1

GrenzeloosInformatiebulletin van de Eems Dollard Regio

GrenzenlosInformationsmagazin der Ems Dollart Region

Grensoverschrijdendesamenwerking

GrenzübergreifendeZusammenarbeit

Gre

nzel

oos

/ G

renz

enlo

s N

r. 1-

�011

INTERREG-project “Hansa Energy Corridor”Sterk energienetwerk Pagina 18

INTERREG-Projekt „Hansa Energy Corridor“Starkes Energie-Netzwerk Seite 19

Karel Groen sinds 1 februari in dienstNieuwe directeur van EDR Pagina 2

Karel Groen seit 1. Februar im AmtNeuer EDR-Geschäftsführer Seite 3

INTERREG-project “EurSafety Health-Net”Tegen ziekenhuiskiemen Pagina 9

INTERREG-Projekt „EurSafety Health-Net“Gegen Krankenhaus-Keime Seite 10

Grenzeloos

�

“Rekening houden met verwachtingen van de leden”

Karel Groen nieuwedirecteur van EDRedr Bad Nieuweschans. Karel Groen is sinds 1 februari de nieuwe directeur van de Eems Dollard Regio. Hij wis-selde van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland naar de EDR. Daar was de 44-jarige sinds 2008 coör-dinator voor projectontwikkeling en marketing. Vóór de fusie van de Kamers van Koophandel in het Noorden van Nederland was Groen van 2002 tot 2008 plaatsvervan-gend directeur van de Kamer van Koophandel Drenthe in Meppel. In het kader van een persbijeenkomst naar aanleiding van zijn indiensttreding blikte Groen ook vooruit op de komende uitdagingen van de grensoverschrijdende samenwerking in de komende jaren. De nieuwe direc-teur lichtte zijn voornaamste doelen toe die hij vooral ziet in de voortdurende en nauwe samenwerking met de leden van de EDR: “Daarbij vind ik het erg

belangrijk om doelgericht rekening te houden met de voorstellingen en verwachtingen van de leden. Tijdens de eerste gesprekken werd mij al duidelijk dat er een zeer goede basis aanwezig is. Bovendien is de uitbreiding van bestaande netwerken van grote betekenis voor de toekomst. Het economisch potentieel en de ontwikkelin-gen moeten nog transparanter worden gemaakt om de EDR-leden duidelijk te kunnen maken wat in de toekomst bereikt kan worden door samenwerking.”Groen benadrukte dat hij vanwege zijn werkervaring en zijn familiaire achtergrond, zijn oma was afkomstig uit de Eifel, buitengewoon geïnteresseerd is in de Nederlands-Duitse samenwerking en de Europese coöperatie in z’n geheel. De 44-jarige heeft drie dochters en is woonachtig in Roden. “De samenwerking van mensen en de ontsluiting van de arbeidsmarkt, dat zijn de dingen die ter plaatse gebeuren en die ertoe bijdragen dat Europa aaneengroeit. Daarom is het belangrijk om zich ter plaatse actief in te zetten voor samenwerking. Grote Europese thema’s alleen laten geen grenzen verdwijnen”, onderstreepte ook EDR-voor-zitter Bernhard Bramlage in het kader van de presentatie van Karel Groen. Steeds meer werknemers werken inmiddels in het buur-land, maar “de wetgeving houdt het tempo niet bij”, zei Hermann Wessels, hoofd INTERREG bij de EDR. Dit roept veel vragen op, waarop men bij de Eems Dollard Regio een deskundig antwoord kan krijgen.Overeenkomstig zijn carrière tot nu toe wil Groen ook duidelijke accenten zetten op het gebied van economische ontwikkeling. “Ik verheug me erg op de nieuwe taken en uitdagingen. Deze uitdagingen wil ik graag uitvoeren in nauw overleg met de leden van de EDR. In het kader van mijn werk kijk ik uit naar het directe persoonlijke contact met de leden om de kansen te onderzoeken die met het oog op de nieuwe Europese uitdagingen ook voor de Eems Dollard Regio ontstaan”, legde de EDR-directeur uit.

