bhc in nieuwe wereld.pdf

23
1 BHC in de nieuwe wereld Vanuit de kracht van BHC naar een nieuwe rol en positie in een nieuw speelveld van en voor de horecasector Bedrijfschap Horeca & Catering W. Spaink, directeur Bedrijfschap Horeca & Catering Zoetermeer, 10 november 2011

Upload: lamtuong

Post on 11-Jan-2017

240 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

1

BHC in de nieuwe wereld

Vanuit de kracht van BHC naar een nieuwe rol en positie in

een nieuw speelveld

van en voor de horecasector

Bedrijfschap Horeca & Catering

W. Spaink, directeur Bedrijfschap Horeca & Catering

Zoetermeer, 10 november 2011

2

3

1. Inleiding en management samenvatting

Inleiding

Op 5 oktober jl. heeft het kabinet de nota “Het PBO-stelsel: naar een nieuwe kern” uitgebracht. Deze

nota vormt de concrete aanleiding voor het schrijven van deze notitie. Er gaat een nieuwe (juridische)

werkelijkheid ontstaan, waarop BHC wenst te reageren. Een juridische werkelijkheid waarin BHC

ofwel haar wettelijke taken behoudt, ofwel een beperkt takenpakket behoudt ofwel in het geheel geen

wettelijke taken meer uitvoert. Welk scenario het ook wordt, BHC heeft zich al ver voordat het kabinet

met de nota kwam geheroriënteerd op haar rol, positie en toegevoegde waarde voor de horecasector.

Vijf jaar geleden is door het bestuur van BHC een krachtige lijn uitgezet naar de toekomst. Een lijn

waarin de horecaonderneming centraal staat. Het bedrijfschap is omgeturnd van een op

wetenschappelijk onderzoek gericht instituut naar een moderne dienstverlener. Een dienstverlener die

begrijpt dat we in de nieuwe wereld anders leren en communiceren, die begrijpt dat ondernemingen te

maken hebben met een overload aan informatie en niets met informatie kunnen als die behalve wordt

verzameld, niet ook wordt verrijkt en gedeeld. Een dienstverlener die van en voor de horecasector is.

Een dienstverlener die onpartijdig en onafhankelijk is. Een dienstverlener die door de horecasector

vertrouwd wordt.

Dit heeft geresulteerd in een bedrijfschap dat in verbinding staat met de horecasector, dat voor

horecaondernemingen informatie verrijkt en deelt zodat zij bijvoorbeeld kunnen zien hoe zij presteren

ten opzichte van hun concurrenten, een bedrijfschap dat op weg is naar taxonomiegedreven

gegevensverzamelingen zodat de uitwisseling van informatie voor horecaondernemingen met hun

stakeholders efficiënter wordt en daarmee goedkoper, dat horecaondernemingen zich aan hun gasten

op een vriendelijke en efficiënte wijze op marktplaatsen kunnen presenteren, dat zij kosten kunnen

besparen – ook om aan hun wettelijke verplichtingen te kunnen voldoen - en een betere werkgever

voor hun werknemers kunnen zijn. Kortom, BHC heeft de voorbereidingen tijdig getroffen om nu een

speler van betekenis te kunnen zijn voor de horecasector, een speler die toegevoegde waarde biedt in

onzekere economische tijden waarin veel gevraagd wordt van horecaondernemingen, een speler die

voor horecaondernemingen het verschil kan maken tussen leven en overleven.

In deze notitie wordt op verzoek van het bestuur van BHC het kabinetsstandpunt geanalyseerd,

evenals de positie van BHC en de omgeving waarin BHC opereert. Hierna volgt een standpunt- en

koersbepaling van BHC en wordt een toekomstvisie op hoofdlijnen geschetst.

Bij deze notitie is een bijlage gevoegd waarin de positie van BHC wordt geanalyseerd aan de hand van

de uitgangspunten van de kabinetsnota en de twee onderliggende stukken (rapport “Beoordelingskader

product- en bedrijfschappen” en het onderzoek van EIM/IOO “De PBO in 2010, Een inventarisatie

van cijfers, feiten en visies). Deze analyse is vervolgens doorgetrokken naar de gevolgen voor de

BHC-organisatie met daarbij de vergelijking met de door het kabinet voorgestane afslanking en

modernisering. Dit hebben wij gedaan omdat het beoordelingskader en het onderzoek van EIM/IOO

de basis hebben gevormd voor het kabinetsstandpunt, deze dus medebepalend zullen zijn voor de

uitleg van het kabinetsstandpunt en BHC ook langs deze meetlat zal worden gelegd.

4

BHC en het kabinetsstandpunt

Het kabinet snijdt flink in de taken en activiteiten van de product- en bedrijfschappen, zo blijkt uit het

standpunt over de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO). Het kabinet maakt de PBO kleiner,

slagvaardiger en toegankelijker.1 In de toekomstvisie op de toekomst van het PBO-stelsel staat het

begrip legitimiteit centraal.2 Legitimiteit in de zin van bestaansrecht: democratisch legitiem en passend

bij de behoeften van de samenleving en economie in deze tijd. BHC moet nu de vraag beantwoorden

hoe het invulling kan geven aan de opdracht om taken uit te voeren met een publiek belang die

dienend zijn aan de gezonde ontwikkeling van de samenleving en economie. Het kabinet maakt

overigens een onderscheid tussen medebewindstaken, autonome taken met een publiek belang en

autonome taken zonder een publiek belang. Ook voor het uitvoeren van autonome taken zonder een

publiek belang blijft er ruimte. Daarvoor is echter wel vooraf toestemming nodig van de minister van

EL&I en moet aantoonbaar zijn voldaan aan vooraf gestelde criteria.

Het kabinetsstandpunt past in veel opzichten bij de ontwikkeling die BHC door heeft gemaakt of

doormaakt. BHC heeft reeds belangrijke innovatieslagen gemaakt en of in gang gezet. Ook is het

secretariaat van BHC al behoorlijk gereorganiseerd en is sterk gesneden in aard en omvang van de

werkzaamheden. Men kan echt spreken van een organisatie die „lean‟ en „mean‟ is (geworden) en

optimaal in dienst staat van de horecasector. Wat dat betreft vervult BHC ten opzichte van de andere

schappen een echte voortrekkersrol en is zij in zekere zin al op de kabinetsplannen vooruit gelopen.

Vandaar ook dat voorkomen moet worden dat BHC last krijgt van de wet van de remmende

voorsprong en dat zij ook vooral haar eigen koers moet volgen en zich niet afhankelijk moet maken

van het tempo en de ambitie van de andere schappen. BHC gelooft in „legitimiteit‟ als toetssteen voor

het bepalen van de toekomst van de schappen. BHC gelooft in de toegevoegde waarde die de bedrijf-

en productschappen nieuwe stijl kunnen bieden, mits de individuele schappen voldoende ruimte

geboden wordt om hun eigen organisatie en dienstverlening zodanig in te richten dat deze het beste bij

hun sector past en mits de individuele schappen voldoende ruimte krijgen om te innoveren en hun

verbindende rol in de sector voldoende kunnen blijven vervullen. Dit laatste is vanwege de macro-

economische en sociale aspecten van grote betekenis. Als neutrale vertegenwoordiging van

werkgevers en werknemers heeft BHC een meerwaarde die het sectorbelang overstijgt. Bovendien

levert BHC diensten die beslist „passen bij de behoeften van de samenleving en economie van deze

tijd‟.3 BHC levert een aanzienlijke bijdrage aan de economie van Nederland door bij te dragen aan

stabiliteit en innovatie in de horecasector.

BHC heeft zoals gezegd in de afgelopen jaren behoorlijke afslankingsoperaties doorgevoerd, waardoor

ze een slagvaardige, toegankelijke en moderne organisatie is geworden. Ook heeft ze belangrijke

innovatieslagen geïnitieerd, zoals het kenniscentrum horeca, MijnHoreca en het te ontwikkelen

ondernemingsdossier+4, die prima passen bij „de behoefte van de samenleving en economie van deze

tijd‟.5 Daarmee heeft het tevens voorgesorteerd op de ontwikkelingen die bij het ministerie van EL&I

1 En sluit daarbij aan bij de visie van de drie bestuurders (mevr. Jorritsma en de heren Van de Donk en Van

Eijck) aan wie de minister van SZW heeft gevraagd hem te ondersteunen bij de beoordeling van de taken van de

product- en bedrijfsschappen. 2 Deze visie staat beschreven in het eerder genoemde rapport „Beoordelingskader product- en bedrijfsschappen‟. 3 Zie p. 2 Kabinetsstandpunt.

4 Hierna spreken we steeds van Ondernemingsdossier. Daartoe is dan begrepen het Ondernemingsdossier

waarvan de ontwikkeling een aantal jaren geleden is ingezet en het Ondernemingsdossier + dat we eerder ook

wel de digitale kluis of de digitale kluis met BHC als Trusted Third Party noemden. Waar nodig, zullen we in de

tekst tussen deze verschillen tot uitdrukking brengen. 5 Nee, dit komt niet uit de Troonrede, maar uit het kabinetsstandpunt zelf.

