naar een schone economie een bereikbare · pdf filevoorjaar 2012 – naar een schone...

13
VOORJAAR 2012 – WWW.ZUIDVLEUGEL.NL NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE ZUIDVLEUGEL STEDENBAANPLUS COMFORTABEL WONEN IN DE STAD LANDSCHAP DICHTERBIJ HUIS ZUIDVLEUGEL BOUWEN AAN EEN EUROPESE TOPREGIO GROEN CONCURREERT 8 DE UITVOERING VAN DE ECONOMISCHE AGENDA WORDT VOORTVAREND OPGEPAKT 18 DE ZUIDVLEUGEL: OUDE VRIENDEN OF NIEUWE COALITIES? 22 PLATTELANDSONDERNEMER ZIJN IS MEER DAN HET HOUDEN VAN KOEIEN

Upload: trannguyet

Post on 05-Feb-2018

215 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

VOORJAAR 2012 – WWW.ZUIDVLEUGEL.NL

NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE ZUIDVLEUGEL STEDENBAANPLUS COMFORTABEL WONEN IN DE STAD LANDSCHAP DICHTERBIJ HUIS

ZUIDVLEUGEL

BoUwEn aan EEn EUropEsE toprEGIoGroEn concUrrEErt

8 → DE UItVoErInG Van DE EconomIschE aGEnDa worDt VoortVarEnD opGEpakt

18 → DE ZUIDVLEUGEL: oUDE VrIEnDEn of nIEUwE coaLItIEs?

22 → pLattELanDsonDErnEmEr ZIjn Is mEEr Dan hEt hoUDEn Van koEIEn

Page 2: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

1 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 2

In dit magazine geven we voorbeelden van een viertal innovatieve projecten uit het Uitvoeringsprogramma Economische Agenda Zuidvleugel, terwijl enkele bestuurlijke trekkers aangeven wat zij als bestuurlijke trekker kunnen bijdragen om de uitvoering van projecten mogelijk te maken. Zo bouwt de Zuidvleugel verder aan een Europese topregio. De metropolitane landschappen van de Zuidvleugel dragen bij aan een internationale concurrentiepositie. De overheidspartijen binnen de Zuidvleugel zijn op zoek naar versterking van de uitvoeringskracht en nieuwe arrangementen. Samenwerking met ondernemers, private

investeerders, burgergroepen en maatschappelijke organisaties is daarbij noodzakelijk. Plattelandsondernemer Jan Duijndam is daar-van een voorbeeld. De komende jaren zal de nadruk veel meer op bereikbaarheid, kwa-liteitsverbetering en duurzaam beheer van bestaande groengebieden en open landschappen komen te liggen dan op aanleg van nieuw groen. We vroegen enkele bezoekers in Midden-Delfland of dat gebied aan hun recreatiebehoefte voldoet.In de Dialoog gaan Roelof van Netten en Tom Boot in op het krachten-veld en de uitdagingen binnen de Zuidvleugel en de Metropoolregio.

UITDAGINGEN VOOR DE ZUIDVLEUGEL

Het Zuidvleugelmagazine is een uitgave van

Bestuurlijk Platform Zuidvleugel

Samenstelling en redactie

Zuidvleugelbureau

Fotografie

Hollandse Hoogte (cover)

Damen Shipyards

Jeffrey Totaro (Children’s Hospital of

Philidelphia – HollandPTC)

Kees van Oorschot (interviews Midden-

Delfland)

Kenniscentrum Plantenstoffen

Nederlands Forensisch Instituut (CSI)

René Zoetemelk (Jan Duijndam)

Zinnebeeld

Ontwerp en productie

Zinnebeeld

Drukwerk

PlatformP

Voor meer informatie

Zuidvleugelbureau

Postbus 90602

2509 LP Den Haag

070 4418303

[email protected]

www.zuidvleugel.nl

3 → ZUIDVLEUGEL In hEt kortKorte berichten over de programma’s van het samenwer-kingsverband Zuidvleugel.

5 → BoUwEn aan EEn EUropEsE toprEGIoDe Economische Agenda Zuidvleugel is in uitvoering. Aan-dacht voor de voortgang en enkele prioritaire projecten.

7 → csI thE haGUEHet Nederlands Forensisch Instituut werkt samen met vooraanstaande kennisinstituten en hightech bedrijven.

9 → kEnnIscEntrUm pLantEnstoffEnKansen doen zich voor bij het valoriseren van reststromen uit de tuinbouw en het initiëren van specifieke teelten.

11 → schonE schEpEnDe initiatieven van Damen Shipyards sluiten aan bij de strategische agenda van de maritieme sector.

13 → hoLLanDptcProtonentherapie: de nieuwste vorm van kankertherapie binnenkort ook in Nederland.

15 → DE ZUIDVLEUGELDIaLooGTom Boot en Roelof van Netten in gesprek over Metropool-regio Rotterdam-Den Haag.

18 → GroEn concUrrEErtLandschappen Zuidvleugel dragen bij aan internationale concurrentiepositie.

19 → staD En LanD hEBBEn ELkaar noDIGInterview met plattelandsondernemer Jan Duijndam.

21 → rEcrEatIEGEBIED mIDDEn-DELfLanDEnkele reacties van bezoekers in het gebied.

→ 21

→ 7

Plattelandsondernemer Jan DuijndamProtonentherapie

Page 3: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

3 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 4

Sinds het uitkomen van het rapport over het onderzoek naar de economische kracht van de Zuidvleugel (Roland Berger Strategy Consultants, 2010) hebben de partners van de Zuidvleugel niet stilgezeten. Een van de belangrijkste aanbevelingen in het rapport was om de bestuurlijke samenwerking te versterken op basis van een economische agenda. De aanbevelingen zijn voor een groot deel uitgewerkt in het Uitvoerings-programma Economie. Zes bestuurlijke trekkers zijn gevraagd om bottom-up, in sa-menwerking met bedrijfsleven en kennisin-stellingen, tot een concrete clustergerichte agenda te komen, bestaande uit prioritaire programma’s waarmee knelpunten worden aangepakt of economische kansen benut. Uiteindelijk is een lijst van 22 prioritaire projecten en programma’s overgebleven die gezamenlijk het Uitvoeringsprogramma Economie Zuidvleugel vormen. Het Uitvoe-ringsprogramma is in november 2011 met steun van alle Zuidvleugelpartners, het georganiseerde bedrijfsleven en kennisin-stellingen gepresenteerd en aangeboden aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Sindsdien is de Economische Agenda in uitvoering en vormt het Uitvoeringsprogramma de basis voor bestuurlijke samenwerking en een gedragen visie op de ontwikkeling van de Zuidvleugel. De komende jaren zullen wisse-lende coalities van overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen de concrete projecten gaan uitvoeren. Het Uitvoeringsprogramma zet alleen in op programma’s en projecten waar reeds aantoonbaar (markt)energie zit. Ambtelijke projectteams werken nu aan een overzicht van de gevraagde Zuidvleugelinzet per project van menskracht en middelen.

