iedereen kan leren, als alle zintuigen mee mogen doen

3
r zijn kinderen die onthouden als ze iets geschreven zien. Anderen moeten het niet alleen zien, maar ook zelf opschrijven: zij hebben naast de visuele ook de motorische informatie nodig. Weer anderen kunnen mondelinge informatie heel goed via de oren opne- men en verwerken. Ook heel wat kinderen leren door iets met die informatie te doen, ermee te han- delen: zij schakelen daarmee het lichaam en het spierzintuig in. Of ze werken graag samen, ze zijn sociaal. Al deze kinderen hebben hun eigen manier van informatie opnemen en verwerken. Zo heeft ieder zijn eigen leerstijl en unieke combinatie van leermogelijkheden. Toch is een doorsnee klas nog steeds zittend achter tafels en luisterend naar de juf met het leerproces bezig. Psycholoog dr. Linda Kreger-Silbermann toont in haar fascinerende boek ‘Upside-down Brilliance’ aan, dat meer dan 50% van de kinderen en volwas- senen niet talig-auditief, maar visueel-ruimtelijk is ingesteld. Zij komen dus tekort binnen ons systeem van lesgeven en zo kunnen leerproblemen ontstaan. Past school wel bij leerstijl? Laten we eerst kijken naar de twee meest voorko- mende leerstijlen: De auditief-talige denkt vooral in taal en begrippen, is tijdsbewust, leert stap-voor- stap, is gericht op de volgorde: ’t één na het ander. Deze leerling kan verbale instructie goed opnemen, goed uit het hoofd leren en automatiseren. Zo’n kind kan losse informatie goed onthouden en heeft een goed kortetermijngeheugen. Ze is gericht op het detail en kan zich op één ding tegelijk richten, is gericht op verschillen, heeft een goede concentratie en kan goed het ene juiste antwoord vinden. De visueel-ruimtelijke leerling denkt vooral in beel- den en handelingen. Ze is niet tijdsbewust maar ruimtelijk vaak sterk. Ze leert vanuit het geheel en is gericht op verbanden. Ze neemt informatie in een keer op, eerst het geheel en dan de details. Deze leerling heeft moeite met verbale instructie. Kan niet uit het hoofd leren. Heeft een zwak kortetermijnge- heugen. Alle prikkels komen tegelijk binnen, ze is daardoor gevoelig voor afleiding. Je ziet dat het auditief-talige kind het binnen ons onderwijssysteem heel wat gemakkelijker heeft dan het visueel-ruimtelijke kind. Alle zintuigen doen mee Nu heb je als leerkracht wel een probleem, hoe kun je beide types aan hun trekken laten komen? Hoe kun je zorgen alle kinderen zich kunnen ontwikke- len? Je lost dat probleem op door alle zintuigen in te schakelen: naast het zien, het horen, ook het spierzintuig, de motoriek en het tastzintuig. Als je multi-sensorisch werkt, wordt ieder kind aangespro- ken via het zintuig dat de voorkeur heeft bij de opname van informatie. Door steeds alle zintuigen in te zetten, worden de verbindingen in de hersenen rond de nieuwe leerstof of vaardigheid sterker. Nieuwe kennis wordt daardoor gemakkelijker ont- houden en is gemakkelijker op te roepen. En als we daarbij gebruik maken van ritme, rijm, liedjes, kleur en beweging wordt het leren veel leuker en ook meer ontspannen. Ook het gebruik maken van de verbeeldingskracht via visualisaties is een krachtig middel om leerstof op te nemen. Door kennis te visualiseren kunnen leerlingen innerlijk waarnemen en zaken in één geheel zien en de delen met elkaar in verband bren- gen. Het versterkt de creativiteit en het geheugen. Dit versterkt ook de concentratie en daardoor neemt de motivatie toe. Saaie spellinglessen worden “hoi, hoi!” Een breed aanbod Hoe schakel je alle zintuigen, de motoriek en de ver- beeldingskracht in je les in? Als voorbeeld neem ik het aanleren van de klank-tekenkoppelingen. Het is het fundament van lezen en spellen en veel latere lees- en spellingproblemen zijn te herleiden tot tekorten op het gebied van geautomatiseerde kennis van de klank-tekenkoppelingen. Voor heel wat kin- deren is niet alleen de didactiek onvoldoende toerei- kend, maar ligt het tempo van het aanleren te hoog: ze moeten nieuwe letters aanleren terwijl de voor- gaande er nog niet goed in zitten. Vooral met de u- ui-uu-eu en de e-i-ee-ie ontstaat vaak verwarring. e d u c a r e [ pagina 34 ] 1/2011 E Alle kinderen hebben hun talenten en zijn in staat tot leren, in iedere klas zijn alle leerstijlen vertegenwoordigd. Hoe kan het dan dat scholen zijn ingericht alsof alle kinderen alleen maar via boeken en luisterend naar de juf leren? Irene Besnard-van Baaren Irene Besnard was werkzaam binnen onderwijsbegeleiding en had sinds 1984 een eigen prak- tijk voor onderzoek en behan- deling van dyslectische kinde- ren. Iedereen kan leren als alle zintuigen mee mogen doen

