seizoensmagazine 2011-2012 van het zuidelijk toneel

23
2011/2012 kiest voor avontuurlijke uitersten

Upload: bart-peeters

Post on 17-Mar-2016

220 views

Category:

Documents


5 download

DESCRIPTION

In dit magazine leest u interviews met theatermakers, achtergrondinformatie, de volledige speelijsten en veel meer.

TRANSCRIPT

Page 1: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

2011/2012

kiest voor avontuurlijke uitersten

Page 2: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Het Zuidelijk Toneel maakt enerzijds voorstellingen voor een groot en breed

publiek en anderzijds heel kleine voorstellingen voor

een specifiek publiek. Het gezelschap, onder artistieke leiding van

Matthijs Rümke, gaat niet voor de middenweg, maar

kiest juist voor deze avontuurlijke uitersten:

van Theaterspektakels totintieme voorstellingen.

Page 3: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Geachte lezer,

Ik bevind mij in een woud van vragen. Vragen over bezuinigingen. Vragen over het nut van kunst, de zoektocht naar meer publiek en de creativiteit om geld uit nieuwe bronnen te halen.

Ik was van plan mijn voorwoord hierover te laten gaan.Om in dit voorwoord te verzuchten dat Het Zuidelijk Toneel echt uw gezelschap is. Onlosmakelijk onderdeel van uw maatschappij.

Maar het gaat niet. Ten eerste omdat zo velen van u er wel zijn en ik er moe van word om het altijd over het publiek te hebben dat er niet zit. Ik wil het over het publiek hebben dat er wel zit.En ten tweede omdat, terwijl ik dit schrijf, de zon door mijn raam naar binnen schijnt, ik het requiem van Mozart heb opstaan en ik me vandaag heb verhouden tot de teksten van Paul Pourveur en van Peer Wittenbols. Mozart, Pourveur, Wittenbols gaan over het mysterie van de liefde en het mysterie van dood en leven, over het mysterie van het samenleven. Vandaag, in het repetitielokaal, wisten we een paar zinnen weer net iets helderder te krijgen. Zoals een cellist een frase net iets helderder kan krijgen. Dat is heel hard werken, dat verzeker ik u. En als wij een zin net iets helderder krijgen, wordt zo'n zin net iets meer een openbaring. Voor u. Tenminste als we de juiste taal spreken, de taal die u verstaat, met af en toe een woord ertussen dat u nog niet kent, zodat u ook op dat gebied iets meegekregen heeft. Voor u, voor velen van u, ook voor diegene die voor de eerste keer komt kijken. Echt, erewoord, scouts honour!En als we nou zorgen dat het linksom of rechtsom te betalen is, dan verhouden we ons gezamenlijk tot het mysterie van het leven. Soms verpakt als Theaterspektakel, soms als tragedie, soms als komedie, maar altijd avontuurlijk. Ik hoop u ook in het nieuwe theaterseizoen weer in groten getale te zien.

Dank,

Matthijs RümkeArtistiek leider

VOORWOORD

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 05

Inleiding 06

Op de Ziel 09

Vertellingen van 1001 nacht 13

Toneelgroep Cargo 21

Bejaarden & Begeerte 27

Superanalemma 29

Educatie 31

Expeditie Theater 33

hztVIP 40

Speellijsten 42

artistieke leiding Matthijs Rümke

zakelijke leiding Gerard Tonen

tekst Oscar Kocken, Lucas De Man, Marcel Osterop, Daan Windhorst, Peer Wittenbols

regie Lucas De Man, Roeland Hofman, Rob Ligthert, Marcel Osterop, Matthijs Rümke

regieassistent Saartje Hoogland

spel John Buijsman, Lucas De Man, Nanette Edens, Roos Eijmers, Sanne den Hartogh, Marc-Marie Huijbregts, Pepijn Gunneweg, Oscar Kocken, Paul R. Kooij, Caroline Liekens, José Kuijpers, Pim Muda, Marcel Osterop, Joost Spijkers, Joke Tjalsma, Friso van Vemde Oudejans, Xander van Vledder

muziek William Bakker, Jan Groenteman, Keimpe de Jong, Pepijn Gunneweg, Pim Muda, Joost Spijkers en Friso van Vemde Oudejans (Ashton Brothers), Bob Zimmerman

zang Ery Boom, Edith Vollenberg

dramaturgie Martine Manten

toneelbeeld Sanne Danz, Maarten van Otterdijk, Jasper Rijsdijk

kostuumontwerp Bernadette Corstens, Carly Everaert, Jolanda van de Ven

lichtontwerp Stan Bannier, Matthijs van Meeuwen, Maarten van Otterdijk

artistieke planning en productie Bregtje Radstake

directiesecretaresse Angela Rooijakkers

educatie Annemiek van Elst, Jantine Hoekstra, Caroline Jansen, Ilse Kama, Eva Nijs, Irma Rens, Diemer van Wijk

publiciteit Joost Kunst, Bart Peeters, Charissa Wirken

productie Saartje Hoogland, André Lasance

productieassistent Juliëtte Frederiksz

techniek Stan Bannier, Wilfried van der Grinten, Dick Huetink, Arno Kroes, Matthijs van Meeuwen, Dave Staring, Bob Wenstedt

Huismeester Lizz Jagers

financiële administratie Nico van Huijkelom, Moniek van den Oetelaar

hzt ambassadeurs Hermien Arts, André van Bentum, Ellen van den Berg, Ton Blom, Erik Brondgeest, Anne van Dal, Moniek Drent, Sanne Evertz, Stephany Gerrits, Adrian Grootenboer, Jellie Heeringa, Kees Heeringa, Ronia Hitipieuw, Linda de Jong, Vincent en Marion Koch, Els Maas, Sanne Manders, Kathelijne Oudhof, Gerard van Riel, Guus van Riel, Joke van Riel, Fiona van Rossem, Loek Schaap, Joyce Schijf, Sjef Smid, Evi Velthuis, Rianne Verhaeren, Pien van Welbergen-Danen, Karl Wiertz, Veronica Willemsen

5

Page 4: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

HEt ANDEREHet Zuidelijk Toneel wil zowel de geoefende als de ongeoe-fende kijker voorstellingen bieden die ‘groots en meeslepend’ zijn - aldus een andere schouwburgdirecteur in dit magazine. Aan de ene kant met Theaterspektakels als Vertellingen van 1001 nacht waarin Marc-Marie Huijbregts en de Ashton Brothers met de acteurs van Het Zuidelijk Toneel op een tekst van Peer Wittenbols een breed publiek verleiden en verbazen met een circusachtige voorstelling vol prachtige verhalen, verbazingwekkende acts, humor en ontroering. Aan de an-dere kant met een voorstelling als Op de Ziel - ook een tekst van Peer Wittenbols - waarin drie acteurs krabben aan onze vooroordelen over De Liefde tot er iets overblijft waarvan je zou kunnen denken: ja, misschien is dit het wel...Wat beide voorstellingen doen, is ruimte bieden aan ‘het an-dere’, ‘het vreemde’. Je zou het bijna het thema kunnen noe-men van dit seizoen: Het Andere. Het Andere dringt bij ons binnen, in onze tijd heftiger dan ooit door alles wat we zien en horen, en door de mensen van elders die zich vestigen bij ons. En soms ook weer weggaan, zoals we onderzoeken in ons Birmingham Project, waarin we de Somalische gemeen-schap portretteren die zich eerst vestigde bij ons, maar na een paar jaar weer verder trok naar Engeland. Momenteel zijn we bezig met de voorbereidingen voor een theatrale impressie van hun verhalen die we op kleine schaal willen presenteren aan het einde van het seizoen. Hetzelfde geldt voor een nieuwe tekst van Betty Shamieh, een New Yorkse schrijfster van Arabische origine, die constateerde dat zij, van de ene op de andere dag (9/11), ineens de vijand was, De Ander.

ExPEDItIE ZUIDIn de zes steden in het zuiden van het land waarmee Het Zuidelijk Toneel een speciale band heeft – Tilburg, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch, Breda, Roosendaal en Heerlen - sloot het gezelschap een convenant met de schouwburgen genaamd Expeditie Zuid. Het doel: samen met Theaters Tilburg, Park-theater Eindhoven, Theater aan de Parade 's-Hertogenbosch, Chassé Theater Breda, De Kring Roosendaal en Parkstad Limburg Theaters optrekken om een nieuwe impuls te geven aan het toneel in de regio, de worteling in deze steden te ver-groten en het publiek meenemen op een spannend, theatraal avontuur vol 'groots en meeslepend theater' en onverwachte ontmoetingen. Het bestaansrecht van Het Zuidelijk Toneel ligt voor een groot deel bij het publiek in het zuiden. Dat publiek komt samen in de schouwburg, vandaar de zes gesprekken met zes schouwburg-directeuren elders in dit magazine.

Het Zuidelijk Toneel in 2011-2012

tHEAtER DAt ERtOE DOEtEigenlijk is het een wonder dat theater nog bestaat. En een wonder dat mensen nog de moeite nemen naar theater te gaan, een kaartje kopen en een paar uur lang stil zijn om te kijken naar de verhalen en beelden die schrijvers, componisten, regisseurs, ontwerpers, dansers en acteurs voor ze hebben bedacht. Er is zoveel concur-rentie, die er vroeger niet was: radio en televisie - beide al weer bijna ouderwets; film; internet en mobiele telefoon met hun sociale media als Facebook en Twitter... We zijn er maar druk mee. En toch blijven we ook naar het theater gaan. En blijven we theater maken. Blijkbaar vinden we iets in het theater dat daarbuiten niet te vinden is.

SPAGAAtOnze manier van kijken is natuurlijk wel veranderd. Onder invloed van alle nieuwe media van de afgelopen eeuw, zijn we gewend geraakt aan een andere beeldtaal: sneller en misschien ook oppervlakkiger. Wat vroeger een reguliere film was, is nu een arthousefilm. Waar vroeger complete toneelstukken live op televisie werden uitgezonden, is nu een volledig cabaretprogramma al te lang. Aan de ene kant verzet het theater zich tegen deze tendens door juist vertraging en verdieping te willen brengen. Aan de andere kant beweegt het theater mee met de tijd door het tempo, de beeldtaal en de inhoud van de voorstellingen aan te passen aan wat het publiek van vandaag gewend is.Soms zorgt dat voor een spagaat. Een theatermaker wil de diepte in, steeds dieper, en ontwikkelt soms een dusdanig specifieke theatertaal dat alleen toeschouwers die hem regelmatig volgen zijn voorstellingen nog kunnen 'verstaan'. Ongeoefende kijkers die de voorstelling bezoeken, begrijpen het niet meer. Of zoals een schouwburgdirecteur het in dit magazine omschrijft: ‘Niet iedereen zit te wachten op jouw diepere lagen.’

Wat Het Zuidelijk Toneel wil, is theater maken dat ertoe doet, voor mensen in het zuiden en de rest van Nederland. Theater dat verbaast, ontroert, verrijkt en vragen stelt. Het Zuidelijk Toneel bevraagt zijn publiek, de schouwburgdirecteuren en ook voortdurend zichzelf - zie daarvoor de vragen die diverse medewerkers elkaar stel-len in dit magazine: Zijn we nog goed bezig? Moet het misschien anders? Wat drijft ons? Alleen zo blijft onze blik naar buiten gericht en slagen we erin het publiek mee te nemen in de verhalen die we vertellen willen. Daar doen we het voor.

Matthijs Rümke (artistiek leider) aan Bregtje Radstake (artistieke planning en productie,zakelijke leiding Toneelgroep Cargo):

Als je iets zou mogen veranderen aan Het Zuidelijk Toneel, wat zou dat dan zijn?

‘Soms zou ik willen dat HZT iets meer een gezelschap was en iets minder een organisatie. Dat dit gezelschap iets dich-ter aan ligt tegen mijn ietwat romantische beeld van theater. Een plek waar allerlei mensen met een grote vrijheid van denken en bevlogenheid werken aan voorstellingen die er toe doen! Die soms een prachtig verhaal vertellen, soms veel humor hebben, soms een nieuw soort theater uitvin-den, maar vooral ook niet mijden een uitspraak te doen over dat wat er om ons heen gebeurt. Zonder al te veel con-cessies. De zeer onzekere toekomst van toneel in Neder-land vind ik daarbij beangstigend. Maar stiekem heb ik ook het vermoeden of misschien de hoop dat deze rigoureuze veranderingen juist iets kunnen terugbrengen van wat mijn wensen zijn.’

76

Page 5: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

OP DE ZIElEen intiem relaas van een ontregelende liefde

Maia en Lode zijn gelukkig. Al heel lang. Totdat op een dag Anne voor de deur staat. Ook zij was gelukkig, met Vincent. Maar Vincent is nu dood. Maia weet dat niet. Vincent was haar minnaar. Anne belt aan, Lode doet open. Honderd minuten waarin verleden, heden en toekomst radicaal ontwricht raken.

Peer Wittenbols en Rob Ligthert stellen grote vragen over de Liefde in Op de Ziel, voor het eerst gemaakt in 2007 bij hun toenmalige gezelschap Toneelgroep Oostpool. ‘Afwisselend aangrijpend, humoristisch en met een vreemde twist op zijn tijd - precies goed’, vond de Volkskrant. En Trouw: ‘De tekst meandert met onverwachte vondsten langs intieme momenten van zelfontdekking en hilarische gebeurtenissen.’

Op de Ziel was destijds alleen te zien in Arnhem. Daarna lag het op de plank. Doodzonde, vond Het Zuidelijk Toneel. Een kwaliteitsstuk als Op de Ziel verdient een groot publiek. Gelukkig komt die kans er nu. Al 25 jaar vormen ze een koningskoppel: Wittenbols schrijft, Ligthert regisseert. Ze voelen elkaar haarscherp aan en creëren een gezamenlijk oeuvre dat steeds dieper snijdt, en dat steeds wezenlijker gevoelens weet te raken. Met drie schitterende acteurs (José Kuijpers, Joke Tjalsma en Paul R. Kooij) maken ze nu een gloednieuwe enscenering van Op de Ziel. Er ligt nog zoveel moois verborgen in dit prachtstuk.

‘Twee verschillende liefdes. Niet beter. Niet geiler. Niet spannender. Maar gewoon: nog een. Hé, dacht ik. Hé, kan dat? Is mijn hart daar groot genoeg voor? Heb ik daar genoeg armen voor? Heb ik daar genoeg overzicht voor? En dat duurde een paar weken, een paar maanden. En toen dacht ik: hé, het lijkt wel of het kan. Ik ben er nog steeds verbaasd over. En ik hield niet minder van Lode. En ik hield zelfs niet eens meer van Lode, sinds Vincent. Ik werd er rustig van. Ik dacht: als het zo vanzelf gaat, kan het nooit echt verkeerd zijn.’ (Uit Op de Ziel)

première zaterdag 29 oktober 2011

Parktheater Eindhoven

tournee 26 oktober t/m 22 december 2011 (zie pagina 42 voor de volledige speellijst)

tekst Peer Wittenbols

regie Rob Ligthert spel Paul R. Kooij, José Kuijpers, Joke Tjalsma

muziek Keimpe de Jong dramaturgie Martine Manten

toneelbeeld Sanne Danz kostuumontwerp Bernadette Corstens

lichtontwerp Matthijs van Meeuwen

Op de Ziel is een coproductie van Het Zuidelijk Toneel en Wittenbols schrijft, Ligthert regisseert en wordt mede mogelijk gemaakt door het NFPK.

GROtEZAAl

PRODUctIE

9

Page 6: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

1110

Wittenbols schrijft, Ligthert regisseert, al 25 jaar

‘De mens is ook maar een dier’

‘Er is iets dat ons bindt’In hun 25-jarige samenwerking hebben ze een gezamenlijk oeuvre opgebouwd van nu twintig stukken. Ze zien het ook echt als een gezamenlijk oeuvre, en daarmee nemen ze een unieke plaats in binnen het Nederlandse theater; nergens anders werkt een schrijver zo nauw en zo langdurig samen met een regisseur. Ze bespreken samen wat het nieuwe stuk moet worden, gebaseerd op de ervaringen met de vorige. Er ontstaat zo een lange keten voorstellingen die ook mooi hun artistieke én persoonlijke ontwikkeling zichtbaar maakt.Dat dit eigenlijk heel bijzonder is, daar zijn ze zich niet zo van bewust. ‘Wij weten niet beter’, zegt Ligthert. ‘We hebben er vanaf het begin voor gekozen. Er is iets, een sterke artistieke connectie, dat ons bindt. Waar de voorstelling over moet gaan, dat ligt vanaf het begin wel vast, maar de manier waarop, dat is eindeloos gezamenlijk slijpen.’