ECONOMISCHE AGENDA

naar EEn schonE EconomIE

Drechtsteden

MiddenHolland

HollandRijnland

Stadsgewest Haaglanden

Den Haag

Provincie Zuid-Holland

StadsregioRotterdam

Rotterdam

ZUIDVLEUGEL In hEt kortZUIDVLEUGEL In hEt kort

STEDENBAANPLUS

BoUwEn aan EEn BErEIkBaar ZUID-hoLLanD

Bestuurlijk Platform ZuidvleugelDe Zuidvleugel van de Randstad is een sterke op de wereld georiënteerde regio, die een forse bijdrage levert aan de economie van Nederland en het internationale vesti-gingsklimaat van de Randstad. De Zuidvleu-gel is met 3,2 miljoen inwoners één van de dichtstbevolkte regio’s van Europa.Bestuurlijk Platform Zuidvleugel houdt zich bezig met de ontwikkeling van economische vitaliteit, natuur en water, bereikbaarheid en woningaanbod van de deelnemende partners: Provincie Zuid-Holland, Regio Holland-Rijnland, Stadsgewest Haaglanden, Gemeente Den Haag, Stadsregio Rotterdam, Gemeente Rotterdam, Drechtsteden en Midden-Holland (ISMH).Het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel staat onder voorzitterschap van de Commissaris van de Koningin.

Op dit moment zijn de Zuidvleugelpartners bezig met een verkenning van de effecten van de crisis op de woningbouw per regio. Dit is afgesproken op het portefeuillehou-dersoverleg Wonen in september 2011. Er is op dit moment een overaanbod aan plancapaciteit. De komende periode zal het moeilijke proces tot het maken van keuzes in de plannen, de urgentie van de bestuurlijke agenda bepalen. Ook andere factoren, zoals de effecten van nieuwe wetgeving rondom geluidhinder en de herziene huisvestingswet zijn van invloed op de ontwikkelingsmoge-lijkheden van het binnenstedelijk gebied en op de te maken regionale afspraken daarover. De mogelijkheden van de markt-opname van het afgesproken programma zal op het portefeuillehoudersoverleg Wonen in april aan de orde komen.Op dat moment wordt duidelijk of de regio-nale prioriteiten van het faseren en doseren gevolgen hebben voor belangrijke gebieds-ontwikkelingen die in de Gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland als belangrijk voor het functioneren van het stedelijk netwerk zijn benoemd. Dat betreft onder meer de uitvoerbaarheid van concentratie van wonen, werken en voorzieningen nabij halten van StedenbaanPlus.

BO MIRT en GeBIeDSaGenDaMet ingang van 2012 vindt het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastruc-tuur, Ruimte en Transport (BO MIRT) op verzoek van de minister van Infrastructuur en Milieu niet meer twee keer per jaar plaats, maar één keer per jaar in het najaar. Het BO MIRT met de Zuidvleugel is op 12 november 2012. Naast de voortgang van de uitvoering van de afspraken die in 2011 over het bereikbaarheidspakket zijn gemaakt, zal in ieder geval de actualisatie van de Gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland op de agenda staan. Dit voorjaar geeft de Zuidvleugel invulling aan de eigen inzet voor de actualisatie van de Gebiedsagenda en de van daaruit wenselijke agendapunten in het BO MIRT in het najaar. De Zuidvleugel be-kijkt de wenselijkheid van een directeuren-overleg van Rijk en regio voor de zomer om bijvoorbeeld te spreken over de stand van zaken van projecten en de mogelijke agenda van het BO MIRT in november.

EEn BErEIkBarE ZUIDVLEUGEL

aGEnDa Van DE ZUIDVLEUGEL

ZUIDVLEUGEL Van DE ranDstaD

VERSTEDELIJKINGSPROGRAMMA

comfortaBEL wonEn In DE staD

METROPOLITAAN LANDSCHAP

LanDschap DIchtEr BIj hUIs

Voor een concurrerend vestigingsklimaat in de Zuidvleugel zijn fraaie landschappen en goed toegankelijke groengebieden belang-rijke randvoorwaarden. De ambitie is om landschappen van metropolitane kwaliteit te ontwikkelen die verbonden zijn met het stedelijk gebied. Deze metropolitane land-schappen vormen met de grote stadsparken en de groenblauwe zones een ecologische en recreatief netwerk. Versterking van de internationale concurrentiepositie van de Zuidvleugel vereist ook een duurzaam beheer van de landschappen onder andere door economisch sterke landbouw die sterke banden heeft met de steden.

Er zijn op bij de ontwikkeling en het beheer van natuur- en recreatiegebieden veel partijen actief: de provincie, de gemeenten, de regio’s, de terreinbeheerders en onder-nemers. De Zuidvleugel wil een toegevoegde rol spelen als platform waar in brede zin gesproken wordt over de kwaliteitsverbete-ring van het landschap rond de steden. Inzet is om, via kennisuitwisseling, een bijdrage te leveren aan daadwerkelijke realisatie van de ambities. Het belangrijkste thema dat op dit moment relevant is voor alle spelers, is de zoektocht naar alternatieve uitvoeringsvormen (met bijzondere financi-ele constructies). De Zuidvleugel wil hier in 2012 kennis over verzamelen en uitwisselen, maar ook een gezamenlijk beeld naar buiten presenteren over de kracht van het metro-politane landschap in het zuidelijk deel van de Randstad.

PIlOTDoor middel van een pilot is bestudeerd hoe StedenbaanPlus de samenhang tussen OV (openbaar vervoer) en RO (ruimtelijke ontwikkeling) effectiever kan agenderen bij gemeenten en marktpartijen. Deze actoren dragen namelijk het meest bij aan de reali-satie van het programma. Er is gekozen voor een compacte casus: de corridor Leiden – Den Haag Centraal. Er is een ‘kansenkaart’ opgesteld, met weergave van onder meer de huidige ruimtelijke situatie en toekomstige ontwikkelingen nabij de stations, het mobi-liteitsprogramma en enkele kenmerkende kansen. Uiteindelijk is echter de gehele gemeentelijke context meegenomen in de verkenning.

