pz het houtsche (5447) - politie · daarnaast kregen ze ook de opdracht om te zoeken naar een...

PZ Het Houtsche (5447)

Zonaal Veiligheidsplan

2014-2017

(Versie 01-06-2013)

Zonaal veiligheidsplan 2014 - 2017 PZ Het Houtsche

Het Houtsche, uw houvast! 1

CCoollooffoonn

Zonale veiligheidsraad

Namens de goedkeurende instanties

Luc Vanparys, burgemeester te Oostkamp, voorzitter van het politiecollege en de zonale veiligheidsraad

Jean-Marie Berkvens, procureur des konings van het gerechtelijk arrondissement Brugge Céline D’havé, substituut procureur des konings, refentiemagistraat van de PZ Het Houtsche

Johan De Rycke, burgemeester te Beernem , lid van het politiecollege Patrick Arnou, burgemeester te Zedelgem, lid van het politiecollege

Namens de federale politie

HCP Luc Gheysen, bestuurlijke directeur CSD Brugge HCP Rigobert Martens, gerechtelijk directeur a.i. FGP Brugge

ADV Mariska Delafonteyne, strategisch analiste bij CSD Brugge

Namens de lokale politie

HCP Eddy Van Daele, korpschef PZ Het Houtsche CP Eva De Gersem, directeur beleid & operaties PZ Het Houtsche

ADV Mia Gobert, secretaris PZ Het Houtsche en van de zonale veiligheidsraad

Medewerkers van de politiezone Het Houtche

De diensthoofden van de lokale afdelingen

De interventie- en wijkinspecteurs

De diensthoofden DPL en recherche De medewerkers van de dienst operaties

CP Edgard Yde



IInnhhoouuddssttaaffeell

Colofon ........................................................................................................................................................................... 1 IInnhhoouuddssttaaffeell .................................................................................................................................................................... 2

Inleiding .............................................................................................................................................................................. 3

Voorwoord ...................................................................................................................................................................... 3 Leeswijzer ....................................................................................................................................................................... 4

HHooooffddssttuukk 11.. MMIISSSSIIEE –– VVIISSIIEE –– WWAAAARRDDEENN ........................................................................................................................... 5

1.1. Getrokken lessen uit het vorige plan ................................................................................................................ 5 1.2. Onze belanghebbenden & hun verwachtingen ................................................................................................. 5 1.3. Missie – Visie - Waarden ................................................................................................................................... 8

Hoofdstuk 2. Scanning & Analyse ....................................................................................................................................... 9

2.1. Getrokken lessen uit het vorige plan ....................................................................................................................... 9 2.2. Socio-economische en demografische beschrijving van de zone ............................................................................ 9 2.3. Beeld van veiligheid en leefbaarheid ..................................................................................................................... 11

2.3.1. Objectieve gegevens ....................................................................................................................................... 11 2.3.2. Subjectieve gegevens ...................................................................................................................................... 14

2.4. Verwachtingen en doelstellingen van overheden en de andere belanghebbenden ............................................. 16 2.5. Inrichting van het korps ......................................................................................................................................... 19

2.5.1. Personeelscapaciteit ....................................................................................................................................... 19 2.5.2. Organogram .................................................................................................................................................... 20

2.6. Beeld van de dienstverlening en de werking ......................................................................................................... 23 2.6.1. Uitvoering van de dienstverlening aan de bevolking ...................................................................................... 23 2.6.2. De interne werking ......................................................................................................................................... 35

2.7. Samenwerking ....................................................................................................................................................... 39 2.7.1. Interzonale, bovenlokale en internationale politiesamenwerking ................................................................. 39 2.7.2. Andere protocols of samenwerkingsakkoorden met niet politionele partners en derden. ........................... 40

2.8. Synthese van de bestede capaciteit ....................................................................................................................... 42

Hoofdstuk 3. DE STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN .......................................................................................................... 44

3.1. De vorige strategische doelstellingen – evaluatie en te trekken lessen ................................................................ 44 3.1.1 Domein van de veiligheid en leefbaarheid ...................................................................................................... 44 3.1.2 Domein van de dienstverlening en werking .................................................................................................... 47

3.2. De strategische doelstellingen 2014-2017 ............................................................................................................. 48 3.2.1. Synthese van de argumentatie ....................................................................................................................... 48 3.2.2. De strategische doelstellingen ........................................................................................................................ 50

Hoofdstuk 4. HET COMMUNICATIEBELEID ....................................................................................................................... 54

4.1. Externe communicatie ........................................................................................................................................... 54 4.1.1. Te trekken lessen over de externe communicatie van het politiebeleid 2009-2012 (2013) ........................... 54 4.1.2. Intenties betreffende de externe communicatie van het politiebeleid 2014-2017 ........................................ 54

4.2. Interne communicatie............................................................................................................................................ 55 4.2.1. Te trekken lessen over de interne communicatie van het politiebeleid 2009-2012 (2013) ........................... 55 4.2.2. Intenties betreffende de interne communicatie van het politiebeleid 2014-2017 ........................................ 56

Hoofdstuk 5. GOEDKEURING VAN HET PLAN .................................................................................................................... 57

5.1. Verbeteren en vernieuwen .................................................................................................................................... 57 5.2. Goedkeuring .......................................................................................................................................................... 58

Hoofdstuk 6. ACTIEPLANNEN EN PROJECTEN ................................................................................................................... 59

VERSPREIDINGSLIJST ......................................................................................................................................................... 60

BIJLAGEN ........................................................................................................................................................................... 61



IInnlleeiiddiinngg

VVoooorrwwoooorrdd

Politiezone Het Houtsche is ondertussen meer dan elf jaar ‘in business’. In deze periode bouwden we met grote betrokkenheid en inbreng van de gemeenten Beernem, Oostkamp en Zedelgem – zowel financieel als op andere domeinen – een degelijke basispolitiezorg uit.

Onder een gunstig financieel gesternte investeerden we sterk in mensen, middelen en infrastructuur maar vooral in een betere dienstverlening en politiewerking. Ook beleidsmatig werd via een goede opvolging van de beleidscyclus voortdurend aan kwaliteitsverbetering gewerkt. En dit met behoorlijke resultaten. Dit alles gebeurde bovendien binnen een strikt financieel kader wat blijkt uit de lage politiekost per inwoner in vergelijking met het gros van de andere zones.

In de nabije en verdere toekomst krijgen we evenwel te maken met de sterke stijging van een aantal uitgaveposten. Ik denk hierbij vooral aan de forse stijging van de werkgeversbijdragen op pensioenen. Daarnaast zorgen ook ‘gewone indexeringen’ telkens voor forse meerkosten in een begroting die voor ongeveer 87% uit personeelsuitgaven bestaat. Bovendien is de algemene economische en financiële context van die aard dat de gemeenten – onze voornaamste sponsor - in de komende legislatuur de tering naar de nering zullen moeten zetten.

Het is dan ook niet meer dan normaal dat de politiezone aan de nieuwe beleidsmakers in 2013 een voorstel heeft voorgelegd om tot een betere kostenbeheersing te komen. Dit voorstel werd ondertussen vertaald in een gewijzigde formatie en een gewijzigd organogram. U vindt dit terug in huidig veiligheidsplan.

Financiële rationalisatie is een must maar mag de slagkracht van de organisatie niet ondermijnen. Vandaar dat groot belang gehecht wordt aan het nieuw zonaal veiligheidsplan dat thans voorligt.

Het is een strategisch plan dat de grote lijnen vastlegt voor de periode 2014 – 2017. Het is essentieel om de doelstellingen die we thans formuleren verder uit te werken op tactisch en operationeel niveau.

En dat is nu precies ons engagement voor de komende vier jaar. Het zonaal veiligheidsplan is de ruggengraat van onze werking en geeft ons de juiste richting aan om continu te verbeteren en de inwoners van de zone de politiezorg te geven waar ze recht op hebben.

Onze slogan ‘Het Houtsche, uw houvast!’ is ondertussen genoegzaam gekend in de zone. Aan ons om het kwaliteitsstreven dat erin vervat zit ook in de komende vier jaar waar te maken!



LLeeeesswwiijjzzeerr

“De rode draad doorheen dit plan is het streven naar een Excellente politiezorg. Zowel de filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg met zijn 5 pijlers (externe oriëntering – oorzaakgericht probleemoplossend werken – partnerschap – afleggen van verantwoording – bekwame betrokkenheid), als de werkwijze van de informatiegestuurde politiezorg met zijn 5 kenmerken ( doelbepalend – pro en reactief – meerwaarde biedend – uitwisseling – doelgericht) en de optimale bedrijfsvoering met zijn 5 principes ( resultaatgericht – transparant – samenwerking – continu verbeteren – leiderschap met lef) lopen door dit plan, als bijdrage van de politie tot veiligheid en leefbaarheid, onder regie van de bevoegde overheid. Optimale bedrijfsvoering betekent ook de keuze voor een managementmodel. Voor de Belgische politie werd het EFQM model meer politie-specifiek gemaakt. De keuze voor het EFQM managementmodel PolBel heeft meerdere redenen:

het laat toe om doelgericht te balanceren tussen de verwachtingen van alle belanghebbenden van de organisatie;

het laat een integrale en geïntegreerde benadering toe van zowel de interne organisatieontwikkeling en dienstverlening, als de externe veiligheids- of leefbaarheidsfactoren;

het laat toe een gemeenschappelijke taal te spreken om zo de onderlinge communicatie en het leren van elkaar te faciliteren;

het is geen “voorschrijvend”, maar “beschrijvend” model: het laat toe dat elke (politie)organisatie zelf invult hoe en wanneer ze bepaalde aspecten wil realiseren en de snelheid van invoering ervan aanpast aan de lokale context, “ongebreideld en op eigen ritme”;

De filosofie van dit model werd gevolgd voor het opstellen van dit plan. Het model wordt immers van rechts naar links gelezen, m.a.w. de externe oriëntering of de belanghebbenden (resultaatgebieden) komen eerst aan bod. De al dan niet geboekte resultaten en de verwachtingen van de belanghebbenden vormen dus de basis voor de werking (organisatiegebieden) van de zone.

Elk hoofdstuk begint met de te trekken lessen uit het vorige plan en er wordt steeds aandacht besteed aan de verwachtingen van de belanghebbenden van de zone. Het continu verbeteren en vernieuwen en mee-evolueren met de veranderende maatschappij impliceren zulke ingesteldheid. Dit ZVP is opgebouwd volgens een indeling met een algemene inleiding en zes hoofdstukken. Er wordt binnen elk hoofdstuk een logische volgorde gerespecteerd (extern – intern), ook de opbouw van het plan zelf volgt een logische structuur.

Missie-visie en waarden vormen de basis voor dit plan, zonder M-V-W is er geen fundament (Hoofdstuk 1).

Zowel de omgeving van de zone als de criminaliteitscijfers én de geïnventariseerde verwachtingen van de belangrijkste belanghebbenden van de zone (Hoofdstuk 2) vormen het tweede noodzakelijke fundament alvorens we strategische doelstellingen kunnen bepalen (Hoofdstuk 3).

Nadat we weten wat we gaan doen, waarom we dit gaan doen en de nodige lessen uit het vorige ZVP werden getrokken, bepalen we de communicatiestrategie naar de belanghebbenden (Hoofdstuk 4).

Vooraleer het plan goed te keuren en te ondertekenen wordt een synthese gemaakt van de opmerkingen, verbetervoorstellen en genomen maatregelen naar aanleiding van de goedkeuring van het vorig plan (Hoofdstuk 5).

Tenslotte zal het bundel in de loop van de vier jaar systematisch vervolledigd worden met actieplannen en projecten (Hoofdstuk 6).



HHooooffddssttuukk 11.. MMIISSSSIIEE –– VVIISSIIEE –– WWAAAARRDDEENN De Missie-Visie-Waarden zijn het uitgangspunt van onze werking en dus ook van de beleidskeuzes die later in dit ZVP gemaakt worden. Hier worden de fundamenten gelegd voor het vervolg van het planproces. De missie, of het antwoord op de vraag naar de bestaansreden van de organisatie, ligt voor de politie wettelijk vast

1.

Dit is een permanente opdracht. Niets belet echter dat er een lokaal accent aan de missie wordt toegevoegd. De visie, of het antwoord op de vraag wat we willen zijn, is in principe een ambitieus gedeeld beeld van de toekomst. Hieromtrent is een consultatie van alle belanghebbenden het meest op zijn plaats. De kernwaarden van de organisatie, of het antwoord op de vraag waar we in geloven, is eerder een interne aangelegenheid. Hier zijn de eigen medewerkers de sleutelfiguren. Het is echter aangewezen om ook na te gaan welke waarden en normen essentieel zijn vanuit het klantperspectief (dienstenafnemer).

11..11.. GGeettrrookkkkeenn lleesssseenn uuiitt hheett vvoorriiggee ppllaann

Bij het opstellen van het eerste zonaal veiligheidsplan is er gebruik gemaakt van een V-M-W tekst opgesteld door de korpschef. Hierbij werd omwille van het tijdsgebrek geen overleg gepleegd met de overheden en de andere belanghebbenden, teneinde hun verwachtingen in kaart te brengen.

In 2006 hebben we een nieuwe ‘visie-missie-waarden’ tekst opgesteld. Hiervoor hebben we ons laten inspireren door het stappenplan uiteengezet in het handboek ‘ resultaatgerichte actieplannen van Dirk Van Aerschot. We behouden deze tekst in het ZVP 2014 – 2017.

11..22.. OOnnzzee bbeellaanngghheebbbbeennddeenn && hhuunn vveerrwwaacchhttiinnggeenn

Op 28-03-2006 hebben we een aantal interne en externe actoren (belanghebbenden) samengebracht en ze verdeeld over 3 werkgroepen. We hebben geprobeerd om de personen te selecteren die ofwel behoren tot één van onze vijf categorieën van belanghebbenden of die nauw in contact staan met bepaalde belangengroepen. Volgende personen hebben deelgenomen aan de werksessie: 3 burgemeesters – 6 leden van de politieraad – 2 leden van de pers – 2 gemeentesecretarissen – 1 juriste – 1 Dirco – 1 referentiemagistraat – 8 medewerkers van de PZ.

Onder leiding van een procesbegeleider hebben we in drie werkgroepen nagedacht over de volgende vraag: wanneer is de lokale politie van de politiezone Het Houtsche voor de ‘ dienstenafnemers – partners/leveranciers – opdrachtgevers – medewerkers – maatschappij’ succesvol?

Daarnaast kregen ze ook de opdracht om te zoeken naar een ‘slagzin’ en een ‘acroniem’ om onze ‘waarden’ voor te stellen.

1 Art. 3 en 5 Wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, B.S., 05

januari 1999.



Het groepswerk resulteerde in een reeks verwachtingen en kenmerken die onder de vorm van ‘sleutelwoorden’ werden genoteerd op flip-overpapier.

De geïnventariseerde verwachtingen werden vervolgens door enkele medewerkers van het beleid- en ondersteuningsteam (BOT) verwerkt tot een ontwerptekst. Ze gingen na welke van de verwachtingen behoren tot de ‘visie, missie of waarden’. Soms hebben ze een verwachting op meerdere plaatsen ingevuld .

Hierna een overzicht van de gesorteerde verwachtingen van onze belanghebbenden (opgelet, er is geen inventaris per belanghebbende, gezien ze door elkaar geplaatst werden in de werkgroepen):

VISIE Kwaliteit – efficiëntie – goede middelen – goede infrastructuur – professionaliteit – vakkennis – competentie – beleid kennen – beleidsmatig handelen – betrokkenheid in het beleid – betrouwbaar – uitstraling – herkenbaarheid van de organisatie – creativiteit – kennis hebben van de diverse geledingen in de maatschappij – duidelijk omtrent de verachtingen – terreinkennis – afstemmen van de diverse beleidsplannen – integratie in de maatschappij – tevredenheid –imago-uitstraling – verbondenheid – zelfkritiek – HRM – coaching medewerkers – dynamische organisatie

MISSIE Openheid in beleid, organisatie en optreden – betrokkenheid personeel – permanente bereikbaarheid – probleemoplossend werken – functioneren binnen het wettelijke kader – goede relatie tussen politie en gemeente – beschermen – right men op the right place – vertrouwen in de medewerkers – kans op persoonlijke ontplooiing – jobrotatie – respons – betrouwbaar – dienstbaarheid – tussen de bevolking – goed opleiding – competentie – partners – verantwoording afleggen – lage drempel – bereikbaarheid – zichtbaarheid – aanspreekbaarheid – samenwerking – kennis van andermans functioneren – veiligheidsgevoel – kostenbeheersing – rust & orde & veiligheid – kwaliteit – efficiënt – goede middelen en infrastructuur – professionaliteit – vakkennis – competentie – respect – noden kennen van de belanghebbenden – uniformiteit in de dienstverlening – terreinkennis – transparant – breed waaier in activiteiten (roron) – openheid in beleid – gepast doorverwijzen

WAARDEN Positieve werksfeer – fierheid – wederzijds vertrouwen – empathie – loyaliteit – onpartijdigheid & objectief & neutraal – initiatief & eigen invulling – sociaal aspect – creativiteit – flexibiliteit – betrouwbaar – bereidwilligheid – dienstbaarheid – respect – sociaal opvangnet – inspraak – appreciatie – houding – integriteit – discretie – leerbereidheid – verantwoording afleggen – redelijkheid – bemiddelend – communicatie – samenhorigheid & collegiaal – voorbeeldfunctie – waardigheid – uitstraling – kwaliteit – efficiënt – goede middelen en infrastructuur – professionaliteit – stressbestendigheid – polyvalent – vakkennis – competent – blijvende motivatie – zelfkritiek – sportief – werkvreugde – zinvol werk – inspraak - betrokkenheid.

