ramon postma-master of landscape architecture-avondrood
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
‘Avondrood’ AAN DE VOORAVOND VAN EEN HERNIEUWD BIOCOLLECTIEF IN DE MOI! MARKE
AFSTUDEERPLAN RAMON POSTMAMASTER LANDSCHAPSARCHITECTUURACADEMIE VAN BOUWKUNST11 JULI 2013
R
KB ix(i )
ix(i )
@
r
k
b
@
ix
M =
2
‘Avondrood’ AAN DE VOORAVOND VAN EEN HERNIEUWD BIOCOLLECTIEF IN DE MOI! MARKE
RAMON POSTMAHOF VAN ADWAITA 187411 VR DEVENTER T 06 205 89 207E [email protected]
AFSTUDEERVERSLAG MASTER LANDSCHAPSARCHITECTUURDATUM TENTAMEN III 11 JULI 2013
AFSTUDEERCOMMISSIEBRUNO DOEDENS (MENTOR)MIRANDA REITSMA (COMMISSIELID)PAUL ACHTERBERG (COMMISSIELID)
TOEGEVEOGDE GECOMMITEERDEN TENTAMEN IIIMIRJAM KOEVOETROB VAN LEEUWEN
R
KB ix(i )
ix(i )
@
r
k
b
@
ix
M =
2 3
Inhoud
PROLOOG ‘ AVONDROOD’ PAG. 5
1. AANLEIDING EN INSPIRATIE PAG. 6
2. HET LAND TUSSEN VELUWE EN IJSSEL PAG. 10
INTERMEZZO: DE OPGAVE VAN 20.000 WONINGEN ALS LINTEN IN HET LANDSCHAP PAG. 14
3. OPGAVE VOOR HET LAND TUSSEN VELUWE EN IJSSEL PAG. 23
4. DE WONING EN DE RUIMTEPRODUCTIE PAG. 24
5. RUIMTELIJKE STRATEGIE VAN HET BIOCOLLECTIEF PAG. 32
6. ONTWERP VAN DE MOI! MARKE PAG. 36
7. WONEN IN HET DAL VAN DE LAAGLANDBEEK PAG. 54
8. CONCLUSIE EN TERUGBLIK PAG. 62
9. LITERATUUR- EN BRONNENLIJST PAG. 63
5
Proloog
3 juli 2013 21:34
Ruim een week voor tentamen III zat ik in de tuin mijn afstuderen te overdenken en opeens streek een
Avondroodvlinder neer. Een prachtige grote nachtvlinder.
Opeens wist ik het: “Avondrood zou de titel worden van mijn afstudeerplan.
“Avondrood - aan de vooravond van een nieuw biocollectief tussen mens en natuur.”
Avondrood is de rode kleur van het hemelgewelf dat te zien is als de zon bijna ondergaat.
“Avondrood, mooi weer aan boord”. Dit bekende gezegde, waarvan alleen al de Nederlandse taal zo’n tweehonderd
varianten kent, is een van de populairste en oudste weerspreuken.
Avondrood staat voor mij symbool voor bezinning en reflectie op de dag, het leven, de maatschappij en het
vooruitzicht hoe het morgen wordt of beter gezegd zou moeten worden.
Want rood is ook een signaalkleur. Het geeft aan dat er iets niet goed gaat.
De afstand tussen mens en natuur is groot en de natuur maakt geen vanzelfsprekend onderdeel meer uit van ons
dagelijks leven. Dit vind ik zorgelijk en moet anders. In mijn afstuderen staat de (hernieuwde) relatie tussen mens
en natuur centraal. Hoe maken wij de natuur onderdeel van ons dagelijks leven en maken wij gebruik van de
intrinsieke kracht en pracht van de natuur.
Het plan Avondrood symboliseert de overgang naar het noodzakelijk anders denken over natuur in relatie tot
ruimtelijke opgaven en uitdagingen voor de toekomst. In het afstudeerontwerp laat ik zien hoe de natuur een
prachtig vanzelfsprekend onderdeel van ons dagelijks leven wordt.
Morgen wordt alles anders!
6
R
KB ix(i )
ix(i )
@
r
k
b
@
ix
M =
Inspiratie Gunter Pauli’s ‘Blauwe Economie’
Hij spreekt van
‘........een nieuw bewustzijn en dat de Blauwe economie helemaal niet zo moeilijk is als wij bereid zijn oude gewoontes op te geven’....’Diepe ecologie,
permacultuur en duurzaamheid zijn begrippen die de eerste zaadjes van het groen denken hebben geplant. Deze ideeën leerden ons te beseffen dat
we duurzame grondstoffen in onze gebouwen en producten moeten gebruiken. Hoewel we inmiddels beginnen te begrijpen hoe belangrijk duurzame
processen zijn, weten nog maar weinigen hoe we ze ook economisch levensvatbaar moeten maken. Als we de virtuositeit, het efficiënte gebruik en
eenvoud van de natuur beter gaan begrijpen, kunnen wij die functionaliteit die in de logica van het ecosysteem is ingebed nabootsen en succesvoller
worden dan de huidige sterk geglobaliseerde industrie’......
6 7
Kritiek op de ruimtelijke scheiding
De ruimtelijke scheiding heeft een planologisch landschap opgeleverd waarbij wonen, werken, recreatie, landbouw
en zelfs natuur tot separate ruimtelijke opgaven zijn verworden. Ik ben van mening dat met het systeemdenken
vanuit de planologie onvoldoende gebruik wordt maakt van het ecosysteem om antwoorden te vinden op de
ruimtelijke en ecologische vraagstukken en een veranderende maatschappij. Sterker nog het ecosysteem wordt
verbruikt. Stedelijke uitbreidingen annexeren landelijk gebied en transformeren het naar suburbaan stedelijk
weefsel voor wonen en werken waarbij goede landbouwgronden worden verbruikt. Diezelfde landbouw is bezig
met een enorme schaalvergroting en pleegt roofbouw op de gronden waardoor de biodiversiteit steeds verder
afneemt. Tegelijkertijd verliest de natuur zijn ruimtelijke en budgettaire claims in het maatschappelijk debat. De
natuur en de biodiversiteit staan daarmee onder toenemende druk. Het brengt de discussie rond natuur echter
wel weer op gang! Dat is goed en biedt ruimte om de natuuropgave op een andere wijze te bezien. Ook staat
de betaalbaarheid van wonen onder druk en ligt de ruimteproductie zo goed als stil. Dat vraagt om een andere
benadering.
Het Ecosysteem
“Een ecosysteem wordt gevormd door de wisselwerking tussen alle organismen en een abiotische omgeving binnen een zekere geografische of anderszins afgebakende eenheid. “
Ik ben van mening dat bij ruimtelijke opgaven het ecosysteem uitgangspunt moet zijn en natuur een
vanzelfsprekend onderdeel van ons dagelijks leven is. Door de natuur dichter bij de mens brengen of beter gezegd
de mens naar de natuur én diezelfde natuur weer te gebruiken, wordt de relatie opnieuw vormgeven. Door een
slimme inzet van het ecosysteem worden de ruimtelijke opgaven voor de toekomst op een duurzame wijze
ontworpen en gerealiseerd.
1. Aanleiding en Inspiratie
8
8 9
< linksboven Jankendorf, Duitsland - bosontginninglint langs beekdal rechtsboven Staphorst-Rouveen - organisch gegroeid veenontginninglint vanaf hoge ‘horst’ linksonder Nieuw Buinen - planmatige veenontginning; dubbel lint grote agrische bedrijven en wonen rechtsonder Verstrepen, Vlaanderen - organisch gegroeid weglint; zo niet! Complete verdichting, geen contact met landschap.
Het lint
Het afstuderen ben ik begonnen met een zekere liefde voor de typologie van het lint. In het lint worden wonen,
werken, natuur, landbouw en recreatie als vanzelfsprekend gecombineerd. Hierin zag ik een kwaliteit om
los te komen van de ruimtelijke scheiding. Het lint heeft in zijn oorspronkelijkheid een organisch groei en de
verbondenheid met het landschap is groot. Maar is dat ook zo? Ik ben zelf opgegroeid in een lintdorp en liefde
maakt blind is het gezegde. Door in binnen- en buitenland linten te onderzoeken heb ik interessante kenmerken
van het lint ontdekt.
Bevindingen lintonderzoek: lint als landschappelijke structuur.
- Linten zijn veelal ontstaan als ontginning van veen en bos of langs wegen, kanalen en rivieren.
- De relatie met de bodem (overgang van nat naar droog) is sterk. Het droge voetenprincipe!
- Een mix van wonen, werken, landbouw en natuur maakt het (bio)divers.
- Het liberale karakter van het lint en de hoge mate van organische groei in de tijd.
- Belangrijk zijn doorzichten met voldoende maat; visueel contact met het achterland.
- Bij totale verdichting ligt het lint naast het landschap en maakt er geen onderdeel van uit.
- Hoge verkeersintensiteit maakt dat het leven zich afkeert van weg, afname van kwaliteit.
- Individualiteit langs gemeenschappelijke ontsluiting; de weg als drager van sociale structuur.
- Diversiteit in groottes van tuinen en positionering van woningen is een kwaliteit.
- Tuinen dragen in hoge mate bij aan de ecologische diversiteit!
De bevindingen zijn samen te vatten in de sleutelbegrippen verbinden en gradiënten. Hierbij gaat het om
ruimtelijke, sociale, recreatieve, economische en ecologische verbindingen en gradiënten. In het plangebied zijn
linten voornamelijk te vinden in de planmatige ontginningen van Nijbroek in de komgronden en meer organisch
gegroeide linten op de overwallen langs de IJssel. De typologie van het lint is daarmee niet overal vanzelfsprekend
in het gebied maar in de typologie van het lint zit een verbondenheid als systeem. Dat is interessant. In de
sleutelbegrippen verbindingen en gradiënten ligt voor mij een parallel met het ecosysteem. In het ecosysteem gaat
het ook om de wisselwerking tussen alle organismen! Die parallel is een interessante constatering om de natuur
onderdeel te laten worden van ons dagelijks leven en tegelijk los te komen van de ruimtelijke scheiding.
