rinus de haard

94
Rinus Afscheid van een veldheer

Upload: joris-van-meel

Post on 07-Dec-2015

55 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

Afscheid van een veldheer

TRANSCRIPT

Page 1: Rinus de Haard

RinusAfscheid van een veldheer

Page 2: Rinus de Haard
Page 3: Rinus de Haard
Page 4: Rinus de Haard
Page 5: Rinus de Haard

Inhoud

7 Voorwoord

11 De Start

15 De Bondscoach

33 De Reünie

63 De Trip

71 Het Slot

COLOFON:Samenstelling en redactie: Han Geurts, Marcel Rözer.Vormgeving: Communicerende Ontwerpers, UbbergenFotografie: Gerard Verschoten, archief UniVV, Han Geurts, Jan Cuijpers,Bas Bos, Marcel Rözer.

Page 6: Rinus de Haard
Page 7: Rinus de Haard

‘Rinus, je bent een lul’

November 2006. Het wil maar niet koud worden. De fietstocht vanNijmegen naar Beek is deze dag aangenaam. Mijn bijna vierjarigedochtertje Koosje heeft het prima naar haar zin. Ze wil weten wieRinus is en met mijn antwoord dat ze hem nog niet kent, neemt zegeen genoegen. ‘Hij lijkt op een hond’, zeg ik. Achter op de fietswordt het stil. ‘En hij is heel lief’, haast ik me te zeggen. Koosjeheeft het niet zo op honden.Even later staan we voor het rijtjeshuis te wachten. Rinus zelf doetopen en als blijkt dat ik mijn Koosje bij me heb, wordt de armeRinus zonder enig pardon aan de kant geduwd. Cornelia zal zichhet komende uur over Koosje ontfermen zoals alleen oma’s datkunnen. Even later zitten ze al aan een spelletje Memory.Rinus heeft intussen plaats genomen in zijn zetel. Van daar wordik bijgepraat over die vermaledijde longontsteking en over zijnrugklachten. We zijn allebei blij met zo’n gemakkelijk gespreks-onderwerp. Eigenlijk wil ik hem vragen hoe het is om van die klotenklachten te hebben. Het is zo’n vraag die een zoon zijnvader stelt in een goede film. Het is ook een vraag die ik mijnvader had willen stellen en dat niet deed om dezelfde reden als ikhem Rinus niet stel. Vaders zijn onbereikbaar, ze praten weinig, enhet liefst helemaal niet als het om gevoelige zaken gaat.Ik weet niet eens of we het hebben gehad over zijn aanstaandeafscheid van UniVV, maar als we dat hadden gedaan had het erals volgt uitgezien:‘Ik hoorde dat je misschien gaat stoppen.’‘Hmmmpfffgrrr… op een keer mo’j kappen.’‘En?’‘Zo goan die dingen.’

Die middag bleef ik een dik uur bij Rinus. Terwijl achter in dekamer de meisjes zich vermaakten, spraken wij over de belangrijkedingen in het leven: de slappe zakken van UniVV, Dirk Kuijt bijLiverpool en de teloorgang van het Nederlands elftal. Opeens ging

7

Ze mosten ‘m lubben

Page 8: Rinus de Haard

de bel. Rinus keek op zijn horloge. ‘Die kommen de hond uutloaten.’Hij vertelde dat hij al wel weer buiten kwam, maar het uitlatenvan de hond, dat was nog te veel moeite. Later, op de fiets naarhuis, realiseerde ik me dat hij een flinke klap had gehad van deman met de hamer. Opeens zag ik de oude man die Rinus stiekemis geworden.

En nu gaat hij ons dus verlaten. Natuurlijk zie ik hem nog weleens, op de markt op maandagochtend, of bij café Jos. Maar dewereld is niet meer dezelfde. Rinus de voetbaltrainer is een herin-nering geworden, hij voegt geen nieuwe bladzijden meer toe aanhet boek dat in veertig jaar geschreven werd. Nooit meer de kruis-jes op het bord (deed hij dat eigenlijk nog tot het einde?), nooitmeer zijn gedrongen gestalte in de dug-out. Geen vette grijnsmeer na een mooie overwinning.Zo gaan die dingen. Dat weet ik ook wel. In dit boekje worden demeest fantastische herinneringen opgehaald, zoals dat hoort opzo’n moment. Van Fausto Coppi tot Guus Hiddink, van GerKeukens tot Piet de Kut, ze passeren allemaal de revue in de ver-halen over Rinus.Misschien is dit niet de plek, en misschien ook juist weer wel, omRinus in perspectief te plaatsen. Alle mooie verhalen ten spijt,Rinus was ook een lastige man. Voor de onzekeren onder ons, voorde Clarence Seedorf die in ons allen schuilt. ‘Het enige dat je kuntis dat je lang bent’, is een legendarisch mooie opmerking, maar jezult maar degene zijn over wie het gaat. Natuurlijk wist Rinus datzijn woorden met een korreltje zout werden genomen, maar erwaren in al die jaren ook slachtoffers.Als de echte Michels in zijn beste jaren, zo manipuleerde ook onzeRinus zijn spelers. Feilloos voelde hij aan waar de macht in de spe-lersgroep lag, wie de onderliggende partij was. Die partij hoefdevan Rinus op weinig steun te rekenen. Hij liet de simpele wettenvan de pikorde het werk doen. Stelling nemen, kiezen voor de enedan wel de andere groep, Rinus deed het pas als de strijd gestredenwas.

8

Page 9: Rinus de Haard

Wat was het dan precies dat Rinus onderscheidde van een door-snee-voetbalcoach? Waardoor kijkt het gros van de UniVV’ers metvertedering terug op de ervaringen met Rinus? Het antwoord zitverborgen in de verhalen die in dit boekje staan en het mooiste isnatuurlijk om de strekking daarvan niet uit te spreken. ‘Don’t tellthem, show them’, luidt immers het aloude schrijversmotto.Maar toch, het zij op deze plek eenmalig en onverbloemd gezegd:Rinus, je bent een lul.En we zullen je verschrikkelijk missen.

Marcel Rözer

9

’t is wel dik in urde

Page 10: Rinus de Haard
Page 11: Rinus de Haard

De Start

Page 12: Rinus de Haard

12

Page 13: Rinus de Haard

‘Hoezo veertig jaar?

‘Ik kwam er pas in 1970 bij.’Rinus houdt niet van bloemen en feestjes, staat niet graag in hetmiddelpunt. Of doet in elk geval feilloos alsof.Maar hij heeft ongelijk. De nog steeds actieve oudgediende JanStapel kwam in 1968 de UniVV-gelederen versterken. ‘En toen wasRinus er al.’

Nog duidelijker blijkt het uit een verhaal dat Willem Berendsen(Krienbühl) schreef bij het jubileum in 1998:

‘Toen ik ergens in 1967 bij UniVV kwam, kreeg ik vóór het eerstvoetbaltraining. Mijnheer de trainer was een man die voor ons uitover de velden van het sportcentrum rende en daarbij zelf allerleihupjes en sprongen ten beste gaf. Van ons werd verwacht dat wehem nadeden en inderdaad, zo nu en dan keek hij om en zag datwe er nog waren.Een seizoen later kregen we een nieuwe: een norse strenge man,waarvan het gerucht ging dat hij bij de commando’s had gediend.’

Wel degelijk veertig jaar, dus.

Han Geurts

13

Foep ‘m toch in de struuke

Page 14: Rinus de Haard
Page 15: Rinus de Haard

De Bondscoach

Page 16: Rinus de Haard

16

Page 17: Rinus de Haard

De dag van de bondscoach, 1997

Zaterdagmiddag, vijf voor half een. Mijn meisje en ik hebben ont-beten en wachten op grote gebeurtenissen. Het is niet zomaar eendag waarop ik onrustig wacht tot ik kan gaan voetballen. Het isDe Dag Waarop De Bondscoach Van Het Nederlands elftal UniVVBezoekt. ‘Met Hiddink, ik ben er om half een’, meldde het ant-woordapparaat eerder deze week.Vannacht sliep ik nauwelijks en fantaseerde over de mooiemomenten die gingen komen. Nadat ik in de ochtenduren tochnog even wegzakte droomde ik vragen: ‘Zou ik Oranje dan tochnog halen? Kan een amateur -niveau derde klasse KNVB zaterdag-van 37 jaar oud geselecteerd worden voor het Nederlands elftal?’Precies om half een lost de eerste pil onrust bruisend op in mijnhoofd. Ik dribbel wat over mijn balkon, terwijl een enorme jeep destraat binnenglijdt. ‘Hiddink, je bent verdomme precies op tijd’,doe ik zo gewoon mogelijk. De bondscoach laat zijn autoraamomhoog zoeven en dan zie ik opeens een kennis die op bezoekkomt. Ik ken hem niet erg goed, maar al zo lang.

Commando Ook vandaag sta ik, jongetje van elf, op DeSpinnekop tijdens een thuiswedstrijd van De Graafschap. Ik duwmijn neus tegen het hek, zodat er niemand tussen mij en de spelersis. Vanaf hier kan ik ze bijna aanraken en ruik ik het gras. DeGraafschap staat achter op de eigen Vijverberg, volgens eenschreeuwende man achter me is het gevaarlijk en moeten de siga-retten gedoofd worden. ‘Want De Graafschap is brandhout van-daag.’ Ik baal van die kerel, daarom moedig ik mijn club zo luidmoge-lijk aan. ‘De Graafschap olé’, klinkt het heser en heser.Dan is er een schot van Guus Hiddink. Met een onmogelijkesprong duikt de keeper van de tegenpartij naar de bal, en tikt hetding net over. Tot mijn schrik belandt de bal over het hek voormijn voeten. Van alle kanten stuiven er jongetjes zoals ik op de balaf, maar omdat ik mijn voeten eromheen heb kan er verder nie-mand bij. Net voordat ik buk zie ik Hiddink op het hek afrennen.

17

Begriep je dat goed?

Page 18: Rinus de Haard

Ik probeer de bal te pakken, maar kan mijn ogen niet afhoudenvan het prachtige shirt waarop ik op de achterkant het nummer10 weet. Het felle lichtblauw van het tenue, de G op de borst, ditmoet hypnose zijn. Ik ben het eerste standbeeldje van een voetbal-supporter.‘Schiet eens op met die bal.’ Het commando van de man met desnor klinkt streng en ik schrik zoals ik voorheen alleen voor eenbulderende waarschuwing van mijn vader geschrokken ben. Snelpak ik de bal op. Voordat ik het ding over het hek gooi kijk ik nogeven naar de geïrriteerde uitdrukking op Hiddinks gezicht. Hij zaltoch niet erg boos zijn? Nog heel lang houd ik vandaag het gevoelvan die bal in mijn handen. Ik heb hem aangeraakt en Hiddinkdaarna. Jammer dat de corner geen goal werd.

Junioren Ik ben vreselijk moe van de wedstrijd. Mijn lichaam,dat wordt geteisterd door groeistuipen, knarst in zijn verschuiven-de voegen. Wij, de B-junioren van Samen-spel Doet OverwinnenUlftse Combi-natie, hebben zoëven het robuust spelendeVarsseveld verslagen en de puistenpuber op links had behalve eenpaar domme acties ook een belangrijk aandeel in de zege. Vanafde kleedkamer wandelen we met ons team rich-ting uitgang.Ondanks de rugpijn loop ik trots, met opge-heven hoofd. Eengroepje komt ons tegemoet. Ik bijt een zakje snoep stuk en wil netde verpakking uit-spugen als ik een van de mannen herken. Guus-slik- Hiddink -slik- zou hij mij hebben zien voetballen? Hetsnoepje inclusief papier verdwijnt in mijn keel, mijn hart bonst terhoogte van het plastic. Ik kijk om en zie hoe de spelver-deler vanDe Graafschap de kantine van zijn oude club binnen gaat. ‘Zagenjullie wie dat was?’ vraag ik mijn vrienden, maar die zijn al tienmeter verder. Ik herhaal de vraag als ik ze even later rennend hebingehaald. ‘Ja, dat was Hiddink... En wat dan nog?’ Ik slik nu luchtnaar binnen. En emotie. Want ik ben vijftien en met mijn voetbal-vrienden. Dan laat je je niet gaan.

Forum Ruim twintig jaar later heb ik voor het oog van de wereldvrijwel niets bereikt en Guus Hiddink vrijwel alles. Hij voetbalde

18

Page 19: Rinus de Haard

bij De Graafschap, mislukte bij PSV en keerde terug bij DeGraafschap. Bij NEC, Washington Diplomates en Fort LauderdaleStrikers bouwde hij af en in Amerika ontmoette hij voor het eerstvoetballende legenden als George Best, Johan Cruyff en FranzBeckenbauer. Ik speelde bij zondag-derdeklasser SDOUC, bij derde-klasser UniVV en ging daarna naar hoofdklasser Bennekom waarik mislukte. Ik keerde terug naar UniVV en daar bouw ik al jaren af.Guus Hiddink is nog maar net weg als trainer bij PSV als ik hem,nu al weer acht jaar geleden, voor het eerst in mijn volwassenleven ontmoet. Hij heeft in Eindhoven de Europa Cup 1 gewonnenen zijn naam wordt genoemd bij veel buitenlandse ploegen. Ineen kroeg organiseer ik met Hiddink een 'forumdiscussie overvoetbal', alsof dat al niet vaak genoeg gedaan is. Toch wilde hijwel komen. Rinus, mijn eigen voetbaltrainer van UniVV, is eenvan de andere forumleden. Ik voel koud zweet op mijn rug enmijn gezicht zal Hiddink doen denken aan het gebroken wit vaneen krijtlijn. In mijn keel zit iets dat weigert weggeslikt te worden.Als hij binnenkomt heb ik, beginnend freelance sportjournalist,dertig seconden nodig om te herstellen. Of mis-schien zijn het welvijf minuten. Het lukt me om na twee domme opmerkingen -‘Washet makkelijk te vinden?’- en iets over het weer iets leuks te zeg-gen. Hij lacht.In 1996 werd Guus Hiddink bondscoach, na Fenerbahce enValencia. Een goed WK en Hiddink hoort bij de HollandseUntouchables: Michels, Cruyff en Van Gaal. In 1993 werd ik sport-journalist bij een regionale krant. Na zes jaar onderwijs ging iknaar het Gelders Dagblad. Eén goed verhaal en ik mag van JohanDerksen naar het WK in Frankrijk.

Het grote Niets Hiddink komt vanmiddag naar mijn UniVV. ‘Hetlijkt me leuk om eens een keer te gaan kijken’, liet hij zich enkelemaanden geleden ontvallen. Ik had tijdens een van onze spaarza-me ontmoetingen een verhaal gehouden over de bijzon-dere sfeerbij de voetbalclub van de Nijmeegse universiteit, waar de gemid-delde leeftijd van de spelers ruim boven de dertig is en waar trai-ner Willie de Haard, roepnaam Rinus, al negenentwintig jaar nietontslagen is.

