toneelhuis man zonder eigenschappen

42
De man zonder eigenschappen Foto:Koen Broos

Upload: dmassche

Post on 26-Jun-2015

110 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

De man zonder eigenschappen

Foto:Koen Broos

Page 2: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

2

Inleiding

De man zonder eigenschappen I is het eerste deel van een drieluik gebaseerd op de gelijknamige roman van de Oostenrijkse schrijver Robert Musil. Musil beschrijft in felle, satirische kleuren de ondergang van een wereld die enige gelijkenis vertoont met de onze.

Wenen 1913. De hoogste Weense kringen komen samen om de viering van het zeventigjarige keizerschap van Franz-Jozef in 1918 voor te bereiden. Zij willen een grotere en grootsere viering organiseren dan diegene die de Duitsers voor hùn keizer voorbereiden.

We maken kennis met een kleurrijk palet aan personages. Hun referentie is het verleden. Zij zien de realiteit slechts door de bril van een nostalgische, voorbije grootsheid. Dat de straten van hun zo geliefde Wenen omwille van de uitbraak van acute paardendiarree langzaam verdwijnen onder keutels en vlaaien, kan de pret niet drukken. De knallen aan het einde van de voorstelling zijn vuurwerk, maar kunnen evengoed de eerste kanonschoten van de Wereldoorlog zijn.

De man zonder eigenschappen I wordt geregisseerd door Guy Cassiers . Deze informatiemap is gemaakt ter voorbereiding en verdieping van het eerste deel. U vindt hierin informatie over het stuk zelf, over verschillende onderdelen zoals kostuums en geluid, over de tijdssituering waarin het stuk zich plaatsvindt en de actualiteit van het stuk. Ook zijn er opdrachten die u met u leerlingen kunt doen. Naast de map is er ook een dvd waar u interviews kunt bekijken en extra achtergrondinformatie vindt.

Page 3: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

3

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave .................................................................................................3

Samenvatting ...................................................................................................4

Personages........................................................................................................7

Geschiedenis...................................................................................................10 Oostenrijk-Hongarije................................................................................................................................................10 Nationalisme en antisemitisme................................................................................................................................11 Beroemde denkers en kunstenaars ...........................................................................................................................12 Hang naar het verleden en dreiging van een nieuwe oorlog ................................................................................13 Wenen ........................................................................................................................................................................13 De wals......................................................................................................................................................................14 De koffiehuizen..........................................................................................................................................................15

Robert Musil...................................................................................................16

Taal..................................................................................................................18

Mogelijkheidszin ............................................................................................21 Eigenschappen...........................................................................................................................................................25

Beeld ...............................................................................................................28

Geluid..............................................................................................................30

Kostuums........................................................................................................32

Discussie in de klas .......................................................................................36

Bijlage .............................................................................................................39 De favoriete tekstfragmenten van de acteurs ..........................................................................................................39 Kaarten Europa ........................................................................................................................................................41

Page 4: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

4

Samenvatting

De man zonder eigenschappen is gebaseerd op de gelijknamige roman van de Oostenrijkse

schrijver Robert Musil. De roman verweeft twee grote verhaallijnen: een politieke satire en een

liefdesverhaal. Van beide verhalen is Ulrich, de man zonder eigenschappen, de spilfiguur.

De man zonder eigenschappen 1 is het eerste deel van de trilogie. De man zonder eigenschappen

II gaat in september 2011 in premiere. De man zonder eigenschappen III gaat in april 2012 in

premiere. In het tweede deel ligt de nadruk op de relatie tussen Ulrich en zijn zus Agathe. Ulrich

en Agathe willen aan de ondergang ontsnappen. Ze zijn in de musiliaanse zin

mogelijkheidsmensen. In het derde deel komt Moosbrugger, de seksuele delinquent en

moordernaar, aan het woord in een monoloog. De rest van de samenleving is als een schim

aanwezig.

De man zonder eigenschappen I is een bewerking van het boek van Robert Musil door Filip van

Luchene, Erwin Jans en Guy Cassiers. Het is opgedeeld in drie bedrijven.

De man zonder eigenschappen I vertelt hoe de Weense beau monde in 1913 samenkomt om de

viering van hun keizer voor te bereiden. Hij zal in 1918 zeventig jaar op de troon zitten. Dit

wordt ook wel de ‘Parallelactie’ genoemd. Tegen zijn zin wordt Ulrich de secretaris van deze

organisatie. Hij komt op die manier in contact met de vertegenwoordigers van een samenleving in

ontbinding. Hier toont Musil zich van zijn scherpe, satirische zijde. Hij toont een panorama van

personages die hij meer of minder spottend beschrijft: die alomtegenwoordige Diotima, de

patriottistische en conservatieve senator graaf Leinsdorf, de arrogante Duitse industrieel Paul

Arnheim, de komische generaal Stumm von Bordwehr, … Een belangrijk gespreksonderwerp,

naast de voorbereidingen, is de moordenaar en seksuele delinquent Moosbrugger. Aan de hand van

die kleurrijke stoet van personages beschrijft Musil een samenleving die op een vulkaan leeft,

maar zich nog niet bewust is van de komende uitbarsting.

Bedrijf 1 Een explosie van ideeën.

Het stuk speelt zich af in 1913 in Wenen, in het Koninkrijk/keizerrijk Oostenrijk-Hongarije,

oftewel Kakanië . Musil gebruikt deze term ook spottend: ‘Ka-Ka’ staat niet alleen voor keizerlijk

en koninklijk, maar ook voor kak. In deze theaterbewerking wordt Wenen ook geteisterd door

een vreselijke paardenziekte waardoor alle paarden kampen met diarree. De stad is in paniek en in

deze situatie maken we kennis met de personages. Het stuk situeert zich rond Ulrich en zijn

vrienden. Door Ulrich maken we kennis met de andere personages in het stuk. Bonadea is de

minnares van Ulrich, maar hij toont echter meer interesse voor de moordzaak Moosbrugger dan

voor haar. Ook tussen hem en zijn jeugdvrienden Walter en Clarisse is een grote afstand ontstaan.

Page 5: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

5

Het huwelijk tussen Clarisse en Walter is niet gelukkig. Ook Walter en Ulrich zijn uit elkaar

gegroeid. Ulrich vindt Walter een mislukte kunstenaar en Walter daarentegen vindt Ulrich leeg en

ongevoelig. Hij is stil blijven staan. Hij is een man zonder eigenschappen.

Ulrich raakt betrokken bij de grote ‘Parallelactie’. Hij is door zijn vader aangeraden aan

graaf Leinsdorf. Hij wordt zo eigenlijk tegen zijn wil secretaris van de gehele actie die het

zeventigjarig jubileum van de keizer zal vieren. Het wordt de ‘Parallelactie’ genoemd, omdat men

in Duitsland bezig is met het voorbereiden van het jubileum van de Duitse keizer. Diotima, de

nicht van Ulrich is het kloppend hart van deze actie. Het hart van haar man Tuzzi klopt

voornamelijk voor jonge actrices en haar relatie met haar man is daardoor niet optimaal. Zij wil

door middel van de actie iets groots ‘daadzakelijk verwezenlijken’, maar heeft nog niet aan iets

speciaals gedacht. Ze neemt de salon en haar taak heel serieus. Ze wil commissies stichten met

leden uit alle groepen van de bevolking. De actie moet de Oostenrijkse cultuur in haar essentie

tonen. Buiten de salon schijten de paarden echter onvermoeid verder en laat Palmer, de koetsier

van Ulrich, zich ondertussen schamper uit over de vele bevolkingsgroepen die in Wenen leven.

In de salon van Diotima wordt ook een belangrijke gast verwelkomd. Graaf Arnheim, een

Pruissische zakenman en schrijver. Diotima ontmoet in hem ‘de incarnatie van de Europese

geest’ en valt als een blok voor hem. Het eerste bedrijf eindigt met een samenkomst van alle

leden van de ‘Parallelactie’. Het moet een luisterrijke manifestatie van Oostenrijks levenskracht

worden. Ulrich presenteert als voorzitter de verschillende voorstellen. De vergadering wordt

geschorst zonder dat er iets besloten is.

Geen van allen heeft werkelijk zicht op wat er aan het gebeuren is: ze verliezen zich in

partriottistisch idealisme, zakelijk pragmatisme of in apocalyptische dweperij. Een belangrijk

gespreksonderwerp dat vele malen terug komt, is de moordenaar en sexuele delinquent

Moosbrugger. Deze interesse in Moosbrugger laat de hang van de personages naar het morbide,

naar het niet toelaatbare zien.

Bedrijf 2 In het oog van de storm

In het tweede bedrijf maakt elk personage voor zichzelf de stand van zaken op. We maken kennis

met de gedachten en eigenbelangen van de personages. We zien een groep mensen die zichzelf

musealiseert. Hun referentie is het verleden. Zij zien de realiteit slechts door de bril van een

nostalgische voorbije grootsheid en kunnen of willen het verval niet zien. De taal is er enkel nog

om te verbloemen. Ze leven in een wereld die er eigenlijk niet meer is. Ook hier is er sprake van

een vorm van incest: de ‘Parallelactie’ is alleen bezig met zichzelf. De persoonlijke belangen

nemen uiteindelijk de overhand op de politieke doelstellingen.

Ulrich en Diotima groeien dichter naar elkaar toe. Alle vrouwen, Bonadea, Clarisse en Diotima,

dromen weg en Ulrich speelt daarbij geen onbelangrijke rol…

Page 6: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

6

Bedrijf 3 De barbaren komen

De tentoonstelling ‘ morele verheffing door criminaliteit’ brengt de ‘Parallelactie’ in een

stroomversnelling. Graaf Von Schattenwalt houdt zijn toespraak over politie en moraal en laat

hiermee zijn ware aard zien. Het is een fascistisch en militaristisch betoog. Er ontstaat een

discussie over de ‘Parallelactie’ en ook in de straten van Wenen blijft het niet rustig.

Bonadea komt weer ongevraagd langs bij Ulrich en ze beseffen beiden dat hun liefde over

is. Walter en Clarisse beseffen eveneens dat ook hun relatie voorbij is. Clarisse wil een kind van

Ulrich en Ulrich vertrekt omdat zijn vader is overleden.

In Wenen is een opstand uitgebroken, de ambtenaren staken en de mensen protesteren op

straat. Diotima heeft met spoed de vergadering weer bijeengeroepen omdat haar geliefde actie

zowel van binnenuit als van buitenaf wordt bedreigd. Buiten staat een grote menigte te

protesteren. Er ontstaat ruzie en de vergadering breekt op. Er is wederom nog niks besloten. Aan

het einde dwalen Ulrich en Walter ieder voor zich door Wenen, hun gedachten spuiend. Ulrich

constateert dat de geestelijke mens altijd de dupe is bij grote omwentelingen. Zijn nachtelijke

tocht door Wenen brengt hem Moosbrugger in gedachten. Ulrich’s eenzaamheid wordt steeds

groter. Zo groot als de wereld die uit elkaar valt...

