veiligheids & referentie handleiding duikcomputer

2

DEZE HANDLEIDING

De bedoeling van deze handleiding is informatie te verenigen van de verschillende modellen van de Oceanic-duikcomputers.

U bent verplicht deze handleiding te lezen en te begrijpen alsmede de BEDIENINGSHANDLEIDING voor uw speci-fiek model duikcomputer voordat u met de unit gaat duiken.

OPMERKING: In het geval dat informatie in de BEDIENINGSHANDLEIDING afwijkt van de informatie in dezeVeiligheids- en Refentiehandleiding, moet u zich houden aan de documentatie van de BEDIENINGS-HANDLEIDING.

Als u deze handleiding leest, zal het u opvallen dat de paginakoppen weergeven of de informatie op die paginaVeiligheids- of Referentiemateriaal is. Waarschuwingen en Veiligheidsaanbevelingen zijn omlijnd met een gestip-peld kader, zoals op deze pagina.

Copyright kennisgeving

Deze handleiding is onderhavig aan copyright, alle rechten zijn gereserveerd. Geen enkele informatie uit dezehandleiding mag gekopieerd, gefotokopieerd, gereproduceerd, vertaald of verkort worden tot een elektronischmedium of een door machines leesbare vorm, zonder vooraf schriftelijke toestemming gekregen te hebben vanOceanic / 2002 Design.

Oceanic duikcomputer Veiligheids- en ReferentiehandleidingDoc. No. 12-2262

© 2002 Design 20002002 Davis Street

San Leandro. Ca. USA 94577Tel: 510/569-3100

Vertaling: Aspiration, Nijmegen

INHOUD

COPYRIGHTOPMERKING................................................................................................................................................................2DEZE HANDLEIDING.........................................................................................................................................................................2SYMBOLEN.........................................................................................................................................................................................4INLEIDING............................................................................................................................................................................................5DECOMPRESSIEMODEL..................................................................................................................................................................7OPSPOREN VAN MEERDERE WEEFSELS..................................................................................................................................7HOOGTEDUIKEN...............................................................................................................................................................................9WEEFSELVERZADIGINGSDIAGRAM™........................................................................................................................................9NIET-DECOMPRESSIELIMIETEN.................................................................................................................................................11ZUURSTOFBLOOTSTELLINGSLIMIETEN.................................................................................................................................11RESTERENDE DUIKTIJD...............................................................................................................................................................13

Niet-decompressie resterende duiktijd.....................................................................................................................................13Zuurstofopbouw resterende tijd.................................................................................................................................................15Resterende tijd ademgas..........................................................................................................................................................17

OPSTIJGEN NAAR DE OPPERVLAKTE.......................................................................................................................................21Variabele opstijgsnelheidsindicator™.....................................................................................................................................21

DECOMPRESSIE..............................................................................................................................................................................23Decompressiestops beheren....................................................................................................................................................23

OVERTREDINGSMODI....................................................................................................................................................................25Conditionele overtredingsmodus..............................................................................................................................................26Verlate overtredingsmodus.......................................................................................................................................................27Onmiddellijke overtredingsmodus.............................................................................................................................................27Meetmodus.................................................................................................................................................................................27Permanente overtreding............................................................................................................................................................27

ONVOORZIEN UITVAL VAN WEERGAVE...................................................................................................................................28VLIEGEN NA DUIKEN......................................................................................................................................................................28ONDERHOUD EN SERVICE...........................................................................................................................................................31

Werktemperatuur........................................................................................................................................................................31Schoonmaken.............................................................................................................................................................................31Jaarlijkse inspecties..................................................................................................................................................................32Service krijgen...........................................................................................................................................................................32

WOORDENLIJST.............................................................................................................................................................................33

3

SYMBOLENSymbolen die in deze handleiding en in de bedieningshandleidingen van de duikcomputers gebruikt worden om uw aandacht tevestigen op informatie met verschillend belangrijkheidniveau, zijn:

OPMERKING: geeft belangrijke informatie weer.

VOORZICHTIG: Geeft instanties weer die kunnen resulteren in schade aan de duikcomputer indien niet juist gehandeld wordt.

WAARSCHUWING: Benadrukt omstandigheden en procedures die kunnen resulteren in ernstige verwon dingen of dood indien niet gecorrigeerd of onjuist opgevolgd.

OPMERKING: informatie in deze handleiding met betrekking tot nitrox en zuurstofeigenschappen is alleen van toepassing indien u een duikcomputer gebruikt die specifiek ingesteld is voor duiken waarbij u nitrox als ademgas gebruikt.

__________________________________________________________________________

In deze handleiding en de bedieningshandleidingen, wordt de term ‘ademgas’ gebruikt. De reden hiervoor is dat de meesteOceanic-duikcomputers gebruikt kunnen worden voor ‘lucht’-duiken of ‘nitrox’-duiken. Voor de duidelijkheid worden deze termengedefinieerd als:Ademgas: de gasmix die tijdens een duik ingeademd wordt.Lucht: een ademgas dat ongeveer 21% zuurstof en 79 % stikstof bevat (natuurlijk voorkomende stikstof-zuurstofmix)

Nitrox: een stikstof-zuurstof ademgas dat een hogere fractie zuurstof bevat dan lucht (22 tot 50% O2).

4

REFERENTIE

REFERENCE

5

INLEIDING

Welkom bij Oceanic en dank u voor het kiezen van een van de beste duikcomputers ter wereld!

Oceanic-duikcomputers hebben een breed spectrum aan functies en eigenschappen die in detail inde bedieningshandleiding beschreven worden van het specifieke model dat u hebt.

Het is uitermate belangrijk dat u de bedieningshandleiding in zijn geheel leest en begrijpt,voordat u probeert uw nieuwe Oceanic-duikcomputer te gebruiken.

Iedere numerieke en grafische weergave geeft een uniek stukje informatie. U bent verplicht deformaten, bereiken en waarden van deze weergave-informatie te begrijpen om ieder mogelijk misver-stand dat tot fouten kan leiden, te voorkomen.

Als u onder water bent, kunt u zich snel concentreren op de diagrammen om er zeker van te zijn datdeze zich in het groen bevinden. U kunt snel verifiëren of u niet te dicht bij de niet-decompressielimiet komt of de limiet voor zuurstofblootstelling (cumulatief) of dat u te snel opstijgt.

Denk eraan dat technologie geen vervanging is van gezond verstand en een duikcomputer de ge-bruiker alleen voorziet van gegevens en niet de kennis om deze te gebruiken. Denk er ook aan datde duikcomputer niet de feitelijke samenstelling van uw lichaamsweefsels en bloed meet en test.

6

SAFETY

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN voor het BEDOELDE GEBRUIK.

