jaargang 17 – 1999 – nummer 3

40
Jaargang 17 nummer 3 december 1999 Tilburgse elite begin twintigste eeuw Wetenswaardigheden uit de Tilburgse politiedossiers 1900-1905 Bibliotheek Theologische Faculteit en kapucijnenboeken Tilburg kort ƒ8,50

Upload: hoanghanh

Post on 11-Jan-2017

259 views

Category:

Documents


11 download

TRANSCRIPT

Page 1: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Jaargang 17

nummer

3 december 1999

Tilburgse elite begin twintigste eeuw

Wetenswaardigheden uit de Tilburgse politiedossiers 1900-1905

Bibliotheek Theologische Faculteit en kapucijnenboeken

Tilburg kort ƒ8 ,50

Page 2: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumententen en cultuur Verschijnt driemaal per jaar.

Jaargang 17, nr. 3 december 1999

Uitgave Stichting tot Behoud van

Tilburgs Cultuurgoed K .V .K . : S 41096029 • ISSN: 0168-8936

Redactie Henk van Doremalen

Ronald Peeters

Vormgeving Ronald Peeters Bart Gladdines

Stukken voor de redactie te zenden aan

redactiesecretariaat t.a.v.

Ronald Peeters Montfortanenlaan 96

5042 CX Tilburg.

Abonnementen Jaarabonnement

f27,50 instellingen en bedrijven

f32,50 Losse nummers

verkrijgbaar i n de boekhandel (f8,50).

Abonneren door overmaking op de

rekening van de Stichting tot Behoud van Tilburgs

Cultuurgoed te Ti lburg

Gironummer 5625554 AMRO-bank rek.nr. 42.81.63.343

onder vermelding van 'abonnement 1999'

Foto's Indien niet anders vermeld:

Fotocollectie van het Gemeentearchief Ti lburg. Omslagfoto:

Tilburgse elite: wollenstoffenfabrikant H . Eras (1836 -1913) met twee dochters en famil iel id

mgr. dr. B. Eras (1876 - 1952) gaan op audiëntie bij de paus, ca. 1910.

Opmaak en druk Drukkerij-Uitgeverij

H . Gianotten B.V., Ti lburg

Ten geleide I n het laatste n u m m e r van d i t jaar staan drie uiteenlopende bi jdragen die naar de m e n i n g van de redactie weer een bi jdrage leveren op het terrein van de bi jna voorbi je twintigste-eeuwse geschiedenis van T i l b u r g

Cor van der Hei jden deed onderzoek naar de maatschappeli jke elite i n T i l b u r g aan het begin van de twint igs te eeuw. Verrassend genoeg is er tot n u toe nog w e i n i g onderzoek gedaan naar het verschijnsel elite. Het artikel gaat allereerst i n o m de definiëring v a n het begr ip elite en de aard van het gebruikte bronnenmateriaal . V a n der Hei jden baseert zich met name op het kohier v a n de Hoofdel i jke Omslag. M e t d i t 'belasting­gegeven' u i t 1904 construeert hi j de elite op g r o n d van i n k o m e n .

Samen met W i l l e m v a n Heijst onderzocht W i m v a n Hest i n het archief van de Ti lburgse Gemeentepolit ie honderden processen-verbaal u i t de periode 1900 tot en met 1905. A a n v u l l e n d e gegevens van sommige za­ken w e r d e n u i t de kranten en soms u i t rechtbankverslagen van de Arrondissementsrechtbank te Breda gehaald. W i m v a n Hest heeft u i t die gegevens een b u n d e l gemaakt met 75 korte artikeltjes die ons een aardige b l i k gunnen op het dageli jks leven v a n doodgewone Tilburgse mensen u i t de beginjaren van de twint igs te eeuw. A l s voorpublicat ie z i jn een v i j f ta l art ikelen opgenomen.

Pater Piet Cools geboren i n T i l b u r g i n 1904 was de eerste bibliothecaris van de Theologische Faculteit T i l b u r g . H i j o n t v i n g die benoeming i n 1967. Cools was toen een bibliothecaris zonder bibl iotheek. Voor de op­b o u w van zi jn bibl iotheek k o n pater Cools put ten u i t de grote collecties van vroegere seminaries v a n het b i s d o m (Haaren) en de congregaties. I n d i t art ikel gaat de h u i d i g e bibliothecaris T o n v a n der Meer i n op het ontstaan van de bibl iotheek. Daarbi j w o r d t speciaal aandacht geschon­ken aan de collectie v a n de kapuci jnen minderbroeders

T i l b u r g k o r t bevat veel n i e u w s over publicaties die over T i l b u r g ver­schenen. N i c o A r t s bespreekt een n ieuwe archeologische vondst i n T i l b u r g .

De redactie

Inhoud 59 Cor G.W.P. van der Heij den:

De Tilburgse elite aan Iwt begin van de twintigste eeuw; een momentopname

72 W i m van Hest: Klein leed en groot ongenoegen Wetenswaardigheden uit de Tilburgse politiedossiers 1900-1905

80 T o n van der Meer: Bibliotheek van de Theologische Faculteit en kapucijnenboeken

92 T i lburg kort

Page 3: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

*CorG.\N.P. van der Heijden <HnlseIJ957) is als leraar verhonden aan

het CobbenhagcncoUegc in Tilburg. Hij promoveerde

in 1995 op het proefschrift 'Het heeft niet willen

groeien'. In datzelfde jaar verscheen zijn studie over de drinkwatervoorziening

in Tilburg. Daarnaast werkte hij als redacteuren

auteur mee aan de serie Ach Lieve Tijd.

De Tilburgse elite aan het begin van de twintigste eeuw; een momentopname Cor G . W . P . V a n der Hei jden '^

De maatschappelijke belangstelling voor

'elites' is van alle tijden. Reeds omstreeks

de eeuwwisseling zijn er enkele belang­

rijke elitetheorieën ontwikkeld die gedu­

rende lange tijd van grote invloed

waren.^ In de jaren zestig en zeventig

echter werd, onder invloed van de ver­

spreiding van het socialisme en de voort­

schrijdende democratisering, het voort­

bestaan van groepen maatschappelijk

uitverkorenen als problematisch ervaren.

In het historisch onderzoek verschoof

dientengevolge de aandacht zeer sterk in

de richting van de arbeiders. Bestudering

van de werk-, woon- en leefomstandighe­

den van de arbeidersklasse en de ontwik­

keling van de arbeidersbeweging beleef­

de een bloeiperiode.

Voor een deel i n het verlengde hiervan, maar voor een deel ook als reactie op de

dominant ie van de arbeidersgeschiedenis b i n ­nen het r u i m e terrein van de sociale geschie­denis, herleefde vanaf de jaren tachtig bi j his­tor ic i de belangstell ing voor de elites weer.-Een hele reeks (vooral lokale) studies naar de handel en wande l van de elite verscheen: de studies van Prak over Leiden, van De Jong over Gouda en van Kooi jmans over H o o r n zet­ten de t o o n . ' Later vo lgden nog monografieën over de elite i n Maastr icht en Zwol le .^ O o k de studie van Kuiper naar de teloorgang van de Friese adel mag i n d i t rijtje geplaatst w o r d e n en met enige fantasie past ook het onderzoek van Verstegen naar de Veluwse jonkers i n deze opsomming. ' ' Daarnaast verschenen er vele studies w a a r i n een t y p e r i n g van de plaat­

selijke of regionale elite een onderdeel van een r u i m e r geheel v o r m d e . Deze trend in de geschiedschrijving ging niet geheel aan Brabant voorbi j . In 1985 verscheen een studie over de elite i n Heusden en vi j f jaar later w e r d de e l i t evorming in oostelijk N o o r d -Brabant aan een u i tput tende analyse onder­worpen. ' ' A a n een bestudering van de T i l b u r g ­se notabelen als groep heeft tot op heden nog niemand zich gewaagd (evenals t rouwens van de vergeli jkbare groep i n de andere grote ste­den in Brabant).^ D i t art ikel w i l een eerste summiere aanzet zi jn o m deze w i t t e vlek met enkele gri jst inten i n te k leuren.

Voordat hiermee een aanvang gemaakt kan w o r d e n , moet k o r t w o r d e n stilgestaan bi j twee zaken van methodische aard: de definit ie van 'elite ' en het te gebruiken bronnenmateriaal . De hiervoor genoemde onderzoekers hebben verschillende criteria aangelegd om de elite af te bakenen. Prak, De Jong, Kooijmans, Kool -Blokland en Streng hebben met h u n keuze voor de stedelijke magistraten en h u n families voor een ondubbelzinnige afbakening geko­zen. K u i p e r g i n g u i t van het cr i ter ium 'geboor­te'. Verstegen baseerde zich op de omvang van het grondbezit . Bos en Dui jvendak be­dienden zich van verschillende uitgangspun­ten om te bepalen wie wel en wie niet tot de elite gerekend kan w o r d e n . Andere onderzoe­kers, voornamel i jk u i t andere disciplines, die zich niet specifiek met één bepaalde plaats of regio bezighielden, legden weer andere crite­ria aan, zoals een bepaalde polit ieke vertegen­woordigende functie of het vermogensbezit.** I n d i t artikel ga ik u i t van het inkomen van de Ti lburgers i n het begin van de twintigste eeuw, meer n a u w k e u r i g in 1904."̂ Uitgangs­p u n t bi j m i j n onderzoek is het kohier van de Hoofdel i jke Omslag, w a a r i n een schatting ge­maakt w o r d t van het vermoedeli jke inkomen. Van de 'top-100' heb ik in andere bronnen (met name het bevolkingsregister) aanvullen­de gegevens over deze personen opgespoord, o m zo te komen tot een karakterschets van de

Page 4: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Zittend wolfabrikant Henri Eras (1836-1913) met

v.l.n.r. zoon Karei (1884-1918), die kapelaan was te Aarle-Rixtel, dochter Fien

(1882-1959), mgr. dr. BernardEras (1876-1952)

zoon van Jan Eras, en rechts dochter Jo (1879-

1941). De foto is gemaakt ter gelegnheid van hun

audiëntie hij de paus, ca.

1910.

groep rijkste Ti lburgers aan het begin van deze eeuw. Er w o r d t n a d r u k k e l i j k een m o ­mentopname gepresenteerd. D u i j v e n d a k en De Jong schreven i n h u n over­zichtswerk over het eliteonderzoek dat de the­matiek v a n veel elitestudies i n de k e r n door twee vragen w o r d t g e v o r m d : de vraag naar de samenstelling van de elite en die naar haar functioneren.^° I n d i t art ikel stel ik u i t s lu i t end de eerste problematiek aan de orde. Andere onderzoekers stellen z ich slechts sporadisch tevreden met een beschri jving v a n een elite op een bepaald moment . H u n doel is veeleer de samenstelling v a n de bestudeerde groep op verschillende momenten vast te leggen, zodat de mate v a n verander ing d u i d e l i j k w o r d t . Recrutering en sociale mobi l i t e i t k o m e n daar­o m welhaast vanzelfsprekend i n elitestudies aan de orde.^^ Naar d i t laatste zal i n deze b i j ­drage vergeefs gezocht w o r d e n . I n d i t s tad ium k o m ik , zoals h iervoor al is aangegeven, niet verder dan een momentopname. Tot slot van deze i n l e i d i n g iets over de ge­bru ik te bronnen. H e t u i tgangspunt v o r m d e het kohier van de Hoofdel i jke Omslag v a n het dienstjaar 1904.^^ I n T i l b u r g w e r d vanaf 1853 een hoofdel i jke omslag geheven. De oudst be­w a a r d gebleven tekst van de verordening da­teert u i t 1874. De daar in opgenomen bepal in­gen bleven, ondanks de vele aanpassingen, i n hoofdl i jnen tot i n deze eeuw ongewijzigd.^- ' I n art. 2 w e r d aangegeven w i e aangeslagen wer­

den: "de hoofden der huisgezinnen" en "de bi j hunne ouders of anderen inwonende of ver­bl i jvende personen, die eigen m i d d e l e n van bestaan hebben". I n art. 3 w e r d de grondslag v a n de hef f ing be­paald: "naar het vermoedel i jk zuiver i n k o m e n der belastingschuldigen, voortvloeiende u i t bezit t ingen, onder aftrek der renten van daar­op klevende lasten; u i t renten van uitstaande kapitalen; u i t inkomsten v a n ambten, bedie­ningen, beroepen, bedri jven, ambachten, pen­sioenen, wachtgelden, l i j frenten, bi jdragen; en u i t alle andere inkomsten , hoe ook genaamd". A l s het vermoedel i jk i n k o m e n moei l i jk te schatten was, w e r d " d i t afgeleid u i t den uiter-l i jken staat of de leefwijze, die de belasting­schuldigen voeren en h u n n e v e r t e r i n g " (art. 4). H i s t o r i c i die deze b r o n bi j h u n onderzoek ge­b r u i k t e n , schatten de be t rouwbaarhe id ervan redeli jk hoog i n . I k citeer P i m K o o y u i t z i jn studie over de stad Groningen: " I n de tweede helf t van de 19e eeuw deed m e n heel w a t m i n ­der gehe imzinnig over i n k o m e n en vermogen dan thans. I n de kranten w e r d e n regelmatig de namen a fgedrukt v a n de hoogst-aangeslage-nen i n de directe belastingen. Maar ook v a n ie­der ander i n de stad, die maar iets voorstelde, was het i n k o m e n bekend. D i t stond k e u r i g op naam en adres v e r m e l d i n de kohieren v a n de hoofdel i jke omslag, ... Ik kan me voorstellen, dat ze door velen met argusogen bestudeerd

Page 5: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

zi jn en dat sommigen met genoegen geconsta­teerd hebben, dat ze i n een hogere inkomens­klasse v i e l e n d a n h u n d i k d o e n e r i g e b u r e n . Een v e r m e l d i n g moet een statussymbool z i jn geweest."'"* I n het 'Register v a n ontvangst v a n de hoofde­li jke omslag' staan de belast ingplicht igen naar hoogte van de aanslag ingeschreven.'^ De i n ­woner van T i l b u r g met het hoogste geschatte i n k o m e n heeft v o l g n u m m e r 1 gekregen, met het o p een na hoogste i n k o m e n heef t v o l g ­n u m m e r 2, enz. V o o r d a t i k d i t reg is ter ter h a n d nam, had ik reeds bepaald waar de bene-dengrens getrokken zou w o r d e n , namel i jk bi j een geschat i n k o m e n van ƒ 10.000. H e t is dan ook louter toeval dat de bestudeerde groep u i t precies 100 personen bestaat.'^ I n het bevol ­kingsregister z i jn van deze personen nadere gegevens v e r m e l d . ' " Voor d i t onderzoek zi jn v a n belang: geboortejaar/leeft i jd, geboorte­plaats, burgerl i jke staat, godsdienst, beroep en de straatnaam waar men i n 1904 woonde . M e t behulp van de adresboeken (beschikbaar voor 1902 en 1906) is de consistentie van de be­roepsvermelding getoetst.

Wie behoorden n u i n 1904 i n T i l b u r g - ui tgaan­de van de hoogte van het i n k o m e n - tot de e l i ­te? H e t meest vol ledige a n t w o o r d zou zi jn : zie bijlage 1, w a a r i n de namen van de 'top-100' z i jn vermeld met daarachter allerlei relevante gegevens die v a n deze personen z i jn opge­spoord. Maar dat is een a n t w o o r d waar nie­m a n d echt mee v o o r u i t kan. I n het hierna v o l ­gende w o r d e n enkele i n het oog springende karakterist ieken nader u i t g e w e r k t .

Geslacht O p de eerste plaats val t op dat de rijkste T i l ­burgers over het algemeen mannen waren. Tot de groep van de 100 belastingplichtige T i l ­burgers met een i n k o m e n van 10.000 gulden of meer behoorden 91 mannen, tegenover negen v r o u w e n . O p zich is d i t geen opmerkeli jke constatering. Immers , i n art. 2 van de verorde­n i n g was nadrukke l i j k bepaald dat de 'hoof­den der huishoudens ' zouden w o r d e n aange­slagen. Volgens de wetgeving die op dat mo­ment van kracht was, was het hoofd van een huishouden - i n d i e n aanwezig - per definitie de man. Tot het m i d d e n der jaren v i j f t ig was volgens het Burgerl i jk Wetboek de v r o u w zelfs handel ingsonbekwaam. O m deze reden treffen we i n het gehele register van de hoof­deli jke omslag dan ook geen gehuwde v r o u ­w e n aan die belast ingplichtig waren. Van de negen v r o u w e n die w e l tot de top-100 waren doorgedrongen, werden er zeven na­drukke l i jk als w e d u w e ingeschreven. Geheel i n de l i j n v a n de vigerende wetgeving werden ze niet onder h u n eigen naam vermeld, maar als w e d u w e van h u n overleden echtgenoot. Zo w e r d , o m een w i l l e k e u r i g voorbeeld te noe­men, Justina Josephina Bahlmann vermeld als w e d . B.Th.C. Strater. De twee overige v r o u w e n waren beide o n g e h u w d en beschikten bl i jk­baar over zo veel eigen inkomsten dat ze tot de Tilburgse kopgroep wis ten door te dringen. Deze twee v r o u w e n waren twee zusters die een g e z a m e n l i j k e h u i s h o u d i n g v o e r d e n . Saillant detail is dat de Tilburger die, wat be­treft het inkomen, met k o p en schouders boven de rest uitstak, dezelfde achternaam voerde.'^

TILBURG Langenleuwstraat

De uit Antwerpen afkomstige gebroeders julius (1853-1918) en

Ce'sar Lekanne dit Deprez (1857-1910), stoomketel­

fabrikanten, lieten in de Lange Nieuu'straat (K 743

en 744) de 'Villa Casa Casa' en de 'Villa Nova'

naast elkaar bouwen. Foto ca. 1907.

Page 6: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Tabel 1 Bevolking van Tilburg als geheel (1899) en de Tilburgse elite (1904) naar geboorteplaats (in pro­centen).

T i l b u r g Ti lburgse elite

T i l b u r g 74,5 76 O v e r i g Noord-Brabant 18,0 3 O v e r i g N e d e r l a n d 5,5 17 Bui tenland 2,0 4

AnwldiisA.H. Pollet (1843-m6) uit de

Noordstraat was in 1904 met een inkomen van

40.000 gulden de hoogst aangeslagene in Tilburg.

Schilderij A. van Domburg.

F a m i l i e A l s tweede karakteristiek kan genoemd w o r ­den dat de Tilburgse elite een v r i j gesloten groep v o r m d e : i n de groep van 100 meest ver­dienende Ti lburgers komen slechts 48 ver­schillende famil ienamen voor. Twee achterna­m e n - Eras en De Beer - z i jn samen goed voor 15 noteringen. Twee families (Van den Bergh en Mutsaerts) z i jn goed voor ieder vi j f vermel ­dingen. Vier achternamen scoren viermaal , te weten V an Dooren, Janssens, Van Spaendonck en Verbunt . Vier keer k o m t een famil ienaam drie keer voor , elf keer met twee vermeld ingen en de overige 25 namen k o m e n slechts een keer voor.

Geboorteplaats Analyse van de geboorteplaats, zoals v e r m e l d i n het bevolkingsregister, leert dat de groep rijkste Ti lburgers overwegend als autochtoon gekarakteriseerd k a n w o r d e n . I n tabel 1 z i jn de resultaten i n vier categorieën onderver­deeld. ' " Verreweg het grootste deel v a n de 'top-100' is i n T i l b u r g geboren. Deze u i t k o m s t (76%) k o m t erg goed overeen met de resultaten van de volks te l l ing van 1899. Toen w e r d vastgesteld dat 74,5% v a n de Ti lburgers ook i n deze stad

was geboren. I n d i e n echter gekeken w o r d t naar de geboorteplaats van de 24 anderen, dan val t een groot verschil op.

Geboorteplaatsen Tot de Ti lburgse elite behoren er 23 die niet i n T i l b u r g geboren z i jn (zie bijlage). Slechts drie g e b o o r t e p l a a t s e n l i g g e n i n Brabant (Reek, Boxmeer en Valkenswaard) . I n 1899 had, zoals u i t tabel 1 b l i jk t , verreweg het grootste deel v a n de niet i n T i l b u r g geboren Ti lburgers een andere Brabantse plaats als geboorteplaats. D a t zo vee l n i e t - a u t o c h t o n e l e d e n v a n de Ti lburgse elite voor een groot deel tot de cate­gorie ' o v e r i g N e d e r l a n d ' gerekend w o r d e n , k o m t voor een niet onbelangri jk deel door de w e d u w e n . V a n de z e v e n w e d u w e n is er slechts één i n T i l b u r g geboren. De o v e r i g e n k o m e n u i t A m s t e r d a m (2x), Rotterdam, Brus­sel, Gent en Boxmeer.

G o d s d i e n s t A l s vierde karakterist iek een enkele opmer­k i n g over de godsdienst . Bi j de v o l k s t e l l i n g van 1899 gaf 97% v a n de Ti lburgse bevo lk in g aan rooms-kathol iek te zi jn.^" O o k bi j u i t spl i t ­s ing naar kerkgenootschappen, b l i j k t de groep van veelverdieners een representatieve afspie­gel ing van de Ti lburgse samenleving te zi jn . V a n de Ti lburgse elite overheersten de rooms-kathol ieken (met 94 van de 100). De zes over i ­gen w a r e n N e d e r l a n d s - H e r v o r m d . Bij deze cij­fers w r e e k t zich dat de bestudeerde groep k le in is. H i e r d o o r is de kans erg groot dat één famil ie het totale beeld k a n vertroebelen. Bij deze u i t sp l i t s ing is dat het geval: de famil ie V a n den Bergh - met v i j f leden i n de top-100 -is nagenoeg i n haar eentje verantwoorde l i jk voor het percentage hervormden.^ '

L e e f t i j d W a t val t er bi j nadere beschouwing van het ge­boortejaar op te m e r k e n over de leefti jd van de Ti lburgse elite? I n tabel 2 is een i n d e l i n g naar leeftijdsklassen gemaakt, w a a r i n de leden v a n de Ti lburgse elite z i jn ingedeeld. Hierb i j is u i t ­gegaan v a n de situatie per 1 januar i 1904.

Page 7: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Tabel 2 Verdeling van de Tilburgse elite naar leeftijdsgroe­pen

Tilburgse elite waarvan v r o u w e n

tot 30 jaar 5 _

30-39 jaar 26 -40-49 jaar 19 1 50-59 jaar 21 3 60-69 jaar 20 4 70 jaar of ouder 9 1

I n tabel 3 is de verdel ing van de woonplaats v a n de Tilburgse elite naar w o o n w i j k uitge­splitst. I n deze tabel is tevens een relatieve i n ­dicat ie v e r m e l d v a n het aantal i n w o n e r s i n elke w i j k . Een n a u w k e u r i g e v e r m e l d i n g v a n het aantal inwoners per w i j k ontbreekt. Ik ben uitgegaan van het adresboek van 1906, waar in v a n de h o o f d e n v a n h u i s h o u d e n s en andere belast ingpl icht igen enkele gegevens zi jn ver­m e l d (over het algemeen: achternaam, voorlet­ters, beroep en wi jk le t ter en n u m m e r ) . Van 10131 personen kan zo vastgesteld w o r d e n i n welke w o o n w i j k men w o o n d e (op een totaal inwoner ta l van 47513).

O p v a l l e n d is dat de verde l ing over de onder­scheiden leefti jdsgroepen redeli jk ge l i jkmat ig is. Precies de helf t v a n de Ti lburgse elite had op 1 januari 1904 A b r a h a m dan w e l Sara ge­zien. Het idee dat een hoog i n k o m e n gekop­pe ld zou z i jn aan een gevorderde leeft i jd v i n d t i n deze u i tkomsten geen bevestiging.

