Huttentochten 2013 georganiseerd door

Val Sinestra

Meedoen met de huttentochtweken………

De combinatie van inspanning en totale rust die een bergtocht met zich meebrengt, maakt dat u, eenmaal boven, het liefst niet meer naar beneden gaat. De majestueuze bergtoppen, het weidse uitzicht, de immense stilte, de frisse lucht, het avontuurlijke vrije gevoel; U kunt het allemaal langer vasthouden wanneer u met ons op een meerdaagse huttentocht gaat. Daar heeft u wel wat bergwandel ervaring en een goede conditie voor nodig. De looptijd is ongeveer 5 uur per dag en dat óp en neer en mét een rugzak van ca. 6 kg.! De door ons gekozen en begeleide routes zijn allemaal gewoon met goede bergschoenen te doen, dus zonder hulpmiddelen als stijgijzers, touwen e.d. Afhankelijk van het programma verblijft u één, twee of drie nachten achter elkaar in berghutten, de overige nachten bij ons. Het Unterengadin en omgeving is een grotendeels ongerept en wild stuk Zwitserland. Hier kan men nog uren lopen zonder iemand tegen te komen. Mede daarom zijn er wèl veel alpendieren, zoals gemzen, herten, steenbokken, alpenmarmotten, adelaars, lammergieren enz. En ook qua flora is deze omgeving uitzonderlijk! Bloemen bloeien vanaf het vroege voorjaar tot de late herfst; allerlei soorten orchideeën, gentianen, anemonen, edelweiss, arnica, klokjes enz. Water is er overal en nog zó helder en schoon, dat we onderweg probleemloos uit de kleinere beekjes kunnen drinken. Kortom, welkom in een paradijs op aarde! Eten en drinken:

Avondeten en ontbijt worden door de hutten verzorgd. Zelf nemen we proviand voor alle dagen mee, dus lunch-pakketten en snacks (studentenhaver, mueslirepen, chocola, gedr. fruit enz.). De lunchpakketten (brood en fruit) kunt u van het ontbijtbuffet in Val Sinestra op de dag van vertrek samenstellen. Wanneer u een thermosfles meeneemt kunt u bij ons (en later ook in de hutten) heet water en zgn. “Marschtee” mee krijgen. Daarnaast kunt u in de hut koffie of andere dranken kopen. Tips: Lunchbox of plastic zakken meenemen voor uw lunchpakket (in papier droogt het sneller uit). Brood en kaas apart houden, dan droogt het minder snel uit. Extra stuk kaas of worst meenemen van huis. Cup a soup met heet water is ook lekker onderweg. Kaarten:

Het is niet echt nodig zelf kaarten mee te nemen, maar wie het leuk vindt bv.: Unterengadin 1:60 000 of Scuol, Gr.Litzner, Silvretta en Samnaun 1:25 000, Flüelapass 1.100 000.

Wat mee te nemen: Rugzak: Onderschat de invloed van een goed- resp. slecht zittende rugzak niet! U moet letten op het draagcomfort, waarbij de heupriem een belangrijke rol speelt. Kies liever een te grote dan een

te kleine qua inhoud. Wanneer uw rugzak niet waterdicht is, alles in plastic zakken verpakken. Bergschoenen: Goed schoeisel spreekt vanzelf! Stevige, hoge wandelschoenen met een goed profiel. Evt. kunt u nog een paar slippers meenemen (de meeste hutten hebben huisschoenen te leen). Stokken (2) kunnen erg van pas komen.

Kleding: Al naar gelang de inspanning of de hoogte zult u merken dat er weer wat aan of uit moet. Het meeste profijt heeft u dan van het zgn. laagjessysteem; een lange broek (kort is soms ook prettig), een t-shirt, daarover een dunnere trui met lange mouwen en daarover een (regen & winddichte) jas. (Reserve lange broek en shirt mee). Daarnaast een warme (fleece) trui voor ’s avonds of bij kouder weer. Het weer in de bergen kan erg snel veranderen. Op grote hoogte kan een regenbui ook snel in een sneeuwstorm omslaan. Daarom is het meer dan raadzaam om – zelfs in de zomer – naast regenkleding ook een muts en handschoenen mee te nemen! Goede sokken is ook een manier om blaren te voorkomen! Lakenzak: Deze is verplicht in de hut. U kunt ook uw dekbed-hoes van Sinestra meenemen. Zonnebril en -crème: De UV straling in de bergen is zeer sterk en

het is dan ook raadzaam u te beschermen. Wanneer er sneeuw valt gaat het zelfs niet verder zonder!

