preventie en ziekteverzuim 2006

57
Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Afdeling cao-onderzoek en Beleidsinformatie PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006 September 2007 A. Houtkoop P. Feenstra A. Machiels-Van Es A. Wilms

Upload: duongnhu

Post on 11-Jan-2017

223 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Afdeling cao-onderzoek en Beleidsinformatie

PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

September 2007 A. Houtkoop P. Feenstra A. Machiels-Van Es A. Wilms

Page 2: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

Page 3: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I 1 INLEIDING 1 1.1 Doelstellingen van het onderzoek 1 1.2 Opzet van het onderzoek 1 1.3 Methodiek van het onderzoek 1 1.4 Onderwerpen en resultaten van het onderzoek 2 2 KADERASPECTEN MET BETREKKING TOT PREVENTIE EN

ZIEKTEVERZUIM 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Doelstellingen 3 2.3 Enkele kaderaspecten 12 2.4 Een overzicht van de resultaten m.b.t. alle (kader) aspecten

3 PREVENTIE 5

3.1 Inleiding 15 3.2 Algemene preventiemaatregelen 15 3.3 Specifieke arbeidsrisico’s 25

4 ZIEKTEVERZUIM 31

4.1 Inleiding 31 4.2 Algemene afspraken op het gebied van ziekteverzuimbegeleiding 31

5 ONTWIKKELINGEN IN DE PERIODE 2005-2006 35

5.1 Inleiding 35 5.2 Vergelijking 2005-2006 35

BIJLAGEN I De 122 steekproef cao’s i II Resultaten van hoofdstuk 2 naar economische sector iv III Resultaten van hoofdstuk 3 naar economische sector vii

Page 4: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006
Page 5: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

I

SAMENVATTING In deze rapportage wordt verslag gedaan van het in januari en februari 2007 uitgevoerde cao-onderzoek Preventie en Ziekteverzuim 2006. Doelstelling van het onderzoek is om de resultaten uit het eerdere onderzoek Preventie en Ziekteverzuim 2005 te actualiseren en om ontwikkelingen weer te geven. De peildatum voor dit onderzoek ligt op 15 januari 2007.

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van een standaardsteekproef bestaande uit 122 cao’s. Bij die cao’s die voor 15 januari 2007 zijn geëxpireerd, maar nog niet zijn vernieuwd, wordt verondersteld dat de afspraken ongewijzigd worden voortgezet. De standaardsteekproef geeft naar werknemersaantallen een representatief beeld van afspraken van toepassing op werknemers onder cao. Gezamenlijk zijn deze steekproef cao’s van toepassing op ongeveer 5,5 miljoen werknemers. Zij vertegenwoordigen circa 85% van het door partijen opgegeven totale aantal werknemers onder cao in de markt-, overheid- en zorgsector. De onderzoeksresultaten hebben steeds betrekking op het aantal en percentage cao’s en het percentages werknemers onder de onderzochte steekproefcao’s. Kaderaspecten met betrekking tot preventie en ziekteverzuim Een aantal aspecten over preventie en verzuim in cao’s zijn onderzocht. Uit onderzoeksresultaten blijkt dat 60% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 54% van de werknemers) minstens één algemene doelstelling heeft. Bij algemene doelstellingen gaat het veelal om intentionele afspraken zoals ‘verbetering van de arbeidsomstandigheden’. Concrete doelstellingen, bijvoorbeeld het verlagen van het ziekteverzuim met een bepaald percentage, komen minder vaak voor dan algemene doelstellingen. Circa 2% van de onderzochte cao’s (van toepassing op minder dan 1% van de werknemers) heeft minstens één concrete doelstelling vastgelegd. Vervolgens zijn de cao-afspraken nagegaan ten aanzien van de in tabel S1 opgenomen aspecten. De belangrijkste resultaten worden hieronder weergegeven. Tabel S1: Aantal cao’s en percentage werknemers naar de verschillende onderzochte aspecten

Aspecten Aantal cao's %

cao's %

werknemers voorlichting 51 42 35 scholing 24 20 21 brancheloket 11 9 8 studie/onderzoek 39 32 30 arbodienstverlening 41 34 35 maatwerkregeling 10 8 7 preventiemedewerker 14 12 21 fonds 20 16 17 arbocatalogus 1 <1 <1 programma versterking arbeidsveiligheid 1 <1 3 Uit bovenstaande tabel blijkt dat cao-afspraken over voorlichting, arbodienstverlening en studie/onderzoek het meest voorkomen.

Page 6: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

II

Preventie 99% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op bijna 100% van de werknemers) heeft één of meerdere afspraken met betrekking tot preventie. Allereerst zijn een aantal afspraken over algemene maatregelen op het gebied van preventie nagegaan. Een overzicht van de belangrijkste resultaten:

• 12% van de steekproef cao’s (van toepassing op 11% van de werknemers) heeft een afspraak over het creëren van een handicapvriendelijke werkomgeving.

• 28% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 28% van de werknemers) heeft een of meerdere afspraken op het gebied van bedrijfsgeneeskundige voorzieningen in het kader van preventie. De meerderheid van de afspraken gaat over hulp door personen.

• Omdat de werkprocessen van bedrijven uit dezelfde branche veel op elkaar lijken hebben branches een model voor de opstelling van de ri&e en het plan van aanpak ontwikkeld. 22% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 32% van de werknemers) heeft een bepaling die naar een model ri&e verwijst. In 8% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 15% van de werknemers) is een bepaling opgenomen die naar een model plan van aanpak refereert.

• 43% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 41% van de werknemers) heeft minstens één afspraak over een Periodiek arbeidsgeneeskundig onderzoek (PAGO). De meeste bepalingen gaan over de uitvoering van een PAGO op verzoek van de werkgever, aangetroffen in 18% van de onderzochte cao’s.

In het kader van preventie van arbeidsongeschiktheid kan het van belang zijn om specifieke maatregelen ten aanzien van een aantal arbeidsrisico’s in de ri&e en/of plan van aanpak te behandelen. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat 17% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 19% van de werknemers) afspraken over preventie en de aanpak van bepaalde arbeidsrisico’s in de ri&e heeft. Ten aanzien van vergelijkbare afspraken in cao’s over het plan van aanpak zijn relatief gezien iets minder afspraken gevonden. In ongeveer 12% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 17% van de werknemers) is afgesproken dat een aantal arbeidsrisico’s in het plan van aanpak (uitgebreid) aan bod moeten komen.

Page 7: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

III

Tabel S2: Overzicht arbeidsrisico’s in cao’s (aantal cao’s en % werknemers)

Arbeidsrisico's Aantal cao's

% cao's

% werknemers

fysieke belasting 36 30 30 fysische factoren 21 17 21 veiligheid/gevaarlijk werk 54 44 36 gevaarlijke stoffen 17 14 17 biologische agentia 1 <1 4 psychosociale arbeidsbelasting 57 47 50 ongewenste omgangsvormen 78 64 75 leefstijl/gezondheid 21 17 10 zwangere werkneemster 6 5 3 taakaanpassing bevallen werkneemster 2 2 1 ouderen 64 53 50 jongeren 20 16 21 veiligheid/preventie algemeen 47 39 37 overigen 53 43 53 Uit de bovenstaande tabel blijkt dat afspraken over ongewenste omgangsvormen en psychosociale arbeidsbelasting en overige bepalingen het meest voorkomen. Afspraken over biologische agentia, taakaanpassing bevallen werkneemsters en zwangere vrouwen komen het minst voor. Ziekteverzuim 90% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 94% van de werknemers) heeft afspraken over ziekteverzuimbegeleiding. De meerderheid van de afspraken in het kader van ziekteverzuimbegeleiding gaan over twee soorten voorschriften. Dit zijn zowel bepalingen over procedurele voorschriften - zoals de administratieve verplichtingen van de zieke werknemer (68% van de steekproef cao’s van toepassing op 73% van de werknemers) als bepalingen over controlevoorschriften (50% van de steekproef cao’s van toepassing op 57% van de werknemers). Ontwikkelingen 2005-2006 Samenvattend kan het volgende gesteld worden met betrekking tot de kaderaspecten. Op werknemersniveau is er de grootste toename van het aantal afspraken over scholing, arbodienstverlening, model ri&e en de preventiemedewerker. Het aantal afspraken over studie/onderzoek is het meest afgenomen. Op cao-niveau is er de grootste toename van afspraken op het gebied van de model ri&e en de preventiemedewerker. Het aantal afspraken over studie/onderzoek is het meest afgenomen. Met betrekking tot de arbeidsrisico’s kan het volgende gesteld worden Op werknemersniveau is er de grootste toename van het aantal afspraken over ouderen, jongeren en ongewenste omgangsvormen. Het aantal afspraken over leefstijl/gezondheid en veiligheid/preventie algemeen is het meest afgenomen.

Page 8: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

IV

Op cao-niveau is de grootste toename van afspraken op het gebied van ouderen en jongeren. Het aantal afspraken over ongewenste omgangsvormen, leefstijl/gezondheid en veiligheid/preventie algemeen is het meest afgenomen.

Page 9: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

1

1 INLEIDING 1.1 Doelstellingen van het onderzoek In 2005 is onderzoek gedaan naar afspraken over preventie en ziekteverzuim in cao’s (Preventie en Ziekteverzuim 2005). Dit onderzoek heeft opnieuw plaatsvinden zodat er een actueel overzicht blijft bestaan en ontwikkelingen van in cao’s opgenomen afspraken in kaart worden gebracht. 1.2 Opzet van het onderzoek Dit rapport is ingedeeld in vijf hoofdstukken. Hoofdstuk 1 begint met een korte beschrijving van doelstellingen en de opzet van het onderzoek. Hierna volgt een beschrijving van de gebruikte methodiek. Hoofdstuk 2 gaat in op kaderaspecten met betrekking tot de onderwerpen preventie en ziekteverzuim. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de belangrijkste onderzoeksresultaten over preventie en aan het eind van dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen weergegeven. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de afspraken over ziekteverzuim. Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 een beeld van de ontwikkeling geschetst. 1.3 Methodiek van het onderzoek Op basis van dit onderzoek zal in de rapportage de stand van zaken van voor 15 januari 2007 worden geschetst. Dit betekent dat wordt uitgegaan van die cao’s waarvan de expiratiedatum na 15 januari 2007 valt. Bij die cao’s die voor 15 januari 2007 zijn geëxpireerd, maar nog niet vernieuwd zijn, wordt verondersteld dat de afspraken ongewijzigd worden voortgezet. Het gaat om 34 cao’s met een looptijd die eindigt voor 15 januari 2007. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een standaardsteekproef bestaande uit 122 cao’s in de marktsector, de zorgsector en de overheidssector. Onder de standaardsteekproef vallen alle bedrijfstak cao’s (81 bedrijfstakcao’s) met 10.000 of meer werknemers en alle ondernemingscao’s (41 ondernemingscao’s) met 3.000 of meer werknemers. Gezamenlijk zijn deze steekproef cao’s van toepassing op ongeveer 5,3 miljoen werknemers: bijna 91 procent van het totale aantal werknemers onder een cao. Een overzicht hiervan is opgenomen in tabel 1.1. Tabel 1.1: Dekkingspercentages per sector1

Totaal aantal

cao’s Steekproef

cao’s % cao-werknemers in steekproef cao’s

landbouw en visserij 11 5 95 industrie 293 21 79 bouwnijverheid 15 4 97 handel en horeca 104 29 88 vervoer en communicatie 88 16 97 zakelijke dienstverlening 109 19 89 overige dienstverlening 95 28 94 totaal 715 122 91

1 Voorjaarsrapportage cao-afspraken 2007, Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, juni 2007, Den Haag.

Page 10: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

2

In totaal vallen er binnen de steekproef 81 bedrijfstakcao’s (van toepassing op 92% van de werknemers die vallen onder de 122 onderzochte cao’s) en 41 ondernemingscao’s (van toepassing op 8% van de werknemers die vallen onder de 122 onderzochte cao’s). In vergelijking met het vorige onderzoek is de onderzoeksopzet op een paar punten gewijzigd. Voor enkele arbeidsrisico’s is een bredere definitie gehanteerd. Voorts zijn voor dit onderzoek alle cao’s opnieuw beoordeeld (in plaats van uitsluitend de gewijzigde cao’s ten opzichte van het vorige onderzoek), waardoor ook meer bepalingen zijn teruggevonden. Om die reden is het databestand van het onderzoek uit 2005 op gelijke wijze opnieuw beoordeeld, zodat het toepassen van een andere definitie en het opnieuw beoordelen van alle cao’s, geen invloed heeft op de ontwikkeling. Tot slot is het feit dat het aantal cao’s in de steekproef is afgenomen van 125 naar 122 cao’s ook van invloed op de ontwikkelingsgegevens In dit onderzoek is tevens gebruik gemaakt van gegevens waar in de cao naar verwezen wordt. Wordt bijvoorbeeld in de cao verwezen naar een website of een sociaal fonds dan is deze tevens ingezien ten behoeve van de beantwoording van de onderzoeksvragen.

1.4 Onderwerpen en resultaten van het onderzoek

Het onderzoek is een herhalingsonderzoek van Preventie en Ziekteverzuim 2005. Hiervoor maakten de onderwerpen uit het onderzoek deel uit van het onderzoek naar Terugdringing van Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid 2004.

