verantwoordingsrapportage ruimtelijke kwaliteit ontpoldering noordwaard

68
1 Verantwoordingsrapportage ruimtelijke kwaliteit Ontpoldering Noordwaard

Upload: ruimte-voor-de-rivier

Post on 31-Jul-2016

254 views

Category:

Documents


5 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

1

Verantwoordingsrapportage ruimtelijke kwaliteit Ontpoldering Noordwaard

2

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Bij de voorpaginaZicht over het hart van de Noordwaard tijdens de uitvoering in noordoostelijke richting.

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

3

Verantwoordingsrapportage ruimtelijke kwaliteit Ontpoldering Noordwaard

Oktober 2015

Rijkswaterstaat Projectbureau Ontpoldering Noordwaard

4

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

5

Inhoudsopgave

1 Inleiding 7

Deel 1 De realisatieopdracht 2 Het Inrichtingsplan: essentie van het ontwerp en cruciale onderdelen 13 3 Borgen van de ruimtelijke kwaliteit tijdens de uitvoering 19

Deel 2 Cruciale onderdelen 4 Primaire kering en golfremmend griend 27 5 Bruggen 29 6 Gemalen 37 7 Grondwerk: kades en terpen 41 8 Geulen, kreken en natuurontwikkeling 45 9 Ontsluiting 49 10 Kabels en leidingen 53

Deel 3 Borging van de Ruimtelijke kwaliteit na oplevering 11 Borging van de ruimtelijke kwaliteit na oplevering 57

Deel 4 Conclusies 12 Reflectie 63

Bronnenlijst 66Colofon 67

6

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Contour van het projectgebied Ontpoldering Noordwaard op de topografie van 2007. De ingemonteerde kaart is van het Naruurontwikkelingsproject Noordwaard

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

7

Inleiding1Ruimte voor de RivierIn 2007 is de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier vastgesteld. De hoofddoelstelling van deze PKB is het vergroten van de hoogwaterveiligheid in het rivierengebied door meer ruimte te bieden aan het water. Hierdoor kan er meer water worden afgevoerd, zonder dat de hoogwaterstanden op de rivier stijgen. Deze aanpak betekende een trendbreuk met het verleden, omdat niet ingezet werd op het verder verhogen en versterken van de dijken. De tweede doelstelling die in de PKB is benoemd betreft het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied, zodat het rivierengebied ook in de toekomst mooi en waardevol blijft. In de PKB zijn ruim 30 maatregelen benoemd waarmee deze doelstellingen bereikt moeten worden. Om tot uitvoering van deze maatregelen te komen is een Programmadirectie Ruimte voor de Rivier in het leven geroepen. Deze is opdrachtgever voor alle projecten.

Ontpoldering NoordwaardEén van maatregelen is de ontpoldering van de Noordwaard. Dit is een van de grootste maatregelen die in de PKB Ruimte voor de rivier is benoemd. De essentie van de ontpoldering is het creëren van een doorstroomgebied in de Noordwaard, waardoor er bij hoogwater op de Nieuwe Merwede water door het gebied stroomt. Lokaal ontstaat hierdoor een waterstanddaling op de Nieuwe Merwede van circa 60 cm. Bovenstrooms wordt opstuwing van rivierwater verminderd. De doelstelling van het project is het realiseren van een waterstanddaling op de Nieuwe Merwede van 30 cm bij Gorinchem. Hiermee wordt een groot

deel van de hoogwaterstanddaling in het benedenrivierengebied gerealiseerd.

Planstudie en realisatie NoordwaardNa vaststelling van de PKB heeft de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier opdracht gegeven aan Rijkswaterstaat om het project Ontpoldering Noordwaard te realiseren. Rijkswaterstaat heeft hiervoor het Projectbureau Ontpoldering Noordwaard ingesteld. Dit projectbureau heeft de planstudie van het project uitgevoerd. Onderdeel hiervan was het doorlopen van een intensief proces met de regio. Het resultaat hiervan is de Voorkeursvariant, die in 2007 is vastgelegd in het SNIP 2a document. De keuze voor de Voorkeursvariant is onderbouwd met modelstudies, een MER en een ontwerpvisie die in samenspraak met de omgeving is opgesteld. De Voorkeursvariant is vervolgens verder uitgewerkt naar een Inrichtingsplan. Dit plan beschrijft de defi nitieve scope van het project. Het Inrichtingsplan is in 2010 door de toenmalige Staatsecretaris van Verkeer en Waterstaat in de SNIP 3 beslissing bekrachtigd. Het Inrichtingsplan is planologisch vastgelegd in een Rijksinpassingsplan (vastgesteld medio 2010). De realisatie van het project is middels een D&C-contract tot stand gebracht. De aannemer heeft o.a. veel ontwerpwerk gedaan voor de vormgeving van bruggen en gemalen. De uitvoering in het gebied is in 2012 gestart en heeft vier jaar geduurd. Inmiddels is het werk afgerond en is het project opgeleverd. Het schema op de volgende bladzijde geeft dit proces op hoofdlijnen weer.

8

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Scope van de OpdrachtDe scope van de opdracht is begin 2010 in het scopeformulier (NW-091593) als volgt beschreven:‘Een minimale hydraulische taakstelling van - 0,30 meter op rivierkilometer 955. Verder is een denkrichting vastgelegd met betrekking tot:o De natuurlijke en landschappelijke herkenbaarheid van de

Biesbosch behouden en versterken; stelsel van (herstelde) kreken en polders, variatie van natuurlijke en cultuurlijke invloeden, doorwerking van getijdendynamiek;

o De versterking van het Natura 2000 netwerk, aansluitend op het Nationaal Park De Biesbosch; intergetijdengebied;

o Mogelijkheden voor recreatief (mede)gebruik; vaarroutes in kreken, wandel- en fietsroutes, recreatief ondernemerschap;

o Versterking van de landschappelijke, ecologische en recreatieve relaties met overige delen van de Biesbosch;

o Inpassing van Fort Steurgat, rechtdoende aan de cultuurhistorische betekenis;

o Toekomstvastheid: inrichting, exploitatie en beheer zijn gericht op duurzame instandhouding.’

Het scopeformulier vermeldt tevens: ‘In de Bestuurlijke Begeleidingscommissie is besloten om de uitvoering van de Hilpolders gelijk met de Noordwaard uit te voeren. Op deze wijze kan invulling gegeven worden aan de zoneringsgedachte die vertaald is het Inrichtingsplan van de Noordwaard.’ De kosten hiervan zijn de gedekt uit EHS- en KRW-budgetten, Deltanatuur en de provincie Noord-Brabant. In het scopeformulier is geen nadere hydraulische doelstelling of invulling van de ruimtelijke kwaliteit opgenomen. Er wordt daarom geen verantwoording van de in de Hilpolders gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit gegeven.

De woningen op de deels nieuwe terpen zijn duidelijk zichtbaar in de Noordwaard. De gemeente Werkendam heeft in een beeldkwaliteitsplan de eisen geformuleerd die aan de nieuw te bouwen woningen worden gesteld. Deze eisen betreffen de goot- en nokhoogte en de oriëntatie van de voordeur. Er zijn geen verdere eisen gesteld aan de bebouwing. Ook zijn geen eisen gesteld aan de erfbeplanting. Het projectbureau Ontpoldering Noordwaard heeft zich daarom beperkt tot het uitnodigen van enkele hoveniers om met de bewoners enkele voorbeelden

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2011 2012 2013 2014 2015 20162010

PROJECTFASEN ONTPOLDERING NOORDWAARD

PLANSTUDIE CONTRACT UITVOERING BEHEERVERKENNING

VAST

STEL

LEN

INRI

CH

TIN

GSP

LAN

SN

IP3

+ S

CO

PE

EIN

DO

ORD

EEL

Q-T

EAM

EIN

DO

ORD

EEL

Q-T

EAM

EXT

RA O

VERL

EG Q

-TEA

M

EXT

RA O

VERL

EG Q

-TEA

M

EXT

RA O

VERL

EG Q

-TEA

M

BEZ

OEK

2 Q

-TEA

M

BEZ

OEK

1 Q

-TEA

M

PRO

EFBE

ZO

EK Q

-TEA

M

ON

TW

ERPV

ISIE

, VO

ORK

EURS

VARI

AN

T

(SN

IP2A

)

MO

DEL

LEN

STU

DIE

BEN

OEM

ING

TO

T K

OPL

OPE

RPRO

JEC

T R

VDR

STA

RT U

ITVO

ERIN

G

OPS

TEL

LEN

VRA

AG

SPEC

IFIC

ATIE

GU

NN

ING

AA

N C

OM

BIN

ATIE

NO

ORD

WA

RDBE

OO

RDEL

ING

BIE

DIN

GEN

DO

OR

EMVI

-CIE

INLE

VERE

N B

IED

ING

EN

STA

PSG

EWIJZ

E O

PLEV

ERIN

G V

AN

OBJ

ECT

EN

UIT

VOER

ING

SBEZ

OEK

Q-T

EAM

/ PD

R

DU

BBEL

OPL

EVER

ING

SBEZ

OEK

Q-T

EAM

VERL

AG

EN P

RIM

AIR

E K

ERIN

G

EIN

DO

PLEV

ERIN

G

STA

RT B

EHEE

R

STA

RT R

EGIO

PRO

CES

Projectfasen Ruimte voor de Rivier maatregel ‘Ontpoldering Noordwaard’

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

9

van geslaagde erfbeplanting te bespreken. Aangezien het beeldkwaliteitsplan tot het domein van de gemeente behoort, wordt hierover in deze rapportage geen verantwoording afgelegd.

Verantwoordingsrapportage ruimtelijke kwaliteitIn de voorliggende Verantwoordingsrapportage ruimtelijke kwaliteit legt het projectbureau Ontpoldering Noordwaard verantwoording af over de gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit in de Noordwaard. Ook wordt ingegaan op de borging van de gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit na oplevering. Zoals gezegd wordt hierin niet ingegaan op de Hilpolders, noch op de beeldkwaliteit van de nieuw te realiseren panden en erfbeplanting.

Deze rapportage bestaat uit vier delen. Deel 1 gaat in op de realisatieopdracht. Hoofdstuk 2 beschrijft het Inrichtingsplan dat is vastgelegd in de SNIP 3 beslissing en daarmee de scope van de opdracht vormt. Deze beschrijving geeft inzicht in de essentie van de maatregel en de cruciale onderdelen daarbinnen. Hoofdstuk 3 gaat in op de contractering van de aannemerscombinatie en de wijze waarop ruimtelijke kwaliteit hierbij heeft gespeeld. Ook wordt beschreven hoe de ruimtelijke kwaliteit tijdens de realisatie is geborgd.

Deel 2 gaat in 7 hoofdstukken in op de cruciale onderdelen die in hoofdstuk 2 zijn benoemd. Het gaat respectievelijk om de nieuwe primaire kering (hoofdstuk 4), de gemalen (hoofdstuk 5), de bruggen (hoofdstuk 6), de kades en terpen (hoofdstuk 7), de geulen, kreken en vegetatie (hoofdstuk 8) de ontsluiting van het gebied (hoofdstuk 9) en kabels en leidingen (hoofdstuk 10).

Deel 3 bestaat uit één hoofdstuk (11), waarin de borging van de ruimtelijke kwaliteit ná oplevering aan de orde komt.

Deel 4 bestaat uit een reflectie op de gerealiseerde ruimtelijke kwaliteit. Hierin wordt zowel ingegaan op het werkproces, het feitelijke resultaat en lessons learned die zinvolle aanbevelingen voor toekomstige projecten kunnen betekenen.

Oppervlakte • 4.450 hectare

Overstromingkans • 1/2.000 jaar in dijkring 23

• 1/1.000 jaar (in 2015) in vier van de zeven hoog bekade polders

• 1/100 jaar (in 2015) in drie van de zeven hoog bekade polders

• 30 dagen per jaar in de zomerpolders in het doorstroomgebied

• 60 dagen per jaar in de natuurpolders in het doorstroomgebied

Taakstelling • 0,30 m bij rivierkilometer 955 (Gorinchem)

Initiatiefnemer • Rijkswaterstaat, Projectbureau Ontpoldering Noordwaard

Planstudie • Projectbureau Ontpoldering Noordwaard

Realisator • Rijkswaterstaat, Projectbureau Ontpoldering Noordwaard

Uitvoering • Combinatie Noordwaard (Boskalis bv, Martens en Van Oort

Van Hattum en Blankevoort en Gebr. Van Kessel bv.)

Als architecten zijn betrokken Ipv Delft, ingenieursbureau

voor projectvormgeving bv en West 8 urban design & landscape

architecture bv)

Planning: • Planstudie: 2003-2010

• Contractering: 2011

• Uitvoering: 2012-2015

• Beheer: eind 2015 en verder

Projectgegevens Ontpoldering Noordwaard

10

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

DEEL 1PM foto over 1 of 2 bladen

Realisatie van de innovatieve dijk met golfremmend griend bij Fort Steurgat

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

11

De Realisatieopdracht

PM foto over 1 of 2 bladen

12

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Impressie van het zicht vanaf de Bandijk naar de Nieuwe Merwede (collage)

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

13

Het Inrichtingsplan: essentie van het ontwerp en cruciale onderdelen2

OpdrachtDe essentie van de maatregel Ontpoldering Noordwaard is het verlagen van de primaire waterkering aan de noordoostzijde en zuidwestzijde van de Noordwaard. Hierdoor gaat rivierwater bij hoog water diagonaal door het gebied stromen. Dit moet tot een waterstanddaling van minimaal 30 cm bij Gorinchem leiden. Uitgangspunt was dat agrariërs een duurzaam perspectief geboden werd in of buiten de Noordwaard en dat de bewoners in de Noordwaard moesten kunnen blijven wonen indien zij dit wilden.