Woonadres Waar w o o n d e n de h o n d e r d ri jkste Ti lburgers i n 1904? Deze vraag kan met redeli jke n a u w ­keur ighe id b e a n t w o o r d w o r d e n . A a n het be­g i n v a n deze eeuw w e r d e n i n T i l b u r g gel i jkt i j ­d i g twee manieren gebruikt o m het adres v a n een i n w o n e r aan te d u i d e n . Bij de bevolkings-adminstrat ie w e r d uitgegaan v a n een wi jk le t ­ter met een v o l g n u m m e r (bi jvoorbeeld A 267). O p deze wi jze is i n het kohier van de hoofdel i j ­ke omslag het adres v e r m e l d . I n de alledaagse omgang w e r d meer gebruikgemaakt v a n de straatnaam met een h u i s n u m m e r . I n bijlage 1 z i jn beide aanduidingen v e r m e l d .

Tabel 3 Procentuele verdeling van de Tilburgse elite naar woonwijk

W o o n w i j k Bevolking Elite

A Oerle & Broekhoven 8,5 1 B K o r v e l 11,3 5 C Laar & Berkdi jk 3,3 0 D Reit 5,5 1 E (Reitse) Hoeven 2,5 0 F Hasselt 3,9 0 G Stokhasselt 1,2 0 H Goirke 8,0 9 I He ikant 3,0 0 K Ve ldhoven 14,0 18 L Groeseind 4,3 0 M Kerk 14,7 38 N Heuvel 11,5 20 O Loven & Koningshoeven 8,3 8

Het in 1856 gebouwde

woonhuis van A.A.H.

Pollet in de Noordstraat (M

873), ca. 1910.

Page 8: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Het beeld is duide l i jk : de meer centraal gele­gen w o o n w i j k e n huisvestten de meeste leden v a n de elite. Het gros v a n hen w o o n d e i n de w i j k e n Kerk, H e u v e l en Veldhoven , op enige afstand gevolgd door Goirke en Konings­hoeven. I n meer dan de helf t v a n de w i j k e n w o o n d e geen enkele of ten hoogste één van de

tot de top-100 behorende Tilburgers.^^ De meer perifeer gelegen w i j k e n met n o g een sterk ag­rarisch of semi-agrarisch karakter waren bi j de Ti lburgse elite niet i n trek. V a n de groep Ti lburgers die i n 1904 een inko­m e n v e r d i e n d e n v a n ƒ 10.000 of meer is o o k bekend i n welke straat m e n w o o n d e .

Page 9: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Hef grondgebied vnn de gemeente Tilburg in 1900, met dnnrop aangegei>en de uitsnede van het centrum

van de op de vorige bladzijde afgebeelde kaart.

R u i m t e l i j k e verdel ing v a n de T i l b u r g s e elite

Het beeld dat u i t de bijlage, en i n mindere mate u i t tabel 3, naar boven k o m t is dat er nau­wel i jks gesproken kan w o r d e n van een sterke ruimte l i jke concentratie van de Tilburgse elite. Ze w o o n d e n , dat is du ide l i jk , niet op een k l u i t ­je bi j elkaar, maar h u n w o o n h u i z e n stonden her en der door de stad verspre id . - ' T i l b u r g vertoonde, w a t deze ru imte l i jke spre id ing be­treft , w e i n i g geli jkenis met veel andere Neder­landse steden, waar de scheiding tussen de plaatselijke elite en de arbeidersklasse w e l v r i j scherp was.

Beroep T i l b u r g was r o n d de eeuwwisse l ing een echte arbeidersstad: bi j de Volks - en beroepstell in­gen die i n deze jaren gehouden we rde n , bleek telkens ongeveer tweederde van de beroeps­b e v o l k i n g werkzaam i n de ni jverheid te z i jn . I n tabel 4 z i jn de enigszins gecorrigeerde u i t ­komsten weergegeven.^*

Tabel 4 Beroepsbevolking Tilburg naar werkkring, 1899 en 1909 (in procenten)

1899 1909

N i j v e r h e i d 70,3 65,9 L a n d b o u w 6,5 6,5 Hande l en verkeer 12,2 14,3 Vri je beroepen en overheid 11,0 13,3

Binnen de n i jverheid was de text iel industr ie de belangrijkste bedri j fstak. I n 1899 en i n 1909

werkte respectievelijk 46 en 39% van de man­neli jke arbeiders i n de textiel industrie. Wage-makers stelt dan ook dat i n T i l b u r g sprake was van een ' m o n o c u l t u u r ' van de textielindus­trie.^^ Gelet op de ui tkomsten van tabel 4, kan een zware oververtegenwoordiging van de ni jverheid i n de Tilburgse elite verwacht w o r ­den. I n bijlage 1 z i jn de beroepen vermeld van de 100 Ti lburgers die i n 1904 een inkomen van ƒ 10.000 of meer verdienden. H o e w e l daarin 27 verschillende beroepen zijn vermeld, valt bi j het doornemen van de k o l o m 'beroep' me­teen de dominante positie van de wollenstof-fenfabrikanten op. Maar liefst 52 van de top-100 staan als ' w o l l e n s t o f f e n f a b r i k a n t ' i n de boeken, t e r w i j l twee andere beroepen even­eens tot de bedri jfstak textiel industrie behoren (nl . wasser en lakenverver, met resp. een en drie vermeldingen) . Ook andere fabrikanten zul len de bloei van het bedri j f voor een belang­ri jk deel te danken hebben aan de aanwezig­heid van de wol lenstoffenindustr ie i n T i lburg . Hierb i j kan gedacht w o r d e n aan de steenfabri­kanten en de stoomketelfabrikanten, met resp. vier en twee vermeldingen.^* Ook een deel van tot de sector ' h a n d e l en verkeer ' behorende Tilburgse veelverdieners waren direct afhan­k e l i j k v a n de t e x t i e l n i j v e r h e i d . V o o r de vier wolhandelaars gaat d i t met zekerheid voor de vol le 100% op en voor de steenkoolhandelaar voor een groot deel. R u i m tweederde van de Tilburgse elite was derhalve geheel of in sterke mate afhankeli jk van de textielni jverheid. O p v a l l e n d is verder dat geen enkele landbou­wer tot de Ti lburgse veelverdieners behoorde. Het aandeel van de bedri jfstak 'handel en ver­keer' (16%) k o m t redeli jk overeen met de i n ta­bel 4 vermelde percentages. Hierbi j moet we l w o r d e n opgemerkt dat deze score geheel op het conto v a n de ' h a n d e l ' moet w o r d e n ge­schreven. Het waren de (groot)handelaars die tot de elite wisten door te dr ingen, de m i d d e n ­standers haalden bli jkbaar niet zulke hoge o m ­zetten dat ze in de top-100 terechtkwamen. De bedri jfstak 'vr i je beroepen en overheid ' bleef achter bi j z i jn relatief aandeel i n de Tilburgse beroepsbevolking. Tegenover de 11,0% in 1899 en 13,0% i n 1909 staken de acht personen u i t de lijst v a n 100 meest verdienenden maar ma­gert jes af. D e v e r t e g e n w o o r d i g i n g v a n de 'vri je beroepen' (met dr ie notarissen en een j u ­r is t ) en ' o v e r h e i d ' (met de burgemeester en een w e t h o u d e r ) is k l e i n . D i t lage aantal is voor een belangri jk deel te verklaren door de omstandigheid dat i n T i l b u r g geen rechtbank of universi te i t gevestigd was en dat de stad geen centrum voor de provinciale of landeli jke overheid was.-**

Deze Ti lburgse ui tkomsten kunnen met enkele andere onderzoeken vergeleken wo rden . J.A.

Page 10: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

De imposante Villa Tivoli aan de toenmalige Bossclie-

weg (N 377) ivas de woning van wolfabrikant Leo

Swagemakers (1842-1915). Later werd dit gebouw (foto

ca. 1910) bet hoofdgebouw van de R.K. Leergangen.

de Jonge bestudeerde voor Del f t eveneens het kohier van de hoofdel i jke omslag over het dienstjaar 1904. H o e w e l hi j de door he m on­derscheiden categorieën anders afbakende -hi j legde de grens bi j ƒ 5000 - b l i j k t u i t z i jn ge­gevens dat het aandeel v a n de fabrikanten o n ­der de Delftse elite kleiner was. De Jonge geeft geen exacte cijfers, maar stelt dat "de ' n o u -veaux riches' van de fabrieken niet de absolute boventoon voerden. Onder hen k w a m e n de hoogste inkomens voor ... en als categorie be­sloegen zij ongeveer een derde v a n de hoge i n ­komens. Daartegenover w a r e n echter ook de handeldri jvende en industriële m i d d e n s t a n d goed bezet."^'^ Het beste vergeli jkingsmateriaal b iedt P. Kooi j met z i j n s tudie naar de stad G r o n i n g e n . H i j werkte - eveneens o p basis v a n de gegevens i n de kohieren van de hoofdel i jke omslag - voor v i j f momenten de Groningse 'superelite ' nader u i t . H i j legde hierbi j de benedengrens bi j een i n k o m e n v a n ƒ 8000. I n tabe l 5 heb i k de Tilburgse u i tkomsten naast de Groningse ge­gevens geplaatst, waarbi j i k de i n d e l i n g v a n Kooi j heb aangehouden. '" Het beeld dat i n het voorgaande voor T i l b u r g w e r d geschetst, v i n d e n w e i n Groningen i n het

Tabel 5 De beroepsgroepen van de Tilburgse en Groningse elite

T i l b u r g Groningen

Fabrikanten 69 16,0 Deta i l - en groothandelaren 16 13,0 Bankiers en assuradeurs 3 7,4 Vri je beroepen 6 11,5 Overheidsdiensten 2 22,3 Zonder beroep 4 29,7

geheel niet terug. I n deze noordel i jke stad gaat eerder het tegenovergestelde op. Kooi j conclu­deert da t g e d u r e n d e de gehele per iode de G ro ningse supere l i te een ' le i sure class' was. "Grondeigenaren, renteniers, gepensioneerde hoge ambtenaren of beoefenaren van vri je be­roepen dan w e l h u n w e d u w e n of soms een zoon of dochter bepaalden het gezicht ervan. I n de latere decennia k w a m e n daar w a t fabr i ­kanten en handelaren bi j die z ich u i t de zaak hadden t e r u g g e t r o k k e n . " "

Samenvat t ing D e T i l b u r g s e e l i t e k a n als v o l g t g e t y p e e r d w o r d e n . Ze w a s i n 1904 een v o o r n a m e l i j k mannel i jk gezelschap, de leden behoorden tot een beperkt aantal families, de meesten van hen w a r e n i n T i l b u r g geboren en behoorden tot de Rooms-Katholieke Kerk . U i t niets bleek een sterke onder- of overver tegenwoordig ing van bepaalde leefti jdsgroepen en ze w o o n d e n redeli jk ge l i jkmat ig over de stad verspreid. R u i m twee-derde van de tot de Tilburgse elite behorende personen had z i jn hoge i n k o m e n te danken aan industriële activiteiten, waarbi j de w o l l e n s t o f f e n i n d u s t r i e een sterk d o m i n a n t e positie i n n a m . V a n anderen k a n redel i jkerwi js v e r o n d e r s t e l d w o r d e n dat ze h u n hoge ver­diensten op z i jn minst i n aanzienli jke mate te danken h a d d e n aan de groei en bloei van deze bedri j fstak.

Zoals i n de i n l e i d i n g reeds was aangegeven, heb i k me i n d i t a r t i k e l b e p e r k t to t een m o ­mentopname, namel i jk de situatie aan het be­g i n v a n de t w i n t i g s t e e e u w . Interessant z o u z i jn te onderzoeken hoe op andere momenten de Ti lburgse elite was samengesteld en welke veranderingen zich i n de loop der t i j d voorde­den. Bovendien heb ik me i n deze bi jdrage niet beziggehouden met de vraag hoe deze elite functioneerde en hoe ze, door het o p b o u w e n van verwantschapsrelaties, de gelederen w i s t te sluiten. '^ I k hoop dat i k met d i t art ikel een schot voor de boeg heb gegeven.

Page 11: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Noten

In dit verband kan het werk van Pareto, Mosca en Michels

genoemd worden. Een gedegen bespreking van de theo­

rieën vindt men in: T.B. Bottomore, Elites and societif

(Harmondsworth, 1964). Een beknopte weergave in: M.G.J.

Duijvendak en J.J. de Jong, Eliteonderzoek: rijkdom, machten

status in het verleden (Zutphen, 1993).

Een samenvatting van de ontwikkeling die de sociale ge­

schiedbeoefening heeft doorgemaakt, biedt: M. Duijvendak

en P. Kooij, Sociale geschiedenis: theorie en thema's

(Assen/Maastricht, 1992) 1-11.

M. Prak, Gezeten burgers. De elite in ceji Hollandse stad: Leiden

1700-1780 {Den Haag, 1985); L. Kooijmans, Onderregenten.

De elite in een Hollandse stad: Hoorn 1700-1780 {Den Haag,

1985); JJ . de Jong, Met goed fatsoen. De elite in een Hollandse

stad: Gouda 1700-1780 (Den Haag, 1985).

N. Bos, Notabele ingezetenen. Historische studies over

Nederlandse elites in de negentiende eeiiio (Brunssum, 1995);

J.C. Streng, 'Stemme in staat'. De bestuurlijke elite in destads-

republiekZivolle, 1579-1795 (Hilversum, 1997).

Y. Kuiper, Adel in Friesland 1780-1880 (Groningen, 1993);

S.W. Verstegen, Gegoede ingezetenen. Jonkers en gei^rfden op dc

Veluwe 1650-1830 (Zutphen, 1990).

J.L. Kool-Blokland, De elite in Heusden, 1700-1750; een proso-

pografische analyse {Tilburg, 1985); M.G.J. Duijvendak,

Rooms, rijk of regentesk. Elitevormingen machtsverhoudingen in

oostelijk Noord-Brabant (circa 1810-1914) ('s-Hertogenbosch,

1990).

Er zijn wel studies verschenen waarin een enkel lid van de

elite uitvoerig bestudeerd is (bijvoorbeeld Armand Diepen

en Gerard van Spaendonck) of de handel en wandel van

een notabele familie de rode draad vormde (bijvoorbeeld

Pieter van Dooren en zijn nazaten). J.P.A. van den Dam,

Arnold Lcon Armatui Diepen, 1846-1895. Industrieel en publi­

cist over economische en sociale vraagstukken (Tilburg, 1966).

B J . van Spaendonck, Gerard Cornelis van Spaendonck (1804-

1873). Enkele facetten va)i de Tilburgse samenleving in het mid­

den der negentiende eeuw (Tilburg, 1995). H . A. Muntjewerff,

De spil zoaar alles om draaide. Opkomst, bloei en neergang van de

Tilburgse familie-onderneming Wolspinnerij Pieter van Dooren

1825-1975 (Tilburg, 1993).

8. Zonder naar volledigheid te streven noem ik enkele voor­

beelden: P. Brood, P. Nieuwland en L. Zoodsma, red.,

Homines novi. De eerste volksvertegenwoordigers van 1795

(Amsterdam, 1993); J.Th. van den Berg, De toegang tot het

binnenhof. De maatschappelijke herkomst van de Tweede

Kamerleden tussen 1849 en 1870 (Leiden, 1983); N.

Wilterding, Vermogensverhoudingen in Nederland.

Ontwikkelingen sinds de negentiende eeuw (Amsterdam,

1984).

9. De reden voor deze volstrekt willekeurige keuze is een

praktische geweest. Ten behoeve van mijn dissertatieon-

derzoek heb ik een karrevracht materiaal verzameld en be­

werkt voor de periode 1904/1906. Voor het onderhavige ar­

tikel heb ik voor een deel kunnen putten uit dit materiaal.

10. Duijvendak en De Jong, Eliteonderzoek, 8.

11. Bos, Notabele ingezetenen, 14.

12. Na de inwerkingtreding van de Gemeentewet van 1851

mocht een gemeente ter dekking van plaatselijke uitgaven

de 'hoofdelijke omslag' heffen. De gemeenteraad stelde

twee uitvoeringsverordeningen vast: een voor de heffing en

een voor de invordering. De verordening 'op de heffing' be­

vatte onder meer bepalingen aangaande de totale som die

met behulp van de hoofdelijke omslag moest worden opge­

bracht, de grondslag van de belasting, de klassenindeling

van de belastingplichtigen en het percentage verschuldigde

belasting.

De verordening 'op de invordering' schreef voor dat de

burgemeester (eventueel met of vervangen door een com­

missie) het kohier opstelde, dat de gemeenteraad vervol­

gens het kohier vaststelde en dat het na goedkeuring door

Gedeputeerde Staten naar de gemeentelijke ontvanger

moest worden gezonden ter invordering. In een vroeg sta­

dium konden bezwaren worden ingediend. De legger ver­

toonde in de regel een geografische ordening van de belas-

Page 12: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

tingplichtigen (per straat of wijk). In sommige steden be­

stonden ai of niet gedruiste alfabctisciie naamlijsten van de

aangeslagenen voor de hoofdelijke omslag.

Voor een beschrijving van deze bron, zie: P.M.M. Klep, A.

Lansinken W. van Muiken, 'De kohieren van de gemeente­

lijke hoofdelijke omslag, 1851-1922', in: Broncommentaren I-

;V('s-Gravenhage, 1987).

13. In het hiernavolgende wordt geciteerd uit de redactie van

de verordening van 27 maart 1903. Gemeentearchief

Tilburg (GAT), Secretariearchief 1810-1907, inv.nr. 296m,

Stukken betreffende de vaststelling en de wijziging van de

verordening op de heffing van de hoofdelijke omslag, 1874-

1907.

14. P. Kooij, Groningen 1870-1914: sociale verandering en economi­

sche ontwikkeling in een regionaal centrum (Assen/ Maastricht,

1987) 36.

15. G A T , Secretariearchief van de gemeente Tilburg, 1810-1937,

inv.nr. 990, Register van ontvangst van de Hoofdelijke

Omslag over het jaar 1904.

16. Voor de goede orde merk ik op dat ik uitga van het bedrag

zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld, en niet van

het voorstel van het college van B & W. Hierdoor valt volg­

nummer 99 van het register van ontvangst buiten de bestu­

deerde groep (zijn geschat inkomen werd door de gemeen­

teraad op ƒ 9000,- gesteld in plaats van het voorstel van

B&W van ƒ 10.000,-) en met volgnummer 101 gebeurde pre­

cies het omgekeerde.

17. Het bevolkingsregister voor de periode 1900-1910bestaat

uit maar liefst 54 delen. Deze zijn op microfilm in de studie­

zaal van het Gemeentearchief Tilburg raadpleegbaar (144

fiches).

18. Daar de vader (Ludovicus Pollet) al bij de aangifte van de

geboorte van zijn twee dochters als beroep 'fabrykant' liet

noteren, laat het zich niet moeilijk raden waar de verklaring

voor deze uitzonderingspositie van de gezusters Pollet ge­

zocht moet worden. Ook de vader van Arnoldus Pollet

(Petrus Philippus Pollet) liet als beroep 'fabrykant' noteren.

19. De gegevens over de Tilburgse bevolking als geheel zijn

ontleend aan: A.J.M. Wagemakers, Biiilenslaaniters in actie.

Socialisten en neulraal-georganiscentcn in confrontatie met de

gesloten Tilburgse samenleving, ïtfSS-1929 (Tilburg, 1990) 15.

20. Ontleend aan Wagemakers, Buitenstaanders in actie, 16.

21. Een complicerende factor bij het onderzoek naar deze fami­

lie was dat in de loop van de negentiende eeuw de schrijf­

wijze van de achternaam veranderde van 'Van den Berg' in

'Van den Bergh'. Zo werd F .A.L . van den Bergh sr. (volg­

nummer 4 in bijlage 1) in zijn geboorteakte ingeschreven als

'Van den Berg'; ook zijn vader ondertekende op deze wijze.

Ferdinand A . L . van den Bergh sr. ondertekende bij de aan­

gifte van diens zoon Ferdinand A . L . van den Bergh (volg­

nummer 96 in bijlage 1) a ls 'Van den Bergh'. Blijkbaar heb­

ben de ambtenaren, belast met de bevolkingsadministratie,

deze onvolkomenheden geconstateerd, omdat bij sommi­

gen in het bevolkingsregister de letter 'h ' is doorgehaald; bij

anderen daarentegen weer niet. Ook in het kohier van de

hoofdelijke omslag worden beide schrijfwijzen door elkaar

gebruikt. Ik heb gekozen voor naamsaanduiding zoals die

in Tilburg op dit moment ingeburgerd is.

22. Inde wijk Oerle en Broekhoven betreft het de eigenaar van

de Wolspinnerij Pieter van Dooren, welk bedrijf gevestigd

was op de plaats van het huidige Elisabethziekenhuis. De

geschiedenis van dit bedrijf is uitvoerig beschreven in: H.A.

Muntjewerff, De spil waar alles om draaide. In de wijk Laar,

op de grens met de wijk Markt, was het wereldvermaarde

(aldus E d Schilders) bedrijf gevestigd van de muziekinstru­

mentenfabrikant Kessels. De geschiedenis van dit bedrijf is

beschreven in: L. de Brouwer, 'De Muziekinstrumenten-

fabriek van M.J.H. Kessels en de voortzettingen daarvan'

in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cul­

tuur, 9 0991)92-102.

De villa van wolfabrikant

Franfois van Dooren naast

de wollengarenspinnerij en

lakenvolderij Pieter van

Dooren aan de Hilvaren-

beekseweg (Broekhoven

A 356) in de vorige eeuw.

Page 13: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Dc fnmilie Siongcninkcrs kon zich liccl lont personeel veroorloven. Op deze foto,

die Henri BersseiUvugge omstreeks 1901 mnaktc,

poseren zij in de tuin van VUIa Tivoli aan de

Bosscheweg.

De familie Kessels figureert op tragische wijze in: E.

Schilders, Moordhoek. De ntoord op Marietje Kessels in een ka-

tto/K'fa'fo'rJr (Tilburg, 1988).

23. Dit is een logisch gevolg van de merkwaardige wordings­

geschiedenis van de industriestad Tilburg. De groei van

Tilburg verliep, in vergelijking met veel andere

(industrie)steden, gelijkmatig en evenwichtig. Het groei­

proces kan beschouwd worden als een geleidelijke verdich­

ting. In de loop van de negentiende eeuw werden, nadat de

verbindingswegen tussen dc tot kleine kernen uitgegroeide

herdgangen volgebouwd waren, ook de velden om de

dorpskernen heen opgevuld met stedelijke bebouwing.

Deze snelle uitbreiding van Tilburg aan het eind van de vo­

rige eeuw (van 15.866 inwoners in 1859 naar 40.685 in 1899)

vond plaats zonder doelbewuste leiding. Ondernemingen

vestigden zich naar believen en stadsuitleg was hoofdzake­

lijk het werk van particulieren. Tilburg omvatte een opper­

vlakte van 7600 hectare, waarvan het stedelijk gedeelte

slechts circa 750 hectare besloeg. De eigenlijke stadskern

was ongeveer dertig hectare. De uitbreiding van het meer

bewoonde gedeelte vond plaats naar alle kanten \n de be­

bouwde kom. Pas in het tweede decennium van deze eeuw

kwam er een uitbreidingsplan beschikbaar waarin de ver­

schillende onderdelen met elkaar in verbinding gebracht

werden.

24. Wagemakers, aan wiens werk deze cijfers ontleend zijn,

heeft de werknemers van de Werkplaats van de spoorwe­

gen ondergebracht bij de 'Nijverheid' in plaats van bij

'Handel en verkeer'. Wagemakers, Buitenstaanders in actie,

17.

25. Wagemakers, Bnitcnstannders in actie, 18-19.

26. Voor de twee stoomketelfabrikanten, de gebr. Deprez, staat

dit vast. Zie hiervoor: G . van Hooff, 'De metaalnijverheid in

Tilburg, 1830-1900', in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis,

monumenten en cultuur, 3 (1985) nr. 3,4-7.

27. Van zowel de burgemeester als de wethouder wordt in het

bevolkingsregister ook een ander beroep vermeld. Van de

eerstgenoemde werd ook vermeld dat hij 'In manufacturen'

deed (maar dit was doorgehaald) en wethouder Kerstens

was tevens 'koopman'.

