nva jaarverslag 2015

34
over het vak en vakgenoten JAARVERSLAG 2015 Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie

Upload: nva-anesthesiologie

Post on 29-Jul-2016

238 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

NVA jaarverslag 2015

TRANSCRIPT

over het vak en vakgenoten

JAARVERSLAG

2015

Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie

VOORWOORD 4

Ontwikkeling van het vak 6Patiëntuitkomsten in de pijngeneeskunde 7Wat levert een structurele postoperatieve visite door de anesthesioloog op 7Kwaliteitsvisitaties: toetsing en verbetering houdt ons scherp 8 Richtlijnen: focus op actualiseren 9 Nieuwe complicatieregistratie gericht op zorguitkomst voor de patiënt 11

Professionalisering specialist 121314 15

Cursussen en examens anesthesiologie Herziening opleidingseisen anesthesiologie Simulatieonderwijs krijgt vaste plaats in opleiding en loopbaan Bij- en nascholing NVA 16

Organisatie en praktijkvoering 181920 21

De MinT-studie: praktijk en politiek Wie beïnvloedt en bepaalt het aantal opleidingsplaatsen? Pensioenaftopping: akkoord UMC’s, lokale verschillen algemene ziekenhuizenNieuwe cao universitair medische centra 21

Voorlichting, publiek, media 22Anesthesiologie in de media 23Voorlichting en advies 24

De NVA als vereniging 2626 2829303133

Het DNA van de NVA Het organogram Allianties en samenwerking, nationaal en internationaal NVA Nieuws Wetenschappelijke prijzen NVA missie en visie aangescherpt Zichtbaar Deskundig: strategisch plan 2016-2018 33

Inho

ud

2

is bij uitstek een teamspeler die als spil in een anesthesiologisch zorgteam met verschillende deskundigheden zorgt voor de juiste zorg, op de juiste plek, op het juiste moment. Het vastleggen van deskundigheden, maar ook van de uitkomsten van anesthesiologische zorg, geeft inzicht in de waarde van de individuele anesthesioloog in het anesthesiologische team.

De anesthesioloog

3

Je bent nu bijna twee jaar voorzitter van de NVA. Hoe gaat het je af?Het is niet altijd even makkelijk geweest. Als kersverse voorzitter werd ik direct geconfronteerd met onderwerpen als taakherschik-king en -verschuiving, de IC Richtlijn en de toetreding tot de Federatie Medisch Specialisten. Dit heeft tot flinke discussies geleid, waarbij we zo goed mogelijk ieders belangen hebben afgewogen. Samen met de Ledenraad zijn we tot besluiten ge-komen, waarbij het strategisch plan ons uitgangspunt is. De strategie hebben we met z’n allen gemaakt en bekrachtigd, waarbij we ons steeds afvragen of het eindresultaat ten goede komt aan de beroepsgroep als geheel. Makkelijker gezegd dan gedaan.

Daarnaast kwam ik uit het bestuur dat de organisatiestructuur van de NVA had getransformeerd. Zij hadden een moeilijke taak tot stand gebracht en ik moest dat met nieuwe bestuurders overeind

zien te houden in een periode van elkaar leren kennen en politiek moeilijke hoofdstukken. Dat is niet zonder slag- of stoot gegaan: twee bestuursleden hebben het bestuur om persoonlijke redenen vroegtijdig verlaten en de relatie tussen bestuur en Ledenraad heeft flink onder druk gestaan. Na enkele gesprekken en met het nieuwe strategisch plan als basis hebben we inmiddels goede afspraken gemaakt om constructief verder te gaan. Ik geloof in deze structuur, waarbij de leden zowel de koers als de inhoud bepalen en het bestuur zorgt dat koers wordt gehouden. De uiteindelijke resultaten die we opleveren, goedgekeurd door de Ledenraad, zijn elke keer weer een kroon op alle inspanningen van de leden die zich voor een bepaald project hebben ingezet. Daarbij ben ik trots dat de financiële positie van de vereniging ten opzichte van een aantal jaren geleden weer gezond is, en dat we dankzij een strak financieel beleid ook in 2017 een contributie teruggaaf kunnen doen.

VOORWOORD

4

Als voorzitter, hoe probeer je de ruim 2300 leden bij elkaar te brengen?De gemene deler is altijd wel te vinden op de Anesthesiologen-dagen! Daar buiten voelen de leden zich wisselend betrokken bij diverse onderwerpen. Bij elkaar brengen van leden hoeft wat mij betreft niet per se te betekenen dat je het altijd met elkaar eens bent of gaat worden. Belangrijker vind ik dat leden laten horen wat ze van een bepaald onderwerp vinden. Dat gebeurde onder meer tijdens de Anesthesiologendagen, maar ik was ook heel enthousiast over de zomersessies waarin leden een bijdrage konden leveren aan ons nieuwe strategisch plan. Betrokkenheid van leden is ook daarin heel waardevol.

Wat zijn voor jou belangrijke ontwikkelingen waar we op moe-ten anticiperen de komende tijd? Ons strategisch plan Zichtbaar deskundig is daar eigenlijk heel duidelijk in. Iedere arts en dus ook de anesthesioloog heeft de in-tentie om zijn werk goed te doen. De vraag is echter: hoe goed doen we het eigenlijk? Het is echt tijd dat we aantonen dat we op bepaalde medische terreinen de expert zijn. Dus niet overal maar de anesthesiologische vlag plaatsen omdat je vindt dat dat anesthesiologisch domein is, maar omdat we de enige en de juiste zijn die ergens een vlag kunnen plaatsen. Ofwel: Show that We Matter. Maar ook: Show that We are Able. En wat vindt de

patiënt eigenlijk van onze zorg? In datzelfde licht kan je ook onze samenwerking zien met anesthesiemedewerkers, verpleegkundig specialisten en physician assistants. Samen werken aan anesthesiologische zorg met als uitgangspunt de juiste persoon voor de juiste zorg. Dat betekent ook samen kwaliteitsbeleid maken, zowel voor de patiëntenzorg als voor de opleidingen. Ik ben ook trots dat we na jaren filosoferen een anonieme landelijke complicatie database gaan opzetten. Een kans om te spiegelen en om als anesthesiologen onze complicatie rates te verlagen

Wat is je ambitie?Ambitie is volgens Wikipedia eerzucht, dorst naar roem. Dat is zeker niet waarom ik het voorzitterschap op me heb genomen. De positieve vertaling is: streven naar een bepaald doel of een taak of functie beter uitoefenen. Ik vind het belangrijk dat onze vereniging een smoel heeft, dat het bestuur zichtbaar is en zich uitspreekt. Voor de buitenwereld is dat niet moeilijk te realiseren maar daarnaast zouden de leden mij en mijn collega bestuursleden ook makkelijker moeten weten te vinden. Op de komende Anesthesiologendagen zal ik weer ‘ouderwets’ een plenaire sessie houden op de donderdagochtend, gevolgd door een interactief deel samen met de Ledenraad. Dus schroom niet om mij of een van de bestuurs- of raadsleden aan te spreken en vertel ons uw mening!