Ontwerpfi losofi e In het ontwerpproces is de inrichting van de Noordwaard voor waterveiligheid als aanleiding gebruikt om een samenhangend plan met stijlkenmerken van de Biesbosch te realiseren. Om een landschap te creëren dat het verhaal van de Noordwaard vertelt. Om de belevingswaarde te verhogen, waarbij recht wordt gedaan aan de rust en ruimte voor bewoners. Om de ecologische diversiteit te vergroten. En om mooie objecten te realiseren met een detaillering en materialisering in stijl van de Biesbosch, waaraan zichtbaar is wat de functie en de logica van het ontwerp is.

De Noordwaard is onderdeel van de Biesbosch, een uniek zoetwater getijdegebied dat is ontstaan door de wisselwerking van rivier en zee. De situatie in de Noordwaard in 1905 was een belangrijke inspiratiebron voor het ontwerp. Toen was de Noordwaard buitendijks gebied met zowel cultuurlandschap bestaand uit polders met veeteelt en griendteelt als

natuurlandschap met kreken, bos, riet en gorzen. Men was gewend aan het leven met water en natuur. Door de aanleg van de Nieuwe Merwede ontstond een vaarverbinding tussen Waal en Maas. De Nieuwe Merwede vormt de noordgrens van het plangebied. Na de afsluiting van het Haringvliet in 1970 is de Noordwaard ingepolderd en heeft er een ruilverkaveling plaats gevonden en zijn veel kreken gedempt. De Noordwaard is hierdoor van een buitendijks landschap van kleinere polders met eigen waterkeringen waar water in kreken tussendoor stroomde getransformeerd in een agrarische polder. De gelaagdheid van het landschap is hierdoor groot. Sporen van oude kreken zijn vaak in microreliëf en samenstelling van de bodem nog zichtbaar. Relicten van kreken en boerderijen op terpen herinneren aan de tijd dat de Noordwaard buitendijks gebied was.

Dit verhaal van de geschiedenis van het gebied is in het ontwerp zichtbaar gemaakt. Door de ontpoldering van de Noordwaard wordt weer waterdynamiek in het gebied geïntroduceerd. De Noordwaard wordt (opnieuw) een landschap waarin het leven met water centraal staat. Verschillende kadehoogtes leiden tot verschillende ‘beschermingsniveaus’ tegen overstroming en dus tot verschillende mogelijkheden tot gebruik. Het doorstroomgebied loopt jaarlijks onder water, de hoog bekade polders daarentegen zelden. Het stelsel van geulen en kreken tussen de oude polders wordt gereanimeerd. De kreken worden gefl ankeerd door gorzen van riet, griend en wilgenstruweel. De kreken zijn besloten waar het kan (op stroomluwe plekken) en open waar het moet (in het doorstroomgebied). Het landschapsbeeld wordt sterk bepaald door de ‘lege’ polders, omzoomd door groene randen van kades

14

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

en beboste kreken. Boerderijen en schuren zijn beeld bepalende elementen in het landschap die de leegte accentueren. Kaden en dijken vormen de scheidslijn tussen, maar ook de verbindingen van polder en kreek. Er zijn veel nieuwe bruggen aangelegd, nieuwe gemalen geplaatst en terpen verstevigd en opgeworpen. Al met al ontstaat een palet van cultuur en natuur, van oud en nieuw, van gebruiksfuncties voor mens en dier.

De ontpoldering heeft grote invloed op het landgebruik en landschapsbeeld in de Noordwaard. Om ruimtelijke samenhang in de Noordwaard te bereiken en een passende identiteit te creëren is de zogenaamde ‘Biesboschstijl’ ontwikkeld. Deze kan als volgt worden geduid:• De Biesbosch staat voor rust en ruimte en de Biesbosch is één

van de weinige plekken in Nederland waar het nog echt donker wordt. Dit zijn kernkwaliteiten van het gebied en die moeten gekoesterd worden.

• Alle elementen in het landschap vertonen een sterke mate van samenhang. Het geheel is meer dan de som der delen. Bouwwerken voegen zich in het landschap en zijn mooi gedetailleerd afgewerkt.

• Ruimtelijke objecten worden robuust en sober vormgegeven. De relatie tussen vorm en functie is altijd duidelijk afleesbaar.

• De Noordwaard is hoofdzakelijk een landschap van subtiele grijs- en groentinten. Toegepast op de objecten betekent dat er terughoudend met kleurgebruik wordt omgegaan. Dit wordt versterkt doordat er materialen worden toegepast die een natuurlijke uitstraling hebben en op een fraaie manier verweren en verouderen.

Inrichtingsplan: essentie van het ontwerpHet ontwerpproces heeft tot het volgende Inrichtingsplan geleid: • Het doorstroomgebied ligt diagonaal in de Noordwaard. • In het gebied is een nieuw patroon van polders en kreken

voorzien, dat is geïnspireerd op de situatie uit 1905. De polders worden omsloten door groene kades. De nieuwe kaden weerspiegelen hun functie en verschillen in vorm en hoogte. Zij

zijn rechter en robuuster dan de oude kades. De kreken staan in open verbinding met de Biesbosch.

• Aan weerszijden van het doorstroomgebied liggen hoog bekade polders. Deze polders zijn het domein van de agrariërs. De hoog bekade polders hebben elk een eigen omsluitende kade die aan de buitenzijde geflankeerd wordt door bosschages.

• In het doorstroomgebied liggen laag bekade polders. Hier staat waterafvoer centraal en liften natuurontwikkeling en agrarisch gebruik mee. Na ontpoldering stijgt het polderpeil buiten de kaden met bijna 1,5 m en komt er weer een getijdedynamiek van 30 cm de Noordwaard binnen.

• Om de afwatering van de polders te reguleren worden gemalen gebouwd.

• Vanwege het nieuwe patroon van polders en kreken is een nieuw wegenpatroon ontworpen en is een groot aantal bruggen voorzien.

• Bewoners van de Noordwaard stellen hun rust op prijs. Daarom is de recreatie in het gebied actief gezoneerd door aan de randen van het gebied een recreatiepoort en een recreatieknooppunt te creëren. Deze voorkomen dat alle recreanten door het gebied gaan zwerven.

Het Inrichtingsplan is de basis voor het ontwerp van de ontpoldering van de Noordwaard en is vastgelegd in het Rijksinpassingsplan. De kaart van het Inrichtingsplan is op bladzijde 17 weergegeven.

Cruciale onderdelenHet Inrichtingsplan vormt het fundament voor de ruimtelijke kwaliteit. De essentie hiervan is hiervoor beschreven. Binnen dit geheel zijn diverse onderdelen te benoemen, die bepalend zijn voor de uiteindelijke ruimtelijke kwaliteit van het gebied:• De primaire kering en het griend dat hier deel van uit maakt

vormt een innovatie en beeldbepalend element rond het Fort Steurgat;

• Er zijn 34 bruggen aangelegd in het gebied. Vanwege de wens

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

15

hier een familie van te maken is hier veel aandacht naar uit gegaan.

• Het dijkringgemaal, de landbouwpoldergemalen en de windwatergemalen zijn zichtbaar in de polders;

• De kades en terpen verwijzen naar de oude structuur van de Noordwaard.

• Ook de geulen en kreken verwijzen naar de oude structuur in de Noordwaard. Zij bieden de condities voor de natuurontwikkeling in de Noordwaard.

• De Noordwaard is een gebied waar gewoond, gewerkt en gerecreëerd word. Ten behoeve hiervan wordt het gebied ontsloten. De wijze waarop dit gebeurt is mede bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit.

• Het gebruik van de Noordwaard vergt ook nutsvoorzieningen. Met name de plaatsing van de elektriciteitskastjes bleek lastiger dan gedacht en heeft veel aandacht gekregen tijdens de uitvoering.

16

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

De waterstaatkundige werking van de onpolderde Noordwaard bij zes waterstanden

40-70cm +NAP: reguliere getijdeslag, water stroomt via de kreken in en uit. 70-120cm +NAP: natuurpolders stromen onder water. 135cm +NAP: laag bekade landbouwpolders stromen onder water. Schotbalken in de Steurgatbruggen worden geplaatst op 1 oktober.

290cm +NAP: alle zeven hoog bekade landbouwpolders stromen onder water (1/1.000).

240cm +NAP: drie hoog bekade landbouwpolders stromen onder water (1/100).

200cm +NAP: instroomdrempel stroomt over, de hoofdstroomrichting verandert.

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

17

1.6 -NAP

0.6 -NAP

P

P

P

M

P

G A T

V A N D E N O O R D E R K L I P

S T

E U

R G

A T

G A

T

V A

N

D E

K L E I N E

H I

L

G a

t

v a

n

d e

G

a n

s

B o o m g a t

B e v

e r t

Spieringsluis Hardenhoek

Catharinapolder

Happen Hennip

De Kroon

De Zalm

Middelste Kievitswaard

Achterste KievitswaardPaulowna polder

BinnenKievitswaard

Muggenwaard

Kooiwaard

Fort Steurgat

Spieringpolder

veerpont

Biesbosch Museum Eiland

Waterwinbedrijf Brabantse Biesbosch

Maltha

Ganzewei

De Kleine Zalm

Vogelenzang

Steenenmuur

Donderzand

‘t Kooike

Oude Dooijemanswaard

Eijerwaard

Kleine Eijerwaard

KievitswaardWassende Maan

SteenenmuurJantjesplaat

Hoge Hof

Werkendam

BuitenKievitswaard

Spaarbekken Petrusplaat

veerpont

Galeiweg

Bandijk

De O

nderzand

Ner

zien

weg

Bandijk

Nieuwe Merwedepad

Witb

oom

kil

Witb

oomkil

Har

denh

oek

Kro

onw

eg

Kroonweg

Boomgatweg

Boomgatweg

Boom

gatw

eg

Gal

eiw

eg

Galeiweg

Galeiweg

Steu

rgat

Kooi

ke

Bevertweg

Bevertweg

Reugtweg

Noo

rdw

aard

weg

Noordwaardweg

Lijnoorden

Hilw

eg

Jantjesplaat

Dee

nepl

aatw

eg

Deeneplaatw

eg

Nieuwe Merwedepad

Bras

penn

ing

Bies

bosc

hsch

ool

Mug

genw

aard

Binn

en-J

ager

G A T

V A N D E N O O R D E R K L I P

N I E U W E M E R W E D E

S T

E U

R G

A T

G A

T

V A

N

D E

K L E I N E

H I

L

G A T V A N

L I

J N

O O

R D

E N

G a

t

v a

n

d e

G

a n

s

B o o m g a t

B e v

e r t

G A

T

V A

N

D E

N

H A

R D

E N

H O

E K

Inrichtingsplankaart Ontpoldering Noordwaard uit 2010 (geactualiseerde versie), SNIP 3

18

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

PM foto

Zicht over over het zuidelijk deel van het doorstroomgebied, richting polder Vogelenzang

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

19

Borging van de ruimtelijke kwaliteit tijdens de uitvoering 3

Het Inrichtingsplan is door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat begin 2010 vastgelegd in het scope formulier. Het Inrichtingsplan is planologisch vastgelegd in het Rijksinpassingsplan. Dit maakte de weg vrij om het plan te gaan realiseren. Het werk is met een Design & Construct contract op de markt gezet. In de aanbesteding is de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) geselecteerd. Dat betekent dat de inschrijvingen naast op prijs ook op een aantal kwaliteitscriteria zijn beoordeeld. Ruimtelijke kwaliteit vormde ruim een kwart van de totale kwaliteitsscore.

Vraagspecifi catieTen behoeve van de contractering is de scope van het werk, zoals beschreven in het Inrichtingsplan, in een Vraagspecifi catie deel 1 vertaald. De opdrachtnemer kreeg de taak de werkzaamheden die in de Vraagspecifi catie deel 1 zijn beschreven te ontwerpen en uit te voeren. De scope betrof op hoofdlijnen:• 4 miljoen m3 grondverzet voor de aanleg van de primaire

waterkering bij Fort Steurgat, ± 45 km kades, ± 40 km kreken, terpen en wegen;

• 34 bruggen: 7 dijkbruggen, 24 kreekbruggen en 3 steurgatbruggen en diverse plankieren;

• 42 gemalen: 1 dijkringgemaal; 12 landbouwpoldergemalen; 26 windwatergemalen; 2 doorspoelgemalen, en 1 gemaal bij het trafostation;

• diverse waterbouwkundige constructies, zoals duikers en plankieren;

• 59 km wegverharding: 12 km erftoegangsweg type I, 33 km

erftoegangsweg type II, 9 km halfverharding, 5 km fi etspad langs de Bandijk;

• 4 parkeerterreinen: 1 bij het Biesbosch museum, 1 bij Spieringsluis en 2 bij de Recreatiepoort Werkendam.