28. Bij deze korte typering zijn de bankiers (drie kassiers) en zij

die 'zonder beroep' (vier personen) werden vermeld, bui­

ten beschouwing gelaten, omdat deze maar moeilijk in het

stramien van tabel 4 in te delen zijn. Over de Tilburgse ban­

kiers, zie: H.F.J.M. van den Eerenbeemt, 'Handels- en in-

dustriebanken in Noord-Brabant voor 1900: een eerste ver­

kenning van een vergeten sector' in: H.F.J.M. van den

Eerenbeemt, red.. Bankieren in Brabant in de loop der eeuwen

(Tilburg, 1987)232-241.

29. J.A. de Jonge, 'Delft in de negentiende eeuw. Van stille nette

plaats tot centrum van industrie' in: Economisch- en Soeiaal-

Historisch jaarboek, 37 (1974) 173-174.

30. Kooij, Groningen, 51. Kooij gaf een momentopname voor de

jaren 1870,1880,1890,1900 en 1910. Ik heb voor tabel 5 het

gemiddelde berekend van 1900 en 1910 (met resp. 105 en

164 personen). In tabel 5 zijn enkele groepen samenge­

voegd. Zo zijn de predikanten bij de vrije beroepen gere­

kend en zijn de hoogleraren en de leden van de rechterlijke

macht bij de overheidsdienaren gerangschikt.

31. Kooij, Groui}igen,51.

32. Enkele voorbeelden waaruit blijkt dat dit laatste ook feite­

lijk gebeurde. Charles de Beer (volgnr. 78) was gehuwd met

Constantina Eras. Fransiscus van den Heuvel (volgnr. 24)

was gehuwd met Johanna Eras. Aloysius Kerstens (volgnr.

91) was gehuwd met Maria de Charro. Andreas van

Spaendonck (volgnr. 26) was gehuwd met Maria Janssens.

Bernardus Verbunt (volgnr. 73) was gehuwd met Louise

Janssens. Cornelis Wouters (volgnr. 84) was gehuwd met

Maria Swagemakers. Deze lijst is met vele voorbeelden uit

te breiden.

Page 14: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

BIJLAGE 1 P E R S O O N L I J K E G E G E V E N S V A N D E 100 H O O G S T A A N G E S L A G E N E N I N T I L B U R G ( S I T U A T I E P E R 0 1 - 0 1 - 1 9 0 4 )

A c h t e r n a a m V o o r n a a m W i j k S t r a a t n a a m B e r o e p I n k o m e n G e b . d a t u m G e b . p l a a t s B u r g . s t . G o d

1 Pollet Arnoldus A . H . M 873 Noordstraat wolfabrikant 40.000 06-10-1843 Tilburg ongeh. R K

2 Brands N o r b e r t u s W . W . N 195 Heuvelstraat wolfabrikant 36.000 30-10-1841 Tilburg geh. R K

3 Bergh van den PieterJ. N 537 Spoorlaan wolfabrikant 35.000 03-05-1873 Ti lburg geh. N H

4 Bergh van den Ferdinand A . L . N 508 St. Josephstraat wolfabrikant 35.000 05-01-1848 Ti lburg geh. N H

5 Eras Jacobus H 577 Goirkestraat wolfabrikant 29.000 22-08-1827 Tilburg geh. R K

6 Eras Hendrikus H 646 Goirkestraat wolfabrikant 29.000 28-09-1836 Tilburg wed. R K

7 Bergh van den Louis E O 890 St. Josephstraat wolfabrikant 25.000 29-11-1844 Ti lburg geh. N H

8 Eras JohannesB. H 578 Goirkestraat wolfabrikant 22.000 26-09-1831 Ti lburg w e d . R K

9 Swagemakers Leonard u s J .D. N 377 Bosscheweg wolfabrikant 20.000 09-01-1842 Ti lburg geh. R K

10 Dooren van Francois P.J.M. A 356 Broekhoven wolfabrikant 20.000 04-09-1860 Tilburg geh. R K

11 Mommers Alphonsus V . H 125 Goirkestraat wolfabrikant 20.000 19-07-1870 Tilburg geh. R K

12 Spaendonck van Vincentius J .A. O 593 Hoevenseweg lakenverver 22.000 28-06-1845 Ti lburg geh. R K

13 Eras Hubertus H 495 Goirkestraat wolfabrikant . 18.000 06-09-1829 Ti lburg geh. R K

14 Eras Johannes H . M . H 577 Goirkestraat wolfabrikant 18.000 13-02-1865 Ti lburg ongeh. R K

15 Spaendonck van Antonius L C . M 431 Markt wolfabrikant 18.000 19-06-1868 Ti lburg geh. R K

16 Blomjous Josephus A . N 248 Spoorlaan wolfabrikant 18.000 15-10-1841 Ti lburg geh. R K

17 Kerstens Johannes M.J. N 951 Heuvelstraat wethouder 18.000 09-02-1848 Ti lburg geh. R K

18 Bahlmann Justine J. M 453 Zomerstraat wolfabrikant 17.000 31-03-1831 Amsterdam w e d . R K

w e d u w e van B . T h . C . Strater

19 Verbunt Fransiscus J.B.J. N 541 Heuvel wijnhandelaar 18.000 14-09-1856 Ti lburg geh. R K

20 Dooren van Henri E . A . L . B 1057 Korvelseweg wolfabrikant 16.000 22-02-1871 Tilburg geh. R K

21 Bareel Louise M.J. B 1058 Korvelseweg wolfabrikant 16.000 10-05-1844 Brussel w e d . R K

w e d u w e van A . L . A . Diepen

22 Maas Peter W. M 272 Paleisstraat notaris 16.000 06-11-1857 Valkens-

waard

ongeh. R K

23 Mutsaerts Fransiscus J .M. M 1086 Stationsstraat wolfabrikant 16.000 30-03-1874 Tilburg geh. R K

24 Heuvel van den Fransiscus C . M 1055a Stationsstraat steenfabrikant 16.000 26-07-1866 Culemborg geh. R K

25 Mutsaerts Johannes F. M 1229 Heuvelstraat wolfabrikant 16.000 03-07-1863 Ti lburg geh. R K

26 Spaendonck van Andreas J. N 308 Heuvel wolfabrikant 16.000 30-07-1833 Tilburg geh. R K

27 Houben C a s p e r M . H . O 577 Hoevenseweg lakenverver 16.000 11-01-1862 Tilburg geh. R K

28 Janssens Johannes L . K 112 Gasthuisstraat wolfabrikant 15.000 13-03-1852 Tilburg geh. R K

29 Janssens Carolus S. K 114 Gasthuisstraat wolfabrikant 15.000 23-02-1857 Ti lburg geh. R K

30 Deprez Julius J. K 743 Lange Nieuwstraat stoomketel- 15.000 27-03-1853 Antwerpen geh. R K

fabrikant

31 Deprez Gesar J. K 744 Lange Nieuwstraat stoomketel- 15.000 03-06-1856 Antwerpen geh. R K

fabrikant

32 Weijers Wilhelmus M. M 1081 Stationsstraat steenfabrikant 15.000 19-06-1846 Beuningen geh. R K

33 Rooij de Lambertus M 1537 Spoorlaan steenfabrikant 15.000 05-10-1840 Ti lburg geh. R K

34 Bruijelle Francois A . N 265 Spoorlaan meelhandelaar 15.000 26-04-1863 Roermond geh. R K

35 Bruijelle Leon H . N 266 Spoorlaan meelhandelaar 15.000 14-01-1865 Ti lburg geh. R K

36 Verbunt Henricus J .M. N 298 Heuvel wijnhandelaar 15.000 14-05-1868 Ti lburg geh. R K

37 Eras Cornelis J. K 117 GasthuLsstraat zonder beroep 14.000 13-04-1826 Ti lburg w e d . R K

38 Mutsaerts Antonius N . M . M 1091 Stationsstraat wolfabrikant 14.000 06-12-1870 Ti lburg ongeh. R K

39 Mutsaerts Wilhelmus J.F. M 1488 Wil lem Il-straat wolfabrikant 14.000 14-10-1872 Ti lburg geh. R K

40 Hofland D i r k A . P . C . M 1573 Spoorlaan wolhandelaar 14.000 10-12-1862 Ti lburg geh. R K

41 Beugen van Maria J .L. N 944 Heuvelstraat wolfabrikant 14.000 30-03-1839 A m s t e r d a m w e d . R K

w e d u w e van M . Goijarts

42 Houben Joseph M . C . O 603 Hoevenseweg lakenverver 14.000 11-12-1863 Ti lburg geh. R K

43 Kerstens Vincentius H . A . M 261 Zwijsenstraat wolfabrikant 15.000 06-01-1852 Ti lburg w e d . R K

44 Loven Petrus H . M 1087 Stationsstraat notaris 13.000 24-11-1838 Weert wed. R K

45 Verbunt Stanislaus J . H . M . M 1194 Nieuwlandstraat wijnhandelaar 13.000 17-03-1860 Ti lburg geh. R K

46 L o m m e n L e o J . H . M 1527 Spoorlaan vernisfabrikant 13.000 01-11-1864 Tilburg geh. R K

47 Jong de Peter W. M 1566a Spoorlaan steenfabrikant 13.000 02-04-1865 Joure geh. R K

48 Beerde Julianus S.A. N 290 Heuvel wolfabrikant 14.000 27-09-1851 Ti lburg ongeh. R K

49 Beerde Fransiscus J .A. N 290 Heuvel wolfabrikant 14.000 24-03-1849 Ti lburg ongeh. R K

50 Kessels Mathijs J .H. D 25 Industriestraat muziekinstr . 12.000 01-03-1858 Heerlen geh. R K

fabrikant

51 Franken Adriaan H 135 Goirkestraat wolfabrikant 12.000 08-03-1839 Tilburg geh. R K

52 Mannaerts Fransiscus N . H 371 Goirke schoenfabrikant 12.000 05-02-1852 Tilburg geh. R K

53 Eras Arnoldus Q . M . H 577 Goirkestraat wolfabrikant 12.000 30-09-1866 Ti lburg ongeh. R K

54 Swagemakers Cornelis T. K 162 Gasthuisstraat vvolfabrikant 12.000 09-11-1825 Ti lburg w e d . R K

Page 15: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

A c h t e r n a a m V o o r n a a m W i j k S t r a a t n a a m B e r o e p I n k o m e n G e b . d a t u m G e b . p l a a t s B u r g . s t . C o d s d .

55 Pessers Johannes F. K 191 Wilhelminapark wolhandelaar 12.000 04-12-1853 Tilburg geh. R K

56 Brouwers Martinus C . M 775 Nieuwlandstraat wolfabrikant 12.000 26-10-1837 Tilburg wed. R K

57 B r e e L a Jean A . M 1077a Stationsstraat jurist 12.000 20-06-1869 A r n h e m ongeh. N H

58 D a a m e n Leonardus N . M 1085 Stationsstraat kassier 12.000 06-04-1860 Tilburg geh. R K

59 Deelen Karei A . F . M 1104 Stationsstraat arts 12.000 16-05-1862 Druten geh. R K

60 Verheijen v EsveltFransisca A . M . M 1105 Stationsstraat zonder beroep 12.000 21-07-1838 Boxmeer wed. R K

w e d u w e van J.F.J. van de Mortel

61 Pollet Isabel laT.P . M 1243 Wil lem Il-straat wolfabrikant 12.000 22-10-1842 Tilburg wed. R K

w e d u w e van V . A . A . Bogaers

62 Bogaers Petrus J .A.W. M 1244 Wil lem Il-straat wolfabrikant 12.000 25-08-1864 Tilburg geh. R K

63 Janssens Cornelis B. M 1538 Spoorlaan fabrikant 12.000 31-10-1867 Tilburg geh. R K

64 Glabbeek van Johannes A . N 262 Spoorlaan wasser 12.000 30-03-1845 Zwolle geh. R K

65 Sala L u d o v i c u s J. O 428 St. Josephstraat wolfabrikant 12.000 09-07-1849 Reek geh. R K

66 Berghegge Johannes A. O 887 St. Josephstraat bierhandelaar 12.000 04-03-1850 Delft geh. R K

67 Janssen August inus H . V . B 880 Korvel wolhandelaar 11.000 31-07-1842 Tilburg geh. R K

68 Motte Leonie M . V . B 1022 Korvel wolfabrikant 11.000 01-12-1842 Gent wed. R K

w e d u w e van A . A . J . van Dooren

69 Dooren van Emile M.J.A. B 1022 Korvel wolfabrikant 11.000 31-07-1876 Tilburg geh. R K

70 Mutsaerts Norbertus A . K 160 Gasthuisstraat wolfabrikant 11.000 06-12-1870 Tilburg ongeh. R K

71 B e e r d e Lambertus T . M . K 196 Wilhelminapark wolfabrikant 14.000 07-07-1867 Tilburg geh. R K

72 Mutsaers Wilhelmus P.A. M 1230 Heuvelstraat burgemeester 11.000 03-08-1833 Tilburg geh. R K

73 Verbunt Bernardus J .M. M 1540 Spoorlaan wijnhandelaar 11.000 04-11-1871 Tilburg geh. R K

74 L o m m e n MaricJ . J .H. O 209 Koestraat grossier

manufactur.

11.000 07-12-1850 Roermond geh. R K

75 Pessers Bernardus V . K 108 Gasthuisstraat wolhandelaar 10.000 05-04-1865 Tilburg geh. R K

76 Mommers Marinus A . K 177 Wilhelminapark wolfabrikant 10.000 08-04-1863 Tilburg geh. R K

77 Beerde Johannes L . M . K 187 Wilhelminapark wolfabrikant 13.000 17-08-1870 Tilburg geh. R K

78 Beerde Charles J .M. K 187a Wilhelminapark wolfabrikant 13.000 18-09-1876 Ti lburg geh. R K

79 Beerde Norbertus K 198 Wilhelminapark wolfabrikant 10.000 02-04-1831 Tilburg geh. R K

80 Janssen August inus A. K 200 Wilhelminapark wolfabrikant 10.000 03-12-1838 Tilburg geh. R K

81 Weijers Wilhelmus F. K 545 Gasthuisstraat aannemer 10.000 04-03-1836 Beuningen geh. R K

82 Brouwers Johannes L . F . M 11 Heuvelstraat wolfabrikant 10.000 27-12-1861 Tilburg geh. R K

83 Bronsgeest Theodorus C.J. M 469 Zomerstraat koopman 10.000 13-10-1844 's-Gravenhage geh. R K

kol. waren

84 Wouters Cornelis J.J. M 573 Zomerstraat wolhandelaar 10.000 22-09-1851 Tilburg geh. R K

85 Strater Franciscus M . M 574 Zomerstraat wolfabrikant 10.000 13-04-1867 Tilburg geh. R K

86 Eijl van A r n o l d u s A . M . M 731 Zomerstraat notaris 10.000 15-07-1854 Tilburg geh. R K

87 Eras Petrus H . M . M 753 Nieuwlandstraat ijzerhandelaar 10.000 02-01-1867 Tilburg geh. R K

88 Pollet (mej.) Catharina M.J. M 1022 Noordstraat zonder beroep 10.000 26-08-1851 Tilburg ongeh. R K

89 Pollet (mej.) Johanna M . V . M 1022 Noordstraat zonder beroep 10.000 26-02-1857 Tilburg ongeh. R K

90 Bellini Helena E . M . M 1108 Stationsstraat kassier 10.000 11-12-1849 Rotterdam wed. R K

w e d u w e van F . N . de Charro

91 Kerstens Aloys ius M . A . M 1190 Nieuwlandstraat kassier 10.500 20-10-1858 Tilburg geh. R K

92 Janssen Theodorus J. M 1532 Spoorlaan wolfabrikant 10.000 03-07-1842 Tilburg geh. R K

93 Blomjous Andreas J. N 258 Spoorlaan houthandelaar 10.000 07-10-1840 Tilburg geh. R K

94 Swagemakers Carolus A . N 264 Spoorlaan steenkool-

handelaar

10.000 07-02-1840 Tilburg geh. R K

95 Bergh van den Frederik B. N 508 St. Josephstraat wolfabrikant 10.000 12-09-1877 Tilburg ongeh. N H

96 Bergh van den Ferdinand A . L . N 508 St. Josephstraat wolfabrikant 10.000 24-02-1879 Tilburg ongeh. N H

97 Janssens E d u a r d F . A . N 535 Heuvel sigarenfabrikant 10.000 24-10-1834 Tilburg geh. R K

98 Spaendonck van 1 Bernardus C M . O 889 St. Josephstraat wolfabrikant 10.000 21-09-1870 Tilburg geh. R K

99 B e e r d e Thomas F . M . K 198 Wilhelminapark wolfabrikant 12.000 13-12-1868 Tilburg ongeh. R K

100 Bloemen Johannes F.J. K 537 Gasthuisstraat arts 10.000 14-01-1865 Delden geh. R K

Page 16: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

* Wiinvan Hest (1944) publiceerde diverse

artilcelen in 'Actum Tilliburgis'en 'De

Lindeboom' naar aanleiding van vondsten in

het criminele Oud Rechterlijk Archief van

Tilburg. In 1987 verscheen van hem - in samenwerking

met Wülem van Heijst - in het tijdschrift 'Tilburg' een

bijdrage over defamüie Van HeystlVan Hestonder

de titel 'De geldzak en de bedelzak'.

Klein leed en groot ongenoegen Wetenswaardigheden uit de Tilburgse ^politiedossiers 1900-1905

W i m v a n H e s t *

Samen met Willem van Heijst onder­

zocht de auteur in het archief van de

Tilburgse Gemeentepolitie honderden

processenverbaal uit de periode 1900 tot

en met 1905, die terug te vinden zijn in de

dag- en nachtrapporten van de bureaus

op de Besterd, het Goirke, Korvel en de

Heuvel, de vier politieposten die Tilburg

in die jaren kende. Het gaat vaak over

kleine criminaliteit zoals dronkenschap,

burenruzies en diefstal en soms ook over

ongevallen. Aanvullende gegevens van

sommige zaken werden uit de kranten en

soms uit rechtbankverslagen van de

Arrondissementsrechtbank te Breda ge­

haald.

Door t i jdgebrek was W i l l e m v a n Heijst ge­noodzaakt zich u i t d i t omvangr i jke p r o ­

ject terug te trekken. Een en ander heeft ertoe geleid dat W i m van Hest ui te indel i jk een b u n ­d e l ing heeft gemaakt van 75 korte artikeltjes die ons een aardige b l i k gunnen op het dage­li jks leven van doodgewone Ti lburgse mensen u i t de beginjaren v a n de twint igste eeuw. Hier ­onder volgt , bi j wi jze v a n voorpubl icat ie , een vi j f ta l art ikelen.

Het schot op de k e r m i s Het li jkje van Mariet je Kessels is n o g maar am­per gevonden of T i l b u r g w o r d t opgeschrikt door een n ieuwe misdaad. De Tillnirgsche Cou­rant van 29 augustus 1900 brengt het grote n ieuws als volgt : "Nog duurt het onderzoek voort in de geheimzimiige zaak, betreffende de verdwij­ning der onschuldige kleine, verkeert men in span­ning omtrent derzelver afloop, of wederom valt een

nieuw misdrijf te vermelden. Twee opeenvolgende bladzijden van Tilburg's geschiedboek met bloed bezoedeld! Treurig maar waar. Waar zal het einde zijn." Een dag later k o m t de concurrent, Dc Nieuwe Tüburgsche Courant, met z i jn verslag: "De eerste dag der Tüburgsche kermis is wederom geëindigd met een moordpartij. Als wij zeggen wederom dan bedoelen wij daarmede dat maar zelden hier kermis wordt gehouden, zonder dat er vecht- en snijpartij-en plaats hebben, met of zonder doodelijke verwon­dingen ".

"Nauwelijks is het kermisvermaak enkele uren aan den gang", zo vervolgt de eerstgenoemde krant, "of nog voor het aanbreken van den tweeden dag moeten wij reeds melding maken van een moord­aanslag op niet één maar op vier personen en ook niet langs den meest gebruikelijken weg maar met een schietwapen." De plek des onheils is het Piusplein, v lak bi j de herberg en het "danshuis " v a n de w e d u w e Tor-remans-Bedaux. O p dat gedeelte v a n het p le in , dat zeer slecht ver l icht is, bevinden zich de zgn. schouwburgtent van het Hollandsch Tooneelgezelschap en een circustent. H e t is r o n d k w a r t v o o r t w a a l f ; de v o o r s t e l l i n g i n de schouwburgtent is n o g maar nauwel i jks afge­lopen, als een daverend schot over het kermis­ple in k l i n k t . "In het eerst dacht men dat in een der nabijzijnde tenten geschoten was geworden, doch weldra was de loerkelijkheid gansch anders." Het schot b l i j k t te z i jn a f g e v u u r d i n de r i cht ing van het ca fé v a n de w e d u w e T o r r e m a n s . D a a r w o r d t op orge lmuziek gedanst en juist op het m o m e n t dat er een groepje mensen voor de herberg naar het dansen staat te k i jken val t het schot. H e t k a n haast niet anders of het moet voor een van de dansers of toeschouwers be­doeld z i jn .

G r o o t is de c o n s t e r n a t i e d i e de aans lag te­weegbrengt; maar liefst vier mensen bl i jken te zi jn getroffen. Voor dr ie v a n hen val len de ver-

Page 17: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Kennis op Iwt Piusplein in

1925 (foto Militair Lncht-

vaartmuseum Soesterberg).

w o n d i n g e n ui te indel i jk nog mee. De 20-jarige sigarenmaker Jan Horvers , die i n de venster­b a n k z i t v o o r l i e t r a a m v a n Jiet d a n s h u i s , w o r d t door glasscherven b loedig v e r w o n d als een van de ru i ten stukgeschoten w o r d t . Pas la­ter bemerkt hi j dat er zes hagelkorrels door z i j n k l e r e n z i j n gegaan. S t e e n d r u k k e r Lucas van den Broek raakt g e w o n d aan de achterzij­de van zi jn h o o f d . Een derde slachtoffer is er al slechter aan toe: N a r d H a p p e l , een 32-jarige bankwerker bi j de spoor, w o r d t "in de lendenen en in den schouder" g e t r o f f e n , en o o k i n het h o o f d en i n de l inkerarm; hi j is i n elkaar gezakt en door enkele omstanders naar huis gebracht. Drie weken lang heeft hi j niet kunnen w e r k e n .

V o o r Frans v a n S t r a t u m , een 16- jarige bak­kersknecht u i t de Schoolstraat, z i jn de gevol­gen heel w a t ernstiger. H i j w o r d t i n de borst en i n zi jn rechterarm getroffen. "Hevig bloeden­de deed hij nog een twintig schreden tot voor het café van P. Roef, waar hij nederstortte. Van alle kanten kwamen maréchaussee en poltieagenten op het schot af. Twee agenten namen den gewonden op en droegen hem het café Roef binnen, waar hij door de bewoners op de meest welwillende wijze in een zijkamer op beddengoed werd neergelegd". De o n ­m i d d e l l i j k ontboden geneesheer, dokter Proot, verleent de eerste geneeskundige h u l p . "Ook geestelijke hulp was spoedig aanwezig en nadat hij gebiecht had werd v. S. het H. Oliesel toegediend. Zeer liefderijk werd v. S. gedurende den nacht door

de familie Roef verpleegd." Gezien de ernst van z i jn toestand is het slachtoffer de volgende ochtend naar het gasthuis vervoerd.