• Oceanic-duikcomputers zijn bedoeld voor gebruik door sportduikers die met succes eenerkende cursus in persluchtduiken hebben afgerond en de kennis hebben van de potentiëlerisico’s en gevaren van het duiken met perslucht.• Zuurstoffuncties zijn bedoeld voor gebruik door duikers die met succes een erkendecursus hebben afgerond in het duiken met verrijkte stikstof-zuurstof (nitrox) mengsels en diekennis hebben van de potentiële risico’s en gevaren van het duiken met nitrox.• Oceanic-duikcomputers zijn NIET bedoeld voor gebruik door militaire en/of commerciëleduikers.• Oceanic-duikcomputers moeten NIET gebruikt worden voor enige vorm van competitie-of herhalingsduiken in de vorm van een vierkante golfprofiel, aangezien de computers uit-sluitend bedoeld zijn voor recreatief gebruik en multi-levelduiken.• Net als met alle onder water uitrusting, kan onjuist gebruik of misbruik van Oceanic-duikcomputers ernstig letsel of dood tot gevolg hebben.• Indien u niet volledig begrijpt hoe u de duikcomputer moet gebruiken of u hebt vragen,dan moet u hulp vragen bij uw geautoriseerde Oceanic-dealer, voordat u gaat duiken.

REFERENCE

7

DECOMPRESSIEMODELHet decompressiemodel dat een Oceanic-duikcomputer gebruikt, is gebaseerd op de niet-decompressie multilevel herhalingsduikschema’s die met succes door Dr. Ray Rogers en Dr.Michael Powell getest zijn. Deze testen omvatten geen herhalingsduiken dieper dan 27 meter (90voet) of decompressieduiken.

Aangezien er op dit moment geen statische gegevens beschikbaar zijn, zijn dedecompressievoorspellingen voor Oceanic-duikcomputer gebaseerd op de U.S. Navy-theorie.Daarom moet u extra aandacht schenken aan de Waarschuwingen en Veiligheidsaanbevelingen die uin deze handleiding geboden worden.

De programma’s in een Oceanic-duikcomputer simuleren de opname van stikstof in het lichaam metbehulp van een wiskundig model. Dit model is alleen een manier om een beperkte set gegevens toete passen op een grote hoeveelheid ervaringen. Het duikcomputermodel is gebaseerd op het laatsteonderzoek en experimenten in decompressietheorie. Echter door het gebruik van een Oceanic-duikcomputer, net als door het gebruiken van de U.S. Navy (of andere)decompressietabellen, hebt u geen garantie dat u decompressieziekte voorkomt.

De fysiologie van iedere duiker is anders en kan zelfs variëren van dag tot dag. Er is geen machinedie kan voorspellen hoe uw lichaam zal reageren op een bepaald duikprofiel.

OPSPORING VAN MEERDERE WEEFSELSEen Oceanic-duikcomputer controleert twaalf weefselcompartimenten met halftijden, variërend van5 tot 480 minuten. Het weefselverzadigingsdiagram (stikstof) geeft altijd het bepalende weefsel weerdat op dat moment het enige belangrijke is.

(wordt vervolgd op pagina 9)

8

SAFETY

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN met betrekking tot HOOGTE.

• Duiken op grote hoogten vereist speciale kennis over de variaties die aan duikers, aanhun activiteiten en hun uitrusting opgelegd worden door de afname van atmosferische druk.Oceanic raadt u aan een gespecialiseerde hoogtetrainingscursus te volgen bij een erkendtrainingscentrum voordat u gaat duiken in meren of rivieren die op grote hoogte liggen.• Hoogtecompensatie door de computer wordt geboden als de duikcomputer handmatiggeactiveerd wordt. GA NIET DUIKEN op een andere hoogte, totdat de eenheid uitgeschakeldwordt. De eenheid zal zichzelf automatisch kalibreren als hij opnieuw geactiveerd wordt op denieuwe hoogte.• Als u terugkeert naar lagere hoogten, moet u geen duiken uitvoeren, voordat de duik-computer automatisch iedere resterende stikstof- en zuurstoflading uitgewassen heeft enopnieuw ingesteld is om te functioneren op de nieuwe hoogte.• Totdat de eenheid zichzelf heeft uitgeschakeld, moet u de computer niet gebruiken opeen andere hoogte dan de hoogte waarop hij werd geactiveerd. Indien u dit wel doet, resulteertdat in een fout die gelijk is aan het verschil in barometrische druk en mogelijk ook in eenfoutieve duikmodus met foutieve gegevens.• Het is uitermate belangrijk dat u de bedieningshandleiding volledig leest en begrijpt,

voordat u probeert te duiken met uw Oceanic-duikcomputer.

REFERENCE

9

Zie het weefselverzadigingsdiagram (stikstof) als twaalf aparte transparante weergaven die bovenop elkaar gelegd zijn. Het weefselcompartiment dat het snelst verzadigd is, is het enige dat de kijkervanaf de bovenkant kan zien.

Op ieder willekeurig moment kan het ene weefselcompartiment stikstof opnemen, terwijl een anderdat eerder hoger gelegen was al stikstof aan het uitwassen is. Deze eigenschap van hetdecompressiemodel is de basis van multilevelduiken, een van de belangrijkste bijdragendie een Oceanic-duikcomputer u biedt.

HOOGTEDUIKENHet wiskundige model in een Oceanic-duikcomputer houdt rekening met de afgenomen niet-decompressieduiktijd die beschikbaar is op grotere hoogten op basis van NOAA (National Oceanicand Atmospheric Administration) richtlijnen. Als u in meren of rivieren duikt op hoogten van 610 tot4.268 meter (2.000 tot 14.000 voet), zal de computer zich automatisch aanpassen (nadat hij hand-matig geactiveerd is) de juiste diepte weergeven en de gereduceerde tijden voor niet-decompressieen zuurstofblootstelling. Bovendien als de computer handmatig geactiveerd wordt boven 610 meter(2.000 voet) wijzigt de dieptekalibratie automatisch van voet zout water naar voet zoet water in over-eenstemming met de lagere dichtheid van zoet water.

WEEFSELVERZADIGINGSDIAGRAM™Het weefselverzadigingsdiagram (stikstof) biedt u een gemakkelijke manier om voortdurend in degaten te houden hoe dicht u bij de niet-decompressielimiet zit. Als u uw duikcomputer gaat gebruikenen bekend raakt met het weefselverzadigingsdiagram, zult u merken dat er minder segmenten weer-gegeven worden voor korte duiktijden en ondiepere diepten. Gebruik deze eigenschap om het con-servatisme aan te passen voor uw duikeisen.

(wordt vervolgd op pagina 11)

1 0

SAFETY

NIET-DECOMPRESSIELIMIETE

Diepte Oceanic U.S.Navyvoet (meter) NDL-min NDL-min

30 (9) 262 - - -35 - - - 31040 (12) 137 20050 (15) 80 10060 (18) 57 6070 (21) 40 5080 (24) 31 4090 (27) 24 30100 (30) 19 25110 (33) 16 20120 (36) 13 15130 (39) 10 10140 (42) 9 10150 (45) 8 5160 (48) 7 5170 (51) 6 (best. Modelle) 5180 (54) 5 (best. Modelle) 5190 (57) 4 (best. Modelle) 5

Maximale Einwirkungszeit

PO2 (ATA)

0,60 0,70 0,80 0,90 1,00 1,10 1,20 1,30 1,40 1,50 1,60

per duik (Min.)

720 570 450 360 300 240 210 180 150 120 45

per 24hr (Min.)

720 570 450 360 300 270 240 210 180 180 150

SAUERSTOFFTOLERANZ-GRENZEN

(nur bei Nitrox- Modellen)

REFERENCE

1 1

Gebruik de gele veiligheidszone (C.Z.) als visuele referentie om een bredere marge vanbescherming te plaatsen tussen u en de niet-decompressielimiet.