Paspoort. Verder nog praktisch: Oropax (tegen snurkende kamer-genoten), blarenpleisters, Wc-papier, zaklamp, leesvoer. (EHBO-spullen hebben wij bij ons) Algemene opmerkingen:

Alle tochten zijn onder voorbehoud; Welke route er gelopen wordt hangt af van de samenstelling van

de groep en de weersomstandigheden; Bij opgave kan een voorkeur vermeld worden; Minimaal 12, maximaal ca. 18 deelnemers. Onderstaande prijzen zijn gebaseerd op verblijf in de hutten op

het massenlager, alle maaltijden, de begeleiding en de transportkosten.

Data & prijzen:

Er wordt een 2- en/of een 3 daagse* huttentocht georganiseerd in de periode van 1 tot 10 september 2013. * Er wordt ter plekke overlegd met de deelnemers hoe lang en welke route we lopen.

De toeslag voor de huttentocht bedraagt CHF 100 (ca. € 85) voor de 2 daagse en CHF 160 (ca. € 135) voor de 3 daagse.

Voorbeelden van huttentochten

2-DAAGSE HUTTENTOCHTEN

*Samnaun - Heidelbergerhütte - Val Sinestra* Een tocht met trajecten die aantrekkelijk zijn voor diegenen die het niet (meer) zo ruig hoeven, maar de uitdaging nog aan gaan!

1e Dag: Samnaun - Heidelbergerhütte

Met de bus rijden we in 3 kwartier naar het belastingvrije Samnaun (1840m.) waar we starten met de tocht. In het begin stijgen we over een breed pad al gauw boven de boomgrens uit tot ca 2300 m., waarna het pad overgaat in een smal spoor, dat langs hellingen en over passen tot 2700 m. hoogte kronkelt. We lopen daarbij op de grens tussen Oostenrijk en Zwitserland met uitzicht op prachtige 3000-ers van het Silvretta-gebergte. Na ongeveer 5 loopuren komen we bij de Heidelbergerhütte (2264m.) aan. Dit is een gerieflijke, ruime hut, waar we overnachten op een slaapzaal. 2e Dag: Heidelbergerhütte - Val Sinestra

De 2e dag begint ook met klimmen; geleidelijk stijgen we ca. 350 meter naar de Fimberpas (2608). Op deze winderige overgang van het Val Fenga naar het Val Chöglias kunnen we met wat geluk steenbokken tegen komen. De afdaling tot de beek beneden in het dal (ca. 700 m. dalen) gaat in de benen zitten, maar we nemen ons er de tijd voor. Voor we weer in de civilisatie terug keren maken we daar een langere pauze en wie weet scheert er wel nèt een adelaar of lammergier over...Via de gehuchten Griosch en Zuort zakken we geleidelijk af langs de beek tot Val Sinestra (nog eens 400 m. dalen). Looptijd ca. 5 uur.

*S-charl - Sesvennahütte - Sur En* Steilere klimmen en afdalingen, spectaculaire passages.Zie 3-daagse tocht Sesvennahütte.

1e Dag: S-charl - Sesvennahütte.

Zoals beschreven bij 3-daagse tocht. Op de 2e dag gaat de route dan vanaf de Uina-schlucht verder via het Val d’Uina naar Sur En, vanaf hier een relatief eenvoudige wandeling.

3 – DAAGSE HUTTENTOCHTEN

*S-charl - Sesvennahütte – Lischanahütte – Scuol*

of omgekeerd 1e Dag: S-charl - Sesvennahütte

We rijden met de bus in 40 minuten naar het afgelegen dorpje S-charl (1810 m.) wat aan het Nationaal Park grenst. Onze route gaat eerst gemoedelijk langs de beek naar de kleine Alp

