operatieoverlijdens in europa dubbel zo groot als gedacht

1
wetenschap nieuws 29 tekst jenneke van de Streek Operatieoverlijdens in Europa dubbel zo groot als gedacht Afwijkende genactiviteit link obesitas en prostaatkanker Obesitas bevordert de ontwikkeling van prostaatkanker door een veran- dering van de genactiviteit in het vetweefsel rondom de prostaat. Dat blijkt uit onderzoek van een internationaal onderzoeksteam dat is gepu- bliceerd in BMC Medicine. De onderzoekers van de Clinical Unversitaria Navarra in Pamplona in Spanje, analyseerden bij mannen met een benigne prostaathyperplasie (BPH) of een (gemetastaseerde) prostaatkanker de genactiviteit in het vet- weefsel rondom de verwijderde prostaat. Ze verdeelden de mannen in een groep met een normaal gewicht en een groep met overgewicht en obesi- tas. De genactiviteit in het vetweefsel van de mannen in de groepen ver- schilde. Het betrof een heel scala aan genen: genen die codeerden voor eiwitten die betrokken zijn bij immuniteit, ontstekingsreacties, celgroei en celproliferatie, vetmetabolisme en geprogrammeerde celdood. Ook was de genactiviteit anders bij mannen met BPH en prostaatkanker en bij mannen met prostaatkanker en gevorderde prostaatkanker. Dit wees op een gelei- delijk toenemende dysregulatie met de tumorprogressie. Meer zwangerschapscomplicaties bij preterm geboren vrouw Een vrouw die prematuur is geboren, heeft een twee keer zo groot risico op zwangerschaps- complicaties tijdens haar eigen zwangerschap als vrouwen die niet prematuur zijn geboren. Dat risico is onafhankelijk van haar geboortege- wicht voor de zwangerschapsduur en andere factoren die zwangerschapsgerelateerde com- plicaties beïnvloeden. Het onderzoek is van het Mother & Child University Hospital Center in Montreal. Volgens de onderzoekers is meer kennis van dit gezondheidsrisico van belang omdat de afgelo- pen drie decennia de overleving van preterm geboren baby’s sterk is verbeterd. De onderzoekers vergeleken de zwangerschap- pen van vrouwen die zelf tussen 1976 en 1995 preterm of aterm zijn geboren en tussen 1987 en 2008 minimaal een kind hebben gekregen. De onderzoeksgroep bestond uit 7405 preterm geboren vrouwen, de controlegroep bevatte dubbel zoveel aterm geboren vrouwen. Een op de tien moeders die op tijd was geboren, kreeg complicaties tijdens de eigen zwangerschap. Van de vrouwen die geboren zijn uit een zwan- gerschap die korter dan 32 weken duurde, had een op de vijf een gecompliceerde zwanger- schap. Het risico op complicaties wordt groter naarmate de geboorte van de moeder meer pre- matuur was. Het aantal patiënten dat in 28 Europese landen overlijdt na een niet-cardiochirurgische operatie is met 4 procent ruim twee keer zo hoog als de verwachting. Neder- land staat met 2 procent op de vijfde plaats. Bijna driekwart van de overleden patiënten is na de operatie niet op een intensive care geweest. Dat blijkt uit een dwarsdoorsnede onderzoek waarbij sterfgevallen na operaties en opnames op de inten- sive care geïnventariseerd zijn. Het onderzoek is gepubliceerd in het themanummer chirurgie van The Lancet. Bij het onderzoek onder leiding van Rupert Pearse van Queen Mary Uni- versity in London, zijn gedurende een willekeurige week in de maand april in het jaar 2011 de sterftes en de opnames op de intensive care van niet-cardiochirurgische patiën- ten geregistreerd. Het onderzoek vond plaats in 28 Europese landen, in 500 ziekenhuizen en bij in totaal 46.000 operatiepatiënten. In Nederland zijn 1627 patiënten bij het onderzoek betrokken. Het gemiddelde sterftepercentage is 3,6. De verschillen tussen de Europese landen zijn fors. IJsland heeft met 1,2 procent het gunstig- ste sterftecijfer, Estland en Noor- wegen volgen met 1,5 procent, Zweden met 1,8 procent en Neder- land, Zwitserland en Finland met 2,0 procent. De hoogste sterfteper- centages zijn gevonden in Letland, 21,7 procent, Polen, 17,9 procent en Slowakije met 11,2 procent. In de overige landen liggen de per- centages tussen 2,2 en 7,4. Gemiddeld werd 8 procent van de patiënten na de operatie opgeno- men op een intensivecareafdeling. In Nederland bedraagt dat percen- tage 7,7, achtste in de rangorde van de 28 Europese landen en ver- gelijkbaar met Zwitserland en Ier- land. Roemenië loopt hier op kop met 16,1 procent doorgang naar de intensieve zorg, gevolgd door Spanje met 12,5 procent door- schuifpatiënten. Vanwege de grote internationale verschillen pleiten de onderzoe- kers voor nationale en internatio- nale strategieën om de zorg voor operatiepatiënten te verbeteren. Lees meer op mednet.nl

Post on 08-Dec-2016

213 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

wetenschap nieuws  29 tekst jenneke van de Streek

Operatieoverlijdens in Europa dubbel zo groot als gedacht

Afwijkende genactiviteit link obesitas en prostaatkankerObesitas bevordert de ontwikkeling van prostaatkanker door een veran­dering van de genactiviteit in het vetweefsel rondom de prostaat. Dat blijkt uit onderzoek van een internationaal onderzoeksteam dat is gepu­bliceerd in BMC Medicine.