10
10 11
2. Het land tussen Veluwe en IJssel
Land tussen Veluwe en IJssel
Het plangebied is de stedelijke regio Apeldoorn-Deventer-Zutphen, toegespitst op de oostelijke Veluweflank, tussen
het Veluwemassief en de IJssel.
De oostelijke Veluweflank heeft robuuste landschappen en natuurgebieden als de Veluwe en het IJsseldal. Deze
hebben (inter)nationale betekenis en zijn onderdeel van de ecologische hoofdstructuur (EHS). De Veluwe en de
IJssel roepen meteen sterke landschappelijke beelden op maar het tussengelegen gebied heeft veel minder die
verbeeldingskracht. Daar liggen echter grote ruimtelijke opgaven voor woningbouw, bedrijventerreinen, natuur,
recreatie en water.
Ik heb het gebied gekozen omdat ik in Deventer woon en ik met grote regelmaat in het gebied tussen Veluwe en
IJssel kom. Telkens wordt ik geconfronteerd met de eerder genoemde ruimtelijke scheiding en ook hier is natuur
verworden tot een aparte bestemming. Het afstuderen aan de Academie zag ik als kans om de (hernieuwde) relatie
tussen mens en natuur in dit gebied vorm te geven. Belangrijke vragen die ik mezelf gesteld heb zijn: “Hoe wordt
de natuur onderdeel van ons dagelijks leven en hoe wordt gebruik gemaakt van de intrinsieke kracht en pracht
van de natuur om de ruimtelijke opgaven op een duurzame wijze vorm te geven.”. Om een goed beeld te krijgen
van de opgaven in het plangebied zijn deze thematisch in kaart gebracht en worden op de volgende pagina’s
gepresenteerd.
Plangebied in de context NL. >< Plangebied: het land tussen Velwue en IJssel.
12
Gunstige ligging maakt het aantrekkelijk om te wonen en te werken
178440
198425
bevolkingsaantal 2040
bevolkingsaantal 2010
aantal huishoudens 2010
aantal huishoudens 2040
samenstelling huishoudens 2010
samenstelling huishoudens 2040
413.000
425.000
12.000
10.000
m 65%s 35%
m 60%s 40%
bron: stedendriehoekindex.nl/CBS
Toename bevolking tot 2040 van circa 12.000 inwoners
Toename van aantal huishoudens van circa 20.000
Samenstelling van de huishoudens: verdunning en vergrijzing
Concentrische groei van stedelijke gebieden
178440
198425
bevolkingsaantal 2040
bevolkingsaantal 2010
aantal huishoudens 2010
aantal huishoudens 2040
samenstelling huishoudens 2010
samenstelling huishoudens 2040
413.000
425.000
12.000
10.000
m 65%s 35%
m 60%s 40%
bron: stedendriehoekindex.nl/CBS
178440
198425
bevolkingsaantal 2040
bevolkingsaantal 2010
aantal huishoudens 2010
aantal huishoudens 2040
samenstelling huishoudens 2010
samenstelling huishoudens 2040
413.000
425.000
12.000
10.000
m 65%s 35%
m 60%s 40%
bron: stedendriehoekindex.nl/CBS
12 13
Gunstige ligging
De regio is goed ontsloten door de A1, de A50, de Berlijn-spoorlijn, de regionale spoorlijnen, een goed
wegennetwerk en natuurlijk de prachtige rivier de IJssel. Mede door de gunstige ligging en de goede ontsluiting is
het gebied economisch aantrekkelijk en aantrekkelijk om te wonen, te werken en recreëren.
Bevolkingsontwikkeling
De bevolking in het gebied tussen Veluwe en IJssel groeit volgens de prognose van de Stedendriehoek Index met
circa 10% tot het jaar 2030. Daarna neemt de groei af of is er zelfs mogelijk sprake van krimp. Tegelijkertijd is er
sprake van verdunning en vergrijzing. Het aantal personen per huishouden daalt en samen met de groei resulteert
in een toename van het aantal huishoudens van circa 20.000. De voorgenomen bevolkingsgroei en toename van
het aantal huishoudens moet volgens de Visie Stedendriehoek 2030 worden opgevangen in het zogenoemde
bundelingsgebied tussen Apeldoorn-Deventer-Zutphen.
De traditionele wijze van stedelijke uitbreidingen om de vraag naar woningen te faciliteren gaat volgens de
concentrische groeimethode. Daarbij worden gronden grenzend aan bebouwd gebied omgevormd naar wonen.
Deze wijze van uitbreiding gaat voorbij aan de kwaliteiten en de kracht van het ecosysteem van het landschap en
verbruikt goede agrarische gronden. Dat moet anders; duurzaam en vanuit het ecosysteem van het landschap.
Waarbij de relatie tussen mens en natuur weer centraal staat.
Bovendien heeft de crisis de ruimteproductie zo goed als stilgelegd. De huidige wijze van ruimteproductie werkt
niet meer (Vloeibare Stad, Willem Hartman). De crisis is daarom het uitgelezen moment het anders te doen.
14
14 15
Intermezzo de opgave van 20.000 woningen als linten in het landschap
< Laadvermogen van het landschap onderzocht. De opgave van 20.000 woningen in linten langs het watersysteem.
Twello 5000 eenheden
Twello uiteengerafeld als lint
Opgave 20.000 woningen = 4x Twello
16
16 17
Ontwikkelingen in de landbouw
De landbouw is een belangrijke economische en ruimtelijke drager in het gebied en bestaat voornamelijk uit
intensieve (melk)veehouderij. Een goed en uitgebreid netwerk van wegen maakt de bereikbaarheid van de gronden
mogelijk. De integratie van de landbouw in de nationale en mondiale productie-consumptie-ketens (afgelopen
100 jaar) heeft de afstand tussen burgers en boeren en tussen burgers en voedsel abstracter gemaakt. Die is
nog eens versterkt door een ruimtelijk beleid op basis van ruimtelijke scheiding voor het maximaliseren van de
landbouwproductie. In de landbouwsector tekent zich momenteel wederom een enorme schaalvergroting af. Van
de 3 agrarische bedrijven blijft er in 2030 nog maar 1 over; 2/3 staakt. Echter het landbouwareaal neemt niet af. De
gronden van stakende boerenbedrijven gaan naar de overgebleven agrarische bedrijven om de schaalvergroting te
faciliteren.
Tegelijkertijd gaan stedelijke uitbreidingen ten koste van goede landbouwgronden. De druk op de beschikbare
goede landbouwgronden neemt daardoor alleen maar toe. De bereidheid om ook nog gronden af te staan voor
natuur neemt af. Op de natte gronden speelt het gevecht tussen landbouw en natuur. De natte gronden zijn van
nature minder geschikt voor de moderne grootschalige landbouw met zware machines en hier speelt ook het
probleem van vermesting en ontwatering terwijl juist deze natte gronden waardevol zijn om de biodiversiteit te
vergroten.
< landbouwgronden in het plangebied (zwart) met de dooradering van lokale infrastructuur
18
18 19
Recreatieve verbindingen
De Veluwe en het IJsseldal hebben een grote aantrekkingskracht en spreken tot de verbeelding.
De Veluwe is goed ontsloten door een netwerk van paden, wegen en routes. De recreatieve structuur langs de IJssel
heeft een sterke noord zuid richting waarbij de dijken een belangrijke drager zijn. Ook is het Apeldoornskanaal een
belangrijke recreatieve structuur van noord naar zuid.
Het tussengelegen gebied heeft veel minder die verbeeldingskracht en identiteit. Vanuit de visie Stedendriehoek
zijn juist in dit gebied recreatieve verbindingen tussen Veluwe en IJsseldal wenselijk. Echter ook speelt hier door
onder andere door de crisis en de schaalvergroting van de landbouw de problematiek dat deze verbindingen
moeizaam worden gerealisserd. De druk op de grond is immers groot. Het biedt kansen de opgave voor recreatie te
koppelen aan andere ruimtelijke opgaven.
< Wenselijke recreatie verbindingen tussen Veluwe en IJssel
20
20 21
Natuur en biodiversiteit
De opgaven voor de ecologische hoofdstructuur (EHS) zijn voornamelijk gericht op het verbinden van de Veluwe
en het IJsseldal en daarmee robuuste ecologische verbindingen te realiseren. Natuur is echter verworden tot een
aparte bestemming in de ruimtelijke ordening. Momenteel verliest de natuur zijn ruimtelijke en budgettaire claims
in het maatschappelijk debat. De EHS staat daarmee onder druk. Dat brengt de discussie rond natuur wel weer op
gang! Dat is goed en biedt ruimte om de natuuropgave en vergroting van de biodiversiteit op een andere wijze te
realiseren. In essentie gaat het om het realiseren van gradiënten en verbindingen.
Ik ben van mening dat natuur een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven moet zijn! De (EHS) natuur
wordt nu gerealiseerd door gronden (op te kopen en) om te vormen naar ‘oernatuur’. De gronden vormen
gezamelijk de gewenste verbindingen tussen bestaande natuurgebieden. Daardoor is migratie en uitwisseling
van flora en fauna (genetisch materiaal) mogelijk. Door het afgeschermde karakter van de natuurgebieden wordt
de afstand tussen mens en natuur alleen maar groter. Het gebruik van het ecosysteem in het dagelijks leven is
minimaal. Wij hebben ons verwijderd van het ecosysteem. Dat vind ik zorgelijk en moet anders.
