van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)

8
Hoe zorg je er als overheden voor dat water- en mobiliteits- projecten ook een verrijking zijn voor de omgeving? Zonder dat het extra geld kost? Dat is de uitdaging waar veel opdrachtgevers binnen de overheid tegenaan lopen. Projectleiders, managers en ruimtelijk experts deelden hun ervaringen op de studiedag Landschap 3.0. Deze werd georganiseerd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu, met behulp van de expertise van Rijkswaterstaat. ‘Uiteindelijk willen we een leeaar, bereikbaar en veilig Nederland. Hiervoor is een integrale aanpak en intensievere samenwerking tussen opdrachtgevers van Rijk en regio nodig. ’ Wat is het belang van het meenemen van ruimtelijke kwaliteit in water- en mobiliteitsprojecten? ‘Waterbeheer en ruimtelijke inrichting zijn in Nederland nauw met elkaar verbonden,’ zegt Regina Havinga. ‘De delta van de Rijn heeſt bijvoorbeeld de ligging van onze steden bepaald, en daarmee onze mobiliteitsnetwerken. Het is een samenhangend systeem, je kunt water, mobiliteit en ruimte niet los van elkaar zien. Toch hebben we de neiging om dit wel te doen. Een sectorale aanpak met veel focus is nu eenmaal eenvoudiger dan samenwerken met een brede blik.’ ‘Bij Rijkswaterstaat – Ruimte voor de Rivier is ruimtelijke kwaliteit de tweede doelstelling, na veiligheid. Om die ruimtelijke kwaliteit in de projecten een plaats te geven, hebben we nauw samengewerkt met andere partijen. En dat heeſt geleid tot versnelling in de besluit- vorming. Het rivierengebied is er bruikbaarder, natuurlijker en aantrekkelijker op geworden. De omgevingskwaliteit is vergroot.’ Het nieuwe opdrachtgeverschap van Rijk en regio Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker Regina Havinga, clustercoördinator ruimtelijke kwaliteit bij Rijkswaterstaat, Programmabureau Ruimte voor de Rivier ‘Ruimtelijke kwaliteit als tweede doelstelling leidt tot versnelling in de besluitvorming en kwaliteit voor de leefomgeving.’

Upload: regina-havinga

Post on 23-Jan-2018

208 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)

Hoe zorg je er als overheden voor dat water- en mobiliteits-projecten ook een verrijking zijn voor de omgeving? Zonder dat het extra geld kost? Dat is de uitdaging waar veel opdrachtgevers binnen de overheid tegenaan lopen. Projectleiders, managers en ruimtelijk experts deelden hun ervaringen op de studiedag Landschap 3.0. Deze werd georganiseerd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu, met behulp van de expertise van Rijkswaterstaat. ‘Uiteindelijk willen we een leefbaar, bereikbaar en veilig Nederland. Hiervoor is een integrale aanpak en intensievere samenwerking tussen opdrachtgevers van Rijk en regio nodig. ’

Wat is het belang van het meenemen van ruimtelijke kwaliteit in water- en mobiliteitsprojecten? ‘Waterbeheer en ruimtelijke inrichting zijn in Nederland nauw met elkaar verbonden,’ zegt Regina Havinga. ‘De delta van de Rijn heeft bijvoorbeeld de ligging van onze steden bepaald, en daarmee onze mobiliteitsnetwerken. Het is een samenhangend systeem, je kunt water, mobiliteit en ruimte niet los van elkaar zien. Toch hebben we de neiging om dit wel te doen. Een sectorale aanpak met veel focus is nu eenmaal eenvoudiger dan samenwerken met een brede blik.’

‘Bij Rijkswaterstaat – Ruimte voor de Rivier is ruimtelijke kwaliteit de tweede doelstelling, na veiligheid. Om die ruimtelijke kwaliteit in de projecten een plaats te geven, hebben we nauw samengewerkt met andere partijen. En dat heeft geleid tot versnelling in de besluit-vorming. Het rivierengebied is er bruikbaarder, natuurlijker en aantrekkelijker op geworden. De omgevingskwaliteit is vergroot.’