19

Je kriegt ‘m aan de tol

Page 20: Rinus de Haard

20

Page 21: Rinus de Haard

Bijna drie decennia overleefde onze coach de veranderingen diezich via wéér een nieuwe lichting studenten aandienden. Bijnadrie decennia lang redt de trainer zich zonder aanwas van jeugd(hebben we niet), zonder bestuur (is er niet) en zonder infrastruc-tuur van een gemiddelde amateurclub (er is geen verzorger, geentribune, geen sportkantine, geen scorebord, geen omheining, geensponsor, geen aanhang). UniVV is het grote niets, tegenstandersvrezen onze leegte. Rinus' hoofd lijkt op dat van een hond, eenboxer. Achter de woeste uitdrukking schuilt een plaaggeest, diemeestal vol zit met vriendelijke en speelse nieuwsgierigheid.‘Rözer’, bromt Rinus menigmaal tijdens een wedstrijdbespreking.‘Rözer, ik heb op het bord pijlen getekend. Dat zijn jouw afspeel-mogelijkheden. Kijk er eens goed naar... Niet dat ik denk dat hethelpt, want straks ga je toch weer pingelen.’Wat Rinus zegt heeft gewicht, hoe onbezonnen of dom het ookklinkt. Als een oude vader, hij gaat in totaal al bijna 70 seizoenenmee, is de ex-commando voor zijn voet-bal-lers. Hij heeft hetrespect van iemand die vroeger vooral streng en rechtvaardig wasen door de tijd mild is geworden. Bij UniVV kan een speler afzeg-gen voor een belangrijke wedstrijd als zijn oma 82 wordt, Rinusblijft (weliswaar hoofdschuddend) dezelfde vriendelijke ouwebaas. Omgekeerd mag onze trainer briesend van woede bij hetderde elftal gaan kijken wanneer we weer eens voetballen als 'Pietde Kut' (citaat Rinus).Op de enige toon waarop dat voor ons mogelijk is stort Rinus voet-balcliché's uit over mannen tussen de 20 en de 40, die toevalligallen dokter, leraar of psycholoog zijn of willen worden. Het is detoon van ernst die een man tegen zijn kinderen gebruikt: we heb-ben afgesproken dat ik de baas ben en voorlopig spelen we hetspel zo.'s Zaterdags vanaf halfdrie tot kwart over vier is Rinus voetbal-trainer en tijdelijk ontoerekeningsvatbaar. Van tactiek weet hijdan niets, van medeleven ook niet. Alles en iedereen moet wijkenvoor de zege van zijn UniVV, niet voor niets is de legendarischewielrenner Fausto Coppi Rinus' grote idool. In wedstrijden vechtenwe om niets minder dan het prestige van Onze Vader. Zelfs ons

21

We staan met de blote reet tegen ’n doornenhaag

Page 22: Rinus de Haard

allerbeste spel, twee of hoogstens drie keer een periode van tienminuten per seizoen, is dan niet goed genoeg. ‘'t Was weer kloten’,zegt Rinus als we met 4-0 winnen waar het 8-0 had moeten zijn.

Plakboeken ‘Doe eerst maar wat koffie’, valt Hiddink vandaagbinnen. Mijn meisje ziet hoe de bondscoach, die ze alleen kent vande tv, neerploft aan de late ontbijttafel. We babbelen wat en debondscoach vertelt over een nieuwe trainerscursus. ‘Voor jongensals Frank Rijkaard en Ronald Koeman en zo. Die mannen hebbenal zoveel gedaan, die laat je niet meer de hele cursus doorlopen.’We kletsen bij als oude bekenden. Het enige verschil is dat regel-matig namen van bekende voetballers de revue passeren. Zoalsanderen later vandaag op zullen kijken tegen Guus Hiddinkomdat hij de fameuze Guus Hiddink is, zo luister ik met openmond naar hoe in mijn huis de naam van een held valt. ‘Ik moetGullit deze week nog even bellen’, meldt de bondscoach. Ik doe erzo gewoon mogelijk over, maar het is alsof ik als jochie de wed-strijdbal van De Graafschap aanraak.Dan belt vriend Bas aan. Geboren en getogen onder het gejuichvan De Vijverberg is Bas vanaf zijn tiende tot vandaag -hij is bijnaveertig- helemaal gek van Guus Hiddink. Hij is telkens weer ver-rukt als hij het onderwerp van zijn talloze plakboeken in levendelijve kan aanschouwen. Zo ook nu.Even later vertrek ik -de bondscoach en zijn grootste fan pakkenergens een broodje- naar het sport-centrum van de universiteit, dethuisbasis van UniVV. Normaal ben ik opgewonden voor een wed-strijd, maar nu bruist er een wilde branding in me: niemand weetvan onze bijzondere gast. De gezichten van spelers en trainer alsHiddink onaangekondigd de bespreekruimte van UniVV binnen-wandelt, het is de voorpret voor een feest. En dan in het kwadraat.

Het is even over twee, ik bel de bondscoach: ‘Jullie kunnen komen,de bespreking gaat zo beginnen.’ UniVV 1 begeeft zich naar dekamer waar Rinus zal gaan vertellen over de verborgen kracht van de tegenstander en over de noodzakelijkheid van combinatie-voetbal. Hier moet Hiddink bij zijn. Ik drentel achter het groepje

22

Page 23: Rinus de Haard

voetbalmaten aan. De gesprekken bij UniVV gaan op dit momentmaar zelden over voetbal, vaker over de laatste films, uitgaan oftegenwoordig ook over het kopen van een huis. De voetballers zoe-ken een plek voor Rinus' schoolbord, ik haast me naar buiten.Gelukkig, daar zijn de gasten voor de dag.Na een ferme klop gooi ik de inmiddels gesloten deur weer open.Rinus is net begonnen: ‘Jongens vandaag spelen we tegen Ostrabekeen die moeten we niet onderschatten.’ Hij reageert boos: ‘Rözer,lul, je bent weer te laat, ga z...’ Dan valt hij stil, zijn gezicht ver-trekt, een brede grijns, zijn oren lijken nog groter dan normaal.‘Rinus ik heb vandaag een assistent voor je.’ Mijn stem trilt. Onzetrainer staat als een standbeeld voor zijn schoolbord, zijn hoofdlijkt diepgevroren. Guus loopt op Rinus af en schudt de hand vaneen man die op dit moment denkt dat Fausto Coppi de zaal bin-nen komt. ('Hier komt Coppi, hij is al lang dood, maar ik geef dieman toch maar een hand'). Rinus doet verbeten een poging omzijn gezicht weer in de normale stand te krijgen. Het lijkt nu alsofer vanuit zijn oren iemand aan de mondhoeken trekt. Zijn tongligt op zijn bovenlip en hij hijgt zachtjes. Ik zie sommige voetbal-vrienden met opvallend witte maskers, hier en daar bloost eenhoofd. Er wordt gelachen zoals er wordt gelachen kort na eenbegrafenis.

Guus pikt een plaatsje ergens achter in de zaal. Iedereen wendtzich naar Rinus, maar daar blijft De Grijns het enige dat onzecoach de bijzondere gast te bieden heeft. Vergis ik me of is er eenzacht grommend geluid? Moet ik iets doen? Dan, eindelijk, de oren van Rinus laten zijn lippen los. Hij kanweer praten: ‘Guus, ik ben blij dat je ook eens op dit niveau komtkijken...’ Maar na het snelle zinnetje doet onze trainer 'eh eh'. Onzetrainer doet nooit 'eh eh'. Ik maak me toch wat bezorgd nu,zeker als Rinus een blaffende hoest de zaal in slingert. Gelukkig iser kort daarop een kordaat klinkend herstel: ‘Guus, ben je het nuecht, of is het je pseudoniem?’

23

Hij ken niet voetballen, maar hij schupt ze d’r wel in

Page 24: Rinus de Haard

24

Page 25: Rinus de Haard

Tussen het gelach door haal ik opgelucht adem. Dit is onze Rinus.Rinus vond eens dat de flegmatiekste aller UniV-spitsen opnieuwgemotiveerd moest worden. Hij meende dat de aanvaller, die almaandenlang niet gescoord had, zijn sterke punten beter moestbenutten. ‘En Bert jongen, je weet wat je het beste kunt’...Voetballersgeroezemoes viel stil, Rinus dacht koortsachtig nawaar onze centrumspits ook al weer goed in was. ‘Bert wat jij hetbeste kunt, is dat je lang bent.’

Schoolbord De bespreking van vandaag is als alle 700 voor-besprekingen van onze trainer bij UniVV. Het wekelijkse gebed. Detegenstander is sterker dan wij vermoeden, ze zijn bovendien bik-kelhard. (Onze vader die in de hemel zijt, uw naam worde gehei-ligd) ‘En daarom moeten we het balletje snel rond laten gaan. Doeje dat niet, dan moet je het zelf maar weten, dan schoppen ze jevoor de flikker’. (Vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderenhun schuld vergeven) Hij wijst met dikke vingers naar het school-bord, waarop de gebruikelijke driehoekjes staan getekend en legtuit welke combinaties er zoal mogelijk zijn.Onze coach adviseert ons dringend om niet te pingelen. (Verlosons heer van alle kwaad)Ik kijk intussen hoe het met mijn team gaat. Er is gekozen voor dehouding: er is niets bijzonders aan de hand, er zit alleen eenbondscoach in de zaal. En dat is ook maar een mens. Huib, afge-studeerd in 'industriële filosofie' of zoiets, is een van de weinigendie aan de buitenkant laat zien dat de bondscoach toch iets meergelijk is dan de rest. Huib bloost nog altijd en kijkt zo nu en danbijna verliefd naar Hiddink.Rinus babbelt verder over de komende wedstrijd en wij lachenopgelucht om zijn vaak onbedoelde grappen. Routinier Hans, netals ik dik in de dertig, haalt tenslotte het laatste beetje spanningweg. De dermatoloog is de verpersoonlijking van de gemiddeldeUniVV'er. Vertel de fragiele middenvelder niets over psoriasis enteenschimmel, hij weet er alles van. Maar Hans, en met hem hetgros van mijn elftalgenoten, vermoedt vervolgens dat hij daaromook van alles weet van alles. UniVV 1 is door dit misverstand

25

Die kon je met de pieleman erin douwen

Page 26: Rinus de Haard

-slimme jongens vermoeden dat ze ook slimme voetballers zijn-het best te vergelijken met een moderne praatshow. Niemandluistert naar niemand en zelfs de grootste domme lul kan zijngelijk halen, als hij maar hard genoeg schreeuwt.Onze tegenstanders, boeren en buitenlui uit dorpen als Opheusdenen Zetten, slijpen de noppen bij de komst van het Pingel-pande-monium uit Nijmegen. Worden ze niet gek van de technisch vaakbetere (ex)-studenten, door het onophoudelijke gezever vormt zichvanaf het eerste fluitje een gezonde laag Betuws schuim rond demonden. Nauwelijks verrassend dat we het moeilijk hebben inuitwedstrijden.Hans maakt vandaag in een korte speech bekend dat hij nog eenjaar aan zijn roemruchte loopbaan zal knopen. Het is een medede-ling die de aandacht verlegt van de bondscoach naar de wed-strijd. Ik weet, vanaf nu probeert iedereen weer normaal te doen.We zijn een groep met een vreemde toeschouwer.

Zooitje ongeregeld De warming-up van vandaag is anders dananders, we beginnen niet direct op doel te knallen. Ik zie debondscoach glimlachen om onze outfit: vijf oude wollen truien invijf verschillende kleuren, drie afzichtelijke trainingsjacks en zesonduidelijke, bleek gewassen trainingsjassen. Wij zijn een zootjeongeregeld, dat is onze zwakte en onze grote kracht.Alle spelers van UNI zijn altijd vol goede voornemens, maar er isook altijd wel een reden om maar tachtig procent te geven: hetwas laat vannacht, het zal laat worden vannacht; het is koud, hetis warm; de tegenstander is te slecht, te hard, te goed. Vandaag iser een externe motiva-tor en dat is al in de warming-up zichtbaar,we bewegen zelfs zonder bal.Ik houd de bewegingen rond onze assistent voor de dag in degaten. Die zoekt intussen een plaatsje langs de kant van het veld.Bas zet de plastic terrasstoelen (dug-out hebben we ook al niet) zoneer dat de bondscoach naast Rinus kan zitten en dat hijzelf ookniet ver uit de buurt is. Prima. Ik begin aan mijn eigen warming-up. Ik ren drie keer het veld op en neer, rek mijn spieren wat en gadan, bondscoach of geen bondscoach, toch echt lekker knallen op

26

Page 27: Rinus de Haard

onze keeper. Vanuit een ooghoek zie ik hoe tegenstanderOstrabeke het veld nadert. Als ik even later nog een keer kijk staathet kluitje tegenstander nog altijd op dezelfde plaats bij het veld.Ze smoezen wat met elkaar en kijken angstig de kant uit van onzemobiele openlucht dugout. Daar geeft Rinus Guus de eerste tipsvoor het Nederlands elftal en maakt Bas foto's voor later.

Groepen Ik kan op grond van enkele optredens in het openbaarmet de bondscoach de belangstelling voor de belangrijkste trainervan Nederland grofweg in drie groepen verdelen.Groep I (deze is veruit het grootst): De Voetbalkenners. ‘Guus zetDavids (Winter) (Jonk) (Bergkamp) (Bogarde) (De Boertjes)(Seedorf) (enzovoort, enzovoort) er toch in (naast).’De Voetbalkenner opent het liefst met een 'one-liner' (‘Winter isde beste rechtsback ter wereld’) waarna hij bij de geringste reactiede discussie aangaat.Groep II: De Handtekeningenjagers. Deze schieten uit rijenbelangstellenden opeens naar voren om gewapend met pen enpapier een stukje van de beroemdheid mee naar huis te nemen.Heel af en toe vermomt een Voetbalkenner zich als Handtekeningen-jager.Groep III: De Angstigen en Nonchalanten. Van deze groep heeft debondscoach het minst last. De angstigen verdwijnen ergens naarde rand van het beeld en kijken van daaruit vol bewondering naarde beroemdheid. De nonchalanten gaan gewoon verder met datwat ze deden, maar wachten stiekem wel op een kans om hunvoetbalkennis met de bondscoach te delen.Mijn hoop dat er vandaag veel mensen uit Groep III zijn, lijkt teworden bewaarheid. Men laat de bondscoach met rust. Het is eenbeetje als een verjaardag van je moeder, waarbij je nieuwe vriend-in voor het eerst aanwezig is. Je hoopt dat ze niet met een verve-lende tante of oom aan de praat komt.De tegenstander uit Oosterbeek zit in Groep III, maar maakt hetzeer bont. Het lijkt alsof ze liever publiek zijn. Aan de zijlijn staanze en aan de zijlijn blijven ze.