De mens als denkend dierOver de inhoud zijn ze uren met elkaar in gesprek. ‘Daar wandelen, praten en drinken we voor’, zoals Ligthert het omschrijft. Het is vooral hun blik op 'de dingen' die ze gemeenschappelijk hebben. Ze zijn beiden gefascineerd door een bepaald soort personages dat in de loop der jaren redelijk stabiel is geble-ven: ‘Mensen van goede wil die door het lot worden getroffen’, zo omschrijft Wittenbols ze. ‘De onderlinge verhoudingen komen eerder door het noodlot onder druk te staan dan door kwaadaardigheid. Wat ik daar mooi aan vind, is dat mensen in nood geneigd zijn er in gezamenlijkheid weer uit te komen.’ Al staat Ligthert daar iets minder romantisch tegenover. Waar beiden ook in geïnteresseerd zijn is het geworstel van de mens als denkend dier. ‘De mens is ook maar een dier met relatief veel hersens’, zegt Ligthert. ‘Onder de rede borrelt voortdurend het dierlijke, de driften, de onrust. Voor mij wordt het leven overzichtelijker als je accepteert dat de mens onderdeel is van een enorm systeem waarvan wij min of meer toevallig de primaat zijn geworden. De mens is de primaat onder de dieren. Complex, maar wel een dier.’

Van hoofd naar hartStond in hun vroegere werk vooral de poëzie van de taal centraal waarvan de personages uit vaak lagere sociale klas-sen zich bedienden, de taal waarmee ze hun overlevingsstrijd voerden, in hun latere werk werden de personages burger-lijker, hoger opgeleid, complexer en groeven de taal en de beelden meer in de dieptes van de menselijke geest. ‘Onze personages zijn zich meer bewust geworden van de woorden die ze kiezen, en het effect dat die woorden op anderen kan hebben’, zegt Wittenbols. ‘Het gaat nu minder om de poëzie van de taal, en meer om de inhoud.’Ook Ligtherts houding ten opzichte van Wittenbols' taal is veranderd. In het begin was hij vooral dienstbaar aan de taal, langzaam maar zeker ontwikkelde hij een steeds sterkere theatraliteit die weer op de taal is gaan inwerken, zodat Wit-tenbols weer anders is gaan schrijven. Gezamenlijk maakten ze een ontwikkeling door waarin er steeds meer in het hart van de kijker gebeurt, en minder in het hoofd, zoals ze het om-schrijven. ‘We proberen een situatie te creëren waarin mensen hier en nu, terwijl ze zitten te kijken, zonder dat ze precies weten hoe het kan, samen met anderen geraakt zijn. Tot je

stomme verbazing zit de meneer naast je net zo hard te lachen of te huilen als jijzelf. Vroeger probeerde we stukken mis-schien meer na te laten sudderen, nu zoek ik naar manieren waarop het hier en nu gaat broeien en gisten. Als collectieve gebeurtenis. Het is in onze tijd heel makkelijk om je aan ande-re mensen te onttrekken. In het theater kan dat niet. Mensen zoeken in het theater juist de collectieve ervaring.’

Hopeloos, maar niet reddeloosDe politieke, maatschappelijke realiteit zullen we in de voor-stellingen van Wittenbols en Ligthert niet snel aantreffen. Daar vinden ze hun toneel niet het geschikte medium voor, omdat je altijd te laat bent. De actualiteit kan wel een vertrek-punt zijn, maar nooit een thema. Hun voorstelling Op de Ziel is daar een goed voorbeeld van. Wittenbols: ‘Het gaat over mensen van deze tijd, mensen met complexe relationele toestanden, zonder geforceerd van deze tijd te zijn. Het gaat over overspel, en dat doen we nu heel anders dan honderd jaar geleden. We zien het nu vaak als iets dat nu eenmaal kan gebeuren. Dat maakt het niet leuker, wel moeilijker en ongrijpbaarder.’Ligthert: ‘Het gaat ook over een enorme ballon van geluk die we hebben opgeblazen, die ineens kan worden doorge-prikt. Maar waar was dat geluk dan op gebaseerd? Wat is het geraamte van geluk? Op de Ziel kan heel onthutsend werken. Het publiek is in het verhaaltje meegegaan, we hebben hun aandacht, en dan sleuren we ze mee naar binnen. Wat ze daar zien, is niet heel aangenaam. Daar moeten we toch doorheen. We tonen een condition humaine, die wij als redelijk hope-loos, maar niet als reddeloos beschouwen.’

Al sinds hun ontmoeting op de docentenopleiding van de Toneelacademie Maastricht, halverwege de jaren tachtig, waren ze artistiek onafscheidelijk, Wittenbols de schrijver, Ligthert de regisseur. Dat groeide eigenlijk heel natuurlijk zo. Al in het laatste jaar van de toneelschool begonnen ze met een eigen groep. Een collectief, zoals dat in die tijd niet ongebruikelijk was. Iedereen speelde en regisseerde mee. Totdat Wittenbols twee zelfgeschreven eenakters aan Ligthert liet lezen en van hem wilde weten ‘of het wat was’. Er was maar een manier om daar achter te komen: ze op de planken brengen. En het was wat. De taakverdeling was geboren: zowel Wittenbols als Ligthert zouden vanaf dat moment niet meer acteren. Dat moesten de anderen maar doen.

Die ‘anderen’ in de eerste jaren waren onder meer Monic Hendrickx, Hans Hoes, Anne Martien Lousberg, Remco Melles, Erik de Visser en Juul Vrijdag. Ze richtten een eigen groep op, De Federatie, die alleen werken speelde van Wittenbols in regie van Ligthert, stukken met krachtig-poëtische titels als Doodrijp, Zog en Noordeloos. De Federatie ging in 2000 op in een nieuw, groot, Arnhems gezelschap dat ze Oostpool noem-den. Nog steeds vormden Wittenbols’ stukken in een regie van Ligthert het artistieke hart van het repertoire. Totdat Ligthert de artistieke leiding van Oostpool eind 2007 overdroeg aan een nieuw team, en de schrijver en de regisseur een tijdje hun eigen weg gingen. Bij Het Zuidelijk Toneel pakken ze de draad weer op. Vorig seizoen maakten ze de succesvolle locatievoorstelling Amora (waarvoor actrice Nanette Edens de Colombina won voor haar rol van weduwe Edens), onderdeel van festival HartsTocht. En ze hebben plannen voor ten minste drie voorstellingen, waarvan de eerste, Op de Ziel, in seizoen 2011/ 2012 in co-productie met Het Zuidelijk Toneel te zien zal zijn.

‘Het is zo'n krachtig stuk!’Een eerdere versie van Op de Ziel maakten ze eind 2007 bij Toneelgroep Oostpool. ‘Het is zo'n krachtig stuk!’ zegt Ligthert. ‘Onbegrijpelijk dat het niet overal ter wereld wordt gespeeld. De thema's van geluk en vergeving zijn alleen maar urgenter geworden. Ik vertrouw daarin op de bron, op de tekst, waarvan ik weet dat er nóg meer uit te halen is dan ons de eerste keer gelukt is. Vergelijk het met de Zonnebloemen van Van Gogh. Hoeveel versies zijn daar wel niet van? Ik wilde het Op de Ziel dolgraag nog een keer doen, en dit keer voor de grote schouwburgzalen, voor een groot publiek, dat meemaakt dat De Liefde niet bestaat, maar liefde wel.’De acteurs zijn dit keer José Kuijpers, Joke Tjalsma en Paul R. Kooij. Wittenbols en Ligthert zijn trots dat deze drie top-acteurs Op de Ziel graag met hen wilden doen. Voor Witten-bols is het extra spannend. Het overkomt een Nederlandse toneelschrijver zelden dat zijn stuk voor een tweede keer wordt geënsceneerd.

De artistieke productie van Ligthert en Wittenbols raakt dus weer op stoom. De nieuwe enscenering van Op de Ziel heeft het denken over nieuwe projecten in een stroomversnelling gebracht. Zeker twee nieuwe stukken gaan er nog komen: Huisgoden en Honingjagers, niet met een nieuw, zelfstandig gezelschap, maar steeds in coproductie met een bestaande groep of producent. Ook een televisieserie is in ontwikkeling. En alles onder het vertrouwde label: Wittenbols schrijft, Ligthert regisseert.

v.l.n.r. Rob Ligthert, Peer Wittenbols

Am

ora

Page 7: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

VERtEllINGEN VAN 1001 NAcHtEen Theaterspektakel met Marc-Marie Huijbregts en de Ashton Brothers

Zwoele nachten vol sprookjesachtige verhalen. Een wereld die verleidelijk anders is en de fantasie prikkelt. Dat zijn de Vertellingen van 1001 nacht. Sheherazade vertelt iedere avond een nieuw verhaal dat nog niet af is, in de harem van koning Shahrya-r, om haar onthoofding weer een nachtje uit te stellen.

Op verzoek van regisseur Matthijs Rümke bewerkte toneelschrijver Peer Wittenbols 1001 Nacht voor het theater. In de onuitputtelijke bundeling verhalen trof één thema hem het meest: onmogelijke liefde. Daar moest de voorstelling over gaan. Over het smachten, het verlangen, het zoeken en reiken naar de onbereikbare geliefde, maar ook over het gestamel, geworstel, geploeter en genot. Kortom al het onhandige gedoe dat daarmee gepaard gaat.

In de cast: Marc-Marie Huijbregts en de vier gelouterde theatermakers van de Ashton Brothers. Verder nog: John Buijsman, Nanette Edens, José Kuijpers en vele anderen. Samen maken ze theater zoals u dat niet vaak ziet. Van de nok van het theater tot achter in de zaal, alles ruikt naar circus. Live muziek, acts, toneelscènes, verhalen en cabaret wisselen elkaar af in het ritme van een circusvoorstelling. En dat alles in de verlokkelijke sfeer van het Oosten, met zijn geuren en kleuren die barsten van de erotiek. Om Marc-Marie Huijbregts te citeren: ‘Ik hoop dat het een grappige, sensuele voorstelling wordt met veel spektakel. We gaan alle zintuigen prikkelen. En er mag gelachen worden.’

Vertellingen van 1001 nacht is het tweede Theaterspektakel van Het Zuidelijk Toneel. Wederom maakt het gezelschap een groots opgezette productie met een bekend verhaal en een aansprekende cast, waarin verschillende disciplines zoals muziek, acrobatiek, toneelspel en cabaret samenkomen. Het vorige Theaterspektakel, De reis om de wereld in 80 dagen, met Bert Visscher en de cabaretiers van NUHR, was een groot succes: uitverkochte zalen en een publiek dat genoot.

première zaterdag 25 februari 2012

Theaters Tilburg

tournee 11 februari t/m 12 mei 2012

(zie pagina 43 voor de volledige speellijst)

tekst Peer Wittenbolsregie Matthijs Rümke

spel o.a. John Buijsman, Nanette Edens, Roos Eijmers, Marc-Marie Huijbregts,

José Kuijpers en Pepijn Gunneweg, Pim Muda, Joost Spijkers, Friso van Vemde Oudejans

(Ashton Brothers) muziek Ashton Brothers, Bob Zimmerman

dramaturgie Martine Mantentoneelbeeld Sanne Danz

kostuumontwerp Carly Everaertlichtontwerp Matthijs van Meeuwen

tHEAtER-SPEktAkEl

13

Page 8: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Marc-Marie Huijbregts in Vertellingen van 1001 nacht:

‘We gaan alle zintuigen prikkelen.’

Het was 1986. De Nederlandse musical was het stadium Annie M.G. Schmidt nog maar nauwelijks ontgroeid. Cats moest nog komen. Professionele musicalopleidingen waren er nog niet. Niet dat Huijbregts een opleiding ooit gemist heeft. Na Company kon hij meteen bij het Nationale Ballet aan de slag, als klassiek zanger in een productie van Rudi van Dantzig. ‘Ze zochten professionals om het koor op te krikken. Ik kwam uit een professionele musicalproductie en had een tenor; die zijn overal welkom.’Dat hij geen conservatorium had, bleek alleen een bezwaar voor de betaling: zonder vakopleiding zou hij niet betaald kunnen worden. ‘Dan doe ik het niet’, zei hij. Prompt kreeg hij toch een salaris aangeboden. Als hij maar aan niemand vertelde dat hij geen opleiding had. Daarna volgde een rol in Woutertje Pieterse, de openingsopera van de nieuwe Rotter-damse Schouwburg, en vele toneelrollen, onder meer ook bij Het Zuidelijk Toneel in Alice, Alice.‘Ik heb alle circuits in Nederland van binnen gezien. Ik heb jeugdtheater gedaan, multicultureel theater bij De Nieuw Amsterdam, ballet, opera, toneel. Dat ging vanzelf, ik maakte geen keuzes. Van het een kwam steeds het ander. Toch begon er iets te kriebelen. Ik had geen zin meer om ieder seizoen af te wachten wat ik nu weer zou doen. Elk jaar begon je eigen-lijk weer opnieuw, vanaf nul. Je kunt in Nederland niet door-stromen naar een volgend circuit. Daar is de theaterwereld hier te klein voor. Ook vond ik het saai worden om altijd maar te doen wat de regisseur wilde. Nu weet ik het wel, dacht ik.’

Wat niet veel mensen tegenwoordig van hem zullen weten: hij begon als musicalacteur, werkte daarna als klassiek zanger en vervolgens een aantal jaren als acteur. Zonder ooit een theater- of zangopleiding te hebben gevolgd. Niet dat hij dat niet wilde: hij deed auditie bij de Toneelacade-mie Maastricht, maar werd afgewezen. ‘Te dik.’ Precies zoals hij het in zijn laatste show Marc-Marie Punt vertelt.

‘Eigenlijk deed ik alles fout’Na de Havo ging Marc-Marie Huijbregts (Tilburg, 1964) dan maar de Sociale Academie doen, samen met een vriendin. Maar dat was het niet. Een advertentie in de krant bracht uitkomst: musicalacteurs gezocht voor Company van Stephen Sondheim, een Engelstalige productie in het Nieuwe de la Mar, in Amsterdam. ‘Ik besloot auditie te doen met een lied uit Company: Being Alive. Ik kende dat in de uitvoering van Barbara Streisand. Ze begint langzaam en gaat dan up-tempo. Zo deed ik het ook tijdens de auditie. Maar zij vonden dat als musicalpuristen een gruwel. Bovendien was het een nummer van de hoofdrolspeler, wat ook not done is. Eigenlijk deed ik dus alles fout. Maar m'n stem was goed, en ik werd aangenomen.’

CamerettenHoewel hij op zijn vijftiende in een interview voor de school-krant al eens had gezegd: 'Ik zou het liefste cabaret doen', kwam zijn kans daarvoor pas in een cursus presenteren die hij volgde. Hij kreeg daarin les van Raoul Heertje van Comedy- train. ‘Hij vond mij wel een grappig mannetje en suggereerde dat ik maar eens naar een open podium moest komen. Ik heb dat aan niemand verteld en ben er helemaal alleen naartoe gegaan. Ik had iets voorbereid dat tegen alle wetten van de stand-up comedy indruist: ik vertelde een bizar verhaal waar-in alles gelogen was. Maar het ging goed en ik werd gevraagd auditie te doen. Ik werd aangenomen en stond meteen in de weekendprogrammering van Toomler. Voor het eerst durfde ik als mijzelf op het toneel te staan.’Hij weet van zichzelf dat hij mensen altijd even de kans moet geven om aan hem te wennen. In zijn eerste officiële optreden in de Comedytrain deed hij dat niet en ging hij er meteen vol in. Dat werkte niet. Hij leerde heel rustig te beginnen totdat hij voelt dat hij met de zaal kan doen wat hij wil. Met die ervaring deed hij in 1999 mee aan Cameretten. Hij won alle prijzen: de jury-, publieks- én persoonlijkheidsprijs. The rest is history. Marc-Marie Huijbregts is een beroemd-heid. Met zijn persoonlijk getinte cabaretprogramma's - hij maakte er inmiddels vier - trekt hij volle zalen. En als vaste vrijdagavond-sidekick in De Wereld Draait Door prikkelt hij wekelijks miljoenen kijkers met zijn bijzondere manier van observeren. ‘Die avond op Cameretten voelde alsof ik mijn vrijheid had gewonnen. Ineens had ik het zelf in de hand. Het was echt een keerpunt.’Dat had niets te maken met geldingsdrang, of een gevoel van erkenning. Die gevoelens zijn hem vreemd. Waar andere stand-uppers meestal een enorme drang hebben om op het podium te gaan staan en te gaan spelen, daar vindt Huijbregts het vaak genoeg om in de zaal te zitten en te lachen om andere mensen. Hij heeft nooit het gevoel dat hij zich per se moet laten horen. Misschien is dat wel het specifieke van zijn talent. Hij is integer en persoonlijk. Veel mensen herkennen iets van zichzelf in zijn shows. Ambitieus is hij niet. ‘Veel artiesten hebben Carré als ambitie. Ik maak er een sport van om er juist niet te willen staan.’