Het nieuwe opdrachtgeverschap van Rijk en regio

Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker

Regina Havinga, clustercoördinator ruimtelijke kwaliteit bij Rijkswaterstaat,

Programmabureau Ruimte voor de Rivier

‘ Ruimtelijke kwaliteit als tweede doelstelling leidt tot versnelling in de besluitvorming en kwaliteit voor de leefomgeving.’

Page 2: Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)

Het vernieuwde Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) is een extra steun in de rug voor ruimtelijke kwaliteit. ‘Rijk en regio moeten meer gaan samenwerken. Nu is niet alleen het Rijk de probleemhebber en -oplosser, maar ook de regio. Zowel qua zeggenschap als financieel. Bij Ruimte voor de Rivier heeft het benoemen van ruimtelijke kwaliteit als tweede doel-stelling gewerkt, maar het is geen garantie. Bestuurders en directeuren hebben een belangrijke rol als ambassadeurs. Zij moeten van onderzoek tot uitvoering het belang van ruimtelijke kwaliteit hoog houden.

‘ Dit zegt hoofdingenieur-directeur Grote Projecten en Onderhoud bij Rijkswaterstaat Cees Brandsen ‘Ruimtelijke kwaliteit is een fantastisch begrip. En we moeten het meenemen in elke opdracht.’

Hoe krijgen we meer ruimtelijke kwaliteit in onze projecten?‘Allereerst moet je ruimtelijke kwaliteit aan het begin van een project meenemen,’ zegt Michiel Ruis. ‘Samenwerking met andere organisaties is ook erg belangrijk. En daarbij hoef je niet alleen te denken aan organisaties die over ruimtelijke ordening gaan. Zo werken we nu samen met het ministerie van Economische Zaken om te kijken hoe we duurzame energie in gebieden kunnen inpassen. Ook betrekken we bij steeds meer projecten bedrijven en bewoners. Het doel? Laat hen ook ideeën aandragen voor het inrichten van een gebied. Vaak leidt dat tot verrassende oplos-singen. Ik krijg vaak de vraag of al dat samenwerken niet heel veel tijd kost. Dat valt wel mee. Want door anderen in je project te betrekken kom je soms tot betere ideeën en krijg je ook draagvlak. Op het eind van een traject win je daarmee weer tijd, omdat je minder tegenstand hebt. Het opstarten van een project duurt dus wat langer, maar je kunt een project sneller tot een goed eind brengen.’

‘ Door samenwerking met andere partijen breng je de opdracht sneller tot een goed eind.’

‘Belangrijk voor elk project is dat je een brede blik hebt voor belangen en wensen. Niet alleen bij nieuwe dijken of wegen, maar ook bij onderhoud en beheer. Wat als er bijvoorbeeld stuwen in de rivier vervangen moeten worden? Pak je dat alleen maar aan als een los project, of zie je het als een kans om andere problemen en

knelpunten ook op te lossen? Of om de stuw voor andere doel einden te gebruiken, bijvoorbeeld voor het opwekken van energie? Ik vind dat veel overheidsorganisaties hun afwegings-kaders moeten verruimen en niet alleen maar knelpuntgericht moeten denken. Zeker als er meerdere partijen bij een project betrokken zijn, loopt het allemaal veel soepeler als mensen ook buiten hun hokje stappen. Volgens mij is het goed om elk project met een helicopterview te beginnen. Vervolgens kun je met de betrokken partijen besluiten hoe breed de opdracht moet zijn. Laat de ideeën maar komen.’

‘We proberen deze werkwijze breder binnen het ministerie van Infrastructuur en Milieu te verankeren. We noemen dat de “Vernieuwing van het MIRT”. MIRT staat voor het investeringsfonds van ons ministerie waarbij een heel circus van afwegingen hoort.

De drie pijlers van Vernieuwing MIRT zijn: vraagstukken bekijken vanuit een brede blik, maatwerk bieden in besluitvorming en gebruik maken van nieuwe vormen van samenwerking. Zowel voor water , ruimte als voor mobiliteits- en bereikbaarheidsopgaves (Meer Bereiken) streven we naar deze nieuwe aanpak.’