AmbitiedocumentBij de beoordeling van de aanbiedingen die in het kader van de aanbesteding zijn gedaan, vormde de invulling van de ruimtelijke kwaliteit een belangrijk EMVI-criterium. In dat kader is het zogeheten Ambitiedocument opgesteld. Hierin is de door de Projectorganisatie Ontpoldering Noordwaard gewenste ruimtelijke kwaliteit beschreven. Het beschrijft de logica van de inrichting van het landschap en de architectonische stijlkenmerken van afzonderlijke objecten. Ook de noodzaak om samenhang in het totaal ontwerp te bereiken is benadrukt. In het Inrichtingsplan is voor de primaire waterkering, polders, kaden, watergangen, kreken, terpen, beplanting, wegen, paden en recreatieve voorzieningen reeds een belangrijke invulling gegeven aan de Biesboschstijl. Voor deze objecten was de ontwerpvrijheid voor de opdrachtnemer beperkt. Het Ambitiedocument benoemt hiervoor ontwerpoverwegingen en -principes. De opdrachtnemer had wel een grote ontwerpopdracht ten aanzien van de bruggen en de gemalen. Er is in het Ambitiedocument een hoog abstractieniveau gehanteerd bij de omschrijving van de stijlkenmerken voor deze kunstwerken. Er is aangegeven dat nieuwe elementen ingetogen moeten zijn om disbalans met de bestaande landschapswaarden te voorkomen. Zo wilde het Projectbureau Ontpoldering

Ambitiedocument

20

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Noordwaard als de opdrachtgever wel de denkrichting bepalen, maar tegelijkertijd voldoende ontwerpvrijheid bieden aan de architecten. Het Ambitiedocument vormde een belangrijk kader om de aanbiedingen van de gegadigden aan te toetsen. Het is als bindende bijlage bij de vraagspecificatie deel 1 gevoegd.

UitvraagHet Projectbureau Ontpoldering Noordwaard heeft in de aanbesteding de gegadigden gevraagd een visie op de opdracht te geven en een familie van robuuste, sobere, mooi gedetailleerde kunstwerken (bruggen en gemalen) in Biesboschstijl te ontwerpen. Bij de aanbieding moest een voorontwerp voor de gemalen en bruggen geleverd worden. Ook is gevraagd een maquette van Bandijkbrug 4 en de kreekbruggen 10 en 23 te leveren.

De aanbiedingen zijn beoordeeld door een onafhankelijke commissie. De opdrachtnemer is de Combinatie Noordwaard geworden. In deze combinatie zijn verenigd: Boskalis bv, Martens en Van Oord, Van Hattum en Blankevoort en Gebr. Van Kessel bv. Als architecten zijn betrokken Ipv Delft, ingenieursbureau voor projectvormgeving bv en West 8 urban design & landscape architecture bv. In het kader van de aanbesteding heeft de opdrachtnemer een ’Architectonisch aanbiedingsontwerp’ en een ‘Plan van Aanpak Ruimtelijke Kwaliteit’ opgesteld. Beide documenten zijn contractdocumenten.

Architectonisch ontwerp Opdrachtnemer In het Architectonisch ontwerp heeft de Opdrachtnemer zijn visie op de Biesboschstijl gegeven. Hierin is aangegeven, dat ‘…het in het nieuwe Noordwaardlandschap essentieel is, dat de kunstwerken die er komen zorgvuldig en doordacht zijn ontworpen. Hoe subtieler het landschap, hoe belangrijker het is om de juiste samenhang en identiteit van de kunstwerken te realiseren….. Kunstwerken met een heldere vorm en functie, duidelijk familie, duidelijk onderscheidbaar.’ In het Architectonisch ontwerp geeft de Opdrachtnemer aan te streven naar ‘….kunstwerken die spreken door hun ingetogen

vormgeving en door hun natuurlijke patina.’

In de familie van kunstwerken is een extreme eenvoud nagestreefd met alleen noodzakelijke elementen. Door de detaillering strak en sober uit te voeren en voor enkele bijzondere materiaalafwerkingen te kiezen zal het resultaat opvallen door zijn eenvoud en tegelijk lang mooi blijven. De hekwerken worden voorzien van een bronslaag. Deze geeft een mooi patine, samen met de randen van de betonbruggen ontstaat een beeld alsof de bruggen er al tijden zijn. De kunstwerken vormen een samenhangende familie waarin de vorm de functie volgt:• alle stalen gebruiksdelen zijn voorzien van een

bronsconservering: leuningen van bruggen, trappen en uitkijkpunten.

• Alle andere stalen onderdelen in het plan krijgen een antraciete coating. Zo ontstaat een duidelijk onderscheid met de brons geconserveerde elementen waarmee bewoners en bezoekers direct in aanraking komen en worden de verschillende functies onderscheidbaar.

• Er wordt een ingetogen vormentaal consequent toegepast, functioneel en logisch.

• Er wordt hergebruikte baksteen toegepast voor keermuren, voor de wanden van de gemalen en voor de Steurgatbruggen. Zo komt de geschiedenis van de Noordwaard terug in de nieuwe kunstwerken.

• De hekwerken hebben identieke balusters maar de hekwerkvulling varieert naar gelang de functie. Horizontaal en open (overstroombaar) bij de kreekbruggen, transparante strippenvulling bij de dijkbruggen.

Plan van Aanpak ruimtelijke kwaliteitIn het Plan van Aanpak Ruimtelijke Kwaliteit zijn de aanvullende en projectspecifieke inspanningen voor het project Noordwaard op het gebied van de ruimtelijke kwaliteit en de daarvoor benodigde organisatie beschreven. Hierin is aangegeven dat de ontwerpwerkzaamheden na gunning worden gestart met een inventarisatie van wensen, eisen en suggesties van de

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

21

toekomstige beheerders en gebruikers. De architect beoordeelt de gevolgen voor het architectonisch ontwerp. Dit leidt tot een ontwerpkader voor de ruimtelijke kwaliteit. Vervolgens wordt het Aanbiedingsontwerp hierop aangepast. Het Definitief Ontwerp van de bruggen en gemalen wordt formeel goedgekeurd door de architect. Het Definitief Ontwerp wordt dan ter formele acceptatie voorgelegd aan de opdrachtgever. Na acceptatie start de uitwerking naar een Uitvoeringsontwerp. Het zwaartepunt van de ontwerpactiviteit is dan de technische invulling en uitwerking van het Definitief Ontwerp. De rol van de architect verschuift naar een meer controlerende rol. Het Uitvoeringsontwerp wordt geaccepteerd door de architect. Hiermee wordt geborgd dat het ontwerp is uitgewerkt binnen de gestelde architectonische kaders. Vervolgens wordt het Uitvoeringsontwerp ter formele acceptatie voorgelegd aan de opdrachtgever. Hierna vindt vrijgave voor uitvoering plaats.

Beoordeling aanbieding opdrachtnemerHet Plan van Aanpak en het Architectonisch ontwerp zijn beoordeeld door een zogeheten EMVI-commissie bestaande uit de toenmalige Rijksadviseur voor de Infrastructuur, de voorzitter van de welstandcommissie van de Gemeente Werkendam en een onafhankelijke voorzitter. Het Plan van Aanpak leverde volgens de beoordelingscommissie de volgende meerwaarde: ‘de Noordwaard wordt gezien als “eigen nationaal erfgoed”. Het koesteren van kwaliteit uit het verleden is duidelijk meegenomen in het Architectonisch Aanbiedingsontwerp, uitgevoerd met ideeën over verruiming van de toegankelijkheid en de beleefbaarheid. Hieruit spreekt de benadering van de ontpoldering als een dynamisch gebeuren en niet als een statische ingreep anno 2015’. Ten aanzien van de gemalen concludeerde de commissie dat ‘de verschillende gemaaltypes als bakens in het landschap worden ervaren. De landbouwpoldergemalen vertonen een sobere en robuuste vormgeving, goed passend bij de Biesboschstijl’. Over de bruggen geeft de commissie aan dat ‘de aloude waterstaatsarchitectuur afleesbaar is bij de bruggen. Uit het consequent toepassen van dezelfde materialen voor vergelijkbare brugdelen (beton voor de onderconstructies en metaal met een

bronzen conservering voor de hekwerken) spreekt veel samenhang en wordt de eenheid van het gebied versterkt. De gekozen materialen zullen op een fraaie wijze verouderen en verweren……Door de sobere en robuuste detaillering van de bruggen wordt de Biesboschstijl op een goede wijze verbeeld’.

Betrokken partijenTijdens de uitvoering zijn diverse partijen betrokken bij de realisatie van het project als geheel en de ruimtelijke kwaliteit in het bijzonder. Het schema op pagina 22 geeft dit aan.

De centrale as wordt gevormd door het Programmabureau Ruimte voor de Rivier, de Realisator Projectbureau Ontpoldering Noordwaard en de opdrachtnemer Combinatie Noordwaard. Het Programmabureau Ruimte voor de Rivier heeft de Realisator opdracht gegeven het project met de scope zoals beschreven in de SNIP 3 beslissing te realiseren. Het programmabureau toetst of en in hoeverre de Realisator de gestelde scope heeft gerealiseerd. Ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit laat het Programmabureau zich adviseren door het Q-team. Dit team bestaat uit adviseurs op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. In november 2013 hebben de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier en het Q-team op uitnodiging van het Projectteam Ontpoldering Noordwaard de Noordwaard bezocht. Tijdens dit uitvoeringsbezoek is de tot dan toe zichtbare invulling van ruimtelijke kwaliteit beoordeeld. Er is vooral gesproken over verbeterpunten voor de kreekbruggen, de bruggen over de Bandijk en de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het Q-team heeft bij dit bezoek (opnieuw) geconcludeerd dat de Noordwaard de potentie heeft het vlaggenschip van Ruimte voor de Rivier te worden. Vanwege de omvang van de Noordwaard en de tijd die nodig is om op de complexe ontwerpvraagstukken in te gaan, heeft het Q-team bij oplevering de Noordwaard tweemaal bezocht. Mede op basis van de adviezen van het Q-team bepaalt de Programmadirectie of het project voldaan heeft aan de doelstelling om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren.

22

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Het D&C-contract is door het Projectbureau Ontpoldering Noordwaard op basis van systeemgerichte contractbeheersing beheerst. Er zijn in dit kader zowel systeem-, proces- als producttoetsen op de werkzaamheden van de opdrachtnemer uitgevoerd. De keuze van de toetsen is op basis van een risicodossier bepaald. Ook is van een aantal, vooraf bepaalde objecten het definitief ontwerp (DO) en soms het uitvoeringsontwerp (UO) getoetst. De toetsen op ruimtelijke kwaliteit zijn uitgevoerd door de landschapsarchitect van het Projectbureau Ontpoldering Noordwaard, in samenspraak met de voorzitter van de gemeentelijke welstandscommissie. Ruimtelijke kwaliteit is één van de aspecten die werd getoetst, naast bijvoorbeeld techniek, financiën, vergunningen en beheer en onderhoud. Uiteindelijk is bij de beoordeling van ontwerpen altijd een integrale afweging gemaakt. Tijdens de uitvoering heeft het projectbureau nog één maal advies gevraagd aan de EMVI-commissie over het herziene ontwerp van de kreekbruggen. Deze commissie heeft de aanbieding van de Combinatie Noordwaard (en de andere inschrijvingen) beoordeeld ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit en kon goed beoordelen of de definitieve ontwerpen daadwerkelijk overeen kwamen met de aanbieding.

Het Projectbureau Ontpoldering Noordwaard heeft tijdens de realisatie veelvuldig overlegd met de toekomstig beheerders. Ook Combinatie Noordwaard overlegde informeel met de toekomstig beheerders. Hier konden geen contractuele verplichtingen uit voort komen: deze konden uitsluitend tussen het projectbureau en Combinatie Noordwaard worden afgesloten.

Ook de oplevering en overdracht is op reguliere basis besproken tussen het Projectbureau, de toekomstig beheerders en Combinatie Noordwaard. In deze overleggen zijn alle objecten besproken: opnames, restpunten, discussiepunten (extra wensen van toekomstig beheerders niet te koppelen aan een contract eis), opleverdossiers, as-built dossiers, garanties, enz.

Het projectbureau maakte aparte afspraken Rijkswaterstaat

Betrokken partijen en onderlinge relaties

Opdrachtgever Ruimte voor de Rivier

RealisatorOntpoldering Noordwaard

RWS WNZ

WaterschapRivierenland

Adviseur:EMVI cie

Adviseur:Q-team

Gemeente Werkendam

OpdrachtnemerCombinatie Noordwaard

Advies

Advies

Advies

Overdracht

Informele

afstemming

Beheerders

Toet

sing

Toet

sing

Verantwoording

Oplevering

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

23

West Nederland Zuid (RWS WNZ) over het onderhoud van het doorstroomgebied waarmee de veiligheidsdoelstelling en een groot deel van de ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd. Rijkswaterstaat WNZ heeft Rijkswaterstaat PPO (Programma’s, Projecten en Onderhoud) opdracht gegeven het contract voor beheer en onderhoud van dit gebied op de markt te zetten. Dit proces verloopt buiten het zicht van het Projectbureau. De geselecteerde onderhoudspartij is in contact gebracht met de Combinatie Noordwaard teneinde informatie over te dragen en de verantwoordelijkheden tot 1 oktober 2015 en daarna te regelen.Naast deze formele relaties is er veel informatie informeel uitgewisseld en afgestemd. Dit levert een beter en meer integraal ontwerp op.