Particuliere tuinen en het agrarisch cultuurlandschap bezitten ook zeer waardevolle gradiënten en dragen daarmee
in hoge mate bij aan de biodiversiteit. Dit is interessant! Als deze verschillende dragers van natuur elkaar kunnen
versterken levert dat een veel grotere winst op voor de biodiversiteit. Ook kan die natuur heel dienstbaar zijn aan de
mens in het leveren van energie, zuivering van water en verhoging van de omgevingskwaliteit! Daarmee krijgt de
natuur weer nut en daarmee waarde voor de mens en wordt de relatie tussen mens en natuur opnieuw vormgeven.
Om de mens dichter bij de natuur te brengen en onderdeel van ons dagelijks leven te laten zijn, neem ik de
woningbouw opgave als vertrekpunt. De woning is belangrijk in ons dagelijks leven en wordt alsmaar belangrijker.
Daar ligt een prachtige kans om wonen (de mens) aan de natuur te koppelen!
< Ecologische Hoofdstructuur in het plangebied..
R
KB ix(i )
ix(i )
@
r
k
b
@
ix
M =
Mens als onderdeel van het ecosysteem >
22
22 23
De druk op de beschikbare ruimte is groot.
De cijfers tonen aan dat de bevolking in dit gebied tot 2030 blijft groeien maar interessanter is dat de verdunning
toeneemt en daarmee de prognose van een toename van 20.000 huishoudens de werkelijke ruimtelijke opgave is.
Voor de toename van de biodiversiteit zijn de gradiënten en verbindingen van levensbelang. Robuuste ecologische
verbindingen (onderdeel van de EHS) tussen Veluwe en IJsseldal zijn onvolledig of ontbreken.
De natuur is echter verworden tot een aparte bestemming. Ik ben van mening dat het als een vanzelfsprekend
onderdeel van het dagelijks leven moet zijn. Tegelijkertijd zet de schaalvergroting van de landbouw door waardoor
de druk op de gronden alleen maar toeneemt. Door de financiële en economische crises ligt de ruimteproductie
zo goed als stil. Daarnaast heeft de energiecrisis grote gevolgen voor onze woonlasten in de toekomst. De
betaalbaarheid van wonen en van natuur staan onder druk. De crisis is daarmee het uitgelezen moment het anders,
beter en vooral duurzamer en mooier te doen! Dat vraagt om een andere benadering van de ruimtelijke opgaven.
Ruimtelijke Opgave
De ruimtelijke opgave tussen Veluwe en IJssel die ik mezelf gesteld heb, is met een organische strategie,
condities vanuit het ecosysteem te ontwerpen waarbij ruimte ontstaat voor de prognose van 20.000 woningen
en tegelijkertijd de biodiversiteit toeneemt. Meervoudige duurzaamheid, recreatief medegebruik en ruimte voor
duurzame landbouw zijn uitgangspunt. Het lint vormt daarbij een inspiratiebron.
< Kaartbeelden concentrische groei, EHS, recreatie en landbouw over elkaar: de druk op de ruimte is groot!
3. Opgave voor het land tussen Veluwe en IJssel
24
R
KB ix(i )
ix(i )
@
r
k
b
@
ix
M =
R
KB ix(i )
ix(i )
@
r
k
b
@
ix
M =
De woning als uitgangspunt in ons dagelijks leven.
RBK- complex: het oude systeem waarbij het individu afhankelijk is.
RBK-COMPLEX - ‘ VLOEIBARE STAD’ WILLEM HARTMAN...Gemeentes en ontwikkelaars (soms is de gemeente beide) creëren ruimte voor ruimtelijke plancapaciteit (R). De grootschalige ruimteproductie worden ontworpen vanuit de (gecreëerde) vraag naar ruimte voor woningen, kantoren, wegen maar ook natuur en landbouw. De bouwsector (B) produceert die fysieke ruimte. Kapitaalverstrekkers (K) moeten hun kapitaal beleggen om rendementen te creëren en leent het geld uit. De overheid maakt het mogelijk voor consumenten en bedrijven om tegen gunstige voorwaarden hoge schulden aan te gaan om de geproduceerde ruimte af te nemen of te kopen (eigendom). Gedrieën (RBK) houden ze de productie op gang. En hebben elkaar nodig hun doelen te bereiken...’
R
KB ix(i )
ix(i )
@
r
k
b
@
ix
M =
KRACHTEN ACHTER DE RUIMTEPRODUCTIE‘Mondiale krachten drijven de verstedelijking voort. De globalisering (mondialisering) van de economie en de revolutionaire ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie zetten de wereld op haar kop. Maar er zijn ook krachten ‘van binnen uit’ die de verstelijking aanjagen en sturen, en die een ruimtelijke samenhang teweeg brengen. Deze endogene krachten zijn deels een lokale vertaling van mondiale krachten, maar worden ook bepaald door de plaatselijke situatie, cultuur en vitaliteit en de door de lokale maatschappelijke organisaties en tradities.’...’De vloeibare stad is op te vatten als een voortdurend ontstaan.’... “Ze ontstaat door een oneindige stroom kleine individuele stappen die bepalend zijn voor de richting en de dynamiek. Het individu vervult de sleutelrol in dit proces.’...’De informatieverwerking van diverse media schept de virtuele ruimte waarin individuele meningen, voorkeuren, modes of stijlen en ideeën in een hoog tempo worden uitgewisseld en afgestemd.’...’...Individuele keuzes worden snel en indringend beïnvloed, keuzes op het punt van locaties en ruimtelijke verschijning, maar ook keuzes bij de inrichting van het leven.’
@ I - rbk complex: keuzevrijheid voor het individu
24 25
De woning
De woning wordt steeds belangrijker in ons leven. Steeds meer mensen wonen alleen en blijven ook op hogere
leeftijd langer alleen wonen. De toenemende domotica en thuiszorg maken dit mogelijk. Daarnaast werken
we ook steeds vaker vanuit huis. Thuiswerken, zzp’ers, ateliers en webshops vanuit de woning. De toenemende
informatisering biedt een geheel andere kijk op de wijze hoe wij kunnen wonen en leven! De maatschappij wordt
mobieler, dynamischer en indivudueler en tegelijkertijd groeit het gebruik van social media en ontstaan er nieuwe
sociale netwerken die steeds meer onderdeel worden van het dagelijks leven. In de digitale wereld is er een
interessante mix ontstaan tussen het individualisme en het collectief (Open Source, Spotify, Facebook)
Ruimteproductie
De traditionele wijze van voorgeprogrammeerd bouwen werkt vanuit het RBK complex (Hartman, Vloeibare Stad).
Het RBK staat hier voor Ruimtelijke Ordening, Bouw en Kapitaalverstrekkers en de i staat voor het individu. Het
krachtenveld van de ruimteproductie (het RBK-complex) werkt om het individu heen en bepaalt in hoge mate hoe
wij kunnen wonen. De theorie van Willem Hartman van de Vloeibare Stad biedt hierin ruimte om het anders te
bezien. Hij gebruikt de term verstedelijking maar deze is ook te lezen als ruimteproductie.
Als volgens Hartman individuele beslissingen, die in hoog tempo kunnen veranderen, voor een groot deel de wijze
en het tempo van de ruimteproductie bepalen, sluit de wijze waarop de ruimteproductie tot stand kwam niet meer
aan op de tijdsgeest. Grootschalige generieke uitbreidingsplannen gemaakt op basis van generieke woonwensen
zijn dan gedoemd te mislukken. Dat verklaard ook waarom Particulier Opdrachtgeverschap (PO) en Collectief
Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) groeien in omvang. Interessant is dat de invloed van het individu door de
informatisering toeneemt en vertaalt zich ook in de wijze waarop het individu wil en kan wonen. Ik ben van mening
dat het RBK-complex verandert in het @I-rbk complex waarbij de rol van het individu groot is.
4. De woning en de ruimteproductie
26
1200 1300 1400 1500 1600 1700 1800 1900 2000 20501000500
>1270 Ontbinding van het hofstelsel
Door de
bevolkingstoename en de intensievere
exploitatie van bossen, heidevelden en
moerassige weilanden, steeg de waarde van
de onontgonnen gronden. Feodale
landheren verkochten de woeste gronden
aan markeorganisaties of aan particulieren voor het verwerven
van inkomsten.
> 1000 een snelle groei van de bevolkingVanaf eind 10e eeuw zijn grote delen van de woeste gronden tot landbouwgebied werd gemaakt. Ook was er een grote behoefte aan hout voor woningbouw en brandstof. Hierdoor werden de bossen opnieuw massaal gekapt. Door intensieve begrazing door schapen en runderen hele landstreken rond dorpen en steden in heidevelden.
> Hofstelstel en horigenHet feodale systeem werd via hofstelsel en horigheid georganiseerd. Horigen zijn boeren die aan hun land verbonden waren zonder dit te bezitten en met bepaalde verplichtingen aan de landbezitter. (Landheer, Graaf, Kerspel)
mark zn. ‘grensgebied, landstreek’Onl. marka, gelatiniseerd marca, marcha ‘grensstreek’ [675 en 751-775; ONW], ‘aan het markgenootschap toebehorende gronden’ [1200; ONW]; mnl. marc, marke ‘begrensd, afgebakend gebied’ ‘onverdeeld land, eigendom van de gemeenschap die er woont’
Erfwoord, dat oorspr. ‘(grens)teken’ betekende en in de meeste Germaanse talen bij overdracht ‘gebied dat afgebakend wordt door grenstekens, district’, maar anderzijds ook algemener ‘teken ter markering’. vUit die laatste betekenis ontstond ‘merkteken, waarmerk’, en ook ‘gewichtsteken, gewichtseenheid’ en bij overdracht ‘staaf edelmetaal met gewichtsteken, gewaarmerkte munt’, waaruit de naam van verschil-lende middeleeuwse munteenheden voortkwam, ook de naam van de vroegere Duitse munteenheid Mark. M. Philippa e.a. (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands
>1298 de Markeorganisaties
De organisatie, waarin het beheer van de gemene gronden (bossen, heidevelden, en weilanden) was geregeld.De Veluwe was naar middeleeuwse maat-staven door de vele nederzettingen op het hoog terras tamelijk dicht bevolkt.Hierdoor moest het ongeordende en willekeurige gebruik van woeste gronden aan banden worden gelegd, mede door het in vergelijking met vroeger eeuwen intensievere gebruik ervan voor het weiden van vee, en door een intensievere exploitatie van bossen, heidevelden en moerassige weilanden. In feite kon het markegenootschap een organisatie vormen voor het beheer van alle kaden, wegen en afwateringen.