Hoe kreeg ruimtelijke kwaliteit bij Ruimte voor de Rivier inhoud? ‘Zo’n 12 jaar geleden kreeg ik samen met anderen de opdracht om ruimtelijke kwaliteit een plaats te geven in het programma Ruimte voor de Rivier’ zegt Jan de Haan. ‘Dat hebben we al werkende en denkende op papier gekregen. Vervolgens moesten we ook andere mensen er enthousiast voor maken, vooral binnen Rijkswaterstaat. Dat was een mooi, intensief proces. Ik kreeg veel vragen, vooral van technische mensen, en die brachten ook weer nieuwe inzichten.

Michiel Ruis, afdelingshoofd MIRT van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Page 3: Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)

De drie pijlers voor ruimtelijke kwaliteit zijn: gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Dat betekent dat een bouwwerk of omgeving optimaal gebruikt moet kunnen worden voor het beoogde doel, aangenaam en aantrekkelijk is om te zien en passend is in het landschap ter plekke, en dat het robuust en duurzaam is. We willen plekken creëren waar mensen graag zijn.’

‘ We willen plekken creëren waar mensen graag zijn’

Jan de Haan, adviseur ruimtelijke kwaliteit en gebiedsontwikkeling van

de provincie Gelderland

‘Waar we in Nederland voorheen veel te veel mee bezig waren, was gebruikswaarde. En dan krijgen bedrijven het al snel voor het zeggen. Ik heb er bij Ruimte voor de Rivier onder andere voor gezorgd dat de belevingswaarde en toekomstwaarde een grotere rol kregen. Wat is de identiteit van een gebied? Hoe zorg je ook voor diversiteit? Uiteindelijk komen daar dan ontwerpen uit tevoorschijn waarvan je hoopt dat mensen het ook mooi vinden. Een goed voorbeeld daarvan is het stadseiland dat in de Waal tussen Nijmegen en Lent wordt gebouwd. Dat stadseiland versterkt de verbinding tussen stad en rivier, en geeft het gebied meer identiteit.’

Hoe draagt samenwerking bij aan ruimtelijke kwaliteit?‘Samen zie je kansen die je in je eentje niet ziet,’ zegt Julian Starink. ‘Het doel van Verduurzaming MIRT is om duurzaamheid niet als

randvoorwaarde te zien maar als een kans om kwaliteit te reali-seren. Voor het project Kansen voor de Veluwe heb ik verschillende partijen bij elkaar gebracht die betrokken zijn bij het beheer van de Veluwe, waaronder Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat. Ze hebben hun ideeën en wensen over dit gebied uitgewisseld. En wat bleek? Hun belangen komen overeen, ze wisten het alleen nog niet. Voor Staatsbosbeheer is het bijvoorbeeld belangrijk dat de heide meer ruimte krijgt. Rijkswaterstaat vindt dat prima, want dan hoeft er minder gemaaid te worden. Daarbij is heide goed voor de bijen en dus voor de biodiversiteit. En meer heide zorgt voor mooie uitzichten, of je nu in de auto zit of aan het wandelen bent. Op deze manier levert een eenvoudige ecologische maatregel voor iedereen winst op, en betrek je mensen bij het landschap.’

‘We moeten af van het sectorale denken’

Julian Starink, projectleider verduurzaming MIRT van het ministerie van Infrastructuur en Milieu

‘We moeten af van het sectorale denken,’ vindt Julian. ‘Als bijvoor-beeld natuurorganisaties meer oog hebben voor de leefbaarheid van een gebied, kun je zo’n gebied nieuwe impulsen geven. Ik denk niet alleen aan recreatie, maar ook aan het benutten van bijvoorbeeld bermmaaisel. Dat kun je gebruiken als biomassa én als compost voor de boeren. Dat zijn voorbeelden van nieuwe dynamiek die niet veel hoeven te kosten. Rijkswaterstaat gaat nu ook kijken hoe ze op nieuwe ecopassages ruimte voor wandelaars en fietsers kunnen inpassen. De ecopassages kunnen zelfs gebruikt worden als waterpas-sage voor de sprengen en beken van de Veluwe. Terwijl Rijkswaterstaat de ecopassages eerst alleen zag als een verbinding in de ecologische hoofdstructuur ziet men nu de meekoppelkansen.’

