visietekst de beste stad

48
Uitdagingen voor Antwerpen na 2012

Upload: toon-wassenberg

Post on 08-Mar-2016

238 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Visietekst voor de toekomst van Antwerpen, door vijf jonge sp.a-politici. Het is het resultaat van een klein jaar gesprekken voeren met Antwerpenaars, interviews met experten, debat- en filmavonden en veel lees- en surfwerk. We hopen dat het verdere aanzet kan zijn tot debat over de toekomst van onze stad.

TRANSCRIPT

Page 1: Visietekst De Beste Stad

Uitdagingen voor Antwerpen na 2012

Page 2: Visietekst De Beste Stad

de beste stad

Antwerpen zette de laatste jaren grote stappen voorwaarts. Buurten zijn hernieuwd, nieuwe parken kleuren de stad, we hebben nu stadsfietsen, meer tramlijnen en het culturele en sportieve Antwerpen is actiever dan ooit. Antwerpen is bovendien verlost van het imago als oord van problemen,

maar trekt vandaag weer nieuwe inwoners aan, verwelkomt bedrijven en bezoekers en nodigt uit om te blijven. Antwerpenaren zijn weer trots op hun stad. Dat is belangrijk, want een succesvolle stad groeit.

Dat zien we ook aan de cijfers. Onderzoek laat zien dat we in 2030 wel eens meer dan 600.000 inwoners kunnen tellen. Dat betekent een stijging van 100.000 inwoners. Die groei vormt een enorme uitdaging op het vlak van ruimte, samenleven, zorg en mobiliteit. We merken vandaag al de nood aan meer kinderopvang en scholen.

De ambitie van de Stad moet verder reiken dan enkel het opvangen van de bevolkingsdruk. Antwerpen moet de ambitie koesteren om de beste stad te worden die ze kan zijn voor haar inwoners. In Antwerpen moeten hún dromen en noden centraal staan. De groei van de stad moet hierop geen hypotheek leggen. Het is juist een uitnodiging om de bestaande kijk van de stad op het gebruik van ruimte, de visie op samenleven en de rol van de stad te herdefiniëren. 2

Page 3: Visietekst De Beste Stad

Uitdagingen voor Antwerpen na 2012

De Stad zal in de eerste plaats slimmer met haar ruimte moeten omspringen om te voorzien in de groeiende nood aan plaats voor woningen, ondernemingen, recreatie en sociale voorzieningen. Met meer inwoners op dezelfde plek moet Antwerpen bovendien kiezen voor ademruimtes en aangename publieke ruimtes.

In de tweede plaats zal de Stad het over een andere boeg moeten gooien om de druk op sociale voorzieningen en diensten aan te kunnen. Dat betekent dat de Stad van Vlaanderen de middelen moet krijgen die ze nodig heeft, maar ook dat Antwerpen het potentieel in de stad beter moet aanspreken.

Tot slot zal de Stad in de toekomst een nieuwe balans moeten vinden tussen zelf optreden, ondersteunen en loslaten. Antwerpen moet niet alles zelf willen doen, maar moet ruimte laten voor initiatief en creativiteit.

De uitdaging voor de komende twintig jaar is niet min. De grote diversiteit van de Antwerpse bevolking in leeftijden, gezinssituaties, financiële draagkracht, sociale en culturele achtergrond maakt de drie bovenstaande uitdagingen er niet gemakkelijker op. Die diversiteit leidt al te vaak tot een gebrek aan begrip voor elkaar, een tekort aan gemeenschapsgevoel en het afbreken van solidariteit tussen de Antwerpenaren. Daarom blijft de grootste uitdaging beter leren samenleven en samenwerken in deze stad. Dat kan alleen met een Schoon Verdiep dat resoluut kiest voor een politiek die verbindt en niet voor één die verdeelt.

In dit boekje vind je onze visie op hoe Antwerpen moet omgaan met de enorme en diverse groei van de Stad. We hebben deze visie ook vertaald in concrete projecten voor de Stad. We hebben ideeën verzameld uit andere steden als inspiratie. Soms van ver weg zoals uit New York, maar evengoed van naast de deur zoals uit Wijnegem. We hopen dat dit boekje jullie mee aan het denken zet en kan bijdragen tot een goed debat over de toekomst van onze Stad. Ook ver voorbij 2012. 3

Page 4: Visietekst De Beste Stad

4

Page 5: Visietekst De Beste Stad

In oktober 2006 werden wij samen met andere enthousiaste Antwerpenaren verkozen. Vanuit de gemeenteraad en provincieraad werkten we mee aan het positieve stadsverhaal van Patrick Janssens.

Zes jaar later maken we een positieve balans op. Samen met vele Antwerpenaren zagen we hoe de stad veranderde en verbeterde. Toch, onvermijdelijk, bleven er dossiers liggen, zijn bepaalde problemen

nog niet van de baan en stellen zich nieuwe grote uitdagingen. Als jonge Antwerpenaren leggen we ons er niet bij neer dat het ‘goed genoeg‘ moet zijn. Wij hebben de ambitie om van Antwerpen De Beste Stad te maken die ze kan zijn. Om het beste eruit te halen voor elke Antwerpenaar.

We trokken erop uit, legden ons oor te luister en betrokken vele Antwerpenaren in ons verhaal, en vroegen hen om hun ideeën en

dromen met ons te delen. Dit boekje is de weerslag van die verhalen, onze ideeën en voorstellen. Maar het is ook een beginpunt voor verdere discussie. Daarom nodigen we jullie uit om jullie reacties met ons te delen, of ons uit te nodigen om te komen spreken en luisteren.

Karim, Seppe, Catherine, Toon en Eva

Ons verhaalwww.debestestad.be

5

Page 6: Visietekst De Beste Stad

6

Page 7: Visietekst De Beste Stad

Gedeelde Stad – een stad die keuzes durft te maken1. Ruimte recycleren2. Waardeer het kleine3. Geen halve keuzes in mobiliteit4. Samenleven in Gedeelde Ruimte

Stad van Toekomst – kansen voor een superdiverse bevolking1. Sociale kloof op de politieke agenda 2. Begin in de buurt3. Gebruik het potentieel in de stad4. No future is geen Antwerps

Spontane Stad – weten waar te sturen en wanneer los te laten1. Ruimte voor initiatief2. Ruimte voor ondernemen3. Ruimte voor deelname4. Succesvolle stad van aankomst

Voorbij de Stadsgrenzen

8 10 12 13 15

18 21 22 26 28

32 35 37 40 44

45

inhoud

7

Page 8: Visietekst De Beste Stad

Gedeelde Stad

8

Page 9: Visietekst De Beste Stad

De bevolkingsgroei in Antwerpen van 100.000 extra Antwerpenaren in de komende twintig jaar betekent dat de stad zal groeien met een omvang ter grootte van de stad Leuven. We zullen met meer mensen dezelfde ruimte delen. Dat betekent dat we extra woonruimte moeten zoeken, extra ruimte voor scholen, extra kinderopvang, extra sportaccommodatie, extra winkels, extra mobiliteitsvoorzieningen. De Stad moet duidelijke keuzes maken en de ruimte slimmer gebruiken.

Ondanks de druk op de ruimte, moeten we ook plaats maken voor ademruimte; plekken om te rusten, te spelen en elkaar te ontmoeten. Aangename publieke ruimtes in de vorm van parken, wandelbare straten en veilige pleinen zijn cruciaal voor de samenhang in onze stad. Enkel zo blijft Antwerpen leefbaar.

Er is de laatste jaren veel groen bijgekomen. Vervallen pleintjes zijn opgeknapt. Toch voelt Antwerpen nog steeds als een erg dichtbebouwde stad, zeker binnen de Ring. De vraag naar ruimte voor woningen, bedrijven en voorzieningen zal de druk op de nog beschikbare ruimte verder vergroten. Antwerpen zal moeten weerstaan aan de druk om ademruimte in steen te veranderen.

een stad die keuzes durft te maken

”het beste uit de stad halen voor iedereen“

9

Page 10: Visietekst De Beste Stad

1. Ruimte recyclerenAntwerpen moet slimmer en beter gebruik maken van de al bebouwde ruimte om de vraag naar extra woningen, voorzieningen en ondernemingen te combineren met de vraag naar ademruimte in de vorm van parken en pleinen.

Die ademruimte kunnen we alleen verzekeren als we niet bouwen op de ruimte die vandaag onbebouwd is. De laatste uitbreidingsplannen in onbebouwde ruimte (zoals Regatta, Eksterlaar, Neerland, Nieuw-Zuid) zijn uitgevoerd, gepland of in uitvoering. In de toekomst moeten we ruimte zoeken in de hoogte, onder de grond (parkings) en op plekken die zich lenen voor een nieuwe bestemming. Het Militair Hospitaal en de ontwikkeling van het Eilandje zijn succesvolle voorbeelden van herbestemming.

