vragen en antwoorden over gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 inleiding dit boekje is een...

21
Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming Augustus 2012

Upload: vutruc

Post on 17-Feb-2019

221 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming

Augustus 2012

Page 2: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

2 / 21

Inleiding

Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en

antwoorden” dat oorspronkelijk in 2002 verscheen.

Gewasbeschermingsmiddelen behoren, samen met geneesmiddelen tot de meest uitgebreid

onderzochte stoffen. Voortdurend is de industrie bezig om de veiligheid van

gewasbeschermingsmiddelen verder te verbeteren. Door innovatie vanuit de industrie en

strenger wordende normen vanuit de overheid is dit een continu proces.

Met deze uitgave wil Nefyto duidelijk maken welke inspanningen de industrie levert voor het

veilig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en op welke wijze de industrie daarin haar

verantwoordelijkheid neemt.

Augustus 2012

Page 3: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

3 / 21

Inhoudsopgave

1. Nut en noodzaak van gewasbescherming ........................................................................................... 5

a. Waarom is gewasbescherming nodig? .......................................................................................... 5

b. Welke manieren van gewasbescherming zijn er?.......................................................................... 5

c. Waarom zijn gewasbeschermingsmiddelen nodig? ...................................................................... 5

2. De toelating van gewasbeschermingsmiddelen .................................................................................. 7

a. Mogen gewasbeschermingsmiddelen zomaar op de Nederlandse markt worden

gebracht? ....................................................................................................................................... 7

b. Hoe is de toelating in Europa geregeld? ........................................................................................ 7

c. Hoe worden gewasbeschermingsmiddelen beoordeeld? ............................................................... 8

d. Waarom zijn dierproeven nodig? .................................................................................................. 8

e. Is het pakket toegelaten gewasbeschermingsmiddelen toereikend? .............................................. 8

f. Wat doet de industrie tegen vervalste gewasbeschermingsmiddelen? .......................................... 9

3. Gewasbeschermingsmiddelen en gezondheid .................................................................................. 10

a. Hoe veilig zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen voor de toepasser? ............................. 10

b. Hoe veilig zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen voor mensen die werken in de

gewassen? .................................................................................................................................... 10

c. Hoe veilig zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen voor consumenten? ........................... 11

d. Zijn producten die zonder chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn geteeld

gezonder? .................................................................................................................................... 11

e. Hoe veilig is ons drinkwater? ...................................................................................................... 11

f. Hoe veilig zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen voor omstanders en

omwonenden? ............................................................................................................................. 12

g. Wordt er rekening gehouden met de gezondheid van kinderen en andere kwetsbare

groepen? ...................................................................................................................................... 12

h. Beïnvloeden gewasbeschermingsmiddelen de hormoonhuishouding? ....................................... 13

i. Wat is er bekend over de blootstelling aan meerdere middelen tegelijkertijd ............................ 13

4. Gewasbeschermingsmiddelen en milieu .......................................................................................... 15

a. Hoe staat het met de milieubelasting van gewasbeschermingsmiddelen? .................................. 15

b. Wat is het effect van gewasbeschermingsmiddelen op de biodiversiteit? .................................. 15

c. Wordt de bijensterfte veroorzaakt door gewasbeschermingsmiddelen? ..................................... 16

d. Wat gebeurt er met lege verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen? ............................... 16

Page 4: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

4 / 21

5. Gewasbescherming en de industrie .................................................................................................. 18

a. Is de industrie actief met het ontwikkelen van innovatieve middelen? ....................................... 18

b. Wat doet de industrie in Nederland aan maatschappelijk verantwoord ondernemen? ................ 18

c. Wat is de relatie tussen gewasbeschermingsmiddelenbedrijven en

veredelingsbedrijven? ................................................................................................................. 18

d. Hoe zit het met chemische gewasbescherming in ontwikkelingslanden? ................................... 19

6. Distributie van gewasbeschermingsmiddelen .................................................................................. 20

a. Welke eisen worden gesteld aan verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen? .................. 20

b. Welke eisen worden gesteld aan het transport van gewasbeschermingsmiddelen? .................... 20

c. Welke eisen worden gesteld aan de gewasbeschermingsmiddelenhandel? ................................ 20

7. Gewasbescherming en agrarische ondernemers ............................................................................... 21

a. Wat vinden boeren en tuinders in Nederland van gewasbeschermingsmiddelen? ...................... 21

b. Wat is het risico van illegale en vervalste gewasbeschermingsmiddelen? .................................. 21

Page 5: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

5 / 21

1. Nut en noodzaak van gewasbescherming

a. Waarom is gewasbescherming nodig? Gewasbescherming is het nemen van maatregelen om onze gewassen te beschermen

tegen ziekten, plagen en onkruiden die de oogst bedreigen.

Gewassen moeten bestand zijn tegen 30.000 soorten onkruid, 3.000 soorten aaltjes,

800 soorten schimmels en 10.000 voor de plant schadelijke insectensoorten.

Ziekten en plagen kunnen grote gevolgen hebben. Zo leidde het mislukken van de

aardappeloogst door de Phytophthora-schimmel in 1845 in Ierland tot een grote

hongersnood die meer dan één miljoen mensen het leven kostte.

b. Welke manieren van gewasbescherming zijn er? Er zijn diverse manieren om gewassen te beschermen. Chemische, biologische

gewasbescherming en geïntegreerde gewasbescherming zijn daar voorbeelden van.

Chemische gewasbescherming is het voorkomen en bestrijden van ziekten, plagen

en onkruiden door het inzetten van middelen, die al dan niet zijn afgeleid van

natuurlijke stoffen en kennis uit de natuur.