Dit zegt Han ter Maat, wethouder Ruimte, Verkeer, Binnenstad en Sport bij de gemeente Wageningen:

‘ Er liggen voor de gemeente Wageningen diverse kansen en mogelijkheden voor gebiedsontwikkeling rondom de Grebbedijk. Het is de taak van bestuurders om kansen te zien en om visie, belangen en enthousiasme samen te brengen.’

Page 4: Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)

Hoe zorg je voor een goed omschreven opdracht?‘Projectleiders hebben helaas vaak te maken met slecht omschreven opdrachten,’ zegt Regina. ‘De ruimtelijke kwaliteit wordt maar al te vaak vergeten, of slechts heel vaag benoemd. Juist nu Rijk en regio meer gaan samenwerken, moet je zorgen dat je ruimtelijke kwaliteit integraal opneemt in je opdracht. Als je dat niet doet, loop je het risico op miscommunicatie met je omgeving. Daarbij mis je kansen om meerwaarde en daarmee ook draagvlak voor je project te creëren. Ik zie het als de rol van de projectleider om de opdracht-gever, directeuren en bestuurders hiervan bewust te maken. Hen te enthousiasmeren voor het onderzoek vanuit een brede blik. Hoe je dit als projectleider aanpakt? Bijvoorbeeld met een excursie naar een aantal geslaagde en minder geslaagde projecten. Of met werksessies waarin je samen met hen zoekt naar de juiste reikwijdte en ambitie van je project.’

‘Een ruimtelijk expert helpt je om jouw project de motor te laten zijn van een betere leefomgeving.’

‘Het beste kun je gelijk al een ruimtelijke expert inschakelen,’ vervolgt Regina. ‘Een expert helpt je met een “ruimtelijk kwaliteits-kader”. Daarin staat wat de karakteristiek en de kwaliteiten van een gebied zijn en hoe je die kunt gebruiken voor de ruimtelijke inpassing van je opdracht. Ook helpt hij je om jouw project de motor te laten zijn voor een betere leefomgeving.

‘Soms is alleen een goede ruimtelijke inpassing aan de orde,’ aldus Regina. ‘Maar vaak vraagt de regio of jouw project gekoppeld kan worden aan de ontwikkeling van bijvoorbeeld bedrijvigheid, recreatie en natuur. Dat zijn de meekoppelkansen. Soms leiden die tot complete gebiedsontwikkeling, zoals bij de uiterwaard-vergraving bij Gorinchem. Of tot een heel ander soort maatregel, zoals de hoogwatergeul bij Kampen die deels in de plaats is gekomen van de zomerbedverdieping in de IJssel. Als je eenmaal hebt vastgesteld welke mogelijke ambitieniveaus er zijn, verheldert en versoepelt dat de besluitvorming van het project. De organisatie wordt ook een stuk makkelijker. Wie zijn de meest geschikte initiatiefnemers? Wie worden betrokken en in welke rol? Wat zijn de cruciale beslismomenten in het planproces en hoe kunnen de technische en de ruimtelijke opdracht elkaar versterken?’

Dit zijn de drie ambitieniveaus

Basisniveau: ruimtelijke inpassing Bij het basisniveau is de technische opdracht leidend. Het project wordt volgens ruimtelijk beleid en wet- en regelgeving opgeleverd. Het zwaartepunt van de ruimtelijke kwaliteit ligt in de planstudie en de realisatie met als doel: inpassing in het landschap.

Ruimtelijke inpassing: ontwikkeling van ooibos in de uiterwaardvergraving van de

Tollewaard bij Lienden

Middenniveau: meekoppelingHier is de technische opdracht leidend, daarnaast is ruimtelijke kwaliteit belangrijk, ook om draagvlak in de omgeving te krijgen. Het zwaartepunt ligt in de verkenning en de planstudie en je werkt samen met andere partijen. Het project betekent een aanpassing van het landschap.