Die kansen liggen in Antwerpen voor het grijpen. Voor kleinere projecten kunnen we denken aan de gevangenis van de Begijnenstraat en de voormalige gasfabriek bij Zurenborg. Op grotere schaal zien we nog mogelijkheden op het Eilandje en langs de boorden van het Albertkanaal (Kronenburg/

Dokske), op uitdovende industriële sites zoals bijvoorbeeld de Lage Weg tussen Hoboken en het Kiel, en bij poortsites zoals de omgeving van het Zuidstation, de Turnhoutsepoort en Berchem-Station. Die laatste locaties zijn enkel leefbare opties voor de toekomst als daar de Ring overkapt wordt.

Kanaal site Wijnegem – ID voor een Beste Stad

Wijnegem biedt een recent voorbeeld van hoe oude industriële sites aan het kanaal om te vormen tot moderne, levendige nieuwe wooncomplexen. Axel Vervoordt kocht de oude stokerij meer dan 10 jaar geleden en maakte er een expositieruimte van. Nu gebruikt Vervoordt de braakliggende site voor een nieuw project: een kanaalsite met moderne gebouwen, kantoren en winkels. Er liggen nog veel panden langs het kanaal zoals de stokerij in Wijnegem. Willen we dat de Stad of projectontwikkelaars deze plekken sneller ombouwen tot woon-, recreatie- of kantoorruimtes, dan moet Antwerpen gemakkelijker zelf bedrijvenzones in woon- en werkzones kunnen omzetten.

Gedeelde Stad

10

Page 11: Visietekst De Beste Stad

Project Groenhaven Deurne ZuidAntwerpen heeft nog een grote open ruimte die geschikt is voor woon-, werk- en ademruimte: de luchthaven van Deurne. De luchthaven komt de komende jaren steeds meer in het midden van woongebied te liggen doordat de stad, maar ook de buurgemeenten Wommelgem, Borsbeek en Mortsel snel groeien. Door de groeiende vraag naar meer ruimte voor wonen, ondernemen en open ruimte zullen we de komende jaren onvermijdelijk opnieuw nadenken over de luchthaven.

De economische waarde van de luchthaven zal ongetwijfeld afnemen eens de snelle treinverbinding tussen Antwerpen en Zaventem in gebruik is. Een gated community enkel voor luchthavengebruikers, met een omvang van het Rivierenhof, blijft niet houdbaar door de groeiende nood aan ruimte voor

wonen, ondernemingen, recreatie en groen. Die economische argumenten zullen argumenten van hinder en milieu-impact voorbij hollen en zullen de discussie toespitsen op de waarde van de site voor een duurzame invulling met woningen, voorzieningen, ondernemen en groen. Als we enkel de nu al bebouwde ruimte (de luchthavengebouwen en loodsen) in aanmerking nemen voor bewoning, blijft er nog een gebied vergelijkbaar met het Rivierenhof over.

Tempelhof Berlijn – ID voor een Beste Stad

De voormalige luchthaven Tempelhof in hartje Berlijn is het schoolvoorbeeld van een luchthaven die stukje bij beetje haar argumenten voor behoud verloren zag gaan door de groei van de omliggende stad. Vandaag is het een groot stadspark midden in een dichtbebouwde stad waar de Berlijnse bevolking op adem kan komen. Ook daar werd de doodstrijd lang gerekt, maar vandaag vind je nauwelijks nog een Berlijner die terug een actieve luchthaven op Tempelhof wil.

11

Page 12: Visietekst De Beste Stad

2. Waardeer het kleine“Als je denkt dat je te klein bent om een effect te kunnen hebben, probeer dan maar eens te gaan slapen met een mug in de kamer.”

In Antwerpen is er nog maar beperkt plaats voor nieuwe ’parken Spoor Noord’. Maar er is onuitputtelijk veel plaats voor kleine groene plekken.

Naast kleinere plantsoenen, straten en pleinen op het publiek domein die we kunnen vergroenen, is er een eindeloos aantal tuinen, terrassen, muren en daken die plaats kunnen bieden aan groen.

Dat hoeft geen knuffel- of kabouter-groen te zijn. We kunnen ook aan kleinere groene plekken een functie en waarde geven. Zo zorgen groendaken voor een betere isolatie van huizen en een daling van het energiegebruik. Andere steden tonen bovendien aan dat grote daken zich prima kunnen lenen voor aangename recreatieruimtes of zelfs voor voedselproductie. In Brooklyn (New York) verschijnt zo de ene stadsboerderij (urban farm) na de andere op daken van pakhuizen en kantoren. De Biodroom op Linkeroever laat dan weer zien dat samen boeren op een stukje stad voor nieuwe contacten en sterkere sociale banden zorgt.

Zeker op het vlak van energie heeft Antwerpen er bovendien alle belang bij om haar zelfvoorziening op te krikken, om economische én ecologische redenen. De inzet op goedkope en duurzame energie is cruciaal in een stad waar heel wat inwoners nauwelijks de enorme energiefacturen kunnen betalen. Elke inspanning voor de vermindering van het energieverbruik (door bijvoorbeeld vernieuwbouw, passiefhuissstandaarden, isolatie, ...) is welkom, maar tegelijk moeten we beginnen met onze gebouwen en huizen tot energiebronnen te maken. Zonnepanelen zien we al massaal verschijnen, maar we moeten ook mogelijkheden voorzien voor stedelijke kleinschalige windturbines, het gebruik van aardwarmte of van restwarmte uit de haven, en warmtekrachtkoppelingen op buurtniveau.

Gedeelde Stad

12

Page 13: Visietekst De Beste Stad

3. Geen halve keuzes voor mobiliteitAntwerpen is een voorschoot groot en zo plat als een pannenkoek. Omdat afstanden al bij al beperkt zijn, geraak je op veel plaatsen te voet en nagenoeg overal met de fiets.

Bovendien is er is een uitgebreid aanbod aan openbaar vervoer. We worden meer en meer een fiets- en wandelstad. We hebben nieuwe tramlijnen, een publiek fietsenproject, we investeren in nieuwe fietspaden, en circulatieplannen moeten het autoverkeer vlotter laten verlopen.

Maar het ‘mobiliteitsvraagstuk‘ blijft de gemoederen van de mensen beroeren. De afgelopen jaren heeft de politiek zich zo blind gestaard op het grote project Oosterweel, dat het de aandacht afleidde van de mobiliteit in het stadscentrum en in de districten. De mobiliteit van de Antwerpenaren in de stad vraagt om meer aandacht van de politiek.

De mobiliteit in de Stad kan in de eerste plaats beter als de Stad samen met Vlaanderen eerst al eens inzet op die mobiliteitsoplossingen waarover we het eens zijn:

1. Zorg voor grote parkings aan de eindhaltes van trams voor bezoekers en voor voldoende buurtparkings voor bewoners.

2. Voorzie meer, veiligere en betere fietsenstallingen. Moedig bewoners of bedrijven met een garage aan om die open te stellen voor fietsen van buurtbewoners.

3. Zorg voor betere verbinding tussen bussen die naar de stad komen en trams die in de stad rijden, trek de frequentie en capaciteit van de trams op en breid de avonduren terug uit.

4. Doe het openbaar vervoer meer rijden en minder stilstaan. Er zijn weinig steden in Europa waar de tram in verhouding tot de totale rijtijden zoveel stilstaat voor het rode licht of in de verkeersdrukte.

5. Bekijk het verkeer vanuit kinderogen: uit de kinderbarometer bleek dat kinderen het verkeer zien als grootste bron van angst in de stad. Maak van Antwerpen een wandelvriendelijke stad met goed verlichte, duidelijk afgebakende en aangename voet- en fietspaden.

13

Page 14: Visietekst De Beste Stad

Daarnaast moet Antwerpen stoppen met halve keuzes te maken in mobiliteit. Is het houdbaar om in straten als de Lange Leemstraat of de Vrièrestraat én trams én auto’s én fietsers én parkeerplaatsen én voldoende brede stoepen in te passen en dan nog liefst alles in beide richtingen? Herbekijk de situatie van het Astridplein waar de fietser zich moet wurmen tussen voetgangers die op de bus willen stappen, trams en auto’s.

Antwerpen moet durven om keuzes te maken in buurten en straten waar er vandaag verkeersproblemen zijn. Die keuzes moeten gericht zijn op veiliger, duurzamer en vlotter verkeer met duidelijkheid voor iedereen. Dat betekent dat er niet in elke straat tweerichtingsverkeer is en dat je dus regelmatig een blokje moet omrijden. Dat betekent dat er plekken zullen zijn waar de fietser moet afstappen om geen voetgangers in gevaar te brengen. Dat betekent dat de Lijn sommige tram- en buslijnen moet omleggen. Sommige van deze beslissingen zijn niet evident, maar het leidt tot meer duidelijkheid waar je je op kan organiseren.