Inmiddels is de pol i t ie d r u k doende met het horen van getuigen en het opsporen van de dader. Off ic ier v a n Justitie Speyaart van Woer­den verzoekt per telegram de "brigadier rijks-veldwacht" Nieuwenhui jzen te Breda o m mr . H o e f f e l m a n "of bij gebreke aan dezen", m r . Cremers met m r . Jellinghaus of Wicherts naar T i l b u r g te sturen o m te assisteren bi j het on­derzoek. U i t de verklar ingen van diverse on­dervraagde personen b l i jk t "dat in de bewuste herberg een niet gunstig bekend staand persoon, ze­kere v.d. Boer, werkzaam aan het spoor alhier, woordenwisseling heeft gehad, en uit de herberg is gesmeeten." Vervolgens zou hi j i n zi jn kosthuis een geweer z i jn gaan halen. Verschillende per­sonen hebben hem daarmee ook zien lopen. A l op dinsdagmorgen w o r d t Janus van den Boer als vermoedeli jke dader naar de strafgevange­nis i n Breda overgebracht. Janus bekent dat hi j op de bewust zondag diverse herbergen heeft bezocht, waaronder ook het danshuis van de w e d u w e Torremans. Daar is h i j , i n beschon­ken toestand, door w e l t ien personen "mishan­deld, geducht geslagen en getrapt en op de keien ge­worpen". I n het bierhuis van Elissen heeft hi j vervolgens zi jn zwager, bi j wie hi j i n de kost is, o m patronen gevraagd. Als die verneemt wat Janus daarmee v a n plan is, kr i jg t hi j de patro­nen niet. De zus van Janus weigert hem de huissleutel te geven maar het dreigende ge­vaar is hiermee niet afgewend. Van den Boer moet en zal z i jn geweer hebben. Door een raam d r i n g t hi j het huis van zi jn zwager b i n ­nen, pakt z i jn geladen geweer en begeeft zich vervolgens weer naar het Piusplein, waar hi j zich tussen de kermiswagens opstelt tegen­over het café van de w e d u w e Torremans. Van den Boer geeft toe dat hi j we l met opzet heeft geschoten, echter "zonder een bepaald persoon te -willen treffen". De gaten i n de gevel van het café tonen aan dat het geweer "niet alleen met hagel doch ook met schroot geladen moet zijn ge­weest". N a het schot is Janus met het geweer weggelopen door een zijstraatje en vervolgens i n een sloot beland. Thuisgekomen heeft zi jn zuster het geweer afgepakt.

Van den Boer w o r d t door de krant terecht "een niet gunstig bekend staand persoon" genoemd; het uit treksel van z i jn strafregister laat zien dat hi j i n 1890 al een keer tot 15 dagen gevan­genisstraf is veroordeeld wegens "wederspan-nigheid". I n 1898 v o l g d e een v e r o o r d e l i n g tot ƒ 8 , - boete of 6 dagen cel voor belediging, en i n apr i l 1899 l u i d d e het vonnis 10 dagen gevan­genisstraf voor "bedreiging met eenig misdrijf te­gen het leven gericht". R u i m een jaar later is het

Page 18: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

De smederij van de

ivericplats van de

Staatsspoorwegen, beter

beleend als d'n Atelier, in

1913.

dan weer goed raak: de schietparti j op de ker­mis . Deze keer l u i d t de aanklacht: p o g i n g tot doodslag; de straf is n u aanzienli jk hoger: twee jaar cel.

Hoe het met Frans van Stratum is afgelopen, w o r d t d u i d e l i j k u i t een bi j de processtukken horende v e r k l ar i n g van dokter Deelen. H i e r i n verklaart deze dat hi j enkele w e k e n geleden "in consult is geroepen bij josephus Alexander Petrus van Stratum, onder behandeling staande van Dr. Proot". Van Stratum verkeerde toen i n een levensgevaarli jke toestand ten gevolge "eener verbloeding en vochtuitstoring in de borst­holte. Patiënt thans beterende, doch zal nimnter ge­heel herstellen. Zal zijn verdere leven kortademig blijven." Dat "verdere leven" heeft niet zo heel lang meer g e d u u r d : op 21 september 1906 is Frans overleden.

V l i e g e n d gereedschap De smederij van " d ' n A t e l i e r " , de Centrale Werkplaats der Staats Spoorwegen, moet er op w o e n s d a g 1 m e i 1901 echt feeste l i jk hebben u i t g e z i e n . D e Tilburgsche Courant v a n 5 m e i heeft het over "een prachtigen aanblik". D a t heeft alles te maken met het feit dat de "werk­lieden J.Manni en H. Wijnbergen den dag herdach­ten dat zij vóór 25 jaren bij de Maatschappij wer­den aangesteld". O m d i t dubbele z i lveren j u b i ­l e u m op luisterri jke wi jze te v ieren is de w e r k ­plaats door het personeel omgetoverd i n een ware feestzaal: "tusschen levend groen en bloe­men waren de geschenken ten toongesteld, door deze afdeeling onderling aangekocht voor hunne mede-werklieden." Z o ' n eensgezinde samen­w e r k i n g v a n col lega 's w o r d t d o o r de k r a n t

d a n o o k gez ien als "een bewijs der goede ver­standhouding tusschen de werklieden onderling". De geest v a n solidariteit die m e n op deze feest­dag onder het personeel v a n de smederij kan waarnemen, k o m t m e n echter niet i n het hele bedri j f tegen. Er z i jn ook afdel ingen die een heel ander beeld te z ien geven. "Als treurige te­genhanger moet worden vermeld", zo gaat het krantenbericht verder, "dat in de afdeeling IJzerdraaierij ten half zeven een conflict ontstond tusschen eenige werklieden en den baas B.". Toen baas B iezen de i j z e r d r a a i e r i j b i n n e n k w a m , stond daar een zekere P.L.,"die niet in deze draaierij tehuis behoort, te praten met een zijner ka­meraden ". Biezen pakt L . bi j z i jn a r m o m h e m te verwi jderen . "L . , die niet erg hiermeede in zijn schik bleek te zijn, gaf baas Biezen een slag in den hals." Het ongenoegen van de w e r k l u i is i n ­m i d d e l s zo groot dat de toestand snel escal­eert; i n een m u m v a n t i j d slaat de v l a m i n de pan en is de hele afdel ing i n rep en roer. De i j ­zerdraaieri j verandert i n een p r i m i t i e f slag­v e l d : "projectielen als voorhamers, handhamers, moeren, sleutels, bouten en wat verder voor de hand lag werd B. naar het hoofd geslingerd." De si­tuatie w o r d t voor h e m zo bedreigend dat hi j zich genoodzaakt ziet op de v l u ch t te slaan. T e r n a u w e r n o o d slaagt de m a n er in ongedeerd het kantoor van werkmeester S. te bereiken en snel de deur te s luiten. "De zaak zou zekerlijk een erger aanzien hebben genomen, ware niet den heer S. aangekomen." Deze slaagt er in de gemoede­ren te ka lmeren en iedereen weer aan het w e r k te kr i jgen.

Het l i j k t erop dat Biezen de geweldsuitbars­t i n g v a n z i jn w e r k l u i zelf heeft ui tgelokt . Het personeel moet z ich al langere t i j d geërgerd

Page 19: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Sommen'

, alias Jan

Viool.

hebben aan het w i l l e k e u r i g optreden van de man, en n u is de b o m dan e indel i jk gebarsten. De krant schrijft : "Het is te hopen dat aan de wil-lel<eiirige handelwijze van dien baas voor goed een einde zal worden gemaakt, en daardoor rust en orde op de werkplaats zullen terugkeeren ". Rust en orde is ook w a t de directie w i l , maar niet op de manier die de krant aangeeft. De werkmeester en een ingenieur stellen een on­derzoek i n o m te achterhalen w i e de aanstich­ters van de ongeregeldheden z i jn geweest. Het draait erop u i t dat dr ie werk l i eden die als rad­draaiers w o r d e n beschouwd, v o o r l o p i g ont­slagen w o r d e n . Z o ' n straffe maatregel zal de overige w e r k l u i weer w e l i n het gareel bren­gen, zal men gedacht hebben.

Of de directie dat goed heeft ingeschat moet w o r d e n be twi j fe ld . O p 8 mei w o r d t i n de to­neelzaal van J. Schollen "eene protestvergade­ring gehouden door -werklieden der loerkplaats van S.S., tegen en naar aanleiding van het gebeurde, be­treffende het ontslag der drie werklieden". Spreker op deze bi jeenkomst is de heer Di jkstra u i t

Utrecht . Deze schetst eerst een beeld van "het leven als werkman en baas van B. en het voorval van verleden week", en w e k t vervolgens de aan­wezigen op - naar schatting r u i m 300 mensen -o m zich aaneen te sluiten. Bij acclamatie w o r d t de volgende "nog al krasse" motie aangeno­men:

"De vergadering, gehoord de mededeeling omtrent het voorgevallene met de drie ontslagenen aan de Centrale Werkplaats der Maatschappij van S.S. te Tilburg, tegenover baas Biezen; overwegende dat 't voorgevallene niet gebeurd zou

zijn, indien een humaner man de plaats van baas Biezen had ingenomen; werpt de verantwoordelijk­heid van het gebeurde op genoemden baas; spreekt den wensch uit, dat de directie hem ten spoedigste een andere standplaats aanwijze en on­derschrijft de overtuiging, dat slechts vereenigd op­treden in een organisatie, in het vervolg er toe kan leiden, dat dergelijke voorvallen niet machteloos door het personeel behoeven te worden geduld."

Twee dagen later, op donderdag 10 mei , gaat het er op de Centrale Werkplaats opnieuw hard toe. Weer is de bankwerker i j het toneel van ernstige ongeregeldheden, en opnieuw is baas Biezen de m a n op w i e alle agressie is ge­richt . Waarschi jnl i jk is de schorsing van de drie opstandige collega's een andere werkne­mer, een zekere V a n G., zo i n het verkeerde keelgat geschoten dat hi j Biezen, de grote steen des aantstoots, met een bankhamer te li jf gaat. En dat doet hi j niet bepaald zachtzinnig: Biezen h o u d t er twee f l inke h o o f d w o n d e n aan over, die door een van de w e r k l u i verbonden w o r d e n .

Hierna maakt de krant geen m e l d i n g meer van n ieuwe ongeregeldheden; de rust i n het be­dr i j f zal dus w e l z i jn weergekeerd. O p 3 au­gustus lezen we i n de "Nieuwe Tilbursche Cou­rant" nog w e l een kor t berichtje w a a r i n w o r d t aangekondigd dat circa 1100 werknemers van de Centrale Werkplaats per dag één u u r m i n ­d e r m o e t e n gaan w e r k e n . "Dit is zeker geen schoon geval met het oog op de a.s. kermis", schrijft de krant , maar misschien is juist die kermis er de oorzaak van dat deze keer verzet is uitge­bleven. V a n vliegende hamers, moeren, sleu­tels en bouten is deze keer i n elk geval geen sprake.

D e viool v a n m a n k e N o l Het pol i t ierapport dat op 11 j u l i 1904 door agent V a n der Hei jden, we r kz a a m op de p o l i ­tiepost van het Goirke, is opgemaakt, laat ons zien dat hi j op die dag een bekende Ti lburger over de vloer heeft gehad. Een zekere "Van Zomeren, muzikant van beroep en woonachtig in de Korvelsche Nieuwstraat", is aangifte komen

Page 20: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

doen van de o n t v r e e m d i n g v a n z o w a t het be­langri jkste w a t hi j op de w e r e l d bezit: z i jn v i ­ool . Deze "Van Zomeren" b l i j k t n iemand an­ders te z i jn dan de legendarische v o l k s m u z i ­kant Jan V i o o l . Door de Ti lburgse dialect-dich­ter pater Piet Heerkens w o r d t Jan bezongen als:

Jan Viool die langs de deuren liep en geurde naor 'n vuil riool en in de schuren sliep

hij fiedelde zo-mar-ongeveer ten naoste-bij luè raok; hij ha bij schoon en lilluk weer 't viooltje aon zijn kaok.

Bij de Burgerl i jke Stand staat onze Jan inge­schreven als: A r n o l d u s van Sommere, i n 1842 geboren i n het Gelderse Batenburg, maar bi j z i jn stadgenoten is hi j beter bekend onder een serie bi jnamen. De meeste daarvan z i jn v e r w i j ­zingen naar het ins t rument waarop hi j z i jn muziek ten gehore bracht, zoals: N o l Fiedel; N o l V i o o l ; N o l Kras; d ' n Fiedelman; Jan Fiedel en Jan V i o o l ; verder w o r d t hi j ook aangeduid als: d ' n Brobbelèèr. En dan z i jn er nog twee b i j ­namen die verwi jzen naar Nols verleden: de Zwaaf - N o l maakte van 1866 tot 1870 deel u i t van het leger der zoeaven en streed i n Italië ter bescherming van de paus tegen de troepen van Gar iba ldi ; hierbi j raakte hi j i n 1867 ti jdens de slag bij Mentana g e w o n d : N o l kreeg en ko­gel i n z i jn been en moest tengevolge v a n deze v e r w o n d i n g lange t i j d i n een hospitaal i n Rome doorbrengen. Het is nooi t meer hele­maal goed gekomen; z i jn verdere leven bleef hi j a l t i jd trekken met dat been; vandaar ook nog de bi jnaam: Manke N o l .

Na zi jn Romeins av ontuur keert N o l terug naar Neder land en le idt er een z w e r v e n d be­staan; hi j voorziet i n z i jn levensonderhoud door met z i jn v ioo l op te treden tijdens kermis­sen en dansfeesten. H i j w o r d t een graag gezie­ne gast op trouwfeesten, gouden en z i lveren bru i lo f ten , processies en gildefeesten. Rijk is hi j er niet van geworden, maar de waarder ing van het publ iek was voor hem de grootste be­lon ing . Na afwisselend gewoond te hebben i n T i l b u r g , T u r n h o u t en Breda k o m t N o l i n 1886, samen met z i jn v r o u w , Cornelia Bakker, en h u n dochter def init ief i n T i l b u r g w o n e n . De fa­m i l i e b l i j k t ook hier niet erg honkvast ; ze w o ­nen achtereenvolgens i n de Kwet ter i j , i n de Oerlesestraat, i n de " L u p k e s " en i n de N i e u w ­straat.

N o l en zi jn v ioo l - een onafscheideli jk duo . I n heel w a t Tilburgse straten en cafés is hi j een v e r t r o u w d e verschi jning. Het is i n de stad een

publ iek geheim dat N o l naast z i jn eerste liefde: z i jn v i o o l , n o g een tweede grote passie heeft: de drank . H i j h o u d t w e l van een borreltje en "hij spierste d'r nie in". Ook dat memoreert Piet Heerkens i n zi jn ode:

Zeg witte dè nog van Jan Viool, z'ne kokkerd, rond en rood toe 't pimpelpèèrs van rooie kool, hong nie persies int lood.

hij fiedelde mar van tierelier en zaogde raaw kris - kras. en-ie dronk 'n stevig potje bier ass't gin jenever was.

Zo brengt N o l , alias Jan, avond aan avond met z i j n v i o o l g e z e l l i g h e i d i n de T i l b u r g s e cafés . H i j speelt m e t h a r t en z i e l en v e r d i e n t zo al m u s i c e r e n d z i j n d a g e l i j k s e p o r t i e a l c o h o l . Misschien leverde het hem nog een m o o i zak­centje op ook, al zal dat w e l snel z i jn omgezet i n nog een glaasje "snevel". Hoe later het w o r d t hoe groter de overgave waarmee N o l zi jn v i ­ool bespeelt; z i jn oogjes k le in en fonkelend -van enthousiasme of van de drank? - laten zien hoe hi j ervan geniet. O p zulke momenten is N o l i n z i jn element. Z o zal het ongetwi j fe ld ook w e l gegaan z i jn op de avond van die ze­vende j u l i .

Z ' n oogen blonken as van glas en gluurden dur 'n kier. ze dreven (ass't gin snevel was) ze dreven rond in bier.

Een beetje w a n k e l ter been probeert N o l na een avondje m u z i e k maken op de Goirlese kermis z i jn w e g naar huis te v i n d e n ; z i jn v i o o l onder zi jn a r m geklemd. En dan loopt hi j daar dr ie personen tegen het l i j f die de popula i re m u z i k a n t meteen herkennen. N a w a t plagen­de o p m e r k i n g e n vragen ze N o l of h i j iets voor hen w i l spelen. Maar die heeft niet veel z i n o m op d i t t i jdst ip nog eens zi jn kunsten te verto­nen en probeert door te lopen. De drie h oud en hem echter staande en b l i jven aandringen op een stukje muziek . A l s N o l b l i j f t weigeren raakt het dr ie ta l onts temd en na w a t d u w e n en trekken e indigt het ermee dat ze hem zi jn v i ­ool afpakken o m zich vervolgens met een vaartje u i t de voeten maken. Verbouwereerd b l i j f t N o l achter, amper beseffend w a t er ge­b e u r d is. A l s ten slotte tot de ontredderde m a n d o o r d r i n g t w a t de dr ie met z i jn v ioo l hebben uitgespookt , is het al te laat: i n geen velden of wegen z i jn de " h e l d e n " n o g te bekennen.

Helemaal i n de w a r en ten einde raad sloft de s traatmuzikant naar de pol i t iepost van het Goirke o m daar z i jn verhaal te doen. Een ziel ig

Page 21: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

hoopje mens heeft agent V a n der Hei jden die avond voor zich z i t ten. Aanvanke l i jk kan N o l maar moei l i jk u i t zi jn w o o r d e n k o m e n maar als hi j door de agent w a t op zi jn gemak is ge­steld, l u k t het he m toch d u i d e l i j k te maken w a t er gebeurd is. A l vertellende ziet N o l het drietal weer d u i d e l i j k voor zich en hi j kan ge­l u k k i g de namen van de drie belhamels noe­men: Frans Vermeer u i t de Piusstraat, Frans van Gestel en een zekere De Beer. Van der Hei jden belooft dat er alles aan gedaan zal w o r d e n om de daders op te sporen en de v ioo l weer bi j de rechtmatige eigenaar terug te k r i j ­gen. Door die toezegging kr i jg t N o l weer een beetje hoop en hi j gaat op w e g naar huis . Maar toch is het een gebroken, oude man, zoals hi j daar die nacht door de stille Tilburgse straten i n de r i cht ing van de Nieuwstraat schuifelt. N o o i t heeft hi j z ich zo alleen gevoeld, zo zon­der zi jn v ioo l

Soms denk ik nog aon jan Viool; Ochèèrm diejen viezen tiep, die geurde naor 'n vuil riool en in de schuren sliep.

Want Jan Viool ha aaltij lol en streek mar: tierelier z'n ivangen stonden pèèrs en bol van bier en van plezier.

Het kleine sprankje hoop waarmee de oude N o l de poli t iepost weer verlaat, b l i jk t korte t i jd later i jdel te z i jn geweest. De v ioo l w o r d t in een sloot teruggevonden, maar b l i j k t door de vandalen b r u u t w e g in stukken te z i jn gesla­gen. Ze hebben daarmee niet alleen Nols m u -

, ,,. , , z iekinstrument verwoest maar ook z i jn leven. Jeugdige werklieden anu dc >

selfactorbijdeCebr. w a n t zonder die v e r t r o u w d e metgezel is er Diepen omstreeks 1905. voor N o l n a t u u r l i j k w e i n i g plezier meer aan.

Trouwens, zo pret t ig is Nols leven verder niet ver lopen. Twee jaar na d i t voorval sterft zi jn v r o u w . Na haar dood is N o l weer aan het zwerven geslagen, tot hi j i n 1914 een onderko­men v i n d t i n het Sint Jozefgesticht i n de Lange Nieuwstraat . Vanaf dat moment w o r d t zi jn m o r s i g e v e r s c h i j n i n g al m i n d e r en m i n d e r waargenomen i n de Tilburgse straten. Vier jaar later w o r d t de a lom gewaardeerde m u z i ­kant opgenomen i n de psychiatrische instel­l i n g "huize V o o r b u r g " in V u g h t ; na een ver­bl i j f van tien jaar is N o l daar in 1928 overleden, 86 jaar o u d . Een kleurr i jke volksf iguur is voor­goed van het toneel verwenen.

M e n s e n en machines De industriële revolut ie heeft het leven van onze voorouders ingr i jpend beïnvloed. Als i n 1827 de n ieuwe textielfabriek van Pieter van Dooren aan de Leij op Broekhoven, waar zich n u het Elisabethziekenhuis bevindt , in gebruik w o r d t genomen doet de eerste stoommachine haar intrede i n T i l b u r g . In de loop van de ne­gentiende eeuw w o r d t in steeds meer fabrie­ken de l ichameli jke arbeid overgenomen door machines. Het leren omgaan met die machines is voor veel arbeiders een l a n g d u r i g proces. Vaak is er ook sprake van r o n d u i t onveilige toestanden op de w e r k p l e k , en niet zelden lei­den i n die beginjaren van de mechanisering de geringe v e r t r o u w d h e i d met de machines, de gebrekkige ve i l igheid i n de fabrieken en ook onvoorzicht igheid van de arbeiders tot de no­d i g e b e d r i j f s o n g e v a l l e n . M e n i g e T i l b u r g s e w e r k m a n verliest op die manier een of meer vingers, een arm, een been, of i n het ergste ge­v a l : het leven.

Een van die Ti lburgers die misschien zi jn le­ven lang de gevolgen van een ongewilde con­frontatie met de kracht van zo'n moderne ma­chine met zich mee heeft moeten dragen, is een zekere Peters. O p woensdag 20 augustus 1902 raakt de man, als arbeider werkzaam i n de fabriek van de f i rma Frans Mutsaerts en Zonen in de Noordhoek (op de hoek van de Spoorlaan en de Noordstraat) met z i jn rechter­hand "zoodanig beklemd tusschen een kamrad dat hij vermoedelijk de twee voorste vingers zal moeten missen". U i t het bericht over d i t ongeval i n de Tilburgsche Courant van 24 augustus w o r d t niet d u i d e l i j k of Peters zi jn vingers ook inder­daad is kwi j tgeraakt .

Een stukgesprongen r iem richt op 2 augustus 1902 heel w a t onheil aan i n de fabriek van een andere f i rma Mutsaers, nameli jk die van Bart Mutsaers (later A . en N . Mutsaers) i n de Piron-straat. Door het stukspringen van die r iem w o r d t een v o l k o m omvergerukt met het nood­lottige gevolg dat een arbeider, een zekere Van

Page 22: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

I . de v o l k o m op z i jn l ichaam kr i jg t . Hoe erg het allemaal is geweest va l t te lezen i n de Tilburgsdie Courant van de volgende dag: "Naar men zegt zou de borstkas van Van I. gedeel­telijk zijn ingedrukt, tenvijl een tweede arbeider, zekere L, eenige brandwonden, gelukkig niet ern­stig, bekwam." De beide slachtoffers z i jn per r i j ­t u i g "naar hunne woningen gebracht".

In de n a m i d d a g v a n maandag 1 a p r i l 1904 is de machinefabriek van "de heeren Unger", i n de Telegraafstraat, het toneel van "een vreeselijk ongeluk". De "werkman v.d.H." is alleen i n de f a b r i e k a a n w e z i g i n de n a b i j h e i d v a n de stoommachine, juist op het fatale m o m e n t dat er een p i j p springt , "waaruit de stoom met volle kracht op zijn lichaam drong". O m d a t er geen an­dere arbeiders i n de b u u r t z i jn , w o r d t v . d . H ' s hulpgeroep niet meteen opgemerkt . "Niet in staat zich zeiven te redden lag hij ruim een kwartier hulpeloos in dien toestand." Als dan eindeli jk de nodige h u l p k o m t opdagen, treft m e n daar de ongelukkige arbeider lel i jk toegetakeld aan. "Vreeselijk gewond, vooral aan handen en aange­zicht, loerd hij huiswaarts gevoerd."

Ongelukken met machines k u n n e n n a t u u r l i j k ook w e l eens het gevolg zi jn van eigen onvoor­zicht igheid. Zoals op 10 november 1902, w a n ­neer de draadmaker J .H. van Laarhoven met zi jn hand tussen de zgn. "spinners" van een selfactingmachine kom t . Onderzoek wi js t u i t dat het z i jn eigen schuld is geweest. Het onge­l u k gebeurde nameli jk niet met de machine waaraan V an Laarhoven eigenli jk had moeten werken, maar de m a n was zo onverstandig zi jn "e igen" machine even i n de steek te laten o m te gaan ki jken bi j een collega. Deze, een ze­kere Jansen, was met z i jn voeten i n een zak aan het spelen. Van Laarhoven w e r d zo i n be­slag genomen door de activiteiten van zi jn col­lega dat hi j ongemerkt te d icht bi j de sellfac-t ingmachine k o m t , "zoodat het ongeluk geheel aan eigen onvoorzichtheid te wijten is", zo schrijft de krant met l icht verwi j tende ondertoon. Over de ernst v a n de gevolgen vernemen w e niets.