Meekoppeling in de uiterwaardvergraving bij Vianen: een aanlegsteiger, camper-

standplaats en historische molen

Hoogste niveau: gebiedsontwikkelingBij gebiedsontwikkeling is de ruimtelijke kwaliteit leidend, de technische opdracht de motor. Het zwaartepunt ligt in het onderzoek en de verkenning. Vaak is sprake van gedeeld opdrachtgeverschap. Het landschap transformeert.

Gebiedsontwikkeling in de IJsseldelta bij Kampen: de hoogwatergeul is er voor

veiligheid tegen overstromen maar ook voor natuur, recreatie en waterfront voor

toekomstige woningbouw.

Page 5: Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)

Dit zegt de Rijksadviseur voor Infrastructuur en Stad, Rients Dijkstra:

‘ Er moet goed onderzoek zijn voordat er gepraat wordt, zodat duidelijk is wat wel en niet mogelijk is. Ideeën uitwisselen zonder dat er grenzen worden gesteld, leidt tot frustraties. Ik ben voor een strakke hoofdlijn met flexibiliteit in de uitvoering.’

Hoe bereid je gesprekken met andere partijen voor?‘Ik vind het belangrijk dat je als projectleider al een visie hebt waar je naartoe wilt,’ zegt Jan de Haan. ‘Vervolgens probeer ik de andere partijen mee te nemen in mijn visie. Bijvoorbeeld waar er plek komt voor een bedrijventerrein, en hoe we dat terrein willen inpassen in de omgeving. Het belangrijkste in die gesprekken is verwachtings-management, in inhoud, termijnen en geld. Als je dat niet hebt, moet je het gesprek niet aangaan. Dan ben je als overheid geen goede gesprekspartner.’

‘Als een bepaalde wens niet mogelijk is, moet je dat zo snel mogelijk en duidelijk onderbouwd laten weten,’ zegt Michiel. ‘Dan voorkom je dat mensen tijd en energie gaan steken in plannen die niet uitvoerbaar zijn. Als ze die energie er wel insteken, raken ze emotioneel gehecht aan hun idee en kunnen ze in een later stadium het project gaan blokkeren.’

‘ Geld kun je beter buiten beschouwing laten in de eerste verkennende gesprekken’

‘Ik vind het beter om geld buiten beschouwing te laten in de eerste verkennende gesprekken,’ zegt Julian. ‘Want als je over geld begint, zit iedereen gelijk in de onderhandelingsstand. Dat bevordert het gesprek niet. Het is beter om eerst het doel vast te stellen waar je samen naartoe wilt. Later komt het gesprek over de middelen wel. Bovendien is het niet alleen meer het rijk dat investeert. Steeds vaker worden investeringen in de weg- en waterbouw gedaan door private partijen of decentrale overheden. Een mooi voorbeeld daarvan is Heineken, dat zelfs leidend is geweest in een aantal duurzaamheidsprojecten in en rond Zoeterwoude. De ruimtelijke kwaliteit heeft daardoor een impuls gekregen.’

Worden projecten niet veel kostbaarder?‘We moeten af van het idee dat ruimtelijke kwaliteit altijd maar geld kost,’ zegt Jan. ‘Bij Heesselt was er bijvoorbeeld een ontwerp voor Ruimte voor de Rivier ontwikkeld waarin alle belangen waren meegenomen. Dat plan was te duur omdat er veel gegraven en opgehoogd werd. Daar hebben we met een aantal experts nog eens goed naar gekeken en we kwamen erachter dat er veel minder gegraven hoefde te worden en het landschap veel opener kon blijven. We kwamen tot een plan dat meer ruimtelijke kwaliteit had én 10 miljoen euro goedkoper was. Maar er moesten wel één of twee belangen sneuvelen.’

Dit zegt Cees Brandsen:

‘ Als je met veel partijen praat, moet je ook wel eens een belang laten vallen. Er zijn vaak zoveel tegengestelde belangen, daar kom je anders niet uit.’