Antwerpen moet deze keuze mogelijk-heden beter communiceren en iedereen in het verkeer helpen de keuzes te maken die passen bij de eigen mobiliteit. Dat kan door meer realtime informatie via apps, een plan bij haltes van het openbaar vervoer en bij parkings waar er zich velofietsen bevinden in de buurt en een goede

website waar je de beste route kan berekenen met jouw vervoersmiddel rekening houdend met het bestaande verkeer.

Project Auto als deeltje collectief vervoerDe Stad moet bewoners die hun auto willen delen met anderen ondersteunen, zodat deze auto’s een deeltje collectief vervoer kunnen zijn. Heel wat inwoners hebben een wagen die een groot deel van de tijd stil staat. Het delen van je auto met anderen wordt steeds aantrekkelijker door de stijgende prijzen aan de pomp. Een gebrek aan goede informatie hierover en aan duidelijkheid over verzekeringen zorgt nog voor drempels die de Stad kan helpen wegwerken. Een volgende stap zijn publieke (elektrische) auto’s voor verplaatsingen van korte en middellange afstand naar voorbeeld van Amsterdam en Parijs. Is Antwerpen klaar voor de A-Otto, naar analogie met de A-Velo?

Gedeelde Stad

14

Page 15: Visietekst De Beste Stad

4. Samenleven in Gedeelde RuimteDe groei van de stad betekent niet alleen dat we ruimte slimmer moeten gebruiken, maar ook dat we met meer mensen dezelfde ruimte moeten delen.

Ruimte delen is niet eenvoudig in een stad zoals de onze die superdivers is in leeftijden, sociale en culturele achtergronden, voorkeuren en wensen. Niet iedereen denkt hetzelfde over wat kan en niet kan op pleinen, straten en in parken. Dat zorgt ervoor dat heel wat mensen zich ongemakkelijk voelen in publieke ruimtes.

Robert Putnam schrijft in zijn boek Bowling Alone dat investeren in levendige en verwelkomende publieke ruimte voor de verschillende gemeenschappen de enige manier is om isolatie en wederzijds wantrouwen in steden te verminderen. Goede publieke ruimtes zijn dus niet enkel een kwestie van voldoende ademruimte. Ze zijn ook essentieel voor het versterken van verbondenheid en gemeenschapsgevoel. We moeten elk stuk gedeelde ruimte (parken, straten en pleinen maar ook openbare gebouwen als culturele centra, bibliotheken, musea) zien als een mogelijkheid om mensen dichter bijeen te brengen.

Antwerpen investeerde de laatste jaren sterk in de kwaliteit van de gedeelde ruimte door te zorgen voor aantrekkelijke pleinen en parken die comfortabel en eenvoudig toegankelijk zijn voor iedereen. Onderzoek van het Amerikaanse Project for Public

Spaces toonde aan dat de Stad ook moet inzetten op het leven op het plein, in onze straten en parken. Gedeelde ruimte is maar succesvol als ze levendig is door verschillende activiteiten (winkels, sport, kunst, spelen) en ruimte biedt voor sociale ontmoetingen doordat de plek niet op maat van één bepaalde groep gemaakt is.

We moeten er dus voor zorgen dat iedereen zich kan thuis voelen in de gedeelde ruimtes. Daarom is inspraak van bewoners, verenigingen, handelaars, scholen essentieel voor het creëren van nieuwe gedeelde plekken of het omvormen van bestaande. In diverse buurten moet Antwerpen rekening houden met die culturele diversiteit en zoeken naar nieuwe manieren om iedereen te betrekken in het proces.

Bewoners moeten trots kunnen zijn op hun openbare ruimte. Trots 15

Page 16: Visietekst De Beste Stad

vraagt betrokkenheid. Die kan je verhogen door bewoners mee te laten helpen waar het kan met de inrichting en onderhoud door het planten van groen, het schilderen van straatmeubilair of het schoonhouden van het plein. Verschillende steden kennen trouwens al laagdrempelige programma’s op gsm of via internet waar inwoners meteen info over sluikstort, graffiti of vernield straatmeubilair kunnen doorgeven aan de stadsdiensten. Antwerpen zette hierin ook al de eerste stappen en moet daar nog veel verder in gaan.

Maar we moeten onze publieke ruimte ook levendiger maken. Activiteiten op pleinen en in parken, zoals sport en

evenementen, trekken nieuwe bezoekers aan. Bovendien zorgen ze voor een geruststellend gevoel van sociale aanwezigheid en maken ze onbezorgd genieten door iedereen mogelijk. Daarom moet de Stad stalletjes en kiosken op pleinen toelaten.

Publieke ruimtes zijn nooit af; ze veranderen met de bevolking en de buurt. Daarom moeten we niet streven naar een groot plan voor tientallen jaren, maar steeds aanpassen waar het beter kan en durven experimenteren.

Verplaatsbare stoelen in Jardin de Luxembourg – ID voor een Beste Stad

Iedereen die Parijs heeft bezocht, weet dat de Jardin de Luxembourg een zalig stukje groene long is in het centrum van Parijs. De gemoedelijke sfeer in een stad vol diversiteit is opvallend. De verplaatsbare stoelen in de Jardin helpen mee aan die sfeer. Je kan je eigen zitplek veranderen en je dus zetten waar je je goed voelt. Angst voor diefstal of wanorde lijken argumenten tegen zo’n project, maar parken en pleinen zoals de Jardin in Parijs of Bryant Park in New York tonen aan dat het juist leidt tot meer gemoedelijkheid en een aangenamere beleving van gedeelde ruimte. Door een duidelijke afbakening van het plein of park geven die plekken aan tot waar de stoelen verplaatst mogen worden. Verplaatsbare zitplekken zijn een goed voorbeeld van hoe een stad haar inwoners in vertrouwen vrijheid kan geven.

Gedeelde Stad

16

Page 17: Visietekst De Beste Stad

Project Buurthuis 2.0Antwerpen heeft nood aan gedeelde ruimtes waar inwoners van de stad elkaar kunnen ontmoeten. Dat is belangrijk voor een gemeenschapsgevoel en betrokkenheid met de buurt. Door de grote diversiteit aan Antwerpenaren, is het niet evident om bewoners samen te brengen in de traditionele gemeenschapsplekken zoals

cultuurhuizen, volkshuizen en cafés. Daarvoor hebben we gedeelde ruimtes nodig die inwoners samenbrengt op basis van wat hen bindt: de plek waar ze wonen. In elkaars buurt hebben bewoners vaak gedeelde noden en interesses.

De Stad moet investeren in buurthuizen nieuwe stijl, die inwoners van de buurt samenbrengen op dezelfde

plek op basis van hun noden of interesses. In zo’n buurthuis is er plaats voor taallessen Nederlands, Spaans of Arabisch, info over jobs en opleidingen, een fitnesszaal, vergaderzaaltjes of een leuke eetplek. Ze geven plaats aan verenigingen, vrijwilligers en leerlingen die stage willen lopen naast professionals om de zaak draaiende te houden. Door die verschillende functies wordt het buurthuis een echte gedeelde plek met divers publiek uit de buurt.

17

Page 18: Visietekst De Beste Stad

Stad van Toekomst

18

Page 19: Visietekst De Beste Stad

Antwerpen heeft een superdiverse bevolking. De Antwerpenaars delen niet steeds dezelfde interesses, gezinsstructuur, leeftijd of financiële draagkracht. Wat hen bindt, is hun keuze voor Antwerpen om te wonen en hun toekomst uit te bouwen. Als Antwerpen groeit, betekent dit dat meer mensen de Stad zien als een plek met kansen op een mooie toekomst. De Stad kan maar succesvol blijven als zowel een gezin uit de middenklasse als een gezin dat het financieel moeilijk heeft, gelooft dat de stad hen en hun kinderen mogelijkheden biedt voor een goede toekomst.

Voor te veel inwoners is die mooie toekomst vandaag nog een verre droom. De kloof tussen rijk en arm groeit nog. Het is onaanvaardbaar dat 1 kind op 5 in onze stad in kansarmoede opgroeit. Wil Antwerpen een stad van toekomst zijn voor al haar inwoners, dan is het dichten van de kloof tussen arm en rijk een belangrijk doel voor de komende jaren. Maar de uitdaging stopt niet bij het dichten van deze kloof. De stad moet ook een plek van sociale vooruitgang blijven. Onderzoek toont aan dat steden de plaats bij uitstek zijn om je eigen sociale positie of die van je kinderen te verbeteren. In Antwerpen moet een betere toekomst geen droom zijn, maar een mogelijkheid voor iedereen.

