regeling thema 6. het zenuwstelsel • centrale zenuwstelsel – grote hersenen – kleine hersenen...
TRANSCRIPT
Regeling
Thema 6
Het zenuwstelsel
• Centrale zenuwstelsel– Grote hersenen– Kleine hersenen– Hersenstam– ruggenmerg
• Perifere zenuwstelsel– Zenuwen
• Prikkel– Invloed uit het milieu op een organisme
• Impuls– Soort elektrisch signaal die door zenuwen kunnen
worden voortgeleidt• Receptoren– Zintuigcellen (ontvangen)
• Effectoren – Spiercellen en kliercellen (voeren uit)
• Conductoren – Zenuwcellen , schakelcellen(voortgeleiden)
• Zenuwcellen (neuron)– Cellichaam– Uitlopers• Dendriet
– Uitloper die impulsen naar het cellichaam leidt
• Axon (neuriet) – Uitloper die impulsen van het cellichaam af leidt
• Myelineschede (mergschede)– Cellen van Schwann met insnoering
Schakelcellen- Impulsen binnen cz
- In cz- Korte en vertakte dendrieten en axonen
Motorische zenuwcellenCz effector
- Cellichaam in cz- Meerdere korte dendrieten, één
lang axon
Sensorische zenuwcellenReceptor cz
- Cellichaam ligt vlak bij cz- Eén lange dendriet, korte
axon
Synaps Plaats waar de impuls van de ene cel naar de andere cel wordt doorgegeven
Zenuwcel ontvangt veel impulsen (van zintuig- of zenuwcellen)
Zenuwcel geeft veel impulsen door (aan zenuw-, spier- of kliercellen)
ZenuwenDe uitlopers van de zenuwcellen(gescheiden door myelineschedeOmgeven door bindweefsel
GevoelszenuwUitlopers van sensorische zenuwcellen
Bewegingszenuw Uitlopers van motorische zenuwcellen
Gemengde zenuwUitlopers van sensorische en motorische zenuwcellen
Een zenuwcel in rust - negatieve elektrische lading ten opzichte van het
weefsel eromheen. - -70 millivolt
Impuls - Verandert de negatieve lading naar een positieve
lading- +30 millivolt- Actiefase
- 1 milliseconde- Herstelfase
- 1 milliseconde- geen impulsen verwerken.
Impulsgeleiding
Impulsgeleiding
• Impulssterkte– De grootte van de verandering die optreedt in de
elektrische lading van het celmembraan• Impulsfrequentie – Het aantal impulsen dat per tijdseenheid door de
zenuwcel wordt voortgeleid• Alles of niets– Er treedt een impuls op of niet
• Niet sprongsgewijze impulsgeleiding– Impuls beweegt zich over het
membraan– 2-3 m/s
• Sprongsgewijze impulsgeleiding– Impuls springt van insnoering
naar insnoering– 120 m/s
Kunstmatige prikkeling van een zenuwcel
- Om te bepalen of zenuwcellen nog werken- Snelheid van de geleiding meten
Mechanisch prikkelen- Micronaald
Elektrisch prikkelen- Stroomstoot
Chemisch prikkelen - Inwerking van stoffen op celmembraan
• Prikkeldrempel (drempelwaarde)– De kleinste prikkelsterkte die een impuls
veroorzaakt– Heeft geen invloed op impulssterkte• < Prikkeldrempel geen impuls• ≥ Prikkeldrempel impuls
– Heeft invloed op impulsfrequentie• Hoe sterker de prikkel, hoe hoger de impulsfrequentie
Impulsoverdracht
• Zenuwcellen geven impuls maar in één richting door– Door synaps en neurotransmitters• Sensorische zenuwcellen schakelcellen• Motorische zenuwcellen spier- of kliercellen
• Synaps op bioplek
• Impuls kan geremd of gestimuleerd worden door (afb. 11, blz 207)– Geneesmiddelen• Morfine (remt)
– Genotmiddelen• Alcohol (remt)
– Drugs• Amfetamine (stimuleert)
Ruggenmerg Ruggenmerg is goed beschermd door de wervels
• Ruggenmerg bestaat uit– Schors• Witte stof: uitlopers van schakelcellen
– Merg • Grijze stof: cellichamen van de schakelcellen en
motorische zenuwcellen
– Centrale kanaal• Vocht• Rechtstreekse verbinding hersenholte
– Beschermd door vliezen
- Verlaten wervels aan beide kanten- Altijd gemengd- Splitst vlak voor ruggenmerg
- Uitlopers sensorische zenuwcellen: aan rugzijde ruggenmerg binnen- Spinale ganglia: opeenhoping van cellichamen
- Uitlopers motorische zenuwcellen: verlaten ruggenmerg aan buikzijde
Ruggenmergzenuwen
Elke ruggenmergzenuw verbindt een bepaald gedeelte van de romp of ledematen met het ruggenmerg
Grote hersenenGrijze stof (2-6 mm dik)= Cortex (hersenschors)
cellichamen van neuronen (+steuncellen)Witte stof
uitlopers neuronen (axonen)complexe hersenfuncties: taalgebruik, logisch denken
Sterk geplooid
Twee helften (hemisferen)Door groef (fissura longitudinalis) Elk vier kwabben
voorhoofdskwab: fijne motoriek, spraak, stemming, denkvermogen
achterhoofdskwab: gezichtsvermogen, interpretatie beelden
wandbeenkwab: lichamelijke gewaarwordingslaapbeenkwab: onthouden en herkennen,
herinnering
De kleine hersenen (het cerebellum)sterk geplooidbuitenste laag : grijze stof, de hersenschors
beweging, evenwicht en oogbewegingen, kunnen bewegingen corrigeren en aanpassen.