Sesvenna (2098 m.), gelegen in een idyllisch keteldal. Rondom rijzen grillige bergpieken in de hemel, een gebied waar we later ook zullen rond lopen. We vervolgen onze weg die nu langzaam boven de boomgrens uitstijgt. Kenmerkend zijn de arvenbomen met hun gedrongen vorm. Ooit stond het hier vol met deze bomen, maar in de tijd dat er o.a. zilver en lood gewonnen werd, is er (te) veel gehakt voor de smeltovens. Vandaar ook het ontstaan van het Nationaal Park. Het pad wordt nu een spoor dat in een smal dal omhoog kruipt. Gras-, rots- en gruishellingen wisselen elkaar af terwijl we over de flanken van de Piz Sesvenna lopen. Op de Fuorcla Sesvenna (2819 m.) genieten we uitgebreid van het uitzicht. Wanneer er tijd en belangstelling is, kunnen we nog een zijsprong naar de Piz Cristanas (3092 m.) maken. De afdaling heeft ook wat te bieden: bijzondere rotspartijen, bergmeertjes en uiteindelijk een weids uitzicht naar het Vinschau (Italië). We overnachten in de Sesvennahütte (2258 m.) op het lager. Looptijd ca. 6 uur, ca. 1000 m. klimmen (zonder Piz Cristanas) en ca. 560 m. dalen. 2e Dag: Sesvennahütte – Lischanahütte

Door een hoog dal trekken we van Italië naar Zwitserland. Het eerste gedeelte deze dag is aangenaam wandelen; het pad stijgt en daalt matig. Voor we aan de klim beginnen, lopen we nog een klein stukje verder om de wilde en indrukwekkende Uina-schlucht te bewonderen. In deze smalle kloof zijn vroeger paden en deels tunnels in de rotsen uitgehakt om een doorgang voor mens en vee te verschaffen. Tegenwoordig is het een geliefde route voor wandelaars én mountainbikers. Terug op onze route begint een stevige maar afwisselende klim van ca. 790 m. langs beekjes, watervallen en bergmeertjes, over paden (in de zomer vindt je erlangs ook edelweiss), rotsblokken en soms nog wel over een sneeuwveldje tot we bij de Fuorcla (2944 m.) aankomen. Vanaf hier is het een relatief kort uitstapje naar de Piz Lischana

(3105 m.), maar daarvoor is het nu te laat op de dag. We kunnen dat evt. de volgende dag doen. Het pad daalt nu via gruishellingen en rotsen tot de gezellige Lischanahütte (2500 m.). In dit gebied zitten veel steenbokken, die vaak gemoedelijk op de steile hellingen staan te grazen. Vanaf deze hut hebben we uitzicht op Scuol-by-night; slapen doen we op het Lager.

3e Dag: Lischanahütte – Scuol

Voor deze dag zijn er meerdere mogelijkheden. Wie wil kan vanuit de hut zonder omwegen in ca. 3 uur naar Scuol afdalen: een tamelijk steil, maar goed pad. Voor de liefhebbers is het ook mogelijk de Piz Lischana te beklimmen; vanaf de hut 600 m. stijgen. Verder is het voor heel goede lopers een optie om, direct of nà de beklimming (zonder touwen e.d. trouwens) van de Lischana, via de zeer steile Fora da l’Aua naar Alp Sesvenna en S-charl af te

dalen. Welke route we kiezen, bepalen we ter plekke.

*Val Tasna-Jamtalhütte-Heidelbergerhütte-Val Sinestra*

1e Dag: Val Tasna - Jamtalhütte

De tocht begint op ca. 1600 m. in het Val Tasna, tussen Ftan en Ardez. Langs de beek de Tasnan wandelen we door dit lieflijke dal, door bos en wei, langs hutjes en schuurtjes tot we uiteindelijk bij de kleine alp Valmala (1979 m.) komen. Hierna buigt ons pad zich richting het noorden en wordt de omgeving steeds woester. We volgen het pad eerst nog door een smal dal,maar dan wordt het steiler en klimmen we via een spoor tegen de helling op. Op het laatst zoeken we onze weg van rotsblok naar rotsblok tot de windige Futschölpas op 2768 m.. De tand des tijds is hier zichtbaar; rotsblokken in allerlei vormen en kleuren rondom, indrukwekkende gletsjers vlakbij, grillige bergpieken zover het oog reikt... een gevoel van nietigheid komt over ons. We dalen af op Oostenrijks grondgebied en via een goed pad bereiken we na zo’n 1 ½ uur de vrij luxueuze Jamtalhütte (2165m.). Looptijd ca. 6 uur, ca. 1130 m. klimmen en 600 m. dalen! Dit is een zware dag die een behoorlijke conditie verlangt.