Oceanic stelt voor dat het weefselverzadigingsdiagram in de groene zone moet zijn als u het waterverlaat.

NIET-DECOMPRESSIELIMIETENVoor de meeste diepten biedt een Oceanic-duikcomputer iets kortere niet-decompressietijden dan deU.S. Navy-tabellen. Terwijl de niet-decompressielimieten echter korter kunnen zijn, krijgt u langertoegestane duiktijden als u uw voordeel doet met de multilevel duikmogelijkheden die de Oceanic-duikcomputer u biedt.

Kijk in de tabel op pagina 10 voor een vergelijking tussen de niet-decompressielimieten van Oceanicen de U.S. Navy voor een ‘schone duik’ (geen resterend stikstof in het systeem van eerder dui-ken). Let erop dat de NDL’s van Oceanic niet verder gaan dan 48 meter (160 voet) of 57 meter (190voet): de limiet waarnaar de preduik planningsreeks zal bladeren.

ZUURSTOFBLOOTSTELLINGSLIMIETENVoorspellingen voor blootstellinglimieten en zuurstofberekeningen voor Oceanic-nitroxduikcomputerzijn gebaseerd op een maximale blootstellingduur die gepubliceerd is door de National Oceanic andAtmospheric Administration in het NOAA Dive Manual van oktober 1991. Kijk in de tabel op pagina10.

WAARSCHUWING: Het is uitermate belangrijk dat u de bedieningshandleiding volle

dig leest en begrijpt, voordat u probeert te duiken met uw Oceanic-duikcomputer.

1 2

SAFETY

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN met betrekking tot FUNCT IONEREN VAN DE EENHEID

• De meeste Oceanic-duikcomputers moeten handmatig geactiveerd worden en in eenoperationele modus zijn voordat u aan een duik begint. Ze zullen niet automatisch geacti-veerd worden bij onderdompeling in water. Sommige modellen hebben een automatischenatte contactactivering als backup-functie. Zorg ervoor dat u de bedieningshandleiding vanuw specifieke duikcomputer gelezen hebt en begrijpt, voordat u ermee gaat duiken.• Indien een Oceanic-duikcomputer geactiveerd wordt op hoogten boven de 4.268 meter(14.000 voet), zal er een diagnostische controle uitgevoerd worden, gevolgd door een on-middellijke uitschakeling.• De modellen die geen backup-functie hebben voor de natte contacten schakelen ook uitindien ze onder water geactiveerd worden dieper dan 1 meter (4 voet).• Indien, tijdens de activering en de diagnostische controles, er enige weergaven of func-ties zijn die afwijken van de informatie die u in de bedieningshandleiding vindt, retourneerde eenheid dan bij een geautoriseerde Oceanic-dealer voor inspectie.• Indien er aangegeven wordt dat het batterijniveau laag is, is het de strengste aanbeve-ling van Oceanic dat u NIET DUIKT totdat de batterij vervangen is.• Voordat u een nitrox-duik maakt, moet u het FO2-instelpunt van de duikcomputer con-

REFERENCE

1 3

RESTERENDE DUIKTIJDEen van de belangrijkste informatiedelen die u op Oceanic-duikcomputers krijgt, is de ‘numeriekeweergave van de Resterende Duiktijd’. De duikcomputer houdt voortdurend de niet-decompressiestatus en de zuurstofblootstelling in de gaten. Geïntegreerde modellen controleren ookde snelheid van de consumptie van het ademgas.

De weergave Resterende duiktijd* geeft de tijd aan die het meest kritiek voor u is op dat bepaaldemoment (d.w.z. de tijd die het dichtst bij de limiet zit). De specifieke tijd die weergegeven wordt,herkent u aan het pictogram van de niet-decompressie duiktijd of het O2-tijdpictogram of hetpictogram van de Resterende ademgastijd.

(*Deze unieke eigenschap heeft een U.S.-patentnr. 4,586,136.)

Resterende niet-decompressie duiktijdDe resterende niet-decompressie duiktijd is de maximale tijd die u op de huidige diepte kunt blijven,voordat u in een decompressiesituatie belandt. Hij wordt berekend op basis van de hoeveelheidstikstof die opgenomen is door de hypothetische weefselcompartimenten (10 of 12, afhankelijk vanhet specifieke duikcomputermodel). De snelheden waarmee ieder van deze compartimenten stikstofopneemt en uitwast is opgenomen in een wiskundig model en vergeleken met een maximum toelaat-baar stikstofniveau. Welke het dichts bij zijn maximale niveau is, is het bepalende compartimentvoor die diepte. De resulterende waarde wordt numeriek weergegeven samen met het pictogramvoor de niet-decompressieduik en grafisch als het weefselverzadigingsdiagram.

Als u opstijgt van een duik op diepte die de niet-decompressielimiet genaderd is, zal het weefsel-verzadigingsdiagram korter worden als de bepalende factor overgaat naar een langzamer comparti-ment.

(wordt vervolgd op pagina 15)

1 4

SAFETY

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN met betrekking tot de DUIKPLANNING.

•De preduik planningsreeks biedt voorspelde tijden voor opeenvolgende duiken. Er kanin feite minder tijd over zijn dan aangegeven wordt, vanwege de hoeveelheid adem-gas en consumptie of de zuurstofopbouw.

•Oceanic adviseert u ten strengste dat u de preduik planningsreeks bekijkt voor iedereduik om u te helpen bij het plannen van uw duik zoals vereist is om te voorkomendat u de limieten voor niet-decompressie of zuurstofblootstelling overschrijdt. Dit iszeker belangrijk voor herhalingsduiken als de preduik planningsreeks de aangepasteniet-decompressieduiktijden zal aangeven die beschikbaar zijn voor uw volgendeduik, gebaseerd op iedere reststikstof of zuurstofopbouw (de meest bepalende fac-tor) van uw laatste duik en uw oppervlakte-interval.

•Wilt u het risico van blootstelling aan decompressieziekte, zuurstofvergiftiging en deeffecten van te snelle opstijgsnelheden verminderen, dan moet u alle grafische dia-grammen in de groene zone houden tijdens de hele duik van al uw duiken.

•Deel of ruil een duikcomputer nooit met een andere duiker. Gebruik ook nooit een an-dere duikcomputer voor een herhalingsduik.

•Het is uitermate belangrijk dat u de volledige bedieningshandleiding gelezen en begre-pen hebt, voordat u probeert te duiken met uw Oceanic-duikcomputer.

REFERENCE

1 5

Dit is een eigenschap van het decompressiemodel dat de basis is voor multilevelduiken, een van debelangrijkste voordelen die Oceanic-duikcomputers u bieden.

Het niet-decompressie algoritme is gebaseerd op de theorie van Haldane die maximaal toegestanestikstofniveaus gebruikt die door Merrill Spencer ontwikkeld zijn. De controle over herhalingsduikenis gebaseerd op experimenten die in 1987 ontworpen en uitgevoerd werden door Dr. Ray Rogers enDr. Michael Powell. Duikwetenschap en technologie (DSAT©), een zakenpartner van PADI©, gaf op-dracht tot deze experimenten.