W e l bi jzonder t reur ig is de af loop van het on­geluk dat Johannes Cornelis Reijnen op dins­dag 8 november 1901 overkomt . Deze 20-jari-ge smidsknecht, zoon van de wever Cornelis Reijnen en Johanna M a r i a Bertens, en volgens de Nieuwe Tilburgsche Courant van die dag "een oppassend jonkman, wonende aan de Hasselt", is werkzaam bij de f i rma Gebroeders Smulders. Omstreeks zeven u u r die ochtend is hi j i n op­dracht v a n z i jn baas bezig met "het aanbrengen van herstellingswerkzaamheden " i n de w o l l e n -stoffenfabriek v a n de Gebroeders Franken op het Goirke. Bij het wegzetten v a n een olieflesje

heeft Kees even niet goed opgelet en raakt met een sl ip v a n z i jn kiel tussen een drijfas, "met het treurige gevolg dat de ongelukkige werd rond­geslingerd, armen en beenen brak en bovendien op ernstige wijze inwendig werd gekneusd". Als de i n m i d d e l s gewaarschuwde arts, dokter Bloe­men, i n de fabriek arriveert , ziet hi j meteen dat de toestand er voor het slachtoffer niet gunst ig ui tz iet ; h i j vreest dat de jongeman nog slechts enkele uren te leven heeft. De geneesheer kan niet veel meer doen dan Reijnen verbinden, waarna het slachtoffer door enkele agenten van pol i t ie per brancard naar het gasthuis w o r d t vervoerd . D e s o m b e r e v o o r u i t z i c h t e n v a n de d o k t e r w o r d e n de volgende dag al bewaarheid: Kees bezwi jk t aan de opgelopen v e r w o n d i n g e n . H i j zal niet de eerste - en zeker ook niet de laatste -z i jn geweest die i n de str i jd tussen mens en machine het onderspi t heeft moeten delven.

Lastige lotelingen A a n Napoleon danken we de invoer in g van de dienstpl icht . I n de negentiende eeuw en ook nog i n de eerste jaren van de twint igste eeuw w e r d er door m i d d e l van l o t i ng ui tgemaakt wie van de diensplicht igen w e l en w i e niet 'onder de wapens ' moesten k o m e n . Voor de betrokkenen was de t i jd van de l o t i n g vanzelf­sprekend een periode van grote spanning. En of je n u het geluk had te w o r d e n vri jgeloot of dat je hoorde tot de categorie pechvogels die wel i n dienst moesten, i n beide gevallen had je een goede reden o m je hei l of je troost te zoe­ken i n alcoholica. Dat gebeurde dan ook v o ­lop . H e t zal dan ook geen verbazing w e k k e n dat de pol i t ie i n de dagen dat de jaarlijkse lo ­t i n g plaatsvond de handen v o l had om te v o o r k o m e n dat allerlei groepjes dronken jon­gelui die zich i n de stad ophielden, te veel overlast veroorzaakten. Het jaar 1903 zal, wat d i t betreft, niet hebben afgeweken van andere jaren. I n de Tilburgsche Courant van 25 oktober van dat jaar val t te lezen hoe het er die dagen i n de stad is toegegaan.

O p maandag en dinsdag i n die oktoberweek moet het n o g z i jn meegevallen, op woensdag begint het al een beetje u i t de h a n d te lopen. I n het begin van de week "bepaalde zich de bewe­ging nog al grootendeels door het zingen en zwie­ren langs de straten, doch Woensdagmiddag bleef het daarbij niet meer". M e t name op de Heuve l is het d a n b i j z o n d e r r u m o e r i g . Omstreeks t w a a l f u u r w i l l e n enkele d r o n k e n l o t e l i n g e n het café v a n Oppermans b innendr ingen . Daar w o r d t h u n aanwezigheid niet erg op prijs ge­steld; de jonge lu i w o r d t de toegang gewei­gerd. Dat w o r d t de kastelein niet i n dank afge­nomen; een groepje lotel ingen reageert h ierop met het maken v a n "alle mogelijk kabaal" en ze

Page 23: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Links van het midden de Iwuten politiepost op de

Heuvel in de jaren twintig (part. coll. Tilburg).

beginnen tegen de gesloten cafédeur te t rap­p e n . A l s ze z i e n d a t het t o c h n ie ts u i t h a a l t , d r u i p t het groepje af naar café V a n L o o n . A l s ze ook daar niet b innen mogen, herhalen zich dezelfde taferelen.

"Teleurgesteld trokken de oproermakers af, doch keerden te 1 uur terug en zetten den Heuvel op stel­ten." N u w o r d t het p o l i t i e h u i s j e a ldaar het d o e l w i t v a n de o n t e v r e d e n j o n g e l u i , w a n t daar z i t i n m i d d e l s een van de lotel ingen "opge­borgen". I n het poli t iehuis je b e v i n d t zich ook een drietal agenten die het erg zwaar hebben o m te m i d d e n van alle t u m u l t de orde te hand­haven. "Twee hunner, de derde bleef ter bewaking van den opgeslotene achter, maanden de ruitioerige bende tot kalmte aan, doch dit baatte niet." Inte­gendeel. De jongelui maken het de agenten zo lastig dat die zich genoodzaakt zien "de belha­mels" te arresteren. Ze hebben er nog een hele k l u i f aan, w a n t behalve v a n de lotel ingen (vier i n getal), heeft de pol i t ie veel last v a n "het om­ringende volk, dat de partij koos der arrestanten en met allerlei vuil wierp, zelfs met heete koffie die sommigen in hunne blikken busjes voorhanden hadden". Er heerst een duide l i jke ant ipol i t ie -s temming, waarvan ook b l i jk gegeven w o r d t door kreten als: "Slaat ze dood."

Ondanks alle tegenstand l u k t het de agenten ten slotte o m een van de lotel ingen te arreste­ren. Het transport naar het pol i t iebureau is echter een ware hindernisbaan. A f en toe is er geen d o o r k o m e n aan en regelmatig moeten de agenten "om ruim baan te maken, van hunne wa­pens gebruik maken, waarbij menig omstander duchtige klappen bekwam". Maar ook de agenten zelf kom e n er let terl i jk niet zonder kleerscheu­ren af: de ene diender "werd bijna de sabel ont-twomen", bovendien w o r d t hi j i n z i jn gezicht geslagen en w o r d e n z i jn kleren gescheurd; z i jn collega w o r d t enkele keren f l i n k tegen zi jn be­nen getrapt. G e l u k k i g voor de beide agenten is er i n m i d ­

dels versterking komen toesnellen om de ar­restant, een zekere M . , naar het hoofdbureau o v e r te b r e n g e n . T o c h h e e f t h e t vee l v a n " d w e i l e n met de kraan open" , w a n t terwi j l M . w o r d t afgevoerd, zi jn inmiddels bij het poli t ie­huisje op de Heuve l de rui ten ingeslagen, en wat erger is: daardoor is het "den aldaar gearres­teerde gelukt te ontvluchten ".

Er zi jn nog enkele arrestaties n o d i g o m te be­reiken dat de Heuvelstraat "loeer tot hare gewo­ne kalmte terugkeerde". Een kalmte die echter niet van lange d u u r b l i jk t . Na deze rumoerige woensdag vo lg t o p n i e u w een d r u k k e dag voor de T i l b u r g s e p o l i t i e . O p d o n d e r d a g m i d d a g z i jn het weer andere lotelingen die de Heuvel i n rep en roer zetten. Ook deze keer v inden er i n de b u u r t van diverse cafés weer opstootjes plaats, "en gaven zoo de politie loederom de han­den vol". V a n poli t iezi jde w o r d t er n u hard op­getreden: een viertal lotelingen w o r d t gearres­teerd, "waarvan een zoodanig toegetakeld was, dat zijn hoofd zoel één bloedvlek leek". En niet alleen op de Heuvel gaat het er hard toe: "Ook nog in andere gedeelten der stad wns het vrij rumoerig en tot laat in den avond hosten half­dronken lotelingen door de straten, het den burger nu en dan lastig makende"; met andere woorden : het bleef nog lang onrust ig in de stad.

B r o n n e n en literatuur

Het schot op de kermis: Gemeentearchief T i l b u r g ( G A T ) , T i l b u r g s c h e C o u r a n t (TC) 29.08.1900; N i e u w e T i l b u r g s c h e C o u r a n t ( N T C ) 30.08.1900; Rijksarchief Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch (RANB) archief 116.01.02, i n v . N r . 279 ro l 687,1900.

Vliegend gereedschap: G A T , N T C 01.05.1901, 0 9 . 0 5 . 1 9 0 1 , 11 .05 .1901 e n 03 .08 .1901 ; T C 05.05.1901.

D e viool van manke Nol : G A T , Politiearchief, inv .nr . 761,11.07.1904; TC 17.07.1904.

Mensen en machines: G A T , Politiearchief, i n v . N r . 6 4 1 , 10 .11 .1902 ; T C 24 .08 .1902 , 03.08.1902 en 07.04.1904; N T C 08.11.1901.

Lastige lotelingen: G A T , TC. 25.10.1903.

Doremalen, H . van, (met medewerk ing van M a r t i n van Broekhoven), D'n Atelier; Geschie­denis van de spoorwegwerkplaats Tilburg 1868-1903 ( T i l b u r g 1993).

Janssen, R., We hebben gezongen en niks gehad (Ti lburg-Breda 1984), p.9-16.

Page 24: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Bibliotheek Theologische Faculteit Tilburg en kapucijnenboeken* T o n v a n der M e e r * *

* Dit nrtilcel is een bewericte

versie van een gelijknanng

artikel in: Bulletin

Sticliting dr. P.j. Cools

MSC,nrU1999).

** Ton van der Meer (1940) is bibliothecaris bij de

BibliotlwckTlwologisclu' Faculteit Tdbnrg.

Pater dr. Petrus Josephus

Cools MSC (1904-1973).

Pater Piet Cools is in 1904 in Tilburg ge­

boren. Hij werd missionaris van het

H.Hart. Deze congregatie is hier in

Tilburg beter bekend als paters van de

Rooi Harten. Deze naam kregen ze we­

gens het rode hart dat ze in de beginjaren

op hun toog droegen. In 1967 werd pater

Cools benoemd tot bibliothecaris van de

Theologische Faculteit Tilburg (TFT).

Bibliothecaris zonder bibliotheek.

In hetzelfde jaar was immers de TFT opge­richt . Verschil lende b i sdommen, orden en

congregaties besloten te gaan samenwerken w a t betreft de o p l e i d i n g van h u n kandidaten .

De achterliggende gedachte was dat ook voor de katholieke kerk de t i jd niet st i lstond. Dat er mi nde r kandidaten k w a m e n was een gegeven. Belangrijker was dat de init iatiefnemers verze­kerd w i l d e n z i jn van een bijdeti jdse, pastorale en wetenschappeli jke v o r m i n g . Vooral de eis tot kwal i te i tsverbeter ing is de aanzet tot het ontstaan van de h u i d i g e theologische facultei­ten. Goede bibl iotheekvoorzieningen zi jn daar­voor noodzakel i jk .

D e Theologische Faculteit T i l b u r g Het begon allemaal i n 1963 op een studiebi j ­eenkomst van professoren van grootsemina­ries. Eén van de 66 dogmatiek-professoren, pater Luchesius Smits, kapuci jn , h ie ld een toe­spraak. Z i j n rede: "De urgentie van de studie­reorganisatie voor de Nederlandse Groot-Se­minar ies" kan gezien w o r d e n als het startsein tot het ontstaan van de theologische samen­werkingsverbanden. De cijfers waren d u i d e ­l i jk . I n mei 1963 telden de Nederlandse groot­seminaries voor zielzorgers 1929 studenten met ten minste 383 professoren (gastdocenten niet meegerekend). Het grootste had 188 stu­denten met 14 professoren; het kleinste 16 stu­denten met 9 professoren. Van het grootste be­lang i n de ogen van de deelnemers was echter dat de k w a l i t e i t van de ople idingen o m h o o g moest. A l s centrale vraag voor de toekomst i n de o p l e i d i n g tot zielzorger stond de o n d e r l i n ­ge v e r h o u d i n g tussen cu l tuur , beroep en w e ­tenschap voorop . De culturele v o r m i n g moet breed genoeg zi jn o m de student i n staat te stellen zichzelf en de mensen v a n z i jn t i jd te begri jpen. De o p l e i d i n g is gericht op een pries­terli jke bediening die afgestemd moet z i jn op de hedendaagse mens i n z i jn eigen cul tuurge­bied. De professoren behoren deel te nemen aan wetenschappeli jk onderzoek. U i t eigen er­v a r i n g zu l len zij dan k u n n e n laten aanvoelen hoezeer de theologie zoekende kan zi jn . O p welke wi jze zij de k o m m e r van de moderne mens o m de diepste z i n van zi jn bestaan over­neemt, verheldert en begeleidt. O m d i t te be­reiken moest de hele s tructuur van de groot­seminaries g r o n d i g veranderen.

Page 25: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Het bibliotl>eekdepot vaii de Theologische Faculteit

Tilburg in november 1999 (foto Frans van Ameijde).

I n U d e n h o u t stond het grootseminarie van de paters kapuci jnen. De kapuci jnen hadden u i t ­stekende contacten met de R.K.Leergangen i n T i l b u r g . T i l b u r g als vestigingsplaats voor één v a n de gezamenli jke ople idingen lag voor de hand. I n 1964 besloten de paters kapuci jnen, de missionarissen van het Goddel i jk W o o r d en de missionarissen van de H.Famil ie samen te werken i n het Gemeenschappelijk Ins t i tuut voor Theologie in T i l b u r g . De R.K.Leergangen boden klaslokalen aan voor de studenten u i t U d e n h o u t , Teteringen en W a a l w i j k . Tijdens de eerste jaren van het Ins t i tuut k w a m e n er o.a de missionarissen van het H . H a r t en de b i sdom­m e n v a n 's-Hertogenbosch en Breda bi j . Ze w i l d e n via een n ieuwe st ichting, verbonden aan de Kathol ieke Hogeschool te T i l b u r g , een erkende theologische faculteit aan die Hoge­school opr ichten. I n 1967 w e r d de TFT opge­richt . I n de eerste jaren was de f inanciering van de TFT geheel ten laste van de init iatief­nemers . D o c e n t e n , en o o k de b i b l i o t h e c a r i s , k w a m e n van de samenwerkende grootsemi­naries. De studenten k w a m e n binnen als kan­didaten voor de b i sdomme n, orden en congre­gaties. I n de thuisbasis k o n d e n zi j beschikken over een "e igen" , vaak zeer goed voorziene b i ­bliotheek.

Pater Cools w e r d dus bibliothecaris van een faculteit die nog geen eigen bibl iotheek had. V a n het algemene beginsel: "een goede theolo­gische faculteit kan niet zonder een goede b i ­b l iotheek" was iedere part ic ipant o v e r t u i g d .

D i t beginsel moest pater Cools in daden o m ­zetten. H i j g ing op strooptocht. Het resultaat van deze strooptochten kan gereconstrueerd w o r d e n vanui t de eerste meters boeken van de TFT. Bezocht en gestroopt werden de bibl iot­heken van de missionarissen van het H . H a r t , missionarissen van het Goddel i jk W o o r d , mis­sionarissen van de H.Famil ie en de minder­broeders kapuci jnen. Deze boeken zijn niet voorzien van de eigen stempel van de TFT. Bijna voorz icht ig is er een briefje ingeplakt met de w o o r d e n " I n bruikleen bij de bibl io­theek van de Theologische Faculteit T i l b u r g " . Tussen de b u i t van pater Cools staat af en toe een ziel ig boekje met een eigendomsstempel van de TFT. Voor de o p b o u w van zi jn b ib l io­theek kon pater Cools p u t t e n u i t de grote col­lecties van vroegere seminaries.

In de beginjaren w e r d de dynamiek van de TFT u i t g e d r u k t door de plaats; i n de b u u r t van het station i n T i l b u r g . In een t i jd dat de econo­mie geleideli jk aan de normerende rol van de godsdienst gaat overnemen was de eerste huisvest ing van de TFT in het voormalige ge­b o u w van de Kamer van Koophandel bijna van een symbolische betekenis. I n dat gebouw was meer rekening gehouden met boekhou­den dan met een boekeri j . De boeken en t i j d ­s c h r i f t e n d i e b i n n e n k w a m e n , k r e g e n een p l a a t s o p z o l d e r en i n de k e l d e r . En o v e r a l waar maar r u i m t e was. I n de W i l l e m I I straat had de TFT geen bibliotheek. De TFT was een bibl iotheek.

Als in 1970 de TFT een ri jksbi jdrage gaat ont­vangen, kan een begin gemaakt w o r d e n met het i n stand h o u d e n en het u i t b o u w e n van een degelijke theologische bibl iotheek. De TFT-bi­bliotheek zorgt geleideli jk aan zelf voor de aanvul l ing van de eigen collectie. Er ontstond plotsel ing een enorm luxeprobleem. De geza­menli jke seminaries hadden een boekenbezit van r u i m 2.500.000 banden. De ri jkscommissie van A d v i e s inzake het Bibliotheekwezen be­vestigde dat de bibliothecaire waarde van d i t boekenbestand i n z i jn totaliteit aanzienlijk was. M e n overdr i j f t niet, stelde zij vast, met de bewer ing dat het een wezenl i jk deel ui tmaakt van het Nederlandse boekenbezit. I n decem­ber 1973 verscheen het rapport "De katholieke kerkeli jke b ib l iotheken i n N e d e r l a n d " . Pater Cools is i n datzelfde jaar i n februari overleden. We k u n n e n veronderstellen dat hi j bij het be­g i n van deze rapportage zi jn bijdrage geleverd heeft. D i t rappor t geeft aanbevelingen met het oog op de opt imale funct ioner ing van deze b i ­bl iotheken b innen de Nederlandse kerkpro­vincie en b i n n e n het Nederlandse bibliotheek­wezen waarvan zij een wezenli jke component v o r m e n .

Page 26: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

D e T F T - b i b l i o t h e e k Bij de d o o d van pater Cools bestaat de TFT-bi­b l i o t h e e k pas enkele j a r e n . A l s b e g i n n e n d e wetenschappeli jke bibl iotheek behoefde zo­w e l het onderdeel dat direct n o d i g is voor het goed f u n c t i o n e r e n v a n de o p l e i d i n g , a lsook een uitgebreider bestand dat noodzakel i jk is voor onderzoek, aanvul l ing . Naast de boekerij v a n het eerste u u r , v e r z a m e l d d o o r pater Cools u i t de collecties v a n de p a r t i c i p a n t e n , heeft de TFT slechts een k le ine , maar zeer gespecialiseerde collectie van het v o o r m a l i g L i turg isch C e n t r u m te Ni jmegen v e r w o r v e n . I n samenspraak met de eigenaars k o m t de commissie met het voorstel de b ib l iotheken van de paters kapuci jnen, van het b i s d o m 's-Hertogenbosch en misschien die van de mis­sionarissen van het H . H a r t bi j de TFT onder te brengen . M e t de paters k a p u c i j n e n was al i n beginsel overeengekomen h u n b i b l i o t h e e k i n haar geheel over te nemen. V e r s p r e i d over v e r s c h i l l e n d e d e p o t s t e l d e deze c o l l e c t i e 300.000 banden, met 110.000 verschillende t i ­tels. Het b i s d o m 's-Hertogenbosch zocht nog naar een m o g e l i j k h e i d o m de col lect ie v a n 100.000 b a n d e n v a n h e t g r o o t s e m i n a r i e H a a r e n o n d e r te b r e n g e n b i j de K a t h o l i e k e H o g e s c h o o l T i l b u r g . De miss ionar issen v a n het H . H a r t overwogen hoe h u n collectie v a n 30.000 banden vanui t het g y m n a s i u m en de 65.000 banden v a n h u n grootseminarie op den langen d u u r dienst ig k o n z i jn aan de Tilburgse o p l e i d i n g .

Het in 1882 gebouiode Iclooster van de kapucijnen

aan de Korvelseweg omstreeks 1900 (part. coll.

Tilburg).

Een collectie van deze o m v a n g kan enkel een plaats v i n d e n b innen een universi te i tsbibl io­theek. D i t kerkel i jk boekenbestand kan zeer z i n v o l functioneren b innen de Katholieke H o ­geschool T i l b u r g . Deze bestaat juist u i t facul­teiten van menswetenschappen. De Kathol ie­ke Hogeschool T i l b u r g w o r d t Katholieke U n i ­versiteit Brabant. I n 1974 w o r d t bi j K o n i n k l i j k

Besluit de TFT erkend. Hiermee is dan de basis gelegd dat de bovengenoemde bibl iotheken bi j de TFT geplaatst k u n n e n w o r d e n . I n deze periode verhuis t de TFT naar de n i e u w b o u w o p de c a m p u s . H e t w e t e n s c h a p p e l i j k aspect v a n de reorganisatie van de groot-seminaries is hiermee verzekerd. Seminarieprofessoren moeten voortaan vo ldoen aan de eisen die aan universiteitsprofessoren w o r d e n gesteld. De TFT-studenten k u n n e n gebruikmaken van het collegeaanbod en de culturele manifestaties v a n de universi te i t . Er k o m e n studenten die geen kandidaat z i jn v a n een b i sdom, orde of congregatie. Zelfs v r o u w e n , de eerste als re l i ­gieuzen, doen h u n intrede.

Pater Cools heeft een bibl iotheek samenge­steld v a n handboeken, standaardwerken, na­s lagwerken, bronnenmateriaal en t i jdschriften die i n de eerste behoefte van de op le id in g voorziet . Deze k w a m op de TFT-leeszaal. Of de univers i te i t er enige symbol iek i n zag: de TFT-leeszaal k w a m op de hoogste verdieping . H e t dichtst bi j de hemel . Onder de n i e u w ­b o u w w a r e n e n o r m e k e l d e r s . Deze b o d e n r u i m t e o m de uitgebreide kerkeli jke collecties i n a fwacht ing van h u n i n w e r k i n g op te slaan. D e m o g e l i j k h e i d o m de b i b l i o t h e k e n v a n Haaren en de kapuci jnen over te nemen w o r d t door de TFT met beide handen aangegrepen. H a a r e n h a d een gro te centrale b i b l i o t h e e ­k r u i m t e . A l l e boeken s t o n d e n daar v o l g e n s vakgebied geordend. Een goede catalogus o m het juiste boek te v i n d e n was daar niet n o o d ­zakeli jk. Bovendien was het de gewoonte dat de Haarense professoren h u n eigen b ib l io ­theek inr icht ten . O p den d u u r k w a m e n de be­langri jkste professorenboeken terecht i n de se­minariecollectie. Bij de kapuci jnen is d i t totaal anders . I eder k l o o s t e r heef t z i j n b o e k e n en geen enkele kapuci jn k a n een boek "het m i j n e " noemen. Alnaargelang de specifieke behoefte v a n klooster of k looster l ing w o r d e n i n naam v a n het klooster boeken aangeschaft.

