myworld maart 2012

8
MY WORLD MAART 2012 01 MY WORLD Vakblad voor actieve wereldburgers Nummer 1/ Maart 2012 Beeld Iris Vetter De community van MyWorld groeit sneller dan verwacht. Een maand na de lancering telde het platform voor actieve wereldburgers bijna 800 gebruikers. Ook ruim 150 organisaties maakten de afgelopen weken een profiel aan. Documentairemaker Marijn Poels bezocht acht projecten van Nederlandse vrijwilligers in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Poels: “Kleine organisaties laten zien dat je concreet kunt bijdragen aan het geluk van mensen in Mali of Pakistan.” 800 personen vinden dit leuk Wereldreis langs ontwikkelingswerk Op 17 januari werd MyWorld.nl offi- cieel gelanceerd, onder grote belang- stelling van de media. De Volkskrant doopte MyWorld ‘het nieuwe Face- book voor particuliere hulp’. Twaalf organisaties, waaronder Partos, Partin en NCDO, namen het initiatief voor MyWorld. MyWorld.nl bestaat uit een community, een wiki en dit magazine. Iedereen kan op de community een profiel aanmaken. Bijna 800 mensen deden dat inmiddels. “De community groeit veel sneller dan verwacht”, zegt projectleider ErnstJan Stroes. “Wat opvalt is dat mensen ons spontaan weten te vinden.” Nieuwe gebruikers moeten nog wennen aan het platform, merkt Stroes: “Ze zijn erg bezig met het ontdekken van de mogelijkheden. Maar zoetjesaan wordt er steeds meer gediscussieerd.” Gebruikers maakten inmiddels groepen aan over landen als Ghana en Indonesië, en vinden elkaar op onderwerpen als alternatieve ener- gie en duurzaam toerisme. De commu- nity wordt ook benut voor trainen en leren. Zo ontstond er een groep rond een cursus over vermogensfondsen. Deelnemers discussieerden daar over de leervragen. Microkrediet in Kenia, visvangst in Suriname, vuilverwerking op de Filippij- nen: Nederlanders zetten zich er met hart en ziel voor in. Filmmaker Marijn Poels volgde acht van hen op verschil- lende continenten. Het resultaat is een serie voor COS Flevoland en Omroep Flevoland. Poels: “Mijn documentaire is relevant voor iedereen met projec- ten in het Zuiden. Ik merk dat er vaak competitie heerst tussen kleinschalige hulporganisaties. Mensen vinden hun eigen aanpak uniek en de beste. Juist dan is het leerzaam en gezond om te kijken hoe je collega’s problemen op- lossen. Maar Route 2015 is geen hand- boek ontwikkelingswerk. De essentie zit in de vraag waarom je bezig bent, in de passie van mensen.” Poels is zelf niet bij een project betrok- ken. “Ik wil onaankelijk zijn. Maar ik heb weleens een ééndagsproject. Met de documentaire The Voice of 650 mil- lion, over gehandicapten in Kenia, won ik de Dodie Spittal-prijs. Die heb ik naar de mensen gebracht waar de film over gaat. Nu staat er een monument midden in Nairobi’s grootste sloppen- wijk met de award erin gemetseld.” Binnenkort gaat MyWorld.nl online trainingen aanbieden. Lees meer op www.myworld.nl Op 4 maart is de officiële première van Route 2015 in Lelystad. Omroep Flevoland zendt de serie uit vanaf 27 maart. www.marijnpoels.com. Usman Hamid, Indonesië: “Oorlog levert geld op” Pagina 2 Esther is naarstig op zoek naar vrijwilligers Pagina 3 Lau Schulpen: “Zet je af tegen je grote broers en zussen” Pagina 4 Ga zitten, want ik moet eens met je praten, of: hoe stop je met je project? Pagina 6 Het dilemma: betaal ik om de dief uit de gevangenis te halen? Pagina 8 WE GAAN VOOR HET WARME GEVOEL Doe-het-zelvers in de hulp besteden meer dan twee keer zoveel tijd aan vrijwilligerswerk als de gemiddelde Nederlander Pagina 4 Annemiek Dresen van stichting Niños de Guatemala met haar hond Chipotle (ook uit Guatemala)

Upload: myworld-magazine

Post on 30-Mar-2016

225 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

MyWorld magazine Maart 2012

TRANSCRIPT

Page 1: MyWorld Maart 2012

MY WORLD MAART 2012 01

MY WORLDVakblad voor actieve wereldburgers Nummer 1/ Maart 2012

Beel

d Ir

is V

ette

r

De community van MyWorld groeit sneller dan verwacht. Een maand na de lancering telde het platform voor actieve wereldburgers bijna 800 gebruikers. Ook ruim 150 organisaties maakten de afgelopen weken een profi el aan.

Documentairemaker Marijn Poels bezocht acht projecten van Nederlandse vrijwilligers in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Poels: “Kleine organisaties laten zien dat je concreet kunt bijdragen aan het geluk van mensen in Mali of Pakistan.”

800 personen vinden dit leuk

Wereldreis langs ontwikkelingswerk

Op 17 januari werd MyWorld.nl o� -cieel gelanceerd, onder grote belang-stelling van de media. De Volkskrant doopte MyWorld ‘het nieuwe Face-book voor particuliere hulp’. Twaalf organisaties, waaronder Partos, Partin en NCDO, namen het initiatief voor MyWorld. MyWorld.nl bestaat uit een community, een wiki en dit magazine. Iedereen kan op de community een pro� el aanmaken. Bijna 800 mensen deden dat inmiddels. “De community groeit veel sneller dan verwacht”, zegt projectleider ErnstJan Stroes. “Wat opvalt is dat mensen ons spontaan weten te vinden.” Nieuwe gebruikers

moeten nog wennen aan het platform, merkt Stroes: “Ze zijn erg bezig met het ontdekken van de mogelijkheden. Maar zoetjesaan wordt er steeds meer gediscussieerd.” Gebruikers maakten inmiddels groepen aan over landen als Ghana en Indonesië, en vinden elkaar op onderwerpen als alternatieve ener-gie en duurzaam toerisme. De commu-nity wordt ook benut voor trainen en leren. Zo ontstond er een groep rond een cursus over vermogensfondsen. Deelnemers discussieerden daar over de leervragen.

Microkrediet in Kenia, visvangst in Suriname, vuilverwerking op de Filippij-nen: Nederlanders zetten zich er met hart en ziel voor in. Filmmaker Marijn Poels volgde acht van hen op verschil-lende continenten. Het resultaat is een serie voor COS Flevo land en Omroep Flevoland. Poels: “Mijn d ocumentaire is relevant voor iedereen met projec-ten in het Zuiden. Ik merk dat er vaak competitie heerst tussen kleinschalige hulporganisaties. Mensen vinden hun eigen aanpak uniek en de beste. Juist dan is het leerzaam en gezond om te kijken hoe je collega’s problemen op-lossen. Maar Route 2015 is geen hand-

boek ontwikkelingswerk. De essentie zit in de vraag waarom je bezig bent, in de passie van mensen.”Poels is zelf niet bij een project betrok-ken. “Ik wil ona� ankelijk zijn. Maar ik heb weleens een ééndagsproject. Met de documentaire The Voice of 650 mil-lion, over gehandicapten in Kenia, won ik de Dodie Spittal-prijs. Die heb ik naar de mensen gebracht waar de � lm over gaat. Nu staat er een monument midden in Nairobi’s grootste sloppen-wijk met de award erin gemetseld.”

Binnenkort gaat MyWorld.nl online trainingen aanbieden. Lees meer op www.myworld.nl

Op 4 maart is de o� ciële première van Route 2015 in Lelystad. Omroep Flevoland zendt de serie uit vanaf 27 maart. www.marijnpoels.com.

Usman Hamid, Indonesië:“Oorlog levert geld op”Pagina 2

Esther is naarstig op zoek naar vrijwilligersPagina 3

Lau Schulpen: “Zet je af tegen je grote broers en zussen”Pagina 4

Ga zitten, want ik moet eens met je praten, of: hoe stop je met je project? Pagina 6

Het dilemma: betaal ik om de dief uit de gevangenis te halen? Pagina 8

WE GAAN VOOR HET WARME GEVOELDoe-het-zelvers in de hulp besteden meer dan twee keer zoveel tijd aan vrijwilligerswerk als de gemiddelde Nederlander Pagina 4

Annemiek Dresen van stichting Niños de Guatemala met haar hond Chipotle (ook uit Guatemala)

Vakblad voor actieve wereldburgers

Page 2: MyWorld Maart 2012

02 MAART 2012 MY WORLD

Wie Usman Hamid (45) Waar Indonesië Werkt voor Kontras, organisatie voor verdwenen mensen en slachto� ers van geweld Onderzoekt mensenrech-tenschendingen in Indonesië Met steun van o.a. ICCO Zoekt nieuwe sponsoren

“Ik ben net terug uit de provincie Papoea. Bij rellen tussen het leger en stakende mijnwerkers zijn volgens ooggetuigen tien mensen omgekomen. Onder hen waren studenten die niets met de staking te maken hadden. We proberen te achterhalen waarom het leger schoot, stellen een rapport op en sturen dat naar de media en het parlement. We zijn de luis in de pels van de regering. Er verdwijnen weliswaar geen activisten meer, zo-als onder generaal Soeharto (1967-1998, red.), maar achter de scher-men trekt het leger nog steeds aan

de touwtjes. Militairen zijn gebaat bij con� icten. Dan kunnen ze de noodtoestand afroepen, het gebied afsluiten en ongestoord hun gang gaan bij de illegale houtkap. Oorlog levert ze geld op.”

BERGAFWAARTS“We krijgen steeds minder sub-sidie. Voor het buitenland zijn mensenrechten in Indonesië geen onderwerp meer. Ook Nederland denkt dat Indonesië een democra-tie is, terwijl het onder president Yudhoyono juist bergafwaarts gaat. Zowel op de Molukken als in Papoea zitten ruim honderd politieke activisten gevangen. We kunnen hen niet langer bijstaan met een gratis advocaat. Ik heb Amnesty International gevraagd om ons te helpen om leden te werven. Indonesië heeft een

maatschappelijke beweging nodig die waakt over de democratie.”

GELD“Veel activisten lopen over naar de politiek. Mijn ex-collega’s beweren dat ze vanuit het parlement beter de mensenrechten op de agenda kunnen houden. Ik verdenk hen ervan dat ze voor het geld gaan. De politiek maakt niets waar. Het mensenrechtentribunaal dat de president mij vorig jaar in een per-soonlijk onderhoud toezegde, is er nog steeds niet. De oprichter van Kontras, Munir, is vier jaar geleden door de Geheime Dienst in een vliegtuig naar Nederland vergiftigd. Ik ontvang regelmatig dreigtele-foontjes, maar ik ben niet bang. Ik blijf afreizen naar de con� ict-gebieden.” WILMA VAN DER MATEN

REDACTIONEEL

V eel kleinschalige ontwikkelingsorganisa-ties zoeken nooit contact met de overheid. Overheden in ontwikkelingslanden zijn immers niet te vertrouwen. Ze leunen vergenoegd achterover wanneer de hulp -

gelden binnenstromen en denken liever aan hun eigen portemonnee dan aan het oplossen van de armoede. Tijdens een bezoek aan Ethiopië ben ik dan ook op mijn hoede. Mijn gastheer is een Duitse ontwikkelings-organisatie, gespecialiseerd in duurzame energie. Die helpt klinieken aan zonnestroom, dorpen aan water-krachtcentrales, stadsbewoners aan hout besparende kooktoestellen. Dat doet die Duitse organisatie mét de Ethiopische overheid. Ik ben gewaarschuwd: president Meles Zenawi regeert het land met ijzeren hand. Hij muilkorft de pers en laat tegenstanders verdwijnen. Volgens Human Rights Watch gebruikt de regering hulpgeld om de oppositie mond-dood te maken. Wat doet die Duitse organisatie daar? Moeten ze zich überhaupt wel met de overheid in -laten? In mijn aantekenboekje noteer ik kritische vragen. Totdat ‘de overheid van Ethiopië’ voor mijn neus staat in de persoon van Tewodros. Een jonge man met een roodgeruite bloes en zachte ogen. Niet het proto-type buikige en zel� ngenomen staatsdienaar dat ik had verwacht. Geestdriftig vertelt Tewodros over zijn werk voor het regionale ministerie van Energie. Hij overtuigt gezinnen om een houtbesparend kooktoestel te kopen. Organiseert demonstraties voor gebruikers en traint producenten. Samen met de Duitsers. In ‘zijn’ regio zijn al duizenden kooktoestellen verkocht. Licht verward kom ik uit het gesprek. Wie is nu eigenlijk ‘de’ overheid van Ethiopië? De kliek van Zenawi? Of deze ambtenaar, die oprecht wat van zijn werk wil maken? En zonder wie, zo besef ik, de Duitsers waarschijnlijk weinig voor elkaar krijgen. In mijn aantekenboekje staat nog steeds de vraag of je met hulp aan de Ethiopische overheid een verkeerd regime overeind houdt. Het antwoord is minder eenvoudig dan ik dacht. ‘De’ overheid bestaat niet. Zelfs niet in een autocratie. MIRJAM VOSSEN

Beel

d Tz

enko

Sto

yano

v

Beel

d m

atan

ews

Beel

d Ils

e Vo

ssen

TRAININGEN EN CURSUSSEN Ondernemen tegen armoedeVanaf 17 maart, Den Haagwww.seva-group.org

Wereldpodium Academy: WereldvoedselvraagstukVanaf 21 maart, Tilburgwww.wereldpodium.nu

BIJEENKOMSTENPremière ROUTE 20154 maart, Lelystadwww.marijnpoels.nlZie pagina 1 in deze MyWorld

Wandelen voor water21 maart, landelijkwww.wandelenvoorwater.nl

Straatkinderenweekend22-25 maart, Asselwww.samen.org

Movies that matter fi lmfestival22-28 maart, Den Haagwww.moviesthatmatter.nl

LEZINGENGlobaliseringslezingGary Barker: ‘Leve de man’.Over de rol van mannen in het scheppen van kansen voor vrouwen in ontwikkelingslanden7 maart, Amsterdamwww.felixmeritis.nl

AGENDA

“BEDREIGING MAAKT ME NIET BANG”

MYWORK Usman Hamid

Wat Leer- en uitwisselbijeenkomst kindgezinnen Door wie Better Care Network, een organisatie die zich inzet voor betere hulp aan kinderen zonder ouderlijke zorg Voor wie Iedereen die betrokken is bij weeskinderen en kindgezinnen in ontwikkelings-landen Geleerd Kindgezinnen tijdelijk steunen is prima, maar elk kind heeft recht op zorg door een volwassene Kan beter Het wat abstracte juridische verhaal wordt in de loop van de middag steeds concreter, maar het mag praktijkgerichter. Bijvoorbeeld: hoe pak ik als kleine organisatie het lobbyen bij overheden aan?

W e worden enthousiast onthaald door coördinator Margot Klute. We, dat zijn ongeveer vijfentwintig vrou-

wen en een enkele man van organisaties als Red een Kind, Cordaid en Stichting Kinderpostzegels. Maar onder de aanwezigen zijn ook twee dames van de kleinschalige Organisation for Orphans in Oyogus (Triple-O) en twee studenten sociologie. We buigen ons vanmiddag over de vraag hoe je kindgezinnen het beste kunt ondersteunen. Speciale gast is Charlotte Phillips, onderzoeker en docent aan de Hogeschool van Amsterdam. Zij schreef een juridisch proefschrift over child

headed households, kindgezinnen. Haar presen-tatie begint met jargon en wetsartikelen. Even dreig ik af te haken als het gaat over het aanne-men, adopteren en rati� ceren van richtlijnen. Bij de de� nitie van kindgezinnen haak ik weer aan. Kindgezinnen komen overal ter wereld voor, ook in Nederland. Volgens Phillips gaat het om kinderen onder de achttien jaar die zorg dra-gen voor een huishouden. Of die in hun eentje een huishouden vormen. Dat doet me denken aan Viktor, een jongen die ik vorig jaar ontmoette in Malawi, waar ik zelf ac-tief ben voor een onderwijsproject. Viktor liep met me mee tijdens een rondwandeling door zijn dorp. Hij was vijftien jaar en woonde sinds zijn twaalfde alleen. Elke dag stond hij vroeg op om zijn akker te bewerken. Daarna ging hij naar school. Zijn zusje woonde bij een tante in de stad Blantyre, 200 kilometer verderop. Zijn tante wilde hem niet in huis, maar betaal-de wel zijn schoolgeld. Om dat geld op te halen, liftte hij in z’n eentje naar de grote stad. Wat had mijn organisatie voor Viktor kunnen doen?

BOUW GEEN WEESHUIS, STEUN EEN FAMILIELIDEr zijn heel wat cursussen en trainingen voor de actieve wereldburger. MyWorld doet mee. Deze maand zijn we te gast bij Better Care Network in Den Haag.

DE BIJEENKOMST

Beel

d m

atan

ews

“BEDREIGING MAAKT ME NIET BANG”

Page 3: MyWorld Maart 2012

MY WORLD MAART 2012 03

Cabaretière Karin Bruers (49) is het brein achter de Socialsofa’s: betonnen straatbank-jes met een fraai mozaïekpatroon die steeds meer straten en parken in ons land op� euren. In het Tilburgse Socialsofa-atelier van Bruers werkte Medya Cuma (30) uit Irak. Een jaar geleden vroeg ze Bruers om een lening, om in haar geboorteland een mozaïekatelier te star-ten. Bruers zei ja en leende haar 13.000 euro.

Zo, 13.000 euro, dat trek je niet even uit je achterzak. Toch durfde je ja te zeggen…“Medya is een kei. Ze is zó gedreven. De beste mozaïekster die ik ooit heb gehad. Ze is heel jong uitgehuwelijkt aan een man die haar meenam naar Nederland. Haar huwe-lijk was slecht, haar man sloeg en bedreig-de haar. Een jaar geleden besloot ze terug te gaan naar Irak. We spraken erover hoe ze zich daar zou redden. Waar was ze goed in? Dat was dus mozaïeken. Van het geld huurde ze een huis en een klein atelier.”

Hoe gaat het nu? “Buitengewoon veelbelovend. Ze is nu een jaar bezig en heeft al wat opdrachten bin-nengehaald. Ze werkt aan een metershoog muurmozaïek in een particulier huis. Vette winst maakt ze nog niet, maar ze verdient een beetje en kan ervan leven.”

Heb je ooit getwijfeld of het zou lukken? “Geen moment. Maar mijn omgeving wel. Mensen zeiden ‘Je krijgt dat geld nooit terug’. En: ‘Laat haar op zijn minst een ondernemingsplan maken’. Dat heb ik Medya gevraagd. Maar ze had geen idee hoe ze dat moest aanpakken. Uiteindelijk

stuurde ze een plan van drie zinnen: ze wilde mooie dingen maken en daar geld mee verdienen. Ik dacht: dat schiet dus niet op. Dit is iemand die vanuit haar onderbuik en talenten vooruitgaat.”

Zie je jouw geld nog terug? “Ik heb haar eerder geld geleend voor een auto, en dat heb ik met rente teruggekre-gen. Ze is zó principieel, haar kennende betaalt ze elke cent terug. Maar daar gaat het voor mij niet om. Kijk, 13.000 euro lijkt een groot bedrag, maar eigenlijk is het een klein bedrag om iemands leven op de rails te krijgen.”

Ga je Medya opzoeken in Irak? “Dat ben ik zeker van plan. Ze wil me laten zien hoe het gaat en praten over de uitbreiding van haar atelier. Tot half april heb ik nog optredens. Daarna stap ik op het vliegtuig.”

NAAR IRAK MET 13.000 EURO

VRAAG & ANTWOORD KARIN BRUERS

OCCUPY: Weg met het kapitalisme! Ban de banken! Protestbeweging Occupy is na Wall Street neergestreken in Amsterdam. Hoe denken Nederlanders over Occupy? De standpunten krijgen bijval. Maar we laten ons niet uit onze, of liever gezegd, in de tent lokken door de actievoerders.

Bekijk het onderzoek op www.ncdo.nl -> Onderzoek 58: ‘Nederlanders & de Occupy-beweging’

Veel kleinschalige ontwikkelingsorganisaties zetten, met de bes-te bedoelingen, weeshuizen op voor kinderen als Viktor. Volgens Charlotte Phillips is dat meestal niet de beste optie: “Zorg door fa-milieleden of de leefgemeenschap verdient de voorkeur.” De aan-wezigen knikken instemmend. Maar opvang in de omgeving staat onder druk. Oorlogen en de aids-epidemie slaan gaten in de van oudsher aanwezige sociale vangnetten. Daarom groeit het aan-tal kindgezinnen en daarmee het aantal projecten dat hen onder-steunt. We bekijken een video van zo’n project in Zuid-Afrika. Op een afgesloten terrein worden de kinderen na schooltijd opgevan-gen. Ze leren koken en wassen. En ze zijn er veilig. De ‘grote’ kin-deren kunnen op het land werken. De ‘kleintjes’ doen spelletjes. Een prima oplossing, toch? Phillips heeft echter haar bedenkingen: “Natuurlijk is het goed dat deze opvang er is, maar we moeten voorkomen dat kindgezin-nen een geaccepteerde vorm van zorg worden. Want dat zijn ze niet. Kinderen hebben recht op verzorging door een volwassene.” Iedereen is het erover eens dat hulporganisaties op zoek moeten naar goede ‘ouders’ voor alleenstaande kinderen. Maar dat is vaak lastig te organiseren. En we willen ook graag meteen iets voor de kinderen doen. Charlotte Philips stelt ons gerust. “Hulp aan kind-gezinnen is prima, zolang het tijdelijk is.” Intussen moeten hulp-organisaties, groot en klein, druk uitoefenen op regeringen, zodat deze geld vrijmaken voor opvang binnen de leefgemeenschap. Voor Viktor zou ik dus iemand in het dorp moeten zoeken. Een bekende die met onze � nanciële ondersteuning voor hem kan koken, wassen en zorgen tot zijn achttiende. En die hem af en toe een aai over zijn bol kan geven. Ilse Vossen is freelancer en docent. Ze is als vrijwilliger betrokken bij Stichting Het Goede Doel, dat onderwijsprojecten in Malawi ondersteunt.

KRIJGT NEDERLAND NIET IN DE TENT

Heeft van de Occupy-beweging gehoord

Heeft geen duidelijke mening

over Occupy

Heeft sympathie voor Occupy

Is het met Occupy eens dat de overheid banken

strenger moet controleren

Staat negatief tegenover Occupy

Is het met Occupy eens dat de welvaart

in de wereld beter moet worden verdeeld

51% 83% 69%

80% 28% 21%

VAN HET WEB

NIEUW: ONLINE OPINIEPANEL MyWorld.nl start met een online panel om de meningen van actieve wereldburgers te peilen. Het initiatief komt van adviesbureau PI Wijzer. Via dit panel hopen we meer zicht te krijgen op de standpunten van mensen die betrokken zijn bij kleinschalige ontwikkelingsprojecten. Hoe denken zij over actuele onderwerpen als gedragscodes, vrijwilligerswerk of het evalueren van projecten? Lid worden van het panel? Meld u aan bij de groep ‘oPIniepanel’ op de community van MyWorld.nl.

DISCUSSIE: DONATEURS MEE OP REIS? Uw donateurs meenemen naar uw project. Is dat een goed idee of niet? Op MyWorld.nl woedt een levendige discussie over dit onderwerp. “Een verrijking voor bezoekers uit het buitenland en lokale projectleden”, vindt Gerrit Impens van Thiru Valagum Farm in India. “Het brengt culturen bij elkaar.” Lieve Jacques van BinobaiBissau Tours in Guinee Bissau waarschuwt echter voor de nadelen: “Ik zie dat projecten en organisaties er heel veel tijd mee kwijt zijn. Die kunnen ze vaak beter gebruiken.” Wat is uw ervaring? Praat mee in de groep ‘Ontwikkelingsreizen’ op MyWorld.nl.

Page 4: MyWorld Maart 2012

04 MAART 2012 MY WORLD

ONDERZOEK

INTERVIEW

OPINIE

VRIJWILLIGERS MET EIGEN PROJECT: HOE KRITISCHER, HOE ACTIEVER

Beel

d B

ob v

an d

er V

list

J arenlang heb ik me, overigens met veel plezier, gestort in de discussie over

particuliere initiatieven (PI’s) in Nederland. Even zo lang heb ik mensen die betrokken zijn bij hulpprojecten in het Zuiden aangeraden om dichter tegen professionele ontwikkelings-organisaties aan te schurken. De redenering daarachter was

helder en simpel. PI’s lopen in hun werk tegen veel problemen aan en maken redelijk veel fou-ten. Die problemen en fouten kunnen ze het beste aanpakken door te leren van anderen. En de beste bron voor dergelijke lessen zijn traditionele hulp-organisaties. Bovendien: die hulporganisaties hadden ook subsidiegeld te vergeven. Dus sneed voor PI’s het mes aan twee kanten: ze kregen advies

en ook nog eens geld om die adviezen in praktijk te brengen.Intussen wil ik deze oproep aan PI’s graag herzien. Niet zozeer omdat wijsheid met de jaren komt, maar omdat verschil-lende ontwikkelingen het voor PI’s verstandiger maken om de Nederlandse hulpsector de rug toe te keren. Die ontwikkelin-gen zijn zowel van � nanciële als van inhoudelijke aard.

BEWIJS VAN GOED GEDRAGLaten we met het geld begin-nen. De afgelopen jaren stelden reguliere organisaties in grote mate subsidiegelden beschik-baar voor het werk van PI’s. Die subsidie werd het afgelo-pen jaar al substantieel minder en zal in de komende periode verder afnemen. NCDO moest als subsidieverstrekker het veld

ruimen en Hivos hield het voor gezien. Uit het nieuwe subsidie-loket SBOS is na een dik jaar (hoewel wellicht voorlopig) de stekker getrokken. En ook an-dere subsidiegevers (uitgezon-derd Wilde Ganzen) draaiden de geldkraan iets dicht. Kortom: PI’s hebben op � nan-cieel terrein steeds minder te verwachten van traditionele or-ganisaties. Bovendien komt het beschikbare geld met steeds meer strings attached. En dat brengt me bij de inhoudelijke reden waarom het beter is dat PI’s zich afwenden van de ontwikkelingsgemeenschap: de subsidie gaat gepaard met een berg aan steeds ingewikkelder wordende criteria. PI’s moeten bewijzen van goed gedrag over-leggen, op bepaalde manieren hun projecten plannen, nauw-

gezet aangeven wat ze gaan doen, en duidelijk maken wat ze precies hebben bijgedragen.

STRAKKE LIJNENUiteraard ageer ik hiermee niet tegen de logische eis dat het werk van PI’s e ectief moet zijn. Mijn punt is vooral dat al die eisen en criteria uitings-vormen zijn van institutioneel wantrouwen. Kennelijk gaan subsidiegevers er bij voorbaat van uit dat subsidieontvangers niet goed zullen presteren. Dat staat haaks op de uitgangs-punten van onze rechtsstaat. Daarin bent u onschuldig tot anderen het tegendeel bewij-zen. Binnen de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking draaien we dat principe om: wie subsidie vraagt, is schul-dig tot hij zelf het tegendeel

BEZIGE BIJENHOE IS HET MET JE? “Ongeloo� ijk druk! Ik weet niet waar ik de vrije uren vandaan kan halen. Ik volg een cursus oplossingsgerichte gespreksvoering waarbij je leert om de kracht te vinden in de persoon die tegenover je zit. Dat is belangrijk bij de life skills trainingen die ik aan ga bieden. Ik ga de jongeren niet even vertellen hoe het allemaal moet, maar ik probeer hun eigen vermogen te versterken om aan zichzelf te werken.” WAT IS JE PLAN VOOR JE KOMENDE REIS? “Er staat veel op mijn lijstje. Ik zoek naar lokale organisatie(s) om mee samen te werken, naar trainers, en naar jongeren uiteraard. Ik wil ook met lokale onderne-mers spreken om te horen wat ze van hun werknemers verwachten en wat ze op dit moment missen.”HEB JE AL EEN KANTOORTJE DAAR? “Nee, dat moet ik ook nog vinden, naast trainings- en woonruimte trouwens. Ik heb Libanese vrienden in Freetown, met veel contacten. Zij zullen me zeker helpen.”WAAR KIJK JE HET MEEST NAAR UIT? “Het is vier jaar geleden dat ik in Sierra Leone was en ik heb gehoord dat Freetown � ink is uitgedijd. Er zijn meer bedrij� es, meer clubs om uit te gaan. Ik verheug me enorm om dat allemaal te zien.”NOG STEEDS IN JE UPPIE? “Ja! Ik heb wat mensen voor klussen gevonden, maar het blijft lastig mensen langdurig aan je programma te binden als vrijwilliger. Ik zou op dit moment heel goed wat extra handen kunnen gebruiken. Het valt niet mee om iemand te vinden die net zo gepassioneerd is als ik, maar ik weet zeker dat het gaat lukken.”Esther Peereboom is een gefi ngeerde naam. Zo gauw ze haar baan heeft opgezegd, zal ze haar echte naam onthullen.

“IK VERTELZE NIET HOE HET MOET”

EVEN BELLEN MET ESTHER

BEVRIJD JE UIT DE WURGGREEP Het managementdenken doet zijn intrede in de ontwikkelingswereld. Grote organisaties besmetten kleinschalige hulporganisaties ermee. Die moeten daarom ver bij ‘de groten’ uit de buurt blijven, betoogt onderzoeker Lau Schulpen. “Al die eisen en criteria zijn uitingen van institutioneel wantrouwen.”

We wisten allang dat hulp-doe-het-zelvers bevlogen types zijn, maar nu is het ook wetenschappelijk bewezen. Oprichters van kleinschalige hulp-organisaties besteden zo’n 46 uur per maand aan hun project. Dat maakt hen dubbel zo actief als de gemiddelde vrijwilliger. Bovendien: hoe kritischer ze zijn op o� ciële hulp, hoe actiever. Een (vakantie)reis is vaak de aanleiding om te starten. Een persoonlijke band met het land is belangrijk en vrijwil-ligers krijgen een warm gevoel als ze zien dat hun inzet loont. Klopt dit profi el in praktijk? MyWorld nam bij drie vrijwilligers de proef op de som. www.ncdo.nl -> Onderzoek 57: ‘Veel, meer, meest’

Christophe Ngimbi: “Anderen leren ervoor, bij mij zit ‘t in mijn bloed” Be

eld

Iris

Vet

ter

Esther Peereboom heeft een groot plan. Ze wil vanaf juli in Sierra Leone beurzen en trainingen geven aan jongeren om ze klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. My-World volgt haar daarbij. We spraken Esther vlak voordat ze een verkennende reis maakt.

Page 5: MyWorld Maart 2012

MY WORLD MAART 2012 05

VRIJWILLIGERS MET EIGEN PROJECT: HOE KRITISCHER, HOE ACTIEVER

bewijst. In zijn recente proef-schrift The partnership para-dox beschrijft Willem Elbers, onderzoeker aan de Radboud Universiteit, die controledrift als ‘e ectiviteitsdenken’. Dat denken gaat ervan uit dat ont-wikkeling een planbaar en con-troleerbaar proces is, gericht op concrete uitkomsten. Het draait om meten, om zichtbare resultaten, om contractuele relaties en om strakke lijnen voor verantwoording. Volgens Elbers is het e ectivi-teitsdenken echter in strijd met de grondgedachte van maat-schappelijke organisaties. Hun samenwerking met partners in het Zuiden is gebaseerd op solidariteit, op autonomie en op wederzijds vertrouwen. Dat is niet te vangen in getallen. Het gevaar bestaat dat scoren

op meetbare zaken een doel op zich wordt. Dat gaat ten koste van ongrijpbare waarden als ona� ankelijkheid, eigenaar-schap en zel� eschikking.

BEDRIJFSMATIGDe controledrift komt niet uit de lucht vallen. Net als in het onderwijs en de zorg deed het managementdenken de afge-lopen jaren zijn intrede in de hulpsector. Door de toenemen-de druk om resultaten te laten

zien, volgen traditionele ont-wikkelingsorganisaties steeds vaker een bedrijfsmatige aan-pak. Het proefschrift van Elbers laat zien dat ontwikkelingsor-ganisaties zelf veel last hebben van die eisen. Hun werk dreigt a-politiek te worden, waardoor het steeds moeilijker wordt om bijvoorbeeld campagnes tegen corrupte overheden te ondersteunen. Toch stellen zij dezelfde eisen aan PI’s die bij hen aankloppen voor geld.

Daarmee tasten ze de autono-mie en het eigene van het PI aan. Net als alle organisaties in het maatschappelijk midden-veld zijn PI’s ten principale autonome organisaties. En die autonomie horen ze te koesteren.

KLONENZo stellen 65 PI’s in een (niet gehonoreerde) SBOS-aanvraag dat het PI zich onderscheidt van de ‘gevestigde grote ont-wikkelingsorganisaties’ door een ‘praktische en doelgerichte aanpak, hoge mate van profes-sionaliteit, zeer lage overhead, grote motivatie en inzet en de wil om kennis te nemen van de dynamiek in de landen waar men werkzaam is’. Het punt is niet of zij in dit alles gelijk hebben (zeer waarschijnlijk

tot zeker niet), maar dat ze de behoefte voelen om zich af te zetten tegen hun grote broers en zussen. Broers en zussen welteverstaan waar ze tegelijk aankloppen voor geld. Broers en zussen die hen, met eisen ontleend aan wantrouwen, tot klonen van zichzelf maken.

Ik roep het PI in Nederland op om zich niet te conformeren aan de gevestigde orde die hun autonomie aantast. Dat kan maar één ding betekenen: maak dat je weg komt uit die omarming van de Nederlandse ontwikkelingshulpsector.

Lau Schulpen is docent en onderzoeker bij het Centre for International Deve-lopment Issues Nijmegen (CIDIN) van de Radboud Universiteit NijmegenLees de reactie van Wilde Ganzen en Partin www.myworldmagazine.nl.

CHRISTOPHE NGIMBI foto links

Wie: Christophe Ngimbi (36), ondernemer, getrouwd, vier kinderen Stichting: l’Amour du prochain Tijd: “Ik ben 100% beschikbaar voor ‘mijn’ kinderen” Financiering: Giften, met name via de kerk Warme gloed:“Als ik niets doe, kan ik ’s nachts niet slapen”

“In Congo was ik kindsoldaat en heb ik in de gevangenis gezeten. Toen ik zestien was, heb ik mij verstopt in een boot en ben ik in

Nederland beland. Tien jaar lang was ik vrachtwagenchau� eur, maar dat maakte mij diep ongelukkig. Ik wilde mijn land iets teruggeven uit dankbaarheid dat ik nog in leven ben. Mijn vrouw stimuleerde mij om via de kerk een stichting op te richten. Dat is gelukt. In Matadi, de stad waar ik ben opgegroeid, hebben we een huis gebouwd waar we straatkinderen opvangen. Ze gaan naar school, het gaat goed met ze. Ik begrijp wat ze hebben doorgemaakt. Dat is het probleem met veel Nederlanders die willen helpen. Ze kennen de cultuur niet en werken niet echt samen met lokale mensen. Professionals bij ontwikkelingsorganisaties hebben een opleiding gevolgd om hulp te bieden. Bij mij zit het in mijn bloed.”

JACQUES & MARIJKE DEN RIDDER JACQUES & MARIJKE DEN RIDDER foto rechts

Wie: Jacques (64) en Marijke den Ridder (65), medewerker bank en lerares, gepensioneerd Stichting: Focus on Education Tijd: Beiden circa 40 uur Financiering: scholen, bedrijven, stichtingen Warme gloed: “Als we zien dat de scholen vol zitten”

MARIJKE: “Tijdens een reis door India lazen we in de krant over een schooltje in erbarmelijke omstandigheden. We scheurden het artikel

uit en namen het mee in onze rugzak. Bij thuiskomst spoorden we de journalist op. Hij nodigde ons uit op het schooltje en toen is het allemaal begonnen. JACQUES: “Inmiddels hebben we onderwijsprojecten in Congo en India. We kunnen niet meer alle scholen elk jaar bezoeken. Het zijn er te veel geworden.” MARIJKE: “Als we zien dat de klassen vol zitten – ook met meisjes, willen we zo snel mogelijk nieuwe projecten opzetten.” JACQUES:“Voor de Rabobank heb ik op Sri Lanka gewerkt, met micro kredieten. Ik draag graag kennis over op mensen die er echt behoefte aan hebben.” MARIJKE:“We halen geld op met sponsortochten en andere creatieve acties. Vrienden en familie krijgen wel wat minder aandacht. Maar we doen het heel graag.”

ANNEMIEK DRESEN foto op pagina 1

Wie: Annemiek Dresen (27), management-trainee bij een bank Stichting:Ni~nos de Guatemala Tijd: Ni~nos de Guatemala Tijd: Ni~nos de Guatemala 5-10 uur per week Financiering: particulieren, bedrijven, Wilde Ganzen Warme gloed: “Ik ben trots op onze tweede school”

“Het begon met het meisje Mirna. Mijn broer deed vrijwilligerswerk in Guatemala en ik ging hem daar opzoeken. We gaven Mirna een

paar schoentjes, haar eerste paar ooit. Daarna hebben we in Nederland geld opgehaald voor haar familie. Dat werden steeds meer families in het dorp. Toen bleek dat er behoefte was aan een school, zijn we ons op on-derwijs gaan richten. In januari hebben we onze tweede school geopend. Het hele dorp hielp mee. Dat maakt me trots. Ik geloof in onze aanpak en zie het resultaat ervan. Als ik op zaterdag voor de stichting werk, kan ik niet met vrienden iets leuks doen. Dat vind ik niet erg, ik maak die keuze nou eenmaal en ik doe het met plezier. Kritiek op de salarissen van topmensen bij grote ontwikkelingsorganisaties vind ik onterecht. Goede mensen in het bedrijfsleven moet je goed belonen, dat is in de ontwik-kelingssector niet anders. Anders haal je geen goede mensen binnen.”

“Subsidievragers zijn schuldig tot ze het tegen-deel hebben bewezen”

Jacques en Marijke den Ridder: minder aandacht voor vrienden en familie Be

eld

Iris

Vet

ter

Page 6: MyWorld Maart 2012

06 MAART 2012 MY WORLD

IN DE PRAKTIJK

Aan elk ontwikkelingsproject komt een eind. Als de boel lekker draait en de locals het overnemen, stappen wij eruit. Tenminste, dat is de bedoeling. In de praktijk blijkt succesvol stoppen vaak een hele kunst.

MIRJAM VOSSEN

O oit houdt onze stichting op met steun aan de kleuterschool in Mkanda, Malawi. Dat was in elk geval ons stellige voornemen toen we er vijf jaar geleden aan begon-

nen. Geld voor het schoolgebouw hadden we zó bij elkaar. Een deel zou het dorp zelf betalen. De dorps vrouwen bakten stenen en kwamen met mooie ideeën. Via een zonnepaneel op het dak zou het hele dorp z’n mobieltje kunnen opladen. Buiten schooltijd konden ze schoollokalen verhuren voor feesten en partijen. En naast het schoolgebouw kwam een moestuin met groenten voor de markt. Met deze inkomsten zou de school het onderhoud en de kleuterjuf betalen. Intussen is het vijf jaar later. En het overgrote deel wordt nog steeds vanuit Nederland betaald.

HULPVERSLAVINGOnze stichting is niet de enige kleinschalige hulporganisatie die worstelt met het afronden van een project. Uit onderzoek van het CIDIN aan de Radboud Universiteit in Nijmegen blijkt ‘duurzaam beëindigen’ een van de meest kwetsbare punten van particuliere hulpinitiatieven. Nederlandse vrijwilligers zorgen dat er een weeshuis of waterput komt, maar denken onvoldoende na over de vraag hoe de lokale bevolking het project op eigen kracht in stand kan houden. De ‘hulproes’ waarmee ze vol vuur beginnen, doet hen in een later stadium de das om.Dat geldt niet voor iedereen. In de Nepalese regio Timal werken Ben en Tanja Kruk uit Doesburg van stichting Sathsathai aan het afronden van hun werk. Tien jaar geleden deden de inwoners van Timal nog hun behoefte in de openlucht en kookten ze hun maaltijden op open houtvuurtjes in zwart-

geblakerde huizen. Met hulp van Sathsathai, onder meer gesteund door subsidieloket Impulsis, kregen duizenden gezinnen een eigen toilet, een rookvrij kooktoestel en elektriciteit. Bijna drieduizend vrouwen leerden lezen en volgden een vakoplei-ding. Maar eind dit jaar gaat de stekker eruit. “We willen hulpverslaving door ons eigen toedoen voor-komen”, zegt Tanja Kruk. Duizenden kilometers verderop, in Wit-Rusland, zet de Boxtelse Ria Schraverus eveneens een streep onder een deel van haar inspanningen. In het dorpje Kalinovka raakte Schraverus verzeild in een troosteloos weeshuis voor gehandicapte kinderen. Het was er vies, privacy ontbrak en begeleiding was er nauwelijks: “De kinderen deden de hele dag niets anders dan schoppen en schreeuwen.” Stichting Weeshuizen Belarus, onder meer gesteund door Wilde Ganzen, zorgde voor nieuwe woonvoorzie-ningen en een praktijkboerderij waar de kinderen

een vak kunnen leren. Eind 2012 stopt de geld-stroom uit Nederland. Sinds Ria Schraverus tien jaar geleden betrokken raakte bij het weeshuis, heeft ze alles op alles gezet om de Wit-Russische overheid te laten betalen. Dat is gelukt. Sinds drie jaar betaalt de overheid de salarissen van het personeel.

OP EIGEN BENENSathsathai en stichting Weeshuizen Belarus slagen in wat ons maar niet wil lukken: hun initiatieven staan � nancieel op eigen benen. Hoe hebben ze

’m dat ge� ikt? Hun eerste les luidt: ‘je moet op tijd beginnen met stoppen’. Al in 2009 zette Sathsathai de eerste plannen voor een exitstrategie op papier. Het ‘stoppen’ werd een project op zich, met uitgewerkte doelstellingen en een plan van aanpak. Daarin valt op dat Sathsathai zich de laatste jaren vrijwel uitsluitend richt op het trainen en organiseren van mensen. Bijvoorbeeld om hun te leren in het land zélf fondsen te werven. “In Nepal is een hoop geld en kennis aanwezig”, zegt Ben Kruk. “Maar mensen in de dorpen weten niet hoe ze daaraan moeten komen. Ze hebben geen radio of televisie. De hoofdstad is letterlijk en � guurlijk te ver weg.”

GELDKRAANSathsathai trainde projectmedewerkers en vrou-wengroepen in het werven van fondsen. Maar er is meer nodig dan geld om het project in Nepal op eigen kracht door te laten gaan. Onder de vlag van Sathsathai ontstonden 63 microkredietgroepen. Honderden vrouwen leenden er geld voor hun eigen bedrij� e; om kaarsen te maken, te breien, gewassen te verbouwen of elektrisch gereedschap aan te scha en. De stichting is nu bezig met het opzetten van een regionale vrouwencoöperatie, die gaat optreden als micro� nancieringsbank en de rol van Sathsathai zal overnemen. Ben Kruk realiseert zich dat de tijd dringt: “Ze zijn pas drie jaar bezig, dat is ontzettend kort. Is de coöperatie volgend jaar echt zelfstandig? Daar maak ik me wel eens zorgen over, maar we moeten erop vertrouwen.”Afronden is meer dan langzaam de geldkraan dicht-draaien, zo luidt een tweede les. Afronden betekent investeren in mensen en organisaties, zodat zij zelf fondsen kunnen werven en het werk voortzetten. Dat is niet iets wat je op het eind even doet, maar waar je van meet af aan mee bezig bent.

BUREAUCRATIEStichting Sathsathai werkt met ondernemende vrou-wen die hun eigen geld lenen en verdienen. Bij veel projecten ligt dat anders. Scholen, ziekenhuizen en weeshuizen hebben hoge lopende kosten, die niet

Veel succes verder!

“Wie jaar in, jaar uit geld krijgt, raakt eraan gewend”

1. Nepalese vrouwen in de regio Timal leren lezen en schrijven. Met steun van Stichting Sathsathai organiseren ze zich in alfabetiserings-klassen. Circa 3000 vrouwen namen daar de afgelopen jaren aan deel.

2. Directrice Faith Wanjiru van Imani buigt zich naar haar pupillen. Imani vangt wezen en verwaarloosde kinderen op in Nairobi, Kenia.

Page 7: MyWorld Maart 2012

MY WORLD MAART 2012 07

HERMAN VUIJSJE

Ontmaagd in de bushRooskleurige ideeën over ‘nobele wilden’ en onbezoedelde samenlevingen in het verre regenwoud heb ik nooit gekoesterd. Toch was het even slikken toen ik vorig jaar voor ‘t eerst kennismaakte met zwart Afrika. Dat slikken was niet nodig wanneer we met ons gezelschap van ‘sociale toeristen’ op bezoek gingen bij een schooltje of een dorp dat steun ontving van onze Nederlandse club. Overal vrolijke, lachende mensen – zij blij, wij trots.

Nee, het slikken gebeurde ’s ochtends, na het ontbijt. Samen met onze Malawiaanse gids Simeon namen we dan de plaatselijke kranten door en mochten we vragen stellen. Naarmate de week verstreek, werden die vragen prangen-der en de antwoorden verontrustender. Leef je als alleenstaande vrouw in zo’n arcadisch dorp? Dan ben je ’s nachts weerloos tegenover iedere man die je hutje binnen-dringt. Loop je daarbij aids op? Dan zijn er twee opties: je mond houden of uitgestoten worden. De meesten van ons groepje waren bij de gratie van leeftijd en achtergrond uit knoestig links hout gesneden. We schrokken, maar we slikten het. De omstandigheden waren verant-woordelijk, nietwaar? Onmenselijke omstan-digheden baren onmenselijk gedrag. En wie hebben voor die onmenselijke omstandig-heden gezorgd? Nou? Eigenlijk waren wij westerlingen dus verantwoordelijk.

Maar toen vertelde Simeon op een ochtend over de ‘hyena’. Bij een van de plaatselijke stammen gaan meisjes vóór hun tiende jaar naar een kamp in de bush. Daar worden ze ontmaagd, in serie, door een jongen die is aangewezen door de traditionele chief. Die jongen is de hyena. Wij keken elkaar sprakeloos aan, dit moest een broodje-aap verhaal zijn. Maar Simeon was bloedserieus.

‘En die hyena’, vroeg iemand aarzelend, ‘wordt die getest op aids?’ Simeons antwoord was kort. ‘Nee.’ ‘Maar die ouders’, vroeg een ander, ‘doen die daar dan niets tegen?’ ‘Nee’, zei Simeon weer. ‘De sociale druk is te groot, je kunt je er niet aan onttrekken. Het enige wat je kunt proberen, is zorgen dat je dochter ver van huis is tijdens die jaarlijkse initiatie.’

Slik. Hier hielp geen westers zelfverwijt meer. En, naar ik vrees, ook geen westerse hulp. Simeon had ons een ongemakkelijke waarheid verklapt. En wat we ermee aan moesten, wisten we niet.

Herman Vuijsje is socioloog, journalist en schrijver. Hij schrijft over veranderingen in ons land op sociaal, moreel en politiek gebied.

Beel

d Tz

enko

Sto

yano

v

zomaar ergens vandaan kunnen worden getoverd. Ria Schraverus van het weeshuis in Kalinovka realiseerde zich dat terdege. Ze besefte dat haar plan alleen kon slagen met steun van de overheid. In haar zoektocht naar � nanciering heeft ze alle hoeken en gaten van de Wit-Russische bureaucratie leren kennen. Het zat niet mee: “De overheid had geen enkele belangstelling. Het weeshuis werd zelfs tijdelijk gesloten. Niets aan te doen, zeiden de ambtenaren. Het was een lange strijd met veel frus-traties. Overheidsdienaren geven niet thuis omdat ze vrezen voor hun superieur.” Na een toevallige ontmoeting met de minister lukte het eindelijk om de juiste mensen aan tafel te krijgen en kwam de subsidie er alsnog. “Dat voelt als een grote over-winning. Ze luisteren nu naar onze voorstellen en willen met ons in overleg.”

MENTALITEITDe grootste uitdaging van het loslaten zit ’m niet in geld of kennis, zeggen Schraverus en het echtpaar Kruk. Dat is het veranderen van de mentaliteit. Wie altijd orders krijgt van bovenaf, maakt niet zomaar een eigen plan. En wie jaar in, jaar uit geld krijgt, raakt daaraan gewend. Niet omdat hij lui is, zoals tegenstanders van de hulp graag karikaturiseren, maar omdat dat kennelijk de gemakkelijkste weg is. Van meet af aan grenzen stellen is daarom een derde les. Tanja Kruk: “De mentaliteit van ‘het blijft wel komen’, die willen we veranderen. Daar zijn we heel strak in. Telkens zeggen we: ‘dit is wat we in dit dorp doen, en meer niet’. Als er na a� oop van het project nog een familie komt die ook een toilet wil in huis, zeggen we ‘jammer, betaal het zelf maar’.”

GEEN EXITSTRATEGIEInvesteren in zelfredzaamheid en grenzen stellen. Dat zijn ook wijze lessen voor onze kleuterschool. We moeten niet alleen plannen op papier zetten, we moeten ook geld vrijmaken voor training van de ouders en het schoolcomité. En wíj moeten niet als vanzelfsprekend bijspringen wanneer hún inkom-sten weer eens tegenvallen. Toch wringt er nog iets. Want ons voornemen om ons terug te trekken als donateur stoelt op de voor-onderstelling dat de school daadwerkelijk zonder donorgeld kan draaien. Maar is dat wel haalbaar? In Wit-Rusland nam de overheid de lopende kosten voor zijn rekening. Maar in Malawi, waar onze kleuterschool staat, is de overheid in geen velden of wegen te bekennen. Wat doe je dan?Je terugtrekken als donor kan niet altijd, vindt Harrie Oostrom van Stichting Imani. Volgens Oostrom hoeven hulpprojecten niet per de� nitie eindig te zijn. Stichting Imani zet zich in voor wees- en straatkinderen in de Keniaanse hoofdstad Nai-robi. Imani probeert de kinderen terug te plaatsen in een gezinssituatie. Als dat niet lukt, blijven ze bij Imani wonen tot ze volwassen zijn. Het project heeft veel geld nodig: 250.000 euro per jaar.“Je kunt je afvragen wie ons werk moet betalen”, zegt Oostrom. “Is dat de overheid van Kenia? Zijn het hulporganisaties? Ik heb daar geen antwoord

op.” Van de Keniaanse overheid verwacht hij voor-alsnog weinig. “Ze stoppen geld in andere zaken. Ja, ook in de verkeerde zaken. We lobbyen bij politici in de hoop dat de overheid het op termijn van ons overneemt.”Een concreet overdrachtsplan ligt er echter niet. “Ons werk houdt pas op als de armoede is opge-lost”, zegt Oostrom. “Er moet altijd geld bij. Ook in Nederland zijn opvang- en onderwijsprojecten a� ankelijk van subsidies.” Het probleem is niet hulpverslaving, zegt Oostrom, maar kwetsbaarheid. Daarom werft Imani donateurs in Nederland en Kenia. Belangrijk is dat je je niet a� ankelijk opstelt van één donateur, benadrukt Oostrom. “Wat doe je als die wegvalt?” Dat knopen we in onze oren. Onze verwachtingen in Malawi zijn wellicht te hooggespannen. We gaan met de dorpelingen praten over de vraag hoe we meer donateurs bij het project kunnen betrekken. Liefst voor langere tijd. Een goede exitstrategie is mooi. Maar weloverwogen géén exitstrategie hebben is ook een optie. En soms valt die heel goed te verdedigen.

“We willen hulpverslaving voorkomen”

VIJF TIPS VOOR SUCCESVOL STOPPEN1 Denk bij het begin van je project al na over hoe je het kunt

beëindigen

2 Leer mensen hoe ze zelf fondsen of inkomsten kunnen werven

3 Investeer in lokale organisaties die het project moeten dragen, zoals dorpsraden, schoolcomités of vrouwengroepen

4 Hulpafhankelijkheid creëer je zelf. Wees duidelijk in wat je doet en betaalt en houd je daaraan

5 Zorg voor betrokkenheid van de lokale overheid

3. Jongeren uit Kalinovska, Wit-Rusland, leren een vak in een leerboerderij voor weeskinderen met een verstandelijke beperking. Het project draait met steun van Stichting Weeshuizen Belarus.

Beel

d X

XX

Meer weten over de exitstrategie van Imani, Sathsathai en Wees-huizen Belarus? Kijk op www.myworldmagazine.nl.

Page 8: MyWorld Maart 2012

08 MAART 2012 MY WORLD

MyWorld is een uitgave van Wilde Ganzen en NCDO. De redactie van MyWorld werkt samen met het Wereldpodium. Het blad verschijnt vier keer per jaar als bijlage bij tijdschrift OneWorld. Meningen en standpunten in dit blad worden niet noodzakelijkerwijs door Wilde Ganzen en NCDO onderschreven.

Wilde Ganzen is de expert op het gebied van concrete projecten in ontwikkelingslanden. Wij stellen mensen in staat om initiatieven ter bestrijding van armoede zelf uit te voeren. Hiervoor werven we fondsen en leveren we kennis en begeleiding. Samen met betrokken Nederlanders doen wij dit al bijna 55 jaar. Zo zijn er inmiddels ruim 10.000 projecten succesvol afgerond.Redactie: Mirjam Vossen, Hans Ariëns, Lonneke van Genugten.

Redactieraad: Bregje Ament (Wilde Ganzen), ErnstJan Stroes (NCDO). Aan dit nummer werkten mee: Thomas Durlinger, Ellen de Lange, Wilma van der Maten, Willemijn Ruissen, Lau Schulpen, Tzenko Stoyanov, Edith Tulp, Iris Vetter, Ilse Vossen, Herman Vuijsje, Marga van Zundert. Basisontwerp: Bouwe van der Molen. Vormgeving: Barbara Pilipp. Contact: [email protected]

Uitgevers:Wilde GanzenHeuvellaan 361217 JN Hilversumwww.wildeganzen.nl

NCDO Postbus 940201090 GA Amsterdamwww.ncdo.nl

COLOFON

Beel

d Ed

ith T

ulp

Edith Tulp betaalt de opleiding van de Ugandese Charles. Hij leek een voorbeeldige leerling, totdat Tulp bericht ontving dat hij in gevangenis zat voor diefstal. Dat leek haar zijn verdiende loon, maar zijn omgeving zag dat anders: Edith moest hem toch echt vrijkopen.

EDITH TULP

A ls journalist kom ik al meer dan tien jaar in Uganda. Sinds 2008 brengt Fair Pen Foundation, een organisatie die kinderen en jongeren leert voor zich-

zelf op te komen, me regelmatig voor langere tijd in het land. Hoe interessant ik Uganda ook vind, de lokale normen en waarden brengen me af en toe � ink in verwarring. Zo liet de burgemeester van Kampala ooit in een Ugandese krant vol trots zijn Hummer, Jaguar en de kunst aan de muren zien. Diezelfde burgemeester zat anderhalf jaar in de bak vanwege het vervalsen van cheques. Ik ging ervan uit dat mensen in de sloppenwijken van Kampala razend zouden zijn. Maar ze bewon-derden hem. Ze zeiden: “Hij heeft het gemaakt, he is a big man! Dat willen wij ook.” Dat hij zijn rijkdom door liegen en bedriegen had vergaard, liet ze koud.

ROTTING IN JAILLiegen en bedriegen lijken in Uganda een andere lading te hebben dan in Nederland. Dat onder-vond ik zelf toen ik een e-mail ontving van docent Calvin. ‘Our boy is rotting in jail’, schreef Calvin. ‘Our boy’, dat was mijn protegé Charles, een jongen van een jaar of twintig, voor wie ik sinds twee jaar de middelbare-schoolopleiding betaalde.

Charles zat in de problemen. Hij stal 670.000 Ugandese Shilling (220 euro) van een zakenvrouw, die daarmee haar microkrediet zou a� ossen. Hij ontkende de diefstal en sprak zichzelf zo vaak tegen dat hij in de gevangenis terechtkwam. Logisch, dacht ik. Maar zijn omgeving zag dat anders. Op school, op straat, tot in de gevangenis aan toe werd ik onder druk gezet om Charles vrij te kopen. Het was niet belangrijk of Charles gestolen had. Als hij vrij zou komen en weer naar school zou gaan, was alles vergeven en vergeten.

VERGEVEN“Geef hem nog een kans”, zei Calvin. “Maar waarom dan?” vroeg ik. “Hij liegt, bedriegt en steelt.” Calvin keek me aan. “Je kunt hem ver-geven”, vond hij. “Anders heeft hij helemaal geen toekomst.” Ik zocht Charles op in het gevang, waar hij in een kanariegeel pakje in kleermakers-zit in het rulle zand zijn verhaal deed. “Ik heb het geld gepikt”, � uisterde Charles. “Maar alleen de helft, de rest heb ik gekregen van Unicef en van een non.” Bij de gevangenispoort hield een cipier mij tegen. “Wil een moeder haar zoon niet red-den?”, vroeg hij me. Ik heb niet betaald voor de vrijlating van Charles. Dat bezorgt me een schuldgevoel, maar alles in mij komt in opstand tegen het belonen van crimi-neel gedrag. Tegelijkertijd raak ik in de war van de moraal van Calvin en anderen die zich met de zaak bemoeiden. Hoe moet ik op hen reageren? Ik voel me nu een westerse moraal-ridder, en dat wil ik absoluut niet zijn.

Reageren? Ga naar www.myworldmagazine.nl

KAN IK CHARLES IN DE CEL LATEN ZITTEN?

“Ik wil geen moraalridder zijn”

Charles (r.) in Moroto, Karamoja

Edith Tulp

S top met geld geven, hoe moeilijk dat ook is. Dat adviseerden vrijwel alle lezers het echt-paar Hooijer: ‘Soms help je iemand méér door juist niet te helpen.’ En dat was wat

Arthur en Clasien deden. Ze besloten om niet langer de huur te betalen voor Juli en haar gezin. “Intussen zijn we een fase verder”, vertelt Arthur Hooijer. “Ze hebben hun huis moeten verlaten en wonen nu in bij een ander gezin. Vier volwassenen en twee kinderen in een gehorige éénkamer� at. Nu moeten ze daar allemaal ook weer uit wegens geluids-overlast. Twee gezinnen dakloos.”Ondanks de problemen vroegen Juli en haar vriend niet opnieuw om geld. “We hebben voorzichtig de hoop dat hij ons signaal heeft begrepen”, zegt Hooijer. “Hij zal voor zijn gezin moeten zorgen. Juli werkte altijd al en nu heeft hij ook een baan – hopelijk legaal. Ze denken het nu verder zelf aan te kunnen.”Het echtpaar Hooijer gunt het jonge gezin echter meer. “We hopen iemand te vinden in Hongarije die als coach het gezinnetje hogerop zou kunnen helpen. Iemand die hen bij de hand kan nemen en hen weg-wijs kan maken richting instanties. Ze komen tenslotte allebei uit een weeshuis, waar ze dit soort kennis niet hebben meegekregen. Het zou mooi zijn als dat lukt.”

Heeft u suggesties voor Arthur en Clasien Hooijer, stuur dan een mailtje naar [email protected].

VORIGE KEER

HELP! ONS PLEEGKIND KOMT OP STRAAT TE STAAN��ADVIES

STOP MET GELD GEVENAl 20 jaar lang steunen Arthur en Clasien Hooijer een vakantie-weeskind, Juli, uit Hongarije. Juli is inmiddels 30 en moeder, maar niet in staat om zichzelf te redden. Haar vriend is werkloos en maakt schulden. Zonder hulp van Arthur en C lasien komt het jonge gezin op straat te staan. Arthur en Clasien staan voor een emotioneel moeilijke keuze: stoppen of doorgaan met geld geven.

DE OPLOSSING HET DILEMMAADVIES VAN LEZERS VRAAG AAN LEZERS

Juli en haar vriend