infiltratiemarketing leidraad

15
Infiltratiemarketing leidraad 1 Gekregen van Eduard Vos van Sitefive, geïnspireerd op ZAG.COM / Marty Neumeier Informatiechaos is de grootste competitie In 1876 bestond het supermarktassortiment (in de US) uit ongeveer 150 producten. In 1965 voorspelt Intel oprichter Gordon Moore dat het aantal transistoren in een Integrated Circuit met gelijke omvang, elke twee jaar zal verdubbelen. In 1965 is het supermarktassortiment gegroeid naar 20.000 artikelen. In 2005 kunnen we in de winkel al kiezen uit meer dan 40.000 artikelen. In 2005 werden in de US 195.000 nieuwe boeken uitgegeven (naast de 4 miljoen bestaande). In 2005 werden in de US 40 miljard productcatalogi gepubliceerd (134 per persoon). In 2005 vinden in de US per dag net zoveel financiële transacties plaats als in heel 1965. Dit zijn voorbeelden van productchaos . Elk product en service wordt omkleed met steeds meer features. Vergelijk de features van een telefoon uit 1986 maar met een modern mobieltje om te zien waar ingenieurs toe in staat zijn. Het kost consumenten echter steeds meer moeite om er vertrouwd mee te raken. Een illustratief voorbeeld van featurechaos . Met een groeiende lijst aan features willen ondernemingen ook de voordelen ervan communiceren. Dit heeft geleid tot een bombardement van gemiddeld 3.000 reclame-boodschappen per dag per persoon terwijl ons vermogen om hier aandacht aan te besteden helemaal niet is toegenomen. Het aantal boodschappen dat we kunnen opnemen is nog steeds minder dan 100 per dag! (American Association of Advertising Agencies) Consumenten ervaren een constant bombardement van reclamechaos . Als we nauwkeuriger kijken naar die boodschappen zelf, zien we dat het probleem nog groter wordt. Onderzoek toont aan dat de meeste reclameboodschappen teveel essenties bevatten die elk met elkaar concurreren om ons begrip. En deze essenties kunnen oninteressant zijn, onduidelijk, irrelevant en in tegenspraak met elkaar. Als directeuren zeggen dat ze weten dat de helft van hun reclamegeld wordt verspild maar niet weten welke helft… dan is het wellicht de helft die wordt besteed aan essentiechaos . In 1960 waren er in de US 8.400 verschillende tijdschriften, 440 radiostation en 6 TV kanalen. Vandaag zijn dat 12.000 tijdschriften, 13.500 radiostations, 85 TV kanalen én 30.000 internet broadcast kanalen die voor Moore’s Law nog helemaal niet bestonden. Vroeger concurreerden TV

Upload: tony-hardenberg

Post on 18-Dec-2014

479 views

Category:

Education


3 download

DESCRIPTION

Gesproken met Eduard Vos van Sitefive over Infiltratiemarketing. ZAG.COM / Marty Neumeier

TRANSCRIPT

Page 1: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 1

Gekregen van Eduard Vos van Sitefive, geïnspireerd op ZAG.COM / Marty Neumeier

Informatiechaos is de grootste competitie

In 1876 bestond het supermarktassortiment (in de US) uit ongeveer 150 producten.

In 1965 voorspelt Intel oprichter Gordon Moore dat het aantal transistoren in een Integrated Circuit

met gelijke omvang, elke twee jaar zal verdubbelen.

In 1965 is het supermarktassortiment gegroeid naar 20.000 artikelen.

In 2005 kunnen we in de winkel al kiezen uit meer dan 40.000 artikelen.

In 2005 werden in de US 195.000 nieuwe boeken uitgegeven (naast de 4 miljoen bestaande).

In 2005 werden in de US 40 miljard productcatalogi gepubliceerd (134 per persoon).

In 2005 vinden in de US per dag net zoveel financiële transacties plaats als in heel 1965.

Dit zijn voorbeelden van productchaos.

Elk product en service wordt omkleed met steeds meer features. Vergelijk de features van een

telefoon uit 1986 maar met een modern mobieltje om te zien waar ingenieurs toe in staat zijn. Het

kost consumenten echter steeds meer moeite om er vertrouwd mee te raken.