‘Zeg ik nee, dan verandert er niks’Hij neemt het zoals het komt. En nu komt er heel veel, omdat nu iedereen iets van hem wil. Hij vindt het prettig dat hij voor veel wordt gevraagd, maar dat is al voldoende. Meestal zegt hij nee. ‘Als ik ja zeg, zit ik vanaf dat moment in de zenuwen. Maar als ik nee zeg, verandert er niks, dan blijft het zoals het is.’Toen Matthijs Rümke hem vroeg of hij in Vertelling van 1001 nacht wilde spelen, zei hij niet nee. Ze hadden eerder met el-kaar gewerkt in Amadeus, in 2005, waarin hij Mozart speelde naast de Salieri van Jeroen Krabbé. Marc-Marie Huijbregts had het naar zijn zin in die productie. De Ashton Brothers kent hij en vindt hij goed en interessant. ‘Het is zo ontroerend en poëtisch wat ze doen, met zoveel mooie lagen.’ Ook de 1001 Nacht sprak hem enorm aan.Huijbregts vindt het prettig dat hij in een vroeg stadium mag meepraten over wat het gaat worden. Hij kan er ook zijn eigen ei in kwijt, omdat er momenten komen waarin hij eruit mag stappen om een conference te doen met de zaal.

Huijbregts verheugt zich op het maken van een heerlijk broeierige voorstelling vol verhalen, kleuren en prachtige sensuele beelden uit de sprookjeswereld van de 1001 Nacht. ‘Ik hoop dat het een grappige, sensuele voorstelling wordt met veel spektakel. Alle zintuigen moeten worden geprikkeld. Het moet iets heel oosters uitstralen. En er mag gelachen worden.’

AndersDe voorstelling zal ook op een prettige manier iets zeggen over onze tijd. ‘Ik besef me goed dat er een tweedeling dreigt in de maatschappij. Er verandert zoveel. Aan de ene kant wordt de wereld steeds kleiner. Van alles wat er gebeurt, zijn we direct getuige. Een groep mensen, waaronder ikzelf, vindt dat heerlijk en gaat erin mee. Een ander deel vindt het bedrei-gend. De komende jaren is het de kunst om ook die mensen weer mee te nemen. Het moeilijkste in het leven is om echt te begrijpen dat andere mensen anders denken. We kunnen ons dat bijna niet voorstellen. Het is niet erg om de ander niet te begrijpen, als je er maar geen oordeel aan verbindt. Wij in het Westen zijn daar wel gauw toe geneigd. Wij denken te weten hoe het moet. Maar we komen onszelf nog wel tegen in onze arrogantie.’Theater kan een begin maken in het ontdekkingsproces dat andere mensen anders zijn, maar daarmee nog niet per se eng, vindt Huijbregts. Misschien is dat wel een thema in zijn hele werk, erkent hij. ‘Ben je wie je bent, of wie mensen denken dat je bent? En in hoeverre laat je je daardoor leiden?’ Niet voor niets eindigt hij zijn laatste show met het prachtig gezongen I am what I am...

Bregtje Radstake (artistieke planning en productie, zakelijke leiding Toneelgroep Cargo) aan Justus van Dillen (acteur):

Je speelt sinds je afstuderen met grote regelmaat bij Het Zuidelijk Toneel. Is er iets wat jij als typisch Zuidelijk Toneel ervaart, en zo ja, wat is dit?

‘Het Zuidelijk Toneel valt op het eerste gezicht op door zijn groots opgezette spektakelvoorstellingen waarin met kun-stenaars uit verschillende disciplines wordt samengewerkt. In de schouwburgboekjes staan deze vaak onder de noemer muziektheater of toneel, maar eigenlijk zou er een kopje ‘totaaltheater’ moeten bestaan. Naast deze spektakels wor-den er ook grote en kleine zaalvoorstellingen gemaakt met enkel acteurs. Wat al deze voorstellingen gemeen hebben, is dat er altijd wordt gewerkt met nieuwe Nederlandse to-neelteksten die vaak erg dicht op de actualiteit zitten om-dat ze hoogstens een jaar voor de uitvoering ontwikkeld en geschreven worden. Het Zuidelijk Toneel probeert in mijn beleving telkens weer de strijd van het individu te schetsen in een voortdurend veranderende en grillige maatschappij. Ondanks deze grote onderwerpen is de toon vaak licht en tragikomisch. Een vermakelijke theateravond met een grote actuele zeggingskracht. Een mooi streven.’

1514

Page 9: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Ashton Brother Friso van Vemde Oudejans in Vertellingen van 1001 nacht:

‘We gaan het publiek in vervoering brengen’

Op het eerste gezicht is het misschien een niet voor de hand liggende combinatie, het totaaltheater van de Ashton Bro-thers, geïnspireerd op circus, variété en de aloude revue, en het serieuze, gesubsidieerde theater van Het Zuidelijk Toneel. Maar in gesprekken bleek al snel dat artistiek leider Matthijs Rümke en de Ashton Brothers putten uit dezelfde visuele theaterbron: 'Het Europese poëtische theater', noemt Ashton Brother Friso van Vemde Oudejans het. ‘We bleken eigenlijk dezelfde achtergrond te hebben, en te denken in dezelfde theatrale beelden.’Het denken in hokjes en genres vindt Van Vemde Oudejans sowieso niet zo zinvol. De scheiding tussen amusement en 'kunsttheater' is niet meer van deze tijd. Hij was daarom erg blij met het verzoek van Rümke om samen 1001 Nacht te maken. ‘Matthijs is een inspirerende theatermaker met een artistiek enorm open geest. Hij kent weinig beperkingen. Dat zorgt voor een stimulerende vrijheid die je nodig hebt in het creatieve proces. De grenzen van je eigen kunnen zorgen al voor voldoende beperking.’

‘Kunst is een primaire levensbehoefte’Interessant voor de Ashton Brothers is ook de samenwerking met mensen uit heel andere disciplines, zoals Marc-Marie Huijbregts en toneelschrijver Peer Wittenbols. ‘Normaal bedenken we alles met z'n vieren, nu zijn we een veel grotere denktank. Er komt dus veel meer kennis aan boord. Net als in een goed voetbalteam kan iedereen op zijn eigen gebied excel-leren en daarnaast een bijdrage leveren aan het geheel.’Nieuw voor de Ashton Brothers is wel dat er nu een tekst is, een nieuw geschreven tekst van Peer Wittenbols. En dat ze zich voor het eerst in de gesubsidieerde theaterwereld bege-ven. Veel verschil zal dat volgens Friso van Vemde Oudejans niet maken. ‘Met of zonder subsidie, kunst zal er altijd blijven. Wanneer subsidie wegvalt, heeft dat voor de mens, de kun-stenaar, de artiest, grote consequenties, maar voor de kunst maakt het niet veel uit. Kunst is een primaire levensbehoefte. Ik interpreteer kunst dan heel breed. Waarom zou entertain-ment geen kunst kunnen zijn, en zou kunst niet mogen en-tertainen? Rembrandt was de Joop van den Ende van de schil-derkunst, en toch is het grote kunst. Bovendien: er ligt zoveel tussen. Het is niet zwart of wit: kunst óf entertainment. Het gaat om de grijstinten daartussen. Een echt goede voorstelling kan dat hele palet bestrijken. Daar zijn wij in geïnteresseerd.’

Onderdrukte driftenVertellingen van 1001 nacht gaat volgens Friso van Vemde Oudejans onder meer over het romantische beeld dat wij hebben van het Oosten. ‘We hebben daar een soort haat-liefdeverhouding mee: we vinden het Oosten mysterieus, zinnenprikkelend, maar ook beangstigend, vanwege het onbekende. De voorstelling gaat zeker ook over onze onder-drukte driften die in prachtige verhalen aan de oppervlakte komen. Het gaat over liefde, maar ook over lust en over wreedheid. Die spanning zit al in het gegeven van Sheherazade die de sultan aan een lijntje heeft; hij eet uit haar hand, maar ze hoeft maar één verkeerde beweging te maken en hij grijpt haar bij de strot. Ze is een roofdier aan het strelen. Het moet voelen alsof je over een dun koord loopt.’

‘Ik hoop dat het ons lukt het publiek in vervoering te brengen. Dat ze worden meegesleept in de stroom en vergeten waar ze zijn. Dat je gewichtsloos wordt, met elkaar gaat zweven. Daar streeft iedere kunstenaar naar, samen met het publiek.’

‘De onvolmaaktheid maakt ons interessant’Van de tijdgeest probeert van Vemde Oudejans zich steeds minder aan te trekken. ‘Natuurlijk word je beïnvloed door wat je in het dagelijks leven meemaakt. De buitenwereld hangt als een jas om je heen. Maar ondanks dat het buiten winter is, scheppen we in het theater ons eigen klimaat. Ik heb steeds minder last van dat ik denk te weten hoe het moet. Je zou dat nederigheid kunnen noemen, maar ook wijsheid. Als je jong bent, roep je: musical is plat, geen kunst! Nu zou ik dat niet meer durven beweren. Ik zie dat soort opvattingen als overbodige ballast die ik steeds meer durf los te laten. Als je 'jong en dom' bent, wil je er perfect uitzien en streef je naar het perfecte leven. Hoe ouder je wordt, en hoe wijzer, hoe meer je gaat inzien dat de onvolmaaktheid, de disba-lans, de afwijking van de norm, ons juist onderscheidt van elkaar. De onvolmaaktheid maakt de mens interessant. In de worsteling zit de schoonheid, de ontroering, maar ook de platte humor. We zijn in ons leven voortdurend met de zwaartekracht aan het vechten. We verliezen het altijd, maar we blijven het proberen, iedere dag opnieuw. Daarin zit de grap, en de ontroering.’

Na drie grote shows wilden de vier heren van de Ashton Brothers (Pepijn Gunneweg, Pim Muda, Joost Spijkers en Friso van Vemde Oudejans) het een jaartje wat rustiger aan doen. Door omstandigheden werd dat iets langer. Maar in het seizoen 2011-2012 zijn ze weer helemaal terug, eerst met de reprise van hun laatste show Charlatans, a medicine show, daarna bij Het Zuidelijk Toneel in Vertel-lingen van 1001 nacht.

Justus van Dillen (acteur) aan Gerard Tonen (zakelijk leider):

Als geld geen rol speelt, hoe ziet jouw ideale Zuidelijk Toneel er dan uit?

‘Dit is een onmogelijke vraag voor een zakelijk leider. Ik heb een functie bij Het Zuidelijk Toneel omdat geld een rol speelt. Als die rol is uitgespeeld, zou ik mezelf ontslaan. Zonde dat ik er nog zou zijn. Ik ga jouw vraag enigszins anders interpre-teren: stel dat er verschrikkelijk veel geld zou zijn, wat zou ik dan doen? Dan zou ik een gezelschap met een heel groot ensemble willen hebben en een gezelschap dat zich met diverse taken bezighoudt: repertoire maken, jeugdtheater, talentontwikkeling, educatieve projecten, allerlei community-artprojecten. Goede voorstellingen zou ik op het repertoire houden en voorstellingen die minder geslaagd zijn, zou ik niet het hele land doorsturen. Het zou mooi zijn als we ons dat alles zouden kunnen permitteren.’

1716

Friso van Vemde Oudejans

De

Ash

ton

Bro

ther

s in

Cha

rlata

ns, a

med

icin

e sh

ow

Page 10: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Gerard Tonen (zakelijk leider) aan Nanette Edens (actrice):

Heeft het feit dat je een van de belang-rijkste toneelprijzen won, je kijk op acteren veranderd?

‘Nee, mijn kijk op acteren is hetzelfde gebleven. Het win-nen van de Colombina 2010 (voor haar rol in Amora van Het Zuidelijk Toneel, red) is een grote eer en wellicht een bevestiging dat ik op de goede weg ben in mijn ontwikke-ling. Mijn verantwoordelijkheid ligt bij de kwaliteit als het gaat om de uitoefening van mijn vak. En dat is altijd al mijn op-vatting geweest. De prijs is een teken van waardering voor persoonlijke vakbekwaamheid. Ik ben er dankbaar voor en verdomde trots op, maar ik ben geen toneelspeler geworden omdat er prijzen mee te winnen zijn.’

Behalve de nieuwe enscenering van Op de Ziel, gaat ko-mend seizoen ook een geheel nieuwe tekst van Wittenbols in première: Vertellingen van 1001 nacht, het nieuwe Theaterspektakel van Het Zuidelijk Toneel. Wittenbols moet hiervoor totaal andere registers opentrekken dan voor zijn intiemere toneelwerk.

De vraag die Matthijs Rümke hem stelde, was: wil jij het script schrijven voor een voorstelling met De vertellingen van 1001 nacht als uitgangspunt, met als uitvoerenden cabaretier Marc-Marie Huijbregts, de theatermakers van de Ashton Brothers en een zestal acteurs, en met veel muziek...? Wie kan aan zoiets nog weerstand bieden? ‘Zeker nadat Rümke mij verzekerde dat ik mijn 1001 Nacht mocht maken. Ik hou niet van cabaret, maar Marc-Marie is een uitzondering, waar-schijnlijk omdat hij een theaterachtergrond heeft. De Ashton Brothers, die maken echt goede variété. Ik hou van carnaval, van variété, en van 'toveren in de grote zaal' - de regiestijl van Matthijs. En er zou live muziek worden gemaakt. Dus alles bij elkaar... Ja, dit wilde ik doen!’ Maar hoe pak je zoiets aan? Hoe schrijf je een tekst voor een stuk waarin tekst maar één deel is en muziek, variété en con-ference net zo belangrijk zijn? Om te beginnen heeft Witten-bols al in een vroeg stadium scènes voorgelegd aan Huijbregts en de Ashton Brothers, ‘om te proeven of ze ermee uit de voeten konden en om hun specifieke eigenheden en eigenaar-digheden te ontdekken.’In de oorspronkelijke 1001 Nacht vertelt Scheherazade iedere avond een nieuw verhaal om haar executie weer een dag uit te stellen. Het hele boek bewerken is onmogelijk. Al lezend bleef Wittenbols vaak hangen bij verhalen rond één thema: onmo-gelijke liefdes. Die verhalen haalde hij eruit, las hij opnieuw en herschreef hij in zijn eigen taal. Verder bedacht hij zelf nog talloze onmogelijke liefdes waar hij scènes van ging schrijven. ‘Langzaamaan kreeg ik zo een mandje vol kortere en langere scènes en liedjes die we tot één geheel gaan boetseren.’

Theater als circusAlle acteurs gaan grotere en kleinere scènes spelen, in gro-tere en kleinere rollen, dus ook Marc-Marie Huijbregts, de Ashton Brothers en John Buijsman, naast de acteurs van Het Zuidelijk Toneel, waaronder Nanette Edens en José Kuijpers. ‘Net als in het circus: het ene moment glorieert iemand in de trapeze en vlak daarna staat ze ijsjes te verkopen. Dat vind ik mooi. Dat iedereen gezamenlijk verantwoordelijk is voor wat het publiek gaat beleven.’

Het woord circus valt regelmatig in het gesprek. De manier waarop de voorstelling gemonteerd wordt, heeft veel weg van hoe een circusvoorstelling in elkaar zit. Soms is er een grote decorwisseling nodig en dan moet er een kleine scène komen die de aandacht even afleidt, zoals de clownsact in een circus. Ook de muziek bepaalt het tempo van de voorstelling, zoals in een circus ook bijna altijd muziek klinkt onder de acts. Het thema blijft steeds hetzelfde: de jacht op een onmogelijke liefde.

Het boek 1001 Nacht speelt in het Midden-Oosten, in de Arabische wereld. Natuurlijk zullen er veel oriëntalistische, sprookjesachtige elementen in de voorstelling zitten. Ook de taal zal beeldrijk zijn, met prachtige grote woorden en meta-foren. Maar Vertellingen van 1001 nacht gáát niet over onze verhouding tot 'de oost'. Het gaat over onmogelijke liefdes, in alle varianten die je kunt bedenken, soms kolderiek, soms tragisch, dan weer poëtisch of heel banaal. ‘Het vertrekpunt is een tijdloze, collage-achtige circusvoorstelling, waarin een serie 1001-Nacht-verhalen wordt gespeeld. Binnen dat kader is alles mogelijk. Net als in het circus.’

Peer Wittenbols schrijft Vertellingen van 1001 nacht:

‘Alles is mogelijk, net als in het circus’

Een recalcitrant dorpshuisWat Pastoor niet wil, is invloed op wat theaterproducenten maken (‘Ieder zijn vak’). Wel zou hij in een vroeg stadium zijn specifieke kennis van Eindhoven ter beschikking willen stel-len om ideeën uit te wisselen over het soort theater waar zijn publiek enthousiast van kan worden, en tegen welke prijs. ‘Ik zou af willen van garantiesommen (waarbij een schouwburg een gezelschap een vast bedrag betaalt voor een voorstelling, red.) maar werken op basis van vertrouwen. Waar krijgen we men-sen warm voor? We moeten zoeken naar een nieuwe balans tussen publiek en product.’Hoe ziet Pastoor eigenlijk de functie van zijn schouwburg? ‘Als een dorpshuis, waar heel Eindhoven samenkomt en elkaar ontmoet. Maar wel een beetje een recalcitrant dorpshuis. Eindhoven is techniek, design en sport. Als dat alles zou zijn, is de balans zoek.’