Aan de orde komen kaderaspecten die betrekking hebben op beide hoofdonderwerpen van het onderzoek. Het gaat om de volgende onderwerpen: voorlichting, scholing/ deskundigheidsbevordering, brancheloket, studie/onderzoek, arbodienst-verlening, doel-stellingen, sociale fondsen, relatie arbeidsproductiviteit/kwaliteit van de arbeid, demedicalisering, model ri&e en plan van aanpak, maatwerkregeling en preventiemedewerker. Per aspect wordt onderzocht of het betrekking heeft op preventie of op ziekteverzuim of op beide onderwerpen.

Verder wordt onderzoek gedaan naar bepalingen over verschillende arbeidsrisico’s. De geselecteerde onderwerpen zijn fysieke belasting, fysische factoren, gevaarlijke stoffen, biologische agentia, werkdruk, seksuele intimidatie en agressie & geweld. Ook onderwerpen als handicapvriendelijke omgeving, bedrijfsgeneeskundige voorzieningen, PAGO en Arbocatalogus, Programma Versterking Arbeidsveiligheid (VAV) en Programma Versterking Arbeidsomstandighedenbeleid Stoffen (VASt) komen hier aan de orde. Ten aanzien van de Arbocatalogus zal tevens aangegeven worden of deze geheel of gedeeltelijk in de cao is opgenomen. Tot slot wordt een update gemaakt van de inventarisatie van afspraken over verzuimbegeleiding. De resultaten zullen in overzichten weergegeven worden waarin aantal cao’s, percentage cao’s en percentage werknemers worden gepresenteerd.

Page 11: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

3

2. KADERASPECTEN MET BETREKKING TOT PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt op hoofdniveau ingegaan op een aantal cao-afspraken die met betrekking tot de twee hoofdonderwerpen van deze rapportage – preventie en ziekteverzuim - zijn onderzocht. In paragraaf 2.2 wordt een overzicht gegeven in hoeveel cao’s een doelstelling is afgesproken. Paragraaf 2.3 geeft een beschrijving van gevonden cao-afspraken ten aanzien van elf verschillende algemene aspecten. Tot slot geeft paragraaf 2.4 een overzicht van de resultaten van alle algemene aspecten. Bijlage II geeft een overzicht van de belangrijkste resultaten van hoofdstuk 2 naar economische sector. 2.2 Doelstellingen Doelstellingen worden bijna altijd vastgelegd in de préambule of in de inleiding van de cao. Het gaat hier meestal om intentionele afspraken (algemene doelstellingen) zoals ‘verbetering van de arbeidsomstandigheden’. In enkele cao’s worden tevens meer concrete doelstellingen geformuleerd zoals bijvoorbeeld ‘het ziekteverzuim reduceren met 10% ten opzichte van het verzuimpercentage in 2002’. De cao voor de Sociale Werkvoorziening biedt een voorbeeld van een algemene doelstelling op het gebied van preventie en ziekteverzuim: ‘…Partijen spannen zich gezamenlijk in om het ziekteverzuim in de sector verder terug te dringen. Daarbij zijn op centraal niveau aan de orde: - het jaarlijks monitoren van het ziekteverzuim - maatregelen tot het behoud van kennis, ervaring, opgedaan binnen het arboconvenant…’ De cao voor de Huisartsenzorg biedt een voorbeeld van een concrete doelstelling op het gebied van preventie en ziekteverzuim:

‘…Indien de werkzaamheden tevens in de avond, nacht en het weekend worden verricht, zal de werkgever ervoor zorgen dat de veiligheid van de werknemer zoveel mogelijk wordt gegarandeerd. Indien noodzakelijk, zal de werkgever de nodige maatregelen treffen om de gezondheid zoveel mogelijk te beschermen. De werkgever kan in dit verband beslissen om luchtsluizen aan te leggen en/of overeenkomsten te sluiten met bewakingsdiensten…’ Uit tabel 2.1 blijkt dat 60% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 54% van de werknemers) minstens één algemene doelstelling heeft. Verder blijkt dat circa 2% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op minder dan 1% van de werknemers) een concrete doelstelling heeft.

Page 12: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

4

Tabel 2.1 Aantal cao’s met bepalingen over doelstellingen, % cao’s en % werknemers) Aantal cao's % cao's % werknemers Algemene doelstellingen 73 60 54 Concrete doelstellingen 2 2 1 Totaal* 73 60 54

*N.B.: In sommige cao’s komen algemene en concrete afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. 2.3 Enkele kaderaspecten Paragraaf 2.3 geeft een overzicht van gevonden cao-afspraken ten aanzien van elf verschillende kaderaspecten: voorlichting, scholing, (branche)loket, studie en onderzoek, arbodienstverlening, fondsen, relatie arbeidsproductiviteit en kwaliteit van de arbeid, demedicalisering, maatwerkregeling en de preventiemedewerker, Arbocatalogus en de programma’s Versterking Arbeidsveiligheid (VAV) en Versterking Arbeidsomstandighedenbeleid Stoffen (VASt). a) Voorlichting

Voorbeelden van voorlichting zijn o.a. leidraden, werkwijzers, instructies door leidinggevenden en alle vormen van voorlichting die éénmalig zijn of van korte duur en bovendien niet al te uitgebreid op een onderwerp ingaan. Ter illustratie een voorbeeld van een cao-afspraak in het kader van preventie in de cao voor het Schoonmaak en Glazenwassersbedrijf:

“…De werkgever zorgt ervoor dat aan de werknemer voorlichting, instructie en onderricht wordt gegeven, noodzakelijk om de werknemer zijn werkzaamheden veilig en gezond uit te kunnen laten oefenen.…” Uit tabel 2.2 hieronder blijkt dat 42% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 35% van de werknemers) minstens één afspraak over voorlichting heeft. Naar werknemers gezien komen deze afspraken het meest voor in de sector Landbouw en Visserij (94%). Tabel 2.2 Aantal cao’s met bepalingen over voorlichting, % cao’s en % werknemers Aantal cao's % cao's % werknemers Preventie 46 38 32 Ziekteverzuim 20 16 13 Totaal* 51 42 35

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. De meeste afspraken gaan over voorlichting op het gebied van preventie (28% van de onderzochte cao’s). In het kader van dit onderzoek is ook nagegaan over welke vormen van voorlichting de cao-afspraken gingen: schriftelijk, mondeling, een combinatie van schriftelijk en mondeling of een andere vorm (restcategorie). Uit deze analyse blijkt dat de meerderheid van de steekproef cao’s geen nadere specificatie van de vorm van voorlichting aangeeft. In het geval van de grootste groep cao-bepalingen - voorlichting op het gebied preventie - is de verdeling als volgt: 83% van cao’s heeft geen specificatie

Page 13: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

5

over de vorm van voorlichting, in 9% van de gevallen is de informatieverstrekking zowel schriftelijk als mondeling, in 4% van de cao’s is de voorlichting schriftelijk en in 4% van de afspraken wordt mondeling voorlichting gegeven. b) Scholing Afspraken over scholing zijn onder andere cursussen, het behalen van diploma’s of certificaten en alle varianten van verlening van deskundigheid van lange duur en/of met een vaste frequentie. Het kan gaan om scholing voor werknemers en/of werkgevers. Een cao-bepaling over scholing aan werknemers op het gebied van preventie is bijvoorbeeld terug te vinden in de cao voor de Detailhandel Bloemen en Planten: “…Partijen zullen cursussen inrichten ter verhoging van de veiligheid voor het personeel. Hierbij wordt met name gedoeld op een agressietraining en eventuele andere trainingen die bijdragen aan de gewenste wijziging in houding en gedrag ter verhoging van hun veiligheid…” In 20% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 21% van de werknemers) staan afspraken over scholing. Naar werknemers bezien komen dit soort afspraken het meest voor in de Bouwnijverheid (van toepassing op 54% van de werknemers in deze sector). Tabel 2.3 Aantal cao’s met bepalingen over scholing, % cao’s en % werknemers Aantal cao's % cao's % werknemers Preventie 22 18 20 Ziekteverzuim 9 7 4 Totaal* 24 20 21

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. Tabel 2.3 hierboven geeft een overzicht van de aangetroffen cao-afspraken op het gebied van scholing naar onderwerp. Ook ten aanzien van deze kaderbepaling kan geconcludeerd worden dat de meeste cao-bepalingen onder de categorie preventie vallen (18%). c) (Branche)loket Het gaat hier om voorzieningen die ondersteuning bieden aan bedrijven/organisaties bij de uitvoering van activiteiten op het terrein van preventie en ziekteverzuim. Binnen dit onderwerp is ook gekeken naar de functie van het loket:

• (Virtueel) meld-, gegevens-, administratief loket (ziekmelding); • Kennis en informatiecentrum /helpdesk (voorlichting en advies); • Regieloket (van centrale inkoop, uitvoering tot opdrachtgever); • Overige functie(s).

Een van de functies van de Stichting Arbouw, opgenomen in de cao voor de Bouwnijverheid is het fungeren als een brancheloket.

Page 14: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

6

Tabel 2.4 Aantal cao’s met bepalingen over (branche)loket, % cao’s en % werknemers Aantal cao's % cao's % werknemers Preventie 9 7 6 Ziekteverzuim 8 7 4 Totaal* 11 9 8

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. Zoals tabel 2.4 laat zien heeft 9% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 8% van de werknemers) minstens een bepaling over een (branche)loket. De meeste afspraken zijn in te delen onder de categorie preventie. In de sectoren Landbouw en Visserij, Zakelijke Dienstverlening en Overige dienstverlening zijn geen afspraken over brancheloketten gevonden. Naar werknemers bezien komen dit soort afspraken het meest voor in de bouwnijverheid (van toepassing op 51% van de werknemers in deze sector). Bovendien is ook de functie van de loketten onderzocht. De meerderheid van de loketten opereert als kennis en informatiecentrum en/of helpdesk of valt onder de categorie anders. De functie is dan bijvoorbeeld verzuimbegeleiding en controle of ondersteuning van de verzuimprocedures. Tabel 2.5 biedt een overzicht van de verdeling naar functie van het loket. Tabel 2.5 Aantal cao’s met bepalingen over functie van het brancheloket en % werknemers

Functie van het loket aantal cao's

% cao's

% werknemers

(Virtueel) meld-, gegevens-, adm. loket (ziekmelding) 0 0 0 Kennis en informaitiecentrum/helpdesk (voorlichting en advies) 2 2 4 Regieloket (van centrale inkoop, uitvoering tot opdrachtgever) 0 0 0 Combinatie van meld-, kennis- en regieloket 2 2 1 Anders 7 6 3 Totaal 11 9 8 d) Studie/onderzoek Hiermee worden bedoeld cao-afspraken over een studie, enquête, onderzoek of projectgroep waar in opdracht van de cao-partijen - onafhankelijk van wie de uitvoerende organen zijn - informatie over een onderwerp zal worden verzameld. Ter illustratie een voorbeeld uit de cao voor de Technische Groothandel: “…CAO-partijen spreken de intentie uit om vóór 1 juli 2006 studie te doen naar de mogelijkheid van een ketenafspraak waarbij preventie, re-integratie en inkomensaanvulling bij WAO/WIA een samenhangend geheel vormen …”

Page 15: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

7

Tabel 2.6 % cao’s met bepalingen over studie/onderzoek, % werknemers

Studie/onderzoek Preventie Ziekteverzuim Preventie en Ziekteverzuim Totaal

%

cao's %

werkn. %

cao's %

werkn. %

cao's %

werkn. %

cao's %

werkn. Reitelijke/huidige situatie 0 0 0 0 0 0 0 0 Mogelijke maatregelen 1 <1 2 <1 0 0 2 <1 Combinatie 1 <1 1 <1 0 0 2 1 Overige onderwerpen 15 17 6 8 5 3 21 23 Niet gespecificeerd 2 <1 2 <1 5 6 7 6 Totaal* 18 18 10 10 10 8 32 30

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. In 32% van de cao’s van toepassing op 30% van de werknemers staan bepalingen over een studie of onderzoek. In tabel 2.6 is te zien waar de studies/onderzoeken betrekking op hebben. De meerderheid van de studies richt zich op de preventieve aspecten (18%). Binnen deze groep staan in 18 cao’s afspraken die binnen de categorie ‘overige’ vallen. Deze categorie bepalingen gaat over studie/onderzoek over bijvoorbeeld werkdruk (7 cao’s), veiligheid in de winkel (2 cao’s), beleid inzake fit en gezond (1 cao), betere kwaliteit van de arbeid voor werknemers met eenvoudige werkzaamheden (1 cao), ketenaanpak (1 cao), mogelijkheden vitaliteitsbeleid (1 cao), verbeteren gezondheidsbeleid (1 cao). Binnen de categorie ziekteverzuim vallen 7 cao’s binnen de categorie ‘overige’. Deze categorie bepalingen gaat bijvoorbeeld over frequentie, duur en oorzaak ziekteverzuim, terugdringen ziekteverzuim of verband werkdruk/verzuim, project best practices ziekteverzuim en re-integratiebeleid. De rubriek preventie en ziekteverzuim omvat bepalingen over studie/onderzoek die niet specifiek gaan over ziekteverzuim of preventie. Wel is er altijd een relatie met deze onderwerpen. Anders dan in het onderzoek van 2005 zijn deze bepalingen nu wel opgenomen in de rapportage. e) Arbodienstverlening In het kader van dit onderzoek vallen afspraken met arbodiensten die uitsluitend over re-integratie gaan buiten beschouwing. Nagegaan is in hoeverre de afspraken over arbodienstverlening betrekking hebben op preventie of ziekteverzuim. 34% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 35% van de werknemers) heeft minstens een bepaling over de arbodienstverlening. Afspraken over arbodienstverlening komen, naar werknemers bezien, het meest voor in de sector landbouw en visserij (van toepassing op alle werknemers uit de onderzochte cao’s in deze sector). Tabel 2.7 geeft aan over welke onderwerpen de afspraken over arbodienstverlening gaan. De afspraken hebben betrekking op preventie en/of ziekteverzuim.