Upload: tijdschrift-educare

Post on 25-Mar-2016

218 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Alle kinderen hebben hun talenten en zijn in staat tot leren, in iedere klas zijn alle leerstijlen vertegenwoordigd. Hoe kan het dan dat scholen zijn ingericht alsof alle kinderen alleen maar via boeken en luisterend naar de juf leren?

TRANSCRIPT

Page 1: Iedereen kan leren, als alle zintuigen mee mogen doen

r zijn kinderen die onthouden als ze iets geschrevenzien. Anderen moeten het niet alleen zien, maar ookzelf opschrijven: zij hebben naast de visuele ook demotorische informatie nodig. Weer anderen kunnenmondelinge informatie heel goed via de oren opne-men en verwerken. Ook heel wat kinderen lerendoor iets met die informatie te doen, ermee te han-delen: zij schakelen daarmee het lichaam en hetspierzintuig in. Of ze werken graag samen, ze zijnsociaal. Al deze kinderen hebben hun eigen maniervan informatie opnemen en verwerken. Zo heeftieder zijn eigen leerstijl en unieke combinatie vanleermogelijkheden. Toch is een doorsnee klas nogsteeds zittend achter tafels en luisterend naar de jufmet het leerproces bezig. Psycholoog dr. Linda Kreger-Silbermann toont inhaar fascinerende boek ‘Upside-down Brilliance’aan, dat meer dan 50% van de kinderen en volwas-senen niet talig-auditief, maar visueel-ruimtelijk isingesteld. Zij komen dus tekort binnen ons systeemvan lesgeven en zo kunnen leerproblemen ontstaan.

Past school wel bij leerstijl?Laten we eerst kijken naar de twee meest voorko-mende leerstijlen: De auditief-talige denkt vooral intaal en begrippen, is tijdsbewust, leert stap-voor-stap, is gericht op de volgorde: ’t één na het ander.Deze leerling kan verbale instructie goed opnemen,goed uit het hoofd leren en automatiseren. Zo’n kindkan losse informatie goed onthouden en heeft eengoed kortetermijngeheugen. Ze is gericht op hetdetail en kan zich op één ding tegelijk richten, isgericht op verschillen, heeft een goede concentratieen kan goed het ene juiste antwoord vinden.De visueel-ruimtelijke leerling denkt vooral in beel-den en handelingen. Ze is niet tijdsbewust maarruimtelijk vaak sterk. Ze leert vanuit het geheel en isgericht op verbanden. Ze neemt informatie in eenkeer op, eerst het geheel en dan de details. Dezeleerling heeft moeite met verbale instructie. Kan nietuit het hoofd leren. Heeft een zwak kortetermijnge-heugen.Alle prikkels komen tegelijk binnen, ze is daardoorgevoelig voor afleiding.

Je ziet dat het auditief-talige kind het binnen onsonderwijssysteem heel wat gemakkelijker heeft danhet visueel-ruimtelijke kind.

