vermenigvuldigen van getallen
TRANSCRIPT
Marleen besluit om het bedrag één jaar lang te sparen!
Nu wil Marleen natuurlijk wetenhoeveel ze in één jaar kan sparen.
Hoe rekent ze dat uit?
Marleen: “Om uit te rekenen hoeveel ik in één jaar kan sparen, vermenigvuldig ik 38 met het aantal weken per jaar. Ik krijg dus 38 x 52. Ik schrijf de 38 en 52 eronder”
duiz
endt
alle
nho
nder
dtal
len
tient
alle
nee
nhed
en
5 2 x
Marleen: “Eerst vermenigvuldig ik 2 en 8, dat is 16. Dat schrijf ik onderaan.”
duiz
endt
alle
nho
nder
dtal
len
tient
alle
nee
nhed
en
5 2 x
1 6
Marleen: “Daarna vermenigvuldig ik 2 met 3, dat is 6. Dus zet ik een 6 bij de tientallen (wat je gekregen hebt is eigenlijk 2 x 30 = 60).
duiz
endt
alle
nho
nder
dtal
len
tient
alle
nee
nhed
en
5 2 x
1 66 0 6
Marleen: “Nu kom ik bij de 5 ( wat eigenlijk 50 is), ik doe5 x 8 = 40. Ik zet een 4 onder de honderdtallen (wat eigenlijk hebt is 50 x 8 = 400).”
duiz
endt
alle
nho
nder
dtal
len
tient
alle
nee
nhed
en
5 2 x
1 66 06
40 0
Marleen: “Daarna vermenigvuldig ik 5 met 3 en dat is 15. Ik zet 1 onder de duizendtallen en 5 onder de honderdtallen (wat je eigenlijk gekregen hebt is 50 x 30 = 1500).”
duiz
endt
alle
nho
nder
dtal
len
tient
alle
nee
nhed
en
5 2 x
1 66 0 640 0
1 50 0
Marleen: “Als laatste tel ik mijn uitkomsten bij elkaar op, ik begin bij de eenheden. Bij de eenheden krijg ik 6.
duiz
endt
alle
nho
nder
dtal
len
tient
alle
nee
nhed
en
5 2 x
1 66 06
40 01 50 0 + 1 9 7 6
Marleen: “Als laatste tel ik mijn uitkomsten bij elkaar op, ik begin bij de eenheden. Bij de eenheden krijg ik 6. Bij de tientallen krijg ik 6 + 1=7.
duiz
endt
alle
nho
nder
dtal
len
tient
alle
nee
nhed
en
5 2 x
1 66 06
40 01 50 0 + 1 9 7 6
Marleen: “Als laatste tel ik mijn uitkomsten bij elkaar op, ik begin bij de eenheden. Bij de eenheden krijg ik 6. Bij de tientallen krijg ik 6 + 1=7. Bij de honderdtallen 4 + 5= 9
duiz
endt
alle
nho
nder
dtal
len
tient
alle
nee
nhed
en
5 2 x
1 66 06
40 01 50 0 + 1 9 7 6
Marleen: “Als laatste tel ik mijn uitkomsten bij elkaar op, ik begin bij de eenheden. Bij de eenheden krijg ik 6. Bij de tientallen krijg ik 6 + 1=7. Bij de honderdtallen 4 + 5= 9 en bij de duizendtallen 1. Mijn antwoord is dus € 1976”
duiz
endt
alle
nho
nder
dtal
len
tient
alle
nee
nhed
en
5 2 x
1 66 06
40 01 50 0 + 1 9 7 6