Page 16: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

8

Tabel 2.7 % cao’s met bepalingen over arbodienstverlening en % werknemers

Arbodienstverlening Preventie Ziekteverzuim Preventie en Ziekteverzuim Totaal

%

cao's %

werkn. %

cao's %

werkn. %

cao's %

werkn. %

cao's %

werkn. Inkoop van diensten 2 <1 0 0 6 8 7 9 Overige afspraken 7 8 7 8 20 18 27 27 Combinatie inkoop en anders 0 0 1 <1 1 <1 1 <1 Totaal* 8 9 7 8 27 26 34 35

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. De rubriek preventie en ziekteverzuim omvat bepalingen over arbodienstverlening die niet specifiek gaan over ziekteverzuim of preventie. Wel is er altijd een relatie met deze onderwerpen. Anders dan in het onderzoek van 2005 zijn deze bepalingen nu wel opgenomen in de rapportage. Hieronder een voorbeeld van een afspraak uit deze categorie over arbodienstverlening uit de CAO van Delta Lloyd: ‘…De werkgever voert een actief beleid gericht op het voorkomen van ziekteverzuim en langdurige arbeidsongeschiktheid. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de diensten van een externe ARBO-dienst en andere externe dienstverleners…’ f) Maatwerkregeling Door de wijziging van de Arbowet met ingang van 1 juli 2005 is een bedrijf niet meer verplicht zich aan te sluiten bij een Arbodienst. Per genoemde datum krijgt de werkgever de mogelijkheid om de arbodienstverlening aan te passen aan de omstandig-heden en mogelijkheden van het bedrijf. Er komen alternatieven voor het eerder verplichte contract met een arbodienst. Voor bepaalde taken kan de werkgever kiezen voor maatwerk. De vijf verplichte taken die bij het opzeggen van het contract met de arbodienst vervuld moeten worden, moeten in dat geval door bijvoorbeeld externe arbodeskundigen ingevuld worden. Deze taken zijn:

• Advies over en toetsing van de ri&e • Ziekteverzuimbegeleiding • Arbo-spreekuur • Periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO)* • Aanstellingskeuringen.

* Sedert 1 januari 2007 is dit geen verplichte taak meer. Een maatwerkregeling is mogelijk door deze als afspraak op te nemen in de cao of door overeenstemming van de werkgever met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Tabel 2.8 Aantal cao’s met bepalingen over de maatwerkregeling, % cao’s en % werknemers Aantal cao's % cao's % werknemers maatwerkregeling 10 8 7

Page 17: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

9

Uit tabel 2.8 blijkt dat in 10 cao’s (van toepassing op 7% van de werknemers) een maatwerkregeling van toepassing is. In de sector Handel in Horeca komt deze afspraak het meest voor (van toepassing op 30% van de werknemers in deze sector). Een voorbeeld van een bepaling over een maatwerkregeling is opgenomen in de cao voor Horeca-en aanverwant bedrijf: “…De werkgever kan een maatwerkregeling overeenkomen als bedoeld in artikel 14 van de Arbeidsomstandighedenwet…” In twee cao’s komen naast bepalingen over de maatwerkregeling geen bepalingen over arbodienstverlening voor. Naast de hierboven genoemde cao voor Horeca- en aanverwant bedrijf gaat het om de cao voor de Recreatie: “…De werkgever voert als gevolge van de Arbeidsomstandighedenwet in zijn onderneming een ri&e uit. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een door partijen ontwikkelde branche-specifieke ri&e waarvoor het Arboplatform erkenning heeft verleend. Voor bedrijven met 10 of minder werknemers vervalt vervolgens de Arbo-toets en voor bedrijven met 11 of meer werknemers kan worden volstaan met een zogenaamde lichte toets. De werkgever wordt dringend aanbevolen op basis van deze ri&e een plan van aanpak op te stellen…” In de overige 8 cao’s waar bepalingen over een maatwerkregeling zijn opgenomen zijn wel bepalingen opgenomen over arbodienstverlening. In de cao voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven komt een bepaling voor over een maatwerkregeling: “…Er wordt een Verzuimsteunpunt Meubelindustrie opgericht dat werkgevers en werknemers al bij staan in de verplichtingen zoals omschreven in artikel 14 van de Arbeidsomstandighedenwet…” Daarnaast staat in deze cao de volgende bepaling over Arbodiensten: “…De werkgever die geen gebruik maakt van de regeling zoals omschreven in artikel 14 lid 8 Arbeidsomstandighedenwet, gewijzigd op 1 juli 2005 (maatwerkregeling), is verplicht zich met betrekking tot de taken als genoemd in artikel 14, eerste lid Arbeidsomstandighedenwet 1998, gewijzigd op 1 juli 2005, te laten bijstaan door een Arbodienst…” g) Preventiemedewerker De wetswijziging per 1 juli 2005 houdt tevens in dat werkgevers uiterlijk per 1 januari 2006 minimaal één preventiemedewerker moeten aanstellen. In bedrijven met minder dan 25 werknemers mag dit de werkgever zijn en in bedrijven met meer dan 25 werknemers is ten minste 1 werknemer aangewezen als preventiemedewerker. De preventiemedewerker zorgt voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid binnen een

Page 18: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

10

bedrijf. Onderzocht is of er afspraken over een preventiemedewerker zijn opgenomen in cao’s (nulmeting).

De preventiemedewerker houdt zich bezig met de veiligheid en gezondheid op de werkvloer. De taken van een preventiemedewerker bestaan bijvoorbeeld uit:

• Voorlichten over het onderhoud van apparaten • Het bewaken van het juiste gebruik van beschermingsmiddelen • Instructie geven over het werken met gevaarlijke stoffen

Uit tabel 2.9 blijkt dat in 12% van de cao’s (van toepassing op 21% van de werknemers) bepalingen zijn gevonden over een preventiemedewerker. In de sector Bouwnijverheid komt deze afspraak het meest voor (van toepassing op 54% van de werknemers in deze sector). Tabel 2.9 Aantal cao’s met bepalingen over preventiemedewerker, % cao’s en % werknemers Aantal cao's % cao's % werknemers preventiemedewerker 14 12 21 In de cao voor de Gehandicaptenzorg staat de volgende bepaling over een preventiemedewerker: “…In het plan van aanpak wordt minimaal opgenomen: De inrichting van de preventie en of arbo-organisatie waaronder de taakomschrijving van de preventiemedewerker(s), de keuze voor een eventuele arbodienst en of de inhoud van contracten met andere arbodienstverleners…” h) Fondsen In het kader van dit onderzoek is ook gekeken naar afspraken in cao’s over fondsen. Als hoofdtypen van fondsen worden sociale fondsen (bijvoorbeeld algemene sociale fondsen, opleidings- en scholingsfondsen of kinderopvangfondsen) en uitkeringsfondsen (bijvoorbeeld VUT-fondsen, WAO of WW-aanvullingsfondsen) onderscheiden. Gegeven de afbakening van het onderzoek zijn beide type fondsen van belang en is gekozen voor een gecombineerde weergave van onderzoeksresultaten. Ter illustratie een afspraak over een fonds uit de cao voor de Glastuinbouw: ‘…Iedere werkgever in de zin van de cao is gehouden jaarlijks een financiële bijdrage te verstrekken aan Stivos ten behoeve van:…het stimuleren van activiteiten op het terrein van veiligheid, gezondheid en welzijn in de agrarische sector…’ Uit tabel 2.10 blijkt dat 16% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 17% van de werknemers) minstens één afspraak hebben over de oprichting/doel van een fonds, met betrekking tot een of beide hoofdonderwerpen van deze rapportage. Uit de analyse naar

Page 19: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

11

sector blijkt dat alle landbouw-cao’s minstens een bepaling over fondsen hebben. In de sector vervoer en communicatie zijn geen afspraken hierover gevonden. Tabel 2.10 Aantal cao’s met bepalingen over fondsen, % cao’s en % werknemers Aantal cao's % cao's % werknemers Preventie 7 6 5 Ziekteverzuim 9 7 7 Arbo algemeen 13 11 11 Totaal 20* 16* 17*

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. i) Relatie Arbeidsproductiviteit en Kwaliteit van de Arbeid In geen enkele cao is een bepaling gevonden over de (economische) relatie tussen kwaliteit van de arbeid en arbeidsproductiviteit. j Demedicalisering In dit onderzoek is gezocht naar afspraken over mediation (het gezamenlijk oplossen van een geschil met hulp van een neutrale professional (mediator) en afspraken over een bedrijfsverpleegkundige of bedrijfsmaatschappelijke werk. In twee cao’s van toepassing op minder dan 1% van de werknemers is een bepaling gevonden over mediation. Mediation is één van de maatregelen die aangeboden wordt door het Verzuimsteunpunt Meubelindustrie ter verkorting van het arbeidsverzuim. In de cao voor de Particuliere Beveiliging maakt de functie van bedrijfsverpleegkundige bij een arbo-dienst deel uit van het verzuimprotocol: …De bedrijfsverpleegkundige van de Arbodienst kan op de eerste dag van de ziekmelding de werknemer telefonisch benaderen. Afspraken over bedrijfsmaatschappelijk werk komen voor bij bepalingen over ongewenste omgangsvormen. Het gaat dan om vertrouwenspersonen. Meer over vertrouwenspersonen is te vinden in paragraaf 3.3 sub f-2. k) Arbocatalogus Na de wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet per 1 januari 2007 is het de bedoeling dat zogenaamde Arbeidscatalogi worden opgesteld waarin is opgenomen met behulp van welke maatregelen doelen op het gebied van arbeidsomstandigheden bereikt kunnen worden. Alleen in de cao voor de Recreatie staat een intentionele afspraak over een Arbeidscatalogus.

Page 20: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

12

l) Programma Versterking Arbeidsveiligheid en Programma Versterking Arbeidsomstandighedenbeleid Stoffen In één cao staat een bepaling die verwijst naar het programma Versterking Arbeidsveiligheid. Het gaat om de Bouwnijverheid. In die cao is de volgende bepaling opgenomen: “...Onderzocht zal worden of aansluiting kan worden verkregen bij het project “Versterking Arbeidsveiligheid” van het Ministerie van SZW. Dit mede met het oog op mogelijke cofinanciering in de vorm van subsidies. In geen enkele cao is een bepaling opgenomen die verwijst naar het Programma Versterking Arbeidsomstandighedenbeleid Stoffen. 2.4 Een overzicht van de resultaten m.b.t. alle (kader)aspecten

Tot slot een weergave van alle kaderbepalingen van dit hoofdstuk op hoofdniveau. Uit figuur 2.1. kan geconcludeerd worden dat cao-afspraken over algemene doelstellingen relatief het meest voorkomen (60% van de onderzochte cao’s, van toepassing op 54% van de werknemers). 42% van de onderzochte cao’s heeft minstens één bepaling over voorlichting en 34% van de onderzochte cao’s heeft minstens één bepaling op het gebied van arbodienstverlening.