Vervolgens heeft het BOT de bij elkaar aansluitende verwachtingen geclusterd en de link gelegd naar de 5 pijlers van de gemeenschapsgerichte politiezorg.

Tenslotte hebben ze de geclusterde verwachtingen opgehangen aan een aantal ‘kapstokken’.

Gebruikte kapstokken:

visie: ‘het beleid’ – ‘onze politieorganisatie en zijn medewerkers’ – ‘ons imago’

missie: ‘het zonaal veiligheidsplan’ – ‘pijlers COP’ – ‘ons dienstenaanbod’

waarden: het acroniem ‘HOUVAST’

Na een boeiende discussie, een spel van woorden, het gebruik van kapstokken, een aantal herformuleringen en het zoeken naar de juiste betekenis van bepaalde woorden kwam het resultaat uit de bus (zie 1.3).



Ondertussen zijn we bezig met de implementatie van de nieuwe V-M-W binnen onze werking. Voorbeelden hiervan zijn: de opmaak van een affiche voor de burelen en publieke plaatsen in onze gebouwen, een spandoek met onze slagzin voor evenementen, een presentatiemap, de slagzin op onze briefwisseling, de koppeling met de W-M-W bij toespraken en bij de opmaak van nota’s, … Er volgen nog meer initiatieven in de nabije toekomst

Het voornaamste blijft echter het uitdragen van de V-M-W tekst bij onze medewerkers waarbij een continue communicatie bij elk overlegmoment noodzakelijk is.



11..33.. MMiissssiiee –– VViissiiee -- WWaaaarrddeenn

Missie “ Wij zullen de doelstellingen uit ons zonaal veiligheidsplan realiseren. Hierbij werken we binnen het wettelijk kader en de principes van de gemeenschapsgerichte politiezorg:

maatschappelijk georiënteerd probleemoplossend partnergericht open gedreven

We pakken dit takenpakket op en integrale manier aan: preventief waar het kan repressief waar het moet steeds met aandacht voor het slachtoffer”.

Visie “ De politiezone Het Houtsche wil binnen het afgesproken beleid, door kwaliteitsvolle dienstverlening zorgen voor tevredenheid bij alle betrokkenen. Als coachende organisatie met competente en creatieve medewerk(st)ers streven we samen naar een positief beeld van onze politiezone “.

Waarden Slagzin : « Het Houtsche, uw houvast! « Het laatste woord uit onze slagzin gebruiken we als acroniem voor het formuleren van onze WAARDEN: H = Herkenbaar O = Open U = Uitmuntend V = Vertrouwen(swaardig) A = Alert S = Sociaal T = Tezamen



HHooooffddssttuukk 22.. SSccaannnniinngg && AAnnaallyyssee

22..11.. GGeettrrookkkkeenn lleesssseenn uuiitt hheett vvoorriiggee ppllaann

Bij de opmaak van het vorige ZVP hebben een ruime waaier aan objectieve en subjectieve bronnen geconsulteerd. In de scanningsfase hebben we zoveel mogelijk van onze ‘belanghebbenden’ betrokken : burgemeesters, leden politieraad, medewerkers, slachtoffers, bezoekers onthaal, scholen, sport- en adviesraden, partners, ... . We stellen echter vast dat onze objectieve en subjectieve criminaliteitsgegevens te beperkt zijn om op wijkniveau ‘maatwerk’ te kunnen leveren. Bij de opmaak van het vorige ZVP baseerden we ons voor de objectieve gegevens op de ISLP- gegevens van de eigen politie, aangevuld met de geregistreerde gegevens van de criminaliteitsbarometer opgemaakt door de Federale Politie – Directie van de Operationele Politionele Informatie (CGO) dat gebaseerd is op de beschikbare ANG-gegevens. De ISLP-databank biedt als voordeel dat ze steeds up-to-date is maar omvat enkel de feiten die binnen de politiezone zijn vastgesteld door de lokale politie Het Houtsche. De feiten die zich voordeden in de politiezone maar ter kennis werden gebracht van een andere politiedienst zijn niet in deze cijfers opgenomen. In de federale databank zijn alle gepleegde feiten in de politiezone opgenomen ongeacht waar de aangifte gebeurd is. Er wordt tevens een analyse per criminele figuur uitgewerkt. Nadeel is dat de databank nog niet de meest recente gegevens bevat. Om ‘maatwerk’ op niveau van de wijken te kunnen realiseren dienen we de cijfergegevens per politiewijk op te splitsen. De functioneel beheerder van de zone splitste hiertoe de ISLP – gegevens via ORBIT uit tot op wijkniveau. Daarna hebben we, op basis van de parameters van de criminele figuren van de federale politie, een eigen analyse opgemaakt. Om na te gaan hoeveel feiten binnen de politiezone plaatsvonden en werden vastgesteld door een andere politiedienst werd er een vergelijking opgemaakt tussen het aantal feiten in de ISLP-registratie en de ANG-registratie. Om onze subjectieve gegevens tot op wijkniveau te verfijnen maakten we gebruik van de wijkbarometer. In elke politiewijk werden een aantal sleutelfiguren geselecteerd (evenwichtige verdeling volgens leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, …) en bevraagd. In de wijkbarometer werden ook de wijkbeschrijvingen, opgemaakt door de wijkinspecteurs, opgenomen.

22..22.. SSoocciioo--eeccoonnoommiisscchhee eenn ddeemmooggrraaffiisscchhee bbeesscchhrriijjvviinngg vvaann ddee

zzoonnee

Bepaalde omgevingsindicatoren kunnen in relatie staan tot de veiligheidsproblematiek binnen de politiezone. Geografische situering - bevolking De politiezone “HET HOUTSCHE” omvat de gemeenten Beernem, Oostkamp en Zedelgem. De zone wordt in het noorden begrensd door de stad Brugge en de gemeenten Damme en Jabbeke, in het Zuiden door de stad Torhout en de gemeenten Wingene, Ruiselede en Lichtervelde, in het Oosten door de gemeenten Knesselare, Aalter en Maldegem en in het westen door de gemeente Ichtegem. De totale oppervlakte van de zone bedraagt 211.64 km². Op 01-01-2013 telt de politiezone 60691 inwoners.



Economie Landbouw De landbouw is sterk ontwikkeld in de drie gemeenten van de zone. Het accent ligt vooral op de veeteelt (varkens, pluimvee, runderen). Occasionele moeilijkheden binnen deze sectoren zorgen op dat moment voor een grote werklast voor de lokale politieposten. Industrie In de zone zijn er naast diverse KMO-zones ook enkele grotere bedrijven gevestigd. In Zedelgem betreft het Case New Holland ( CNH met +/- 2300 werknemers), Superia Radiatoren, Alidor Claeys, Packo International, transport Gheeraert, Meubar en WEMA. In Oostkamp gaat het om Tyco , EADS, Watteeuw , Centric Retail Solutions, IBW, Lebbe, Destrooper, Britsom en Transwest en in de gemeente Beernem om NV Bauwens, Lemahieu, Voeders Depré en de Wasserij Cleanleasefortis te Oedelem. Moeilijkheden binnen de vervoerbedrijven of de metaalsector kunnen voor bijkomende werklast zorgen voor de politie. Dienstverlenende sector Te Beernem is het psychiatrisch centrum ‘Sint-Amandus’ gevestigd met +/- 750 werknemers, alsook de gesloten instelling voor jeugdige delinquenten ‘De Zande’ waar een 100-tal personen tewerkgesteld zijn. Deze instellingen hebben een zekere impact op de werking van de lokale politiepost te Beernem.

Militairen Er is 1 militaire kazerne gevestigd op het grondgebied van de gemeente Zedelgem. Het betreft een ontruimd munitiedepot. Provinciaal Opleidingscentrum voor veiligheidsdiensten

In het POV zijn drie vzw’s actief :

WOBRA vzw: het West-Vlaams Opleidingscentrum voor Brandweer-, Reddings- en Ambulancediensten

WPS vzw: de West-Vlaamse Politieschool

WFIV vzw: het West-Vlaams Facilitair Instituut voor Veiligheidsdiensten Toerisme Er zijn relatief weinig toeristische trekpleisters in onze gemeenten. Er zijn een aantal hotels, voornamelijk in Oostkamp en Zedelgem. Daarnaast hebben we provinciale en gemeentelijke domeinen die toegankelijk zijn voor het publiek. Uitgaansleven en recreatie Er is één grote dancing te Beernem (Club 54) +/- 1000 man. Er worden in iedere gemeente fuiven georganiseerd in de kleinere dancings, in de sport- en cultuurcentra, in de plaatselijke jeugdclubs en de parochiezalen. De activiteiten die er georganiseerd worden zorgen soms voor overlast bij de buurtbewoners. Daarnaast zijn er nog diverse evenementen op de openbare weg, al dan niet in samenwerking met de gemeentebesturen, zoals : de Batjes, carnaval, plaatselijke kermissen, cyclocrossen, wielerwedstrijden, …. die een zekere impact hebben op de werking van de wijkdiensten. Het provinciaal domein “Bulskampveld” trekt naast veel wandelaars, fietsers en ruiters ook soms inbrekers in voertuigen aan.



Wegennet De politiezone wordt in de breedte doorkruist door de E40 A-weg (Veurne-Luik), de spoorweglijn Oostende-Brussel en het kanaal Oostende-Gent. In iedere gemeente is er een afrittencomplex van de E40 wat zijn invloed heeft op het grote aantal ‘woninginbraken’ in de woonwijken gelegen in de onmiddellijke omgeving alsook op het aantal ‘diefstallen in voertuigen’. Op de carpoolparkings gebeuren dikwijls feiten van beschadigingen en/of diefstal in voertuigen. Te Beernem en Oostkamp en Zedelgem is er een station van de NMBS. Op de grensscheiding tussen Oostkamp en Zedelgem loopt de E403(A17) van Noord naar zuid, met één afrittencomplex te Ruddervoorde. De verkeerswisselaar E40-E403 ligt deels op het grondgebied van Loppem en deels op dit van Oostkamp. De zone wordt verder doorkruist door een aantal gewest- en provinciewegen met een regionale of bovenlokale functie. Het betreft: N32 (Brugge-Menen-Halluin) N50(Brugge-Kortrijk), die de dorpskern van Oostkamp doorkruist. N368: Oudenburg - Knesselare (O.Vl.), die de dorpskern van Aartrijke, Ruddervoorde en Beernem doorkruist. N370: Beernem - Wingene - Lichtervelde N337: Brugge - Knesselare (O.Vl.), die de dorpskern van Oedelem doorkruist. N309: Loppem - Brugge, die de dorpskern van Loppem doorkruist. Deze wegen zijn belangrijke aan- en afvoerroutes naar enerzijds de kust en anderzijds het hinterland of dienen als verbindingsweg tussen grotere steden. Dit uitgebreid wegennet zorgt tevens voor veel verkeer, ongevallen en overlast binnen bepaalde dorpskernen.

22..33.. BBeeeelldd vvaann vveeiilliigghheeiidd eenn lleeeeffbbaaaarrhheeiidd

22..33..11.. OObbjjeeccttiieevvee ggeeggeevveennss

2.3.1.1 Criminaliteit:

Voor de objectieve gegevens hebben we gebruik gemaakt van de eigen ISLP-registratie. De gegevens werden via Orbit opgesplitst tot op niveau van de politiewijken.

a. ISLP-cijfers Volgens de statistieken gebaseerd op de gegevens uit de eigen ISLP registratie registreerde de PZ Het Houtsche 2611 strafbare feiten op het grondgebied van HET HOUTSCHE in het jaar 2012. Dit is 11,96% meer dan in 2011 en 6,3 % meer dan in 2010. In 2012 situeren 34,2 % van de als strafbaar omschreven feiten zich in de rubriek ‘diefstal en afpersing ‘, een daling met 3,6% tegenover 2011. De situatie verschilt van gemeente tot gemeente. In Beernem zien we dat de cijfers, na een stijging in de 2 voorgaande jaren, in 2012 afnemen met 7,2%. In Oostkamp zien we dat de cijfers in de periode 2009 – 2011 afwisselend stijgen en dalen. In 2012 is er een daling van 8,5 %. In Zedelgem zien we de cijfers, na een sterke daling in 2011, opnieuw toenemen met 4,7%. De drie voornaamste criminele figuren binnen deze deelrubriek zijn: “andere vormen van diefstal” 42,6%, “de woninginbraken” 28,5% en de “fietsdiefstallen” 17,7%. Het aantal ‘andere vormen van diefstal’ is in 2012 gedaald met 10,3 % ( 341 feiten t.o.v. 380 in 2011 en 420 in 2010). Hieronder bevinden zich de enkelvoudige diefstallen zoals diefstal van een brieventas, diefstal gebruiksvoorwerpen, diefstal multimedia, … .



Het aantal ‘woninginbraken’ is in 2012 gestegen (+6,3 %), (270 feiten t.o.v. 254 in 2011 en 204 in 2010). 47 % van de geregistreerde woninginbraken betreffen pogingen tot inbraak. Een verbetering tegenover de 2 voorgaande jaren waar de pogingen slechts 38% tot 39 % van het totaal aantal uitmaakten. Het aantal ‘fietsdiefstallen’ daalt ieder jaar. In 2009 werden er nog 222 geregistreerd, in 2012 slechts 122. In Beernem daalt het aantal fietsdiefstallen met 44,2%, in Oostkamp is er een daling met 45,5%. In Zedelgem stijgt het aantal fietsdiefstallen met 13%.

Zo’n 17,2% van de strafbare feiten situeren zich in de rubriek ‘misdrijven tegen eigendom’. In 2012 ging het om 448 feiten, een stijging met 12,8 % tegenover 2011. In 2012 registreerden we 382 vernielingen en 66 brandstichtingen. We stellen vast dat het aantal brandstichtingen t.o.v. 2011 afneemt met 25,8%, het aantal vernielingen neemt toe met 24%. De rubriek ‘slagen en verwondingen komt op de derde plaats, met 209 feiten in 2012, zijnde 8%. Dit is een stijging met 14,2 % tegenover 2011. Het betreffen 13 feiten onopzettelijke slagen met verwondingen en 196 gevallen van opzettelijke slagen.

2.3.1.2 Verkeer

In 2012 heeft de lokale politie van het Houtsche volgens de eigen ISLP-cijfers 679 verkeersongevallen vastgesteld in de zone. Er werden 418 ongevallen met stoffelijke schade en 261 met lichamelijk letsel geregistreerd. In vergelijking met 2011 is het aantal ongevallen met 19,5 % gedaald. In 42,4 % van de ongevallen werd vluchtmisdrijf gepleegd. Het aantal verkeersongevallen met gewonden neemt af tot 5,2% van het totaal aantal vluchtmisdrijven. In 2012 was bij 10,2% van de ongevallen sprake van alcoholintoxicatie, 69 feiten. Dit is 34,7% of 24 feiten minder dan in 2011 (11%). In 2012 werden in de PZ Het Houtsche 39.050 verkeersinbreuken vastgesteld waarvoor een proces-verbaal of onmiddellijke inning werd uitgeschreven, d.i. 9,9 % minder dan in 2011 en 14,5 % meer dan in 2010. Het aantal snelheidscontroles in de zone is in 2012 met 9,9 % gedaald t.o.v. 2011. Bij de bemande controles zijn er 7,05 % meer voertuigen gecontroleerd dan in 2011, bij de onbemande controles werden er 7,4 % minder gecontroleerd. Het aantal ‘snelheidsovertredingen’ dat daarbij is vastgesteld, lag bij de bemande controles 19,2 % hoger dan in 2011. Bij de onbemande camera’s (de relatieve cijfers aantal zware overtredingen / aantal gecontroleerde voertuigen) zien we dat de trend van de voorgaande jaren zich verder zet en merken we een daling van 0,96 % in 2011 naar 0,74% in 2012 (1,21% in 2009). Wat de overige vastgestelde verkeersinbreuken betreft, blijken er in 2012 vooral problemen te zijn i.v.m. ‘helm- en gordeldracht’, ‘stilstaan en parkeren’, ‘GSM gebruik’, ‘naleven van de verkeersborden’ en de ‘technische eisen waaraan een auto moet voldoen’. Ook ‘rijden onder invloed van alcohol’ blijft een aandachtspunt.