Een illustratief voorbeeld van featurechaos.

Met een groeiende lijst aan features willen ondernemingen ook de voordelen ervan communiceren.

Dit heeft geleid tot een bombardement van gemiddeld 3.000 reclame-boodschappen per dag per

persoon terwijl ons vermogen om hier aandacht aan te besteden helemaal niet is toegenomen. Het

aantal boodschappen dat we kunnen opnemen is nog steeds minder dan 100 per dag! (American

Association of Advertising Agencies)

Consumenten ervaren een constant bombardement van reclamechaos.

Als we nauwkeuriger kijken naar die boodschappen zelf, zien we dat het probleem nog groter wordt.

Onderzoek toont aan dat de meeste reclameboodschappen teveel essenties bevatten die elk met

elkaar concurreren om ons begrip. En deze essenties kunnen oninteressant zijn, onduidelijk,

irrelevant en in tegenspraak met elkaar.

Als directeuren zeggen dat ze weten dat de helft van hun reclamegeld wordt verspild maar niet

weten welke helft… dan is het wellicht de helft die wordt besteed aan essentiechaos.

In 1960 waren er in de US 8.400 verschillende tijdschriften, 440 radiostation en 6 TV kanalen.

Vandaag zijn dat 12.000 tijdschriften, 13.500 radiostations, 85 TV kanalen én 30.000 internet

broadcast kanalen die voor Moore’s Law nog helemaal niet bestonden. Vroeger concurreerden TV

Page 2: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 2

stations met andere TV stations. Nu, dank zij onze snelle multitasking- en snelheidgeobsedeerde

cultuur concurreren ze in het gevecht om onze aandacht ook met computer, magazines, MP3 player,

mobieltje etc.

Technologie en elkaar beconcurrerende communicatiekanalen resulteren in mediachaos

Het is ironisch dat, als ondernemingen worden geconfronteerd met deze informatiechaos van teveel

producten, services, features, specificaties en media, hun eerste reactie is om deze chaos te

bestrijden met nóg meer chaos. Alsof je een vuur wilt doven met benzine.

Door nog indringender te zijn en consumenten ‘onder de gordel’ te raken, veroorzaken zij met

traditionele reclame korte termijn opbrengsten en nemen het risico lange termijn effectiviteit te

verspelen.

Het probleem is namelijk dat consumenten niet van eenrichtingscommunicatie houden en reclame

niet meer vertrouwen.

RECLAME WORDT

MINDER EFFECTIEF

ORGANISATIES

PRODUCEREN MEER

OPDRINGERIGE

RECLAME

R

CONSUMENTEN

ACCEPTEREN

DIT VOOR

KORTE TERMIJN

CONSUMENTEN

KEREN

ZICH AF VOOR

LANGE TERMIJN

Neerwaartse spiraal van opdringerigheid

RECLAME

WORDT MINDER

EFFECTIEF

ORGANISATIES

VERMOMMEN

RECLAME

ALS ‘CONTENT’

R

CONSUMENTEN

ACCEPTEREN

DIT VOOR

KORTE TERMIJN

WANTROUWEN

NEEMT TOE

OP LANGE TERMIJN

Neerwaartse ‘onder de gordel’ spiraal

MARKTCHAOS TOONT ZICH IN 5 VORMEN

1. Productchaos. Teveel producten en services

2. Featurechaos Teveel features in elk product

3. Reclamechaos Teveel mediaboodschappen

4. Essentiechaos Teveel elementen per boodschap

5. Mediachaos Teveel concurrerende kanalen

Page 3: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 3

Push en pull

In 1961 schreef Rosser Reeves die werkte bij het reclamebureau Ted Bates het boek REALITY IN

ADVERTISING. Hij pleitte ervoor dat adverteerders in hun communicatie moesten focussen op een

Unique Selling Proposition (USP) ervan uitgaande dat consumenten ernaar neigen om maar één ding

te onthouden van een advertentie; een sterke claim of een sterk concept.

Consumenten houden er echter niet van om omgekocht te worden, ze houden ervan om te kopen en

het lijkt erop dat ze steeds vaker in gemeenschappen kopen die een natuurlijke verbinding of

affiniteit hebben met de producten of services van een onderneming.