Biologische gewasbescherming is het voorkomen en bestrijden van ziekten, plagen

en onkruiden door het inzetten van natuurlijke vijanden (sluipwespen en

roofmijten), middelen met een natuurlijke oorsprong (nicotine, pyrethrine, zwavel

etc.) en mechanische bestrijding (schoffelen).

Geïntegreerde gewasbescherming combineert het gebruik van biologische,

mechanische en chemische methoden. Vrijwel iedere boer en tuinder in Nederland

past tegenwoordig geïntegreerde gewasbescherming toe.

De gewasbeschermingsmiddelenindustrie staat achter geïntegreerde teelt en ziet dit

samen met geïntegreerde gewasbescherming als de duurzame toekomst voor de

land- en tuinbouw. De industrie ondersteunt geïntegreerde gewasbescherming waar

mogelijk.

Alle gewasbeschermingsmethoden hebben zowel voordelen als nadelen. Zo kunnen

ook middelen van natuurlijke oorsprong ongewenste effecten hebben op mens, dier

en milieu en kunnen er residuen van deze middelen achterblijven op het voedsel.

c. Waarom zijn gewasbeschermingsmiddelen nodig? Gewasbeschermingsmiddelen dragen in belangrijke mate bij aan een constante,

betaalbare en kwalitatief hoogstaande aanvoer van groenten, fruit en

sierteeltgewassen.

Gewasbeschermingsmiddelen stellen boeren en tuinders in staat voldoende

producten van goede kwaliteit te produceren en leveren zo een positieve bijdrage

aan de wereldwijde voedselvoorziening.

In voorkomende gevallen kunnen gewasbeschermingsmiddelen bijdragen aan het

oplossen van fytosanitaire problemen, zoals het bestrijden van ziekten en plagen, die

in andere landen als quarantaine organisme gelden en daarom niet in of op

geëxporteerde gewassen of producten aanwezig mogen zijn.

Door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan zwaar handwerk, zoals het

wieden van onkruid, worden voorkomen. Dit is noodzakelijk omdat het vinden van

werknemers voor dit werk moeilijk is, zeker als het seizoensarbeid betreft.

Page 6: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

6 / 21

Gewasbeschermingsmiddelen kunnen de productie per hectare verhogen, zodat een

betere verdeling van het grondgebruik mogelijk wordt (bijvoorbeeld voor wonen,

natuur, bossen en recreatie). Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen

voorkomt bodemerosie en verstuiving op lichte gronden door de inzet van middelen

‘zonder grondbewerking’.

Page 7: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

7 / 21

2. De toelating van gewasbeschermingsmiddelen

a. Mogen gewasbeschermingsmiddelen zomaar op de Nederlandse

markt worden gebracht? De toelating van nieuwe gewasbeschermingsmiddelen is geregeld in de Wet

gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) beslist over

de toelating op basis van Europees geharmoniseerde wet- en regelgeving.

Uitgangspunt van de Wet is dat een gewasbeschermingsmiddel niet op de markt

mag worden gebracht of gebruikt, tenzij het is toegelaten.

Een middel wordt pas toegelaten als gebleken is dat het voldoende werkzaam en

deugdelijk is. Het middel mag bij verantwoord gebruik geen schadelijke uitwerking

hebben op de gezondheid van mens en dier en geen onaanvaardbare effecten op het

milieu hebben.

De toelating is geldig voor een beperkte periode, daarna wordt het middel opnieuw

beoordeeld aan de hand van de nieuwste eisen en inzichten. Indien een middel niet

voldoet, wordt de toelating ingetrokken en mag het middel niet meer worden

verkocht en toegepast.

Voor elk gewas afzonderlijk moet een toelating worden aangevraagd. Dus een

middel dat is toegelaten in de teelt van pruimen mag niet zomaar in de kersenteelt

worden gebruikt.

b. Hoe is de toelating in Europa geregeld? Vanaf 14 juni 2011 wordt op aanvragen voor het toelaten van werkzame stoffen en

gewasbeschermingsmiddelen besloten volgens de regels van Verordening (EG)

1107/2009. Deze verordening gaat voor op nationale regelgeving. Daarnaast mogen,

als gevolg van een amendement van de Tweede Kamer, ook geen nationale

beoordelingsmethoden meer worden gebruikt als een Europese methode

beschikbaar is en mag alleen een nationale methode worden gebruikt als dat

noodzakelijk is voor de uitvoering van genoemde verordening.

De toelating van werkzame stoffen vindt plaats op Europees niveau. Iedere lidstaat

in de EU besluit zelf over de toelating van een gewasbeschermingsmiddel.

Een aanvrager bepaalt zelf in welke van de

27 lidstaten hij een toelating wil aanvragen.

Voor de beoordeling van

gewasbeschermingsmiddelen is de EU

ingedeeld in drie zones (plaatje toevoegen).

Nederland hoort bij de centrale zone. Eén

van de lidstaten in een zone waar een

aanvraag voor een toelating is ingediend,

beoordeelt voor de rest van de lidstaten uit

de zone de aanvraag. In principe volgen de

andere lidstaten het besluit van de eerst

beoordelende lidstaat. Formeel is dus geen

sprake van een zonale toelating; wel van

een zonale beoordeling.

Page 8: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

8 / 21

c. Hoe worden gewasbeschermingsmiddelen beoordeeld? Gewasbeschermingsmiddelen worden uitgebreid onderzocht op werkzaamheid en

effecten op mens, dier en milieu. 140.000 stoffen worden getest om 1 nieuw middel

te vinden. Voor de ontwikkeling van 1 middel is 8-10 jaar nodig. Dit kost ± 200

miljoen Euro.

Voor een registratie zijn ± 800 studies nodig. Daarmee behoren

gewasbeschermingsmiddelen naast medicijnen tot de meest uitgebreid onderzochte

stoffen. Op het gebied van milieu behoren gewasbeschermingsmiddelen tot de best

onderzochte stoffen.