2.3.1.3 Openbare orde

In geval van stakingen en betogingen zijn de risicosectoren de landbouw en de metaalbedrijven. In de landbouw gaat het voornamelijk om plots opduikende (nationale) fenomenen zoals BSE, varkenspest, voedselcrisis of diergeneeskundige problemen (blauwtong en vogelgriep) die hun weerslag hebben op de werking binnen onze politiezone.

2.3.1.4 Overlast

Echt typerende overlastfenomenen zijn er niet binnen onze politiezone. Wel stellen we een stijging vast van het aantal gevallen van ‘vandalisme’. Hierbij gaat het voornamelijk om beschadigingen aan roerende en onroerende goederen en aan voertuigen. In bijlage 2 en 3 vindt U het overzicht van de lokale veiligheidsproblematiek (objectieve cijfergegevens) van onze politiezone.



LINK MET ANDERE BELEIDSPLANNEN OF STATISTISCHE GEGEVENS De bovenstaande fenomenen die zich voordoen binnen de politiezone zijn in mindere of meerdere mate terug te vinden in de strategische thema’s van de gemeentelijke integrale veiligheidsplannen van de gemeenten Beernem – Oostkamp – Zedelgem. De voornaamste lokale fenomenen komen tevens voor bij de strategische thema’s van het NVP. Bepaalde lokale fenomen vinden we ook terug in het Arrondissementeel Politioneel Veiligheidsbeeld 2011 (APVB). Bij de meer georganiseerde fenomenen staat “inbraak in gebouwen” op de vierde plaats. Bij de minder georganiseerde fenomenen kunnen we “vernieling, vandalisme” op de vierde plaats en ” verkoop, gebruik, bezit van drugs” op de vijfde plaats aantreffen. Dit veiligheidsbeeld werd opgemaakt door de strategisch analiste bij de Dirco Brugge en is gestoeld op het Nationaal Politioneel VeiligheidsBeeld (NPVB) van 2011. We zien tevens dat onze belangrijkste lokale fenomenen passen binnen het parketbeleidsplan van het gerechtelijk arrondissement Brugge.



22..33..22.. SSuubbjjeeccttiieevvee ggeeggeevveennss

Ook de subjectieve onveiligheidsgevoelens worden in rekening gebracht. 1 Wijkbewoners In de maanden maart tot oktober 2011 hebben de wijkinspecteurs een wijkbevraging uitgevoerd bij 380 personen die wonen of werkzaam zijn binnen de wijken. Er werd rekening gehouden met volgende kenmerken om tot een zo groot mogelijke spreiding te komen: geografische spreiding, geslacht, leeftijd, nationaliteit,… . Bij deze geselecteerde sleutelfiguren zijn er personen die geantwoord hebben vanuit hun persoonlijk standpunt, doch anderen hebben geantwoord vanuit een eerder maatschappelijke visie. Onveiligheidsproblemen : (= vanaf 20% van de respondenten)

Te hard rijden : 63,2%

Inbraak in woningen : 53,9%

Hondenpoep op straat : 42,1%

Rommel op straat : 39,2 %

Geluidsoverlast van verkeer : 35,8%

Andere vormen van geluidsoverlast : 28,7%

Diefstal van persoonlijke bezittingen : 28,4%

Agressief verkeersgedrag : 27,6%

Parkeeroverlast : 27,4%

Fietsdiefstal : 27,4%

Aanrijdingen : 24,5%

Beschadiging auto’s : 23,7%

Ruzie/pesterijen : 22,4% 2. Politieraadsleden De bevraging werd uitgevoerd op 31 januari 2012. De 19 aanwezige raadsleden werden in 5 werkgroepen ingedeeld. Er werden hen 5 vragen voorgelegd :

- Wat zijn de belangrijkste onveiligheidsproblemen? - Met welke activiteiten kunnen we de problemen aanpakken? - Op welke manier kunnen we de burger meer / beter betrekken? - Wat kan de politie nog beter of anders doen? - Aan welke doelgroepen moeten we meer aandacht besteden?

Onveiligheidsproblemen : (aantal werkgroepen die het probleem aangeven)

Inbraak en diefstal (5)

Verkeersonveiligheid (5)

Drugs (5)

Buurtproblemen (3)

Overlast (1)

Familiaal geweld (1)

Milieudelicten (1)



3. Medewerkers van de politiezone De medewerkers werden bevraagd via e-mail. 41 medewerkers hebben een antwoord overgemaakt. Er werden 2 vragen gesteld :

- Aan welke veiligheidsproblemen moeten we zonaal aandacht besteden? - Welke veiligheidsproblemen moeten er in uw teamgebied aangepakt worden?

Onveiligheidsproblemen :

Inbraken

Overlast door hangjongeren

Diefstallen

Drugsproblematiek

Niet gekeurde en niet verzekerde voertuigen

In bijlage 4 tot 7 kunt u de uitgebreide resultaten van de wijkbevraging, de wijkcontacten, de bevraging van de politieraadsleden en de bevraging van de medewerkers (subjectieve cijfergegevens) van onze politiezone terugvinden.



22..44.. VVeerrwwaacchhttiinnggeenn eenn ddooeellsstteelllliinnggeenn vvaann oovveerrhheeddeenn eenn ddee

aannddeerree bbeellaanngghheebbbbeennddeenn

BELANGHEBBENDE VERWACHTINGEN / DOELSTELLINGEN VOOR DE LOKALE POLITIE (*)

Bestuur en financiers (overheden -opdrachtgevers)

De procureur des konings De dirco De dirjud

De verwachtingen op gebied van leefbaarheid en veiligheid : - verkeersovertredingen die een werkelijk gevaar betekenen, zowel in

tijd (bvb alcohol in het WE) als in ruimte (bvb de zwarte punten) goed af te bakenen

- de mensensmokkel (illegale immigratie) en mensenhandel (sexuele en

economische exploitatie)

- de rondtrekkende daders (inbraken in woningen en gauwdieven)

- de lokale inbraken

- inzake drugs: de georganiseerde handel en de wietplantages

- de georganiseerde criminaliteit door buitenlandse bendes (Tjsetsenen, Albanezen)

Enkele "transversale" bekommernissen :

- een oproep tot kwaliteit in de vaststellingen en het rechercheren in de ernstige bloed- en halsdelicten.

- het voeren van een patrimonium- en/of witwasonderzoek waar dit relevant kan

zijn

De verwachtingen van onze referentiemagistraat op vlak van politiewerking zijn: - snelle en accurate communicatie tussen enerzijds de medewerkers van de PZ

onderling en anderzijds de medewerkers en het Parket, zowel in concrete dossiers als op vlak van beleid

- adequate, geïntegreerde en gerichte aanpak van de zonecriminaliteit en fenomeenbestrijding in overleg en interactie met het Parket

- deskundigheid inzake opsporing van misdrijven in het algemeen - degelijke en kwaliteitsvolle redactie van processen-verbaal op inhoudelijk en

vormelijk vlak - adequate instroming van processen-verbaal bij het Parket en efficiënte

informatiedoorstroming in het algemeen - gezond, gestructureerd en helder management - transparantie inzake interne werking, strategie en beleid - enthousiaste en gemotiveerde medewerkers die getuigen van objectiviteit,

integriteit en loyauteit.



LIV De verwachtingen op gebied van leefbaarheid en veiligheid zijn: - aanpak van de fietsdiefstallen, inbraken - aanpak verkeersongevallen - bestrijden ‘drugs’ en de kleine criminaliteit Verwachtingen op vlak van politiewerking: - accent op de preventieve aanpak - aandacht voor de zwakke weggebruikers - Preventie van ongevallen door uitvoeren van snelheids- en alcoholcontroles - Sensibilisering en opleiding van fietsers en automobilisten, o.a. schoolgaande

kinderen en senioren - Preventieve activiteiten rond inbraak, drugs, agressie - veiligheid van de weggebruikers bij werken - voldoende verkeerscontroles uitvoeren - ondersteuning van de BIN

Leden politieraad De verwachtingen op gebied van leefbaarheid en veiligheid werden vermeld onder 2.3.2. Een uitgebreide beschrijving van de verwachtingen kan u terugvinden in bijlage 6.

Klanten – Dienstenafnemers - Maatschappij

De verwachtingen op gebied van leefbaarheid en veiligheid en de verwachtingen werden vermeld onder 2.3.2. Een uitgebreide beschrijving van de verwachtingen kan u terugvinden in bijlage 4-5.

Partners en leveranciers

NVP 2012 - 2015 Verkeer : De prioritaire verkeersthema’s zijn :

- de overdreven snelheid - het rijden onder invloed van alcohol of drugs - het GSM-gebruik achter het stuur - het niet dragen van de gordel en het niet gebruiken van kinderzitjes

De prioritaire doelgroepen zijn :

- de zwakke weggebruikers - de motorrijders - de vrachtwagenchauffeurs en het vrachtvervoer

Criminaliteit :

- de diefstallen gewapenderhand - het geweld in de publieke ruimte (openbaar vervoer en stadsbendes) - de drugs (import en export, productie, smokkel en verkoop) - de illegale vuurwapenzwendel - het terrorisme - het intrafamiliaal geweld en geweld tegen vrouwen - de mensenhandel en mensensmokkel - de informaticacriminaliteit - de fraude - inbraken in woningen en andere gebouwen



Algemeen politiebeleid:

- een minimaal gelijkwaardige dienstverlening garanderen - streven naar een excellente politiezorg - een optimale geïntegreerde werking realiseren - integrale benadering van overlast of “incivilities” - verzamelen, exploitatie en terbeschikkingstelling van bestuurlijke informatie - effectieve en efficiënte coördinatie bij crisissituaties - gemeenschapsgerichte politiezorg in elke basisfunctionaliteit

Gouverneur Het leveren van een constructieve en positieve bijdrage in het gezamenlijk streven naar

een veilige en leefbare provincie vanuit een integrale en geïntegreerde (gerechtelijke en

bestuurlijke) benadering. Hierbij dient het lokaal veiligheidsbeeld afgetoetst te worden

aan het bestaand provinciaal veiligheidsbeeld en dienen supralokale

veiligheidsfenomenen bij voorkeur op een gecoördineerde bovenlokale manier

aangepakt te worden.

Het leveren van concrete en constructieve bijdragen in de bovenlokale aanpak van

criminaliteit, overlast en onveiligheidsgevoel is bijvoorbeeld wenselijk in dossiers als

grensoverschrijdende criminaliteit, mensensmokkel, verkeersveiligheid, … maar ook bij

het uitwerken van preventieprojecten.

Het leveren van een kritische maar opbouwende medewerking aan (veiligheids)dossiers

die door de diensten van de gouverneur behartigd worden: cameraschild, inzet

ordediensten bij voetbalwedstrijden, veiligheid openbaar vervoer, interzonale

samenwerking, inzet interventiekorps, samenwerking met het communicatie- en

informatiecentrum, internationale samenwerking, preventie zwerfvuil, administratief

toezicht, wapenwetgeving,…

Het positief en stimulerend bijdragen in de werking van bestaande overlegstructuren:

provinciaal veiligheidsoverleg, provinciale commissie criminaliteitspreventie, provinciale

veiligheidscel, stuurgroep 112, overlegforum verkeer, …

Medewerkers De verwachtingen op gebied van leefbaarheid en veiligheid werden vermeld onder 2.3.2. en 2.6.2. Een uitgebreide beschrijving van de verwachtingen kan u terugvinden in bijlage 7.

(*) niet alle belanghebbenden hebben specifieke doelstellingen geformuleerd voor hun verwachtingen.



22..55.. IInnrriicchhttiinngg vvaann hheett kkoorrppss

22..55..11.. PPeerrssoonneeeellssccaappaacciitteeiitt

OPERATIONEEL KADER:

Minimaal effectief

(KB 05/09/01)

Organiek kader Reëel effectief

Aantal Datum van aanpassing

Aantal ingeschreven (per

kader)

Beschikbaar aantal * Datum van registratie

82 FTE 5/18/67/2 24-04-2013 6/19/65/2 5,42 / 18,75 / 58,77 / 2 31-12-2012

(*) Het beschikbaar aantal werd gebaseerd op het lopend jaar 2012 op datum van 31/12/2012 en houdt rekening met de deeltijdse tewerkstellingen en de (nog) niet ingevulde plaatsen. ADMINISTRATIEF EN LOGISTIEK KADER:

Minimaal effectief

(KB 05/09/01)

Organiek kader Reëel effectief

Aantal Datum aanpassing

Aantal ingeschreven (per

kader)

Beschikbaar aantal * Datum van registratie

7 FTE 2/4/10/1/3,5

24-04-2013 2/4/10/2/7 2 / 3,8 / 8,27 / 2 / 3,5 31-12-2012

(*) Het beschikbaar aantal werd gebaseerd op het lopend jaar 2012 op datum van 31/12/2012 en houdt rekening met de deeltijdse tewerkstellingen en de (nog) niet ingevulde plaatsen.

De norm voorzien in de Omzendbrief CP2 is reeds bereikt binnen onze politiezone. 16 % van de ingeschreven personeelsleden behoren tot het administratief en logistiek kader;



22..55..22.. OOrrggaannooggrraamm

De formatie werd goedgekeurd door de politieraad van 24-04-2013, en ligt voor ter goedkeuring door het specifiek bijzonder toezicht en door het gewestelijk toezicht. Schema 1: invulling van het personeelskader in de formatie



Schema 2 : De structuur van de PZ

Toelichting bij de structuur Onze structuur werd vanaf 2009 grondig gewijzigd. We stapten geleidelijk over van een eerder verticale structuur naar een meer horizontale structuur. In managementtermen spreken we over een ‘kanteling’ van de organisatie. Alle commissarissen zijn als proceseigenaar verantwoordelijk voor een primair proces. Ze voeren deze beleidstaken uit voor de volledige PZ, dwars door alle afdelingen en diensten heen. Voor onze hoofdinspecteurs en consulenten is er een rol weggelegd als ‘projectleider’ van een actieplan. Zij staan in voor de opmaak, opvolging, bijsturing en verantwoording van hun actieplan. Binnen de lokale posten wordt er gewerkt in ‘teams’ . Deze teams zijn samengesteld uit zowel wijk-als interventie-inspecteurs. De teams krijgen naast een aantal wijkgebonden taken ook beleidstaken toebedeeld zoals het opmaken van actieplannen voor de aanpak van kleinschalige lokale problemen. Aan het hoofd van een team staat er een hoofdinspecteur. De hoofdinspecteurs blijven ook verantwoordelijk over de teams heen voor een aantal overkoepelde taken die te maken hebben met de dagdagelijkse werking. Toelichting bij de organisatiewijziging 2013 De voorbije twee gemeentelijke legislaturen bouwden we met grote betrokkenheid en inbreng van de gemeenten Beernem, Oostkamp en Zedelgem – zowel financieel als op andere domeinen – een degelijke basispolitiezorg uit. Onder een gunstig financieel gesternte investeerden we sterk in mensen, middelen en infrastructuur. Dit alles gebeurde bovendien binnen een strikt financieel kader wat blijkt uit de lage politiekost per inwoner in vergelijking met het gros van de andere zones.



In de komende legislatuur staat de politiezone, samen met de gemeenten, voor een grote financiële uitdaging met de stijging van een aantal uitgaven waarvan als grootste de forse stijging van de werkgeversbijdragen op pensioenen naast indexeringen en een aantal andere uitgavenposten.

Om tot een betere kostenbeheersing te komen werd na een grondige denkoefening aan de nieuwe beleidsmakers de formatiewijziging voorgesteld. Die financiële rationalisatie mag bovendien de slagkracht van de organisatie zo weinig mogelijk beïnvloeden. De oplossing mag de operationaliteit van de zone zo weinig mogelijk hypothekeren en mag bovendien de veiligheid van de medewerkers niet in het gedrang brengen. In de periode 2002 – 2011 steeg de gemeentelijke toelage aan de politiezone in de gewone dienst gemiddeld met 3% op jaarbasis. Rekening houdend met een gemiddelde indexstijging van 2% per jaar en met een geleidelijke kaderuitbreiding was dit een normale en aanvaardbare stijging. Momenteel haalt de zone haar inkomsten voor ongeveer 50% uit diverse federale en voor 50% uit gemeentelijke toelagen. De federale toelagen volgen wel - met enige vertraging - de normale indexering maar voorzien (op heden) geen aanpassing ingevolge de gestegen werkgeversbijdrage voor pensioenen. Met andere woorden komt de forse stijging van de kosten door de verhoogde pensioenbijdrage volledig ten laste van de gemeenten.

Met deze formatiewijziging wil de politiezone de stijging van de jaarlijkse gemeentelijke inbreng tot 3% kunnen beperken niettemin er een aantal jaren van de lopende legislatuur een beduidend hogere last zal volgen. Toch denken we met een grondige herziening van de werking en een daling van de formatie hieraan tegemoet te kunnen komen. De formatiewijziging voorziet:

een schrapping van 2 plaatsen van commissaris

een schrapping van 3 plaatsen van hoofdinspecteur

een uitbreiding van 2 plaatsen van inspecteur

behouden van 2 plaatsen van agent van politie

een aanpassing in het administratief en logistiek kader door de plaatsen die voorheen buiten kader via het verkeersveiligheidsfonds waren voorzien op te nemen in het kader: 2 assistenten en 1 vakman

Hierdoor realiseren we een schrapping van 3 personeelsleden en een versterking van het basiskader ten nadele van het middenkader.