5

Goede anesthesiologische zorg is veilig, doeltreffend, doelmatig, patiëntgericht, tijdig en toegankelijk. Als anesthesiologen weten we als geen ander wat goede anesthesiologische zorg is. Daarom bepalen we als beroepsgroep zelf de normen en stellen we zelf toet-singskaders op die we structureel evalueren. Inmiddels zijn er richt-lijnen en normen voor alle deskundigheidsgebieden, waardoor onze prioriteit nu vooral ligt bij het actualiseren en implementeren van deze richtlijnen en normen.

De resultaten van goede anesthesiologische zorg moeten we zicht-baar maken: het aantonen van onze bijdrage aan zorguitkomsten wordt steeds belangrijker. Daarbij is een goede kwaliteitsregistratie essentieel.

Ontwikkeling van het vak Kwaliteit en wetenschap

Als anesthesiologen weten we als geen ander wat goede anesthesiologische zorg is.

Patiënten weten steeds vaker hun weg te vinden naar informatie over soorten behandelingen en goede zorg. Anesthesiologen in-formeren patiënten zorgvuldig en bepalen, in afstemming met de patiënt, wat de beste keuze is. Om samen beslissen te ondersteu-nen, komen er in 2016 keuzehulpen beschikbaar.

Tegelijkertijd maken we ons zorgen over de toenemende registra-tielast en de wildgroei aan registratiesystemen. Daarom staan wij voor een kwaliteitsregistratie zonder dubbele registratielast.

6

In 2016 start het multicenter-onderzoek Routine posTsuRgical Anesthesia visit to improve patient outComE (TRACE). In 2015 zijn alle voorbereidingen getroffen voor dit onderzoek naar de postoperatieve visite door de anesthesioloog en is de financiering geregeld. De TRACE-studie onderzoekt of het introduceren van een routinematig postoperatief bezoek leidt tot een reductie in de postoperatieve 30-dagen-mortaliteit.

Het TRACE-onderzoek komt voort uit het project Stimuleer Effectieve en Elimineer Niet-Effectieve Zorg (SEENEZ) waar zes wetenschappelijke verenigingen aan deel-namen. Men inventariseerde richtlijnen, raadpleegde leden en identificeerde zo een lijst van ‘kennislacunes’. Voor de anesthesiologie bleek de kennislacune met de hoogste prioriteit de routinematige postoperatieve visite.

Postoperatieve complicaties geven een verhoogde kans op overlijden na een chirurgische ingreep. Het vroegtijdig herkennen en behandelen van vitale ver-storingen kan postoperatieve complicaties voorkomen en daarmee het risico op overlijden na een operatie verkleinen. De anesthesioloog is dé deskundige voor een routinematige follow-up van patiënten in het postoperatieve traject. De inter-ventie moet leiden tot een kostenbesparing door een vermindering van het aantal complicaties, wat een positief effect heeft op de kwaliteit van leven en de quality-adjusted life years.

Patiënten, overheid en zorgverzekeraars verwachten van ons dat we onze presta-ties als anesthesioloog-pijnspecialisten zichtbaar maken. Tevens willen we voor-komen dat we opnieuw in een ‘MinT-scenario’ terechtkomen (meer over de MinT-studie leest u onder Organisatie en praktijkvoering in dit jaarverslag). Daarom is een dataset opgesteld waarin zowel de zorginhoudelijke als de uitkomstparame-ters worden vastgelegd, door respectievelijk de behandelaars en de patiënten. De data over de behandeling kunnen uit het bestaande ziekenhuissysteem gefilterd worden, zodat we dubbele registratie voorkomen. Een aantal ziekenhui-zen heeft deze dataset al geïmplementeerd. Een van de doelstellingen voor 2016 is dat de kwaliteitsregistratie operationeel is in minimaal vijftig procent van alle pijnklinieken zodat benchmarking mogelijk wordt.

De anesthesioloog is dé deskundige voor een routinematige follow-up van patiënten in het postoperatieve traject.

Wat levert een structurele postoperatieve visite door de anesthesioloog op?

Patiëntuitkomsten in de pijngeneeskunde

7

Door middel van visitaties evalueren we structureel de inhoud van de anesthesio-logische zorg. Daarbij wordt zowel het perspectief van de patiënt belicht, als het professioneel functioneren van de vakgroep/maatschap. De toetsing vindt plaats op basis van beroepsnormen. Deze zijn in 2015 uitgebreid met beroepsnormen voor de pijngeneeskunde en cardio-anesthesiologie. Rechts vindt u de aantallen kwaliteitsvisitaties uitgevoerd in 2015 en onderstaand een schematische toelich-ting op het visitatieproces.

Kwaliteitsvisitaties: toetsing en verbetering houdt ons scherp

Kwaliteitsvisitatietrajectfiguur 1: aantal kwaliteitsvisitaties 2015 per type zorginstelling

iguur 2: schematische weergave visitatieproces

Aantal kwaliteitsvisitaties 20151e kwrt

2e kwrt

3e kwrt

Aanvraag via website NVA

Aanleveren gegevens

Conceptrapport

Definitief rapport

Eventueel ver-volgtraject

VisitatieFormeren visitatie-commissie ad hoc +

in overleg vaststellen definitieve datum

167

2Academisch ziekenhuis

AlgemeenZiekenhuis

ZBC

8

Richtlijnen: focus op actualiseren

Pijn bij kanker De palliatieve zorg is onderdeel van het takenpakket van de anesthesioloog-pijnspecialist. De NVA heeft dan ook het initiatief genomen één richtlijn Pijn bij kanker te ontwikkelen, ter vervanging van de evidencebased richtlijn Diagnostiek en behandeling van pijn bij patiënten met kanker 2008 en de consensusbased richtlijn rond palliatieve zorg Pijn 2.0. De definitieve richtlijn is in juni 2016 beschikbaar.

Intensive CareDe geactualiseerde richtlijn IC is in het voorjaar van 2015 opgeleverd en geauto-riseerd door de Nederlandse Internisten Vereniging en het bestuur van de NVA, in overleg met de sectie IC en de commissie richtlijnen & indicatoren. Een meerderheid van de leden van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care kon niet instemmen met de nieuwe richtlijn. Het Zorginstituut Nederland heeft daarop aangegeven de regie over te nemen en stelt het volgende:

“Ondanks dat de betrokken partijen de nieuwe richtlijn IC niet collectief hebben omarmd, is men het over de uitgangspunten en grote lijnen van de richtlijn wel met elkaar eens. Het is de gedetailleerde uitwerking van de aanbevelingen in de richtlijn die tot discussie leidt. De richtlijn wordt gezien als een landelijk vastge-stelde blauwdruk die te weinig ruimte laat voor een regionale invulling van de aanbevelingen; toesnijden van de richtlijn op de specifieke situatie in een regio is daardoor moeilijk.”