Alle zintuigen doen meeNu heb je als leerkracht wel een probleem, hoe kunje beide types aan hun trekken laten komen? Hoekun je zorgen alle kinderen zich kunnen ontwikke-len? Je lost dat probleem op door alle zintuigen inte schakelen: naast het zien, het horen, ook hetspierzintuig, de motoriek en het tastzintuig. Als jemulti-sensorisch werkt, wordt ieder kind aangespro-ken via het zintuig dat de voorkeur heeft bij deopname van informatie. Door steeds alle zintuigenin te zetten, worden de verbindingen in de hersenenrond de nieuwe leerstof of vaardigheid sterker.Nieuwe kennis wordt daardoor gemakkelijker ont-houden en is gemakkelijker op te roepen. En als wedaarbij gebruik maken van ritme, rijm, liedjes, kleuren beweging wordt het leren veel leuker en ookmeer ontspannen. Ook het gebruik maken van de verbeeldingskrachtvia visualisaties is een krachtig middel om leerstofop te nemen. Door kennis te visualiseren kunnenleerlingen innerlijk waarnemen en zaken in ééngeheel zien en de delen met elkaar in verband bren-gen. Het versterkt de creativiteit en het geheugen.Dit versterkt ook de concentratie en daardoor neemtde motivatie toe. Saaie spellinglessen worden “hoi,hoi!”

Een breed aanbodHoe schakel je alle zintuigen, de motoriek en de ver-beeldingskracht in je les in? Als voorbeeld neem ikhet aanleren van de klank-tekenkoppelingen. Het ishet fundament van lezen en spellen en veel laterelees- en spellingproblemen zijn te herleiden tottekorten op het gebied van geautomatiseerde kennisvan de klank-tekenkoppelingen. Voor heel wat kin-deren is niet alleen de didactiek onvoldoende toerei-kend, maar ligt het tempo van het aanleren te hoog:ze moeten nieuwe letters aanleren terwijl de voor-gaande er nog niet goed in zitten. Vooral met de u-ui-uu-eu en de e-i-ee-ie ontstaat vaak verwarring.

Een letter heeft een vorm en een richting en er hoorteen klank bij. Nu kun je daar rijtjes van laten makenen het uit het hoofd laten leren. Maar je kunt hetook anders aanpakken:• De letters laten vingerverven en vormen met boet-seerklei;

• Op een dienblad met zand de letters ‘schrijven’ enmet een spons op het bord;

• Met touw of pijpenragertje de letters vormen;• Op de grond de lettervormen lopen; • Letters met brooddeeg maken; • Grote houten letters voelen en er raadspelletjesmee doen;

• Schuurpapieren letters voelen;• Letters op de rug van hand of op de rug van hetkind schrijven en raden.

• Letters op een stukje karton schrijven, ze op degrond leggen, van letter naar letter springen, envan de losse letters een woord maken;

• Ditzelfde op het schoolplein, als hinkelspel metstoepkrijt;

• Het letterboek ‘Kijk mijn letter’ van Annie Keuper-Makkink voorlezen en doen wat er staat;

• Letters flitsen; • Race-oefeningen met letters; • Spelen met letterdobbelstenen; • Een lettergroeidoos waarin de letters komen diehet kind kent;

• Lettervoeldoos: letters voelen, via vorm en rich-ting weten welke klank erbij hoort;

• Gebruik van kleur voor letters die bij elkaarhoren: de lange klanken een eigen kleur en dekorte klanken een andere kleur;

• De spiegel gebruiken: letters laten uitspreken entegelijk in de spiegel zien welke mondbeweging enmondstand erbij hoort;

• Een visualisatie (verhaaltje met gesloten ogen) overeen Aap, die een Noot Eet die Zuur blijkt te zijn.

Zo is leren leuk, stressvrij en effectief. Thuis gaat hetleren door, de hele familie kan meedoen. En: hoemeer je als leerkracht zo gaat werken, hoe creatieverje wordt!