Financieel levert deze ingreep – na volledige implementatie – een jaarlijkse besparing op van ongeveer € 270.000,00 in aanvang. De afslankingen hebben uiteraard impact op de werking. Ze kunnen slechts succesvol doorgevoerd worden mits de huidige organisatiestructuur van de zone aan te passen. Meer bepaald moeten een aantal, thans decentraal geregelde zaken, gecentraliseerd worden. Uitgangspunt is hierbij de aanwezigheid van politie in de lokale afdelingen niet meer af te bouwen dan strikt noodzakelijk is:

1 lokale commissaris die de 3 lokale afdelingen aanstuurt met 2 hoofdinspecteurs. Hij/zij blijft het aanspreekpunt van de lokale burgemeesters voor de gemeente in kwestie.

Het aantal inspecteurs met wijkgerichte werking per afdeling blijft ongewijzigd (5 – 8 – 8), het aantal inspecteurs met interventiegerichte werking wordt overal op 12 gebracht (thans 9 – 13 – 13).

De poule P-interim (‘vlinders’) van twee inspecteurs wordt afgeschaft. Eén plaats gaat over naar de poule inspecteurs met interventiegerichte werking – een tweede plaats wordt toegevoegd aan het zorgteam.

De zonale verkeerscel wordt versterkt met twee inspecteurs. Alle verkeerstaken (verkeerscommissie, adviezen, toezicht wegenwerken, enz…) verhuizen naar de verkeerscel. Daar wordt aan elke inspecteur 1 gemeente toegewezen waarvoor hij alle verkeerszaken opvolgt.

Alle taken i.v.m. lokale evenementen (advies, overleg, enz..) verhuizen naar een centraal evenementenbureau op zonaal niveau.

De dienstregeling verhuist naar een centraal dienstenplanningbureau op zonaal niveau.

De afhandeling van wapendossiers, noodplanning, techno-preventief advies en onderzoeken ‘kandidaat politiemensen’ verhuizen naar een centraal bureau op zonaal niveau.

Het projectleiderschap eigendomsdelicten en verkeer verhuist naar het zonaal niveau.

De combinatie van al de taakverschuivingen moet het mogelijk maken de dagelijkse werking per lokale afdeling kwaliteitsvol in te vullen en op te volgen.



22..66.. BBeeeelldd vvaann ddee ddiieennssttvveerrlleenniinngg eenn ddee wweerrkkiinngg

22..66..11.. UUiittvvooeerriinngg vvaann ddee ddiieennssttvveerrlleenniinngg aaaann ddee bbeevvoollkkiinngg

MINIMALE WERKINGSNORMEN

WIJKWERKING

Datum registratie Aantal inwoners

Aantal wijkinspecteurs volgens de norm

Reëel aantal wijkinspecteurs

Aantal politieposten

Capaciteit op jaarbasis

31-12-2012 +/- 60691 15 24 3 3373 mensuren in 2011(**)

NORM : 1 wijkinspecteur op 4000 inwoners

(**): Het betreft enkel de ‘eigenlijke uren wijkwerking’ die geregistreerd werden in 2011 . Uiteraard doen de wijkinspecteurs ook aan wijkwerking n.a.v. andere diensten zoals, het uitvoeren van: kantschriften, toezichtdiensten, lokale openbare orde, wijkvergaderingen, buurtonderzoeken, herbezoeken en activiteiten in het kader van de diverse actieplannen.

De voorziene norm van 1 wijkinspecteur per 4000 inwoners wordt ruim overschreden. Toch ondervinden we niettegenstaande enkele interne ingrepen nog steeds moeilijkheden om voldoende tijd vrij te maken voor de eigenlijke wijkwerking. Veel van de tijd van de medewerkers wordt nog steeds opgeslorpt door de vele gerechtelijke opdrachten uitgaande van de parketten.

Sedert 2009, binnen de nieuwe teamwerking, worden de interventie-inspecteurs gekoppeld aan de wijkinspecteurs binnen de teams, dit om te zorgen dat er meer capaciteit vrij komt voor de eigenlijke wijkwerking. Bepaalde taken en opdrachten kunnen dan uitgevoerd worden door interventie-inspecteurs. In 2012 stellen we vast dat dit onvoldoende blijkt om de wijkinspecteur te ondersteunen. In de nieuwe organisatiestructuur worden de lokale posten van een aantal taken inzake verkeer, wapens, … ontlast zodat er bijkomende capaciteit vrijkomt.



ONTHAAL

Datum registratie

Aantal gemeenten in de zone

Aantal politieposte

n

Aantal uren daadwerkelijk fysiek onthaal in het centraal

onthaalpunt


Weekdagen Weekend /

feestdagen

31-12-2013 3 3 40 uur 4 uur 14060 mensuren in

2011

NORM: per dag 12 uur fysiek onthaal in het centrale onthaalpunt + contacteerbaar d.m.v. technische infrastructurele maatregelen

Niettegenstaande het centraal onthaalpunt geen 12 uur per dag geopend is, voldoen we aan de norm. Op de momenten dat het zonaal onthaal gesloten is, worden de oproepen doorgeschakeld naar de telefooncentrale van het CIC WVl door middel van een doorschakelsysteem dat geïnstalleerd werd ter hoogte van de toegang tot het zonaal onthaal. De operator in het CIC WVl beoordeelt de oproepen en stuurt desgevallend een permanentieploeg ter plaatse die de oproep verder afhandelt. Niet dringende oproepen worden doorverwezen naar de lokale posten tijdens de openingsuren.

Hierdoor krijgt de burger onmiddellijk respons als hij beroep doet op de lokale politie. Een studie in het verleden heeft bovendien aangetoond dat er quasi geen inwoners van buiten de gemeente Oostkamp zich aanbieden in het zonaal onthaal en dat het aantal oproepen (telefonische + aanmeldingen) op zondagen heel beperkt is (gemiddeld 3).

Inzake het onthaal hebben we een aantal kwaliteitsindicatoren(standaarden) geformuleerd. Deze zijn:

o Het ontvangen van een schriftelijke correspondentie geeft altijd aanleiding tot een ontvangstmelding met de verwijzing naar de persoon die de zaak behandelt.

o 80 % van de telefoonoproepen worden binnen de vijf beltonen behandeld.

o In 80 % van de gevallen waarbij een bezoeker, die een concrete afspraak (datum en uur) heeft gemaakt met een politiepost, is de wachttijd 0 minuten.

o In 100 % van de gevallen is de wachttijd voor een bezoeker die zich bij een politiepost aanbiedt voor een dringende zaak = 0 minuten.

o Aan elke onaangekondigde bezoeker van een politiepost dient de concrete wachttijd meegedeeld te worden.

o Het onthaal is steeds op de hoogte van de identiteit, het uur en de reden van de aanwezigheid van alle bezoekers in de dienst.

o Indien het bezoek aan het onthaal een klacht of een aangifte betreft:

Wordt deze steeds geacteerd, zelfs als deze van “burgerlijke aard” is en vooraleer de bezoeker eventueel wordt doorverwezen naar een andere dienst;

Ontvangt de bezoeker steeds een attest van aangifte/klacht waarin tenminste het referentienummer en de naam van de behandelende politieman/vrouw zijn opgenomen.

Daarnaast hebben we ook op het vlak van de toegankelijkheid en de parkeerfaciliteiten en de inrichting van de onthaalruimten voor de bezoekers enkele normen geformuleerd.

Deze standaarden werden verwoord in een interne korpsonderrichting ( Permanente nota Ops/577 DK 0 dd 17-09-2003).



INTERVENTIE EN ALGEMEEN TOEZICHT

Datum registratie

Aantal interventieploegen Aantal piekploegen Capaciteit op jaarbasis

Aantal Voorziene uurvorken Aantal Voorziene uurvorken

31-12-2011

2 24u/24u 0 NVT 35691 mensuren in

2011

NORM : 1 continuploeg + 1 piekploeg 84 uur/week

De minimale norm is overschreden. Onze politiezone zet PERMANENT 2 PLOEGEN in voor de interventieafhandeling. Dit laat ons enerzijds toe om een kwalitatieve dienstverlening naar de bevolking toe te waarborgen en anderzijds kunnen de aanrijtijden binnen onze uitgestrekte zone hierdoor sterk verminderd worden.

Daarnaast is er ook meer ruimte om de interventies op een kwalitatieve wijze af te handelen en blijft er nog ruimte over om patrouilles en verkeerscontroles uit te voeren in het kader van de aanpak van onze prioritaire veiligheidsfenomenen.

Kwaliteitsindicator:

De gemiddelde aanrijtijd voor de interventieploegen in 2011 bedraagt 15 min. In 92 % van de oproepen was er een ploeg ter plaatse binnen de 30’.

(*) Enkel deze oproepen werden in rekening gebracht waarvan de status ‘AR’ (arrival) werd geregistreerd.



POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING

Datum registratie

Gespecialiseerd medewerker beschikbaar (ja / neen)

Wijze waarop de permanente beschikbaarheid geregeld is (aan te

kruisen)


Intern de zone geregeld

Samenwerkingsverband met andere PZ/Fedpol

31-12-

2012

JA JA NVT 1320 Mensuren door de gespecialiseerde medewerker(*) en 187 uur(**) door de andere leden van netwerk in 2011.

NORM: 1 gespecialiseerd medewerker continu terugroepbaar (eventueel via samenwerkingsakkoord)

De politiezone heeft op 01-07-2006 een voltijdse politieassistente aangeworven waardoor we voldoen aan de norm. Zij heeft de algemene leiding over de poule slachtofferbejegenaars en volgt tevens de lopende dossiers op. Zij onderhoud tevens de contacten met de externe hulpverleningsorganisaties. Door deze dienst wordt ook de jeugdproblematiek en de dossiers inzake intrafamiliaal geweld opgevolgd.

Vanaf 01 september 2013 wordt een bijkomende voltijdse medewerker toegevoegd aan het zorgteam. Dit in uitvoering van de nieuwe personeelsformatie 2013.

De werking is volledig afgesteld op de principes verwoord in de GPI 58.

In haar taken wordt ze bijgestaan door de poule van polyvalente slachtofferbejegenaars die instaan voor de crisisopvang van slachtoffers.

Het netwerk bestaat op 31-12-2012 uit 7 slachtofferbejegenaars en 1 politieassistente waarvan er bestendig één bereikbaar en terugroepbaar is volgens beurtrol.

(*) De vermelde uren van de gespecialiseerde medewerker omvatten: het uitvoeren van kantschriften en onderzoeken, de administratie en opvolging van de dossiers, de interventies sloba en de herbezoeken.

(**) De vermelde uren van het netwerk omvatten: de oproepen voor interventies van het netwerk, de navolgende zorg en herbezoeken.



LOKALE OPSPORING EN LOKAAL ONDERZOEK

Organisatievorm

Datum registratie

Globaal effectief

zone

Effectief operationeel

kader

Lokale recherchedienst

(met vaste medewerkers)

Polyvalente of « flexibele »

opsporings- en onderzoekscapacite

it


Aantal FTE Aantal FTE of uren

31-12-2012

110,2 FTE 95 FTE

Minimale norm

82 FTE

8

= 8,4 %

= 9,8 %

NVT 13296 mensuren (*) in 2011

NORM : 10% van het operationeel effectief voor zones met globaal effectief = 230, 7% van het operationeel effectief met een minimum van één ploeg (2 mw) voor de weekdagen, voor de andere PZ

Met onze 8 personeelsleden (1 officier – 3 middenkaders – 4 basiskaders) doen we beter dan de norm ( 8 personen op 95 = 8.4 %). Wanneer we de link maken met de minimale norm(= 82 FTE) dan komen we zelfs op 9,8 %.

Er is steeds een onderzoeksploeg met OGP die permanent ‘bereikbaar en terugroepbaar’ is op basis van een beurtrol.

De milieucel binnen onze PZ vormt een aparte cel en is dus niet opgenomen in de capaciteit van de lokale recherche.



HANDHAVING VAN DE OPENBARE ORDE

Permanentie OBP en OGP OBP Ja x

Interzonale samenwerking Ja

Neen

Neen x

OGP Ja x

Interzonale samenwerking Ja

Datum registratie Neen

Neen x

31-12-2012

NORM: 1 OBP permanent bereikbaar en terugroepbaar

Er is steeds een officier van bestuurlijke politie (OBP) ‘bereikbaar en terugroepbaar’ volgens beurtrol.

De OBP is steeds telefonisch bereikbaar of persoonlijk contacteerbaar binnen de 5’. Buiten de diensturen, in de weekends en op de feestdagen is de OBP steeds contacteerbaar binnen de 15’. Hij moet binnen het uur ter plaatse kunnen komen.

De officieren van gerechtelijke politie (OGP) werken in een beurtrol als dagcoördinator. Volgende regeling is van toepassing:

* weekdagen:

van maandag tot donderdag: overdag van 08.00 uur tot 18.00 uur: dagcoördinator op het bureel. ‘s nachts van 18.00 tot 08.00 uur: bereikbaar en terugroepbaar thuis.

vrijdag: overdag van 08.00 uur tot 14.00 uur: dagcoördinator op het bureel.

* weekends:

- Van vrijdag 14.00 uur tot zondag 18.00 uur is de dagcoördinator permanent aanwezig. Daarna is hij oproepbaar thuis tot de maandagmorgen 08.00 uur.

De politiezone levert loyaal alle gevraagde versterkingen (HYCAP) die het kader van de MFO2 gevraagd worden via de Federale politie.

In 2011 presteerden de hycap – leden 645 mensuren.

Voor het uitvoeren van de specifieke diensten werd het nodige personeel opgeleid en uitgerust.

Daarnaast heeft de politiezone ook 1979 mensuren gepresteerd in 2011 voor diverse lokale ordediensten zoals: wieler-, loop-, en voetbalwedstrijden, duathlons, verkiezingen, stakingen, arbeidsconflicten, stoeten en optochten, fuiven en kermissen.



ANDERE OPERATIONELE DIENSTEN

Naast bovenstaande functionaliteiten zijn er nog een aantal andere operationele diensten ingebed in onze organisatie.

Directie operatie en beleid :

CEL OPERATIONELE STURING ( 2,5 FTE)

- beheer en opvolging van de gerechtelijke acties; - beheer en opvolging van de activiteiten openbare orde; - organisatie van grootschalige activiteiten waarbij veel effectieven nodig zijn; - centrale dienstplanning en opmaak van beurtrollen - informatie-uitwisseling CSD, CIK Brugge - …

HET TEAM GERECHTELIJK BUREEL (3 FTE)

- viseren en overmaken van de PV’s naar de parketten; - vatten van alle processen-verbaal in de nationale gegevensbank ANG; - opvolgen van alle modules binnen ISLP; - informatie-uitwisseling parket, andere politiezones, … - …

Directie informatiebeheer :

HET TEAM FUNCTIONEEL EN TECHNISCH BEHEER :

- informatiedoorstroming naar de ANG - ondersteuning van de operationele medewerkers ISLP, schetsen, informatica, … - camerabeelden - …

Directie lokale politiezorg :

CEL VERKEER (5,5 FTE)

- beheer en opvolging van alle verkeersacties; - uitvoeren van de snelheidscontroles; - uitvoeren van algemeen of specifiek verkeerstoezicht al dan niet in samenwerking met de lokale afdelingen; - opmaak van alle processen-verbaal inzake ‘snelheidsovertredingen’ vastgesteld zowel met bemande als

onbemande camera; - beheer en opvolgen van alle dossiers inzake verkeersovertredingen; - lokale verkeersproblematieken - …



Directie veiligheid ( 1 FTE) :

- Wapens - Noodplanning - Techno-preventie

Directie gerechtelijk

MILIEUCEL (2 FTE)

- vaststellen van diverse milieu-inbreuken en stedenbouwkundige inbreuken en bijstand aan de

interventieploegen en opvolgen van deze dossiers; - deelname aan acties; - uitvoeren van parketopdrachten binnen deze materie; - uitvoeren van specifieke metingen (vb geluid) en staalnames; - uitvoeren van onderzoeken.

OPDRACHTEN EN TAKEN VAN FEDERALE AARD

DWINGENDE RICHTLIJNEN (MFO)

De PZ heeft aandacht voor de onderstaande onderrichtingen en heeft er de concrete elementen uitgehaald die van toepassing zijn binnen de politiezone. Bij de dienstuitvoering wordt er rekening gehouden met de principes vooropgesteld in deze omzendbrieven.

MFO -1: verzekeren openbare orde in hoven en rechtbanken, transferts en handhaven van de orde in de gevangenissen.

Er bestaat een dienstnota die de procedures m.b.t. de evaluatie van de dreiging n.a.v. een uithaling/overbrenging beschrijft alsook betreffende het verzekeren van de informatiestroom. In deze dienstnota is er ook sprake van de procedures m.b.t. de transfert van aangehouden personen. Het uitvoeren van transferts door de PZ betreft meestal het overbrengen van minderjarigen uit de gemeenschapsinstelling voor bijzondere jeugdzorg van Beernem naar de jeugdrechter en omgekeerd.

