jaarverslag 2017 definitief...komende jaren zijn vastgelegd. door middel van de methode waarderend...

Jaarverslag 2017

SG Panta Rhei

Scholengemeenschap Panta Rhei

Postbus 590

1180 AN Amstelveen

www.sgpantarhei.nl

www.facebook.com/sgpantarhei

Inhoudsopgave Jaarverslag 2017

-Inleiding 2

-Kerngegevens 2

-Kernactiviteiten 3

-Juridische structuur 4

-Organisatiestructuur 4

-Bestuursverslag 5

-Aanpassingen beleid voor 2018 en later 7

-Herkomst van de leerlingen 8

-Treasury verslag 9

-Sociaal Jaarverslag 10

-Jaarverslag 2017 MR 15

-Continuïteitsparagraaf 16

-Rapportage toezichthoudend orgaan 21

-Financiele kengetallen 25

Jaarrekening:

-Grondslagen 27

-Balans per 31 december 2017 31

32

-Kasstroomoverzicht over 2017 34

-Toelichting op de jaarrekening 35

Overige gegevens:

-Voorstel Resultaatbestemming 44

-Controleverklaring 44

-Staat van baten en lasten over 2017

1

Zicht op het onderbouwgebouw

Panta Rhei is een stabiele, inspirerende school met een positieve uitstraling, waarin we leerlinggericht werken vanuit

maatschappelijk relevante contexten.

De missie van Panta Rhei betekent concreet dat wij:

Onze missie

InleidingMet dit jaarverslag legt het bestuur van Scholengemeenschap Panta Rhei verantwoording af over zowel de

inhoudelijke als de financiële ontwikkelingen van de school in het jaar 2017. Dit verslag wordt voorgelegd aan het

ministerie, de medezeggenschapsraad, de adviesraad, het management van de school en aan

samenwerkingspartners. Het verslag wordt gepubliceerd op de website van de school op een voor iedereen

toegankelijke plaats.

Kerngegevens

Doelstelling

Voor de doelstelling wordt verwezen naar de jaarrekening 2017 (voor de grondslagen).

-inspirerend onderwijs bieden waarbij personeel en leerlingen elkaar motiveren

-een stabiele, heldere organisatie vormen

-veiligheid uitstralen en warmte bieden

-de potenties van de leerling optimaal benutten door het geven van leerlinggericht onderwijs

-werken vanuit maatschappelijk relevante contexten

2jaarverslag 2017 Stichting voor

Voortgezet Onderwijs Amstelveen

-leerwegondersteuning (lwoo) op alle niveaus

-veel keuzemogelijkheden in alle leerjaren

Sport & Veiligheid (SV)

Z&W: Zorg en Welzijn met als programma's:

Haar & Schoonheid (HS)

Mens & Zorg (MZ)

PIE: Produceren, Installeren en Energie met als programma's:

Domotica & Duurzame energie (DD)

Metaalconstructie & Verbindingen (MV)

Meubel & Design (MD)

D&P: Dienstverlening en Producten met als programma's:

Applicatie & Media (AM)

Horeca & Evenementen (EV)

KernactiviteitenScholengemeenschap Panta Rhei behoort tot het algemeen bijzonder onderwijs. Kenmerkend is dat het neutraal

onderwijs is. Neutraal in de zin van de gelijkwaardige betekenis van alle levensbeschouwingen en maatschappelijke

stromingen.Panta Rhei verzorgt onderwijs voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), mavo (vmbo-t)

en ISK.

De school biedt naast de mavo sinds het schooljaar 2016/17 de opleidingen:

-Veiligheid staat voorop. Om goed te kunnen leren, is het belangrijk dat een leerling zich veilig voelt in de

school en in de klas. Wij streven naar een pedagogisch klimaat dat uitgaat van de relatie met elkaar en respect

voor de ander, maar wel met duidelijke kaders, waardoor veiligheid is gewaarborgd.

-Wij geloven sterk in de relatie van de leerling met andere leerlingen, de leerkracht, de mentor,

andere medewerkers en uiteraard zijn/haar ouder(s)/verzorger(s). Een kind moet de leerkracht kunnen

vertrouwen en ook het gevoel hebben dat de leerkracht vertrouwen heeft in hem/haar. Dat is de

basis voor goede resultaten.

Ons onderwijs is gebaseerd op een duidelijke visie. Deze visie is kort samen te vatten in zes kernwoorden:

competentie, betekenis, autonomie, impact, relatie en veiligheid:

Onze visie

-Wij geloven in de autonomie van de leerling. De leerling krijgt een taak en wordt uitgelegd wat hij/zij moet

doen, maar de leerling bepaalt zelf (binnen bepaalde grenzen) hoe hij/zij het gaat doen.

-Wij willen dat een leerling zelf impact ervaart op zijn of haar vorderingen. De leerling moet het gevoel

hebben dat hij/zij invloed heeft op de resultaten van zijn/ haar taak, zich ten doel stelt en zich daarvoor

verantwoordelijkkan voelen.

-medewerkers met persoonlijke aandacht voor leerlingen

-hoog slagingspercentage (97,8% in 2017)

-goede (digitale) voorzieningen

Het aanbod van programma's zal indien nodig worden aangepast. In het schooljaar 2017/18 zullen de eerste

leerlingen het examen in de nieuwe beroepsgerichte programma's afleggen.

Ondernemen & Verkoop (OV)

-Wij gaan uit van de competentie van leerlingen. We hebben het vertrouwen dat iedereen kan

leren om zijn/haar taak goed uit te oefenen. Niet alleen om het karwei te klaren, maar ook om een goed

resultaat te behalen.

-Ons onderwijs moet betekenisvol zijn. Natuurlijk speelt de docent een belangrijke rol, maar het is de

betekenis van een taak die de leerling motiveert. Wij kiezen daarom voor onderwijs dat wij contextrijk

leren noemen.

Onze unique selling points / waarom kiezen voor Panta Rhei:

-kleinschalig, veilig en gezellig

-goede begeleiding en ondersteuning

-kansen om te groeien naar een hoger niveau

-goed bereikbaar in een rustige omgeving in Amstelveen



Voorstelling door de expressieklas (onderbouw)

Scholengemeenschap Panta Rhei heeft twee gebouwen ter beschikking: Pandora 1 en 2. Het hoofdgebouw Pandora

1 is het lesgebouw voor de onderbouw (leerjaar 1 en 2). De overblijfvoorzieningen voor de leerlingen bevinden zich

in dit gebouw. Tevens zijn hier de directie en de staf gehuisvest. De directie bestaat uit de directeur-bestuurder, de

adjunct-directeur onderwijs en de adjunct-directeur financiën/beheer. Onderwijskundig is de school verdeeld in vier

kernteams te weten:

Organisatiestructuur

a) voor de onderbouw: twee kernteams: een kernteam op de begane grond van het gebouw en een kernteam

op de tweede verdieping.b) voor de bovenbouw: een kernteam PIE/Z&W/MAVO en een kernteam D&P.

De kernteams worden naast onderwijsassistenten ondersteund door gebouwgebonden dagassistenten, die

medeverantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken. Voor de begeleiding van leerlingen beschikt de school

naast de mentoren over interne begeleiders, een decaan, een begeleider passend onderwijs, een remedial teacher

en een zorgcoördinator. Daarnaast worden leerlingen met specifieke zorgvragen begeleid door externe instanties

zoals maatschappelijk werk en ambulante begeleiding. De salarisadministratie is deels uitbesteed aan een

administratiekantoor. De schoonmaak wordt uitgevoerd door een extern bedrijf. Er is externe ICT-ondersteuning.

Onderhoudsplannen worden door een gecertificeerd bedrijf opgesteld in opdracht van de gemeente Amstelveen. Als

een Europese Aanbesteding verplicht is, maakt de school gebruik van aanbestedingsdeskundigen. In 2016 is de

boekenlevering Europees aanbesteed, met als resultaat dat de school een andere boekenleverancier heeft gekregen.

In 2017 zijn er geen Europese aanbestedingen geweest.

De rechtspersoonlijkheid voor het Voortgezet Onderwijs Amstelveen is een stichtingsvorm, in 1975 opgericht, na een

aantal fusies. Panta Rhei is de enige onder dit bestuur vallende scholengemeenschap. Het bestuur van de school

telde eind 2017 acht leden, zeven onbezoldigde leden en een bezoldigd directeur-bestuurder. Het bestuur vergadert

met een frequentie van eens per zes weken, met uitzondering van de vakanties. Ieder kwartaal wordt aan het

bestuur een overzicht van de financiële ontwikkelingvan de school in een financiële managementrapportage

verstrekt.

Juridische structuur



Werkweek van klas 3

Aandachtspunten van het gevoerde beleid

De onderbouw heeft een aantal profielklassen: sportklassen, kookklas, game en technologieklas en media &

entertainmentklassen voor leerlingen met bijzondere talenten. In het schooljaar 2018-19 heeft de school geen

profielklassen meer maar profielprogramma's. Wekelijks krijgen alle leerlingen in een lesblok van 1,5 klokuren les in

het onderdeel waarin ze geïnteresseerd zijn. Naast het reguliere onderwijs heeft de onderbouw drie keer per jaar

een projectweek. De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in ICT. Het aantal beschikbare computers is momenteel

ongeveer twee computers per drie leerlingen. In 2016 is een dekkend WIFI-netwerk aangelegd voor beide

gebouwen. Voor pauzes is in het hoofdgebouw een personeelskamer ingericht. De leerlingen van zowel de onder- als

de bovenbouw maken gebruik van de gemeenschappelijke aula. De leerlingen van onder- en bovenbouw pauzeren

op verschillende tijden om al te grote drukte in de aula te vermijden.

De examenresultaten zijn in 2017 ruim voldoende. De onderwijsresultaten zorgen ervoor dat de school onder het

basistoezicht van de inspectie valt. De slagingspercentages zijn hoog, de gemiddelde cijfers van de landelijke

centrale eindexamens liggen gemiddeld boven die van vergelijkbare scholen. De school organiseerde in

samenwerking met andere Amstelveense scholen in 2017 de zomerschool om leerlingen van het derde leerjaar die

dreigen te blijven zitten te helpen om alsnog over te gaan.

Bestuursverslag

Onderwijsresultaten

Sinds 2010 zit zowel de onder- als de bovenbouw in volledig nieuwe gebouwen aan Pandora 1-2 te Amstelveen. De

gebouwen zijn uitgerust met lokalen voor theorie, vaklokalen en leerpleinen. Iedere bovenbouwafdeling (op de mavo

na) heeft een contextrijk leerplein waar het beroepsgerichte vak en een deel van de avo-vakken wordt gegeven. Het

onderbouwgebouw heeft een zestal vaklokalen: kennis der natuur, verzorging, techniek, handvaardigheid, tekenen

en drama/muziek. In dit gebouw is in 2014 een video-interactie lokaal gerealiseerd. In dit lokaal kunnen (delen van)

lessen opgenomen worden om de professionaliteit van de docenten te vergroten. Ook de isk-afdeling is in het

gebouw gehuisvest. Naast het bovenbouwgebouw is door de gemeente een sporthal gebouwd, waarvan de school op

schooldagen de enige gebruiker is. In de sporthal heeft de school ook de beschikking over een fitnessruimte.



De school volgt de afspraken die gemaakt zijn in de commissie Code Goed Onderwijsbestuur.

-De MR: Formatie, wijzigingen in de taakverdeling, vakantieregelingen, ouderbijdragen, examenresultaten,

inspectierapporten, beleidswijzigingen, aan/verbouwplannen, jaarrekeningen, financiële kwartaalrapportages

en jaarbegrotingen worden aan de MR voorgelegd ter informatie, instemming of advies, conform de wet op de

medezeggenschap. De MR-vergadering is gesplitst in een deel met de directie en een deel zonder de directie.

In het gedeelte met de directie worden toelichtingen gegeven en daarna worden deze onderwerpen in de

vergadering, zonder de directie, besproken. De MR vergadert eenmaal per zes weken, afhankelijk van de

onderwerpen. Indien noodzakelijk worden zaken die geen instemming of een negatief advies krijgen met de

directie besproken en eventueel aangepast. In 2017 zijn geen beleidsontwikkelingen geweest waarvoor geen

instemming dan wel negatief advies is afgegeven.

-We bieden de leerling veiligheid en structuur.

-Als collega's leren en werken we samen.

1) Klachtencommissie: Voor klachten betreffende de hantering van de code is een door de VO-raad

opgestelde klachtencommissie, die volgens het reglement "Commissie Klachten Code Goed Onderwijsbestuur"

werkt.