27

Al voetballen we tot Kerstmis

Page 28: Rinus de Haard

28

Page 29: Rinus de Haard

Als er een boom langs het veld stond, ze zouden er met zijn allenveilig in gaan zitten. Ik moet nog meer aan een troep bavianendenken als een grote dikke Ostrabeker tenslotte, omkijkend enmet een nerveuze lach, het veld betreedt. De rest huppelt er achteraan.Scheidsrechter A. stuift even later het gras van UniVV op. Hij heefter zin in, het weer is goed en hij kent beide ploegen. Ze zijn niethard en ook niet al te agressief, dit wordt een makkie. Zijn war-ming-up gaat volgens het vaste stramien. Eerst een paar diepebuigingen, waarin hij nog altijd met zijn vingers aan de grondkomt. Dan een paar bui-gingen achter-over...Ik zie hoe een man in een zwart pak een gebed tot de half-bewoltehemel richt. Hij staat onbeweeglijk met zijn handen boven zijnhoofd en staart in de verte. Dan komt hij voorover en langzaam inbeweging, zijn looppas eindigt in de buurt van onze beide trainers.Daar rekt onze arbiter zijn spieren nog wat verder op. Tenslotteschuifelt hij naar een van onze trainers en houdt een boekje eneen pen voor zijn neus.Kort voor de wedstrijd komt Huib op me af. Hij ziet er nog altijdopgewonden uit. Ik schud zijn uitgestoken hand. ‘Rözer, bedanktdat je dit hebt geregeld. Gaaf.’ De eerste helft (0-0) is een drama enik schaam me voor mijn ploeg, voor de tegenstander, voor mezelf.Vooral voor mezelf. Ik vloek, tier, scheld, gil, roep, brul en veroor-deel. Iedereen die niet iets geweldigs doet krijgt mijn commentaar.Soms mompel ik de kritiek, te vaak schalt mijn schelle stem overhet veld. Het moet om gek van te worden zijn.Gelukkig wordt mijn bijdrage zo nu en dan nog overstemd dooronze trainer. De aanwezigheid van de bondscoach inspireert ken-nelijk ook Rinus. Hij geeft daarom de volgende taktische tips:schiet die bal toch naar voren; geef die bal toch af; knal die baltoch op de goal. De aanwijzigingen worden voorzien van een voornaam het veld in geschreeuwd en dat gebeurt met zo'n woededat Rinus aan het eind van elke zin adem tekort komt. Het lijktalsof de woorden over ons worden uitgekotst.De bondscoach grinnikt zo nu en dan zacht. En terecht. Ons voet-

29

Tegen God’s hand valt niet te vingeren

Page 30: Rinus de Haard

bal is voornamelijk een aaneenschakeling van stommiteiten,toevalligheden en misverstanden. En alles wat daar serieus overgezegd, gegild en geschreeuwd wordt komt maar voor een oordeelin aanmerking: het is om je krom over te lachen.

Acties...‘Rözer, ik wil acties van je. Die breedtepassjes heb ik nuwel gezien. Acties, man.’ Als ik nu mijn ogen dicht doe zie ik eenWK-stadion, vol. Voor me loopt Dennis Bergkamp, mijn collega-spits en naast me pept de bondscoach me op voor de tweede helftvan Nederland-Duitsland, ruststand 0-0. Als ik mijn ogen open zieik het lege voetbalveld van UniVV. Voor me loopt Herke, mijn collega-spits en naast me loopt de bondscoach van het Nederlandselftal en pept me op voor de tweede helft van UniVV-Ostrabeke,ruststand 0-0.We zijn nog geen vijf minuten bezig als ik mijn tegenstander tweekeer achter elkaar door de benen speel. Vanaf de kant klinktapplaus. Als ik mijn ogen nu zou sluiten, dan was er een juichendemassa op de banken. Mijn naam wordt gescandeerd. Maar hetblijkt Rinus te zijn die mij roept; ik dien mijn directe tegenstander,die opkomt langs de zijlijn, af te stoppen. Dat lukt me nog net enals dank geeft de jongen mij een ferme schop. Het volk joelt. Bij devrije trap verplaats ik behalve de bal ook een enorme plok heiligUniVV-gras. De leegte om het veld is weer een vriend.UniVV scoort vandaag twee keer, Ostrabeke blijft op nul hangen.Onze beide trainers zijn tevreden, al beschuldigt de bondscoachme van luiheid. ‘Rözer, je bent een antivedette’, zegt hij onomwon-den en half lachend. ‘Wel aanvallen, niet verdedigen en de heletijd je bek open.’ Ik schrik, hij heeft gelijk natuurlijk. ‘Maar je hebttoch twee goals voorbereid. Je bent nog belangrijk voor UniVV.’Hier loop ik dan, 37 jaar, ongetrouwd, geen kinderen. Mannen vanmijn leeftijd staan op zo’n middag langs de lijn en moedigen hunkroost aan. En ik? Ik probeer te verbergen dat ik me zo trots voelals een vader op zijn zoon omdat een andere man van even in de50 tegen me zegt dat ik nog best redelijk kan voetballen. Zolang iknog speel zal ik niet volwassen worden.

30

Page 31: Rinus de Haard

Kroeg Na afloop krijgen we de bondscoach nog zo ver dat hij eenafzakkertje pakt in onze stamkroeg. Natuurlijk is iedereen van onselftal er. Huib zit met een rood hoofd naast me en houdt mijnhand vast. ‘Rö-zer bedankt, ik weet niet hoe je het voor elkaargekregen hebt, maar bedankt.’Dan zijn er de eerste drankjes en dringt het pas goed tot ons door:we speelden vandaag een wedstrijd die ons nog lang zal heugen.De bondscoach bekijkt de derde helft met een grijns. Het stinktnaar bier en sigaretten, maar ook hij ruikt hier de kleedkamer. Weouwe-hoeren over de wedstrijd, over alles en over nog wat en han-gen met ons team aan een dikke, veilige rode draad waarover eenbal rolt. Als Hiddink dit met zijn elftal zou kunnen, de kabeltjeszouden een onverwoestbaar snoer vormen. Geen pers, geen klein-zielige belangetjes, geen sponsors die behaagd moeten worden.Hier worden mannen jongetjes die over hun spel fantaseren: ‘Alsjij toch die bal in een keer had voorgezet, ik had hem er zo in kun-nen lopen.’Op verzoek wijst de bondscoach de uitblinkers aan. ‘De tweeVikingen -Huib en Dennis zijn getooid met een blonde paarden-staart en hierna ook met een vette blos- deden het goed vandaag.En verder wil ik Hans nog iets zeggen...’ Hiddink houdt een lof-zang op Hans - ‘je bent een nuttige stofzuiger’- en tekent daarmeevoor een rampzalig volgend seizoen van de routinier. Koos Hansin het verleden pas na enig subtiel aandringen onzerzijds -‘Domme klootzak, geef die bal nou eens keer niet aan de tegen-stander, oen, lul’- voor een wat socialere oplossing, na de homma-ge van de bondscoach zal Hans definitief voor de creatieve voort-zetting kiezen. Rinus sta ons bij.

Pinda’s Dan besluit Hiddink dat het mooi genoeg was. En datwas het ook. Bij het afscheid houdt Huib zijn hand al ruim eenhalve minuut gestrekt, tot de hand van de bondscoach er kame-raadschappelijk inschuift. ‘Rözer bedankt’, mompelt Huib.Hiddink schudt alle handen en verdwijnt met Bas, die hem uitge-leide doet. Als de deur van de kroeg achter de twee dicht valt, ver-stomt het geroezemoes. Vijftien voetballers kijken, een biertje in

31

Die mosten ze een week niet te vreten geven, dan liepen ze wel

Page 32: Rinus de Haard

de hand, naar elkaar. Ik weet zeker: als er nu een begint te juichen,dan juicht binnen twee seconden het hele café.We houden opgewonden evaluaties over wat de bondscoach alle-maal zei en deed. Tussen de voetballers staat een man van 67 jaar.Het had mijn vader kunnen zijn. ‘Rözer, goed gevoetbald’, is hetmeest uitgebreide compliment dat ik ooit van mijn trainer (entrouwens ook van mijn vader) heb gehad.‘Rözer, hoe lang wist je dit al?’ De vraag wordt samen met watpinda-resten op me afgevuurd. Rinus heeft al minstens acht glazendroge sherry genuttigd en dan mag iedereen zijn pinda's. ‘Drieweken Rinus.’ De boxer lijkt te gaan grommen, maar twee glim-mende ogen verklappen alles. ‘Rözer, je bent een lul.’

Marcel Rözer

32

Page 33: Rinus de Haard

De Reünie

Page 34: Rinus de Haard

1998. Ruim dertig jaar traint Rinus UniVV. Tijd voor het bestuur (Gerrit)om een reünie te organiseren. Genodigden wordt gevraagd een bijdragete leveren. Een selectie uit de herinneringen.

34

Page 35: Rinus de Haard

Das Rinuslied D.Deutscher / H.Geurts

Rinus trainiert uns schon 30 Jahr(e), damdam, da-amdam Viel hat sich nicht geändert da, damdam, da-amdam Schwarze Hahre sind jetzt grau wie Stein, damdam, da-amdam und statt Bier trinkt Er nur noch Wein, damdam, da-amdam

Marmor, Stein und Eisen bricht, aber unser Rinus nicht Alles, alles geht vorbei, doch Er bleibt uns treu

Wenn Uni eins Ihm nicht gefallen kann, damdam, da-amdamschaut er sich mal das Dritte an, damdam, da-amdam doch dieses Jahr geschah das nicht so oft, damdam, da-amdam denn Uni Eins gewann die Meisterschaft, damdam, da-amdam

Marmor, Stein und Eisen bricht, aber unser Rinus nicht Alles, alles geht vorbei, doch Er bleibt uns treu

Jeder fragt sich wie lange noch, damdam, da-amdam Nachfolger ja die gibt es doch, damdam, da-amdam Und zwar ganz modern, es ist ein Duojob, damdam, da-amdam Rummenige und der Leo hophop, damdam, da-amdam

Marmor, Stein und Eisen bricht, aber unser Rinus nicht Alles, alles geht vorbei, doch Er bleibt uns treu

Bisher besteht die Gefahr nicht echt, damdam, da-amdam denn ihre Prüfung war leider slecht, damdam, da-amdam Rinus lachte und sprach gemein: damdam, da-amdam ‘So einfach ist es nicht um Trainer zu sein!’ damdam, da-amdam

Marmor, Stein und Eisen bricht, aber unser, unser Rinus nicht Alles, alles alles geht vorbei, doch Er bleibt uns treu Marmor, Stein und Eisen bricht, aber unser, unser Rinus nicht Alles, alles alles geht vorbei, doch Er bleibt uns treu

35

Het liep ze dun door de boks

Page 36: Rinus de Haard

De pilaar van Diogenes

Eenentwintig of tweeëntwintig was ik, toen ik mij als kersvers lidvan UniVV meldde voor mijn eerste training. Ik had -zoals je hetlater samenvatte- driekwart jaar met een pilsje bij Diogenes tegeneen pilaar gehangen. De geest wilde wel weer, maar Diogenes hadzijn sporen in het lichaam achtergelaten.De trainingen vonden toen nog plaats op een veldje achter hetBisschop Hamerhuis. Met een brede grijns droeg je conditie-oefe-ningen op, die voor mij veel te Spartaans bleken. Na 20 minutenmoest ik al afhaken. Snotterend en half kotsend droop ik af.Gelukkig kon ik door de spoorkuil snel naar mijn studentenflataan de Prof. Huijbersstraat, want de hele omweg (de brug over hetspoor die nu Groenewoudseweg en Groenestraat verbindt, was ernog niet) had ik nooit meer lopend gehaald. De volgende dag hadik koorts en kon ik van de spierpijn nauwelijks op mijn benenstaan.Het heeft vele trainingen geduurd voor ik een hele wedstrijd konspelen en dan nog was het afwachten, want ook in het cafélevenkon je een tomeloze inzet hebben. Dan kon er in mijn rechter zijwel eens een orgaan gaan protesteren in de loop van de wedstrijd.Het voetballen bij UniVV bracht in ieder geval weer enige struc-tuur in mijn leven en jouw inbreng daarbij, Rinus, was achterafgezien erg groot. Je temperde ons zeventiger jaren onbegrensd-geluksgevoel door vele pakkende verhalen over hoe hard en hoegemeen het er in de echte wereld toeging, wat je als commandoallemaal had meegemaakt en -een stokpaardje van je- wat er alle-maal gebeurd was in de Tweede Wereldoorlog vooral aan het oost-front. Je relativeerde de ‘maakbaarheid’ van de samenleving doorte vertellen over terreur van luiwammesen op je werk.Maar het belangrijkste was dat je de meesten van ons de ruimtegaf om te zijn zoals je was en de juiste voedingsbodem creëerdevoor het ontstaan van hechte vriendschappen. Jij wist dat eenplant niet groeit door er aan te trekken. Het klinkt misschien watmelodramatisch, maar in een zeker opzicht was je als een vader

36

Page 37: Rinus de Haard

die een onaantastbaar vertrouwen heeft in zijn kinderen, wat erook met ze gebeurt.En net zoals bij een echte vader-zoonrelatie zijn er fases aan tegeven in het verloop van de tijd. Aanvankelijk was er de fase vanhet onaantastbaar gezag, van de harde autoriteit: ik was overge-voelig voor jouw kritische opmerkingen ik was soms gepikeerddoor jouw heftige emoties tijdens een wedstrijd.Later volgde de periode van verzet; ik zag het allemaal verkeerd, jijsnapte er niets van. En tenslotte weer de toenadering, de fase vanacceptatie en waardering.En deze fase duurt al lang. Waardering voor je persoonlijke betrok-kenheid, je onverminderd enthousiasme. Bewondering ook voor jegedrevenheid en je vermogen om grote ego’s als groep bij elkaarte houden.Maar wat het meest blijft, is de nieuwsgierigheid naar je verhalen,je unieke ongeëvenaarde vertelkunst, waarmee je iedereen adem-loos en met rode oortjes kunt laten toehoren, zoals (klein)kinderennaar hun vader (opa) luisteren.

Jan Cuijpers

37

Onze achterhoede liek wel een kippehok waar een vos doorheen loopt

Page 38: Rinus de Haard

Warme voeten

Op een erg koude winter-avond, zo’n 20 jaar geleden, werd heteerste team van UniVV voor het bepalen van de conditie door JanVos op het Sportcentrum gemeten. Na afloop van de metingenwerd, zoals gebruikelijk, door Rinus, Jan en de jongens in de kantinevan het Sportcentrum een paar pilsjes gedronken, tot sluitings-tijd... ongeveer. Toen we buiten stonden werd het idee geopperdom de discussies nog even voort te zetten in café Ramona en zettede stoet zich richting deze uitspanning. Ook daar werden nog eenpaar pilsjes genomen, maar de waard gooide ons er na sluitings-tijd wederom naar buiten. Daar stonden we dan... in de sneeuw.Rinus kwam dicht bij me staan, dat deed hij wel vaker als er heelbelangrijke zaken besproken moesten worden en zei tegen mij:‘He Jan, luuster’s, wil je wel geloven dat ik nog steeds ijskouwevoeten heb, de hele avond al’. Ik was zelf vergeten om nog voorsluitingstijd naar het toilet te gaan en voelde plotseling veel, heelveel aandrang en was blij dat ik Rinus voor een boom aanzag enwaterde al pratend, zonder dat Rinus er iets van merkte, mijn buitegen zijn been aan. De sneeuw werd knalgeel rond onze voetenen Rinus zei tegen mij de historische woorden: ‘He Jan, wil je welgeloven dat ik het nou pas een beetje warm begin te krijgen!’De jongens die de fietsen net van het slot haalden en onze‘samenspraak’ hoorden en vooral zagen, vielen zowat dubbel vanhet lachen in de sneeuw.

De volgende morgen dacht ik eerst dat ik het laatste deel van deavond gedroomd had, maar na een paar minuten werd het meduidelijk dat het wel degelijk allemaal echt gebeurd was.Natuurlijk belde ik Rinus op, om mijn excuses aan te bieden en derekening voor de stomerij te voldoen. Het eerste was geen enkelpunt voor hem en van het tweede wilde hij al helemaal nietsweten.

38

Page 39: Rinus de Haard

Maar iedere keer als ik langs Ramona rij, krijg ik de onweerstaan-bare drang om bloemen te leggen op een plek die me heel dier-baar is geworden!