Einde van de MarkeorganisatiesMet de Markewetten van 1847 en 1886 werden alle gronden naar hoeveelheid
waardelen juridisch verdeeld onder de waardeelhouders. In de praktijk duurde het tot de komst van de kunstmest en de
heideontginningenvoordat alle gronden daadwerkelijk in aparte kavels werden verdeeld. Grote delen van de Woeste Gronden werden aan grootgrondbezitters en
beleggers verkocht, die ze omzetten in productiebos en landbouwgebied. Delen ervan met hoge natuurwaarden werden in de loop van de 20e eeuw door
natuurbeschermingsorganisaties aangekocht. De boermarken bleven na de scheidingen bestaan als beheerders van de overgebleven gronden en de vele
boerwegen, de landwegen die gezamenlijk door de boeren werden gebruikt. Deze taken werden uiteindelijk door de gemeenten overgenomen.
Het liberalisme komt in Nederland eind 18e eeuw op als onderdeel van de Verlichting in Europa, gebaseerd is op individualisme, privaat
eigendom en een kleine overheid
1811 Burgelijk gemeente >
Een gecentraliseerd modern staatsbestel verving de gedecentraliseerde macht van het oude systeemInvoering van de eerste Grondwet, het Burgerlijk
Wetboek, de Burgerlijke Stand, de dienstplicht, het kadaster, achternamen, huisnummers en standaard-
maten en -gewichten: de kilo, meter en liter.
1795 Bataafse Revolutie >
> 2008 hernieuwde interesse CoöperatieCoöperatieve ondernemingen waarbij economische vooruitgang en sociale ver-antwoordelijkheid samen gaan. De organi-satievorm is gebaseerd op nemen van gezamenlijke verantwoordelijkheid en het delen van voordeel en winst. In de �nanciele en agrarische sector is de coöperatie al langer ingeburgerd. Nu volgt ook de energiesector.
trendlijn coöperatie
>1864 Opkomst Cooperatieve Boerenleenbank
Landbouwers hadden geld nodig om hun bedrijven te moderniseren. Geld lenen bij geldschieters was erg duur vanwege
de hoge rente. Samenwerken was de uitkomst.
> 1870 zuivelcooperatiesSamenwerken om kwaliteit te kunnen garanderen.
trendlijn biodiversiteit
De landschap waarin de mens zich heeft kunnen vestigen en waarmee hij in harmonie samenwerkt.
Pieter Breughel, The Harvesters, 1565(lijnolieverf op eiken paneel )
De romanticus had een zekere afkeer van de (zich ontwikkelende) industrie, de techniek en de steden. Plekken die nog niet door de menselijke ratio waren bezoedeld kregen de eretitel natuur. Romantici ontwikkelden een bijzondere waardering voor wildernis omdat zij veronderstelden dat daarin de meest authentieke, pure vorm van natuur te vinden is.
Johannes Warnardus Bilders_De heide bij Wolfheze 1866(lijnolieverf op doek)
> 1900 Opkomst natuurbescherming
> 1972 Hernieuwd natuurbesefBewustzijn verlies aan natuur resulteert in 1990 in EHS. De aanleidng was de achteruitgang van het areaal aan natuur en van de biodiversiteit.
In het visuele landschap tekent zich een gradient af van menselijke beinvloeding van de stad naar de wildernis met de daartussen het pastorale landschap waar cultuur en natuur zich verenigen.
In Nederland is vrijwel geen wildernis meer en begint een geheel nieuwe fase in de omgang met natuur. De mens gaat wildernis maken. Zo verschuift ook in de recente geschiedenis de aandacht van ‘behoud van Natuurschoon’ naar het realiseren van condities voor het behoud en van habitiats, ecosystemen en biodiversiteit.
(foto Duursche Waarden - Olst Wijhe - een van de eerste uitvoeringen van het gedachtengoed van ‘Plan Ooievaar’ 1986 )
(landschaps)kunst als re�ectie op de werkelijkheid
Karel de Grote introduceert in 812: Capitulare de villis vel curtis imperii l domeinverordening
waarin het beheer van de grote domeinen geregeld werd.
In de middeleeuwen waren grote delen nog onontgonnen en allerlei in cultuur gebrachte gebieden waren na de val Romeinse rijk verwilderd geraakt. De wildernis als het tegenovergestelde van het goddelijke paradijs: natuur als bedreigend en onheilspellend. Deels erfenis van inheems, voor-Christelijke tradities (Germanen). Het Demonische werd verbonden met de wilde natuur.
Gebroeders van Limburg, the Très Riches Heures du Duc de Berry, Novembre, 1412 op perkament
De schepping was om de mens te dienen. Kloosterordes zagen het als hun taak wildernis te ontginnen, orde aan te brengen, bruikbaarheid en schoonheid van de natuur te vergroten.
Hortus conclusus als paradijs op aarde.
Fragment Markeboek Empe 1540regionaal archief Zutphen
Historische kaart 1830-1850 studiegebied met Markegrenzen
1830-1850 Hoogtepunt van de biodiversiteit > Daarna afname door (landbouw) industrialisatie
(landschaps)kunst als re�ectie op de werkelijkheid
(landschaps)kunst als re�ectie op de werkelijkheid
trendlijn agrarische productie
> 1890 KunstmestIn toenemende mate wordt de natuur gezien in termen van nut en bruikbaarheid: als grondstof en als potentiele landbouwgrond. De economische groei leidt tot nieuwe bedrijfsvoering in de landbouw en vanaf 1850 begint een intensiveringsproces in de agrarische sector dat herverkaveling, ontwatering, vermesting en grootschalige ontginning van ‘woeste gronden’ teweegbrengt.
1950 E.E.G. nu EU >Na de voedselschaarste
in de oorlog en de het gemeenschappelijk
landbouwbeleid wordt door ruilverkavelingen
een verdere intensivering en
specialisatie van de landbouw
teweeggebracht.
trendlijn bevolkingsontwikkeling
trendlijn informatisering
Schematische voorstelling van ontwikkeling van de biodiversiteit en het eigendom in relatie tot maatschappelijke transities
Vroege Middeleeuwen 500-1000
Een periode waarin de bevolking in aantal sterk terugliep en streken ontvolkten. Braakliggende gronden raakten weer bebost. Een feodaal systeem met een zelfvoorzienende agrarische cultuur ontstond. Opkomst en verspreiding van het Christendom.
De late Middeleeuwen 1000-1500
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor een agrarisch-urbane samenleving. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. Het begin van staatsvorming en centralisatie. De buitenlandse handel was echter veel minder belangrijk dan de plaatselijke en regionale handel. De steden waren voor voedingsmiddelen afhankelijk van het omringende platteland en omgekeerd was het platteland voor de producten van de nijverheid aangewezen op de steden.
Vroeg Moderne tijd 1500-1800
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. De Verlichting wordt gezien als een van de pijlers van de Westerse beschaving met een gewijzigd denken over de politiek, de wetenschap, de economie, de cultuur, de opvoeding en de religie in de Westerse wereld. De Verlichting gaf aanleiding tot modernisering van de samenleving door middel van individualisering, emancipatie, feminisme, secularisering en globalisering. Het gelijkheidsbeginsel, de mensenrechten en de burgerrechten vinden er hun wortels, net zoals het 'vrijdenken', het klassiek-liberalisme en het socialisme.
Moderne tijd 1870 - 2000
De verlichting en de industrialisatie hebben de basis gelegd voor de moderne samenleving onder andere doordat de rol van religie werd vervangen door de rede, de ratio. De ordening van het economisch leven onderging structurele veranderingen. De beheersing van natuur en samenleving door wetenschap en techniek.
‘ Hypermoderniteit’ > 2000
Een voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie. De mondialisering leeft op de informatie- en communicatietechnologie en internationale handel. Ze kenmerkt zich verder door verregaande schaalvergroting, het ontstaan van een wereldwijd kapitalisme en de verspreiding van een consumentencultuur. De informatisering van de samenleving als gevolg geweldige vooruitgang op gebieden als computertechniek en telecommunicatie hebben grote en positieve invloed op de wijze waarop wij ons leven kunnen inrichten. Door het internet zijn wij overal en altijd verbonden met de hele wereld.
26 27
1200 1300 1400 1500 1600 1700 1800 1900 2000 20501000500
>1270 Ontbinding van het hofstelsel
Door de
bevolkingstoename en de intensievere
exploitatie van bossen, heidevelden en
moerassige weilanden, steeg de waarde van
de onontgonnen gronden. Feodale
landheren verkochten de woeste gronden
aan markeorganisaties of aan particulieren voor het verwerven
van inkomsten.
> 1000 een snelle groei van de bevolkingVanaf eind 10e eeuw zijn grote delen van de woeste gronden tot landbouwgebied werd gemaakt. Ook was er een grote behoefte aan hout voor woningbouw en brandstof. Hierdoor werden de bossen opnieuw massaal gekapt. Door intensieve begrazing door schapen en runderen hele landstreken rond dorpen en steden in heidevelden.