2) Dialoog met belanghebbenden:

De schoolleiding vindt een goed personeelsbeleid belangrijk. Jaarlijks wordt de werkverdeling geëvalueerd en indien

nodig aangepast. Sinds 2016 worden resultaatgesprekken gevoerd. Een personeelslid dat de school verlaat voert een

exitgesprek met de directeur. Een deel van het onderwijzend personeel is, mede gebruik makend van de

beschikbare middelen voor de functiemix, in een hogere schaal geplaatst. Enkele keren per jaar vinden

personeelsactiviteiten plaats. De school heeft een externe Arbodienst. Er vindt een maandelijks bezoek van de Arbo-

arts aan de school plaats. Tijdens deze bezoeken kunnen personeelsleden worden opgeroepen voor een gesprek. Een

preventief gesprek behoort ook tot de mogelijkheden. In 2017 is er een hoofd PZ benoemd die samen met de

functionaris PZ invulling geeft aan alle PZ-ondersteuning. Vanaf 2016 werkt de school met administratiekantoor

Salure te Gouda, dat vooral met de salarisuitbetaling belast is. Jaarlijks worden het functieboek en het

personeelshandboek daar waar nodig geactualiseerd.

Enkele aspecten voortvloeiend uit de Code Goed Onderwijsbestuur zijn:

-We zetten in op een krachtig leerproces.

-We investeren veel in de leerling.

-We bieden de leerling een toekomstperspectief.

Eind 2017 en begin 2018 wordt aan een schoolplan 2018-2021 gewerkt, waarin de ambities voor de school voor de

komende jaren zijn vastgelegd. Door middel van de methode waarderend onderzoeken zijn docenten, ouders en

leerlingen bevraagd. Daarnaast zijn de volgende zes pijlers gedestileerd, waarop de doelstellingen voor de komende

jaren worden geconcretiseerd:

-Het samenwerkingsverband: de school is lid van het samenwerkingsverband Amstelland en de

Meerlanden. Een aantal subsidies krijgt de school rechtstreeks van dit samenwerkingsverband.

-De adviesraad: Er is een eigen adviesraad waarin het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties,

basisonderwijs en mbo participeren. Deze adviesraad is in 2017 drie maal bijeengekomen. Behandelde

onderwerpen waren financiën, de inrichting van de nieuwe beroepsgerichte afdelingen vanaf het schooljaar

2016-17, het ICT beleidsplan, taal-en rekenonderwijs en het inspectieonderzoek. Daarnaast participeert de

school in de in 2014 opgerichte adviesraad voor het Amstelveense VO. Tenslotte wordt deelgenomen aan

"Vensters Voortgezet Onderwijs" waardoor aan derden verantwoording wordt afgelegd over onder meer de

resultaten, de in -en uitstroom en de financiën.

-De ouderraad: Naast de MR, waarin enkele ouders zitting hebben, heeft de school een ouderraad waarin met

name de dagelijkse gang van zaken besproken wordt.

-Het personeel: Voor de school belangrijke beleidswijzigingen op het gebied van onderwijs worden met een

delegatie van het personeel besproken voordat ze ter goedkeuring naar MR/bestuur gaan.

-De leerlingen: Met leerlingen worden structureel lunchgesprekken georganiseerd. Indien mogelijk worden de

uitkomsten van deze gesprekken bij de besluitvorming betrokken

-Algemeen: Relevante stukken worden op de website gepubliceerd in het openbaar toegankelijk gedeelte, bij

vertrouwelijke stukken alleen op het beveiligde ouder-/personeelsgedeelte.

-We zien in iedere leerling zijn of haar mogelijkheden.



2) Er wordt vanuit gegaan dat er voldoende leerlingen zijn om in het schooljaar 2018-2019 met 6 klassen in het

eerste leerjaar te starten. In het 2e leerjaar zullen door de zijinstroom wellicht 8 klassen gevormd worden.

Daarnaast zijn er drie isk-klassen. De bovenbouw heeft 10 klassen in het derde leerjaar en in het 4e leerjaar.

4) De lessentabel van de bovenbouw is aangepast aan de nieuwe beroepsgerichte afstudeerprofielen. De school

moet jaarlijks gemiddeld 1.000 klokuren les aan leerlingen aanbieden. Dat is nu op de onderbouw en de bovenbouw

gemiddeld 1.040 uur. De lessentabellen 18/19 van de onderbouw worden begin 2018 aangepast om veranderingen

rondom de profielklassen door te voeren. In het nieuwe schooljaar hebben we geen profielklassen meer maar een

profielblok van 1,5 uur per klas.

5) In 2018 wordt een Risico Inventarisatie Analyse uitgevoerd.

6) Panta Rhei is sinds augustus 2011 een opleidingsschool geworden als onderdeel van de Regionale

Opleidingsschool Amstelland (ROSA). In 2014 is de accreditatie voor de officiële status (de bekostiging) hiervoor

verkregen. Hierdoor krijgt de school een gedeelte van de kosten, die hiermee gemoeid zijn, terug.

11) De school voldeed aan de afgelopen jaren aan de eisen van de functiemix. In 2018 lijkt er formeel ruimte te

ontstaan om het aantal LC vacatures uit te breiden. Echter door de verwachte leerlingdaling en de daaraan

gerelateerde docentendaling gaat de school hier terughoudend mee om. De procentuele verdeling komt er immers

op termijn anders uit te zien.

12) De school is bezig met duurzaamheid, daarvoor worden in 2018 zonnepanelen geplaatst.

Aanpassingen beleidsvoornemens voor 2018 en volgende jaren

3) De determinatieprocedure van het 2e jaar naar de bovenbouw en in het derde leerjaar wordt bijgesteld.

1) Het nieuwe schoolplan 2018-21 wordt in het schooljaar 2017-18 opgesteld. Dit schoolplan zal wederom worden

uitgewerkt in activiteitenplannen (zie hoofdstuk aandachtspunten van het gevoerde beleid).

7) Het IT-gebruik wordt ook meegenomen bij de samenstelling van het nieuwe schoolplan. De school is sinds eind

2017 aan de slag met de nieuwe wetgeving rondom privacy en datalekken (AVG).

8) De school wil gezonde financiële kengetallen behouden conform de richtlijnen van het ministerie.

9) In 2014 is de wet op passend onderwijs ingevoerd. Daardoor ontstond de verplichting tot aansluiting bij een ander

samenwerkingsverband. In 2016 zijn de LWOO-gelden geherstructureerd. Een deel van de LWOO-financiering

ontvangt de school in 2018 van het samenwerkingsverband en niet meer van het ministerie.

10) In het schooljaar 2017-18 worden de nieuwe examens van de beroepsgerichte vakken geëxamineerd.

13) De school heeft in 2017 de personeelsdossiers gedigitaliseerd.



Kengetallen gebruikers

Index 2017

Jaar 2017 Jaar 2016 t.o.v. 2016

EUR EUR EUR

Opbrengsten 9.571.927 9.403.551 101,8

Kosten 9.460.073 9.331.762 101,4

Resultaat excl. interest 111.854 71.789 155,8

Aantal m2 8.050 8.050 100,0

Aantal Leerlingen 797 799 99,7

Opbrengst/LL 12.010 11.769 102,0

Kosten/LL 11.870 11.679 101,6

Opbrengst/m2 1.189 1.168 101,8

Kosten/m2 1.175 1.159 101,4

Herkomst van de leerlingen

Woonplaats Aantal Aantal Percentage Percentage

2016-17 2017-18 2016-17 2017-18

Amstelveen 57 52 29,53% 29,89%

Amsterdam 101 85 52,33% 48,85%

Overige 35 37 18,13% 21,26%

193 174 100,00% 100,00%

De leerlingen van Panta Rhei komen in hoofdzaak uit Amstelveen en Amsterdam. In onderstaande tabel is

aangegeven waar de eerstejaars leerlingen vandaan komen. Bijna 50 % van de leerlingen komt uit Amsterdam. In

2017-18 zijn enkele zaken opvallend: Het grootste deel van de leerlingdaling wordt veroorzaakt door de

Amsterdamse leerlingen en bij de overige gemeenten is geen sprake van een daling.

Plaats van herkomst 1e leerjaar (inclusief ISK)

30%

49%

21%

Herkomst eerstejaars leerlingen 2017-18

Amstelveen

Amsterdam

Overige



Woonplaats Aantal Aantal Percentage Percentage

2016-17 2017-18 2016-17 2017-18

Amstelveen 225 227 28,16% 28,48%

Amsterdam 417 409 52,19% 51,32%

Overige 157 161 19,65% 20,20%

799 797 100,00% 100,00%

Treasury verslag

Plaats van herkomst van alle leerlingen in het schooljaar 2017-18 (Stand januari 2018)

Het treasury beleid wordt gevoerd binnen de kaders van de “Regeling beleggen en belenen voor instellingen voor

onderwijs en onderzoek”. Alle beschikbare liquide middelen zijn ondergebracht op bankrekeningen bij de Rabobank

Amstelveen en de ING Bank. De school beschikt verder niet over andere geldmiddelen behoudens een bedragje

kleine kas.

29%

51%

20%

Herkomst leerlingen schooljaar 2017-18

Amstelveen

Amsterdam

Overige



Leeftijd Man Vrouw Totaal:

0-24 1 2 3

25-34 8 22 30

35-44 12 13 25

45-54 12 10 22

55-en ouder 16 18 34

Totaal 49 65 114

leeftijd Dir Oop Op Totaal:

0-24 0 0 3 3

25-34 0 6 24 30

35-44 0 5 20 25

45-54 0 6 16 22

55 en ouder 3 11 20 34

Totaal: 3 28 83 114

Sociaal jaarverslag

Over de verschillende functiecategorieën ziet de leeftijdsverdeling als volgt uit:

(peildatum 1 februari 2018)

Panta Rhei biedt werkgelegenheid aan gemiddeld 114 personeelsleden (ongeveer 91,2 fte). Daarnaast waren er

regelmatig leerkrachten via een drietal uitzendbureaus werkzaam.

Op de bovenbouw werken meer oudere personeelsleden. De leeftijdsopbouw is goed verdeeld over de hele school.

De laatste jaren is er een groei in het aantal vrouwelijke medewerkers.

Over de verschillende leeftijdscategorieën is de verdeling als volgt:

(Peildatum 1 februari 2018, een kleine uitbreiding wegens vervangingen voor zieken)

0-24 25-34 35-44 45-54 55-en ouder

0

5

10

15

20

25

Leeftijdsopbouw personeel

Man

Vrouw



Aantal OP

functiecategorie personen Aantal fte Perc. functieverd.

4 3 2,1 2,30%

5 5 3,1 3,40%

6 12 9,3 10,19%

7 2 1,9 2,08%

8 5 3,5 3,83%

9 1 1 1,10%

13 2 1,9 2,08%

bestuurder 1 1 1,10%

LB 39 28,2 30,89% 41,78%

LC 28 24,9 27,27% 36,89%

LD 16 14,4 15,77% 21,33%

Totaal: 114 91,3 100,00% 100,00%

De onderstaande tabel (peildatum 1 februari 2018) geeft de verdeling over de verschillende functieschalen aan,

waarbij de schalen t/m 9 altijd onderwijs ondersteunend personeel zijn. In het hoofdstuk functiemix wordt ingegaan

op de verschuiving van LB naar LC voor een deel van het onderwijzend personeel.

0-24 25-34 35-44 45-54 55 en ouder

0

5

10

15

20

25

Dir

Oop

Op

3 512 2

5

1

21

39

28

16

functiecategorieaantal personen 4

5

6

7

8

9

13

bestuurder

LB

LC

LD

2%4%

10% 2%4%

1%

2%

1%

31%

27%

16%

functiecategorieprocenten 4

5

6

7

8



Verdeling per LB-functie LC-functie LD-functie

2008 beginsituatie 74,6% 14,8% 10,6%

1-1-2016 31,0% 49,0% 20,0%

1-1-2017 35,3% 46,1% 18,6%

1-1-2018 41,8% 36,9% 21,3%

Streefverdeling 30,7% 50,6% 18,7%

2014 2015 2016 2017

Verzuimpercentage 5 7,4 9,6 12,2

Verzuim ex. langd. zieken 3,2 2,5 2,1 1,4

Ziekmeldingsfrequentie* 1,1 1,7 1,9 1,7

De school heeft twee vertrouwenspersonen. Deze personen hebben een (bij-/na-) scholingscursus gevolgd. De

vertrouwenspersoon heeft een rol in de behandeling van vertrouwelijke zaken. Ook hebben leerlingen de

mogelijkheid klachten in te dienen bij de directeur/bestuurder. Naast deze interne mogelijkheden voor klachten kan

men ook terecht bij de onderwijsinspectie en externe klachtencommissie. De school hanteert een klachtenreglement.