Samen aan het roer: EDR-directeur Karel Groen en hoofd INTERREG Hermann Wessels.

Doppelspitze: EDR-Geschäftsführer Karel Groen und INTERREG-Ge-schäftsführer Hermann Wessels.

De nieuwe EDR-directeur Karel Groen voor het secretariaat van de EDR in Bad Nieuweschans.

Der neue EDR-Geschäftsführer Karel Groen vor der EDR-Geschäftsstelle in Bad Nieuweschans.

�

Gre

nzen

los

�

„Erwartungen der Mitglieder berücksichtigen“

Karel Groen ist neuer Geschäftsführer der EDRedr Bad Nieuweschans. Karel Groen ist seit 1. Februar neuer Geschäftsführer der Ems Dollart Region. Er wech-selte von der Kamer van Koophandel Noord-Nederland zur EDR. Dort war der 44-Jährige seit 2008 Koordinator für Projektentwicklung und Marketing. Vor der Fusion der Kamers von Koophandel im Norden der Niederlande war Groen von 2002 bis 2008 stellvertretender Geschäftsführer der Kamer van Koophandel Drenthe in Meppel. Im Rahmen eines Pressegesprächs zu seinem Amtsantritt blickte Groen auch auf die anstehenden Herausforde-rungen der grenzübergreifenden Zusammenarbeit in den kommenden Jahren voraus. Der neue Geschäftsführer erläuterte seine vorrangigen Ziele, die er insbesondere in der kontinuierlichen und engen Zusammenarbeit mit den Mitgliedern der EDR sieht: „Dabei ist es mir sehr wichtig, die Vorstellungen und Erwartungen der Mitglieder gezielt zu berücksichtigen. In den ersten Gesprächen wurde mir schon deutlich, dass eine sehr gute Basis vorhanden ist. Da-rüber hinaus ist der Ausbau der bestehenden Netzwerke für die Zukunft von großer Bedeutung. Die wirtschaftlichen Potenziale und Entwicklungen müssen noch transparenter gemacht werden, um den EDR-Mitgliedern verdeutlichen zu können, was in Zukunft über Kooperation erreicht wer-den kann.“ Aufgrund seiner beruflichen Erfahrungen und seiner fami-liären Geschichte, seine Großmutter stamme aus der Eifel, habe er großes Interesse an der deutsch-niederländischen Zusammenarbeit sowie an der europäischen Kooperation insgesamt, betonte Groen. Der 44-Jährige ist Vater von drei Töchtern und lebt in der Gemeinde Roden nahe Groningen. „Die Zusammenarbeit der Menschen, sowie die Öffnung

des Arbeitsmarktes sind die Dinge, die vor Ort passieren und die dazu beitragen, dass Europa zusammenwächst. Deshalb ist es wichtig, die Zusammenarbeit vor Ort inten-siv zu pflegen. Große europäische Themen alleine bauen keine Grenzen ab“, unterstrich auch der EDR-Vorsitzende Bernhard Bramlage im Rahmen der Vorstellung von Karel Groen.Immer mehr Arbeitnehmer arbeiten mittlerweile im Nachbarland, doch „die Gesetzgebung kommt in dem Tempo nicht mit“, sagte EDR-INTERREG-Geschäftsführer Hermann Wessels. Dadurch würden viele Fragen aufgewor-fen, auf die man bei der Ems Dollart Region kompetente Antworten erhält. Groen will seiner bisherigen Berufslaufbahn entsprechend auch deutliche Akzente im Bereich der Wirtschaft setzen. „Ich freue mich sehr auf die neuen Aufgaben und Heraus-

forderungen. Ich möchte diese Heraus-forderungen in enger Abstimmung mit den Mitgliedern der EDR angehen. Im Rahmen meiner Arbeit freue ich mich auf den direkten persönlichen Kontakt mit den Mitgliedern, um die Chancen zu erörtern, die sich vor dem Hintergrund neuer europäischer Herausforderungen auch für die Ems Dollart Region erge-ben“, erklärte der EDR-Geschäftsführer.