Minderbroeders k a p u c i j n e n Een kapuc i jn heeft geen eigen boeken. Om de armoede beter te onderhouden en om alle verkleefd­heid aan aardsche zaken en alle bijzonderheden in het gebruik daarvan allengs uit de harten der Broeders weg te nemen, bevelen wij, dat er in al onze Huizen een behoorlijke bibliotheek zij. (Cita­ten u i t de kloosterregel van de kapuci jnen z i jn cursief gedrukt . ) Een bibl iof iele kapuci jn is te­gen de kloosterregel. H e t voorschrif t geen ei­gen boeken te bezitten w e r d zeer ernstig geno­men. Indien eenige Broeder bevonden werd eige­naar te zijn, zal hij van alle bediening der Orde be­roofd worden; doch indien iemand dusdariig bij zijneri dood bevonden werd - hetgeen God verhoede - worde hij van de kerkelijke begrafenis beroofd; en

Page 27: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

evenzoo hij, die zonder vergunning..., boeken of ee­nige andere zaak buiten onze kloosters in bewaring zal geven, worde als eigenaar gestraft. Heerzoon, heerbroer, heeroom een pracht ig boek cadeau doen w e r d bi j de kapuci jnen niet op pri js ge­steld. A l s het gebeurde, g i n g het boek regel­recht naar de bibl iotheek voor gemeenschap­pel i jk gebruik . I n d i e n het n o d i g en n u t t i g was, stelde het klooster boeken beschikbaar. Hier ­mee z i jn w e meteen op een kenmerk van de kapucijnencollectie gekomen. Er zitten geen persoonsgebonden deelcollecties i n . Al leen i n sommige boeken v a n na 1960 is er een per­soonsvermelding. Wel w e r d soms een boek voor langere t i jd ter beschikking gesteld aan een pater. D i t w o r d t dan op het t i te lblad ver­m e l d met " a d u s u m fratr is . . . " . H i j was dan ge­rechtigd het op z i jn kloostercel te bewaren.

N i e t alleen de kapuci jn had geen eigen boe­ken. Zelfs de afzonderli jke kloosters niet. De provincie was de eigenaar. De algemene b i b l i ­othecaris kan, volgens het reglement van 1910 " O v e r de b i b l i o t h e k e n " de g r o t e r e w e r k e n plaatsen i n die kloosters, waar ze, o m het ge­b r u i k , het best thuishoren. De stempels i n de boeken kan men zien als een eigen reis- en ver-bl i j fdocument . Hoe meer stempels, des te be-wogener is het leven v a n het boek geweest. Deze stempels z i j n een u i t d r u k k i n g van de klooster l i jke gelofte v a n armoede en gehoor­zaamheid. Indien mogel i jk , is één exemplaar voldoende voor de hele provinc ie . Het boek gaat waar het gelezen w o r d t . Een boek heeft een functie. Het moet gelezen, bestudeerd of bemediteerd w o r d e n . H e t moet dienen voor studie, n u t t i g z i jn voor het apostolaat of op­w e k k e n tot stichteli jk leven. Een ongelezen, "maagde l i jk " boek hoort niet i n een kapuci j ­nencollectie. Een kapotgelezen boek heeft de

Enkele stukgelezen boeken, waaronder zogenaamde 'blotevoetenbanden' die

niet in leer of perkament waren gebonden (4e van

links en del uiterst rechts) (coll. Bibl. TFT, foto Frans

van Ameijde, 1999).

hoogste staat van volmaaktheid bereikt. Als het de moeite waard is, geeft restauratie het eeuwige leven.

De eeuwenoude leefregel van de minderbroe­ders kapuci jnen, een u i t w e r k i n g van het gees­teli jk testament van de heilige Vader Francis­cus, is du i de l i j k . dewijl hij, die Christus, het boek des levens, niet weet te lezen en na te volgen, geene leer heeft om te kunnen prediken, daarom be­velen wij den Predikanten, opdat zij Hem bestudee-ren, dat zij niet vele boeken meedragen, dewijl toch in Christus Jezus alle schatten der goddelijke wijs­heid en wetenschap zijn. Doch de boeken, die hun iwodzakelijk zijn, zullen zij in gemeenschap hebben en niet in het bijzonder, zooals altijd de tneening geweest is van onzen zeer geliefden Vader. En om de armoede beter te onderhouden, en uit de harten der Broeders alle geiwgenheid en bijzonderheid te verbannen, beveelt men, dat in al onze kloosters eene middelmatige kamer zij, waarin men de H. Schrift, de godvruchtige en H.H.Vaders, en andere noodzakelijke boeken zal hebben; doch de nuttelooze boeken der heidenen , die de mensch meer loereldge-zind dan christelijk maken, zullen in onze kloosters niet toegelaten worden; en indien er eenig was, zal men het volgens de beschikking van de P.P. Gene-ralen of Provincialen den eigenaars wedergeven of verbranden. Dat teruggeven en verbranden is een verta l ing van het w o o r d " e l i m i n e n t u r " : het moet meteen v e r w i j d e r d w o r d e n . Het kapuci jnenleven zelf is een geleefde na­v o l g i n g v a n de boodschap van Christus. Op goed geluk en i n het volste v e r t r ouwen op G o d gingen zij r o n d : zonder geld, zonder re­servekleren, zonder schoenen. Als leer al taboe was voor h u n voeten, dan zeker voor h u n boe­ken. De toestand van vele kapucijnenboeken kan omschreven w o r d e n als "provisorisch ge­b o n d e n i n k a r t o n " , " i n o n b e d r u k t papieren o m s l a g (zoals u i t g e g e v e n ) " of " g e ï m p r o v i ­seerd gebonden in afwacht ing van een echte b i n d e r " . V o l l e d i g i n h u n geest z o u m e n b i j deze boeken beter kunne n spreken over een blotevoetenband.

I n d i t voorschrif t van de kapucijnenconstitutie doemt het beeld van een m o n n i k op u i t de ro­m a n "De naam van de roos" van Umberto Eco. Ri jkeli jk verluchte handschriften en kostbare banden zi jn een g r u w e l . Zelfs l i turgische boe­ken moeten bi j de kapuci jnen van een degelij­ke eenvoud zi jn . De Missaals en de Breviers, als­mede al oiize andere boeken, moeten eenvoudig ge­bonden zijn, zonder gezochte en kostbare sloten. Prachtige banden enkel o m te pronken of i n ­d r u k te maken k w a m e n niet voor.

Studie en wetenschap Ook i n het klooster go ld : jong geleerd is oud gedaan. De kapuci jnen i n de Nederlanden w i l ­den aanvankeli jk, e ind 16e eeuw, het gebruik

Page 28: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Brochures afkomstig uit

een kapucijnenbilbliotlieek,

zuinig ingebonden in één

band (coll. Bibl. TFT, foto

Frans van Anwijde, 1999).

v a n b o e k e n b i n n e n enge g r e n z e n h o u d e n . " N i e u w e l i n g e n m o c h t e n s lechts é é n g o d ­v r u c h t i g boek tot h u n gerief hebben. Wat ver­der onthouden moest w o r d e n , moesten zi j zelf n o t e r e n i n een k l e i n s c h r i j f b o e k . M e t h u n s c h r i j f p a p i e r en g a n z e n p e n n e n m o e s t e n ze w e l p r o f i j t i g omgaan. Bij de oudere re l ig ieu­zen waren er die iedere week, ja dagelijks, een n ieuwe pen moesten hebben of ze inkor ten . T e r w i j l goede rel igieuzen zich soms jarenlang met dezelfde konden behelpen, al schreven zi j ook boeken." (De historische in format ie i n d i t art ikel k o m t vooral u i t het t iendelige w e r k van pater H i l d e b r a n d : De Kapuci jnen i n de Neder­landen en het pr insb isdom L u i k ; A n t w e r p e n , 1945/1956. Citaten u i t d i t w e r k staan tussen aanhalingstekens.) Deze levenshouding is niet s t r i jd ig met een de­gelijke wetenschappeli jke o n d e r b o u w i n g van h u n studie en pastoraat. Hi ldebrands conclu­sie van het wetenschappeli jk pei l v a n de stu­dies plaatst het boekenbezit van de kapuci jnen i n een juiste context. "Stel l ig stonden de K a p u ­cijnen inzake wetenschap niet op het pei l van de Jezuïeten, die bijna heel h u n leven met stu­die bez ig z i j n , al is het ook veelal met letter­k und e . Bij de Kapuci jnen streefde m e n mèèr naar een prakt isch doel ; m e n zocht eigen v o l ­m a k i n g en w i l d e z i c h b e k w a m e n v o o r de biechtstoel en mèèr nog voor het p r e d i k a m b t . " KwaHtei t moet, luxe is u i t den boze.

Pastoraat De minderbroeders horen bi j de bedelorden, die vanaf de 13e eeuw ontstonden. I n de leef­regel van de kapuci jnen, i n 1528 ontstaan als

een zelfstandige tak v a n de minderbroeders, staan twee evangelieteksten centraal. H u n ide­aal is Christus navolgen i n z i jn armoede. Nie t met een boekje i n een hoekje, maar kwetsbaar i n het vol le leven. H u n levenstaak is aposto­laat. Dat w o r d t bepaald door de opdracht van C h r i s t u s a a n z i j n a p o s t e l e n . H i j r i e p h e t twaal f ta l bi j z ich en z o n d hen twee aan twee u i t . G o u d - , zi lver- , noch kopergeld moogt gi j i n u w gordels dragen, geen tas, geen twee o n ­derkleden, geen schoeisel, geen reisstaf mee-n e m e n , . . . ( M a t t e ü s , X : 1 0 ) . E l k k l o o s t e r te lde minstens twaal f minderbroeders . Predik ing en biechthoren was h u n voornaamste opdracht. B r u g m a n was een minderbroeder. Helder, een­v o u d i g en d u i d e l i j k . De p r e d i k a n t e n z u l l e n zich o n t h o u d e n van verf i jnde, opgesmukte en gezochte w o o r d e n . Zelfs de meest eenvoudige k e r k g a n g e r m o e t h e t k u n n e n b e v a t t e n . D e k le inhe id v a n de eigen kerken kan men als een zeer strategische zet beschouwen. V a n u i t h u n kloosters t r o k k e n zi j erop u i t o m i n de grotere kerken te gaan preken. Voor de eenvoudige gelovigen zorgden zij ook als een speciale v o r m v a n apostolaat voor een­voudige gebedenboekjes. "Kapuci jnenui tgaven z i jn meestal v a n geeste­li jke aard. Veelal kleine onoogli jke boekjes, die men thans door het gebruik geheel versleten t e r u g v i n d t . Een bewijs hoe die affectieve l i te­r a t u u r d o o r de g o d v r u c h t i g e z i e l e n g r e t i g w e r d vers londen."

D e bibl io theek H u n leven is een na v o lg ing van Christus. De vossen hebben holen, en de vogels i n de lucht h e b b e n nesten; m a a r de M e n s e n z o o n heef t n ie ts o m er z i j n h o o f d o p te l eggen (Lucas 1X:58). A r m o e d e volgens het evangelie is h u n ideaal. Zelfs de kandelaars voor de eredienst moeten van h o u t z i jn . Deze armoede k o m t ook tot u i t d r u k k i n g i n h u n gebouwen. Wat niet s t r ikt n o d i g is, w o r d t niet g e b o u w d . Onze ker­ken zullen klein en armoedig zijn, doch stichtend, eerzaam en zeer zindelijk. I n het koor staan een­v o u d i g e koorbanken voor het koorgebed. De enige andere gemeenschappelijke ru imte is de eetzaal, de refter. De bouwvoorschr i f ten hier­voor z i jn ook str ikt . De hoogte van den refter moet in verhouding staan tot zijne lengte, maar over het algemeen zal hij niet hooger zijn dan 3.80 M., uitgenomen het geval, dat de lucht zeer slecht zou zijn, dan mag hij een weinig hooger gemaakt worden. I n de kloosterregel staat dat de boeken geplaatst moeten w o r d e n i n een "conveniens locus" , o p een geschikte plaats. Later w o r d t d i t ver taa ld tot "eene m i d d e l m a t i g e kamer" . G e w o o n l i j k was d i t de r u i m t e boven het koor . O o k w e r d e n vaak boeken en t i jdschri f ten ter consultatie i n de refter geplaatst. Ze mogen niet meegenomen w o r d e n . I n het reglement

Page 29: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Brochures over drank­misbruiken drank­

bestrijding, ondermeer door kapucijnen geschreven

(coll. Bibl. TFT, foto Frans van Ameijde, 1999).

van 1910 " O v e r de b ib l io theken" staat dan ook n o g steeds: "De i n o m l o o p zi jnde t i jdschri f ten en couranten w o r d e n , o m te verhinderen, dat zij ver loren geraken, na lezing, ordel i jk opge­borgen i n een daartoe bestemd kastje i n den refter." In ople idingshuizen stonden vroeger de boeken i n de klaslokalen. O p de cellen was er geen boekenplank. A l s m e n al een boek had , k o n dat bewaard w o r d e n op een p lank aan het voeteinde van de bri ts , die eens per jaar met Pasen van n i e u w stro v o o r z i e n w e r d . De ka­p u c i j n e n k l o o s t e r s v e r s c h i l l e n d a n o o k zeer veel van de i n d r u k w e k k e n d e abdijen, waar kostbare bibl iotheken de geleerdheid en voor­treffel i jkheid van de orde ten toon spreiden. O m van bisschoppeli jke en pauselijke paleizen m a a r n i e t te s p r e k e n . D e z e o p v a t t i n g v a n Christus navolgen k l o n k velen als een ketteri j i n de oren. I n de eerste jaren van h u n bestaan w e r d e n de minderbroeders van de H.Francis­cus wegens h u n grote n a d r u k op de armoede van Christus die zij w i l d e n naleven dan ook vaak van ketteri j beschuldigd.

D e k a p u c i j n e n i n de N e d e r l a n d e n D e m i n d e r b r o e d e r s o n t s t o n d e n i n de 13e e e u w als v o l g e l i n g e n v a n F r a n c i s c u s v a n Ass i s i . T e g e n w o o r d i g z o u d e n w e zeggen dat h u n a r m o e d e - i d e a a l v a n u i t he t evange­l ie en igsz ins f u n d a m e n t a l i s t i s c h i n de o r e n k l i n k t . Zel fs v a n h u n eigen f a m i l i e n a a m z ie n ze af. Ze k r i j g e n een k loos ternaam g e v o l g d door de naam van h u n geboortestad. Er z i jn sinds 1882 der t ig kapuci jnen geweest die " v a n T i l b u r g " als plaatsnaam voerden. H u n levens­

stijl is uitermate bevorderl i jk voor h u n pasto­raat. Frank en v r i j kunnen zij gaan waar de be­d i e n i n g hen roept. En ze kunnen weer gemak­keli jk voor een n ieuwe opdracht naar een an­der klooster gestuurd w o r d e n . Een verhuis­wagen is niet n o d i g . Als ze al een schoenen­doos zouden hebben, kunnen h u n persoonlij­ke bezitt ingen daarin vervoerd wo rden . Zelfs h u n k l e d i n g is standaard. Dat de habijten niet langer zijn dan tot de enkels, breed elf palmen en voor de zwaarlijvigen twaalf. Het koord zorgt voor de f in ishing touch. H u n werkterre in is de brede kr ingen van het vo lk . De overgrote meerderheid was noodge­d w o n g e n even arm, zonder dat ze de levensre­gel van Franciscus volgden. De levensregel is streng. Het leven is sterker dan de leer. O p de b r u i l o f t van Kana veranderde Jezus water i n w i j n . En zi jn kleren waren klasse. Soldaten onder het k r u i s dobbe lden e r o m . A l spoedig w e r d er gevraagd; m a g het iets m e e r / m i n d e r zijn? Er waren zeer felle disputen over. Kerke­li jke en wereldl i jke overheden bemoeiden zich ermee. De drang tot kerk- en kloosterhervor­m i n g le idt in 1528 tot het ontstaan van de ka­puci jnen. E i nd 16e eeuw ko m e n zij met de Spaanse le­gers de Nederlanden binnen. I n Maastricht (1609), 's-Hertogenbosch (1611), Breda (1625) g5 en Velp bi j Grave (1645) w o r d e n kloosters op­gericht. De o v e r w i n n i n g van de Staatse legers had de s lu i t ing van de kloosters i n 's-Hertogenbosch (1629) en Breda (1637) tot gevolg. In 1644 trok­ken zij zich officieel u i t de Hollandse Zending terug. Velp w o r d t h u n enige missiepost. Voor Rome was Neder land een missiegebied. In w a t voor situatie zij verkeren is duidel i jk u i t een van h u n meest geconsulteerde handboe­ken: Pastorale miss ionar iorum. Het is geschre­ven door de dominicaan J.Verjuys, van 1657 tot 1667 missieprefect i n de Hollandse Zen­d i n g . I n 1664 publiceerde hi j z i jn "Pastorale m i s s i o n a r i o r u m " . Het handboek voor pries­ters die volgens Rome werkten i n de "missie i n de door ketters bezette delen van de Neder­landen" . Het TFT-exemplaar was aan flarden gelezen. Onlangs is het gerestaureerd. O p het voorblad staat dat pastoordeken van Velp d i t boek "anno 1670" geschonken heeft aan de " b i b l i o t h e c a p p . c a p u c i n o r u m V e l p e n s i u m " . Met dezelfde hand staat hier ook op de titelpa­gina " c a p u c i n o r u m velpensium 1760". " W e l ­l icht heeft men i n 1760 voor Velp een lijst van boeken opgesteld." I n 1796 w e r d de orde i n de Nederlanden opge­heven. Al leen het klooster van Velp bl i j f t over. I n 1810 moet ook d i t laatste klooster o n t r u i m d w o r d e n . O p voorwaarde dat ze geen nieuwe leden zouden aannemen, mocht het weer i n 1814 betrokken w o r d e n . W i l l e m I I , de koning .

Page 30: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

gaf i n 1840 verlof o m weer kandidaten aan te nemen. V a n u i t h u n enige overgebleven kloosters i n Ve lp en Brugge begint i n 1845 samen met België de wederopbloei van de Nederlandse kapuci jnen. De afscheiding van België i n 1830 speelt i n de geesten door. Nadat i n 1880 de 34 stemrondes i n de Belgisch-Nederlandse p r o ­vincie niet tot enig resultaat le idden, greep Rome i n . Rome benoemt de overste van Ve lp tot provinciaal van een zelfstandige Neder­landse provincie . H i j neemt zi jn intrek i n het n ieuwe klooster i n T i l b u r g . De n ieuwe zelf­standige Nederlandse provinc ie heeft kloos­ters i n Ve lp (1645), H a n d e l (1851), Langeweg (1876) en T i l b u r g (1879). M e t Latijnse les aan twee jongens i n een spreekkamer beginnen i n 1887 de kapuci jnen aan een eigen o p l e i d i n g . I n 1894 k o m t v an u i t Rome een aansporing o m met een eigen d o o r t i m m e r d ople id ingspro­gram te beginnen. Er w o r d t zwaar over nage­dacht. Na ongeveer een jaar w e r d het totale s tudieprogram voor k le in - en grootseminarie naar Rome opgestuurd. Het k o n op een velle­tje u i t een schoolschrift. I n het geheel 24 regels. Spoedig daarna w e r d er echt serieus w e r k v a n gemaakt. Toen i n 1918 de R.K.Leergangen i n T i l b u r g w e r d gevestigd o n t v i n g e n de meeste leraren van het kleinseminarie hier h u n ople i ­d i n g . I n 1920 k u n n e n de kapuci jnen schri jven: "De professoren z i jn gegradueerd of hebben een speciale o p l e i d i n g genoten." De o p l e i d i n g en v o r m i n g van eigen leden kr i jg t de vol le aandacht. De kapuci jnen w o r d e n grotendeels een Bra-

S E R M O N S D U R. P E R E

C H E M I I S I A I S , D E L A C O M P A G N I E

D E J E S ü S , Revus par Ie Pere Bre tonneao de la

méme Compagnie.

T O M E P R E M I E R .

h .\ R U S S E L L E , ChM F K A N f o i s F o p p e n s ,

au Saint Efprit.

D C C . X

bantse orde. H u n studiehuizen zi jn alle i n Noord-Brabant. Het kleinseminarie is i n Lange­w e g bi j Terhei jden. Toen d i t i n de oor log w e r d vernie ld , was d i t i n a fwacht ing van de n i e u w ­b o u w i n Oosterhout enige t i jd i n T i l b u r g ge­vest igd, onder andere i n het R .K.Mi l i ta i r Te­huis . Het noviciaat en de missieprocuur waren i n T i l b u r g , het grootseminarie i n H e l m o n d , Den Bosch en Ud e nho ut . De ople id ing voor de broeders was i n U d e n h o u t . A l s ze parochies aannamen, was dat op plaatsen waar de w e ­reldheren liever niet benoemd werden. V a n u i t Babberich (1883) bi j Zevenaar aan de Duitse grens namen zij de zie lzorg onder de Neder­landse gastarbeiders i n D u i t s l a n d voor h u n re­kening . I n I Jmuiden w a r e n ze werkzaam on­der de kanaalgravers. I n Rotterdam bij de ha­venarbeiders. Vaak stonden h u n kloosters i n de b u u r t van gasfabrieken i n grote steden. Zi j deden aan j e u g d w e r k i n de buur ten waar het h a r d n o d i g was.

H e t is dan ook niet toeval l ig dat de kapuci jnen i n T i l b u r g h u n klooster vestigden op K orve l , d icht bi j de arbeiders. I n die b u u r t waren grote w o l l e n s t o f f e n f a b r i e k e n . I n 1905 v e r t r o k k e n v a n u i t de Ti lburgse missieprocuur de eerste missionarissen naar Borneo. Dat ze iets voor de arbeiders betekenden, mag bl i jken u i t het feit dat ze even h u n weefgetouwen mochten stilzetten o m de helden u i t te zwaaien. De toe­s t r o o m v a n de T i l b u r g s e b e v o l k i n g w a s zo groot dat ze s tormenderhand het perron over­r o m p e l d e n o m hen uitgeleide te doen. O p pas­t o r a a l g e b i e d w a r e n ze zeer g e z i e n . A l s ze volksmissies preekten, was poli t ietoezicht no­d i g o m de menigte i n goede banen te leiden. Ze w a r e n een leeuw op de preekstoel en een lam i n de biechtstoel. De kathol ieken hadden een paasplicht. I n de paasti jd moesten ze de c o m m u n i e o n t v a n g e n . B iechten g i n g eraan v o o r a f . De k a p u c i j n e n w a r e n zeer geziene biechtvaders. M e t acht biechtstoelen was h u n kleine kerkje r u i m voorzien . De zondagsplicht w e r d door de gelovigen zeer serieus genomen. A l s t o p p u n t v a n h u n pastorale f lexibi l i te i t kan m e n de "vissersmissen" 's morgens o m 4 u u r zien. N a de oor log stonden de kapuci jnen aan de w i e g van het Ti lburgse j eugdwerk . Doorleren na de lagere school was enkel aan k inderen van gegoede families gegeven. Ook al beston­den er beperkende maatregelen, de meesten w e r d e n al op jeugdige leefti jd i n het arbeids­proces ingeschakeld. M e t 14 jaar hoorden ze al bi j de groten. O m d a t er thuis w e i n i g te beleven was, k w a m e n ze o p de straat terecht. De le­venssti j l van de kapuci jnen w o r d t gekenmerkt door uiterste soberheid. D i t betekent niet dat er geen aandacht was voor hygiëne, voor hen­zelf en voor die aan h u n zorgen waren toever-

Page 31: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Cumtextuad,anao

. • Siudio Sacrarum

Kapot gelezen hoek uit 1716, afkomstig uit de

bibliotlieek van de kapucijnen Tilburg (coll. Bibl. TFT, foto Frans van

Ameijde, 1999).

t r o u w d . Badgelegenheden w a r e n i n de arbei­dershuizen niet aanwezig. Eigen groepsuni-formen en een kaartje voor het badhuis losten d i t probleem op. N a t u u r l i j k moest er een mis z i jn . Een gratis ontbi j t na de mis zorgde voor de deelname.