De industrie dient voor elk middel gegevens te verstrekken over de toxicologie bij

de mens, het residu op het gewas, de afbraak in de bodem, water en lucht en de

effecten op vogels, zoogdieren, waterorganismen, nuttige insecten, bijen, planten en

bodemorganismen.

Al deze onderzoeken moeten worden uitgevoerd volgens internationaal aanvaarde

normen, de zogenaamde Good Laboratory Practice of Good Experimental Practice.

Dit wordt door de overheid gecontroleerd.

d. Waarom zijn dierproeven nodig? Om de veiligheid voor mens en milieu te kunnen garanderen moeten de stoffen eerst

uitgebreid worden onderzocht in het laboratorium. Dierproeven zijn daarbij

onontbeerlijk. De overheid stelt bepaalde dierproeven verplicht voor de toelating

van gewasbeschermingsmiddelen.

Ter vermindering van dierproeven zijn wettelijke regels opgesteld, die voorkomen

dat er te veel en overlappende dierproeven worden uitgevoerd. Hierin is ook de

onderlinge afstemming tussen bedrijven geregeld.

De industrie geeft volledige ondersteuning aan initiatieven om dierproeven terug te

dringen en gebruikt waar mogelijk alternatieve methoden.

Er worden zo weinig mogelijk dieren gebruikt in proeven en, als het toch nodig is,

op zo'n manier dat lijden zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Er wordt getracht de eisen voor veiligheidsstudies van verschillende landen te

harmoniseren waardoor het aantal dierproeven nog verder terug kan lopen.

e. Is het pakket toegelaten gewasbeschermingsmiddelen toereikend? Voor de algemene ziekten, plagen en onkruiden in de grotere teelten is het pakket

toegelaten gewasbeschermingsmiddelen doorgaans toereikend.

Veranderingen in teeltmethoden, resistentie tegen gewasbeschermingsmiddelen, de

introductie van een nieuwe ziekte, plaag of onkruid in Nederland kunnen tijdelijk

leiden tot problemen met de gewasbescherming in dit soort teelten.

Voor kleinere teelten, waarbij een fabrikant zijn investering in het dure

toelatingsonderzoek eigenlijk niet kan terugverdienen, is het pakket toegelaten

gewasbeschermingsmiddelen zeker niet altijd voldoende.

Nederland kent daarom een uitgebreid instrumentarium om

gewasbeschermingsmiddelen voor kleinere teelten wél beschikbaar te krijgen, zoals

een Expert Centre Speciality Crops, een fonds en extra capaciteit bij de sectoren om

oplossingen voor de vastgestelde problemen te bewerkstelligen.

Page 9: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

9 / 21

f. Wat doet de industrie tegen vervalste gewasbeschermingsmiddelen? Zowel in Europa als wereldwijd is er een snelle toename in de vervalsing en illegale

handel van gewasbeschermingsmiddelen. Deze illegale producten worden door

criminele bendes geproduceerd en gedistribueerd. Ze worden niet getest, zijn niet

gereguleerd en vormen zowel een bedreiging voor boeren en tuinders, als voor de

gezondheid van consumenten en voor het milieu.

De omvang en betekenis van de vervalsing van gewasbeschermingsmiddelen

(counterfeit) verschillen van markt tot markt en hangen samen met de specifieke

situatie in elk land.

Met de douane en de distributie heeft Nefyto regelmatig contact over dit thema.

Page 10: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

10 / 21

3. Gewasbeschermingsmiddelen en gezondheid

a. Hoe veilig zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen voor de

toepasser? Er zijn geen giftige materialen, er zijn alleen giftige doses’.

Bron: Paracelsus, één van de pioniers van de toxicologie, ongeveer 400 jaar geleden.

Deze wijsheid gaat ook op voor gewasbeschermingsmiddelen.

Bij gebruik van de middelen volgens de gebruiksvoorschriften is er geen gevaar

voor onze gezondheid.

Bij de toelating wordt onderzocht of een middel invloed heeft op onze gezondheid.

Een middel wordt alleen toegelaten indien het geen schadelijke uitwerking heeft op

de gezondheid van mens en dier.

De middelen worden uitvoerig getest op veiligheid voor mens, dier en milieu. De

overheid stelt grenzen aan de maximale hoeveelheid die op ons voedsel en in het

drinkwater teruggevonden mag worden. Hierbij zijn veiligheidsmarges ingebouwd.

Als een extra controle, en om meer inzicht in lange-termijn-effecten te krijgen,

worden personen gevolgd die mogelijk een hogere blootstelling hebben, zoals de

werknemers in de fabrieken waar de middelen gemaakt worden en de gebruikers

van de middelen.

Planten produceren zelf ook gifstoffen voor de afweer van bijvoorbeeld insecten en

schimmels.

In de natuur komen vele giftige stoffen voor die ons voedsel kunnen verontreinigen.

Sommige schimmels, zoals moederkoren op graan, produceren zeer schadelijke

mycotoxinen. De toepassing van gewasbeschermingsmiddelen draagt bij aan het

terugdringen van natuurlijke gifstoffen in ons voedsel.

De Amerikaanse professor Ames schat dat de inname (door de mens) van deze door

de natuur zelf geproduceerde gewasbeschermingsmiddelen 10.000 keer hoger is dan

de opname van synthetische middelen.

b. Hoe veilig zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen voor mensen

die werken in de gewassen? Bij de toelatingsbeoordeling van een gewasbeschermingsmiddel wordt ook gekeken

of een middel geen directe of indirecte schadelijke uitwerking heeft op de

gezondheid van mensen die in de gewassen werken.

De toelatingsbeoordeling gaat er van uit dat geen gewaswerkzaamheden worden

uitgevoerd in een nog nat/vochtig gewas. Dit wordt dan ook ten strengste ontraden.