Page 7: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

7

Personages

De man zonder eigenschappen is een politieke satire met een daarin verwikkeld liefdesverhaal.

Het is een verhaal over het verval van een samenleving.

U maakt kennis met de personages uit De man zonder eigenschappen.

In de roman van Musil komen vele personages voor die zich begeven rondom Ulrich. In de

bewerking naar de toneeltekst zijn er een aantal personages samengevoegd én heeft de schrijver

twee personages toegevoegd; namelijk de koetsier Palmer en graaf Von Schattenwalt. In

tegenstelling tot de rest van de personages die zich in een hoge sociale klasse bevinden,

vertegenwoordigt Palmer de stem van het volk. Von Schattenwalt is een samenvoegsel van

meerdere personages uit het boek die de stem van rechts vertolkten.

Ulrich: Tom Dewispelaere

Ulrich wordt tegen zijn zin secretaris van de Parallelactie. Hij

doorziet de leegte van het geheel en is liever een beschouwer

dan een doener. Hij kiest niets en heeft plezier in het falen

van de anderen. Omdat hij niet kiest, heeft hij geen doel en

kan dat doel dus ook niet mislukken.

Bonadea: Liesa van der Aa

Bonadea is de minnares van Ulrich. In tegenstelling tot in de

roman is ze hier heel jong. Bonadea verschijnt altijd op

‘ongewenste momenten’ en houdt Ulrich op de hoogte van

de zaak Moosbrugger.

Walter: Dries Vanhegen

Walter is de kunstenaar die het niet gemaakt heeft en

daaronder lijdt. Hij is de boezemvriend en rivaal van Ulrich.

Hij is getrouwd met Clarisse. Tegen het einde komt hij in een

diepe crisis terecht.

Page 8: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

8

Clarisse: Katelijne Damen

Clarisse is intelligent, kunstzinnig, maar overgevoelig en

niet erg stabiel. Zij is de vrouw van Walter, maar verliefd

op Ulrich. Ook zij komt in een diepe crisis terecht.

Diotima: Gilda De Bal

Diotima is een van de drijvende krachten achter de Parallelactie. Zij is

idealistisch en een echte society dame. Ze heeft een gespannen verhouding

met haar man Tuzzi en wordt verliefd op Arnheim.

Tuzzi: Dirk Buyse

Tuzzi is de echtgenoot van Diotima. Hij ziet met lede ogen aan dat

zijn vrouw zich voor de Parallelactie engageert, maar wil haar niets in

de weg leggen. Ook ziet hij dat zij iets voelt voor Arnheim, maar hij is

niet krachtig genoeg om in te grijpen.

Leinsdorf: Vic De Wachter

Leinsdorf is de hoogste in de rang. Hij hoort nog tot de oude elite

en bepaalt in de parallelactie wat wel of niet goed is. Maar eigenlijk

vindt hij elk voorstel goed (er zitten toch geen serieuze voorstellen

tussen, dus moeten ze allemaal maar even serieus genomen

worden).

Page 9: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

9

Arnheim: Johan Van Assche

Arnheim is een Duits industrieel. Hij is een charmeur, een

man van de wereld, een renaissancemens. Hij is charismatisch.

Maar hij heeft een geheime agenda en is sluw en berekend. Hij

is te gast maar neemt langzamerhand de ruimte over. Hij is de

enige echte opponent van Ulrich.

Von Schattenwalt: Wim van der Grijn

Von Schattenwalt is graaf en leunt op Leinsdorf. Hij is

voortdurend in zijn gezelschap en beaamt alles wat

Leinsdorf zegt (Leinsdorf is dan ook de "meerdere"

van hun twee). Tot aan zijn speech over de

politietentoonstelling (begin derde bedrijf) is hij

eigenlijk vrij lief en zachtaardig, maar dan blijkt dat

hij toch ook een strategie heeft. In zijn speech doet

hij ook het tegenovergestelde van waar hij over

spreekt: hij heeft het over complete "ikloosheid",

maar stelt zichzelf wel centraal.

Op de dvd vertellen de acteurs kort wat over hun personage. Welke eigenschap vinden zij het

mooist van hun personage en wat is hun favoriete tekstfragment?

Stumm: Marc van Eeghem

Stumm is generaal. Hij is niet erg verfijnd en

gecultiveerd. Boerenwijsheid. Misschien is hij

precies daarom een ‘vriend’ van Ulrich. Hij

weet zich een steeds belangrijkere plek te

geven in de Parallelactie. Ook hij valt voor de

charmes van Diotima.

Palmer: Marc van Eeghem

Palmer is de koetsier van Ulrich. Hij

vertegenwoordigt de man van het volk.

Hij is de commentator van onderuit.

Page 10: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

10

Geschiedenis

De man zonder eigenschappen is gebaseerd op de gelijknamige roman van Robert Musil uit 1930.

Met zijn onvoltooide grote roman De man zonder eigenschappen schreef de Oostenrijkse auteur

Robert Musil zoiets als een onafgewerkte symfonie. Musil beschrijft in felle, satirische kleuren de

ondergang van een wereld die enige gelijkenis vertoont met de onze. Musil laat het verhaal

afspelen aan de vooravond van de eerste wereldoorlog. Hij begint met het schrijven van de roman

in de jaren 30 van de twintigste eeuw. De eerste wereldoorlog is dan achter de rug, de tweede laat

niet lang meer op zich wachten.

Het verhaal speelt zich af in 1913 in Wenen, dan nog het centrum van de Oostenrijks-Hongaarse

Dubbelmonarchie. Op de vooravond van de Eerste Wereldoorlog bereidt de Weense elite een grote

manifestatie voor hun keizer Franz-Jozef voor, die in 1918 zeventig jaar op de troon zal zitten.

Tegelijkertijd zijn de Pruisen bezig met het voorbereiden van het jubileum van keizer Wilhelm II.

Daarom wordt ook wel gesproken van de ‘Parallelactie’.

Het stuk speelt zich dus af in Oostenrijk-Hongarije, (door Musil Kakanië genoemd), maar wat was

Oostenrijk-Hongarije eigenlijk?

Oostenrijk-Hongarije

Oostenrijk-Hongarije, ook bekend als de

Donaumonarchie, bestond tussen 1867

en 1918. Oostenrijk-Hongarije was rond

1900 na Rusland het grootste land in

Europa en speelde een belangrijke

economisch-politieke rol in Europa.

Het land ontstond uit het Keizerrijk

Oostenrijk en de vereniging van

Oostenrijk met Hongarije vond plaats

door het huwelijk van Anna van

Bohemen (dochter van de koning van

Bohemen en Hongarije) en aartshertog

Ferdinand van Oostenrijk in 1521. Maar pas ten tijde van de Franse revolutie ging Oostenrijk zich

meer richten op Hongarije. Na de Pruisisch - Oostenrijkse oorlog in 1866 konden de Hongaren

niet meer genegeerd worden. Keizer Franz Josef gaf aan Hongarije dezelfde status als aan

Oostenrijk, het zogenaamde Oostenrijks-Hongaars Compromis (de Ausgleich).

De Dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije werd een feit. De Hongaren en Oostenrijkers kregen

hierdoor een bevoorrechte positie ten opzichte van de Slavische volkeren die ook woonachtig

waren in het keizerrijk en hierdoor buitenspel werden gezet. De Hongaren zelf echter waren niet

Page 11: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

11

tevreden met de unitaire staat Oostenrijk. Zij kwamen net als de Slavische volkeren in de

monarchie in 1848 in opstand. De innerlijke samenhang van Oostenrijk-Hongarije verzwakte

ernstig en werd nog verder verzwakt door de opkomst van Duitsland.

In het roerige revolutiejaar 1848 kwam Frans Jozef I, op 18 jarige leeftijd, aan de macht

nadat de zwakke keizer Ferdinand I was afgezet en zijn vader Frans Karel onder zware druk van

zijn vrouw Sophie van de troon had afgezien. Frans Jozef trouwde met Elizabeth von Wittelsbach.

Zij werd hierdoor keizerin van Oostenrijk en in 1867 ook koningin van Hongarije. Door familie

en vrienden werd zij Sisi genoemd. Hun jongste zoon Frans Ferdinand, en tevens troonopvolger,

werd in 1914 vermoord in Sarajevo. Deze moord vormde mede de aanleiding voor de Eerste

Wereldoorlog. De moord vond plaats op 28 juni 1914, toen de Oostenrijkse kroonprins samen

met zijn vrouw een bezoek bracht aan Sarajevo, de hoofdstad van de Oostenrijk-Hongaarse

provincie Bosnië en Herzegovina.

In De man zonder eigenschappen beschrijft Musil de voorbereidingen van de

‘Parallelactie’. Oostenrijk-Hongarije wil een groot jubileum vieren ter ere van Franz Josef die in

1918 zeventig jaar lang op de troon zal hebben gezeten. De actie blijft echter steken bij de

voorbereidingen. De eerste wereldoorlog breekt uit en Franz Josef sterft in 1916 na achtenzestig

jaar keizer van Oostenrijk en koning van Oostenrijk-Hongarije te zijn geweest. Hij sterft in de

wetenschap dat zijn dood niet alleen het einde is van zijn keizerschap maar ook het einde van de

eenheid van Oostenrijk-Hongarije.

Het land had in 1910 ruim 51 miljoen inwoners en had als hoofdsteden Wenen en

Boedapest. Oostenrijk-Hongarije was een multinationale staat, waarin verschillende volkeren

leefden: met name Duitsers, Hongaren, Tsjechen, Roemenen, Polen, Slowaken; Slovenen,

Kroaten, Roetheniers, Italianen, Roma en Joden. Naast de veelheid van nationaliteiten was er ook

een veelheid aan talen en religie in het rijk. Dit alles bracht veel onderlinge spanningen met zich

mee. Veel volken eisten een vorm van zelfstandigheid op. In 1918 valt het land uiteen en

ontstaan er uiteindelijk 6 landen; de Republiek Duits-Oostenrijk, de Hongaarse Sovjetrepubliek,

Tsjecho-Slowakije, Polen, het Koninkrijk Roemenië en de Staat van Slovenen, Kroaten en

Serven.