MFO -2: verlenen van versterking door de lokale politie bij opdrachten van bestuurlijke politie (HYCAP).

De PZ Het Houtsche stelt loyaal de voorziene kredietlijn van 2298 uur ter beschikking voor de uitvoering van de opdrachten en taken van federale aard. Het merendeel van deze taken worden uitgevoerd buiten de eigen PZ en behoren tot de drie klassieke domeinen (verkeer – gerechtelijk – openbare orde).

Het voorziene aantal medewerkers ( 2,8 maal het aanspreekbaarheidsniveau) werd hiervoor opgeleid.

MFO – 3: informatiebeheer inzake bestuurlijke en gerechtelijke politie. De procedures voorzien in deze richtlijn werden reeds geïmplementeerd binnen de PZ. De informatiecyclus is gestructureerd en iedere medewerker weet wat er van hem verlangd wordt. De vatting van de gegevens binnen de domeinen verkeer – criminaliteit en openbare orde gebeurt reeds op het gerechtelijk bureel binnen de PZ door de functioneel systeembeheerder bijgestaan door zijn assistenten. Er zijn maatregelen getroffen zodat iedere medewerker kan beschikken over de voor hem relevante informatie. Alle politiediensten binnen het Arro Brugge hebben een protocol afgesloten voor permanente taakafspraken nopens de informatieflux bestuurlijke politie.



MFO – 4: federale opdrachten van beveiliging, toezicht en controle door de politiediensten in het kader van de regelgeving inzake private veiligheid. De PZ verleent alle steun op vraag van de ambtenaren van ARP. Tot op heden werden er nog geen bestuurlijke informatierapporten opgesteld ingevolge deze richtlijnen. Onze taak spits zich voornamelijk toe op de beveiliging van de stopplaatsen van waarde-transporten door onze interventieploegen. De lijsten met de stopplaatsen worden dagelijks doorgefaxt naar de lokale afdelingen. MFO - 5: opdrachten van federale aard uit te oefenen door de lokale politie in het kader van de bijzondere bescherming van personen en roerende en onroerende goederen. Onze PZ heeft geen instellingen/personen die het voorwerp uitmaken van een bijzondere dreiging en worden dus niet geconfronteerd met specifieke bewakingsopdrachten. Wel werden de nodige dossiers opgemaakt van de ‘kritieke, vitale en gevoelige plaatsen’. De nodige korpsonderrichtingen werden hiervoor opgemaakt. MFO – 6: werking en organisatie van de arrondissementele informatiekruispunten (AIK). Een protocol werd opgesteld tussen de verschillende politiezones van het arrondissement en het AIK.

PARKETCIRCULAIRES (COL)

De politiezone houdt in zijn werking rekening met de verschillende omzendbrieven uitgaande van de parketten. De voor ons belangrijkste omzendbrieven werden ook vertaald in concrete operationele richtlijnen.

COL 07/99 dd 03/05/1999 Informatieverstrekking aan de pers

COL 06/01 dd 01-02-2001 COL 11/04 dd 07/06/2004

Carjacking, homejacking en garagediefstallen

COL 02/02 dd 07/03/2002 Richtlijnen tot regeling van de taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en de integratie tussen de lokale en de federale politie inzake opdrachten van gerechtelijke politie.

COL 07/02 dd 14-06-2002 Gemeenschappelijke richtlijn van de Min van Justitie en van Bin Zaken betreffende het informatiebeheer inzake gerechtelijke en bestuurlijke politie

COL 06/03 dd 11-06-2003 COL 13/06 dd 15-05-2005 COL 14/07 dd 27-12-2007

BOM-wetgeving

COL 12/03 dd 01-10-2003 De politiële en gerechtelijke aanpak van het fenomeen ramkraken

COL 16/04 dd 23-12-2004 Computercriminaliteit

COL 02/05 dd 01-02-2005 Verdovende middelen – vaststellingen, registratie en vervolging van inbreuken inzake het bezit van cannabis

COL 08/05 dd 15-06-2005 Herziening op 15-03-2007

Het ambtshalve politioneel onderzoek (APO) en het vereenvoudigd proces-verbaal (VPV)

COL 10/05 dd 15-09-2005 Gebruik van de Seksuele Agressie Set (S.A.S.)

COL 03/06 dd 01-03-2006 COL 04/06 dd 01-03-2006

Intrafamiliaal geweld en extrafamiliale kindermishandeling: definities – identificatie en registratie van de dossiers & strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld

COL 06/06 dd 21-03-2006 Rassendiscriminatie – racisme en xenofobie

COL 12/06 dd 03-04-2006 Gijzeling – eerste maatregelen voor de politie

COL 19/06 dd 04-12-2006 Georganiseerde criminaliteit

COL 01/07 dd 26-10-2008 Mensenhandel

COL 07/07 dd 21-06-2007 Drugtoerisme

COL 01/08 dd 13-02-2008 Rondtrekkende dadergroepen

COL 05/09 dd 27-04-2009 Gebruik van eenvormige attesten van klachtneerlegging, richtlijnen inzake de overhandiging van deze attesten door de politiediensten en wijziging van de COL 08/05



COL 07/09 dd 18-02-2009 Verkeersongevallen met louter stoffelijke schade

COL 10/09 dd 01-10-2009 Schijnhuwelijken

COL 05/10 dd 24-04-2010 Het overbrengen van een gearresteerde persoon van een arrondissement naar een ander.

COL 10/10 dd 18-05-2010 De toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen

COL 19/10 dd 29-09-2010 Sturen onder invloed van drugs

COL 08/11 dd 23-09-2011 COL 10/11 dd 19-10-2011 COL 12/11 dd 23-11-2011 COL 13/11 dd 29-11-2011 COL 04/12 dd 16-05-2012

Richtlijn inzake de organisatie van de bijstand door een advocaat vanaf het eerste verhoor binnen het kader van het Belgisch strafprocesrecht. Addendum 1 Addendum 2 Addendum 3 Addendum 4

COL 11/11 dd 23-11-2011 Vrijheidsbeneming en mogelijkheden tot het betreden van de private woning ter aanhouding van een verdachte, in verdenking gestelde of veroordeelde persoon.

COL 01/12 dd 19-01-2012 De opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten

COL 05/12 dd 24-05-2012 Gebruik gescande documenten – handtekening – stuiting van de verjaring

COL 06/12 dd 30-05-2012 Minnelijke schikking

COL 14/12 dd 22-10-2012 Wapens, munitie en springstoffen

COL 17/12 dd 12-11-2012 Respectvol omgaan met de overledene, de mededeling van het overlijden, het waardig afscheid nemen en de schoonmaak van de plaats van de feiten, in geval van tussenkomst door de gerechtelijke overheden.

COL 18/12 dd 20-12-2012 Het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld.

FIPA

Er werden in 2008-2012 geen FIPA acties georganiseerd door de federale politie waarbij steun gevraagd werd aan de politiezone. Gezien het gerechtelijk arrondissement Brugge te kampen heeft met een hoog aantal inbraken worden er sedert mei 2012, op voorstel van het CSD Brugge, maandelijks mini-fipa acties georganiseerd op het grondgebied PZ Regio Tielt – PZ Het Houtsche. Het CIK ondersteunt deze acties. Elke zone, CIK levert 6 medewerkers. De zones leiden de acties gezamenlijk. Uit de mini-fipa acties zijn in december 2012 ook de micro-fipa acties ontstaan. Wanneer een bepaalde regio in één van de twee politiezones geteisterd wordt door inbraken worden er op de risicomomenten 3 extra patrouilles gevormd. De zones en het CIK leveren elk 2 medewerkers. Daarnaast beschikken we sedert enkele maanden dagelijks over een patrouille restcapaciteit winterperiode CIK. De patrouille volgt een traject over het grondgebied van beide politiezones en doet alle risicogevoelige plaatsen aan. Er worden ook voetpatrouilles gehouden waarbij ze buurtbewoners informatie verschaffen en informatie inwinnen.

De politiezone heeft 3 personeelsleden (1 Hinp + 2 Inp) ter beschikking gesteld (afgedeeld)) naar het communicatie- en informatiecentrum West-Vlaanderen te Brugge (CIC WVl).

AIK

De politiezone heeft 1 personeelslid (1 officier) ter beschikking gesteld van het AIK Veurne.



BIJDRAGE AAN HET NATIONAAL VEILIGHEIDSPLAN

Prioritaire criminaliteitsfenomenen NVP 2012-2014

Criminaliteit

1. Geweldmisdrijven

diefstallen

in openbare ruimte

De politiezone wordt momenteel niet geconfronteerd met vormen van ernstige geweldsmisdrijven.

2. Geweld in de publieke ruimte

De politiezone wordt momenteel niet met dergelijke feiten geconfronteerd.

3. Drugs :

import en export

productie

smokkel

verkoop

We stellen vast dat het aantal drugdelicten in de politiezone afneemt. We zijn er ons van bewust dat de objectieve cijfers een vertekend beeld weergeven van de reële situatie. Hoe minder er in drugdossiers gewerkt wordt, hoe lager het aantal vaststellingen. Er werden de laatste maanden echter twee drugplantages aangetroffen in de politiezone en via de referentiemagistrate vernemen we dat er in drugdossiers van andere politiezones regelmatig linken gelegd kunnen worden naar onze politiezone. Het fenomeen drugs zal binnen de proceswerking worden uitgewerkt (zie 3.2.1).

4. Illegale vuurwapenzwendel

De politiezone wordt momenteel niet met illegale vuurwapenzwendel geconfronteerd. Indien er aanwijzingen zijn dat er zich feiten voordoen zal de politiezone actief aan opsporingen en aan het inwinnen van informatie meewerken.

5. Terrorisme

De politiezone zal alle informatie met betrekking tot het fenomeen inwinnen en ter beschikking stellen van de overheden en de federale politie.



6. Intrafamiliaal geweld / Geweld tegen vrouwen

Ingevolge het verschijnen van specifieke parketrichtlijnen hebben we bijkomende aandacht besteed aan deze problematiek. Het zorgteam staat in voor de permanente opvolging van deze dossiers. De politieassistente wordt vanaf 1 september 2013 bijgestaan door een extra inspecteur.

7. Informaticacriminaliteit

De PZ zal actief meewerken aan opsporingen en het inwinnen van informatie mbt informaticacriminaliteit wanneer zij daarmee wordt geconfronteerd.

8. Mensenhandel en mensensmokkel

De PZ zal meewerken aan acties die worden ontwikkeld op arrondissementeel niveau.

9. Fraude

De PZ zal actief meewerken aan opsporingen en het inwinnen van informatie m.b.t . informaticacriminaliteit wanneer zij daarmee wordt geconfronteerd. We engageren ons ook mee te werken aan het actieplan sociale fraude van de FGP Brugge.

10. Inbraken in woningen en andere gebouwen.

Het fenomeen eigendomsdelicten (woningen en voertuigen) wordt als prioriteit in het ZVP opgenomen.

Verkeershandhaving

1. Verkeershandhaving

Verkeersveiligheid is een prioritair fenomeen in dit zonaal veiligheidsplan. In ZVP 2009 - 2012 (2013) werden belangrijke inspanningen geleverd in de aanpak van de verkeersonveiligheid. Door middel van een actieplan die een brede waaier van activiteiten voorzag hebben we de afgelopen jaren belangrijke resultaten bereikt. We denken hierbij aan de daling van het procentueel aantal zware overtredingen en de daling van het aantal verkeersongevallen. In dit ZVP willen we op dezelfde manier verder werken. Alle prioritaire verkeersthema’s van het NVP worden erin opgenomen.

2. Overlast

Overlast is een prioriteit in dit zonaal veiligheidsplan. Onder de noemer “een veilig en leefbaar gebuurte” willen we fenomenen zoals geluidsoverlast, zwerfvuil, problematische hangjongeren, vandalisme, fietsdiefstallen, overlast zwaar vervoer in dorpskernen,... aanpakken op het niveau van de buurt. In overleg met onze partners onderzoeken we voor elk buurtprobleem een oplossing op maat.



OPDRACHTEN EN TAKEN TEN VOORDELE VAN DERDEN

Er worden door onze PZ prestaties uitgevoerd ten voordele van de brandweer van Oostkamp. Concreet staat ons zonaal onthaal in voor het opnemen van de ‘brandweertelefoon’.

22..66..22.. DDee iinntteerrnnee wweerrkkiinngg

Na de externe omgevingsanalyse gaan we nu even dieper in op onze eigen interne organisatie . We hebben die vanuit verschillende invalshoeken gescand. Hiervoor hebben we gebruik gemaakt van volgende bronnen:

Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2011

Positiebepaling 2011

Wijkbevraging 2011

Het volledig resultaat van deze scanning kunt u in de bijlagen 4, 8 en 9 terugvinden.

In de hiernavolgende rubrieken sommen we tevens de verbeterpunten (verwachtingen) op die naar boven gekomen zijn tijdens de diverse bevragingen.



MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS

HRM- beleid: algemeen In 2011 werd opnieuw een medewerkerstevredenheidsonderzoek georganiseerd voor de volledige zone. Daarna werd per afdeling een verdere ontleding gedaan in vergaderingen aan de hand van een ontleding van de niet goed scorende items om deze zaken in de toekomst te kunnen verbeteren of te kunnen duiden waarom de vraag niet goed scoorde. Er zijn reeds veel nieuwe personeelsleden in de zone aangekomen sinds het opstellen van de visie-missie-waarden. Zij hebben de ontwikkeling hiervan dan ook niet meegemaakt. Men voelt zich tevens niet betrokken bij de actieplannen desondanks men taken stelt die een uitvoering zijn van de doelstellingen van het actieplan. De actieplannen dienen meer vertaald te worden naar de dienstuitvoering. Ook de resultaten dienen meer teruggekoppeld te worden. Ook hier werkt de terugkoppeling niet die voorzien is in de interne vergadering door de afgevaardigde in de werkgroep. In de toekomst kunnen de projectleiders op een kwartaalvorming de actieplannen en doelstellingen toelichten. Op het moment van afname van het medewerkerstevredenheidsonderzoek waren er een aantal structurele problemen naar dienstplanning toe. Dit deel is aangepakt gezien de dienstplanners geregeld overleggen en een gemeenschappelijke visie uitvaardigen. Daarnaast zijn er nog een aantal andere zaken waar de verschillende afdelingen andere interpretaties/invulling aan geven of de leidinggevenden geen éénvormige visie uitdragen. Via structureel overleg (teamchefs, beleidsteam, …) dient een duidelijk éénvormig beleid uitgevaardigd te worden. De organisatiewijziging die begin 2013 werd goedgekeurd moet aan een deel van deze verbeterpunten tegemoet komen. De administratieve collega’s scoren het respect voor hen laag, als verbeterpunt werd meer daadkracht geven aan hen gedefinieerd. Op het vlak van personeelsbeleid zijn interne verschuivingen steeds prioritair wanneer een plaats vacant komt, zo proberen we onze medewerkers intern alle kansen te bieden. De competenties van het personeel worden ontwikkeld door een zo goed mogelijke ondersteuning t.o.v. collega’s en het bijwonen van vormingen. Onze medewerkers krijgen alle kansen om zich verder te ontwikkelen en krijgen de vrijheid om hun opleidingen deels zelf in te vullen.

Verbeterpunten: - Concrete vertaalslag “visie-missie-waarden” bij alle personeelsleden - Betrokkenheid verhogen bij de uitvoering van de actieplannen - Afstemmen van de diverse dienstplanningen - Het uitdragen van een éénvormig beleid - Meer daadkracht aan administratieve collega’s



MANAGEMENT VAN MIDDELEN

Middelenbeleid De scores voor voldoende en aangepaste ruimtes voor ontspanning en verpozing zijn laag. Er is weinig ruimte voorhanden, de kleedruimtes zijn te klein, de refter is klein en niet aangenaam ingericht. Ook de aanpak van fietsen- en bromfietsenstalling is reeds enige tijd aan de orde. De inrichting van de refter zal in 2013 aangepakt worden, voor de kleedruimtes en de stallingen zijn er plannen doch de financiële investeringen hiervoor zullen bepalend zijn voor de implementatie van de uitvoering. De processen op de gewone dienst van de logistiek verlopen vlot: de zone beschikt over voldoende en recent materiaal om alle personeelsleden een optimale ondersteuning te bieden.