2e Dag: Jamtalhütte - Heidelbergerhütte

Van de Jamtalhütte (2165m.) gaan we eerst een stuk op onze sporen terug, over een geleidelijk klimmend pad, waarna we via smalle paden, rotsen en wat gruis naar de sneeuw klimmen. Onder de Breite Krone (3079 m.), waar we eventueel op kunnen klimmen om van het uitzicht te genieten, passeren we het Kronenjoch op 3000 m. en dalen af over de gletsjer (spletenvrij) en rotsen naar het Val

Fenga. Daar vinden we het pad terug naar de Heidelbergerhütte (2264m.). Looptijd ca. 6 uur, ca. 800 m. klimmen en 750 m. dalen.

3 e Dag: Heidelbergerhütte - Val Sinestra

Zie 2e dag: Samnaun - Heidelbergerhütte - Val Sinestra.

*Val da Ravais-ch – Keschhütte – Scalettapass – Grialetschhütte – Flüelapass*

1e Dag: Chants - Val da Ravais-ch – Keschhütte Om op ons startpunt te komen, moeten we eerst ca. 1 ½ uur met de hotelbus rijden; via het Oberengadin gaan we de prachtige Albulapass over naar Bergün, waarvandaan we een stuk het Val Tuors inrijden. Onderweg houden we nog een koffiepauze bij een schitterend meertje. We beginnen dan te lopen in het gehucht Chants. Hiervandaan stijgen we geleidelijk zo’n 750 m. door een ruig en eenzaam dal tot op 2562 m. Bij een bergmeertje genieten we een uitgebreide lunchpauze, waarna we over een kleine pas naar het andere dal afzakken. Inmiddels hebben we ook zicht gekregen op de zeer imposante Piz Kesch (3417 m).

De laatste loodjes blijken dan het zwaarste van de tocht; een pittig klimmetje naar de Keschhütte

(2632 mtr), een smaakvol vernieuwde hut met een bijzonder mooi uitzicht naar alle kanten, waar we de eerste nacht doorbrengen. 2e dag: Keschhütte – Scalettapass – Grialetschhütte Vandaag is het genieten! We wandelen over een smal en hoog gelegen pad, waarvandaan we steeds een heerlijk uitzicht hebben. Slechts in het begin dalen en klimmen we een beetje, daarna blijven we tot de eerste pauze praktisch op gelijke hoogte. Hierbij struikelen we zowat over de “murmeltieren”, zoals men de alpenmarmot hier noemt. We

kijken van grote hoogte op de Alp

Funtauna en het pad dat naar Susauna leidt neer, totdat we de klim over de beroemde Scalettapass

beginnen. Dit was vroeger een belangrijke verbindingsader tussen Davos en het Engadin. Na ca. 3 uur looptijd bereiken we het hoogste punt op 2606 mtr. Het uitzicht vanaf de pas is geweldig en we zien ook al de donkere top van de Schwarzhorn, die we de volgende dag persoonlijk kunnen ontmoeten. Aan de andere kant dalen we ca. een uur af naar Dürrboden, waar ook een restaurantje is waar we eventueel naar toe kunnen lopen. Bij goed weer is het echter minstens zo goed toeven langs de ruisende bergbeek, die we via een smalle loopbrug kunnen oversteken voor het laatste traject. Dit bestaat uit een stevige klim van 400 m. naar de Fuorcla Grialetsch, waarna we, geleidelijker verder stijgend, langs een paar heldere bergmeertjes bij de Grialetschhütte (2542 mtr) komen.

3e Dag: Grialetschhütte – Schwarzhorn - Flüelapass

Deze dag is het landschap wat ruiger en de route wat technischer. Vanaf de hut moeten we eerst steil omhoog, waarna we onze route door en over de rotsblokken naar de Fourcla Radönt zoeken.

Aan de andere kant dalen we wat af en steken dan het hoogdal over naar de voet van de Schwarzhorn (3147 m). De klim duurt een half uurtje en is goed te doen. Wie wil mag beneden wachten, maar voor wie mee omhoog gaat wacht een overweldigend uitzicht. Met helder weer kunnen de bergen van het Wallis te zien zijn!