Stad van Toekomstkansen voor een superdiverse bevolking

”Een toekomst in de stad mag geen verre droom zijn“

19

Page 20: Visietekst De Beste Stad

Het welslagen hangt af van de aanwezigheid van voldoende sociale voorzieningen zoals scholen, kinderopvang, serviceflats, rusthuizen en betaalbare woningen. Juist die sociale voorzieningen staan onder druk door de bevolkingsgroei en door de crisis. Zorgen voor voldoende sociale voorzieningen is essentieel wil je gezinnen in de stad wil houden. Nieuwe scholen zijn de komende jaren de grote prioriteit voor Antwerpen.

De Stad moet niet alleen werk maken van voldoende capaciteit aan voorzieningen. De uitdagingen van de stad vragen ook om een nieuwe aanpak. De Stad moet meer inzetten op het bestaande potentieel. Investeer in de kracht van inwoners, verenigingen en aanwezige hulpverleners om de kloof tussen arm en rijk te dichten en sociale vooruitgang realiteit te maken.

Stad van Toekomst

20

Page 21: Visietekst De Beste Stad

1. Sociale kloof op de politieke agendaHet dichten van de kloof tussen arm en rijk moet duidelijk op de politieke agenda van de Stad. 1 op 5 kinderen groeit op in kansarmoede, teveel gezinnen slagen er niet meer in om hun energiefacturen of huur te betalen en zitten vast in een cirkel van kansarmoede.

Willen we die cirkel doorbreken moeten we natuurlijk investeren in goede sociale voorzieningen, betaalbaar wonen en kansen op de arbeidsmarkt. De Stad mag daar grotere inspanningen vragen van Vlaanderen nu ze blijft groeien.

Maar ook de Stad heeft een rol te spelen in het overbruggen van de kloof tussen arm en rijk. Antwerpen moet een coördinerende rol op zich nemen om alle afzonderlijke inspanningen van hulpverleners, scholen, OCMW en andere partners beter op elkaar af te stemmen. Sociale hulpverlening is nu te vaak onoverzichtelijk met veel overlappingen. Zo krijgt een gezin dat kampt met verschillende sociale problemen (financiële problemen, ongezonde woning, opvoedingsproblemen, overlastklachten) een hele resem hulpverleners te zien die hen willen

helpen, maar ook autoriteiten die bestraffen. Voor dat soort gezinnen zou er beter één aanspreekpunt zijn die voor een bepaalde periode de hulpverlening afstemt en een vertrouwenspersoon kan zijn voor het gezin. Zo’n gezinsantenne bedenkt samen met het gezin hoe uit de problemen te geraken.

21

Page 22: Visietekst De Beste Stad

2. Begin in de buurtGoede sociale voorzieningen en hulpverleningsprojecten alleen volstaan niet om de kloof tussen arm en rijk weg te werken. De Stad moet inwoners die het moeilijk hebben ook helpen om weer zelf het heft in handen te nemen en niet enkel te vertrouwen op hulpverlening om de neus boven water te houden. Dat kan gemakkelijker als je een sterk persoonlijk netwerk hebt. Daardoor kan je aan anderen vragen hoe een goede job te vinden, hulp krijgen bij de zoektocht naar een betaalbare woning of weten welke schoolkeuzes je kinderen best maken. Dat netwerk werd vroeger gevormd door een hechte gemeenschap, maar die brokkelt stilaan af doordat de stad meer divers wordt en ook een stukje anoniemer.

Juist daarom schrijft psychiater Peter Adriaenssens dat werken aan een gemeenschap veel effectiever is om de kloof tussen arm en rijk te dichten dan inzetten op geïsoleerde armoedeprojecten. De inwoners van een diverse stad delen misschien niet langer dezelfde achtergrond en cultuur, of dezelfde gebruiken, maar ze delen wel een buurt en een straat, een school en een dienstencentrum.

Op basis van die gedeelde plaatsen ontstaat er dus ook een gemeenschappelijk belang. De Stad moet daarom investeren in een sterker netwerk in de buurt waarbij de buurt een gedeeld project is om sociale problemen aan te pakken.

Het Charter Brugse Poort – ID voor een Beste Stad

In 2010 kwamen vrijwilligers en professionelen uit de Gentse buurt Brugse Poort samen om problemen van deze traditioneel achtergestelde buurt in kaart te brengen en oplossingen te bedenken. Ze formuleerden in het Charter voor de Brugse poort tien intenties voor een solidaire buurt, onder andere de vraag om meer kwaliteitsvolle en betaalbare huisvesting in de Brugse Poort. Aan dit Charter koppelden de verenigingen en vrijwilligers een actieprogramma. Naast aanbevelingen voor de stad Gent waren er ook acties voor de plaatselijke organisaties

Stad van Toekomst

22

Page 23: Visietekst De Beste Stad

Een voorbeeld van hoe je de gedeelde buurt kan gebruiken om sociale problemen aan te pakken, vind je in de voetbalwereld. Zo investeerde de Nederlandse voetbalclub FC Twente in sociale projecten in de buurt onder de noemer ’Scoren in de wijk’. De interesse in voetbal en de aanwezigheid van het stadion bleken een goede basis om met sociale

projecten meer inwoners te bereiken. Door het direct contact met burgers en verenigingen kan ze ook beter dan de bovenlokale overheden inschatten welke noden en initiatieven er leven in de buurten.

Project Bouwen op eigen krachtOok op het niveau van gezinnen moet de stad meer inzetten op

persoonlijke netwerken en zelfredzaamheid. Antwerpen moet inwoners met sociale problemen aansporen om eerst oplossingen te zoeken binnen het persoonlijke netwerk met hulp van de Stad vooraleer sociale voorzieningen aan te spreken.

De Stad kan de kracht van het persoonlijke netwerk van

inwoners gebruiken voor gezinnen in zware problemen, maar ook voor het doorbreken van het isolement van ouderen of om te vermijden dat voormalige drugverslaafden of gedetineerden hervallen. Omring hen met een persoonlijk netwerk dat mee helpt om uit het dal te klimmen en hen aanspoort om stappen in de goede richting te zetten.

Eigen kracht netwerken zijn succesvol omdat ze toelaten dat hulpzoekers mee de oplossing voor hun eigen probleem bedenken. Er is meer besef van eigen verantwoordelijkheid en hun betrokkenheid is groter met een betere de kans op een succesvolle en duurzame oplossing. Professionele hulp blijft nodig, maar kan selectiever en efficiënter werken met een focus op ondersteuning van netwerken en op het opvangen waar het mis gaat.

en vrijwilligers zelf zoals het bevorderen van goed nabuurschap. De initiatiefnemers vertaalden het charter in verschillende talen en trokken ermee van deur tot deur. De contacten binnen de buurt groeiden door dit initiatief. Door de ruimte voor initiatief die de stad Gent liet was de betrokkenheid van de buurtbewoners groot.

23

Page 24: Visietekst De Beste Stad

24

Page 25: Visietekst De Beste Stad

De Krugerbrug 2 x anders(Inge Bogaerts)

25

Page 26: Visietekst De Beste Stad

3. Gebruik het potentieel in de stadGoede sociale voorzieningen zijn niet alleen van belang om de kloof tussen arm en rijk te dichten. Ze zijn voor iedereen een belangrijk argument om in de stad te blijven wonen.

Vandaag staat er een grote druk op de capaciteit van onze scholen, rusthuizen, kinderopvang en andere voorzieningen. En dat terwijl veel hefbomen voor het vergroten van die capaciteit op het Vlaamse en het federale niveau liggen. De stad moet dus aanspraak maken op meer bovenlokale middelen, maar die investeringen komen vaak traag. Te traag om flexibel in te spelen op nieuwe evoluties in de bevolkingsgroei en -samenstelling. Zo kan het meer dan 5 jaar in beslag nemen om een nieuwe school op te richten. Dat is te lang om de groei aan jonge Antwerpenaartjes op te vangen.

Antwerpen moet dus meer doen dan noodsignalen zenden naar Vlaanderen of de federale overheid. De Beste Stad is creatief. Ze heeft namelijk niet altijd de financiële middelen, het personeel of de ruimte om de capaciteit van voorzieningen voor wonen,

kinderopvang, scholen of rusthuizen snel te verdubbelen. Daarom moet Antwerpen samenwerking tussen inwoners en sociaal ondernemen gemakkelijker maken. Vrienden, collega’s of bewoners van een buurt of straat delen soms dezelfde behoeften en noden. Daardoor kan een gezamenlijke basis ontstaan voor bijvoorbeeld een eigen kinderopvanginitiatief of een collectieve renovatie van hun woningen. De Beste Stad stimuleert dergelijke initiatieven.