STeDenBaanPluSMOnITOR 2012Het Programmabureau StedenbaanPlus gaat in 2012 de jaarlijkse monitoring uitbrei-den. Op basis van de invloedgebieden van het gehele StedenbaanPlusnetwerk zal de monitor 2012 ten aanzien van de ruimtelijke component een overzicht geven van inwo-ners, arbeidsplaatsen en woningen, kanto-renontwikkeling en woningbouwplannen. Daarnaast wordt ook een overzicht gegeven van ketenvoorzieningen, in/uitstappers in de corridors en wordt een vervoersanalyse van het netwerk gegeven. Aansluitend op de kwantitatieve gegevens zal de monitor ook meer inzicht in de wer-kelijke keuzes van OV-gerelateerde verste-delijking in de Zuidvleugel geven. Door per gemeente het ruimtelijke programma, het mobiliteitsprogramma en de ontwikkelin-gen in beleving en kwaliteit te combineren komen kansen, successen en aandachts-punten naar voren. Hiermee wordt duidelijk op welke wijze de afzonderlijke gemeenten een bijdrage kunnen leveren aan regionale doelstellingen.

Page 4: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

5 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 6

EconomIschE aGEnDa – BoUwEn aan EEn EUropEsE toprEGIoEconomIschE aGEnDa – BoUwEn aan EEn EUropEsE toprEGIo

Tal van onderzoeken tonen telkenmale aan dat de Zuidvleugel ongekend sterk is, maar onvoldoende in staat is om kansen te benut-ten. Om de Zuidvleugel verder te ontwik-kelen tot Europese topregio, is gezamenlijke actie en inzet nodig en zijn scherpe keuzes noodzakelijk. Business as usual is geen optie. Marktpartijen en kennisinstellingen begrij-pen dat maar al te goed, maar hebben een overheid nodig die de noodzakelijke bijdra-gen levert in het op orde brengen en houden van de sterke uitgangssituatie.

In het door kennisinstellingen en bedrijfs-leven gedragen Uitvoeringsprogramma is de keuze gemaakt om de hoofdopgaven in vier economische pijlers van de Zuidvleugel op te pakken: de transitie van het Haven Industrieel Complex, de verduurzaming van de Greenports, de campusontwikkeling en kennisvalorisatie rond de universiteiten en kennisinstellingen, en de groei van de ken-nisintensieve en zakelijke dienstverlening in het stedelijk gebied. Dat gebeurt door het gericht stimuleren van innovatie en ver-

duurzaming in elf topsectoren die de basis vormen van deze vier economische pijlers.

Voor elke sector is een bestuurlijke trekker benoemd en zijn er gesprekken gevoerd met bedrijven en kennisinstellingen. Dat heeft ge-leid tot een lijst van 22 prioritaire projecten op terreinen als kennisvalorisatie, fysiek/infra-structuur, onderwijs & arbeidsmarkt, regelge-ving en promotie & acquisitie. Bij de selectie van de projecten is gekeken naar projecten en acties waar bedrijven en kennisinstellingen in de lead zijn en die:1. een schaalsprong in de betreffende sector

mogelijk maken, 2. het organiserend vermogen binnen de

regio bundelen en binden, 3. internationale concurrentiekracht bezitten, 4. de komende vier jaar concrete resultaten

en effecten opleveren en 5. waar mogelijk cross sectorale kansen

opleveren.

Met de Economische Agenda Zuidvleugel heeft de Zuidvleugel een breed gedragen

koers uitgestippeld om een Europese topre-gio te worden. De Zuidvleugelpartijen staan nu voor het vervolgtraject. De uitvoering van de agenda vraagt om maatwerk. Sommige opgaven vragen om gecoördineerde actie op Zuidvleugelniveau (zoals bijvoorbeeld de verkenning naar een innovatiefonds/ Regi-onaal Ontwikkeling Maatschappij), andere opgaven worden al voortvarend opgepakt in lopende initiatieven binnen de Zuidvleugel. In deze initiatieven zit veel goedgerichte energie, power, betrokkenheid en samen-werkingsbereidheid zoals ook blijkt uit het overzicht van projecten die in dit magazine zijn opgenomen. Via het Bestuurlijk Overleg Topsectoren wordt de agenda afgestemd met het topsectorenbeleid van het Rijk. Verder wordt gewerkt aan een investerings-paragraaf behorende bij het Uitvoerings-programma. Tijdens een bestuurlijk overleg eind maart wordt de concrete inzet van de verschillende overheidspartijen (financiële middelen, regelgeving, lobby etc) op de afzonderlijke projecten besproken en afge-stemd. ←

DE EcONOMIschE AGENDA ZUIDVLEUGEL IN UItVOERING

BoUwEn aan EEn EUropEsE toprEGIo Op 28 november van het afgelopen jaar presenteerden de leden van de stuurgroep Economische Agenda Zuidvleugel het Uitvoeringsprogramma van de Economische Agenda Zuidvleugel voor de komende vier jaar. Een programma dat tot doel heeft om kansrijke ontwikkelingen aan te jagen, initiatieven met elkaar te verbinden - waar dat leidt tot meer focus, massa, slagkracht en snelheid in de uitvoering - en de regionale samenwerking te bevorderen. Sinds die inspirerende middag in Delft is de Economische Agenda in uitvoering. Dit Zuidvleugelmagazine besteedt aandacht aan de voortgang en enkele prioritaire projecten.

Vier economische pijlers

1. HeT HaVen InDuSTRIeel COMPlexHet Haven Industrieel Complex staat voor een aantal majeure opga-ven die de aard en structuur van de mainport diepgravend verandert. Er is sprake van:a) een transitie van het proces- en petrochemische industrieel clus-ter, gebaseerd op fossiele brandstoffen en bulkgoederen naar een cluster dat gebaseerd zal zijn op een mix van fossiele en niet fossiele brandstoffen, b) een toename van het goederentransport (met name containers) en de komst van nieuwe goederenstromen (LNG, Biomassa, CO2) en c) meer energieopwekking in haven (energy port).

2. GReenPORTSDe ambitie en de uitdaging voor de Greenport in Zuid-Holland is de transitie naar een hoogwaardig en duurzaam (glas)tuinbouwcom-plex. De opgave is om meer te doen met minder energie, ruimte en water. Verder richt de sector zich op thema’s als ‘Voedselveiligheid en -zekerheid’; ‘Gezondheid en welbevinden’ en ‘Samenwerkende waardeketen’.

3. CaMPuSOnTwIkkelInGDe campussen rond de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam hebben zich in de loop der tijd ontwikkeld tot toonaangevende science parken. Het economische belang van de campussen is groeiende en ze fungeren als aanjagers van innovatie. Door toenemende aandacht voor het valoriseren van wetenschappelijke kennis en de aantrekkingskracht van de campussen is voor de komende decennia een verdubbeling van de groei (in aantallen bedrijven en arbeidsplaatsen) van de campussen voorzien. Een belangrijke ontwikkeling vormt de toenemende samen-werking tussen de drie universiteiten in de Zuidvleugel. Een concreet voorbeeld van die ontwikkeling vormt de samenwerking in de sector Life Science & Health binnen het initiatief de Medical Delta.