24

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

DEEL 2PM foto over 1 of 2 bladen

Noordwaard gezien in oostelijke richting

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

25

Cruciale onderdelen

PM foto over 1 of 2 bladen

26

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Golfremmend griend van de innovatieve dijk bij Fort Steurgat.

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

27

Primaire kering en golfremmend griend4Aan de polderzijde van Fort Steurgat is een nieuwe primaire kering aangelegd. Om het uitzicht van de bewoners van het fort zo min mogelijk aan te tasten zijn twee maatregelen genomen: • De binnenzijde van de kering is met een fl auw talud van 1:15

aangelegd. Hierdoor ontstaat een ‘opgetild’ maaiveld en lijkt de kruin van de kering visueel lager.

• De buitenzijde van de kering is voorzien van griend. Hierdoor wordt de golfaanval op de kering sterk verminderd. Hierdoor kon de overhoogte op de dijk achterwege blijven: de kruin van de dijk kon hierdoor bijna een meter lager worden aangelegd.

De toevoeging van griend aan de primaire waterkering is een innovatieve maatregel, die in de Noordwaard voor het eerst in Nederland wordt toegepast. Het griend bestaat uit twee verschillende soorten wilg die in stroken worden aangeplant. Er wordt ieder jaar gemaaid: het ene jaar de stroken met de ene wilgensoort, het andere jaar de stroken met de andere. Zo is er altijd griend van voldoende lengte en ruwheid aanwezig. Door de toepassing van twee soorten wilg wordt de gevoeligheid voor vraat en ziekten beperkt. De twee soorten wilg hebben een verschillende kleur twijgen: de ene wat groener, en de andere wat geler. Door het maairegime verandert het griend per jaar iets van kleur.

Er is onderzocht welke plantrichting het meest effectief is. Ten tijde van het Inrichtingsplan werd gedacht dat de stroken het best loodrecht op de golfaanval vanuit het zuidwesten geplaatst konden worden.

Op basis van latere berekeningen van de effectiviteit van de golfremming zijn de stroken nu evenwijdig aan de kering geplant om de golfaanval uit alle richtingen te dempen. Er zijn vanuit het fort drie zichtlijnen in het griend aangebracht, zij maken zicht op respectievelijk Steurgat 26, Bevertstaart 1 en de Bandijkbrug mogelijk. Omdat het griend deel uit maakt van de primaire kering is hierin geen ontwerpvrijheid gegeven aan de opdrachtnemer.

Golfremmend griend

Dwarsdoorsnede golfremmend griend en primaire waterkering

4.30+ 1.0+

2 m

1:5 ±1:15

±65 m

1.50+

WP ± 0.70 +NAP

golfremmend griend

2-jarig griend: ± 4 m hoog

1-jarig griend: ± 2.5 m hoog

sloot groenpad

± 60-80 m

1:3

doorstroomgebied buitentalud binnentalud

MHW 3.50 +NAP

peilen in m t.o.v. NAP maten in meters

definitief ontwerp, 02 juli 2009 ONTPOLDERING NOORDWAARD

doorsnede golfremmende dijk Fort Steurgat

5 0 25 50 m

zijde doorstroomgebied zijde fort

Kruising Bandijk met innovatieve dijk

Locatiekaart

28

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Dijkbrug in de Bandijk

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

29

Bruggen5Er zijn verschillende typen bruggen gerealiseerd: dijkbruggen, kreekbruggen, Steurgatbruggen en plankieren.

DijkbruggenHet inrichtingsplan voorziet in vier instroomopeningen in de Bandijk en een dubbele uitstroomopening bij het Biesboschmuseum. Over de instroomopeningen in de Bandijk zijn bruggen aangelegd, om de verkeersverbinding met Werkendam in stand te houden. De dijkbruggen zijn de in- en uitlaten van het gebied en dragen bij aan het doorstromingsregime van de Noordwaard. Het ritme en de richting van de betonnen pijlers maakt de waterdoorlaat-functie van de dijkbruggen duidelijk herkenbaar. Door hun breedte zijn de pijlers ook vanaf het brugdek zichtbaar voor de weggebruikers.

Bij elke dijkbrug is één pijler van een ‘peiltrap’ voorzien, waarop de waterstanden duidelijk af te lezen zijn. Vanaf 2.00+ NAP stroomt het water onder de dijkbruggen door. Dit peil is extra gemarkeerd. De wandvorm van de pijlers (afgerond aan de bovenstroomse zijde en recht aan de benedenstroomse zijde) zorgt ervoor dat de stroomrichting duidelijk afl eesbaar is. De stortstenen, die de koppen van de grondlichamen beschermen tegen de stroming en golfslag, laten de krachten zien waartegen de dijkbruggen bestand moeten zijn.

De hekwerken van alle kunstwerken in de Noordwaard vormen een samenhangende familie. Op de dijkbruggen zijn de hekwerken

met verticale strips uitgevoerd.

Een uitdaging was de hoogteligging van de dijkbruggen. De kruinhoogte van de Bandijk ligt ongeveer op gelijke hoogte als de maatgevende hoogwaterstand. De onderzijden van de Bandijkbruggen zijn ook op deze hoogte ontworpen. De bovenzijde van de bruggen, is door de dikte van het brugdek ongeveer 1.5 meter boven de kruin van de Bandijk komen te liggen. Dit leverde zichtbaar grote ‘hobbels’ op. Deze waren vooral zichtbaar tussen de primaire kering bij het fort en brug 1 en tussen brug 1 en 2, gezien de korte afstand tussen deze punten. Hierdoor ontstond een ongewenst achtbaan gevoel, dat niet past bij de entree van de Noordwaard. De weidsheid van het gebied zou hierdoor minder goed tot zijn recht komen. Ook het Q-team heeft hier tijdens het uitvoeringsbezoek in november 2013 opmerkingen over gemaakt.

Er is daarom een analyse gemaakt van de consequenties van het al dan niet integraal ophogen van de Bandijk. Het verhogen van de Bandijk leverde weliswaar een vergroting van de ruimtelijke kwaliteit op, maar het behoorde niet tot de scope van het project. Het zou tot aanzienlijke meerkosten leiden, mede omdat dan de stamvoeding, de elektriciteitsleiding waarmee Werkendam van stroom wordt voorzien verlegd zou moeten worden. Dit zou een complexe opgave met veel meerkosten zijn geweest. Op basis van deze analyse is besloten alleen de Bandijk tussen het fort en brug 1 en tussen brug 1 en brug 2 te verhogen. Dit betreft niet al te lange afstanden, waarbij de stamvoeding niet verlegd behoefde

4

32

1

19

1621

23

2726

29

28

Van boven naar beneden: locaties van de dijk-, kreek- en Steurgatbruggen

30

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

34

IMPRESSIE DIJKBRUG VANAF HET WATER

Bij de afbeeldingen in de rechterkolom, van boven naar beneden:• De bovenzijde van de dijkbruggen steekt 1.5 m boven de kruin van de Bandijk

uit (foto: dijkbrug 4).• Vlakke aansluiting van Bandijk op dijkbrug 1. Kijkrichting naar fort (oosten).• Vlakke aansluiting van Bandijk op dijkbrug 1. Kijkrichting noord-zuid.• Aansluiting van de Bandijk op brug 2 (westzijde).

Dijkbrug (aanbiedingsontwerp)

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

31

te worden. De afstanden tussen de bruggen 2 en 3 en de bruggen 3 en 4 zijn langer. Om kosten en uitvoeringstechnische redenen is besloten de Bandijk tussen deze bruggen niet te verhogen.

Bij dijkbrug 4 speelde de aansluiting op de Bandijk. Rijdend naar het westen maakt de weg een bocht naar de brug en stijgt de weg ook ongeveer 1,5 m. Dat kan bij de automobilist een ‘achtbaansensatie’ oproepen. Om een reeks wegschilden te voorkomen, is de bochtstraal van de weg ter plaatse van de aansluiting op de Bandijk bij brug 4 in overleg met de gemeente

Werkendam verruimd van 200 m naar 260 m. Idealiter was een nog grotere bochtstraal gewenst, maar hiervoor zou de reeds aangelegde stamvoeding van de elektriciteitsvoorziening verlegd moeten worden.

Bij het Biesboschmuseum zijn ook twee dijkbruggen aangelegd. Hierdoor is het museum op een eiland komen te liggen. Ook hier moest de onderzijde van de bruggen boven de maatgevende hoogwaterstand komen te liggen. Daarom ligt het brugdek ruim een meter hoger dan het eiland. Het maaiveld op het eiland is niet verhoogd. Hierdoor zou het zicht vanaf het museum op de kreek verbroken zou worden.De brug over de kreek bij Maltha ligt wel in het verlengde van de kade, maar niet over een uitstroomopening. Daarom is besloten deze brug over deze kreek niet als dijkbrug uit te voeren, maar als een hybride van een kreekbrug en dijkbrug. Deze brug is getoogd en heeft ronde pijlers.

Reeks van analysetekeningen om het effect van de hooggelegen dijkbruggen op de al dan niet te verhogen Bandijk inzichtelijk te maken.Links: Zicht vanaf hooggelegen Bandijk naar de hooggelegen dijkbrugMidden: Zicht vanaf hooggelegen dijkbrugRechts: Zicht naar hooggelegen dijkbrug

Familie van verbronsde brugleuningen en verkeersgeleiders

Dijkbrug bij het Biesbosch museum

Het talud richting dijkbrug 4 gezien in westelijke richting

32

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

KreekbruggenElke polder in de Noordwaard wordt omsloten door kreken. Om het gebied te ontsluiten is een groot aantal kreekbruggen in het gebied aangelegd. De kreekbruggen zijn uitgevoerd met direct op de prefab hoofdliggers gestortte randen. Afzonderlijke randliggers zijn hiermee niet nodig. De opbouw van het dek is letterlijk aan de buitenzijde af te lezen. De kreekbruggen zijn uitgevoerd met verbronsde hekwerken, en zonder schampkanten. De verticale delen van de pijlers zijn rond uitgevoerd. Water en vuil kunnen hierdoor na een periode van hoog water eenvoudig de brug afstromen. De brugranden zijn uitgevoerd met een gangbaar betonmengsel met een lage zuurgraad. Door de extra brede steunen is het brugdek visueel als een losse, doorgaande lijn herkenbaar en ontstaan extra plekken voor vogels, mossen en natuurlijke patina.

Het architectonisch ontwerp van de opdrachtnemer voorzag voor de bruggen, met een hoge doorvaarthoogte tussen de laag bekade polders, in getoogde ontwerpen. Het betreft de bruggen die in het doorstroomgebied liggen (16, 19, 21, 23, 26, 27, 28 en 29). De getoogde bruggen hebben tijdens de uitvoering veel aandacht gekregen. Reden hiervoor is dat de eerst uitgevoerde kreekbruggen 19 en 21 niet getoogd, maar geknikt uitgevoerd bleken te zijn. Dit was volgens de opdrachtgever een wijziging ten opzichte van het Aanbiedingsontwerp die afbreuk deed aan de ruimtelijke kwaliteit. Het proces van ontwerp, acceptatie, uitvoering en correctie van het ontwerp van deze bruggen is als volgt verlopen.

De opdrachtnemer heeft in begin 2012 het definitieve ontwerp van 6 kreekbruggen ter acceptatie aangeboden. Het Projectbureau Ontpoldering Noordwaard accepteerde dit ontwerp niet, onder andere vanwege de knik in het brugdek. Hoewel de Opdrachtnemer aangaf dat deze ontwerpen tot stand gekomen waren in overleg met hun architecten, was dit niet voldoende aangetoond. Bij de tweede versie van het definitieve ontwerp dat later in 2012 werd aangeboden, gaf de Opdrachtnemer aan, dat de lijn van het dek in praktijk vloeiender zou uitwerken, omdat er

voor: Rijkswaterstaat Projecten Ruimte voor de Rivier door: Boskalis - Martens en Van Oord - Van Hattum en Blankevoort - Gebr. van Kessel ontwerp: ipv Delft en West 8 27

KREEKBRUGGEN

IMPRESSIE KREEKBRUG VANAF KADE

Kreekbrug (aanbiedingsontwerp)

Kreekbrug 19 (gerealiseerd ontwerp met knikken), nog niet aangepast

Kreekbrug 19 gerealiseerd aangepast ontwerp

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

33

met prefabliggers gebouwd zou worden die door hun zeeg vanzelf voor een enigszins vloeiende lijn zouden zorgen. In aanvulling hierop was het mogelijk om met de in het werk te storten randelementen, het asfalt en de leuningen de vloeiende lijn verder te accentueren. Deze versie van het ontwerp was aantoonbaar goedgekeurd door de architect. Hiermee werd voldaan aan de aanbieding en in het bijzonder het plan van aanpak Ruimtelijke Kwaliteit. Er was hierdoor contractueel geen reden om het definitieve ontwerp niet te accepteren. Op basis hiervan zijn de bruggen 19 en 21 gerealiseerd.

Tijdens de bouw van de bruggen constateerde het Projectbureau Ontpoldering Noordwaard echter, dat de bruggen afweken van het aanbiedingsontwerp en een knik vertoonden. In het uitvoeringsbezoek van de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier en het Q-team dat eind 2013 plaatsvond werd de afwijking van het aanbiedingsontwerp ook geconstateerd. De EMVI-commissie die tijdens de aanbesteding het architectonisch ontwerp van de opdrachtnemer had getoetst werd om advies gevraagd. Ook deze commissie constateerde dat de geknikte bruggen niet aan de aanbieding voldeden.