Kinderopvang springt het meest in het oog. Er is een grote nood in Antwerpen aan meer en goedkopere opvang. De investeringen van de Stad en Vlaanderen zijn groot, maar nog steeds niet voldoende. Ouders zoeken daarom steeds vaker naar creatieve maar degelijke oplossingen. Zo ontstonden in Nederland en Frankrijk de ouderparticipatiecrèches, waarbij een groep ouders de taken verdeelt

Stad van Toekomst

”Ruimte voor bewoners

om samen te werken“

26

Page 27: Visietekst De Beste Stad

en ieder een dag of dagdeel voor de kinderen zorgt. Een prima initiatief, maar spijtig genoeg in Vlaanderen bijna onmogelijk door de nieuwe strikte regelgeving rond verzekering en veiligheid in een kinderopvanginitiatief. Antwerpen moet daarom bepleiten bij Vlaanderen dat deze solidaire initiatieven mogelijk blijven. De Stad kan ouders bovendien helpen om goede standaardcontracten uit te werken die ouders gebruiken met elkaar om zich te verzekeren en de veiligheid van hun kroost te garanderen. Laat er geen misverstand over zijn: de overheid moet voldoende aanbod creëren. Maar er moet ook voldoende flexibiliteit zijn om inwoners te helpen die zich in groep willen organiseren.

Project SamenbouwenEen goed geïsoleerd huis in de stad met wat ruimte en wat groen wordt financieel steeds moeilijker haalbaar voor gezinnen of alleenwoners. De oplossing is dan ook om mensen aan te zetten om samen te investeren. Zo kunnen ze bij de verbouwing van een oud magazijn naar verschillende woningen de kostprijs van de isolatie van het dak en de voorgevel delen. Ook krijgen bewoners betere prijzen voor isolatiewerken als ze hun vragen bundelen. Deze samenwerking stimuleren in de vorm van groepsprojecten kan ook voordelig zijn voor ouderen die samen hun woningen willen aanpassen aan hun veranderende woonnoden. De Stad helpt haar inwoners op die manier om samen degelijke en betaalbare projecten te realiseren, en draagt tegelijk aan sociale noden.

De praktijk is vandaag jammer genoeg anders. Zo kan je renovatiepremies

enkel als individu aanvragen en niet in groep. Bovendien moet je al een groot netwerk hebben om te weten welke Antwerpenaren jouw nood delen. Daarnaast blijft er vaak onduidelijkheid over eigendomsrechten bij een gezamenlijke aankoop van grond.

Hier kan de Stad een brug- en ondersteuningsrol opnemen. De Stad kan de vragen van verschillende bewoners bundelen en hen helpen bij het verwezenlijken van het project. Ze kan helpen bij het verstrekken van de juiste informatie en het aanvragen van subsidies. Antwerpen kan ook zelf haar subsidiebeleid aanpassen zodat gezamenlijke projecten beter gestimuleerd worden, en kan ook aan Vlaanderen vragen om collectieve subsidies te voorzien. Antwerpen kan ook eigen gronden ter beschikking stellen aan bewoners voor collectieve projecten. Niet alleen via verkoop, maar ook via langlopende gebruiksrechten. 27

Page 28: Visietekst De Beste Stad

4. No future is geen AntwerpsHet dichten van de kloof tussen arm en rijk is niet voldoende voor een Stad als Antwerpen. De Stad moet ook investeren in sociale vooruitgang.

Enkele jaren terug waarschuwde onderzoek dat Nederlandse steden enkel een toekomst hadden als ze investeren in sociale vooruitgang. Inwoners moeten geloven dat je in de Stad je eigen sociale positie of die van je kinderen kan verbeteren. Enkel dan heeft Antwerpen een toekomst.

In Antwerpen hangt de toekomst van de Stad in grote mate af van de toekomstkansen van haar jongeren. De enorme bevolkingsgroei in de Stad is ook een grote verjonging van Antwerpen. Vandaag is al 1 op 3 bewoners jonger dan 25. Over 20 jaar zal bijna de helft van de Antwerpenaren in die leeftijdscategorie vallen. Deze cijfers vertalen zich vandaag al

in containerklasjes en gevulde universiteitsaula’s. Als we er in slagen om jongeren kansen in onderwijs en op de arbeidsmarkt te bieden dan gaat Antwerpen een mooie toekomst tegemoet. Als we falen, zijn de gevolgen voor de Stad niet te overzien. Inzetten op jongeren is dan ook een van de grootste uitdagingen voor de Stad. Daarbij blijft onderwijs de belangrijkste weg voor sociale vooruitgang. En daarom moet inzetten op beter onderwijs een belangrijke prioriteit voor de Stad blijven. Wij zien drie grote uitdagingen.

1. Zet in op talenten. De grote uitdagingen liggen op het terrein van onderwijs, werkgelegenheid, opvoeding, gezondheid en veiligheid. De Stad moet ervoor zorgen dat de groei aan kinderen en jongeren niet leidt tot een massa-aanpak met een focus op capaciteit. Er is juist nood aan meer aandacht voor de individuele talenten van jongeren. Want samen

met de groei, worden de jongeren ook diverser.

Kijk bijvoorbeeld naar onderwijs. De volle klasjes en wachtlijsten zouden wel eens alle aandacht kunnen opeisen. Maar de vraag naar meer schoolgebouwen, mag de Stad niet tegenhouden om ook te investeren in wat er in die schoolgebouwen gebeurt. Veel jongeren zijn schoolmoe, een groot deel blijft zitten, stroomt uit zonder diploma of een diploma waar de arbeidsmarkt niet op zit te wachten. In plaats van de focus met de eindtermen steeds op de gelijke lat voor iedereen te leggen, zouden scholen beter investeren in het ontdekken, aanmoedigen en belonen van de ontwikkeling van talenten. Antwerpen heeft een grote traditie in het succesvol experimenteren met nieuwe benaderingen van het onderwijs en moet vooral op dat elan doorgaan. Blijven durven.

Stad van Toekomst

28

Page 29: Visietekst De Beste Stad

2. Zet in op taal. Veel Antwerpse jongeren groeien op met Nederlands als tweede taal. Dat zadelt velen al meteen op met een grote achterstand. Bovendien missen er daardoor veel jongeren de kans op een goede job als er examens aan te pas komen, zoals voor politieagent of leerkracht. Daarom stellen we voor dat in de lagere school en middelbare school extra taalklasjes komen, zoals in Nederland. Maar de Stad moet ook werkgevers aanmoedigen om jongeren met gebrekkige taalkennis een kans te geven door samen te voorzien in taallessen om de achterstand in te halen.

3. You’ll never walk alone. Uit PISA onderzoek bleek dat de prestaties van jongeren op school

al duidelijk beter zijn als ouders op het einde van de schooldag vragen hoe hun dag was of wat ze geleerd hadden. Spijtig genoeg zijn teveel ouders te weinig betrokken bij het onderwijs van hun kinderen, al dan niet door een tekort aan kennis over school, taal of arbeidsmarkt. Antwerpen moet scholen helpen om ouderparticipatie te verbeteren. Waar die ouderparticipatie niet op gang komt, moeten scholen jongeren helpen bij een goede keuze in het onderwijs. En dat kan je op je 12de niet alleen. Daarom moeten Antwerpse scholen de keuze voor een richting in het middelbaar verhogen tot 14 jaar, met goede informatie over de talenten van de jongere en slaagkansen op de arbeidsmarkt, of bij verdere studie in de richting die de jongere wil volgen.

”De simpele vraag ‘hoe was je schooldag’

leidt tot betere resultaten“

29

Page 30: Visietekst De Beste Stad

Stad van Toekomst

30

Page 31: Visietekst De Beste Stad

Project A-PADGeef elke leerling vanaf twaalf jaar een tablet computer. Met de nood aan schoolgebouwen en zorgen van scholen over het betalen van facturen lijkt het misschien een luxe die we ons niet kunnen veroorloven in tijden van crisis. Het omgekeerde is waar. Door die computer kunnen we het onderwijs meer individualiseren: jongeren die meer tijd nodig hebben en jongeren die snel met de leerstof weg zijn, werken zij aan zij in een klasje zonder zich te vervelen. Leerkrachten krijgen tijd om jongeren die het nodig hebben meer aandacht te geven. Bovendien maakt het jongeren meer

vertrouwd met technologie en ICT: talenten waar de arbeidsmarkt om schreeuwt. Door de aankoop te delen met verschillende scholen wordt de prijs lager en afgestemd op de vraag en noden van leerlingen. De groepsaankoop kan bijdragen tot het ontwikkelen van een Antwerps open source digiplatform waar leerkrachten en uitgeverijen samen kunnen werken om nieuwe materialen voor de tablet te ontwikkelen en aan te passen. Bovendien kan het Antwerps onderwijs zich profileren als vooruitstrevend, en zo sterkere leerlingen aantrekken. Een positieve keuze blijft de beste methode voor een gezonde mix.