De Adviescommissie Kwaliteit (ACK) van het Zorginstituut sprak met alle betrokken partijen en diverse deskundigen en stelde vast dat juist voor de mate van detail van de voorliggende richtlijn IC een beperkte wetenschappelijke onderbouwing aanwezig is. Daarom richt de aanpak van de ACK zich in eerste instantie op het omvormen van de conceptrichtlijn uit 2015 tot een kwaliteits-standaard IC. Na een consultatie van de betrokken partijen zal de ACK de kwaliteitsstandaard vaststellen.

Neuraxisblokkade en antistollingDe richtlijn uit 2004 beperkte zich tot de behandeling van de neuraxisblokkade die subarachnoïdale en epidurale anesthesie omvat. De komst van nieuwe (directe) orale antistollingsmiddelen (anticoagulantie) én de verschuiving binnen het vakgebied naar het vaker toepassen van locoregionale zenuwblokkades en een breed scala aan invasieve zenuwblokkades, maakte herziening van de oude richtlijn noodzakelijk.

Richtlijn bloedtransfusieIn 2015 zijn de voorbereidingen getroffen voor herziening van de richtlijn bloedtransfusie, in samenwerking met de Nederlandse Intensivisten Vereniging en Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde/Vereniging artsen labatoriumdiagnostiek.

9

Eén nieuwe richtlijn: Anesthesie bij kinderen Wat goede anesthesiologische zorg is bij kinderen, is vastgelegd in een nieuwe richtlijn Anesthesie bij kinderen. In 2015 is de conceptrichtlijn voorgelegd aan de leden en beschikbaar gesteld voor commentaar. Naast de richtlijn worden momenteel beroepsnormen en een deskundigheidsprofiel opgesteld voor kinderanesthesiologie.

Home / Kwaliteit / RichtlijnenHet richtlijnen overzicht op de website wordt bijgewerkt als de status van een richtlijn verandert of als een nieuwe richtlijn wordt toegevoegd. Conceptricht-lijnen kunnen alleen worden ingezien na inloggen.

- Signaleren van pijn bij mensen met een verstandelijke beperkingVerpleegkundigen en verzorgenden Nederland

- Eerste opvang van brandwondpatiënten in de acute fase (eerste 24 uur) van verbranding en verwijzing naar een brandwondencentrum

Nederlandse Brandwonden Stichting

- Richtlijnmodule Diabetes Mellitus; Perioperatief en hospital careNederlandse Intensivisten Vereniging

- Hallux valgusNederlandse Orthopaedische Vereniging

- WervelmetastasenLandelijke Werkgroep Neuro-oncologie/Intergraal kankercentrum Nederland

Autorisaties richtlijnen op initiatief andere wetenschappelijke verenigingen

10

De meeste ziekenhuizen gebruiken op dit moment de complicatielijst uit 2008 voor de registratie en het bespreken van complicaties. Deze lijst bevat voorname-lijk fysiologische parameters, die uiteindelijk te weinig inzicht geven in de feitelijke zorguitkomst voor de patiënt. Daarom is een nieuwe complicatieregistratie ont-wikkeld, gericht op de zorguitkomst voor de patiënt, en daarmee op (blijvende) schade en near-misses. Binnen de nieuwe complicatieregistratie is het mogelijk om op landelijk niveau melding te maken, waardoor experts ook landelijk terug-koppeling kunnen geven op casussen die van algemeen belang kunnen zijn.

In 2015 is de NVA gestart met een pilot in zes ziekenhuizen. Voor de beoordeling zijn expertgroepen opgezet, waaronder cardio-, kinder- en obstetrische anesthe-siologie, intensive care en pijngeneeskunde. Meldingen worden geanonimiseerd opgeslagen en als volgt beoordeeld:

Nieuwe complicatieregistratie gericht op zorguitkomst voor de patiënt

1 Beoordeling van de ernst van de schade en inschatting van kans op herhaling.

2 Indien wenselijk/noodzakelijk, het verkrijgen van ‘expert opinion’ op de melding.

3 Terugkoppelen van de beoordeling aan de melder.4 Het beschikbaar maken van de geanonimiseerde casuïstiek eventueel

gecombineerd met de reactie van experts.

In 2016 is de nieuwe complicatieregistratie landelijk beschikbaar.

11

Professionalisering specialistOpleiding, nascholing en intercollegiale overdracht van kennis en ervaring

De NVA faciliteert en organiseert een groot deel van de opleiding anesthesiologie. Ook na de opleiding blijft het delen van kennis en ervaringen tijdens onder meer bij- en nascholing belangrijk. In 2015 organiseerde de NVA weer diverse congressen en bij- en nascholingsactiviteiten. Naast het opdoen van theoretische kennis is er steeds meer aandacht voor praktijktraining, zoals simulatieonderwijs.

12

De EDAIC-cursusDe EDAIC-cursus sluit aan op de Europese examens en is verplicht voor tweede- en derdejaars aios. De cursus wordt tweemaal per jaar georganiseerd en duurt twee dagen (inclusief een kort avondprogramma). Het programma start met een bespreking van multiple choice vragen - zoals die ook tijdens de Europese exa-mens kunnen worden gesteld - over onderwerpen die later in het programma terugkomen. Het verdere programma bestaat uit interactieve lezingen, casusbe-sprekingen en State of the Art Lectures.

De NVA-cursusDe NVA-cursus bereidt vierde- en vijfdejaars aios voor op het mondelinge NVA-examen waarbij naast het toetsen van kennis met name het goed beargumen-teren van keuzes centraal staat. Het programma van de NVA-cursus bestaat uit probleemgerichte sessies waarbij aios in groepjes een (eerder toegestuurde) casus uitwerken en presenteren aan de andere cursisten. Later op de dag staan er zogenoemde pro-con-discussies op het programma.

De E-cursusDe E-cursus behandelt onderwerpen die van belang zijn voor de bijna afgestu-deerde anesthesiologen en jonge klaren, zoals financiering van zorg en juridische aspecten van het werk als medisch specialist. De E-cursus wordt zoveel mogelijk aangepast aan de actualiteit. Zo stond in 2015 het onderwerp ‘Ziekenhuis en Medische Staf Bedrijf: stand van zaken 2015’ op het programma. Het programma bevat daarnaast ieder jaar praktische onderwerpen zoals tips en tricks bij het solliciteren.