Verbeterpunten: - Welzijn op het werk (o.a. ontspanningsruimtes, kleedruimtes, stalling voor fietsen - bromfietsen en moto’s)

MANAGEMENT VAN PROCESSEN

In het kader van onze organisatieontwikkeling willen we ook weten waar we vandaag staan met onze politiezone op vlak van onze werking. Hiervoor gebruiken we de methode ‘positiebepaling’ van het Instituut voor Nederlandse Kwaliteit (INK) waarbij we een evaluatie uitvoeren in diverse domeinen die zich situeren in de velden van het EFQM-model. Bij het uitvoeren van deze evaluatie hebben we zowel aandacht besteed aan onze sterke punten als aan de domeinen die vatbaar zijn voor verbetering. In tegenstelling tot de vorige twee edities (2003 en 2007) hebben we nu gekozen om te werken op twee sporen. De positiebepaling hebben we uitgevoerd zowel met het beleidsteam (de officieren en calog Niveau A) als met het beleidsondersteuningsteam (BOT). Bij de samenstelling van het BOT-team hebben we rekening gehouden met een evenredige verdeling tussen de kaders, het geslacht van de medewerkers, de leeftijden en de basisfuncties. We stellen vast dat de scores van het BOT-team op veel punten lager liggen dan deze van het beleidsteam. Men is strenger in het oordeel over bepaalde stellingen en men ziet de realiteit anders. Als beleid moeten we stilstaan bij het waarom van deze verschillen. Het zijn juist de antwoorden op dergelijke vragen die richting geven aan het veranderingsproces. Uiteraard zeggen de scores op zich niet alles en moeten we eerder kijken naar de motivering waarom iets goed of minder goed is. Deze motiveringen vormen de basis van mogelijke verbeteringen of veranderingen die moeten doorgevoerd worden in de politiezone.



De scores die aan het organisatiegebied ‘processen’ werden toegekend :

Organisatiegebied Dimensie Score beleidsteam Score BOT

Activiteit 7.5 6.8

Processen Proces 6.2 5.0

Organisatie 8.5 8.0

Keten 5.0 4.3

Na de bespreking van het organisatiegebied ‘processen’ werd volgende diagnose gesteld: Activiteit :

- De medewerkers moeten nog meer gestimuleerd worden om hun eigen werkwijzen te beoordelen en te verbeteren. We moeten ons dagelijks afvragen of we de goede dingen GOED doen. De opvolging kan op veel vlakken verbeteren.

- De continuïteit in het werk is niet altijd gewaarborgd, bvb tijdens de verlofperiodes van medewerkers. Het back-up systeem werkt onvoldoende en niet op alle vlakken.

- Terugkerende problemen worden niet altijd verholpen en moeten structureel worden aangepakt. Proces :

Bij het uitschrijven van processen moet er voor bepaalde deelaspecten meer samengewerkt worden met de externe partners en belanghebbenden.

Organisatie :

Er moet werk gemaakt worden van het verder uitschrijven en de implementatie van de primaire processen. De kanteling van de organisatie moet daarom verder doorgevoerd worden, het ‘procesdenken’ moet meer gestimuleerd worden.

Keten :

Op enkele kleine zaken na zoals milieu, Gas, Nip is er op het vlak van processen geen afstemming binnen de keten.

Voor het uitschrijven van de primaire processen maken we gebruik van de procesarchitectuur van de lokale politie België opgemaakt door enkele PZ’s en ondersteund door de federale politie directie relaties met de lokale politie (CG/CGLX). Het proces onthalen en behandelen van klachten en aangiften werd ondertussen uitgewerkt maar is op heden teveel toegespitst op het luik ‘onthalen’. In de periode 2014 – 2019 worden de andere primaire processen uitgewerkt.



22..77.. SSaammeennwweerrkkiinngg

22..77..11.. IInntteerrzzoonnaallee,, bboovveennllookkaallee eenn iinntteerrnnaattiioonnaallee ppoolliittiieessaammeennwweerrkkiinngg

De politiezone heeft diverse protocols of overeenkomsten afgesloten zowel met politiediensten als met overheidsdiensten en privé-organisaties.

Domein van de interzonale/bovenlokale

samenwerking

Zone – dienst waarmee het protocol werd afgesloten

Implicaties voor de zone - impact op de middelen

Niet- operationeel

Technisch systeembeheer PZ Regio Tielt Op deze wijze is er permanent een systeembeheerder beschikbaar die toegang heeft tot alle plaatsen binnen deze twee PZ. Tevens besparing op personeelskosten.

Intern toezicht PZ Mira, Midow, Kouter,

Regio Tielt en PZ Middelkerke

Laat toe om een onafhankelijk onderzoek te kunnen voeren en een duidelijke scheiding te maken tussen het strafrechtelijk en tuchtrechterlijk onderzoek. De kosten worden gelijkmatig verdeeld tussen de PZ.

Operationeel Gebruik van het cellencomplex PZ Brugge Besparing op

infrastructurele middelen en personeelskosten

Informatie-uitwisseling en bijstand tussen de lokale recherches

PZ Kouter en PZ Regio Tielt In dringende gevallen kan er onderling bijstand gevraagd worden zodat de eigen capaciteit tijdelijk verhoogd wordt.

Zone-overschrijdende samenwerking bij uitvoeren interventies, onderlinge steunverlening bij interventies waarbij personeelsleden betrokken zijn + beleid inzake neen-verkoop

PZ Kouter en PZ Regio Tielt - Op zeer korte termijn kan er bijstand verleend worden bij interventies aan een aangrenzende PZ. - Interventieafhandeling verloopt op dezelfde wijze. - Vaststellingen waarbij eigen personeelsleden betrokken zijn kunnen op een meer onpartijdige wijze geschieden

Dispatching permanentieploegen

Fed Pol - CIC WVl PZ hoeft op die manier geen eigen dispatching op te richten en bespaart op personeelskosten

Samenwerking n.a.v. diefstallen Politiediensten, geen



gewapenderhand (Protocol) gerechtelijke overheden en actoren binnen het gerechtelijk arrondissement

Verlenen van laterale steun n.a.v. dringende interventies, gebeurtenissen of incidenten (scramble procedure)

Alle zones van het Ger Arro Brugge alsook alle federale politiediensten FGP,CSD,DAC-SPN,DAC-LPA en DAH wegpolitie WVL

Op korte termijn kan de PZ tijdelijk beschikken over extra personeelsmiddelen

Coördinatie van onderzoeken – inlichtingen betreffende geplande acties op gerechtelijk en administratief vlak en gebruik van bijzondere onderzoeksmethodes

Fed Pol : FGP, CSD, DAC-SPN, DAC-LPA en DAHwegpolitie WVl Lok Pol : alle PZ Ger Arro Brugge.

Waarborgen van onderlinge veiligheid bij optreden en bevorderen van de goede verstandhouding

Audiovisueel verhoor van minderjarigen

Fed Pol: FGP, CSD, DAC-SPN, DAC-LPA. En DAH- wegpolitie WVL Lok Pol: alle PZ Arro Brugge

PZ kan gebruik maken van infrastuctuur en middelen van de FGP.

Gebruik omleidingswegen bij incidenten op A-wegen

Fed Pol: CSD, DAH-wegpolitie en CIC WVl Lok Pol: alle PZ Prov WVl

Verhoogd verkeer op de lokale wegen en tijdelijk meer inzet van personeel van de PZ.

22..77..22.. AAnnddeerree pprroottooccoollss ooff ssaammeennwweerrkkiinnggssaakkkkoooorrddeenn mmeett nniieett ppoolliittiioonneellee ppaarrttnneerrss

eenn ddeerrddeenn..

Opsomming van de hoofdactiviteiten van de partner

Inbreng van de lokale politie

Samenwerkingsakkoord “De Lijn – politiediensten”

Informatie-uitwisseling in de domeinen veiligheid en verkeer

Informatie-uitwisseling in de domeinen veiligheid en verkeer

Protocolakkoord “Takelen en bergen

Bestuurlijke en gerechtelijke takelingen

Opstellen van een beurtrol per gemeente

VZW Blauwe Kruis te Brugge Vangen en ophalen van rondzwervende huisdieren

Veiligheid van de apothekers – contract met CIC WVL en de apothekersverenigingen

verwittigen op bepaalde uren v/d apothekers v/d komst v/e klant

Voorziening doorschakeling telefoon naar CIC Wvl buiten de diensturen



Buurtinformatienetwerken

aangesloten leden: info-uitwisseling. Coördinator: inputten nieuwe medewerkers in het systeem + contactpersoon voor politie Lokale besturen: nemen de kosten op zich.

Verspreiden van berichten. Bij elke melding van een verdachte situatie gaat de politie ter plaatse en geeft nadien feedback aan de oproeper. Jaarlijkse evaluatie.

Aanpak van spijbelen, de illegale middelen en andere jeugdcriminaliteit in de schoolomgeving – protocol tussen politie – lokale secundaire scholen – CLB’s – parket Brugge

Uitvoeren van het stappenplan binnen de drie procedures: - spijbelen - illegale middelen - andere jeugdcriminaliteit

Uitvoeren van het stappenplan binnen de drie procedures: - spijbelen - illegale middelen - andere jeugdcriminaliteit

Samenwerkingsprotocol “partnergeweld” Ge Arro Brugge

Centrum Algemeen Welzijnswerk Brugge

Het verwijsformulier invullen en naar het CAW doorfaxen. 1 aanspreekpunt voorzien. Deelname aan het jaarlijks overleg.

Protocol over het optreden bij vermiste (dementerende) personen uit woon- en zorgcentra

WZC Rusterloo, Beernem WZC Mariawende, Beernem WZC Sint-Jozef, Oostkamp WZC Ter Luchte, Oostkamp WZC Maartenshove, Zedelgem

Pv opstellen op basis van ‘checklist verdwenen bewoner’. Onderlinge informatie-uitwisseling.



22..88.. SSyynntthheessee vvaann ddee bbeesstteeddee ccaappaacciitteeiitt

Het volledig overzicht van de bestede capaciteit in 2011 kunt u vinden in bijlage 10. Dit overzicht is uiteraard gekoppeld aan een eigen indeling in ‘posten- subposten – activiteiten en beschrijvingen’ voorzien in het informatica-systeem ‘ISLP Admin’. U kunt duidelijk zien dat voor de uitvoering van de diverse activiteiten, waaronder ook de projectwerking en de uitvoering van actieplannen, transversaal doorheen de organisatie gewerkt wordt. Alle diensten/afdelingen binnen onze politiezone leveren hun bijdrage aan de realisatie van de diverse strategische en operationele doelstellingen. 3,87 % van de totale capaciteit wordt besteed aan de diverse activiteiten binnen actieplannen/projecten inzake veiligheid en leefbaarheid en inzake dienstverlening en werking. Hieronder vindt u een synthese van de bestede capaciteit in 2011. Hiervoor gebruiken we een eigen indeling welke deels gebaseerd is op de basisfunctionaliteiten. De capaciteit wordt weergegeven in ‘mensuren’.

Mensuren % tov de beschikbare

capaciteit

Lokale politiezorg Slachtofferbejegening 13,05

Politie-assistent 21,15

Preventie 259,35

Wijkwerking (specifiek) 3373,07

Verkeer (schooltoezicht/lokale acties) 1515,10

Criminaliteit (lokale gerechtelijke taken) 251,00

Stadswachten 11,00

Actieplannen (lokale prioriteiten) 8636,55 (3.87)

Subtotaal lokale politiezorg 14080,27 6.31

Bescherming Overbrengingen 1046,30

Subtotaal bescherming 1046,30 0,47

Redactie Schrijfwerk 15916,51

Subtotaal redactie 15916,51 7,13

Onderzoek Uitvoeren kantschriften 6764,22

Reactief onderzoek 13296,35

Intern onderzoek 05,05

Subtotaal onderzoek 20065,62 8,99

Openbare orde Openbare orde - lokaal 1979,40

Openbare orde - federaal 645,20

Openbare orde - interzonaal 0

Subtotaal openbare orde 2624,6 1,18

Onthaal Onthaal – lokaal/zonaal 11719,40

Onthaal – telefoon brandweer 2340,13

Subtotaal onthaal 14059,53 6,30

Interventie BMP 35691,16

TMP 1187,52

Dagcoördinator 2825,10

Dagploeg 797,35

Subtotaal interventie 40501,13 18,15

Leiding/beheer Bureeldiensten 38166,27

Vergaderingen 4970,06

Logistieke diensten 9367,31

Specifieke personeelszaken 294,15

Subtotaal leiding/beheer 52797,79 23,66



Opleiding Opleiding politieschool 5284,50

Externe opleidingen 1154,11

Interne opleidingen 1258,15

Trainingen 2071,27

Subtotaal opleidingen 9768,03 4,38

Onbeschikbaarheden Verloven 42898,49

Vrijstellingen 1796.24

Subtotaal onbeschikbaarheden 44694,73 20.03

Medisch Ziekte 7294,24

Subtotaal medisch 7294,24 3.27

TOTAAL BRUTO BESCHIKBARE ZONALE CAPACITEIT IN 2011 223123,55 100,00

TOTAAL NETTO BESCHIKBARE ZONALE CAPACITEIT IN 2011 170864,18 76,58



HHooooffddssttuukk 33.. DDEE SSTTRRAATTEEGGIISSCCHHEE

DDOOEELLSSTTEELLLLIINNGGEENN

33..11.. DDee vvoorriiggee ssttrraatteeggiisscchhee ddooeellsstteelllliinnggeenn –– eevvaalluuaattiiee eenn ttee

ttrreekkkkeenn lleesssseenn

33..11..11 DDoommeeiinn vvaann ddee vveeiilliigghheeiidd eenn lleeeeffbbaaaarrhheeiidd

In het domein van de veiligheid en leefbaarheid werden er in het vorig ZVP twee prioriteiten of aandachtspunten opgenomen:

Eigendomsdelicten, met accent op de woninginbraken, fietsdiefstallen en voertuiginbraken.

verkeersonveiligheid, met accent op de verkeersongevallen en het verkeersgedrag van de bestuurders.

1. Eigendomsdelicten

(1) Formulering globale doelen In de periode 2009 tot 2014 willen we bijdragen tot het beheersen van het fenomeen eigendomsdelicten in onze politiezone. We willen een fundamentele bijdrage leveren om het aantal fietsdiefstallen, woningen voertuiginbraken in de hand te houden en liefst te verminderen door het uitvoeren van een reeks activiteiten.

(2) Realisatie doelstellingen

a. Woninginbraken Op basis van de cijfergegevens van de laatste vier jaar kunnen we stellen dat het aantal woninginbraken blijft toenemen. In de periode van 2009 – 2012 spreken we over een stijging met 69,4 % (feiten + pogingen). Het aantal effectieve feiten is, na een stijging in 2010 en 2011, in 2012 gedaald tot 53% van het totaal aantal feiten (2009: 56%). De inspanningen die we leverden in het kader van de techno-preventie kunnen hier een verklaring bieden. Om een nauwkeuriger beeld te verkrijgen, splitsen we de cijfers uit per gemeente. In Beernem zien we het aantal woninginbraken fors stijgen tot in 2011. In 2012 daalt het aantal inbraken met 27% wat de cijfers doet terugvallen tot op het niveau van het aantal inbraken in 2010. In Oostkamp zien we de cijfers de voorgaande jaren veel langzamer stijgen tot 2011. In 2012 stijgt het aantal inbraken echter met 31,2%. In Zedelgem zien we de feiten ieder jaar toenemen. In 2012 stijgt het aantal inbraken met 10,7%. Om de probleemgebieden te detecteren splitsen we de cijfers uit per politiewijk. We stellen vast dat het aantal feiten in de kernen van de 3 gemeenten, na de stijging in 2009, constant blijven, terwijl het aantal inbraken in de buitengemeenten fors toeneemt. Het uitvoeren van de activiteiten, opgenomen in de jaarlijkse actieplannen, hebben niet tot een daling van het aantal woninginbraken geleid.



Het aantal inbraken in bedrijven en handelszaken is in bovenvermelde periode met 22% gedaald. Ook hier zien we een verschillend beeld per gemeente en per politiewijk. In de wijkbarometer (bijlage 4) lezen we dat 22,9% van de respondenten in de politiezone denken dat er een groot tot heel groot risico bestaat om in hun buurt slachtoffer te worden van een poging tot inbraak. 28,2% denkt in de toekomst slachtoffer van een effectieve inbraak te worden. De raadsleden vermelden “inbraak en diefstal” als één van de onveiligheidsproblemen die in het ZVP 2014 – 2017 moeten worden aangepakt (bijlage 6) . Uit de bevraging van de medewerkers (bijlage 7) wordt “inbrakenplagen” weerhouden als het voornaamste veiligheidsprobleem waaraan we in het ZVP 2014 -2017 aandacht moeten besteden. b. Voertuiginbraken Op basis van de cijfergegevens van de laatste vier jaar kunnen we stellen dat het aantal voertuig status quo blijft. In 2012 (84 feiten) zijn er 6 vaststellingen meer dan in 2009 (78 feiten).

De raadsleden vermelden “inbraak en diefstal” als één van de onveiligheidsproblemen die in het ZVP 2014 – 2017 moeten worden aangepakt (bijlage 6) .

In de wijkbarometer (bijlage 4) lezen we dat 13,2% van de respondenten in de politiezone denken dat er een groot tot heel groot risico bestaat om in hun buurt slachtoffer van een inbraak in voertuig te worden. In de bevraging van de medewerkers (bijlage 7) wordt inbraak in voertuig niet als prioriteit weerhouden.

c. Fietsdiefstallen In de periode van 2009 – 2012 zien we het aantal feiten jaarlijks dalen wat resulteert in een daling met 45,9 %. De daling situeert zich vooral in de gemeenten Beernem en Oostkamp. In Zedelgem stijgt het aantal feiten. Wanneer we inzoemen op niveau van de politiewijken vinden we de stijging enkel terug in de politiewijk Veldegem, meerbepaald ter hoogte van het station waar we in 2012 22,1% van het totaal aantal fietsdiefstallen kunnen terugvinden.