4. kennISInTenSIeVe ZakelIjke DIenSTVeRlenInGAantrekkelijke steden vormen een belangrijke motor voor de (kennis)economie. De belangrijkste sector in de steden vormt de zakelijke dienstverlening. In de steden Rotterdam en Den Haag is een internatio-naal sterke en groeiende dienstverleningssector gevestigd. Een sterke kennisintensieve dienstverleningssector helpt bij het aantrekken van internationale kantoren die de regio als uitvalsbasis willen benutten voor het bewerken van de Europese (en soms ook mondiale) markten.

prioritaire projecten en programma’s

→ Plant One continueren → Samenhangende aanpak Bio-based

Economy → Projecten Topteam Water → Projecten Maritieme Industrie → Investeringen in bereikbaarheid (corridor) → Maritieme Campus → University College → Continueren Ecoshape

→ Kenniscentrum Plantenstoffen → Fieldlab Glastuinbouw → Greenrail terminal → Centrale as Westland → Greenport onderwijs

→ Versterken en samenwerking incubator programma’s

→ Open innovatie omgevingen Medtech → Proeftuinen Medical Delta → Biotech Park Delft → Versterking campussen in Leiden, Delft,

Rotterdam en Den Haag → Versterking organisatie Medical Delta

→ Cross-sectorale IT-applicaties → Concept Veiligheidshuizen in viertal

marktsegmenten uitbouwen → Business Services Network voor

internationale kantoren

Het Uitvoeringsprogramma van de Economische Agenda Zuidvleugel kiest voor het verder versterken van de vier economische pijlers in de Zuidvleugel. Dat doet zij door het gericht stimuleren van projecten in elf topsectoren die de basis vormen van deze vier economische pijlers.

VIEr EconomIschE pIjLErs

Page 5: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 8

7 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012

CSI The Hague is een consortium waarin het Nederlands Forensisch Instituut samenwerkt met vooraanstaande kennisinstituten en hightech bedrijven. Het doel is om technieken te ontwikkelen die de plaats delict kunnen digitaliseren en virtualiseren. Tevens is het CSI Lab gebouwd waarin deze innovaties voor opleidings- en trainingsdoeleinden kunnen worden gebruikt. Met gebruik van  deze  fo-rensische technieken van de toekomst kun-nen sporen op de plaats delict (PD) snel en gemakkelijk digitaal worden bewaard, zodat de PD altijd intact en onderzoekbaar blijft.

Binnen CSI The Hague zijn onder meer een soort virtual reality-bril (‘headmounted de-vice’) en een tablet tot stand gekomen, waar-

mee onderzoekers op een PD driedimen-sionale opnames kunnen maken. Hieraan kunnen ze met ‘augmented reality’-techniek bevindingen en opmerkingen toevoegen. Ook zijn er camera’s ontwikkeld die warmtespo-ren en bloedsporen vastleggen. De gemaakte beelden worden bewaard en kunnen in andere ruimtes geprojecteerd  worden. Vervolgens kunnen rechercheurs en forensisch onderzoekers, nog lang nadat de echte plaats delict is vrijgegeven, met gebruik van deze technieken de PD virtueel onderzoeken en hypotheses testen.

andro Vos, binnen het NFI projectmanager van

CSI The Hague

‘The Hague Security Delta is inmiddels in de nationale roadmap security (opgesteld in het kader van het topsectorenbeleid) erkend als centrum van het economisch cluster Veiligheid in Nederland. Dit is een voorbeeld van hoe door de vitaliteit van de Zuidvleugel de internationale concurrentiekracht van de BV Nederland wordt versterkt. Als bestuurder sta ik aan de lat voor een consistente overheidsinzet, zodat ondernemers weten waar ze aan toe zijn. Als dat zo is gaat het hard: CSI The Hague is hier een sprekend voorbeeld van.’Henk kool, wethouder gemeente Den Haag

UItVOERINGspROGRAMMA

csI thE haGUE

EconomIschE aGEnDa – csI thE haGUEEconomIschE aGEnDa – csI thE haGUE

ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 8

Page 6: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 109 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012

Planten bevatten tienduizenden verschillende stoffen, waarvan sommige zeer waardevol. Ze kunnen worden gebruikt voor de productie van verpakkingsmaterialen, cosmetica, kleur-stoffen, en vele andere toepassingen. Slechts heel weinig van dergelijke stoffen worden daadwerkelijk toegepast. Intussen haalt de industrie dezelfde of vergelijkbare stoffen uit aardolie. Omdat bedrijven hun eenzijdige afhankelijkheid van aardolie en de uitstoot van CO2 willen verkleinen, ontstaat een toene-mende vraag naar wat planten aan grondstof-fen te bieden hebben. Het Kenniscentrum Plantenstoffen wil ondernemers helpen deze

schat beter te benutten, nieuwe markten aan te boren en hun productie een stuk duurza-mer te maken. Kansen doen zich voor bij het valoriseren van reststromen uit de tuinbouw en het initiëren van specifieke teelten. Het Kenniscentrum werkt vraaggestuurd en preconcurrentieel. Het legt zich toe op verkennen en verbinden: het uitvoeren van screenings en markt- en technologiescans, verrichten van haalbaarheidsstudies en het stimuleren van samenwerking en innovatie.

dr. leon (a) Mur, Managing director

Kenniscentrum Plantenstoffen

‘De Zuidvleugel heeft met de haven, de tuinbouw en de life science een sterke uitgangspositie in de ontwikkelingen rond de BioBased Economy. Met een overkoepelend ‘programma Biobased Economy’ wil de Zuidvleugel partijen en initiatieven aan elkaar verbinden, projecten versnellen en de Zuidvleugel als een Biobased Delta regio in Europa positioneren.’Govert Veldhuijzen, gedeputeerde provincie Zuid-Holland

UItVOERINGspROGRAMMA

kEnnIs-cEntrUm pLantEn-stoffEn

EconomIschE aGEnDa – kEnnIscEntrUm pLantEnstoffEnEconomIschE aGEnDa – kEnnIscEntrUm pLantEnstoffEn

