijkheid b. wandelen c. fietsen d. spelen

a. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 b. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 c. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 d. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Wijkanalyse | 41

Aanvullingen:

Bijlage 3:Enquête Opvoeders

START VRAGENLIJST Postcode………………….. 1. De respondent is Man Vrouw

Wijkanalyse | 42

2. Hoe lang woont u al in deze buurt? …………………. 3. In welk land bent u geboren? Nederland Turkije Marokko Suriname Antillen Anders, namelijk……………… 4a. Hoeveel kinderen heeft u? …………………. 4b. Hoe oud zijn zij? …………………. 5a. Bent u bekend met het CJG in uw buurt? Ja Nee 5b. Hebt u het CJG wel eens bezocht? Ja Nee 6. Krijgt u bij de opvoeding wel eens steun/ advies van: a. Ouders/ schoonouders Ja Nee b. Overige familieleden Ja Nee c. Vrienden/ kennissen Ja Nee d. Buren Ja Nee e. Kinderopvang/ peuterspeelzaal/ school Ja Nee f. Consultatiebureau/ schoolarts Ja Nee g. Huisarts Ja Nee h. Maatschappelijk werk/ psycholoog/ Bureau Jeugdzorg Ja Nee i. Centrum voor Jeugd en Gezin Ja Nee j. Sportcoach/ trainer Ja Nee k. Jongerenwerker Ja Nee 7a. Hebt u in het afgelopen half jaar andere ouders met de opvoeding geholpen? (Bijvoorbeeld oppassen, kinderen van school halen, advies geven, luisterend oor). Ja Nee 7b. Zo ja, hoe hebt u dat gedaan? ……………………………………………………………. 7c. Denkt u dat dit heeft geholpen? Niet Soms Vaak Altijd 8. De volgende uitspraken gaan over de buurt waarin u woont. In hoeverre bent u het eens bent met elke uitspraak? a. Ouders in mijn buurt praten met elkaar over hun kinderen.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens

Wijkanalyse | 43

b. Ouders in mijn buurt helpen elkaar als er problemen zijn met kinderen.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens c. De mensen in mijn buurt spreken kinderen erop aan als ze geen rekening houden

met anderen. Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens

d. De mensen in mijn buurt kennen de kinderen die op straat spelen.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens e. Dit is een goede buurt voor kinderen om op te groeien.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens f. De mensen in mijn buurt benaderen kinderen op een positieve manier (zeggen

gedag, geven een compliment). Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens

g. Ik denk hetzelfde over opvoeden als de meeste mensen in mijn buurt.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens h. De mensen in mijn buurt zijn te vertrouwen.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens i. Ik voel me verbonden met mijn buurt.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens j. Als ik de kans had, zou ik uit mijn buurt verhuizen.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens k. Ik heb een stem in wat er gebeurt in mijn buurt.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens 9. De volgende vragen gaan ook over de buurt waarin u woont. a. Hoeveel gaan mensen in uw buurt met elkaar om? Niet Weinig Redelijk Veel b. Hoe betrokken zijn de bewoners bij uw buurt? (Toelichting: bereid zijn zich in te zetten, iets te doen voor de buurt) Niet Weinig Redelijk Veel

Wijkanalyse | 44

c. Hoeveel ontmoetingsplekken zijn er in uw buurt?

(Bankjes, park, speeltuin, buurthuis, plein) Niet Weinig Redelijk Veel 10. De volgende uitspraken gaan over verantwoordelijkheid voor de opvoeding. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze uitspraken? a. Hoe ik mijn kind(eren) opvoed gaat alleen mij (en de andere ouder) aan.

Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens

b. Niet alleen professionals, maar ook buurtbewoners kunnen hun steentje bijdragen aan de opvoeding van kinderen in de buurt. (Toelichting ‘steentje bijdragen’ = ‘kunnen helpen bij’) Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens

c. Ik vind het belangrijk dat volwassenen uit de omgeving zich bezighouden met de

opvoeding van mijn kind(eren). Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens

Let op: indien a discongruent met b en c, ga door naar vraag d d. Als ik u vraag a nu nog eens zou stellen, blijft u dan bij uw antwoord?

Ja Nee Indien nee: Wat zou uw antwoord nu zijn? Sterk mee oneens Oneens Eens Sterk mee eens

11. Stel dat in uw buurt activiteiten georganiseerd worden waardoor u in contact kunt komen met andere opvoeders. Zou u belangstelling hebben voor:

a. Ouderkamer op school of huiskamer in het Centrum voor Jeugd en Gezin waar u binnen kunt lopen en andere ouders ontmoet. Ja Nee

b. Bijeenkomsten met andere ouders rondom een opvoedthema, zoals pesten of roken. Ja Nee

c. Advies van andere ouders in een persoonlijk gesprek. Ja Nee

d. Advies van andere ouders via internet/ chatten. Ja Nee

e. Praktische hulp van andere ouders, zoals kinderen halen en brengen, oppassen, klusjes in en om het huis. Ja Nee

f. Volgen van een training of cursus met andere ouders. Ja Nee

g. Leuke dingen ondernemen met andere ouders en kinderen, bijvoorbeeld zwemmen, een fietstocht, museumbezoek of samen eten. Ja Nee

Wijkanalyse | 45