Omdat vooral de toepasser weet wanneer een middel is toegepast, is het wel

belangrijk dat deze zorgvuldig communiceert en instructies geeft om de

blootstelling te minimaliseren.

De Arbeidsomstandighedenwet schrijft voor dat de werkgever een Risico

Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E) opstelt waarin hij / zij de gezondheidsrisico’s

onderzoekt en geschikte maatregelen ter voorkoming van gezondheidsschade

vaststelt. De geschikte maatregelen zijn te vinden op het etiket van het gebruikte

gewasbeschermingsmiddel.

Page 11: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

11 / 21

c. Hoe veilig zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen voor

consumenten? De meeste gewasbeschermingsmiddelen laten geen residu achter op

voedingsmiddelen omdat ze voor de oogst al zijn afgebroken of het zijn middelen

die niet op het gewas worden toegepast (bijvoorbeeld onkruidbestrijdingsmiddelen).

De Maximale Residu Limiet (MRL) is de maximum hoeveelheid residu die

wettelijk is toegestaan op of in een levensmiddel. MRLs worden vastgesteld door de

Europese Unie. Daarbij worden zeer ruime veiligheidsmarges in acht genomen.

Pas wanneer een MRL in ernstige mate wordt overschreden is er in sommige

gevallen een potentieel gezondheidsrisico. Bij beperkte overschrijding is dit niet het

geval. Dat heeft te maken met de wijze waarop de MRL wordt vastgesteld.

De leidraad voor het vaststellen van MRL's is de zogenaamde goede

landbouwkundige praktijk. Er is daarmee niet sprake van een één op één relatie

tussen de overschrijding van een MRL en gezondheidsrisico's. Die treden namelijk

pas op als de MRL vele malen (vaak meer dan 100 keer) is overschreden.

d. Zijn producten die zonder chemische gewasbeschermingsmiddelen

zijn geteeld gezonder? In het algemeen is niet aangetoond dat land- en tuinbouwproducten die zonder

chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn geteeld, gezonder zijn.

Wel zijn in sommige biologische producten hogere gehaltes aan vitamine C,

mineralen en bioactieve stoffen gemeten.

De verschillen tussen biologische producten zijn groot, al dan niet veroorzaakt door

verschillen in seizoen, regio en gebruikte rassen.

Het totale pakket eten en drinken is bepalend of iemand gezond eet.

e. Hoe veilig is ons drinkwater? De Europese Drinkwaterrichtlijn heeft een norm van 0,1 microgram per liter

vastgesteld voor een individueel gewasbeschermingsmiddel, ongeacht de giftigheid

van het middel.

0,1 microgram per liter is te vergelijken met een lengte van 4 millimeter op de totale

lengte van de evenaar (40.000 km).

Gewasbeschermingsmiddelen worden alleen toegelaten als bij verantwoord gebruik

niet meer dan 0,1 microgram per liter terechtkomt in het grondwater op 1 meter

onder het maaiveld. De norm voor het grondwater is daarmee gelijk aan die van het

drinkwater.

Drinkwaterbedrijven zuiveren ons drinkwater met moderne technieken, zodat er

vrijwel geen residuen in ons drinkwater voorkomen en het voldoet aan de Europese

norm.

In Nederland controleren drinkwaterbedrijven continu op de aanwezigheid van

residuen in het water dat gebruikt wordt voor het drinkwater. Indien er problemen

zijn, zoeken de drinkwaterbedrijven en de industrie naar een oplossing.

De industrie onderschrijft dat gewasbeschermingsmiddelen niet thuis horen in ons

drinkwater.

Page 12: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

12 / 21

f. Hoe veilig zijn chemische gewasbeschermingsmiddelen voor

omstanders en omwonenden? De risico’s van actieve stoffen van gewasbeschermingsmiddelen zijn op Europees

niveau onderzocht, inclusief de risico’s voor omstanders en omwonenden.

Beschikbare gegevens wijzen niet op belangrijke tekortkomingen in de huidige

methoden van risico-evaluatie voor omstanders en omwonenden. Desondanks werkt

de Europese Unie aan een geharmoniseerde werkwijze voor het beoordelen van de

blootstelling van werknemers, gebruikers, omstanders en omwonenden.

In 2009 is door het Institute for Risk Assessment Sciences (Universiteit Utrecht)

aangegeven dat voor omwonenden van bollenteeltbedrijven “niveaus van

blootstelling bij zowel potentieel hoog blootgestelde kinderen (kinderen van

agrariërs) als kinderen wonend in de omgeving zeer laag is en bestaande

grenswaarden niet overschrijden. Ook laten studies zien dat onder het huidige

gebruik de blootstelling laag en voor de meeste subpopulaties (familieleden

agrariërs, omwonenden) verwaarloosbaar gering is.”

In 2011 hebben de Duitse toelatingsautoriteiten bevestigd dat zelfs met zeer strenge

aannames de blootstelling van zowel omstanders als van omwonenden ruim binnen

de toxicologische grenswaarden blijft en dus veilig wordt bevonden.

De Gezondheidsraad buigt zich momenteel (2012) over de vraag of omwonenden

van landbouwpercelen gezondheidsrisico’s lopen door toepassing van

gewasbeschermingsmiddelen. Één van de deelvragen is of het willen nuttig is om

onderzoek te doen onder omwonenden. De Gezondheidsraad zal overigens zelf geen

veld- of laboratoriumonderzoek verrichten.

g. Wordt er rekening gehouden met de gezondheid van kinderen en

andere kwetsbare groepen? Bij de beoordeling en toelating van gewasbeschermingsmiddelen wordt rekening

gehouden met een grotere kwetsbaarheid van kinderen en andere kwetsbare

groepen.

Over het algemeen geldt dat kinderen niet gevoeliger zijn voor de effecten van

stoffen, maar door hun lager gewicht bereiken zij eerder de maximale dagelijkse

dosis.