Er zijn in 2017 geen klachten ingediend bij de interne en/of externe klachtencommissie.

De daling van de functiemix in 2017 wordt veroorzaakt doordat een aantal Lc-docenten vertrokken is. De

streefcijfers worden in 2018 nog niet aangepast omdat nog onzeker is hoeveel leerlingen de school in het schooljaar

2018/19 en later zal hebben. Na alle benoemingen ziet de functiemix er als volgt uit:

In 2017 hebben 19 personeelsleden de school verlaten: vijf mensen in ondersteunende functies en veertien

docenten. Zes personeelsleden zijn met pensioen gegaan, negen personeelsleden vertrokken doordat ze een andere

baan hebben en van vier personen heeft de school afscheid genomen omdat de dienstbetrekking niet verlengd is. Er

zijn twaalf nieuwe docenten benoemd en zeven medewerkers in de ondersteunende diensten. Verder is nog een

aantal personen bij de school werkzaam via uitzendbureaus.

Het ziekteverzuim is in 2017 hoger dan voorgaande jaren, vooral veroorzaakt door meer langdurig zieken:

Ziekteverzuim personeel

In -en uitstroom van personeel

Functiemix

Klachtenregelingen/ vertrouwenspersoon

Langdurig ziekteverzuim is ziekteverzuim langer dan 42 dagen (6 weken). Het langdurig ziekteverzuim is met name

sinds eind 2016 hoog geworden. Eind 2017 is gestart met een ziekteverzuim interventietraject voor de schoolleiding

en de langdurig zieken teneinde het ziekteverzuim te normaliseren.

74,6%

31,0%35,3%

41,8%

30,7%

14,8%

49,0%46,1%

36,9%

50,6%

10,6%

20,0% 18,6%21,3%

18,7%

2008 beginsituatie 1-1-2016 1-1-2017 1-1-2018 Streefverdeling

verloop functiemix

LB-functie LC-functie LD-functie



Schooljaar Lessen Lesgerelat. Organisatie Overig OOP Management Totaal

Jaar 17-18 64,3 7,4 3 8,7 7,8 91,2

Jaar 16-17 64,7 6,7 3,4 10,4 6,6 91,8

Jaar 15-16 64,9 5,6 3,1 11,7 6,9 92,2

Jaar 14-15 65,1 5,8 3,8 11,7 6,7 93,1

Jaar 13-14 65,8 5,6 3,2 11,3 6,5 92,4

Jaar 12-13 58,4 4,6 3,1 11,3 6,5 83,9

In procenten van de totale tijd:

Schooljaar Lessen Lesgerelat. Organisatie OOP Management Totaal

Jaar 17-18 70,51% 8,11% 3,29% 9,54% 8,55% 100,00%

Jaar 16-17 70,49% 7,28% 3,67% 11,37% 7,19% 100,00%

jaar 15-16 70,39% 6,07% 3,36% 12,69% 7,48% 100,00%

Jaar 14-15 69,92% 6,23% 4,08% 12,57% 7,20% 100,00%

Jaar 13-14 71,21% 6,06% 3,46% 12,23% 7,03% 100,00%

Jaar 12-13 71,15% 5,20% 3,51% 12,78% 7,35% 100,00%

In aantal werkzame Fte's (stand januari 2018)

Ontwikkeling formatie onderwijsgebonden t.o.v. overheadtaken

In 2017/18 is er ongeveer evenveel aan lessen uitgegeven doordat er veel ziektevervangingen zijn waardoor de

totale formatie vrijwel gelijk is gebleven. Daarnaast is er sprake van enige herverdeling van functies onder andere

door pensionering van een medewerker en het vertrek van enkele medewerkers. Niet opgenomen zijn de via een

uitzendbureau gedetacheerde medewerkers.

Het personeel kan in de volgende categorieën worden ingedeeld:

1) Lesgevende taken van docenten met daarin opgenomen de onderwijsassistentie/ aula-surveillance.

2) Lesgerelateerde taken zoals decanaat, remedial teaching, zorgcoördinatie en leerlingbegeleiding.

3) Lesverdringende organisatorische taken.

4) Overig onderwijsondersteunend personeel: facilitaire dienst, administratie en secretariaat.

5) Management: directie en teamleiders.

De ontwikkeling van de verschillende categorieën is als volgt:



fte X € 1000 fte kosten per

per maand in % maand %

Lessen 64,3 245 70,5% 68,40%

Lesgerelateerde taken 7,4 31 8,1% 8,54%

Organisatorische taken 3,0 13 3,3% 3,56%

Overig OOP 8,7 24 9,5% 6,78%

Management 7,8 46 8,6% 12,73%

Totaal 91,2 358 100,0% 100,0%

grafiek 1: aantal Fte

grafiek 2: overhead per categorie in % van het totale aantal fte januari 2018

De overheadkosten in geld uitgedrukt:

Schalen 1 t/m 13 zijn schalen voor OOP (onderwijsondersteunend personeel) en directie.

Schalen LB, LC, LD zijn schalen voor docenten

De kosten van de lerarenlessen zijn lager dan het aantal fte omdat er veelal jonge leerkrachten zijn benoemd en

docenten in hogere schalen zijn vertrokken. Bovendien zijn hierin meegerekend de onderwijsassistenten die in het

lokaal aanwezig zijn. Deze mensen werken in een lagere schaal. Personeel in lesgerelateerde, organisatorische en

managementtaken heeft vaak hogere schalen, waardoor de kosten hoog zijn. Onderwijs-ondersteunende

personeelsleden zitten meestal in de lagere schalen waardoor de kosten per maand lager zijn.

71%

8%

3%

9%

9%

Lessen

Lesgerelateerde taken

Organisatorische taken

Overig OOP

Management

0,0

10,0

20,0

30,0

40,0

50,0

60,0

70,0

Jaar 17-18 Jaar 16-17 Jaar 15-16 Jaar 14-15 Jaar 13-14 Jaar 12-13

Lessen

Lesgerelat.

Organisatie

Overig OOP

Management



·CAO

·Spaarverlof

·Kwaliteit directie/MT

·Veiligheidsklimaat binnen de school

·Communicatie

Samenstelling MR

Jaarverslag MR 2017

Het gehele jaar waren namens het personeel drie docenten lid van de MR en een lid van het onderwijs

ondersteunend personeel. Op dit moment zitten er alleen bovenbouw docenten in de MR en de MR zou graag willen

dat hierin ook personeel van de onderbouw zou plaatsnemen.

De oudergeleding was het hele jaar met vier ouders compleet. In 2018 zullen er twee ouders weggaan omdat hun

kinderen in de examenklas zitten. In het begin van het schooljaar 2018/2019 zal de MR actief ouders moeten

werven. Een ouder zal dan een presentatie geven op een van de ouderavonden van de eerste en tweede klassen om

nieuwe leden te werven. Er zijn geen leerlingen vertegenwoordigd in de MR. De directeur onderwijs heeft eens in de

zes weken een leerlingenlunch met leerlingen uit klas 1 t/m klas 4.

In 2017 heeft de MR zes keer vergaderd (waarvan twee keer met één of meerdere leden van het toezichthoudend

deel van het bestuur). Daarnaast heeft de MR een keer een werkmiddag gehouden om een aantal onderwerpen te

bespreken. De middagen gingen over het spaarverlof, vacatures via Sociale media en inval-uren docenten. De MR en

de RvT hebben voor het eerst overleg gehad met elkaar. We gaan dit vanaf nu 2x per jaar doen. De MR heeft in

2017 helaas geen cursus gevolgd. Het idee was om het individueel te gaan bespreken en in te plannen alleen dit

kwam niet van de grond. Daarom gaan de leden in 2018 een gezamenlijke cursus volgen van de AOB. De

personeelsgeleding is een aantal malen zonder de oudergeleding bijeengekomen. Ten slotte is er in het najaar een

gemeenschappelijk etentje geweest met de leden van de directie en het toezichthoudend deel van het bestuur. De

verslaggeving lag in handen van het directiesecretariaat. Goedgekeurde notulen worden in het interne

personeelsblad Focus gepubliceerd.

Vergaderingen en verslagen

·Het spaarverlof

·ICT-plan

·De consequenties van krimp

·ISK

·Onderwijskwaliteit

·Lesuitval

·Ziekteverzuim

De MR heeft ingestemd met de volgende onderwerpen:

·Het formatieplan 2017-2018

·De kadernotitie voor de begroting 2018

·De lessentabel 2017-2018

·ICT-beleid

Samenwerking met de bestuurder en de leden van de raad van toezicht

Er is sprake van een plezierige, open en constructieve samenwerking. Daarbij is van belang dat de bestuurder ook in

dit jaar zonder terughoudendheid allerlei beleidsvoornemens ter instemming neerlegde terwijl de wet dit

instemmingsrecht niet altijd in alle gevallen verplicht stelt.

·Versterking contact met achterban en profilering MR

·De vakantieregeling 2017/2018

·Benoeming nieuwe directeur

Een greep uit de overige onderwerpen die besproken werden is:

·Schoolplan 2018-2021

De speerpunten van de MR:

·Het (ziekte)verzuim

·Proces van de lessentabel

·XLPU-uren en de opkomst van leerlingen bij deze uren

·Het jaarverslag over het kalenderjaar 2017



Continuïteitsparagraaf

Afdeling 2016-17 2017-18 2018-19 2019-20 2020-21 2021-22

Onderbouw vmbo 1e lj. 30 137 135 135 135 135

Onderbouw lwoo 1e lj. 130 2 0 0 0 0

Onderbouw vmbo 2e lj. 75 64 148 150 150 150

Onderbouw lwoo 2e lj. 108 126 2 0 0 0

ISK 48 47 40 40 40 40

Vmbo Zorg & Welzijn 33 35 35 54 78 78

Lwoo Zorg & Welzijn 50 57 58 35 0 0

Vmbo Techniek/PIE 24 16 14 26 37 37

Lwoo Techniek/PIE 40 30 30 17 0 0

Vmbo D&P 88 80 80 100 151 151

Lwoo D&P 119 103 103 74 0 0

Mavo/gem. leerweg 35 35 35 40 44 44

Mavo/gemengd lwoo 15 17 17 9 0 0

Totaal: 795 749 697 680 635 635

2018 2019 2020 2021

Management/ directie 7,8 7,8 6,8 6,8

Onderwijzend personeel 64,3 60,0 58,0 53,0

Overige medewerkers 19,1 18,2 17,0 16,5

Totaal 91,2 86,0 81,8 76,3

De komende jaren wordt volgens de prognose opgenomen in de begroting 2017 de volgende leerlingenontwikkeling

verwacht:

A. Gegevensset

4) Bezuinigen op de overheadtaken.

Personele bezetting

De personele bezetting in fte gaat er komende jaren volgens prognose als volgt uitzien (in fte)

1) Minder lessen aanbieden volgens de lessentabel. Deze mogelijkheid is nog maar heel beperkt mogelijk.

2) Het aantal leerlingen per klas vergroten.

3) Bezuinigen in de taken, functies en/of opslagfactor van een les: dit betekent een andere benadering van de

taakbelasting.

Het totale leerlingenaantal zal naar verwachting onder de 700 dalen. Door de vermindering van het aantal lwoo-

leerlingen en de overheveling van lwoo-gelden naar het samenwerkingsverband krijgt de school de komende jaren

meer geld van het samenwerkingsverband en minder van het ministerie. Om financieel gezond te blijven moet er de

komende jaren strak op de inkomsten en uitgaven gelet worden. De lessentabellen zijn aangepast aan het

veranderende onderwijsaanbod (nieuwe beroepsgerichte programma's bovenbouw en de profiellessen op de

onderbouw). De verplichte onderwijstijd is 3.700 klokuren les in 4 leerjaren. Dat betekent, dat er ongeveer 1.000

klokuren per jaar aan onderwijstijd gepland moet worden en in het vierde leerjaar nog 700 uur (in verband met het

eindexamen) Als verdere bezuinigingen noodzakelijk zijn, dan zijn er drie mogelijkheden:

Door bezuinigingen wegens teruglopende leerlingenaantallen zal de omvang van het personeel afnemen.