> Hofstelstel en horigenHet feodale systeem werd via hofstelsel en horigheid georganiseerd. Horigen zijn boeren die aan hun land verbonden waren zonder dit te bezitten en met bepaalde verplichtingen aan de landbezitter. (Landheer, Graaf, Kerspel)
mark zn. ‘grensgebied, landstreek’Onl. marka, gelatiniseerd marca, marcha ‘grensstreek’ [675 en 751-775; ONW], ‘aan het markgenootschap toebehorende gronden’ [1200; ONW]; mnl. marc, marke ‘begrensd, afgebakend gebied’ ‘onverdeeld land, eigendom van de gemeenschap die er woont’
Erfwoord, dat oorspr. ‘(grens)teken’ betekende en in de meeste Germaanse talen bij overdracht ‘gebied dat afgebakend wordt door grenstekens, district’, maar anderzijds ook algemener ‘teken ter markering’. vUit die laatste betekenis ontstond ‘merkteken, waarmerk’, en ook ‘gewichtsteken, gewichtseenheid’ en bij overdracht ‘staaf edelmetaal met gewichtsteken, gewaarmerkte munt’, waaruit de naam van verschil-lende middeleeuwse munteenheden voortkwam, ook de naam van de vroegere Duitse munteenheid Mark. M. Philippa e.a. (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands
>1298 de Markeorganisaties
De organisatie, waarin het beheer van de gemene gronden (bossen, heidevelden, en weilanden) was geregeld.De Veluwe was naar middeleeuwse maat-staven door de vele nederzettingen op het hoog terras tamelijk dicht bevolkt.Hierdoor moest het ongeordende en willekeurige gebruik van woeste gronden aan banden worden gelegd, mede door het in vergelijking met vroeger eeuwen intensievere gebruik ervan voor het weiden van vee, en door een intensievere exploitatie van bossen, heidevelden en moerassige weilanden. In feite kon het markegenootschap een organisatie vormen voor het beheer van alle kaden, wegen en afwateringen.
Einde van de MarkeorganisatiesMet de Markewetten van 1847 en 1886 werden alle gronden naar hoeveelheid
waardelen juridisch verdeeld onder de waardeelhouders. In de praktijk duurde het tot de komst van de kunstmest en de
heideontginningenvoordat alle gronden daadwerkelijk in aparte kavels werden verdeeld. Grote delen van de Woeste Gronden werden aan grootgrondbezitters en
beleggers verkocht, die ze omzetten in productiebos en landbouwgebied. Delen ervan met hoge natuurwaarden werden in de loop van de 20e eeuw door
natuurbeschermingsorganisaties aangekocht. De boermarken bleven na de scheidingen bestaan als beheerders van de overgebleven gronden en de vele
boerwegen, de landwegen die gezamenlijk door de boeren werden gebruikt. Deze taken werden uiteindelijk door de gemeenten overgenomen.
Het liberalisme komt in Nederland eind 18e eeuw op als onderdeel van de Verlichting in Europa, gebaseerd is op individualisme, privaat
eigendom en een kleine overheid
1811 Burgelijk gemeente >
Een gecentraliseerd modern staatsbestel verving de gedecentraliseerde macht van het oude systeemInvoering van de eerste Grondwet, het Burgerlijk
Wetboek, de Burgerlijke Stand, de dienstplicht, het kadaster, achternamen, huisnummers en standaard-
maten en -gewichten: de kilo, meter en liter.
1795 Bataafse Revolutie >
> 2008 hernieuwde interesse CoöperatieCoöperatieve ondernemingen waarbij economische vooruitgang en sociale ver-antwoordelijkheid samen gaan. De organi-satievorm is gebaseerd op nemen van gezamenlijke verantwoordelijkheid en het delen van voordeel en winst. In de �nanciele en agrarische sector is de coöperatie al langer ingeburgerd. Nu volgt ook de energiesector.
trendlijn coöperatie
>1864 Opkomst Cooperatieve Boerenleenbank
Landbouwers hadden geld nodig om hun bedrijven te moderniseren. Geld lenen bij geldschieters was erg duur vanwege
de hoge rente. Samenwerken was de uitkomst.
> 1870 zuivelcooperatiesSamenwerken om kwaliteit te kunnen garanderen.
trendlijn biodiversiteit
De landschap waarin de mens zich heeft kunnen vestigen en waarmee hij in harmonie samenwerkt.
Pieter Breughel, The Harvesters, 1565(lijnolieverf op eiken paneel )
De romanticus had een zekere afkeer van de (zich ontwikkelende) industrie, de techniek en de steden. Plekken die nog niet door de menselijke ratio waren bezoedeld kregen de eretitel natuur. Romantici ontwikkelden een bijzondere waardering voor wildernis omdat zij veronderstelden dat daarin de meest authentieke, pure vorm van natuur te vinden is.
Johannes Warnardus Bilders_De heide bij Wolfheze 1866(lijnolieverf op doek)
> 1900 Opkomst natuurbescherming
> 1972 Hernieuwd natuurbesefBewustzijn verlies aan natuur resulteert in 1990 in EHS. De aanleidng was de achteruitgang van het areaal aan natuur en van de biodiversiteit.
In het visuele landschap tekent zich een gradient af van menselijke beinvloeding van de stad naar de wildernis met de daartussen het pastorale landschap waar cultuur en natuur zich verenigen.
In Nederland is vrijwel geen wildernis meer en begint een geheel nieuwe fase in de omgang met natuur. De mens gaat wildernis maken. Zo verschuift ook in de recente geschiedenis de aandacht van ‘behoud van Natuurschoon’ naar het realiseren van condities voor het behoud en van habitiats, ecosystemen en biodiversiteit.
(foto Duursche Waarden - Olst Wijhe - een van de eerste uitvoeringen van het gedachtengoed van ‘Plan Ooievaar’ 1986 )
(landschaps)kunst als re�ectie op de werkelijkheid
Karel de Grote introduceert in 812: Capitulare de villis vel curtis imperii l domeinverordening
waarin het beheer van de grote domeinen geregeld werd.
In de middeleeuwen waren grote delen nog onontgonnen en allerlei in cultuur gebrachte gebieden waren na de val Romeinse rijk verwilderd geraakt. De wildernis als het tegenovergestelde van het goddelijke paradijs: natuur als bedreigend en onheilspellend. Deels erfenis van inheems, voor-Christelijke tradities (Germanen). Het Demonische werd verbonden met de wilde natuur.
Gebroeders van Limburg, the Très Riches Heures du Duc de Berry, Novembre, 1412 op perkament
De schepping was om de mens te dienen. Kloosterordes zagen het als hun taak wildernis te ontginnen, orde aan te brengen, bruikbaarheid en schoonheid van de natuur te vergroten.
Hortus conclusus als paradijs op aarde.
Fragment Markeboek Empe 1540regionaal archief Zutphen
Historische kaart 1830-1850 studiegebied met Markegrenzen
1830-1850 Hoogtepunt van de biodiversiteit > Daarna afname door (landbouw) industrialisatie
(landschaps)kunst als re�ectie op de werkelijkheid
(landschaps)kunst als re�ectie op de werkelijkheid
trendlijn agrarische productie
> 1890 KunstmestIn toenemende mate wordt de natuur gezien in termen van nut en bruikbaarheid: als grondstof en als potentiele landbouwgrond. De economische groei leidt tot nieuwe bedrijfsvoering in de landbouw en vanaf 1850 begint een intensiveringsproces in de agrarische sector dat herverkaveling, ontwatering, vermesting en grootschalige ontginning van ‘woeste gronden’ teweegbrengt.
1950 E.E.G. nu EU >Na de voedselschaarste
in de oorlog en de het gemeenschappelijk
landbouwbeleid wordt door ruilverkavelingen
een verdere intensivering en
specialisatie van de landbouw
teweeggebracht.
trendlijn bevolkingsontwikkeling
trendlijn informatisering
Schematische voorstelling van ontwikkeling van de biodiversiteit en het eigendom in relatie tot maatschappelijke transities
Vroege Middeleeuwen 500-1000
Een periode waarin de bevolking in aantal sterk terugliep en streken ontvolkten. Braakliggende gronden raakten weer bebost. Een feodaal systeem met een zelfvoorzienende agrarische cultuur ontstond. Opkomst en verspreiding van het Christendom.
De late Middeleeuwen 1000-1500
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor een agrarisch-urbane samenleving. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. Het begin van staatsvorming en centralisatie. De buitenlandse handel was echter veel minder belangrijk dan de plaatselijke en regionale handel. De steden waren voor voedingsmiddelen afhankelijk van het omringende platteland en omgekeerd was het platteland voor de producten van de nijverheid aangewezen op de steden.
Vroeg Moderne tijd 1500-1800
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. De Verlichting wordt gezien als een van de pijlers van de Westerse beschaving met een gewijzigd denken over de politiek, de wetenschap, de economie, de cultuur, de opvoeding en de religie in de Westerse wereld. De Verlichting gaf aanleiding tot modernisering van de samenleving door middel van individualisering, emancipatie, feminisme, secularisering en globalisering. Het gelijkheidsbeginsel, de mensenrechten en de burgerrechten vinden er hun wortels, net zoals het 'vrijdenken', het klassiek-liberalisme en het socialisme.
Moderne tijd 1870 - 2000
De verlichting en de industrialisatie hebben de basis gelegd voor de moderne samenleving onder andere doordat de rol van religie werd vervangen door de rede, de ratio. De ordening van het economisch leven onderging structurele veranderingen. De beheersing van natuur en samenleving door wetenschap en techniek.
‘ Hypermoderniteit’ > 2000
Een voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie. De mondialisering leeft op de informatie- en communicatietechnologie en internationale handel. Ze kenmerkt zich verder door verregaande schaalvergroting, het ontstaan van een wereldwijd kapitalisme en de verspreiding van een consumentencultuur. De informatisering van de samenleving als gevolg geweldige vooruitgang op gebieden als computertechniek en telecommunicatie hebben grote en positieve invloed op de wijze waarop wij ons leven kunnen inrichten. Door het internet zijn wij overal en altijd verbonden met de hele wereld.
28
28 29
Het eigendom van grond in ander perspectief
Wij leven in het kapitalisme. Een politiek-economisch systeem die gekenmerkt wordt door privaat eigendom van
productiemiddelen en vrije markten. Het eigendom is een belangrijk recht. In het burgerlijk wetboek staat onder
artikel 5: “Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.”. De ruimteproductie
zoals omschreven in het RBK-complex kapitaliseert het landschap naar mijn idee.