ExamensHet Europese specialisten examen kan twee keer per jaar gevolgd worden: als online-examen in het voorjaar (Online In Training Assessment) en als schriftelijk examen in het najaar de European Diploma in Anaesthesiology and Intensive Care waarbij het laatste dan ook meetelt als eerste gedeelte van het Europees diploma.

januariE-cursus

EDAIC-cursus

NVA-cursus

NVA-examen

NVA-examen

EDAIC-cursus

NVA-cursus

46

39

42

50

Aantal deelnemers per examen en cursus in 2015

43

66

86

#

maart

mei

september

november

juni

Cursussen en examens anesthesiologie

figuur 3: overzicht van de cursussen en examens in 2015 per maand

13

Herziening opleidingseisen anesthesiologie

AanleidingIn 2015 is een eerste aanzet gemaakt voor het herzien van de opleidingseisen. Waarom is het nodig deze eisen aan te passen? Redenen zijn onder meer:- Het profileren van de anesthesioloog als perioperatief specialist- Het verbeteren van de postoperatieve positionering van de anesthesioloog - Het incorporeren van de fellowships pijngeneeskunde en intensive care - Meer mogelijkheid de opleiding aan te passen aan de competenties van de aios

EPA’s als bouwstenenDe nieuwe manier van opleiden wordt nog meer competentiegericht. Om deze competentiegerichtheid vorm te geven, wordt de opleiding opgebouwd uit Entrustable Professional Activities (EPA’s). Deze EPA’s zijn bouwstenen die de verbinding vormen tussen competenties en de klinische praktijk.

anesthesioloog- perioperatief

specialist

anesthesioloog- pijnspecialist

anesthesioloog-intensivist

perioperatief algemeenCommun Trunk (IC, Pijn, perioperatief)

verdiepingsstage waaronder

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

Registratie Anesthesioloog

Huidige opleiding Toekomstige opleiding

Registratie Anesthesioloog

Aantal opleidingsziekenhuizen: 32 waarvan 9 klinieken met een volledige erkenningAantal opleidingsvisitaties in 2015: 10

intensive Care

pijnstage

PGIC

iguur 4: schematische weergave huidige versus toekomstige opleiding anesthesiologie

14

Simulatieonderwijs krijgt een vaste plaats in opleiding én loopbaan

Het regelmatig trainen van technische- en teamvaardigheden draagt enorm bij aan patiëntveiligheid. Anesthesiologen lopen hierin voorop en geven simulatieon-derwijs dan ook een vaste plek in opleiding én loopbaan. Op dit moment zijn er acht simulatiecentra in Nederland: Amsterdam VUmc, Arnhem, Groningen, Lei-den, Maastricht, METS center (Utrecht, Nieuwegein, Amsterdam AMC), Nijmegen en Rotterdam. Deze centra kunnen samen naar schatting zo’n 720 dagen simulatie-onderwijs per jaar realiseren, voldoende om alle aios anesthesiologie simulatieon-derwijs te laten volgen en te streven naar deelname van alle anesthesiologen een-maal in de vijf jaar.

15

De titel van de Pijndagen 2015 was ‘Pas-sende zorg als norm, one size fits all?’. Prof. dr. Lieven Annemans, hoogleraar gezondheidseconomie en auteur van het boek: De prijs voor uw gezondheid, Is onze gezondheidszorg in gevaar? was uitgenodigd als keynote speaker. De pijndagen organiseert de NVA samen met de Belgische collega’s van de Vlaamse Anesthesiologische Vereniging voor Pijnbestrijding.

In 2015 was het de beurt aan de Belgische collega’s van de Belgian Asso-ciation for Regional Anesthesia om de Refresher course obstetrie te organise-ren. Het thema was normale en patho-logische zwangerschap.

Het thema van de Adagen 2015 was doemscenario’s. Het thema sprak dui-delijk tot de verbeelding aangezien veel secties en commissies bij het onder-werp aansloten. Verder kregen ook ac-tuele onderwerpen zoals taakherschik-king de ruimte in het programma.

Pijndagen

Refresher course obstetrische anesthesiologie

Anesthesiologendagen

januari meiapril

Bij- en nascholing NVA

De Vermeulen Cranch lezing: Het onzichtbare begin van het

einde. Voorgedragen door Jan Klein

State of the Art: Anesthesie & kan-ker, de rol van Regionale anesthesia

Opioiden. Voorgedragen door Markus Hollmann

Arts en illusionist Victor Mids bracht wetenschap en illusie bij

elkaar en betrok daarbij de aanwezigen in de zaal.

Mariska Koster sprak over de dokter als Second Victim.

impressie programma

anesthesiologendagen

16

Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie

Landelijke AIOS dag Obstetrische Anesthesiologie

Sectie Obstetrische Anesthesiologie

14 november 2015Wilhelmina Kinder Ziekenhuis, Utrecht

Help, een zwangere...

De commissie wetenschap is opgegaan in de raad van hoogleraren. De raad heeft het idee uitgewerkt om de We-tenschapsdag voortaan door UMC’s te laten organiseren. De uitdaging voor het LUMC, die de eerste Wetenschaps-dag nieuwe stijl organiseerde, was een interessant programma neerzetten met een gevarieerde mix van abstractpre-sentaties en gastsprekers. Uit de en-quete blijkt dat dit zeer zeker gelukt is. Opvallend dit jaar was de toename in presentaties over onderwerpen gerela-teerd aan de pijngeneeskunde. Hoofd-gastsprekers: Trudy Dehue en Nadine Attal. In 2016 is de eer aan het Erasmus MC om de Wetenschapsdag te organiseren.

De Aiosdag werd in 2015 voor de twee-de keer georganiseerd en net als bij de eerste editie waren de deelnemers en-thousiast. De opzet is dan ook divers: voordrachten werden afgewisseld met workshops en er was voldoende ruimte in het programma om informeel bij te praten.

De sectie cardioanesthesiologie organi-seerde haar jaarlijkse weekend in 2015 in Eindhoven, ditmaal met het thema ‘Rondom nieuwe technieken in de car-dioanesthesiologie’. In het betreffende weekend vond ook het lichtkunstfestival GLOW plaats in de stad, zodat de deel-nemers daar ook een glimp van konden opvangen.

oktoberseptember november

Wetenschapdag

Themaweekend cardio anesthesiologieAiosdag obstetrische

anesthesiologie

Het jaarlijkse zomercongres van de sec-tie kinderanesthesiologie werd gehou-den in Dalfsen in congreshotel Mooiri-vier. Op vrijdag werden onderwerpen rondom de behandeling van het acuut zieke kind besproken en op zaterdag was het thema ‘Orphan Diseases’.

SKA zomercongres

juni

17

Ons hoofddoel is de anesthesioloog zodanig te positioneren dat zijn of haar toegevoegde waarde voor de patiënt en de instelling binnen de veranderende context van de medisch specialistische zorg steeds optimaal blijft.