2018 2019 2020 2021

Activa:

Materiele vaste activa 1.928 1.900 2.050 2.050

Vlottende activa: 2.853 2.715 2.540 2.509

Totaal activa 4.781 4.615 4.590 4.559

Passiva:

Algemene reserve 1.970 1.929 1.988 2.006

Voorzieningen 1.697 1.686 1.612 1.573

Kortlopende schulden 1.114 1.000 990 980

Totaal passiva 4.781 4.615 4.590 4.559

Raming van Baten en Lasten bedragen x € 1.000,=

2018 2019 2020 2021

Leerling prognoses 697 680 635 635

Baten:

Rijksbijdragen 8.600 8.184 8.127 7.566

Ov. Overheids bijdrage en

subsidie32 32 32 32

Overige baten 205 195 191 187

Totaal baten 8.837 8.411 8.350 7.785

Lasten

Personeelslasten 6.704 6.191 6.086 5.590

Afschrijvingen 323 377 377 375

Huisvestingslasten 708 695 695 696

Overige lasten 1.144 1.144 1.134 1.107

Totaal passiva 8.879 8.407 8.292 7.768

Financiële baten/lasten 1 1 1 1

Begrotingstekort/

overschot-41 5 59 18

Ontwikkeling balans: (per 1 januari) bedragen x € 1.000,=

De post voorzieningen is opgesplitst in een personeels -en een onderhoudsvoorziening. Bij de personeelsvoorziening

is rekening gehouden met te verwachten uitkeringen voor jubilea, de afkoopsommen bij ontslag, te verwachten

werkloosheidsuitkeringen en het opgespaarde persoonlijke budget. Bij de onderhoudsvoorziening wordt rekening

gehouden met toekomstige grote onderhoudswerkzaamheden aan de gebouwen. Deze bedragen zijn gebaseerd op

de meerjarenonderhoudsramingen die zijn opgesteld in overleg met de gemeente. De onderhoudsvoorziening zal de

komende jaren afnemen en na 2021 weer gaan toenemen. Komende jaren zijn er werkzaamheden die ten laste van

de onderhoudsvoorziening gaan, na 2021 wordt dat een tijdje minder. Op grond van de resultaatsprognose zal de

algemene reserve de komende jaren vrijwel onveranderd blijven. De post kortlopende schulden zal jaarlijks dalen

doordat de omvang van de school afneemt. Hierin is een aantal vaste posten opgenomen zoals de belastingen en

premies voor de maand december, de al opgebouwde vakantie -en bindingstoelage, crediteuren en andere

overlopende passiva.



B Overige rapportages

B1 Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings-en controlesysteem

Voor de boekhouding en HRM/payroll wordt gebruik gemaakt van het administratiepakket AFAS. Facturen worden in

dit pakket gescand, naar de budgethouders gestuurd en vervolgens via het systeem geaccordeerd door de adjunct-

directeur financiën en de directeur-bestuurder. De financiële administratie zorgt voor de afhandeling en de

uiteindelijke betaling geschiedt door de directie. De laatste maanden van het kalenderjaar wordt een begroting en

meerjarenbegroting opgesteld en door het schoolbestuur geaccordeerd. Vanuit AFAS worden de jaarrekening en

managementrapportages gegenereerd. Ieder kwartaal bespreekt de bestuurder de financiële

managementrapportage met de Raad van Toezicht en met de MR. In het voorjaar wordt verantwoording afgelegd

middels de jaarrekening die door een accountant wordt gecontroleerd. De salarisverwerking geschiedt door een

gespecialiseerd bureau, dat ook zorg draagt voor de uitbetaling en de afdrachten naar de diverse instanties. Het

opstellen van aktes van benoeming wordt door een interne medewerker verzorgd. De leerlingenadministratie wordt

bijgehouden middels het schoolpakket SOM. Met dit pakket kan de gegevensuitwisseling met het ministerie

plaatsvinden via DUO. De controle op dit systeem vindt plaats door de teamleider ICT en de verantwoordelijke

adjunct-directeur. De absentenadministratie wordt bijgehouden met behulp van in alle lokalen geplaatste scanners in

combinatie met handmatige controle door de docenten. De mentor (in samenspraak met de

absentiemedewerkster/telefoniste) zoekt uit wat de redenen zijn van het verzuim van leerlingen. De interne

begeleiders hebben als opdracht leerlingen, die teveel ongeoorloofd verzuimen, te melden aan de

leerplichtambtenaren.

De personele bezetting zal door de leerlingdaling de komende jaren afnemen, evenredig met de te verwachten

lagere rijksbijdragen. De school beschikt over gebouwen die ongeveer 8 jaar oud zijn. Het is niet te verwachten dat

er tot en met 2020 grotere onderhoudsprojecten zullen plaatsvinden. De overige lasten zullen enerzijds toenemen

door prijsstijgingen maar anderzijds weer dalen doordat er minder leerlingen zijn. De prestatieboxgelden zijn door de

school vooral ingezet bij de ondersteuning van lesgevenden in de klassen door de benoeming van een aantal

onderwijsassistenten. Daarnaast zijn de gelden gebruikt voor de verdere professionalisering en

deskundigheidsbevordering van docenten en de inrichting van de nieuwe leerwegen om te komen tot uitdagender

onderwijs en een bredere vorming van de leerlingen.



Risico Wat kun/ doe je eraan?

Het vinden van goed

gekwalificeerd personeel neel kan leiden tot minder

is voor sommige vakken goed onderwijs. Extra scholingskosten

moeilijk, zeker voor

tekortvakken. werkdrukverhoging bij het

huidige personeel. Te lang

onbevoegd in tot

verplichtingen als dienst

kan leiden deze

bevoegdheid niet halen

Uitval van personeel in

verband met ziekte op zijn veelal hoog als

termijn. € 8.000,= per ziek

personeelslid per maand gemaakt van van de flexwet.

uitzendbureaus.

Uitval personeel i.v.m.

langdurige ziekte (meer ziektepercentage). aanzienlijk hogere premie

dan 13 weken) Boven bepaalde drempels leiden. Eén procent

krijgt de school volgend premiestijging leidt tot reintegratiegesprekken

kosten. (het volgende

De premieverhoging

Personeel gebonden

budget: personeel mag

sparen om later verlof op

te nemen.

Cao-afspraken

Functiemix

€ 50.000,= aan extra

dagelijkse bedrijfsvoering,

personeelsleden tegelijk

tot € 100.000.

voor de school € 50.000 termijn.

bekostiging voor met de komende jaren nog goed volgen en indien

Zo niet dan is het risico

minister geeft geen

aanpassingen.Het

in gang te zetten.

Matig, tenzij de Randstadgelden zijn voor De ontwikkeling hierin

achteraf vergoeden leidt

wel tot onzekerheid.

Tijdig maatregelen nemen

door besparingen

name de extra randstad-

gelden aangepast wordt.

gegarandeerd, maar de

garantie voor de langere

nodig tijdig bezuinigen.

aanpassingen. consequenties van de consequenties berekenen.

vergoedt vaak achteraf (VO-raad) is op de onderhandelingen

de kosten van de cao- hoogte van de nauwgezet volgenen de

kunnen worden.

Laag: het ministerie De Cao-onderhandelaar Alle nieuws over de cao

gereserveerd wordt.

uitbetalen verruimen en

Het risico voor lesuitval

deze mogelijkheden

verlof willen nemen.

stimuleren.

vervangers gevonden

is groot doordat er geen

laag doordat er voor

vooral als veel

kalenderjaar)

personeelsleden.

Grote impact op de Het financiële risico is Mogelijkheden tot

jaar een hogere

opvolgen. Veelvuldig

contact houden en

verzekeringspremie.

voeren met zieke

hiervoor een verzekering.

Hoog (gezien het Dit kan tot een Wet Poortwachter strikt

kosten kunnen tot

gebruik moet worden

invallers zelf in dienst

zijn. De school heeft

nemen met inachtneming

Matig tot groot. De De kosten van invallers Niet te snel vervangen,

Kans en Impact Gevolg

A) Personeel:

Groot Niet gekwalificeerd perso- Hogere salarissen voor

bevoegdheid te

Daarnaast leidt dit tot om personeel een

laten halen.

B2 Beschrijving van de belangrijkste risico's en onzekerheden

Financieel gezien werd de vermogenspositie van de stichting verbeterd door toevoeging van het positief bedrijfsresultaat 2017.

personeelsleden hun

en derhalve ontslagen

moeten worden.

docenten in tekortvakken.

werkt 3 jaar door.



Risico Wat kun/ doe je eraan?

Bekostiging

Lwoo-gelden

Aanmeldprocedure

Instroom in de hogere

leerjaren

Imagoschade Groot. Het imago van de Goede calamiteiten-

Demografische

ontwikkelingen

medewerkers.

Leerplusgelden

Gebouwen en inventaris.

E. Demografische ontwikkelingen

Groot. De basisgeneratie Lagere opbrengsten, De school moet proberen

blijft ongeveer gelijk maar leegstand van lokalen,

F. Materiele risico's

Laag. De gebouwen zijn Voldoende voorzieningen

zich te onderscheiden

daalt de leerlingpopulatie

Matig. De school ontvangt Afschaffen van het Bezuinigingen doorvoeren

gelden voor leerlingen die ministerie kan leiden tot (zie hierboven)

door de veranderde

aanmeldingsprocedures

ontslag van (vaste) van andere VMBO's.

ineens veranderen door aanpak als er een

een incident. calamiteit plaatsvindt.

D. Imago

Niet in te schatten hoe

school is de laatste jaren groothet risico is. aanpak.

redelijk sterk, maar kan Belangrijk is een adequate

Een extra klas kost dalingen zo min mogelijk

te plaatsen.ongeveer € 100.000,= leerlingen afwijzen.

kan leerlingen kosten.

beginnen, als de

kant wil de school bij afdeling/ richting nog

opleveren, krap calculeren

kan te kleine klassen jaren bieden geen enkele

garantie. Aan de andere

prognoses bekend zijn

onderzoeken welke

ruimte heeft om leerlingen

pas laat in het schooljaar onvoorspelbaar en voor het derde leerjaar

bekend. Te ruim rekenen gegevens van andere

aan inkomsten.

Groot. Deze instroom is Groot. De instroom is erg Tijdig het keuzetraject

€ 6.000,= tot € 12.000,= Inspanningen vergroten

een lagere instroom.

snel duidelijk is. Tijdig

Positionering/ werving/

systeem in Amsterdam met 50 leerlingen meer of

en de nieuwe regels met minder te maken hebben.

formatie zodat de omvang

overtollig personeel

afscheid nemen vanbetrekking tot het basis-

schooladvies zorgt voor

Iedere leerling scheelt marketingstrategie.

gevolgen groot zijn.

C. Leerling ontwikkelingen

Groot. Het Matching- In een schooljaar kun je Tijdig beginnen met de

Omdat de school veelgewaarborgd, in ieder opbouwen om dat later

uitziet lijken de gelden 2019 aangepast wordt is om te bezuinigen en

de komende jaren onduidelijk wat er gebeurt. komende jaren een buffer

geval voor 2018 en

2019.

LWOO heeft kunnen de extra te kunnen inzetten.

voorlopig uitgesteld.

Matig. Zoals het er nu Als de bekostiging na Tijdig maatregelen nemen

overgangstermijn.

bekostigingsstelsel zal nog onduidelijk, de gebruiken om maatregelen

Voorstellen zijn doorgaan dan is er een

voor de school vrijwel

zeker negatief uitpakken. voor 2020. Mocht het

verwachting is niet te nemen.

B. Nieuw bekostigingsstelsel

Matig. Een nieuw De invoeringsdatum is De overgangstermijn

Kans en Impact Gevolg

groot deel van de gebouwaanpassingen.

overgangsregeling komen.

voor het VMBO.

standswijken komen.

flink lagere inkomsten.

Bij afschaffing zal er

uit aangewezen achter-

nog vrij nieuw en een aanhouden voor

inventaris ook.



Algemeen

De samenstelling van het bestuur was op 31 december 2017

Het toezichthoudend deel:

Dhr. D.P van Hille lid sinds juli 2016

Dhr. M. Ben Addi lid sinds juni 2014

Dhr. L. de Ruijter voorzitter , lid sinds september 2014

Dhr. C.E.M Koot lid sinds juni 2016

Mw. T.A. Tamis lid sinds oktober 2016

Mw. B.L. Huijgen lid sinds november 2016

Dhr. D. Landsaat lid sinds januari 2017

Het uitvoerend deel:

Dhr. E. Holtslag lid sinds 1 mei 2017

B3 Rapportage toezichthoudend orgaan

Jaarverslag Panta Rhei 2017

Het toezicht op de school is gebaseerd op het one-tier model. Dit betekent dat het bestuur statutair als één

orgaan functioneert, waarin zowel het toezichthoudend bestuur als de met de dagelijkse leiding belaste

directeur/bestuurder zijn ondergebracht. Het toezichthoudend deel van het bestuur heeft in 2017

integraal en onafhankelijk toezicht gehouden op de uitvoerend bestuurder en daarbij is rekening

gehouden met de organisatie en het publieke belang.