Jan A. Vos

39

Je kriegt ‘m aan de reet

Page 40: Rinus de Haard

Freiburg in de Betuwe

Binnen de Bundesliga neemt Freiburg uit het ‘Schwarzwald’ eenaparte postie in. Het protserige Bayern uit München neemt bijverre uitwedstrijden het vliegtuig; Freiburg de trein. Kom je inplaats van met een dikke Mercedes op een racefiets naar de trai-ning; geen enkel probleem. In zekere zin is UniVV het Freiburgvan het Zaterdagamateurvoetbal. Denk maar eens aan de warming-up, kleur sokken, verkleurde broeken en diversiteit aan trainings-pakken. Rond 1993 dacht ik op een vrije zaterdag in het zojuistgeschetste kader eens met het openbaar vervoer naar een promo-tie-wedstrijd van UniVV-1 in Kesteren te gaan.

Onvoorbereid toog ik vol goede moed naar het station alwaar detrein richting Kesteren zojuist vertrokken was. Geen nood, de busstond klaar. Samen met drie vroeg uitgewinkelde, druk keuvelendehuisvrouwen slingerde ik dra door het Betuwse land. In de buurtvan Zetten zei de bestuurder plotseling: ‘Meneer, als u naarKesteren moet, dient u hier over te stappen. Uw bus komt binnenvijf minuten’. Hier, dat bleek midden in de polder een kruising vantwee wegen te zijn. Na ruim vijf minuten wachten, leek het meverstandig toch maar eens de informatie bij de bushalte te lezen:‘zaterdag rijden er geen reguliere bussen, maar geldt het belbus-systeem’. Shit, dat schiet niet op richting Kesteren. Weet je wat, ikloop naar Zetten en pak daar alsnog de trein richting Kesteren.Vlakbij het station in Zetten zie ik de trein richting Kesteren voormijn neus vertrekken. Wat te doen, van hieruit verder liften schietook niet op; als ik op de volgende trein wacht mis ik de wedstrijd.Weet je wat, ik laat de wedstrijd van UniVV-1 schieten en ga metde trein terug via Elst naar Arnhem om rond 17.00 uur een promo-tie-wedstrijd van UniVV-2 bij ESA te gaan bekijken. Na op het sta-tion van Arnhem een kop koffie en een broodje kroket genuttigdte hebben, neem ik de bus richting Arnhem-Noord. Daar achter desporthal moeten immers de velden van ESA liggen. Vroeger lagenze er ook. Een rondgang om en door de sporthal levert echter geen

40

Page 41: Rinus de Haard

veldvoetbalactiviteiten op. Plotseling zie ik een bord: ‘De veldenvan ESA zijn sinds kort verplaatst naar Arnhem-Zuid’. Moedelooswandel ik nog even om het Vitesse-monument ‘Monnikenhuizen’en besluit richting Nijmegen te gaan. Nou, dan toch nog maareven naar café Jos om me in de feestvierende menigte te begeven.Daar aangekomen zie ik het van buiten al. Rinus zit er met enkeletweede elftal spelers die het wel gered hebben rustig een pilsje(sherry?) te drinken. Het eerste ging in Kesteren rücksichtslos naarde klote (Rözer na 10 minuten rood!). ‘En, Zoef heb je je vandaagnog met voetballen beziggehouden’ zegt de trainer plotseling.‘Nee, trainer’.ULK!!!!!!!!!!!

Jan van Doremalen

41

Lup toch niet te piele

Page 42: Rinus de Haard

Kutballen in een kuil

Het moet ergens in de late jaren ‘80 zijn geweest, dat ik door jouwtoedoen de relativiteit van het leven en de absolute grootheid vanhet voetbal (en dan vooral van UniVV) ben gaan inzien. Zeldenheb ik me sterker in het leven voelen staan dan op die momentenen zelden werd het leven opeens relatiever toen ik die grootsemomenten eens beter onder de loupe nam.Om even heel simpel te beginnen: gedurende de jaren dat wijonder jouw bezielende leiding in het uitverkoren eerste elftalmochten spelen, stond de gehele week in het teken van twee keertrainen en die wedstrijd op zaterdag. Of eigenlijk bedoel ik metdie wedstrijd op zaterdag vooral de voorbespreking die standaardin de aanbieding zat. Die behoren toch tot de mooiste bijeenkom-sten die ik in m’n leven heb mogen meemaken. Eigenlijk metgeen pen te beschrijven hoe een kluppie ‘volwassen’ mensen dieeen behoorlijk eind weg gestudeerd hebben, op zaterdagmiddagmet een kater in hun kop bij elkaar komen en zenuwachtig in eenhok samenklonteren om een analyse van de wedstrijd van vorigeweek aan te horen en vervolgens in doodsangst af te wachten ofze er die middag weer ‘in zullen staan’. Iedere zaterdag slaagde jeer bovendien in om weer nieuwe uitdrukkingen te verzinnen, diezo verschrikkelijk goed tot de verbeelding spraken, dat we ze nogjaren later allemaal herinneren en ze zelfs in de ‘gewone wereld’gebruiken.

Ik heb zelf vaak meegemaakt, dat ik jouw voetbaltermen in verga-deringen gebruikte zonder dat ik daar zelf erg in had en verbaasdopkeek als iedereen begon te lachen. Die uitdrukkingen warenvoor mij zo gewoon geworden, dat ik geen andere of betere meerkende en ik moet ook eerlijk zeggen, dat iedereen ook meteensnapte wat ik bedoelde al waren de termen wat ongewoon.Maar iedereen weet wat er gedaan moet worden als je ‘met eenblote reet tegen een doornen heg’ aanstaat! Die uitdrukkingenvan jou hebben eeuwigheidswaarde, terwijl de mensen die ze

42

Page 43: Rinus de Haard

gebruiken en aanhoren gewoon voorbij gaan, al ploeterend zoalsvroeger op Highbury.Hemel en afgrond, paradijs en hel lagen bij jouw beschouwingenook altijd vlak bij elkaar. Vaak mocht ik daar zelf ook staaltjes vanmeemaken. Ik herinner me nog dat ene rampzalige seizoen in dederde klasse, waarin we, geloof ik, met 5 punten onderaan eindig-den. Ik heb in dat jaar, wel 3 of 4 keer in eigen doel gescoord. En indat doel stond de grootste geilbek, die UniVV. ooit gekend heeft:Ruud Dijkers. Die deed de meest rare dingen om maar op te vallenals hij vrouwen langs de lijn zag staan, vooral z’n eigen vrouw.Het gebeurde dus regelmatig dat ik op de meest fraaie wijze wildeterug spelen en hij daar vervolgens een schitterende zweefduikoverheen deed: de gevolgen waren in dat rampseizoen vaak niette overzien.

Zo wilde ik uit tegen Opheusden, om tijd te winnen (we stondenmet 4-0 achter, maar waren wel in de aanval en gedurende delaatste 10 minuten van de wedstrijd duidelijk sterker), een voorzetniet over de achterlijn koppen, maar recht in de handen van Ruud,zodat hij snel kon uittrappen. Ruud echter, waarschijnlijk ook omtijd te winnen, was het doel al uit gekomen en de bal ging als eenstreep in het kruis (ik wilde Ruud namelijk ook nog de kans gevenom weer even als een adelaar door de lucht te zweven, want erstonden een paar Opheusdense schonen langs de lijn).Die middag heb je daar niks over gezegd, maar bij de besprekingvan de volgende week pakte je pas uit: ‘Gerrits (en nooit Gerritsen,dat heb je altijd verdomd te zeggen, al weet ik bij God niet watdaarvan de reden is), je bent een hele goeie kopper (Jezus, wathoor ik nou: een hemels compliment van een erkende expert),alleen heb je zo’n geweldig blokhoofd, dat niemand weet waar dieknikker terechtkomt, dus wil je in het vervolg zo veel mogelijkduiken als die bal door de lucht komt (hel, hel, ik had het natuur-lijk kunnen weten: de rekening volgt altijd!)’.Nog zo’n voorbeeld, waar hel en hemel aan elkaar grenzen enwaar ik de hele volgende week (tot de volgende wedstrijd name-lijk) aan liep te denken: we werden ook eens kampioen in dat jaar

43

Lul

Page 44: Rinus de Haard

dat jij een wereldvoetballer uit Beek meegenomen had, ene Ruudvan Leeuwen. Die kon eens een wedstrijd niet meedoen, uit tegenWodanseck of zoiets. Het regende en iedereen leed flink onder hetdoor jou uitgevonden Univivitus. Hoewel die Wodans ergensonderaan stonden, speelden ze ons van de mat en kon ik flink bal-len ‘in de struken schoppen’. Dat ging me in die wedstrijd goed afen ze moesten steeds langer en verder zoeken om die ballen terugte brengen. Zoiets breekt het ritme van de tegenstander, haddenwe van jou geleerd en verdomd: toen wij een keer over de middel-lijn kwamen (verkeerde pass van mij richting ‘struke’, die na eenminuut naar beneden kwam en bij hun op de helft terechtkwam),schopte een verdediger de bal in paniek tegen de rug van Zoef, diescoorde! Voor de poorten van de hel sleepten we de overwinningweg en nam bij ons het vertrouwen toe, dat het wel eens zou kun-nen lukken! Na de wedstrijd, in de kleedkamer waar de stemmingeuforische hoogten bereikte, begon jij toch alvast aan de analyse:‘Jongens, dit was dramatisch slecht, ‘t is een wonder dat we nietnaar de klote gegaan zijn, jullie waren zwaar Piet de Kut (hel, hel),‘t is dat die lange achter nog wat ballen wist te raken (krijg hetnou, zeg: Hij vond mij goed!), die was vandaag ‘man of the match’(Jezus, al mijn inspanningen van de laatste 20 jaar komen opeenstot hun recht), maar ja, als ik zulke dingen moet gaan zeggen, danzijn we toch wel heel diep gezonken (diepe hel, wat is het leveneen marteling!)’.

Maar de allermooiste herinnering, Rinus, heb ik toch nog steedsbij het allereerste trainingskamp dat we in de Ardennen hielden.Ik weet nog precies wie er allemaal bij waren en ik heb, geloof ik,zelden in m’n leven zo veel en hard gelachen als in die week.De partijen tennisvoetbal met die loden bal en dan ook nog vijfsets; het is een Godswonder dat daar geen doden bij gevallen zijn.Ik denk dat het ook niet gek is, dat na die week uit sommigebriljante jongeren niet meer gekomen is dan bijvoorbeeld eenverzekeringsarts, een paar leraren en een mislukte rechter.Wat we daar onze lever en hersencellen hebben aangedaan, is metgeen pen te beschrijven. Wat me van die week ook nog helder

44

Page 45: Rinus de Haard

voor ogen staat is jouw ‘blank eikenhouten kastje’, dat is voor mijonlosmakelijk met De Ardennen verbonden.Maar het voorval, waaraan ik iedere dag nog denk, gebeurde tij-dens het enige echte voetbalpartijtje dat we tijdens al die trai-ningskampen ooit speelden (vanaf dat partijtje begaven we onsalleen nog maar op dat tennisveldje). We vonden een stukkie gras,maar het was een weiland en Highbury was er heilig bij. Tochmaar even twee partijen gemaakt en jij deed in die tijd noggewoon mee. Je stond natuurlijk weer op de rand van buitenspelop een bal te wachten, toen Willem Koonen rechts achter in hetveld in het bezit van de bal kwam. Willem wist dat jij altijd genootvan zijn magistrale ‘diagonaal’ (en naarmate hij ouder werd, ver-zond hij die ook nog alleen maar) en stuurde de bal dus blind rich-ting linker cornervlag. En jij ging er in een nooit vertoonde sprintachteraan! Na een meter of zes echter lag er een diepe kuil in hetveld, maar jij had natuurlijk je ogen op de bal en zag die kraterniet. En daar stortte je in de diepte. Een dodelijke stilte daalde overde Ardennen en niemand durfde te gaan kijken. Juist wilden weeen paar schoppen halen om de kuil dan maar meteen dicht tegooien en de klup op te heffen, toen jouw onverbeterlijke kopboven de rand verscheen en je de historische woorden sprak:‘Godnondeju Koonen lul, geef toch niet van die kutballen!’. In dejaren daarna heb ik die woorden wekelijks steeds vaker horen her-halen, maar zo mooi als jij die dingen kunt zeggen, Rinus, daarkan niemand never nooit aan tippen!

Sander Gerritsen.

45

Ze vraten ‘m uut de hand

Page 46: Rinus de Haard

46

Page 47: Rinus de Haard

Drie novemberavonden,één ontmoeting

We schrijven de eerste gure novemberavond van 1977.Ondergetekende koos enkele maanden eerder domicilie inNijmegen en klopte oude contacten op om een beetje ingeburgerdte raken.Het was woensdag en Maarten Hillenaar, Jan van de Broek enFrans Vogelzangs, toen nog goeie voetballers, introduceerden mijbij UniVV. Ze hebben altijd keepers te weinig was hun leus en opdie koude avond trok ik voor het eerst in hun kielzog naar hetsportcentrum. Na een bescheiden carrière te hebben opgebouwdals doelwachter van de A1 in Venray en twee jaar in het eersteelftal van FC Odijk te hebben gespeeld, meldde ik me nu dus bijeen studentenclub. Hoewel, het studeren was ik allang zat, hetkeepen nog niet.Onze trainer heet eigenlijk Willy, maar we noemen hem Rinus. ‘Jemoet even aan hem wennen’ zeiden de drie loopbaanplanners,‘maar dan valt het wel mee.’Met dat gegeven op zak, stelde Jan van de Broek me diezelfdeavond nog voor met de woorden: ‘Rinus, dit is een keeper’. Rinuskeek voor zich uit en voordat ik de gelegenheid had mijn naam tenoemen verordonneerde Rinus: ‘loop maar gewoon mee!’ Er resttemij niets anders dan de groep achterop te lopen en te training teondergaan.Twintig minuten voor tijd besliste Rinus partijtje te doen en ineen van de kleine goals kreeg ik een plaats aangewezen.De maandagavond erop geen enkele blik van herkenning gewis-seld: de training afgewerkt, en een kwartiertje voor einde traininghoorde ik Rinus in ene roepen: ‘Keeper!’ Een tel later nam hij meapart onderhanden. We wisselden geen woord, ik deed mijn werken Rinus deed zijn werk.De derde avond hetzelfde laken een pak, een forse looptraining,allerhande oefeningen en tegen het einde aan liet Rinus de groepweer de groep en kneep mij wederom flink af. Van links naar

47

In die Gasse hinein

Page 48: Rinus de Haard

rechts en steeds ook nog zelf de ballen halen, die hij naast schoot.Ik gaf, weliswaar binnen mijn vermogen, niet bij. Toen wat mijbetreft het moment was aangebroken om te stoppen zei Rinus:‘Keeper, nog vijfentwintig keer.’ Ik zei: wat? 25 keer! Hij gebaarde mij in hurkhouding te gaan zitten en alternerenddan weer links, dan weer rechts gestrekt naar de hoek te gaan.Al die avonden hadden we nog geen woord met elkaar gewisseld.Ik telde ieder keer de gang naar de hoek en was bij de negentiendeduik aangeland en was kapot! ‘Zesentwintig!’ Ik riep het hardopen bleef liggen, de bal geklemd tussen mijn grote handen. Uit mijnooghoeken zag ik de blauwe trainingsbroek met oranje jasje na-deren. ‘Dat kan nooit, zesentwintig’ meldde Rinus en begon telachen.Ik stond op, gaf hem een hand en zei: ‘Jan Wopereis’ en Rinus ant-woordde: ‘Willy de Haard, aangenaam’!