Na dit uitstapje wandelen we verder langs een smal pad over de helling, dat in het begin geleidelijk, later wat steiler, afdaalt naar Chant Sura op de Flüelapass (ca. 2300 m.), waar wij door onze bus weer opgehaald worden. Eventuele alternatieven:

Mochten de omstandigheden zo zijn dat we in het Engadin onze geplande tochten niet kunnen lopen dan bespreken we ter plekke evt. alternatieven.

Wanneer er te veel sneeuw ligt of het weer slecht is, kunnen we ons beperken tot dagtochten en wandelingen die wél mogelijk zijn, of we gaan met u naar het zuidelijker gelegen Tessin (CH). Deze Italiaans getinte provincie, bekend van Locarno en het Lago Maggiore, heeft over het algemeen mildere temperaturen. Het is ongeveer 3½ uur rijden met de bus (extra kosten ca. Sfr. 50,-), maar ook deze bustocht is een uitstapje op zich!

Hotel Val Sinestra 7554 Sent

Zwitserland 0041.81.866 31 05 www.sinestra.ch val@sinestra.ch

Voorbeeld SENIOREN HUTTENTOCHT La Rösa – Alpe Campo – Lago da Viola - La Rösa 1e dag: Morteratsch – La Rösa – Alpe Campo

We rijden met de bus naar het Oberengadin. Als we geluk hebben zijn de naaldbossen al aan het verkleuren, wat een schitterend schouwspel biedt van rode, goudgele en groene naaldbomen. Na ca. 1 ¼ uur komen we via Pontresina in de buurt van de Morteratschgletsjer. Hier maken we op een terrasje een uitgebreide koffiepauze, ondertussen genietend van het uitzicht op witte bergen en gletsjers. Na de koffie gaat de tocht verder over de Berninapass (hoogste punt 2307 meter). In La Rösa (1871 mtr) begint dan onze wandeltocht. De route begint met een breed pad tussen de weilanden, waar de koeien rustig lopen te grazen. Het gaat over in een smal bospad, met af en toe een open plek en verras- sende uitzichten op het in de diepte gelegen Puschlav. Soms gaat het een stukje naar beneden, maar over het algemeen stijgt het pad geleidelijk. Onderweg komen we ook langs enkele pittoreske huisjes die goed verscholen in de bossen liggen.

Na ca. ¾ uur komen we op een onverharde weg uit die het Val da Camp ingaat. Al gauw lopen we weer over mooie bospaden die ons langs verschillende vennetjes, stroompjes en beekjes leiden en stijgen zo al verder omhoog. Na een tocht van ca. 2 ½ uur komen we bij het knusse Gasthaus Alpe Campo (2065 m.) aan. Vanaf het terras heeft u een adembenemend uitzicht over het Val da

Camp en het indrukwekkende Berninamassief. Binnen is het “heimelig” en krijgen we een traditionele Puschlaver maaltijd geserveerd, waarna er tijd is voor een drankje, spelletjes of een goed gesprek. De nacht brengen we door in een dames- en een herenzaaltje met comfortabele stapelbedden. Overigens zijn wasruimte en toiletten binnen en is er zelfs (tegen betaling) de mogelijkheid van een douche. 2e dag: Alpe Campo – Lago da Val Viola – La Rösa

Na een heerlijk ontbijt trekken we weer verder het Val Camp in naar het Lago da Viola (2159 m.). Als het weer en de temperatuur het toelaat bestaat zelfs de mogelijkheid om te baden in dit schitterende bergmeer. Na deze pauze omronden we het meer langs een smal, stijgend pad tot het hoogste punt van de tocht, dat op ongeveer 2300 meter ligt. Vanaf daar hebben we een schitterend uitzicht over het Lago da Viola en het Val da Camp. Na een afdaling die afwisselend glooiend en steil is komen we nog langs het Lago da Saoseo, diep verscholen in het bos. Vanaf hier lopen we over de paden van de heenweg terug naar La Rösa, waar de bus op ons wacht. De totale wandeltijd deze dag is ca. 4 uur.

Een afwisselende bergtocht voor fitte senioren met enkele stijgingen en dalingen, over brede en smalle paden, met prachtige uitzichten waar we de tijd voor nemen.

De senioren huttentocht vindt plaats tijdens de reis van 25 tot 31 augustus 2013.

Toeslag CHF 125 (ca. € 105) incl. transport.