‘Veel maatregelen leveren zelfs geld op,’ volgens Julian. ‘Een voorbeeld van een eenvoudige ingreep die winst oplevert zijn bloembermen. De bermen langs wegen moeten vaak gemaaid worden en dat kost geld. Laat je de bermen natuurlijker ontwikke-len, dan heb je veel minder onderhoud, maar ook mooiere bermen en meer biodiversiteit. Die bloembermen werken trouwens ook prima rondom akkers. Ze lokken de roofinsecten waardoor boeren veel minder chemicaliën hoeven te gebruiken. Een proef met boeren in de Hoeksche Waard leidde tot veel schoner grondwater en schonere sloten. Dat is winst voor mens en natuur.’

Dit zegt Rients Dijkstra:

‘ Nu staat in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte concurrerend en leefbaar. Bij de vertaling naar de concrete opdracht komt leefbaar er bekaaid vanaf.’

Van links naar rechts: Michiel Ruis, Rienst Dijkstra en Cees Brandsen op de studiedag

Landschap 3.0 in Lent

Hoe zorg je ervoor dat ruimtelijke kwaliteit van onderzoek tot uitvoering een rol speelt?’Nadat je in de opdracht de technische en ruimtelijke wereld hebt samengebracht, wordt het ontwerp belangrijk. Dit blijft zo tot aan de uitvoering,’ zegt Regina. ‘Ook zul je het ruimtelijk kwaliteits-kader en je ambitie tot aan de uitvoering moeten zien vast te houden. Bij complexe en politiek gevoelige projecten raad ik aan een kwaliteitsteam met vakinhoudelijke experts in te stellen. Zij krijgen de taak de opdrachtgever te adviseren. Bij Ruimte voor de Rivier hebben we een onafhankelijk kwaliteitsteam met de Rijksadviseur voor Landschap en Water als voorzitter. Dit team heeft alle projecten bezocht en geadviseerd; driemaal in de planfase en nu in de uitvoering gaan we tweemaal langs. Het team ruimtelijke kwaliteit van het programmabureau Ruimte voor de Rivier zorgt dat deze adviezen een passende plek krijgen in de projecten. Dat is best

Page 6: Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)

een pittige klus, maar het resultaat mag er zijn: een veiligere en betere leefomgeving voor elke Nederlander binnen het budget en de planning die we als opdracht hebben meegekregen. Dat is de inspanning meer dan waard.’

Vijf tips voor een succesvolle opdracht voor ruimtelijke kwaliteit

1. Zorg dat ruimtelijke kwaliteit van het begin af aan onder-deel is van de opdracht. Maak opdrachtgevers, directeuren en bestuurders bewust van het belang hiervan. Laat ze zien welke meerwaarde mogelijk is voor de leefomgeving en daarmee een soepele besluitvorming tijdens het project.

2. Bedenk bij het opstellen van het plan van aanpak al hoe je de ruimtelijke kwaliteit meeneemt in je opdracht en wie je hierbij betrekt. Zo schep je heldere verwachtingen naar je omgeving en leg je de basis voor het creëren van meer-waarde en daarmee draagvlak voor het project.

3. Maak als overheden een gezamenlijk kader voor ruimtelij-ke kwaliteit, als opstap naar het bepalen van de ambitie. In zo’n kader staat wat de karakteristiek en de kwaliteiten van een gebied zijn en op wat voor manier die belangrijk zijn voor de ruimtelijke invalshoek van jouw opdracht. Ook helpt het kader je om jouw project de motor te laten zijn voor een betere leefomgeving.

4. Bepaal gezamenlijk de ruimtelijke kwaliteitsambitie die past bij het karakter en de kwaliteiten van het gebied en je opdracht. Het ambitieniveau kan uiteenlopen van basis-niveau ‘ruimtelijke inpassing’ naar ‘meekoppeling’ tot het hoogste ambitieniveau: ‘gebiedsontwikkeling’. Houd de mogelijkheid open om pas in een later stadium het ambitie niveau vast te stellen, en de verkenning breed op te zetten.

5. Laat de aard van de opdracht en het ambitieniveau

bepalen hoe het project georganiseerd wordt.