Pastoor is een positief ingesteld mens. Met gemopper kan hij niet veel. De crisis ziet hij als een kans om het anders te doen. ‘We moeten op een andere manier met ons publiek in verbin-ding zien te komen. Als we weten aan te haken bij de thema's die mensen bezighouden, en daaromheen communities creëren, dan praat het zich rond en zijn mensen heus in theater geïnte-resseerd.’

Giel Pastoor, directeur Parktheater Eindhoven:

‘Is er een crisis? Gelukkig wel!’

Matthijs Rümke valt met de deur in huis: ‘Giel, is er een crisis in het theater?’ Pastoor hoeft niet lang na te denken: ‘Gelukkig wel.’De wereld is in een razend tempo aan het veranderen. Voor het theater is vooral de opkomst van de nieuwe sociale media van belang. Verkocht het Parktheater vroeger 70 procent van zijn kaarten in de voorverkoop, via de seizoensbrochure, nu ligt dat beduidend lager. Mensen wachten tot ze van anderen horen of het wat het is. ‘De behoefte van mensen is niet veranderd’, zegt Giel Pastoor. ‘Ze willen nog steeds naar het theater. Maar ze laten zich niet meer zo makkelijk sturen. Een voorstelling die aanslaat, praat zich razendsnel rond via Facebook en Twitter. Het publiek maakt zelf reclame voor wat ze willen zien.’Dat theaters en theaterproducenten hier nog geen goed ant-woord op hebben, dat is de crisis. Pastoor heeft het antwoord ook niet. ‘Ik weet het niet’, zegt hij eerlijk. ‘Maar dát er iets moet veranderen, is duidelijk. De oude systemen werken niet meer.’

Hij verwacht dat de oplossing niet zal komen vanuit de thea-terwereld zelf. Er is een out-of-the-box-denken nodig dat van buiten zal moeten komen. Als Rümke hem vraagt met welke mensen hij de staatssecretaris zou willen adviseren over een nieuw toneelbestel noemt hij een aantal verrassende namen, waaronder Sir Ken Robinson (an internationally recognized leader in the development of creativity, innovation and human resources, aldus diens website) en Johan Cruijff. Ter plekke bedenken Rümke en Pastoor de Cruijff Culture Courts, een open podium midden in de stad waar Het Zuidelijk Toneel en het Parktheater gezamenlijk de Eindhovenaren bij de kladden grijpen en warm maken voor theater.

De zes directeuren van onze partnertheaters over de functie van theater in hun stad.

Met Matthijs Rümke op schouwburgtour door Brabant en Limburg#1

Nanette Edens (actrice) aan Jolanda van de Ven (hoofd kostuumatalier)

In hoeverre kan je als kostuumontwerper/costumière actief deel uitmaken van het transformatieproces van de speler die je aan-kleedt en hoe zie je de invloed van jouw werk terugkomen in de uiteindelijke voorstelling?

‘Bij je werk als kostuumontwerpster groeit het kostuum tijdens een repetitieproces mee met de acteur en maakt ook alle veran-deringen door. Door het volgen van de repetities, veel kijken en praten met de acteurs en regisseur kun je een acteur een aantal kostuums aanbieden dat hem of haar helpt in zijn transformatie naar zijn personage. Dit ga je kloppend proberen te krijgen met het geheel, het spel en de vormgeving. Als costumière ben je meer bezig met de praktische kostuumzaken achter de schermen; dat alles goed hangt, schoon is en iedereen klaar staat en er rust en vertrouwen is. Dit werk is misschien niet direct zichtbaar op het podium als het allemaal goed gaat, maar als het niet goed gedaan is, juist wel…’

1918

Pee

r W

itten

bols

Page 11: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

20

Bas Schoonderwoerd, directeur Theater Heerlen, Parkstad Limburg Theaters:

‘Communiceer met, maar ook

over mij heen met de stad’

Bas Schoonderwoerd geeft al vijftien jaar leiding aan Theater Heerlen en de Parkstad Limburg Theaters. Hij wil graag dat zijn theater de culturele huiskamer is van de stad. ‘Ik zoek naar een programmering die past bij de identiteit van Heerlen. Die verschilt nogal van de identiteit van bijvoorbeeld Maastricht - hoewel er maar 25 kilometer tussen ligt - en zeker van die van de Randstad.’

Hoe zou je de Parkstedelijke identiteit omschrijven?‘Parkstad is nog maar honderd jaar oud en is dus een jonge stad. Het centrum van Parkstad 'Heerlen' is voortdurend bezig zichzelf opnieuw uit te vinden. Steeds moet al het oude weg en moet er weer iets nieuws komen. Men is voortdurend op zoek naar een nieuwe jas. Maar de mens onder die jas blijft steeds dezelfde. Zo hebben we hier een grote groep immigranten die al vanaf de jaren twintig en dertig in de mijnen kwamen werken. Polen, Italianen, maar ook Friezen en Hollanders. Wij zijn een van de eerste multiculturele steden van het land. Het gebrek aan oude tradities is voor het theater een gemis, maar aan de andere kant biedt de behoefte aan vernieuwing veel aankno-pingspunten voor een programmeur.’

Bevindt het theater zich in een crisis?‘Nee, integendeel. We zitten in de interessantste periode sinds jaren. Theatermakers zijn meer dan ooit op zoek naar de relevantie van wat ze maken, naar de dialoog met hun publiek. Jij als maker hebt daar mij als schouwburgdirecteur voor nodig. De laatste jaren zijn we misschien wat teveel uit elkaar gegroeid: directeuren werden meer managers, theatermakers concentreerden zich op hun artistieke product. Dat moet weer naar elkaar toe bewegen. We hebben elkaar nodig om de stad te bereiken, en ook om weer inspiratie uit de stad te halen. Je moet niet alleen met mij, maar ook over mij heen communiceren met de stad.’

Hoe kan ik dat het beste doen in Heerlen?‘Wij moeten meer samen optrekken, zodat we een echte dia-loog kunnen aangaan met de mensen in Heerlen, en de andere vijf steden waarvan je het huisgezelschap bent. Je moet laten zien dat je geïnteresseerd bent in de mensen hier, dan zijn ze het ook in jou. Als er een dialoog is, ontstaat er een nieuwsgie-righeid naar waar je mee komt. Dan is het helemaal niet erg als er een keer een voorstelling mislukt.’

Wat zou je aan het toneelbestel willen veranderen?‘Ik zou een systeem willen waarin je successtukken kunt doorspelen en mindere stukken van het repertoire kunt halen. Dat betekent dat je weer moet investeren in gezelschappen met een vaste groep acteurs. Daarnaast zou ik de band tussen schouwburgen en gezelschappen willen verstevigen. Onze band is nu vaak voornamelijk een financiële, maar ik zou graag een gezamenlijke verantwoordelijkheid willen voor het vullen van de zaal. Mijn droom is nog steeds een zogenaamd 'afname-fonds'. Programmeurs krijgen hierdoor meer budget waarmee ze liaisons kunnen aangaan met theatermakers en gezamenlijk plannen kunnen bedenken voor voorstellingen die passen bij stad en publiek. We kunnen dan gezamenlijk 'ademen met de stad', zoals ik dat noem. Met voorstellingen die de adem van de stad zijn.’

Jolanda van de Ven (hoofd kostuumatalier) aan Jantine Hoekstra (coördinator educatie):

In hoeverre past toneel volgens jou in de snelle belevingswereld van de jongeren van nu en hoe kunnen wij daar als theater-makers op in spelen?

‘Volgens mij hoeft theater niet naadloos aan te sluiten op de bele-vingswereld van jongeren. Wel zoek ik altijd in onze projecten naar een link met die wereld om vervolgens verder te kijken dan het bekende of juist om er eens met heel andere ogen naar te kijken. Als jongeren bij ons in huis zijn, hoor ik hen vaak over drukke agenda’s én dat het juist fijn is om eens langer bij een bepaald onderwerp stil te staan. Maar veel jonge mensen komen niet van-zelfsprekend in aanraking met toneel. Daarom moeten wij die ont-moeting zoveel mogelijk stimuleren; verplicht of vrijwillig, via school of individueel. Of de vonk voor toneel dan overslaat of niet… eerst proeven voordat je zegt of je iets lust of niet! Verder denk ik dat een voortdurende jonge aanwas aan theatermakers automatisch zorgt voor een link met de belevingswereld van jongeren.’

De zes directeuren van onze partnertheaters over de functie van theater in hun stad.

Met Matthijs Rümke op schouwburgtour door Brabant en Limburg#2

“Een mens!! Een mens!! D’r heeft gewoon een mens in onze tuin staan kakken!!”Uit de voorstelling Contouren

in het seizoen2011-2012

Page 12: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Beste lezer,

Ik ben een groot liefhebber van Britse humor. De taligheid

ervan, de intelligentie, de manier waarop het gebracht wordt,

maakt dat het niet gaat om de humor zelf. Het is een voertuig

geworden om op een lichte manier een dieperliggend thema

aan te snijden. Dat streef ik ook na met mijn toneelstukken.

Sinds de oprichting van Toneelgroep Cargo heb ik op veel ver­

schillende manieren voorstellingen

gemaakt. Sinds Scheppingsdefect

kom ik steeds dichter bij de ma­

nier waarop ik wil werken. Deze

wordt voor een groot gedeelte

bepaald door de teksten die ik

schrijf. Ik hou er van om op een

humoristische manier menselijk

gedrag en groepsdynamiek te

vatten in scherpe dialogen. Om

personages op te voeren die hun

woorden gebruiken om een muur op te houden, om de anderen

af te leiden, en om alles wat krom is recht te breien. Ik pro­

beer die personages altijd wat ‘bigger than life’ te maken. En

de situatie waarin ze verkeren langzaam naar het absurde toe

te trekken.

In onze nieuwe voorstelling Contouren gaat het over een woon­

commune. Een huisvergadering loopt volledig uit de hand wan­

neer blijkt dat er een zwarte kat in de tuin heeft zitten kakken.

Er ontrafelt zich een wrangkomisch verhaal dat aan alle

kanten doet denken aan het integratiedebat. Alleen gaat het in

dit geval over vier mensen versus vier katachtigen. Wanneer

de laatste groep in beeld komt lijkt de huisvergadering steeds

meer een musical te worden. Want katachtigen vergaderen nou

eenmaal anders dan mensen.

Vorig seizoen maakten we de muziektheater­

voorstelling Meneer van Ooyen; een theatrale

trip over het leven van een aan heroïne­

verslaafde veelpleger. We speelden de

voorstelling op verschillende festivals, en

we kregen daar enthousiaste reacties op van

het publiek. Daarom hebben we besloten

om Meneer van Ooyen nog twee weken in de

theaters te spelen. Samen met de snoei harde

livemuziek van William Bakker maken we de

theaterzalen opnieuw onveilig.

Ik hoop u bij een van onze twee voorstellingen te zien!

Marcel Osterop

ContourenEen komedie voor vier mensen en vier katachtigen

Drie bewoners zijn verstrikt geraakt in een huisvergadering. De eerste heeft een te kort lontje, de tweede wil de deur niet meer uit en de derde heeft vanwege haar emotionele staat van zijn een onverstaanbare woordvoerder in de armen genomen. Genoeg ingrediënten om een redelijk gesprek te laten ontsporen in een explosief avondje spervuren. Een kleinmenselijk drama ontvouwt zich wanneer blijkt dat er een zwarte kat in de achtertuin heeft zitten kakken.

In Contouren zet Marcel Osterop het thema integratie naar zijn eigen hand. Hij schrijft een komedie over de verdraagzaam­heid, bekrompenheid en de angst in de mens voor de ander.

Cargo speelt de nieuwe toneelteksten van Osterop. In eer­der werk liet hij al zien te beschikken over het talent om schijnbaar alledaagse situaties met gevoel voor humor te verwoorden in scherpe dialogen. Zo schreef het NRC Han­delsblad over de zwartgerande relatiekomedie Gewürztrami-ner: “Gewürztraminer is voor alles een stuk over taal, over gelaagdheid ervan en hoe woorden dodelijk aan kunnen komen. Osterop laat zich niet leiden door de heersende beeldcultuur die ook bezit neemt van het theater, maar beproeft zijn kans in dialogen die gaandeweg de voorstelling een geweldige kracht krijgen. Hulde.” En de Volkskrant over het dictatorsdrama Scheppingsdefect: “(…) de groep doet waar ze goed in is: een taalkomedie spelen. Want in taal zit hem de kneep. Zijn personages bezigen bizarre taalbrouwsels die hun tragiek dienen te verhullen, maar deze tenslotte alleen maar uitvergroten.”

tekst en regie Marcel Osterop spel Caroline Liekens, Xander van Vledder e.a. muziek Jan Groentemanvormgeving Maarten van Otterdijk

Te zien op Festival Theater Aan Zee (Oostende, B) en Festival Boulevard (Den Bosch).(zie pagina 42 voor de speellijst)

W: “Hij was zwart.”V3: “Wat zegt dat nou over de omvang, dat ie zwart was? Ook al was ie zwart, dan zag je toch nog wel de omvang?”W: “Het schoot weg.”V3: “Ja, dat heb je al gezegd ja, maar dat wegschieten verhindert je toch niet om te zien hoe groot dat zwarte was dat wegschoot, en dat het dus klaarblijkelijk niet om een kat ging, maar om iets veel groters dan een kat?

Uit de voorstelling Contouren

Meneer van Ooyen (reprise)Hoge grijze gebouwen, een gonzende snelweg en een bord van de Burger King. Meer zie je niet als je op de binnenplaats van de Bijl-merbajes staat. In dit niemandsland woont meneer Van Ooyen. Een veelpleger. Een drugsverslaafde. Hoe is het leven van iemand die je normaal gesproken liever zou mijden? En hoe heeft het zo ver kunnen komen? Die vragen stelden theatermakers Marcel Osterop (Toneelgroep Cargo) en Sanne den Hartogh (Toneelgroep Oostpool) zich. Gedurende twee jaar interviewden ze een gedetineerde in de Bijlmergevangenis: meneer Van Ooyen.

De interviews met de gedetineerde vormen de basis voor een muziektheatervoorstelling. Geen documentaire, geen egodocu­ment. Maar een voorstelling over mensen die dicht bij elkaar in de buurt zijn en toch in volstrekt gescheiden werelden leven. Aan de ene kant de wereld van het overleven op straat, gedreven door primaire levensbehoeften en verslaving. Van shot naar shot, continu op zoek naar geld en drugs, gevange­nis in, gevangenis uit. Wreed maar vaak ook sensationeel. Daarnaast het leven van twee nette theaterjongens die vooral bezig zijn met vrienden, kunst en sporten. Twee werelden die elkaar in principe nooit kruisen, want wat je niet ziet bestaat niet. Maar wat gebeurt er als deze werelden wel samenkomen?

In Meneer van Ooyen kruipen Marcel Osterop en Sanne den Hartogh in het hoofd van de gedetineerde en proberen zij zich te verplaatsen in zijn leefwereld. De derde acteur in de voorstelling is de muziek die deze theatrale achtbaan hoogte, diepte en snelheid geeft.

“Osterop en Den Hartogh stuiteren in rap tempo over het toneel, opgezweept door muziek en een fraai staaltje creatief tekstge-bruik, waarbij zelfs straattaal niet wordt geschuwd.”—De Telegraaf

“de ultieme trip in tastbare vorm (…) in alle gevallen wordt de gedetineerde respectvol neergezet” —Brabants Dagblad

“Osterop kan een angstaanjagende onaangepaste figuur neerzetten.” —De Volkskrant

concept en spel Marcel Osterop en Sanne den Hartoghregie Roeland Hofmanmuziek William Bakkerlichtontwerp Stan Bannierkostuumontwerp Jolanda van de Ven

Te zien van 9 t/m 24 september in verschillende theaters(zie pagina 42 voor de speellijst)

Toneelgroep Cargo in coproductie met Toneelgroep Oostpool & Het Zuidelijk Toneel

“Ennik pik faak die sterfelinge per deng. Wéétje. Tsssss. Nooit uh sterfeling op se up. Astie opse up is doetie die bibbertril. Gaatie páánieke. Maar asje se per deng graast ejje maak se beide so tril so huile bang so neer te bluffe… Se gefe je àlles. Real, àlles! Aajou! Snaikbedoel?”

Uit de voorstelling Meneer van Ooyen

Fotografie: Krista van der Niet Scènefotografie Meneer van Ooyen: Phile Deprez.