Page 21: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

13

Figuur 2.1 % cao’s met (kader)bepalingen (lichtoranje, % werknemers (donkeroranje)

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

Algemene

doels

tellin

gen

Concrete

doelste

llingen

Voorlic

hting

Scholi

ng

(Bran

che)lo

ket

Studie/ond

erzoek

Arbodie

nstverl

ening

Fondsen

Maatwerk

regeli

ng

Preven

tiemed

ewerk

er

(Kader)aspecten

% C

AO

's/ %

wer

knem

ers

Tot slot een weergave van de resultaten ten aanzien van alle kaderaspecten. Uit tabel 2.11 blijkt dat in 36% van de cao’s (van toepassing op 33% van de werknemers) één of twee zijn opgenomen over de onderzochte kaderaspecten. In 25% van de cao’s van toepassing op 22% van de werknemers komen drie of vier afspraken voor, in 12% van de cao’s van toepassing op 14% van de werknemers komen vijf of zes afspraken voor. In 15% van de steekproefcao’s komen geen afspraken voor en in 11% van de cao’s komen zeven of meer afspraken voor. Tabel 2.11 aantal cao’s met kaderafspraken, % cao’s, % werknemers Kaderafspraken aantal cao's % cao's % werknemers geen afspraken 18 15 14 1 - 2 afspraken 44 36 33 3 – 4 afspraken 31 25 22 5 - 6 afspraken 15 12 14 7 of meer afspraken 14 11 17

Page 22: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

14

Page 23: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

15

3 PREVENTIE 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de specifieke cao-bepalingen met betrekking tot het onderwerp preventie. In 99% van de onderzochte cao’s (van toepassing op afgerond 100% van de werknemers) zijn afspraken met betrekking tot preventie aangetroffen. Alleen de cao van Atos Origin bevat geen relevante bepalingen. Paragraaf 3.2. behandelt een aantal afspraken over algemene maatregelen op het gebied van preventie. Achtereenvolgens komen aan de orde afspraken over een handicap-vriendelijke werkomgeving, bedrijfsgeneeskundige voorzieningen, ri&e, Plan van Aanpak en PAGO. Paragraaf 3.3 richt zich op afspraken ter vermindering/bestrijding van een aantal arbeidsrisico’s en gaat over afspraken over fysieke belasting, fysische factoren, veiligheid/gevaarlijk werk, gevaarlijke stoffen, biologische agentia, psychosociale arbeidsbelasting, ongewenste omgangsvormen, leefstijl/gezondheid, zwangere en net bevallen werkneemsters en nog enkele andere arbeidsrisico’s. Bijlage III geeft een overzicht van de belangrijkste resultaten van hoofdstuk 3 naar economische sector. 3.2 Algemene preventiemaatregelen a) Handicapvriendelijke werkomgeving Het gaat hier om a) het verlenen of verbeteren van ‘faciliteiten’ b) om aanpassingen van het takenpakket of c) aanpassingen van de werktijd - van gedeeltelijke arbeidsgehandicapte/arbeidsgeschikte werknemers. Het gaat hier om bepalingen met afspraken over het voorkomen dat de gezondheid van de werknemer er verder achteruit gaat en niet in het kader van (re)integratie (om de participatie van arbeids-gehandicapten/ gedeeltelijke arbeidsgeschikten te bevorderen). Hieronder wat voorbeelden:

• Faciliteiten: zoals aanpassingen van het kantoormeubilair. • Takenpakket: taken die minder lichamelijk inspanning eisen. • Werktijd: minder werken, geen nachtdiensten. Dus geen cao-afspraken

over standaard arbeidsduurverkorting (ADV) of arbeidsduurverkorting voor oudere werknemers, tenzij specifiek gericht op de arbeids- gehandicapten.

• Beleid: algemene afspraken met het doel gelijke kansen te bevorderen. Ter illustratie een voorbeeld uit de cao voor de Thuiszorg: ‘…De werkgever zal met het oog op een positief beleid, t.a.v. de gehandicapte werknemers met het doel voor hen gelijke kansen te bevorderen met betrekking tot de deelname aan het arbeidsproces, de nodige voorzieningen treffen, gericht op het behoud, het herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van werknemers …”

Page 24: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

16

12% van de steekproef cao’s (van toepassing op 11% van de werknemers) heeft een afspraak over het creëren van een handicapvriendelijke werkomgeving. Ten opzichte van 2005 zijn er verschillende kleine cao’s bijgekomen die een afspraak hebben over een handicapvriendelijke werkomgeving. Daardoor is het percentage cao’s met afspraken groter en is het percentage werknemers waarop de afspraken van toepassing ongewijzigd ten opzichte van het vorige onderzoek b) Bedrijfsgeneeskundige voorzieningen In deze rapportage worden bedrijfsgeneeskundige voorzieningen gegroepeerd in twee hoofdcategorieën:

1) Voorzieningen in stand gehouden door personen waaronder bedrijfsarts/verpleegster en hulp bij ongelukken (EHBO of BHV);

2) Middelen/faciliteiten zoals een verbandtrommel.

In de cao voor de Kappers is de volgende bepaling opgenomen: “… Er is voldaan aan de verplichting dat bij calamiteiten zoals bij persoonlijke ongelukken en brand direct adequate hulp kan worden geboden. Hiertoe is in ieder geval aanwezig een EHBO-doos B en een schuim-of poederbrandblusser met een inhoud van tenminste 6 kg. Per bedrijf dient een persoon in het bezit te zijn van een EHBO-diploma…”. Tabel 3.1 Aantal cao’s met bepalingen over bedrijfsgeneeskundige voorzieningen, %

cao’s en % werknemers Bedrijfsgeneeskundige voorzieningen

Aanta cao’s % cao’s % werknemers

Personen: Bedrijfsarts/verpleegster Hulp bij ongelukken –EHBO Hulp bij ongelukken – BHV Arbospreekuur Overige Middelen

30 13

4 12 12

7

5

25 11

3 10 10

6

4

20 6 1 4

13 2

6

Totaal 34* 28* 24*

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. Bovenstaande tabel laat zien dat 28% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 24% van de werknemers) een of meerdere afspraken op het gebied van bedrijfsgeneeskundige voorzieningen in het kader van preventie heeft. De meerderheid van de afspraken gaat over hulp door personen.

Page 25: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

17

c) Ri&e en het Plan van aanpak Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een risico- inventarisatie- en –evaluatie (ri&e) schriftelijk vast welke risico’s de arbeid voor de werknemers met zich brengt (art. 5 Arbowet). Onderdeel van de ri&e is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen zullen worden genomen in verband met de bedoelde risico’s en de samenhang daartussen. Omdat de werkprocessen van bedrijven uit dezelfde branche veel op elkaar lijken hebben sommige branches een model voor de opstelling van de ri&e en het plan van aanpak. c-1) Mode ri&e voor de branche en de aanpak van arbeidsrisico’s in de ri&e Hieronder een voorbeeld van een bepaling over een model ri&e uit de cao voor de Groothandel in Bloemen en Planten: “…CAO partijen ontwikkelen gezamenlijk een branche ri&e instrument dat bedrijven met maximaal 25 werknemers in de gelegenheid stelt tot een vereenvoudiging van de ri&e procedure. De ontwikkelde ri&e wordt voor invoering ter toetsing aan de vakbondsdeskundige aangeboden…” In 22% van de onderzochte cao’s van toepassing op 32% van de werknemers uit de steekproef zijn bepalingen aangetroffen die naar een model ri&e verwijzen. In de cao voor de Contract-Catering is een Reglement Meldingsprocedure Werkdruk opgenomen waarin is aangegeven wat werknemers kunnen doen met klachten over werkdruk. Tevens is onderzocht in hoeverre er afspraken in cao’s zijn opgenomen over preventie en de aanpak van bepaalde arbeidsrisico’s in de ri&e. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat 17% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 19% van de werknemers) afspraken over preventie en de aanpak van bepaalde arbeidsrisico’s in de ri&e heeft. Voorbeelden van arbeidsrisico’s zijn werkdruk en agressie en geweld. Binnen deze groep cao’s waren 4 cao’s die cao-bepalingen over voorlichting over de genoemde arbeidsrisico’s hadden. Hieronder een afspraak over de aanpak van arbeidsrisico’s in de ri&e uit de cao voor de Recreatie: “…De werkgever wordt dringend aanbevolen op basis van deze ri&e een plan van aanpak op te stellen….” c-2) Model plan van aanpak voor de branche en aanpak van arbeidsrisico’s in plan van aanpak 8% van de onderzochte cao’s van toepassing op 15% van de werknemers heeft een bepaling waarin aan een model plan van aanpak wordt gerefereerd. Ten aanzien van afspraken in cao’s over aanpak van arbeidsrisico’s in een plan van aanpak zijn relatief gezien iets minder afspraken gevonden dan in de ri&e. Ongeveer 12% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 17% van de werknemers) heeft vastgelegd dat de genoemde arbeidsrisico’s in het plan van aanpak (uitgebreid) aan bod moeten komen. In drie van de vijftien cao’s komen deze afspraken voor in combinatie met bepalingen over voorlichting.

Page 26: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

18

Tabel 3.2 Aantal cao’s met bepalingen over ri&e en Plan van Aanpak, %cao’s en % werknemers Bepalingen over specifieke afspraken in de ri&e en/of plan van aanpak

Aantal cao’s uit de steekproef met minstens een

bepaling

% cao’s uit de steekproef

met minstens een bepaling

% werkne-

mers

Ri&e: cao-bepalingen aanpak arbeidsrisico’s Waarvan in combinatie met voorlichting Model ri&e Plan van aanpak: cao-bepalingen aanpak arbeidsrisico’s Waarvan in combinatie met voorlichting Model plan van aanpak

21

4 27

15

3 10

17

3 22

12

3 8

19

4 32

17

5 15

d) Periodieke arbeidsgeneeskundig onderzoek (PAGO) Volgens artikel 18 van de Arbowet zijn werkgevers verplicht om werknemers periodiek in de gelegenheid te stellen om een PAGO te ondergaan. Het onderzoek moet zich richten op het zoveel mogelijk voorkomen of beperken van de risico’s die de arbeid voor de gezondheid van de werknemer met zich brengt. Er zijn een aantal (combinaties van) elementen aangetroffen in cao-afspraken over PAGO-onderzoeken:

1) Naar leeftijd, 2) Met een vaste frequentie, 3) Een combinatie van leeftijd en frequentie, 4) Voor speciale functies, 5) Op verzoek van de werknemer, 6) Op verzoek van de werkgever, 7) Op indicatie (van de huisarts/bedrijfsarts).

Ter illustratie een tekstfragment over PAGO-onderzoeken in de cao voor de Recreatie: ‘…De werkgever draagt er zorg voor dat in het periodiek algemeen geneeskundig onderzoek van werknemers, het zogenoemde PAGO-onderzoek, het onderwerp werkdruk wordt meegenomen...’ Tabel 3.3 Aantal cao’s met bepalingen over PAGO, % werknemers (% cao’s) Pago Aantal cao's % cao's % werknemers Leeftijd 18 15 19 Frequentie 14 12 9 Leeftijd & frequentie 9 7 5 Speciale functies 7 6 5 Verzoek werknemer 4 3 1 Verzoek werkgever 22 18 23 Op indicatie o.a. bedrijfsarts 0 0 0 Anders 7 6 7 Niet gespecificeerd 7 6 2 Totaal 52 43 41

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.

Page 27: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

19

Tabel 3.3 laat zien dat 43% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 41% van de werknemers) minstens één afspraak over een PAGO heeft. De meeste bepalingen gaan over de uitvoering van een PAGO op verzoek van de werkgever2, aangetroffen in 18% van de steekproef cao’s. Uit de analyse naar sector blijkt dat relatief gezien de cao’s voor de landbouw de meeste afspraken over PAGO’s bevatten (100% van de cao’s in deze sector) en in het minst in de sector handel en horeca (24% van de cao’s in de horeca). 3.3 Specifieke arbeidsrisico’s Ten aanzien van de hierna gepresenteerde arbeidsrisico’s is onderzocht of hierover bepalingen voorkomen. a) Fysieke belasting Overbelasting van het lichaam tijdens werkzaamheden kan leiden tot arbeidsongeschiktheid. Bij de analyse van cao-bepalingen is specifiek gezocht naar onderstaande beroepsrisico’s op het gebied van fysieke belasting:

• Tillen/dragen; • Duwen/trekken; • Houding; • Beeldschermwerk (RSI); • Repeterend werk (anders dan beeldschermwerk/RSI).

Een voorbeeld van een bepaling die een maatregel op het gebied van fysieke belasting (Beeldschermwerk -RSI) illustreert is terug te vinden in de cao van Getronics: “…De werkgever draagt er zorg voor dat middels een standaardmodule tijdens alle interne trainingen op de gebieden van kantoorautomatisering en vaktechniek aandacht wordt besteed aan het voorkomen van het verschijnsel Repetitive Strain Injury (RSI)…”

2 N.B. – Met uitzondering van een aantal specifieke functies kan een werkgever nooit een werknemer verplichten om een PAGO te ondergaan. De afspraken onder de categorie ‘PAGO op verzoek van de werkgever’ betreffen CAO-afspraken waarin wordt vermeld dat de werkgever de werknemer kan vragen (dus niet verplichten) om zich te laten onderzoeken.

Page 28: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

20

Tabel 3.4 Aantal cao’s met bepalingen over fysieke belasting, % cao’s, % werknemers Fysieke belasting aantal cao's % cao's % werknemers Tillen/dragen 8 7 6 duwen/trekken 1 <1 3 Houding 1 <1 <1 Beeldschermwerk (RSI) 12 10 4 Repeterend werk (anders dan beeldschermwerk 3 3 4 Anders 17 14 20 Totaal 36* 30 30

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. Zoals tabel 3.4 illustreert komen in 30% van de steekproef cao’s (van toepassing op 30% van de werknemers) afspraken voor over fysieke belasting. Het merendeel van de afspraken gaat over beeldschermwerk (RSI), tillen/dragen of valt onder de restcategorie anders. Acht van de afspraken die onder deze laatste categorie vallen richten zich op maatregelen ter voorkoming van fysieke belasting in het algemeen. Uit de analyse naar sector blijkt dat afspraken over fysieke belasting voornamelijk in de bouwnijverheid worden gemaakt (75% van de cao’s binnen deze sector van toepassing op 63% van de werknemers in deze sector). b) Fysische factoren Fysische factoren zijn onder andere:

• Geluid; • Trillingen; • Optische straling; • Elektromagnetische velden; • Klimatologische omstandigheden.