In 1961 was USP een goed idee, anno nu is ‘Unique’ het enige onderdeel van deze afkorting dat ook

nu nog werkt.

Communities ‘light’

In een gemeenschap verspreidt het nieuws zich snel. Een beter advies is dat ondernemingen met hun

communicatie niet focussen op USP’s maar op Unique Buying Arguments (UBA’s) en deze samen met

leden van Unique Buying Communities (UBC’s ) toetsen en afstemmen op het businessconcept

Het nieuwe doel is te ontdekken ‘wat het met communityleden doet’ als ze een bepaald product

kopen.

USP ging over het ‘pushen’ van producten en services. UBC gaat over het delen van informatie met

leden van communities die ze vertrouwen en waar ze zich mee kunnen identificeren.

Page 4: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 4

Biedt niet meer, biedt anders

Op een dag in 2005 schreeuwden krantenkoppen in de US twee dingen:

De Amerikaanse economie lijkt over zijn hoogtepunt heen

Apple verzesvoudigd zijn winst

Voor wakkere directeuren was de boodschap kristalhelder: om succesvol te zijn in een sterk

concurrerende markt moet je innoveren. Apple’s filosofie ‘Think different’ is misschien wel de

mantra voor het zakendoen in de 21e eeuw. Onderscheid, de kunst om afwijkend te zijn van de

concurrentie, is geen voorpaginanieuws. In een wereld van extreme informatiechaos is wél

voorpaginanieuws dat je meer nodig hebt dan onderscheid: radicaal onderscheid.

Radicaal onderscheid gaat over het vinden van nieuwe ruimte in de markt (white space of blue

oceans) die je kunt claimen en verdedigen en die jarenlang profijt oplevert in plaats van maanden.

De dynamiek van onderscheidend en goed.

Voor de meeste organisaties is het probleem met radicaal onderscheid het ‘radicale’ ervan.

Als niemand het doet zou je wel gek zijn om het zelf wel te doen!

Fout.

Sterker, als je er op uit bent om leider te worden in een nieuwe markt geldt juist het

tegenovergestelde: als iedereen het doet ben je gek het óók te (gaan) doen. Je moet iets anders,

onderscheidends vinden, op zoek gaan naar ongebruikte ruimte tussen marktspelers.

Wat de meeste organisaties hierin tegenhoudt zijn de onzekerheden die innovatie nu eenmaal met

zich meebrengt. In een poging deze onzekerheden weg te nemen, ondervragen marketeers meestal

focusgroepen. Hoewel zinvol in bepaalde situaties, zijn zij niet behulpzaam als het gaat om

aanmoediging van innovatie. Radicaal onderscheid test slecht in focusgroepen.

Page 5: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 5

Als je consumenten vraagt wat ze willen, geven ze steevast aan: meer van hetzelfde, alleen met

betere features/prestaties of een lagere prijs of beiden. Dit is nou niet bepaald het recept voor

radicaal onderscheid maar een bewezen recept voor me-too producten met laag winstpotentieel.

Een betere manier om nieuw aanbod te beoordelen is de argumenten van UBC leden te relateren

aan een succespatroon.

A

Als je een verticale as voor ‘Goed’ tekent en een horizontale as voor ‘Onderscheidend’ kun je zien

hoe je businessconcept de vergelijking doorstaat met andere radicaal onderscheidende concepten. Je

kunt ook zien waarom de meeste organisaties voor de gek gehouden worden door focusgroepen.

Op de ‘Goed’ as benoemen we typische argumenten waaraan klanten waarde toekennen: goed

vakmanschap, mooie vormgeving, lage prijs, goede functionaliteit, gebruiksgemak, snelheid,

uitstraling, stijl etc. Dit zijn de kwaliteiten waarop de meeste aanbiedingen concurreren.

Op de ‘Onderscheid’ as benoemen we kenmerken die de propositie anders maken. Dit zijn

argumenten die klanten verwoorden als verrassend, vreemd, lelijk, fris, gek, ongebruikelijk,

onbekend etc.