Statutair is bepaald dat het toezichthoudend deel van het bestuur uit maximaal acht leden bestaat. In het

verslagjaar trad de heer R. Melchiot af als lid van het toezichthoudend deel van het bestuur. De heer de H.A.C. de

Weerd trad af als uitvoerend bestuurder per 1 juni 2017. De raad van toezicht heeft in de vrij vallende

bestuursfuncties voorzien door via een sollicitatieprocedure de heer E. Holtslag te benoemen als directeur-bestuurder

per 1 mei 2017. In de benoemingsadviescommissie was de MR vertegenwoordigd via een personeelslid en een ouder

uit de ouderraad. Tevens is de heer D. Landsaat in januari 2017 benoemd als lid van het toezichthoudend deel van

het bestuur.

Met ingang van het kalenderjaar 2016 wordt de leden van het toezichthoudend bestuur een vrijwilligersbijdrage

toegekend van maximaal €900,= per jaar en de voorzitter maximaal € 1350, = per jaar. De bedragen zijn inclusief

gemaakte onkosten zoals reiskosten van en naar school en kleine verbruikskosten thuis. De nascholingskosten van

de leden van het toezichthoudend deel van het bestuur zijn voor rekening van de school, met een maximum per jaar

van € 600 per lid. De directeur bestuurder is ingeschaald conform cao bestuurders VO, in schaal B2, trede 7.

Het toezichthoudend bestuur is lid van de vereniging van Toezichthouders Onderwijsinstellingen VTOI

en het bestuur is lid van de VO-Raad. Hierdoor valt de onderwijsorganisatie onder de werking van de code “Goed

Onderwijsbestuur VO”. Deze code sluit aan op relevante weten regelgeving. Het bevoegd gezag is

van mening dat aan deze code voldaan wordt, als ook aan de lidmaatschapseisen die de VO-

raad naar aanleiding van deze code gesteld heeft.

De scholengemeenschap Panta Rhei beschikt over de nodige reglementen en statuten, waaronder een

klachtenprocedure, een klokkenluidersregeling, statuten en bestuursreglement en een integriteitscode.

Deze zijn op de website gepubliceerd. De resultaten van de school zijn inzichtelijk op de website “vensters

voor verantwoording”.

Er is sprake van scheiding tussen toezicht en bestuur, het bestuur houdt integraal toezicht, ieder jaar vindt er een

evaluatie van het bestuur plaats, de bestuursleden hebben geen functie van bestuurder of schoolleider bij een

andere onderwijsinstelling in het VO, de beloning van het toezichthoudend deel van het bestuur zit onder het

hiervoor bepaalde maximum. Het bestuur acht het van belang om de horizontale dialoog ten volle te voeren. Intern

gebeurt dat mede door de gesprekken die gevoerd worden tussen de bestuurder en de werkgroep personeel en de

MR. Extern geschiedt dat onder meer door het overleg met de ouderraad en de adviesraad.

In het kalenderjaar 2017 zijn er geen klachten van ouders, leerlingen en/ of docenten bij de interne

klachtencommissie binnengekomen.



Werkzaamheden van het toezichthoudend bestuur

Besluiten en vaststellingen:

- Vitaliteitsproject onder het personeel;

- Integriteitscode.

De externe accountant (BDO) heeft zijn bevindingen betreffende het onderzoek van de jaarrekening 2016 aan het

bestuur gerapporteerd. Daarin heeft het accountantskantoor enkele aanbevelingen gedaan die in een

bestuursvergadering vrijwel geheel zijn overgenomen.

Het bestuur is in oktober samen met de MR en de directie op stap geweest om elkaar beter te leren kennen. Enkele

toezichthouders hebben in 2017 op uitnodiging van de MR een vergadering van de MR bijgewoond. Tevens heeft er

in november een overleg plaats gevonden tussen MR en het toezichthoudend en uitvoerend deel van het bestuur.

Het bestuur vindt deze dialoog van belang omdat dit helpt het toezicht verder te ontwikkelen in balans tussen

samenspraak en tegenspraak ieder vanuit haar eigen verantwoordelijkheid. De directeur/bestuurder heeft de school

vertegenwoordigd in een drietal vergaderingen van de eigen adviesraad.

Regelmatig vond naast de bestuursvergaderingen, bilateraal overleg plaats tussen de voorzitter en de directeur-

bestuurder. Dit gold soms ook voor de andere bestuursleden die afhankelijk van hun aandachtsgebied gesprekken

hebben gevoerd met de directeur- bestuurder en of (een van beide) adjunct-directeuren.

De adjunct-directeur Onderwijs heeft de school vertegenwoordigd in een viertal vergaderingen met de ouderraad.

Het toezichthoudend deel van het bestuur gaat actief op zoek naar informatie over het reilen en zeilen van de school.

Bijvoorbeeld door het bezoeken van de open dag, aanwezig zijn bij het afscheid van de vertrekkende bestuurder,

nieuwjaarsreceptie, diploma-uitreiking, personeelsbijeenkomsten en dergelijke. We ervaren dan in de praktijk de

betrokkenheid van onze leerlingen, docenten, ondersteuners en de schoolleiding. We horen ook welke knelpunten

worden ervaren in het dagelijks handelen. Dat helpt ons inhoudelijk in het aanscherpen van het toezicht en in het

gesprek met de directeur bestuurder.

- Aanstelling directeur bestuurder;

- Eerste ervaringen van de directeur-bestuurder;

- Vernieuwing beroepsgerichte afdelingen;

- Financiële management kwartaalrapportages;

- Kadernotitie voor de begroting 2018 en de uiteindelijke begroting 2018;

- Formatie overzicht 2017/2018;

Het toezichthoudend deel van het bestuur laat zich periodiek door de directeur- bestuurder informeren aan de hand

van rapportages over onderwijskwaliteit en financiën. Financieel op orde is immers randvoorwaarde om duurzame

onderwijskwaliteit te realiseren. Leidraad bij het gesprek is steeds het motto “no-surprises”. Dat geldt naar beide

kanten. Gesprekspartners dagen elkaar uit elkaar bij ieder onderwerp de positie van de ander uitdrukkelijk in

ogenschouw te nemen. Het bestuur kwam in 2017 negen keer bijeen. Van alle vergaderingen zijn notulen gemaakt

die na vaststelling ondertekend zijn door de voorzitter. De agenda van de bestuursvergaderingen kwam tot stand na

gezamenlijk overleg tussen de voorzitter en de uitvoerend bestuurder. Op verzoek waren, afhankelijk van het

onderwerp, de adjunct-directeuren in de vergaderingen aanwezig. Goedgekeurde notulen werden ter informatie naar

de MR gestuurd.

- Jaarrekening en jaarverslag 2016;

- Structuur wijziging van het samenwerkingsverband Amstelland en Meerlanden;

- Tevredenheidsonderzoeken van leerlingen en ouders;

- Personeelsbeleid, ziekteverzuimcijfers;

- Passend onderwijs;

- Voortgang van de totstandkoming van het schoolplan;



Werken aan het verbeteren van het toezicht, governance.

Persoonlijke gegevens van de bestuursleden, waaronder nevenfuncties.

- vereffenaar Aequor(fonds)

Het bestuur is positief gestemd over het verloop van het verslagjaar waarin de samenwerking met de dagelijks

bestuurder prettig verliep. De financiële positie van de school bleef goed, maar er zijn zorgen over mogelijke

veranderingen in de geldstromen wanneer bijvoorbeeld de lwoo-gelden zouden ophouden te bestaan. Daarnaast is

het onduidelijk welke gevolgen de verandering van de kernprocedure van Amsterdam heeft op middellange termijn.

Ook over het dalend aantal VMBO adviezen vanuit het basisonderwijs is zorgwekkend. Belangrijk is dat directie en

docenten met enthousiasme werken aan de vernieuwing van de beroepsgerichte afdelingen en dat de kwaliteit van

het onderwijs mede daardoor gewaarborgd blijft.

Het toezichthoudend deel van het bestuur heeft in oktober 2017 de eigen onderlinge samenwerking, zoals ook in

voorgaande jaren geëvalueerd. Dit keer was dat met begeleiding van een extern adviseur, Hartger Wassink.

Conclusies en afspraken zijn schriftelijk vastgelegd. In vervolg hierop werken commissies uit het bestuur aan

governance regels en het toezichtkader. Daarnaast heeft het toezichthoudend deel van het bestuur ook in deze

vergadering in aanwezigheid van de uitvoerende bestuurder de samenwerking tussen de toezichthoudende leden en

de uitvoerend bestuurder geëvalueerd.

Met de directeur/bestuurder en een delegatie van het toezichthoudend deel van het bestuur is de opdracht aan de

directeur-bestuurder geformuleerd voor het maken van een strategische analyse en wordt de uitvoering

geëvalueerd.

- lid van de RVT van het samenwerkingsverband Amstelland en Meerlanden en voorzitter Audit Commissie

- lid van de RPO Amstelland

- lid van de OSVO (vereniging van alle schoolbesturen in het Amsterdamse voortgezet en middelbaar

beroepsonderwijs).- lid van de themacommissie Governance (VO-raad)

- lid RVT Stichting Kinderopvang Hoorn

- lid RVT ATRIA

Het bestuur heeft vanwege privacy redenen er voor gekozen om geen bedragen te noemen voor al dan niet betaalde

hoofd -en nevenfuncties van de toezichthouders. Geen van de toezichthouders vervult overigens tegelijkertijd de

functie van bestuurder binnen het voortgezet onderwijs.

De algemeen directeur-bestuurder heeft een aantal nevenfuncties. Voorzover zij voor zijn functie relevant zijn staan

ze hieronder genoemd:



Overzicht hoofd- en nevenfuncties toezichthoudend deel van het bestuur

Naam bestuurslid Hoofdfunctie

Dhr. M. Ben Addi

Dhr. D.P. van Hille

Mw. B.L. Huijgen

Dhr. C.E.M. Koot

Dhr. D. Landsaat

Mw. C. Rodgers

Dhr. L.N. de Ruijter

Mw. T.A. Tamis

Overig

Verbonden partijen: De school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Amstelland en Meerlanden. De

algemeen directeur/ bestuurder van de school is lid van de RVT van het samenwerkingsverband.

ANBI status: de stichting scholengemeenschap Panta Rhei heeft de ANBI-status. Hierdoor is het mogelijk om

belastingvrij schenkingen te ontvangen.

Stichting Amstelveen Oranje -Penningmeester

Stichting Vrienden van Tobo -Voorzitter

R.K.S.V. RODA'23 -Planner kleedkamerindeling

Stichting Jazz in het Dorp -Vrijwilliger

Avond4daagse Amstelveen -Vrijwilliger

Toneelgroep Tobo -Vrijwilliger

Maatschap Je Taxman,

fiscaal en financieel

Maat(onderneming voor

belastingen financieel

advies)

Amstelveense omroep RTVA –vrijwilliger bestuur

Winkeliersvereniging Rembrandtweg -bestuurslid

Lid van de Raad van Toezicht van Stichting Rijswijkse

Kinderopvang

Voorzitter van Stichting IXL Sickle Cell Awareness

Vrijwilliger NIVON als gastheer van Zeehuis in Bergen aan

Zee. Voorzitter

VVE Parnassusweg 12-22

Vrijwilliger NIVON als gastheer van Zeehuis in Bergen aan

Zee.

Gecommitteerde BIM Deeltijd, Hogeschool van Amsterdam

Voorzitter VvE Meridiaan, Amstelveen

Vice-voorzitter Soroptimisten Amsterdam Zuid / Amstelveen

Gepensioneerd

adviseur bij adviesbureau

BMC

Gepensioneerd

Opleidingsmanager HBO-

ICT, Hogeschool Utrecht

penningmeester VVE Parnassusweg 12-22

Bestuurslid accomodatie en evenementen SBHC

Nevenfunctie

Business manager bij A-

venue Events BV

Gepensioneerd

Costumer logistics

manager bij TNT



10) Financiele buffer: De financiële buffer is een waarde die de inspectie hanteert bij het bepalen of de school te

weinig investeert in het onderwijs. Het ministerie hanteert een maximum van 10 % voor kleine scholen. Onbekend

hierbij is hoe de inspectie omgaat met de voorzieningen doordat hierin nog een deel kortlopende schulden is

opgenomen.