Jan Wopereis

48

Page 49: Rinus de Haard

De ballen van een slappe zak

Nat was het. Nat, guur en koud. Het trainingsveld één modder-poel. De moerasgassen borrelden omhoog. ‘Haiburrie’, bromdeRinus, en je zag dat hij genoot. Hier vielen ze af: de watjes, de zaal-voetballers, de jongens met de fluwelen techniek. De slappelingen,de gasten met Univevitus. En bleven de kerels naar Rinus’ hartover.Ik behoorde niet tot die laatste categorie. Viel meer in de groepslappe zakken en die avond had ik een extra handicap. Ik was eendag eerder naar het ziekenhuis geweest. Twee kinderen vondenwe prima en een klein sneetje was voldoende. ‘Maakt u zich geenzorgen meneer Geurts, alles komt goed, alleen een weekje nietsporten.’ Ze wist niet wie ze voor zich had, de schat; een weekjeniet sporten.

De kans dat een voetballer een bal keihard op zijn testamentkrijgt, is vrij klein. Ik heb het nooit nagezocht maar het zal gemid-deld een keer per drie jaar zijn. De kans dat die bal van binnen dedrie meter komt, is nog kleiner en de kans dat ie van een team-genoot af komt is te verwaarlozen. Maar hij kwam. Jan van deBroek (ik heb er nooit iemand op kunnen betrappen hem zo tenoemen), Boks dus, nam de bal aan om hem met een geweldigeuithaal van zijn rechterbeen op te ruimen; geen risico. Van driemeter en recht er op. Alsof hij het wist. ‘Befreiungsslag’, hoor iknog net Willem Koonen ter linkerzijde roepen. En daarna weet ikhet niet precies meer. Splijtende pijn, dubbel gevouwen houding,tranen in mijn ogen. ‘Han, slappe zak, bied je aan, man’, galmdehet over de modder. Het leven van een trainer gaat onder alleomstandigheden door en Haiburrie stopt heus niet vanwege eenordinaire zakbal. Het ontbrak er nog maar aan dat hij riep dat ik‘m met de pieleman had kunnen maken.Ik geloof dat ik wel nog gedoucht heb en ik kan me herinnerendat Rinus het in de kantine nog had over de dochter van de burge-meester van Kleef. ‘In die jaren net na de oorlog, jongen, voor een

49

Ulk

Page 50: Rinus de Haard

rooie kool kon je die meid hebben. Die Duitsers hadden niks, man.’En over Simmhofer, die hem kwam vragen welke van de twee lijnennou de uitlijn was en bij welke hij zich moest blijven aanbieden.En over de Georgiërs op Texel, wier geilheid nog groter was danhun spreekwoordelijke agressiviteit. ‘Enurm, zoals die tekeer gin-gen.’ Maar dat laatste heb ik niet helemaal meer meegekregen. Enhoe ik met mijn fiets ben thuisgekomen, weet ik al helemaal nietmeer.Bijna twee weken lang hadden mijn ballen formaat ultra en allekleuren van de regenboog. Op het werk vroegen ze bezorgd waar-om ik toch zo raar liep. Aan de liefde durfde ik niet eens te den-ken. Ik had ze eigenlijk aan jou moeten laten zien, Rinus. Ik geloofniet dat je ze mooi zou hebben gevonden, maar je had me zekerniet bij de slappe zakken ingedeeld. Althans die avond niet.

Han Geurts,(der Kriegsbeschädigte)

50

Page 51: Rinus de Haard

Zelfsturende teams

Het is begin jaren tachtig; op een zonnige zaterdag evalueertRinus met zijn spelers het seizoen. We liggen in het gras van eenzacht hellend weiland in de buurt van ‘De Duivelsberg’. Rinus‘bespreekt’ zijn spelers een voor een. Hij begint bij de keeper en alsnel ben ik als centrumverdediger aan de beurt. Je bent jong enomringd door groen gras besef je nog niet wat de impact van feed-back van Rinus op je verdere levenspad zal zijn: ‘Van den Broek,voetballen kun je niet maar ja, zo’n type als jij heb je nou eenmaalnodig in een team’Het gevoel van een tijdelijke knock-out maakte zich meester vanme, zoals ik als klein kind mijn hoofd een keer had gestoten tegeneen zware balk in een hooischuur. Mijn oren suisden. Ik kreeg nogenkele flarden uit Rinus’ mond mee en ontwaarde nog zoiets als...en als aanvoerder een goede relatie met de scheidsrechter’.Langzaam kwam ik weer bij; hij was intussen al ergens in de voor-hoede bezig.... bij Willem Spek (die kon in ieder geval wél voetbal-len, al was het maar een keer per seizoen). Wat te doen? Ik was lidvan een voetbalclub, ik werkte me tijdens wedstrijden uit de naad,liep per wedstrijd 21 keer door de pijngrens van mijn rug, per jaarlag ik 22 zaterdagavonden thuis plat op de bank.Waar deed ik dit voor? Ik wist waarvoor ik dit deed.Ik deed het voor dat ene moment. Het moment waarop ik naar dezijlijn keek, nadat er een corner op mijn kop was gevallen en ikvanuit mijn ooghoeken Rinus voorovergebogen intens handen-wrijvend de gescoorde goal zag ‘verwerken’. Bij mijn vroegerevoetbalclub was er veel publiek, bij UniVV hadden wij Rinus.Maar toch... ‘Van den Broek, voetballen kun je niet...’

Later las ik ergens dat bij managers, leidinggevenden en coachesde interne ‘beliefsystems’ over hun mensen sturend zijn voorhun gedrag en benaderingswijze en dat coaches op die manierhet gedrag van hun ondergeschikten terugkregen wat ze met hunbenaderingswijze zelf opriepen; hiermee werden hun beeldenbevestigd.

51

Het is weer Univevitus

Page 52: Rinus de Haard

Het werd er voor mij niet gemakkelijker op. In diezelfde periodevond er namelijk een voor mij desastreuze ontwikkeling in hetvoetbal plaats.Ik was opgevoed met de tv-beelden uit de jaren zestig. Een club alsInternationale won Europa Cups met negen mensen achter de balen op 30 meter van de goal ging alles plat. Ik oefende en oefendeom deze techniek in al zijn eenvoud in een simpele beweging meeigen te maken: het ‘one touch-voetbal’. Meestal hoefde je maareen keer te schoppen. Onder invloed van het door mij vervloektezaalvoetbal (geen slidings) waren veranderingen bij UniVV niettegen te houden. Mijn hoop was op Kuip gevestigd. Maar ook hijstelde ‘de 30-meter grens’ een keer zachtjes fluisterend tijdens eenvoorsprong van 4-1 ter discussie om vervolgens schreeuwend Zoefterug te roepen. Sander bleek als eerste gevoelig voor de nieuwetrend. Hij begon, nota bene midden in een competitiewedstrijd,met het ‘rondspelen van de bal’. Met de bal aan zijn voet keek hijin mijn richting en ik schreeuwde het uit: ‘Niet naar mij...niet naarmij’. Doreth kalmeert mij ’s nachts nog vaak nadat deze angstkreetweer eens de oorverdovende nachtelijke stilte in onze woonwijkdoorbreekt.Het ‘Van den Broek... voetballen kun je niet’ was van tussen mijnoren afgedaald tot in de noppen van mijn voetbalschoenen en uit-eindelijk tussen de echtelijke lakens beland.Deze situatie kon niet langer duren. Wat had Rinus bedoeld? Als ikniet kon voetballen, wat had het leven me dan verder nog te bie-den? Had Rinus niet heel bewust met het tweede gedeelte van zijnfeedback me vanuit zijn levenswijsheid een richting in het levenwillen wijzen. Ik had 10 jaar nodig om ‘het orakel van Beek ‘tedoorgronden.

Rinus, ik wil je langs deze weg bedanken voor jouw wijze lessen aldie jaren. Mijn huidige werkzaamheden zouden zonder jou eenandere kleur hebben.‘Exorbitante zelfverrijkers’ blijken zelfs gevoelig voor jouw visie opteamwork. Bij UniVV gaf jij door jouw manier van trainen encoachen als eerste in Nederland invulling aan begrippen als ‘zelf-

52

Page 53: Rinus de Haard

sturende teams’ en ‘resultaatverantwoordelijke eenheden’. Daarworden nu boeken over vol geschreven. Wetenschappers buigenzich nog over de betekenis van de concepten ‘koningskoppels’ en‘met de kont tegen de doornen haag’. Timmer bouwde bij Philipszijn reorganisatieplannen op de kreet ‘we gaan naar de kloten’.Wat sommigen tijdens een spannende wedstrijd met stomheidsloeg, wanneer je gewoon wegliep om op een bijveld naar eenlager elftal te gaan kijken, werd kort nadien door de Amerikanenopgepikt en door managementgoeroe’s voor veel geld in Europaverkocht als het concept ‘Management by walking around’.Ook jouw visie op besturen bleef niet zonder uitwerking. Analoogaan de woorden van Ernst Happel (’Kein geloel’) streefde je naareen organisatie zonder stroperige bureaucratie. Minister Ritzenheeft jouw concept pas eind jaren negentig durven te vertalen inde richtlijnen voor de nieuwe universitaire bestuursstructuur:eenhoofdig leiderschap.Ja, er zal in het leven best meer zijn dan voetbal, maar zouden wede huidige maatschappelijke levensstandaard in Nederland ookhebben bereikt zonder? Naast al je wijze lessen en mentale trainingen, die eigenlijk elkeafstuderende academicus van de K U.N. in het koffertje mee zoumoeten krijgen (bijzonder hoogleraarschap?) wist je ons aan je tebinden door de mens in je: ik zag in je gezicht hoe ontdaan je was,toen ik met een gebroken been in ons kampioensjaar in de thuis-wedstrijd tegen Oosterbeek op het veld lag te wachten op deambulance. En ik vergeet nooit de kracht van die ene zin op jekaartje in de spannende dagen na de geboorte van mijn zoonRobert: ‘Alles zal goed kom’.Ik zal nooit vergeten de momenten na een wedstrijd of training ofergens in de Ardennen op een camping, waarop we met een groepjonge mensen zo gebiologeerd gegroepeerd rondom jouw verha-len en visies zonder de inhoud wel de gemeenschappelijkheiddeelden. Een knappe UniVV-er die dat kan beschrijven. Dat is nietuit te leggen aan anderen. Als je ooit bij UniVV speelde dan heb jesamen aan één woord genoeg: Rinus.

Jan van de Broek

53

Wat een zootje ongeregeld

Page 54: Rinus de Haard

54

Page 55: Rinus de Haard

Poepen

Je bent in mijn herinnering een man van weinig woorden.Feesten dienden altijd ‘ohne Weiber’ te zijn. In een periode dat wehet moeilijk hadden bestond de voorbespreking van de wedstrijdtegen Ostrabeke uit enkel en alleen het statement ‘we staan metde blote reet tegen de doornenstruiken, we kunnen niet verdernaar achteren, dus moeten we naar voren’. Wanneer FransVogelenzangs weer eens een in jouw ogen niet te missen kans hadverprutst dan had ‘ie ’m er met z’n slappe lul in kenne douwen’. Ofwe speelden weer eens als een krant. En we waren het niet waardom met Dick Kiel te voetballen, als we niet al het loopwerk voorzo’n sterspeler voor onze rekening wilden nemen.Je hebt een langere adem als trainer, dan de woorden die jegebruikte. Ik kan me nog herinneren dat ik een paar jaar bijUniVV speelde en we een feest hadden bij jouw 10-jarig (!) jubi-leum als trainer. Bouwman vlagde nog in die wedstrijd.Bouwman, die elke keer nadat ie de tenues in de kleedkamer hadklaargelegd en wij ons na de voorbespreking aan het omkledenwaren, waarderend naar ‘onze mannelijkheid’ kon kijken en danverzuchtte ‘vroeger had ik er ook één waarmee ik een raam konopbeuren, nu kan ik met die van mij alleen nog een raam zemen’.Met een jubileum-wedstrijd waarin de volgens overleveringberoemde Simmetje speelde en Piet Soons, die ooit bij een wed-strijd tegen DVOV na een oproep ‘telefoon voor dokter Soons’zomaar van het veld afliep (of de tegenstander daaruit scoordeweet ik niet). Allemaal anekdotes die na de trainingen werdenverteld en verteld en verteld

Ik dacht toen nog: 10 jaar trainer, hoe bestaat het? En dan nu dertig (30!) jaar en een boek vol met verhalen en anek-dotes. Eén ervan wil ik er nog graag aanhalen omdat die mij na aldie jaren nog steeds voor ogen staat. Waarom? Omdat het dezekeer gaat over dat spaarzame moment dat (ik dacht dat) je MIJ eencompliment(?) maakte als voetballer. We zitten in een van de

55

Er is op mijn training nog nooit iemand de pijp uitgegaan

Page 56: Rinus de Haard

beroemde (beruchte) evaluaties aan het einde van het seizoen.Waarin Willem Koonen weer eens hoorde dat ie niet kan koppen.Ik ben aan de beurt. Wat schetst mijn verbazing ‘ik krijg een com-pliment’. Wie kan dat onbeschrijfelijke geluk in mij navoelen alsRinus, de man van weinig woorden zegt: ‘Sjerrie misschien wel debeste mandekker van UniVV ooit; als zijn tegenstander gaat poe-pen, volgt hij hem tot op het toilet!’

Jerry Fortuin

56

Page 57: Rinus de Haard

Wijvenvoetbal

Je hebt veel voor me betekend en dat doe je nog steeds. Ik zit nuachter de computer, flesje bier bij de hand, terugkijkend op eenperiode van zestien jaar UniVV onder jouw regime.Op de eerste plaats heb ik me bij tijd en wijle kapot geërgerd aanje gedrag. Ik herinner me dat je boven op ‘De Moordenaar’ stond,en met een grijns op je gezicht riep ‘dat de rottigheid eruit moest’terwijl ik stond te kotsen van de inspanning. En dat je ons na hetbehalen van het eerste kampioenschap in de 4 klasse bij RietjeMulder liet zitten omdat je vond dat we bij Sparta slecht haddengespeeld, n.b. een wedstrijd die er voor ons helemaal niet meer toedeed (Dat hadden wij misschien wel verdiend, maar Rietje niet!).En ook wanneer je op het trainingsveld met die rode pionnenonder de arm rondkuierde, en een of ander ingewikkeld circuituitzette. Dan wist ik wel weer hoe laat het was.Vooral in het begin was het wennen. Wat kon jij onredelijk zijntijdens de wedstrijd! Je had een uitgesproken stijl van coachen entrainen. Wanneer het elftal niet draaide, dan probeerde je hetweer op de rails te krijgen met aanwijzigingen als:- ‘Wijvenvoetbal’- ‘Piet de Kut met je ulkengezicht’- ‘Ik heb ‘t al gezien, schei d’r maar mee uut’ (drie minuten na deaftrap) - ‘Jullie moeten niet denken dat je kunt voetballen, want dat kunje namelijk helemaal niet’- ‘Ze moesten je een maand lang droog brood te vreten geven’- ….en ooit over de verdedigende kwaliteiten van Jerry Fortuyn ineen wedstrijd tegen Havo: ‘Ik kan nog beter een paal in de grondslaan’. Dan was dit weer niet goed, dan dat weer niet. Toen ik jebeter leerde kennen kon ik je opmerkingen beter op hun waardeschatten. Jan Cuypers en Willem Koonen hebben ooit eens tegenme gezegd: ‘Zolang Rinus tegen je kankert, dan is het in orde. Pasals hij niks meer tegen je zegt, dan moet je gaan uitkijken.’ En zo ishet maar net. Ik heb wel het idee dat je de laatste jaren milderbent geworden voor de jongens van UniVV 1.