Goed

Onderscheidend

Page 6: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 6

De beste plek in het diagram is rechtsboven waar een propositie Goed en Onderscheidend is.

Klassieke voorbeelden zijn Google, Aeron, Citibank, Toyota Prius, Charles Schwab en Cirque du Soleil.

Toch testten deze succesvolle, radicaal onderscheidende proposities slecht in focusgroepen voordat

ze werden gelanceerd! Ze scoren goed op de ‘Goed’ as maar ontketenen veel negatieve response op

de ‘Onderscheid’ as, hier worden organisaties nerveus van waardoor ze dit soort concepten vaak

afkeuren.

Het GOED-ONDERSCHEIDEND model helpt je om feedback van prospects te matchen met

succespatronen in plaats van hun argumenten voetstoots aan te nemen. Op deze manier ben je in

staat om Unique Buying Arguments te creëren.

1

GOED

MAAR

NIET ONDERSCHEIDEND

3

NIET GOED

EN

NIET ONDERSCHEIDEND

2

GOED

EN

ONDERSCHEIDEND

4

ONDERSCHEIDEND

MAAR

NIET GOED

GOED

ONDERSCHEIDEND

GOED

ONDERSCHEIDEND

1 GOED MAAR NIET ONDERSCHEIDEND

- DOET HET GOED IN TESTS

- GEMAKKELIJKE MARKTTOEGANG

- GENEREERT TOENEMENDE WINST

TOT CONCURRENTIE MEE GAAT DOEN

- VERKRIJGT KLEIN MARKTAANDEEL

- ENIG MERKPOTENTIEEL

3 NIET GOED, NIET ONDERSCHEIDEND

- DOET HET GOED IN TESTS

- GEMAKKELIJKE MARKTTOEGANG

- GENEREERT OPLOPENDE WINST

MAAR CREËERT GEEN MARKTPOSITIE

- VERKRIJGT KLEIN MARKTAANDEEL

- WEINIG MERKPOTENTIEEL

2 GOED EN ONDERSCHEIDEND

- DOET HET SLECHT IN TESTS

- MOEILIJKE MARKTTOEGANG

- KLANTEN STELLEN ONDERSCHEIDEND

GAUW GELIJK AAN ‘GOED’

- GENEREERT LANGDURIG WINST

- VERKRIJGT GROOT MARKTAANDEEL

- GROOT MERKPOTENTIEEL-

4 ONDERSCHEIDEND MAAR NIET GOED

- DOET HET SLECHT IN TESTS

- MOEILIJKE MARKTTOEGANG

- SLAAGT ER OP TERMIJN NIET IN OM

MARKTPOSITIE TE VERKRIJGEN

OMDAT KLANTEN ONDERSCHEIDEND

MET SLECHT GELIJKSTELLEN

- VERKRIJGT GEEN MARKTAANDEEL

- GEEN MERKPOTENTIEEL

Page 7: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 7

White space & Blue oceans

Het vinden van nieuwe ruimte in de markt is een tegen de intuïtie indruisende activiteit. Het

percipiërende systeem van de mens is geprogrammeerd om te zien wat er is en niet om wat er niet

is. Een handige manier om nieuwe ruimte te vinden is te kijken wat consumenten al proberen op te

lossen en om ze hier vervolgens bij te helpen. Het innoveren op basis van zichtbaar gedrag van

mensen voorkomt het testen van een product dat nog in de markt moet worden gezet.

Een succesvol CASE van productinnovatie op basis van bestaand consumentengedrag is de 5 Euro

leesbril. De goedkope lezer categorie was nog ‘pure white space’ toen iemand zag dat mensen

zonder reservebril op stap gingen omdat ze de aanschaf van een tweede ‘eigen’ (persoonlijk

geslepen) bril van 100 Euro of meer te duur vonden. Is deze goedkope variant net zo goed als de

eigen bril? Nee. Maar voor 5% van de prijs doet ie z’n werk goed genoeg. Zo goed dat consumenten

er meerdere van kopen. In de US is het al een industrie van meer dan een half miljard Dollar en de

Hema is hier inmiddels ook handig op ingesprongen. Andere voorbeelden van innovaties die zijn

ontstaan door gedrag en gewoonten van consumenten te bestuderen zijn o.m. Swiffer, i-Pod, Axe,

Bizner Bank, Segway, Post-it, Dell, Southwest etc.