Resterende zuurstofopbouwtijd(alleen bij nitrox duikcomputers)

Zuurstofopbouw (blootstelling) tijdens een duik of een 24-uurspreriode, verschijnt grafisch als hetZuurstofopbouw diagram (O2). Als de resterende tijd voor het bereiken van de zuurstofblootstellings-limiet minder wordt, worden er segmenten aan het O2-diagram toegevoegd.

Als de resterende tijd voor het bereiken van de zuurstoflimiet minder wordt dan de resterende niet-decompressieduiktijd, en/of de resterende ademgastijd, worden de berekeningen voor die dieptebepaald door zuurstof. De resterende zuurstoftijd verschijnt dan als de belangrijkste numerieke tijds-weergave, die aangegeven wordt door het O2-tijdspictogram dat in de weergave verschijnt.

Als de zuurstofopbouw groter blijft worden, gaat het O2-diagram de gele zone binnen.

(wordt vervolgd op pagina 17)

1 6

SAFETY

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN met betrekking tot de ZUURSTOFOPBOUW.

•De maximale limieten voor blootstelling aan zuurstof moeten niet overschreden wordenen de gevolgen van zuurstofvergiftiging van het CZS (Centraal zenuwstelsel) kunnenernstig zijn en eindigen in Grand Mal-spasmen en verdrinking.

•Het uitvoeren van herhalingsduiken met verrijkte stikstof-zuurstofmengsels (nitrox) kanleiden tot zuurstofopbouw, verhoogde zuurstofverzadiging en het risico vanpulmonaire zuurstofvergiftiging.

• Indien u de maximaal per duik toegestane zuurstofblootstellingslimiet overschrijdt, ishet aan te bevelen dat u een oppervlakte-interval van ten minste 2 uur aanhoudt,voordat u weer het water ingaat.

• Indien u de maximaal toegestane zuurstofblootstellingslimiet per 24 uur overschrijdt, ishet aan te bevelen dat u ten minste 24 uur aan de oppervlakte blijft, voordat u weer tewater gaat.

•Wanneer u het O2-diagram de rode zone laat binnengaan (Gevaar), verhoogt u het risicoop CZS-zuurstofvergiftiging en kan dat resulteren in ernstige verwondingen of dedood.

•Het moet niet in overweging genomen worden dat de mogelijkheden die in een Oceanic- duikcomputer zijn ingebouwd, enige vorm van toestemming suggereren van Oceanic aan individuen om de gedefinieerde limieten te overschrijden van sport duikprofielen, zoals door alle internationaal erkende trainingscentra overeengeko men is.

REFERENCE

1 7

Resterende luchttijd(slechts bij het geintegreerde model duikcomputers)

De resterende luchttijd is de tijd die u op de huidige diepte kunt blijven, terwijl u nog steeds kuntopstijgen met de reservedruk in uw luchtfles (einde gasalarm instelpunt) die u ingesteld hebt tijdensde set-up.

De resterende luchttijd wordt berekend met een gepatenteerd algoritme dat gebaseerd is op de snel-heid van de individuele ademgasconsumptie van de gebruiker en de diepte. Flesdruk wordt een keerper seconde gemeten en een gemiddelde consumptiesnelheid wordt over een periode van 9 secon-den berekend. Deze consumptiesnelheid wordt dan gebruikt samen met de kennis van de diepte-afhankelijkheid om te voorspellen hoeveel ademgas nodig is voor een veilige opstijging inclusief allevereiste decompressiestops.

Resterende luchttijd fluctueert tijdens de hele duik, en vermindert als u dieper duikt en zwaarderademt, maar verhoogt weer als u opstijgt naar mindere diepten of rustiger gaat ademen.

Luchtconsumptie en diepte worden voortdurend in de gaten gehouden en resterende ademgastijdgeeft iedere wijziging in uw omstandigheden aan, zoals wanneer een buddy van uw octopus begint teademen of als u tegen een sterke stroom in zwemt en sneller begint te ademen. De duikcomputerherkent deze verandering en past de resterende ademgastijd dientengevolge aan.

Resterende luchttijd verschijnt als een numerieke resterende duiktijd weergave als het minder is dande resterende niet-decompressietijd en de resterende zuurstofopbouwtijd.

(wordt vervolgd op pagina 19)

1 8

SAFETY

VERANTWOORDELIJK DUIKEN MET COMPUTER

•Plan altijd iedere duik•Beperk uw duik altijd tot het niveau van uw training en ervaring•Maak uw diepste duik altijd eerst•Maak het diepste gedeelte van iedere duik altijd eerst•Controleer uw duikcomputer vaak tijdens het duiken•Houd een veiligheidsstop op iedere duik•Houd een afdoend oppervlakte-interval tussen iedere duik•Houd een afdoend oppervlakte-interval tussen ieder dag dat u duikt (12 uur totdat uw

computer weer ‘schoon’ is

DE CODE VAN DE VERANTWOORDELIJKE DUIKER•Als verantwoordelijk duiker begrijp ik de risico’s die ik kan tegenkomen tijdens het dui-

ken en accepteer ik die.

VERANTWOORDELIJK DUIKEN BEGINT MET•Duiken binnen de limieten van mijn kunnen en training.•De condities evalueren voor ieder duik en ervoor zorgen dat ze aan mijn persoonlijke

mogelijkheden voldoen,•Bekend zijn met mijn uitrusting en deze controleren voor en tijdens iedere duik.•Het niveau van mijn buddy en dat van mezelf kennen.

De verantwoordelijkheid accepteren voor mijn eigen veiligheid op ieder duik.

REFERENCE

1 9

Op bepaalde modellen worden er tijden van 60 minuten of minder weergegeven als het resterendeluchttijddiagram, ongeacht welke tijd weergegeven wordt als de numerieke resterende duiktijd.

Als de resterende luchttijd afneemt tot 5 minuten, zullen de cijfers van de flesdruk knipperen enklinkt er een hoorbaar alarm (behalve wanneer dit ingesteld is op OFF). Dit betekent dat er slechts 5minuten over zijn, voordat de voorraad ademgas tot een minimaal niveau gereduceerd is dat nodigis om de benodigde decompressiestops te houden en nog en reserve flesdruk te hebben bij hetboven komen.

Als de resterende luchttijd afneemt tot nul minuten, dan zal het hoorbare alarm opnieuw klinken,waarmee aangegeven wordt dat een onmiddellijke, veilige opstijging nodig is tot aan uw eerstedecompressiestop.

Er is geen reden tot paniek. De duikcomputer heeft rekening gehouden met het ademgas dat u ge-bruikt tijdens de veilige gecontroleerde opstijging en tijdens de decompressiestops en dan zult u noggenoeg reserve flesdruk hebben voor aan de oppervlakte.

De resterende duiktijd wordt niet numeriek weergegeven in de decompressiemodus (de niet-decompressietijd is nul en bepalend). Het diagram zal de enige indicatie van de resterende luchttijdzijn.

2 0

SAFETY

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN met betrekking tot EXTREMEN.

•Er is speciale training, uitrusting en ondersteuning nodig voor het dieper duiken dande maximaal aanbevolen dieptelimiet voor sportduiken. De meeste duikinstructie-autoriteiten zijn het erover eens dat dit 39 meter (130 voet) is.

•Decompressieduiken of dieper dan 39 meter (130 voet) duiken zal het risico opdecompressieziekte enorm verhogen.