Door de crises van de afgelopen jaren dat de financiering van het verkrijgen van het eigendom van woningen en
grond voor natuur en landbouw steeds lastiger wordt voor burgers, bedrijven maar ook overheden. Het kapitalisme
heeft veel individuele vrijheid en welvaart gebracht maar heeft het begrip eigendom als heilige verklaard. Voor
het landschap heeft het eigendom van grond een gefragmenteerd kadastraal landschap opgeleverd waarbij het
individueel belang van de eigenaar op 1 staat. Het eigendom heeft in essentie weinig relatie met een ecosysteem
waar het gebruik van centraal staat.
Als we het eigendom van grond eens loslaten. Waar gaat het dan om? Het gaat om het gebruik van ruimte om te
wonen, het gebruik van land voor landbouw en het gebruik van ruimte om te werken, het gebruik van schoon
water, het gebruik van energie en het gebruik van natuur en landschap voor recreatie. We doen het al met water.
Niemand bezit water, we betalen voor het gebruik ervan. Enkele andere eigentijdse voorbeelden zijn: Greenwheels,
Spotify en Mudjeans.
Marke-organisaties
Het eigendom is niet altijd zoals nu geregeld geweest. In de tijd van de Marke-organisaties (1298- 1880) was het
gebruik van de ‘gemene gronden’ collectief geregeld. In het studiegebied op de oostelijke Veluweflank waren de
Marken ruim vertegenwoordigd. Door de bevolkingstoename in de late middeleeuwen werd de druk op het gebruik
van de gemeenschappelijke gronden groter. De gemene gronden bestonden uit hooilanden in de beekdalen, akkers
op de enken, heidevelden om de schapen te laten grazen en de bossen voor hout als bouw- en brandstof. Er was
behoefte aan schriftelijke vastlegging van regels en rechten. Daarom zijn toen door samenwerking van de boeren in
de dorpen eigenlijk spontaan Marke-organisaties ontstaan.
De Marke had als doel de instandhouding van het landbouwsysteem. In onderling overleg tussen boeren uit
verschillende dorpen werden markegrenzen vastgesteld en er werden regels opgesteld voor het gebruik van de
‘gemene gronden’ die werden vastgelegd in een Markeboek. Sinds de invoering door Napoleon van de Burgerlijke
gemeente in 1811 is het systeem van eigendom van grond beschreven in het Kadaster ingevoerd en zijn collectieve
< Markegrenzen 1850 in het plangebied op historische kaart van 1850
30
R
KB ix(i )
ix(i )
@
r
k
b
@
ix
M =M = Marke nieuwe stijl
i x = Individu of groepen individuen
Een nieuw collectief, een nieuwe Marke door met wonen, met ruimte voor het individu, de biodiversiteit te vergroten.
Fragment Markeboek van Empe, 1540.
30 31
taken van het beheer overgeheveld naar de gemeente. Naarmate de bestuursorganen Rijk, Provincies, Gemeenten
en Waterschappen meer taken naar zich toe trokken, verloren de Marken meer en meer hun betekenis. De
gemeentes zijn in de loop van de afgelopen 200 jaar gefuseerd en opgeschaald en het beheer van de collectieve
ruimte en ook van natuur worden steeds verder uitgekleed. De mogelijke komst van de ‘super gemeentes’ van
minimaal 100.000 inwoners gaat deze schaalvergroting door.
In de Marke bepaalde de draagkracht van het (eco)systeem de kaders. De mens had die natuur nodig om te voorzien in voedsel en energie. In essentie ging het om de instandhouding van een landbouwsysteem maar het meest interessante is dat er een relatie is tussen het collectief en de hoge mate van biodiversiteit in de Marke periode. Dat pleit voor een nieuw collectief waarbij de natuur centraal staat.
Ruimte voor een nieuw collectief voor natuur
Geïnspireerd op de oude Marke wordt een nieuw collectief geïntrocuceerd in het land tussen Veluwe en IJssel
waarbij de biodiversiteit en het gebruik van het ecosysteem in relatie tot de mens weer centraal staan. De
woning moet daarbij het vertrekpunt zijn waarbij individuele keuzevrijheid essentieel is. Daarmee wordt de
woningbouwopgave gekoppeld aan de opgave voor de vergroting van de biodiversiteit.
Door die koppeling is de nieuwe Marke een eigentijds ruimtelijk antwoord op ontwikkelingen in de digitale wereld
van individualisme en collectiviteit die als doel heeft de biodiversiteit te vergroten waarbij het gebruik van het
ecosysteem voor de markebewoners centraal staat. Daarbij is ook ruimte voor een duurzame landbouw en recreatief
medegebruik. Een nieuw biocollectief tussen mens en natuur.
32
32 33
5. Ruimtelijke strategie van het biocollectief
Watersysteem
Het plangebied ligt op de oostelijke flank van de stuwwal van de Veluwe. Het natuurlijk watersysteem verbindt de
Veluwe en de IJssel en is daarmee de drager van het ecosysteem. Door de bijzondere ligging is er op relatief korte
afstand sprake van inzijging van regenwater, kwel en afstroming van watersystemen richting de IJssel.
Het water heeft in de geschiedenis altijd een belangrijke rol gespeeld. Zo werd gebruikt gemaakt van de natuurlijke
bronnen en beken voor de aandrijving van de diverse papier-, hout- en kopermolens. Ook werd voor de ontwatering
en ontginning van natte gebieden een uitgebreid systeem aangelegd van weteringen die het water afvoerden
richting de IJssel en werden zogenaamde sprengen gegraven voor het voeden van het Apeldoornskanaal of
het opleiden van beken voor de aandrijving van nieuwe molens. De afstomingsrichting van het water is daarbij
interessant en maakt het landschap leesbaar. Beekdalen en natte laagtes vormen van nature verbindingen en
gradiënten tussen Veluwe en IJsel. Veel van de oorspronkelijke beekdalen en laagtes zijn ontgonnen voor de
landbouw. Terwijl deze natte gronden minder geschikt zijn voor de moderne grootschalige landbouw en juist hier
waardevolle ecologische gradiënten en verbindingen van hoog naar laag, droog naar nat zijn te realiseren.
Strategie
De ruimtelijke strategie (pagina 34-35) is vanuit het collectief van de Marke de woningbouwopgave te koppelen
aan de beekdalen en natte laagtes en daar condities te ontwerpen voor natuur en wonen in de afstoomrichting van
het water. Voor de ontsluiting wordt gebruik gemaakt van bestaande infrastructuur in de afstroomrichting en de
nieuwe Markegrenzen worden gevormd door de waterscheiding van een watersysteem. Deze strategie kan in de
tijd op basis van natuurlijke groei en een toenemende vraag naar woningen worden ingezet om met woningen de
biodiversiteit te vergroten daar waar deze op de natte gronden laag is en ecologische verbindingen ontbreken. De
drogere gronden blijven logischerwijs beschikbaar voor de landbouw. Zo ontstaan er als het ware linten met natuur
en wonen vanaf de Veluwe naar de IJssel. Daarmee worden verbindingen en gradiënten voor een toename van de
biodiversiteit gecreëerd die op grote schaal aansluiten op het ecosysteem van de IJssel en de delta van noordwest
Europa. Door de koppeling met het wonen wordt de natuur weer echt onderdeel van ons dagelijks leven. Bovendien
worden de identiteit en de herkenbaarheid van het landschap in het gebied tussen Veluwe en IJssel versterkt
waardoor de recreatieve waarde van het gehele gebied wordt vergroot.
< Watersysteem verbindt Veluwe en IJssel
34
Strategiekaart >Door gebruik te maken van het ecosysteem en de logica vanuit het landschap, ontstaan linten van natuur die de relatie tussen mens en natuur opnieuw vormgegeven en de herkenbaarheid en de identiteit van het landschap versterken.
Bestaande natuurgebieden (bossen&natte natuur) worden uitgesloten want bezitten reeds voldoende biodiversiteit.
Gebruik maken van de lokale wegen op de afstroomrichting.
Nieuwe Markegrenzen worden gevormd door de waterscheiding tussen de watersystemen.
Afstroomrichting van het watersysteem. Beekdalen en natte laagtes zijn waardevol om ecologische verbindingen te realiseren.Minder interessant voor de landbouw.
Lokatie ontwerp Moi! Marke. pagina 40
34 35
36
Veel landschapselementen zijn verdwenen.
Diepe ontwatering gericht op landbouw.
Voorsterbeek sterk gestuwd en gekanaliseerd. Gericht op het snel afvoeren van veel water.
Beekdal onherkenbaar in het landschap.
36 37
6. Ontwerp van de Moi! Marke
Watersysteem van de Voorsterbeek
In het noordelijk deel van het gebied ligt een bosgebied op een hogere zandrug en net ten zuiden daarvan ligt de
Klarenbeek die vervolgens uitmondt in de Voorsterbeek. In het midden van het gebied stroomt de Voorsterbeek
van linksonder naar rechtsboven op de kaart om vervolgens uit te monden in de IJssel. In het zuidoosten ligt een
gegraven wetering die een natte laagte tussen een zandrug en de oeverwal ontwatert.
De twee typen watersystemen, beek en wetering komen in het gehele plangebied tussen Veluwe en IJssel voor.
Het gebied is daarmee zowel exemplarisch als specifiek in de uitwerking van de strategie. Exemplarisch vanwege
het natuurlijk beeksysteem én de gegraven wetering. Het gebied is specifiek vanwege de sterk op ontwatering
(in)gerichte beken en daarmee het gebrek aan veerkracht van het (water)systeem, het eenzijdig op landbouw
ingerichte landschap en de opgaven voor natuur langs de Voorster- en Klarenbeek.