31

Page 32: Visietekst De Beste Stad

Spontane Stad

32

Page 33: Visietekst De Beste Stad

Antwerpen kan rekenen op tal van sportclubs, sociale en culturele verenigingen, duizenden vrijwilligers, verenigingen van ondernemers, gevestigde sociale verenigingen, actieve burgers en buurtgroepen. Deze bewegingen, onder-nemingen en clubs zijn vaak decennialang in de stad verankerd en hebben directe contacten met het beleid. In Antwerpen wordt er trouwens erg veel gemeten, zodat de Stad op tijd het beleid kan afstemmen op nieuwe evoluties. Toch moet juist datzelfde beleid beseffen dat het niet alles in de hand heeft of kan sturen. Denk maar aan bevolkingsgroei. De Stad moét ook niet alles willen sturen. Antwerpen moet ruimte laten voor spontane energie en eigen initiatief.

Bewoners organiseren zich vaak op losse basis rond projecten waar ze zich voor willen inzetten zonder lidmaatschappen of levenlange engagementen. Met die spontane energie worden buurten verbeterd, verenigingen opgestart en sociale projecten gerealiseerd. Die spontane energie leidt ook tot nieuwe mogelijkheden voor samenwerking tussen de stedelijke overheid, bewoners en (lokale) bedrijven. Antwerpen blijkt prima potgrond voor dergelijke creativiteit, initiatief en spontaniteit.

weten waar te sturen en wanneer los te laten

33

Page 34: Visietekst De Beste Stad

Deze spontane vormen van initiatief vormen een uitdaging voor de Stad. Antwerpen moet leren omgaan met nieuwe vormen van participatie en ondernemen. Ze vragen een grotere flexibiliteit van de stad en het herdenken van traditionele patronen over ruimtegebruik, inspraak of subsidiëring. De Stad zal plaats moeten bieden voor deze spontaniteit als we het sociale, culturele, sportieve en economische hart van de stad willen versterken.

Dit vraagt om een zoektocht naar de juiste balans tussen initiatief nemen, ondersteunen en loslaten. De Stad moet weten wanneer ze het initiatief volledig overlaat aan haar burgers, waar ze ondersteunt en wanneer en hoe ze burgers te betrekt. Antwerpen moet ruimte bieden voor de spontane stad die vorm krijgt door burgers, ondernemers en organisaties.

Spontane Stad

34

Page 35: Visietekst De Beste Stad

1. Ruimte voor initiatiefAntwerpen telt tal van verenigingen: sportclubs met vele jonge en oudere sporters, culturele organisaties, jongerenbewegingen, sociale en andere bewegingen.

De stad investeert in plekken en subsidies voor deze organisaties. Maar het verenigingsleven van vandaag is sterk aan het veranderen. Vele traditionele verenigingen hebben het moeilijk: ze vinden niet meer voldoende vrijwilligers of leden die zich voor lange tijd volledig willen engageren. Reken daarbij nog het vele administratief werk en je begrijpt waarom de traditionele club het niet altijd even makkelijk heeft. Langs de andere kant ontstaan er ook veel nieuwe verenigingen: bewegingen die op korte tijd veel Antwerpenaren kunnen bereiken waarbij het engagement van deelnemers meer vrijblijvend is.

De Stad heeft het moeilijk om met die veranderingen om te gaan. De Stad heeft de behoefte om een groot deel van het verenigingswerk op zich te nemen uit vrees dat het anders niet meer gebeurt. Zo lag eigen initiatief aan de basis van de weekendscholen in Nederland, maar worden ze in Antwerpen door de stad ingericht. Anderzijds slaagt de stad er niet altijd even goed in om met spontane bewegingen en organisaties om te gaan. Verenigingen vinden moeilijk een (goedkope) plek in de stad om te repeteren, samen te komen of om events te organiseren.

Om eigen initiatief aan te moedigen, moet de stad de drempels weg nemen voor inzet in verenigingen. Dat kan alleen door verminderen van controlezucht en administratieve bureaucratie. Als verenigingen oordelen dat ze veel tijd kwijt zijn met het aanvragen van subsidies en bewijzen van zelfs kleine uitgaven,

zullen ze zich de moeite sparen. Bovendien gaan subsidies veelal naar goed georganiseerde organisaties, wat het moeilijker maakt voor nieuwere, meer diverse en jongere projecten. Districten en Stad moeten helpen om administratieve en praktische drempels te overwinnen. De Stad moet dus niet steeds aan het stuur staan van projecten, maar moet kunnen helpen, ondersteunen én loslaten.

”De Stad moet kunnen

loslaten“

35

Page 36: Visietekst De Beste Stad

Project flexiplekken Om ook plaats te bieden in onze stad aan spontane bewegingen en veranderingen, en om organisaties aan te moedigen, is er vooral nood aan ruimte om samen te komen, te repeteren, te debatteren of te ondernemen. Die plaats is er niet steeds in de klassieke sportclubs of culturele centra. Daarom heeft de Stad nood aan flexiplekken: ruimtes die ze kan gebruiken om in te spelen op spontane evoluties. Deze flexiplekken groeien mee met de behoeften van de stad. De komende tien jaar zal er vooral nood zijn aan plaats voor kinderopvang, scholen en jeugdverenigingen. Daarna kan de focus verschuiven naar sportfaciliteiten, studentenkoten of plekken voor startende ondernemers.

Als we nieuwe scholen, sporthallen of culturele centra willen, gaan de stad, verenigingen of de private sector op zoek naar braakliggende gronden of naar gebouwen die gesloopt kunnen worden. Die ruimte is steeds beperkter en bemoeilijkt het creëren van flexiplekken voor de spontane stad. Daarom moet de stad een gesprek aangaan met de bouw- en vastgoedsector voor een grotere inzet op transformatie. Door het in kaart brengen van leegstaande gebouwen

van de stad, intercommunales of kantoorruimtes, krijgt Antwerpen een kijk op het soort panden dat snel getransformeerd kan worden. Hetzij voor langer gebruik, zoals voor scholen of voor kortere kunstprojecten.

Spontane Stad

Handleiding transformatie – ID voor een Beste Stad

Het architectenbureau Urbahn werkte voor Nederland een handleiding uit voor de snelle transformatie van handelspanden naar leefruimtes. Amsterdam zette in op de transformatie van kantoorruimtes naar studentenkoten. Dergelijke transformaties van ruimte kunnen de stad helpen om samen met lokale partners flexiplekken te realiseren, om zo in te spelen op de spontane stad.

36

Page 37: Visietekst De Beste Stad

2. Ruimte voor ondernemenAntwerpen heeft belangrijke troeven in handen om ondernemers en bedrijven aan te trekken: een grote haven en logistiek centrum, een grote afzetmarkt, en het imago van een creatieve en bruisende stad.

Economie lijkt bij uitstek een gebied waar we het initiatief aan burgers moeten laten. Toch heeft de stad er wel degelijk een rol te spelen. Edward Glaeser, topeconoom van Harvard University, toonde in zijn boek Triomf van de Stad aan dat een stadsbeleid ten aanzien van bedrijven en ondernemers de toekomst van de stad kan verzekeren of ondermijnen. Een Stad kan zich van een goede toekomst verzekeren door letterlijk plaats te maken voor bedrijven en ondernemingen binnen haar stadsgrenzen, goede logistieke verbindingen en de opleiding van toekomstige werknemers.

De Beste Stad werkt mee aan een bloeiende economie door een beleid met visie te kiezen. Alle ondernemerschap is welkom in Antwerpen, maar de Stadseconomie zal pas echt toekomstgericht zijn als de Stad ook keuzes maakt in het soort van economie dat we in elk geval willen aantrekken en stimuleren. Als Antwerpen in een bepaald deel van de economie meer investeert, wordt het ook interessanter voor andere bedrijven om zich ook in Antwerpen te vestigen. De Stad kan aantrekkelijk worden dankzij de aanwezige knowhow, dynamiek en mogelijkheden tot samenwerking tussen ondernemingen.

De stad moet zich niet richten op één bepaalde sector. Dat zou de Stad bijzonder zwak makenals deze sector vertrekt uit de Stad of aan belang verliest. Denk maar aan Detroit, dat een onverwoestbaar centrum van industrie leek met zijn

verschillende autobedrijven en zware industrie. Toen deze bedrijven naar andere continenten verhuisden, verschrompelde de economie in Detroit, met een enorme stadsvlucht tot gevolg. Een sterk economisch beleid probeert juist over de sectoren heen bedrijven aan te trekken, met als gemeenschappelijk noemer de manier van werken van bedrijven.