In de cao voor de Bouwnijverheid is een regeling opgenomen voor bouwplaatswerknemers ten aanzien van werk en arbeidsverhindering bij vorst en andere ongunstige weersomstandigheden. Tabel 3.5 laat zien dat 17% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 21% van de werknemers) minstens één afspraak heeft op het gebied van de arbeidsrisico’s die fysische factoren met zich meebrengen. De sector bouwnijverheid heeft relatief gezien de meeste afspraken over fysische factoren. In alle cao’s uit deze sector is een bepaling opgenomen. Verder blijkt uit de tabel dat afspraken over klimatologische omstandigheden en de categorie anders het vaakst voorkomen. Er zijn geen afspraken gevonden over optische straling en elektromagnetische velden.

Page 29: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

21

Tabel 3.5 Aantal cao’s met bepalingen over fysische factoren, % cao’s, % werknemers Fysische factoren aantal cao's % cao's % werknemers Geluid 2 2 <1 Trillingen 0 0 0 Optische straling 0 0 0 Elektromagnetische velden 0 0 0 Klimatologische omstandigh. 13 11 15 Anders 6 5 5 Totaal* 21 17 21

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. c) Veiligheid/gevaarlijk werk Over veiligheid en gevaarlijk werk is nagegaan in hoeverre in cao’s afspraken worden gemaakt op het gebied van:

• Werken op hoogte, • Machineveiligheid, • Persoonlijk beschermingsmiddelen (PBM), • Aanrijdgevaar op bedrijfsterrein, • Geraakt worden door vallende voorwerpen.

Hieronder een voorbeeld van een bepaling op het gebied veiligheid/gevaarlijk werk (persoonlijke beschermingsmiddelen) uit de cao voor de Glastuinbouw: “… De werkgever is verplicht om aan de werknemer bedrijfskleding en of veiligheidsschoeisel te verstrekken overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften of ten behoeve van het verrichten van vuil werk ...” Tabel 3.6 Aantal cao’s met bepalingen op het gebied van veiligheid/gevaarlijk werk, % cao’s, % werknemers Veiligheid/gevaarlijk werk aantal cao's % cao's % werknemers Werken op hoogte 4 3 5 Machineveiligheid 7 6 10 Persoonlijke beschermingsmiddelen 42 34 32 Aanrijdgevaar 4 3 5 Vallende voorwerpen 1 <1 3 Totaal* 54 44 36

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. Uit bovenstaande tabel blijkt dat in 44% van alle steekproef cao’s (van toepassing op 36% van de werknemers) preventieve afspraken over de veiligheid van het personeel en/of het verrichten van gevaarlijk werk zijn vastgelegd. De meerderheid van de bepalingen betreft de verplichting van de werknemer om persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) te dragen. Alle cao’s in de sectoren Landbouw en Visserij en Bouwnijverheid hebben iets over PBM afgesproken. In de sector bouwnijverheid is in 75% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 63% van de werknemers) een

Page 30: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

22

afspraak gemaakt over werken op hoogte en in 50% van de onderzochte cao’s in de bouwnijverheid (van toepassing op 88% van de werknemers) staat een afspraak over machineveiligheid. d) Gevaarlijke stoffen Het werken met gevaarlijke stoffen brengt risico’s met zich mee. De gevaren van deze stoffen zijn vaak onvoldoende bekend en de risico’s worden verkeerd ingeschat. Er zijn diverse soorten gevaarlijke stoffen. Bij de analyse van cao-afspraken is onderscheid gemaakt in:

• Afspraken omtrent werken met Asbest, • Afspraken omtrent werken met andere gevaarlijke stoffen, • Afspraken omtrent vrijkomende stoffen bij brand/explosie, • Afspraken omtrent toxische wolk.

Ter illustratie een bepaling op het gebied van de risico’s van gevaarlijke stoffen opgenomen in de cao voor de Betonproductenindustrie: “…De werkgever zal de betrokken werknemers informeren over de eigenschappen, gevaren en beveiligingsmiddelen t.a.v. de chemische stoffen die in de onderneming als grond- en hulpstoffen worden gebruikt en/of worden geproduceerd een en ander voor zover de werkgever geacht kan worden over deze informaties te beschikken ...”

14% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 17% van de werknemers) heeft minstens één bepaling over maatregelen bij werkzaamheden met of in de omgeving van gevaarlijke stoffen (zie tabel 3.7). De meeste afspraken op het gebied van gevaarlijke stoffen vallen onder de categorie ‘anders’. Onder deze restcategorie vallen onder andere bestrijdingsmiddelen en verfproducten. In de sectoren Landbouw en Visserij en de Bouwnijverheid hebben alle cao’s afspraken over gevaarlijke stoffen. Tabel 3.7 Aantal cao’s met bepalingen over gevaarlijke stoffen, % werknemers (% cao’s) Gevaarlijke stoffen aantal cao's % cao's % werknemers Asbest 4 3 7 Chemische/ gevaarlijke stoffen in het algemeen 4 3 6 Brand/explosie 0 0 0 Toxische wolk 0 0 0 Anders 12 10 11 Totaal* 17 14 17

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.

Page 31: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

23

e) Biologische agentia Preventieve maatregelingen ter bescherming van werknemers tegen de blootstelling aan schadelijke biologische agentia zijn onmisbaar, zodat de kans op infecties, allergieën en vergiftigingen minimaal wordt. Vaccinatie (bijvoorbeeld tegen Hepatitis B) is een van de mogelijke maatregelen tegen biologische agentia. In één van de onderzochte cao’s (van toepassing 4% van de werknemers) is een afspraak over maatregelen ter bescherming tegen biologische agentia gevonden. Het gaat hier om een afspraak in de cao voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijven: “… De werkgever stelt de werknemer in de gelegenheid zich preventief te laten vaccineren tegen Hepatitus B ...” f) Psychosociale arbeidsbelasting Hierbij gaat het om cao-bepalingen over werkdruk/stress/werkstress/psychosociale arbeidsbelasting en psychische klachten. Bij psychische klachten/aandoeningen kan het gaan om een stressgerelateerde stoornis (spanningsklachten, overspannenheid, burn-out), depressieve stoornis, angststoornis of (relatief zeldzaam) psychiatrische klachten. Verder gaat het om cao-bepalingen over ongewenste omgangsvormen zoals bijvoorbeeld seksuele intimidatie en pesten op het werk. Uit nadere analyse blijkt dat in 34% van de steekproef cao’s (van toepassing op 44% van de werknemers) bepalingen voorkomen over psychosociale arbeidsbelasting in combinatie met bepalingen over ongewenste omgangsvormen. Hieronder wordt weergegeven hoe vaak de bepalingen afzonderlijk voorkomen. f-1)werkdruk/stress/werkstress/psychosociale arbeidsbelasting en psychische klachten Hieronder een voorbeeld van een afspraak over maatregelen op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting (stress/werkdruk/werkstress/psychosociale arbeids-belasting) uit de cao voor de Jeugdzorg:

“…Partijen zullen in 2006 werkdruk tot een speerpunt maken en er voor zorgdragen dat de branche zich realiseert welke inspanningen ern reeds gedaan zijn op het terrein van werkdruk, die nog niet actief gebruikt worden…”

Zoals tabel 3.8 laat zien heeft 47% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 50% van de werknemers) minstens een afspraak over psychosociale arbeidsbelasting. De sectoren handel en horeca en overige dienstverlening hebben de meeste afspraken hierover.

Page 32: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

24

Tabel 3.8 Aantal cao’s met bepalingen over psychosociale arbeidsbelasting, % cao’s, % werknemers Psychosociale Arbeidsbelasting aantal cao's % cao's % werknemers Stress/werkdruk/werkstress/Psychosociale arbeidsbelasting (in het algemeen) 48 39 41 De term ‘psychische aandoeningen’wordt specifiek genoemd 1 <1 2 Anders 18 15 19 Totaal* 57 47 50

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. Tabel 3.9 biedt een overzicht van de maatregelen die cao-partijen in cao’s hebben opgenomen ter bestrijding van psychosociale arbeidsbelasting. De meerderheid van de afspraken (in 40 cao’s) valt onder de categorie ‘anders’. Het gaat bijvoorbeeld om afspraken als: thuiswerken, sociale veiligheid of verhouding tussen werk en welzijn. Hieronder een voorbeeld over een afspraak over een afspraak over thuiswerken uit de cao van de Fortisbank:

“…Bij het ontwikkelen van beleid zal onder andere aan de orde komen het stimuleren van werkdruk verlagende maatregelen, zoals thuiswerken en telewerken…” Tabel 3.9 Aantal cao’s met maatregelen voor psychosociale arbeidsbelasting, % cao’s,

% werknemers

Maatregelen aantal cao's % cao's % werknemers

Vermindering taakbelasting 2 2 5 Meer autonomie 1 1 2 Verandering van werkprocessen 1 1 4 Voorlichting 2 2 5 Werkoverleg 5 4 2 Protocol (interne regeling) 3 2 <1 Afstemming werk-privé 2 2 <1 Beperken overwerk 8 7 5 Werk & rusttijden 7 6 3 Onderzoek 3 2 <1 Anders 40 33 31 Totaal* 54 44 50

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.

Page 33: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

25

f-2) Ongewenste omgangsvormen In het kader van dit onderzoek zijn vijf soorten gedragingen/situaties nagegaan. Het gaat om:

• (Seksuele) intimidatie; • Pesten op het werk; • Discriminatie; • Agressie en geweld; • Arbeidsconflicten.

In de cao voor de Sociale Werkvoorziening staat ter bevordering van de veiligheid van het personeel een afspraak over bestrijding van ongewenst gedrag op het werk:

“… Partijen stellen een model-gedragscode op om ongewenst gedrag tegen te gaan...” Tabel 3.10 laat zien dat 64% van alle steekproef cao’s (van toepassing op 75% van de werknemers) bepalingen over ongewenste omgangsvormen heeft. De meeste bepalingen gaan over de aspecten discriminatie/racisme, (seksuele) intimidatie en/of agressie en geweld. Tabel 3.10 Aantal cao’s met bepalingen over ongewenste omgangsvormen, % cao’s, % werknemers Ongenwenste omgangsvormen aantal cao's % cao's % werknemers (Seksuele) intimidatie 43 35 36 Pesten op het werk 6 5 3 Discriminatie/racisme 50 41 47 Agressie en geweld 26 21 33 Arbeidsconflicten 0 0 0 Anders 26 21 20 Totaal* 78 64 75

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. Tabel 3.11 laat zien dat de meest genoemde maatregelen onder de categorie ‘beleid/verbod’ vallen (39% van de steekproef cao’s). Een voorbeeld van een verbod op seksuele-intimidatie is te vinden in de cao voor de Drogisterijbranche: “….De werknemer is verplicht om zich niet schuldig te maken aan ongewenste intimiteiten. In dit kader zullen opmerkingen en/of gedragingen van seksuele aard dan wel met een seksuele ondertoon, die voor de wederpartij vernederend of belastend zijn, binnen de arbeidsverhoudingen tussen werknemers onderling niet worden getolereerd…”

Onder de categorie ‘anders’ vallen maatregelen zoals een centraal meldpunt voor de klachten of een klachtenreglement. De cao’s in de sector landbouw en de sector handel en horeca hebben relatief gezien de meeste afspraken over ongewenste omgangsvormen.

Page 34: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

26

Tabel 3.11 Aantal cao’s met maatregelen in verband met ongewenste omgangsvormen, % cao’s, % werknemers

Maatregelen aantal cao's % cao's % werknemers

Voorlichting/deskundigheidsbevordering/scholing 10 8 4 Vertrouwenspersoon 18 15 14 Geschillencommissie 14 12 12 Plan van aanpak 3 3 2 Beleid/Verbod 48 39 45 Anders 26 21 27 Totaal* 76 62 73

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. g) Leefstijl/Gezondheid Omdat de leefstijl van de werknemer invloed heeft op zijn gezondheid is onderzocht of cao’s afspraken op dit gebied bevatten. Voorbeelden hiervan zijn afspraken op het gebied van:

• Beweging; • Voeding; • Alcoholgebruik; • Roken op het werk; • Roken in het algemeen; • Integraal gezondheidsmanagement.

De cao van Holland Casino heeft een bepaling over leefstijl/gezondheid op het gebied van maatregen tegen de gevaren van roken op het werk:

‘… Protocollaire bepalingen (...) De werkgever verplicht zich om zorg te dragen voor rookvrije eet- en rustruimtes voor haar werknemers…’ Onderstaande tabel laat zien dat 17% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 10% van de werknemers) iets over leefstijl en gezondheid heeft geregeld. Alle cao’s met bepalingen over alcoholgebruik zijn van de sector vervoer en communicatie en benadrukken de invloed van alcohol op de gezondheid en in het bijzonder op de rijvaardigheid. In 56% van de cao’s uit de sector Vervoer en Communicatie (van toepassing op 80% van de werknemers) staan afspraken over leefstijl/gezondheid. De 24 cao’s met afspraken onder de categorie anders noemen allerlei verschillende factoren die van invloed op de gezondheid kunnen zijn o.a. drugsgebruik, lifestyle programma’s en het ontwikkelen van beleid op dit gebied.