Nationalisme en antisemitisme

Het begin van de twintigste eeuw is een roerige tijd in Europa. Het is een tijd van industrialisering

en sterke vooruitgang. Maar ook het klassenverschil wordt ernstig vergroot. De personages uit De

man zonder eigenschappen bevinden zich in de hogere klasse die geen weet heeft of zich afzijdig

houdt van de rest van de bevolking. Het is een periode van een grote culturele bloei maar ook een

van armoede en ziekte bij de arbeidersklassen. Europa is op alle vlakken heftig in beweging. De

landsgrenzen veranderen. Italië wordt net als Duitsland een eenheid. Oostenrijk-Hongarije wordt

Page 12: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

12

een dubbelmonarchie. Maar in al deze landen leven verschillende volkeren die een steeds grotere

autonomie opeisen. Zij willen eigen bestuur, hun eigen taal, hun eigen land.

Typisch voor het einde van de negentiende eeuw was de oprichting van een groot aantal

nationalistische verenigingen. Het toenemende nationalisme en de daaraan gekoppelde ambities

zijn niet los te zien van een groeiend antisemitisme. Op het einde van de negentiende eeuw was de

Joodse gemeenschap een sterk geassimileerde groep, die zich, op het geloof na, nauwelijks

onderscheidde van de andere bevolkingsgroepen. Desondanks werden ze niet toegelaten tot de

hogere functies in het openbare bestuur. De combinatie van het economische succes en de

progressieve instelling van de Joden was een doorn in het oog van de meer conservatieve

groeperingen die de industrialisatie en de daarmee gepaarde gaande moderniseringen met lede ogen

zagen gebeuren. Het antisemitisme was niet nieuw in Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. De hele

christelijke geschiedenis is erdoor gekenmerkt: traditioneel werden de Joden beschouwd als de

degenen die de dood van Christus op hun geweten hadden. Het tot dan gekende antisemitisme was

dus vooral gericht op het niet-christelijke geloof van de Joden. Op het einde van de negentiende

eeuw kwam daar echter het raciale element bij. Joden vielen steeds minder te herkennen als een

religieuze minderheid. De omslag van een religieus naar een raciaal antisemitisme kunnen we

situeren in 1873, toen een zekere Wilhelm Marr het boekje Der Sieg des Judentums über das

Germanentum von nicht konfessionellen Standpunkt publiceerde. Antisemitisme was in het laatste

kwart van de negentiende eeuw vrij “normaal” geworden en leefde onder alle lagen van de

bevolking. Hitler woont in het begin van de 20e eeuw ook enkele jaren in Wenen. Hij doet daar

tot twee maal toe toelating aan de kunstacademie maar wordt afgewezen. In wenen komt hij voor

het eerst in aanraking met het antisemitisme.

In De man zonder eigenschappen is von Schattenwalt (die een toegevoegd personage is,

hij komt niet voor in het boek) eigenlijk de pré-nazist, de voorloper van de nazi die op het einde

een fascistisch betoog houdt. Ook Palmer, de man van het volk, laat zich schamper uit over de

vele bevolkingsgroepen die in Wenen leven. De andere personages schertsen ondertussen over

een taalstrijd die wordt gevoerd omdat bevolkingsgroepen in hun eigen taal les willen krijgen.

Beroemde denkers en kunstenaars

Zowel op politiek, cultureel en wetenschappelijk gebied gebeurt er veel in Europa. Er verandert

veel. Maar tevens wordt er door de elite graag vastgehouden aan het oude.

Robert Musil bescrijft deze stagnatie van het Oostenrijkse Rijk in De man zonder eigenschappen.

Zo is keizer Franz Jozef zelf geen voorstander van veranderingen en uiterst conservatief. Er zijn

grote tegenstellingen in ideologieën en meningen over kunst en wetenschap. Op de dvd kunt een

patchwork, een collage, openen waarin u een beeld van de belangrijke mensen rond de

eeuwwisseling van 1900 krijgt. Hierin zijn grotendeels personen opgenomen uit het rijk

Oostenrijk-Hongarije zoals Klimt, Schiele en Brahms. Naast personen uit Oostenrijk-Hongarije

Page 13: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

13

maakt u ook kennis met met kunstenaars en denkers uit overige delen van Europa zoals Einstein

en de Belgische kunstenaar Ensor.

Hang naar het verleden en dreiging van een nieuwe oorlog

De personages in De man zonder eigenschappen proberen zich krampachtig vast te houden aan

het verleden. Ze leven afgesloten van de rest van de wereld, geïsoleerd in hun eigen bestaan.

Palmer is de enige man van het volk die af en toe zijn stem laat horen. Pas tegen het einde van

deel 1 komt het volk even tevoorschijn. Ze staan op het plein en roepen, nog nooit was het volk

zo dichtbij, maar zelfs dan neemt de elite hen niet serieus. Zij zien niet dat er een oorlog op komst

is, of willen dit niet zien maar blijven steken in het verleden terwijl de wereld om hun heen

beweegt, razendsnel verandert en zichzelf niet meer een halt kan toeroepen. Terwijl de bevolking

achterblijft.

Het stuk speelt zich af aan de vooravond van de eerste wereldoorlog. Musil schrijft dit boek echter

na de eerste wereld oorlog en voltooit zijn roman nooit. De tweede wereldoorlog laat echter niet

lang meer op zich wachten..

Wenen

De man zonder eigenschappen speelt zich af in Wenen.

Wenen aan het begin van de twintigste eeuw is een stad met veel problemen en een groeiend

antisemitisme. Er is veel armoede en op alle vlakken is het leven roerig. Het was er niet

gemakkelijk om te overleven maar juist die roerige stad blijkt een broedplaats voor kunstenaars en

denkers. Wenen is natuurlijk om meer bekend dan alleen Freud, Klimt en Brahms (en niet te

vergeten Mozart!). De wals, de koffiehuizen, de theaters en de vele bals zijn dingen die nog steeds

tot de verbeelding spreken als je aan Wenen denkt.

Page 14: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

14

De wals

"De Weense wals is de uitdrukking van

het positieve levensgevoel. Als het meisje

de wals heeft gehoord en gedanst kan ze

rustig en tevreden naar de dood

verlangen."

Uitspraak in het parlement

Van Oostenrijk-Hongarije, 1875

Het begrip dat in het algemeen het meest

met muzikaal Wenen zal worden geassocieerd is "de wals". De geschiedenis van de Weense

muziek als amusement is zeer omvangrijk. Je kunt beginnen bij de eerste Weense school:

de Haydns, Mozart, Beethoven, Schubert. Bij deze componisten was amusement, het

behagen van het publiek, altijd hoogstens één aspect van het werk was, maar nooit het

enige. Nog tijdens het leven van deze laatste twee begon Johann Strauss Vater

(Wenen,Maart 14, 1804 – September 25, 1849) met de ontwikkeling van een muziek die

expliciet alleen behaagzuchtig was.

De wals, de dans en de manier waarop Johann Strauss dit alles dirigeerde had iets van een

exorcisme, zo wordt gerapporteerd door de Duitse reiziger Heinrich Laube. Het walsen had

iets van een bacchantisch ritueel, waarin men zich totaal kon laten gaan - en de sores van

alledag voor een moment kon vergeten.

Johan Strauss schreef zijn bekendste wals, An der schönen blauen Donau, een paar weken

na de beslissende militaire nederlaag van Oostenrijk tegen Pruisen, bij Königgratz in 1866.

De wals is nog steeds ontzettend populair in Oostenrijk. Elk jaar worden verschillende bals

georganiseerd. Het bekendste is wel het Weense operabal. Die opent natuurlijk met de wals op

muziek An der schönen blauen Donau.

Op de dvd kunt u een echte Weense Wals bekijken. Mannen in kostuums, vrouwen in baljurken

zwierend in een paleis.

Page 15: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

15

De koffiehuizen

‘Zonder koffiehuizen geen Wenen, zonder

Wenen geen koffiehuizen’, schrijft Geert

Mark in zijn boek In Europa. In het Wenen

rond de vorige eeuwwisseling speelde het

koffiehuis een belangrijke rol. Zo was Café

Central, een ouderwetse ruimte vol spiegels,

kroonluchters en marmeren tafels, de

ontmoetingsplaats van de Weense

intellectuelen. Hier werd Kaffee und Kuchen

(koffie met gebak) genuttigd, de krant gelezen en de theateragenda, de sociale activiteit bij uitstek,

geraadpleegd. Elk koffiehuis bezit een uitgebreide koffiekaart waarop namen als Schwarzer

(espresso), grosser Brauner (met melk) en Einspänner (glas koffie met slagroom) prijken. Een

stukje Topfenstrudel (kwarktaart), Schwarzwalderkirschtorte (chocoladetaart) of Sachertorte

(taart bedekt met abrikozenjam en omhuld met chocolade) hoort erbij.

Page 16: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

16

Robert Musil

Robert Musil, de schrijver van het boek De man zonder

eigenschappen werd op 6 november 1880 in het Zuid-

Oostenrijkse Klagenfurt geboren. Zijn vader werkte bij een

machinefabriek en werd later directeur van een staatsschool

voor de industrie. Evenals Hermine Bergauer, zijn vrouw,

was Musil sr. afkomstig uit een burgerlijk milieu waarin

ambtelijke en militaire functies het gebruikelijkst waren.

Veel zal Musil zich later niet kunnen herinneren van zijn

jeugd en de herinneringen die hij heeft, kan hij niet altijd

positief waarderen. Hij was een introvert kind, dat moeite had zich aan de conventies van het

kind-zijn te houden. Zo verraden beelden uit zijn dagboeknotities en pogingen een autobiografie te

schrijven, dat hij het liefst voor een raam van het ouderlijk huis stond, te staren naar dingen die

toevallig zijn aandacht trokken. Dit beeld, van iemand die peinzend voor het raam staat, zal later

vaker dan elk ander terugkeren in zijn werk. In het boek De man zonder eigenschappen ontmoet

de lezer Ulrich voor het eerst wanneer hij voor het raam van zijn nieuwe huis in Wenen naar

buiten staart.

Musil verlaat het ouderlijk huis al in 1892, hij wordt interne leerling op de Militär-Unterrealschule

in Eisenstadt. Hoewel hij zich in 1897 voor de militaire academie in Wenen liet inschrijven, ziet

Musil uiteindelijk van een militaire loopbaan af. In plaats daarvan gaat hij naar Brünn, waar hij

aan de technische hogeschool in 1901 het diploma van ingenieur behaalt. Vervolgens treedt hij in

militaire dienst bij de infanterie in Brünn, waar hij het werk van Nietzsche en Ernst Mach begint

te lezen. Dit werk heeft veel bijgedragen tot Musils intellectuele denk-en schrijfwijze. Nietzsches

gedachten over moraal, geloof, menselijke betrekkingen, recht en onrecht weerklinken op allerlei

manieren in zijn werk. Niet lang daarna raakt Musil gedesillusioneerd in zijn vak van ingenieur.