37

Page 38: Visietekst De Beste Stad

Antwerpen heeft sterke troeven om een groeipool te zijn voor bedrijven die investeren in innovatie en duurzaamheid. Niet alleen zijn dit toekomstbedrijven, we hebben ook sterke papieren in handen door investeringen in kennis en ontwikkeling, de universiteit en hogescholen, en de aanwezigheid van creatieve economie in Antwerpen. Om deze doelstelling waar te maken, moeten we nog een aantal stappen zetten.

Ten eerste moeten we voorzien in ruimte voor dit soort bedrijven. De Stad Antwerpen heeft sites die geschikt zijn voor clusters van bedrijven, met een focus op innovatie of duurzaamheid. De Stad mag hier best meer proactief zoeken naar geschikte plekken voor creatieve en innovatieve bedrijven. Ten tweede moet de Stad onderwijsinstellingen mee op de kar krijgen om te investeren in goede opleidingen die focussen op technologie, creativiteit en innovatie. Ten derde moet Antwerpen investeren

in knowhow die bedrijven kan helpen om de omslag te maken naar een onderneming die innovatief en creatief is. Antwerpen moet niet zelf deze omslag realiseren, maar zorgen voor een ‘markt van ideeën‘, voorfora waar bedrijfsleiders elkaar kunnen vinden. Tot slot zal de Stad zichzelf ook moeten promoten op de internationale markt. Antwerpen is wereldvermaard voor haar haven en logistieke sector, maar we zijn nog niet gekend als de place to be voor innovatie.

Spontane Stad

”Antwerpen kan in haar

investeringen beter kiezen

voor innovatieve economie“

38

Page 39: Visietekst De Beste Stad

Project Handelsmarkt: stimuleer ondernemerschap door samenwerkingDe welvarendheid van Antwerpen is niet alleen de verdienste van grote bedrijven, maar ook van de talloze kleine ondernemers. Durvers die een eigen zaak opstarten, soms met weinig budget of in moeilijkere buurten. Zij kunnen buurten doen bloeien. Denk maar aan de Handelsstraat. Een straat die een tijdlang als te mijden werd omschreven, is nu een drukke winkelstraat waar vanuit de hele stad inwoners naartoe stromen. In de zomer van 2011 reageerden de winkeliers furieus op de aanwezigheid van drugdealers. Het was een oproep aan het stadbestuur om in te grijpen. Maar velen zagen in dit incident ook een hoopvol keerpunt, namelijk de spontane organisatie van handelaars die in een divers deel van de stad de mondigheid vonden om samen te reageren.

Als Antwerpen dergelijke handelaars wil helpen, moet ze blijvend investeren in veiligheid, goede voetpaden en bereikbaarheid, maar evengoed in het promoten van nieuwe winkelcentra zoals de Handelsstraat. Om dit deeltje Brick Lane van Antwerpen een boost te geven, verdient de buurt een eigen markt op het Elisabethplein en Handelsstraat, met plaats voor eet- en verkoopstalletjes. Andere gelijkaardige ingrepen in andere steden tonen aan dat ze een diverse

buurt een positiever imago geven en nieuwe ondernemers aantrekken door de stijgende economische activiteiten in de buurt. De belangrijkste troef van de Handelsmarkt is echter dat ze ondernemers en alle spelers in de buurt (politie, politiek en verenigingen) zal helpen om samen te werken rond een concreet project en goede afspraken te maken. Dankzij de markt worden andere problemen en mogelijkheden bespreekbaar.

39

Page 40: Visietekst De Beste Stad

3. Ruimte voor deelnameBurgers eisen terecht steeds meer inspraak in het beleid. Soms verenigen buurtbewoners zich in buurtverenigingen. Maar evengoed komt de eis om inspraak van spontane bewegingen of groepen naar aanleiding van een nieuw project.

De nood aan inspraak is het grootst bij ingrepen van de Stad die een directe impact hebben op de leefomgeving van de burgers: de heraanleg van straten, mobiliteit, de inplanting van sociale projecten en grote infrastructuurprojecten. Hoe moeten we omgaan met deze nieuwe groepen? Verkiezingen en uitzonderlijk referenda zijn de formele momenten van inspraak. Maar steeds minder burgers aanvaarden dat dit voldoende is. Ook informele overlegmomenten met burgers naar aanleiding van de heraanleg van een pleintje of veiligheidsproblematiek worden niet altijd voldoende gevonden. Het stadsbestuur draagt de belangrijke verantwoordelijkheid om er voor te zorgen dat het algemeen belang bewaakt wordt. Geen gemakkelijke oefening. Wanneer bewoners zich groeperen en hun standpunten kenbaar maken, gaat het vaak over individuele belangen, weliswaar collectief geuit. De lijn met het

‘algemeen belang‘ is soms flinterdun. We moeten er over waken dat niet alleen de meest mondige burgers hun stem kunnen laten horen en bovendien vertolkt niemand de stem van wie er nog niet is: de volgende generatie Antwerpenaars maar ook meer concreet de toekomstige bewoners van een nieuw stadsontwikkelingsproject. Alles staat of valt met de kwaliteit van het participatieproces. Het evenwicht bewaren tussen individuele zorgen en het algemeen belang is de politieke verantwoordelijkheid van wie de stad bestuurt. Het gebeurt best samen met de bewoners van een buurt, een plein, een district. Zij zijn de dagdagelijkse gebruikers van onze stad. Zij zijn de beste ervaringsdeskundigen die je kan vinden.

Antwerpen moet burgers laten deelnemen aan de vormgeving van de Stad. We laten niet langer een plan bespreken door de burgers om

Spontane Stad

40

Page 41: Visietekst De Beste Stad

dan enkele aanpassingen te doen nog voor het plan is opgemaakt betrekken we de buurtbewoners of gebruikers van die plek actief bij het opstellen ervan. Deelname door buurtbewoners vormt het vertrekpunt voor veranderingen in de buurt. Deelname vraagt aan burgers niet enkel om klachten te uiten, maar om mee te denken over hoe Antwerpen een betere stad wordt om in te leven. De stadstafels rond de heraanleg van de Kaaien zijn een goed voorbeeld van inspraak. Iedereen krijgt de kans om mee te denken. Deze vorm van deelname aan de stad kan blijvend zijn door per buurt een permanente participatiewerking op te zetten. Zo is het voor de Stad mogelijk haar dienstverlening steeds af te stemmen op de noden van de Antwerpenaren.

Project Buurtbudget PlusEen verregaande manier om bewoners te laten deelnemen aan het beleid in de stad, is ze mee te laten beslissen over delen van het budget. Het idee om het budget van een district voor een deel te laten bepalen door burgers vindt zijn oorsprong in Brazilië. Al 23 jaar lang mogen de burgers van het stadje Porto Alegre mee beslissen over de besteding van een deel van het budget van de stad. Sinds enkele jaren is dit Braziliaanse idee in Antwerpen omgezet in wijkbudgetten op het niveau van de districten. Burgers met een goed idee voor het verbeteren van de Stad kunnen hun idee indienen bij het district. Dat idee wordt dan bekeken door een technische dienst, waarna inwoners kunnen kiezen voor het beste idee. Het winnende voorstel wordt door middel van het wijkbudget realiteit. In tegenstelling tot gelijkaardige voorbeelden van dergelijke participatiebudgetten

in buitenlandse steden geven de wijkbudgetten in Antwerpen niet het verhoopte succes. Zo reikt Borgerhout in 2012 geen wijkbudget uit omdat er niet genoeg goede voorstellen waren.

Hoe kunnen we het wijkbudget versterken om mensen inspraak geven in de vorming van hun buurt?

De manier om wijkbudgetten te versterken is door ze te zien als middel om deel te nemen aan de stad en niet als een ideeënwedstrijd. Dat betekent dat de Stad een substantiële som moet vrijmaken om grotere projecten met een grote impact in de buurt te realiseren. Dat betekent ook dat voorstellen uit de gemeenschap moeten groeien. Vandaag sneuvelen al veel voorstellen bij de wijkbudgetten in de eerste fase bij de screening van een technische commissie naar de technische, budgettaire en wettelijke haalbaarheid. Help de bewoners juist om vanuit de gezamenlijk behoeften 41

Page 42: Visietekst De Beste Stad

en verzuchtingen voorstellen uit te werken en maak er een project van bewoners, verenigingen en district van.