8) Voorzieningen t.o.v. de totale baten: Dit kengetal geeft aan in hoeverre de school voldoende vermogen

opbouwt voor de te verwachten uitgaven in de toekomst. Meestal gaat het hierbij om onderhouds- en

personeelsvoorzieningen.

9) Rijksbijdragen t.o.v. de baten: geeft aan welk deel van de inkomsten van het rijk afkomstig zijn.

Financiële kengetallen

Kengetallen algemeen

Het ministerie van OCW hanteert een aantal kengetallen voor de financiële gezondheid van scholen. Daarbij zijn

kengetallen vastgesteld waaraan voldaan moet worden voor een gezonde financiële basis. Het Ministerie van OCW

hanteert daarvoor de volgende kengetallen:

1) Solvabiliteit 1 (het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen): Dit moet minstens 30 % zijn.

6) De rentabiliteit (het exploitatieresultaat gedeeld door het totale vermogen): Deze moet tussen de 0% en 5 %

liggen.

Overige kengetallen waar de school naar kijkt:

7) De kapitalisatiefactor (het kapitaal minus gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten): Dit is een oude

norm die altijd gehanteerd werd. Volgens de norm moest het percentage tussen 30 en 65 % liggen, waarbij 30 %

vooral voor grote schoolbesturen wordt gehanteerd en 65 % voor kleine schoolbesturen (Panta Rhei ligt daar tussen

in).

2) Solvabiliteit 2 (Het eigen vermogen plus de voorzieningen gedeeld door het totale vermogen): De solvabiliteit 2

wordt als richtlijn gebruikt door de inspectie bij de financiële beoordeling van de onderwijsinstelling. De solvabiliteit 2

moet minimaal 30 % zijn.

3) Weerstandsvermogen: In het verleden gebruikt kengetal om de risico's van de school uit te drukken. Het eigen

vermogen wordt gedeeld door de baten. Het weerstandsvermogen moet meer dan 5 % zijn.

4) Huisvestingsratio: (Huisvestingslasten t.o.v. de totale lasten): De huisvestingsratio mag niet meer dan 10 %

bedragen.

5) De liquiditeit ofwel current ratio (de vlottende activa gedeeld door de kortlopende schulden): Deze moet

minstens 75 % zijn.



Toekomstige ontwikkeling van de kengetallen op basis van de meerjarenbegroting:

Kengetal 2017 2018 2019 2020 2021 Norm of landelijk

gemiddelde*

1) Solvabiliteit 1 41% 41% 42% 43% 44% > 30 %

2) Solvabiliteit 2 77% 77% 78% 78% 79% > 30 %

3) Weerstandvermogen 20,6% 22,3% 22,9% 23,8% 25,8% > 5 %

4) Huisvestingsratio 7,3% 8,5% 8,8% 8,9% 9,5% < 10 %

5) Liquiditeit 256% 256% 272% 257% 256% > 75 %

6) Rentabiliteit 2,3% -0,9% 0,1% 1,3% 0,4% > 0 %

7) Kapitalisatiefactor 43% 46% 47% 47% 50% 30 % - 65 %

8) Voorzieningen tov baten 17,7% 19,2% 20,0% 19,3% 20,2% 6,7%

9) Rijksbijdragen tov totale

baten97,0% 97,3% 97,3% 97,3% 97,2% 92,4%

10) Financiele buffer 18,2% 19,7% 20,4% 18,6% 19,6% niet bekend

Techniekdag onderbouw bij Bouwmensen.

*Als er geen norm van toepassing is, dan staat het landelijk gemiddelde in de tabel indien voorhanden.

Overige kengetallen:

Kapitalisatiefactor: Panta Rhei is een middelgrote school, kleine scholen moeten op 65 % zitten en grote op 30 %.

Middelgrote scholen moeten daar dus ergens tussenin zitten. Met 42 % (in 2017) zit de school in de middenmoot. De

landelijke kapitalisatiefactor was in 2014 50 %.

Voorzieningen t.o.v. de baten: Hieruit blijkt dat de school meer dan landelijk gebruikelijk, reserveert voor

onderhoud en personeel.

Rijksbijdragen t.o.v. de baten: De school heeft weinig externe financieringen.

Financiele buffer: De financiële buffer lijkt hoog. De school houdt echter een grote onderhoudsvoorziening aan

voor toekomstig gebouwenonderhoud.

Algehele conclusies over de belangrijkste kengetallen: (de landelijke vergelijking is gemaakt voor het kalenderjaar

2014 voor zover bekend)

Solvabiliteit 1 en 2: Zowel solvabiliteit 1 als 2 zijn ruim binnen de aanvaardbare marges. Het ministerie kijkt vooral

naar solvabiliteit 2. Landelijk is de solvabiliteit 2 60 % terwijl Panta Rhei nu 78 % heeft en dus hoger is dan de

landelijke norm.

Weerstandsvermogen: Zit binnen de gestelde normen van minimaal 5 %

Huisvestingslasten: Deze zijn hoger dan landelijk doordat de school veel praktijklokalen heeft, maar nog altijd

binnen de normen.

Liquiditeit: Deze is boven het vereiste niveau van 75 %. Voor kleine en middelgrote scholen is het goed enige

buffer te hebben. Landelijk was de liquiditeit in 2014 143 %, daar zit de school ruim boven.

Rentabiliteit: De rentabiliteit van alle VO-scholen was in 2014 -0,1 %. De school zit met 2,4 % in 2017 ruim boven

het gemiddelde.



Jaarrekening 2017

De doelstelling van de stichting is:

Grondslagen voor de balans

De stichting voor Voortgezet onderwijs Amstelveen is statutair gevestigd in Amstelveen. Het aansluitnummer van de

Kamer van Koophandel is 41198444

De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.

De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de onderneming.

De opstelling van de jaarrekening vereist dat de directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt

die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en

van baten en lasten.De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en

onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen

in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

Gebruik van schattingen

Materiële vaste activa:

Panta Rhei is een regionale scholengemeenschap voor vmbo en mavo+ (met en zonder lwoo) en ISK in Amstelveen.

De school biedt leerlingen, als voorbereiding op het middelbaar beroepsonderwijs, een samenhangend geheel van

basisvorming en leerwegen. Aan leerlingen die dat nodig hebben, wordt met leerwegondersteuning meer hulp op

maat geboden. Tevens biedt de school op verzoek van de regio Amstelland drie internationale schakelklassen. Panta

Rhei toont mede hierdoor haar maatschappelijke betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid voor kwetsbare

leerlingen in de samenleving.

De bedrijfsgebouwen worden in het algemeen niet gewaardeerd, doordat ze eigendom zijn van de gemeente.

Verbouwingen en niet binnen de verordening van de gemeente gefinancierde gebouwaanpassingen worden

gewaardeerd tegen hun historische kostprijs.

Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle, of alle toekomstige economische voordelen en alle, of nagenoeg

alle risico’s, met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de

verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans

opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de

toekomstige economische voordelen.

Grondslagen

Algemeen

De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) titel 9 BW 2 en RJ 660 en

uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

Waardering van de activa en passiva

Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de

balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen ervan naar de instelling

zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans

opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van

middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden

vastgesteld.

Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch

potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft

plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een

vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een

vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden

vastgesteld.



De volgende afschrijvingspercentages worden gehanteerd:

5 - 10 %

5 - 25 %

10 - 25 %

Vorderingen

• Bedrijfsgebouwen

• Inventaris

• Computerapparatuur en toebehoren

De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn beschreven onder het hoofd Financiële

Instrumenten.

In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden afgescheiden van het basiscontract worden verwerkt

in overeenstemming met het basiscontract.

Voorzieningen

Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van:

• een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en

• waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en

• waarvan het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.

Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk

zijn om de verplichtingen en verliezen af te dekken. De reservering voor het levensfase bewust personeelsbeleid

wordt gewaardeerd tegen het gemiddeld bruto uurloon van de werknemer inclusief werkgeverslasten.

Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.

Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële

verplichting, worden gepresenteerd onder schulden. Rente, dividenden, baten/lasten met betrekking tot deze

financiële instrumenten worden in de staat van baten en lasten verantwoord als kosten of opbrengsten.

Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroom genererende eenheid hoger is dan de realiseerbare

waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de

realiseerbare waarde.

Financiële instrumenten

Financiële instrumenten omvatten investeringen in handelsvorderingen en overige vorderingen, geldmiddelen,

leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en

overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde,

waarbij de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien financiële

instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van

baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering.

Bijzondere waardeverminderingen

Voor vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn

aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het

actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de

realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de

kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort.

Dit geldt tevens voor inventaris en computers.

De kostprijs bestaat uit de verkrijgingprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen

noodzakelijk voor het beoogde gebruik. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische

levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de kostprijs, rekening houdend met een

eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming.

De ondergrens voor de activering van de materiële vaste activa is € 500,=.

Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening onderhouden. Deze voorziening is opgenomen

onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. Verkregen investerings-subsidies die betrekking

hebben op betreffende materiele vaste activa zijn hierop in mindering gebracht.



Langlopende/kortlopende schulden en overlopende passiva

Overige overheidsbijdragen

Overige baten

Lasten

Personeelslasten

Afschrijvingen

Huisvestingslasten

Onder de huisvestingslasten worden de kosten van huisvesting opgenomen. De lasten worden toegerekend aan het

verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

Dit betreft subsidies van Gemeenten en andere overheidsinstanties m.u.v. het Ministerie van OCW voor zover de

bijdragen niet als doelsubsidies in het kader van de huisvestingsverordening in mindering zijn gebracht op de lasten.

Alle overige baten die kunnen worden toegerekend aan de exploitatie van het bevoegd gezag.

Onder de personele lasten zijn opgenomen de lonen en salarissen van het personeel in dienst van het bevoegd gezag

verminderd met ontvangen uitkeringen van uitkeringsinstanties. Tevens zijn onder deze noemer opgenomen de

overige personele lasten.

De afschrijvingslasten worden berekend over de aanschaffingsprijs op basis van de onder de materiële vaste activa

vastgestelde criteria rekening houdend met de economische levensduur.

Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen

verrekening clausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de

voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht

per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva.

Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekening clausule) worden ten gunste van de staat van baten en

lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden

verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet verlopen is. Niet bestede middelen

worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn verlopen is.

De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder

verrekening clausule) waar geen bestedingsplan aan ten grondslag ligt worden in het jaar waarop de toekenningen

betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Niet geoormerkte subsidies waaraan

een specifiek bestedingsdoel is gekoppeld, worden op basis van een bestedingsplan toegekend aan de periode waar

ze betrekking op hebben.

Baten

Rijksbijdragen

Voorziening groot onderhoud

Een kosten-egalisatievoorziening, wordt bovenschools planmatig gevormd voor kosten van groot onderhoud aan

onroerende zaken die een onregelmatig verloop hebben over de jaren. Onder groot onderhoud is begrepen het in

stand houden van gebouwen en installaties die de waarde van het gebouw en de inventaris niet beïnvloeden. De

voorziening wordt bepaald op basis van het meerjaren onderhoudsplan, dat door derden wordt opgesteld. De

werkelijke uitgaven voor onderhoud van onroerende zaken worden ten laste van de voorziening gebracht.

De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening bestaat uit het

aantal aanwezige fte’s vermenigvuldigd met een normtarief. Personeel kan naar keuze sparen voor het

levensfasebewust personeelsbeleid. Als grondslag wordt het een loongerelateerd uurtarief gehanteerd.

Overige voorzieningen

De waardering van lang -en kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten.

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben.

Grondslagen voor de resultaatbepaling



Pensioenregeling

Overige lasten

Rentebaten en rentelasten

Resultaat

Kasstroomoverzicht

Voorstel resultaatbestemming

Consolidatie:

Vreemde valuta:

Overige:

De overige lasten, die voortvloeien uit aangegane afspraken dan wel noodzakelijk zijn voor het geven van onderwijs,

worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende rente-opbrengsten en kosten.

Onder resultaat wordt verstaan het resultaat van het bevoegd gezag inclusief de financiële baten en lasten. Het

resultaat is in de balans verwerkt conform de in de jaarrekening opgenomen resultaatbestemming.

Het bestuur heeft besloten om het resultaat over 2017 ten gunste te brengen van de reserves uit

overheidsmiddelen. Het resultaat is in de balans per 31 december 2017 verwerkt.