Karel Groen presenteert zich aan de media.

Karel Groen während seiner Vorstellung im Gespräch mit einem Journalisten.

(v.l.n.r.): Bernhard Bramlage (EDR-voorzitter), Karel Groen (EDR-directeur), Hermann Wessels (hoofd INTERREG bij de EDR), en Bert Bouw-meester (plv. EDR-voorzitter).

Von links: Bernhard Bramlage (EDR-Vorsitzender), Karel Groen (EDR-Geschäftsführer), Hermann Wessels (INTERREG-Geschäftsführer) und Bert Bouwmeester (stv. EDR-Vorsitzender).

�

Grenzeloos

�

Erkenning van buitenlandse beroepskwalificaties

“Wij loodsen door de jungle van erkenning!”

edr Bad Nieuweschans. Een verslag van de “Raad voor het openbaar bestuur” (Rob) over het thema grensover-schrijdende samenwerking onderstreept de betekenis van de samenwerking van Nederland met hun buren. Na een bijna twee jaar durend adviseringsproces in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar naast de pro-vincies ook de EDR bij betrokken was, heeft de Raad thans zijn aanbevelingen uitgebracht. De conclusie: “De grensre-gio’s verdienen nog steeds de aandacht van de politiek.” In het verslag wordt de verantwoordelijkheid, die de politici en ministeries samen met de partners op de verschillende niveaus en met de grensregio’s zouden moeten nemen, voor dit thema bevestigd. “Het Dagelijks Bestuur van de EDR

“Raad voor het openbaar bestuur” presenteerde resultaten

Verslag geeft samenwerking steuntje in de rugziet hierin goede uitgangspunten voor een oriëntering op thema’s, die zijn afgestemd op de regionale behoeftes”, benadrukken EDR-voorzitter Bernhard Bramlage en zijn plaatsvervanger Bert Bouwmeester. In dit verband krijgt ook de discussie over het tot stand brengen van het toekom-stige structuurbeleid van de Europese Unie een centrale betekenis: “De Europese Commissie en de lidstaten beplei-ten unaniem de voortzetting van de ondersteuning van de grensoverschrijdende samenwerking. Daarbij wordt ook aangedrongen op een sterkere deelname van de regionale en lokale partners. Deze zullen geconcentreerd en gezamen-lijk de problemen en uitdagingen in de grensgebieden aan moeten pakken ter verbetering van de integratie”, aldus de beide voorzitters. Voor de toekomst moeten de regionale belangen en prioriteiten geconcentreerd worden om de werkzaamheden van de EDR succesvol vorm te geven. De ondersteuning door Europa, alsmede door de nationale en regionale partners kan hierdoor veilig worden gesteld. “Om het pakket aan opgaven in het belang van de leden te behar-tigen en de grensoverschrijdende samenwerkingsuccesvol te bespoedigen is bovendien goede communicatie met de leden en de verantwoordelijke instanties noodzake-lijk”, benadrukt de nieuwe directeur van de EDR Karel Groen.

Jacques Wallage, voormalig burgemeester van Groningen, is voorzitter van de “Raad voor het openbaar bestuur” (Rob).

Groningens ehemaliger Bürgermeister Jacques Wallage ist Vorsitzender des „Raad voor het openbaar bestuur “ (Rob).