Naar aanleiding hiervan is begin 2014 overleg gestart tussen het Projectbureau Ontpoldering Noordwaard en de opdrachtnemer over de kreekbruggen. In afwachting van de uitkomst van dit overleg legde de opdrachtnemer de uitvoering van brug 23 stil. Dit overleg richtte zich op aanpassingen van het ontwerp van de getoogde bruggen die nog niet waren uitgevoerd (bruggen 23, 26, 27, 28 en 29), de optimalisatie van het ontwerp van brug 16 en de aanpassingen van de reeds uitgevoerde bruggen 19 en 21.

De aanpassingen die de opdrachtnemer voorstelde zijn, gezien het belang hiervan voor de ruimtelijke kwaliteit, ook voor advies voorgelegd aan de EMVI-commissie die de invulling van de ruimtelijke kwaliteit in de aanbieding van de opdrachtnemer had beoordeeld. In juni 2014 heeft de EMVI-commissie hierop een positief advies gegeven. In september 2014 zijn de eerste aangepaste ontwerpen van de nog te realiseren kreekbruggen Geoptimaliseerde getoogde kreekbrug (in utvoering)

Kreekbrug met vlak brugdek tussen hoge kaden

34

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

besproken tussen het Projectbureau Ontpoldering Noordwaard en de opdrachtnemer. Het definitieve ontwerp hiervan is in februari 2015 geaccepteerd.

De aanpassingen van de al gerealiseerde bruggen 19 en 21 zijn gevonden in een verdikking van het brugdek door het maken van een nieuwe gekromde brugrand, die de nieuwe toog visueel ondersteunt. Door de schaduwwerking van de nieuwe rand op de oude rand, komt deze visueel los van het onderliggende fundament te liggen. Hiermee wordt een ‘getoogd’ effect bereikt. Dit definitieve ontwerp is medio 2015 geaccepteerd.

Het Q-team adviseerde tijdens het opleveringsbezoek de schaduwwerking nog te versterken door het terugliggende deel van de brugrand zwart te verven, met als doel om het contrast met de lichtere rechte flens van de prefab te versterken. In het Ambitiedocument is aangegeven dat materialen een natuurlijke uitstraling dienen te krijgen en op een fraaie manier verweren en verouderen. Het gedeeltelijk schilderen van een betonnen element is hiermee in tegenstelling. Daarom is dit advies niet opgevolgd.

SteurgatbruggenHet Steurgat is op drie locaties verbonden met het krekenstelsel in de Noordwaard. Om de doorgaande hoogwatervluchtweg aan de oostzijde van de Noordwaard te kunnen realiseren, moesten op deze locaties bruggen komen. Deze bruggen zijn in de gecombineerde stijl van de overige bruggen en gemalen gerealiseerd: in beton met een gemetselde bekleding en verbronsde hekwerken.

De vleugelwanden van de bruggen vormen een uitnodigend gebaar naar schippers om de Noordwaard in te varen. Zo vormen de bruggen een herkenbare ingang van de Noordwaard. Op de vleugelwanden is in het zelfde lettertype en het zelfde materiaal de naam van de Noordwaard weergegeven. opgeslagen. Onder de brug zijn, net als bij de gemalen, vleermuiskasten in het metselwerk geïntegreerd.

Bij hoog water op de Nieuwe Merwede, moet voorkómen worden dat het water via de Steurgatbruggen naar het Steurgat stroomt en er opstuwing op de Bergsche Maas/Amer ontstaat. Om het

Steurgatburg (aanbiedingsontwerp)

Brugrand van kreekbrug 19 en 21. Boven het oorspronkelijke ontwerp, onder het aangepaste en uitgevoerde ontwerp.

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

35

watersysteem van de Waal niet in contact te brengen met dat van de Maas worden de Steurgatbruggen in elke winterperiode (1 oktober tot 1 april) met schotbalken dichtgezet. Zoals gezegd worden de schotbalken binnendijks bij het dijkringgemaal.

De Steurgatbruggen zijn conform het architectonisch ontwerp gerealiseerd.

Er is in overleg met het waterschap een schetsontwerp gemaakt van een schotbalkenopslag. Dit is afgeleid van een traditionele opslag die bij de coupures van de Hollandse Waterlinie zijn geplaatst. Het bestaat uit een stapeling van schotbalken, waarop een houten dak is geplaatst. Dit sobere ontwerp sluit goed aan bij de Biesboschstijl.

PlankierenIn de Hilpolders zijn plankieren aangelegd conform het ontwerp dat Staatsbosbeheer al toepaste. Het zijn vlakke, stalen bruggen met stalen roosters.

Plankier (Jantjesplaat)

Plankier (Hilpolders, Jantjesplaat)

Steurgatburg (uitgevoerd) Detail Steurgatburg Schotbalkenopslag

120o

Principe van de dakconstructie: versteviging van de hoeken en een horizontale ligger met ‘pinnen’

Mogelijke stapeling van de schotbalken onder het dak. Het dak ligt los op de schotbalken, maar kan door de ‘pinnen’ van de dakconstructie niet verschuiven. schotbalken zijn door regels van elkaar gescheiden.

(69 schotbalken van 0.2x0.2x6.1m. Afmetingen indicatief, hoogte en breedte opslag nader te bepalen)

Details houten dak

Dakvorm: zadeldak, hoek 120 graden

Hedendaagse uitstraling, gebaseerd op klassiek ontwerp van houten gepotdekselde planken op een stalen constructie (zie referentiebeeld). Deze constructie is noodzakelijk om het dak voldoende stijf te maken om het te kunnen hijsen

principe detail ‘gepotdekseld’ dak in doorsneden (400%) principe detail ‘gepotdekseld’ dak in aanzicht (400%)

Schotbalkenopslag Steurgatbruggen, variant houtOntpoldering NoordwaardSchetsontwerp, dd 8 juni 2015RdK

pin

horizontale ligger

potdekselen

regel

maaiveld

schotbalk

dak

Referentiebeeld (schotbalken opslag bij Fort Asperen)

± 2.00 m

± 1.00 m

Om te duiden dat deze schotbalkenopslag modern is , wordt ook een modern materiaal toegepast: Cortenstaal. Om het

36

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Landbouwpoldergemaal met uitkijkpunt

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

37

Gemalen6Er zijn drie typen gemalen. Het type wordt bepaald door de functie (de hoeveelheid water die afgevoerd moet worden) en de bedrijfszekerheid, die mede bepaald wordt door gebieden die in principe nooit (de dijkring), soms (de landbouwpolders) en regelmatig (de natuurpolders) onder water kunnen en mogen staan. De inundatiefrequenties zijn opgenomen in de tabel op bladzijde 9.

Het ambitiedocument geeft aan dat de gemalen bij uitstek de exponenten van de waterbeheersing zijn. Ze staan als bakens in het landschap en markeren de plekken waar verschillen in de waterstanden voelbaar zijn. De verschillende gemalen dragen bij aan de eenheid van het gebied en stralen samenhang (Biesboschstijl) uit. De gemaaltypen (dijkringgemaal, landbouwpoldergemaal, natuurpoldergemaal) zijn onderling wél duidelijk onderscheidend. De uitstraling van de gemalen past bij het dynamische toekomstige karakter van de Noordwaard. Een landschap dat continu in beweging zal zijn en waar de wind, het water en de natuur nadrukkelijk aanwezig zijn.

LandbouwpoldergemalenDe landbouwpoldergemalen staan in alle buitendijks gelegen landbouwpolders: dit zijn alle hoog bekade polders, de laag bekade polders De Zalm en De Kroon en de Hilpolders. Doel is een goede waterhuishouding te garanderen. Het gemaal staat aan de voet van de kade, aan de polderzijde van de kade, nabij een verharde weg.

De gemalen hebben een uitstraling gekregen die past bij de Noordwaard: een simpele, kloeke doos bekleed met metselwerk. Zij bestaan in hoofdlijnen uit een in- en uitstroombak, een krooshek met indien nodig een krooshekreiniger, pompen en leidingen en een klein gebouw met onder meer een afsluiter en elektrotechnische installaties. De elektrotechnische installaties moeten boven het hoogwaterpeil van circa 3.50+ NAP worden geplaatst. Daarom bestaan deze gemalen uit twee bouwlagen, waarbij de elektrische installatie in de bovenste laag, en het pomphuis in de onderste laag is geplaatst.

Het casco van het gebouw bestaat uit betonnen wanden en vloeren. Dit wordt voorzien van metselwerk. In het Aanbiedingsontwerp van de opdrachtnemer was aanvankelijk voorzien dat het metselwerk volledig met onregelmatige en verweerde stenen afkomstig van in het gebied geamoveerde panden uitgevoerd zou worden, waarin zich mossen kunnen hechten. Omdat de kwaliteit van hergebruikte stenen niet volledig gegarandeerd kon worden, is besloten het metselwerk in twee lagen uit te voeren. Het onderste gedeelte bestaat uit nieuwe, harde metselstenen. Het bovenste deel bestaat wel uit stenen die afkomstig zijn van geamoveerde panden. De scheiding tussen beide

Landbouwpoldergemaal

Locatie van de landbouwpoldergemalen en het dijkringgemaal (groen)

38

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

lagen ligt ongeveer op gelijke hoogte als de kades en markeert welk deel wel en welk deel niet onder water kan komen te staan. Zo is een verwijzing naar de geschiedenis van het gebied en zijn ontpoldering gemaakt. In het metselwerk zijn vleermuiskasten aangebracht.

Omdat de landbouwpoldergemalen uit twee lagen bestaan, moet er een trap worden aangebracht. Er zijn - conform de aanbieding van de opdrachtnemer - drie gemalen met een uitzichtpunt op het dak uitgevoerd. Vanaf deze uitzichtpunten is een mooi en wijds uitzicht over de Noordwaard mogelijk. Bij de gemalen zonder uitkijkpunt is de utilitaire trap buiten de gevel geplaatst. Bij de gemalen met uitkijkpunt is de utilitaire trap binnen het gebouw geplaatst, en is aan de buitenzijde een trap naar het dak geplaatst.

De transparante stalen stijlen-hekwerken op de trappen en op de bordessen van de uitkijkpunten hebben een bronzen conservering. Zij sluiten aan op de hekken die op de bruggen zijn aangebracht. Zo is het familiekarakter van de kunstwerken versterkt. Andere stalen delen met een utilitaire functie zijn voorzien van een antraciete hoogwaardige coating. De naam van het gemaal is in verbronsde letters in het lettertype aangebracht dat ook op de bruggen is toegepast.

DijkringgemaalHet dijkringgemaal staat binnendijks in de zuidoosthoek van de verkleinde dijkring 23, op het maaiveld aan de voet van de (innovatieve) dijk. Gezien de ligging in de dijkring, komt dit gemaal niet onderwater te staan. Het gemaal bestaat daarom uit één laag, waarin de elektrische installatie en het pomphuis naast elkaar liggen. Het dijkringgemaal heeft net als de landbouwpoldergemalen de vorm van rechthoekige doos. Het is net als de landbouwpoldergemalen opgebouwd uit een betonnen casco, bekleed met metselwerk. Rond het gemaal is een werkterrein gerealiseerd, waarbinnen de schotbalken voor de Steurgatbruggen worden opgeslagen. Rondom dit terrein is een antraciet gecoat hekwerk geplaatst. Dijkringgemaal

Uitkijkpunt op landbouwpoldergemaalWatervaste metselstenen tot ongeveer de hoogte van de kadekruin, daarboven met-sel stenen van gesloopte boerderijen

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

39

De functie van het poldergemaal is het uitslaan van water uit de dijkring. Er is binnen de dijkring een watersysteem aanwezig. Om dit water voldoende te verversen is naast het gemaal een hevel aangelegd waarmee water uit het doorstroomgebied naar het binnendijks gelegen watersysteem gebracht kan worden. Deze hevel ligt in de directe nabijheid van het gemaal over de primaire kering. De hevel functioneert onder aansturing van een vacuümpomp. Deze is bovenop de primaire kering geplaatst. Hiervoor is een extra grondlichaam aangebracht om de hevelleiding van voldoende gronddekking te voorzien. Dit grondlichaam is als een ‘pukkel’ zichtbaar op de dijk. Dit doet afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit, aangezien deze de continuïteit van het dijkprofiel en de brede horizon van de Noordwaard verstoort.

Verplaatsing van de hevel was gezien de kosten geen realistische optie. Het waterschap heeft aangegeven, dat gezien de status van de kering (primaire waterkering) geen constructies in de kering mogen worden aangebracht en de hevel toegankelijk moet blijven voor onderhoud. Er zijn geen extra voorzieningen aangebracht

rond de pomp, wel is het terpje waarop de pomp staat zo slank mogelijk uitgevoerd. Twee zijden van het terpje zijn met stortsteen bekleed om het te verzelfstandigen van de primaire kering.

Natuurpoldergemalen De natuurpoldergemalen zijn windwatermolentjes en staan in de natte laagbekade polders met een natuurfunctie. Zij zorgen ervoor dat de weiden van deze polders toegankelijker worden voor vee. Ze zijn geplaatst op lager gelegen zijden van de polders waar het water het gemakkelijkste weggepompt kan worden. In verband met de noodzakelijke capaciteit staan op verschillende locaties meerdere molentjes naast elkaar.