Page 8: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 8

Infiltratie, een proces van voortschrijdend inzicht

Met de inzichten van deze inleiding kun je mogelijkheden vinden om met een radicaal

onderscheidende propositie te kunnen infiltreren. Tijdens de uitwerking doorloop je 16-stappen

waardoor je infiltratie en duurzame groei ook daadwerkelijk kunt realiseren.

De stappen vormen een proces van voortschrijdend inzicht. Er is dus geen eenduidige bestaande

route of formule om je doel te bereiken. Maar juist daarom hebben we heldere stappen nodig als

leidraad. Om te voorkomen dat we afdrijven van de ene ingeving naar de andere.

Iedere afzonderlijke stap refereert aan één van de vier basisingrediënten voor infiltratie

– focus, onderscheid, trend en relevantie – zoals geïllustreerd in onderstaand model.

Als focus gekoppeld wordt aan onderscheid, ondersteund door een trend en bekrachtigd via

relevante communicatie, dan heb je de ingrediënten voor infiltratie en duurzame groei.

Page 9: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 9

Focus

1. Wat is de collectieve ambitie van BRAND-CONCEPT?

a. Waarin heeft BRAND-CONCEPT de meeste geloofwaardigheid?

b. Waarin heeft BRAND-CONCEPT de meeste ervaring?

c. Waar ligt de passie van BRAND-CONCEPT?

Opdracht 1:

Stel over 25 jaar wordt het merk BRAND-CONCEPT ‘uitgeveegd’. Schrijf een toekomstig ’in

memoriam’ voor je onderneming. Wat wil je erover vertellen aan het nageslacht?

2. Wat staat BRAND-CONCEPT voor?

a. Wat is de missie?

De missie is de fundamentele reden van bestaan voor je bedrijf, naast het verdienen van geld. Het is

iets dat niet verandert in je business. Het is een helder begrip van wie je bent en waarom je doet wat

je doet. Zonder een goed begrip van je bedoeling neig je gauw naar korte termijn resultaten en loop

je het risico je identiteit op lange termijn te verliezen. Als je meer dan twaalf woorden nodig hebt

om je bedoeling te verwoorden, ga dan terug naar ‘Wie ben je’ of probeer het nogmaals, later in het

proces.

Voorbeelden

Coca Cola To refresh the world

Microsoft To put a computer on every desk and in every home

Google To organize the world’s information and make it universally accessible

Opdracht 2:

Bepaal wat de bedoeling van BRAND-CONCEPT is, naast het verkopen van een dienst of

product.

Omschrijf je bedoeling. Gebruik niet meer dan 12 woorden. Mag nog abstract zijn.

Page 10: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 10

3. Hoe ziet BRAND-CONCEPT haar bedoeling werkelijkheid worden?

a. Wat wil je daadwerkelijk bereiken binnen 1 tot 3 jaar?

b. Hoe kan je dit concreet en tastbaar maken? (Visie)

Opdracht 3:

Formuleer een beeld van de toekomst voor je business en je merk

Test hoe je dit communiceert via middelen (speech, mail, brochure, website, blog)

Keer een paar keer terug naar je formulering en verfijn het verder

Communiceer je visie regelmatig om de richting van je merk te illustreren

Onderscheid

4. Met wie deelt BRAND-CONCEPT de markt?

a. Wat is de categorie waarin je opereert?

b. Wie concurreert er nog meer in deze categorie?

c. Wie staat er volgens klanten op nummer 1, 2, 3 enz.?

Opdracht 4:

Zoek uit welke positie jij volgens klanten inneemt op de rangordelijst. Formuleer de

belangrijkste (3-4) hoofdaandachtspunten om nummer een of twee te kunnen worden in de

bestaande categorie of om ‘first mover’ te worden in een nieuwe categorie.

FIRST MOVER + POPULARITEIT = LEIDERSCHAP

Page 11: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 11

5. Wat maakt je de énige?

a. Wat is het éne unieke ding dat je merkpropositie zowel onderscheidend als relevant maakt?