Grafisch ontwerp Toneelgroep Cargo: Eric de Haas

Voor meer informatie over Toneelgroep Cargo: www.toneelgroepcargo.nl

Cargo is een dochtergezelschap van Het Zuidelijk Toneel

Subsidiënten:

Page 13: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Cees Langeveld, directeur Chassé Theater Breda:

‘Er wordt zoveel mooi toneel

gemaakt’Inhoudelijk floreert het theater, is de opvatting van Cees Lange-veld. ‘De kwaliteit is hoog. Er wordt veel mooi toneel gemaakt. Als ik even afzie van Het Zuidelijk Toneel dan heb ik afgelopen jaar erg genoten van onder andere Toneelgroep Amsterdam en NTGent. En ook Die Ehe der Maria Braun van Thomas Oster-maier was iets bijzonders.’Matthijs: ‘Maar er is toch wel degelijk een publiekscrisis? Soms zitten er maar 100 à 200 mensen in de zaal.’Cees: ‘Je moet dat zien in historisch perspectief. In 1993 had-den we hier in Breda 27 toneelvoorstellingen, in 2009 hadden we bijna 100 voorstellingen - die bovendien niet allemaal even toegankelijk waren - waar ruim 20.000 mensen naar kwamen kijken. Het publiek is niet klein in aantal, maar per voorstelling is het misschien minder dan vroeger. Wat je wel als een crisis kunt bestempelen, is de maatschappelijke onrust. Er is geen sfeer van positivisme. Er wordt alleen geklaagd dat alles minder wordt. Mensen wachten af, durven niks meer te ondernemen. Het is wat dat betreft een suffige tijd.’Matthijs: ‘Wat kunnen wij als theatermakers daar aan doen? Moet het toneelbestel op de schop?’Cees: ‘We moeten durven innoveren, vernieuwen. Alles moet weer in beweging komen. Wat betreft het toneelbestel is het aantal gezelschappen in Nederland en Vlaanderen gerelateerd aan het aantal speelbeurten hoog. Het Chassé theater had altijd het streven om het publiek een overzicht van het gehele palet van gesubsidieerd theater te tonen. Dat is een nobel streven, maar we komen er vanwege de grote omvang van het aanbod en de druk op de financiën wat op terug. We moeten nu gericht kiezen.’

Matthijs: ‘Het palet moet dus kleiner?’Cees: ‘Gedacht vanuit kostenbeheersing en absorptievermogen van het publiek zou je kunnen denken aan minder gezelschap-pen die hun voorstellingen langer doorspelen. Het kort spelen van producties maakt het gesubsidieerde theater relatief duur.’Matthijs: ‘Waarom moet er eigenlijk gesubsidieerd theater zijn?’Cees: ‘Dat is onmisbaar voor vernieuwing. Maar ook voor een garantie op kwaliteit. Schaarse, hoge kwaliteit op het gebied van toneel kan niet bestaan van alleen de opbrengsten uit kaartverkoop.’

Wat Cees Langeveld zich kan voorstellen, is een ander pro-grammeringssysteem voor het gesubsidieerde theater. ‘Vrije producties kun je gerust anderhalf jaar van tevoren boeken. Voor het gesubsidieerde theater zou je met blokken van zes maanden kunnen werken. Alleen de echt goede voorstellingen zou je dan kunnen doorspelen terwijl de minder geslaagde voorstellingen niet op tournee hoeven. Maak bijvoorbeeld zes voorstellingen waarvan je met drie in het volgende blok gaat reizen, de drie beste. Dat vereist een flexibelere opstelling, ook van ons. Je weet dan minder ver van tevoren wat er komt, maar het publiek koopt zijn kaarten toch al veel later.’Langeveld kan zich vinden in de recente opzet waarbij er verspreid over het land kernplekken zijn waar cultuur wordt gemaakt, als dat maar geen eilanden worden waarbuiten niets spannends gebeurt. Gezelschappen moeten met hun voorstel-lingen wel blijven reizen. ‘Zoals Het Zuidelijk Toneel het aanpakt met Expeditie Zuid, dat spreekt me aan: een standplaats met daarnaast veel uitwisseling in een brede regio zodat we er ook in Breda baat bij hebben.’Matthijs: ‘Hoe zou je de functie van het Chassé Theater om-schrijven?’Cees: ‘Voor culturele liefhebbers is dit de plek waar het gebeurt. Hier komt regelmatig de wereldtop. Wij steken onze nek uit en de bevolking snapt dat dat bijzonder is. Ze zijn daar trots op. Daarnaast hebben we een sociale functie. Het is dé ontmoetingsplek van de stad, bijvoorbeeld bij het carnavalscon-cert of het Brabants Orkest. Tot slot vervullen we een belang-rijke economische functie voor de stad: hier organiseer je je bijeenkomsten.’Matthijs: ‘Zou je ook onze acteurs meer willen inzetten voor tijdelijke projecten in de stad?’Cees: ‘Jazeker. Je versterkt daarmee de binding met de stad. Je wortelt beter. En we kunnen ons gebouw beter benutten. Wij zien wel wat in het idee van artists in residence, je eigen gezelschap dat tijdelijk bezit neemt van het gebouw. Dat creëert bedrijvigheid, het hele jaar door.’

25

De zes directeuren van onze partnertheaters over de functie van theater in hun stad.

Met Matthijs Rümke op schouwburgtour door Brabant en Limburg#3

Jantine Hoekstra (coördinator educatie) aan Matthijs van Meeuwen (voorstellingsleider/lichtontwerper):

Wat kan volgens jou een lichtontwerp toevoegen of meerwaarde geven aan een voorstelling en in hoeverre is die functie in de loop van de jaren veranderd?

‘Ik denk dat zowel de functie lichtontwerper als de functie van licht de laatste jaren veranderd is. Het is nu meer een apart artistiek onderdeel van de voorstelling en conceptueel passend bij het decor- en kostuumontwerp. Wat een licht-ontwerp naar mijn idee aan een voorstelling kan toevoegen is vooral dat je de voorstelling ondersteunt. Dat je wel het verhaal volgt, maar niet het verhaal vertelt.’

“Ik eet jullie só makkelijk op. Ik eet jullie só makkelijk op.”Uit de voorstelling Meneer van Ooyen

Page 14: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

BEjAARDEN & BEGEERtE (reprise)Een respectvolle, humoristische voorstelling voor oudere jongeren en jongere ouderen

Geïnspireerd door hun eigen opa's die op hoge leeftijd wederom verliefd raakten, presenteren theatermaker Lucas De Man (1982) en schrijver Oscar Kocken (1983) Bejaarden & Begeerte. Dit bijzondere theater-project gaat over de mensen die zich niet neerleggen bij hun leeftijd of het oordeel van de maatschappij.

Terwijl de samenleving in hoog tempo vergrijst, richt de maatschappij zich vooral op de jeugd: de tijd dat de wereld zogenaamd aan je voeten ligt, alles mogelijk lijkt en de liefde voor het oprapen zou zijn. In de voorstelling Bejaarden & Begeerte wordt dat beeld bijgesteld. Samen met hun zangeres (70+) gaan schrijver Oscar Kocken en theatermaker Lucas De Man terug naar de jeugd van iedereen die minstens 65 jaar geleden geboren is. Ze vertellen over de normen en waarden, de taboes en alle geheimen voor de ouders, om vervolgens over te springen naar het leven vandaag de dag, nu de 65-plusser volgens de Dikke van Dale officieel 'bejaard' is. Maar wat er tegenwoordig allemaal achter de geraniums gebeurt, dat kan maar beter geheim blijven voor de kinderen.

Maandenlang spraken Kocken en De Man met ouderen in het hele land over de liefde. Ze bezochten de mensen thuis, bij de bingo, in aanleunwoningen en verzorgingshuizen en overal was men even openhartig. Gesproken werd over de allereerste verliefdheid, het eindeloos dansen van de foxtrot, het gebrek aan voorlichting, de macht van de kerk en de ondergeschikte positie van de vrouw. Maar ook het heden kwam aan bod: hoe verandert de liefde als je ouder wordt? Kan je opnieuw verliefd worden als tachtig bent? Fladderen de vlinders nog net zo als toen je twintig was? Werkt het lichaam nog mee? Kom je het verlies van je partner ooit te boven? Met al deze verhalen maakten Kocken en De Man de voorstelling Bejaarden & Begeerte, waarin zij laten zien dat het bloed bij ouderen heus nog wel stroomt daar waar het niet gaan kan. Dat zij ook hun dromen hebben en verlangens. Maar ook dat er nogal wat taboes zijn. Dat de kinderen er soms een stokje voor willen steken en dat verzorgenden en activiteitenbegeleiders menen dat het niet speelt. Zo is de voorstelling een reis door de tijd: over de twijfels en aarzelingen vroeger, toen het nog in het geheim moest voor de ouders. En het gemis en verlangen vandaag, nu het in het geheim moet voor de kinderen.

StRENG DEURBElEID

De voorstelling is uitsluitend toegankelijk voor 65-plussers óf onder begeleiding

van een 65-plusser. Nieuwsgierige jonkies vragen hun grootouders, buren

of andere liefhebbende ouderen dus mee uit.

tournee 16 september 2011 t/m 26 januari 2012

(zie pagina 42 voor de volledige speellijst)

concept en spel Oscar Kocken, Lucas De Man zang Ery Boom (70), Edith Vollenberg (70) e.a.

toneelbeeld Jasper Rijsdijk

Bejaarden & Begeerte komt te stand i.s.m Stichting Nieuwe Helden

Bekijk ook de projectwebsite van Lucas en Oscar: www.bejaarden-en-begeerte.nl

‘Door de transparante wisselwerking tussen bühne en zaal krijgt de voorstelling een open, los en plezierig karakter.’

() NRC Handelsblad

‘Ik vind het fantastisch wat die vogels vertellen!’ Edwin Rutten bij Omroep Max

‘Het leukste uitje in jaren!’ De heer Wright (80 jaar)

BIjZONDER tHEAtERPROjEct

27

Page 15: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

SUPERANAlEmmAEen verborgen straattheatervoorstellingtijdens Tilburg Textiles

Stel je voor: je loopt door de stad en je hebt de gave om alles te horen wat iedereen om je heen zegt in een straal van 100 meter. Dit kan bij Superanalemma!

Met een koptelefoon op loopt u door het centrum van Tilburg. In het gebied tussen het station en de schouwburg vindt u maar liefst 40 theaterscènes. Verborgen in winkels, op straat, bij een bushalte, in kantoren en in auto´s ontvouwt zich - in een volgorde die u zelf bepaalt - een web van verhalen. Verhalen uit een stad waar mensen werken, slapen, consumeren, liefhebben, kortom: datgene wat het leven in de stad bepaalt.

Na Analemma (2008), Humeuren van de stad (2009) en Plot your city (2011) werkt Matthijs Rümke opnieuw verder aan zijn concept ‘verborgen straattheater’. Dit maal in nauwe samenwerking met het Tilburgse amateurveld, in het kader van Tilburg Textiles.

Is de vrouw op de fiets net ontslagen door de man die ontdekte dat zijn vrouw een verhouding had met de ober die - omdat hij vanochtend van zijn fiets viel - niet op z´n werk is verschenen, maar wel een ontmoeting had met een meisje, dat…?

tekst Marcel Osteropconcept en regie Matthijs Rümke

deelregie 40 amateurregisseursspel circa 160 amateurspelers

Superanalemma komt tot stand in samenwerking met De Kunstbalie, Factorium en de Fontys

Academie en is onderdeel van Tilburg Textiles.

Te zien zaterdag 1 en zaterdag 8 oktober in Tilburg

tIlBURG tExtIlESTilburg Textiles is een manifestatie

op het snijvlak van cultuur, economie en onderwijs. Tussen 14 mei en 29 oktober 2011 hangt Tilburg Textiles

de culturele was van Tilburg eens goed buiten. Lekker in de wind waar iedereen het kan zien. Met een bont

programma waar zeker geen wasver-zachter bij hoeft: evenementen, films,

theater, muziek, dans - noem maar op. Heel Tilburg kijkt mee. Heel Tilburg ge-

niet mee. En heel Tilburg doet ook mee.

Hou ook de andere evenementen met het Tilburg Textiles-label in de gaten,

want dan weet je: da’s stralend fris en blijft je bij, was na was na was!

Ga naar www.tilburgtextiles.nl en ontdek de culturele waskracht

van Tilburg.

Ad van Terheijden, directeur Schouwburg De Kring Roosendaal:

‘Je moet met een ijzersterk aanbod

komen’

Vanaf het begin van zijn directeurschap in Roosendaal heeft Ad van Terheijden gezegd: 25 procent van het aanbod moet toneel zijn. ‘Toneel is de oerbron van het theater. Mijn marketeer is het er niet altijd mee eens. Hij kan aantonen dat het bedrijfsecono-misch slimmer is om wat minder toneel te programmeren. Maar ik hou eraan vast. Ik organiseer liever wat meer feesten om geld te verdienen dan dat ik minder toneel programmeer.’

Net als aan zijn collega's ook aan hem de vraag: Verkeert het theater in een crisis? ‘Het theater niet’, zegt hij, ‘de wereld wel. De mensheid is in de war. Onze levensstandaard ligt hoog. Mensen kunnen meer dan ooit zelf beschikken over hun leven. Niet iedereen kan daar even goed mee omgaan. En de wereld verandert snel. Er is veel onrust en angst. Hoe krijgen we de orde weer terug? Hoe leren we weer met elkaar samenleven?’

Hoe merk je die crisis aan je publiek?‘Mensen zijn meer bedrukt, minder positief. Ze kiezen daarom massaal voor het entertainment. Ze hebben geen zin in serieuze dingen. Terwijl voor mij theater een medium is als de journalis-tiek, waarin kritische vragen worden gesteld over de wereld waarin we leven.’

Wat moet er veranderen in onze manier van werken?‘Er is veel te veel aanbod, veel meer dan de markt aan kan. Wat je als eerste zou moeten veranderen is dat je je successen kunt doorspelen; dan hoef je ook minder te produceren. Niemand zit echt te wachten op theater, dus je moet met een ijzersterk aan-bod komen. In de kleine zaal kun je testen of iets werkt en pas dan kun je ermee op tournee langs de grotere schouwburgen.’

‘Daarnaast moet de band tussen jou en de mensen in Roosen-daal steviger worden. Ik ben jouw poort naar de stad. Jij moet de mensen vertellen waarom ze naar 1001 Nacht moeten komen, het liefst één op één. We moeten gezamenlijk zorgen dat er meer roering ontstaat. Nu is een gezelschap vaak een passant. Zodra de mensen doorhebben dat jullie er zijn, zijn jullie al weer weg. We moeten het de kans geven zich rond te praten: 'Het Zuidelijk Toneel is weer in de stad.' Het liefst zou ik een situatie willen, waarin jullie maandagochtend komen met je hele gezelschap en dan een week lang blijven met verschillende voorstellingen en projecten.Het kan voor jou ook betekenen dat je je inhoud soms moet aanpassen. Misschien zijn de mensen wel wat oppervlakkiger dan jij zou willen. Maar niet iedereen zit te wachten op jouw diepere lagen. En al die succesvolle boekbewerkingen die de vrije producenten nu brengen, zoals De Aanslag en Het Diner, waarom doe jij die niet? Jouw taak is: mensen bij elkaar bren-gen die met elkaar iets meemaken wat jij bedacht hebt.’

En hoe zie je jouw functie?‘Het was hier altijd het paleis van de hogere kunsten. Ik heb de drempel verlaagd. Wil je naar Tineke Schouten? Prima, maar er komt een dag dat je meer wilt. Het moet hier geen elitaire plek zijn; iedereen moet zich welkom voelen. Ik wil de belangrijkste culturele ontmoetingsplek zijn van Roosendaal.’

Matthijs van Meeuwen (voorstellingsleider/lichtontwerper) aan José Kuijpers (actrice)

Je hebt jarenlang veel verschillende rollen gespeeld. Is er een droomrol die je ooit nog graag zou willen spelen?

‘Deze 3 personages zou ik dolgraag spelen: Phèdre, zowel van Racine als van Hugo Claus, die fataal verliefd wordt op haar stiefzoon. Ik ken de behekstheid van een heftige ver-liefdheid, onbegrijpelijk en verschrikkelijk; Richard III, om detaal van Shakespeare, de vindingrijkheid van het kwaad en de eenzaamheid ervan; Pippi Langkous om de knetterende levenslust. Het rooie haar heb ik al!’

28

De zes directeuren van onze partnertheaters over de functie van theater in hun stad.

Met Matthijs Rümke op schouwburgtour door Brabant en Limburg#4

29

José Kuijpers (actrice) aan Peer Wittenbols (schrijver):

Zijn er volgens jou nog taboes in onze westerse wereld en zo ja, over welk taboe zou jij willen schrijven?

‘Er zijn zeker nog taboes te vinden. Ik weet er nog wel een paar. Maar het is zelden interessant om taboes op het toneel te willen doorbreken. Vaak levert het oppervlakkig en politiek correct theater op. Juist toneel is hét medium bij uitstek om te nuanceren en vooroordelen te kantelen.’