Zijn aanvankelijke fascinatie voor de nuchterheid van de techniek verdwijnt, literatuur wordt zijn

uitweg uit deze impasse. In 1903 begint hij met de studies filosofie en psychologie aan de

universiteit van Berlijn, waar hij in 1908 promoveert met een proefschrift over mogelijkheden en

beperkingen van de natuurwetenschappen. In Berlijn begint hij aan zijn eerste ontwerpen voor De

man zonder eigenschappen: er werden aantekeningen teruggevonden over zijn jeugdvrienden

Gustav Donath en Alice Charlemont, die aan de basis liggen van het echtpaar Walter en Clarisse.

Page 17: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

17

Musil begon aan De man zonder eigenschappen in 1921, en werkte eraan verder tot op de dag

van zijn dood. De roman wilde hem maar moeizaam uit de vingers komen: Musil schreef

wel veel, maar bewerkte en rangschikte het materiaal onophoudelijk. Het eerste deel van de

roman van verschijnt in 1930. Het tweede deel van de roman verschijnt in 1938, maar de nazi’s

stonden dat in de weg. Na de Anschluss van Oostenrijk bij het nazidom vertrokken Musil en zijn

vrouw naar Italië en later naar Zwitserland. Hij zei tegen de autoriteiten in Wenen dat hij vertrok

om gezondheidsredenen, want als hij officieel emigreerde, zouden zijn achtergebleven bezittingen

met beslaglegging bedreigd worden. Tegen het einde van de oorlog zijn zijn papieren, boeken,

meubelen en andere eigendommen alsnog vernietigd.

Musil werkte aan De man zonder eigenschappen tot op de dag van zijn dood, 15 april 1942. ’s

Ochtends had hij aan zijn schrijftafel gezeten, na de middag ging hij even naar de badkamer om

een douche te nemen. Toen zijn vrouw vijf minuten later binnenkwam, was hij dood: een

hersenbloeding. Hij liet twee kisten met handschriften na, waaronder het laatste, onvoltooide deel

van De man zonder eigenschappen.

Adolf Frisé heeft in 1982 in zijn Plädoyer für Robert Musil een lijst met oordelen van mensen die

hem gekend hebben over de persoon Musil samengesteld: Koel, trots, gesloten, koud, vernietigend

in zijn oordeel, scherp, ijdel, elegant, beleefd, verzorgd, afstandelijk, ambtelijk, onkreukbaar, een

grote maar onsympathieke persoonlijkheid, trots op zijn oorlogsverleden, ontoegankelijk, voelde

zich niet erkend, hield de mensen ver van zich, eenzaam, sprak op militaire toon en maakte

eerder geringschattende dan positieve opmerkingen. Deze eigenschappen worden in biografieën

van Musil vaak in één adem genoemd met twee andere aspecten die een rol speelden in zijn leven:

de armoede waarin hij het grootste deel van zijn leven heeft verkeerde, en zijn houding ten

opzichte van andere auteurs.

Page 18: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

18

Taal

‘ Boven de Atlantische Oceaan bevond zich een barometrisch minimum; het trok oostwaarts, in

de richting van een boven Rusland gelegen maximum, en vertoonde nog niet de neiging hiervoor

naar het noorden uit te wijken. De isothermen en isotheren vervulden hun plicht. De

luchttemperatuur stond in de voorgeschreven verhouding tot de gemiddelde jaartemperatuur, tot

de temperatuur van zowel de koudste als de warmste maand en tot de aperiodische maandelijkse

temperatuurschommeling. De opkomst en ondergang van de zon, van de maan, de lichtvariaties

van de maan, van Venus, van de ring van Saturnus en vele andere gewichtige verschijnselen

stemden overeen met de voorspellingen daaromtrent in de astronomische jaarboeken. De

waterdamp in de lucht had zijn hoogste spankracht en de luchtvochtigheid was gering. In één

woord, dat de feitelijke situatie heel aardig weergeeft; ook al is het wat ouderwets: het was een

mooie augustusdag in het jaar 1913.’

De eerste twee delen van De man zonder eigenschappen tellen samen al meer dan 1300 pagina’s

en dan is er ook nog het derde, onvoltooide, deel. Veel lezers hebben naar alle waarschijnlijkheid

het einde niet, of nog niet, gehaald. De opening van het boek is ondertussen echter

wereldberoemd. Deze opening, die u zojuist heeft gelezen, geeft veel informatie over het

taalgebruik en de manier van schrijven van Robert Musil.

Musil wil een wetenschappelijke manier van schrijven toepassen. In de opening wordt op drie

verschillende manieren eigenlijk hetzelfde verteld. In het eerste stuk hoort men een meteoroloog

aan het woord. In het tweede stuk een astroloog en in de derde een realistische verteller. Het zijn

alle drie correcte beschrijvingen van hetzelfde gebeuren verteld vanuit verschillende standpunten.

Musil is op zoek naar een wetenschappelijke manier van schrijven. Een manier die het denken

kan vastleggen op papier. De man zonder eigenschappen laat een veelheid van standpunten,

ideologieën en ideeën zien die vorm krijgen in verschillende personages. Musil probeert deze zo

feitelijk mogelijk op papier te zetten en laat daarin ironie en humor niet achterwege. Het

‘denken’ op papier zetten is echter geen gemakkelijke opgave, gedachten zijn immers flarden die

vluchtig zijn en na gedacht te zijn snel weer hun eigen weg gaan. Musil schrijft in ‘ Een hoofdstuk

dat een ieder die geen al te hoge dunk heeft van het denken als bezigheid kan overslaan’: ‘

Helaas is in de schone letteren niets zo moeilijk weer te geven als een denkend mens. (...)Hoe

helderder het brein, hoe minder men ervan merkt. Daarom is het denken, zolang het niet af is,

eigenlijk een heel treurige toestand, een soort koliek van alle hersenkronkels, en als het af is heeft

het al niet meer de vorm van de gedachte waarin je het ervaart, maar al die van het gedachte, en

dat is helaas een onpersoonlijke vorm, want de gedachte is dan naar buiten toe gekeerd en voor

mededeling aan de wereld klaargemaakt. Men kan als iemand denkt bij wijze van spreken nooit het

Page 19: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

19

moment tussen het persoonlijke en het onpersoonlijke vatten, en daarom is het denken voor

schrijvers kennelijk zo’n netelige kwestie dat zij het liever vermijden’.

Musil wil het denken en de moderne samenleving zo exact mogelijk op papier zetten. Anthony

Mertens schrijft hierover in de Groene Amsterdammer : ‘De man zonder eigenschappen gaat

over het denken en meer nog over de grenzen van het denken. Musil probeert in zijn roman met

de koelheid van het exacte wiskundige denken binnen te dringen in het gebied dat zich aan de

verstandelijke vermogens lijkte onttrekken en daardoor een perfect alibi lijkt te verschaffen voor

imposante kletspraat’.

In de voorstelling vind je dit terug in het taalgebruik van de meeste personages. Ze praten in lange

zinnen en gebruiken moeilijke woorden maar uiteindelijk zijn het holle frasen. De inhoud is leeg.

De taal van Musil is ontzettend rijk; heel poëtisch en filosofisch. De personages identificeren zich

met de taal maar verschuilen zich daar ook achter. Door de taal verdoezelen ze hun eigen twijfels

en proberen ze zich vast te houden aan het verleden. Hun taalgebruik laat zien dat ze ver af staan

van de concrete realiteit en zich in hun eigen wereld proberen vast te zetten.

Een fragment uit de voorstelling laat Diotima aan het woord over de ‘Parallelactie’. Uit

onderstaand fragment blijkt ook de inhoudsloosheid van het geheel. Diotima gebruikt een veelheid

aan woorden om vrij weinig te zeggen.

‘We leven in een grote tijd want onze tijd zit vol grote ideeën; maar men zou haast vergeten hoe

moeilijk het is het grootste en belangrijkste daarvan te verwezenlijken zodra alle voorwaarden

daarvoor gegeven zijn behalve dit ene, namelijk welk idee nu eigenlijk het grootste en echt

belangrijkste is. De actie moet haar hoogtepunt vinden in een groot teken of helemaal niet! Dat

staat vast. Ze moet het hart van de wereld raken maar vraagt ook om beïnvloeding van boven af.

Dat kan niet worden ontkend. Wij, die vandaag voor de eerste maal in vergadering bijeen zijn,

voelen ons niet geroepen dit doel nu al vast te leggen, want wij zijn vooralsnog alleen

bijeengekomen om een organisatie in het leven te roepen die het ontwikkelen van voorstellen die

tot dit doel voeren in goede banen moet leiden.’

In de opening heeft Musil het over ‘ de neiging’ van de Atlantische depressie. Hier geeft hij al

uitdrukking aan een centraal idee van de roman, namelijk dat wat kan zijn. Het geeft een

mogelijkheid weer en geeft tegelijkertijd aan dat het mogelijke even belangrijk is als het feitelijke.

In zijn roman is die mogelijkheid erg belangrijk, de roman zelf, de personages die daarin

voorkomen en de taal die zij spreken is niet meer dan een van de vele mogelijkheden waarvan

eentje op papier is gezet.

In de biografie is al vermeld dat Musil veelvuldig door het raam naar buiten kijkt. In De man

zonder eigenschappen zie je Ulrich om de haverklap uit het raam staren. Kruithof noemt hiervan

twee functies; ten eerste bewerkstelligt het een soort realiteitseffect. Je kijkt als het ware met de

Page 20: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

20

hoofdpersoon mee naar buiten. Ten tweede roept het een hele hoop tweedelingen op. Veel

opposities in de roman worden aan het raam uitgezet. Licht en donker, dag en nacht en binnen en

buiten. Maar ook de tweedeling tussen de wetenschap en kennis enerzijds en anderzijds dagdromen

en creativiteit, met alles wat niet redeneerbaar is en zodoende buiten het systeem valt. Musil

noemt dit ook wel de tweedeling tussen werkelijkheidszin en mogelijkheidszin.

Antony Mertens beschrijft in zijn essay over Musil het centrale idee van De man zonder

eigenschappen. Musil meent dat de moderne wereld behoefte heeft aan een mens die net zo

modern is als de technologie die al door de straat davert. Terwijl de wereld in rap tempo

moderniseert, leven de meesten nog in een feodale cultuur. De mens kan de vooruitgang niet

bijbenen en blijft staan. Musil analyseert de vooroorlogse Oostenrijkse maatschappij, "Kakanië",

als een van stagnatie en verkramping. Oorzaak daarvan is dat de maatschappij en de mentaliteit

zich in verschillende tempo's ontwikkelen.