De laatste jaren is de kapuci jn u i t het straat­beeld verdwenen . Ongeveer t w i n t i g jaar gele­den riep m i j n zoon bl i j verrast vanui t de w a n ­delwagen " M a m a , een kabouter" . A l s t r o u w e bezoeker van het sprookjesbos i n de Eftel ing was hi j een ervaringsdeskundige. Kabouters herken je aan h u n p u n t m u t s en baard. Nie t de bonen, behalve als a rmelu i sdoperwt ook u i t ­stekend geschikt als veevoer hebben de k a p u ­cijnen h u n naam gegeven, maar de p u n t k a p . Trouwens het materiaal waarvan h u n pi j ge­maakt was, was even t rendy als de b l a u w e je-ansstof. De broeders kleeden zich met het gerings­te, ruwste, grofste en het minst kostbare laken, dat zij gevoeglijk kunnen hebben in de Provincie, waar zij wonen. K leur doet er niet toe. Het was de ca­puchon die opvie l . Er moet iets i n gezeten heb­ben. Anders zou het niet opval len . De capu­chon diende als voormoderne rugzak. De ka­bouter was de termijnbroeder. De levensstijl van de kapuci jnen was gebaseerd op het be­s taansminimum. Ze leefden v a n w a t de gelo­vigen h u n gaven. De termijnbroeder zorgde ervoor dat het i n het klooster k w a m . H u n geestelijke zusters de clarissen hadden en klokje o m te laten horen dat er geen b r o o d op de p lank was.

Tegenwoordig zi jn de kapucijnen opgezadeld met een luxeprobleem. Er k o m t geld binnen. Er is bi jna geen ru imte meer voor h u n pr inc i ­piële, religieus beleefde onzekerheid. De ter­m i j n b r o e d e r v e r k o c h t miss iekalenders . O m geen t i jd verloren te laten gaan, had hi j zi jn bo­terhammen opgeborgen in zi jn puntkap. Er zi jn geen kosten meer voor een eigen oplei­d i n g ; ze kri jgen betaalde functies; de groep w o r d t ouder, er k o m t A O W binnen. Wat te doen met deze weelde? In die t i jd haperde de Nederlandse economie. Het teveel gaat naar de arbeiders. Stimulans w o r d t opgericht tot s t imuler ing van de kwant i te i t en kwal i te i t van de werkgelegenheid in het bedrijfsleven. Het doel w o r d t als volgt omschreven. Participatie­maatschappij op ideële grondslag, die via het verstrekken van risicodragend kapitaal aan ondernemingen een bi jdrage levert aan de k w a n t i t e i t en kwal i t e i t van de werkgelegen­he id : - strategische en financieel-bedrijfseconomi-

sche ondersteuning; - sociaal-organisatorische ondersteuning; - o n t w i k k e l i n g van sociaal beleid, medezeg­

genschap en werknemersparticipatie . O v e r d u i d e l i j k dat de weinige kapucijnen die er nog zi jn , met h u n t i jd meegaan.

Voordat professor Ruud Lubbers met zi jn leer­stoel globalisering T i l b u r g op de wereldkaart zette, kan T i l b u r g een kosmopol i t isch karakter niet ontzegd w o r d e n . Peerke Donders g ing naar Suriname, Francois Janssens was vorige eeuw bisschop in de Verenigde Staten en T i l ­b u r g leverde zi jn zouaven. Enthousiast wer­den i n 1905 de eerste miss ionarissen u i tge­z w a a i d . Daarna v o l g d e n vele paters, fraters, broeders en zusters. H e t k o s m o p o l i t i s c h ka­rakter van T i l b u r g kreeg z i jn eigen u i t d r u k ­k i n g i n het V o l k e n k u n d i g M u s e u m . Het mate­riaal v a n u i t Borneo nam daar een belangrijke plaats i n . De bezoekers konden zo kennisma­ken met de leefwereld van h u n familieleden in verre landen. Het M u s e u m is gesloten. Van de collectie van de kapuci jnen w o r d t een degelij­ke catalogus gemaakt. Als er een vei l ig en ver­a n t w o o r d museum komt , w o r d t alles weer te­ruggegeven aan de mensen i n Borneo. Het gaat dezelfde w e g als h u n boeken. Als wat ze hebben elders beter functioneert, w o r d t het overgedragen. Z o zi jn onlangs ook de hand­schriften en ander bi jzonder bibliotheek-mate­riaal vanui t h u n archief aan de TFT-biblio­theek overgedragen. H i e r v a n w o r d t nu een aparte catalogus gemaakt.

O u d e d r u k k e n Waar k o m e n de oude d r u k k e n u i t de kapuci j ­nencollectie vandaan? Al leen Velp heeft op een korte periode na de stormen doorstaan. Bij

Page 32: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

De eerste huisvestiug van

de bibliotheek van dc

Thcologisclie Faculteit

Tilburg vanl967 tot 1974

aan de Willem U straat.

de aanschaf van boeken waren de kapuci jnen voor 1900 vooral gericht op de prakt i jk . Preek­bundels voor de predikanten, moraalboeken voor de biechtvaders, theologische w e r k e n voor docenten en studenten, v r o m e l i teratuur voor geestelijke lezing en schoolboeken voor de gymnasiale op le id ing . Het echte eigen oude boekenbezit v a n de Ne­derlandse kapuci jnen kent m e n terug aan een handgeschreven " c a p u c i n o r u m v e l p e n s i u m " . Gezien de omstandigheden moet men veron­derstellen dat deze bibl iotheek van geringe o m v a n g was. Er zi jn enkele berichten over de k a p u c i j n e n b i b l i o t h e k e n i n de N e d e r l a n d e n , d ie d i t v e r m o e d e n bevest igen . V e l p k o m t daar in niet voor . " V o o r h u n studies, h u n pre­dikat ie en zelfs eenvoudig voor h u n geestelijk l e v e n h a d d e n de k a p u c i j n e n b o e k e n n o d i g ; o o k h a d ieder k l o o s t e r een b i b l i o t h e e k , ge­w o o n l i j k b o v e n het k o o r . " D a a r m o e t m e n geen al te grootse voorste l l ing v a n maken. " M e n bracht er allerlei d ingen die er hoege­naamd niet thuishoorden: k r u i d e n o m te d r ­ogen, graan o m te bewaren enz." "Later stelde

m e n w e l strengere eisen en i n 1783 verlangde m e n dat de bibl iotheek zo mogel i jk niet meer tot klas of recreatieplaats diende." Maar zo ontzettend h a r d groeide de collectie i n Ve lp niet. " H e t Caeremoniale van 1759 v o n d dat de Oversten ieder jaar een w e r k voor de b ib l io ­theek zouden moeten bezorgen, t e r w i j l men i n de kustodie van de Allerhei l igste D r i e v u l d i g h e i d het al goed v o n d , zo ze d i t eens i n de dr ie jaar k o n d e n doen." Velp hoor­de bi j deze kustodie . A l s d i t als m i n i m u m e i s gesteld w o r d t , moet m e n geen al te grote ver­wacht ingen koesteren over de boekenaanschaf daarvoor.

Wederopbloei U i t het voorafgaande kan een verkeerde i n ­d r u k z i jn ontstaan. V a n u i t de orde van Fran­ciscus z i jn er vele voortreffel i jke wetenschap­pers voortgekomen, met professoren aan de u n i v e r s i t e i t e n v a n O x f o r d en Par i j s . I n de scholastiek stonden de franciscaan Bonaven-tura en de dominicaan Thomas van A q u i n o op eenzame hoogte. M e t de voortref fe l i jkheid v a n h u n eigen sterren l iepen de minderbroeders niet te koop. Bovendien bestonden er strikte regels die het ui tgeven van boeken beperkten. I n het begin v a n deze eeuw heeft een g e w e l d i ­ge omslag plaatsgevonden. H e t kwal i te i t smerk voor het kleinseminarie v a n Langeweg k o m t h ieru i t voort . D i t is ook te lezen i n de herziene levensregel van 1911. Waar docenten aan an­dere seminaries professor genoemd w o r d e n , heten ze bi j de kapuci jnen lector. De Lectoren zullen de voor treffeliike en zoo veilige leer uitleggen van den H.Bonaventura, den Serafijnschen, en van den H.Thomas van Aquino, den Engelachtigen Leeraar. Wat de handboeken betreft zal men, bij ge­lijke verdiensten, de voorkeur geven aan schrijvers onzer Orde. H o e w e l n o g steeds bescheiden, k l i n k t er besef en w a a r d e r i n g v o o r h u n eigen k w a l i t e i t i n door . O m de k w a l i t e i t o p p e i l te h o u d e n w o r d t een u i t s tekende b ib l io theek­voorz ien ing noodzakel i jk geacht. Onze bibliot­heken moeten volgens den tegenwoordigen weten-schappelijken eisch ingericht worden, en zoo veel mogelijk voorzien zijn van de voornaamste werken der oude en nieuwe schrijvers.

H u n ople id ingen w o r d e n erop gericht de eeu­w e n o u d e sterke kanten v a n h u n apostolaat te bevorderen. O p n i e u w zi jn zij i n de zielzorg voor p r e d i k i n g en het geven van retraites be­schikbaar. O p sociaal gebied houden zij z ich bezig met drankbestr i jd ing , eer en deugd, lief­d a d i g h e i d en de sociale kwestie. I n de kapuci j ­nencollectie z i t ten talri jke boeken, boekjes en pamflet ten over d r a n k m i s b r u i k en de sociale leer van de kerk. Zeer vele z i jn door eigen le­den geschreven. Kennis van zaken w o r d t ver­eist over allerlei onderwerpen : voor de ziel -

Page 33: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

zorg onder migrantenarbeiders, w o o n w a g e n ­v o l k , drankzucht igen, zeelieden, k lanten van de reclassering, j eugd v a n de arme volksklasse en voor de o p l e i d i n g van missionarissen. I n deze context moet men ook het proefschrif t van de kapuci jn A l f r e d v a n de Weijer zien. I n 1955 schreef hi j "De religieuze prakt i jk i n een Brabantse industr iestad; een sociografisch o n ­derzoek i n T i l b u r g " . Juist het feit dat de k a p u ­cijnen op allerlei gebied actief waren , maakt h u n boekenbezit zo boeiend en verrassend. M o g e l i j k k o m t de interessante deelcol lect ie over kaar tspe len v o o r t u i t h u n patronaats -w e r k . Voordat de boeken aan de TFT werden overgedaan, w e r d het totale boekenbezit van de k a p u c i j n e n o n t d u b b e l d . V o o r deze " o n t ­d u b b e l i n g " w e r d e n de boeken samengebracht i n het R . K . M i l i t a i r Tehuis i n T i l b u r g . Een te­huis voor dienstpl icht igen was ook apostolaat van de kapuci jnen. Er w e r d voor geschikte l i ­teratuur gezorgd. Vele Dickens-uitgaven i n de TFT-collectie k o m e n van de R . K . M i l i t a i r e n -Vereeniging i n de Capucijnenstraat i n T i l b u r g .

Col lec t ievorming We moeten tot de conclusie k o m e n dat d i t enorme boekenbezit van de kapuci jnen vooral o p g e b o u w d is i n deze eeuw. H i e r b o v e n w e ­zen w e al op de mental i te i tsverandering die sprak u i t de herziene levensregel van 1911. H e t is w e l interessant dat voorschri f ten over de bibl iotheek voorafgingen aan de herziening van de constituties. De b l a u w d r u k voor deze col lect ievorming is het reglement "Over de b i ­b l io theken" van 1910. Het is een zeer opmer­kel i jk geschrift van slechts zes bladzi jden. V a n u i t het enige beschikbare exemplaar i n de Nederlandse bibl iotheken zal ik daarom r u i m citeren. (De citaten zi jn cursief weergegeven.)

De doelstel l ing van d i t reglement w o r d t in het eerste a r t i k e l d u i d e l i j k omschreven: Daar het onmogelijk is in elk klooster een geheel complete bi­bliotheek te hebben, zullen de bibliotheken der ver­schillende kloosters onzer Provincie zöè geregeld worden, dat ze te zamen een volledige bibliotheek vormen. Deze algemene doelstel l ing m a g niet ten koste gaan van de degeli jkheid van iedere huisbibl i ­otheek. In elk klooster moet een flinke bibliotheek zijn voor dagelijksch gebruik... en moet op elk ge­bied eenige degelijke werken bezitten. Doubletten is een noodzakel i jk gevolg van kwal i te i t . Ople id ingshuizen en kloosters w o r d e n aange­wezen waar èèn of meerdere vakken zoo compleet mogelijk gemaakt worden, (b.v... in Tilburg de H.Schriftuur van het N.T., de moraal, het jus cano-uicum, de liturgie en de pastoraal...). I n het T i l ­burgse klooster werden i n 1910 de kapuci jnen voorbereid voor h u n w e r k i n de zielzorg. Het toezicht op het welslagen van d i t b ib l io­theekplan berust bij een algemene bibliotheca­ris. D i t reglement maakt duide l i jk dat de ka­puci jnen aan het begin staan van collectievor­m i n g . De algemeene bibliothekaris zal zorgen lang­zamerhand, zooveel mogelijk, ook de grootere werken ten minste eenmaal voor de Provincie aan te schaffen. A l l e bestellingen van boeken en ti jdschriften voor de afzonderli jke kloosters lopen via de al­gemene bibliothecaris. Tegelijk w o r d t een i n -ter-klooster-bibliothecair leenverkeer voor de nieuwste t i jdschr i f tnummers geregeld. Met u i t s l u i t i n g . Wordt de termijn van 14 dagen na ontvangst overschreden, dan zal men het tijdschrift niet meer ontvangen. Wat is een algemene bibliothecaris zonder een algemene catalogus? Om de bibliotheken nuttig te maken voor geheel de Provincie zal de bibliothe­karis van elk klooster, zoodra de bibliotheek daar in orde gebracht is, een afschrift van den "catalogus" aan den algemeenen bibliothekaris zenden tot het vervaardigen van een "catalogus" van alle bibliot­heken. Hierna kan een begin gemaakt w o r d e n met een verplaatsing van de boeken naar een bibl iotheek waar ze beter functioneren. W a t er zoal i n de a f z o n d e r l i j k e b i b l i o t h e k e n staat, is b i j het h o o f d b e s t u u r nie t bekend. Iedere bibliothecaris moet een eigen klooster­catalogus maken en die opsturen. Zijn in een bibliotheek oude handschriften of incunabelen, dan moet de bibliothekaris deze in den "catalogus" aan­geven door onderstreping. Het i n stand houden van de huisbibliotheek en een vol ledige bibl iotheek voor de hele p r o v i n ­cie is geen vri jbl i jvende zaak. leder schijnt over­t u i g d van het n u t en de noodzaak van deze voorz iening . Het boekenbudget w o r d t gere­geld. Indien en voorzoover het noodig mocht zijn, zal het provinciaal bestuur bepalen, luat door ver­schillende kloosters voor de bibliotheken moet wor-

Page 34: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

OP DK

GEZANGEN IN HET HANDBOEKJE

VOOR D E L E D E N

V A N D E

A A R T S B R O E D E R S C H A P D E H E I L I G E F A M I L I E

JEZUS, !U4RIA. JOZEF. D o o n

A . H . K L I I J T H A K S , B . K . P .

eu P a s t o o r to K e s s c l .

T I L B U R G , T E R D R U K K E R I J V A N H E T R . K . J O N G E N S - W E E S H U I S ,

1 8 6 7.

Boek, gedrukt door het R.K. Jongensiveeshuis te Tilburg

in 1867, afkomstig uit de bibliotheek van de

kapucijnen Tilburg (coll. Bibl. TFT, foto Frans van

Ameijde, 1999).

den besteed of bijgedragen. De o p b o u w van deze gemeenschappelijke b i ­bl iotheek w o r d t zeer serieus genomen. Dat er hiaten z i jn i n het oude bestand, w o r d t als een gemis ervaren waar w e r k van gemaakt moet w o r d e n . Er is niet zoveel u i t Velp gekomen. Catalogen, prospectussen, enz. van boekhandela­ren, veilingen, enz. moeten aan de bibliothekarissen worden gegeven, opdat zij dezelve terstond kunnen nazien.

M e t d i t bibl iotheekreglement moet iedere b i ­bliothecaris i n z i jn nopjes z i jn . Mogel i jkhe id en m i d d e l e n w o r d e n gegeven o m zi jn taak goed te v e r v u l l e n . I n sommige boeken zit nog informat ie van boekverkopingen. Een set met m o o i w i t perkamenten band met o p d r u k ver­dient bi jzondere aandacht. Het ex-libris ver­m e l d t "Seminar i i Culemburgensis S.J." De je­zuïeten zi jn ook een bedelorde. Het Caeremo­niale v a n de minderbroeders kapuci jnen i n de Neder landen van 1594 wi j s t er u i t d r u k k e l i j k op dat men alt i jd over hen met veel lof moet spreken. Een Caeremoniale is een boek w a a r i n de l i turgische voorschri f ten voor de eredienst staan v e r m e l d . Bij de kapuci jnen staan op het e ind sommige gedragsregels. " O o k wanneer m e n k w a a d over de Jezuïeten hoor t vertellen, moet m e n ze verdedigen. Zegt men b .v . dat ze veel bezi t t ingen hebben, dan antwoorde m e n dat d i t met vol le recht gedaan w o r d t , daar ze geen strenge gelofte van armoede hebben zo­als de Kapuci jnen. En zo beweerd w o r d t dat ze ri jker leven d a n de k inderen v a n Franciscus,

moet m e n zeggen dat ze d i t n o d i g hebben.." Binnen de kloostergemeenschap kan deze aan­w i n s t v a n r o n d 1910 misschien beschouwd zi jn als een trofee. O m deze h o u d i n g te begri jpen moet men een klassiek kloostergrapje kennen. Een d o m i n i ­caan en een jezuïet z i jn i n een d i spuut v e r w i k ­ke ld over welke orde het meest aan God be­haagt. Ten einde raad w o r d t een minderbroe­der te h u l p geroepen die een nauwe relatie met de hemel onderhoudt . Per kerende post k o m t het a n t w o o r d . " A l l e orden zi jn me even l ief . " Is getekend: G o d de Vader S.J. Toen i n 1853 de hiërarchie hersteld w e r d , k o n mgr . Zwi j sen niets anders doen dan het be­staande ople id ings ins t i tuut van de jezuïeten i n C u l e m b o r g als aartsbisdommeli jk seminarie gaan beschouwen. Heel ui tgebreid verhaalt m g r . A l f r i n k i n een feestrede i n 1956 met hoe­veel tegenzin de jezuïeten i n 1907 de le id ing v a n d i t seminarie aan het b i sdom overdragen. Bij deze overdracht zul len boeken overcom­pleet z i jn geweest. M e t graagte hebben k a p u ­cijnenbibliothecarissen zich daarover ont fermd. Gezien de geweldige collectie die binnen een korte periode is o p g e b o u w d , moeten de k a p u ­cijnen zeer actief bezig geweest z i jn op de boe­kenmarkt .

E e n " v i r t u e e l " geheel complete bibl iotheek

A l s alle bibliothecarissen h u n taak nauwgezet hebben ui tgevoerd, moet de algemene b ib l io ­thecaris overstelpt z i jn met telkens weer aan­v u l l i n g e n op de catalogus. Verder moet hi j be­palen of een titel misschien beter thuishoort i n een andere bibl iotheek, met n i e u w e stempels en n ieuwe plakkers. D i t probleem vraagt een grondige oplossing. De oplossing v i n d e n w e u i t g e w e r k t i n de "Systematische i n d e l i n g der bibl iotheken van de minderbroeders capucij-n e n " van 1940. H e t schijnt dat de ordening v a n de boeken tot dan toe heel eenvoudig was. Groot bi j groot en k l e i n bi j k le in . A a n pater T h e o b a l d v a n E t ten w e r d o p g e d r a g e n daar verander ing i n te brengen. "Ze w o r d e n niet meer geplaatst, zoals tot heden het geval was, i n grote groepen, die met elkander i n geen en­kel verband staan, met een a a n d u i d i n g v a n formaten, doch volgens de i n h o u d van de boe­ken en die i n h o u d i n een bepaald systeem ge­rangschikt. D i t systeem is de decimale classifi­catie". Deze u n i f o r m e onts lu i t ing had een ge­w e l d i g voordeel . H e t is een concrete u i t w e r ­k i n g v a n het p l a n dat alle afzonderli jke b ib l io ­theken tezamen een vol ledige bibl iotheek vor­men. " Z i j leent z ich uitstekend voor het p lan o m een vol ledige ge l i jkvormighe id i n opstel­l i n g en catalogisering i n al onze bibl iotheken door te voeren, t e r w i j l verplaatsingen van b i ­b l io theken of onderdelen ervan zonder n u m -

Page 35: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

merverander ing kunnen geschieden."

Een kapucijn als het kindje Jezus in de kribbe. Prent uit

'Het Dvyfkcn in de Stccn-Rotse..'(Antivcrpen, 1665),

uit de collectie van de Bibliotheek TFT (foto Frans

van Ameijde, 1999).

D i t betekent dat van een bibüothecaris, behal­ve v r o m e intenties, voortaan ook bibl iothecai­re deskundigheid v^'ordt gevraagd. De verant­woorde l i jkhe id voor de u i tvoer ing van d i t plan l i g t b i j de a lgemene b i b l i o t h e c a r i s . Geschik­te m e d e w e r k e r s w o r d e n gezocht . Desnoods v o o r e n k e l e j a r e n . O m d a t h i j w e g e n s o o r ­l o g s o m s t a n d i g h e d e n n i e t naar de m i s s i e kan vertrekken, w o r d t pater Achilleüs M a r i j -nissen gevraagd of hi j in tussenti jd bi j d i t w e r k kan assisteren. De k w a l i t e i t van deze catalogi­sering is van dien aard, dat de kapuci jnencol­lectie als eerste "par t i cu l iere" , n iet -univers i ta i -re bibl iotheek onder b ib l io theeknummer 40 via de K o n i n k l i j k e Bibl iotheek geraadpleegd kan w o r d e n . De oor log g i n g voorb i j . En het w e r k was nog niet klaar. Toen eenmaal de v o l ­ledige bibl iotheek ingewerkt was, w e r d deze, met u i t z o n d e r i n g van w a t kostbare werken , overgedragen aan de TFT. O p ongeveer 1500 banden Engelse en Duitse let terkunde na, is deze collectie - met u i t z o n d e r i n g van doublet­ten - onder s ignatuur TFK opgenomen in de TFT-bibliotheek. Deze titels voorzover ze al in het automatisch bestand zi jn ingevoerd, k u n ­nen via de KUB-bibl iotheek geraadpleegd w o r d e n . Pater Achilleüs w e r d de eerste be­heerder van de TFT-leeszaal. Samen met pater Cools v o r m d e hi j i n het begin de vol ledige personele bezett ing van de TFT-bibliotheek.

De TFT w o o n d e in bi j de Katholieke U n i v e r s i ­teit Brabant. De leeszaal bevond zich op de elf-

De ajfcben van fijn droef ghtlm Die Jijn van*( vier dat bmmn Hmt»

^At klMght gy O mr k^mtdat maent,enjaer verto m Ufimfchtvantiuafaenjen voUenKM upr

MirAt u^üR MAPv Afi hün.tiaert Krms en nger U

de verdieping . De boekenmagazijnen met de ongeveer 250.000 banden u i t de kerkeli jke b i ­bl iotheken waren in de kelders. Het faculteits­bureau zat i n het hoofd-noodgebouw. Colle­ges w e r d e n gegeven in noodgebouwen. De werkkamers van de docenten waren thuis. In 1980 k o n de faculteit aan de Academielaan een eigen gebouw betrekken. Een prachtig gebouw dat oorspronkel i jk bedoeld was voor studen­tenvoorzieningen. De culturele manifestaties die onder de naam "Posjet" plaatsvonden in d i t gebouw, verplaatsten zich naar het n ieuw opgerichte "sociaal-cultureel centrum voor muziekconcerten: het N o o r d e r l i g t " . Daaruit is het popcluster, "013", voortgekomen. De an­dere voorzieningen, zoals de eetgelegenheid voor de studenten, de mensa, gingen naar de campus. I n waar l i jk kapucijnse geest w e r d de vroegere mensa ingericht als leeszaal.

Geraadpleegde literatuur Luchesius Smits, Dc urgenlie vini de studie-reorganisatie voor de

Nederlandse grootseiuijiaries: sludiebijeeiikonist te Culemborg, 22

963, 60hlz.