De raadsleden vermelden “inbraak en diefstal” als één van de onveiligheidsproblemen die in het ZVP 2014 – 2017 moeten worden aangepakt (bijlage 6) . 13,2% van de respondenten van de wijkbarometer (bijlage 4) schatten het risico op slachtofferschap hoog tot zeer hoog in.

In de bevraging van de medewerkers (bijlage 7) wordt fietsdiefstal niet als prioriteit weerhouden.

(3) Te trekken lessen Een aantal zaken zoals bvb. de buurtinformatienetwerken evalueren we als zeer positief en daar willen we onze inspanningen verhogen en de effecten nauwgezet meten. Andere zaken zoals techno-preventief advies bvb. zijn ondertussen dermate in onze normale werking ingeburgerd dat we ze in de reguliere werking kunnen opnemen. Waar we bij opmaak van de volgende actieplannen eigendomsdelicten zeker oog moeten voor hebben is dat we de administratieve werklast die de actieplannen met zich meebrengen verminderen. Dit is geen gemakkelijke opgave gezien we steeds uitgaan van de stelling “meten is weten”.



Het wordt ons steeds duidelijker dat we het fenomeen eigendomsdelicten samen met onze partners dienen aan te pakken. De bevolking is hier onze belangrijkste partner!! De buurtbewoner weet wat er leeft en speelt in zijn/haar buurt. Als we efficiënt willen werken is deze informatie onontbeerlijk. Het sluiten van samenwerkingsverbanden met andere politiezones, de federale politie (CSD, CIK, FGP, …) verhoogt onze expertise en capaciteit. Een nauwe samenwerking met onze bestuurlijke en gerechtelijke overheden zorgt voor de ondersteuning van onze initiatieven. We moeten durven ‘flexibel en creatief’ omgaan met de kansen en bedreigingen van het moment. Actieplannen moeten vlot kunnen aangepast worden. Ook hier brengt dit met zich mee dat we soms moeilijker kunnen “meten” doch dit mag ons niet weerhouden de “goede dingen” te doen.

2. Verkeersonveiligheid

(1) Formulering globale doelen Uit de scanning en analyse van de omgevingsfactoren en het beeld van veiligheid en leefbaarheid blijkt in eerste instantie dat het aantal verkeersongevallen, maar ook enkele lokale verkeersproblemen voor de politiezone reële en belangrijke veiligheidsfenomenen zijn. Daarom wordt er vanaf 2009 van iedere lokale post gevraagd om een “Lokaal Actieplan” op te stellen; een actieplan dat juist inspeelt op de lokale noden. Uit de diverse bevragingen stellen we vast dat het onveiligheidsgevoel ten gevolge van de vele verkeersonveilige situaties hoog scoort. Een groot deel van onze bevolking wordt er door getroffen of is er mee begaan. We halen hieronder graag de aandachtpunten aan uit het Zonaal Veiligheids Plan. Deze krachtlijnen dienen we als werkgroep aandachtig te volgen en in de mate van het mogelijke ook uit te voeren. (2) Realisatie doelstellingen Op basis van de cijfergegevens van de laatste vier jaar kunnen we stellen dat het aantal verkeersongevallen met gekwetsten 11,8 % is gedaald. De daling situeert zich vooral bij de lichtgekwetsten, het aantal ernstig gekwetsten blijft echter toenemen. In 2012 zien we een stijging met 9 personen. Het aantal overleden personen neemt in 2012 af van 5 naar 3 personen. De lokale actieplannen werden opgesteld en “gematigd” opgevolgd. De hoofdinspecteurs van de lokale politieposten kunnen door hun veelheid aan taken niet de nodige aandacht schenken aan de opvolging die dergelijk actieplan vereist. Door centrale opvolging en aansturing door de projectleider werden de doelstellingen wel behaald maar er ontstonden geen lokale initiatieven, samenwerkingsverbanden om de zaken grondig aan te pakken. De medewerkers van de politiezone (bijlage 7) vermelden dat er in het ZVP aandacht moet zijn voor niet gekeurde en verzekerde voertuigen, rijden onder invloed, negeren van verkeersomleidingen, fout parkeren en aanrijdingen. 12,6% van de respondenten van de wijkbarometer (bijlage 4) schatten het risico op slachtofferschap verkeersongeval met vlucht hoog tot zeer hoog in. De raadsleden vermelden “verkeersonveiligheid” als één van de onveiligheidsproblemen die in het ZVP 2014 – 2017 moeten worden aangepakt (bijlage 6) . (3) Te trekken lessen

We merken opnieuw dat onze doelstellingen zeer moeilijk te realiseren zijn. Wij als politie zijn maar een schakel, weliswaar een heel belangrijke, in de veiligheidsketen. Wij kunnen bijgevolg enkel een ‘bijdrage’ leveren. De opmaak en uitvoering van de lokale actieplannen dient te worden bijgestuurd. In de nieuwe organisatiestructuur wordt er aan elke inspecteur verkeersdienst een gemeente toegekend. Het is de bedoeling dat deze inspecteur, onder



toezicht van de hoofdinspecteur verkeer die tevens projectleider van de lokale actieplannen verkeer wordt, in samenspraak met de gemeente en de buurtbewoners, de lokale actieplannen uitwerkt en opvolgt.

33..11..22 DDoommeeiinn vvaann ddee ddiieennssttvveerrlleenniinngg eenn wweerrkkiinngg

In het domein van de dienstverlening, werking en organisatieontwikkeling waren er 2 prioriteiten of aandachtspunten voorzien :

gemeenschapsgericht politiezorg

communicatie

Gemeenschapsgerichte politiezorg (1) Formulering globale doelen : Het uitvoeren van de wijkbevragingen in het kader van de wijkbarometer. Het deelnemen aan een geplande trajectdag. Het stimuleren van het gebruik van fietsen en bromfietsen. Buurtproblemen aanpakken.

(2) Realisatie doelstellingen De doelstellingen werden behaald.

(3) Te trekken lessen De registratie en opvolging van het uitvoeren van welomlijnde doelstellingen zoals de wijkbevraging of het deelnemen aan een geplande trajectdag is eenvoudig te realiseren. Bij het stimuleren van het gebruik van fietsen, bromfietsen bracht de registratie en opvolging heel wat capaciteit met zich mee. We zien dat beide doelstellingen ondertussen goed zijn verankerd zijn in de organisatie en ze in de reguliere werking kunnen opgenomen worden. Specifieke buurtproblemen die nieuwe samenwerkingsverbanden vereisen of dermate overlast bezorgen dat de wijkinspecteur en/of het wijkteam de zaak niet zelf kan behartigen worden in de externe prioriteit “ een veilig en leefbaar gebuurte” opgenomen. Communicatie (1) Formulering globale doelen Relevante politionele en niet-politionele informatie verspreiden via een nieuw te maken intranet. Maken van concrete afspraken om de interne vergaderingen efficiënter te laten verlopen. Creëren van en nieuwe visueel aantrekkelijke en gebruiksvriendelijke website. (2) Realisatie doelstellingen De doelstellingen werden behaald. (3) Te trekken lessen Communicatie blijft een heikel punt binnen de organisatie. Het doorgeven van “de juiste informatie” in alle richtingen, is en blijft prioritair.



Een actieplan communicatie is succesvol als het een duidelijk afgebakend, niet omvangrijk item betreft dat men wil verbeteren. De prioriteit wordt niet weerhouden in het ZVP 2014 – 2019. Toch dienen we, binnen onze dagelijkse werking en onze actieplannen blijvend oog te hebben voor een goede communicatie. De organisatieverandering biedt een aantal “kansen” tot het creëren van betere overlegfora.

GLOBAAL TE TREKKEN LESSEN en TOEKOMSTIGE WERKWIJZE De methode die we gebruikt hebben om de strategische doelstellingen naar operationele doelstellingen te vertalen, waarbij we maximaal beroep gedaan hebben op de eigen medewerkers heeft een positieve invloed gehad op onze interne werking. Men weet ondertussen dat de activiteiten die dagdagelijks uitgevoerd worden niet zomaar uit de lucht gegrepen zijn, maar dat er een link is met het ZVP en met onze visie-missie-waarden. Onze medewerkers hebben daadwerkelijk meegeholpen aan de diverse stappen binnen de beleidscyclus. Onze opdrachtgevers en bepaalde partners zijn gewoon geraakt aan het beleidsmatig werken binnen de politiezone. We zien dat ook zij serieuze inspanningen leveren om op een meer beleidsmatige wijze te gaan werken binnen hun eigen werksfeer en we worden zelfs uitgenodigd om eraan mee te werken (beheersen beleidscyclus). Op die manier kunnen we in de toekomst nog beter gaan samenwerken omdat we onze werking op elkaar kunnen afstellen. We hebben ook ervaren dat we teveel administratie werklast creëren voor onze medewerkers. De administratie mag geen doel op zich worden. De zonale actieplannen dienen, zoals in het vorige ZVP, centraal aangestuurd en opgevolgd te worden met vaste projectleiders. We zien dat deze manier van werken goede resultaten geeft en de projectleiders hun opdracht met de vereiste bezieling uitvoeren. We dienen onze zonale actieplannen te beperken tot die zaken die onze extra aandacht vereisen en de ganse politiezone omvatten. Gezien we nu beschikken over de objectieve en subjectieve cijfergegevens per politiewijk verkrijgen we een duidelijk beeld van de lokale en zonale problematieken wat ons naar de toekomst toe in staat moet stellen “maatwerk” kunnen leveren.

33..22.. DDee ssttrraatteeggiisscchhee ddooeellsstteelllliinnggeenn 22001144--22001177

33..22..11.. SSyynntthheessee vvaann ddee aarrgguummeennttaattiiee

Voor het bepalen van de prioriteiten die we willen aanpakken in de periode 2014-2017 hebben we gebruikt gemaakt van een criteriummatrix voor de externe veiligheidsproblemen. Op de matrix van de externe veiligheidsproblemen hebben we volgende gegevens ingevuld:

Objectieve bronnen: cijfergegevens ISLP – via Orbit uitgesplitst tot op niveau van de politiewijken. Subjectieve bronnen: wijkbevragingen – bevraging politieraadsleden – bevraging medewerkers.

Aan elk criterium hebben we een waarde gegeven van 2 tot 4. Vervolgens hebben we elk veiligheidsprobleem getoetst aan de verschillende criteria en er een score aan gegeven van 2 tot 4 . Tenslotte hebben we deze individuele scores vermenigvuldigd met de waarde van elke criterium om zo tot een totaalscore te komen per veiligheidsprobleem. De gegevens van deze matrix werden tenslotte overbracht naar een argumentatietabel . Hiervoor hebben we volgende werkwijze gehanteerd:



We hebben op basis van de totaalscore voor ieder veiligheidsprobleem volgende indeling gemaakt:

scores tussen 0 en 24: 1 scores tussen 25 en 49: 2 scores tussen 50 en 74: 3 scores boven de 75: 4

De gegevens van onze criteriummatrix werden aangevuld met volgende bronnen: de prioriteiten uit de lokale beleidsplannen (LIV), de prioriteiten uit het NVP, de prioriteiten van de Dirco en Dirjud, de prioriteiten uit het Arrondissementeel Politioneel VeiligheidsBeeld (APVB), de prioriteiten van de burgemeesters en de prioriteiten van het parket. Na bespreking in de zonale veiligheidsraad van 23 april 2013 waarbij alle elementen uit de diverse bronnen zijn overwogen, kwamen de leden de ZVR tot de volgende prioriteiten: We beperken de extern zonale actieplannen tot twee prioriteiten : eigendomsdelicten en verkeersonveiligheid. Als derde voegen we een lokale prioriteit toe en dit onder de noemer “een veilig en leefbaar gebuurte”. Hierin willen we lokale items opnemen zodat we een oplossing op maat met de buurt kunnen uitwerken. Enkele voorbeelden :

- eigendomsdelicten : fietsdiefstal station Zedelgem - verkeer : zwaar vervoer in dorpskernen - vandalisme - buurtproblemen

Drugs In de periode 2005 – 2008 werd druggebruik en – bezit, vnl. het in kaart brengen van het fenomeen, als prioriteit in het ZVP opgenomen. In het ZVP 2009 – 2013 werd drugs niet als prioriteit weerhouden. We stellen echter vast dat er op het grondgebied van de politiezone heel wat druggebruik en drugdealen plaatsvindt en we extra capaciteit dienen vrij te maken om dit te onderzoeken en te beperken. We weerhouden drugs niet als prioriteit in het ZVP 2014 – 2019 maar we gaan wel het engagement aan om dit prioritair aan te pakken en uit te werken binnen de proceswerking. De proceseigenaar “onthalen en behandelen van klachten en aangiften” en “navolgend onderzoek” tevens diensthoofd recherche is lijkt ons best geplaatst om dit fenomeen aan te pakken. Er zal ook hier een evaluatie gemaakt worden, rekening houdend met het feit dat het aantal feiten zal toenemen naarmate men er meer capaciteit aan besteed. De criminaliteitsmatrix en argumentatietabel werden gevoegd in bijlage 11.



33..22..22.. DDee ssttrraatteeggiisscchhee ddooeellsstteelllliinnggeenn

3.2.2.1 Strategische doelstellingen inzake veiligheid en leefbaarheid

Doelstelling1: “WE WILLEN BIJDRAGEN TOT HET BEHEERSEN VAN HET FENOMEEN EIGENDOMSDELICTEN IN ONZE ZONE”

LEIDERSCHAP o Voorzien van de noodzakelijke capaciteit o intern en extern communiceren om draagvlak te creëren o …

STRATEGIE EN BELEID o Resultaatgericht actieplan opstellen in werkgroep adhoc o Beeldvorming rond het fenomeen is efficiënt (ILP) o ...

MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS o Feedback geven over geboekte resultaten o ...

MANAGEMENT VAN MIDDELEN o Benodigde technische middelen voorzien o Efficiënt beheer ICT middelen(ISLP,edl,…) o ...

MANAGEMENT VAN PROCESSEN o De doelstelling transversaal uitwerken o ...

PARTNERS o Gemeentelijke diensten o Lokale gemeentebesturen o Techno-preventief adviseurs o Buurtinformatienetwerken o Parket o Federale politie – CSD/CIK o Arrondissementele werkgroep rond inbraken o Federale gerechtelijke politie o ..

WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING o Indicatoren:

Aantal voltooide diefstallen per type en pogingen alsook de evolutie ervan Evolutie van de diefstalgraad Algemeen onveiligheidsgevoel in deze materie bij onze inwoners Aantal uitgevoerde activiteiten en besteedde capaciteit

o Wijze waarop – methode – tool: Stuurborden die ingevuld worden door de projectleider en nadien op het intranet

geplaatst worden o Frequentie:

Maandelijks



Doelstelling 2: “WE WILLEN BIJDRAGEN TOT HET BEHEERSEN VAN DE VERKEERSVEILIGHEID IN ONZE ZONE”

LEIDERSCHAP o De zonale veiligheidsraad is zich bewust van de noodzaak tot een multidisciplinaire aanpak van

het fenomeen o ...

STRATEGIE EN BELEID o Beeldvorming rond het fenomeen is efficiënt o Verkeersveiligheidsovereenkomst of actieplan ontwikkelen o Resultaatgericht actieplan opstellen in de werkgroep adhoc


o Adequate opleidingen o …

MANAGEMENT VAN MIDDELEN o Verkeersveiligheidsfonds o Het doorgeven van kennis bevorderen (keep and share knowledge inside) o Efficiënt beheer ICT-middelen (ISLP,edl, ….)

MANAGEMENT VAN PROCESSEN o De doelstelling transversaal uitwerken o …

PARTNERS o FOD Mobiliteit – FOD BiZa o Provincie WVl via verbindingsambtenaar o Lokale gemeentebesturen o Gemeentelijke diensten o Federale politie o Vlaams Gewest (beheer infrastructuur) o Scholen o Seniorenraden o …

WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING o Indicatoren:

Aantal verkeersongevallen (met doden/gekwetsten) Aantal doden, zwaar gewonden en licht gewonden alsook de evolutie ervan Algemeen onveiligheidsgevoel in deze materie bij onze inwoners Aantal snelheidsovertredingen en procentueel aandeel van de zware en lichte

overtredingen Evolutie van het aantal overtredingen inzake gordel- en helmdracht, agressief rijgedrag,

rijden zonder verlichting, GSM achter het stuur, gedrag van de bestuurders en hinderlijk parkeren

o Wijze waarop – methode – tool: Stuurborden die ingevuld worden door de projectleider en nadien op het intranet

geplaatst worden o Frequentie:

Maandelijks



Doelstelling3: “WE WILLEN BIJDRAGEN TOT EEN VEILIG EN LEEFBAAR GEBUURTE”

LEIDERSCHAP

o Voorzien van de noodzakelijke capaciteit o intern en extern communiceren om draagvlak te creëren o …

STRATEGIE EN BELEID

o Resultaatgerichte actieplannen opstellen in werkgroep adhoc o Beeldvorming rond het fenomeen is efficiënt o ...


o Feedback geven over geboekte resultaten o ...