Page 7: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 12

EconomIschE aGEnDa – schonE schEpEn

11 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012

Strenger wordende regelgeving op het gebied van emissies van schepen en hoge brandstofkosten zorgen ervoor dat de na-druk bij de ontwikkeling en bouw van sche-pen steeds meer op duurzaamheid komt te liggen. Damen Shipyards is gespecialiseerd in de bouw van werkschepen, offshore sche-pen, vrachtschepen, ferries en marinesche-pen en komt tegemoet aan deze marktvra-gen door zelfstandig en in samenwerking met eindgebruikers, toeleveranciers en kennisinstellingen nieuwe en verbeterde oplossingen voor energie-efficiënte en duur-zame schepen te ontwikkelen. Speerpunten zijn: verlaging van de weerstand van het schip, optimalisatie van het ontwerp voor de concrete praktijk (de zogenaamde ‘design for operations’ aanpak), de ontwikkeling van alternatieve voortstuwing- en energieop-wekkingsconfiguraties, zoals hybride voort-stuwing, en de toepassing van alternatieve brandstoffen zoals LNG. Verlaging van de weerstand van het schip wordt bijvoorbeeld

nagestreefd door lucht onder het schip te blazen middels het Damen Air Chamber Energy Saving (ACES) concept. Voor snelle zeegaande schepen is met het Sea Axe con-cept 20% brandstofbesparing bereikt door in het ontwerp beter rekening te houden met werkelijke omgevingscondities. De ontwik-keling van een energiezuinig binnenvaart-schip op LNG, de zogenaamde eco-liner is in een vergevorderd stadium. De ‘uitrol’ van deze schone technologie is natuurlijk wel sterk afhankelijk van regelgeving, bunkerin-frastructuur en de prijsontwikkeling van de brandstoffen.De initiatieven van Damen sluiten aan bij de strategische agenda van de Maritieme sector zoals die zijn verwoord in het Mari-tieme Innovatiecontract, een onderdeel van het Nederlandse Topsectorenbeleid en bij het Uitvoeringsprogramma Economische Agenda Zuidvleugel.

Peter van Terwisga, Group’s Research Coordinator

‘Ik wil de kracht van het Martieme cluster in onze regio versterken door te investeren in de innovatiekracht, het bundelen van de acquisitie/promotiekracht en het vinden van bekwaam (vaak technisch opgeleid) personeel.’antoin Scholten, burgemeester van Zwijndrecht

UItVOERINGspROGRAMMA

schonE schEpEnDAMEN SHIPyARDS

EconomIschE aGEnDa – schonE schEpEn

Page 8: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 1413 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012

Al vier jaar lang werken wetenschappers, ingenieurs en artsen uit de Zuidvleugelre-gio nauw samen om protonentherapie, de nieuwste vorm van kankertherapie, naar Nederland te halen. Het eerste succes is behaald: de minister heeft de therapie formeel goedgekeurd, in het bijzonder voor de behandeling van tumoren op een moeilijk behandelbare plaats en bij kinderen. De innovatie achter protonentherapie zit in het gebruik van protonen, minuscule geladen deeltjes waarmee de tumor bestraald wordt met minimale schade aan omliggend gezond weefsel. Wereldwijd zijn al meer dan 70.000 patiënten met protonen behandeld. Als het aan de Medical Delta partijen Erasmus MC,

LUMC en TU Delft ligt, wordt dit vanaf 2015 ook in de Zuidvleugel mogelijk. De drie in-stellingen zijn nu druk met de wetenschap-pelijke en organisatorische voorbereidingen en met de financiering voor het centrum dat HollandPTC zal gaan heten en wellicht in Delft gevestigd gaat worden.Het centrum wordt ook een verzamelpunt van bedrijven en Medical Delta onderzoeks-groepen, van waaruit nieuwe diagnose en behandeltechnologie beschikbaar komen. Meer informatie op www.HollandPTC.nl.

Prof. Ir. k.Ch.a.M. luyben (karel), stuurgroeplid

voor het project vanuit de TU Delft

‘Het gezamenlijk optrekken van de partijen in de Medical Delta levert resultaat op. Het afgelopen jaar hebben we op een rij gezet waar we de komende tijd vooral onze energie op moeten richten. Nu is het zaak een kleine en slagvaardige organisatie op te zetten. Het momentum is er, nu moeten we doorpakken.’Henri lenferink, burgemeester van Leiden

UItVOERINGspROGRAMMA

hoLLanDptc

EconomIschE aGEnDa – hoLLanDptcEconomIschE aGEnDa – hoLLanDptc

Page 9: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

HeT DaGelIjkS leVenRoelof: Waar is de Metropoolregio goed voor? Tom: Ik denk dat de Metropoolregio inspeelt op de natuurlijke beweging die al een hele tijd aan de gang is: de opschaling van het dagelijks leven (daily urban system). Vroe-ger was de buurt de actieradius van een bewoner, nu is dat de stad en de regio. Zo woont een vriend van me vlak bij station Leidschendam-Voorburg. Ik woon bij de Erasmusbrug en kan nu met de Randstad-rail in 25 minuten bij hem voor de deur staan. Daarmee speelt het vervoerssysteem in op datgene waar bewoners in de regio behoefte aan hebben. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het uitgaan. Het is tegenwoordig heel normaal om naar de film te gaan in een stad verderop. De Metropoolregio sluit aan bij wat er feitelijk gebeurt in het leven van mensen.Roelof: De opschaling van het dagelijks leven geldt ook voor de inwoners van steden als Dordrecht, Leiden en Alphen. Maar de discussie gaat ook over de bestuursstruc-tuur. Daar hebben bewoners niet direct mee te maken in hun leefwereld.Tom: Die structuurdiscussie vind ik dan ook

het minst interessant. De relatie met de gebieden rondom Den Haag en Rotterdam is zonder meer relevant. Maar de Metro-poolregiogedachte wordt steeds beteke-nisvoller. Den Haag en Rotterdam hebben vanuit het perspectief van voorzieningen aan burgers en bedrijven heel veel beteke-nisvolle relaties met elkaar die we nog lang niet voldoende benutten. Gezamenlijk kun-nen we een veel sterkere positie innemen in Nederland, maar ook internationaal.