De natuurpoldergemalen zijn windwatermolens van 7 meter hoog, waarvan de wieken te allen tijde boven de hoogwaterstand van 3.50 m+NAP blijven. De toepassing van windmolens voor de aandrijving van pompen is een economisch aantrekkelijke en milieuvriendelijke oplossing voor watertransport. Deze molens zijn uitgevoerd in thermisch verzinkt staal.

NatuurpoldergemaaltjesInpassingsvoorstel hevel op de innovatieve dijk

Hevel op de innovatieve dijk bij Fort SteurgatSchetsontwerp

Projectbureau Ontpoldering Noordwaardversie 12 juni 2015

Hevel op de primaire kering

40

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Koppelstuk

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

41

Grondwerk: kades en terpen7KadesDe zeven hoog bekade polders liggen in het stroomluwe deel van de Noordwaard. Deze polders zijn omringd door verschillende typen hoge kades, die zelden overstromen. In het lengteprofi el van de kade worden vloeiende lijnen afgewisseld met rechte lijnen en scherpe bochten. Dit is een hedendaagse interpretatie van de historische situatie. De hoogbekade polders hebben een overschrijdingsnorm van 1:100 of 1:1.000. Er zijn drie typen kades:• normale hoge kades met standaardprofi el die langs de stroom-

luwe delen van de polders liggen;• extra hoge kades die niet overstroombaar zijn en enkele deci-

meters hoger liggen dan de normale hoge kaden;• hoge, extra brede kades die wel overstroombaar zijn, maar zo

breed zijn dat er geen bres in geslagen kan worden. De kruin van deze kades is 20 m breed.

De overgangen tussen ‘extra hoge kades’ en ‘extra brede kades’ zijn gemarkeerd met baakbomen. Deze markeren de overstroomsectie van de polder en zijn van veraf zichtbaar. Dit vergroot de leesbaarheid van het landschap.

De laag bekade polders liggen in het doorstroomgebied en worden omringd door brede lage kades. Deze kades worden regelmatig overstroomd. Sommige lage kades begrenzen een zomerpolder met een landbouwfunctie, anderen begrenzen een natuurpolder. Er zijn ook enkele ‘doorgestoken’ kades (Muggenwaard, Oude Dooijemanswaard). Deze kades hebben geen waterkerende functie meer. De lage kades zijn ‘kniehoog’.

Hoge en lage kaden

Typering hoge kaden

TerpenLage kade met lokale weg

Positionering baakboom op de overgang van een hoge brede naar extra hoge kade

Hoge kades

Lage kades

Standaard profiel

Extra breed profiel

Extra hoog profiel

Bestaand dijkprofiel

42

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

TerpenIn de Noordwaard wordt gewoond en gewerkt. Een deel van de bestaande woningen en bedrijfspanden in het gebied zijn vóór de inpoldering van de Noordwaard in 1970 op terpen gebouwd. In het ontwerp is onderscheid gemaakt tussen woonterpen en landbouwterpen.

De woningen konden behouden blijven, mits ze niet in de stroombaan bij hoogwater gelegen zijn, er onder maatgevende waterstand niet meer dan 1 meter water in de woning kon komen te staan, en de bouwkundige staat van het pand zodanig was dat ze een golfklap zou kunnen weerstaan. In veel gevallen was de terp

Hydraulisch dwarsprofiel terp

• in doorstroomgebied, met bestaand huis• bij evacuatieroute over terp: verstevigde kruin golfbreker 4.0 m breed

maten in meters

versie dd 23 04 ‘07

0 1 2 5m0 1 2 5m

ONTPOLDERING NOORDWAARD

1.5minimaal 5.01.5minimaal 5.0

huidig maaiveld, peil ± 1.0+ NAP 1:31:4 1:3huis en tuin (privé)

1:3 1:4

lage golfbrekermax 1.0 m + plateau terpén max MHW + 0.5 m

plateau terp minimaal MHW - 0.8 m

bermMHW - 0.3 m

ringkade 0.5 m + plateau terp, max hoogte MHW + 0.2 m

denkbeeldige grote golfhoogte max 0.4 m boven/onder MHW hoogte

zuidwestzijde (windzijde) noordoostzijde

MHW

inundatie op terp maximaal 0.8 m diep (theoretisch)

Hydraulisch dwarsprofiel van een verstevigde bestaande terp (boven) en een nieuwe terp.

niet hoog genoeg. In dat geval zijn de terpen robuuster gemaakt met een berm en een lage ringkade. De ringkade en berm mogen niet worden bebouwd of beplant, omdat ze bij hoogwater de kracht van de golven op moeten kunnen vangen. Enige golfoverslag wordt hierbij toelaatbaar geacht. Om voldoende woongelegenheid te behouden, zijn ook verschillende nieuwe terpen aangelegd. Deze werden geheel op hoogte aangelegd, hierbij was geen ringkade nodig. Deze particuliere terpen zijn relatief kleine terpen die aan de kreekzijde van de kade liggen. Zo ontstond meer privacy voor de bewoners. De woningen op de terp liggen vaak deels verscholen in het bos.

MHW berm MHW -0.3m

reservering golfbreker h: terpplateau + 0.5m

talud 1:4 berm 5m weg 3.5 mberm 4.0 m

Hoge kade± 3.0 - 3.5 +NAP

terpplateauMHW + 0.5 m

huis vloerpeil h: terpplateau + 0.6m

±0.7 +NAP

1.0 m

uitgeefbare grondreservering 4.5m

niet te bebouwen zone minimaal 10m

1:2 1:3 1:3 1.5m

maten (in meter) en taludhellingen

definitief, 04 februari 2009 ONTPOLDERING NOORDWAARD

Nieuwe terp aan hoge kadestandaard doorsnede terp met nieuw huis 10 6 12 m

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

43

Luchtfoto nieuwe agrarische terp Zalmpje 2 in polder De Kleine Zalm

Nieuwe woonterp

Voor de agrarische panden die oorspronkelijk in het gebied stonden golden dezelfde eisen als voor de woningen. Er zijn daarom diverse panden gesloopt. De agrarische terpen hebben een oppervlakte van 1,5 ha en voldoen hiermee aan de provinciale norm. Hiermee wordt uitbreiding van opstallen op de terp mogelijk gemaakt. De landbouwterpen functioneren ook als hoogwatervluchtplaats voor vee. De agrarische terpen liggen aan de polderzijde van de kade, dicht bij het werkgebied van de agrariërs.

KoppelstukkenDe koppelstukken verbinden de terpen van bestaande woningen met de kaden. Zij zijn verlengstukken van de kade, maar iets smaller. De koppelstukken verzelfstandigen de terp en markeren zo het onderscheid tussen openbaar (kade) en privé (terp) domein. Om te voorkomen dat de koppelstukken tot een verzwakking van de kade zouden leiden, en om ze te accentueren, zijn zij bekleed met stortsteen.

44

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Boskreek (Bevert) met nieuw aangeplant bos

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

45

Geulen, kreken en natuurontwikkeling8Tussen de polders in het doorstroomgebied is een samenhangend stelsel van geulen en kreken gecreëerd. Deels lag dit er al, deels is dit gereconstrueerd. Het patroon hiervan is geïnspireerd op de situatie in 1905, en vertelt hiermee een deel van de geschiedenis van het gebied. De kreken zijn in het zuidwesten van de Noordwaard breed, en worden in de loop naar het noordoosten steeds smaller, net als bij natuurlijke kreken. Er zijn twee typen kreken: gorskreken en boskreken.

GorskrekenIn het doorstroomgebied moet de ruwheid van het terrein in de winter beperkt zijn, om voldoende waterafvoer te garanderen. In dit gebied zijn daarom gorskreken aangelegd. Dit zijn geulen met een steil ondertalud en een fl auw boventalud. Hierdoor is de getijdewerking over een relatief grote oppervlakte aanwezig, waarop getijdenatuur zich optimaal kan ontwikkelen. De vegetatie moet kort blijven, zodat de ruwheid in het gebied laag blijft en het water goed door het doorstroomgebied kan stromen.

BoskrekenLangs de randen van veel hoog bekade polders zijn boskreken aangelegd. Deze kreken zijn omzoomd door (soms nieuw aangelegd) zacht- en hardhoutooibos. De ruwheid van deze vegetatie is hierdoor groter. Omdat deze kreken aan de rand van het doorstroomgebied of tussen de hoogbekade polders liggen, heeft dit geen invloed op de waterafvoer. De taluds van

de boskreken zijn steiler, waardoor de boomkruinen over het water gaan reiken. Er ontstaan hierdoor ‘tunnels’ die kenmerkend zijn voor de Biesbosch. Het bos contrasteert met de openheid van het centrale deel van de Noordwaard. Bestaande vegetatie is gerooid indien deze van invloed was op de waterafvoer. Dit betreft ondermeer bomen langs wegen die dwars op de doorstroomrichting stonden.

Gedurende de uitvoering zijn enkele bomen gerooid die gespaard hadden kunnen blijven. Hierdoor zijn enkele monumentale bomen die markeerden waar woningen stonden helaas gesneuveld. Naar aanleiding hiervan is door het Projectbureau Ontpoldering Noordwaard in samenspraak met de opdrachtnemer een rooi- en plantlijst opgesteld. Op basis hiervan zijn de aanwezige monumentale bomen gespaard en zijn op enkele plaatsen nieuwe bomen terug geplant.

Een speciale locatie vormt de nieuwe kade aan de noordzijde van polder ’t Kooike. Deze kade is breder (40 m) dan andere kades en beplant met 4 rijen lindenbomen. Hiermee wordt de scheiding tussen de buitendijkse recreatiepoort en het binnendijkse agrarische polder duidelijk gemarkeerd. De bomen zullen met elkaar een ‘dak’ boven de kade vormen (Zie foto op bladzijde 47).

VegetatieontwikkelingDe bij oplevering net aangeplante vegetatie moet in de komende jaren tot wasdom komen. Omdat de contouren

Boskreken (donkerblauw) en gorskreken

Gorskreek

46

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Gorskreek (boven) en boskreek

Vleermuiskasten in een gemaal

Vogelstok aan kreekbrug

voor bosontwikkeling ruimer zijn dan het aangeplante bos, kan ontwikkeling worden toegestaan zonder dat dit ten koste gaat van de hydraulische taakstelling. Met de aanplant van alle bomen is voldaan aan de benodigde boscompensatie.

In de feitelijke vegetatieontwikkeling speelt beheer en onderhoud van het gebied een belangrijke rol. Uitgangspunt voor het beheer is dat erosie in het gebied wordt toegelaten, behalve in de nabijheid van kunstwerken. Meer informatie over beheer en onderhoud komt in hoofdstuk 11 aan de orde.

FaunaOok voor de fauna in het gebied zijn de nodige maatregelen getroffen. Aan de kreekbruggen zijn vogelstokken aangebracht. De hoge kant van de stok is aantrekkelijk voor aalscholvers en andere

visetende vogels. Op de lage kant kunnen eenden en ijsvogels zitten. Er zijn ook enkele ooievaarsnesten geplaatst.

In de Noordwaard zijn veel vleermuizen aanwezig. Om te voorkomen dat de populatie door de sloop van panden en het rooien van vegetatie onder druk zou komen te staan, zijn diverse compenserende maatregelen genomen. Zowel in de bruggen als gemalen zijn vleermuiskasten in de kunstwerken geïntegreerd. Ook is er een ‘vleermuishotel’ gerealiseerd in een voormalig trafohuisje. In het gebied komen reeën voor. Aan de randen van het gebied zijn al vraatsporen van bevers aangetroffen. Ook zijn er visarenden in het gebied gespot.

Al met al lijken de condities in de Noordwaard gunstig om de gewenste natuurontwikkeling op gang te brengen.

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

47

Inrichtingsplankaart van brede beplante kade

Uitgevoerd ontwerp met 316 Koningslinden

48

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Parkeerterrein nabij Spieringsluis

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

49

Ontsluiting9VerkeersveiligheidDe Noordwaard was en blijft een gebied waar gewoond en gewerkt wordt. Dit vergt een goede ontsluiting van het gebied. Een deel van de bestaande wegen zijn gehandhaafd, een deel van de wegen is nieuw aangelegd. De wegen die het zogeheten ‘Rondje Noordwaard’ vormen zijn 4,50 tot 5,50 m breed. Alle overige wegen zijn met een wegbreedte van 3,00 tot 3,50 m smaller. Op enkele plaatsen zijn bochtverbredingen en passeerplekken aangelegd. Op enkele plaatsen zijn de nieuwe wegen zó aangelegd, dat de openheid of juist de beslotenheid van het gebied beleefd kan worden, bijvoorbeeld door scherpe bochten aan te leggen vlak voor en na een boskreek. De nieuwe wegen in het gebied zijn praktisch op dezelfde breedte aangelegd als voor de ontpoldering. Toch ogen zij minder breed door de smallere bermen langs de weg.

De gemeente Werkendam heeft een verkeersplan voor de nieuwe situatie opgesteld. Op basis hiervan is de bebording en verlichting in het gebied geplaatst. In het Ambitiedocument is voorgesteld om in het doorstroomgebied bebording op lage paaltjes toe te passen, zoals ook elders in Nederland, bijvoorbeeld in de Nationale Parken is gedaan. Het Q-team heeft tijdens het eerste opleveringsbezoek in maart 2015 ook een pleidooi gedaan om terughoudendheid met het aantal en de hoogte van de bebording te betrachten. De gemeente heeft aangegeven verkeersveiligheid voorop te stellen en heeft de keuze gemaakt geen kleine en lager geplaatste verkeersborden te plaatsen.