edr Bad Nieuweschans. Ongeveer 400 organisaties zijn volgens de gegevens van het Duitse ministerie van onder-wijs verantwoordelijk voor het erkennen van buitenlandse diploma’s. De moeizame erkenningsprocedure bij deelsta-ten, instanties, Kamers van Koophandel en andere organen werkt afschrikkend op veel ondernemingen die dringend een vakman zoeken en een sollicitant hebben met een buiten-lands diploma. De erkenning van buitenlandse diploma’sis bovendien vooralsnog verbonden met behoorlijk hoge kosten.Voor het gebied van de Eems Dollard Regio is in Duitsland de “Zentrale Auslands- und Fachvermittlung” (ZAV) in Bremen een van de organen die advies geeft op het gebied van erkenning. Barbara Colberg is daar “ZAV-loods” inzake vragen omtrent erkenning. Beroepsopleidingen of studies die in het buitenland zijn afgerond, toelatingspro-cedures voor bepaalde beroepen in Duitsland, mogelijkhe-den van erkenning van buitenlandse beroepsdiploma’s of kwalificatiecertificaten vallen onder het aanbod van de ZAV. “We kunnen zelf echter geen erkenning uitvoeren. Wij geven alleen advies bijvoorbeeld over of een erkenningsprocedure echt nodig en mogelijk is en noemen contactpersonen bij de betreffende organen”, zegt ze tijdens een informatief gesprek met Hinrich Kuper, die als EURES-adviseur bij de

EDR ook voorlichting geeft over voornamelijk Duitse en Nederlandse beroepsdiploma’s in het betreffende buurland en samenwerkt met de ZAV in Bremen. Daar worden bezitters van buitenlandse diploma’s overigens niet alleen voorgelicht, maar ook onder-steund bij het indienen van een aanvraag.Met betrekking tot het erken-nen van Europese beroeps-kwalificaties hebben het Europees Parlement en de Raad overigens in september 2005 de richtlijn 2005/36 uitgegeven. Daarmee moet de Europese arbeidsmarkt geflexibiliseerd worden en gelibera-liseerd met betrekking tot het leveren van diensten. Boven-dien moet het meer het automatisme bevorderen bij het erkennen van beroepsdiploma’s en het administratieproces vereenvoudigen.Links over het thema: zav-auslandsvermittlung.de / europa.eu

Barbara Colberg - Foto: Kuper

�

Gre

nzen

los

�

Anerkennung von ausländischen Berufsqualifikationen

„Wir lotsen durch den Anerkennungsdschungel!“

edr Bad Nieuweschans. Ein Bericht des niederländischen „Raad voor het openbaar bestuur“ (Rob) zum Thema grenz-übergreifende Zusammenarbeit unterstreicht die Bedeutung der Kooperation der Niederlande mit ihren Nachbarn. Nach einem fast zweijährigen Beratungsprozess im Auftrag des niederländischen Innenministeriums, in den neben den niederländischen Provinzen auch die EDR eingebunden war, hat der Raad jetzt seine Empfehlungen vorgetragen. Das Fazit: „Die Grenzregionen verdienen weiterhin die Aufmerksamkeit der Politik.“ Den Politikern und Ministe-rien wird im Bericht eine entsprechende Verantwortung für dieses Thema bestätigt, die sie zusammen mit den Partnern auf den verschiedenen Ebenen und mit den Grenzregionen wahrnehmen sollen. „Hier sieht der Vorstand der EDR gute Ansatzpunkte für eine themenbezogene Orientierung, die auf die regionalen Fragestellungen abgestimmt ist“, betonen der EDR-Vorsitzende Bernhard Bramlage und sein Stellvertreter Bert Bouwmeester.In dem Zusammenhang erhalte auch die Diskussion über die Ausrichtung der künftigen Strukturpolitik der Europäischen Union eine zentrale Bedeutung: „Die Europäische Kommis-sion und die Mitgliedstaaten befürworten übereinstimmend die Fortsetzung der Förderung der grenzübergreifenden Zu-

„Raad voor het openbaar bestuur“ stellte Ergebnisse vor

Bericht stärkt Kooperation den Rückensammenarbeit. Dabei wird auch eine stärkere Beteiligung der regionalen und lokalen Partner angeregt, um konzentriert und gemeinsam die Probleme und Herausforderungen in den Grenzräumen zur Verbesserung der Integration anzugehen“, so die beiden Vorsitzenden. Hierzu seien für die Zukunft regio-nale Interessen und Prioritäten zu konzentrieren. Damit könnedie Arbeit der EDR erfolgreich gestaltet und die Unterstützungvon Europa sowie von den nationalen und regionalen Partnerngesichert werden. „Um das Aufgabenfeld im Interesse der Mit-glieder wahrzunehmen und die grenzübergreifende Koopera-tion erfolgreich voranzutreiben, ist zudem eine gute Kommu-nikation mit den Mitgliedern und den zuständigen Stellennotwendig“, betont der neue EDR-Geschäftsführer Karel Groen.