Niets nieuws onder de zon“Niets is in het verstand dat niet voorheen in de zin-nen was” zei de Griekse wijsgeer Aristoteles. Watpedagogen van weleer zeiden, komt verrassend goedovereen met wat de neurowetenschap nu aantoont.Jan Comenius in de 17e eeuw: “Alles wat het lerenplezier verschaft, ondersteunt het geheugen”.Pestalozzi, 19e eeuw: “Met hoofd , hart en handen”.Alexander Damasio, toont aan het eind van de 20eeeuw aan dat er een sterke samenhang is vanlichaam, zintuigen en motoriek, gevoelens en emo-ties, denken, logica en allerlei cognitieveprocessen.

e d u c a r e e d u c a r e[ pagina 34 ] 1/2011 1/2011 [ pagina 35 ]

E

Alle kinderen hebben hun talenten en zijn in staat tot leren, in iedere

klas zijn alle leerstijlen vertegenwoordigd. Hoe kan het dan dat scholen

zijn ingericht alsof alle kinderen alleen maar via boeken en luisterend

naar de juf leren?

Irene Besnard-van Baaren

Irene Besnard was werkzaam

binnen onderwijsbegeleiding en

had sinds 1984 een eigen prak-

tijk voor onderzoek en behan-

deling van dyslectische kinde-

ren.

Iedereen kan lerenals alle zintuigen mee mogen doen

Meer lezen:

Thomas Armstrong:

7 Kinds of Smart

Thomas Armstrong:

In their own way

Carla Hannaford: Smart Moves -

Why learning is not all in your

head

© UIT: ‘CREA

TIVITEIT: GEEN KUNST’ V

AN JEN

NY DE BO

DE EN

LIA NIJMAN

Page 2: Iedereen kan leren, als alle zintuigen mee mogen doen

r zijn kinderen die onthouden als ze iets geschrevenzien. Anderen moeten het niet alleen zien, maar ookzelf opschrijven: zij hebben naast de visuele ook demotorische informatie nodig. Weer anderen kunnenmondelinge informatie heel goed via de oren opne-men en verwerken. Ook heel wat kinderen lerendoor iets met die informatie te doen, ermee te han-delen: zij schakelen daarmee het lichaam en hetspierzintuig in. Of ze werken graag samen, ze zijnsociaal. Al deze kinderen hebben hun eigen maniervan informatie opnemen en verwerken. Zo heeftieder zijn eigen leerstijl en unieke combinatie vanleermogelijkheden. Toch is een doorsnee klas nogsteeds zittend achter tafels en luisterend naar de jufmet het leerproces bezig. Psycholoog dr. Linda Kreger-Silbermann toont inhaar fascinerende boek ‘Upside-down Brilliance’aan, dat meer dan 50% van de kinderen en volwas-senen niet talig-auditief, maar visueel-ruimtelijk isingesteld. Zij komen dus tekort binnen ons systeemvan lesgeven en zo kunnen leerproblemen ontstaan.

Past school wel bij leerstijl?Laten we eerst kijken naar de twee meest voorko-mende leerstijlen: De auditief-talige denkt vooral intaal en begrippen, is tijdsbewust, leert stap-voor-stap, is gericht op de volgorde: ’t één na het ander.Deze leerling kan verbale instructie goed opnemen,goed uit het hoofd leren en automatiseren. Zo’n kindkan losse informatie goed onthouden en heeft eengoed kortetermijngeheugen. Ze is gericht op hetdetail en kan zich op één ding tegelijk richten, isgericht op verschillen, heeft een goede concentratieen kan goed het ene juiste antwoord vinden.De visueel-ruimtelijke leerling denkt vooral in beel-den en handelingen. Ze is niet tijdsbewust maarruimtelijk vaak sterk. Ze leert vanuit het geheel en isgericht op verbanden. Ze neemt informatie in eenkeer op, eerst het geheel en dan de details. Dezeleerling heeft moeite met verbale instructie. Kan nietuit het hoofd leren. Heeft een zwak kortetermijnge-heugen.Alle prikkels komen tegelijk binnen, ze is daardoorgevoelig voor afleiding.