Bij de bepaling van het gehalte gewasbeschermingsmiddel dat nog maximaal op

voedingsmiddelen aanwezig mag zijn (MRL, Maximum Residu Limiet), wordt

rekening gehouden met het eetpatroon van kinderen (bijvoorbeeld extra veel

appelmoes of babyvoeding).

Uit voorzorg heeft de Europese Unie besloten dat industrieel bereide babyvoeding,

standaard minder dan 0,01 milligram middel per kilogram voedsel mag bevatten.

In 2004 concludeerde de Gezondheidsraad (adviesrapport met als titel

“Gewasbeschermingsmiddelen in voedsel: beoordeling van het risico voor

kinderen”) dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat kinderen daadwerkelijk in hun

ontwikkeling worden geschaad door de aanwezigheid van residuen van

gewasbeschermingsmiddelen in het voedsel.

Aangezien de Gezondheidsraad ook aangaf dat het onderzoek op dit punt nog

beperkt was, is het overheidsonderzoek geïntensiveerd en worden buitenlandse

onderzoeken goed in de gaten gehouden.

De industrie en de overheden binnen Europa werken er continu aan om de

veiligheid van ons voedsel zo goed als redelijkerwijs kan te garanderen voor zowel

volwassenen als kinderen. Bij het vaststellen van MRLs gebruikt men alle

Page 13: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

13 / 21

wetenschappelijke informatie die voorhanden is. Soms bestaat er een periode

voordat de wetenschappelijke inzichten zijn verwerkt in de wetgeving. Dit is

onwenselijk, maar onvermijdelijk, en resulteert niet in onaanvaardbare risico’s.

h. Beïnvloeden gewasbeschermingsmiddelen de hormoonhuishouding? Chemische stoffen kunnen effecten hebben op de hormoonhuishouding.

Stoffen die (zwak) hormonale effecten kunnen hebben, zijn stoffen die gebruikt

worden voor de productie van plastics, papier, houtpulp, haarkleurmiddelen, textiel

en wasmiddelen. De hormonale effecten van al deze stoffen zijn veel kleiner dan die

van de natuurlijke (lichaamseigen) en synthetische hormonen. Bepaalde

synthetische hormonen worden speciaal voor dit doel ontwikkeld, zoals

bijvoorbeeld de pil.

We consumeren soms grote hoeveelheden natuurlijke, hormonaal-actieve stoffen in

fruit, groenten en soja. De werkzaamheid daarvan is net als bij

gewasbeschermingsmiddelen minimaal in vergelijking met de lichaamseigen

hormonen en als zodanig te verwaarlozen.

De industrie deelt haar kennis, informatie en ervaring internationaal met

onderzoekers, om beter inzicht te krijgen in de effecten van chemische hormonaal-

actieve stoffen. Waar nodig wordt meegezocht naar oplossingen.

Effecten op hormoonhuishouding worden voor de toelating van een

gewasbeschermingsmiddel meegenomen in de beoordeling. Daarbij wordt gebruik

gemaakt van zgn. ‘realistic worst case’ blootstellingmodellen.

De resultaten van de dierstudies uit het toxicologisch dossier voor de toelating van

een middel worden met inachtname van een veiligheidsmarge geëxtrapoleerd naar

de mens. In deze studies wordt onder andere gekeken naar carcinogeniteit, effecten

op diverse (reproductie)-organen, effecten op de integriteit en werking van de

mannelijk en vrouwelijke reproductie en effecten van blootstelling van zwangere

vrouwen op de ontwikkeling van het nageslacht. Deze studies detecteren de

negatieve effecten die door hormoonverstoring veroorzaakt zouden kunnen worden.

In de nieuwe gewasbeschermingsmiddelen verordening (EG) nr. 1107/2009 is een

strenger criterium voor werkzame stoffen met hormoonverstorende eigenschappen

opgenomen.

i. Wat is er bekend over de blootstelling aan meerdere middelen

tegelijkertijd Hoewel soms effecten van gecombineerde residuen gevonden kunnen worden bij

hoge doseringen van middelcombinaties, is het niet waarschijnlijk dat er sprake is

van een gezondheidsrisico is. Dit omgerekend naar de veel lagere residuniveaus die

gevonden worden in voedsel.

Stoffen met een verschillend werkingsmechanismen hebben geen cumulatief effect.

Met andere woorden, ze versterken elkaar niet omdat ze niet hetzelfde doen. Zelfs

niet als er meerdere stoffen in bijvoorbeeld dezelfde appel zitten.

Doorgaans is van iedere stof een zo laag residu aanwezig, dat deze geen effecten

heeft op de gezondheid. In 2012 heeft het European Centre for Ecotoxicology and

Toxicology of Cemicals in dat kader aangegeven dat er geen bewijs is dat

blootstelling aan meerdere middelen, die ieder op zich zijn gereguleerd

overeenkomstig huidige risicobeoordelingen, een gezondheidsrisico voor mensen

vormt.

Page 14: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

14 / 21

Het onderwerp combinatie-toxicologie heeft nadrukkelijk de aandacht van de

industrie en van de overheid. Als dat op basis van voortschrijdend inzicht en EFSA-

adviezen nodig mocht zijn, zal de risicobeoordeling uiteraard worden bijgesteld.

Page 15: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

15 / 21

4. Gewasbeschermingsmiddelen en milieu

a. Hoe staat het met de milieubelasting van

gewasbeschermingsmiddelen? Zoals bij veel andere stoffen leidt ook het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen

tot milieubelasting. Het is echter van belang dat die milieubelasting zo laag

mogelijk is.

Het uitsluitend terugdringen van het volume gebruikte gewasbeschermingsmiddelen

is een te simpele benadering. Het gaat om het terugdringen van ongewenste

milieueffecten van gewasbeschermingsmiddelen.