Page 35: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

27

Tabel 3.12 Aantal cao’s met bepalingen over leefstijl/gezondheid, % cao’s, % werknemers Leefstijl/gezondheid aantal cao's % cao's % werknemers Bewegen 2 2 1 Voeding 1 <1 <1 Alcoholgebruik 7 6 5 Roken op het werk 3 3 <1 Roken in het algemeen 0 0 0 Integraal gezondheidsmanagement 2 2 <1 Anders 17 14 8 Totaal* 21 17 10

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. h) Zwangere werkneemsters Werkomstandigheden kunnen zowel voor de zwangere werkneemster als voor het ongeboren kind gezondheidsrisico’s inhouden. Op basis van artikel 1.42 van het Arbobesluit moet de werkgever de arbeid van een zwangere vrouw zodanig organiseren dat de werkzaamheden geen gevaren met zich kunnen brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap. 5% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 3% van de werknemers) heeft een afspraak over de arbeidsrisico’s ten aanzien van zwangere medewerksters. In de cao voor de Apotheken staat een protocol over zwangerschap voor de Openbare Apotheek. i) Werkneemsters die pas zijn bevallen/borstvoeding geven Dezelfde verplichtingen van de hiervoor beschreven artikel 1.42 van het Arbobesluit gelden ook voor vrouwen die borstvoeding geven (lactatie). Het gaat hier niet om cao-afspraken die de vrouwelijke werkneemster de gelegenheid bieden om borstvoeding te geven tijdens werkuren, maar om ‘vermindering/aanpassing’ van de taakbelasting (ook ten aanzien van pas bevallen vrouwen in het algemeen). 2% van de onderzochte cao’s (van toepassing op 1% van de werknemers) heeft een afspraak ten aanzien van pas bevallen vrouwen en/of vrouwen die borstvoeding geven. Een voorbeeld van zo’n afspraak is terug te vinden in de cao voor de Jeugdzorg: “…De werkgever kan de werknemer opdragen om in het kader van de werkzaamheden van de organisatie een kamp te leiden of te begeleiden. Vrijstelling hiervan geldt voor de vrouwelijke werknemer die langer dan twee maanden zwanger is of borstvoeding geeft…” j) Andere arbeidsrisico’s Naast de hiervoor genoemde arbeidsrisico’s zijn ook andere aspecten genoemd in 82% van alle onderzochte cao’s (100/122). Uit deze groep zijn er 3 nieuwe soorten arbeidsrisico’s voortgekomen. Ten eerste, de arbeidsrisico’s verbonden aan het werk met/door ‘oudere werknemers’. Ten tweede, de risico’s van het werk door/met jongere

Page 36: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

28

arbeidskrachten. Als derde groep factoren die te maken hebben met ‘veiligheid en/of preventie in het algemeen’ . Tabel 3.13 Aantal cao’s met bepalingen over andere arbeidsrisico’s, % cao’s, % werknemers

Andere Arbeidsrisico's aantal cao's % cao's % werknemers

Personeelsbeleid – oudere werknemers 64 53 50 Personeelsbeleid – jongere werknemers 20 16 21 Veiligheid en/of preventie in het algemeen 47 39 37 Overige 53 43 53 Totaal* 105 86 79

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. Met betrekking tot de categorie veiligheid/preventie in het algemeen zijn relatief veel afspraken gevonden (39% van de steekproef cao’s van toepassing op 37% van de werknemers). Verder zijn veel afspraken gevonden die vallen onder de categorie overige (43% van de steekproef cao’s van toepassing op 53% van de werknemers). Onder deze categorie valt onder andere beleid in verband met geloofsovertuiging, gewetensbezwaren, veiligheid in winkels en bescherming privacy van de werknemer. Hieronder twee voorbeelden van afspraken over een maatregel op het gebied van veiligheid en/of preventie van arbeidsrisico’s in het algemeen uit de cao voor Verpleeg- en verzorgingshuizen: “… De werkgever is verplicht het beleid ten aanzien van zorgethische kwesties, voorzover dit voor de functievervulling van de werknemer(s) noodzakelijk is, bekend te maken…”

“…Niettemin heeft de werknemers het recht op grond van ernstige gewetensbezwaren het uitvoeren van bepaalde opdrachten te weigeren…” Tevens een voorbeeld van personeelsbeleid ten behoeve van oudere werknemers uit de cao voor Mode- en Sportdetailhandel: “…Werknemers van 55 jaar of ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken op avonden, op zondagen en tot overwerk…” En tot slot een voorbeeld van personeelsbeleid ten behoeve van jonge werknemers uit de cao voor de Grafimedia: “…Voor werknemers jonger dan 18 jaar geldt hetgeen onder meer met betrekking tot de maximaum arbeidstijden, de rusttijden en het verbod op nachtarbeid in de arbeidtijdenwet voor jeugdigen is bepaald….” k) Een overzicht van de resultaten m.b.t. alle arbeidsrisico’s Tot slot een weergave van de resultaten ten aanzien van alle arbeidsrisico’s op hoofdniveau en een overzicht van het aantal afspraken per cao’s over arbeidsrisico’s.

Page 37: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

29

Uit tabel 3.14 blijkt dat in 30% van de steekproef cao’s (van toepassing op 29% van de werknemers) één of twee afspraken zijn gemaakt over arbeidsrisico’s. In 42% van de steekproefcao’s van toepassing op 32% van de werknemers zijn drie of vier afspraken gemaakt. In 3% van de steekproef cao’s (van toepassing 5% van de werknemers) komt geen afspraak voor op het gebied van arbeidsrisico’s en in 26% van de steekproef cao’s (van toepassing op 34% van de werknemers) staan 5 of meer afspraken. Tabel 3.14 aantal cao’s met afspraken over arbeidsrisico’s, % cao’s en % werknemers Afspraken over arbeidsrisico's aantal cao's % cao's % werknemers geen afspraken 3 3 5 1 - 2 afspraken 36 30 29 3 – 4 aspraken 51 42 32 5 of meer afspraken 32 26 34 Uit figuur 3.1 kan geconcludeerd worden dat cao-afspraken over ongewenste omgangsvormen relatief gezien het meest voorkomen (64% van de steekproef cao’s, van toepassing op 75% van de werknemers). In 53% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 50% van de werknemers) staat minstens één bepaling over preventie in relatie tot oudere werknemers. Figuur 3.1 % cao’s met afspraken over preventie van arbeidsrisico’s (lichtoranje), % werknemers (donkeroranje)

0%10%20%30%40%50%60%70%80%

Aanpak

risico

's RI&

E

Aanpak

risico

's PVA

Fysieke b

elasti

ng

Fysische

facto

ren

Veilighei

d en ge

vaarlij

k/ werk

Gevaar

lijke s

toffen

Biologische

agentia

Psychosoc

iale a

rbeids

belastin

g

Ongewenste

omgangsv

ormen

Leefstij

l en gezo

ndhei

d

Zwanger

e werk

neemste

rs

Pas beva

llen w

erknee

msters

0udere

n

Jongere

n

Veilighei

d/prev

entie alg

emeen

Arbeidsrisico's/aspecten

% C

AO

's/ %

Wer

knem

ers

Page 38: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

30

Page 39: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

31

4 ZIEKTEVERZUIM 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over cao-afspraken op het gebied van ziekteverzuim. Het gaat hier om algemene afspraken op het gebied van ziekteverzuimbegeleiding zoals bijvoorbeeld procedurele- of controlevoorschriften tijdens ziekte. Arbeidsvoorwaardelijke stimulansen en bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn niet onderzocht3. Paragraaf 4.2 geeft een overzicht van de algemene cao-bepalingen over ziekteverzuimbegeleiding. 4.2 Algemene afspraken op het gebied van ziekteverzuimbegeleiding In het kader van regelingen op het gebied van ziekteverzuimbegeleiding zijn meerdere soorten cao-afspraken te onderscheiden. In tabel 4.1 is te zien dat 90% van alle onderzochte cao’s (van toepassing op 94% van de werknemers) afspraken over ziekteverzuim hebben. Tabel 4.1 Aantal en % cao’s met minstens een afspraak over ziekteverzuim naar sector en %

werknemers met minstens een afspraak Economische sector Aantal cao ’s

met minstens een bepaling over ziekteverzuim

% cao’s uit de steekproef met minstens een bepaling

% Werknemers met minstens een

afspraak

Landbouw en visserij 5 100% 100% Industrie 19 86% 93% Bouwnijverheid 2 50% 88% Handel en horeca 27 97% 95% Vervoer en communicatie 14 88% 59% Zakelijke dienstverlening 17 85% 98% Overige dienstverlening 26 93% 99% Totaal 110 90% 94% In het kader van regelingen op het gebied van ziekteverzuimbegeleiding zijn meerdere soorten cao-afspraken te onderscheiden. Hieronder een voorbeeld van een afspraak op het gebied van ziekteverzuimbegeleiding voor wat betreft de controlevoorschriften en het opleggen van sancties (categorie ‘anders’) tijdens ziekte uit de cao van Akzo Nobel Chemicals: ‘… De werkgever is bevoegd een werknemer die zich niet houdt aan de in de onderneming geldende controlevoorschriften bij ziekte een sanctie op te leggen…’ In de sector landbouw en visserij hebben alle cao’s uit de steekproef een afspraak over dit onderwerp. In de sectoren Zakelijke dienstverlening, Handel en Horeca en Overige 3 Najaarsrapportage cao-afspraken 2006, Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, november 2006, Den Haag.

Page 40: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

32

Dienstverlening komen afspraken voor in nagenoeg alle cao’s (94%, 93% en 93%). Het minst komen de afspraken voor in de sector Bouwnijverheid (50% van de cao’s van toepassing op 88% van de werknemers in deze sector). Tabel 4.2 Aantal cao’s met bepalingen over ziekteverzuim, % cao’s, % werknemers Ziekteverzuimbegeleiding aantal cao's % cao's % werknemers Procedurele voorschriften 83 68 73 Controlevoorschriften tijdens ziekte 61 50 57 Begeleiding bij ziekteverzuim door bedrijfsarts/medewerker Arbodienst 42 34 28 Verzuimregistratie 19 16 19 Case manager - intern 2 2 <1 Case manager – extern 2 2 <1 Collectieve afspraken/Service level agreements met re-integratiebedrijven 3 3 2 Anders 50 41 40 Totaal* 110 90 94

*N.B.: In sommige cao’s komen meerdere afspraken voor, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten. Uit tabel 4.2 hierboven blijkt dat de meerderheid van de afspraken in het kader van ziekteverzuimbegeleiding over twee soorten voorschriften gaan. Ten eerste over procedurele voorschriften (68% van de cao’s van toepassing op 73% van de werknemers) waar de (administratieve) plichten van de werknemer vanaf het ontstaan van ziekte/arbeidsongeschiktheid worden aangeven. Daarnaast zijn ook relatief veel bepalingen over controlevoorschriften (50% van de cao’s van toepassing op 57% van de werknemers). Naast de hiervoor genoemde voorschriften is sprake van een diversiteit aan afspraken behorend tot de restcategorie ‘anders’ (41% van de cao’s van toepassing op 40% van de werknemers). Voorbeelden van afspraken die onder deze categorie vallen zijn onder andere: voornemens om een pro-actief beleid op het gebied van ziekteverzuimbegeleiding te ontwikkelen, gedragsregels voor werknemer en werkgever bij arbeidsongeschiktheid en sancties bij het niet-nakomen van het protocol ziekteverzuim. 4.3 Bepalingen die verwijzen naar het Borea Keurmerk Als een arbodienst over dit keurmerk beschikt, kan het bedrijf aantonen dat het voldoet aan de kwaliteitsnormen van dit keurmerk. Hierdoor ontstaat een basisgarantie voor de kwaliteit op het gebied van gezond blijven werken, inzetbaarheid bevorderen en verkrijging van werk. In 8 cao’s van toepassing op 12% van de werknemers wordt in een cao bepaling op de een of andere manier verwezen naar het Borea Keurmerk.

