Handleiding plaatsen steenuilenkast

Het kleine leefgebied van een steenuil wordt gekarakteriseerd door afwisseling van diverse, dicht op

elkaar staande gevarieerde elementen. Zoals bijvoorbeeld houtwallen, knot- en fruitbomen,

schuurtjes, takkenhopen, kleine weilandjes voor pony’s, schapen of geiten, hagen en heggen, bosjes,

struikranden, ruigte stroken, rommelhoekjes etc.

Rommelhoekjes van takken, hout- of steenstapels, verruiging door opslag is weer van belang voor

het voedsel (vooral muizen en insecten). Voorkom verdrinking in waterbakken (veedrinkbakken).

Geschikte locaties:

Plaats nestkast op een rustige plek (geen drukke wegen, spelende kinderen, honden/katten).

Plaats nestkast bij voorkeur in een boom en laat deze rusten op een horizontale stevige tak.

Zorg altijd voor een ‘uitloop’ onder de nestkast (plateautje, bevestiging op dikke tak of latje

onder kast); bij het verlaten van hun nest vallen de jonge uilen dan niet meteen naar beneden.

De invliegopening moet goed bereikbaar zijn. Obstakels als dicht bladerdek mijden.

Plaats kast niet in volle zon, ook niet tijdelijk. Te hoge temperaturen zijn funest voor

eieren/jongen.

De hoogte waarop de nestkast hangt is niet zo belangrijk, maar probeer tussen de twee en vier

meter te blijven.

Strooi op de bodem van de kast een laagje absorberend materiaal, bijvoorbeeld droge

houtsnippers, of grof zaagsel.

Voor meer informatie over steenuilen, steenuilenkasten etc. kunt u contact opnemen met de

Stichting ‘De Katoelenkiekers’ te Wierden: info@katoelenkiekers.nl of 0546-573584.

Of zie ook: www.katoelenkiekers.nl