Volgens Musil bestaat er - tegenover en naast de gewone, reële wereld, waarin men slaafs gelooft

wat men van autoriteiten krijgt aangereikt - een andere, mystieke wereld. En het is deze wereld

van de mystiek die Musil, met name in het tweede deel van Der Mann, bijna wetenschappelijk

exploreert: "Het is Musils obsessie om zaken die krachtens hun aard zo vaag, veranderlijk en

ongrijpbaar zijn dat ze zich haast per definitie aan de taal onttrekken, desondanks messcherpe

contouren te geven", aldus Cyrille Offermans. Wanneer men zich geheel voor de werkelijkheid

openstelt, deze open ervaart, zal men een beter beeld ervan krijgen, een waarachtiger leven leiden.

En Musils hoofdpersonage Ulrich is het ideaaltype van deze, onbevooroordeelde, direct ervarende,

niet door vertekenende eigenschappen behepte mens.

In dit eerste deel gaat Musil veel meer in op de sociaal-historische werkelijkheid van de

Dubbelmonarchie. De ondergang daarvan leidt hem tot de conclusie dat de mens zijn geloof in

verlossing door historische ontwikkeling is verloren.

Page 21: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

21

Mogelijkheidszin

Een belangrijk onderdeel in de roman van Musil gaat over mogelijkheidszin.

‘Als de werkelijkheidszin bestaat moet de mogelijkheidszin ook bestaan.’

Hieronder vindt u alvast twee hoofdstukken uit het boek die deze mogelijkheidszin duiden.

- 4 -

Als werkelijkheidszin bestaat, moet mogelijkheidszin ook bestaan

Als je goed door open deuren wilt komen, moet je rekening houden met het feit dat ze vaste

posten hebben: dit principe, waarnaar de oude professor altijd had geleefd, is eenvoudig een eis van

de werkelijkheidszin. Maar als werkelijkheidszin bestaat, en niemand zal eraan twijfelen dat deze

bestaansrecht heeft, dan moet er ook iets bestaan dat je mogelijkheidszin kunt noemen. Wie die

bezit zegt bijvoorbeeld niet: hier is dit of dat gebeurd, zal gebeuren, moet gebeuren; maar hij

bedenkt: hier zou, moest, of had iets kunnen gebeuren, en als je hem dan van het een of ander

uitlegt dat het is zoals het is, dan denkt hij: ach, het zou waarschijnlijk ook anders kunnen zijn.

Aldus zou de mogelijkheidszin welhaast te definiëren zijn als het vermogen om alles te denken wat

evengoed zou kunnen zijn, en om aan wat is geen grotere betekenis te hechten dan aan wat niet is.

Men ziet dat de gevolgen van een dergelijke creatieve aanleg opmerkelijk kunnen zijn, en

betreurenswaardig genoeg laten ze niet zelden als verkeerd voorkomen wat de mensen bewonderen

en wat ze verbieden als toegestaan, of ook wel beide als niet ter zake doend. Zulke

mogelijkheidsmensen leven, zegt men, in een fijner spinsel, in een spinsel van nevel, verbeelding,

dromerijen en conjunctieven; bij kinderen die deze neiging vertonen bant men deze met alle

macht uit en tegen hen zegt men dat zulke mensen fantasten, dromers, zwakkelingen en betweters

of muggenzifters zijn. Als men hen wil prijzen noemt men deze dwazen ook wel idealisten, maar

daarmee omvat men kennelijk alleen hun zwakke variëteit, die de werkelijkheid niet kan begrijpen

of haar kleinzerig uit de weg gaat, bij wie dus het ontbreken van werkelijkheidszin werkelijk een

gebrek betekent. Het mogelijke omvat evenwel niet alleen de dromen van zenuwzwakke personen

maar ook de nog niet gewekte intenties van God.

Een mogelijke ervaring of een mogelijke waarheid is niet gelijk aan een werkelijke ervaring of een

werkelijke waarheid minus de waarde van hun werkelijk-zijn, doch ze hebben,

tenminste in de ogen van hun aanhangers, iets zeer goddelijks in zich, een vuur, een opwaartse

vlucht, een wil om te bouwen en een bewust utopisme dat de werkelijkheid niet schuwt

maar juist als een opdracht en een ontwerp behandelt. Tenslotte is de wereld helemaal niet oud en

had blijkbaar nog nooit in zulke gezegende omstandigheden verkeerd. Als men nu op een

makkelijke manier de mensen met werkelijkheidszin en die met mogelijkheidszin van elkaar wil

onderscheiden, dan hoeft men alleen maar aan een bepaalde som geld te denken.

Page 22: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

22

Alles wat bijvoorbeeld een bedrag van duizend mark aan mogelijkheden bevat, bevat het zonder

twijfel, of men het bezit of niet; het feit dat mijnheer Ik of mijnheer Jij het bezit voegt daar

evenmin iets aan toe als aan een roos of een vrouw. Maar een dwaas stopt het in een kous, zeggen

de werkelijkheidsmensen, en een verstandig iemand doet er iets mee; zelfs aan de schoonheid van

een vrouw wordt ontegenzeggelijk iets toegevoegd of afgedaan door degene die haar bezit. Het is

de werkelijkheid die de mogelijkheden wekt, en niets zou zo verkeerd zijn als dat te ontkennen.

Toch zullen het in de totaliteit of gemiddeld altijd dezelfde mogelijkheden blijven, die zich net zo

lang herhalen tot er een mens komt voor wie iets werkelijks niets méér betekent dan iets

gedachts. Hij is het die de nieuwe mogelijkheden pas hun zin en hun bestemming geeft, en hij wekt

ze. Zo'n man is echter beslist niet een eenduidige aangelegenheid.

Omdat zijn ideeën, voor zover het geen loze hersenspinsels zijn, niets dan nog niet geboren

werkelijkheden zijn, heeft natuurlijk ook hij werkelijkheidszin, maar het is een zin voor

de mogelijke werkelijkheid, en die bereikt zijn doel veel langzamer dan de zin voor hun werkelijke

mogelijkheden die de meeste mensen eigen is. Hij wil als het ware het bos, en de ander wil de

bomen; en bos, dat is iets dat moeilijk onder woorden te brengen is, terwijl bomen daarentegen zo-

en zoveel kubieke meter hout van een bepaalde kwaliteit vertegenwoordigen.

Of misschien kan men het beter anders stellen en zeggen dat de man met gewone

werkelijkheidszin op een vis lijkt die naar de haak hapt en de lijn niet ziet, terwijl de man met

genoemde werkelijkheidszin, die je ook mogelijkheidszin kunt noemen, een lijn door het water

trekt en er geen notie van heeft of er aas aan zit. Een buitengewone onverschilligheid jegens het

naar het aas happende leven staat bij hem tegenover het gevaar dat hij volstrekt zonderlinge

dingen doet. Een onpraktisch man - en dat lijkt hij niet alleen maar dat is hij ook - blijft

onbetrouwbaar en onberekenbaar in de omgang met mensen. Hij zal handelingen verrichten die

voor hem iets anders betekenen dan voor anderen, maar hij stelt zichzelf steeds gerust over alles

zolang het maar in een buitengewoon idee valt samen te vatten. En bovendien staat hij

tegenwoordig nog heel ver af van een consequente houding. Het zou bijvoorbeeld heel goed

kunnen dat een misdaad waarvan iemand anders de dupe is, hem alleen maar als een

maatschappelijk feilen voorkomt, waar niet de misdadiger de schuld van draagt maar de inrichting

van de samenleving.

Daarentegen is het nog maar de vraag of hij een oorvijg die hij zelf ontvangt zal opvatten als een

belediging van de kant van de maatschappij of als iets dat tenminste even onpersoonlijk is als de

beet van een hond; waarschijnlijk zal hij in dat geval eerst de oorvijg vergelden en vervolgens

vinden dat hij dat niet had moeten doen. En vooral als men een geliefde van hem afpakt zal hij de

werkelijkheid van dit incident voorlopig nog niet helemaal kunnen negeren en zich met een

verrassend, nieuw gevoel schadeloos kunnen stellen. Deze ontwikkeling is momenteel nog aan de

gang en betekent voor elk afzonderlijk mens zowel een zwakte als een kracht. En omdat het bezit

van eigenschappen een zeker plezier in hun werkelijkheid vooronderstelt, vergunt dat ons een blik

op hoe het iemand die ook tegenover zichzelf geen werkelijkheidszin

Page 23: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

23

kan opbrengen, onverwachts kan overkomen dat hij zichzelf op een goede dag als een man zonder

eigenschappen ziet.

- 5 -

Ulrich

De man zonder eigenschappen, over wie hier wordt verhaald, heette Ulrich, en Ulrich - het is niet

prettig om iemand die je nog maar zo vluchtig kent voortdurend bij zijn doopnaam te noemen!

maar zijn achternaam moet uit consideratie met zijn vader worden verzwegen - had de eerste

proeve van zijn geaardheid al op de grens van jongensjaren en adolescentie afgelegd in een

schoolopstel dat een patriottische gedachte tot thema had. Patriottisme was in Oostenrijk een

heel speciaal onderwerp. Want Duitse kinderen werd eenvoudig geleerd op de oorlogen van de

Oostenrijkse kinderen neer te zien en men bracht ze bij dat Franse kinderen de nazaten waren van

decadente losbollen, die het met duizenden tegelijk op een lopen zetten zodra er een Duitse

landweerman op ze afkomt die een flinke baard heeft. En met de rollen omgedraaid en de nodige

wijzigingen leerden de Franse, Russische en Engelse kinderen, die ook dikwijls hadden gezegevierd,

precies hetzelfde. Nu zijn kinderen opscheppers, dol op rovertje spelen en te allen tijde bereid om

de familie Y uit de Grote X-straat, als ze daar toevallig toe behoren, als de grootste familie van de

wereld te beschouwen. Ze zijn dus gemakkelijk te winnen voor het patriottisme. Maar in

Oostenrijk lag dat wat ingewikkelder. Want de Oostenrijkers hadden weliswaar ook alle oorlogen

uit hun geschiedenis gewonnen, maar na de meeste van die oorlogen hadden ze het een of ander

moeten afstaan. Dat stemt tot nadenken, en Ulrich schreef in zijn opstel over de vaderlandsliefde

dat iemand die een serieus vriend van zijn vaderland is zijn eigen land nooit het beste mocht

vinden; en zelfs, in een flits die hij buitengewoon fraai vond, al werd hij eerder verblind door de

schittering ervan dan dat hij zag wat daarin gebeurde, had hij aan deze verdachte zin nog een

tweede toegevoegd, namelijk dat waarschijnlijk ook God zelf over zijn wereld verkoos te spreken

in de conjunctivus potentialis (hic dixerit quispiam = hier zou iemand kunnen tegenwerpen...),

want God maakt de wereld en denkt daarbij dat het evengoed anders zou kunnen zijn. - Hij was erg

trots geweest op die zin, maar hij had zich misschien met begrijpelijk genoeg uitgedrukt, want er

ontstond een enorme stampei over, en men had hem bijna van school gestuurd, hoewel men niet

tot een besluit kwam omdat men niet kon uitmaken of zijn boude bewering nu moest worden

opgevat als belediging van het vaderland of als godslastering. Hij bezocht indertijd het deftige

gymnasium van de Maria Theresia-ridderacademie, die de staat van de nobelste steunpilaren

voorzag, en zijn vader, verbolgen over de schande die zijn ver van de stam gevallen appel over

hem bracht, zond Ulrich naar den vreemde, naar een klein Belgisch opvoedingsinstituut dat in een

onbekende stad gelegen was en, met slimme koopmansgeest beheerd, tegen voordelige tarieven

een flinke omzet had aan ontspoorde scholieren. Daar leerde Ulrich zijn minachting voor de

idealen van anderen internationaal te verbreden.