Page 41: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

33

4.4 Overzicht Uit tabel 4.2 blijkt dat in 51% van alle onderzochte cao’s van toepassing op 52% van de werknemers één of twee afspraken over verzuimbegeleiding zijn opgenomen en in 34% van de cao’s van toepassing op 35% van de werknemers drie of vier afspraken. Tabel 4.2 Aantal cao’s met afspraken over verzuimbegeleiding, % cao’s, % werknemers Afspraken over ziekteverzuimbegeleiding aantal cao's % cao's % werknemers geen afspraken 12 10 6 1 - 2 afspraken 62 51 52 3 – 4 afspraken 42 34 35 5 of meer afspraken 6 5 6

Page 42: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

34

Page 43: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

35

5 ONTWIKKELINGEN IN DE PERIODE 2005-2006 5.1 Inleiding Tot slot een vergelijking van de huidige onderzoeksresultaten met de onderzoeksresultaten uit Preventie en Ziekteverzuim 2005 met betrekking tot de kaderaspecten uit hoofdstuk twee en de arbeidsrisico’s uit hoofdstuk drie. 5.2 Vergelijking en ontwikkeling 2005 en 2006 In tabel 5.1 zijn ter vergelijking de onderzoeksresultaten naast elkaar opgenomen van de arbeidsrisico’s Preventie en Ziekteverzuim 2005 en tijdens dit onderzoek aan de orde zijn gekomen. In deze tabel worden de percentages cao’s met elkaar vergeleken. Voor het onderzoek Arboconvenanten 2007 was het noodzakelijk alle cao’s uit de steekproef opnieuw te beoordelen (in plaats van uitsluitend de gewijzigde cao’s ten opzichte van het vorige onderzoek), voor enkele arbeidsrisico’s is een bredere definitie gehanteerd (ouderen, jongeren en ongewenste omgangsvormen) waardoor ook meer bepalingen zijn teruggevonden. Om die reden is het databestand van het onderzoek uit 2005 ten behoeve van de ontwikkeling op gelijke wijze beoordeeld, zodat ondermeer het toepassen van een andere definitie, geen invloed heeft op de ontwikkeling. Deze cijfers zijn in de onderstaande tabel tussen haakjes weergegeven. De vergelijking wordt ook beïnvloed door het gegeven dat de steekproef deze keer uit 122 cao’s bestaat. In het vorige onderzoek maakten 125 cao’s deel uit van de steekproef. Tabel 5.1 Kaderaspecten, vergelijking % cao’s en % werknemers 2004, 2005 en 2006

Kaderaspecten % cao’s % werknemers 2005 2006 2005 2006 Voorlichting* 32 (39) 42 28 (34) 35 Scholing* 11 (15) 20 9 (13) 21 Brancheloket 9 9 8 8 Studie/onderzoek 34 32 35 30 Arbodienstverlening* 9 (29) 34 7 (29) 35 Fondsen 10 16 13 17 Demedicalisering 0 2 0 <1 Model ri&e* 6 (10) 22 15 (20) 32 Model PvA* 3 (8) 8 5 (15) 15 Maatwerkregeling 2 8 7 7 Preventiemedewerker 2 12 5 21 Arbocatalogus 0 1 0 <1

* na herbeoordeling, tussen haakjes de uitkomsten na herbeoordeling ** niet onderzocht Uit tabel 5.1 blijkt op werknemersniveau van 2005 naar 2006 de grootste toename van afspraken over scholing, arbodienstverlening, model ri&e en de preventiemedewerker. Het aantal afspraken over studie/onderzoek is op werknemersniveau van 2005 naar 2006 het meest afgenomen.

Page 44: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

36

Op cao-niveau is de grootste toename van afspraken op het gebied van model ri&e en de preventiemedewerker. Het aantal afspraken over studie/onderzoek is het meest afgenomen. Tabel 5.2 Arbeidsrisico’s, vergelijking % cao’s en % werknemers 2004, 2005 en 2006

Arbeidsrisico’s % cao’s % werknemers 2005 2006 2005 2006 Aanpak risico’s ri&e 14 17 17 19 Aanpak risico’s PvA 10 12 17 17 Fysieke belasting* 23(27) 30 29(30) 30 Fysische belasting 15 17 16 21 Veiligheid/gevaarlijk werk* 41(42) 44 36(36) 36 Gevaarlijke stoffen 13 14 20 17 Biologische agentia 1 1 1 4 Psychosociale arbeidsbelasting 44 47 46 50 Ongewenste omgangsvormen* 54(61) 64 57(69) 75 Leefstijl/gezondheid* 23(20) 17 17(15) 10 Zwangere werkneemsters 6 5 4 3 Borstvoeding 2 2 <1 1 Ouderen* 26(47) 53 26(42) 50 Jongeren* 6(10) 16 6(14) 21 Veiligheid/preventie algemeen* 42(43) 39 48(44) 37

* na herbeoordeling, tussen haakjes de uitkomsten na herbeoordeling ** niet onderzocht Uit tabel 5.2 blijkt dat op werknemersniveau van 2005 naar 2006 de grootste toename van het aantal afspraken over ouderen, jongeren en ongewenste omgangsvormen. Het aantal afspraken over leefstijl/gezondheid en veiligheid/preventie algemeen is het meest afgenomen. Op cao-niveau is de grootste toename van afspraken op het gebied van ouderen en jongeren. Het aantal afspraken over ongewenste omgangsvormen, leefstijl/gezondheid en veiligheid/preventie algemeen is het meest afgenomen.

Page 45: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

37

Hieronder wordt in een samenvattend overzicht met betrekking tot de kaderaspecten en de arbeidsrisico’s op werknemersniveau in procentpunten weergegeven of er ten opzichte van 2005 sprake is van een toe- of afname of van een ongewijzigde percentage. Tabel 5.3 wijzigingen 2005-2006 kaderaspecten en arbeidsrisico’s op werknemersniveau in procentpunten Kaderaspecten Arbeidsrisicos Toename Voorlichting 1 Aanpak risico’s ri&e 2 Scholing 8 Fysische factoren 5 Arbodienstverlening 6 Biologische agentia 3 Fondsen 4 Psychosociale Arbeidsbelasting 4 Demedicalisering <1 Ongewenste omgangsvormen 6 Model ri&e 12 Borstvoeding 1 Preventiemedewerker 16 Ouderen 8 Arbocatalogus <1 Jongeren 7 Ongewijzigd Brancheloket Aanpak risico’s PvA Model Plan van Aanpak Fysieke belasting Maatwerkregeling Veiligheid/gevaarlijk werk Afname Studie/onderzoek -5 Gevaarlijke stoffen -3 Leefstijl/gezondheid -5 Zwangere werkneemsters -1 Veiligheid/preventie algemeen -7

Page 46: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006
Page 47: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

BIJLAGEN

Page 48: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006
Page 49: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

i

Bijlage I – De steekproef-CAO’s 2007 CAO-naam SBI werknemers ingangs expiratie -code -datum -datum

Landbouw Open Teelten 11 122110 1-1-2005 1-7-2006 Glastuinbouw 11 80350 1-7-2005 1-7-2007 Dierhouderij 12 22930 1-4-2005 1-7-2007 Hoveniersbedrijf 14 14460 1-1-2006 1-3-2007 Land- en tuinbouwwerktuigen exploiterende ondernemingen 14 19560 1-1-2005 1-4-2007 Industrie Unilever 154 3200 1-3-2005 1-3-2006 Bakkersbedrijf 158 36050 26-3-2006 1-6-2007 Heineken Nederland Beheer B.V. 159 4310 1-1-2005 1-4-2006 Mode-, Interieur-,Tapijt-, en textielindustrie 170 17400 1-5-2005 1-5-2008 Timmerfabrieken 203 12000 1-1-2005 1-1-2007 Grafi-media 222 52340 1-2-2005 1-2-2007 Akzo Nobel Nederland B.V. (HP) 241 3960 1-6-2004 1-4-2007 DSM Limburg B.V. 241 4650 1-1-2006 1-4-2006 Akzo Nobel Pharma B.V. 244 4060 1-6-2004 1-4-2007 Betonproduktenindustrie 266 9850 1-3-2005 1-3-2007 Metalektro 270 167900 1-7-2004 1-11-2007 Metalektro (HP) 270 19890 1-7-2004 1-11-2007 Corus Staal B.V. (vh. Hoogovens) 271 11300 1-1-2003 1-1-2004 Metaalbewerking (metaal-en techn.bedr.) 280 139600 1-5-2005 1-2-2008 Oce Nederland B.V. 300 4200 1-1-2005 1-1-2007 Philips (cao A) 320 12040 1-1-2005 1-1-2008 Philips (cao B) 320 14000 1-1-2005 1-1-2008 Carrosseriebedrijf (metaal-en techn.bedr.) 342 18710 1-5-2005 1-2-2008 Meubelindustrie en meubileringsbedrijven 361 21760 1-4-2005 1-4-2007 Sociale werkvoorziening 366 98000 1-1-2006 1-11-2007 Energie- en nutsbedrijven, sector distributie 400 21500 1-4-2005 1-6-2007 Bouwnijverheid Bouwnijverheid 452 174250 1-4-2004 1-4-2007 Technische installatiebedrijven (metaal-en techn.bedr.) 453 127060 1-5-2005 1-2-2008 Schilders- afwerkings- en glaszetbedrijf 454 29040 1-3-2006 1-3-2009 Afbouw (vh. Stukadoors- afbouw- en terrazzobedrijf) 454 10560 1-1-2005 1-1-2008 Handel en horeca Motorvoertuigen en tweewielerbedrijven (metaal-en techn.bedr.) 501 91380 1-5-2005 1-2-2008 Bloemen en planten groothandel 512 20000 1-7-2004 1-1-2008 Aardappelen, groente en fruit groothandel 513 12840 1-1-2006 1-1-2007 Levensmiddelen en/of zoetwaren etc.,(groothandel) 513 21230 1-7-2004 1-7-2007 Vleessector ( vh. Vleesgroothandel en exportslachterijen) 513 10380 1-10-2004 1-4-2007 Technische groothandel 514 43200 1-1-2006 1-1-2008 Informatie-, Communicatie- en Kantoortechn.branche 516 31640 1-1-2006 1-1-2008 Albert Heijn (distributie-organisatie) 520 3200 22-3-2004 26-03-2006 Bijenkorf B.V. 521 3500 1-8-2002 1-2-2004 Hema 521 10000 1-2-2004 1-2-2007 Levensmiddelen (grootwinkelbedrijven) 521 100000 1-4-2004 1-4-2007 Levensmiddelenbedrijf 521 87550 1-4-2004 1-4-2007 Vroom en Dreesmann B.V. 521 11500 1-2-2003 1-2-2006 Slagersbedrijf 522 16610 1-4-2004 1-4-2007 Apotheken 523 20130 1-4-2005 1-4-2006

Page 50: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

ii

CAO-naam SBI werknemers ingangs expiratie -code -datum -datum

Drogisterijbranche 523 21130 1-4-2004 1-4-2007 Bloemen en Planten detailhandel 524 11080 1-1-2005 1-1-2007 Doe het zelf branche 524 16000 1-4-2004 1-1-2007 Electrotechnische detailhandel 524 19670 1-1-2005 1-7-2007 Gemengde- en speelgoedbranche 524 25370 1-7-2004 1-1-2006 Ikea Nederland B.V.. 524 4000 1-4-2005 1-10-2007 Mode- en Sportdetailhandel (v/h Textieldetailhandel) 524 89880 1-4-2003 1-1-2005 Praxis group 524 3590 1-1-2005 1-1-2006 Schoenendetailhandel 524 19130 1-7-2002 1-7-2003 Textiel grootwinkelbedrijven 524 20000 1-4-2002 1-4-2004 Wonen 524 35410 1-1-2006 1-1-2008 Horeca- en aanverwant bedrijf 550 227500 1-7-2005 1-4-2008 Recreatie 552 31180 1-7-2006 1-7-2008 Contract-cateringbranche 555 18540 1-4-2006 1-4-2008 Vervoer en Commnunicatie Nederlandse Spoorwegen 601 16500 1-1-2005 1-4-2007 Beroepsgoederenvervoer over de weg 602 133580 1-4-2005 1-4-2007 Goederenvervoer Nederland 602 25000 1-4-2005 1-4-2007 Openbaar vervoer 602 12030 1-1-2005 1-1-2007 Selectvracht B.V. 602 3000 1-4-2005 1-1-2007 Taxivervoer 602 44330 1-1-2005 1-7-2007 Van Gend en Loos B.V. 602 3500 1-4-2004 1-4-2005 KLM-grondpersoneel 632 15180 1-1-2002 1-4-2004 ANWB 633 3980 1-4-2004 1-4-2007 Reisbranche 633 17000 1-7-2006 1-4-2008 Postkantoren 640 2900 1-4-2005 1-4-2007 TNT N.V. 640 40000 1-5-2005 1-10-2007 TPG Postbezorgers 641 7100 1-5-2005 1-10-2007 TPG Post Zaterdagbestellers 641 12500 1-5-2005 1-10-2007 Callcenters branche 642 11930 1-6-2005 1-11-2006 KPN N.V. 642 17000 1-1-2006 1-1-2008 Zakelijke dienstverlening Algemene banken 651 9000 1-1-2006 1-1-2008 ABN-AMRO 651 25000 1-1-2006 1-1-2008 Fortis-bank 651 7890 1-1-2006 1-1-2008 ING-bank 651 32500 1-5-2004 1-1-2007 Rabo-bank 651 41500 1-5-2005 1-5-2007 SNS Reaal Groep 651 5700 1-1-2006 1-1-2007 Achmea B.V. 652 9980 1-6-2004 1-6-2006 Delta Lloyd n.v. 660 5000 1-6-2005 1-6-2007 Verzekeringsbedrijf (binnendienst) 660 22770 1-6-2004 1-6-2007 Woondiensten (vh.Woningcorporaties) 702 27860 1-1-2005 1-1-2007 Atos Origin 721 8500 1-1-2006 1-1-2007 Getronics PinkRoccade (GPR) 722 8000 1-1-2006 1-1-2008 Architectenbureaus 742 12300 1-1-2006 1-4-2007 Uitzendbureaus; vaste medewerkers 745 25950 1-1-2006 1-1-2008 Uitzendkrachten (ABU) 745 223060 29-3-2004 1-4-2009 Uitzendkrachten (NBBU) 745 23000 29-3-2004 1-1-2009 Beveiligingsorganisaties (particuliere) 746 26600 1-4-2005 1-4-2007 Schoonmaak- en glazenwassersbedrijf 747 183820 1-1-2005 1-1-2008