Per 1 januari 2015 is de integrale bekostiging ingevoerd en verviel het wettelijk vastgesteld honorariumtarief en het bijbehorend de-claratierecht voor de medisch specialist vrij beroepsbeoefenaar. Daarom hebben medisch specialisten in vrij beroep zich op een andere manier moeten organiseren in relatie tot het ziekenhuis, namelijk in de vorm van Medisch Specialistische Bedrijven (MSB’s). Dat geldt ook voor medisch specialisten in dienstverband, die or-ganiseren zich steeds vaker in een Vereniging Medisch Specialist in Dienstverband (VMSD). Via deze structuren dragen medisch specia-listen medeverantwoordelijkheid en zorgen zij samen met het zie-kenhuis voor veilige, doelmatige en kwalitatief hoogwaardige zorg. Elke patiënt moet goede zorg krijgen, afgestemd op de reële zorg-behoefte, verleend door die professional en in die setting die daar-voor geschikt is. Nu alle wetenschappelijke verenigingen samen de Federatie Medisch Specialisten vormen, wordt belangenbehartiging waar mogelijk gezamenlijk georganiseerd.

Elke patiënt moet goede zorg krijgen, afgestemd op de reële zorgbehoefte, verleend door die professional en in die setting die daarvoor geschikt is.

Organisatie en praktijkvoering

18

Ondanks de voorgelegde bezwaren, zowel inhoudelijk als procedureel, van onder meer de NVA & de Nederlandse Vereniging van Rugpatiënten en de Dutch Spine Society heeft het Zorginstituut geadviseerd de behandelingen in 2016 niet toe te laten tot het basispakket van de Zorgverzekeringswet. Voor de langere termijn heeft het Zorginstituut Nederland bevestigd dat het standpunt kan worden aan-gepast indien daar aanleiding toe is, bijvoorbeeld door herziening van het richtlij-nenboek en/of de uitkomsten van het observationele deel van de MinT-studie en/of kwaliteitsregistratie pijngeneeskunde. Dit heeft dan ook prioriteit in 2016.

1 septemberResultaten

onderzoekers MinT- studie ->Zorginsti-tuut Neder-

land

10 septemberLedenbijeen-

komst

15 septemberSamenvatting

naar leden

20 oktoberConcept- rapport

Zorginstituut Nederland

10 novemberOverleg sectie

pijn/Zorginstituut Nederland

decemberInformeel bericht

Zorginstituut Nederland negatief

standpunt

16 decemberDefinitief rapport

Zorginstituut Nederland

9 decemberBrief NVA en NVvR aan minister van

VWS en vaste kamercommissie

gezondheid

26 januari Overleg sectie pijn/

Zorgverzekeraars Nederland

3 maartOverleg sectie

pijn/ Zorginstituut Nederland

12 novemberGezamenlijke

reactie NVA en Nederlandse

Vereniging van Rugpatiënten,

incl. reactie hoogleraren

pijngeneeskunde. Tevens reactie Dutch Spine

Society

2 oktoberOverleg Zorg-verzekeraars Nederland en

medisch adviseurs

1 septemberBestuurs-

vergadering sectie pijn, Ledenraad sectie pijn

Op 1 september 2015 zijn de resultaten van de RCT’s van de MinT-studie aangeboden aan het Zorginstituut Nederland. Samenvattend:

• Bij de patiëntengroep met rugklachten veroorzaakt door het facetgewricht iser geen verschil in de pijn, het functioneren, het ervaren herstel en de kostenbij de groep die pijnblokkade heeft gehad in vergelijking met de groep die dezeniet kreeg.

• Bij de patiënten met klachten aan het SI-gewricht vond men een verschil ineffect tussen de twee groepen op vermindering van pijn en ervaren herstel nadrie maanden, in het voordeel van de pijnblokkade. Vanaf zes maanden na debehandeling is er geen verschil meer tussen de groepen. De algemene kostenvoor patiënten in de groep met de pijnblokkade zijn hoger dan in de groep zon-der blokkade.

• Bij de patiënten met een combinatie van SI-, facet- en/of tussenwervelschijf-problematiek zijn verschillen gevonden tussen de twee groepen op ervaren her-stel, ten voordele van de groep die een pijnblokkade heeft gehad. Ook hebbendeze patiënten drie maanden na de interventie iets minder pijn. Op de langetermijn zijn er geen verschillen tussen de groepen. De kosteneffectiviteit is indeze groep nog niet bekend.

Deze resultaten leiden tot een verschil in inhoudelijke beoordeling tussen Zorgin-stituut Nederland en de NVA, waarover veelvuldig gecorrespondeerd is. Via de digitale nieuwsbrief zijn de leden van de sectie pijngeneeskunde van elke stap op de hoogte gehouden. In figuur 5 onderaan de pagina is het proces schematisch weergegeven.

De MinT-studie: praktijk en politiek

figuur 5: schematische weergave beoordelingsproces resultaten MinT Studie19

Het Capaciteitsorgaan brengt in het Capaciteitsplan instroomadvies uit aan de minister van VWS. De NVA heeft hierin een adviserende rol, zoals weergegeven in figuur 6 hieronder.

Een capaciteitsplan wordt eenmaal in de drie jaar geactualiseerd. Binnen de bandbreedte van het instroomadvies kunnen wetenschappelijke verenigingen jaarlijks hun instroomwensen kenbaar maken. Het Capaciteitsorgaan heeft het aantal aios dat in 2015-2017 kan instromen in de opleiding anesthesiologie be-rekend op de bandbreedte 78-96. Het verschil tussen de minimum en maximum bandbreedte heeft in het nog vigerende advies (Capaciteitsplan 2013) primair te maken met het al dan niet rekening houden met taakherschikking (verticale sub-stitutie). Begin 2015 heeft de NVA 85 opleidingsplaatsen voor 2016 geadviseerd. Na overleg binnen het Bestuurlijk overleg lichte structuur (BOLS), waarin de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Federatie vertegenwoordigd zijn, is het aantal naar boven bijgesteld naar 96 plaatsen.

De NVA is niet gelukkig met deze uitkomst, maar legt zich hierbij neer omdat de financiering anders besteed wordt aan nieuwe (mogelijk concurrerende) opleidin-gen.

Daarnaast heeft de NVA in het najaar van 2015 input geleverd op het Capaciteits-plan 2016, waarin de langetermijnverwachting wordt beschreven. In april 2016 stelt het Capaciteitsorgaan het Capaciteitsplan 2016 vast.