•Decompressieduiken is gevaarlijk en verhoogt het risico op decompressieziekte enorm,zelfs als de duik uitgevoerd wordt volgens de berekeningen van de computer.

•Als u een duikcomputer gebruikt of de U.S. Navy-tabel of een andere niet-decompressietabel, dan is dat geen garantie dat u geen decompressieziekte krijgt!

•Het is uitermate belangrijk dat u de volledige bedieningshandleiding gelezen en begre

pen hebt, voordat u probeert te duiken met uw Oceanic-duikcomputer.

REFERENCE

2 1

OPSTIJGEN NAAR DE OPPERVLAKTETijdens het opstijgen naar ondiepere diepten, zullen de segmenten die het weefselverzadigings-diagram hebben gevuld, afnemen, waarmee een grafische representatie geboden wordt voor uwmultilevel duikmogelijkheden. Door het ‘terugtrekken’ op het diagram (minder segmenten) kunt u eenpersoonlijk niveau van conservatisme aanhouden en een veiligheidsmarge.

Indien u de decompressiemodus bent binnengegaan, moet u niet alleen uw opstijging voltooien,totdat het weefselverzadigingsdiagram zich ten minste binnen de gele zone bevindt. U moet ookiedere mogelijke moeite doen om al uw opstijgingen binnen de groene zone van uw weefsel-verzadigingsdiagram te voltooien.

Indien u niet de decompressiemodus bent binnengetreden, is het ten zeerste aanbevolen dat u eenveiligheidsstop houdt tussen de 5-6,5 meter (15-20 voet) als een standaard procedure, voordat u uwopstijging voltooit.

Terwijl er geen garantie te geven is over het voorkomen van decompressieziekte, kunt u wel uwpersoonlijke veiligheidszone kiezen op basis van uw eigen leeftijd, conditie, overgewicht, training,ervaring, enz. om het statistische risico te verminderen.

Variabele opstijgsnelheidsindicator™De variabele opstijgsnelheidsindicator (diagram) toont hoe snel u opstijgt. Als u de maximaal toege-stane opstijgsnelheid overschrijdt voor die diepte waarop u zich bevindt, zal het diagram de rodezone (Te snel) binnengaan. U zult erop gewezen worden doordat alle segmenten van het diagramknipperen wat stopt als uw opstijgsnelheid weer langzamer wordt.

(wordt vervolgd op pagina 23)

2 2

SAFETY

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN met betrekking tot DECOMPRESSIE.

•Er zijn weinig legitieme smoesjes voor het maken van een ongeplandedecompressieduik en de gevolgen van dit soort type duiken kunnen ernstig zijn.Wanneer u een ongeplande decompressieduik maakt, zonder de nodige voorberei-ding en training, plaatst u uzelf in een onnodig gevaarlijke situatie.

•Houd een oppervlakte-interval van ten minste 24 uur aan, voordat u opnieuw het wateringaat, in het geval dat een duik een nooddecompressie nodig maakt.

•Wanneer u de decompressietijd ingaat, krijgt u automatisch een bovengrens boven u,waar u niet onmiddellijk van kunt opstijgen, wat inhoudt dat u geen vrije, recht-streekse opstijging naar de oppervlakte kunt maken.

•Bestaande gegevens voor het maken van geplande decompressieduiken zijn uitermatebeperkt en bijna niet-bestaand voor herhalings-decompressieduiken.Decompressieduiken vergroot het risico op decompressieziekte enorm.

•Wanneer u het water verlaat terwijl de Weefselverzadigingsgrafiek zich in de rodedecompressiezone bevindt, is het risico van decompressieziekte enorm gestegen enkan dit ernstige verwondingen of de dood tot gevolg hebben.

REFERENCE

2 3

OPMERKING: Kijk in uw bedieningshandleiding voor opstijgsnelheden en alarm waarden die van toepassing zijn op uw specifiek model duikcomputer.

DECOMPRESSIE

Oceanic-duikcomputers zijn geavanceerde instrumenten die ontworpen zijn voor mogelijkheden diebuiten het bereik vallen van sprotduiken met perslucht. De computers kunnen u helpen bij het voor-komen, en indien nodig, beheren van decompressie.

Decompressiestops beheren

U moet iets dieper blijven dan de vereiste aangegeven stopdiepte, totdat de volgende minder diepestopdiepte verschijnt. Dan moet u langzaam opstijgen naar, maar niet ondieper dan, de aangegevenbovengrens van die stopdiepte. De hoeveelheid decompressiekrediettijd die u krijgt, terwijl u zich opeen decompressiestop bevindt, is afhankelijk van diepte, met iets minder krediet des te dieper ubent.

Indien alle vereiste decompressies voltooid zijn, zal de duikcomputer overschakelen op de niet-decompressieduikmodus, die aangegeven wordt door de totale opstijgtijd die 0:00 (min) is en door deweefselverzadigingsgrafiek die terugloopt naar de voorzichtigheidszone.

De resterende duiktijd verschijnt nu in plaats van de totale opstijgtijd en de resterende niet-decompressieduiktijd of de resterende zuurstofopbouwtijd of de resterende luchttijd wordt nu weerge-geven (welke van de drie bepalend is).

2 4

SAFETY

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN met betrekking tot OVERTREDINGEN.

•Een Oceanic-duikcomputer treedt een onmiddellijke overtredingsmodus binnen als dooreen situatie de mogelijkheid volledig overschreden wordt een opstijgprocedure tevoorspellen. Deze duiken omvatten grove uitwijkingen naar decompressietijden diebuiten de grenzen en doelen van het ontwerp van de duikcomputers liggen. Indien udit soort duikprofielen volgt, adviseert Oceanic u hiervoor niet een Oceanic-duik-computer te gebruiken.

• Indien u bepaalde grenzen overschrijdt, zal de duikcomputer niet in staat zijn u te ver-tellen hoe u veilig terugkomt aan de oppervlakte. deze situaties overschrijden degeteste limieten en kunnen resulteren in het verlies van een aantal functies van deeenheid gedurende 24 uur na de duik waarin er een overtreding ontstond.

•Het is uitermate belangrijk dat u de volledige bedieningshandleiding gelezen en begre-pen hebt, voordat u probeert te duiken met uw Oceanic-duikcomputer.

REFERENCE

2 5

OVERTREDINGSMODIIndien u bepaalde grenzen overschrijdt, alarmeren de Oceanic-duikcomputers u met visuele en hoor-bare (bepaalde modellen) waarschuwingen en functioneren ze in speciale overtredingsmodi, totdat desituatie gecorrigeerd is.

Deze modi zijn Conditionele, Verlate en Onmiddellijke Overtredingsmodi. Permanente Overtredings-modus en Meetmodus zijn voortzettingen van deze modi.

WAARSCHUWING: Weergaven en alarmen die te maken hebben met overtredings modi, worden uitgelegd in de bedieningshandleiding van uw specifieke duik computer. Lees en begrijp de bedieningshandleiding, voordat u met uw duik computer gaat duiken.

Conditionele Overtredingsmodus

De Conditionele Overtredingsmodus wordt binnengegaan tijdens de decompressiemodus indien uopstijgt naar een diepte die ondieper is dan de vereiste stopdiepte van dedecompressiebovengrens.