5

zijn geïnitieerd, zoals de pilot horecasector en vertrouwen, pilot ondernemingsdossier, centraliseren

van de KvK-activiteiten, en verminderen van regeldruk. Het zou een kostbare vergissing zijn als BHC

zich zou moeten aanpassen aan het tempo van die schappen die deze slagen nog niet hebben

doorgevoerd. Gebruik maken van één gezamenlijke backoffice zoals het kabinet voorstaat is een optie

als het gaat om zaken als inning van heffing, personeels- en salarisadministratie en bezwaar- en

beroepszaken. Voorwaarde is wel dat dit niet kostenverhogend werkt voor ondernemingen. Zodra die

gezamenlijke backoffice ook ondersteunend moet zijn aan primaire bedrijfsprocessen van BHC, dan

zal dat de flexibiliteit en daadkracht van BHC te niet doen en neemt het draagvlak van

horecaondernemingen voor BHC met rasse schreden af. Een gezamenlijke backoffice voor primaire

bedrijfsprocessen is dan ook geen optie.

BHC staat een geïntegreerde visie op de horecasector voor waarbij taken die alleen door het schap

kunnen worden vervuld, overeind moeten blijven. Sectorgewijze standaardisering is een belangrijk

voorbeeld daarvan. Activiteiten van de centrale overheid zoals het Ondernemingsdossier kunnen

daaraan aanvullend zijn.

BHC kiest ervoor om bij de uitwerking van het nieuwe stelsel zijn neutrale verbindende rol naar

werkgevers en werknemers voort te zetten. BHC blijft zijn rol vervullen om horecaondernemingen te

ondersteunen met ondernemersplannen en financieringsvragen. BHC blijft zijn neutrale rol spelen om

de kosten voor inslag te doen dalen, arbeid efficiënter en flexibeler in te zetten en werknemers meer

zekerheid te bieden dat hun arbeidsvoorwaarden inclusief de CAO‟s aantoonbaar worden nageleefd.

BHC kan nogmaals niet als representatief worden gezien voor andere schappen. Dat pleit er voor om

in de komende tijd weliswaar aangehaakt te blijven bij de activiteiten van de andere schappen, maar

vooral ook om een eigen koers te varen en daarbij luid en duidelijk de hiervoor geschetste ingezette

koers uit te dragen.

BHC is echter wel representatief voor werknemers en werkgevers. Daarin is BHC uniek. De

brancheorganisaties vertegenwoordigen 50% van de ondernemers. De werknemersorganisaties minder

dan dat. BHC vertegenwoordigt 100% van de werknemers en werkgevers. Alle horecaondernemingen

zijn immers aangesloten bij BHC. Bovendien vervult BHC een neutrale vertrouwensfunctie. Het is

geen belangenbehartiger, maar levert wel toegevoegde waardediensten die van belang zijn voor

werkgevers en werknemers in de horecasector, voor leveranciers, voor banken en voor overheden.

2. Het Bedrijfschap Horeca en Catering

BHC is dus bepaald niet blijven steken in de jaren vijftig toen de bedrijfschappen werden opgericht.

Het heeft zich terdege voorbereid op de „nieuwe wereld‟. Zie bijvoorbeeld het KennisCentrum

Horeca.nl en Mijn Horeca. In deze nieuwe wereld is er niet alleen sprake van dat er nieuwe

communicatiemogelijkheden zijn zoals internet, een iPhone of een iPad, maar ook dat deze door grote

groepen burgers en bedrijven volop worden gebruikt. Ze twitteren de wereld in dat ze fantastisch

hebben gegeten bij een nieuw restaurant bij hen om de hoek of dat een hotel zo gehorig was, dat ze er

een volgende keer niet meer zullen logeren. Boek eens een kamer via booking.com en je ziet hoeveel

mensen een bepaald hotel op dat moment ook aan het bekijken zijn, welke cijfers dat hotel van eerdere

gasten heeft gekregen en of deze gasten dat hotel aan anderen aanbevelen. BHC heeft met de

vernieuwing van het horecaregister, met MijnHoreca, het kenniscafé, met de bedrijfsvergelijkingen en

6

met het Ondernemingdossier al een belangrijke voorschot genomen op deze nieuwe wereld. Het heeft

al belangrijke innovatieslagen doorgevoerd en de organisatie is al „lean and mean‟ geworden.

BHC verzamelt niet alleen gegevens en beschikt over een belangrijke databron, maar verrijkt deze ook

door deze databron met andere open bronnen te combineren en stelt deze verrijkte informatie ter

beschikking aan de sector. Daarmee deelt ze de verrijkte gegevens. En nog meer dan voorheen gaat het

vooral om het verrijken. Overal is kennis beschikbaar, de huidige technologie geeft vele ingangen.

Maar het stroomlijnen van deze informatie overload voor de onderneming is een taak voor BHC.

Een belangrijk voorbeeld van een innovatieslag waarvoor het bestuur recentelijk heeft gekozen is de

standaardisering van gegevens en processen. Met de betrouwbaarheid en eenduidigheid van

gestandaardiseerde gegevens en processen kunnen ondernemingen aan hun stakeholders meer

zekerheid bieden. Banken en leveranciers kunnen bijvoorbeeld frequent over actuele, meer zekere en

betrouwbare verantwoordingsinformatie van de horecaondernemer beschikken. In combinatie met de

bedrijfsvergelijkingen kunnen ondernemers laten zien hoe zij presteren, welke verwachtingen

gerechtvaardigd zijn en in welke mate zij „goed zijn voor hun geld‟. Dit alles vertaalt zich in het

Horecaondernemingsdossier.

Wat zijn de voordelen van deze innovatieslagen en voor wie? Voor de werknemer dat hij zekerheid

heeft dat hij conform de geldende CAO wordt betaald en dat zijn gewerkte uren ook betaalde uren

zijn. Voor de onderneming dat hij tegen lagere kosten kan inkopen en dat hij goedkopere

leverancierskredieten kan afsluiten, en dat hij aan de verplichtingen tot het gestandaardiseerd indienen

van zijn Vpb- en IB-aangifte per 1 januari 2013 kan voldoen en niet opgezadeld wordt met hogere

accountantskosten. Ook blijven de kredietlijnen bij de banken open, en zijn de risico‟s en kosten van

de kredieten lager. Voor deelname aan marktplaatsen geldt dat hij lagere kosten heeft en minder van

zijn omzet hoeft in te leveren, en dat zijn marketing- en zijn afzetkanaal open blijven. In de bijlage zijn

deze voordelen nog eens schematisch weergegeven.

Het unieke van BHC is, zoals gezegd, dat zij representatief is voor werknemers en werkgevers. De

brancheorganisaties vertegenwoordigen 50% van de ondernemers. De werknemersorganisaties minder

dan dat. BHC vertegenwoordigt 100% van de werknemers en werkgevers. Daarbij is BHC geen

belangenbehartiger, maar levert wel toegevoegde waardediensten die van belang zijn voor werkgevers

en werknemers in de horecasector, voor leveranciers, voor banken en voor overheden.

Toekomstige organisatie van BHC

Het behouden van de PBO-status is geen doel op zich. Al is het wel zeer gewenst vanuit het gegeven

dat een in de wet verankerde organisatie als de PBO bijdraagt aan de vertrouwde positie. Nuchter

bezien zijn er echter voordelen te onderkennen aan het, op een termijn van bijvoorbeeld, drie jaar

kwijtraken van de PBO-status. Zoals juridisch die van het mogelijk ruimer gebruik kunnen maken van

gegevens van horecaondernemingen en fiscale voordelen. Denk aan BTW afdracht. Maar ook

organisatorisch wanneer je denkt aan het wegvallen van PBO taken, een ingewikkeld heffingssysteem,

e.d. Voor de horecaondernemingen zal dit zeker een reductie in de kosten betekenen. Mocht BHC

verplicht worden een andere rechtsvorm te kiezen dan is een coöperatie of stichting te overwegen. Een

dergelijk instituut kan bestuurd worden door sociale partners. BHC is een neutrale onpartijdige en

onafhankelijke dienstverlener die zolang zij die positie heeft en bewaakt een belangrijke

vertrouwensfunctie heeft voor de horecasector.

7

Welke status BHC straks ook heeft, de dienstverlening zoals die hiervoor is geschetst en waarvan de

ontwikkeling in gang is gezet heeft consequenties voor de toekomstige organisatie van BHC.