Advies Stichting Bestuurlijk Overleg Lichte Structuur (BOLS)

Advies NVA aantal plaatsen binnen bandbreedte

Capaciteitsorgaan berekent raming in de vorm van een bandbreedte

Capaciteitsraming Vaststelling instroom door minister

Wie beïnvloedt en bepaalt het aantal opleidingsplaatsen?

figuur 6: schematische weergave vaststellingsproces aantal opleidingsplaatsen

20

Sinds 1 januari is het pensioengevend salaris afgetopt op 100.000 euro bruto. Wie meer verdient, kan over het salarisdeel daarboven niet langer onder fiscaal gunstige voorwaarden pensioen opbouwen via de werkgever. Medisch specialis-ten in dienstverband missen hierdoor een stuk van het werkgeversdeel. De Lan-delijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) en Federatie hebben met de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra een akkoord getroffen: “Werknemers die door de pensioenaftopping worden geraakt, krijgen het geld terug waar ze recht op hebben, zonder dat dit ten koste gaat van andere werkne-mers”.

Met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen is (nog) geen akkoord bereikt. De Federatie en de LAD blijven daarom medisch specialisten bijstaan om lokaal tot een oplossing te komen met de raden van bestuur. In veel ziekenhuizen lopen de onderhandelingen nog, zes ziekenhuizen zijn tot een oplossing gekomen. In-middels hebben de Federatie en de LAD een website (pensioenopgroen.nl) gelan-ceerd waarop de voortgang van de onderhandelingen in de verschillende zieken-huizen kan worden gevolgd.

Pensioenaftopping: akkoord UMC’s, lokale verschillen algemene ziekenhuizen

De LAD voert namens de Federatie Medisch Specialisten de onderhandelingen voor verschillende cao’s. De nieuwe cao universitair medische centra heeft een looptijd van 33 maanden: van 1 april 2015 tot 1 januari 2018. Gedurende de looptijd wordt drie keer een salarisverhoging van 1 procent uitgekeerd. Daarnaast ontvangen de medewerkers tweemaal een extra uitkering. Voor details zie deme-dischspecialist.nl.

‘Pensioenaftopping raakt vrij beroepsbeoefenaren niet direct, maar mogelijk wel indirect.

De politiek wil dat de inkomensverschillen tussen dienstverbanders en vrij beroepsoefenaren groter wordt,

maar zet in op het verkleinen ervan. Als pensioenaftopping niet wordt gecompenseerd, gaan dienstverbanders er op achteruit en dat heeft gevolgen

voor de balans tussen loonsom en honorering.’ uit de anesthesioloog 2. 2015

interview Christiaan Keijzer, voorzitter LAD

Nieuwe cao universitair medische centra

21

We vinden het belangrijk om patiënten goed en juist te informeren over wat de anesthesioloog kan en doet, en over soorten behande-lingen en mogelijkheden voor patiënten. Uit verschillende onder-zoeken blijkt dat patiënten behoefte hebben aan betrouwbare online informatie. Ook andere publieksgroepen, zoals bijvoorbeeld geneeskundestudenten, zoeken vaak online naar informatie over anesthesiologie. Redenen genoeg om voorlichting hoog op de agenda te zetten en daar het komend jaar extra aandacht aan te besteden.

De NVA wordt regelmatig benaderd door media (dagbladen, tijd-schriften) om mee te werken aan interviews, artikelen en dergelijke. We maken keuzes in waar we wel en niet aan meewerken, afhanke-lijk van of het past binnen onze strategie.

Als het onderwerpen betreft die ook andere specialismen aangaanwordt afstemming gezocht met de communicatieafdeling van deFederatie. Deze neemt dan de coördinatie op zich en zoekt contactmet andere betrokken verenigingen. Er vindt altijd overleg plaats over wat er gepubliceerd wordt.

Uitgangspunt is dat de informatie juist is, aansluit bij onze eigen strategische doelen en van toegevoegde waarde is voor de lezer.

Voorlichting, publiek, media

22

NRC: Wachtlijsten pijnpoli’s groeien onverantwoordEen journalist van het NRC schreef in november 2015 een artikel over wachtlijs-ten bij pijnpoli’s. Hoewel de NVA en Federatie input hadden geleverd voor het interview en na inzage nog enkele correcties hadden doorgegeven, heeft de jour-nalist deze niet overgenomen. Daarom bracht de NVA zelf een persbericht uit: Behandeling van pijnpatienten verbetert door georganiseerde samenwerking specialismen.

Medisch Contact: Anesthesiologen lopen voorop in gebruik toolsBegin 2015 is de NVA benaderd door het RIVM omdat deze organisatie is gestart met een onderzoeksproject over 'e-medication'. Een deelproject van het onder-zoek gaat over apps en e-tools voor geneesmiddelen. Hierin kwam naar voren dat van de medisch specialismen met name anesthesiologen veel gebruikmaken van apps, bijvoorbeeld om de dosering van geneesmiddelen te bepalen. Het RIVM vroeg om medewerking om meer inzicht te krijgen in het gebruik van deze apps door anesthesiologen. De respons was zeer bescheiden, maar desondanks wel waardevol voor het RIVM-rapport. Zie ook Medisch Contact: Meeste anesthe-siologen gebruiken medische apps.

Medisch Contact: Anesthesiologie ‘zit niet te wachten op medisch hulpverlener In 2015 ontving de NVA signalen van leden die zich zorgen maken over een nieuwe ondersteunende medewerker op de OK: de bachelor medisch hulpver-lener (BMH), richting anesthesie. De minister van VWS stelt voor BMH’ers een zelfstandige bevoegdheid toe te kennen, terwijl in de praktijk blijkt dat het oplei-dingsniveau van de BMH op het terrein van de anesthesie ver onder het niveau ligt van de anesthesiemedewerker. Dit brengt een risico voor de patiëntveiligheid met zich mee, immers, anesthesiologen worden nu dus geconfronteerd met twee soorten anesthesiologische ondersteuners met verschillende registraties en com-petenties. De NVA heeft direct een standpunt opgesteld en adviseert haar leden om nauw toe te zien op de kwalificaties en competenties van ondersteunende medewerkers in de anesthesiologie. Ook Medisch Contact besteedde hier aan-dacht aan, bestuurslid Hans Knape gaf een interview in het blad om zijn zorgen over deze nieuwe ondersteuner op de OK kracht bij te zetten.

Anesthesiologie in de media

23

Advies & veelgestelde vragen De richtlijn Sedatie en/of analgesie op locaties buiten de OK leidt regelmatig tot vragen. Om zo snel en duidelijk mogelijk antwoord te bieden en kennis te delen, zijn over dit onderwerp een aantal veelgestelde vragen op de website geplaatst. Ook voor vragen over de vergoeding van pijngeneeskundige behandelingen is een lijst met ‘FAQ’ opgesteld.