Je ziet dat het auditief-talige kind het binnen onsonderwijssysteem heel wat gemakkelijker heeft danhet visueel-ruimtelijke kind.

Alle zintuigen doen meeNu heb je als leerkracht wel een probleem, hoe kunje beide types aan hun trekken laten komen? Hoekun je zorgen alle kinderen zich kunnen ontwikke-len? Je lost dat probleem op door alle zintuigen inte schakelen: naast het zien, het horen, ook hetspierzintuig, de motoriek en het tastzintuig. Als jemulti-sensorisch werkt, wordt ieder kind aangespro-ken via het zintuig dat de voorkeur heeft bij deopname van informatie. Door steeds alle zintuigenin te zetten, worden de verbindingen in de hersenenrond de nieuwe leerstof of vaardigheid sterker.Nieuwe kennis wordt daardoor gemakkelijker ont-houden en is gemakkelijker op te roepen. En als wedaarbij gebruik maken van ritme, rijm, liedjes, kleuren beweging wordt het leren veel leuker en ookmeer ontspannen. Ook het gebruik maken van de verbeeldingskrachtvia visualisaties is een krachtig middel om leerstofop te nemen. Door kennis te visualiseren kunnenleerlingen innerlijk waarnemen en zaken in ééngeheel zien en de delen met elkaar in verband bren-gen. Het versterkt de creativiteit en het geheugen.Dit versterkt ook de concentratie en daardoor neemtde motivatie toe. Saaie spellinglessen worden “hoi,hoi!”

Een breed aanbodHoe schakel je alle zintuigen, de motoriek en de ver-beeldingskracht in je les in? Als voorbeeld neem ikhet aanleren van de klank-tekenkoppelingen. Het ishet fundament van lezen en spellen en veel laterelees- en spellingproblemen zijn te herleiden tottekorten op het gebied van geautomatiseerde kennisvan de klank-tekenkoppelingen. Voor heel wat kin-deren is niet alleen de didactiek onvoldoende toerei-kend, maar ligt het tempo van het aanleren te hoog:ze moeten nieuwe letters aanleren terwijl de voor-gaande er nog niet goed in zitten. Vooral met de u-ui-uu-eu en de e-i-ee-ie ontstaat vaak verwarring.

Een letter heeft een vorm en een richting en er hoorteen klank bij. Nu kun je daar rijtjes van laten makenen het uit het hoofd laten leren. Maar je kunt hetook anders aanpakken:• De letters laten vingerverven en vormen met boet-seerklei;

• Op een dienblad met zand de letters ‘schrijven’ enmet een spons op het bord;

• Met touw of pijpenragertje de letters vormen;• Op de grond de lettervormen lopen; • Letters met brooddeeg maken; • Grote houten letters voelen en er raadspelletjesmee doen;

• Schuurpapieren letters voelen;• Letters op de rug van hand of op de rug van hetkind schrijven en raden.

• Letters op een stukje karton schrijven, ze op degrond leggen, van letter naar letter springen, envan de losse letters een woord maken;

• Ditzelfde op het schoolplein, als hinkelspel metstoepkrijt;

• Het letterboek ‘Kijk mijn letter’ van Annie Keuper-Makkink voorlezen en doen wat er staat;

• Letters flitsen; • Race-oefeningen met letters; • Spelen met letterdobbelstenen; • Een lettergroeidoos waarin de letters komen diehet kind kent;

• Lettervoeldoos: letters voelen, via vorm en rich-ting weten welke klank erbij hoort;

• Gebruik van kleur voor letters die bij elkaarhoren: de lange klanken een eigen kleur en dekorte klanken een andere kleur;

• De spiegel gebruiken: letters laten uitspreken entegelijk in de spiegel zien welke mondbeweging enmondstand erbij hoort;

• Een visualisatie (verhaaltje met gesloten ogen) overeen Aap, die een Noot Eet die Zuur blijkt te zijn.

Zo is leren leuk, stressvrij en effectief. Thuis gaat hetleren door, de hele familie kan meedoen. En: hoemeer je als leerkracht zo gaat werken, hoe creatieverje wordt!