Er zijn geen verbonden partijen die meegeconsolideerd worden.

Er zijn geen transacties geweest in vreemde valuta. De bedragen zijn opgenomen in gehele euro’s.

Geen

De instelling heeft op de balans geen eigen pensioenvoorziening opgenomen. De Stichting heeft de pensioenregeling

bij het bedrijfstakpensioenfonds in de jaarrekening verwerkt als verplichtingenbenadering. De instelling betaalt op

verplichte basis premies aan pensioenfondsen. Behalve de betaling van premies heeft de instelling geen verdere

verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. De instelling is volgens de cao VO aangesloten bij het ABP.

De belangrijkste kenmerken van deze regelingen zijn:

Toegezegd pensioen

Pensioengevende salarisgrondslag is middelloon

Er heeft in 2017 geen indexatie plaatsgevonden

De dekkingsgraad van het ABP was per 31-12-2017 96,60%

Overige kenmerken zijn te vinden op www.abp.nl

Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en

worden op verplichte basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door de instelling.

De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden

opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige

betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht

bestaan uit liquide middelen. Ontvangen interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

Betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.



1 Activa 31-12-2017 31-12-2016

EUR EUR

Vaste activa

1.2 Materiële vaste activa 1.927.949 1.980.547

Totaal vaste activa 1.927.949 1.980.547

Vlottende activa

1.5 Vorderingen 150.759 74.621

1.7 Liquide middelen 2.701.974 2.143.611

Totaal vlottende activa 2.852.733 2.218.232

Totaal activa 4.780.682 4.198.779

2 Passiva 31-12-2017 31-12-2016

EUR EUR

2.1 Eigen vermogen 1.970.322 1.858.219

2.2 Voorzieningen 1.696.674 1.481.204

2.4 Kortlopende schulden 1.113.686 859.356

Totaal passiva 4.780.682 4.198.779

In de balans is de resultaatbestemming verwerkt

Balans

31Jaarverslag 2017 Stichting voor


Baten Begroot

2017 2017 2016

EUR EUR EUR

3.1 Rijksbijdragen 9.285.020 8.812.200 9.077.560

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 63.295 181.800 33.525

3.4 Baten in opdracht van derden 0 74

3.5 Overige baten 223.612 210.000 292.392

Totaal Baten 9.571.927 9.204.000 9.403.551

Lasten Begroot

2017 2017 2016

EUR EUR EUR

4.1 Personeelslasten 7.130.666 6.972.000 6.979.412

4.2 Afschrijvingen 286.245 360.000 290.054

4.3 Huisvestingslasten 694.470 722.500 732.445

4.4 Overige lasten 1.348.692 1.138.400 1.329.851

Totaal Lasten 9.460.073 9.192.900 9.331.762

Saldo Baten en Lasten 111.854 11.100 71.789

5 Financiële baten en lasten 249 1.500 2.443

Resultaat 112.103 12.600 74.232

Staat v. Baten en Lasten

Het resultaat over 2017 wordt ten gunste de reserve uit overheidsmiddelen gebracht.



Vergelijking van de begroting met de jaarrekening

168.000

50.000

140.000

200.000

27.000

-115.000

470.000

-30.000

-130.000

39.000

-121.000

180.000

-388.000

323.000

44.000

159.000

(€ 22.000,=); hogere kosten voor de ISK € 35.000,=) programma's voor de onderbouw die niet begroot waren (€ 10.000,=).

Het positieve exploitatieresultaat is ten opzichte van de begroting ongeveer € 120.000,= hoger. Het verschil wordt veroorzaakt door:

3.1: Rijksbijdragen voor een bedrag van € 470.000,=. Dit verschil wordt veroorzaakt door:

3.2: Overige overheidsbijdragen

Er is een verschil met de begroting van € 120.000,=, dit wordt veroorzaakt door:

1) Meer maatwerkbijdragen (die deels doorgestort moet worden),

2) Meer lerarenbeurs

3) Hogere rijksbijdragen door de volledige prijscompensatie

4) Opbrengsten van het samenwerkingsverband (Deze opbrengsten staan in de begroting bij 3.2)

5) Diverse kleine subsidies

6) Uitkeringen UWV/ risicofonds was in de begroting hier opgenomen, in de jaarrekening bij personeelslasten

1) ISK-vergoeding gemeente in 2017 niet ontvangen. De rijksvergoeding was erg hoog.

2) Samenwerkingsverband in 3.1 geboekt

3) Subsidie van de gemeente ontvangen

verklaring verschil

verklaring verschil

3.4 Overige baten zijn iets hoger omdat er meer ouderbedragen zijn ontvangen dan begroot.

4.1 Personeelslasten: Zijn 159.000 hoger door:

Veel gedetacheerd personeel (via uitzendbureau) door het hoge ziekteverzuim

4.2 Afschrijvingslasten zijn € 46.000,= lager door een correctie op de gebouwen van vóór 2013. Op inventaris computers is minder afgeschreven

Uitkeringen van het risicofonds/ UWV

Reiskostenvergoeding en premie risicofonds)

Hogere overige personeelskosten (waaronder dotaties personeelsvoorzieningen)

Hogere salariskosten door loon, premiestijgingen en extra klassen in het 3e leerjaar (inclusief

Totaal

(€ 20.000) omdat computers tegenwoordig een langere levensduur hebben en minder snel vervangen worden.

waarvoor de school de isk aanvraag doet (€ 121.000,=). De overige verschillen worden vooral veroorzaakt door: incidentele lasten voorgaande jaren

4.4 Overige lasten zijn hoger door de bedragen die wij voor gedetacheerde leerlingen over moeten hevelen naar andere scholen (waaronder NOVA,

4.3 Huisvestingslasten zijn lager dan begroot door de lagere huurkosten van de sportaccommodaties en lagere onderhoudskosten aan de gebouwen.



31-12-2017 31-12-2016

EUR EUR

111.854 71.789 A

286.245 290.054 B

215.470 233.103 C

501.715 523.157 D=B+C

-76.138 14.524 E

254.330 12.616 F

178.192 27.140 G=E+F

791.761 622.086 H=A+D+G

249 2.443 I

1 0 J

792.009 624.529 K=H+I-J

233.647 377.870 L

-233.647 -377.870 L

0 0 M

0 0 M

558.362 246.659 K+L+M

Mutaties voorzieningen

Aanpassingen voor aansluiting bedrijfsresultaat, totaal

Verandering in vlottende middelen:

Vorderingen (-/-)

Schulden

Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties

Kasstroomoverzicht

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo Baten en Lasten

Aanpassing voor:

Afschrijvingen

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Aflossing langlopende schulden (-/-)

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten

Mutatie liquide middelen

Ontvangen interest

Betaalde interest (-/-)

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa (-/-)

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten



Toelichting op de jaarrekening

1.2 Materiële vaste activa Aanschaf prijsAfschrijving

cumulatiefBoekwaarde Investering

Des

investeringAfschrijving Aanschaf prijs

Afschrijving

cumulatiefBoekwaarde

1-1-2017 1-1-2017 1-1-2017 31-12-2017 31-12-2017 31-12-2017

EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR

1.2.1 Gebouwen en terreinen 856.860 214.306 642.554 66.362 4.134 923.222 218.440 704.782

1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.505.787 167.794 1.337.993 155.281 282.111 1.661.068 449.905 1.211.163

1.2.3 Vooruit betaald op materiele vaste activa 0 12.004 12.004 12.004

Materiele vaste activa 2.362.647 382.100 1.980.547 233.647 0 286.245 2.596.294 668.345 1.927.949

1.5 Vorderingen 31-12-2017 31-12-2016

EUR EUR

1.5.1 Debiteuren 4.531 39.930

1.5.8 Overlopende activa 146.228 34.691

Vorderingen 150.759 74.621

Uitsplitsing: EUR EUR

1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 0 18.444

1.5.8.2 Verstrekte voorschotten 4.384 6.078

Te ontvangen interest 97 2.224

1.5.8.3 Overige overlopende activa 141.747 7.945

Overlopende activa 146.228 34.691

De inventaris is in 2017 met € 260.724,= verlaagd wegens het afstoten van verouderde computerapparatuur. De boekwaarde is gelijk gebleven. Op de computerinventaris is in

2016 iets minder afgeschreven doordat een deel van de nog in gebruik zijnde inventaris geheel is afgeschreven. De post "vooruit betaald op materiele vaste activa" gaat over de

voorinvestering voor het zonneplanproject wat de school in 2018 gaat uitvoeren.

Voorraden & Vorderingen

Debiteuren betreft de nog te ontvangen ouderbijdragen. De overlopende activa zijn 108K hoger door een andere manier van boeken. Zie ook overlopende passiva.

Vaste activa

Inventaris en apparatuur:

Gebouwen en terreinen:

Op gebouwen en terreinen is een correctie van € 46.000,= toegepast op basis van de bevindingen van de accountant in de jaarrekening 2016. Deze correctie zal ook in de

jaarrekening 2018 worden toegepast.



1.7 Liquide middelen 31-12-2017 31-12-2016

EUR EUR

1.7.1 Kasmiddelen 814 267

1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 2.701.160 2.143.344

Liquide middelen 2.701.974 2.143.611

2.1 Eigen vermogen Stand 1-1- 2017 Resultaat Overige mutatiesStand 31-12-

2017

EUR EUR EUR EUR

2.1.1 Algemene reserve 1.858.219 112.103 1.970.322

Eigen vermogen 1.858.219 112.103 0 1.970.322

2.2 Voorzieningen Stand per Rente mutatie- Stand per Kortlopend Langlopend

1-1-2017 Dotaties Onttrekkingen Vrijval contant 31-12-2017 deel <1 jaar deel >1 jaar

2.2.1 Personeelsvoorzieningen 221.505 172759 87.521 306.743 120.000 186.743

2.2.3 Overige voorzieningen 1.259.699 154.000 23.768 1.389.931 157.264 1.232.667

Voorzieningen 1.481.204 326.759 111.289 0 0 1.696.674 277.264 1.419.410

Effecten & Liquide middelen

De liquide middelen zijn direct opeisbaar. Er wordt geen gebruik gemaakt van beleggingen.

De personeelsvoorziening is aangepast aan de toekomstige personele verplichtingen. De onttrekking is ontstaan doordat personeel een deel van zijn levensfase bewust

personeelsbeleid ( spaarbudget) gebruikt of uit laat betalen en door enkele jubileumuitkeringen. De extra dotatie betreft de voorziening voor het sparen voor dit spaarbudget

waarvoor een deel van het personeel opteert. Daarnaast is de jubileumvoorziening aangepast. De overige voorzieningen betreft een voorziening voor meerjaren onderhoud. Deze

voorziening is gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan wat driejaarlijks opgesteld wordt door een deskundig ingenieurbureau.

Eigen vermogen

Het resultaat over 2017 is aan het eigen vermogen toegevoegd.

Voorzieningen LLschulden



Verlofsparen Jubileum- Voorziening totaal personele

voorzieningen ziekteverzuim voorzieningen

EUR EUR EUR EUR

151.625 54.000 15.880 221.505

Dotaties 151.684 4.786 16.289 172.759

65.055 6.586 15.880 87.521

238.254 52.200 16.289 306.743

100.000 15.000 16.289 131.289

138.254 37.200 0 175.454

2.4 Kortlopende schulden 31-12-2017 31-12-2016

EUR EUR

2.4.3 Crediteuren 212.541 131.536

2.4.4 OCW/EZ 0 20.000

2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 317.393 283.161

2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 81.380 71.478

2.4.9 Overige kortlopende schulden 28.254 17.051

2.4.10 Overlopende passiva 474.118 336.130

Kortlopende schulden 1.113.686 859.356

Uitsplitsing overlopende passiva

EUR EUR

2.4.10.3 Vooruit ontvangen investeringssubsidies 24.846 24.846

2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 243.485 241.139

2.4.10.8 Overige 205.787 70.145

Overlopende passiva 474.118 336.130

De overige overlopende passiva zijn 108K hoger door een andere manier van boeken, zie overlopende passiva.

Voorziening einde van de periode

Bedrag looptijd 1 tot en met 5 jaar

Bedrag looptijd meer dan 5 jaar

Kortlopende schulden

OCW/EZ betreft een schuld aan het ministerie over een vordering die in 2017 definitief is vastgesteld.Overlopende passiva: het betreft gereserveerd vakantiegeld, bindingstoelage

en nog te ontvangen facturen ten laste van 2017.