Voorlichting en advies

Kennis- en dienstverleningscentrum Federatie en LADHet Kennis- en dienstverleningscentrum (KDC) van de Federatie Medisch Speci-alisten en LAD had ruim 3500 (telefonische) adviesaanvragen in 2015. Ook anes-thesiologen en aios anesthesiologie wisten de weg naar het KDC te vinden: zo’n zeven procent van de adviesaanvragen was afkomstig van anesthesiologen, na de psychiaters en internisten het hoogste percentage. Vanuit de anesthesiologie kwamen met name vragen rondom:1. Pensioen (dienstverband)2. Dienstverband-gerelateerd3. Verzekeringen4. Aios-gerelateerd5. Goodwill

Voorlichting studenten‘Denken, doen, durven’ was de slogan tijdens de KNMG-carrièrebeurs op 14 maart 2015. Circa 950 bezoekers bezochten deze carrièrebeurs. Op de beurs-vloer waren ruim veertig organisaties vertegenwoordigd, waaronder de NVA. De NVA-stand is altijd erg populair omdat de geneeskundestudenten door een enthousiaste groep aios anesthesiologie worden uitgedaagd te intuberen met behulp van een simulatiepop.

DOENDURVEN

DENKENANESTHESIOLOGIE

durf jij?

www.anesthesiologie.nl

24

Overzicht van door de NVA geregistreerde pijncentraRegelmatig bellen of e-mailen patiënten naar de NVA. Ook de website wordt vaak door patiënten bezocht. Hoewel het herzien van patiënteninformatie een van de beleidsdoelen is voor 2016 is vorig jaar al klein gestart door een landkaart op de website te plaatsen met daarop alle door de NVA erkende pijncentra in Ne-

derland. In 2016 wordt de patiënteninformatie herzien en krijgt het een prominentere plaats op de website. Daarnaast komt de patiënteninformatie ook beschikbaar voor eigen gebruik in het ziekenhuis.

Aantal erkende Pijncentra: 85

25

49%

29%

22%

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

2245 leden 2250 leden 2366 leden

Overig

Gastlid

Buitengewoon lid

Oud-lid

Assistent-lid

Gewoon lid

2245 leden 2250 leden 2372 leden 2404 leden 2366 leden

149

281

266

28

Leden Secties Cardio Anesthesiologie

Intensive Care

Kinder Anesthesiologie

Neuro Anesthesiologie

Overig

Gastlid

Buitengewoon lid

Oud lid

Assistent-lid

Gewoon lid

academisch

vrijgevestigd

dienstverband niet-academisch

De NVA als verenigingHet DNA van de NVA

figuur 7: percentages leden naar type dienstverbandfiguur 6: ontwikkeling ledenaantallen 2011-2015

26

122

338

Obstetrische Anesthesiologie

Pijngeneeskunde

Urgentiegeneeskunde 137

2011 2012 2013 2014 2015

Opleiding, kwaliteit, jaarplan, registraties & accreditatie

Communicatie

Vergoedingen actieve leden (reiskosten + adagen)

Bestuur & externe contacten

Secretariaat en ondersteuning (ledenadministratie, ondersteuning bestuur en secties, e.d.)

Verenigingskosten (huisvesting e.d.)

Overig

Besteding baten 2015

figuur 8: besteding baten 2015

27

Opleiding; 15%

Kwaliteit; 9%

Jaarplan (opleiding, kwaliteit, wetenschap,

bbc); 17%

Registraties & accreditatie; 5%

9%

5%

8%

9%

18%

5%

Het organogram

Zelfstandige Commissies

BestuursCommissies

Secties Kring

Cardio IC Kinder Neuro ObstetriePijn Urgentie Geschiedenis

RegistratieBeroep Examen Kwaliteitsvisitatie

Accreditatie

Ledenraad

CASA Adagen Beroepsbelangen

Complicatieregistratie

NTvA Cursus PGO Richtlijnen&

Indicatoren

Raad van

Hoogleraren

KwaliteitConcilium

Bestuur

Leden van verdiensteMaar liefst tien leden zijn in 2015 benoemd tot lid van verdienste. Deze tien leden hebben ieder een belangrijke bijdrage geleverd aan het vak en de vereniging.Kent u collega’s die ook in aanmerking komen voor een bijzonder lidmaatschap? Mail dan de naam van deze collega met motivatie naar: [email protected].

Werk, gezin, sociaal leven…en dan is er ook nog de NVA In de tijd dat de vereniging werd opgericht, zo’n 73 jaar geleden, rustte de hele organisatie op de schouders van slechts een handjevol ac-tieve leden die enorm veel tijd en energie in de vereniging stopte. Ook nu nog bouwt de NVA daarop voort, en is blij met alle huidige actieve leden die het stokje van hen hebben overge-nomen. In 2015 waren bijna 200 leden actief. Tijden veranderen en mensen moeten prioriteiten stellen in de verschillende facetten van hun leven, zoals carrière, gezin, sociaal leven, sport, etc. De NVA probeert daar rekening mee te houden door ook actief lidmaatschap mogelijk te maken in tijdelijke projecten en/of werkgroepen. Hierbij is vooraf bekend hoeveel tijd de activiteiten in beslag nemen en wat de einddatum van het project is. Daarbij worden vergaderingen steeds vaker telefonisch of via Skype gehouden, en kan veel geregeld worden via e-mail.

Wat in al die jaren niet is veranderd, is de kracht – ofwel macht – van volume. Hoe meer leden zich verenigen en dezelfde doelen na-streven, des te meer invloed uitgeoefend kan worden op onder meer de politiek en verzeke-raars.

28

Allianties en samenwerking, nationaal en internationaal

Medisch specialisten

Paramedici anesthesiologieAnesthesiologen internationaal

De NVA werkt veel samen met partijen om haar heen. • Internationaal: sinds 2015 leggen alle aios anesthesio-

logie het Europees examen af. Een van de leden van deNVA-examencommissie is ook lid van het On-Line Assess-ment Subcommitee van de European Society of Anaes-thesiology.

• Nationaal als medisch specialisten: de NVA heeft samen met 31 andere wetenschappelijke verenigingen de Federatie Medisch Specialisten opgericht. De Federatie werkt nauw samen met de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband en de Jonge Specialist, de beroepsvereniging van aios.

• Nationaal met paramedici: de NVA overlegt veelvuldig met de Beroepsvereniging Recovery Verpleegkundigen en de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiemedewerkers, bijvoorbeeld over de problematiek rond de bachelor medische hulpverlening. Met de Nederlandse Associatie Physician Assistants bestaat een gezamenlijk beroepskader taakherschikking. Het streven is dit in 2016 ook met de verpleegkundig specialisten te ontwikkelen.

29

De digitale nieuwsbriefDe digitale nieuwsbrief is inmiddels het belangrijkste communicatiemiddel gewor-den om de NVA-leden te informeren. Deze bestaat uit de volgende nieuwsbrieven: -maandelijkse nieuwsbrief; -sectienieuwsbrieven;-richtlijnennieuwsbrieven.