Sindsdien waren er zestien of zeventien jaren voorbijgegaan,

Page 24: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

24

zoals de wolken langs de hemel drijven. Ulrich had er geen spijt van maar hij was er ook niet trots

op, hij keek ze op zijn tweeëndertigste levensjaar gewoon verbaasd na. Hij was intussen zo hier en

daar geweest, soms ook korte tijd eigen land en had overal waardevolle en nutteloze dingen

gedaan. Er is' al op gezinspeeld dat hij wiskundige was en meer hoeft daar nog niet over te worden

gezegd, want in elk beroep, als je het niet om het geld maar uit liefde uitoefent, komt een.

Moment waarop het klimmen der jaren tot mets lijkt te leiden. Nadat dit moment geruime tijd

had voortgeduurd, herinnerde Ulrich zich dat aan het vaderland het geheimzinnige vermogen

wordt toegeschreven het denken wortel t~ doen schieten en grondeigen te maken, en hij

installeerde zich daar met het gevoel van een wandelaar die voor alle eeuwigheid op een bank gaat

zitten hoewel hij voorvoelt dat hij meteen weer zal opstappen.

Toen hij zo orde op zijn huis stelde, zoals de bijbel hetnoemt, deed hij een ervaring op

waar hij eigenlijk alleen maar op had zitten wachten. Hij had zichzelf in de aangename positie

gemanoeuvreerd zijn verwaarloosde kleine bezitting van ei af aan naar eigen believen te moeten

inrichten. Van de stijl zuivere reconstructie tot de volstrekte ongebondenheid toe stonden hem

daarvoor alle principes ter beschikking en ook boden zich aan zijn geest alle stijlen aan, van de

Assyriërs tot het kubisme. Wat moest hij kiezen? De moderne mens wordt in een kliniek geboren

en sterft in een kliniek: hij moet dus ook wonen als in een kliniek! - Deze eis was zojuist

geformuleerd door een toonaangevend bouwkunstenaar, en een andere vernieuwer van het

binnenhuis had verschuifbare wanden tussen de woningen verlangd, met de toelichting dat

de mens al samenlevend de mens moest leren vertrouwen en dat hij zich niet separatistisch mocht

afzonderen. Er was toen net een nieuwe tijd aangebroken (want dat doet hij elk moment),

en een nieuwe tijd vraagt om een nieuwe stijl. Gelukkig voor Ulrich bezat het kasteeltje zoals hij

het aantrof al drie stijlen over elkaar heen, zodat je er echt niet alles mee kon doen wat er werd

verlangd; niettemin had hij het gevoel hardhandig te zijn wakker geschud door de verantwoording

een eigen huis te mogen inrichten, en het dreigement: 'Zeg mij hoe u woont en ik zal u zeggen wie

u bent,' dat hij herhaaldelijk in kunsttijdschriften had gelezen, hing hem boven het hoofd. Na

diepgaande bestudering van deze tijdschriften kwam hij tot het besluit dat hij de verbouwing van

zijn persoonlijkheid toch liever zelf ter hand nam en hij begon zijn toekomstige meubels

eigenhandig te ontwerpen. Maar als hij dan net een expressieve en machtige vorm had uitgedacht,

bedacht hij dat hij daar evengoed een slanke en technisch-functionele voor in de plaats kon

stellen, en als hij een van pure kracht uitgeteerde vorm van betonijzer ontwierp, deed die hem

denken aan de maartse magere vormen van een dertienjarig meisje en hij begon te dromen in

plaats van een besluit te nemen.

Dat was - op een gebied dat hem niet echt na aan het hart lag - de bekende

onsamenhangendheid van ideeën en de wijze waarop deze zonder middelpunt uitdijen, die zo

kenmerkend is voor de tegenwoordige tijd en er de bizarre aritmetica van uitmaakt, die in steeds

kleinere getallen verstrikt raakt zonder een eenheid te bezitten. Op het laatst bedacht hij alleen

nog maar onuitvoerbare kamers, draaiende kamers, caleidoscopische installaties, schakeltoestellen

Page 25: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

25

voor de ziel, en zijn invallen werden steeds inhoudlozer. Toen was hij eindelijk op het punt waar

hij al heen getrokken werd. Zijn vader zou het ongeveer als volgt hebben uitgedrukt: Als men

iemand liet doen wat hij wilde, zou hij al gauw van verwarring met zijn kop tegen de muur gaan. Of

ook wel zo: Wie kan verwezenlijken wat hij wil, weet al gauw niet meer wat hij moet wensen.

Ulrich herhaalde dat met groot genot in zichzelf. Deze voorouderlijke wijsheid leek hem een

buitengewoon nieuwe gedachte. De mens moet in zijn mogelijkheden, plannen en gevoelens eerst

door vooroordelen, tradities, allerlei problemen en beperkingen in zijn bewegingen worden beknot,

als een gek in een dwangbuis, en pas dan heeft wat hij vermag voort te brengen misschien waarde,

rijpheid en duurzaamheid; het is inderdaad nauwelijks te overzien wat deze gedachte betekent!

Welnu, de man zonder eigenschappen, die naar zijn vaderland was teruggekeerd, zette ook de

tweede stap om zich van buitenaf, door de levensomstandigheden, te laten vormen; hij liet, op dit

punt van zijn overwegingen aangekomen, de inrichting van zijn huis gewoon over aan het genie

van zijn leveranciers, in de stellige overtuiging dat die wel voor traditie, vooroordelen en

beperktheid zouden zorgen. Hij zelf friste alleen de oude lijnen op die nog van vroeger waren

overgebleven, de donkere hertengeweien onder de witte gewelven van de kleine hal of het strakke

plafond van de salon, en deed voor de rest alles wat hem doelmatig en gerieflijk leek.

Toen alles klaar was had hij reden om zich hoofdschuddend af te vragen: Dus dit is het

leven dat het mijne moet worden? - Hij was nu in het bezit van een verrukkelijk paleisje; je moest

het bijna wel zo noemen want het was helemaal wat je bij dat woord voor je ziet, een smaakvolle

residentie voor een

officieel persoon, zoals de meubel-, stoffeerders- en installateurfirma’s die op hun gebied de toon

aangaven, zich die voorstelden. Het ontbrak er alleen nog maar aan dat dit charmante

mechaniek was opgewonden; dan zouden er equipages met hoogwaardigheidsbekleders en adellijke

dames de oprit zijn opgereden, lakeien zouden van de treeplanken zijn gesprongen en Ulrich

achterdochtig hebben gevraagd: 'Brave man, waar is je meester?' Hij was teruggekeerd van de maan

en had zich meteen weer als op de maan geïnstalleerd.

Eigenschappen

Ulrich wordt door zijn vrienden ‘de man zonder eigenschappen genoemd.’

Een man zonder eigenschappen is iemand die zich niet een karakter van buitenaf wil laten

opleggen dat voor eens en altijd gefixeerd is. Hij is dus niet ‘ de intelligente’ , of ‘de

perfectionistische’ Ulrich want dit zijn eigenschappen die kunnen veranderen. Ulrich is een

mogelijkheidsmens die openstaat voor ontwikkeling. De bundeling van eigenschappen is altijd

tijdelijk, want de mens verandert voortdurend. In de roman wordt de term ook omgedraaid,

namelijk dat er eigenschappen bestaan zonder man. Ingrid Paulis meent dat Musil hier heel dicht

bij de ideeën van Mach (1838-1916, een Oostenrijks filosoof en natuurkundige) komt. Hij

problematiseert diens subjectopvatting. Een bundel elementen zonder persoonlijke kern of

Page 26: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

26

organiserend centrum zal in moeilijkheden raken. Dat is ook het geval Bij Ulrich. Hij heeft geen

betrokkenheid bij zichzelf of met de eigenschappen die hij op zich zou kunnen nemen.

Ulrich is degene die uiteindelijk nooit kiest en nergens voor gaat. Hij is niet betrokken bij de

parallelactie noch bij het eigenlijke leven. Toch kijkt hij met leedvermaak toe hoe andere

mensen, die wel kiezen, uiteindelijk ten gronde gaan. Graaf Leinsdorf citeert op een gegeven

moment Oliver Cromwel: ‘een mens komt alleen verder als hij niet weet waar hij heen gaat’.

Ulrich wil zich niet vast leggen op een doel. Hij weet niet precies waar hij naar toe gaat en hoe hij

daar kan komen. Het doel moet zich dus steeds opnieuw ontwikkelen. De keerzijde van dit is dat

als je niet weet waarnaar je naartoe gaat het kan gebeuren dat je niet weet waarheen je naar toe

moet, en je dus nergens heen gaat. Je blijft dus eigenlijk steken en komt niet verder.

Walter heeft het hier ook over als hij met Clarisse over Ulrich spreekt. In de volgende

citaten gaat het over de eigenschaploosheid van Ulrich, die Walter vreselijk vindt en welke

Clarisse juist bemint.

Walter: Hij is stil blijven staan.

(...)

Walter: Het komt hierop neer. Hij is een man zonder eigenschappen

Clarisse: Wat is dat?

Walter: Niets, gewoon niets is dat. Er zijn er tegenwoordig miljoenen van. Het soort mensen dat

door deze tijd is voortgebracht. Kijk naar hem. Ziet hij er uit als een dokter, een zakenman; een

schilder.. een diplomaat?

Walter: Ziet hij er dan uit als een wiskundige?

Clarisse: Ik zou niet weten hoe een wiskundige er uitziet.

Walter: Dat is het precies. Een wiskundige gelijkt helemaal op niets. Hij zal er zo algemeen

intelligent uitzien dat het helemaal geen inhoud heeft. (..)En ga maar eens na hoe hij is. Hij weet

altijd wat hem te doen staat. Hij kan een vrouw in de ogen zien. Hij kan elk ogenblik gedegen over

iets nadenken. Hij kan boksen. Hij begaafd,wilskrachtig, onbevooroordeeld, moedig, doortastend,

bedachtzaam. Een voor een zal hij al die eigenschappen wel hebben, maar hij heeft ze toch niet.

Ze hebben dat van hem gemaakt, wat hij is, en zijn koers bepaald. En toch horen die

eigenschappen niet bij hem. Als hij kwaad is lacht er iets in hem. Als hij verdrietig is zint hij

ergens op. Als iets hem ontroert wijst hij het af. Bij hem wal altijd een mogelijke samenhang pas

beslissen over wat hij van iets vindt. Niets ligt voor hem vast. Alles is tot verandering in staat; is

Page 27: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

27

deel van een geheel; van ontelbare gehelen die waarschijnlijk tot een supergeheel behoren waar hij

echter zelf geen idee van heeft. Het gaat er bij hem niet om wat iets is maar alleen maar op een of

andere bijkomstig hoe iets is.

Page 28: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

28

Beeld

Regisseur Guy Cassiers staat over het algemeen bekend om de integratie van audiovisuele media in

zijn voorstellingen. Hij maakt veel gebruik van projectie. In De man zonder eigenschappen

worden er grote schilderijen uit de kunstgeschiedenis geïntroduceerd, waarin de figuur van Christus

centraal staat.

In het eerste deel van de voorstelling worden delen van Het Laatste Avondmaal van Leonardo Da

Vinci geprojecteerd. De personages van De man zonder eigenschappen staan net als de apostelen

aan de vooravond van het einde van hun rijk, alleen weten ze het zelf nog niet. De personages

imiteren het schilderij, in een poging om de harmonie te herstellen. Deze poging is gedoemd te

mislukken.

In het tweede deel van de voorstelling krijg je projecties te zien van de verschillende personages,

die in dit deel helemaal in zichzelf gekeerd zijn, in hun eigen gedachten verzonken. Doordat je een

soort kaders met projecties van hun gezichten te zien krijgt, is het alsof ze zichzelf musealiseren.

Je krijgt als het ware een modeshow van standbeelden te zien, de personages worden zelf een

schilderij.

Het derde deel van De man zonder eigenschappen vertrekt vanuit een aantal lege, fraai versierde

kaders: een interessante vorm, maar weinig inhoud, een referentie naar de ‘Parallelactie’. Daarna

wordt De intrede van Christus in Brussel (1888) van Ensor langzaam ingebracht, zodat het net als

Het laatste Avondmaal pas na enige tijd herkenbaar is. Waar de verlosser op het schilderij van Da

Vinci een duidelijke, centrale plaats innam, te midden van zijn apostelen, verdwijnt hij nu bijna in

Page 29: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

29

de massa. Wanneer je goed kijkt, zie je hem achteraan in de menigte op een ezeltje zitten,

omringd door honderden groteske figuren. Ensor schetst door de maskers de schijnheiligheid die

op dat moment de wereld regeert. Hij zet op deze manier eigenlijk de hele goegemeente – de elite

van de Parallelactie -- in hun hemd. Tijdens de slotscène van de voorstelling lost dit schilderij van

Ensor helemaal op, net zoals de hele ‘Parallelactie’ uit elkaar valt.

De symmetrie en het evenwicht van Het Laatste Avondmaal transformeren naar een

onoverzichtelijke, groteske stoet. Achter Ensors groteske maskers zit angst, onzekerheid,

hypocrisie en wanhoop verborgen.

De man zonder eigenschappen is een sarcastisch portret van een samenleving die zichzelf

overleefd heeft. Het concept van het laatste avondmaal en van de intocht van een volledig

overbodig geworden verlosser sluiten aan bij Musils schildering van het afscheid van een cultuur en

van de carnavaleske ontbinding ervan.

Page 30: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

30

Geluid

In De man zonder eigenschappen maken de acteurs gebruik van zendmicrofoons. Regisseur Guy

Cassiers werkt vaak met (zend)microfoons zodat de acteurs klein en dichtbij zichzelf kunnen

blijven praten. Naast de tekst is er nog een ander belangrijk geluidselement in de voorstelling. Op

het podium staat namelijk een piano die bespeeld wordt door een pianist. De pianist speelt

variaties op thema’s van de componist Richard Wagner (1813-1883). In het patchwork op de dvd

is meer informatie te vinden over Wagner.

Wagner is een belangrijke leidraad in de voorstelling. Wagner is de componist waar Walter grote

bewondering voor heeft. Walter heeft een ongelukkig huwelijk, geen kinderen en is niet die

kunstenaar geworden die hij wilde zijn. Ulrich en Walter zijn zowel vrienden als vijanden. Walter

heeft veel talent maar is eigenlijk altijd de kunstenaar in spé gebleven. Na deze eerste

ontgoochelingen van het leven vindt Walter troost bij Wagner. Walter en Clarissa spelen soms

samen Wagner op de piano. Het is een soort teken van droefenis van hun beider mislukte levens.

Wagner was in zijn jongere jaren een revolutionair denker en heeft zelfs een actieve rol in de

revolutie van 1848. Later wordt hij echter heel conservatief. Dit conservatisme heeft hem ook de

hoon van Nietzsche opgeleverd. In het begin werd Wagner als een grote vernieuwer gezien terwijl

hij later het toonbeeld van burgerlijkheid is. Deze evolutie in het persoonlijke leven van Wagner

kan je op een bepaalde manier ook vergelijken met het leven van Walter.

In De man zonder eigenschappen wordt muziek van Wagner gebruikt als muzikale

omlijsting voor het hele stuk. Cassiers is de komende twee seizoenen bezig met het regisseren van

Der Ring des Nibelungen, dé grote opera van Wagner. De Ring heeft sterke verbanden met De

man zonder eigenschappen. Ook hier gaat het over macht, over de ondergang van een rijk, het

verval van een maatschappij. De Ring bestaat uit vier delen. Götterdämmerung is het laatste deel

van de Ring. Götterdämmerung is de godendeemstering, de overgangszone waar de dag over gaat in

de nacht. Het uur blauw. Waar alle vormen beginnen op te lossen. De oude orde verbrokkelt,

verliest vorm en valt uiteen. In De Ring is dit zichtbaar gemaakt in de projecties. De personages

vallen uit elkaar in schaduwen. De man zonder eigenschappen en De Ring vertonen veel

parallellen. De Ring is de analyse van de 2e helft van de 19

e eeuw, De Man zonder eigenschappen

van de 1e helft van de 20

ste eeuw. Beiden gaan ten onder aan hun eigen passie, hebzucht en

politieke onkunde. Beide tijdperken zijn twilightzones. Overgangszones waarin alles

langzamerhand uit elkaar dreigt te vallen. Het zijn analyses van globalisering, verwarringen;

overaanbod aan informatie en macht. Het gaat over de beheersende controlerende manipulerende

wereld. Het gaat over macht en manipulatie. Het verhaal van De man zonder eigenschappen is

eigenlijk een Götterdämmerung.

De Man zonder eigenschappen is een politiek verhaal. Het gaat over hoe je een land samen houdt

en de spanning die heerst wanneer alles uit elkaar dreigt te vallen.

Page 31: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

31

Wagner is dus om meerdere redenen gekozen voor het stuk. De pianist is live aanwezig en gaat

een samenspel aan met het stuk en de spelers. Zoals het beeld en de kostuums elementen zijn die

de voorstelling bouwen zo heeft de muziek ook een belangrijke rol. Het is een element die nu eens

door de stukken heen zweeft, even een samenspel aangaat met de acteurs en dan weer zelfstandig

zijn eigen weg gaat. De kostuums vallen geleidelijk uit elkaar en de personages lossen op in de

projecties, maar ook de muziek kent een ontwikkeling. De muziek valt niet uit elkaar maar

vervormt. Er komen nieuwe elementen bij, de klank wordt anders. Er vindt een overgang plaats

van oude naar nieuwe muziek. De muziek verliest vorm maar vindt tegelijkertijd een nieuwe vorm.

De pianist Johan Bossers heeft drie composities van Wagner als uitgangspunt genomen. Wagner

componeerde voor grote symfonieorkesten en niet voor piano. Johan Bossers heeft deze

composities dus voor de piano bewerkt. Hieruit heeft hij vervolgens variaties gecomponeerd. Het

zijn dus variaties op bepaalde motieven van Wagner. Deze variaties zijn echter alleen voor de

echte Wagnerkenner te herkennen.

Op de dvd zijn interviews met de acteurs te bekijken. Aan het einde van ieder krijgt u al een kleine

voorproef van Wagnervariaties op piano. Over Wagner kunt u meer terugvinden in het

patchwork.

Page 32: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

32

Kostuums

De kostuums zijn een belangrijk onderdeel in De man zonder

eigenschappen. In het kostuumatelier werken Valentine Kempynck, en

Johanna Trudzisnki samen aan de kostuums voor De man zonder

eigenschappen.

Valentine Kempynck is beeldend kunstenaar. Ze werkte al mee aan veel

theatervoorstellingen, voornamelijk als kostuumontwerpster.

Kempynck was bezig met een beeldend onderzoek naar vervorming,

oplossing en verval. In De man zonder eigenschappen kon zij haar

onderzoek voortzetten in het ontwerpen van de kostuums. De man

zonder eigenschappen laat het verval van een samenleving zien, een

samenleving die vorm verliest. De personages verliezen greep op zichzelf en de wereld om hen

heen, alles valt langzaam uit elkaar. De inhoud van de voorstelling is belangrijk voor de

vormgeving van de kostuums. Het uit elkaar vallen en vormverliezen is een belangrijk basisidee

voor de gehele triptiek. Op verschillende manieren wordt hieraan gewerkt. In het eerste deel

wordt gewerkt aan het uiteen vallen van de kostuums die grotendeels bestaan uit strikken. In de

andere delen worden nu de mogelijkheden onderzocht voor het laten oplossen en verkleuren van

de kostuums.

kostuumatelier

Page 33: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

33

Naast het basisidee van het vorm verliezen staat ook claustrofobie centraal. De personages sluiten

zich op in hun eigen wereld en raken hierin verstrikt. Ze klampen zich vast aan hun eigen wereld,

aan een vroeger dat misschien niet eens bestaan heeft. Ze raken verstrikt in hun eigen levens en

zien niet dat de wereld om hun heen beweegt en ten gronde gaat. In de kostuums wordt dit

vormgegeven door enorme juwelen die steeds groter worden en uiteindelijk worden de personages

daarin ingepakt. Het claustrofobisch element wordt in het tweede deel uitgewerkt in de kostuums.