De organisatie zal moeten blijven veranderen om toekomstige veranderingen en nieuwe diensten aan

te kunnen. De toekomstige organisatie van BHC zal verder door ontwikkelen naar een dienstbare

faciliterende organisatie. Dit vraagt bepaalde type medewerkers. Medewerkers die geïnteresseerd zijn

in de wereld, die gericht zijn op en geïnteresseerd zijn in horecaondernemingen, die proactief

verbindingen met hen kunnen aangaan, die geïnteresseerd zijn in wat hen bezig houdt en waar zij

wakker van liggen en wat zij voor hen kunnen betekenen. Het gaat om competenties, attitude en

cultuur. Kortom, medewerkers die als ondernemers zijn voor het schap. Werkzaam zijn in de

toekomstige organisatie van BHC is in ieder geval ook voor de huidige medewerkers geen

vanzelfsprekendheid.

Met de invoering van het ondernemingsdossier in brede zin voorzien wij een kostenreductie. De

heffingen in de komende jaren zullen naar beneden gaan en zelfs in zo‟n drie tot vier jaar op nul

kunnen uitkomen. Dit zal weliswaar mede afhankelijk zijn van de activiteiten die dienen plaats te

vinden in het kader van arbeidsmarkt en scholing (bestemmingsheffingen).

3. Het kabinetsstandpunt

Het kabinetsstandpunt is in „Het PBO-stelsel: naar een nieuwe kern‟ helder verwoord en laat op

onderdelen ruimte voor een nadere invulling. Het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer, de

voorbereidende gesprekken met Tweede en Eerste Kamerleden, de behandeling van het

kabinetsstandpunt in de Tweede Kamer, het opstellen en de behandeling van het hierop volgende

wetsvoorstel in de Tweede en Eerste Kamer zullen bepalend zijn voor de visievorming en de

uiteindelijke vormgeving van het PBO-stelsel en daarmee de toekomst van BHC. Van het begin af aan

is het dan ook belangrijk dat BHC zelf heldere gedachten heeft en een helder standpunt bepaalt over

haar toekomst en van het begin af aan daarop inzet.

Wat houdt het kabinetsstandpunt in?

Het kabinet kiest voor het handhaven van het PBO-stelsel, maar dan in afgeslankte en

gemoderniseerde vorm. Het PBO-stelsel voert uitsluitend taken uit met een publiek belang. Onder

bijzondere omstandigheden kunnen ook taken worden uitgevoerd zonder een publiek belang.

Zoals eerder al aangegeven is „legitimiteit en passend bij de behoeften van de samenleving en

economie in deze tijd‟ een centraal uitgangspunt. Geen onnodige heffingen en overbodige regels voor

het bedrijfsleven. De overheid moet krachtiger, kleiner en meer dienstverlenend worden met lagere

kosten, minder ambtenaren, minder regels en minder bestuurders. Dit streven geldt ook voor de

organisaties die op basis van een wet een eigenstandige publiekrechtelijke status hebben, zoals de

schappen.

Het kabinet onderscheidt drie soort taken die in het nieuwe PBO-stelsel kunnen worden uitgevoerd.

Deze drie soorten taken zijn:

1. Medebewindstaken

2. Autonome taken met een publiek belang

8

3. Autonome taken zonder een publiek belang.

Daarbij wordt een taak met een publiek belang gedefinieerd als een taak die ten goede komt aan de

hele samenleving en ook alleen kan worden gerealiseerd door bemoeienis van een publiek orgaan.

Een dergelijke taak wordt als onmisbaar in de zin van de motie Aptroot gezien.

Ad 1. Medebewindstaken zijn taken met een publiek belang die voortvloeien uit centrale wet- en

regelgeving en centrale financiering. De uitvoering daarvan is door de betreffende minister

opgedragen aan een schap. De uitvoering van medebewindstaken staan niet ter discussie. Het BHC

voert echter geen formele medebewindstaken uit, waardoor deze hier verder voor kennisgeving

worden aangenomen.

Ad 2. Autonome taken met een publiek belang. Autonome taken zijn taken waartoe schappen op grond

van de Wet BO het initiatief kunnen nemen. Publieksvoorlichting, onderzoek, innovatie en

kwaliteitsbevordering behoren op grond van de bestaande Wet BO hiertoe, alsook de bevordering van

plant- en diergezondheid en dierenwelzijn en de voedselveiligheid en gezondheid. Het kabinet is van

mening dat de enige (twee onmisbare) taken die tot de categorie autonome taken met een publiek

belang behoren, zijn:

de bevordering van plant- en diergezondheid alsmede dierenwelzijn,

voedselveiligheid en gezondheid.

Redenen om deze onmisbare taken vervolgens door de schappen te laten uitvoeren zijn volgens het

kabinet:

De bekostiging vindt plaats door middel van heffingen bij de ondernemers zelf, niet vanuit

algemene belastingen. Dat voorkomt druk op de algemene middelen.

De sector zelf is zeer nauw betrokken. De korte lijnen en opgebouwde kennis en infrastructuur

zorgen voor meer efficiency en effectiviteit dan mogelijk is bij een overheid die op grotere

afstand staat, zoals een departement.

Er is een bestaand stelsel met kennis, infrastructuur, ICT, etc. dat is toegesneden op de

uitvoering van deze taken. Het zou een substantiële kapitaalvernietiging zijn indien deze taken

elders worden belegd. worden belegd.

Ad 3. Autonome taken zonder een publiek belang worden als zodanig niet gedefinieerd, maar het laat

zich gemakkelijk raden wat er mee wordt bedoeld. In het door het kabinet voorgestelde PBO-stelsel

worden uitsluitend taken uitgevoerd die (in voldoende mate) een publiek belang hebben. De huidige

taken die niet in voldoende mate een publiek belang dienen, worden in principe niet meer uitgevoerd

door een schap. In principe, want er is ook in het voorgestelde PBO-stelsel ruimte voor het uitvoeren

van autonome taken zonder een (voldoende) publiek belang. Er moet dan sprake zijn van bijzondere

omstandigheden en schappen moeten hiervoor vooraf toestemming vragen van de minister van EL&I.

Er moet dan aantoonbaar worden voldaan een één van de volgende drie criteria:

1. de taak is noodzakelijk voor het uitvoeren van medebewindstaken of autonome taken met een

publiek belang6, of

2. de taak zorgt er voor dat alleen degenen die er direct van profiteren meebetalen en

zwartrijdersgedrag wordt voorkomen, of

6 In de gesprekken met Tweede Kamerleden moet BHC heel goed over het voetlicht brengen dat BHC met het

Ondernemingsdossier+ en de bedrijfsvergelijkingen autonome taken uitvoert met een publiek belang en dat BHC

de partij is die deze taken het meest doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Vervolgens er op aan sturen dat in

het algemeen overleg dat de fracties met de minister(s) zullen voeren, de minister verzoeken om een bevestiging

hiervan. Het mooiste zou zijn als dit in de handelingen zwart op wit komt te staan.

9

3. de sector is door de specifieke structuur van de sector (veel zzp-ers bijvoorbeeld, weinig

financieel draagvlak) en het ontbreken van omvattende cao‟s en O&O-fondsen niet in staat de

taak zelf uit te voeren.

Bovendien geldt bij elk hierboven genoemd criterium dat het schap de taak het meest doelmatig en

doeltreffend kan uitvoeren. Verder zal voor deze taken draagvlak onder de bedrijfsgenoten moeten

worden aangetoond en moet de wijze van financiering duidelijk zijn. De Tweede Kamer zal in staat

worden gesteld effectieve controle uit te oefenen op de toedeling van aanvullende taken door de

minister van EL&I aan een schap.

De titel van het kabinetsstandpunt: „Het PBO-stelsel naar een nieuwe kern‟ laat zich nu ook wat beter

uitleggen. De nieuwe, gemoderniseerde kern zit hem in het dienen van een publiek belang. Het in de

toekomst uitvoeren van taken zonder een publiek belang zal geen regel zijn, maar juist een

uitzondering. Het kabinet merkt zelfs op dat het voorziet dat de bedrijfschappen in de huidige vorm

zullen verdwijnen, omdat het kabinet ervan uitgaat dat met name de bedrijfsschappen uitsluitend taken

uitvoeren zonder een publiek belang. BHC zal dus in haar communicatie van nu af aan heel duidelijk

moeten maken dat zij als bedrijfschap belangrijke taken uitvoert met een publiek belang. Die van

voedselveiligheid is een evidente. Innovatie zal ze moeten aantonen en claimen.

Wat betekent het kabinetsstandpunt voor de organisatie van de schappen?

Het bestuur blijft in het nieuwe PBO-stelsel bij de sociale partners. Wel zal de transparantie van de

besluitvorming moeten worden vergroot en zullen de mogelijkheden voor inspraak van ondernemers

moeten worden versterkt. Meer rekening moet worden gehouden met ondernemers die geen lid zijn

van een brancheorganisatie. Bezien zal worden hoe ongeorganiseerden deel kunnen gaan uitmaken van

de besturen. Ook zullen de besturen regelmatig evaluaties en intervisies moeten uitvoeren.