Page 16: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

HEt ZUIDElIjk tONEEl WIl PASSIE VOOR tONEEl DElEN Wandelend door het gebouw van Het Zuidelijk Toneel (HZT) is er geen ontkomen aan: de liefde voor toneel spat van de muren af. In een setting van rekwisieten, spotlights en kostuums wil HZT scholieren, studenten en andere geïnteresseerden nieuwsgierig maken naar, en inzicht geven in de wondere wereld van het toneelspel.

Coördinator Educatie, Jantine Hoekstra, weet het: Het Zuidelijk Toneel speelt toegankelijke, maar ook minder eenvoudige stukken. En leerlingen van 15/16 jaar, opgegroeid in een zapcultuur, zijn onervaren. ‘Daarom kan je ze niet zomaar naar elke voorstelling sturen’, legt ze uit. ‘Je moet ze informeren, prikkelen en voorbereiden op wat komen gaat.’

Wetten van het theaterBij voorkeur in het gebouw van HZT zelf, want hier ruik, zie en voel je ‘het’. Hoekstra leidt de leerlingen rond, geeft uitleg en brengt ze in contact met acteurs, regisseurs of drama-turgen. ‘Zo willen we onze passie delen. Maar ze gaan ook zelf spélen! Korte scènetjes uit de voorstelling die ze gaan bezoeken. Alleen net even anders, omdat ik in de workshops de rode draad uit de voorstelling vertaal naar het leven van de leerlingen. Het gaat over hen!’ Ze gebruikt daarbij muziek en kostuums en doceert niet alleen de acteurs maar ook het publiek: de leerlingen die toekijken. ‘Ik leer ze om respect te hebben voor de spelers; om stil te zijn tijdens het spel. Zo krijgen ze iets mee van de wetten van het theater.’

Met andere ogen kijken Een brug slaan naar jongeren, daar gaat het om. Ze doet dat met open vizier. ‘Sommige voorstellingen van HZT zijn gewoon minder geschikt voor onervaren toneelbezoekers. Dat geef ik altijd aan, daar ben ik eerlijk in. Je moet reëel blijven, anders schiet je je doel voorbij.’ Die aanpak heeft effect, getuige de reacties achteraf van leerlingen en docenten. ‘Ik hoor dan dat ze dankzij de voorbereiding met andere ogen naar een voor-stelling hebben gekeken en er echt over hebben nagedacht. Natuurlijk vinden ze niet alles even mooi, maar ze kunnen hun mening wel onderbouwen.’ Met Twitter, Hyves en Facebook bereikt ze ook individuele scholieren, bijvoorbeeld om ze te interesseren voor een maat-schappelijke stage of een auditie voor jongerenproducties.

Programma op maat Iedere school richt zijn module culturele en kunstzinnige vorming (ckv) op eigen wijze in. Veel projecten van HZT Edu-catie komen dan ook voort uit gesprekken die men voert met publiek, docent, scholier, student en andere geïnteresseerden. ‘Er is zoveel mogelijk’, aldus de coördinator. ‘Gastlessen op school; presentaties in het theater; leerlingen die onze acteurs interviewen. Onze toneelvoorstellingen gaan altijd over de maatschappij, dus je zou verbindingen kunnen maken met vakken als maatschappijleer, kunst of Nederlands. Maar ook voor de meer ervaren fijnproevers hebben wij een boeiend aanbod. Masterclasses voor studenten drama bijvoorbeeld, of gastlessen van een professionele regisseur aan een amateur toneelgezelschap. Binnen of buiten de school, ik denk graag mee over een programma op maat, al dan niet gerelateerd aan onze voorstellingen.’

ContactVoor meer informatie over het programma, overleg,reserveringen en tarieven neemt u contact op met Jantine Hoekstra, via 013 3344500 of mail [email protected].

‘Het is veel professioneler

en echter dan bij een normale toneelvereniging

of al helemaal school.Dat is echt heel erg tof!’

Speler jongerenproductie 17 jaar

‘Toen ik de grote groene JA in mijn mail

zag staan, dacht ik YES!, weer een leuke tijd met Het Zuidelijk Toneel.’

Auditant jongerenproductie 17 jaar

‘Educatie kan zoveel toevoegen aan

hoe leerlingen een voorstelling beleven.

Muisstil en vol aandacht waren ze gefocust

op de acteurs.’Docent CKV

‘De voorstellingis echt van ons

samen, ik ben er stiekem wel een beetje trots op.’

Speler jongerenproductie 16 jaar

30 31

Dag

van

de

Am

ateu

r

Jong

eren

prod

uctie

Wor

ksho

p vo

or jo

nger

en

Repetitie

voor jon

gere

npro

duct

ie

Page 17: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

ExPEDItIE tHEAtEREen jongerenproductie XL

Matthijs Rümke regisseert 50 jongeren uit Noord-Brabant

Expeditie Theater is een groots opgezette jongerenproductie van Het Zuidelijk Toneel. 50 jonge deelnemers krijgen de kans om een tijd te infiltreren bij Het Zuidelijk Toneel om alle ins en outs van het maken van een voorstelling te ervaren. Zij worden begeleid door professionele theatermakers. Deelnemers kunnen zich aanmelden voor drie verschillende disciplines: acteren, technische vormgeving (decor, licht en geluid) of filmen en montage.

Artistiek leider Matthijs Rümke regisseert de productie. Op zijn verzoek wordt een toneeltekst geschreven over moderne vormen van contact maken en de macht van nieuwe media. Matthijs Rümke - zelf grootgebruiker van allerlei recente uitvin-dingen op het gebied van internet en telefonie - is gefascineerd door de grote hoeveelheid nieuwe vormen van communicatie die jongeren van nu gebruiken en als vanzelfsprekend zien. Fysieke afstanden doen er niet meer toe en naast de werkelijke wereld ontstaat een virtuele wereld die evenredig meetelt.

Wij zijn de Hyvesgeneratie. Of de web 2.0-generatie. Wij hebben keuzestress. Wij weten het ook allemaal niet. We zijn generatie Y of Z of de ‘vind ik leuk’ generatie. De generatie van het postpostmodernisme. Hoe je ons dan ook noemt; wij zijn het. En we nemen langzaam de wereld over. Kijk maar uit.

Als ik mijn Facebook open, dan staat er ‘wat ben je aan het doen?’Tja.Ik tik nu dit berichtje naar jou. Soms, als ik liever anoniem ben, dan zit ik op chatroulette. Of op GeenStijl.Soms wil ik tegen je zeggen hoeveel ik aan je denk. Als ik dat zou durven, dan zou ik dat op msn doen. Of op hyves.In een privéberichtje dan hè.Gek is dat. Dat dit ook de wereld is. Ook onze wereld. Ik ken mijn buren minder goed dan mijn facebookvrienden. (Dat is niet helemaal waar. Mijn buren zijn ook mijn facebookvrienden.)En bij alles wat jij schrijft wil ik op ‘vind ik leuk’ klikken. Facebook spreekt me dan bestraffend toe:‘wat ben je aan het doen?’

Ben je er nog?Hallo?:-(

AANmElDEN?Vanaf mei 2011 gaan we op zoek naar

jongeren tussen de 14 en 21 jaar. Aanmelden kan via

www.hzt.nl à educatie à aanmelden. Dus bezoek onze website,

follow us op Twitter via @zuidelijktoneel, ‘vind ons leuk’ op Facebook en check de

Hyves-pagina! Bellen of e-mailen mag natuurlijk ook.

Repetities/ workshops:

Vrijdag 30 september 19:00 – 21:30 uur Zondag 2 oktober

10:30 – 17:00 uur Zondag 9 oktober

10:30 – 17:00 uur Zondag 16 oktober

10:30 – 17:00 uur

Maakweek:Maandag 24 t/m vrijdag 28 oktober

Voorstellingen:Zaterdag 29 en zondag 30 oktober

(matinee- en avondvoorstelling)

Kijk voor meer informatie op www.hzt.nl/educatie à Expeditie Theater

Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door het VSB Fonds, Fonds voor Cultuurparticipatie en

Prins Bernard Cultuurfonds.

33

jONGERENPRODUctIE

Page 18: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Ik ben echt een onderzoekende acteur. Ik kan heel lang met een vorm bezig zijn, onderzoeken wat een vorm met een personage doet. Een vorm legt je een beperking op, die leidt tot een gedachte die er heel anders uitkomt dan wanneer je de tekst voor het eerst leest. Daarbinnen kan ik dan een geheime agenda ontwikkelen, waar een regis-seur niks mee te maken hoeft te hebben, zolang ik maar open sta voor de inhoud van het stuk en de visie van de regisseur. Ik ben dienstbaar, maar ik heb wel een geheime agenda, zodat ik autonoom kan zijn. Het is mijn vak om te bedenken waarom ik iets doe. Eerst tast je met elkaar af: welk verhaal wil hier verteld worden? En dan begint je eigen zoektocht.

‘Het publiek is de onvoorspelbare tegenspeler’Nadat ik in 1994 afstudeerde aan de Theaterschool in Arnhem, heb ik 15 jaar gefreelanced en met heel veel verschil-lende mensen gewerkt. Dat paste goed bij me. Net als dat het nu bij me past om een vast contract te hebben bij Het Zuidelijk Toneel. Ik heb nu meer behoefte aan vastigheid en betrokkenheid bij wat er gebeurt. Producties waar ik erg trots op ben, zijn Amora van Peer Wittenbols, waarvoor ik vorig seizoen de Colombina kreeg en Mahagonny Songspiel & Het lied van de stad waarvoor we voor de derde maal genomineerd zijn voor de Avro Toneel

Publieksprijs. Die voorstelling was voor ons zo bijzonder omdat we er met een erg grote groep mensen én het Willem Breuker Kollektief zo eensgezind aan hebben gewerkt. Verder denk ik met veel genoegen terug aan twee producties die ik met Frans Strijards heb mogen maken: Ludmilla in 2004 bij Het Nationale Toneel en de monoloog Hé, jij daar. Een andere gedenkwaardige monoloog heb ik met Olivier Provily mogen ontwikkelen bij toen nog ZT Hollandia in 2005: 4.48 Psychose van Sarah Kane. Hoe krijgen we dit verteerbaar en toch waarachtig, was onze belangrijkste vraag. Het gaat over iemand die hoopt op contact, terwijl ze aan een fatale depessie lijdt.Contact is ook steeds waar ik naar zoek. Al mijn voelhoorns staan uit. Het publiek is altijd je onvoorspelbare tegenspeler. Het creëert mede de avond. Het publiek is veel actiever dan het zelf denkt. Als acteur voel je alles, of het publiek geconcen-treerd is, of even afdwaalt. Komt een voorstelling niet goed over, dan voel je het verzet in de zaal. Dan kun je 'artistiek doodgaan' en ben je na afloop helemaal leeggelopen.Er is wel een verschil tussen het publiek boven en onder de rivieren. Onder de rivieren zitten de mensen meer emotioneel te kijken, heel beleefd en aandachtig. Boven de rivieren laten mensen meer horen dat ze er zijn, dat ze het leuk vinden, of juist niet. Als toneelspeler voel je alles, je voelt iedere ademhaling, je hoort iedere zucht. Je voelt ook in een fractie van een seconde of een kuchje of keelschraapje een hoest gaat worden. Dan wacht je even met je tekst, omdat je voelt: iemand gaat zo hoesten.

Nanette Edens speelt in Vertellingen van 1001 nacht:

‘Als acteur voel je alles’

Wat theater kan veroorzakenIk geloof niet dat het theater de laatste jaren erg veranderd is, behalve dat theater altijd aan verandering onderhevig is. Alles is voortdurend in beweging en wij proberen daar kleine stukjes structuur in aan te brengen. Wij proberen verhalen te vertellen waar mensen in mee kunnen gaan. Dat was bij de oude Grieken niet anders. Mensen willen verhalen vertellen en mensen willen verhalen horen. Dat is voor mij de essentie van toneel. De tijdgeest is natuurlijk wel veranderd. Het is nu een heel span-nende tijd. Ik ben heel erg nieuwsgierig naar hoe dit zich gaat ontwikkelen, welke kant het opgaat en hoe je daar een creatief tegengeluid in kan laten horen. Het mooie van toneel is dat je je iedere dag opnieuw kunt verbinden met wat er aan de hand is. Toneel moet iedere keer opnieuw ontstaan. De avond daarvoor moet je loslaten om een relatie aan te kunnen gaan met wat er hier en nu is. Het zou mooi zijn als je dat je hele leven zou kunnen. Je moet steeds alles los kunnen laten, zodat het in beweging blijft.Is een voorstelling goed, dan gebeurt er iets met mensen. Dan heeft het je geraakt en verandert er iets in je. Een van de grootste complimenten die ik kreeg was na afloop van Van de brug af gezien van Arthur Miller bij Theater van het Oosten. Een mevrouw kwam naar mij toe en vroeg mij hoe oud ik was - ik speelde een jong meisje maar was toen zelf begin 30. Ze wilde een heel verhaal gaan vertellen, maar ze onderbrak zichzelf en zei: 'Ik heb van deze avond iets geleerd. In mijn tas zit een brief aan mijn dochter die net zo oud is als jij. Door deze voorstelling heb ik besloten hem niet te versturen.'

Een andere wereldIk kijk enorm uit naar de nieuwe tekst van Peer Wittenbols (Vertellingen van 1001 nacht, red) en het werken met de Ashton Brothers en Marc-Marie Huijbregts. Het zijn vakbroe-ders die weer op een heel andere manier gewend zijn op het toneel te staan. In De reis om de wereld in 80 dagen was het geweldig om Bert Visscher en de mannen van NUHR aan het werk te zien. Zij gaan direct de confrontatie aan met het publiek. Daar kun je als acteur wat van leren. En toch is het ook een andere wereld. Een komiek als Bert Visscher is eigen baas en vertelt wat hij zelf wil. Als toneelspeler ben ik dienstbaar aan de productie, omdat ik iets aan het vertolken ben. Ik transformeer als het ware in een personage. En wanneer een regie van me vergt dat ik ga improviseren met het publiek komt daar toch een regisseur aan te pas die me 'binnen de lijntjes' houdt. Ik zal dus niet zo snel uit mezelf varen op mijn eigen persoonlijkheid. Een cabaretier of komiek kan dat wel meteen doen, omdat hij bij het publiek al bekend is. Een regisseur kan meteen aan de slag met de persoonlijkheid van Marc-Marie Huijbregts, ook al speelt hij een personage. Hierin schuilt volgens mij de meerwaarde van het werken met cabaretiers in een toneelstuk.

Nanette Edens over José Kuijpers:‘José Kuijpers is heel gebeten op inhoud. Ze heeft een groot dramaturgisch inzicht. Dat weet ze vervolgens goed te vertalen naar een manier van spelen. Dat geeft haar iets mooi mysterieus om naar te kijken, en tegelijk iets komisch. We vullen elkaar als collega's goed aan en kunnen alles tegen elkaar zeggen. Zij kan mij bijvoorbeeld op een goede manier meer tot rust laten komen in mijn spel; ik ben namelijk nogal geneigd me te haasten. Op mijn beurt kan ik haar soms fysieke aanwijzingen geven om een situatie te verhelderen.’

Peer Wittenbols (schrijver) aan Marcel Osterop (schrijver en artistiek leider van Cargo):

Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat er onder schrijvers veel somberheid en depressie heerst. Romanciers komen er nog gunstig van af, dichters hebben het al moeilij-ker, maar toneelschrijvers hebben het kenne-lijk het zwaarst. Waarom zou dat zo zijn?

‘Schrijvers zijn binnenvetters. Acteurs kijken van binnen naar buiten. Vanuit zichzelf definiëren ze de wereld om zich heen. Dat betekent dat ze als ze zichzelf erg goed kennen, dit kunnen delen met de we-reld, kunnen koppelen aan de omgeving waar ze in leven. Schrijvers kijken van buiten naar binnen. Eerst moeten zij de wereld begrijpen voordat ze toe komen aan het zichzelf begrijpen. Zij koppelen de wereld aan zichzelf. Dus het blijft gesloten. Schrijvers praten niet over hun gevoel. Ze zetten het om in een tekst. Ze zijn in dialoog met zichzelf. Dat is nogal eenzaam, ook al lijkt het vaak niet zo. Schrijven over je gevoel lost weinig op. En als schrijvers wel over hun gevoel praten, kunnen ze door hun taalgevoeligheid dat op zo’n manier doen dat iedereen denkt dat ze vanuit het hart spreken, terwijl ze eigen-lijk met woorden afstand nemen van hun binnenste. Hoe beter en mooier ze hun gevoel verwoorden, des te meer afstand hebben ze tot dat gevoel. Je zal een schrijver niet horen zeggen: ik voel me kut. Een schrijver zegt: de laatste paar maanden heeft een bepaalde zwaarte me in de greep. Welke van die twee zinnen lucht het meest op om uit te spreken?’