Strikken

Voor het eerste deel zijn twee elementen van belang; de strik en paarden. De strikken zijn een

belangrijk beginpunt in het proces geweest. Dit zijn strikken die bestaan uit enkel lange stroken.

Deze stroken zijn aan een aantal punten aan elkaar bevestigd. Als je aan deze stroken trekt

ontstaat er een strik. Omgekeerd gebeurt er hetzelfde. Trek je aan de strik dan blijven er enkel

nog lange stroken over. De strik valt uit elkaar.

De kostuums zijn gemaakt op dezelfde manier als deze strikken. Ze bestaan uit lange stroken die

door drukknopen aan elkaar verbonden zijn. Deze lange stroken zijn opgetrokken tot strikken die

het kostuum vormgeven. De kostuums zijn door drukknopen aan elkaar bevestigd. Deze knopen

zijn nauwelijks zichtbaar, het zijn de punten die samenleving nog aan elkaar bindt, die ze probeert

vast te houden. De knopen zijn echter nauwelijks zichtbaar. Gedurende de voorstelling laten de

knopen los en vallen de kostuums uit elkaar, gelijk de samenleving en de personages langzaam

vorm verliezen.

Page 34: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

34

Paard

Een tweede belangrijk element in het eerste deel van De man zonder eigenschappen is het paard.

Het paard is een terugkerend element in de voorstelling. De paarden zijn ziek en schijten de stad

onder. Ze staan symbool voor een samenleving die ziek is en zichzelf ten gronde richt. Daarnaast

staat Wenen ook bekend om zijn Lippizaner paarden.

Veel elementen, maar ook stofkeuzes hebben linken met paarden. Zoals bijvoorbeeld de enorme

rozetten die paarden om hun nek krijgen gehangen als ze een wedstrijd winnen. In het kostuum

van Ulrich zie je teugels terug en de zwachtels om de benen van Bonadea worden ook door

wedstrijdpaarden gedragen. Veel personages dragen ook pruiken gemaakt van paardenhaar.

Tuzzi’s overhemd bestaat uit een grote strik die uit elkaar

getrokken kan worden

De zwachtels om de benen van Bonadea en het lange paardenhaar verwijzen naar de paarden.

Page 35: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

35

Kleurvlakken

Voor elk personage wordt een sjabloon, bestaande uit verschillende kleurvlakken, gemaakt. Voor

deze voorstelling is gekozen voor een veelheid van vlakken en kleuren. Door deze vele kleuren

zijn ze verbonden met de projectie van het schilderij van Ensor. Doordat de kleuren van de

personages matchen met het schilderij van Ensor vallen zij uiteindelijk letterlijk weg in de

projectie van het schilderij. Zij lossen mee op in de massa.

Wilt u meer foto's zien van het creatieproces van het kostuum en meer ontwerp tekeningen dan

kunt u die op de dvd bekijken.

Je ziet de personages verdwijnen in de kleuren van de projectie van het schilderij. Elk personage wordt uitgetekend, krijgt eigen

kleurvlakken en een basisidee voor het kostuum. Dit is een schets van Tuzzi

Page 36: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

36

Discussie in de klas

De man zonder eigenschappen wordt niet alleen ten tonele gebracht omdat het de geschiedenis

van Europa laat zien. Het heeft een sterke actualiteitswaarde. Europa verenigt zich in de EU.

Rechts komt overal in Europa sterk op. België zit in een regeringscrisis en iedereen is op zoek

naar wie ze eigenlijk zijn. De wereld is geïndividualiseerd, er is een overaanbod aan

informatiestromen (doch sterk gecontroleerd) en het kapitalisme lijkt niet het houdbare systeem

te zijn als gedacht. Banken storten ineen en landen gaan failliet. Musil schetst in zijn boek een

samenleving in verval die eigenlijk met dezelfde soort problemen kampt als onze huidige

maatschappij. Het is dus niet alleen een analyse van begin 20ste

eeuw maar nodigt ons ook uit om

kritisch te kijken naar het begin van de 21ste

eeuw.

Hieronder staan een aantal stellingen om in de klas te behandelen met de leerlingen.

Onderverdeeld in europa, multiculturaliteit, eigen identiteit, mogelijkheidszin en culturele

identiteit.

Europa

De EU moet meer bemoeienis krijgen in de binnenlandse politiek van de lidstaten.

De EU moet niet worden uitgebreid. Niet alle culturen passen in de EU.

Binnenlandse legers moeten worden opgeheven en een europees leger moet gesticht worden.

Landen moeten geleidelijk hun autonomie verliezen: uiteindelijk moet alles bestuurd worden door

de EU.

Multiculturaliteit

Meerdere culturen in één land levert per definitie problemen op.

Meerdere culturen in een samenleving is een verrijking voor de maatschappij

Eigen identiteit

Ik ontleen mijn identiteit aan mijn geloof.

Ik ontleen mijn identiteit aan mijn land.

Ik ben wie ik ben door mijn genen.

Mogel ijkheidszin

‘Yes we can’

Een mens komt alleen verder als hij niet weet waar hij heen gaat

Elke generatie heeft zijn eigen idealisten nodig.

Wij leven in een wereld waar alles mogelijk is.

Dromen geven zin aan het leven.

Page 37: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

37

Culturele identiteit

Ik voel mij Belg.

Culturele identiteit is niet hetzelfde als een nationale identiteit.

Culturele identiteit weerspiegelt een levensstijl.

Een ‘fatsoenlijk leven’ is de doelstelling van het leven van de gewone man. (citaat Lech Walesa)

De geschiedenis herhaalt zich altijd.

De maatschappij ontwikkelt zich altijd naar een hogere standaard.

Page 38: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

38

Medewerkers De man zonder eigenschappenI

Regie Guy Cassiers

Tekst Robert Musil

Bewerking Filip Vanluchene, Guy Cassiers, Erwin Jans

Dramaturgie Erwin Jans

Spel Dirk Buyse, Katelijne Damen, Gilda De Bal, Vic De Wachter, Tom Dewispelaere, Johan Van

Assche, Liesa Van der Aa, Wim Van der Grijn, Marc Van Eeghem, Dries Vanhegen

stijlconcept & vormgeving Enrico Bagnoli, Diederik De Cock

kostuumontwerp Belgat (Valentine Kempynck met Johanna Trudzinski)

Beeldmontage Frederik Jassogne

muziekbewerking/livebegeleiding Johan Bossers

productie Toneelhuis

coproductie De Tijd, Maison de la Culture, Amiens (FR), Centre Dramatique National

Orléans/Loiret/Centre (FR), Centro Dramático Nacional (Gobierno de Espana) (ES)

Page 39: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

39

Bijlage

De favoriete tekstfragmenten van de acteurs Citaat Dirk Buyse: Tuzzi Want het is me niet ontgaan dat Diotima’s lingerie enige vorderingen heeft gemaakt in de richting van een mondain soort frivoliteit. Citaat Dries Vanhegen: Walter Ik wil niet weten wat Ulo tegen je gezegd heeft, Clarisse maar ik kan je wel vertellen dat zijn kracht waar jij je aan vergaapt niets anders is dan leegte. Het is gemakkelijk om er zo’n heroïsche gevoelens op na te houden als je van nature ongevoelig bent. In kilometers te denken als je er geen idee van hebt wat voor rijkdom er in elke millimeter kan schuilen. Citaat Gilda de Bal: Diotima Laat mij zeggen dat ik tot een vrij eenvoudige definitie ben gekomen. Alles wat mijn geest niet de baas kan, noem ik civilisatie. Ik ben er pijnlijk lang mee bezig geweest en ik heb veel gelezen en zo ontdekte ik dat er iets in mij verloren is gegaan waarvan ik voordien nauwelijks wist dat ik het bezat: een ziel. Citaten Katelijne Damen: Clarisse Wat er gaat komen, weet ik weliswaar niet; maar ik ben ervan overtuigd dat het de eeuwigdurende opdracht van alle geliefden is te proberen datgene te blijven wat men op de hoogste momenten voor elkaar is geweest De grootste laagheid ontstaat tegenwoordig niet doordat men die begaat maar doordat men die laat gebeuren Ik had toen nog mijn vlechtjes. Citaat Liesa Van der Aa: Bonadea Als er in Kakanië iemand is die niet veel van politiek begrijpt of wil weten, dan ben ik dat. En toch ben ook ik voortdurend op zoek naar evenwicht in het parlement van mijn emoties. Citaat Marc van Eeghem: Stumm niemand denkt aan verantwoordelijkheid voor het geheel. Sinds de Kerk haar invloed heeft verloren, is er geen autoriteit meer in onze chaos. Citaat Marc van Eeghem: Palmer Naast het rijtuig. Daar hebben Francesca en Klausowitz ze volgescheten.

Citaat Vic de Wachter: Leinsdorf

Wij moeten spoedig tot iets besluiten; ik weet niet tot wat, voor mijn part tot een tweede toren voor de Stefansdom of een keizerlijke en koninklijke kolonie in Afrika, dat doet er niet toe. Want ik ben ervan overtuigd dat er dan op het laatste moment toch nog iets heel anders uitkomt: de

Page 40: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

40

hoofdzaak is dat men de inventiviteit van de deelnemers om zo te zeggen tijdig in het gareel moet brengen, opdat die niet teloorgaat! Citaat Wim van der Grijn: Von Schattenwalt De politie is de betrouwbaarste morele spiegel van de samenleving. Citaat Johan van Assche: Arnheim De grimmigste tegenstanders van het kapitalisme zijn er in zaken niet zelden de beste dienaren van; u hoeft alleen maar naar mij te kijken. Compromisloze en hartstochtelijke mensen worden, als ze eenmaal de noodzaak van een concessie hebben ingezien, gewoonlijk de meest capabele pleitbezorgers. Ik wil daarom in ieder geval mijn voornemen afronden en bied u aan: treedt in dienst van mijn firma

Page 41: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

41

Kaarten Europa

kaart van Europa 1913

Page 42: Toneelhuis Man Zonder Eigenschappen

42

Kaart Europa en de EU 2010