De katliolieke kerkelijke bibliotheken iu Nederland: rapport z'au de

Connuissie Kerkelijke Bibliotheken uitgebracht aan het Nederlands

Episcopaat en de Stichting Priester-Religieuzen (Breda, 1973), III,

34blz.

Regel eu testanu-ut imu ouzei! tleiligeu Vader franciscus. beueveus

de coustitutiën der Minderbroeders Kapucijnen (Tilburg, Snelpers-

clrul< van N. Luijten, 1884), 157 b\z.

Couslilulics der Minderbroeders Kapucijnen van den H.Frauciscus

('s-Hertogenbosch, Typ.Cap., 1911), 133,18,XXIV blz.

Over de bibliotliekeu (Den Bosch, Typ.Cap.Busc, 1910), 6 blz.

Pater Hildebrand, De Kapucijuen in de Nederlanden eu bet prins­

bisdom Link (Antwerpen, Archiet der Kapucijnen, 1945/1956),

10 dolen.

Sjef van der Horst (red.). Minderbroeders-kapucijnen in Neder­

land: zoeken naar nieinoe ivegen en vertrotneen in de toekomst (Am­

stelveen, Luyten, 1985), 163 blz.

Feestnuuiiner van "Roomsch Leven", aangeboden door de Admini­

stratie en Redactie bij gelegenheid van de herdenking der 50-jarige

vestiging van de Eene. Paters Capucijneu te Tilburg, 1 mei 1932

(Tilburg, Drukkerij Henri Bergmans, 1932).

Flavius van Riel, Honderd jaar Kapucijnen Tilburg (Tilburg,1982),

44 blz.

Si/slemalische indeling der bibliotliekeu van de Minderbroeders Ca-

pucijuen van de Nederlandsclie Proi'incie ('s-Hertogenbosch, 1940),

45 blz.

Aartsbisschoppelijk klein seminarie, Culemborg/Apeldoorn,

1906-1956, Gedenkschrift (Utrecht, 1965), 62 blz.

Page 36: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Tilburg kort

T i l b u r g signalement X X X X I

Paul Spapens, Abrahmn fietst naar liet beloofde land.

Een fietsreis van Nederlaiid naar Jeruzalem {Tilburg,

Syntax Publishers, 1999), 199 blz., geill., ISBN 90-

361-9660-4, Vreedereeks nr. 3, f42,50.

N.B. o.a. fietsbedevaart Tilburg-Kevelaer (p. 39-43).

Theo Dekker, Tilburgs bevrijding beschreven door de be­

vrijders (Tilburg, Stichting tot Behoud van Tilburgs

Cultuurgoed, 1999), Tilburgse Bronnenreeks 3, 159

blz., geïll., ISBN 90-74418-11-2, f27,50.

Jan A.M. van Eijck, \n geneeskunst en vriendschap me-

dicinae et amicitiae. De geschiedenis van 150 jaar medi­

sche praktijk in Midden-Brabant 1849-1999. Van genees­

kundige kring Tilburg tot KNMG afdeling Midden-

Brabant (Tilburg, K N M G Midden-Brabant, 1999), 96

blz., geïll., f 20 (J. van Eijck, Grondster 48, 5052 WR

Goirie, tel. 013-5344087 en bij Goirlese boekhandel).

Paul Spapens, 'Een kookbuukske open over de ge­

schiedenis van het koken in Tilburg', in: Ineke

Stronken en Paul Spapens (red.). Wat de pot schaft. De

geschiedenis van de dagelijkse maaltijd (Utrecht, Neder­

lands Centrum voor Volkskultuur, 1999), p. 75-86.

Kees Kolen en Wilber Hack, Willem II40 jaar betaald

voethal. Deel 2: seizoen 1974-1975 tim 1993-1994. Extra:

seizoen 1994-1995 tIm 1998-1999 (Tilburg, De Scha­

duw, 1999).

L.F.W. Adriaenssen, 'Wouter Broek. Begraven onder

zijn hobby', in: De Brabantse Leeuw, 48, 1999, nr. 4, p.

193-210.

N.B. Amateur-genealoog/heraldicus 16e eeuw en

genealogie Broek.

L.F.W. Adriaenssen, 'Tilburgse migranten naar Ost-

hofen 1651-1661', in: De Brabantse Leeuw, 48,1999, nr.

4, p. 245-247.

J.C.F. van Osch, De nakomelingen van Mutsart - Muts­

aerts - Mutsaers - Musters en andere hieraan verwante

famdies 1270-2000

(Heerhugowaard, Giga Media, 1999), 512 blz., f 125

(Giga Media bv, W.M. Dudokweg 77, 1703 D C

Heerhugowaard, tel. 072-5760890).

L. Winkelmolen, 'Geschiedenis en landschap van

het gebied Moerenburg tussen Tilburg en Enschot',

in: De Kleine Meijerij, 50,1999, nr. 3, p. 79-90.

Bonne ten Kate en Louis Moons, 100 jaar Theo Swage­

makers. Zoeken naar waarheid (Haarlem, Theo Swage­

makers Museum, 1999), 48 blz., geïll.

N.B. De kunstschilder Theo Swagemakers (1898-

1994) is geboren in Tilburg waar hij tot 1923 woon­

de.

Ed Schilders en Luc Verschuuren, Het teken van de

slang (Tilburg, Tilburgsche Waterleiding Maatschap­

pij, 1999), f 10.

N.B. Stripboek over Tilburg en Goirie.

Ronald Peeters

Ri tueel en de eerste boeren i n T i l b u r g

Afgelopen mei is weer een n ieuwe ar­cheologische vondst bekend geworden u i t de gemeente T i l b u r g . H e t is een prehistorische stenen bi j l . Deze w e r d reeds omstreeks 1992 door Bas van Abeelen gevonden bi j het graven van een s loot j u i s t ten n o o r d e n v a n het W i l h e l m i n a k a n a a l n a b i j de V o l d i j k . Medewerkers van het Ti lburgse Inst i ­tuut voor Toegepast Historisch Onder­zoek, die niet ver van de vindplaats een archeologisch booronderzoek u i t ­voerden, w e r d e n door de eigenaar at­tent gemaakt op deze vondst . V e r v o l ­gens k o n de vondst w o r d e n getekend en is ze opgenomen i n de landeli jke re­gistratie v a n archeologische vondsten, die w o r d t b i jgehouden door de Rijks­d i e n s t v o o r het O u d h e i d k u n d i g Bo­demonderzoek te Amersfoor t . De b i j l (afmetingen: 113 x 49 x 15 m m ) is van vuursteen en heeft aan het op­pervlak een roodbruine kleur . Deze k leur is ontstaan door chemische i n ­w e r k i n g i n de b o d e m en wi js t op lang­d u r i g verbl i j f van het v o o r w e r p i n een natte, i jzerri jke omgeving . A a n een drietal kleine recente beschadigingen is te zien dat het vuursteen onder de roodbruine v e r k l e u r i n g beige en grijs van kleur is. Het v o o r w e r p is gemaakt u i t een grote kno l vuursteen, die i n de juiste v o r m is gekapt. Vervolgens is het oppervlak, met name aan het snij­vlak, gedeeltelijk gepolijst. A a n de top bevinden zich nog kleine deeltjes 'cor­tex': de oorspronkeli jke verwer ings-laag van de vuursteenknol . De b i j l stamt u i t een v a n de slechtst be­kende per ioden u i t de Noord-Brabant­se voorgeschiedenis, namel i jk de t i jd tussen ongeveer 6.000 en 4.200 jaar ge­leden. Verondersteld w o r d t dat ergens i n het begin van deze periode de leef­wijze van jagen en verzamelen (de m i d -

densteentijd o f w e l het Mesol i th icum) p l a a t s m a a k t e v o o r d i e v a n een o p l a n d b o u w en veeteelt gebaseerd be­staan (de n ieuwe steentijd o fwel het N e o l i t h i c u m ) . H e t d u i z e n d e n j a r e n o u d e n o m a d i s c h e b e s t a a n v a n de toenmalige bewoners van de Brabant­se zandgronden w e r d dus vervangen door een fundamenteel andere leefwi j ­ze, w a a r i n onder andere sprake was v a n permanente nederzettingen.Voor het eerst w e r d e n huizen gebouwd, die tot ver i n de M i d d e l e e u w e n voorna­mel i jk van hout waren , met lemen w a n d e n en daken van stro of planken. Ook op materieel gebied veranderde er veel. Z o w e r d e n voor het eerst aar­dewerken pot ten gemaakt voor het be­reiden en de opslag van voedsel. Een andere opval lende verandering was de in troduct ie van de gepolijste b i j l . Dergeli jke bi j len w e r d e n vermoedel i jk vooral gebruikt voor het kappen van bomen en het bewerken van hout . Het w a r e n echter v r i j k o s t b a r e g e r e e d ­schappen w a n t de grondstof voor het maken van dergeli jke bi j len moest van ver k o m e n . Meestal betrof dat v u u r ­steen dat onder meer w e r d verkregen u i t verafgelegen vuursteenmijnen, zo­als die van Rijckholt-St. Geertruid i n het z u i d e n van L i m b u r g . V a n het h u i d i g e grondgebied van de gemeente T i l b u r g z i jn thans zo 'n t ien gepolijste vuurstenen bi j len bekend. Van de Noord-Brabantse zandgron­den z i jn er inmidde ls al vele honder­den bekend. D i t aantal l i jk t misschien w e l groot, maar m e n dient zich te re­aliseren dat ze dateren u i t een t i jds­panne van bijna 2000 jaar. Afgaande op de thans bekende vondsten kan er dus slechts o m de enkele jaren een b i j l i n de Brabantse b o d e m terecht zi jn ge­k o m e n .

Een groot aantal v a n die bi j len is ken­nel i jk nooi t gebruikt , althans ze zien er redeli jk ' n i e u w ' u i t . D i t geldt ook voor het bi j de V o l d i j k gevonden exem­plaar. Vaak w o r d e n dergeli jke 'onge­b r u i k t e ' bi j len gevonden op destijds m i n of meer ontoegankeli jke plaatsen i n het landschap. Het gaat hierbij o m laaggelegen drassige terreinen, zoals onder andere de dalen van beken. O p de hoger gelegen drogere gronden b o u w d e m e n huizen en werden akker­tjes aangelegd. De b i j l v a n deVold i jk k o m t u i t de nabi jheid van een destijds nat en relatief ontoegankeli jk gebied. I n dergeli jke terreinen zi jn de afgelo-

Page 37: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

93

Voor-, achter- en zijaanzicht van de Neolithische

bijl, gevonden aan de Voldijk in Tilburg (tekening

Nico Arts, 1999, schaalV.l).

pen eeuw al veel archeologische 'kost­baarheden' gevonden. Dat z i jn niet al­leen complete stenen bi j len, maar ook v o o r w e r p e n zoals bronzen speerpun­ten, bronzen bi j len en bi jvoorbeeld ook muntschatten u i t het begin van onze jaartel l ing. Archeologen denken steeds meer dat dergeli jke voorwer ­pen opzettel i jk aan het landschap z i jn t o e v e r t r o u w d . Ze zul len z i jn wegge­w o r p e n als offer voor de goden. Ook het door Bas van Abeelen gevonden bijltje k a n het resultaat z i jn van een dergeli jk r i tueel .

Nico Arts

150 jaar medische prakt i jk

Ter gelegenheid van het 150-jarig be­staan v a n de K o n i n k l i j k e N e d e r l a n d -sche Maatschappij tot Bevorder ing der Geneeskunst ( K N M G ) afdel ing M i d ­den-Brabant i n oktober 1999, schreef de Goirlese arts en kr ingarchivar is Jan van Eijck een lezenswaardig boek over de medische prakt i jk i n Midden-Bra ­bant de laatste anderhalve eeuw. Het is geen totaalgeschiedenis van de ge­zondheidszorg van onze regio gewor­den. Ziekenhuizen, kruisverenigingen en dergeli jke z i jn niet beschreven. O p 11 o k t o b e r 1849 k w a m e n el f ge­n e e s k u n d i g e n , o p i n i t i a t i e f v a n A n ­dreas B a r n i n g u i t T i l b u r g , b i j een en r ichtten de Ti lburgse k r i n g op met als spreuk 'Medicinae et Amic i t iae ' , i n ge­neeskunst en vriendschap. H u n be­

langri jkste activiteiten waren het hou­den van vergaderingen, de behande­l i n g van geneeskundige zaken, het be­ramen van maatregelen omtrent be­langen en rechten van de geneeskun­dige stand, z ich te vertegenwoordigen op de algemene vergadering van de ( K ) N M G , en het houden van weten­schappelijke en vriendschappeli jke be­trekkingen met andere afdelingen.

Jan van Eijck schetst een boeiend beeld van allerlei medische wetenswaardig­heden die hi j voora l p u t u i t het ri jke archief van de k r i n g . Zo kende men destijds als dagelijkse prakt i jk nog het a d e r l a t e n en k o p p e n z e t t e n , en ge­b r u i k t e n de doktoren Maes en Baer-ken nog respectievelijk spinneweb en de bloesem van bloeiende rogge bi j fe-b r i s i n t e r m i t t e n s , w a t dat ook moge

Page 38: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Ft'cstnmnltijd ter gelegenheid van het 50-jnrig bestaan van de heropgerichte Geneeskundige Kring Tilburg

e.0. op 25 oktober 1910.

wezen. Het is onontkoombaar dat de auteur zich in zi jn enthousiasme laat meeslepen en zo n u en dan medische termen gebruikt die voor een leek niet alt i jd te begri jpen zi jn . Het is hem te vergeven. A a r d i g zi jn ook de vele kaderteksten d i e t u s s e n de h o o f d t e k s t z i j n v e r ­spreid. De hoofdtekst vo lg t chronol-gisch de lotgevallen van de k r i n g . In de kaderteksten k o n hi j vooral de me­dische 'anekdotes' k w i j t , zoals de me­dedel ing op de algemene jaarvergade­r i n g van 29 mei 1861 door de voorz i t ­ter, dat iedereen was u i tge nodi gd o m i n het ziekenhuis 'eene amputat ie van het been'door dokter Kieckens bi j te wonen. De vergadering w e r d daarom tot 8 u u r geschorst, waarna deze weer w e r d heropend, zonder Kieckens ove­rigens. Er w e r d vroeger ook veel gediscus­sieerd over o n t w i k k e l i n g e n en u i t v i n ­dingen, maar men troefde elkaar ook af met sterke verhalen. Wat te denken van het verhaal van bi jvoorbeeld de­zelfde Kieckens dat hi j i n 1861 aan zi jn collegae vertelde. H i j zou een patiënt met waterzucht in een jaar t i jd 59 ' /2 liter serum hebben afgetapt en daar­naast met 31 puncties liefst 956 liter vocht. De patiënt herstelde radicaal.

Het boek van Jan van Eijck is zeer de moeite waard; een 75-tal foto's geeft een aardig beeld van 150 jaar medische stand. H i j k o n daarbij ook vooral p u t ­ten u i t de fraaie medisch-historische collectie 'De dorpsdokter van vroeger', verzameld door de bekende arts dr . H . Ruhe (de eerste kringarchivaris) , die sinds 1985 is ondergebracht i n muse­u m De Doornboom te Hilvarenbeek. Het is niet verwonder l i jk dat Jan van Eijck, i n het dagelijks leven hoofd be-d r i j f s u n i t v a n de G G D M i d d e n - B r a ­bant, in zi jn vri je t i jd als conservator aan dat museum verbonden is.

Ronald Peeters

]nu A.M. van Eijck, In geneeskunst en vriendscliap medicinae et amicitiae. De ge­schiedenis van 150 jaar medische praktijk in Midden-Brabant 1849-1999. Van ge-neesktindige kring Tilburg tot KNMG af­deling Midden-Brabant (Tilburg, KNMG Midden-Brabant, 1999), 96 blz., geiV., f20 (}. van Eijck, Grondster 48, 5052 WR Goirie, tel. 013-5344087 en bij Goirlese boekhandel).

Wat de pot schaft

H e t Nederlands C e n t r u m voor Volks­cu l tuur te Utrecht publiceerde i n de Volkscultuurreeks onlangs de zeven­de uitgave onder de titel 'Wat de pot schaft. De geschiedenis van de dage­lijkse maal t i jd ' . Het is een bundel ge­baseerd op lezingen die op een geli jk­namige studiedag i n het Nederlands Text ie lmuseum te T i l b u r g zi jn gehou­den. A I een kleine t w i n t i g jaar w o r d e n i n verschillende regio's in Neder land oude streekgerechten verzameld. Dat w e r d t i jd w a n t het tradit ionele Neder­landse gerecht w e r d en w o r d t steeds meer verdrongen door de exotische keuken. Het verzamelen van oude re­cepten en deze i n een sociaal-histori­sche context plaatsen is van groot be­lang o m de Nederlandse eetcultuur i n al haar aspecten voor het nageslacht te bewaren. Het boek 'Wat de pot schaft' geeft een gemêleerd, goed leesbaar en fraai geïllustreerd overzicht van eeu­w e n eetcultuur.

Een van de acht l ez ingen/hoofds tuk­ken w e r d verzorgd door Paul Spapens d i e een ' k o o k b u u k s k e o p e n ( d o e t ) over de geschiedenis van het koken i n T i l b u r g ' . H i j deed al eerder onderzoek naar de Ti lburgse keuken. I n 1997 p u ­bliceerde hi j samen met M a r t i n W i l -lemsen het 'T i lburgs kookbuukske ' . W a t is er n u typisch Ti lburgs i n de eet­cul tuur , zo vroeg ik m i j af. Groenten u i t eigen t u i n is niet typisch Ti lburgs ,

stelt Spapens, maar wel een kenmerk van de Ti lburgse keuken. De diepe tuinen achter de arbeidershuizen bo­den vooral tot i n de jaren v i j f t i g gele­genheid o m f l i n k te tuinieren. Maar ook met het vlees was men voor de T w e e d e W e r e l d o o r l o g vaak o p zel f ­v o o r z i e n i n g i n g e s t e l d . M e n i g g e z i n h ie ld een varken of een geit ('de melk­koe van den minderen man' ) voor ei­gen consumptie . Spapens breekt een lans o m maar zo­veel mogel i jk gegevens vast te leggen door m i d d e l van bi jvoorbeeld inter­views met bejaarde v r o u w e n die de kennis van het koken van moeder op dochter kregen overgeleverd. W e i n i g is vastgelegd, dus haast is geboden. H i j m e l d t ook één gebruik dat met eten te m a k e n heeft dat u i t s lu i tend u i t T i l b u r g bekend is. Het is de tradit ie van ' m i k meej v i n k e n ' , die zeker tot i n de jaren t w i n t i g w e r d gemaakt. H e t was een luxe w i t brood (mik) dat op S i n t e r k l a a s d a g w e r d g e b a k k e n m e t d a a r o p een paar vogel t j es ( v i n k e n ) , vervaard igd van krakelingetjes voor de lijfjes en krenten voor de ogen. M e t een veer als staart tenslotte, werd en ze met een stokje i n de m i k geprikt . O o k de kermiskoek, die weer op i n i ­tiatief v a n Spapens n i e u w leven w e r d ingeblazen, is de typische Tilburgse l e k k e r n i j v a n h o g e o u d e r d o m . D e nieuwjaarskoek k w a m i n heel Neder­land voor, maar is tot op heden i n T i l b u r g b l i jven bestaan. Deze en nog vele andere voorbeelden van T i l b u r g -

Page 39: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

se gerechten (met recepten) z i jn door Paul Spapens beschreven i n zi jn le­zenswaardige bi jdrage i n d i t boek. Het b i j n a een e e u w o u d e recept v a n de m o s t e r d v a n h e t M o s t e r d m a n n e k e , bl i j f t n o g steeds een groot geheim.

Ronald Peeters

Ineke Stronken en Paul Spapens (red.). Wat de pot schaft. De geschiedenis van de dagelijkse maaltijd (Utrecht, Nederlands Centrum voor Volkskultuur, 1999), Volks­cultuurreeks 7, 88 blz., geïll., ISBN 90-71840-38-7,f34,50.

A b r a h a m fietst naar het beloofde l a n d

Bedevaarten z i jn i n , en dan bedoel ik niet alleen de jaarli jks georganiseerde

busreizen naar verre bedevaartsoor­den, maar de echte beproevingen te voet, net zoals vroeger, of zoals de Ti lburgse journal is t Paul Spapens en zi jn v r o u w Hennie v a n Schooten de­den, op de fiets van h u n woonplaats Moergestel naar Jeruzalem, Israël. Die 5700 ki lometer lange tocht heeft Paul Spapens geïnspireerd tot het schri jven van z i jn zoveelste boek over geschie­denis en vo lkscu l t uur . Het echtpaar fietste al eerder naar de bekende pel ­g r i m s p l a a t s e n R o m e en Sant iago de Compostela. Toen Spapens v i j f t ig w e r d , w i l d e hi j de belangrijkste christeli jke pelgrimsplaats Jeruzalem bezoeken. Over het fenomeen A b r a h a m gaat het eerste hoofds tuk i n het boek; aardige overpeinzingen over het 50 w o r d e n , maar ook vele v o l k s k u n d i g e wetens­waardigheden.

Het eerste deel van de fietstocht volg­de de traditionele route van de beken­de bedevaart van T i l b u r g naar Keve-laer, dat voorbi j Venray over de grens i n D u i t s l a n d l igt . Sinds 1909 kent T i l b u r g al een kerkeli jk goedgekeurde fietsbedevaart naar dat Maria-oord. De juiste route heeft Spapens van Ti lburger Kees van Gorp, die zelf al 45 maal die tocht jaarlijks heeft gefietst. Deze 110 k i l o m e t e r lange f ietsbede­v a a r t w o r d t n o g steeds d o o r z o ' n t w e e h o n d e r d deelnemers onderno­men. O p een uitklapbare kaart staat de route naar Jeruzalem aangegeven. Het eerste deel: Tilburg-Kevelaer, is er als aparte inzetkaart met gedetailleerde route aan toegevoegd. Het gehele boek staat v o l met merk­w a a r d i g e en b iz a r r e gebeurtenissen, maar v o o r a l o o k z i j n het mensel i jke verhalen. Dat maakt het zo 'n interes­sant en boeiend reisverslag. Respect voor Paul Spapens en Hennie van Schooten, die de r u i m 5700 kilometer door t ien landen in twaalf weken v o l ­brachten op een route die ze zelf had­den ui tgest ippeld.

Ronald Peeters

Paul Spapens, Abraham fietst naar het be­loofde land. Een fietsreis van Nederland naar Jeruzalem (Tilburg, Syntax Publis­hers, 1999), 199 blz., geill., ISBN 90-361-9660-4, Vreedereeks nr. 3, f42,50.

Corrigenda

I n 'Tilburg'1999, nr . 2, p. 46 zi jn twee fouten ingeslopen. Tweede k o l o m 23"̂ regel van onderen: Hans Meertens moet zijn Hans van Meerten. Het bi j ­schrift laatste regel moet zijn Vierde van l inks de moeder van de auteur, mevr . W . Steijns-Somers.

Page 40: Jaargang 17 – 1999 – nummer 3

Begunstigers:

BREDASEWEG207 5038 NE Tilburg Tel. 013-535 23 25 Fax 013-535 23 21

VAN RAAK STAAL B.V.

VéLLENHOVEN-OLIE

Heieinde 14, 5047 SX Tilburg Tel ( 0 I J ) S 7 Ü JO 09, Fax (013) 570 43 29

A A N N E M I N G S B E D R I J F

C.J.M. VAN GAAL B.V. T I L B U R G

/ DE B R O N V O O R E L K E D A G

H o L L A P o e l m a n i A D V O C A T E N

Gianotten Boeken, CD's & Multimedia

Emmapassage 17 Tilburg.Tel. (013) 4651111

*) Ua/

Rabobank Tilburg

CSJD Bressers sinds 1893

Melis Gieterijen b.v. Tilburg

d r u k k e r i j BREDASEWEG 61 TILBURG

_ TEL 013-542 50 50 _

G R O E P Z O R G V E R Z E K E R I N G E N

BELLEN I