Ontsluiting huiskavelsEen deel van de wegen is specifi ek voor de ontsluiting van de huiskavels en het doorstroomgebied aangelegd. Het is niet de bedoeling dat iedereen van deze wegen gebruik maakt. Daarom zijn deze wegen aan het begin en uiteinde gemarkeerd door een afwijkende strook verharding. In eerste instantie was het doel om er een grasstrook van te maken, verstevigd door grasbetonstenen. Later is dat veranderd in kunststofmatten waar gras in kan groeien. Maar die werden al in de uitvoeringsfase kapot gereden. Daarom is gekozen om de strook met klinkers te verharden.

Hoogwaterevacuatieroute De hoogwaterevacuatieroute ontsluit de woonterpen in de Noordwaard onder hoogwateromstandigheden. Deze route ligt op de hoge kades. De route is grotendeels verhard en alleen halfverhard waar de openbare weg niet op een hoge kade ligt.

Fiets- en wandelpaden De fi ets is bij uitstek het vervoermiddel om de rust en ruimte in de Noordwaard te beleven. Er zijn nieuwe fi etspaden aangelegd over de instroomdrempel en enkele voormalige primaire keringen. Vanaf deze fi etspaden is ruim uitzicht mogelijk.

Het auto- en fi etsverkeer op de Bandijk is om veiligheidsredenen gescheiden. Over de gehele lengte van de Noordwaard is een vrij liggend fi etspad gerealiseerd. Om het verschil tussen binnenkaads

Rondje Noordwaard (in rood), en overige lokale wegen

50

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

en buitenkaads gebied duidelijker te maken voor de fietsers, is het fietspad in de polders op het maaiveld gelegd en in het doorstroomgebied net onder de kruinhoogte van de Bandijk.

Er vinden momenteel gesprekken plaats over de wandelroutes door de Noordwaard. Hierbij wordt rekening gehouden met de privacy van bewoners.

RecreatiepoortenDe Noordwaard is een aantrekkelijk gebied voor recreanten. Zij kunnen door het gebied struinen, fietsen, en rijden. Rust en ruimte zijn echter óók cruciale kenmerken van de Noordwaard. Om te voorkomen dat bewoners overlast ervaren van te veel recreanten zijn twee ‘toegangspoorten’ tot het gebied gecreëerd. Hiermee blijft de recreatieve druk in het gebied beperkt.

In het westen is het recreatieknooppunt Spieringsluis gerealiseerd. Dit bestaat uit het hotel-restaurant en jachthaven Spieringsluis, en het iets verderop gelegen Biesboschmuseum. Het karakter is extensief waarbij het genieten van de natuur en educatie voorop staat. Vanuit dit knooppunt kan varend of lopend de Jantjesplaat ontdekt worden, een voormalige polder die omgevormd is naar een gebied met een Biesbosch karakter met kreken en bosschages. De ontpoldering van de Noordwaard was aanleiding voor het Biesboschmuseum voor een grote gedaanteverwisseling. Het museum is binnen en buiten compleet vernieuwd.

In het oosten van de Noordwaard, nabij de bebouwde kom van Werkendam is de basis van recreatiepoort Werkendam aangelegd. De recreatiepoort ligt in het doorstroomgebied en bestaat uit geulen, rietmoerassen en beboste eilanden. Hier is ruimte om een jachthaven van 400 boten te ontwikkelen. Ook kunnen er 140 recreatiewoningen gebouwd worden.

In de recreatiepoort zijn al paden en bruggen voor dagrecreatief gebruik aangelegd. De Noordwaard is via deze recreatiepoort

toegankelijk voor de recreatievaart vanaf het Steurgat en de Bevert. Een openbare aanbesteding om een exploitant te werven voor de woningen en jachthaven heeft nog geen resultaat opgeleverd. In afwachting van een toekomstige ontwikkeling van deze recreatiepoort wordt het gebied afgewerkt en onderhouden als onderdeel van het doorstroomgebied. In de recreatiepoort zijn twee parkeerplaatsen voor dagjesmensen aangelegd.

WaterrecreatieNet als in de Biesbosch is in de Noordwaard ook waterrecreatie mogelijk. De kreken staan in open verbinding met het water in de Biesbosch. Alle huizen en boerderijen staan weer aan het water, net als voor de bedijking toen de Noordwaard een vaarpolder was. Door het centrale deel van het doorstroomgebied is de hoofdvaarroute aangelegd, maar tal van andere kreken zijn ook bevaarbaar voor grote en kleine bootjes en kano’s. De mogelijke overlast door waterrecreatie is beperkt door bruggen in de hoofdvaarroute hoger te maken dan elders in het doorstroomgebied. Zo loopt de drukste vaarroute langs zo min mogelijk huizen en boerderijen. In het naastgelegen natuurontwikkelingsgebied mag niet gevaren worden. Dit gebied is van de Noordwaard gescheiden door een ballenlijn.

Verkeersborden

Zonering van recreatie door de recreatie-poort en recreatieknooppunt in de flanken

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

51

De Noordwaardweg, onderdeel van ‘Rondje Noordwaard’

Recreatiepoort Werkendam

52

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

Transformatorstation, gerealiseerd ontwerp

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

53

Kabels en leidingen10TransformatorstationHet grote transformatorstation in het zuidwesten van het gebied zet hoogspanning om in middenspanning. Werkendam wordt vanuit dit transformatorstation gevoed. Dit transformatorstation moet watervrij blijven. In het Inrichtingsplan is de kade rond het transformatorstation als een cirkel ontworpen. Hiermee is het verschil tussen de natuurlijke vormen van polders en kreken en de cultuurlijke vorm van een industrieel element in het gebied geaccentueerd. De kade rond het transformatorstation is vrijwel volgens het oorspronkelijke ontwerp gerealiseerd. Het buitentalud is iets steiler aangelegd. Hierdoor is ruimte gecreëerd om een tweede transformator te plaatsen.

TransformatorkastenVanwege de ontpoldering van de Noordwaard moesten nieuwe midden- en laagspanningsdistributienetwerken worden aangelegd en moesten de oude distributienetwerken worden verwijderd. Ook de distributienetwerken voor telefonie en water moesten grotendeels worden verwijderd en opnieuw aangelegd worden. Om de huizen in de Noordwaard aan te sluiten op het nieuwe elektriciteitsnetwerk zijn kleine transformatorkastjes nodig. Omdat de Noordwaard ook onder hoogwatercondities in gebruik is, en evacuatie onder die omstandigheden niet verplicht is, moesten de electriciteitskasten ten minste op MHW-hoogte geplaatst worden. Daarom zijn de kasten op de kades geplaatst. Waar de hoogte niet voldoende was, is extra hoogte gecreëerd met een extra terpje. Verder moesten de transformatorkastjes

in de buurt van de huisaansluitingen staan en ook onder hoogwateromstandigheden bereikbaar zijn met een servicewagen. De exacte locatie is afgestemd met Enexis (netbeheerder), Waterschap Rivierenland (als eigenaar van de kaden) en de bewoners.

De eisen van Enexis leidden bezien van uit ruimtelijke kwaliteit tot een suboptimale inpassing van deze kasten. Overwegingen ten aanzien van gebruik, leefbaarheid en veiligheid en niet ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit hebben tot de locatiekeuze van de kasten geleid. De trafokasten zijn in sobere kleuren uitgevoerd.

Aan de bovenstroomse zijde van de hoogspanningsmasten die in het doorstroomgebied staan zijn stalen palen geplaatst. Deze beschermen de masten tegen aanvaring van drijfvuil onder MHW omstandigheden te beschermen. De palen en de voeten van de masten zijn gecoat . Doel was om ze zwart te maken om, net als bij de gemalen, onderscheid tussen boven en beneden MHW te maken. Uiteindelijk hebben alleen de palen die kleur gekregen.

Inrichtingsvoorstellen voor de transformatorkasten Gerealiseerd ontwerp, op een verhoging tegen de dijk.

Inrichtingsplan tranformatorstation

Transformatorstation

54

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

DEEL 3

Omgeving Biesboschmuseum tijdens realisatie

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

55

Borging van de ruimtelijke kwaliteit na oplevering

56

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

57

Borging van de ruimtelijke kwaliteit na oplevering

De instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit is mede afhankelijk van het beheer van de Noordwaard. Na oplevering van de Noordwaard blijven vier beheerders actief in de Noordwaard:• Gemeente Werkendam beheert met name de wegen en brug-

gen;• Waterschap Rivierenland beheert de primaire kering met

griend, de hoge kades en de landbouwpoldergemalen in de hoogbekade polders;

• Rijkswaterstaat West Nederland-Zuid (RWS WNZ) beheert het doorstroomgebied, waaronder de laagbekade polders, gemalen en windwatermolentjes, de dijkbruggen en instroom-drempel;

• Bewoners beheren hun particuliere bezit.

De ruimtelijke kwaliteit in het gebied is planologisch verankerd in het Rijksinpassingsplan. In het Rijksinpassingsplan zijn geen verdere ruimtelijke ontwikkelingen toegestaan. Hiermee is geborgd dat de basisinrichting van de Noordwaard in stand blijft. Op enig moment (na 2016) zal de gemeente Werkendam een nieuw bestemmingsplan opstellen, waarbij het Inrichtingsplan zal worden opgenomen in het bestemmingsplan. Omdat het gebied buitendijks ligt en daarmee onder de Beleidslijn Grote Rivieren valt, zijn de mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen ook hierdoor beperkt.Het beheer van het gebied moet binnen deze verankering blijven.

De Combinatie Noordwaard stelt een beheersplan op dat de gemeente Werkendam en het Waterschap Rivierenland in hun lopende beheersplannen incorporeren. Particulieren zijn vrij om

hun terpen in te richten en te beheren. Zij moeten wel voldoen aan wet- en regelgeving.

De ruimtelijke kwaliteit zal binnen de planologische grenzen vooral versterkt worden door de natuurontwikkeling in met name het doorstroomgebied. Deze ontwikkeling moet nog op gang komen. De vegetatie mag in de winter niet hoger dan 30 cm zijn. Dit is cruciaal voor het behalen van de waterafvoer en is daarom vastgelegd in het Rijksinpassingsplan. In de zomer wordt naar een zo rijk mogelijke vegetatie gestreefd.

RWS WNZ weet echter nog niet hoe het doorstroomgebied

11

De vier beheerdoelstellingen in schema

Doorstroombaar Doelstelling 1

Doelstelling 4

Doelstelling 3Doelstelling 2

Doelstelling

NATUURRuimtelijke kwaliteit

Areaalgegevens

Economische activiteiten

Ruigte vs. glad (1 nov - 1 april)

Ontwikkeling van gebied (beheerplan

komende 5 jr.)

Landschappelijke inpassing

Uitdaging

Betrekken agrariërsen omgeving

58

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

zich precies gaat gedragen. Daarom staat natuurontwikkeling centraal in het beheer en onderhoud van het gebied. RWS WNZ heeft het beheer en onderhoud met een Best Value Procurement (BVP) contract op de markt gezet. Hierbij zijn de volgende vier doelstellingen geformuleerd:1. Er moet zo veel mogelijk zekerheid zijn dat het onderhoudsge-

bied doorstroombaar is.2. Waar mogelijk moet de ruimtelijke kwaliteit ten opzichte van

het Rijksinpassingsplan vergroot worden.3. Er moet een zo volledig mogelijk inzicht zijn in de toestand van

en het ontwikkelen van een onderhoudsvisie op het areaal.4. Waar mogelijk moet participatie van lokale economische par-

tijen in het onderhoudsgebied gestimuleerd worden.

Subcriteria waren, in willekeurige volgorde: 1. Risicodossier Opdrachtgever (kwaliteitscriterium) 2. Prestatieonderbouwing (kwaliteitscriterium) 3. Kansendossier (kwaliteitscriterium) 4. Doorgronding van het project door de sleutelfunctionarissen

(kwaliteitscriterium) 5. CO2 Ambitieniveau 6. Inschrijvingsprijs.

De taak van de opdrachtnemer wordt het meerjarig onderhouden en in stand houden van, monitoren van en informeren over (de toestand van) het areaal van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid in de Noordwaard. Ten aanzien van de kunstwerken (bruggen, gemalen ed.) is de taak het onderhouden van de technische installaties behorende bij de objecten, het onderhouden van geleidewerken en aanlegvoorzieningen behorende bij de objecten, het veilig en toegankelijk houden van de diverse objecten en het uitvoeren van overig vast onderhoud bij de objecten.

De opdrachtnemer moet door monitoren en kijken langzamerhand een beheersvisie op het gebied ontwikkelen. Hierbij moet de Demingcircle (PDCA) een aantal malen worden doorlopen.Het contract is voor een periode van drie jaar afgesloten, met de

optie het contract twee maal voor een jaar te verlengen.