De Beste Stad creëert ook een grote betrokkenheid van iedereen. Om iedereen te bereiken, heeft de Braziliaanse stad Belo Horizonte het mogelijk gemaakt om via computers te stemmen op de beste ideeën. Deze computers werden in verschillende lokalen in de buurt geplaatst. Door er een moment van deelname van te maken, worden de drempels lager, de betrokkenheid groter en de voorstellen beter.

Spontane Stad

Inspraak in de begroting – ID voor een Beste Stad

Bij het Participatory Budgeting project van New York begint het proces met enkele grote ontmoetingsmomenten op populaire plaatsen in het district waar inwoners discussiëren over de behoeften van de buurt. Op zo’n vergadering mogen ze al concrete voorstellen neerleggen of prioriteiten naar voor schuiven. Er worden verschillende groepen samengesteld om deze voorstellen uit te werken. De groepen kunnen bestaan uit bewoners, scholen, verenigingen, lokale politici, etc. De voorstellen worden echt voortgestuwd door de verantwoordelijken uit de buurten die worden gekozen op deze vergaderingen. Daarna kunnen alle buurtbewoners meer voldragen voorstellen bediscussieëren en uiteindelijk stemmen.

”Inspraak holt vandaag teveel achter

de feiten aan“

42

Page 43: Visietekst De Beste Stad

4. Succesvolle Stad van AankomstDe groei van de Stad is niet alleen het gevolg van stijgende geboortecijfers, maar ook van de aantrekkingskracht tot ver buiten de stadsgrenzen.

De globalisering en de wereldwijde migratie is Antwerpen niet voorbij getrokken. Bij steeds meer van onze inwoners zijn het enkel nog de naam of huidskleur die er aan herinneren dat hun herkomst elders ligt, ze zijn intussen zelf van top tot teen Antwerpenaar. Tegelijk blijft er een grote toestroom in Antwerpen door huwelijken, volgmigratie maar ook door de voorkeur voor nieuwkomers om zich in steden te vestigen. Het migratiedebat wordt op nationaal niveau gevoerd, maar de gevolgen zijn voelbaar in de steden.

De Stad vangt veel nieuwkomers op, maar daar staat niet steeds de nodige tegemoetkoming van het federale niveau tegenover. Nieuwkomers zorgen voor bijkomende druk op de sociale voorzieningen, niet in het minst op sociale woningen. De toestroom maakt het bovendien moeilijk voor de Stad om diegenen die blijven goed te begeleiden en te integreren.

De lange wachtlijsten voor de lessen Nederlands zijn daarvan een voorbeeld.

Antwerpen moet flexibel kunnen reageren op de migratiestroom. Door haar kosmopolitische uitstraling zal de Stad altijd een grote aantrek hebben op gelukzoekers. Daarom heeft Antwerpen ook voldoende middelen

Het Canadese migratiepact – ID voor een Beste Stad

In Canada sloten de overheden van Canada, de provincie Ontario en de stad Toronto een overeenkomst over migratie af. In die overeen-komst spraken de drie concrete principes af die het migratiebeleid op de drie niveaus en de onderlinge interactie vorm zou geven. Bovendien kwam er een stuurgroep met experts van de drie niveaus die de prioriteiten opstelde en adviezen afleverde aan de drie overheden. Er werd vooral ingezet op toegang tot werkgelegenheid, onderwijs, deelname aan de samenleving en sociale voorzieningen.

43

Page 44: Visietekst De Beste Stad

nodig voor de opvang van nieuwkomers in afwachting van eventuele procedures, maar ook nadien voor de integratie van de blijvers. De Stad moet enerzijds een goede partner zijn voor de bovenlokale overheid door te voorzien in accurate migratiecijfers en door een goede opvolging. Anderzijds moet het bovenlokale niveau, zowel federaal als Vlaanderen, Antwerpen beter betrekken bij het beleid. Wij pleiten er dan ook voor dat de steden die het grootste deel van de migratie opvangen formeel betrokken worden in het migratiebeleid.

Spontane Stad

44

Page 45: Visietekst De Beste Stad

Voorbij de StadsgrenzenAntwerpen heeft belangrijke troeven in handen om zijn toekomst en die van zijn inwoners te verzekeren. Maar veel van die uitdagingen stoppen niet aan de grenzen van de Stad. Als Antwerpen haar mobiliteitsvraagstuk wil oplossen, zal de stad ook goede afspraken moeten maken met de omliggende gemeenten. Voor de werkgelegenheid van de Stad is het even erg als een fabriek in Mortsel sluit dan wanneer dat in Antwerpen zelf gebeurt. Als de Stad haar haven- en logistiek beleid wil uitbouwen, is Rotterdam een directe partner.

De politieke grenzen van het stadsbeleid staan wel vaker in de weg van het maximale gebruik van de kansen en troeven van de regio. Daarom moet de stad Antwerpen over de stadsgrenzen denken en slimmer partnerschappen aangaan met aanliggende gemeenten en steden met gezamenlijke belangen. De buurgemeenten zien

Antwerpen al te vaak als bron van veel van hun problemen en de reactie van Antwerpen op die houding is meestal niet van die aard dat de dialoog er gemakkelijker door wordt. De slagkracht van onze regio kan omhoog door het beleid op die thema’s af te stemmen waar er een gezamenlijk belang is.

Denk maar aan stadsrandbossen. Antwerpen kan een samenwerking aangaan met de gemeenten van aangrenzende natuurgebieden.

”De politieke

stadsgrenzen zijn te

beperkt“

45

Page 46: Visietekst De Beste Stad

Samen kunnen ze een belofte aangaan om deze gebieden enkel voor ademruimte te bestemmen en samen investeren in wandelpaden, speelterreinen en onderhoud. Samen kunnen we ook subsidies aanvragen op het Europese niveau. Dat geldt ook voor afvalverwerking of opwekken van betaalbare energie. Waarom niet samen met andere gemeenten investeren in duurzame energieopwekking?

Die samenwerking moet niet geformaliseerd worden in logge administraties of politieke tankers, maar moeten het juist hebben van flexibele samenwerking en het aanpassen van de eigen administratie. Dat vraagt ook om extra ondersteuning en aanmoediging van Vlaanderen door samenwerking financieel te belonen.

Zo belanden we bij de rol van onze partners op hoger niveau. Belangrijke sleutels zijn in handen van Vlaanderen, België en Europa. Bovendien hebben veranderingen op wereldschaal (migratie of milieu) een directe impact op de Stad. De stad kan door pilootprojecten en innovatie ideeën aanleveren. Maar de Stad kan alleen slagen wanneer ook het Vlaamse en federale bestuursniveau onze positie erkennen, en een partner willen zijn om de Antwerpse toekomst extra glans te geven. De federale overheid en Vlaanderen moeten daarom resoluut kiezen voor een sterk stedenbeleid via partnership.

Voorbij de StadsgrenzenDeurne luchthaven, discussie voorbij de stadsgrenzen (Lot Doms)

46

Page 47: Visietekst De Beste Stad

Karim Bachar (36) gemeenteraadslid • trainer en speler zaalvoetbalploeg FT Antwerpen • woont in Deurne

Catherine Van de Heyning (28) • provincieraadslid • expert mensenrechten • geeft les aan de Universiteit van Leiden • woont in centrum Antwerpen

Toon Wassenberg (39) • gemeenteraadslid • bio-ingenieur • beleidsadviseur in het Europees parlement • woont in Berchem

Seppe De Blust (24) • gemeenteraadslid • socioloog • raadgever voor Vlaams minister Freya Van den Bossche • woont in Borgerhout

Eva Mangelschots (31) • gemeenteraadslid • psychologe • expert familiale bemiddeling • teamleider bij Centrum Algemeen Welzijnswerk de Terp • woont in Zurenborg

Mail ons op [email protected]

wie zijn wijwww.debestestad.be

47

Page 48: Visietekst De Beste Stad

Denk met ons meeDe Stad zal de komende 20 jaar met 100 000 inwoners groeien. Dat vraagt om een nieuwe kijk op het gebruik van ruimte, samenleven met elkaar en de rol van stad. In dit boekje geven we onze ideeën en projecten hoe die groei te gebruiken om van Antwerpen de beste stad te maken die het kan zijn. Wij gaan graag met jou in gesprek over jouw voorstellen of visie op deze uitdaging. Nodig ons dus uit in je vriendenkring, onderneming, vereniging of in de buurt.

Mail [email protected] www.debestestad.beTwitter @debestestad Facebook www.facebook.com/debestestad

v.u.

: Too

n W

asse

nber

g, D

iana

laan

4, 2

600

Berc

hem

• la

yout

: ww

w.h

etge

elpu

nt.b

e •

Foto

's: R

epor

ters

beh

alve

p. 1

4 en

34:

Gra

phic

Lef

tove

rs