Indien u afdaalt naar een diepte onder de vereiste stopdiepte, voordat er 5 minuten verstreken zijn,zal de eenheid in de decompressiemodus blijven functioneren. In dit geval wordt er geen uitwas-krediet gegeven en voor iedere minuut boven de bovengrens wordt er 1,5 minuten straftijd aan devereiste stoptijd toegevoegd.

De toegevoegde strafdecompressietijd moet eerst verwerkt worden, voordat u uitwaskrediet krijgt.Is de straftijd eenmaal verwerkt en begint de uitwaskrediettijd, dan zullen de vereistedecompressiestopdiepten en -tijd afnemen tot nul, en op dat moment keert de eenheid terug naar deniet-decompressiemodus.

(wordt vervolgd op pagina 26)

Verlate overtredingsmodusEr zijn drie condities die de oorzaak zijn dat Oceanic-duikcomputers de Verlate Overtredingsmodusbinnengaan.

1. Meer dan 5 minuten boven de vereiste bovengrensstopdiepte blijven.Als u op deze conditie gewezen wordt, moet u afdalen naar een diepte iets onder de vereiste stop-diepte en de stopdiepte en -tijd in acht nemen die aangegeven worden op uw weg naar de opper-vlakte, totdat het weefselverzadigingsdiagram afneemt naar de voorzichtigheidszone.

2. Uw decompressie vereist een bovengrensstop ‘tussen’ de 18 meter (60 voet en 21 meter(70 voet).Wanneer u voor deze conditie gewaarschuwd wordt, moet u opstijgen naar een diepte iets dieper dan18 meter (60 voet), waarbij u zo dicht mogelijk bij 18 meter (60 voet) blijft als mogelijk is, zonder datde totale opstijgtijd begint te knipperen. Indien de vereiste stopdiepte 15 M (50FT) aangeeft, enz,moet u opstijgen naar, maar niet ondieper dan deze diepten en doorgaan met decomprimeren.

De duikcomputer kan de decompressietijden voor stopdiepten dieper dan 18M (60FT) niet nauwkeu-rig berekenen en biedt geen indicatie van hoeveel tijd er onder water doorgebracht moet worden omals resultaat een grotere vereiste stopdiepte te krijgen.

3. U overschrijdt de maximale werkingsdiepte van de eenheid van 99 meter (330 voet)Wanneer u op deze conditie gewezen wordt, zal de huidige diepte niet weergegeven worden, totdat ubent opgestegen tot een diepte ondieper dan 99 meter (330 voet). De maximale diepte wordt voor derest van die duik niet meer weergegeven.

(wordt vervolgd op pagina 27)

REFERENCE

REFERENCE

2 7

Onmiddellijke overtredingsmodusVijf minuten nadat u de oppervlakte bereikt hebt, na een duik waarin zich een verlate overtredingvoorgedaan heeft, gaat de computer de onmiddellijke overtredingsmodus binnen.

Hij zal ook een onmiddellijke overtredingsmodus binnengaan tijdens een duik, indien een boven-grens vereist is die veel dieper is dan 18 M (60FT). Deze situatie zal voorafgegaan worden door hetbinnengaan van de verlate overtredingsmodus. De eenheid zou dan functioneren met beperktefuncties in de meetmodus gedurende de rest van die duik en gedurende 24 uur na het bereikenvan de oppervlakte.

MeetmodusOnder water is de meetmodus een voortzetting van de onmiddellijke overtredingsmodus die deeenheid verandert in een digitaal instrument, zonder enige functies voor decompressie of zuurstof-controle. De resterende duiktijd wordt ook niet weergegeven.

Nadat u aan de oppervlakte bent gekomen, geeft de meetmodus geen FO2, preduik plannings-reeks of tijd tot vliegen weer. Een teller wordt weergegeven om u te informeren over de resterendetijd, voordat de eenheid weer normaal kan functioneren en zijn volledige eigenschappen en functiesheeft.

Permanente overtredingWanneer u de onmiddellijke overtredingsmodus en vervolgens de meetmodus binnengaat, resul-teert dat in het verlies van alle controlefuncties met betrekking tot decompressie en zuurstof gedu-rende 24 uur na die duik. Deze conditie wordt een permanente overtreding genoemd.

Een oppervlakte-interval van 24 aaneengesloten uren moet in acht gehouden worden, voordat allefuncties hersteld zijn. Indien er een duik gemaakt wordt tijdens deze periode van 24 uur, zal deteller teruggezet worden naar 24 uur.

(wordt vervolgd op pagina 28)

ONVOORZIEN VERLIES VAN WEERGAVEIndien uw computer ophoudt met functioneren om welke reden dan ook, dan is het belangrijk dat udeze mogelijkheid voorzien hebt en erop voorbereid bent. Indien dit niet het geval is, wacht dan 24uur, voordat u een andere duikcomputer gebruikt.

Indien u in situaties duikt waar uw uitstapje verpest of uw veiligheid ondermijnd kan worden doordatu uw duikcomputer niet kunt gebruiken, dan is een back-upinstrument (een systeem dat samen ennaast uw duikcomputer gebruikt wordt) of een standaard lucht- (of nitrox-) tabel ten zeerste aanbe-volen.

VLIEGEN NA HET DUIKENIn 1990 publiceerde de Undersea and Hyperbaric Medical Society (UHMS) een stel richtlijnen dathet doel had de kans op decompressieziekte te minimaliseren als gevolg van te vroeg vliegen naeen duik.

De UHMS stelt voor* dat duikers die een standaard luchtfles gebruiken en geen symptomen vandecompressieziekte vertonen 24 uur wachten na hun laatste duik, voordat ze met een vliegtuigvliegen dat een cabinedruk heeft tot 2.440 meter (8.000 voet).

*fragment uit ‘The UHMS Flying After Diving Workshop’ .

De uitzonderingen op deze aanbeveling zijn:

• Indien een duiker minder dan 2 uur totaal opgebouwde duiktijd heeft in de afgelopen 48 uur,wordt een 12 uur oppervlakte-interval aanbevolen voordat u gaat vliegen.

• Volgend op iedere willekeurige duik waarin een decompressiestop vereist was, moet het vlie-gen uitgesteld worden voor ten minste 24 uur en indien mogelijk gedurende 48 uur.

(wordt vervolgd op pagina 29)

REFERENCE

28

REFERENCE

2 9

Sinds in 1990 de richtlijnen van de UHMS gepubliceerd werden, werden er gegevens van het Diver’sAlert Network (DAN) geïntroduceerd die resulteerden in de stelling** van DAN dat ‘een minimaaloppervlakte-interval van slechts 12 uur vereist was om er redelijk zeker van te zijn dat een duikergeen symptomen zou krijgen tijdens een opstijging in een commercieel vliegtuig (met hoogten tot2.440 meter/8.000 voet).

**fragment uit ‘DAN’s Position on Recreational Flying After Diving’

Duikers die van plan zijn dagelijks meerdere duiken te maken gedurende diverse dagen, of die dui-ken maken die decompressiestops vereisen, moeten speciale voorzorgsmaatregelen nemen enwachten gedurende een verlengd oppervlakte-interval van meer dan 12 uur, voordat ze gaan vlie-gen.’