57

Stelletje wijven

Page 58: Rinus de Haard

Fausto Coppi Ik heb ook ongelooflijk om je moeten lachen.Vooral om je prachtige verhalen die me altijd bij zullen blijven.Over je zwager die met een walvis door Europa trok en op FaustoCoppi stuitte. Over je jeugd in de crisistijd en de oorlog. Ik weetdat de oorlogstijd een grote indruk op je heeft gemaakt. Je hebthet er redelijk vaak over. Het moet een moeilijke tijd zijn geweest,en toch vertel je bijna altijd op een luchtige toon en met veelhumor over die periode. En dan is er natuurlijk het alsmaar groei-end aantal UniVV-avonturen, waarvan ik zelf een deel heb meege-maakt. Het is altijd weer een genoegen om, onder het genot vaneen verschaald glas bier in de kantine van het Sportcentrum, her-inneringen op te halen aan de meest maffe en bizarre gebeurte-nissen rond UniVV.Onvergetelijk voor mij zijn onze trainingskampen in de Ardennenen in Groenlo, en met name jouw rol daarin. Ik weet zeker dat hetook voor jou hoogtepunten zijn geweest. Jij, als een patriarch aanhet hoofd van het trainingslager, met tweedegraadsverbrandingenomdat je op het heetst van de dag in slaap was gesukkeld in debrandende zon; iedereen dagelijks verwennend met eieren enspek, en kilo’s karbonaden, braadworsten en kippenbouten van de‘berbekeu’. Aan het eind van de week liep iedereen met een bar-stende koppijn rond, en je wist niet of het van de drank of van hettennisvoetbal kwam. Prachtige weken waren dat (‘Buys, koop ‘seen korte broek voor mijn’, ‘Jongens, vergeet de appelmoes niet’,‘het blanke eikenhouten kastje’, ‘daar groeit nooit geen gras meer’,en ‘wie heeft het gore lef gehad om het kampvuur van Rinus aante steken?’).Ik bewonder je om je scherpe blik, en dan heb ik het even nietover het voetballen. Je bent een slimmerik en een sluwe vos. Jehebt als geen ander door wat er in de wereld te koop is. Dat is vol-gens mij ook een van de redenen dat je altijd het contact met eennieuwe lichting voetballers hebt behouden. Hoeveel generatieszijn er inmiddels niet gepasseerd? Je hebt ook wel eens wat zorgelijke tijden gekend. Je maakte jesoms zorgen over de kinderen, je gezondheid liet je een paar keerin de steek, en ook op je werk was het niet altijd even leuk.

58

Page 59: Rinus de Haard

Toch heb ik je eigenlijk nooit horen klagen, ja, behalve over onsdan. Ik heb begrepen dat Hans Alkemade en Leo Gardien in jouwvoetsporen willen treden. Je moet me beloven dat je dan naarUniVV 3 komt. Wat mij betreft kan dat niet snel genoeg gebeuren.We hebben je meer dan ooit nodig. Tijdens de wedstrijden zie ikJan van Doornmalen vaak met een schichtige blik naar de zijlijnloeren. Hij weet waarschijnlijk zelf niet waarom hij dat doet, maarik weet het wel. Hij is op zoek naar jou. Willem Koonen stelt zich-zelf tegenwoordig altijd op aan de rechterkant van het veld.Willem heeft nog steeds een strakke pass, maar hij kan nooit meervan het resultaat genieten, want hij ziet niet waar de bal naar toegaat. Jan van de Broek schopt de ballen niet meer in de struiken.Sterker nog, hij schopt helemaal niet meer. Sander Gerritsen kookttegenwoordig al van woede als we de toss verliezen. En zo kan iknog wel even doorgaan...We bevinden ons in een desolate toestand. Er is maar één man dieorde op zaken kan stellen. Dat ben jij! Rinus, je bent een prachtkerel. Kom snel naar het derde, en kankerme weer de huid vol!

Loek Buys

59

Niet lullen, maar poetsen

Page 60: Rinus de Haard

De voetbalbroek van Patrick Leyzer

September 1992 begon UniVV weer eens aan zijn spannende com-petitie in de 4e klasse A Zaterdagvoetbal. Dit keer opende we eensniet tegen de PGEM uit, altijd lastig, maar tegen Wodanseck,ergens in de buurt van Oosterbeek.De voorbereiding was goed verlopen, potjes tegen BVC gingen nietverloren met een zware nederlaag, de eerste bekerwedstrijd kwa-men we goed door, zelfs tegen Overasselt; kortom Rinus was mildgestemd en zodoende gingen we met goede moed naar de wed-strijd.We vertrokken zelfs op tijd en in een van de auto’s zaten vier Uni-puppies, niet nader te noemen: Coen, Bert, Koos en uiteraardPatrick; de laatste was het nieuwe lijzige talent in de goal, altijdcool and collected en geen centje pijn. Alles was klaar voor destrijd, totdat de modebewuste ex-keeper van het eerste besloot datzijn opvolger in een passende modieuze outfit de groene zodenmoest betreden. Snel werd er een keuze gemaakt voor een mode-winkel met stijl en betaalbare prijzen: Scapino.De auto werd geparkeerd, de winkel ingegaan, langs de tuinstoelen,barbecues en pergola’s kwamen we aan bij de voetbalbroeken;deze waren er te kust en te keur en gekozen werd voor een licht-paarse broek met achter- en zijzak en een passend koordje voor deprijs van 6 gulden. Een diepte-investering dus waar Patrick noglang van zou kunnen genieten, ook na 53 wasbeurten.Afrekenen en wegwezen was het parool, maar het was zaterdag-middag half twee inmiddels en dan gaat de gemiddeldeNijmegenaar eens lekker uit zijn winkeldak, dus een lange rij vielons ten deel. Helaas nog geen snelkassa bij de Scapino. . . .wachtendus, uiteindelijk 20 minuten later stonden we weer buiten en eenbeetje zorgelijk want de wedstrijd stond om half drie gepland.Veel te laat kwamen we aan bij de sportvelden bij Wodanseck,snel uitstappen dus en in een licht sprintje naar de kleedkamer.Onderweg kwamen we Rinus al tegen met een dreigende en ver-nietigende blik die geen nadere toelichting nodig had.

60

Page 61: Rinus de Haard

Een absoluut dieptepunt derhalve voor ons om hem te passeren,echter een nog groter dieptepunt was dat we vervolgens uitkwa-men bij de kleedkamers van de plaatselijke tennisvereniging(Rinus wist dat godnondeju maar liet ons nog eens extra lijden ofhij was zo van de wereld dat hij niets meer kon uitbrengen) enzodoende kwamen we Rinus nog een keer tegen op een liefdevollemanier.In de voetbalkleren inmiddels deden we een korte warming-up,gingen vervolgens de kleedkamer weer in om de verfijnde opbou-wende kritiek van Rinus over ons onbezonnen gedrag nog eens tevernemen Oh ja, de wedstrijd wonnen we achteloos met 0-4, de broek stondPatrick prachtig en Rinus ontdooide pas ‘s avonds na zijn zesdesherry.Rinus, dank je wel voor al die mooie momenten.

Bert Delleman

61

Net alsof je in bed naast een schitterend wief ligt

Page 62: Rinus de Haard

Een half jaar na de reünie verzilvert Rinus zijn cadeau: een weekend naarLondon. Om de stad te zien, natuurlijk, maar vooral toch om een paarwedstrijden te bekijken. Op Craven Cottage bij Fulham, en Selhurst Parkbij Wimbledon.Wedstrijden met een hoog gehalte aan zinloze kopballen, veel langenegers in de middencirkel en de nodige pints of lager achteraf.Vermoeiend en stormachtig weekend. Op de terugreis wordt de nacht-vlucht met de Hovercraft verzet via Calais en bovendien vertraagd.Uitgeput bereikt het gezelschap in de vroege ochtend de heerlijkheidBeek om Rinus af te zetten. Zonder iemand een blik waardig te keurenstapt de veldheer uit, loopt het tuinpad op en mompelt de onsterfelijkewoorden: ‘Ah, het aards paradijs.’

Han Geurts

62

Page 63: Rinus de Haard

De Trip

Page 64: Rinus de Haard

64

Page 65: Rinus de Haard

65

Page 66: Rinus de Haard

66

Page 67: Rinus de Haard

67

Page 68: Rinus de Haard

68

Page 69: Rinus de Haard

69

Page 70: Rinus de Haard
Page 71: Rinus de Haard

Het Slot

Page 72: Rinus de Haard

72

Page 73: Rinus de Haard

Rinus Monumentaal

Rinus als vader van een grote familie, de ‘pater familias’ vanUniVV. Want zo mag je UniVV toch wel beschouwen, als één grotefamilie, met grote verschillen onderling maar met wellicht meergemeen dan wij denken. En ja inderdaad in elke familie komt weleen achterlijk neefje voor, kijk maar om je heen. Een familie zon-der vrouwen, of zoals Rinus steevast zei bij elk te vieren feest,‘ohne Weiber’.Rinus als vader, je zou haast vergeten dat hij naast zijn voetbal,zijn werk en zijn honden ook nog een prachtig gezin had. En nogaltijd heeft. Tijd is een relatief begrip zullen we maar zeggen. Voorvelen van UniVV- was hij een soort tweede vader. Voor mij per-soonlijk gold dat zeker. Tja, je familie en zeker je vader kun je zelfniet kiezen… Dus daar zat ik dan met Rinus. Enfin gedeelde smartis halve smart en gedeelde vreugd is dubbele vreugd, zullen wemaar zeggen.Wat moet je nu over Rinus zeggen? Er zijn genoeg anekdotes. Enwat te denken van zijn uitspraken: ‘een ekkeletante overwinning’en ‘jullie hebben de knoohouw’ en ‘schei er alsjeblieft mee uitmijne heren, ga wat anders doen, want voetballen, jullie kunnener helemaal niets van…’ en het jaarlijkse ‘barbekoeien’ en het ver-haal over ‘de tocht met de walvis dwars door Europa’ en ‘Jan-Heinjij bent AA-garnituur’, en ‘Bert wat jij goed kan, is dat je lang bent’.Zo waren er nog veel meer gevleugelde woorden.

Boxer Wat mij het meest opgevallen is aan Rinus de afgelopen 25jaar (ik kwam eigenlijk 10 jaar te laat naar UniVV), is dat hij zoverschrikkelijk veel op zijn honden lijkt. En dan bedoel ik zijnboxers van vroeger. En heb het dan niet alleen over zijn Ausdauer(waarom ben je bij Rinus toch steeds geneigd een Duits jargon tegebruiken?) zijn non-verbale communicatie met zijn expressievekop, of zijn aanhankelijke houding (leugentje voor bestwil), nee ikbedoel zijn kort geknipte, windkracht-10-bestendige kapsel, enzijn geblokte bouw, de laatste jaren wat meer afgerond rond de

73

Das letste Aufgebot

Page 74: Rinus de Haard

navel. Het gaat bij Rinus de Boxer ook over zijn blaffen. Nee niethet korte honden-achtige hoesten, nee ik citeer de ‘dikke van Dale’blaffen als ‘snauwen, bits spreken’. Een grauw en een snauw als iewel eens uit zijn hum was.Dan is er nog een opmerkelijke overeenkomst. Het is bekend dathonden over een goed reukorgaan beschikken. Rinus dus ook. Hijrook dingen die wij absoluut niet waarnamen. Zo herinner ik meeen van onze vroegere kampeertrips waarbij Loek Buijs zijn stin-kende best had gedaan op een grote macaronischotel met vis. Enwat waren de woorden van Rinus toen hij de deksel van de panlichtte? Hij kneep zijn ogen dicht alsof hij veel pijn had en wenddezijn gezicht af: ‘Mijn God, wat een lucht…’.Hij rook meer dan wij, maar zijn ogen waren nog veel beter! Alsons voetbal weer eens niet om aan te zien was, dan ging hij rustignaar een ander veld, bij het tweede of derde kijken. Kwam ie terugnadat we onverwacht toch nog hadden gewonnen, en dan zei dierustig terwijl hij een arm om me heensloeg, twee mooie doelpun-ten Hans. Waarop Koos dan zei: ‘Rinus, dat kun je helemaal nietgezien hebben, je stond op veld 3.’Later toen ik nogal eens op de bank naast hem zat, viel het me opdat Rinus met zijn ogen soms een compleet andere wedstrijd zatte kijken dan wij, dan moest je hem corrigeren: ’Rinus we staanwel met 3-0 voor hè, er gaan ook sommige dingen goed toch?’ Zijnogen waren zelfs zo goed, dat hij ermee in de toekomst kon kijkengezien zijn woorden: ‘Jongens, al voetballen jullie tot Kerstmis,dan nog zul je geen doelpunt maken…’Tenslotte; hebben jullie wel eens gezien hoe boxers zich met deachterpoten achter de oren krabben? Nou dat kan Rinus natuurlijkniet, maar zijn imitatie is niet slecht: met de hele hand tegen deachterkant van het rechter oor slaan!

Rinus, wat moet je er nog meer over zeggen? Rinus, met de R vanReusachtig, een man met de M van Monument, rock-solid of hartwie Krupp Stahl staand voor UniVV, zijn UniVV. En nu wordt Rinusweer Willie of Wieleke, al zal hij voor ons altijd Rinus blijven. Mijntweede vader gaf het stokje door aan Leo Gardien, over familie

74

Page 75: Rinus de Haard

gesproken. Had ik al gezegd dat Leo wel beschouwd wordt alsmijn vierde broer? Maar daarover later meer, ik denk zo over eenjaar of 25…Lieve mensen, ik heb daarstraks al gezegd dat je je familie nietkunt uitkiezen, maar stel nou eens dat het wel zou kunnen: Rinus,dan zou ik (en ik denk dat ik namens velen hier spreek) zo voorjou kiezen.Bedankt Rinus voor al die jaren.

Hans Alkemade

75

Hanne, je bent stent-bee

Page 76: Rinus de Haard

‘Snappen we het goed?’