Page 51: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

iii

CAO-naam SBI werknemers ingangs expiratie -code -datum -datum

KPN Contact/SNT nieuw 748 6000 1-10-2005 1-1-2007 Overige dienstverlening Gemeente-ambtenaren 751 185600 1-12-2005 1-6-2007 Provinciepersoneel 751 12960 1-4-2005 1-6-2007 Rijkspersoneel 751 116620 1-1-2005 1-1-2007 Defensie-personeel 752 70430 1-1-2004 1-3-2007 Politie-personeel 752 58070 1-7-2005 1-1-2008 CWI 753 4190 1-1-2006 1-1-2008 Sociale Verzekeringsbank 753 3580 1-1-2006 1-4-2008 UWV (Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen) 753 19910 1-1-2006 1-5-2007 Zorgverzekeraars 753 13100 1-1-2006 1-6-2007 Primair Onderwijs 801 180680 1-8-2006 1-8-2008 Voortgezet Onderwijs 802 100280 1-8-2005 1-8-2006 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie 802 53340 1-2-2003 1-2-2007 Ons Middelbaar Onderwijs 802 6500 1-8-2006 1-7-2007 Hoger Beroepsonderwijs 803 34410 1-1-2006 1-8-2007 Nederlandse universiteiten (openbare- en bijzondere univ.) 803 48730 1-1-2006 1-9-2007 Arbo Unie Nederland 851 4000 1-1-2005 1-5-2006 Universitair Medische Centra (UMC) (v/h: Academische. Zkh.) 851 57680 1-6-2005 1-6-2007 Huisartsenzorg (v/h doktersassistenten) 851 12500 1-5-2004 1-5-2005 Ziekenhuizen 851 185000 1-1-2006 1-2-2008 Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) 851 69600 1-1-2005 1-9-2006 Gehandicaptenzorg 853 120000 1-1-2005 1-4-2007 Jeugdzorg 853 26450 1-1-2006 1-5-2007 Kinderopvang 853 40630 1-1-2006 1-5-2007 Thuiszorg 853 157100 1-10-2006 1-10-2007 Verpleeg- en verzorgingstehuizen 853 207530 1-1-2006 1-1-2007 Welzijnswerk en maatschappelijke dienstverlening 853 70700 1-1-2006 1-5-2007 Holland Casino's 927 4600 1-1-2006 1-4-2008 Kappersbedrijf 930 21490 1-7-2002 1-7-2004

Totaal 5258320

(N= 122)

Page 52: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

iv

BIJLAGE II: RESULTATEN VAN HOOFDSTUK 2 NAAR ECONOMISCHE SECTOR Tabel II.1 Aantal cao’s met minstens één afspraak over voorlichting naar sector, % werknemers Economische sector Aantal cao’s

in de steekproef Aantal cao ’s

met minstens een bepaling over voorlichting

Aantal werknemers t.o.v.

alle werknemers in de cao ’s van de sector

(%) Landbouw en visserij 5 4 94% Industrie 21 11 29% Bouwnijverheid 4 3 63% Handel en horeca 29 10 39% Vervoer en communicatie 16 9 34% Zakelijke dienstverlening 19 10 79% Overige dienstverlening 28 4 6% Totaal 122 51 35% Tabel II.2 Aantal cao’s met minstens één afspraak over scholing naar sector, % werknemers Economische sector Aantal cao’s

in de steekproef Aantal cao ’s

met minstens een bepaling over

scholing

Aantal werknemers t.o.v.

alle werknemers in de cao ’s van de sector

(%) Landbouw en visserij 5 2 13% Industrie 21 4 13% Bouwnijverheid 4 2 54% Handel en horeca 29 9 35% Vervoer en communicatie 16 3 16% Zakelijke dienstverlening 19 3 36% Overige dienstverlening 28 1 5% Totaal 122 24 21% Tabel II.3 Aantal cao’s met minstens één afspraak over een (branche)loket naar sector, % werknemers Economische sector Aantal cao’s

in de steekproef Aantal cao ’s

met minstens een bepaling over

een (branche)loket

Aantal werknemers t.o.v.

alle werknemers in de cao ’s van de sector

(%) Landbouw en visserij 5 0 0% Industrie 21 1 8% Bouwnijverheid 4 1 51% Handel en horeca 29 8 15% Vervoer en communicatie 16 1 7% Zakelijke dienstverlening 19 0 0% Overige dienstverlening 28 0 0% Totaal 122 11 8%

Page 53: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

v

Tabel II.4 Aantal cao’s met minstens één afspraak over een studie/onderzoek naar sector , % werknemers binnen de sectoren Economische sector Aantal cao’s

in de steekproef Aantal cao ’s

met minstens een bepaling over

een studie/onderzoek

Aantal werknemers t.o.v.

alle werknemers in de cao ’s van de sector

( %) Landbouw en visserij 5 5 100% Industrie 21 6 15% Bouwnijverheid 4 0 0% Handel en horeca 29 13 36% Vervoer en communicatie 16 5 25% Zakelijke dienstverlening 19 5 18% Overige dienstverlening 28 5 35% Totaal 122 39 30% Tabel II.5 Aantal cao’s met minstens één afspraak over arbodienstverlening naar sector , % werknemers binnen de sectoren Economische sector Aantal cao’s

in de steekproef Aantal cao ’s

met minstens een bepaling over

arbodienstverlening

Aantal werknemers t.o.v.

alle werknemers in de cao ’s van de sector

( %) Landbouw en visserij 5 4 53% Industrie 21 6 39% Bouwnijverheid 4 3 97% Handel en horeca 29 12 34% Vervoer en communicatie 16 1 3% Zakelijke dienstverlening 19 7 15% Overige dienstverlening 28 9 35% Totaal 122 42 35% Tabel II.6 Aantal cao’s met minstens één afspraak over maatwerkregeling naar sector, % werknemers Economische sector Aantal cao’s

in de steekproef Aantal cao ’s

met minstens een bepaling over

een maatwerkregeling

Aantal werknemers t.o.v.

alle werknemers in de cao ’s van de sector

( %) Landbouw en visserij 5 1 8% Industrie 21 3 8% Bouwnijverheid 4 0 0% Handel en horeca 29 5 30% Vervoer en communicatie 16 1 3% Zakelijke dienstverlening 19 0 0% Overige dienstverlening 28 0 0% Totaal 122 10 7%

Page 54: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

vi

Tabel II.7 Aantal cao’s met minstens één afspraak over een preventiemedewerker naar sector, % werknemers Economische sector Aantal cao’s

in de steekproef Aantal cao ’s

met minstens een bepaling over

een preventiemedewerker

Aantal werknemers t.o.v.

alle werknemers in de cao ’s van de sector

( %)

Landbouw en visserij 5 0 0% Industrie 21 2 5% Bouwnijverheid 4 2 54% Handel en horeca 29 5 32% Vervoer en communicatie 16 1 7% Zakelijke dienstverlening 19 1 4% Overige dienstverlening 28 3 26% Totaal 122 14 21% Tabel II.8 Aantal cao’s met minstens één afspraak over fondsen naar sector, % werknemers Economische sector Aantal cao’s

in de steekproef Aantal cao ’s

met minstens een bepaling over

fondsen

Aantal werknemers t.o.v.

alle werknemers in de cao ’s van de sector

( %) Landbouw en visserij 5 5 100% Industrie 21 6 42% Bouwnijverheid 4 1 37% Handel en horeca 29 6 16% Vervoer en communicatie 16 2 17% Zakelijke dienstverlening 19 0 0% Overige dienstverlening 28 0 0% Totaal 122 20 17%

Page 55: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

vii

BIJLAGE III: RESULTATEN VAN HOOFDSTUK 3 NAAR ECONOMISCHE SECTOR Tabel III.1 Aantal cao’s met minstens één afspraak over een handicapvriendelijke omgevingbedrijfsgeneeskundige voorzieningen en PAGO naar sector

handicapvriendelijke werkomgeving

bedrijfsgeneeskundige voorzieningen

Pago

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

Landbouw en visserij 0 0 2 13 5 100 Industrie 7 11 8 40 6 11 Bouwnijverheid 0 0 2 60 3 68 Handel en horeca 1 2 12 19 9 19 Vervoer en communicatie 3 13 1 11 10 82 Zakelijke dienstverlening 0 0 2 4 6 9 Overige dienstverlening 4 23 7 27 13 56 Totaal 15 11 34 28 52 41

Tabel III.2 Aantal cao’s met minstens één afspraak over een model ri&e voor de branche naar

sector en over Plan van Aanpak voor de branche, % werknemers binnen de sectoren

Model ri&e voor de branche

Model Plan van Aanpak voor de branche

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

Landbouw en visserij 4 69 0 0 Industrie 4 15 0 0 Bouwnijverheid 2 12 0 0 Handel en horeca 9 52 2 4 Vervoer en communicatie 2 19 0 0 Zakelijke dienstverlening 1 2 2 5 Overige dienstverlening 5 38 5 38 Totaal 27 32 10 15

Tabel III.3 Aantal cao’s met minstens één afspraak over fysieke belasting, fysische factoren en

veiligheid/gevaarlijk werk naar sector, % werknemers binnen de sectoren

Fysieke belasting

Fysische factoren

Veiligheid/ Gevaarl. Werk

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

Landbouw en visserij 1 8 2 55 5 100 Industrie 4 15 7 36 10 46 Bouwnijverheid 3 63 4 100 4 100 Handel en horeca 6 10 4 29 14 29 Vervoer en communicatie 3 12 2 9 10 47 Zakelijke dienstverlening 12 54 0 0 5 39 Overige dienstverlening 7 38 2 2 6 13 Totaal 36 30 21 21 54 36

Page 56: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

viii

Tabel III.4 Aantal cao’s met minstens één afspraak over gevaarlijke stoffen, biologische agentia

en psychosociale arbeidsbelasting naar sector, % werknemers binnen de sectoren

Gevaarlijke stoffen

Biologische agentia

Psychosoc. arbeidsbelasting

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

Landbouw en visserij 5 100 0 0 0 0 Industrie 4 25 0 0 9 39 Bouwnijverheid 4 100 0 0 1 51 Handel en horeca 2 5 0 0 16 45 Vervoer en communicatie 1 7 0 0 3 8 Zakelijke dienstverlening 0 0 1 26 11 51 Overige dienstverlening 1 1 0 0 17 72 Totaal 17 17 1 4 57 50

Tabel III.5 Aantal cao’s met minstens één afspraak over ongewenste omgangsvormen, leefstijl en

gezondheid en zwangere werkneemsters naar sector, % werknemers binnen de sectoren

ongewenste omgangsvormen

leefstijl en gezondheid

zwangere werkneemsters

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. Werkn.

Landbouw en visserij 4 94 0 0 0 0 Industrie 12 84 1 2 0 0 Bouwnijverheid 2 88 1 3 1 9 Handel en horeca 21 58 5 9 2 4 Vervoer en communicatie 8 24 9 80 2 13 Zakelijke dienstverlening 13 84 2 8 0 0 Overige dienstverlening 18 82 3 3 1 1 Totaal 78 75 21 10 5 3

Tabel III.6 Aantal cao’s met afspraken over andere arbeidsrisico’s naar sector: op hoofdniveau

en t.a.v. ouderen, % werknemers binnen de sectoren

pas bevallen/ borstvoeding

andere arb. risico’s op hoofdniveau

andere arb. risico’s (ouderen)

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. Werkn.

Landbouw en visserij 0 0 4 53 3 44 Industrie 0 0 20 98 17 91 Bouwnijverheid 1 9 4 100 1 37 Handel en horeca 0 0 27 73 16 40 Vervoer en communicatie 0 0 13 88 10 78 Zakelijke dienstverlening 0 0 13 53 8 21 Overige dienstverlening 1 1 24 80 9 49 Totaal 2 1 105 79 64 50

Page 57: PREVENTIE EN ZIEKTEVERZUIM 2006

Preventie en Ziekteverzuim 2006

ix

Tabel III.7 Aantal cao’s met afspraken over andere arbeidsrisico’s naar sector: t.a.v. jongeren en

van de veiligheid/gezondheid in het algemeen, % werknemers binnen de sectoren andere arb. risico’s (jongeren) andere arb. risico’s (veiligh. prev. alg.)

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

Landbouw en visserij 2 16 1 31 Industrie 7 63 9 42 Bouwnijverheid 3 97 1 37 Handel en horeca 5 19 14 54 Vervoer en communicatie 2 14 8 28 Zakelijke dienstverlening 0 0 4 29 Overige dienstverlening 1 5 10 31 Totaal 20 21 47 37

Tabel III.8 Aantal cao’s met afspraken over aanpak van arbeidsrisico’s in de ri&e en in het Plan

van Aanpak, % werknemers binnen de sectoren

aanpak arbeidsrisico’s in de ri&e

aanpak van arbeidsrisico’s in het plan van aanpak

aantal cao's

perc. werkn.

aantal cao's

perc. werkn.

Landbouw en visserij 0 0 0 0 Industrie 1 5 0 0 Bouwnijverheid 0 0 1 51 Handel en horeca 11 16 6 11 Vervoer en communicatie 0 0 1 7 Zakelijke dienstverlening 3 11 2 8 Overige dienstverlening 6 38 5 28 Totaal 21 19 15 17