Zowel de UHMS als DAN zijn het erover eens dat ‘Er nooit een regel kan zijn over vliegen na duikendie gegarandeerd decompressieziekte volledig voorkomt. Er kan slechts een richtlijn zijn die de besteschatting presenteert voor een conservatief … oppervlakte-interval voor de grote meerderheid vanduikers. Er zal altijd een enkele duiker zijn waarvan de fysiologische conditie of de speciale duik-omstandigheden leiden tot decompressieziekte.’

Om het risico van het ontwikkelen van decompressieziekte na een enkele niet-decompressieduik teverminderen, stellen de huidige richtlijnen voor 12 uur te wachten, voordat u blootgesteld wordt aaneen atmosferische druk die gelijk is aan 330 meter (1.000 voet) boeven zeeniveau of hoger.

Indien er herhalingsduiken uitgevoerd worden op dezelfde dag of gedurende enkele dagen, dan wordter voorgesteld dat het interval verhoogd moet worden tot een minimum van 24 uur. Reizen overland naar grotere hoogten, moet ook gezien worden als een blootstelling aan hoogte.

3 0

SAFETY

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN met betrekking tot VLIEGEN NA DUIKEN.• Hoe langer u wacht met vliegen (of reizen naar grotere hoogten) na het duiken, des temeer zult u de blootstelling aan (het risico op) decompressieziekte verminderen.

WAARSCHUWINGEN en VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN met betrekking tot ONDERHOUD en SERVICE.

•Steek nooit, onder geen enkele omstandigheid, een object door een van de openingenof gaten van de module. Wanneer u dit doet, beschadigt u waarschijnlijk dedieptesensor wat kan resulteren in een foutief weergegeven diepte en/of resterendeduiktijdweergaven.

• Indien u twijfelt over de nauwkeurigheid van de diepte-weergaven van de eenheid, PRO-BEER DAN NIET te duiken met de eenheid, totdat hij geïnspecteerd is door eenOceanic-klantenservice.

•Voer nooit een druktest met de module uit in een luchtomgeving. Als u dit doet kunt ude dieptesensor beschadigen, wat waarschijnlijk resulteert in een foutieve weergavevan de tijd of diepte.

•Spuit nooit vloeistoffen van welk soort dan ook op of in de buurt van een Oceanic-in-strument. De chemische bestanddelen van de vloeistoffen kunnen het plastic bescha-digen.

• Indien het pictogram van een laag batterijniveau weergegeven wordt, GA DAN NIET dui-ken met de duikcomputer, totdat de batterij vervangen is.

REFERENCE

3 1

ONDERHOUD EN SERVICEEen duikcomputer moet beschermd worden tegen stoten, extreme temperaturen, chemische stof-fen en sabotage. De behuizing, die gemaakt is van een stootvaste kunsthars, is extreem shock-bestendig maar vatbaar voor chemische stoffen en krassen. Bescherm de lens tegen krasjes meteen transparante Oceanic instrumentlensbeschermer. Kleine krasjes verdwijnen onder water van-zelf.

Werktemperaturen

Oceanic-duikcomputers functioneren in omgevingen met luchttemperaturen tussen de -6 tot 60°C

(20 tot 140°F) en watertemperaturen van -2 tot 35°C (28 tot 95°F). Het is mogelijk dat de elektro-nica beschadigd raakt indien de eenheid aan direct, intens zonlicht blootgesteld wordt of in een heteafgesloten ruimte (zoals de kofferruimte van de auto). Na de duik moet de module bedekt wordenen uit de hete zon weggehouden worden.

Indien de eenheid in direct zonlicht gelegd wordt voor een lange periode, kan het LCD-scherm volle-dig zwart worden. Indien dat gebeurt, moet u de module onmiddellijk in water onderdompelen. Hetscherm zou zijn normale weergave moeten terug krijgen na een paar minuten. Schade als gevolgvan overmatige hitte of kou, valt niet onder de beperkte garantie van het product.

SchoonmakenMaak uw duikcomputer schoon met zoet water aan het einde van iedere duikdag. Controleer ook hetklepje van de lagedruksensor om ervoor te zorgen dat deze vrij van stof en andere obstructies is.

Gebruik handwarm water of een licht zuur azijn/waterbad om zoutkristallen op te lossen. Nadat u demodule in een zoetwaterbad gelegd hebt, houdt u hem onder zacht stromend zoet water en droogt uhem af, voordat u hem opbergt. Transporteer de eenheid koel, droog en beschermd.

REFERENCE

Jaarlijkse inspectiesUw duikcomputer zou ieder jaar geïnspecteerd moeten worden door een geautoriseerde Oceanic-dealer die een functiecontrole uitvoert zoals die door de fabriek is voorgeschreven om beschadigin-gen of slijtage op te sporen. Wilt u de 2 jaar beperkte garantie behouden, dan moet de inspectie 1jaar na aankoop (+/- 30 dagen) uitgevoerd worden.

Oceanic adviseert u dat u de inspectie ieder jaar laat uitvoeren om ervoor te zorgen dat de duik-computer juist blijft werken. De kosten van de jaarlijkse inspectie vallen niet onder de beperktegarantie van 2 jaar.

Service krijgenBreng uw duikcomputer naar een geautoriseerde Oceanic-dealer of stuur hem naar het ‘dichtstbij-zijnde’ regionale centrum (zie de lijst op pagina 35). Indien u de computer verstuurt, moet u ervoorzorgen dat:

• Gegevens in het Log opgeslagen zijn of gedownload zijn naar uw pc. Alle gegevens wordengewist tijdens de fabrieksservice.

• U alleen de duikcomputer verstuurt (probeer hem niet van de slang te verwijderen indien heteen geïntegreerd model is).

• U hem verpakt in beschermend materiaal.• Er een leesbaar briefje bijgevoegd is waarop de specifieke reden voor retour vermeld staat,

uw naam, adres, telefoonnummer overdag, serienummer en een kopie van uw origineleaankoopbon en garantieregistratiekaart.

• Het pakje verzekerd en betaald verstuurd wordt met een methode die op te sporen is indiengarantieservice gevraagd wordt.

• De service zonder garantie van te voren betaald is (bel voor een kostenoverzicht).• U belt of e-mailt naar Oceanic Customer Sercie om een RA-nummer (retourautorisatie) te

krijgen indien u de eenheid naar Oceanic USA stuurt.