De schappen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de reorganisatie met aantoonbare

verbeteringen als lagere heffingen, minder bestuurlijke drukte en meer doelmatigheid en

doeltreffendheid in de uitvoering van taken. Dat laatste heeft BHC reeds gerealiseerd. Dat zal ze in

haar communicatie keer op keer moeten benadrukken.

Het kabinet ziet als mogelijk einddoel het samengaan van alle schappen in een PBO-huis met diverse

kamers of concentratie tot enkele schappen, gegroepeerd langs takenclusters. Ook heeft het kabinet

besloten dat er één gezamenlijke backoffice moet worden ingericht voor de gehele PBO. In deze

backoffice worden ondergebracht: personeelszaken, juridische dienst, automatisering, auditors, etc.

Een nogal naïeve benadering om alles op één hoop te gooien, daar waar het de automatisering van de

primaire bedrijfsprocessen betreft. Daarentegen zou het wel raadzaam zijn om zaken als inning van de

heffing en bezwaarzaken wel in één gezamenlijke backoffice onder te brengen. BHC wil zijn energie

richten op datgene waarvoor ze in het leven is geroepen, datgene wat het bestaansrecht zo je wilt

legitimiteit geeft. Ook dit moet het in zijn communicatie uitdragen.

Opgemerkt wordt dat de verantwoordelijkheid voor het PBO-stelsel van de minister van SZW wordt

overgedragen naar de minister van EL&I. Het kabinet gaat afspraken maken met de schappen en de

SER over een verdere reorganisatie en acht het van belang dat de schappen dit zelf oppakken. Ook

gaat het kabinet afspraken maken over vernieuwingen op het terrein van toezicht, bestuur, draagvlak

en inspraak.

10

Voorlopige beoordeling kabinetsstandpunt

De vraag die gesteld kan worden is of het publieke belang voldoende gediend is met het

kabinetsstandpunt, waarin schappen ofwel medebewindstaken uitvoeren ofwel autonome taken met

een publiek belang dat vervolgens beperkt is tot dierenwelzijn en voedselveiligheid. Het kabinet

baseert zijn standpunt bijna geheel op het advies van de drie bestuurders. Hebben de drie bestuurders

en het EIM/IOO zich voldoende rekenschap gegeven van (de reorganisatie die BHC heeft doorgevoerd

en) de innovatie die BHC reeds in gang heeft gezet en unieke kansen biedt voor werkgevers,

werknemers, opleiders, leveranciers en banken? De RCO pleit er voor om ook innovatie en duurzaam

ondernemen toe te voegen aan de nadere invulling van het criterium van publiek belang. Dit pleidooi

onderstreept BHC van harte. Daarnaast pleit BHC voor het onderbrengen van de factor arbeid onder

het criterium van publiek belang. Een alternatief is dat het Ondernemingsdossier+ bij de

uitzonderingen past die worden gemaakt voor het mogen uitvoeren van autonome taken zonder een

publiek belang.

Eén allesomvattende backoffice is zoals hiervoor aangegeven geen goede gedachte. Als het gaat om de

automatisering van ondersteunende processen zoals de inning van heffingen, beroep en

bezwaarprocedures, salaris- of crediteurenadministratie is het wel voorstelbaar. Als het gaat om de

automatisering van primaire processen van BHC – waaronder het register, het ondernemingsdossier en

de digitale kluis – dan is het een eis dat BHC dat in eigen beheer houdt. Als stip op de horizon zou

BHC nog wel kunnen aangeven dat het ondernemingsdossier mogelijk ook door andere schappen zou

kunnen worden geadopteerd. Echter niet dan nadat het met succes is geïmplementeerd bij de

horecaondernemers van BHC.

4. Koers van BHC naar toekomst

BHC wenst de rol van neutraal, onafhankelijk en onpartijdig schap van en voor de horecasector ook in

de toekomst te blijven vervullen. Daarin ziet ze als haar kerntaken het taxonomiegedreven verzamelen

van gegevens, het door ontwikkelen van het horeca ondernemingsdossier in brede zin en het verder

ontwikkelen van het kenniscentrum. Het BHC is zeer bereid de inning van de heffing, het afhandelen

van bezwaar- en beroepszaken en andere stafdiensten onder te brengen in een centrale backoffice.

Het goede nieuws is dat uit het kabinetsstandpunt niet blijkt dat de schappen in het geheel geen

bestaansrecht meer hebben. Dat was wel de insteek van de motie waarop dit kabinetsstandpunt een

reactie is. Het goede nieuws is ook dat het kabinetsstandpunt ruimte laat voor de nadere invulling en

onderbouwing van dat bestaansrecht. Die ruimte kan eng en ruim worden geïnterpreteerd.

De komende tijd wordt bepalend voor de nadere invulling van die ruimte die het kabinetsstandpunt

laat en voor de beïnvloeding van de standpunten van de verschillende fracties van de Tweede Kamer

en op een later moment ook van de Eerste Kamer. Die beïnvloeding kan rechtstreeks en via de media

plaatsvinden. Voor BHC is het van belang dat de ruimte die het kabinetsstandpunt laat zo ruim

mogelijk wordt uitgelegd.

Zoals uit de analyse van het kabinetsstandpunt en van de positie van BHC blijkt zijn er genoeg

argumenten om de bedrijfsvergelijkingen, de hygiënecode, de Nederlandse Hotel Classificatie en het

Ondernemingsdossier onder de noemer te scharen van „ autonome taken met een publiek belang‟.

11

Inzet BHC

De inzet van BHC zal moeten zijn dat de genoemde taken worden ondergebracht bij de „autonome

taken met een publiek belang‟. De hygiënecode valt sowieso onder voedselveiligheid. Het

Ondernemingsdossier met zijn tracking en tracing mogelijkheden zal ook onder te brengen zijn bij

voedselveiligheid. Bij „innovatie‟ volgen wij het voorstel van het RCO om deze onder „autonome

taken met een publiek belang‟ te scharen. Eveneens volgen we het voorstel van de bonden inzake

arbeid.

Mochten zij niet kunnen worden ondergebracht bij de „autonome taken met een publiek belang‟, dan

wordt ingezet op het onderbrengen van deze diensten bij de kwalificerende autonome taken zonder een

publiek belang. Van belang is dan dat de criteria om daarvoor in aanmerking te komen en de

toestemmingsgronden die de minister van EL&I hanteert, zo helder mogelijk en daarmee voorspelbaar

mogelijk te krijgen. Bijvoorbeeld: wil de minister bevestigen dat eenmanszaken te vergelijken zijn met

de ZZP-ers uit het derde subcriterium dat wordt gehanteerd om in aanmerking te komen voor…..

12

Bijlage 1. Analyse positie BHC

In deze paragraaf wordt de positie van BHC geanalyseerd: wat betekent het kabinetsstandpunt voor de

positie van BHC? Wat is de visie van BHC op het kabinetsstandpunt, welke vragen heeft BHC nog en

welke open punten kunnen worden onderkend? Ook wordt beschreven hoe het kabinetsstandpunt PBO

past bij BHC nieuwe stijl. In de volgende bijlage is een beoordeling van de activiteiten van BHC

clustergewijs uitgewerkt. De clusters zijn gebaseerd op de twee rapporten die ten grondslag lagen aan

het kabinetsstandpunt.7

Bestaande en aanstaande – voor het kabinetsstandpunt relevante - activiteiten BHC

De voor de analyse van de positie van BHC meest relevante activiteiten van BHC zijn het

ontwikkelen, exploiteren en beheren van het Kenniscentrum Horeca en het ontwikkelen van het

Ondernemingsdossier en het HorecaOndernemingsdossier. Hieronder wordt kort beschreven in

hoeverre ze passen bij het PBO-stelsel nieuwe stijl zoals het kabinet dat op dit moment voor ogen

heeft.

Kenniscentrum horeca

Het verzamelen en verrijken van (bedrijfs)gegevens is een activiteit die nu wordt geschaard onder het

kenniscentrum horeca. Het woord kenniscentrum is wellicht oubollig. Er is immers veel aan de hand

in de wereld rond het begrip kennis. Lag voorheen de kracht op het vergaren, dan is dat met de huidige

technologie en kennis die overal is, vooral het verrijken en delen. Op een journalistiek niveau zorgen

dat de informatie overload geen sneeuwbui voor de onderneming is. Het verzamelen van

bedrijfsgegevens vormt straks ook de basis voor het vormgeven, invullen en doorontwikkelen van het

Ondernemingsdossier. Het gaat hier in veel opzichten om informeel medebewind gezien de

doelstellingen van EL&I en de wijze van financiering.