Opdracht 5:

Formuleer een simpel ‘uniek statement’ BRAND-CONCEPT is…

Wat: de enige ... (categorie)

Hoe: die … (benefit)

Completeer dit uniek statement door antwoord te geven op

Wie: voor …

Waar: in …

Waarom: omdat …

Wanneer: vanwege … (trendinvloed)

6. Wat kan BRAND-CONCEPT toevoegen of weglaten?

a. Welke bestaande merkelementen ondermijnen deze uniekheid?

b. Welke nieuwe merkelementen zouden je uniekheid kunnen versterken?

c. In hoeverre liggen de resterende elementen op één lijn met je visie?

Opdracht 6:

Maak een lijst van alle actuele en geplande proposities en merkelementen. Kies welke je wilt

houden, schrappen of toevoegen. Wees meedogenloos, je kunt altijd nog beter een

vergissing maken bij het schrappen dan diffuus te zijn.

7. Wie zijn de vrienden van BRAND-CONCEPT?

a. Wie maakt er deel uit van je merk community? Dit zijn partijen die belang hebben bij de business.

b. Hoe kan je het ‘geven en nemen’ managen waardoor iedereen blij wordt?

Opdracht 7:

Stippel je 'ECO systeem' uit met alle deelnemers

Bepaal hoe elke deelnemer kan bijdragen en profiteren.

Page 12: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 12

Het ECO systeem vormt een geordende keten van relaties waarin het management hun werknemers ondersteunt , werknemers ten dienste staan van klanten, klanten investeerders aantrekken, investeerders het management ondersteunen, management hun werknemers ondersteunen etc. Een oneindige keten die een oneindige keten van winst oplevert. De meest voorkomende oorzaak waardoor het systeem uit elkaar valt is het weghalen van schakels of verbindingen maken in de verkeerde richting. Wie zijn spelers in je ECO systeem? Wat kunnen zij geven en krijgen zodat er een vruchtbare samenwerking ontstaat? Maak een lijst met alle mogelijke deelnemers , beschrijf dan hoe iedere deelnemer kan bijdragen en dus loyaal kan worden aan je merk. In een gezond ECO system zal hun succes jouw succes mogelijk maken.

8. Wie is de vijand?

a. Welke vijand kan je afschilderen als ‘the bad guy’?

Opdracht 8:

Vertel je klanten vooral wat jij NIET bent, in niet mis te verstane bewoordingen.

9. Hoe heet je?

a. Helpt de naam je merk of lijdt het merk eronder?

b. Indien het merk eronder lijdt, is er een mogelijkheid om de naam te veranderen?

c. Als het te laat is om te veranderen, is er dan een manier om er ‘omheen’ te communiceren?

d. Is de naam geschikt voor 'brandplay' en heeft het voldoende creatieve mogelijkheden?

Opdracht 9:

Kies een naam die anders is, kort en passend.

Wees er zeker van dat deze makkelijk is te spellen, uit te spreken en te onthouden.

Zoek uit of de naam als URL toepasbaar en beschikbaar is.

Stel vast hoe makkelijk of moeilijk de naam te registreren is.

Page 13: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 13

Een sterke naam is:

1. Onderscheidend van concurrerende namen en van andere veelgebruikte woorden in een zin. Dit wordt ook wel ‘speech-stream visibility’ genoemd. Een kwalitatieve waarde van de naam waardoor het oog of oor deze eruit pikt en laat ervaren als precies het goede (of opvallend) woord in plaats van een ‘gewoon’ woord.

2. Kort. Vier lettergrepen of minder. Bij méér dan vier beginnen mensen al met het afkorten van de naam wat nadelig kan zijn voor het merk.

3. Passend maar niet zo omschrijvend dat het generiek klinkt. Een veelvoorkomende vergissing is een naam te kiezen met een tweeledig betekenis wat tot gevolg kan hebben dat de naam verward wordt met andere beschrijvende namen. Eigenlijk kan een sterke merknaam ‘blind’ zijn wat inhoudt dat er geen direct verband is met het product, dienst of afzender en dat het toch passend voelt.