De onderzoekers van de Clinical Unversitaria Navarra in Pamplona in Spanje, analyseerden bij mannen met een benigne prostaathyperplasie (BPH) of een (gemetastaseerde) prostaatkanker de genactiviteit in het vet-weefsel rondom de verwijderde prostaat. Ze verdeelden de mannen in een groep met een normaal gewicht en een groep met overgewicht en obesi-tas. De genactiviteit in het vetweefsel van de mannen in de groepen ver-schilde. Het betrof een heel scala aan genen: genen die codeerden voor eiwitten die betrokken zijn bij immuniteit, ontstekingsreacties, celgroei en celproliferatie, vetmetabolisme en geprogrammeerde celdood. Ook was de genactiviteit anders bij mannen met BPH en prostaatkanker en bij mannen met prostaatkanker en gevorderde prostaatkanker. Dit wees op een gelei-delijk toenemende dysregulatie met de tumorprogressie.

Meer zwangerschapscomplicaties bij preterm geboren vrouwEen vrouw die prematuur is geboren, heeft een twee keer zo groot risico op zwangerschaps­complicaties tijdens haar eigen zwangerschap als vrouwen die niet prematuur zijn geboren. Dat risico is onafhankelijk van haar geboortege­wicht voor de zwangerschapsduur en andere factoren die zwangerschapsgerelateerde com­plicaties beïnvloeden. Het onderzoek is van het Mother & Child University Hospital Center in Montreal.

Volgens de onderzoekers is meer kennis van dit gezondheidsrisico van belang omdat de afgelo-pen drie decennia de overleving van preterm geboren baby’s sterk is verbeterd. De onderzoekers vergeleken de zwangerschap-pen van vrouwen die zelf tussen 1976 en 1995 preterm of aterm zijn geboren en tussen 1987 en 2008 minimaal een kind hebben gekregen. De onderzoeksgroep bestond uit 7405 preterm geboren vrouwen, de controlegroep bevatte

dubbel zoveel aterm geboren vrouwen. Een op de tien moeders die op tijd was geboren, kreeg complicaties tijdens de eigen zwangerschap. Van de vrouwen die geboren zijn uit een zwan-gerschap die korter dan 32 weken duurde, had een op de vijf een gecompliceerde zwanger-schap. Het risico op complicaties wordt groter naarmate de geboorte van de moeder meer pre-matuur was.

Het aantal patiënten dat in 28 Europese landen overlijdt na een niet­cardiochirurgische operatie is met 4 procent ruim twee keer zo hoog als de verwachting. neder­land staat met 2 procent op de vijfde plaats.

Bijna driekwart van de overleden patiënten is na de operatie niet op een intensive care geweest. Dat blijkt uit een dwarsdoorsnede onderzoek waarbij sterfgevallen na operaties en opnames op de inten-sive care geïnventariseerd zijn. Het onderzoek is gepubliceerd in het themanummer chirurgie van The Lancet. Bij het onderzoek onder leiding van Rupert Pearse van Queen Mary Uni-versity in London, zijn gedurende een willekeurige week in de maand april in het jaar 2011 de sterftes en de opnames op de intensive care van niet-cardiochirurgische patiën-ten geregistreerd. Het onderzoek vond plaats in 28 Europese landen, in 500 ziekenhuizen en bij in totaal 46.000 operatiepatiënten. In Nederland zijn 1627 patiënten bij het onderzoek betrokken.Het gemiddelde sterftepercentage

is 3,6. De verschillen tussen de Europese landen zijn fors. IJsland heeft met 1,2 procent het gunstig-ste sterftecijfer, Estland en Noor-wegen volgen met 1,5 procent, Zweden met 1,8 procent en Neder-land, Zwitserland en Finland met 2,0 procent. De hoogste sterfteper-centages zijn gevonden in Letland, 21,7 procent, Polen, 17,9 procent en Slowakije met 11,2 procent. In de overige landen liggen de per-centages tussen 2,2 en 7,4.Gemiddeld werd 8 procent van de patiënten na de operatie opgeno-men op een intensivecareafdeling. In Nederland bedraagt dat percen-tage 7,7, achtste in de rangorde van de 28 Europese landen en ver-gelijkbaar met Zwitserland en Ier-land. Roemenië loopt hier op kop met 16,1 procent doorgang naar de intensieve zorg, gevolgd door Spanje met 12,5 procent door-schuifpatiënten.Vanwege de grote internationale verschillen pleiten de onderzoe-kers voor nationale en internatio-nale strategieën om de zorg voor operatiepatiënten te verbeteren.

Lees meer op mednet.nl