32

REFERENCE

3 3

WOORDENLIJSTAlgoritme - Een stap-voor-stap wiskundige formule die ontworpen is om een bepaald resultaat te verkrijgen (b.v. resterende duik-tijd).Bovengrens - Zie decompressiebovengrens.Buiten bereik - Het punt waarop een duikcomputer niet meer correcte duikinformatie kan weergeven.Compartiment - Een term die van toepassing is op het hypothetische model van stikstofopname in de weefsels (een nauwkeuri-gere term dan weefsels, omdat computermodellen geen directe relatie tot menselijk weefsel hebben).Competitieduik - Duik die uitgevoerd wordt voor geld of een prijs.CZS - Afkorting van Centrale zenuwstelsel van het lichaam.DCZ - Afkorting van decompressieziekte, of ook wel Caissonziekte.Decompressiestop - De diepte(n) waarop een duiker moet pauzeren tijdens de opstijging om opgenomen stikstof te kunnen uit-wassen uit te weefsels op een natuurlijke manier.Decomressiebovengrens - De ondiepste diepte die een duiker mag bereiken tijdens de opstijging, zonder decompressieziekte teriskeren.Diagnostische modus - De eerste weergave die op een duikcomputer gezien wordt na de eerste activering, tijdens welke eenzelfcontrole op interne fouten uitgevoerd wordt.Dieptesensor - Een elektromechanisch apparaat dat waterdruk omzet in een elektrisch signaal dat omgezet wordt in een visuelediepteweergave.Duiklogmodus - Een computerweergave van informatie van eerdere duiken.FO2 - De fractie (procent / 100) zuurstof (O2) in de mix van het ademgas.Geintegreerde duikcomputer - Een duikcomputer die de flesdruk controleert en weergeeft naast de niet-decompressie informatie.Grafische duikerinterface™ - Een eigenschap van de Oceanic-duikcomputers. Gemakkelijk te begrijpen kleurendiagram dat deduikstatus aangeeft: groen = normaal, geel = voorzichtig, rood = gevaar.Herhalingsduik - Iedere duik die u binnen 12 uur na een vorige duik maakt.Hoogteduik - Een duik die gemaakt wordt op een hoogte van 610+meter (2.000+ voet) en waarvoor een ander stel niet-decompressietabellen gebruikt wordt.Hoorbaar alarm- Een toon die door de computer gegeven wordt die de duiker wijst op een potentieel gevaar.LCD - Afkorting voor liquid crystal display, vloeibare kristalweergave, een gemakkelijk te zien laag voltagescherm, normaliter te zienop duikcomputers.Luchtduik - een duik die uitgevoerd wordt met gebruik van lucht (ongeveer 21% zuurstof en 79% stikstof) als ademgas.Maximale diepte - Het diepste punt bereikt tijdens een duik.Modus - Een specifieke set functies op een duikcomputer.Multilevel duik - Een type duikprofiel waarbij de duiker diverse perioden op verschillende diepten verblijft (i.t.t. een ‘vierkante golf’duikprofiel).Niet-decompressie (niet-deco) - Ieder deel van een duik, waarbij de duiker naar de oppervlakte kan, zonder dat eendecompressiestop vereist is.

Nitrox - Een ademgas mengsel van stikstof en zuurstof dat een hogere fractie zuurstof bevat dan lucht.Nitroxduik - Een duik uitgevoerd met gebruik van nitrox (22% tot 50% O2) als ademgas.O2-diagram - Een visuele representatie van zuurstofopbouw op een duikcomputerscherm.Oceanglo® - Een naam van Oceanic voor een instrument dat achtergrondlicht heeft.OceanLog - Een naam van Oceanic voor een PC-interface hardware/sofwarepakket.Omvormer - Een elektromechanisch apparaat in een duikcomputer die fungeert als diepte- of druksensor.Opstijgsnelheid - De snelheid waarmee een duiker opstijgt naar de oppervlakte.OTU - Afkorting van oxygen tolerance unit: zuurstoftolerantie-eenheid. Een methode van Hamilton’s Repex voor de zuurstofdosis.Overgangsperiode - De eerste 10 minuten van oppervlaktetijd na een opstijging boven 1 meter (3 voet) na een duik.Partiële druk - Het gedeelte van de totale druk dat uitgeoefend wordt door een enkel gas in een gasmengsel.Pictogram - Een kleine tekening die een operationele modus vertegenwoordigt.PO2 - De partiële druk van zuurstof. Het zuurstofgedeelte van de totale druk van een gasmengsel.Preduik planningsreeks (PDPS) - Een weergave van beschikbare duiktijden met een interval van 3 meter (10 voet) van 9 tot 48meter (30 tot 160 voet) die gebruikt wordt bij de duikplanning.Resterende duiktijd - Een weergave van de tijd voordat een duiker aan de oppervlakte moet zijn op basis van een niet-decompressiestatus of zuurstofopbouwstatus of de resterende luchttijd.Resterende luchttijd - Een grafische weergave van de resterende duiktijd die gebaseerd is op de berekening van flesdruk enademsnelheid van de duiker en de diepte.Resterende niet-decotijd - De hoeveelheid resterende duiktijd gebaseerd op een niet-decompressiestatus.Schone duik - Duik voorafgegaan door een 24 uur periode zonder duiken.SmartGlo - Een naam van Oceanic voor een instrument dat achtergrondlicht heeft dat reageert op lichtsterkte.Variabele opstijgsnelheidsindicator (VARI) - Een weergave die de opstijgsnelheid weergeeft in een diagram samen met eenkleurenindicator (maakt deel uit van de grafische duikerinterface).Veiligheidsstop - Een diepte waarop een duiker kan kiezen voor, maar niet verplicht is, een pauze tijdens de opstijging om opgeno-men stikstof op een natuurlijke manier uit de weefsels te wassen.Verstreken duiktijd - De totale tijd die u onder water doorgebracht hebt tijdens een duik van tussen de 1,5 meter (5 voet) van deeerste afdaling tot 1 meter (3 voet) van de uiteindelijke opstijging.Vierkante golfduik - Een type duikprofiel waar de volledige duik op 1 diepte doorgebracht wordt tussen afdaling en opstijging.Voorzichtigheidszone (CZ) - De gele segmenten van de diagrammen die een visuele indicatie geven van de nadering van be-paalde limieten.Weefsel (of weefselcompartiment) - Zie compartiment.Weergave - Een visuele representatie van informatie.Zuurstoftolerantie - Dosis of blootstelling aan de fysiologische effecten van een verhoogd zuurstofniveau.Zuurstofvergiftiging - De ongunstige fysiologische effecten van blootstelling aan verhoogde zuurstofniveaus.

REFERENCE

34

REFERENCE

3 5

OCEANIC WORLDWIDE

Oceanic Germany Nurnberg, DuitslandTel: +49-911-324-6630 Fax: +49-911-312-999 E-mail: office@oceanic.de

Oceanic South Europe Genua, ItaliëTel: +39-010-834-51 Fax: +39-010-834-52-50 E-mail: Shawne.Stanley@oceanicse.it

Oceanic SW, Ltd Devon, Groot-Brittannië\Tel: +44-1-404-89-1819 Fax: +44-1-404-89-1909 E-mail: info@oceanicuk.com

Oceanic France Marseille, FrankrijkTel: +33-491-25-27-45 Fax: +33-491-25-35-86 E-mail: oceanicfrance@wanadoo.fr

Oceanic International (Pacific) Kapolei, HawaiiTel: 808-682-5488 Fax: 808-682-1068 E-mail: oceanichi@oceanicusa.com

Oceanic Diving Australia Pty. Ltd Sorrento, Victoria, AustraliaTel: 61-3-5984-4770 Fax: 61-3-5984-4307 E-mail: sales@oceanicaus.com.au

Oceanic Asia-Pacific Pte.Ltd SingaporeTel: 65-779-3853 Fax: 65-779-3945 E-mail: info@oceanicasia.com.sg

Oceanic Japan Yokohama, JapanTel: 045-575-6671 Fax: 045-575-6673 E-mail: oceanic@gol.com

Oceanic New Zealand Wellington, New ZealandTel: 64-4-472-5335 Fax: 64-4-472-5334

OCEANIC worldwide

2002 Davis StreetSan Leandro, CA 94577USATel: 510/562-0500Fax: 510/569-5404Website: http://www.OceanicWorldWide.com