4. Makkelijk om te spellen. Als je naam uitdraait op een spellingsoefening introduceer je verwarring bij klanten en je het moeilijk om de merknaam op de juiste wijze in te voeren in databases die correcte spelling vereisen.

5. Lekker om uit te spreken. Een goede naam heeft zgn. ‘mouthfeel’, dit betekent dat mensen ‘m prettig vinden klinken en de naam graag in de mond nemen.

6. Geschikt voor ‘brandplay’. De beste merknamen hebben zgn. ‘creative legs’ —ze lenen zich uitermate goed voor storytelling, graphics, PR, reclame en andere vormen van communicatie.

7. Juridisch te beschermen. Bureaus voor merkregistratie willen er zeker van zijn dat consumenten niet misleid worden door gekopieerde of nagenoeg dezelfde of gelijkklinkende namen. Een goede naam houdt de registratiekosten laag.

10. Hoe leg je jezelf uit? (TRUELINE, TAGLINE)

a. Wat is het ene authentieke statement dat je over je merk kunt maken?

Opdracht 10:

Formuleer een 'trueline’, gebaseerd op het unieke statement die outside-in vertelt waarom

het merk fascinerend is, waardevol en aannemelijk (géén komma's en ennen).

Vertaal deze trueline door naar een 'tagline' om te gebruiken richting klanten.

Schematisch ziet de communicatie opbouw er als volgt uit:

Page 14: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 14

Trend & Relevantie

11. Van welke trends profiteert BRAND-CONCEPT?

a. Welke trend versterkt je business?

b. Zijn er meer trends waarvan je kunt profiteren?

c. Op welke trends spelen concurrenten / soortgelijke partijen in?

Opdracht 11:

Maak een lijstje met de 3-5 belangrijkste trends die de kans op succes vergroten

12. Hoe raken mensen bij BRAND-CONCEPT betrokken?

a. Wie zijn je doelgroeppersonen? (Lichte gemeenschappen of Unique Buying Communities).

b. Waarom ben je belangrijk voor ze? Wat doet het met ze? (Unique Buying Arguments)

c. Waarom en wanneer hebben ze je nodig? (Context)

Opdracht 12:

Formuleer 3 tot 5 Unique Buying Arguments in het verlengde van je unieke statement.

Voer deze UBA’s in als zoekterm en traceer Unieke Buying Communities op internet.

13. Hoe verspreidt BRAND-CONCEPT het nieuws?

a. Kun je ontdekken wat thema's, issues en onderwerpen zijn die leden van UBC’s

onderling verbinden?

b. Hoe kun je ze enthousiast maken voor de radicaal onderscheidende propositie van BRAND-

CONCEPT?

c. Hoe gebruiken ze media om hierover met elkaar te communiceren?

Page 15: Infiltratiemarketing leidraad

Infiltratiemarketing leidraad 15

Opdracht 13:

Bedenk gezamenlijk concepten binnen de context van de communities waarmee je hun leden

kunt interesseren en bedenk tools waarmee zij het concept kunnen verspreiden.

Maak overeenkomsten ten aanzien van productie, implementatie en opbrengsten.

Infiltratie & Groei

14. Wat ervaren de doelgroeppersonen van BRAND-CONCEPT?

a. Hoe verspreid je het nieuws binnen de context van doelgroeppersonen?

b. Hoe krijg je al je communicatie op één lijn met je aangescherpte propositie?

c. Hoe verbinden doelgroeppersonen zich met BRAND-CONCEPT?

15. Hoe verdient BRAND-CONCEPT hun loyaliteit?

a. Waarom waarderen ze het merk?

b. Hoe raken ze er mee vertrouwd?

16. Hoe vergroot je het eerste succes?

a. Geef je de controle wel 'uit handen'?

b. Benader vijf onbekende UBC’s en maak vijf nieuwe vrienden.

c. Zet nieuwe interactieve marketing tools daadwerkelijk in, zoals:

- SEO/SEM

- behavioral targeting

- blog spiders

- buzzing / tweeting / blogging

- seeding

d. Voeg merk extensies toe die de relevantie van BRAND-CONCEPT verder versterken.

e. Voorkom extensies die de relevantie van het merk (weer) diffuus maken of die je in competitie

brengen met bestaande concurrenten.