Voorzieningen, Specificaties

Voorzieningen, begin van de periode

Onttrekkingen



G1 Subsidies zonder verrekening clausule

Toewijzing Toewijzing Bedrag Ontvangen t/m Prestatie

Omschrijving Kenmerk datum toewijzing verslagjaar afgerond?

EUR EUR Ja/Nee

subsidie zij-instromer J

Totaal 0 0

G2 Subsidies met verrekening clausule

G2A Aflopend per ultimo verslagjaar

Toewijzing Toewijzing Bedrag Ontvangen t/m Totale

Omschrijving kenmerk datum toewijzing verslagjaar kosten Te verrekenen

EUR EUR EUR EUR

Nieuwe post 0 0 0 0

Totaal 0 0 0 0

G2B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar

OmschrijvingToewijzing

kenmerkToewijzing datum Bedrag toewijzing Saldo

Ontvangen in

verslagjaar

Lasten in

verslagjaarTotale kosten

Saldo nog te

besteden

1-1-2016 31-12-2016 31-12-2016

EUR EUR EUR EUR EUR EUR

Nieuwe post 0 0 0 0 0 0

Totaal 0 0 0 0 0 0

Model G Verantwoording subsidies



Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Vordering ministerie

Voor onderwijsinstellingen vallende onder de WVO is het op basis van artikel 5 van de Regeling "Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet

onderwijs" (kenmerk: WJZ2005/54063802) toegestaan een vordering op te nemen op de Minister van OCW/EZ. De onderwijsinstelling heeft de keuze gemaakt om geen vordering

op te nemen in de balans en deze als niet uit de balans blijkend actief toe te lichten. De vordering op het ministerie OCW/EZ wordt jaarlijks berekend op maximaal 7,5 % van de

personele lumpsum van het betreffende jaar (zijnde het betaalritmeverschil). Voor 2017 zou dit een vordering betreffen van € 505.000 ,=

Financiële instrumenten

Renterisico

Kredietrisico’s hebben betrekking op vorderingen en liquide middelen. Om het kredietrisico te beheersen wordt de blootstelling aan kredietrisico’s voortdurend bewaakt en

opgevolgd. Ultimo boekjaar heeft Panta Rhei voor EUR 2,7 miljoen aan liquide middelen vrijwel volledig bij de Rabobank uitstaan.

Kredietrisico

Door het aflossen van de langdurige lening is er geen renterisico meer.

Reële waarde

De reële waarde van de vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden benadert de boekwaarde daarvan.

Voor de schoonmaak van de school is via een Europese aanbesteding een eenjarig contract afgesloten met een schoonmaakbedrijf. Dit contract loopt vanaf september en wordt

jaarlijks stilzwijgend verlengd tenzij er aanleiding is het contract op te zeggen. Op balansdatum bedraagt de verplichting € 218.000,=. Voor de huur van kopieerapparatuur is een

langdurig contract afgesloten met een resterende verplichting van € 81.000.=. Dit contract loopt in 2022 af. Een ander groot contract is gesloten met boekhandel van Dijk. De

school heeft de verplichting schoolboeken via deze partij te huren. De omvang van het contract is niet vastgelegd, doordat dit afhankelijk is van het aantal leerlingen. Dit contract

loopt nog tot eind 2020. Met een leverancier voor lockers zijn nog enkele doorlopende verplichtingen met een totale contractwaarde van € 110.000,=. Naast de hierboven

genoemde verplichtingen zijn er nog enkele contractuele verplichtingen van geringere waarde.

Onder financiële instrumenten worden zowel de primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als de financiële derivaten verstaan. Voor de grondslagen van de

primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de toelichting per balanspost. De met financiële instrumenten verbonden risico’s zijn onderstaand toegelicht.



Staat van baten en lasten

3.1 Rijksbijdragen 2017 2016

EUR EUR

3.1.1 Rijksbijdragen OCW/EZ 9.059.086 8.943.811

Overige subsidie OCW/EZ 20.300 750

3.1.4 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdragen SWV 205.634 132.999

Rijksbijdragen 9.285.020 9.077.560


3.1.1.1 Rijksbijdrage OCW 9.059.086 8.943.811

3.1.1.3 Rijksbijdragen OCW/EZ 9.059.086 8.943.811

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2017 2016

EUR EUR

3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 63.295 33.525

Overige overheidsbijdragen en -subsidies 63.295 33.525

3.4 Baten in opdracht van derden 2017 2016

EUR EUR

Overige baten werk in opdracht van derden 0 74

0 74

De overige overheidsbijdragen en -subsidies bestaan vooral bijdragen van de gemeente en enkele kleine subsidies.

Andere baten

Overheidsbijdragen

De overheidsbijdragen zijn gestegen door de compensatie voor de loonmaatregel van dat jaar en door meer maatwerkbekostiging.



3.5 Overige baten toelichting 2017 2016

EUR EUR

3.5.4 Verhuur 0

3.5.5 Ouderbijdragen 137.274 145.186

3.5.8 Overige baten 86.338 147.206

Baten in opdracht van derden 223.612 292.392

4.1 Personeelslasten 2017 2016

EUR EUR

4.1.1 Lonen en salarissen 6.725.817 6.600.953

4.1.2 Overige personele lasten 802.603 472.975

4.1.3 Af: uitkeringen 397.754 94.516

Personeelslasten 7.130.666 6.979.412


4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 5.322.944 5.360.273

4.1.1.2 Sociale lasten 641.074 612.483

4.1.1.3 Pensioenpremies 761.798 628.197

Lonen en salarissen 6.725.816 6.600.953

EUR EUR

4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 85.239 23.115

4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 296.354 197.188

4.1.2.3 Overig 421.010 252.672

Overige personele lasten 802.603 472.975

De lasten "personeel niet in loondienst" zijn gestegen doordat meer gebruik is gemaakt van uitzendbureaus voor tijdelijk personeel. De dotatie personeel is gestegen doordat extra

gedoteerd is voor financiering van het levensfase bewust personeelsbeleid (een spaarpot van het personeel om verlof op te nemen).

De overige baten bestaan vooral uit extra ontvangen subsidies.

Lasten

Gemiddeld waren in 2017 114 personeelsleden aan het werk met een totale omvang van 91 fte. De personeelslasten zijn gestegen door cao-loonstijgingen, nieuw personeel en

functiemixbenoemingen. De overige personele lasten zijn hoger doordat er veel gebruik is gemaakt van uitzendbureaus. De uitkeringen zijn hoger doordat er in 2017 hoge

uitkeringen geweest zijn van het risicofonds wegens langdurig zieken en meer zwangerschaps/bevallingsuitkeringen door het UWV zijn uitbetaald.



4.2 Afschrijvingen 2017 2016

EUR EUR

4.2.2 Materiële vaste activa 286.245 290.054

Afschrijvingen 286.245 290.054

4.3 Huisvestingslasten 2017 2016

EUR EUR

4.3.1 Huur 76.096 86.753

4.3.2 Verzekeringen 3.882 3.448

4.3.3 Onderhoud 127.187 147.815

4.3.4 Energie en water 84.180 85.161

4.3.5 Schoonmaakkosten 246.048 243.460

4.3.6 Heffingen 3.077 5.808

4.3.8 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen 154.000 160.000

4.3.7 Overige 0 0

Huisvestingslasten 694.470 732.445

4.4 Overige lasten 2017 2016

EUR EUR

4.4.1 Administratie en beheerslasten 321.770 322.821

4.4.2 Inventaris en apparatuur 24.943 19.804

4.4.4 Leermiddelen -en hulpmiddelen 978.056 980.882

Overige 23.923 6.344

Overige lasten 1.348.692 1.329.851

Specificatie honorarium EUR EUR

4.4.1.1 Onderzoek jaarrekening 37.304 29.415

acc. honoraria, andere niet-controlediensten 0 0

Accountantslasten 37.304 29.415

De beheerslasten wijken niet wezenlijk af van 2016

5 Financiële baten en lasten 2017 2016

EUR EUR

5.1 Rentebaten 250 2.433

5.5 Rentelasten (-/-) 1 0

Financiële baten en lasten 249 2.433

Financieel en buitengewoon

Op de spaarrekeningen kreeg de school in 2017 nog maar 0,01% rente over het tegoed tot € 100.000,=. Voor bedragen boven € 100.000,= werd geen rente vergoed.

De huur van de sportaccommodatie lijkt lager doordat een deel van deze kosten rechtstreeks op het ISK-budget zijn geboekt in tegenstelling tot voorgaand jaar. De

onderhoudskosten aan de gebouwen zijn lager doordat er minder aanpassingen geweest zijn. De schoonmaakkosten waren een fractie hoger door indexatie. De dotatie voor de

onderhoudsvoorziening is aangepast aan de meerjarenraming.

De afschrijvingskosten zijn lager door de verlaging van de afschrijving wegens de gebouwencorrectie (zie materiele vaste activa)



Model E: Verbonden partijen

NaamJuridische vorm

2017Statutaire zetel Code activiteiten

Eigen vermogen

31-12- 2017

Resultaat jaar

2017Art 2:403 BW Deelname Consolidatie

EUR EUR Ja/Nee % Ja/Nee

Samenwerkingsverband Amstelland en

MeerlandenStichting Aalsmeer 4 J nee

leidinggevende topfunctionaris

B de Weerd

Functie(s)

Duur dienstverband in 2017 1/5 - 31/12 1/1-1/6

Omvang dienstverband (in fte) 1,0 1,0

Gewezen topfunctionaris?[1] nee nee

(Fictieve) dienstbetrekking?[2] ja ja

Individueel WNT-maximum 79.205 48.816

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 62.655 48.675

Beloningen betaalbaar op termijn 11.154 7.039

Subtotaal 73.809 55.714

-/- Overschuldigd betaald bedrag - -

Totaal bezoldiging 73.809 55.714

Verplichte motivering indien overschrijding

Gegevens 2016 (dhr. de Weerd)

aanvang en einde functievervulling in 2016 1/1-31/12

Omvang dienstverband (in fte) 1

Beloning en belastbare onkostenvergoedingen 104.631

Beloningen betaalbaar op termijn 14.502

Subtotaal 119.133

Wet normering topinkomens

E. Holtslag

directeur/ bestuurder

Dhr de Weerd heeft overgangsrecht.

Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?

Het arbeidscontract van dhr. Holtslag is ingegaan op 1 mei 2017

In verband met de pensionering van dhr. de Weerd per 1 6-2017 is er geen afbouwperiode overeengekomen, doordat deze datum

binnen de wettelijke overgangsperiode van 31-12-2022 ligt.

Verplichte Toelichting

De school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Amstelland en Meerlanden. Van dit samenwerkingsverband ontvangt de school meerdere subsidies, met name in

het kader van passend onderwijs



Topfunctionarisen of gewezen topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.700 of minder

Naam topfunctionaris

Dhr. E. Holtslag, uitvoerend bestuurslid/ directeur

Voorstel resultaatbestemming

Overige verplichtingen na de balansdatum.

Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die moeten worden toegelicht.

Controleverklaring

Het bestuur van de Stichting voor Voortgezet Onderwijs Amstelveen, Amstelveen mei 2018.

Het bestuur heeft besloten het resultaat over 2017 ten gunste te brengen van de reserve uit overheidsmiddelen. De resultaatbestemming is in de balans per 31 december 2017

verwerkt.

Overige gegevens

Dhr. C.E.M Koot, toezichthoudend bestuurslid

Dhr. M. Ben Addi, toezichthoudend bestuurslid

Mevr. B.L. Huijgen, toezichthoudend bestuurslid

Dhr. D. Landsaat, toezichthoudend bestuurslid

Dhr. D.P van Hille, toezichthoudend bestuurslid

Mevr.T.A. Tamis, toezichthoudend bestuurslid

Dhr L.N de Ruijter, voorzitter

Dhr L.N de Ruijter

Dhr. C.E.M Koot

Dhr. M. Ben Addi

Mevr. B.L. Huijgen

Dhr. D. Landsaat

Dhr. D.P van Hille

Mevr.T.A. Tamis

voorzitter

toezichthoudend bestuurslid






Functie

De bestuurlijke vergoeding van de toezichthoudende topfunctionarissen is lager dan de publicatieplicht (€ 1.700,=). Derhalve is de opgave van de beloning achterwege gelaten. Zij

ontvangen een vergoeding op basis van de aanwezigheid op vergaderingen. Voor de directeur bestuurder wordt de cao bestuurders VO toegepast.



jaarverslag 2017 definitief...komende jaren zijn vastgelegd. door middel van de methode waarderend...

Documents