HorecaOndernemingsdossier

Het BHC-concept voor de doorontwikkeling van het ondernemingsdossier omvat terreinen als

bedrijfsvergelijking, arbeidsmarkt, financiële instrumenten zoals kostprijsberekening en voorwaartse

ketenintegratie in de relatie met leveranciers en werknemers. In de ogen van BHC is dit brede concept

gewenst om een aantal redenen. Het concept is robuust in de zin dat het aansluit bij ontwikkelingen in

de horecasector die zich al bewijzen. Door de brede aanpak zal er naar de verwachting van BHC ook

een breder draagvlak zijn in de horecasector dan wanneer het alleen gaat om slimmer en sneller

melden en aanvragen bij de overheid. En last but not least: ook voor de financiering van een breed

ontwikkelingsconcept ziet BHC betere mogelijkheden dan bij een ontwikkeling van een

ondernemingsdossier dat alleen is gericht op de gegevensuitwisseling met de overheid.

Gegevensuitwisseling op basis van open standaarden betekent een vooruitgang in (data)kwaliteit en

kostenbesparing in de relatie ondernemer/leverancier. Dergelijke bedrijfsvoordelen maken het naar

verwachting mogelijk en breed concept voor gegevensuitwisseling in de horecasector structureel te

funden zonder structurele financiële bijdrage van de centrale overheid. Om ieder misverstand te

voorkomen: de overheid zal het concept wel blijvend moeten steunen bij het oplossen van bijv.

7 Zie het rapport „Beoordelingskader product- en bedrijfschappen‟ en het onderzoek van EIM/IOO „De PBO in

2010, Een inventarisatie van cijfers, feiten en visies‟.

13

standaardiseringsvraagstukken en regeldrukaspecten zoals ook het geval is bij het huidige concept van

het Ondernemingsdossier. In beide gevallen zal ook bij het regelhulpaspect van het

HorecaOndernemingsdossier (smal of breed) robuuste ondersteuning door en samenwerking met de

overheid gewenst zijn (ook hier informeel medebewind).

Bevindingen

Het uitgangspunt van een kritische beoordeling van de PBO onderschrijft het BHC. Sterker nog: in de

afgelopen jaren heeft het BHC veel van de elementen van de kabinetsvisie al gerealiseerd. Andere

elementen heeft het BHC in ontwikkeling op een manier die past bij de visie die is neergelegd in de

kabinetsnotitie. Veel hangt echter af van de uitwerking van het nu voorziene theoretische kader van de

PBO. Wat dit theoretische kader betreft constateert het BHC dat uitgangspunten als algemeen belang

en gemeenschappelijk belang van de Wet BO nu worden vervangen door een begrip publiek belang

dat zich lijkt te beperken tot onderwerpen die op enigerlei wijze te maken hebben met veiligheid in

brede zin. Bij een onderwerpsgewijze analyse van huidige activiteiten en voorziene activiteiten is

BHC gebleken dat een rigide onderscheid op basis van het door het kabinet aangereikte theoretische

kader haar doel voorbij zal schieten.

Het zal nog een puzzle zijn, ook als de wet is aangenomen, om te beoordelen wanneer sprake is van

een publiek belang of niet en wanneer aan de criteria wordt voldaan om in aanmerking te komen voor

de uitzondering. Uit de analyse blijkt dat aan de criteria voor het maken van een uitzondering voor

BHC vaak kan worden voldaan. Ook het derde criterium zal waarschijnlijk van toepassing zijn op

BHC. Weliswaar kent de branche niet veel ZZP-ers, de branche kent wel veel eenmansbedrijven. Ook

is er weinig financieel draagvlak. De horecabranche staat er om bekend dat de marges vaak laag zijn.

Er ontbreken ontwikkelings- en onderzoeksfondsen (O&O fondsen). Het zou goed zijn als fracties

ingefluisterd kan worden dat zij in de voorbereidende onderzoeken of tijdens het algemeen overleg

vragen om de juistheid van de uitleg van het derde criterium bevestigd te krijgen.

Stel dat het Ondernemingsdossier, de bedrijfsvergelijkingen en de voedselveiligheid door de minister

van EL&I beoordeeld worden als vallende onder de noemer van een “autonome taak met een publiek

belang” die BHC “het meest doelmatig en doeltreffend kan uitvoeren”, en waarom zou dat niet het

geval zijn, dan is er geen twijfel dat BHC kan voortbestaan in het nieuwe stelsel.

Toekomstvisie BHC zal ook in een nieuw PBO stelsel legitimiteit hebben. Zijn verbindende rol tussen werkgevers,

werknemers en overheid, tussen scholing, arbeid en (horeca)economie en tussen horecaondernemers,

banken en horecaleveranciers is niet weg te denken. Zonder de activiteiten van BHC raakt de

horecasector verweesd.

In iedere toekomstvisie is het voor BHC noodzakelijk dat zij - en dus ook de overheid - kan

beschikken over een volledige registratie van horecaondernemers. De Kamers van Koophandel of het

toekomstige Ondernemersplein kunnen hiervoor geen alternatief bieden, omdat deze organisaties

centraal opereren en niet over de wettelijke mogelijkheden zullen beschikken om die gegevens op te

vragen van horecaondernemers die BHC wel kan opvragen. Het antwoord hierop zou kunnen zijn dat

de Kamers van Koophandel of hun opvolger alsnog dergelijke wettelijke bevoegdheden kunnen

worden gegeven. Ook dat is geen optie, omdat draagvlak daarvoor geheel zal ontbreken. De Kamers

van Koophandel staan daarvoor te ver van de horecaondernemers af en beschikken ook niet over een

zodanig track record dat ze dat draagvlak alsnog zullen kunnen verwerven (vergelijk de voorgenomen

afschaffing van de heffingsbevoegdheid van de KvK‟s en het verder centraliseren van hun taken).

14

Bijlage 2. Inventarisatie en analyse positie BHC

Inleiding

In dit memo wordt de positie van BHC geanalyseerd aan de hand van de uitgangspunten van de

kabinetsnota „Het PBO-stelsel: naar een nieuwe kern‟ en de twee onderliggende stukken (rapport

„Beoordelingskader product- en bedrijfschappen‟ en het onderzoek van EIM/IOO „De PBO in 2010,

Een inventarisatie van cijfers, feiten en visies‟). Voor deze analyse wordt de clusterindeling uit het

onderzoek van EIM/IOO gevolgd. Deze clusterindeling ziet er geaggregeerd voor BHC (voor 2010)

als volgt uit:

Tabel 1 Totale lasten PBO en BHC in 2010; onderscheid naar medebewind en

activiteitenclusters (in miljoenen euro’s)

Activiteitencluster Bedrijfschappen waarvan BHC

€ € Inzet eigen fte

Medebewind 0,1 0

1. Verzamelen (bedrijfs)gegevens 8,3 1,84 11,5

2. Voorlichting bedrijfsgenoten 9,0 0,663 3,2

Belangenbehartiging 2,1 0

3. Publieksvoorlichting 1,9 0,229 2,5

Promotie 7,7 0

4. Opleiding en scholing 11,7 6,3 0

5. Arbeid en arbeidsmarkt 2,9 0,263 0,6

6. Bevorderen veiligheid, Arbo etc. 5,2 0,014 0,1

Plant- en dierziekten 0,2 0

7. Kwaliteitsbevordering 9,3 1,683 2,2

8. Voedingsveiligheid etc. 0,3 0,027 0,1

9. MVO 1,6 0,003 0,1

10. Onderzoek & innovatie 5,9 0,301 1,2

11. Overig 0,9 0

Totaal 67,0 11,323 21,5

Hierna worden de clusters 1 t/m 11 geanalyseerd aan de hand van het kabinetsstandpunt op dezelfde

wijze als is gedaan in de bijlage bij het rapport Beoordelingskader product en bedrijfschappen. De niet

genummerde activiteiten in de tabel komen bij BHC niet voor en behoeven geen analyse. In verband

met het ontbreken van medebewindstaken bij BHC wordt na de op BHV toegesneden beschrijvingen

van de clusters daarom ook alleen het onderscheid autonome taak met en zonder (voldoende) publiek

belang uitgewerkt.

Clustergewijze analyse van de BHC activiteiten in het licht van het kabinetsstandpunt

Op welke wijze zijn de activiteiten die het BHC nu uitvoert of voornemens is uit te voeren te

kwalificeren als autonome taken met een publiek belang dan wel als taken zonder een publiek belang?

Naar (formele) medebewindstaken wordt niet gekeken, omdat BHC deze niet uitvoert.

15

De belangrijkste activiteiten die BHC nu uitvoert hebben wij gegroepeerd volgens de clusterindeling

van EIM/IOO. Per activiteit is gekeken of voldaan wordt of kan worden aan de criteria die gelden voor

autonome taken met en zonder publiek belang. Wij komen dan tot de volgende zienswijze.