OuDe VRIenDenTom: Waar vind jij dat de Metropoolregio alert op moet zijn in de relatie met de omlig-gende regio’s? Roelof: Om te beginnen vind ik het heel positief dat de twee grote steden Rotter-dam en Den Haag elkaar nu opzoeken, dat is pure winst. Tegelijkertijd denk ik dat we moeten kijken wat de partijen in de omlig-gende regio’s kunnen betekenen om de inhoudelijke opgaven van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag te realiseren. Het is volstrekt logisch dat de gemeente Leiden en de andere partners in de omliggende regio’s bij de verdere economische ontwikkeling van de Metropoolregio betrokken zijn. Maar ook

voor het realiseren van ruimtelijke opga-ven, waar al heel veel initiatieven waren in Metropolitane landschappen, zijn de partijen rondom de Metropoolregio keihard nodig. Daarom is het is belangrijk dat Rotterdam en Den Haag de partijen waar zij al jaren mee samenwerkten niet uit het oog verlie-zen. Wat ik zie, of het waar is weet ik niet, is dat het denken in de Metropoolregio erg gefocust is op elkaar. Een soort verlovings-periode. Dan heb je eigenlijk alleen oog voor elkaar en wat minder oog voor je oude vrienden, voor vriendschappen en loyalitei-ten die er waren. En voor je het weet keert de logica zich naar binnen, naar de grens van die 24 gemeenten, terwijl de belangen van de inwoners en bedrijven niet ophouden bij de grens van de Metropoolregio. Mijn advies is daarom om in vroegtijdig stadium

ook de andere partijen te betrekken bij het vormgeven van de plannen en ambities van de Metropoolregio. Het gaat dan om partijen binnen de Zuidvleugel, maar ook om andere partijen buiten de overheid. Hoe je dat invult in termen van gouvernance is een zoektocht. Maar het is wel cruciaal om het elan en het enthousiasme te behouden dat de Metro-poolregio uitstraalt en om die vonk te laten overslaan naar de andere partners.

HeT elan ZIT OP De InHOuDRoelof: Mijn zorg is dat het elan en het enthousiasme van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag straks weer gefrus-treerd wordt door het denken over de ver-voersautoriteit, de positie van de provincie, de positie van de stadregio’s, het wel of niet kunnen afschaffen van de regioplus. Dat

het toch weer gaat over de machtsvraag en waar de geldstromen naartoe gaan. Dat er alleen wordt gekeken of een project binnen het grondgebied van de Metropoolregio ligt, zodat het geld dat beschikbaar is naar de Metropoolregio gaat. Dat men onvoldoende beseft dat het om een bredere vlek gaat dan alleen dat gebied. Tom: Geldt dat ook voor de regio Rijnland? Zit je zorg er in dat de urgentie, het belang en de importantie van wat er in Regio Ho-land Rijnland speelt, straks ondergeschikt dreigt te gaan worden aan datgene wat er in Metropoolregioverband op de agenda wordt gezet? Roelof: Dat is een reëel gevoel. Op het moment dat de Metropoolregio gesprekken voert met het minisiterie van EZ over top-sectorenbeleid dan is het logisch dat ze de

Greenports noemt die in de Metropoolregio liggen en niet deGreenports Bollenstreek en Boskoop.

DanSenDe SCHalen, wISSelenDe COalITIeSTom: Het is een belangrijk attentiepunt dat je heel goed kijkt wat het belang is van de totale regio. Aan de andere kant is het logisch dat wordt gezocht naar nieuwe samenwerkingsverbanden. Zeker, je moet oppassen dat de functionele relaties, die met elkaar zijn opgebouwd in de afgelopen jaren, daarmee niet worden ondermijnd. De aandacht die je hier voor vraagt vind ik meer dan begrijpelijk.Roelof: De Metropoolregio heeft een aantal opgaven te realiseren. Dat moet ze doen. Dat is goed voor Zuid-Holland, goed voor Nederland. Er zijn bijvoorbeeld een aantal economische pijlers, die moeten goed functioneren. De overheid moet zorgen dat die op gang komen. Voor een aantal van deze pijlers zijn programma’s ontwik-keld binnen de Metropoolregio, waarvoor de omliggende regio’s echt niet nodig zijn. Regio Holland Rijnland heeft zelf ook programma’s te realiseren in het belang van de economische positie van Zuid-Holland en die van de Randstad, waarvoor ze de Haaglanden en stadsregio Rotterdam niet nodig heeft. Maar er zijn ook een paar thema’s op programmasturing, waar de Metropoolregio wel met Holland Rijnland of de Drechtsteden in gesprek moet gaan. Dat geldt ook voor ons als regio. Voor sommige opgaven is de focus gericht op Haaglanden en de stadsregio Rotterdam. Bij andere dossiers is de aandacht volledig gericht op Amsterdam en de Noordvleugel.

DE DIaLooG – DansEnDE schaLEn

ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 16

DE DIaLooG – DansEnDE schaLEn

15 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012

Twee partners van de Zuidvleugel, de Stadsregio Rotterdam en Haaglanden, worden samengevoegd in de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Wat betekent dit voor de samenwerking in de Zuidvleugel? Tom Boot (Gemeente Rotterdam) en Roelof van Netten (Holland Rijnland) gaan hierover met elkaar in gesprek.

DE DIALOOG

DansEnDE schaLEn

Links: Roelof van Netten, rechts: Tom Boot

Page 10: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

DE DIaLooG – DansEnDE schaLEn mEtropoLItaan LanDschap – GroEn concUrrEErt

ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 1817 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012

Tom: Ik zou daar de metafoor van de dan-sende schalen voor willen gebruiken, een geijktijdige dans van en met verschillende partners.Roelof: En het woord provincie is nog niet gevallen. Dat wordt ook nog heel span-nend. Is de Metropoolregio in staat om samen met de provincie te definiëren wat de rol en toegevoegde waarde is van de provincie? En hoe kun je een sfeer creë-ren dat je samen optrekt in plaats van dat er sprake is van hiërarchie, controle en toezicht? Ik heb als programmamanager in Brabantstad gewerkt. De kracht van Bra-bantstad was en is dat de vijf steden en de provincie elkaar zien als gelijkwaardig. En ook is heel goed definieerd wat de provin-cie doet en wat de steden zelf doen. Tom: We moeten als gemeenten beseffen dat de provincie ook die andere rol heeft. Er moet een bepaald evenwicht komen om ook die samenwerking goed invulling te geven. Inhoudelijk lopen de meningen volgens mij niet zoveel uit elkaar. In de

praktijk blijkt dat we er altijd met elkaar uit komen om de vereiste maatregelen te nemen.