MANAGEMENT VAN MIDDELEN

o Benodigde technische middelen voorzien o Efficiënt beheer ICT middelen(ISLP,edl,…) o ...

MANAGEMENT VAN PROCESSEN

o De doelstelling transversaal uitwerken o ...

PARTNERS

o Gemeentelijke diensten o Lokale gemeentebesturen o Techno-preventief adviseurs o Buurtinformatienetwerken o Parket o Federale politie – CSD/CIK o Arrondissementele werkgroep rond inbraken o Federale gerechtelijke politie o ..

WIJZE VAN OPVOLGING VAN DEZE STRATEGISCHE DOELSTELLING

Indicatoren: Aantal voltooide feiten per type en pogingen alsook de evolutie ervan Evolutie van de feiten Onveiligheidsgevoel in deze materie bij onze inwoners De mate waarin het fenomeen de leefbaarheid verstoort Aantal uitgevoerde activiteiten en besteedde capaciteit …

o Wijze waarop – methode – tool:

Stuurborden die ingevuld worden door de projectleider en nadien op het intranet geplaatst worden

o Frequentie:

Maandelijks



3.2.2.2 Gereserveerde capaciteit voor het voor het verwezenlijken van de strategische doelstellingen

Voor het verwezenlijken van de geformuleerde doelstellingen voorzien wij jaarlijks volgende minimum capaciteit: - Fenomeen eigendomsdelicten : 5000 mensuren (+ capaciteit CIK, Pz Regio Tielt) - Fenomeen verkeersveiligheid : 9000 à 10.000 mensuren - Een veilig en leefbaar gebuurte : 3000 mensuren Deze capaciteit zal aangewend worden voor het uitvoeren van de verschillende activiteiten binnen de diverse actieplannen. Aan ieder actieplan wordt er bovendien een kostenplaatje verbonden. De nodige kredieten worden jaarlijks voorzien op de politiebegroting.

3.2.2.3 Strategische doelstellingen inzake dienstverlening en werking

De eerder behandelde nieuwe formatie werd in 2013 door de politieraad vastgelegd. Deze formatie heeft naast een financiële grondslag ook een basis in de omzendbrief CP3 inzake organisatiebeheersing. De nieuwe formatie werd zowel intern de organisatie als met de gemeentelijke beleidsmakers bijzonder grondig voorbereid. De ultieme doelstelling, een uitgewerkte en gedragen formatie, is dan ook al gerealiseerd in 2012/2013. In de komende jaren zal de uitwerking en stapsgewijze inplaatsstelling van deze nieuwe formatie meteen ook onze invulling zijn van het concept organisatiebeheersing. Een specifieke doelstelling wordt hieromtrent niet geformuleerd daar dit volledig kadert in onze dagelijkse reguliere werking.



HHooooffddssttuukk 44.. HHEETT CCOOMMMMUUNNIICCAATTIIEEBBEELLEEIIDD

44..11.. EExxtteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee

44..11..11.. TTee ttrreekkkkeenn lleesssseenn oovveerr ddee eexxtteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee vvaann hheett ppoolliittiieebbeelleeiidd 22000099--

22001122 ((22001133))

Het vorig ZVP en de actieplannen werden naar buiten toe gecommuniceerd aan onze opdrachtgevers via de vergaderingen van de ZVR, het politiecollege en de politieraad.

Een ‘onvoldoende’ scoorden we toen op het vlak van externe communicatie naar de andere externe belanghebbenden, nl onze dienstenafnemers, de partners en de maatschappij in het algemeen. Publicaties in de gemeentelijke infobladen en via de website bleken onvoldoende te zijn. Ondertussen werden heel wat inspanningen geleverd. We beschikken over een vernieuwde website en maken ondertussen gebruik van de sociale media (twitter, app). Ook de kwaliteit van de bin-berichten werd onder de loep genomen.

De communicatie mag geen éénmalig gegeven zijn, maar eerder een constante inspanning.

44..11..22.. IInntteennttiieess bbeettrreeffffeennddee ddee eexxtteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee vvaann hheett ppoolliittiieebbeelleeiidd 22001144--

22001177

BELANGHEBBENDE INTENTIES

Bestuur en financiers (overheden-opdrachtgevers)

Communicatie over het nieuwe ZVP 2009-2012 De leden van de ZVR werden ingelicht op de ZVR van 23 april en 25 juni 2013 inzake het nieuwe ZVP. De leden van het politiecollege werden ingelicht op het college van 18 maart en 03 juni 2008. De leden van de politieraad krijgen een eerste toelichting op de raad van 26 juni 2013 en een definitieve toelichting na de goedkeuring door de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie voorzien in het laatste kwartaal 2013. De diverse gemeenteraden worden ook geïnformeerd door de korpschef na de goedkeuring door de verantwoordelijke Ministers in een gemeenteraad in het laatste kwartaal van 2013. Communicatie over onze actieplannen De externe communicatie van onze actieplannen gebeurt jaarlijks . Hierbij komt de evaluatie van het vorig jaar aan bod en tevens wordt het actieplan van het lopende jaar voorgesteld. Deze voorstelling gebeurt voor de leden van de ZVR en de leden van de politieraad. Concreet komen de actieplannen voor 2014 aan bod tijdens de vergadering van de ZVR en politieraad tijdens het eerste trimester van 2014. Communicatie over de evaluatie vorig ZVP 2009-2012 (2013)



Begin 2014 wordt de evaluatie uitgevoerd van het vorige ZVP. Deze evaluatie wordt besproken op het politiecollege, politieraad en de ZVR in het eerste trimester van 2014.

Klanten – dienstenafnemers - partners – leveranciers - maatschappij

Communicatie over het nieuwe ZVP 2014-2017 Communicatie over onze actieplannen Communicatie over de evaluatie vorig ZVP 2009-2012 (2013) We voorzien een uitgebreid gamma aan communicatiemiddelen teneinde een ze groot mogelijk deel van ons doelpubliek te bereiken. Onze communicatie zal verlopen via: * Kranten * zelfgemaakte persartikels over onze resultaten * Infobladen van de gemeenten (laatste trimester 2008) * Specifieke politiekrant * Website van de politiezone en de gemeenten * Op vergaderingen * Sociale media * …….

…

Medewerkers Zie volgend punt

44..22.. IInntteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee

44..22..11.. TTee ttrreekkkkeenn lleesssseenn oovveerr ddee iinntteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee vvaann hheett ppoolliittiieebbeelleeiidd 22000099--

22001122 ((22001133))

Communicatie over het ZVP Het vorig ZVP werd intern gecommuniceerd via de trimestriële vergaderingen waarop in principe alle personeelsleden aanwezig zijn. Daarnaast werd het ZVP ook besproken voor de leidinggevenden op het tweewekelijks stafoverleg. Het volledige ZVP wordt ook via de website en via intranet beschikbaar gesteld voor iedereen. Ook hier stellen we vast dat we nog te weinig (blijven) communiceren over ons ZVP. Communicatie over onze actieplannen Op het overleg van het beleidsteam wordt telkens de stand van zaken betreffende de lopende actieplannen besproken. De projectleiders communiceren met de leiding over de vooruitgang van hun respectievelijk actieplan. Bij iedere actie leggen we de link tussen ons ZVP en de actieplannen.



44..22..22.. IInntteennttiieess bbeettrreeffffeennddee ddee iinntteerrnnee ccoommmmuunniiccaattiiee vvaann hheett ppoolliittiieebbeelleeiidd 22001144--

22001177

In de praktijk stellen we vast dat nog te weinig leidinggevenden echt bezig zijn met beleidsmateries. Het is een domein dat weinig medewerkers aanspreekt omdat de ‘gebruikte taal’ voor velen te moeilijk is. Wat hen wel al meer aanspreekt is de vertaling van het beleid uit het ZVP in actieplannen. Deze plannen zijn dan ook beter gekend bij onze medewerkers omdat ze concrete doelstellingen en activiteiten bevatten waaraan ze dagelijks werken. Via ons intern actieplan 2005 - 2008 ‘betrekken medewerkers bij het beleid’ hebben we geprobeerd om daar iets aan te verhelpen. Enkele huidige voorbeelden van communicatiemomenten van ons politiebeleid zijn: - toelichting van de beleidscyclus - het responsabiliseren van de projectleiders door ze te laten rapporteren bij de korpschef, de politieraad en de ZVR - maandelijkse bespreking stand van de actieplannen tijdens de interne vergaderingen in de lokale afdelingen en

tijdens het stafoverleg - Schetsen van het beleidskader bij iedere grote gerechtelijke- of verkeersactie - Betrekken van de medewerkers in de scanningsfase door o.a. uitvoeren van wijkbevragingen, bevraging

medewerkers,… - Het vastleggen van het engagement van iedere medewerker in het planningsgesprek.

BELANGHEBBENDE INTENTIES

Medewerkers Communicatie over het nieuwe ZVP 2014-2017 Communicatie over onze actieplannen Communicatie over de evaluatie vorig ZVP 2009-2012 (2013) * beleidsteam voor de officieren en calog Niv A * trimestriële vergadering – uitleg door korpschef * Maandelijkse interne vergaderingen in de afdelingen/diensten * Vergaderingen van de projectteams * Vergaderingen “teamchefs” * …. Er zijn voldoende communicatiemomenten waarbij het politiebeleid aan bod kan komen. Belangrijk is echter het overbrengen van de juiste boodschap op de juiste manier. Een belangrijke kritieke succesfactor hierbij is de motivatie en de kennis van onze medewerkers van het kader. We stellen vast dat we nog meer werk moeten maken van het creëren van betrokkenheid en draagvlak. We gaan teveel van de veronderstelling uit dat iedereen op dezelfde golflengte zit en op de hoogte is van het politiebeleid. Gezien we ons volop in een periode van organisatieontwikkeling bevinden zal de communicatie van de grote krachtlijnen van ons ZVP enkel gebeuren door de korpschef of zijn vervanger, zodat de boodschap die verkondigd wordt overal dezelfde is.



HHooooffddssttuukk 55.. GGOOEEDDKKEEUURRIINNGG VVAANN HHEETT PPLLAANN

55..11.. VVeerrbbeetteerreenn eenn vveerrnniieeuuwweenn

Naar aanleiding van de vorige beleidscyclus, en in het bijzonder de goedkeuringsprocedure van het ZVP 2009-2012, hebben de betrokken federale overheden volgende opmerkingen en/of suggesties geformuleerd:

Opmerkingen en/of suggesties Federale Overheidsdiensten (ZVP 2009-2013)

Genomen initiatieven/maatregelen om hieraan te verhelpen



55..22.. GGooeeddkkeeuurriinngg

Te Oostkamp, 26 juni 2013.

De burgemeester voorzitter ZVR, de Procureur des Konings en de burgemeesters, lid van het politiecollege, keuren onderhavig ZVP goed.

De voorzitter van het politiecollege en de ZVR

Luc Vanparys Burgemeester te Oostkamp

De Procureur des Konings te Brugge

Jean-Marie Berkvens

De andere leden van de ZVR onderschrijven deze goedkeuring:

Lid van het politiecollege

Patrick Arnou Burgemeester te Zedelgem

Lid van het politiecollege

Johan De Rycke Burgemeester te Beernem

De bestuurlijk directeur - coördinator

Luc Gheysen

De gerechtelijk directeur a.i.

Rigobert Martens

De referentiemagistraat

SPK Céline D’havé

De korpschef PZ

Eddy Van Daele

De secretaris ZVR

Mia Gobert

Directeur operaties & beleid

Eva De Gersem



HHooooffddssttuukk 66.. AACCTTIIEEPPLLAANNNNEENN EENN PPRROOJJEECCTTEENN

Opstellen actieplannen

Iedere strategische doelstelling wordt verder uitgewerkt door middel van een ‘actieplan’. Voor onze PZ worden er in het najaar van 2013 twee zonale actieplannen voor de externe veiligheidsproblemen opgesteld : een actieplan verkeer en een actieplan eigendomsdelicten.

Op het niveau van de politiewijken worden er, op basis van de objectieve en subjectieve gegevens (veiligheidsbeeld en wijkbarometer) en binnen het kader van “ een veilig en leefbaar gebuurte”, lokale actieplannen opgemaakt. In deze actieplannen worden lokale veiligheids- en overlastproblemen zoals zwaar vervoer, fietsdiefstallen, vandalisme, buurtproblemen, … aangepakt.

In ieder actieplan worden er aantal relevante ‘operationele doelstellingen’ geformuleerd teneinde de strategische doelstelling te realiseren.

Voor de opmaak van de actieplannen doen wij beroep op onze medewerkers al dan niet aangevuld met externe partners en dit afhankelijk van het onderwerp. De projectleider, die meestal een hoofdinspecteur is, krijgt begeleiding van een procesbegeleider in de verschillende fases van opmaak van het actieplan alsook bij de voorbereidende vergaderingen van de werkgroep.

Deze projectleider staat tevens in voor de opvolging, bijsturing en de verantwoording van zijn actieplan.

Op het einde van ieder jaar worden alle actieplannen geëvalueerd. Er kunnen operationele doelstellingen gewijzigd, toegevoegd of verwijderd worden. Indien er zich nieuwe fenomenen voordoen die passen in het kader van de geformuleerde strategische doelstellingen kan hier op ingespeeld worden.



VVEERRSSPPRREEIIDDIINNGGSSLLIIJJSSTT

Huidig zonaal veiligheidsplan werd overgemaakt aan:

Naam - dienst Datum overmaken

Federale overheidsdienst binnenlandse zaken – Algemene directie – Veiligheids en Preventiebeleid

Federale overheidsdienst Justitie – Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid

Provincie West-Vlaanderen – Dienst Politionele veiligheid

Burgemeester van Oostkamp – Voorzitter ZVR

Burgemeester van Beernem

Burgemeester van Zedelgem

Procureur des Konings

Referentiemagistraat voor de PZ

Directeur-coördinator Fed Pol

Misdrijfanaliste Dirco Brugge

Gerechtelijke directeur Fed Pol

Directie relaties met de lokale politie (CG/CGLX)

Korpschef PZ

Secretaris PZ - 2 ex

Directeur Operaties & Beleid

Directeur Lokale Politiezorg

Directeur Gerechtelijk

Directeur Veiligheid

Directeur Personeel, Logistiek, Financiën

Directeur Informatiebeheer



BBIIJJLLAAGGEENN

BBiijjllaaggeenn wwoorrddeenn tteerr zziittttiinngg bbeezzoorrggdd..


Het Houtsche, uw houvast

BBIIJJLLAAGGEENN

Bijlage 1. Lijst gebruikte afkortingen ....................................................................................................................................

Bijlage 2. Veiligheidsbeeld criminaliteit 2009-2012 ..............................................................................................................

Bijlage 3 Veiligheidsbeeld verkeer 2009 - 2012 ....................................................................................................................

Bijlage 4. Wijkbevraging 2011 ...............................................................................................................................................

Bijlage 5. Wijkcontacten .......................................................................................................................................................

Bijlage 6. Bevraging politieraad ............................................................................................................................................

Bijlage 7. Bevraging medewerkers ........................................................................................................................................

Bijlage 8. Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2011 .......................................................................................................

Bijlage 9. Positiebepaling 2011 .............................................................................................................................................

Bijlage 10. Capaciteitsstudie 2010 - 2011 .............................................................................................................................

Bijlage 11. Criteriummatrix - argumentatietabel ..................................................................................................................



BBiijjllaaggee 11.. LLiijjsstt ggeebbrruuiikkttee aaffkkoorrttiinnggeenn



BBiijjllaaggee 22.. VVeeiilliigghheeiiddssbbeeeelldd ccrriimmiinnaalliitteeiitt 22000099--22001122



BBiijjllaaggee 33.. VVeeiilliigghheeiiddssbbeeeelldd vveerrkkeeeerr 22000099 -- 22001122



BBiijjllaaggee 44.. WWiijjkkbbeevvrraaggiinngg 22001111



BBiijjllaaggee 55.. WWiijjkkccoonnttaacctteenn



BBiijjllaaggee 66.. BBeevvrraaggiinngg ppoolliittiieerraaaadd



BBiijjllaaggee 77.. BBeevvrraaggiinngg mmeeddeewweerrkkeerrss



BBiijjllaaggee 88.. MMeeddeewweerrkkeerrsstteevvrreeddeennhheeiiddssoonnddeerrzzooeekk

22001111



BBiijjllaaggee 99.. PPoossiittiieebbeeppaalliinngg 22001111



BBiijjllaaggee 1100.. CCaappaacciitteeiittssssttuuddiiee 22001100 -- 22001111



BBiijjllaaggee 1111.. CCrriitteerriiuummmmaattrriixx -- aarrgguummeennttaattiieettaabbeell

pz het houtsche (5447) - politie · daarnaast kregen ze ook de opdracht om te zoeken naar een...

Documents