De industrie gebruikt bij het ontwikkelen van gewasbeschermingsmiddelen grond-

en hulpstoffen, respectievelijk kiest voor formulerings- en verpakkingsvormen, die

zo min mogelijk belastend zijn voor mens, dier en milieu.

Uit berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat in de periode

1998-2010 de milieubelasting is afgenomen met ongeveer 85%. Het Planbureau

constateerde: “Door de inspanningen van telers, fabrikanten van

gewasbeschermingsmiddelen, drinkwaterbedrijven en overheden is de

gewasbescherming in Nederland sinds 1998 veiliger geworden voor de mens, de

natte natuur en het milieu. In het voedsel worden minder resten van

gewasbeschermingsmiddelen (residuen) aangetroffen en de kwaliteit van het

oppervlaktewater is verbeterd.” Inspanningen blijven nodig om een verdergaande

afname van de milieubelasting te realiseren.

Vanuit de verantwoordelijkheid van Product Stewardship willen Nefyto-deelnemers

méér doen dan wat strikt door wet- en regelgeving wordt voorgeschreven. Zij doen

dat onder andere door de ontwikkeling van modernere

gewasbeschermingsmiddelen, maar ook door mee te werken aan onderzoek van

derden, bijvoorbeeld onderzoek naar nieuwe toepassingstechnieken of

emissiebeperkende maatregelen.

Ondanks de inspanningen van telers en industrie komen vooral in het

oppervlaktewater in glastuinbouwgebieden hogere concentraties

gewasbeschermingsmiddelen voor dan de gestelde norm. De glastuinbouwsector

heeft daarom met waterschappen, onderzoekers en industrie een plan van aanpak

opgesteld om teeltmethoden zodanig te wijzigen dat er op korte termijn geen

middelen meer met het gebruikte water worden geloosd.

b. Wat is het effect van gewasbeschermingsmiddelen op de

biodiversiteit? Gewasbeschermingsmiddelen worden uitgebreid getest en beoordeeld op de

effecten op waterorganismen, vogels, zoogdieren, planten en insecten.

Gebruiksvoorschriften worden hierop aangepast. Hiermee wordt bereikt dat bij juist

gebruik er geen ongewenste effecten zijn op flora, fauna en leefomgeving.

De interacties met flora, fauna en de leefomgeving zijn complex. Hierdoor kunnen

tijdelijke effecten niet altijd voorkomen worden. Deskundigen zijn het erover eens

dat de invloed van toegelaten middelen beperkt is.

Door gewasbeschermingsmiddelen bewust in te zetten en te integreren in andere

(biologische) bestrijdingsmethoden, kan ongewenste belasting van het milieu verder

worden teruggebracht. Dit is het principe van geïntegreerde teelt. Door toegenomen

Page 16: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

16 / 21

kennis kunnen natuurbeheer en landbouw beter gecombineerd worden. Een

voorbeeld hiervan is akkerrandbeheer.

Als gevolg van overheidsmaatregelen en innovatie van de industrie is de

milieubelasting ’van het bodemecosysteem en het terrestrisch ecosysteem door

gewasbeschermingsmiddelen vermindert (Milieubalans, 2009).

Roofvogels hebben in de jaren zestig ernstig te lijden gehad van de ophoping van

gewasbeschermingsmiddelen in de voedselketen. Sinds in de beoordeling van

middelen dergelijke effecten worden meegenomen en bio-accumulerende middelen

verboden zijn, hebben vogelpopulaties, zoals havik, sperwer, buizerd en sterns, zich

in de jaren 80 hersteld in Nederland.

Gewasbeschermingsmiddelen kunnen natuurvriendelijker zijn dan andere vormen

van landbeheer. Bijvoorbeeld, selectief spuiten in plaats van maaien kan voor

bepaalde vogelsoorten gunstiger zijn.

c. Wordt de bijensterfte veroorzaakt door

gewasbeschermingsmiddelen? Wintersterfte van honingbijen is een normaal verschijnsel. Alleen is het de laatste

jaren sterk toegenomen.

De bijensterfte kent een reeks van oorzaken. Het overgrote deel van de

wetenschappers is het erover eens dat de varroamijt hier de belangrijkste oorzaak

van is. Daarnaast spelen virussen, parasieten en bacteriële infecties een rol. Andere

oorzaken zijn milieu- en klimatologische invloeden, verminderde biodiversiteit

waardoor er een gebrek aan voedsel kan ontstaan, de verzwakking van bijenvolken

door verdergaande selectie en het ontbreken van juiste bestrijdingsmethoden tegen

bijenziekten en infecties.

Ook worden gewasbeschermingsmiddelen genoemd als oorzaak. Bij de toelating

van deze middelen wordt door het College voor de toelating van

gewasbeschermingsmiddelen en biociden scherp gelet op mogelijke effecten.

Bij een juist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is er tot nu toe nooit een

direct of indirect verband aangetoond tussen de geconstateerde wintersterfte bij

bijen en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

In Frankrijk is een groot onderzoek uitgevoerd waaruit gebleken is dat er geen

verschil was tussen bijensterfte voor en na een meerjarig verbod van bepaalde

verdachte middelen.

d. Wat gebeurt er met lege verpakkingen van

gewasbeschermingsmiddelen? Boeren en tuinders zijn verplicht om lege verpakkingen van

gewasbeschermingsmiddelen te spoelen. Dat gebeurt met speciale apparatuur die er

voor zorgt dat het spoelwater teruggaat naar de spuittank. Als de verpakking is

schoongespoeld volgens de regels dan mag deze worden meegegeven met het

(gewone) bedrijfsafval.