Ik zal eerlijk zijn. En recht voor zijn raap. Dat was degene waar hetom gaat in dit stukje ook. Ik vond Rinus maar niks en ik heb dathéél lang gevonden. Eigenlijk is het pas na mijn, door een hard-nekkige blessure gedwongen, vroegtijdige pensionering als actiefvoetballer, toen ik door niet meer te hoeven trainen tijd overhieldom mijn gedachten over Rinus en zijn coaching te ordenen, datmijn oordeel radicaal is omgeslagen.Ik weet nog hoe wij van het vijfde, toch al weer gauw 30 jaar gele-den, mochten meetrainen met de selectie van UniVV. Voor iedereambitieuze voetballer is dit een buitenkansje om zich in de kijkeren wie weet in het eerste te spelen, maar al gauw bleek deze hoopijdel, op niets gebaseerd. Rinus deelde als een veldheer de lakensen de hesjes uit en gaf ons, mindere goden, een bal. Gedecideerdverwees hij ons dan naar een achteraf stukje van het trainings-veld om daar ‘te gaon speule’. Nu is een partijtje voor elke rechtge-aarde voetballer het summum van geluk, maar het hoort pas aanhet eind van de training te komen, als een beloning na zwarearbeid. Hoe kun je anders (dan door training) beter worden? Eenovertuigend antwoord op deze vraag heb ik nooit gekregen, wantterwijl wij van het vijfde bezig waren met wat op voetbal leek, zagik dat hij wat dus de betere voetballers zouden moeten zijn aanhet handballen had gezet… Met de handen op de rug inspecteerdede generaal zijn troepen. Ik snapte niets van zijn methode.‘Brandhout’ is een kwalificatie die me uit die tijd te binnen schiet,een allesbehalve subtiele woordspeling op zijn achternaam, deHaard.Ons meetrainen duurde niet lang. Nog vóór het seizoen halverwegewas, hadden we bonje en er de balen van, kortom, einde verhaal.Zo leek het. Want zeg nooit nooit in de voetballerij.Bijna een kwart eeuw verstreek en we werden door Rinus weer ingenade aangenomen. We waren inmiddels, buiten onze schuldoverigens, opgeklommen tot het derde. Misschien dat dat er meete maken had. Verder was er niets veranderd. Voetballers worden

76

Page 77: Rinus de Haard

niet ouder zolang ze achter een bal kunnen aanhollen en ook aanRinus bleek nauwelijks iets gewijzigd. Misschien dat zijn markantekop nòg markanter was geworden, maar hij had al zijn haar nogen zijn handen nog vooral in de zakken. Ja, het opvallendste wasnog wel dat we hem nu voor ons alleen hadden. Eerst op het veldaan de D’Almarasweg en later waren we terug waar we ooitbegonnen: op het Sportcentrum waar we ons op kunstgras kon-den uitleven. Langs de lange kant van het speelveld was een dug-out, een soort van bushokje. Het zou een favoriete hangplek vanonze trainer worden.Ik heb al opgemerkt dat ik de afgelopen tijd ruimschoots te gele-genheid heb gehad om in de nabijheid van mijn gedachten tebivakkeren en ik kan u zeggen dat de overpeinzingen over dekwaliteiten van deze intrigerende en niet weg te denken coach enmens tot een wezenlijk ander oordeel hebben geleid. In gewoonNederlands: ik ben anders over hem gaan denken.De hoofdconclusie die ik heb getrokken, is niet de minste: Rinusverstond als geen ander de kunst om je in je waarde te laten.Wanneer hij een oefening had uitgelegd, steevast eindigend metde gevleugelde woorden ‘Snappen we het goed?’ en hij de uitvoe-ring een minuut of tien had aangekeken, dan draaide hij er geendoekjes omheen en zei ons waar we bij stonden dat we er weer‘geen ene moer van terecht hadden gebracht’. Met andere woor-den, mochten wij ons verbeelden dat we enig talent in huis hadden,dan werd ons onherroepelijk duidelijk gemaakt wat we diep vanbinnen natuurlijk maar al te goed wisten, namelijk dat we er niksvan konden en dat het ook niks zou worden, ook al bleven we totons pensioen voetballen, hetgeen de meesten van ons overigensook stiekem van plan waren.Een ander zéér sterk punt van onze onvolprezen trainer is zijn vol-komen vanzelfsprekende autoriteit. Ik zal het uitleggen. De uit-drukking ‘het kan me geen bal schelen’ (wat je van me denkt ofvindt) liet hij op meesterlijke wijze zien. Nu ik erover nadenk,vraag ik me af of Rinus tijdens de training überhaupt ooit een balheeft aangeraakt. Of hij nou in de dug-out zat tijdens het partijtje,of als de avondzon zo uitnodigend was dat hij zich in een stoel

77

Heerlijk...Haiburrie

Page 78: Rinus de Haard

aan de rand van het veld had laten zakken, nooit heb ik hem eenschoppende of trappende beweging zien maken, ook al kwam debal op nog geen 10 cm voorbij rollen. En lag de bal na een misluktevoorzet in de dug-out náást Rinus, dan nog moest jij hem persoon-lijk gaan halen, de bal, en terwijl je je bukte om het speeltuig weerin het spel te brengen, voegde hij je toe zonder ook maar éénogenblik in jouw richting te kijken: ‘Je kunt er weer geen klotevan, Herman!’ Na deze vaderlijk toegesproken woorden nam je jeheilig voor om nog beter je best te doen voor het oog van de trai-ner. Een duidelijker bewijs van autoriteit gepaard aan mensen-kennis heb ik in mijn lange voetballoopbaan niet meegemaakt.Degene die het dichtst in de buurt komt, is misschien nog Louisvan Gaal, maar ook hij kan niet tippen aan de onverstoorbaarheidwaarmee Rinus zijn coaching in praktijk bracht.

Komen we dan, tot slot, na Rinus de trainer-coach, uit bij degenedie mij het meest aan het hart gaat: Rinus de mens. Hij mag danals een veldheer annex brombeer in de overlevering voortleven,als mens heeft hij recht op onze grootste waardering. Ook al leekhet van niet, Rinus was wel degelijk begaan met zijn jongens. Eenwarm hart vroeg naar je blessures en als je vóór de training evennaast hem kwam zitten en hem vroeg hoe het ermee ging, danhad je soms geluk en volgde een ontboezeming over het eigen welen wee of dat van mensen in zijn naaste omgeving. Toen ik vorigjaar afscheid nam, zat hij zelf in de lappenmand en kon hij tot zijngrote spijt niet aanwezig zijn op het door mijn ploeggenoten voormij georganiseerd samenzijn ’s avonds. Die middag belde hij mijop, het zal tegen twaalven hebben gelopen. ‘Met Rinus’. Ik wassprakeloos. Een heel verhaal over kommer en kwel volgde, maarhet kwam er op neer dat hij er graag bij had willen zijn. En dat hijmij miste. Ik had een brok in de keel. Ik heb toen niet gezegd datik hem ook zou missen. Dat doe ik nu wel. Bijzondere mensen opje pad tegenkomen is belangrijk, belangrijker dan je aanvankelijkdenkt. Dat snap ik nu heel goed.

René Dellemann

78

Page 79: Rinus de Haard

‘Ik heb niet zo’n zin’ of Fausto Coppi

Boem-boem, boem-boem, boem-boem … Rinus vertelt met dieprespect over een storingsmonteur. Het is een gewone donderdag-avond ongeveer halftien ’s avonds. Met een klein groepje zettenwe na de training Rinus in zijn rol van verteller. Of, dat doet ie zelfnatuurlijk, die rol pakken. Als oud medewerker van de technischedienst van het Radboud is de trainer geïnteresseerd in techniek.Gefascineerd. Op het woord verwarmingsketel gaat de trainer alszijn eigen Boxer rechtop zitten en spitst zijn oren. ‘Wellek?’

Dit verhaal gaat over een storingmonteur voor liften. Over allerlei‘sinterklazen’ die het niet kunnen. En dan die ene -niemand konde storing oplossen; de lift staat al een halve dag stil- die er maareven naar hoefde te kijken. Nog geen schroevendraaier uitgepakt.‘Ik zie het al.’ Rinus’ ogen glinsteren van plezier. Wat een vakman!De monteur ging verhuizen naar Twente en moest eindeloze rei-zen maken. Een vrouw achterna? Een betere baan? Over eindelozewegen van betonplaten. Boem-boem, boem-boem, boem-boem …Hij kon er niet aarden en raakte in de put. De platen kwamen ophem af. Rinus weet hoe kan lopen in het leven.

Vele donderdagen ging de meesterverteller door. Waar je goed inbent, vind je ook leuk. Als er niet goed geluisterd werd, probeerdeRinus de aandacht naar zich toe te trekken. ‘He Joost, dat derderemlicht… is dat nu verplicht?’ Vanaf de andere kant van de groep.Graag als één groep praten is de boodschap. Teambuilding? Ofzoeken naar een breder publiek? Vaak werd Cornelia erbij betrok-ken. Als verpersoonlijking van de gemiddelde echtgenoot. Basilhad in Fawlty Towers zijn vrouw Sybil. ‘What are you doing Basil?I’m kissing you dear. Well don’t!’ Rinus had Cornelia.

Denk maar aan die keer dat de trainer weer veel moeite moestdoen om een elftal bij elkaar te bellen en halverwege de weekpruttelde: ‘Ik heb Cornelia al gezegd dat we zaterdag de stad in

79

Het enige waar je goed in bent, is dat je lang bent

Page 80: Rinus de Haard

kunnen.’ Rinus moest thuis natuurlijk ook nog wel eens wat repa-reren. Mannen weten hoe vaak we voor allerlei klusjes gevraagdworden. Vrouwen hebben in hun onnozelheid geen idee hoeveeltijd het kost. ‘Je hebt de hamer nog niet uit de gereedschapkistgehaald of ze vragen al wanneer het klaar is’.Zwaaien met de armen of vuurspuwende ogen. De echte vertelleris ook acteur. Het O&W-toernooi nadert. Ook daarvoor lukt het delaatste jaren (in die tijd) niet meer om voldoende mensen bijelkaar te krijgen. Op een van de laatste zomerse trainingen komteen vriend van de club meetrainen. Hij voetbalt eigenlijk als goed-betaalde amateur bij een van die ‘betere’ clubs in Groesbeek.Hoewel het een beetje een alternatieve jongen is, nog meer dan degemiddelde UniVV-er, zet Rinus zich over zijn schroom heen. OokRinus is eigenlijk een lieve jongen en vraagt hem. De uitstekendevoetballer zegt toe en Rinus’ hart juicht. Maar gedurende de trai-ning komt de goede voetballer er achter dat geen van zijn UniVVbekenden mee gaat naar O&W. Dus aan het eind van de trainingdrentelt hij naar Rinus en bekent toch maar niet ‘zo’n zin’ te heb-ben.Later volgt de explosie. Geheel op zijn De Haard’s. Hoe kan het noudat iemand met zulke geweldige voetbalkwaliteiten ‘geen zinheeft’? En die kop die Rinus erbij trekt. ‘Geen zin’. En dan komt devergelijking. ‘Net alsof je in bed ligt met een schitterend wief.’ EnRinus laat met armgebaren zien hoe die vrouw dan naast hemligt. ‘Met zo’n tokus’. Weer dat handgebaar om de toestand tebenadrukken. ‘En dan zeg je … ik heb niet zo’n zin’. Een grimas vaneen verwend kind en daarna weer de kop op onweer.

Nu dan Fausto Coppi. De legendarische wielrenner, verafgooddoor zijn Italiaanse fans. Hij had de bijnaam 'Il Campionissimo',kampioen der kampioenen. In 1949 en 1952 won hij zowel deRonde van Frankrijk als de Ronde van Italië. Rinus kende iemanddie bij een circus werkte. Wie dat precies was, is onduidelijk maardat kenmerkt de mythe. Onderdeel van het geheel was een walvis,levensecht zo groot. Het hele circus reisde van dorp naar dorp. Metdie walvis ergens in de karavaan.

80

Page 81: Rinus de Haard

Al het verkeer dat ze tegenkwamen moest aan de kant. Vanwegedie enorme walvis op de aanhanger. Wat een gigantisch beest! Toteen keer in de uitlopers van de Alpen in Noord-Italië. Toen moestnota bene de walvis zelf aan de kant. Wat krijgen we nou? Watwas er aan de hand? Jawel hoor. Fausto Coppi kwam er aan.Carabinieri op de motor voorop. Volgwagens er achteraan. Maakplaats! Opzij! De volksheld was aan een trainingsronde bezig.

Koos Meijer

81

Ik kan net zo goed een paal in de grond slaan

Page 82: Rinus de Haard

82

Page 83: Rinus de Haard

‘Ik mis Rinus…’

Augustus 2006, een zonnige trainingsdag in Groesbeek. Zweetdruppelt van mijn voorhoofd. Ik voel mijn benen niet meer enmijn hoofd des te meer. Bonke-bonke-bonke-bonke. Het ritme vaneen goede technoplaat. Om me heen staan in een halve cirkel 22afgetrainde jongens met hun gezicht richting een man met krul-len. Een man die nu al zeker tien minuten alleen aan het woord is.Ik dwaal af en stel mezelf de vraag wat hij in die al 600 secondendurende monoloog nu eigenlijk gezegd heeft. Ik kijk om me heen.Hoofden hangen, ogen kijken verveeld vooruit, handen hangenloom langs lichamen. Er wordt gewacht op het verlossende woorddat er gedoucht mag worden. Nadat voor de negende keer eennieuwe alinea wordt gestart met het slotwoord ‘tenslotte’, zucht ikzachtjes en denk ik even terug aan mijn afgelopen jaren bijUniVV, de jaren onder Rinus.

Lekker op de fiets naar de training. Ik ben veel te vroeg; het is 19.10uur en de training begint pas over 20 minuten. Vanaf deHeijendaalseweg zie ik echter al een brede, grijze man in trainings-broek met een net ballen op zijn rug over het veld zeulen. Ik fietsdoor en zie hoe de trainer plaatsneemt in zijn domein: de UniVVdug-out. Hij zit muisstil en kijkt voor zich uit. Een kwartier laterkom ik als eerste het veld op lopen. Rinus zit nog altijd bewegings-loos in zijn hok en geeft me een knuist. Alhoewel hij weet dat gedu-rende het seizoen elke training standaard een paar seconden laterdan de vorige training wordt begonnen, vertikt hij het om hier ietsvan te zeggen of zijn eigen aankomsttijd aan te passen. Rinus zit,alsof hij er altijd heeft gezeten, elke training minimaal een kwartiervoor het officiële begintijdstip van de training op zijn plek. Zonderte klagen, hooguit te brommen.

Na vier jaar trouwe UniVV-dienst heb ik afgelopen zomer de ama-teurclub onder de amateurclubs verruild voor de profclub onderde amateurclubs: De Treffers. Naast grote verschillen, zijn er

83

Rij de hele zaak maar naar de sturt

Page 84: Rinus de Haard

natuurlijk ook wat gelijkenissen tussen beide clubs. Zo spelen zeook in Groesbeek met tien voetballers en een keeper, is ook daareen doelpunt pas een doelpunt wanneer de bal in zijn geheel overde doellijn is, en wint ook daar het team dat de meeste doelpun-ten heeft gescoord. Daar houdt het echter wel zo’n beetje mee op.We zitten midden in de voorbereiding wanneer mijn nieuwe trai-ner nog altijd geen woord met me gewisseld heeft. Oké, hij houdt,staand voor de hele groep, regelmatig onbegrijpelijke monologenwaar geen einde aan lijkt te komen, maar dat is dan ook zijn enigevorm van communicatie. Hij heeft geen idee wat zijn team wil enkan. Dat is ook niet belangrijk, zo denkt hij, want zijn wil is wet.Nee, dan Rinus! Die in elk team wel een paar secondanten hadmet wie hij zijn opstelling kon bespreken. Donderdagavond, na delaatste training, hangend aan de bar de wedstrijd van komendezaterdag doorsprekend. Wie zijn er niet en wie eigenlijk wel? Zijner nog schorsingen? Is Barry fit? Tegen wie moeten we eigenlijk?Er wordt een bierviltje bij gepakt en na enig puzzelen is de opstel-ling een feit. Het lijkt erop dat de Rinus-manier van werken tochwat beter werkt dan die van de man met krullen. Waar Rinusvandaag afscheid neemt na bijna 40 jaar dienst, werd zijn collegain Groesbeek eind november na amper vier maanden ‘in goedoverleg’ de deur gewezen.