Marcel Osterop (schrijver en artistiek leider van Cargo) aan Wilfried van der Grinten (hoofd techniek):

Ik heb het idee dat de toneelwereld veel minder rock & roll is geworden dan vroeger. Klopt dat? En hoe denk je dat dit komt? Ik heb zelf het idee dat het komt omdat de dingen waar je je tegen af kunt zetten steeds minder eenduidig zijn. Maar misschien heeft zoiets con-creets als de veranderde Arbowet er ook wel mee te maken. Wat denk jij?

‘Tsja, om het vroeger een beetje leuk te houden voor jezelf ging je vaak, na ’s-nachts thuisgekomen te zijn, even nog het café in of zoiets. Daarna paar uurtjes slapen en weer op tour. Dat het nu minder geworden is, heeft misschien wel verschillende oorzaken, denk bijvoorbeeld aan: ander soort mensen, ander soort voorstellingen, andere manier van werken en natuurlijk ook de Arbowet en de Arbeids-tijdenwet.’

34 35

Nan

ette

Ede

ns in

Am

ora

Page 19: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Aan het einde van het seizoen 2011-2012 zit José Kuijpers 25 jaar 'aan het toneel'. Ze schrikt even van dat harde feit, maar gelukkig heeft ze veel om trots op te zijn. Sinds 2008 is ze verbonden aan het Zuidelijk Toneel, waar ze speelde in producties als De reis om de wereld in 80 dagen en Mahagonny Songspiel & Het lied van de stad. Het vaakst speelde ze bij O.T. Theater in Rotterdam, al meteen na haar afstuderen in 1987. Vorig jaar maakte ze er nog Tenzij je gelukt hebt, een voorstelling die haar dierbaar is. ‘Ik kon goed uit de voeten met de tekst, en de inhoud sprak me aan, over een moeder die haar kind niet kan behoeden voor de impact die de wereld op haar heeft.’

Ze was zelf nog een kind toen ze als bleu Limburgs meisje be-gon aan een studie Engels aan de Vrije Universiteit in Amster-dam. Ze koos bewust voor de 'vrije' universiteit, niet wetend dat dit juist de gereformeerde universiteit was, en ook niet in Amsterdam, maar in Buitenveldert. ‘Wist ik veel, in Limburg. Het was een enorme teleurstelling toen ik daar aankwam!’ Ze haalde haar kandidaats Engels en stapte over naar theaterwe-tenschap, waar ze na een tijdje ook ging spelen in de studen-tentheatergroep. ‘Dat smaakte zo goed dat ik dacht: nu moet ik het gewoon proberen.’ Ze werd aangenomen in Maastricht en studeerde tijdens haar acteursopleiding nog af bij theater-wetenschap met een scriptie over transformatie. ‘Wat ik in de toneellessen moest leren, kon ik in mijn scriptie onderzoeken. Die combinatie past heel goed bij me. Ik ben een onderzoeker.’

‘Denken is lekker’Behalve onderzoeker noemt ze zichzelf ook een verleider. ‘Die twee zaken gaan voor mij heel goed samen. Nieuwsgierigheid, denken, iets op het spoor zijn, iets een scherpte geven, dat is lekker. Ik ontspan daarvan en ga ervan open. Onderzoeken is een levenslustige activiteit, vol verlangen. Het libido van de mens is het mooiste wat er is. De mens is een verlangend wezen. Een mens wil overgave, contact. Dat is theater, voor mij. Daarom is het theater de plek waar ik het liefste ben. Het is de plek waar je mag proeven en waar je vragen mag stellen. Daar ontspan ik van.’Hoe ouder ze wordt, hoe beter ze de voeding voor haar spel kan halen uit zichzelf. Ze durft nu meer dan vroeger ontspan-nen naar zich te laten kijken. ‘Ik durf meer met mezelf samen te vallen. Hoe beter dat lukt, hoe gevoeliger ik het publiek kan maken. Dan gebeuren er spannende dingen.’Waar ze niet tegen kan, is als een schrijver of regisseur een te clichématig beeld van een personage wil zien. ‘Toneel is er niet om aannames en vooroordelen te bevestigen. Als men dat toch van mij vraagt, dan heb ik een rottijd. Ik heb een keer een vrouw moeten spelen die gereduceerd werd tot een paar eigenschappen. Dat vond ik heel erg. Wonderlijk genoeg vond iedereen die rol heel goed gelukt, omdat het een hele nare vrouw werd. Ik kreeg dat ook terug van het publiek: 'jij bent echt vreselijk voor je man!' Dat is precies wat ik bedoel: ik had ze iets anders willen laten zien, voorbij het cliché, zodat er iets in hun hoofd was opengegaan. Dat kán. Je kunt de schilderij-tjes scheef hangen. Dat vermag kunst.’

José Kuijpers speelt in Op de Ziel en Vertellingen van 1001 nacht:

‘Toneel is er niet om vooroordelen te bevestigen’

Iets extra'sIn de 25 jaar dat ze nu theater maakt, heeft ze veel zien veran-deren. Vooral de laatste grofweg zeven jaar gaat het snel, vindt ze. ‘In ieder geval is het publiek mondiger geworden, opener, maar ook groffer. Mensen roepen makkelijker 'harder!' als ze het niet verstaan. Er lijkt ook wel een taboe te zijn op inhoud. Het mag allemaal niet te ernstig. We leven in een conserva-tieve tijd. In het westen zijn we onze leidende positie aan het verliezen. Het gaat economisch niet goed. De samenleving is enorm veranderd door de migratie. En we gaan kapot aan de regels, aan repressie, om de onvrede onder controle te krijgen. Maar dat is niet het antwoord.’De lijn die Het Zuidelijk Toneel uitzet, door met de Theater-spektakels een groot publiek binnen te halen, steunt ze. ‘Dat kan een redding zijn. Maar het is ook ingewikkeld: je moet het publiek geven waarvoor ze gekomen zijn. Ze komen naar 1001 Nacht voor Marc-Marie Huijbregts, voor de Ashton Brothers, niet voor mij. Maar je moet ze ook iets extra's geven, zodat ze net iets verder kunnen kijken dan wanneer ze normaal bij Bert Visscher zitten. Dat kan een acteur.’Peer Wittenbols is een schrijver die dat ook kan, mensen iets extra's geven. José Kuijpers houdt erg van zijn taal. ‘Die is po-etisch, scherp en onderzoekend. In Op de Ziel onderzoekt hij onze aannames over de liefde. We hebben daar een hele hoop vaste plaatjes bij, van hoe de liefde zou moeten zijn, en hij slaat ze je allemaal uit handen. Aan het eind blijft er nog maar iets heel kleins over waarvan je denkt: ja, misschien is dat het dan. Maar in de kern weten we helemaal niet wat liefde is. Het stuk begint meesterlijk. Een vrouw belt aan en zegt: ik ben de vrouw van je minnaar, en die is dood. En dan gaat de tekst krabben en knagen aan alles wat je dacht dat vast stond. Wit-tenbols is in staat het diepe met het nuchtere te combineren. Zo mooi is dat. Het is zo gewoon en tegelijk ook zo ongewoon. Ik hoop dat de voorstelling heel erg spannend wordt en zo gekmakend dat je je wel over móet geven.’

José Kuijpers over Nanette Edens:‘Nanette is meer dan ik een solist, en daar is ze heel sterk in, ook fysiek. Ze heeft een enorme motor. Ze geeft nooit op, echt een bikkel.’

Wilfried van der Grinten (hoofd techniek) aan Martine Manten (dramaturg):

De meeste mensen weten wel wat de rol is van een regisseur, acteur etc. bij een theaterstuk. Maar wat is de rol van een dramaturg?

‘Deze vraag krijg ik altijd bij inleidingen. Mijn vak bestaat uit ruwweg twee onderdelen. Het eerste is voorbereidend werk: veel toneelstukken lezen en op de hoogte blijven wat er ge-beurt in de wereld en in de kunsten. Wat ik erg leuk vind bij Het Zuidelijk Toneel is werken met schrijvers. Het hoort bij mijn werk om met hen in gesprek te gaan over hun ideeën en de verschillende versies te bespreken, samen met de regisseur, op weg naar het definitieve stuk. Het tweede deel van mijn werk is voor en tijdens het repetitieproces samen met de regisseur het concept (datgene wat ons bezighoudt en waarom we de voorstelling maken) te bewaken. Klopt alles nog zoals we dat in gedachten hadden? Daarnaast houd ik veel inleidingen en zoek ik het publiek op na afloop van de voorstellingen om te horen wat ze hebben ervaren.’

Martine Manten (dramaturg) aan Sanne Danz(decorontwerpster):

Wat is het moeilijkste ontwerp dat je ooit hebt gemaakt (met Matthijs of HZT) en hoe heb je daarvoor de sleutel gevonden?

‘Het moeilijkste ontwerp dat ik ooit voor HZT en Matthijs ge-maakt heb, was dat voor Oblomov - het langst aan gewerkt, het meest over getwijfeld, het meest bij gevloekt en het meest over geknokt. Het is ook het ontwerp waarover ik uiteindelijk mis-schien wel het meest tevreden ben. De sleutel lag in het idee Oblomovs ‘Werdegang’ letterlijk te verbeelden. Hoe dieper hij wegzinkt, hoe dieper ook zijn woning waarin hij zich verschanst heeft. Uiteindelijk sterft hij in de kelder, waarin ook nog eens het riool leegloopt, met de deur op onbereikbare hoogte. Dit bewerkstelligden we door het decor omhoog te trekken. Maar ook nadat we dit idee omarmd hadden, was het eind nog lang niet in zicht. Het ontwerp is nog een keer rigoureus veranderd (versimpeld vooral) en ook in de uitvoering hebben we nog heel wat afgeknokt. Want een goed ontwerp is één ding, een werk-baar toneelbeeld heb je dan nog niet…’

36 37

José

Kui

jper

s in

De

grot

e ve

rkie

zing

ssho

w

José Kuijpers (links) en Nanette Edens (Rechts) in Mahagonny Songspiel & Het lied van de stad

Page 20: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

38

Leo Pot, directeur Theaters Tilburg:

‘Maak groots en meeslepend

theater!’

Leo, is er crisis in het theater?‘Een crisis zou ik het niet willen noemen. Het is een ontwikke-ling. De belangstelling van mensen verschuift deels naar andere locaties. En jongeren creëren achter hun computer hun eigen belevingswereld. We verliezen dus publiek. In de jaren zestig hadden we meer publiek dan nu, terwijl er veel minder men-sen waren. Toen waren we ook de enige schouwburg in heel midden-Brabant. Nu struikel je over de theaters.’

Moet je die ontwikkelingen accepteren of moet je knokken voor je plek?‘Je moet altijd knokken voor wat je belangrijk vindt. Zo lang er theaters zijn, zijn er makers die er voorstellingen in willen ma-ken. Er is nu veel meer mogelijk dan vroeger. Aan de ene kant is de trend individualisering, aan de andere kant proberen we op maat gemaakt aanbod te ontwikkelen dat aansluit bij de be-hoefte aan bezinning, verdieping en ontmoeting. Onze filmzaal proberen we bijvoorbeeld breder in te zetten, door aan te haken bij maatschappelijke discussies of een film aan te bieden bij een bedrijfsbijeenkomst. In het theater zou je je product ook kunnen verbreden. In de Verkadefabriek in Den Bosch is de ingang vaak de horeca. Men komt er eten en bedenkt ter plekke: ga ik een film zien, of naar theater?’

Waarom is er nu zoveel verzet tegen kunstsubsidies? ‘De huidige bezuinigingen op kunst en cultuur zijn een gevolg van een afnemend maatschappelijk draagvlak. Dat lijkt me een mooi onderwerp voor een theatermaker. Ik denk dat de mensen die kunst wél belangrijk vinden nu te weinig hun stem laten horen. Je hoort alleen de groep die van de subsidies af wil. De grote meerderheid vindt het prima zoals het is. Je moet met argumenten komen waarom er subsidie moet zijn: omdat veel kunst anders niet gemaakt kan worden en kaartjes dan veel te duur zouden zijn. Als theatermaker kun je maar één ding doen: groots en meeslepend theater maken dat mensen trekt. Daar ligt nog wel een marktje bloot.’

Als Zuidelijk Toneel voel ik me nu vaak een passant in jouw theater. Hoe kan ik meer de vruchten plukken van jouw band met het publiek?‘Er ontstaat vanzelf ruimte, omdat de klappen gaan vallen in het entertainmenttheater. Die gaan de bezuinigingen vooral voelen. Ik denk dat de theaters teruggaan naar een programmering van vier dagen per week. De gaten die hierdoor ontstaan, zijn een kans voor jullie. Je moet dan wel een groot gezelschap kunnen worden om meer dingen te kunnen doen, om meer te kunnen samenwerken.’

Wat zou je willen veranderen in het theaterbestel?‘Ik zou willen dat er een schaalvergroting plaatsvindt. Gezel-schappen en productiehuizen zouden kunnen fuseren en er zou strenger geselecteerd moeten worden. Talentontwikkeling is belangrijk, maar wel gericht op de artistieke top. We zijn mis-schien wat te vriendelijk voor elkaar geweest.’

39

De zes directeuren van onze partnertheaters over de functie van theater in hun stad.

Met Matthijs Rümke op schouwburgtour door Brabant en Limburg#5

Sanne Danz (decorontwerpster) aan Joost Kunst (hoofd marketing & publiciteit):

Collega-gezelschappen kiezen veelal voor een duidelijk herkenbare stijl. HZT is de laatste jaren wel aan het logo, maar niet aan de stijl van de affiches te herkennen. Foto's, collages, schilderachtig; per voorstelling is er een andere stijl. Kun je iets meer vertellen over jullie keuze hiervoor en jullie werkwijze?

‘Het Zuidelijk Toneel maakt verschillende soorten voorstellingen. Het gezelschap verwoordt dit als volgt: Het Zuidelijk Toneel gaat niet voor de middenweg, maar kiest voor avontuurlijke uitersten: van Theaterspektakels tot intieme voorstellingen. Dit zie je ook terug in de vormgeving. Het Zuidelijk Toneel heeft een herken-baar eigen lettertype en een bijbehorend logo, maar de keuze voor de publiciteitsbeelden van de verschillende soorten voorstellingen lopen uiteen. Om de grootschaligheid van een Theaterspektakel – zoals bijvoorbeeld Vertellingen van 1001 nacht – duidelijk te ma-ken, gebruik je een ander beeld dan wanneer je de intimiteit van een toneelvoorstelling als Op de Ziel wil verbeelden. Om in mar-ketingtermen te spreken: bij het bepalen van een publiciteitsbeeld begin je bij het definiëren van de doelgroep. Vervolgens geven de theatermakers artistieke input, waarna de vormgever in overleg met de afdeling marketing een beeld maakt dat hopelijk het juiste publiek aanspreekt.’

Page 21: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

mElD U DAN NU AAN EN PROfItEER VAN tAl VAN VOORDElEN

Benieuwd naar onze voorstellingen én naar het reilen en zeilen van een groot toneelgezelschap?U kunt gratis hztVIP worden. U ontvangt dan:• eenmalig 50% korting op de voorstelling Op de Ziel• een toepasselijk en bruikbaar souvenir• de seizoensbrochure• een uitnodiging voor onder andere repetities en openhuisactiviteiten• de maandelijkse hzt-nieuwsbrief

AANmElDEN IS mOGElIjk VIA WWW.HZtVIP.Nl Of BEl mEt HEt ZUIDElIjk tONEEl

☎ 013 3344500 [email protected]

Harry Vermeulen, directeur Theater aan de Parade 's-Hertogenbosch:

‘Je moet durven dromen’

Theater aan de Parade is volgens zijn directeur een beetje een uit-zonderlijk theater. Het is niet alleen een grote regioschouwburg waar producenten en bespelers komen ‘die er nationaal en internationaal toe doen’, maar daarnaast is het theater nadrukkelijk ook een ont-moetingsplek waar de Bosschenaren o.a. carnaval vieren en waar ze in en uit lopen voor bijzondere voorstellingen tijdens Theaterfesti-val Boulevard in de zomer. Wat Harry Vermeulen in zijn theater mist, is een flexibele middenzaal met 400 à 500 stoelen. ‘Veel toneel, dans en jeugdtheater komt veel beter tot zijn recht in een middenzaal. Nu persen we noodgewongen ca. 250 voorstellingen per jaar in onze enige, grote zaal met alle problemen van dien.’ Theater aan de Parade zou dus moeten uitbrei-den, maar op de huidige plek lijkt daarvoor geen ruimte (NB: Theater aan de Parade beslaat maar 3.000 vierkante meter. Ter vergelijking: het Parktheater Eindhoven heeft 10.000 m2 tot zijn beschikking).Een nieuw theater op een andere locatie dan? Renovatie- en nieuwbouwscenario’s zijn momenteel in onderzoek, maar inves-teringen in vernieuwing van het theater liggen gevoelig in tijden van bezuinigingen. Kunst en cultuur hebben het sowieso moeilijk. ‘Het is heel rap ge-gaan’, zegt Vermeulen. ‘We zitten volgens de publieke opinie ineens in de linkse-hobbyhoek. Daar kan ik me kwaad over maken. Een politicus zei onlangs: ‘De kaartjes voor het Brabants Orkest kunnen wel naar 80 euro, dat kunnen die bezoekers best betalen.’ Alsof alleen de happy few naar het theater komt. Dat is volstrekte onzin. En dat de kaartjes voor het Brabants Orkest nu rond de 30 euro liggen, maakt juist dat veel mensen er nu naartoe kunnen.’