In sommige gevallen kan of mag een verpakking niet worden gespoeld. Zo’n lege

verpakking moet dan als gevaarlijk afval worden behandeld en naar het

gemeentelijk depot worden gebracht of via een commerciële afvalinzamelaar

worden afgevoerd en verwerkt. Zogenaamde “verwijderingszinnen” op het etiket en

vanaf 2013 ook via het STORL-logo wordt duidelijk gemaakt hoe met de lege

verpakking moet worden omgegaan.

Page 17: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

17 / 21

De Stichting Restanten Landbouwbestrijdingsmiddelen (STORL) regelt dat

gemeenten een vergoeding krijgen als ze resten en niet spoelbare verpakkingen

innemen. Jaarlijks wordt zo’n 5 ton resten en 35 tot 40 ton niet-spoelbare

verpakkingen gedeclareerd bij de STORL.

Page 18: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

18 / 21

5. Gewasbescherming en de industrie

a. Is de industrie actief met het ontwikkelen van innovatieve middelen? De gewasbeschermingsmiddelenindustrie is een innoverende industrie. Voortdurend

worden producten verbeterd, bijvoorbeeld in effectiviteit en milieuveiligheid.

Bij innovatie denkt men vaak in eerste instantie aan het ontwikkelen van nieuwe

werkzame stoffen. Het onderzoek naar nieuwe stoffen is vooral gericht op het

gebruik in de grote teelten in de wereld, dit zijn gewassen zoals soja, rijst, maïs,

katoen en granen. Gewasbeschermingsmiddelen voor alle andere gewassen zijn

afgeleid uit middelen die gebruikt worden in deze grote teelten.

Met de ontwikkeling van nieuwe stoffen zijn de laatste jaren veel resultaten

geboekt. Van nieuwe actieve stoffen is doorgaans een lagere dosering per hectare

nodig dan van de oudere stoffen. Daarnaast zijn ze vaak effectiever en zijn ze nog

veiliger voor mens en milieu.

Voordat een nieuwe stof op de markt kan worden gebracht, wordt deze aan een

zwaar onderzoekstraject onderworpen. Dit traject duurt vaak wel tien jaar. Veel

stoffen vallen af omdat ze niet voldoen aan het complexe en uitgebreide pakket

voorwaarden dat aan nieuwe middelen wordt gesteld. De enkele stoffen die door

deze screening komen, voldoen dan ook aan de hoogste eisen.

Er wordt echter ook op andere manieren aan innovatie gewerkt. Voorbeelden zijn de

voortdurende actualisatie van dossierinformatie, nieuwe formuleringsvormen,

nieuwe verpakkingen en onderzoek naar geïntegreerde gewasbescherming.

b. Wat doet de industrie in Nederland aan maatschappelijk

verantwoord ondernemen? De industrie is zeer actief met voorlichting, begeleiding en advies, om er voor te

zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen zo zorgvuldig mogelijk en minimaal

overeenkomstig de voorschriften worden toegepast.

Alle bij Nefyto aangesloten ondernemingen hebben verder de Product Stewardship

Gedragscode ondertekend. Met de Product Stewardship Gedragscode willen de

ondernemingen duidelijk maken waar zij voor staan en wat de normen zijn waaraan

hun gedragingen in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen mogen

worden getoetst.

Meer specifiek bevat de Code een beschrijving van de Nefyto missie en

gedragsregels voor onder meer opslag, vervoer, aanprijzing en veilig en

verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Op de naleving van de Gedragscode wordt toegezien door een onafhankelijk

Toetsingscollege. De toegang tot het Toetsingscollege staat niet alleen open voor de

ondertekenaars van de Code. Ook representatieve organisaties van de handel en van

telers kunnen het Toetsingscollege om een uitspraak vragen.

c. Wat is de relatie tussen gewasbeschermingsmiddelenbedrijven en

veredelingsbedrijven? Diverse gewasbeschermingsmiddelenbedrijven zijn ook eigenaar van

zaadveredelingsbedrijven. Door gewasbeschermingsmiddelen al op het zaad aan te

brengen kan een enorm milieuvoordeel worden bereikt.

Page 19: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

19 / 21

Bij een veldbespuiting wordt 100% van het oppervlakte belast. Bij een zogenaamde

zaadbehandeling is die belasting minder dan 2%.

Door veredeling kan geprobeerd worden planten minder gevoelig voor ziekten en

plagen te maken. Waar dat nog onvoldoende lukt worden

gewasbeschermingsmiddelen ontwikkeld om ons voedsel veilig te stellen.

d. Hoe zit het met chemische gewasbescherming in ontwikkelings-

landen? De wereldbevolking groeit de komende jaren van ongeveer zes miljard tijdens het

begin van deze eeuw naar 9 miljard in 2050.

De belangrijkste vraag naar meer voedsel wordt echter veroorzaakt doordat het dieet

van mensen verandert.

Naarmate de welvaart toeneemt, neemt ook de consumptie van dierlijke eiwitten

toe. Deze welvaartsstijging is veel meer bepalend voor de totale

voedselproductiebehoefte, dan de toename van de wereldbevolking.

Bij het op peil brengen en houden van de voedselvoorziening en –productie spelen

gewasbeschermingsmiddelen een grote rol. In ontwikkelingslanden is de

voedselvoorziening van primair belang om de groeiende bevolking te voeden.

Voedselproductie is echter ook een inkomstenbron door export.

Gewasbeschermingsmiddelen kunnen het wereldvoedselprobleem niet oplossen,

maar leveren een waardevolle en onmisbare bijdrage.

In ontwikkelingslanden bestaan diverse (mede door de industrie opgezette)

succesvolle programma’s om te bevorderen dat gewasbeschermingsmiddelen veilig

en verantwoord worden ingezet.

De industrie spant zich in voor het opruimen van oude en overtollige voorraden in

ontwikkelingslanden. In het Africa Stockpiles Programme (ASP –

www.africastockpiles.org) werkt de industrie samen met onder andere Food

Agriculture Organisation (FAO) en het Wereld Natuur Fonds (WWF) om alle

overtollige voorraden op een verantwoorde manier op te ruimen.

De industrie ondersteunt het Prior Informed Consent System om

ontwikkelingslanden te helpen vast te stellen welke chemische stoffen ze kunnen

invoeren. Bij voorkeur ziet de industrie in elk land een effectieve

toelatingsautoriteit.

De normerings- en beoordelingssystematiek van de Codex Alimentarius (World

Health Organisation, WHO en Food and Agriculture Organisation, FAO) speelt

hierin ook een rol. In de Codex Alimentarius worden mondiale afspraken gemaakt

over de maximale hoeveelheid residu (MRL, Maximum Residu Limiet) van

gewasbeschermingsmiddelen op voeding. Het grote voordeel van mondiale

afspraken is dat elk land dezelfde residunorm hanteert en daarmee wordt de export

voor ontwikkelingslanden vereenvoudigd.

Page 20: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

20 / 21

6. Distributie van gewasbeschermingsmiddelen

a. Welke eisen worden gesteld aan verpakkingen van

gewasbeschermingsmiddelen? Het ontwerpen van verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen is een vak apart.

De ontwerpers moeten een mix zien te realiseren tussen veiligheid en

gebruiksgemak, waarbij veiligheid uiteraard een hogere prioriteit krijgt. Een

goedgekeurde verpakking is te herkennen aan een UN-keurmerk

Absoluut veilig kan een verpakking niet zijn: de wetgeving bepaalt wat veilig

genoeg is.

Het materiaal van de verpakking moet bestand zijn tegen de chemische

eigenschappen van het product. Ook moet de verpakking zodanig zijn ontworpen

dat deze niet gaat lekken bij stoten of vallen

De verpakking mag niet door zijn vorm of ontwerp de “nieuwsgierigheid van

kinderen wekken” of de “gebruiker in verwarring brengen”. Kinderveilige

sluitingen en tastbare gevarenaanduidingen zijn standaard.

b. Welke eisen worden gesteld aan het transport van gewasbescher-

mingsmiddelen? De meeste gewasbeschermingsmiddelen zijn aan te merken als gevaarlijke stof en

vallen daardoor onder de wetgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze

wetgeving verwijst naar Europese regelgeving. Internationale afspraken over het

vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg staan in een Europese overeenkomst:

ADR – Accord Européen relatif au transport international des marchandises

Dangereuses par Route.

Een goedgekeurde verpakking is te herkennen aan een UN-keurmerk. Een

distributeur kan een binnenverpakking alleen los vervoeren, als deze is voorzien van

een UN-keurmerk.

Het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen (BVGS) bepaalt dat landbouwondernemers

of hun personeel vrijgesteld zijn van de vervoersvoorschriften voor gevaarlijke

stoffen, “bij het vervoer van bestrijdingsmiddelen tussen hun landbouwbedrijf en

daarbij behorende landbouwgronden via de redelijkerwijs kortste of snelste route”.

c. Welke eisen worden gesteld aan de gewasbeschermingsmiddelen-

handel? Op basis van de Nederlandse wetgeving moeten handelaren die professionele

gewasbeschermingsmiddelen verkopen daarvoor een bewijs van vakbekwaamheid

hebben, een administratie bijhouden en voldoen aan eisen voor het opslaan van

gewasbeschermingsmiddelen.

Daarnaast moeten alle bedrijven die handelen in professionele

gewasbeschermingsmiddelen sinds 1 januari 2010 voldoen aan de Algemeen

verbindend verklaring (AVV) van de Stichting Certificatie Distributie

Gewasbeschermingsmiddelen (www.stichtingcdg.nl). In het certificatieschema

worden onder andere ook eisen gesteld aan de kwaliteit van het management en aan

de naspeurbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen.

Page 21: Vragen en Antwoorden over Gewasbescherming - nefyto.nl en... · 2 / 21 Inleiding Dit boekje is een vernieuwde uitgave van “Chemische gewasbescherming. Vragen en antwoorden” dat

21 / 21

7. Gewasbescherming en agrarische ondernemers

a. Wat vinden boeren en tuinders in Nederland van gewasbescher-

mingsmiddelen? Ook boeren en tuinders krijgen te maken met steeds strengere eisen, vooral door

nieuw Europees beleid.

Daarnaast worden vanuit de markt steeds strengere eisen gesteld, bijvoorbeeld op

het terrein van residuen op groenten en fruit.

Met het oog op het behoud van veilig, betaalbaar en voldoende voedsel van hoge

kwaliteit en het behoud van sierteeltproducten van hoge kwaliteit moeten boeren en

tuinders kunnen blijven beschikken over voldoende gewasbeschermingsmiddelen

middelen. Een gelijk Europees speelveld is daarbij voor de land- en

tuinbouworganisatie LTO het uitgangspunt.

b. Wat is het risico van illegale en vervalste gewasbeschermings-

middelen? In sommige Europese landen zijn illegale en vervalste gewasbeschermingsmiddelen

een groeiend probleem.

Deze illegale producten worden niet getest, zijn niet gereguleerd en kunnen niet

alleen oogsten vernietigen of schade doen, maar kunnen ook een bedreiging vormen

voor de gezondheid van de consument en voor het milieu.

Nederland kent een goed gestructureerde gewasbeschermingsmarkt, mede door de

certificering van de distributie en de vele gecertificeerde telers. Gelet op het belang

van Nederland als toegangspoort tot Europa concentreert de aandacht zich dan ook

primair op onze havens en luchthaven in verband met doorvoer naar elders als het

om vervalste middelen gaat.

Toch moeten we ook in Nederland alert blijven op het voorkomen van vervalste

middelen.