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

59

60

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

DEEL 4PM foto over 1 of 2 bladen

Voormalige woonlocatie Boomgatweg 1

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

61

Conclusies

PM foto over 1 of 2 bladen

62

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

62

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

63

Refl ectie12Essentie van het ontwerp De Noordwaard is opgeleverd. Het gebied heeft een enorme metamorfose ondergaan. Er is een landschap aangelegd waarin water, bekade gebieden, wonen, landbouw en natuur een geïntegreerd geheel vormen. Het gebied kent diversiteit en contrasten en de aanwezige historische gelaagdheid van het landschap is geaccentueerd. Er is duidelijk zichtbaar gemaakt wat oude en nieuwe elementen zijn, waar nieuwe dijken en wegen zijn aangelegd, waar nieuwe kaden zijn aangelegd. De diagonale zichtlijn over het doorstroomgebied is gelijk aan de stroomrichting van het water. Het is een interessant gebied waarin geleefd en gerecreëerd kan worden, en waarin met verschillende inrichtingsmaatregelen verwezen wordt naar de geschiedenis van het gebied. Het gebied sluit weer aan op de Biesbosch, waar de Noordwaard zijn roots heeft liggen.

De primaire waterkering die oorspronkelijk rond de gehele Noordwaard lag, is dicht langs Fort Steurgat gelegd. Voor de waterkering is een innovatieve oplossing gekozen met een griend als onderdeel van de waterkering. Hierdoor kon de waterkering lager uitgevoerd worden dan bij een traditionele oplossing. Ook is een zeer fl auw binnentalud gerealiseerd. Door beide maatregelen is het fort minder opgesloten achter de kering en is de verbinding van het fort met het omringende land zo goed mogelijk in stand gehouden.

Diagonaal in de Noordwaard ligt het doorstroomgebied. Hierin is ruimte gecreëerd voor getijdendynamiek. Vanuit het zuidwesten stroomt bij vloed dagelijks water het gebied in via het herstelde

stelsel van kreken tot in het noordoosten van het gebied bij Fort Steurgat. Bij eb stroomt het water weer terug. In het doorstroomgebied liggen gorskreken. Deze geven over een groot oppervlak ruimte aan deze getijdendynamiek. Aan de randen van het doorstroomgebied zijn boskreken aangelegd. Deze zijn omzoomd door ooibos, waarbij de boomkruinen over het water gaan reiken en ‘tunnels’ ontstaan, die kenmerkend zijn voor de Biesbosch. De cultuur invloeden zijn vooral zichtbaar in de hoog bekade polders, die aan weerszijden van het doorstroomgebied liggen. Hierin staat de landbouw centraal. Door de realisatie van het doorstroomgebied wordt de vereiste waterstandsdaling behaald. Hiervoor moet de vegetatie in het doorstroomgebied in de winterperiode wel voldoende laag worden gehouden.

In de Noordwaard wordt gewoond en gewerkt. Zoals met de bewoners is afgesproken, kunnen zij in het gebied blijven wonen. Voor de landbouw is een duurzaam perspectief gerealiseerd. Door de realisatie van het Inrichtingsplan is de woonkwaliteit van het gebied verrijkt. De nieuwbouwterpen zijn unieke woonlocaties in het rivierengebied. Ook door de wijze waarop het buurtschap Kievitswaard is ingepast, door het verleggen van de doorgaande weg en de kreek achter de woningen, is kwaliteit toegevoegd de woonkwaliteit in het buurtschap. Er worden door de bewoners en agrariërs in het gebied ook kanttekeningen geplaatst bij de nieuwe inrichting van het gebied. Door de ranke, slanke kades zijn de bermen langs de wegen aanzienlijk smaller zijn dan in de oorspronkelijke situatie. Voor het weggebruik wordt dit als een minpunt gezien. Vanuit agrarisch perspectief heeft men

64

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

grote moeite met de onhandige overhoeken in de polders en de soms kromme kades die scheve percelen hebben opgeleverd. Deze zijn lastig te bewerken. Na een ruilverkaveling met mooie rechthoekige kavels wordt dit als een achteruitgang ervaren.

De Noordwaard is aantrekkelijk voor recreanten. In de Noordwaard kan de Biesbosch vanaf land én water worden beleefd. Om rust en ruimte in het gebied te waarborgen is de recreatie gezoneerd. Aan de randen van de Noordwaard zijn twee toegangspoorten tot het gebied gecreëerd: het recreatieknooppunt Spieringsluis in het westen, en de recreatiepoort Werkendam in het oosten. Hiervandaan kan gestruind, gefietst, en gevaren worden. De routes voeren niet dicht langs bebouwing. Het doorstroomgebied is recreatieluw. In het westen sluit de Noordwaard aan op het Natuurontwikkelingsgebied en de Hilpolders. Van daar uit is het mogelijk per pont over te steken naar de Kop van ’t Land, op het Eiland van Dordrecht.

Er is veel aandacht gegeven aan ecologie en de condities die natuurontwikkeling mogelijk moeten maken. Er is voldaan aan de boscompensatie, er zijn hoogwatervluchtplaatsen voor vee (en wild) aangelegd en er zijn diverse voorzieningen voor vleermuizen, mussen en gierzwaluwen gebouwd. In het beheer en onderhoud dat in de komende jaren wordt uitgevoerd staat de natuurontwikkeling centraal. Het beheer van het doorstroomgebied is door Rijkswaterstaat met een BVP (Best Value Procurement)-contract op de markt gezet. Bijzonder in dit contract is dat de vergroting van de ruimtelijke kwaliteit als één van de doelstellingen in het contract is opgenomen.

Cruciale onderdelenDe Noordwaard is vrijwel geheel conform het Inrichtingsplan ingericht. Hiermee is een belangrijke basis gelegd voor de behaalde ruimtelijke kwaliteit. De Opdrachtnemer heeft op dit vlak geen ontwerpvrijheid gekregen. De Opdrachtnemer heeft wel

vrijheid gekregen in het ontwerpen van de bruggen en gemalen. Hiervoor zijn tijdens de contracteringsfase door de verschillende gegadigden mooie ontwerpen gepresenteerd. Het belang van ruimtelijke kwaliteit heeft in de beoordeling van de aanbiedingen een belangrijke rol gespeeld: het was een van de vier kwalitatieve criteria die bepalend was voor de beoordeling van de economisch meest voordelige inschrijving.

De kunstwerken zijn door de gekozen Opdrachtnemer, de Combinatie Noordwaard, als een samenhangende familie vormgegeven met ingetogen ontwerpen, uitgevoerd in beton en staal. Hekwerken, trappen bij de gemalen, balustrades zijn uitgevoerd met een bronzen conservering. De landbouwpoldergemalen hebben een uitstraling gekregen die past bij de Noordwaard: een simpele, kloeke doos bekleed met metselwerk. Het dijkringgemaal sluit hier bij aan. De bruggen in de Bandijk verwijzen met hun vormgeving duidelijk naar het instromende water. De kreekbruggen in het doorstroomgebied zijn herkenbaar als getoogde bruggen.

Procedures Tijdens de uitvoering is veel aandacht besteed aan de realisatie van afzonderlijke elementen en objecten. De Opdrachtnemer heeft hiervoor in zijn aanbieding een duidelijk werkproces gepresenteerd waarmee de bedoelde ruimtelijke kwaliteit ook daadwerkelijk zou worden gerealiseerd. In de praktijk bleek het hebben van duidelijke procedures niet de garantie op het juiste resultaat. Dit is duidelijk geworden bij de escalatie die rond twee aanvankelijk geknikt gerealiseerde kreekbruggen plaatsvond.

Evaluatie van het doorlopen proces liet zien, dat architecten noch aan opdrachtnemerszijde, noch aan opdrachtgeverszijde op de juiste wijze betrokken waren. De samenwerking tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer is van cruciaal belang in het doorlopen van de afgesproken processen. Het creëren van ruimtelijke kwaliteit is ook mensenwerk. Na het doorvoeren van enkele personele wijzigingen is deze samenwerking verbeterd. Het

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

65

informele, niet contractuele proces is steeds beter gaan lopen. Deze samenwerking is weerspiegeld in de geslaagde aanpak van de bruggen: in kort bestek is een oplossing ontwikkeld en is een mooi resultaat met getoogde kreekbruggenbereikt.

Integrale afwegingenTijdens de uitvoering is duidelijk geworden dat het bij het realiseren van ruimtelijke kwaliteit zaak is steeds scherp te blijven. De technisch managers moeten doordrongen zijn van de ruimtelijke kwaliteitsaspecten van de ontwerpen. Het Q-team heeft hierbij geholpen door in het uitvoeringsbezoek en bij de opleveringsbezoeken te wijzen op verbeterpunten. Bij discussiepunten is ruimtelijke kwaliteit echter nooit het enige en doorslaggevende argument voor oplossingen geweest. Er is steeds een geïntegreerde afweging gemaakt tussen de gewenste kwaliteit, techniek, vergunningen, de al dan niet ingezette realisatie, financiën, etc.. Zo zou de aansluiting van de Bandijk op de hoger gelegen Bandijkbruggen mogelijk helemaal opgevuld zijn als dit issue uitsluitend op ruimtelijke kwaliteit was afgehandeld. Gezien de kosten is voor een deeloplossing gekozen, waarbij twee delen van de Bandijk wel zijn verhoogd, en de overige delen niet.

Tot slotIn de meeste gevallen is de keuze bij ontwerpvragen en ontwerpwijzigingen zo uitgevallen dat de ruimtelijke kwaliteit is versterkt. Een succes op dit vlak is bijvoorbeeld de plantrichting van het griend als onderdeel van de primaire kering. Er is voor gekozen het griend evenwijdig aan de dijk te planten. Het griend heeft dan het grootste golfremmende effect en de functie van het griend als onderdeel van de waterkering is zichtbaar. Het is bovendien een verwijzing naar de griendcultuur die van oudsher in de Biesbosch plaatsvond. Een ander geslaagd element is de samenhang van de gemalen en bruggen. Zij vormen met hun ingetogen vormgeving in beton en metselwerk, met vergelijkbare hekwerken met een bronzen conservering een duidelijke familie. Toch hebben met name de bruggen langdurige aandacht

gevergd. Twee aanvankelijk geknikt gerealiseerde kreekbruggen vroegen om escalatie en ingrepen in het ontwerpproces van de opdrachtnemer. De resterende kreekbruggen zijn getoogd aangelegd, zoals in het contract was afgesproken.Er zijn ook elementen die minder geslaagd zijn. Duidelijk in het oog springend zijn de transformatorkasten. Zeker in de nu nog nauwelijks begroeide Noordwaard vallen die duidelijk op. Geconstateerd is, dat issues rond kabels en leidingen in de planfase sterk onderschat zijn. Ook de locatie van de hevel bij het poldergemaal over de primaire kering is niet optimaal. Tot slot is het beheer en onderhoud onvoldoende meegenomen in het ontwerp van de polders: de overhoekjes in het ontwerp zullen in de toekomst extra inspanning vergen.

Een deel van de discussies over de realisatie van het project en de ruimtelijke kwaliteit had voorkomen kunnen worden wanneer kort na de gunning het hele project door opdrachtgever en opdrachtnemer samen doorgesproken was. Hiermee hadden ongetwijfeld enkele minder geslaagde elementen beter ontworpen kunnen worden. Desalniettemin is er een resultaat bereikt dat er wezen mag: de Noordwaard is een geslaagd project, waarin een hoge mate van ruimtelijke kwaliteit is gerealiseerd.

66

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T

BRONNEN• Eindoordeel van het Q-team Ruimte voor de Rivier over het Project voorstel SNIP3 van de PKB-maatregel Ontpoldering Noordwaard,

26-11-2009

• Inrichtingsplan Ontpoldering Noordwaard, 11-10-2010, geactualiseerde versie in 2014.

• Scopeformulier Ontpoldering Noordwaard, 21-1-2010

• Ambitiedocument Ontpoldering Noordwaard, 30-6-2010

• Architectonisch Ontwerp Combinatie Noordwaard, 2010

• Plan van Aanpak Ruimtelijke kwaliteit Combinatie Noordwaard, 2010

• Ontwerptekening primaire kering, 2010

• Diverse presentaties over de innovatieve golfremmende primaire kering bij Fort Steurgat

• Verslag van het uitvoeringsbezoek van het Q-team Ruimte voor de Rivier aan het project ‘Ontpoldering Noordwaard’, 19-11-2013

• Diverse mails van en naar de technisch manager van de projectorganisatie Ontpoldering Noordwaard

AFBEELDINGEN• Bureau de Ruimte: pagina 62• Carl Bossier Architect: pagina 33 (onder)• Combinatie Noordwaard: pagina 34 links• IPV Delft en West 8: pagina’s 30 linksboven, 32 (boven, en 34 (onder)• Robbert de Koning landschapsarchitect BNT: pagina’s 8, 12, 18,19, 22, 26,27 (4x), 28, 29 (3x), 30 (rechterkolom 4x), 31 (5x), 32 (links en

onder), 33 (boven), 35 (5x), 36, 37 (2x), 38 (3x), 39 (2x) 40, 41 (5x), 43, (onder), 44, 45 (2x), 46 (4x), 47 (onder), 48, 49, 50 (2x), 51 (2x), 53 (links, boven, onder), 56 en 57

• Rijkswaterstaat: voorblad en pagina’s 6, 10/11, 16, 17, 24/25, 42 (2x), 43 (boven), 47 (boven), 52, 53 (midden), 54/55 en 60

O N T P O L D E R I N G N O O R D W A A R D

67

COLOFON

De Verantwoording ruimtelijke kwaliteit Ontpoldering Noordwaard is een uitgave van Rijkswaterstaat, Projectbureau Ontpoldering Noordwaard Documentnummer RR01.077730 Oktober 2015

68

V E R A N T W O O R D I N G S R A P P O R T A G E R U I M T E L I J K E K W A L I T E I T