Het natuurlijk waterysteem is prachtig zichtbaar op de bodemkaart maar ligt verborgen in het landschap. De
waterscheiding van het beeksysteem in het noorden en zuiden van het plangebied vormt de grens van de
Marke. Om condities te creëeren voor een toename van de biodiversiteit en voor wonen wordt het bestaande
watersysteem vergraven.
Bodemkaart met beekdalen en en natte laagtes .Huidige situatie met nieuwe markegrenzen.
38
Huidig profiel gericht op afwatering
Biodiversiteit door het vergraven en opwerpen terpen (gesloten grondbalans)
Nieuw profiel gericht op gradiënten en veerkrachtig duurzaam watersysteem.
Principe bodem en water
Principes van de terp
Kavel langwerpig en noord zuid voor positionering op de zon (energie)
Kavel is privé (pacht)Terp, randen, bossen van de Marke.
Max 25% verhard incl. dakvlakken voor max. biodiversiteit
Iedere terp een heloftyenfilter voor zuivering van het afvalwater.
De woning is ruimtelijk ondergeschikt aan de markebossen waardoor ruimtelijke samenhang tussen wonen en markenatuur ontstaat.
38 39
Huidige structuur
Vergraven + terpen voor gradiënten Karakter
Bosbeek
Wonen+landschap+biodiversiteit
Laaglandbeek
Wetering
op beekrand gesloten
rand en ruimte voor beekdal
rand en ruimte voor wetering
open richting beekdal
open richting wetering en landbouw
Typologie
Principe van drie ruimtelijke typologieën.
40Ontwerp van de Moi! Marke. schaal 1: 10.000
40 41
‘Avondrood’Aan de vooravond van een hernieuwd biocollectief in de Moi! Marke.
Een nieuw collectief tussen mens en natuur door met wonen de biodiversiteit
te verhogen en ‘te bouwen’ aan een veerkrachtig en duurzaam landschap.
Tegelijkertijd wordt de omgevingskwaliteit en identiteit van het landschap
versterkt. De Moi! Marke heeft als taak de biodiversiteit te vergroten en
te bewaken. Binnen de kaders van de biodiversiteit, omgevingskwaliteit,
duurzame energie en (afval)watervoorziening is er de vrijheid voor de nieuwe
Markebewoners hun droomhuis, werkplek, atelier, kippenhok, tuinhuis of schuur
te bouwen. Het collectief (de Marke) is eigenaar zonder winstoogmerk en kan
tegen gunstige voorwaarden het wonen in de Marke toegankelijk maken (pacht).
De nieuwe bewoners maken dankbaar gebruik van de natuur en leren deze te
omarmen! De natuur inspireert, levert energie, zorgt voor een duurzame en
kostenloze manier om het afvalwater te zuiveren en een fantastische omgeving
om in te wonen, te werken en te leven!
De agrariërs blijven gebruik maken van de droge gronden buiten de
natuur en spelen tegelijkertijd in op de veranderde energiebehoefte van de
Markebewoners. Door biomassa en mest te vergisten en energie terug te
leveren aan de Marke ontstaat verbreding van het boerenbedrijf, een duurzame
energievoorziening en daarmee een nieuwe sociale energierelatie. De boer is
daarnaast dienstbaar aan de Marke door de extensieve weilanden in de Marke te
beheren en de biomassa van de bossen en rietvelden te oogsten.
De paden van de Moi Marke zijn toegankelijk voor de recreant en vormen
daarmee een waardevolle uitbreiding van de recreatieve ontsluiting van het
gebied tussen de Veluwe en de IJssel. De Moi! Marke schept daarmee condities
voor nieuwe ecologische, sociale en duurzame verbindingen tussen mensen en
tussen mens en de natuur. Het hoeft niet van vandaag op morgen klaar te zijn.
Op basis van organische groei ontwikkelt deze nieuwe alliantie in de tijd.
Mocht de prognose van krimp over 30 jaar werkelijkheid worden, staan de
omgevingskwaliteit en de biodiversiteit!
Moi!.....de alledaagse groet waarmee inwoners van de noordelijke en oostelijke
provincies elkaar begroeten is een afgeleide van ‘een mooien morgen’.
Morgen wordt alles anders!
42
De vrijkomende grond vormt de configuratie van terpen waarop de woningen worden gebouwd. Tussen de terpen bevinden zich de helofytenfilters en broekbossen. Hierdoor ontstaan op korte afstand veel gradiënten van droog naar nat: de ideale condities voor een hoge mate van biodiversiteit. Het kaartbeeld toont de situatie bij normaalpeil van het systeemwater.
Het kaartbeeld toont de bestaande erven, huiskavels, wegen en toekomstboeren van de Marke. De Marke respecteert de bestaande erven en huiskavels.
Configuratie van de terpen met woningen. Eis vanuit de Marke is de positionering van alle woningen op de zon (passieve energie). Het kaartbeeld toont het maximale laadvermogen van de Marke. De ingebruikname van de terpen voor wonen gaat op basis van organische groei. In de tussentijd hebben de terpen de functie van droge weiden en fruitgaarden. Daarmee dragen ze bij aan de biodiversiteit
Veerkrachig watersysteem na het vergraven van de beken en de wetering. Het systeem functioneert zonder stuwen. Ook het bestaande watersysteem van de landbouw en bestaande erven wordt aangepast op de nieuwe waterstructuur en stroomt binnen de waterscheiding volgens de natuurwet van de zwaartekracht van hoog naar laag. Het (afval)water wordt gezuiverd door helofytenfilters alvorens het de natuurlijke watersystemen in stroomt.
Het nieuwe zuiverende en veerkrachtige watersysteem
De terpen, woningen en de (recreatieve) ontsluiting
42 43
Onderwaterdrempels zorgen ervoor dat het watersysteem niet “leegloopt” richting IJssel en blijft migratie van vissen en amfibieën mogelijk. Het kaartbeeld toont de situatie bij een toenemend debiet. Er is dan ruimte in het systeem om het water te bergen en vertraagd af te voeren.
Het kaartbeeld toont de configuratie van de nieuwe woningen op de terpen met de ontsluiting van karrensporen die zijn aangesloten op de bestaande wegenstructuur. Hierbij maakt de Marke zoveel mogelijk gebruik van bestaande landbouwpaden.
Het kaartbeeld toont de situatie bij hoge waterstanden van de IJssel. Tussen de terpen is binnen het systeem extra bergend vermogen.
Het kaartbeeld toont de recreatieve structuur van de Markepaden. De Markepaden zijn het totaal van de karrensporen met aansluitend een netwerk van zandpaden voor wandelaars en fietsers waar de Markegrenzen ook onderdeel van zijn. De bosbeek heeft alleen kruisende paden voor stabiel ecosysteem. De laaglandbeek en wetering hebben kruisende en ‘langs de oever’ paden die in het laaglandbeekdal bij hoogwater onderlopen. Het water stuurt daarmee de mens en levert afwisselende recreatieve patronen op die het gebeid interessant maken.
44
Bestaande ervenEigendomsgrenzen van bestaande erven en huiskavels worden gerespecteerd; aanplant van houtwallen en besdragende struwelen met behoud van zichtgarantie! Hiermee ontstaat een toename van de biodiversiteit op de drogere gronden. Bovendien dragen deze struwelen bij aan de ruimtelijke kwaliteit en productie van biomassa.
Helofytenfilters en ElzenrabattenHet landbouwwater en (afval)water van bestaande erven gaat door het helofytensysteem alvorens het in het natuurlijk watersysteem stroomt. De elzenrabatten in de weteringennatuur hebben een bergend vermogen, produceren biomassa en zorgen voor een ruimtelijk dynamisch landschap.
BosbeekStevige beekbegeleidende bosstructuren dicht op de beek. Aan de landbouwzijde vormen deze de ruimtelijke scheiding met de landbouw. De terp draagt bij aan de gradiënt van droog naar nat; van eik, iep, es naar els. De ondergroei bestaat uit besdragend struweel. De besloten boskavel sluit aan op het besloten karakter van de bosbeek.
WeteringennatuurTerpen met een stevig kader van populieren en essen als ruimtelijke scheiding met de landbouw. De noordoostzijde van de terp met populier en ondergroei met besdragend struweel: gunstig voor biodiversiteit, energiehuishouding en houtproductie. Openheid naar de weteringnatuur. Visueel contact met de landbouw door bomenweide van essen.
Rijke compositie aan groenstructuren voor (bio)diversiteit en woonkwaliteit
44 45
BeekdalnatuurHet vergraven van het beekdal schept condities voor het laten ontstaan van elzen- en wilgenstruwelen en ruigtes. Daar waar extensief mag worden begraasd/gemaaid door de Markeboeren ontstaan kruidenrijke vochtige graslanden.
Flanken van het laaglandbeekdalStevige beekbegeleidende bossen als ruimtelijke scheiding met de landbouw. De terp draagt ook hier bij aan de gradiënt van droog naar nat; van eik, iep, es naar els/wilg. De ondergroei bestaat uit besdragend struweel. De bossen langs de laaglandbeek “breken” aan de binnenzijde open waar de structuur organischer en natuurlijker is en de beekbeleving optimaal wordt. Dit zorgt ook op microniveau voor waardevolle gradiënten van zon en (half )schaduw.
46
Doorsnede wonen aan de bosbeek
Lente langs de bosbeek.
0 5m
46 47
Doorsnede wonen aan de bosbeek
Lente langs de bosbeek.
48
Doorsnede karrenspoor schaal 1:100
Voorzomer langs het karrenspoor en de weilanden.
48 49
Voorzomer langs het karrenspoor en de weilanden.
50
Doorsnede wonen aan de laaglandbeek
Nazomer langs de laaglandbeek.
0 5m
50 51
52
Doorsnede wonen aan de wetering
Winter in de wetering: de biomassa wordt geoogst.
0 5m
52 53
Doorsnede wonen aan de wetering
54
2.
1.
3.
4.
5.
6.
2.
3.
1.
1.
6.