De weg die impulsen afleggen
Bewuste reactie- Je hebt invloed op de reactie- Je bepaalt zelf of je reageert
Onbewuste reactie (reflex)- Je hebt geen invloed op de reactie- Je bepaalt niet of je reageert
Zenuwstelsel
• Indeling op bouw– Centraal zenuwstelsel – Perifeer zenuwstelsel
• Indeling op functie– Animale zenuwstelsel• Bewuste reacties en reflexen
– Autonome (vegetatieve) zenuwstelsel• Regelt vooral de werking van inwendige organen
Autonome zenuwstelsel: regelt vooral de werking van inwendige organen
Parasympatische deelVoor rust en herstel
- Bevordert assimilatie (vorming van organische stoffen waaruit je lichaam is opgebouwd, kost energie)
- Impulsen via zwervende zenuw (linker en rechter, oorsprong hersenstam) naar organen
Orthosympatische deelVerrichten van arbeid
- Bevordert dissimilatie (vrijmaken van energie, verbranding van glucose)
- Impulsen vanuit ruggenmerg via grensstrengen(net buiten wervelkolom) naar organen
http://www.youtube.com/watch?v=EOTYuEDEZR8 (Ngbiologie, gaat iets verder dan jullie moeten weten)
Innervatie Orgaan is voorzien van een zenuw
Dubbele innervatieElk orgaan wordt geïnnerveerd door twee zenuwen- Zowel orthosympatische (arbeid) als
parasympathische (rust en herstel) zenuw innerveren het doelwitorgaan
Doelwit orgaanEen orgaan dat door een bepaald deel van het centrale zenuwstelsel wordt beïnvloed
orthosympatisch roodParasympatisch blauw
Spieren en bewegen
BewegenDoor samentrekken spieren
Glad spierweefselLangwerpige cellenEén celkernHuid, wand buisvormige/ holle organenAutonome zenuwstelsel
Dwarsgestreept spierweefselSpiervezels (versmelting spiercellen)Meerdere kernenSkeletspierenAnimale zenuwstelsel
HartspierweefselVnl dwarsgestreept spierweefselMaar 1 à 2 kernenAutonome zenuwstelsel
http://www.bioplek.org/animaties/spieren_botten/spiersubmicroscopisch.html
Anabole steroïdenSpierversterkend middelZelfde werking/ bouw als testosteron
Hormoonstelsel
Hormonen Stoffen die door endocriene klieren aan het bloed worden afgegeven
Regelen werking van een doelwitorgaanReactie doelwitorgaan wordt bepaald door hormoonspiegel (concentratie in het bloed)
http://www.youtube.com/watch?v=CB7gCMvrDac
http://www.studiobiologie.nl/2efase/index.html
Websites voor extra info en oefening
De man zonder geheugen. Een aflevering van Labyrint. Over een man die in 1953 een hersenoperatie onderging om z’n epileptische aanvallen te verminderen
De weg die impulsen af kunnen leggen
http://www.bioplek.org/animaties/zenuwstelsel/zenuwennieuw.html hoe het zenuwstelsel werkt
Een cochleair implantaat
Begrippen • Prikkel• Impuls• Bewuste reactie• Reflex• Dendriet• Axon• Receptor• Effector• Conductor• Sensorisch neuron• Schakelneuron• Motorisch neuron
• Synaps• Drempelwaarde • Autonome zenuwstelsel• Perifere zenuwstelsel• Centraal zenuwstelsel• Parasympatisch zenuwstelsel• Orthosympatisch zenuwstelsel• Zenuw • Impulsfrequentie• impulssterkte