1. Verzamelen (bedrijfs)gegevens

Beschrijving

Voor BHC is het verzamelen en teruggeven van marktinformatie, statistische informatie en branche-

onderzoek de belangrijkste autonome activiteit. Technologische ontwikkelingen hebben het mogelijk

gemaakt verzamelde informatie te verrijken en te delen. Dit verzamelen, verrijken en delen vormt

tevens een belangrijke basis voor het Ondernemingsdossier dat nu wordt ontwikkeld.

Het beschikbaar zijn van deze gegevens acht het BHC van groot belang voor het formuleren van de

bedrijfsstrategie en het daarbij behorende bedrijfsbeleid van de horecaondernemers. De horecasector

kent een groot aantal kleine bedrijven met een bescheiden organisatiegraad waarvoor deze informatie

alleen via het schap op een laagdrempelige en weinig kostbare manier ter beschikking kan komen.

BHC verschaft op deze manier al geruime tijd een op de sector toegesneden faciliteit voor

benchmarking. Het register van BHC voegt aan de basisinformatie van de KvK informatie toe over de

omvang en het rendement, type bedrijf en personeel. Hierdoor ontstaat een register met unieke

gestandaardiseerde informatie over de aanbodkant van bedrijven in de horecasector, die via een

geografisch georiënteerde databank wordt ontsloten.

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

Het verzamelen van bedrijfsgegevens wordt door het kabinet niet gezien als een taak die “ten goede

komt aan de hele samenleving en die ook alleen kan worden gerealiseerd door bemoeienis van een

publiek orgaan” omdat volgens het beoordelingskader ook anderen de informatie kunnen verzamelen.

In beginsel dus geen eigenstandige taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft voor het

BHC.

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC?

Voor de horecasector is het verzamelen van bedrijfsgegevens een gemeenschappelijk belang.

Daarnaast is ook sprake van een algemeen belang omdat de bedrijfsgegevens van de horecasector ook

van grote betekenis zijn voor tal van stakeholders, zoals werknemers, banken, leveranciers,

verzekeringsbedrijven en de overheid, en tal van doeleinden zoals toegang tot kredieten, goedkopere

bancaire en leverancierskredieten, lagere inkoopkosten en verloningskosten, en betere afstemming en

inzet van personeel bij werkgevers. Stopzetten van het verzamelen van bedrijfsgegevens door BHC is

geen efficiënte optie omdat dit voor de grotere bedrijven kostenverhogend werkt (out of pocket kosten

van inefficiënte, gefragmenteerde gegevensverzameling) en voor kleine bedrijven dat zij worden

afgesneden van adequate informatievoorziening. Een alternatief voor de gegevensverzameling door

BHC lijkt niet voorhanden. CBS stoot dergelijke taken af (niet in voldoende mate een publiek belang)

ander organisaties waaronder de brancheorganisaties missen om verschillende redenen een voldoende

breed gedragen vertrouwen in de sector. Voor BHC speelt voorts een rol dat voor de horecasector al

een tijd wordt toegewerkt naar kostenbesparende innovatie door slimmere gegevensverwerking en -

uitwisseling. Het gaat daarbij om een slimme combinatie van standaardisering, ketenintegratie en

kwaliteitsverhoging met de mogelijkheid van spin-off faciliteiten met betrekking tot krediet,

veiligheid, gezondheid, arbeidsmarkt enz. Deze innovatie wordt met het oog op verlichting van

16

administratieve lasten bij het bedrijfsleven en kostenverlaging bij de overheid aangejaagd door het

programma Sggv van het ministerie van EL&I.

2. Voorlichting en informatieverstrekking aan bedrijfsgenoten

Beschrijving

BHC brengt publicaties en nieuwsbrieven uit, verstrekt informatie via websites en ontsluit databanken.

BHC biedt ook diensten aan via helpdesken (bijv. [email protected]) en andere

vormen van advies (Q&A‟s). Voor een belangrijk deel houden deze activiteiten verband met hetgeen

hiervoor onder 1) verzamelen (bedrijfs)gegevens is beschreven. Een ander deel vloeit voort uit de

algemene heffingen en bestemmingsheffingen die het bedrijfschap oplegt. Weer een ander deel vloeit

voort uit de intermediaire functie die BHC vervult tussen wetgeving enerzijds en uitvoering en

handhaving anderzijds. Regelhulpen en andere middelen van communicatie zijn vaak nodig om het

adagium “iedereen hoort de wet te kennen” dichter bij de werkelijkheid te brengen. Dit cluster heeft

soms ook een verbinding met scholingsactiviteiten en professionalisering.

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

Voorlichting en informatieverstrekking aan bedrijfsgenoten is geen publieke taak op zich. Deze

activiteiten kunnen ook door private organisaties worden uitgevoerd, bijv. door brancheorganisaties.

Daar past de kanttekening bij dat voorlichting in beginsel volgend is. Is voorlichting nodig om een

publieke taak goed te kunnen uitvoeren dan is sprake van voorlichting die in voldoende mate een

publiek belang heeft. De voorlichting die nodig is ter zake van de heffingen van BHC of voorlichting

met het oog op transparantie van bestuursactiviteiten van BHC, betreft dus een publieke taak. In het

verlengde daarvan kan hetzelfde worden gesteld met betrekking tot regelgeving voor de horecasector

waarbij de centrale overheid de noodzakelijke voorlichting geheel of gedeeltelijk overlaat aan BHC als

organisatie die de hele sector dekt (d.i. medebewind zonder regelgeving en financiering, voorbeeld

regelhulp hygiënecode).

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC?

Voorlichting met betrekking tot het verzamelen van bedrijfsinformatie is ook inherent aan de activiteit

“verzamelen van bedrijfsgegevens”. De vraag of hier een aanvullende taak voor het BHC aanwezig is

moet dan ook worden beantwoord conform het antwoord met betrekking tot die leidende activiteit. Als

er bij de voorlichting een verbinding is met scholingsactiviteiten en professionalisering moet bovenal

worden gekeken hoe en waar de leidende activiteit scholingsactiviteiten is belegd. In het geval van

BHC zijn de scholingsactiviteiten enz. belegd bij de Stichting Vakbekwaamheid Horeca en de

Stichting Voorlichting Leerlingen. Dat houdt in dit geval in dat de voorlichtende taak vanuit het BHC

verwaarloosbaar is omdat SVH en SVL daarin voorzien.

3. Publieksvoorlichting

Beschrijving

Met publieksvoorlichting wordt bedoeld voorlichting aan het algemene publiek en intermediaire

organisaties. Voor BHC gaat het blijkens het onderzoek van EIM/IOO om voorlichtingscampagnes en

op publiek gerichte publicaties. Het gaat hierbij veelal om incidentele activiteiten zoals aanwezigheid

17

samen met KHN op beurzen en om publicaties zoals “Cijfers liegen niet”. Het zijn beperkte

activiteiten die nodig zijn om interactief voeling te houden met de (potentiële) afnemers en

werknemers in de horecasector.

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

Voorlichting en informatieverstrekking aan het algemene publiek en intermediaire organisaties is geen

publieke taak op zich. Deze activiteiten kunnen ook door brancheorganisaties worden uitgevoerd. In

het geval van BHC betreft het marginale activiteiten die veelal op verzoek van brancheorganisaties of

andere organisaties worden verricht bij gebrek aan mogelijkheden om samen te werken met andere

niet publieke organisaties.

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC?

In uitzonderlijke gevallen zal publieksvoorlichting betrekking kunnen hebben op de intermediaire

functie die BHC vervult tussen wetgeving enerzijds en uitvoering en handhaving anderzijds. Denk aan

wijzigingen in de Drank en Horecawet.

4. Opleiding en scholing

Beschrijving

Tot 2009 was de financiering van arbeidsmarkt- en scholingsactiviteiten een taak van het SFH (Sociaal

Fonds Horeca). Het bestuur van BHC heeft op verzoek van de sociale partners, die ook het bestuur van

het SFH vormden, besloten om met ingang van 2009 de financiering en coördinatie van

subsidieaanvragen bij het BHC onder te brengen. Deze verantwoordelijkheid werd passend geacht bij

de aanjagende, faciliterende en coördinerende rol van BHC in maatschappelijke projecten. Daarnaast

bood het kansen om praktisch gebruik te maken van de arbeidsmarktinformatie waarover BHC

beschikt. Een commissie, bestaande uit de sociale partners, beoordeelt het subsidiebeleid en de

subsidieaanvragen. BHC faciliteert de besluitvorming, verzorgt de administratieve afhandeling,

monitort de uitvoering van het beleid en beheert de financiën. Er zijn ook specifieke

samenwerkingsprojecten zoals de Scholingsboulevard in Enschede, een nieuwe onderwijsvorm om het

aantal schoolverlaters terug te dringen en om betere beroepskrachten op te leiden (via de werkgroep

Sociale Innovatie met een coördinerende rol voor BHC)

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

Opleiding en scholing van werkenden wordt beschouwd als een private aangelegenheid omdat er

voldoende scholingsinstituten op de markt zijn waar ondernemers en hun werknemers terecht kunnen.