54 55
Herkenbaar landschap met gradiënten en verbindingen voor mens en natuur (1)
Stevige bossen markeren ruimtelijke de grens tussen landbouw en beekdal. Langs de zuiveringsmoerassen opent
zich de wereld van het beekdal. De bossen hebben een rijke ondergroei met bloeiend en besdragend struweel. Van
droog naar nat: krent, Gelderse roos, meidoorn, vogelkers en sleedoorn. Op de droge terp staan noten, fruitbomen,
eiken en iepen. De karrensporen en paden die de beken kruisen blijven ook bij hoog water toegankelijk. De paden
die de beek kruisen worden begeleid door solitaire en groepen lindes. De paden langs de beek, die bij hoogwater
verdwijnen, worden begeleid door essen.
Zuiver water! (2)
Het (landbouw)systeemwater wordt gezuiverd met helofytenfilters. Het hemelwater van de terpen wordt gebruikt
of vertraagd afgevoerd. Iedere woning krijgt van de Marke een prachtige helofytenfilter en het gezuiverde water is
te gebruiken als (zwem)vijver of waterbassin. Helofytenfilters dragen in hoge mate bij aan microgradiënten van het
(onder)waterleven, insecten en amfibieën. Bovendien brengen de helofytenfilters de natuur dichtbij en werken voor
het plezier en het nut van de mens.
Veerkrachtig watersysteem (3)
Condities voor een natuurlijke watersysteem en gradiënten worden gecreërd door beekbodemverhoging en
vergraving van het bestaande maaiveld. Belangrijk daarbij is het werken met een gesloten grondbalans: vijkomende
grond wordt opgeworpen op terpen. In het watersysteem zorgen onderwaterdrempels ervoor dat het watersysteem,
dat op helling ligt , niet “leegloopt” richting IJssel. Migratie van vissen en amfibieën blijft hierdoor mogelijk. De
vertraagde afvoer vermindert de verdroging en heeft een bergende functie bij hoge waterstanden in de IJssel. De
vegetatie dicht bij de sterke stroming bestaat uit wilg, els en riet. Periodiek overstroomde kruidenrijke graslanden
met koekoeks-, boter-, pinksterbloemen en orchideën worden extensief gemaaid door de (hobby)Markeboer.
< Uitwerking fragment laaglandbeek in 6 thema’s exemplarisch voor de biodiversiteit en duurzaamheid van de Moi! Marke schaal 1:2000
7. Wonen in het dal van de laaglandbeek
56
2.
1.
3.
4.
5.
6.
2.
3.
1.
1.
6.
56 57
Leven van de terp (4)
De tuin ligt noord-zuid. De tuingrens wordt gevormd door gemengde haag met bloeiende en besdragende soorten
als meidoorn, sleedoorn, gelderse roos, veldesdoorn, haagbeuk en liguster. Op de terp staan solitaire nutsbomen
voor mens en natuur: fruitbomen, noten, eiken en lindes. De zwemvijver met natuurlijk hemelwater en gezuiverd
afvalwater door helofyten is op iedere terp een essentieel onderdeel. Terras en (sier)tuin liggen op het zuiden met
bloeiende vaste planten voor de nektar. De grastaluds van de terp dragen bij aan de microgradiënten van droog naar
vochtig grasland en zijn in gebruik als hooiland voor (hobby)boer of extensieve weide door markebewoners.
Energie uit de zon en biomassa (5)
Leven op de zon! De woningen staan allemaal op de zon. Hierdoor is passief gebruik van zonne-energie
vanzelfsprekend. Dit wordt aangevuld met zonnecellen voor electriciteit en opladen van electrische auto’s en
fietsen. De energie wordt uitgewisseld en zo ontstaan nieuwe sociale (energie)structuren. De Moi! Marke produceert
daarnaast ook veel biomassa. De mate van oogsten van die biomassa sluit aan op de dynamiek van het systeem. De
zuiveringsmoerassen worden ieder jaar gemaaid. De elzenrabatten worden gefaseerd eens in de vijf jaar afgezet.
Elzen en populierenbossen in de wetering en laaglandbeek worden gedund volgens het FSC duurzaam bosbeheer.
Om een stabiel bosbeek milieu te creeëren vindt daar geen kap plaats. De Markeboer krijgt een nieuwe rol in
verwerken biomassa voor de Marke en de Markebewoners maken dankbaar gebruik van deze lokaal geproduceerde
energie en worden daarmee onafhankelijk van de grote energiebedrijven. Bovendien ontstaat er hierdoor een
nieuwe lokale economie.
Karrensporen en zandpaden (6)
Het profiel van de ontsluiting draagt eveneeens bij aan de verhoging van de biodiversiteit. De gradiënt van het
dwarsprofiel van het karrenspoor loopt van droog naar nat. Tussen de sporen staan tredplanten met daarnaast
een bloemrijke berm gevolgd door een plas/dras greppel of sloot. De ontsluiting draagt eveneens bij aan de
biodiversiteit met kruiden, nektar, zaden, vlinders, bijen, muizen, roofvogels. Zo draagt elk onderdeel van de Moi
Marke bij aan duurzaamheid, beleving, woonkwaliteit en toename van de biodiversiteit!
< Uitwerking fragment laaglandbeek in 6 thema’s exemplarisch voor de biodiversiteit en duurzaamheid van de Moi! Marke schaal 1:2000
58
Een ochtendduik in het zuivere water met dank aan de helofyten!
58 59
60
Avondrood in de Moi! Marke
60 61
62
8. Conclusie en Terugblik
Het landschap is niet statisch, gefixeerd of af. Het leeft, is dynamisch en continu in verandering. Ook onze
samenleving verandert en is in beweging. De introductie van het hernieuwde collectief tussen mens en natuur
laat zien dat wi door anders om te gaan met de ruimtelijke opgaven en door gebruik te maken van de kracht van
de natuur, loskomen van het denken vanuit de ruimtelijke scheiding. Het levert prachtige duurzame veerkrachtige
landschappen op om in te wonen, te werken en te recreëren. Door invulling te geven aan de intrinsieke relatie tussen
mens en natuur en het wonen te koppelen aan deze natuur wordt de natuur een vanzelfsprekend onderdeel van ons
dagelijks leven. Een prachtige kans om de mens weer onderdeel te laten zijn van het ecosysteem.
De opgave die ik mezelf gesteld heb om met de opgave van 20.000 woningen tegelijkertijd de biodiversiteit te
verhogen heb ik niet helmaal kunnen verwezelijken. Door de uitwerking van de Moi! Marke te extrapoleren naar
het gehele plangebied en de woningen te koppelen aan de natte natuur kunnen circa 15.000 woningen worden
gerealiseerd. Dat is het laadvermogen van het landschap om ook nog ruimte te houden voor de bestaande
natuurgebieden en de landbouw, eveneens belangrijke dragers van het landelijk gebied. Belangrijk hierbij is dat
het mij niet alleen gaat om het getal van 20.000. Veel belangrijker is dat op deze wijze de relatie tussen mens en
natuur opnieuw wordt vormgegeven en dat de biodiversiteit wordt vergroot. De implementatie van de strategie van
het biocollectief levert veel meer natuur op dan de realisatie van de EHS alleen. Bovendien wordt tegelijkertijd de
omgevingskwaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van het landschap in hoge mate versterkt.
Als de prognose van 20.000 niet uitkomt of dat er over 30 jaar inderdaad sprake is van krimp, staan de
omgevingskwaliteit en de biodiversiteit in het land tussen Veluwe en IJssel en daarmee een duurzaam landschap!
Deze strategie is exemplarisch en kan daar waar vergelijkbare opgaven liggen als inspiratie of voorbeeld dienen!
Ramon Postma
28 augustus 2013
62 63
9. Literatuur- en bronnenlijst
Barends, S...et al], Het Nederlandse landschap: een historisch geografische benadering, Uitgeverij Mattrijs, 2007.
Hartman, W, ‘ De Vloeibare Stad’, Architectura en Natura Pers, 2007.
Jackson, Tim, ‘Welvaart zonder groei, Economie voor een eindige planeet’, Uitgeverij Jan van Arkel, 2010
Moet, D, ‘Autarkie’ , Uitgeverij Thoth, 2005
Montij, I, ‘ Naar Buiten, Het verlangen naar landelijkheid in de negentiende en twintigste eeuw’, Uitgeverij Sun, 2002
Pauli, G., ‘Blauwe Economie’, Paradigm Publications, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2012
Saris, J; Modder... et al], ‘Stedelijke Regio’s, Over informele planning op een regionale schaal’, Nai uitgevers, 2011.
Schouten, M.G.C., ‘Spiegel van de natuur, Het natuurbeeld in cultuurhistorisch perspectief’, KNNV uitgeverij, 2005
Grote Historische Atlas van Gelderland, Uitgeverij Nieuwland, tweede druk 2007
Topografische Atlas van Nederland, 4e druk, Uitgeverij 12 Provincien, 2011.
www.ahn.nl
www.apeldoorn.nl
www.brummen.nl
www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/dossiers/nl0071-ontwikkelingen-in-de-landbouw.
www.dienstlandelijkgebied.nl
Digitale Atlas Gelderland, http://ags.prvgld.nl/GLD.Atlas
www.epe.nl
Erfpacht, http://erfpachtdeskundige.nl/artikelen/duur-van-erfpacht-en-de-waarde/
LOP IJsselvallei, voorst.nl/wonen/groen-water-en-infrastructuur/landschap-en-openbaar-groen/erf-en-landschap/
LOP Van Veluwe Tot IJssel, www.vvtij.nl/Landschapsontwikkelingsplan/Landschapsbeschrijving
Planbureau voor de leefomgeving, www.pbl.nl
Rural Sociology Group, www.wageningenur.nl/
www.stedendriehoekindex.nl
www.voorst.nl
Zomergasten, aflevering met Lidewij Edelkoort, 12 augustus 2012, VPRO
R
KB ix(i )
ix(i )
@
r
k
b
@
ix
M =