RelaTIeS In De RanDSTaDTom: Wat ik het spannende vind is hoe je relaties legt in de Randstad. Sommi-gen dachten al 20 jaar geleden dat we er aan toe waren om op Randstadniveau tot afspraken te komen. Al in 1991 zei mijn toenmalige directeur bij de provincie Noord-Holland ‘Dit is de laatste keer dat we in deze samenstelling bij elkaar zijn, volgend jaar zijn we een Randstadprovin-cie.’ En die opschaling zit er nog steeds in, daar ben ik van overtuigd. Daarbij kan Holland Rijnland denk ik een prachtige scharnierfunctie vervullen. Ik zou zeggen: benut die brugfunctie tussen de Noord- en Zuidvleugel.Roelof: Je merkt dat, zoals we het in Ne-derland georganiseerd hebben, de bestuur-

lijke tafels nog heel erg provinciegericht zijn. De Haarlemmermeer ligt heel dicht bij onze regio maar die Ringvaart is wel heel erg diep en heel erg breed. En de provinci-ale tafels zijn echt strikt gescheiden. Tom: Jij zou een brug over de Ringvaart kunnen bouwen! Neem als regio Holland Rijnland het initiatief om de discussie over de Randstadregio vanuit jullie positie te en-tameren, neem het voortouw en stel je niet afhankelijk op. Beleg een bestuurlijke con-ferentie aan het eind van het jaar of volgend jaar om de samenhang tussen de Noord- en Zuidvleugel in beeld te brengen. Ik denk dat er zowel vanuit de Metropoolregio als vanuit de Zuidvleugel veel belangstelling is om juist daarover mee te denken. Roelof: Naast verbreding van de samen-werking, denk ik ook dat de inhoud ver-breed moet worden. Het op orde brengen van het onderwijs zou een belangrijk agendapunt kunnen worden. De Zuidvleu-gelagenda kan er in de toekomst wel eens heel anders uit gaan zien. ←

De identiteit van de Zuidvleugel is opge-bouwd uit de sterke steden die gelegen zijn in een aantrekkelijk landschap van delta, kust, rivieren en veenweiden. Met deze landschappen, die in veel gevallen uniek zijn, onderscheidt de Zuidvleugel zich van andere stedelijke regio’s. Door hun ligging tussen of tegen de steden hebben de fraaie landschappen (in potentie) grote waarde voor de stedelingen. Er is echter nog een betere samenwerking nodig tussen over-heden, maatschappelijke organisaties, gebruikers en ondernemers om de kwaliteit van de landschappen te vergroten. Door ze een hogere belevingswaarde te geven, ze beter bereikbaar en betreedbaar te ma-ken en ervoor te zorgen dat ze duurzaam beheerd worden moeten ze het karakter van metropolitane landschappen krijgen. Deze metropolitane landschappen vormen in de toekomst samen met de grote stadsparken en de groenblauwe zones een ecologische en recreatief netwerk dat essentieel is voor de leefkwaliteit van de metropool-regio. Daarmee dragen de metropolitane landschappen ook bij aan de internationale concurrentiepositie van de Zuidvleugel.

De Zuidvleugel heeft in 2010 een verkenning gemaakt naar de kansen voor de metropoli-tane landschappen. Hiervan is een publica-

tie gemaakt die als inspiratie dient voor alle betrokkenen bij de kwaliteitsverbetering van de leefomgeving in de Zuidvleugel. De publicatie is te vinden op de website www.zuidvleugel.nl > Publicaties.

Bij de ontwikkeling van nieuw groen en het beheer van de landschappen zijn veel partijen actief in de Zuidvleugel. De provincie ontwikkelt op dit moment een Groenagenda waarbij een nieuw beleid wordt uitgewerkt dat de focus legt op de groenbeleving van de gebruiker en inzet op een duurzame economische basis voor de groene ruimte. De komende jaren zal de provincie nog fors investeren in aanleg van nieuwe natuur- en recreatiegebieden en verbetering van bestaande gebieden. Gemeenten en regio’s werken samen aan de uitvoering van nieuwe groenprojecten. Door de bezuinigingen op de rijksbijdragen (via het Investeringsbudget Landelijk Ge-bied) is dat echter een stuk ingewikkelder geworden. De komende jaren zal de nadruk veel meer op kwaliteitsverbetering van bestaande groengebieden, duurzaam be-heer en verbetering van de beleving van de open landschappen komen te liggen dan op aanleg van nieuw groen. Daarbij staat altijd de vraag van de (toekomstige) gebruiker van een gebied centraal.

De Zuidvleugel wil dit jaar bij het onderdeel Metropolitaan Landschap Zuidvleugel vooral functioneren als platform voor kennisuit-wisseling op het gebied van nieuwe finan-cierings- en uitvoeringsconstructies. De overheidspartijen die samenwerken in de Zuidvleugel zijn allemaal op zoek naar ver-sterking van de uitvoeringskracht en nieuwe arrangementen om met minder over-heidsmiddelen toch resultaat te bereiken. Samenwerking met ondernemers, private investeerders, burgergroepen en maat-schappelijke organisaties is daarbij nood-zakelijk. De Zuidvleugel wil de kennisdeling over de nieuwe, meer faciliterende, rol van de overheid stimuleren. Dat zal plaatsvinden aan de hand van ateliers gericht op enkele pilotgebieden, excursies en waarschijn-lijk ook een bestuurlijke bijeenkomst aan het eind van 2012. In 2011 bleek al dat de combinatie van excursies en inhoudelijke debatten inspirerend werkt.

Op de volgende bladzijden is te lezen wat enkele bezoekers (op een koude winterse dag) van Midden-Delfland vinden. Ook een interview met een, inmiddels bekende, agrarische ondernemer die zich steeds afvraagt wat de stedelijke consument van hem verwacht. ←

MEtROpOLItAAN LANDschAp

GroEn concUrrEErtLANDSCHAPPEN ZUIDVLEUGEL DRAGEN BIJ AAN INTERNATIONALE CONCURRENTIEPOSITIE

‘hEt DEnkEn In DE mEtropooLrEGIo Is ErG GEfocUst op ELkaar. EEn soort VErLoVInGspErIoDE. Dan hEB jE EIGEnLIjk aLLEEn ooG Voor ELkaar En wat mInDEr ooG Voor jE oUDE VrIEnDEn, Voor VrIEnDschappEn En LoyaLItEItEn DIE Er warEn.’Roelof van Netten, secretaris van de Regio Holand Rijnland.

‘DE mEtropooLrEGIoGE-DachtE worDt stEEDs BEtEkEnIsVoLLEr. DEn haaG En rottErDam hEBBEn hEEL VEEL BEtEkEnIsVoLLE rELatIEs mEt ELkaar DIE wE noG LanG nIEt VoLDoEnDE BEnUttEn.’Tom Boot, directeur Stedelijk Inrichting van Stadsontwikkeling Rotterdam.