‘Als we niet oppassen, komen we in een cirkelbeweging naar om-laag’, vreest Vermeulen. ‘Er wordt zonder pardon volop gehakt en gesneden in de financiering van podia en theatermakers. Vooral het publiek gaat daar straks de wrange vruchten van plukken. Aan de andere kant moet je je ook afvragen: is het nu niet teveel allemaal? Zijn we ook niet een beetje verzadigd geraakt? Misschien zijn we wel te verwend geworden voor theater, voor diepzinnige en prik-kelende kunst. Ik vrees ook dat onze kinderen cultureel onvoldoende zijn gevormd en minder vanzelfsprekend naar het theater gaan. Als je culturele vorming hier vergelijkt met de aanpak in Duitsland of België dan kunnen we veel leren van onze buren. De toneelbezoeker daar kent doorgaans zijn klassieken.’

Nieuwe manieren om publiek te winnen zijn voor Vermeulen onder meer live satelietuitzendingen van opera's, popconcerten en toneelvoorstellingen. ‘Ik zou bijvoorbeeld graag het beroemde Shakespeare in the Park uit New York hier op De Parade willen projecteren voor een paar duizend man. Dat is theaterpromotie in optima forma! Je moet daarnaast overigens ook niet te bang zijn voor amusement. Mensen willen in groten getale naar cabaret, en dat is prima. Onderzoek heeft aangetoond dat ze na een paar jaar vanzelf ook op zoek gaan naar andere dingen. Als ze eenmaal binnen zijn, worden ze nieuwsgierig. Daarom moet je met theaterbezoek zo jong mogelijk beginnen.’‘Hoe kan ik de band tussen Het Zuidelijk Toneel en het publiek in Den Bosch verstevigen?’ wil Matthijs Rümke weten. ‘Nu voel ik me vaak een passant: ik speel hier twee dagen en ben dan weer weg.’Harry Vermeulen denkt dat wanneer Theater aan de Parade en Het Zuidelijk Toneel elkaar in een vroeger stadium bij elkaars creatieve processen betrekken de band sterker wordt. ‘In 2016 is het hier Jeroen Boschjaar. Dat is een mooie aanleiding om iets te maken wat dicht op de stad zit. Je zou je publiek ook al tijdens het maakproces moeten enthousiasmeren voor wat je doet. Kom je verhaal vertellen.’Ter plekke bedenken ze een concept waarin Het Zuidelijk Toneel een week lang komt werken in Den Bosch, openbare repetities organi-seert en andere activiteiten om de Boschenaren te laten weten dat hun theater weer in de stad is. ‘Je moet onderdeel zien te worden van het culturele leven in de stad. Dat kun je alleen bereiken door hier heel vaak te zijn. Met Expeditie Zuid liggen we op koers; dat smaakt naar meer. Maar ook tijdens Theaterfestival Boulevard zit het plein hier vol met publiek dat theater absorbeert als een spons. Daar zou je bijvoorbeeld meer bij aan kunnen haken.’

Harry Vermeulen is een optimistisch mens: ‘Je moet durven dromen’, zegt hij. ‘De komende jaren moeten we alles op alles zetten om onze bijzondere programmering in stand te houden. Daarvoor zijn niet al-leen voldoende middelen en een vernieuwd theater voor nodig, maar ook theaterprojecten met een uitroepteken. En als je een succes hebt, moet je dat door kunnen spelen. Je topvoorstellingen moet je koesteren en voor de toekomst op het repertoire kunnen houden: mooi inpakken met een groot lint erom en eens in de 10 jaar spelen.’

Joost Kunst (hoofd marketing & publiciteit) aan André Lasance (productieleider):

In september 2010 is Het Zuidelijk Toneel verhuisd van Eindhoven naar Tilburg. In hoeverre maak jij inmiddels gebruik van bedrijven, creatievellingen en leveranciers uit Tilburg?

‘In het begin was het best wel zoeken naar de juiste per-sonen en bedrijven in Tilburg. Gelukkig hebben we vrij snel enkele bedrijven gevonden. Voor een productieleider zijn goede contacten met diverse ambachtslieden ook heel be-langrijk; ’n goede stoffeerder, een lasser... Maar gelukkig hebben ze in hier Simon Haen. Kan alles, die man. Ik hoop nog vaak met hem te werken!’

André Lasance (productieleider) aan Lucas De Man (theatermaker):

Waar komt toch die enorme drive vandaan?

‘Mijn drive is mij gegeven, daar heb ik niets voor hoeven doen en in plaats van ertegen te vechten heb ik deze omarmd en laat ik gebeuren wat de drive veroorzaakt, laat ik me brengen waarheen ze me leidt en probeer ik ondertussen zo goed en zo kwaad recht te blijven staan. Als ik er rationeel over nadenk, zeg ik dat er maar één probleem is op de wereld, één werkelijk en onoplosbaar probleem dat tevens alle mensen treft: we weten niet echt waarom we hier zijn en waar we naar toe gaan en toch willen we dat intrinsiek en per definitie weten. Dit probleem, deze onoplosbaarheid maakt mensen bang, klein, sterk, groot, daadkrachtig, neerslachtig enz. Het ver-oorzaakt oorlog en liefde, daad en gedachte. Ik geloof dat theater/kunst de kracht heeft, meer dan ooit, om dit niet-weten onder de mensen een kracht te laten zijn in plaats van een angst, om het vuur van de vraagtekens te laten zien in plaats van de schaduw die ze werpen. Dus wie weet ben ik misschien toch idealistisch, maar dan in het hier en nu en voor wat het waard is, met het vuur van het niet-weten.’

41

De zes directeuren van onze partnertheaters over de functie van theater in hun stad.

Met Matthijs Rümke op schouwburgtour door Brabant en Limburg#6

Lucas De Man (theatermaker) aan Rob Ligthert (regisseur):

40% budget eraf, btw-verhoging enz. Waar gaat het naar toe met de kunst volgens jou? Doe eens een voorspelling.‘Nostradamus stierf aan zware waterzucht en klotste z’n pijnlijke dood tegemoet. Was hij waarzegger of fabulant?’

‘40% eraf, daar zou hij om het eender welke toekomstvoorspelling voor gedaan hebben. Ik moet je eerlijk zeggen: geldzaken hebben mij nooit erg kunnen boeien, maar nu jij de lineaire relatie tussen de weg van de kunst en diens subsidiëring blootlegt, verplicht je me tot een persoonlijke reflectie. Ik heb me eigenlijk steeds veilig geweten in dit kunstenbestel. Als uitvoerend kunstenaar gaf ik adem en ziel aan een deel van het landelijke podiumkunstenbeleid. De overheden en ik (even als simplificatie) hadden een gedeelde visie, verantwoorde-lijkheid en functie. In ruil voor subsidie moest ik contractueel aan een flink aaantal criteria en kwaliteits- en prestatie eisen voldoen. En ge-lukkig maar, want wie zit te wachten op vrijblijvendheid? Nu die basis binnen zeer korte tijd radicaal overhoop gehaald wordt – zwijnen in een maïsakker zijn er niks bij – en de legitimering niet langer schuilt in het inhoudelijke, maar in de verheffing van het marktmechanisme, zijn ook onze eindtijden nabij. Gelukkig leven we in cirkels, dus moe-dig voort doen.’ (PS Belasting Toegevoegde Waarde, die verhoging is eigenlijk een compliment!)

40

Page 22: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

SUPERANAlEmmAza 1 oktober 2011 Locatie Tilburg 013 5432220

za 8 oktober 2011Locatie Tilburg 013 5432220

VERtEllINGEN VAN 1001 NAcHtza 11 februari 2012 (try-out) Almere Schouwburg 036 8455555

do 16 t/m za 18 februari 2012 (try-out) Eindhoven Parktheater 040 2111122

wo 22 en do 23 februari (try-out) Tilburg Theaters Tilburg 013 5432220

za 25 februari 2012 (première) Tilburg Theaters Tilburg 013 5432220

wo 29 februari t/m za 3 maart 2012 Zwolle Odeon de Spiegel Theater 038 4288288

wo 7 t/m za 10 maart 2012 Heerlen Theater Heerlen 045 5716607

wo 14 t/m za 17 maart 2012 Breda Chassé Theater 076 5303132

wo 21 t/m za 24 maart 2012Eindhoven Parktheater 040 2111122

wo 28 t/m za 31 maart 2012Roosendaal Schouwburg De Kring0165 555555

do 5 t/m za 7 april 2012 Den Bosch Theater a/d Parade 0900 33727233

wo 11 t/m za 14 april 2012Amsterdam Stadsschouwburg 020 6242311

wo 18 t/m za 21 april 2012Leeuwarden De Harmonie 058 2330233

wo 25 t/m za 28 april 2012Rotterdam Rotterdamse Schouwburg 010 4118110

wo 2 t/m za 5 mei 2012 Utrecht Stadsschouwburg 030 2302023

wo 9 t/m za 12 mei 2012Den Haag Koninklijke Schouwburg0900 3456789

(onder voorbehoud)

SPEEllIjStENwo 26 oktober 2011 Tielt Theater Malpertuis (org. CC Gildhof) 051 402935

vr 28 oktober 2011Brugge De Werf 050 330529

di 1 en wo 2 november 2011 Utrecht Stadsschouwburg 030 2302023

za 5 november 2011 Gent NTGent | Minnemeers 09 2250101

zo 6 november 2011 Heerenveen Posthuis Theater 0513 619494

do 10 november 2011 Geel CC De Werft 014 566666 za 12 november 2011 Dordrecht Schouwburg de Kunstmin 078 6397979

wo 16 en do 17 november 2011 Leiden LAKtheater 071 5124890

vr 18 november 2011 Purmerend De Purmaryn 0299 432205

zo 20 november 2011 Roosendaal Schouwburg De Kring 0165 555555

ma 21 en di 22 november 2011 Den Haag Theater a/h Spui 070 3465272

wo 14 december 2011 Gouda De Goudse Schouwburg 0182 513750

do 15 december 2011 Eindhoven Plaza Futura 040 2946848

vr 16 december 2011 Hengelo Rabotheater 074 2556789

za 17 december 2011 Weert Munttheater 0495 513575

zo 18 december 2011 Zwolle Odeon de Spiegel Theater 038 4288288

zo 8 januari 2012 Breda Chassé Theater 076 5303132

di 10 januari 2012Nijmegen Keizer Karel Podia 024 3221100

vr 13 januari 2012 Arnhem Schouwburg 026 4437343

za14 januari 2012Rotterdam Rotterdamse Schouwburg 010 4118110

zo 15 januari 2012 Helmond SCALA 0492 587000

wo 18 januari 2012 Den Bosch de Verkadefabriek 073 6818160

vr 20 januari 2012 Rijen CC De Boodschap 0161 224314

za 21 januari 2012 Mortsel CC - schouwburg MLS 03 4437380

zo 22 januari 2012 Leuven 30CC / Minnepoort 016 300900

do 26 januari 2012 Willebroek CC De Ster 03 8609791

OP DE ZIElwo 26 t/m vr 28 oktober 2011 (try out) Eindhoven Parktheater 040 2111122

za 29 oktober 2011 (première) Eindhoven Parktheater 040 2111122

wo 2 november 2011 Roosendaal Schouwburg de Kring 0165 555555

do 3 november 2011Heerlen Theater Heerlen 045 5716607

vr 4 november 2011 Purmerend De Purmaryn 0299 432205

di 8 november 2011 Hoorn Het Park 0229 291000

wo 9 november 2011 Alkmaar Theater de Vest 072 5489999

di 15 november 2011 Rotterdam Rotterdamse Schouwburg 010 4118110

wo 23 november 2011 Groningen Stadsschouwburg050 3680368

do 24 november 2011 Arnhem Schouwburg 026 4437343

vr 25 november 2011 Capelle a/d IJsel Isalatheater 010 4586400

za 26 november 2011 Leiden Stadspodia Leiden 0900 9001705

ma 28 november 2011 Den Haag Koninklijke Schouwburg 0900 3456789

Rob Ligthert (regisseur) aan Matthijs Rümke (artistiek leider):

Maak je au fond theater voor of tegen iets?

‘Waar zou ik voor of tegen kunnen zijn, vraag ik mij af. Voor de liefde, tegen de onverdraagzaamheid, voor de verbeelding, tegen kortzichtigheid, voor solidariteit, tegen apartheid, voor het historisch perspectief, tegen ijdelheid. Ik probeer altijd te ontdekken waar een stuk over gaat. De enscenering is de weerslag van die zoektocht. Als het slaagt heb ik een waarheid ontdekt, dan heb ik iets blootgelegd over de menselijke na-tuur of over sociale mechanismen. Maar een voorstelling zelf is niet voor of tegen iets. Als ik ijdelheid genadeloos, maar ook liefdevol kan tonen dan ben ik vrolijk, maar niet expliciet tegen die ijdelheid. Ik vind het juist getuigen van de rijkdom van the-ater dat je mechanismen bloot kan leggen zonder stelling te nemen. Mijn antwoord is dus: nee, ik denk het niet.’

di 29 november 2011 Tilburg Theaters Tilburg 013 5432220

wo 30 november 2011 Nijmegen Keizer Karel Podia 024 3221100

vr 2 december 2011 Weert Munttheater 0495 513575

di 6 december 2011 Tiel Schouwburg Agnietenhof 0344 673500

wo 7 december 2011 Meppel Schouwburg Ogterop 0522 254242

do 8 december 2011 Den Bosch Theater aan de Parade 0900 3727233

vr 9 december 2011Breda Chassé Theater 076 5303132

di13 december 2011Leeuwarden De Harmonie 058 2330233

wo14 december 2011 Hengelo Rabotheater 074 2556789

do 15 december 2011 Haarlem Stadsschouwburg 023 5121212

vr 16 december 2011 Zwolle Odeon de Spiegel Theater 038 4288288

di 20 december 2011 Maastricht Theater aan het Vrijthof 043 3505555

wo 21 december 2011 Zutpen De Hanzehof 0575 512013

do 22 december 2011 Amsterdam Stadsschouwburg 020 6242311

cONtOURENwo 3 t/m za 6 augustus 2011 Oostende Festival Theater Aan Zee 059 562016

wo 10 en vr 12 t/m zo 14 augustus 2011Den Bosch Festival Boulevard www.festivalboulevard.nl

mENEER VAN OOyENvr 9 en za10 september 2011 Arnhem Theater Oostpool 026 4459625

di 13 en wo 14 september 2011 Utrecht Theater Kikker 030 2319666

do 15 september 2011 Eindhoven Plaza Futura 040 2946848

vr 16 september 2011 Tilburg Theater de NWE Vorst 013 5328532

di 20 t/m vr 22 september 2011 Amsterdam Frascati II 020 6266866

vr 23 en za 24 september 2011 Haarlem Toneelschuur 023 5173910

BEjAARDEN & BEGEERtEvr 16 september 2011 Kortrijk Budascoop 056 221001

wo 5 oktober 2011 Loon op Zand Het Maoske in de Moer 013 5159295

za 8 oktober 2011 Tilburg De Twern 013 5839999

zo 9 oktober 2011 Alkmaar Provadja 072 5202022

di 11 oktober 2011Berchem ccBe 03 2868825

wo 12 oktober 2011Genk C-mine Cultuurcentrum 089 653 600 vr 14 en za 15 oktober 2011 Amsterdam Frascati I 020 6266866

zo 16 oktober 2011 Groningen Het Kruithuis 050 3680368

do 20 oktober 2011 Antwerpen CC Luchtbal 03 5439030

4342

Het Zuidelijk Toneelt. 013 33 44 500e. [email protected]

uitgave Het Zuidelijk Toneelteksten Geert Braam, Jantine Hoekstra, Martine Manten, Oscar Kocken, Marcel Osterop, Bregtje Radstake, Matthijs Rümke, Richard Stuivenbergfotografie: Phile Deprez, Bert Jansen, Mark Janssen, Willem Popelier, Tjitske Sluis, Leo van Velzengrafisch ontwerp Job Rompadruk Tripiti

Page 23: Seizoensmagazine 2011-2012 van Het Zuidelijk Toneel

Het Zuidelijk Toneel wordt gesubsidieerd door: