koninklijk instituut van ingenieurs afdeling voor … · rechthoekige, aan 4 zijden ondersteunde...

KONINKLIJK INSTITUUT VAN INGENIEURS AFDELING VOOR BOUW- EN WATERBOUWKUNDE

GEWAPEND-BETONCOMMISSIE

Gewapend-Betonvoorsch rif ten

GBV 1962

NEN 1009 december 1962 UDC: 624.012.4: 693.55

Voorbeeld

Preview

Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN

Dit

do

cum

ent

mag

sle

chts

op

een

sta

nd

-alo

ne

PC

wo

rden

gei

nst

alle

erd

. Geb

ruik

op

een

net

wer

k is

alle

en.

toes

taan

als

een

aan

vulle

nd

e lic

enti

eove

reen

kom

st v

oo

r n

etw

erkg

ebru

ik m

et N

EN

is a

fges

lote

n.

Th

is d

ocu

men

t m

ay o

nly

be

use

d o

n a

sta

nd

-alo

ne

PC

. Use

in a

net

wo

rk is

on

ly p

erm

itte

d w

hen

a su

pp

lem

enta

ry li

cen

se a

gre

emen

t fo

r u

s in

a n

etw

ork

wit

h N

EN

has

bee

n c

on

clu

ded

.

Woord vooraf Notaties

Inhoud

Afdeling I

Algemene bepalingen

Art. 1. Doelstelling en geldigheid

" 2. Aanduiding

" 3. Ontwerp en toezicht

" 4. Tekeningen en berekeningen

" 5. Afwijking van de voorschriften

Art. 6. Cement

" 7. Zand

" 8. Grind en steenslag

" 9. Fijnheidsmodulus

" 10. Water " 11. Hulpstoffen " 12. Betonkwaliteiten

Afdeling Il

Materialen

l3. Samenstelling van het beton " 14. Kubussterkte " 15. Geschiktheidsproef, controleproef en verhardingsproef " 16. Plasticiteit van betonspecie

17. Staal

Art. 18. Personeel

Afdeling III

Uitvoering

" 19. Opslag van materialen " 20. Bekisting en werkvloer

21. Aanbrengen van de wapening

Blz. 6

11

l3 l3 14 14 14

16 16 17 18 18 18 18 18 21 22 24 26

31 31 31 32

Voorbeeld

Preview


3

Art. 22. Mengen en verwerken van betonspecie 23. Aansluiten van vlakken 24. Verharding

" 25. Storten bij lage temperaturen " 26. Ontkisten, grindnesten " 27. Gaten, klossen, latten enz.

Art. 28. Dekking

Afdeling IV

Constructie

" 29. Haken en ombuigingen " 30. Verankeringslengte " 31. Lassen

Algemeen Elektrische lassen Autogene lassen

" 32. Vloerplaten " 33. Wanden

34. Balken " 35. Kolommen

Bebeugelde kolommen Omwikkelde kolommen Samengestelde kolommen

Afdeling V

Berekeningen

Blz. 33 33 34 34 36 37

38 39 40 42 42 42 43 43 44 45 47 47 48 49

Art. 36. Algemeen 51 Omschrijving 51 Lengte van overspanningen en opleggingen 51 Eigen gewicht 52 Belastingen 52 Stootcoëfficiënt 53 T-balken 53

" 37. Statisch onbepaalde constructies 54 " 38. Liggers van constante doorsnede met rechte as en gelijke veld-

lengte lt. 54 " 39. Rechthoekige platen van constante dikte langs twee evenwijdi-

ge zijden ondersteund 57 Gelijkmatig verdeelde belasting 57 Geconcentreerde belasting 58

Voorbeeld

Preview


" 40.

41.

Art. 42.

" 43.

4

Blz. Rechthoekige, aan 4 zijden ondersteunde platen van constante dikte, met gelijkmatig verdeelde belasting 62 Rechthoekige, aan 4 zijden ondersteunde platen van constante dikte, waarvoor ly/lx < 2,5 met geconcentreerde belastingen 66 Inwendige spanningen 70 Buigspanningen (trek- en drukspanningen) 70 Spanningen door dwarskrachten (schuine trekspanningen) 71 Schuine trekspanningen in platen rondom geconcentreerde lasten 71 Wringspanningen in rechthoekige balken 72 Kolommen 73

Afdeling VI

Toelaatbare spanningen, doorbuiging, scheurwijdte

Art. 44. Toelaatbare spanningen 74 75 77

" 45. Doorbuiging " 46. Scheurwijdte

Afdeling VII

Breukmethode

Inleiding Art. 47. Algemene berekening

Grondslagen Veiligheidscoëfficiënt Buiging zonder normaalkracht Excentrische druk - Doorsnedeberekening Excentrische druk - Stabiliteitsberekening Excentrische druk - Algemeen Centrische druk Centrische en excentrische trek

" 48. Benaderingen Buiging zonder normaalkracht Excentrische druk Centrische druk - Algemeen Centrische druk - Bebeugelde constructiedelen Centrische druk - Omwikkelde constructiedelen Centrische druk - Samengestelde constructiedelen

49. Beperkingen

80 80 81 81 82 83 84 85 85 85 85 86 87 88 89 90 91

Voorbeeld

Preview


5

Afdeling VIII

Proefbelasting Blz.

Art. 50. Proefbelasting van bouwwerken 92

" 51. Beproeving op breuk van constructie delen 92

Afdeling IX

Paddestoelvloeren

Art. 52. Omschrijving en definities 94

" 53. Aanvullende notaties 94

" 54. Kolomkoppen, kolomplaten en kolommen 97

" 55. Vloerdikte en doorbuiging 99

" 56. Berekening 99

" 57. Raamwerken-methode 99

" 58. Momentcoëfficiënten-methode 105

" 59. M omen tcoëfficiënten 105

" 60. Maatgevende doorsneden 110

" 61. Openingen 110

" 62. Aanvullende wapeningsvoorschriften 111

Overzicht van de momenten en dwarskrachten Bijl. Tab::!lle.11 VII, VIII, IX, X, XI, XII. Momenten bij vrij opgelegde en inge-klemde platen Bijl. Tabel XX. Overzicht van de coëfficiënten van de momentensom bij paddestoelvloeren Bijl.

Voorbeeld

Preview


Woord vooraf

De ontwikkeling die zich voltrekt in de gewapend-betontechniek, moest haar neerslag vinden in de publikatie van gewijzigde gewapend-betonvoorschriften. De vooruitgang is na de laatste wereldoorlog zo veel omvattend geweest, dat niet meer kon worden volstaan met een afsluiting van wat op technisch gebied was gepresteerd, maar dat de vraagstukken meer diepgaand in beschouwing dienden te worden genomen. De ontwikkeling in de bouwindustrie zelf gaf hiertoe reeds aanleiding; de noodzaak van de hoogbouw, de opkomst van de betonmortelbedrijven, de drang om tijdens de winter door te werken mogen als voorbeelden worden genoemd. In Europees verband voltrok zich een dergelijke ontwikkeling. Tal van belangrijke vraagstukken, die geleid hebben tot een meer fundamentele aanpak, maakten een bundeling van kennis en een uitwisseling van inzicht wel zeer nodig. Het in 1953 gevormde Comité Européen du Béton heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen dat de nieuwere inzichten in de vorm van aanbevelingen gedaante hebben gekregen. Nederland heeft aan deze integratie zijn bijdrage kunnen leveren en heeft daarvan tevens profijt kunnen trekken.

De GBV 1962 wijkt derhalve op vele punten af van de GBV 1950. De lezer zal aanstonds opmerken, dat de zo vertrouwde notaties zijn gewijzigd. Zij werden in overeenstemming gebracht met die welke door het Europese comité worden aanbevolen. De GBV-commissie verwacht dat de gebruikers spoedig met de nieuwe notaties vertrouwd zullen geraken. Hetzelfde geldt voor de invoering van het praktische eenheden-stelsel. Hoewel weerstand moest worden overwonnen, kon niet worden achtergebleven met de toepassing van een stelsel, dat in Nederland voor het middelbaar onderwijs reeds werd opgenomen en internationaal steeds meer wordt aanvaard. Als een overgangsmaatregel zijn beide stelsels vermeld. Ook de indeling van de voorschriften is veranderd. Van de omstandigheid dat bestaande afdelingen anders moesten worden ingedeeld, werd gebruik gemaakt om het geheel op een andere, meer bevredigende wijze te rangschikken. De vroegere afdeling "uitvoering en constructie" is thans in twee gedeelten gesplitst. De afdeling "uitvoering" bevat de artikelen die vooral voor de bouwplaats, en de afdeling "constructie" de artikelen die voor de tekenkamer van belang zijn. Het aantal der afdelingen bedraagt thans negen. De afdeling over de bouwcontrole is vervallen. Er is van uitgegaan dat wat vroeger onder bouwcontrole werd voorgeschreven, thans gangbare praktijk is of behoort te zijn. De betrokken bepalingen zijn nu in het hoofdstuk over de materialen ondergebracht.

Voorbeeld

Preview


7

Geheel nieuw is de afdeling over de breukmethode. Hierin vindt men de regels, waarbij de sterkte van de constructie op het ogenblik van bezwijken als uitgangspunt wordt genomen. Daarbij dient dan een veiligheidscoëfficiënt te worden gesteld, zijnde een der grondslagen van deze rekenwijze. In bepaalde gevallen kan worden gekozen tussen deze en de traditionele n-methode, die - zoals bekend - is gebaseerd op de veronderstelling van een rechtlijnig verband tussen spanningen en vervormingen, waaraan verbonden is een schema van toelaatbare spanningen. Door het verhogen van de toelaatbare spanningen en de keuze van de veiligheidscoëfficiënt schijnt de ruime marge tegen bezwijken wat verminderd. Echter zijn thans regels gesteld voorde toelaatbare doorbuigingen, het minimum wapeningspercentage, terwijl tevens voorschriften over de scheurvorming in balken en platen zijn opgenomen. De berekening is daardoor wat omvangrijker geworden, doch meer verantwoord. Zij kan leiden tot meer economische oplossingen. De berekening van kolommen is thans volgens de breukmethode voorgeschreven. Aldus kan het hoogwaardig staal nu met voordeel worden gebruikt. Tevens is het toelaatbare wapeningspercentage verhoogd. Bovendien zijn regels opgenomen voor kolommen met een profielstalen kern. Indien gewenst kunnen thans zwaar belaste kolommen slanker worden uitgevoerd.

De artikelen over de berekening van rechthoekige platen zijn gewijzigd en verbeterd. Bovendien zijn ze uitgebreid met voorschriften over de berekening van platen met geconcentreerde of lijnvormige belasting. Aansluitend aan het Bouwweerbericht zijn voorschriften gegeven voor het storten van beton in het koude jaargetijde.

Het hoofdstuk over paddestoelvloeren, dat voor het eerst in de GBV 1950 werd opgenomen, heeft belangrijk bijgedragen tot de toepassing van dit constructie-type. Sindsdien zijn bezwaren geuit, waarmede thans rekening is gehouden. Uit statische overwegingen is er alles voor te zeggen, dat de coëfficiënt van de momentensom werd gewijzigd van 0,09 in 0,125. Om de grote veiligheid die deze constructie-vorm biedt tot uitdrukking te brengen, is het zo geregeld, dat de toelaatbare spanning met 15% mag worden verhoogd, indien de nuttige belasting eveneens met 15 % wordt vermeerderd. Voor de berekening is uitgegaan van de methode Vreedenburgh-Stokman, waarbij de invloed van de kolomkop en -plaat werd verdisconteerd volgens fictieve inklemmingsstralen. De toenemende toepassing van kleine koppen was reden om aandacht te besteden aan de verdeling van het negatieve moment boven de kolomkop.

Voorbeeld

Preview


8

Voorts is aan de berekening volgens de raamwerken-methode meer aandacht gegeven en is de toepassing ervan uitgebreid.

Het stond van den beginne wel vast dat de arbeid voor een dergelijke omvangc rijke herziening niet door een GBV-commissie zoals deze door de afdeling voor Bouw- en Waterbouwkunde van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs is ingesteld, alleen kon worden verricht. Dit betrof zowel de theoretische vraagstukken als die, waarbij het speurwerk een aandeel zou hebben. Het betononderzoek zoals dat door de Betonvereniging in C. D.R.-verband wordt verricht, bood uitkomst. Jaren voordat deze herziening zijn beslag kreeg, werden onderwerpen die daarvoor in aanmerking kwamen door onderzoekingscommissies· in behandeling genomen. Het laboratoriumonderzoek heeft hoofdzakelijk plaatsgevonden in de T.N.O.-laboratoria. Daarnaast is door de T.H. te Delft en door T.N.O. nog vrij speurwerk verricht. Behalve van de overwegingen en resultaten van dit speurwerk heeft de GBVcommissie dankbaar de diensten van specialisten aanvaard. Eenmaal voor een concrete taak gesteld, toonden zij zich ingenieus in het uitdenken· en formuleren van oplossingen. Dit heeft er in sommige gevallen toegeleid, dat personen buiten de GBV-co.mmissie redacties hebben ontworpen waarvan een goed gebruik werd gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn de berekening van rechthoekige platen (prof. ir. H. J. Kist en prof. ir. A. L. Bouma), van het hoofdstuk paddestoelvloeren (ir. W. J. Beranek), van samengestelde kolommen (ir. J. Brakel) en van de knik van kolommen (ir. J. van Leeuwen en A. C. van Riel). De beide laatstgenoemde heren hebben ook in het formuleren van de breukmethode een groot aandeel gehad. Aan hen allen benevens hun medewerkers dank en waardering voor het vele en goede werk dat werd verricht.

Zo vele technici waren met deze arbeid bezig en het werkte dermate stimulerend op de kennis en het inzicht, dat steeds nieuwe gezichtspunten naar voren kwamen. Daardoor werd de gestelde tijdslimiet ten opzichte van het gereedkomen van een onderdeel herhaaldelijk en soms ernstig overschreden. Daar het gereedkomen van de voorschriften dreigde te worden vertraagd, is het een van de weinige onaangename taken van de voorzitter geweest om streng aan een tijdstip van afsluiting vast te houden. De commissie is er zich van bewust dat dit tijdstip (midden 1961) willekeurig werd gekozen en er toe heeft geleid dat enkele onderwerpen onvoldoende tot een oplossing zijn gebracht, terwijl andere een zeer ruime aandacht hebben gekregen. Aldus is het geheel minder gaaf of wellicht minder evenwichtig geworden dan de commissie zou hebben gewenst. Het moge niet onvermeld blijven dat de vergaderingen in mei 1962 gehouden tesamen met de critici van het verstrekte voor-ontwerp, hebben bijgedragen om de voorschriften tot één geheel te smeden. De opmerkingen die in de

Voorbeeld

Preview


9

"hearings" naar voren werden gebracht, waren bijna steeds opbouwend en na de 3 dagen van hoor en wederhoor kon meer van een samenspraak dan van een kritiek worden getuigd. Slechts enkelen betwijfelden het nut van voorschriften als deze, belemmerend als zij kunnen werken op het scheppend denken.

De "ontsnappingsclausule" heeft in de nieuwe voorschriften een plaats behouden en is te vinden in afdeling I, art 5. In wezen is deze bepaling niet veranderd. Wel zal zij in ruimere mate moeten worden gehanteerd b.v. zo lang het geprefabriceerde beton nog geen eigen voorschriften heeft.

Het is niemand meer gegeven om in zijn vrije tijd een voorschrift als het hier aangebodene samen te stellen en te redigeren. Toen de omvang van deze belangrijke taak ons duidelijk werd, kwam de hulp van een zijde, waarop reeds zo dikwijls een beroep is gedaan in het belang van de betontechniek ; de ENCI-CEMIJ stelde de heer J. M. L. Trouw belangeloos te onzer beschikking. Hiervoor onze grote dank. Door zijn nimmer falende arbeid en accuratesse bleek het mogelijk om de GBV nog in 1962 te voltooien. De vele in 1962 gehouden vergaderingen zijn bijna allen bijgewoond door ir. J. H. Th. Schuurman, vertegenwoordigende het Nederlands Normalisatie Instituut. Daardoor was het mogelijk de publikatie goed voor te bereiden en konden wij steeds over zijn kennis en hulp beschikken.

De samenstelling van de gewapend-betoncommissie was op 3 juli 1962, de dag waarop de voorschriften door de afdeling voor Bouw- en Waterbouwkunde van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs werden aangenomen:

Prof. dr. ir. A. M. Haas, voorzitter ir. C. J. Louw, secretaris J. M. L. Trouw, ing., redacteur ir. C. F. van Bergen ir. H. A. Dicke ir. C. Franx ir. C. W. J. Groothoff ir. J. M. Lazonder ir. R. C. Ophorst ir. N. J. Rengers

Het bestuur van de afdeling voor Bouw- en Waterbouwkunde: Prof. ir. N. Nanninga, voorzitter ir. G. P. Fries, secretaris.

Voorbeeld

Preview


10

-- d' -f--"-

-4'- i ou -4'--4'- ....

-<:

b ......... -,. ,." b b

~I r--

.... -<:

t ......... I ,.,.,.

...,f ba

Ly

Voorbeeld

Preview


A A' B

Ea

11

Notaties

oppervlak van de doorsnede van de hoofdtrekwapening oppervlak van de doorsnede van de hoofddrukwapening bruto oppervlak van de betondoorsnede (dus inclusief de staaldoorsnede) elasticiteitsmodulus van het staal

Eb = elasticiteitsmodulus van het beton I K M

traagheidsmoment van een doorsnede aanduiding voor de kwaliteit van het beton buigend moment

M u = breukmoment N langskracht of normaalkracht Nu p

breuklast (langs- of normaalkracht) verticale geconcentreerde belasting

T = dwarskracht a kleinste dwarsafmeting van een kolom met rechthoekige doorsnede b grootste dwarsafmeting van een kolom met rechthoekige doorsnede b breedte van een balk met rechthoekige doorsnede of breedte van

de bovenflens (drukzone) van een T-balk bo breedte van de rib van een T-balk c betondekking d afstand van het zwaartepunt van de hoofdtrekwapening tot de uiter

ste, meest getrokken of minst gedrukte vezel d' afstand van het zwaartepunt van de hoofddrukwapening tot de

uiterste, meest gedrukte vezel eo excentriciteit van de normaalkracht, gemeten vanuit het zwaarte

punt van de betondoorsnede (zonder de wapening) f doorbuiging g belasting per eenheid van lengte of oppervlak t.g.v. eigen gewicht,

inbegrepen dat van erop rustende constructiedelen h nuttige hoogte van de doorsnede ho dikte van de flens van een T-balk ht totale hoogte van de dwarsdoorsnede van een constructiedeel in de

buigingsrichting traagheidsstraal van een doorsnede

I afstand tussen de steunpunten lthart-op-hart afstand van de steunpunten of theoretischè overspan

ning

Voorbeeld

Preview


Ic ld Ix Iy

LIl n p

q w x Z

IX

Y Ba , B b , B u

A (Ja

ä a , (Ja -, (J a

(Je , (Je

(Jar

(Jb

äb

(J' b -, (J b

(J' u

(J'w

id

id

iw

</> </>k 1p

Wo , Wo =

kniklengte van een gedrukt constructiedeel verankeringslengte of las lengte van wapeningsstaven kleinste overspanning van een plaat (breedte) grootste overspanning van een plaat (lengte) hart-op-hart afstand van twee opeenvolgende scheuren verhouding van de elasticiteitsmoduli van staalen beton nuttige belasting per eenheid van lengte of oppervlak (sneeuwen wind inbegrepen) totale verdeelde belasting, dus q = p + g scheurwijdte hoogte van de betondrukzone inwendige hefboomsarm uitzettingscoëfficiënt van beton en staal veiligheidscoëfficiënt specifieke verlenging van het staal specifieke verkorting van het beton maximale betonstuik slankheid van een constructiedeel staaltrekspanning toelaatbare staaltrekspanning staaldruks panning toelaatbare staaldrukspanning vloeigrens of O,2-rekgrens van het staal stuikgrens van het staal treksterkte van het staal betontrekspanning (schuine trekspanning) toelaatbare betontrekspanning betondrukspanning toelaatbare betondrukspanning maximale drukspanning in het beton in de breuktoestand druksterkte van het beton volgens drukproeven op proefkuben aanhechtspanning tussen staal en beton toelaatbare aanhechtspanning wringspanning diameter van een ronde staaf kendiameter van een geprofileerde staaf knikfactor trekwapening in procenten van de nuttige betondoorsnede b X h drukwapening in procenten van de nuttige betondoorsnede b X h

Voorbeeld

Preview


AFDELING I

Algemene bepalingen

Art. . 1 Doelstelling en geldigheid

1. Deze voorschriften hebben ten doel: a. Het geven van voorwaarden waaraan ten minste moet worden voldaan

bij het ontwerpen, berekenen en uitvoeren van normale gewapendbetonconstructies, die gebouwd worden volgens de heden ten dage gebruikelijke werkwijzen.

b. Het verschaffen' van een technische basis voor het betonwerk ten behoeve van de overeenkomst van aanneming.

c~ Het geven van een over het gehele land gelijke maatstaf, waarnaar de gewapend-betonconstructies dienen te worden beoordeeld.

2. De voorschriften gelden voor al die constructies, waarbij beton, vervaardigd met zand en grind of steenslag als toeslagmateriaal, in innige samenwerking met gewalst staal (mits niet voorgespannen) de uitwendige krachten moet opnemen. Ook vooraf gereedgemaakte constructiedelen, al dan niet op een fabriek vervaardigd, dienen aan deze voorschrif-ten te voldóen. . . Voor voorgespannen beton wordt verWezen naar de "Richtlijnen voorgespannen beton" (R VB)1). Voor bijzondere vloerconstructies in de woningbouw gelden tevens de "Voorschriften voor gewapend-betonvloeren in woningen'·' (VGBW)2).

Art. 2 Aanduiding

In bestekken en andere overeenkomsten alsmede in alle daarop betrekking hebbende bescheiden worden deze gewapend-betonvoorschriften verkort aangeduid met G.B.V. 1962. Waar in deze voorschriften wordt verwezen naar andere voorschriften, richtlijnen en normen, worden steeds bedoeld de laatst verschenen uitgaven hiervan3), tenzij hiervan in deze voorschriften uitdrukkelijk wordt afgeweken.

1) Uitgegeven door de STUVO, "Studievereniging tot ontwikkeling van het voorgespannen beton", onderdeel van de Betonvereniging.

2) Uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 3) Ten tijde van het opstellen van deze voorschriften zijn geldig de normen vermeld op

blz. 15.

Voorbeeld

Preview


art 2-5 14

Wanneer in andere voorschriften en normen, waarnaar wordt verwezen, bepalingen zijn opgenomen strijdig met die van de G.B.V. 1962, geldt de G.B.V. 1962.

Art. 3 Ontwerp en toezicht

1. De constructeur van gewapend-betonconstructies moet deskundig zijn, zowel wat betreft de theorie als de praktische uitvoering van de werken.

2. De uitvoering dient te geschieden onder toezicht van de constructeur.

Art. 4· Tekeningen en berekeningen

1. Gewapend-betonconstructies moeten worden uitgevoerd naar werkteke. ningen, die een volledig beeld van de te maken constructie geven.

2. De tekeningen en de berekeningen moeten door de constructeur zijn ondertekend, die daarmede zijn verantwoordelijkheid voor de constructie erkent.

3. Op de werktekeningen moet duidelijk zijn aangegeven: ~ de soort, kwaliteit en de aard van de profilering van het wapenings-

staal; - de soort en klasse van het cement; - de minimum hoeveelheid cement per m3 beton; - de betondekking ; - de vereiste betonkwaliteit.

4. Voor de afmetingen en de inrichting van de tekeningen en bijbehorende buigstaten wordt verwezen naar de desbetreffende normen N 135 ... N 140.

Art. 5 Afwijking van de voorschrüten

Toestemming kan worden verleend van deze voorschriften af te wijken, mits wordt aangetoond dat de constructie voldoeride veilig is en de hechtheid duurzaam verzekerd zal zijn. De constructeur dient op de ~ekeningen en berekeningen te vermelden, dat van deze voorschriften is afgeweken en dat hij de verantwoordelijkheid voor dè constructie op zich neemV)

1) In dit verband wordt gewezen op het bestaan van: a. de "Commissie van Advies inzake het toelaten van hogere spanningen in bouw

constructies", ingesteld door de Stichting Beoordeling Bouwconstructies en Bouwmaterialen, opgericht door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten,

b. de "Raad van Advies voor Bijzondere Betonconstructies", ingesteld door het Koninklijk Instituut yan Ingenieurs; deze Raad stelt zich ten doel desgevraagd te adviseren over de mogelijkheid of toelaatbaarheid van nieuwe constructies in beton of van nieuwe rekenmethoden voor dergelijke constructies.

Voorbeeld

Preview


15

Lijst van titels van vermelde normen

N N N N

N N N N N N N N

N

N

N NEN V V

N NEN N NEN

135 Tekeningen voor gewapend-betonconstructies. Algemene aanwijzingen. (1951) 136 Idem. Plattegronden schaal 1 :50 (blad 1) (1951) 137 Idem. Idem (blad 2) (1951) 138 Idem. Plattegronden schaal 1: 100

Platen-, balken- en kolommenlijst (1951) 139 Idem. Balken (1951) 140 Idem. Buigstaat (1951) 480 Controlezeven. Afmetingen. (1952) 481 Portlandcement. Definitie en keuringseisen. (1953) 482 Aluminiumcement. idem (1950) 483 IJzerportlandcement. idem (1953) 484 Hoogovencement. idem (1953) 493 Cement. Uitvoering van de mechanische keuringsproeven. Bepaling van het

begin van de binding. (1953) 494 Idem. Uitvoering van de mechanische keuringsproeven. Onderzoek naar de

vormhoudendheid en bepaling van de fijnte van maling. (1953) 495 Idem. Uitvoering van de mechanische keuringsproeven. Vervaardiging der

proefstukken en uitvoering der druk- en trekproeven. (1953) 618 Trasportlandcement. Definitie en Keuringseisen (1953)

1008 Voorschriften voor het ontwerpen van Stalen Bruggen (1962) 1031 Keuringsvoorschriften voor metalen. Mechanische beproeving. (1947) 1035 Deel IV. Keuringsnormen voor Metalen. Constructiestaal (1952) hoofdstuk

IV "Gewalst staal voor gewapend beton". 1055 Technische grondslagen voor bouwvoorschriften. (TGB 1955) 1062 I ... VI Lassen. Booglassen met de hand. (957) 1591 Gesulfateerd cement. Definitie en keuringseisen (1953) 1741 Cement. Eisen voor de trekbuigsterkte en druksterkte bepaald met plastische

mortels. NEN 2378 Cement en kalk, monsterneming. (1959) N 3051 Richtlijnen voor het trillen van beton. (1955) NEN 3072 Cement. Mechanische keuringsproeven met plastische mortel. (1958) NEN 3237 Cement en Kalk. Chemisch onderzoek. (1959) N 5015 Woordenlijst Bindmiddelen, beton, steen, glas, keramisch materiaal. (1952)

Voorbeeld

Preview


Via het digitale platform NEN Connect heeft u altijd toegang

tot de meest actuele versie van deze norm. Vervallen versies

blijven ook beschikbaar. U en uw collega’s kunnen de norm

via NEN Connect makkelijk raadplagen, online en offline.

Kies voor slimmer werken en bekijk onze mogelijkheden op

www.nenconnect.nl.

Heeft u vragen?Onze Klantenservice is bereikbaar maandag tot en met vrijdag,

van 8.30 tot 17.00 uur.

Telefoon: 015 2 690 391

E-mail: [email protected]

ALTIJD DE ACTUELE NORMIN UW BEZIT HEBBEN?Nooit meer zoeken in de systemen en uzelf de vraag stellen:

WERK SLIMMER MET NEN CONNECT

‘Is NEN 1009:1962 nl de laatste versie?’

http://www.nenconnect.nl

koninklijk instituut van ingenieurs afdeling voor … · rechthoekige, aan 4 zijden ondersteunde...

Documents