BHC beperkt zich echter tot een publieke taak, te weten het heffen voor opleiding en scholing. De stop

gezette private financiering via de algemeen verbindend verklaarde Fonds-CAO kende de

onwenselijke situatie dat sommige ondernemers wel profiteerden van de activiteiten maar er niet aan

meebetaalden.

18

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC?

Met de bestemmingsheffing financiert BHC bepaalde instellingen zoals de Stichting Vakbekwaamheid

Horeca (SVH). Deze stichting vervult onder meer een intermediaire rol (opleidingswijzer, accreditatie

enz.) die andere schappen in eigen huis vervullen. Dit kan vanuit de level playing field gedachte

aanleiding zijn om ook een vraagteken te plaatsen bij het continueren van de publieke

heffingsactiviteit van BHC. Ook in dat geval kan de heffingsactiviteit als taak bij het BHC blijven op

grond van toestemming van de minister van EL&I omdat gebleken dat is dat de sociale partners ter

vermijding van zwartrijdersgedrag het publiek gezag van BHC noodzakelijk achten.

5. Arbeid en arbeidsmarkt

Beschrijving

De activiteiten van BHC op terrein van arbeid en arbeidsmarkt betreffen arbeidsmarktonderzoek en

informatie, activiteiten in het kader van de CAO en leeftijdsbewust personeelsbeleid. Ook hier hebben

de sociale partners in de Horeca een duidelijke knip aangebracht tussen beleidbepaling en financiering

enerzijds en uitvoering anderzijds. BHC voorziet in de kennis en, op basis van de

arbeidsmarktanalyse, de richting en stelt middelen beschikbaar. De uitvoering van het

arbeidsmarktbeleid wordt uitbesteed en is gericht op de beschikbaarheid van voldoende werkenden

qua aantal en kwalificatie.

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

De sectorbrede en algemene belangen van activiteiten ten aanzien van arbeid en arbeidsmarkt vormen

volgens de afweging in het beoordelingskader aanleiding om hier in beginsel taken voor de sociale

partners aan de CAO tafel en brancheorganisaties te zien. Niet in voldoende mate een publiek belang

dus. Bij BHC is echter een knip gemaakt tussen een publiek deel (beleid en heffen via een

bestemmingsheffing) en uitvoering. Voor het publieke deel kan een publieke taak en een publiek

belang worden geconstateerd.

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC?

Voor een marginaal deel kunnen de activiteiten voor arbeid en arbeidsmarkt overgaan naar

onderzoeksbureaus en brancheorganisaties. Het betreft een marginaal deel omdat de sociale partners in

de praktijk al een zorgvuldige balans hebben nagestreefd in de toedeling van activiteiten. Voor het

heffingsdeel waarmee bijvoorbeeld de Stichting Voorlichting Leerlingen wordt gesubsidieerd, geldt

hetzelfde als hiervoor is uiteengezet met betrekking tot de Stichting Vakbekwaamheid Horeca. Ook

hier kan de heffingsactiviteit als taak bij het BHC blijven op grond van toestemming van de minister

van EL&I omdat gebleken dat is dat de sociale partners ter vermijding van zwartrijdersgedrag het

publiek gezag van BHC noodzakelijk achten.

6. Bevorderen veiligheid, ARBO enz.

Beschrijving

In dit cluster zijn de activiteiten van BHC: bevorderen van veilig & gezond werken door voorlichting

en cursussen en onderzoek naar arbeidsomstandigheden. Het betreft in 2010 een marginale activiteit

gezien het budget van € 14 000 (zie voor een voorbeeld ttp://www.kenniscentrumhoreca.nl/Artikel/11-

19

04-21/Controles_ter_voorkoming_agressie_tegen_medewerkers.aspx waaruit blijkt dat slim wordt

doorgelinkt) . Gezien de aanpak van het HBD om te komen tot structurele afspraken op het gebied van

veiligheid (Keurmerk Veilig Ondernemen) en de samenwerking in dat kader met het ministerie van

Veiligheid en Justitie is BHC in zeker zin een free rider. De cultuur in de horecasector “de gast is

leidend” brengt ook behoudendheid mee op het terrein van veiligheid. Het is echter niet uitgesloten dat

BHC in de toekomst nodig is in het kader van intensivering van sociale veiligheid.

Een concreet voorbeeld van een dergelijke intensivering betreft de conclusie uit de rapportages van de

Arbeidsinspectie dat er relatief veel ongevallen voorkomen in de horeca. Daarom heeft het ministerie

van SZW de horeca aangewezen als speerpuntbranche voor arbeidsveiligheid. Door branchegericht en

effectief aandacht te besteden aan dit onderwerp, moet het aantal arbeidsongevallen in de horeca met

25 procent worden teruggebracht. Daarom heeft de werkgroep sociale innovatie (samenwerking van

sociale partners, Kenwerk, SVH en BHC) het thema arbeidsveiligheid op de agenda geplaatst In

overleg met de bestuursorganisaties is er een pakket deelprojecten vastgesteld, gericht op

gedragsverandering van werkgevers en werknemers. De subsidieaanvraag hiervoor is door het

ministerie van SZW gehonoreerd. Het project Arbeidsveiligheid in de horeca loopt door tot in 2012. Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

De marginale activiteiten van BHC in 2010 betreffen een sectorbelang en daarmee geen publiek

belang. In de kabinetsvisie worden de autonome taken die in voldoende mate een publiek belang

betreffen, in feite beperkt tot activiteiten die veiligheid in brede zin betreffen. Zoals hiervoor

beschreven kan er voor BHC op het punt van sociale veiligheid een taak weggelegd zijn en kan in dat

geval ook sprake zijn van een publiek belang in de zin van het kabinetsstandpunt. In het beschreven

geval van arbeidsveiligheid is er zelfs sprake van een vorm van medebewind.

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC?

In het kader van een toekomstvisie voor BHC kunnen zich in dit cluster verschillende activiteiten

aandienen die gewenst worden door de relevante omgeving van BHC. Dit zullen vaak activiteiten zijn

die gewenst worden door de centrale overheid, sociale partners en/of brancheorganisaties maar niet

worden gezien als voldoende publiek belang. Ook dan zijn met toestemming van de minister van

EL&I BHC-activiteiten mogelijk.

7. Kwaliteitsbevordering

Beschrijving

Voor BHC noemt het onderzoek van EIM/IOO drie activiteiten in de cluster Kwaliteitsbevordering.

Het betreft het bevorderen van ondernemerschap en de kwaliteit c.q. professionaliteit van

ondernemers, bedrijfsvergelijkingen en de Nederlandse Hotelclassificatie.

Voor het Bedrijfschap Horeca en Catering geldt dat sinds 2010 het digitale platform MijnHoreca en

het Ondernemingsdossier wordt ontwikkeld. Het innovatieve platform richt zich op het verzamelen en

verspreiden van kennis en informatie en ook op het ondersteunen van de bedrijfsvoering door middel

van handzame tools en bedrijfsvergelijking. Ook is MijnHoreca het platform voor de

„horecacommunity‟, gericht op contact met en tussen ondernemers met als doel het delen van kennis te

stimuleren. Het BHC verzorgt de Nederlandse Hotelclassificatie en voert daarvoor een

bestemmingsheffing uit.. De doelstelling hiervan is tweeledig: het door middel van 'sterren' helpen van

20

de consument bij diens keuze voor hotels en het aan hotels bieden van een instrument om zich in de

markt te profileren.

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

Kwaliteitsbevordering heeft alleen in voldoende mate een publiek belang volgens het kabinetstandpunt

als er directe samenhang is met autonome taken met een publiek belang (voedselveiligheid en

gezondheid). Voor BHC is dit aspect van kwaliteitsbevordering qua activiteit niet de hoofdzaak

hoewel er wel samenwerking is met bijvoorbeeld de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (vgl. de

nieuwe Hygiënecode voor ambachtelijke IJsbereiding) en verantwoordelijkheid bestaat voor de

hygiënecode. Het zwaartepunt van de kwaliteitsbevordering van BHC ligt op het terrein van

uitwisseling van financiële en financieel georiënteerde gegevens (vgl. bedrijfsvergelijking,

verschillende tools zoals die voor kostprijsberekening, het ondernemingsdossier enz.). De

standaardisering die hierbij aan de orde is staat in directe relatie met de regelgeving en bedrijfsvoering

van de centrale overheid. Er is hier in verschillende dossiers sprake van een feitelijke vorm van

medebewind onder meer door de financiering vanuit het ministerie van EL & I.

De hotelclassificatie dient geen publiek belang in de definitie van de kabinetsnota maar het publiek (en

de sector) heeft wel degelijk belang bij onafhankelijke toetsing ook al gaat niet iedereen naar een

hotel. De hotelclassificatie wordt lean en mean geregeld en uitgevoerd en kan niet efficiënt en

voldoende dekkend worden uitgevoerd door een andere organisatie. Ook het voorziene tuchtrecht met

betrekking tot de hotelclassificatie is een element dat vraagt om een publieke aanpak.