Een paar jaar eerder. Mijn eerste stappen op het oude UniVV-voet-balveld. ‘Wat kom jij doen?’, bromt de brede, grijze man mijn richtingin. Enigszins geschrokken stamel ik dat ik graag mee zou willentrainen. Ik kijk de beste man aan, en interpreteer zijn antwoord(‘Oh..’) als een welkomstgroet bij UniVV. Ik lach. Als ik dit kan over-leven, kan ik alles aan. Naarmate het seizoen vordert krijg ik eensteeds beter beeld van de trainer. Er heerst een totale stilte wanneerhij voorafgaand aan de wedstrijd uitlegt hoe er gespeeld dient teworden. Dat hij zijn verhaaltje afsluit met de woorden ‘Maar er zalwel weer geen zak van terechtkomen’ bevreemdt mij aan het beginvan het seizoen nog, maar snap ik aan het eind van het seizoen deste beter. Rinus is een autoriteit. Iedereen kent hem en hij kent ieder-een. Rinus is Rinus.

84

Page 85: Rinus de Haard

‘Het laatste potje gaat om een rood vakje!’, buldert de man metkrullen. Ik ben terug bij mijn zevenjarige ik: net als op de basis-school, waar je een sticker op je schrift kreeg wanneer je goed hadgewerkt, word ik twintig jaar later beloond met een rood vakje…Waar is het misgegaan? In ieder geval niet bij UniVV, waar ik delaatste jaren door de week bijna alleen nog maar partijtjes om deeer speelde. ‘Anders kommen ze niet’, aldus Rinus.Dat dit ook te maken kan hebben met de gesteldheid van hetweer, een verjaardag van een verre vriend of het feit dat zijn man-nen ‘geen zin’ hebben deert hem niet. Hij is er altijd. Toen we hemop het sportpark aan de d’Almarasweg op een vrieskoude avondkwijt waren, bleek hij lekker in zijn warme auto te zitten, kijkendnaar het gepriegel op het harde veld. Rinus is een liefhebber, diebij UniVV op zijn plek is.

‘Tenslotte mogen jullie gaan douchen’, hoor ik in de verte. Ik grin-nik… De jongen die naast me staat kijkt me vragend aan. ‘Ik misRinus…’, hoor ik mezelf zeggen.

Joris van Meel

85

Het feest is ohne Weiber

Page 86: Rinus de Haard

Lofdicht op RinusNaar ‘Jazz’ van J.A. Deelder

Bewerkt door Joris van Meel

Hij zit.Hij gromt.Hij praat:‘Verdomd!’

Hij sart.Hij preekt.Hij lacht.En smeekt.

Hij bromt.Hij tiert.Vervloekt.En viert.

Commandeert.Regeert.Dirigeert.En sneert.

Blijft zitten.Nooit staan.Emotieloos?Ontdaan?

Ontspant.Geniet.Verkrampt.Verdriet.

86

Hij speecht.Hij scheldt.Verliest:Geweld!

Hij kijkt.Hij wint.Tevreden:Hij spint.

Gelijk.Een punt.Te weinig.Geen stunt.

Daarna.Bij Jos.Een bal.Met port.

Hij grapt.Vertelt.Eet door.En morst.

Dan snel.Naar huis.Naar Ria.Zijn thuis.

Soms zacht.Soms hard.Altijd rood.Met zwart.

Uniek.Maar één.Erelid?Meteen!

Hij is.Hij was.Hij blijft.Beklijft.

Page 87: Rinus de Haard

Het IJs van De Goede Vader

De deur van het huis was standaard; glazen platen met wit gaaserachter. Op de oprit liepen we langs een opgerolde tuinslang.Voor de ramen hingen gordijnen die net voldoende blindeerden.Het was een licht zonnige dag.Met het opengaan keken twee verbaasde ogen mij priemend aan.De man kon als geen ander sceptisch kijken, maar dan met zijnlichaam. De voeten tuimelden even, de armen bleven dichtaange-sloten aan het lijf, de stem was nauwelijks hoorbaar.Terwijl het dezelfde stem was die al twee jaar over het groen naarmij galmde. De stem met een mengeling van trots, boosheid enontzetting. De stem die afgronden opriep. De stem van de voor-bespreking in het saaie gebouw met de jaren zestig grindtegels.De stem van de kwinkslagen na de wedstrijd.Ik kwam naar het huis met bezoek samen met een vriend vooreen kort eerbetoon aan zijn verjaardag. Er was een bevriend stelaanwezig, een oude voetbalvriend en zijn vrouw. Twee schichtige,in het pak gehesen dorpsgenoten.We kregen verhalen te horen over het voetbalverleden. De ach-terlijn leek eindeloos ver weg. Verhalen over de vriend's eersteontmoeting met zijn vrouw en de functie van de Spar en steegjeshierbij. Ik ken ze zelf, dit soort steegjes, heb er nog in geknikkerden achter meisjes aangerend, dus knikte instemmend.Geregeld werd de trainervader voor klusjes gestuurd door zijnlieve vrouw. Er werd geleidelijk een scheiding van domeinen enautoriteit aan mij duidelijk tijdens dit bezoek. De trainervader washier geen meester.De meeste aandacht van de trainervader ging uit naar zijn boxer.Inderdaad een leuk beest en uiteindelijk minder kort van stoftegen mij dan zijn baasje dat was.

Ik wil niet hoogmoedig lijken, maar de trainervader leek hetmoeilijk te hebben met mijn aanwezigheid.De woorden van zijn vrouw overstemden hem soms. De hond

87

Jullie gaan rücksichtsloos naar de klote

Page 88: Rinus de Haard

moest steeds vermaand worden. En de vriend praatte met zijnhand op een luchtpijpje, de stille en hese getuige van een levenlang roken.Inbreuk op intimiteit dus, dacht ik. Dit naast het feit, dat ik mijnbelofte al meer dan een jaar niet inloste. (Nog regelmatig werd ik,afkomstig van De Treffers, naar de bank geroepen; ik wilde maarniet begrijpen hoe het spel gespeeld diende te worden.)

Uiteindelijk duurde het nog jaren, voordat Het IJs ontdooid was.En dit niet zozeer vanwege mijn voetbalcapaciteiten, als wel dankzijmijn soms onkiese levensstijl (die zijn respect opriep).Zodat ik later met plezier terugdacht aan de geronnen eer van deHeilige Voetbalvader die ik toen aan mocht treffen bij hem thuis.

Ewout van Mourik

88

Page 89: Rinus de Haard

Een welbestede avond

Gastheer: ‘Koffie, Rinus?’Rinus: ‘Ja.’Gastheer: ‘Melk erin?’Rinus: ‘Grrrrr.’Gastheer: ‘Suiker?’Rinus: ‘Flikker toch op man, dat weet je toch?’

Hoewel voor een leek niet zichtbaar is Rinus vandaag in opper-beste stemming. Taal en lichaam liggen in balans. Hij zit onder-uitgezakt voor de televisie in afwachting van een wedstrijd vanhet Nederlands elftal. Rinus samen met enkele UniVV-intimi, bijelkaar goed voor 180 jaar UniVV-ervaring. Al jaren kijken ze nu endan naar een wedstrijd. De gemoedelijke sfeer verandert op slagals Rinus in de gaten krijgt dat Richard Witschge en ClarenceSeedorf in de basis staan. Hij schiet uit zijn slof. Door die zak vanWitschge en die zwarte dreigt zijn hele avond naar de filistijnen tegaan. Rinus begint te foeteren tegen de rest van het gezelschapalsof zij de opstelling hebben gemaakt, giet zijn koffie in één keernaar binnen en propt er een mergpijpje achteraan. Dat lijkt te hel-pen. Tot de scheidsrechter in beeld komt. Vol afgrijzen zit hij naarhet beeldscherm te staren. O jee, dat gaat niet meer goed komenvanavond. Hoe kan een mens zoveel onheil over zich heen krijgenop een doordeweekse voetbalavond? Tegen Gods hand valt niet tevingeren, maar zijn eigen wijsheid is nu niet aan Rinus besteed.

De wedstrijd is twee minuten bezig en Rinus heeft zijn analyseklaar: ‘Ik heb het al gezien. Ze gaan restlos naar de klote, zet hemmaar op de Duitser’. Het gezelschap is ervaren en reageert wijse-lijk niet. In deze omstandigheden werkt zelfs een milde tegenwer-ping als een rode lap.

Er ontvouwt zich een discussie. Een van de meest gewaardeerdeleden van het gezelschap roept om een rode kaart. De toonhoogte

89

Die kan niet lopen, die het gin reet

Page 90: Rinus de Haard

is hoog en scherp, de verontwaardiging groot. Voor Rinus voldoen-de aanleiding om het tegendeel te beweren. Hij vindt dat zijnopponent stom zit te lullen. Zelfs vier herhalingen uit verschillen-de camerastandpunten brengen hen niet tot elkaar.

Ulrich van Gobbel begint te glimmen van het zweet. Iemand roeptdat hij op bedrijfstemperatuur is. Rinus moet lachen en beginttegen zijn oor te slaan, zoals een hond zich krabt.

Ruststand: 0-0.

Gastheer: ‘Wijntje, Rinus? ‘Rinus: ‘Nee, ik mot niks hebben, ik ga kapot.’Gastheer: ‘Rood of wit?’Rinus: ‘Rood.’Halverwege de tweede helft ziet het gezelschap haar vreesbewaarheid. De directe tegenstander van Seedorf scoort nadatWitschge de bal verspeeld heeft. Clarence is in geen velden ofwegen te bekennen. Rinus doet een volle greep in de schaal metpinda´s, gooit ze in zijn gezicht en begint te kauwen.

Witschge wordt gewisseld voor een extra aanvaller. Dat hadnatuurlijk al in de eerste minuut moeten gebeuren. Rinus ver-wacht Peter van Vossen, een man naar zijn hart, maar het wordtGaston Taument. Hij laat zich terugvallen in zijn stoel en zietwater branden. Witschge vervangen door een wijf! Het gezelschapzet zich schrap. Als blikken konden doden zat Rinus nu alleen tele-visie te kijken. Er volgt een tirade over zwartjoekels met langezakken en grote pielemannen die ze een jaar lang niks te vretenmoesten geven. De gastheer kijkt voor de zekerheid of de ramendicht zijn.

Doelpunten vallen er niet meer, en na afloop volgen de inter-views. Daar heeft Rinus helemaal geen trek in. Hij wil dat de tele-visie op Duitsland wordt gezet, want de moffen zijn nog bezig. Degastheer schakelt over en het gezelschap ziet de laatste tien minu-

90

Page 91: Rinus de Haard

ten van de ‘Mannschaft’. Ook zij redden het niet. Verdwenen zijnde Witschges, Tauments en Seedorfen. De hele avond is voor Rinusin één klap goedgemaakt.

Rinus gaat naar huis en bedankt de gastheer hartelijk. Zijn dank-baarheid is welgemeend. Een avond lang tussen vrienden in eenambiance van totale onredelijkheid, zonder dat er brokken vankomen. Wat geeft meer voldoening?

Rinus stapt het donker in. Hij is vanavond weer een paar jaartjesjonger geworden. Onder de stoel waar hij heeft gezeten ligt hetbezaaid met nootjes. De gastheer stopt ze vertederd terug in dezak voor een volgende keer. Het was een welbestede avond.

Loek Buijs

91

Jullie voetballen weer als Piet de Kut

Page 92: Rinus de Haard

Walvis in Opheusden

Daar stonden we dan, zaterdagmiddag 2 juni 2007, rond de klokvan tweeën. Veertig, vijftig mannen, van net afgestudeerd totbijna gepensioneerd. Onze gemeenschappelijkheid stapte evenlater uit een hippiebusje. Viel het iemand op hoe zorgzaam er voorRinus een afstapje werd neergezet? De jongens van het eerste kennen de Rinus van 2007 het beste en weten dat zo’n hulpmiddelinmiddels niet overbodig is. Moeizaam wandelde hij even latermet zijn Cornelia over de catwalk.Wat hebben we geouwehoerd deze middag. Oude bekenden teruggezien, vergeten verhalen opgerakeld. Een speech aangehoord meteen geweldig Toon Hermans-gehalte, dit boekje bekeken, cadeausgegeven, een potje gevoetbald. Zo nu en dan keek ik naar de dugout, maar geen Rinus. Hij velde vanaf het bordes zijn vernieti-gende oordeel, ver boven ons, alsof hij een voorschot nam op zijnverblijf in de eeuwige voetbalhemel. We hebben die middaggeproost op Rinus. En nog een keer geproost. En nog eens.

‘Wielie, d’r is telefoon voor je’, schalde dik twintig jaar eerderCornelia’s stem door de huiskamer in Beek. Even was er verwar-ring aan de andere kant van de lijn, Rinus, Wielie, was dat dezelf-de persoon? Pas toen het ‘De Heurd’ door de telefoon klonk, was erzekerheid. En ik mocht komen trainen bij UniVV.Ik was er thuis. Mijn studie werd afgerond, ik ging samenwonen,de verkering ging uit, een nieuw meisje kwam, een andere baan.Altijd was daar UniVV, Rinus. De spieren werden strammer, hetderde lonkte, veteranentijd. Ik werd zowaar vader, en nog eenkeer. Mijn eigen vader ging dood. En nog altijd was er UniVV,Rinus, zij het wat verder weg.Het moet velen zo gegaan zijn als mij. Rinus als constante in een(voetbal)-leven. Ook al verliet je de stad, in Nijmegen was Rinus.En wat nu? Natuurlijk gaat alles verder, zoals altijd alles verdergaat. De dag na het feest lag ik nog wat na te kateren toen ik meopeens afvroeg hoe dit vaarwel voor Rinus moet zijn geweest.Mooi, maar ook een beetje verdrietig, denk ik zo.

92

Page 93: Rinus de Haard

Afscheid nemen is een beetje sterven, het is een waarheid waarniemand onderuit kan. En zo bezien zijn we allemaal een stukjedood gegaan, die zaterdag in juni. Maar Rinus kan gerust zijn,voorlopig zullen de verhalen over en met hem alleen nog maarbeter worden. De tijd zal de anekdotes mooier kleuren. ‘Weet jenog toen Rinus bij het O&W onder zijn auto sliep? Of dat hij meteen walvis op zijn rug in Opheusden was gesignaleerd?’Wat zal ik me blijven herinneren van zijn afscheidsdag? Toch hettrapje waarmee hij uit de auto steeg. Zijn onzekere tred. Corneliadie haar arm in de zijne haakte. Ons applaus. Zijn tafeltje waar hijals Don Corleone in zijn beste dagen de gasten ontving.Iemand opperde om in de dugout zijn onmiskenbare silhouet aante brengen, als een soort eeuwig aanwezige voetbalvader die overhet veld en de spelers van Uni waakt. Maar Rinus zal dat over-dreven vinden. En ik denk dat het niet nodig is. Rinus zelf en ookzijn geest zullen nog rondwaren op het sportcentrum, zo lang erverhalen over hem de ronde doen.

Daar hebben we dit boekje helemaal niet voor nodig.

Marcel Rözer

93

Wurst, Wederwurst

Page 94: Rinus de Haard