Externe mailingenDe NVA wordt wekelijks benaderd door (commerciële) organisaties die gebruik willen maken van het ledenbestand. Meestal betreft dit een mailing een aankondiging van een congres, symposium of een vacature. Tegen een vergoeding kunnen organisaties een e-mail laten uitsturen door de NVA of een congres in de NVA-app laten plaatsen. Met de opbrengst van deze ledenmailingen kan de NVA andere activiteiten financieren zoals bijvoorbeeld updates van de app of aanpassingen aan de website. De NVA stelt geen digitale adresbestanden of email-adressen beschikbaar. De NVA verstuurt de e-mail zelf en behoudt zich altijd het recht voor om aanvragen te weigeren, of tekst aan te passen.

NVA-appDe app zal in 2016 worden uitgebreid met interactieve tools zoals voor de richtlijn neuraxisblokkade en antistolling en het kennisplatform voor onderlinge communicatie.

Leden kunnen zich via de website tussentijds afmelden of op het moment dat een externe mailing zich aandient.

Het NTvA en de anesthesioloogHet NTvA, het wetenschappelijke tijdschrift van de NVA, is vorig jaar vijfmaal ver-schenen. Ledenmagazine de anesthesioloog verscheen in 2015 tweemaal. De digi-tale nieuwsbrieven lenen zich meer voor actuele berichten, terwijl de anesthesio-loog wordt ingezet voor het geven van achtergrondinformatie en interviews.

NVA Nieuws

30

Wetenschappelijke prijzen 2015

Uitgereikt tijdens de Anesthesiologendagen

Prijs beste artikel NTvA in het jaar 2014: Eef Hofland (Atrium Medisch Centrum) De axillaire plexus brachialis blokkade anno 2014: Overzicht en toekomstperspec-tief

Ritsema van Eck Award, internationaal gepubliceerd artikel uit 2014:

1e prijs: Sabrine Hemmes (AMC): High versus low positive end-expiratory pressure during general anaesthesia for open abdominal surgery (PROVHILO trial): a multi-centre randomised controlled trial.Gepubliceerd in The Lancet2e prijs: Thomas Ottens (UMCU): Effects of dexamethasone on cognitive decline after cardiac surgery: a randomized clinical trial.Gepubliceerd in Anesthesiology3e prijs: Gezina Oei (AMC): Reduction of cardiac cell death after helium postcondi-tioning in rats: transcriptional analysis of cell death and survival pathways.Gepubliceerd in Molecular Medicine

Uitgereikt tijdens de Wetenschapsdag

Young investigator Grant: Marieke Niesters (LUMC)Shifting pain modulation towards anti-nociceptivity: Mechanism-specific pharma-cological prevention of postoperative chronic sternotomy pain.

Beste Oral presentatie: Kim Timmermans (RadboudUMC): Immune suppression in trauma patients is rela-ted to DAMP release and present immediately following the trauma.Beste Short Oral presentatie: Rebecca Koch (RadboudUMC): Human rhinovirus infection induces local and systemic immunological tolerance in healthy volunteers; a randomized placebo-controlled study.

NVA-AbbVie proefschrift awardMarieke Niesters (LUMC): Endogenous Analgesia.

Beste wetenschappelijke voordracht gehouden door een aios in 2015Emy Heijnen (RadboudUMC): Experiences of a training program in surgical and percutaneous cricothyrotomy techniques.

31

Zomersessies 2015In de zomer van 2015 zijn in drie bijeenkomsten op verschillende locaties in het land ideeën gegenereerd over de toekomst van de NVA en het vak. Waar willen we over vijf jaar staan? Om de aanwezigen met een open vizier de discussie in te laten gaan werden de sessies geopend door Martijn Aslander. Aslander signaleerde technologische ontwikkelingen en trends en vertelde wat voor invloed dat op onze toekomst kan hebben. In een slotsessie met zo’n twintig leden, die samen een goede afspiegeling vormden van de vereniging, zijn de ideeën samengevat en geprioriteerd, waarmee de strategie van de NVA voor de komende jaren is bepaald. Op basis van de zomersessies zijn ook de missie en visie van de vereniging aangescherpt.

UTRECHT

EINDHOVEN

MEPPEL

32

MISSIE

Veilige en doelmatige anesthesiologische zorg voor de patiënt.

VISIE

• De NVA is een wetenschappelijke vereniging die kwaliteit enveiligheid van de zorg voor de patiënt stimuleert en hiervoorvoorwaarden creëert.

• De NVA coördineert het anesthesiologisch deskundigheidsgebied.

• De professionele deskundigheid en waarde van de anesthesioloogwordt erkend en herkend door het publiek en door andere partijenin de zorg.

Wilt u weten waar we in 2016 mee aan de slag gaan? We hebben dat samengevat in 10 punten

ZICHTBAAR DESKUNDIGStrategisch plan 2016-2018

• Benchmarking op basis van uitkomstindicatoren op het gebiedvan kwaliteit van de anesthesiologische zorg is mogelijk op hetniveau van instellingen en individuele specialisten.

• De normen en toetsingskaders van de anesthesiologische zorgworden door de beroepsgroep zelf vastgesteld en structureelgeëvalueerd. De bijbehorende indicatoren zijn haalbaar enmeetbaar zonder dubbele registraties.

• Complicatieregistratie is landelijk beschikbaar waarbij generieketerugkoppeling van generiek relevante bevindingen plaatsvindt.Om lokale bespreking van complicaties te faciliteren zullenhulpmiddelen beschikbaar komen.

• Om als anesthesioloog en patiënt samen te kunnen beslissen weetde patiënt wat een anesthesioloog doet en kan.

• Er wordt gezamenlijk kwaliteitsbeleid omtrent anesthesiologischezorg gevoerd met andere beroepsgroepen die werkzaam zijn ophet gebied van de anesthesiologie (zoals physician assistants,verpleegkundig specialisten en anesthesiemedewerkers).

• Er zijn deskundigheidsprofielen voor alle professionals die werkzaamzijn in de cardio-anesthesiologie, kinderanesthesiologie, intensive care ge-neeskunde, perioperatieve zorg en pijngeneeskunde.Opleidingscurricula worden gezamenlijk vormgegeven.

• De anesthesioloog kan in zijn persoonlijke professionele loopbaanontwikke-ling nieuwe deskundigheidsprofielen verwerven en hierinwerkzaam zijn.

• Alle zorgprofessionals in het anesthesiologisch werkveld wordendoor de NVA structureel actief betrokken in communicatie om zode verbinding en samenwerking te versterken.

• Er zijn verenigingscriteria vastgesteld omtrent verantwoordewerkbelasting, op basis van veiligheid en kwaliteit.

• Er wordt gezamenlijk capaciteitsbeleid gevoerd met andereberoepsgroepen die werkzaam zijn op het gebied van deanesthesiologie.

NVA missie en visieaangescherpt

33

© Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie, 2016

Nederlandse Vereniging voor AnesthesiologieDomus MedicaMercatorlaan 12003528 BL UtrechtT 030-2823385E [email protected]

34