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC

Met betrekking tot de kwaliteitsbevordering staat BHC voor een geïntegreerde aanpak. De

financieringsmogelijkheden in combinatie met het draagvlak (bij de bedrijven en de stakeholders maar

vooral ook bij de minister van EL&I) zijn bepalend voor de innovatieslagen die BHC hier ten behoeve

van de horecasector (en de sectoren die willen en kunnen volgen) wil maken. Dat bepaalt ook de mate

van publiek belang dat hier in potentie aanwezig is.

8. Voedingsveiligheid etc.

Beschrijving

BHC is codehouder van de HACC hygiënecode voor de horeca. HACCP staat voor „Hazard Analysis

and Critical Control Points‟. In het Nederlands: analyse van de gevaren en de kritische beheerspunten

in het productieproces.

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

In de kabinetsvisie betreffen de activiteiten met betrekking tot de hygiënecode een publiek belang. Het

ligt in de lijn van het kabinetsstandpunt voorts voor de hand dat deze activiteit een taak voor het BHC

blijft. Dat geldt ook voor inherente activiteiten zoals de samenwerking met de nVWA en de

samenwerking met het ministerie van EL&I waar het gaat om de innoverende ontwikkeling van de

regelhulp hygiënecode. In het verlengde daarvan moet worden gewezen op de mogelijkheden die de

doorontwikkeling van het ondernemingsdossier biedt zoals het volgen en traceren van producten met

het oog op voedselveiligheid. Het is van groot belang dat er op dit terrein ruimte blijft voor de door

BHC in gang gezette innovatie.

21

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC

Voedselveiligheid betreft een publiek belang zodat de vraag “ aanvullende taak” ij dit cluster niet

relevant is.

9. MVO

Beschrijving

BHC besteedt met een beperkt budget aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en stimuleren

van duurzaamheid algemene aandacht in de horecasector, onder meer door het opstellen van

rapportages over MVO.

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

MVO volgt de beoordeling van een aantal activiteiten van BHC. Het betreft duurzaam inkopen, het via

de website ter beschikking stellen van een tool van KHN waarmee de gast kan zien wat de herkomst is

van producten en gerechten (zie punt 8) en nieuwsbrieven over de verschillende aspecten van

duurzaam ondernemen.

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC

Ook hier volgt MVO de beoordeling van de hiervoor genoemde activiteiten van BHC.

10. Onderzoek en innovatie

Beschrijving

In het onderzoek van EIM/IOO wordt voor 2010 met betrekking tot technisch onderzoek de website

voor verspreiding van innovatie en sociale innovatie genoemd. Op de website wordt mededeling

gedaan van innovaties in de bedrijfstak door middel van interviews bij horecaondernemers en

horecawerknemers. Sociale innovatie betreft de activiteiten onder de vleugels van de al eerder

genoemde werkgroep sociale innovatie waarin verschillend partijen samenwerken. In 2009 heeft deze

werkgroep onderzocht welke knelpunten in de sector via sociale innovatie kunnen worden aangepakt.

Daarop zijn verschillend initiatieven gevolgd. In 2011 komt bijv. in het kader van levensfasebewust

personeelsbeleid een “levenfasematrix”beschikbaar.

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

Onderzoek en innovatie moet volgens het beoordelingskader worden beoordeeld al naar gelang het

onderwerp waarop het betrekking heeft.

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC

Onderzoek en innovatie moet volgens het beoordelingskader worden beoordeeld al naar gelang het

onderwerp waarop het betrekking heeft.

22

11. Overig

Beschrijving

Het Bureau Eerlijke Mededinging (BEM!) treedt op tegen oneerlijke concurrentie van organisaties die

(para)commerciële activiteiten ondernemen, met commerciële horeca-activiteiten. Paracommerciële

instellingen die - al dan niet gesubsidieerd - buiten hun doelstelling horecadiensten verlenen aan het

publiek, maken zich schuldig aan oneerlijke mededinging. Door subsidiëring en door het gebruik van

vrijwilligers, met als gevolg lage loonkosten, kunnen dergelijke instellingen op oneerlijke voet

concurreren met de plaatselijke horeca door horeca-activiteiten uit te voeren die vallen buiten de

doelstelling van de instelling. BEM! wordt gefinancierd door het Bedrijfschap Horeca en Catering.

Autonome taak die (in voldoende mate) een publiek belang heeft?

Overeenkomstig het beoordelingskader van de kabinetsnota gaat het bij de subsidiëring van de

stichting BEM! om een sectorbelang en niet om een publiek belang. BEM! is echter een aanvulling op

de handhavingsinspanningen van gemeenten waarin noch door de gemeenten zelf kan worden

voorzien noch door andere organisaties. Een minimalistisch alternatief zou zijn een kliklijn opgezet

door de brancheorganisaties.

Autonome taak zonder voldoende publiek belang, een aanvullende taak voor BHC

Vanuit de verantwoordelijkheid voor een goede marktwerking en de efficiëntie kan de minister van

EL&I dit als een aanvullende taak van BHC zien. Hij kan in dit geval ook direct subsidiëren maar zal

dan te maken krijgen met extra organisatie- en overheadkosten.

23

Gevolgen voor de BHC-organisatie met daarbij de vergelijking met de door het kabinet

voorgestane afslanking en modernisering.

De huidige bemensing van de BHC-organisatie is bescheiden: een formatie van 21,5 fte is super lean

in vergelijking met de ruim 40 000 ondernemers en 300 000 werknemers in de horecasector. De

afgelopen jaren heeft BHC al een afslankingsproces doorgemaakt. Tekenend is dat de afslankings-

voorbeelden die nu rondgaan, voor BHC niet opgaan omdat de clusters Belangenbehartiging en

Promotie bij BHC niet voorkomen.Een rigide toepassing van het kabinetuitgangspunt “alleen behoud

van de huidige activiteiten die verband houden met veiligheid en gezondheid” zou deze formatie

niettemin afslanken tot enkele fte‟s. Dat is slechts een virtuele papieren werkelijkheid. De

levensvatbaarheid van zo‟n kleine formatie zou zelfs te gering zijn om aanspraak te maken op een

klein kamertje in een nieuw PBO-huis. Waarom is dit een virtuele werkelijkheid? Dat komt omdat de

taken met een publiek belang onderdeel uitmaken van de integrale benadering van de horecasector die

door BHC wordt toegepast. Kwaliteitsbevordering in de horecasector die absoluut noodzakelijk is, kan

niet worden opgeknipt in activiteiten die direct worden gerelateerd aan veiligheid. Voedselveiligheid

in de horecasector kan niet worden bereikt met 1of 2 fte in een PBO-huis. Voedselveiligheid kan ook

niet worden bereikt als geen gebruik wordt gemaakt van de digitale mogelijkheden die er nu zijn.

In afwachting van het uitkristalliseren van de in gang gezette besluitvorming over een nieuw PBO-

stelsel is het nu nog niet zinvol om concrete scenario‟s te maken over de transformatie naar een nieuw

BHC. Ervan uitgaande dat de begroting voor 2012 wordt geaccordeerd is het voor de huidige formatie

van BHC in 2012 alle hens aan dek om de horecasector goed te blijven bedienen. Gezien het

wetgevend traject dat moet worden gelopen, is het heel goed mogelijk dat ook in 2013 in dezelfde lijn

zal kunnen worden doorgewerkt. Parallel moet de discussie worden gevoerd over de takenanalyse

waarvoor hiervoor een aanzet is gegeven. In onderstaand overzicht is een globale indicatie gegeven tot

welke formatieuitkomsten deze analyse zou leiden met daarnaast het fictieve resultaat van een rigide

kabinetsaanpak.

Tabel 2 Globale formatieuitkomsten BHC

Activiteitencluster

Afslanking cf.

analyse in %

Inzet eigen

fte in 2010

Afslanking cf.

analyse in fte

Rigide afslanking

cf. kabinet in fte

1. Verzamelen (bedrijfs)gegevens 40% 11,5 4,5 10,5

2. Voorlichting bedrijfsgenoten 30% 3,2 1 3

3. Publieksvoorlichting 80% 2,5 2 2,5

4. Opleiding en scholing 0% 0 0

5. Arbeid en arbeidsmarkt 50% 0,6 0,3 0,6

6. Bevorderen veiligheid, Arbo etc. 0% 0,1 0,1

7. Kwaliteitsbevordering 0% 2,2 0,2

8. Voedingsveiligheid etc. 0% 0,1 0

9. MVO 0% 0,1 0

10. Onderzoek & innovatie 50% 1,2 0,6 0,6

11. Overig

Totaal 40% 21,5 8,4 17,5