Page 11: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

19 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012

mEtropoLItaan LanDschap – staD En LanD hEBBEn ELkaar noDIG mEtropoLItaan LanDschap – staD En LanD hEBBEn ELkaar noDIG

ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 20

‘Van GROnD TOT MOnD’‘Het beheren van de natuurgebieden gebeurt op een educatieve, ludieke manier. Er worden bijvoorbeeld varkens of kippen ingezet om een bos te beheren. Of mensen op het land in plaats van machines. Het proces gaat ‘van grond tot mond. Er komt geen afval aan te pas,’ aldus Duijndam. ‘Afval is een toegevoegd waardeproduct voor een mooi compostpro-duct. En die compost wordt weer gebruikt om bijvoorbeeld de akkers te voeden. Het beheren van de buitengebieden staat in dienst van het maken van mooie streekproducten.’ De producten worden afgezet in winkels van omliggende gemeenten. Veel stedelingen heb-ben de weg naar Hoeve Biesland inmiddels gevonden en kopen daar hun streekproducten. Maar liefst 50% wordt als toegevoegd waarde-product afgezet in de regio als streekproduct.

HulPBOeRenNieuw op de boerderij is het project ‘Hulp-boeren’. Vanuit de steden Delft, Pijnacker,

Zoetermeer en Den Haag gaan mensen met een beperking of afstand tot de arbeidsmarkt zelf aan de slag. Mensen die tijdelijk niet aan het arbeidsproces kunnen meedoen, zoals bijvoorbeeld na een burnout, kunnen hier meehelpen met onderhoud van de natuur-gebieden, verzorgen van vee, begeleiden van groepen, het maken van streekproducten en bij allerlei andere projecten. Door het doen van deze werkzaamheden hebben ze weer een doel en krijgen ze meer zelfvertrouwen. ‘De hulpboeren doen voorbereidend werk of gewoon het werk dat eigenlijk normaal niet gedaan wordt omdat het te arbeidsintensief is of omdat er geen tijd voor is. We willen naar een groep van zo’n 50 hulpboeren toe. Zo pro-beren we een hogere kwaliteitsslag te maken met deze hulpboeren,’ zegt Duijndam.

STaDSBOeRenHet project Hulpboeren op Hoeve Biesland is een pilot bij het onlangs opgezette samen-werkingsverband: Stadsboeren. Vijf boeren uit

Abcoude, Zoeterwoude, Schipluiden, Maas-land en Delfgauw hebben de handen ineenge-slagen. Zij zetten zich in voor de ontwikkeling van een beter verdienmodel. Als individuele boer kom je, volgens Duijndam, niet zo ver. Het hulpboerenproject is een mooi project om van alle kanten te bekijken wat de mogelijk-heden en kansen zijn van de plattelandson-dernemer. Duijndam: ‘Want plattelandson-dernemer zijn is meer dan het houden van koeien. Je moet actief de stad opzoeken en zorgen dat ze je diensten afnemen.’

COnTaCTen TuSSen STaD en lanDJan Duijndam heeft goede contacten met de omliggende gemeenten. Wethouder Bolten van Delft heeft er hard aan getrokken om dit project van de grond te krijgen. ‘Maar aan de andere kant: ik ben ondernemer en wil geld verdienen. Dus ik moet initiatieven nemen. In de stad zit het geld. Als ondernemer probeer je de relatie met de stad goed en optimaal te hebben,’ vindt Duijndam. ←

INtERVIEw JAN DUIJNDAM

staD En LanD hEBBEn ELkaar noDIGHoeve Biesland bevindt zich achter recreatiegebied de Delftse Hout in Delft, op een groene locatie omgeven door de oprukkende Randstad. Ondernemer Jan Duijndam en zijn medewerkers produceren op de boerderij alleen biologisch-dynamische zuivel en vlees. Naast de boerderij beheert de onderneming de Polder van Biesland en ook een aantal natuurgebieden. Landbouw, veeteelt, natuur, recreatie en arbeidsreïntegratie zijn geïntegreerd tot één bedrijfsvoering in een optimale kringloop.

Page 12: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

21 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 ZUIDVLEUGELMAGAZINE – VOORJAAR 2012 22

mEtropoLItaan LanDschap – EnkELE rEactIEs Van BEZoEkErsmEtropoLItaan LanDschap – EnkELE rEactIEs Van BEZoEkErs

REcREAtIEGEbIED MIDDEN-DELfLAND

EnkELE rEactIEs Van BEZoEkErs

Dhr. Nolet komt uit de wijk Ambacht in Vlaardingen en fietst vaak in het recreatie-gebied van Midden-Delfland. ‘Veel mensen uit Vlaardingen komen hier ook, niet alleen in het voorjaar maar het hele jaar door. Ook de ijsbaan in Schipluiden is een trekpleister voor de wijde omtrek. De fietsroute langs de Vlaardingervaart is een mooie route. Er is hier voldoende recreatie, horeca en winkels.’

Een mijnheer uit Friesland is op bezoek bij zijn dochter, die in Delft woont. Ze hebben net geschaatst in Schipluiden en wandelen even langs de Vlaardingervaart. ‘Ik kom hier een paar keer per jaar fietsen. Het is een mooi gebied, maar wat wel opvalt is dat je altijd gebouwen ziet. Het is wel wat drukker dan in Friesland. Ook kom ik hier wel eens vanaf de camping in Kijkduin. Ik mis niets en vind het een mooi gebied met genoeg horeca. Het lijkt me voor mensen uit de grote stad een uitkomst om hier te komen.’

Mevrouw van Zuylen-Lindeman woont in Schipluiden in een appartementen-verzor-gingshuis: ‘Ik ken Midden-Delfland enigs-zins. Vroeger ging ik wel naar Midden-Delf-land, maar nu niet meer. Ik heb een mooi uitzicht op de route naar de trambrug. Ook zie ik dan veel scholieren. Het is een mooi gebied voor de mensen, ook bijvoorbeeld met een boot het gebied in. Ik zou niet in de stad willen wonen. Mensen uit de stad mo-gen hier graag komen.’ Mevrouw vindt het niet te druk met bezoek van stadsmensen.

Paula van Bleiswijk komt uit Delft. Ze komt hier nu voor het schaatsen. ‘Maar ik kom ook vaak fietsen in Midden-Delfland. Ik vind het een prachtig landelijk gebied. Er is genoeg aan recreatie en horeca. Ik kom vaak op de racefiets, daarvoor zijn er voldoende fietspa-den. Verder koop ik wel eens streekproducten op Hodenpijl. Er zouden in Delft wel wat meer winkels mogen zijn met streekproducten. Misschien zouden er voor kinderen wel meer faciliteiten moeten zijn.’

Page 13: NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE · PDF filevoorjaar 2012 – naar een schone economie een bereikbare zuidvleugel stedenbaanplus zuidvleugel comfortabel wonen in de stad landschap

NAAR EEN SCHONE ECONOMIE EEN BEREIKBARE ZUIDVLEUGEL STEDENBAANPLUSCOMFORTABEL WONEN IN DE STAD LANDSCHAP DICHTERBIJ HUIS

ZUIDVLEUGEL