Niets nieuws onder de zon“Niets is in het verstand dat niet voorheen in de zin-nen was” zei de Griekse wijsgeer Aristoteles. Watpedagogen van weleer zeiden, komt verrassend goedovereen met wat de neurowetenschap nu aantoont.Jan Comenius in de 17e eeuw: “Alles wat het lerenplezier verschaft, ondersteunt het geheugen”.Pestalozzi, 19e eeuw: “Met hoofd , hart en handen”.Alexander Damasio, toont aan het eind van de 20eeeuw aan dat er een sterke samenhang is vanlichaam, zintuigen en motoriek, gevoelens en emo-ties, denken, logica en allerlei cognitieveprocessen.3

e d u c a r e e d u c a r e[ pagina 34 ] 1/2011 1/2011 [ pagina 35 ]

E

Alle kinderen hebben hun talenten en zijn in staat tot leren, in iedere

klas zijn alle leerstijlen vertegenwoordigd. Hoe kan het dan dat scholen

zijn ingericht alsof alle kinderen alleen maar via boeken en luisterend

naar de juf leren?

Irene Besnard-van Baaren

Irene Besnard was werkzaam

binnen onderwijsbegeleiding en

had sinds 1984 een eigen prak-

tijk voor onderzoek en behan-

deling van dyslectische kinde-

ren.

Iedereen kan lerenals alle zintuigen mee mogen doen

Meer lezen:

Thomas Armstrong:

7 Kinds of Smart

Thomas Armstrong:

In their own way

Carla Hannaford: Smart Moves -

Why learning is not all in your

head

© UIT: ‘CREA

TIVITEIT: GEEN KUNST’ V

AN JEN

NY DE BO

DE EN

LIA NIJMAN

Page 3: Iedereen kan leren, als alle zintuigen mee mogen doen

Dit artikel kreeg je van Educare! Educare is een tijdschrift over opvoeden en onderwijzen vanuit verbondenheid. Het wordt uitgegeven door Stichting Universele Opvoeding en verschijnt 5x per jaar. Ieder nummer bevat een uitneembaar katern met praktische oefeningen en informatie die je thuis en/of in de klas kunt uitvoeren. Wanneer je op de hoogte wilt blijven van nieuws over opvoeding en onderwijs in verbondenheid, dan kun je je inschrijven op onze digitale nieuwsbrief. We sturen je dan ook bericht wanneer de nieuwe Educare (het tijdschrift) uitkomt. We gebruiken de nieuwsbrief tevens voor nieuws wat niet in het tijdschrift gedrukt kon worden en om je op de hoogte te houden van ontwikkelingen op onze websites. Schrijf je nu in op de nieuwsbrief en ontvang direct 6 Educare katernen (pdf):

1. Leren met Hart Focus 2. Schatgraven in jezelf 3. Verrassend tekenen 4. Opgroeien in verbondenheid 5. Leren kun je leren 6. De rol van spiegelneuronen

Je vindt het inschrijfformulier op onze homepage op www.educare.nl Op onze website kun je ook een abonnement afsluiten op het tijdschrift zelf of ter kennismaking een proefnummer aanvragen. De websites van Stichting Universele Opvoeding:

www.educare.nl – alles over het tijdschrift Educare www.opvoedingsboek.nl – wekelijks een boekbespreking... www.opgroeieninverbondenheid.nl – wekelijks een praktische tip... opvoedingenonderwijs.ning.com – digitale ontmoetingsplaats voor leden

Copyrights van alle teksten en foto’s in deze pdf berusten bij Stichting Universele Opvoeding en de respectievelijke auteurs en fotografen. Je mag er niets uit kopiëren zonder hier vooraf toestemming voor te vragen. Je mag wèl deze pdf in zijn geheel doorgeven aan vrienden en/of collega’s van wie je denkt dat ze belangstelling hebben voor de inhoud ervan. St. Universele Opvoeding – Hendrik Marsmanweg 16 – 4103 WS Culemborg – [email protected]