Nuttige praktijkoefeningen op de studiedag

Tijdens de studiedag Landschap 3.0 hebben de deelnemers onderzocht hoe ze ruimtelijke kwaliteit in een project kunnen opnemen. Ze gingen aan de slag met twee praktijkvoorbeel-den: de Grebbedijk bij Wageningen en de Goederencorridor Oost. De ideeën vlogen al snel de tafel over.

Grebbedijk: meer dan dijkverbetering De Grebbedijk beschermt de hele Gelderse Vallei. Daarom is in het Deltaprogramma besloten om hier een hoge veiligheidsnorm voor te stellen en zo een extra sterke dijk te maken, die nagenoeg onbezwijkbaar is. Ruimtelijk is de dijk een verbinding tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe en een grens tussen de Neder-Rijn en de Gelderse Vallei. In de regio is er ambitie om deze Deltadijk te benutten voor extra maatschappelijke meerwaarde.Het advies is om als overheden samen een kader voor ruimtelijke kwaliteit te maken, dat breed ingestoken wordt. Bepaal eerst welke kwaliteiten van het gebied de waarde ervan bepalen. Hoe kun je deze kernkwaliteiten behouden of versterken als je de dijk gaat versterken? En welke ontwerpprincipes passen daarbij ? Maak parallel hieraan een omgevingsanalyse en zorg ook dat de veiligheidsopgave scherp is.

Met het kader, de analyse en de veiligheidsopgave in de hand kunnen drie oplossingsrichtingen uitgewerkt worden: ruimtelijke inpassing (basis ambitieniveau), meekoppeling en gebieds-ontwikkeling. Dit vormt de basis voor het bepalen van het ambitieniveau van bestuurders en daarmee het nemen van besluiten over samenwerking, trekkerschap en financiering.

Presentatie van de groepsresultaten op de studiedag Landschap 3.0

Page 7: Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)

Maatschappelijke meerwaarde voor de Goederencorridor OostDe Goederencorridor Oost omvat de Waal, het spoor en de A15 van de Maasvlakte tot aan Duitsland. De ambitie voor deze corridor is om de logistieke keten te optimaliseren, bij voorkeur zonder nieuwe infrastructuur aan te leggen. In groepssessies keken de deelnemers naar wat er aan onderzoek nodig is om de corridor extra maatschappelijke meerwaarde (duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit, economische ontwikkeling) te geven.

Uit de sessies komt het advies om de opgave vanuit twee kanten te benaderen: de corridor centraal en de omgeving centraal.Onderzoek wat de corridor nodig heeft van het ruimtelijk beleid om optimaal te kunnen bijdragen aan de economische concurrentie-positie. Onderzoek vanuit de omgeving welke landschappelijke

deelgebieden te onderscheiden zijn, wat hiervan de kernkwaliteiten zijn en in hoeverre je die wilt behouden of versterken (ruimtelijk kwaliteitskader) Maak daarnaast een omgevingsanalyse van de wensen en randvoorwaarden vanuit het gebied.

De Goederencorridor kent een internationaal, nationaal en regionaal niveau. Elk van deze niveaus heeft zijn eigen belangen. Hoe belangrijk die belangen zijn voor het project is afhankelijk van de drie oplossingsrichtingen die je zou kunnen onderscheiden: de ongenaakbare, de coöperatieve en de bescheiden goederencorridor.

Impressies van de studiedag Landschap 3.0

Page 8: Van ruimtelijke kwaliteit worden we allemaal rijker (web- of mailversie)

Studiedag Landschap 3.0De studiedag Landschap 3.0, op 12 september 2014, is door het Programmabureau Ruimte voor de Rivier samen met Directoraat-Generaal Ruimte en Water georganiseerd. Dit onder de vlag van de Landschapstriënnale Lingezegen 2014.

Voor meer informatie:Regina HavingaRijkswaterstaat Grote Projecten en OnderhoudRuimte voor de [email protected] 06 52 59 68 84

Robin AertsRijkswaterstaat Zuid-NederlandNetwerkontwikkeling en Visie [email protected] 06 55 71 42 67

Dit is een uitgave van

Ministerie vanInfrastructuur en Milieu

Oktober 2014