EDR-voorzitter Bernhard Bramlage en zijn plaatsvervanger Bert Bouw-meester.

Der EDR-Vorsitzende Bernhard Bramlage und sein Stellvertreter Bert Bouwmeester.

Barbara Colberg - Foto: Kuper

edr Bad Nieuweschans. Etwa 400 Organisationen sind nach Angaben des Bildungsmini-steriums für die Anerkennung ausländischer Abschlüsse zuständig. Auf viele Unter-nehmen, die dringend eine Fachkraft suchen und einen Bewerber mit ausländischem Abschluss haben, wirkt die langwierige Anerkennungs-prozedur bei den Ländern, Ämtern, Kammern und anderen Stellen abschre-ckend. Eine Anerkennung des ausländischen Abschlusses ist

außerdem zunächst mit recht hohen Kosten verbunden. Für das Gebiet der Ems Dollart Region ist in Deutschland die Zentrale Auslands- und Fachvermittlung (ZAV) in Bremen eine der mit Anerkennungsberatung beauftragten Stellen. Barbara Colberg ist dort „ZAV-Lotsin“ in Anerkennungs-fragen. Im Ausland abgeschlossene Berufsausbildungen oder Studien, Zulassungsverfahren für bestimmte Berufe in

Deutschland, Möglichkeiten einer Anerkennung von auslän-dischen Berufsabschlüssen oder Qualifikationsnachweisen gehören zum Angebot der ZAV. „Wir können allerdings selbst keine Anerkennung durchführen. Wir beraten aber z. B. darüber, ob ein Anerkennungsverfahren überhaupt nötig und möglich ist und nennen die Ansprechpartner bei den zuständigen Behörden,“ sagt sie im Informationsgespräch mit Hinrich Kuper, der als EURES-Berater bei der EDR auch über die Anerkennung und Bezeichnung von hauptsächlich deutschen und niederländischen Berufsabschlüssen im jewei-ligen Nachbarland informiert und mit der ZAV in Bremen zusammenarbeitet. Dort werden Inhaber ausländischer Abschlüsse übrigens nicht nur beraten, sondern auch bei der Antragstellung unterstützt.Bezüglich der Anerkennung von europäischen Berufsquali-fikationen haben das Europäische Parlament und der Rat im September 2005 die Richtlinie 2005/36 erlassen. Damit soll der europäische Arbeitsmarkt flexibilisiert und bezüglich der Erbringung von Dienstleistungen liberalisiert werden. Außer-dem soll sie einen stärkeren Automatismus bei der Anerken-nung von Berufsabschlüssen fördern und Verwaltungsverfah-ren vereinfachen.Links zum Thema: zav-auslandsvermittlung.de / europa.eu

Grenzeloos

�

De “Jonge Eems-Dollard Philharmonie” in het Theater an der Blinke in Leer.

Die Junge Ems-Dollart Phil-harmonie im Theater an der Blinke in Leer.

Repetitieperiode 2011 - meld je nu aan!De repetitieperiode van de “Jonge Eems-Dol-lard Philharmonie” is dit jaar van 13 t/m 26 juli en vindt plaats in Meppen. Aansluitend worden er concerten gegeven in Nederland en Duitsland. Deze keer staat onder andere de 4e symfonie van Tsjaikovski op het programma. Meer informatie en het aanmeldingsformulier voor de Philhar-monie is te vinden op www.jed-phil.org

Probenphase 2011 – jetzt anmelden!Vom 13. Juli bis zum 26. Juli findet in Meppen die diesjährige Probenphase der Jungen Ems-Dollart Philharmonie statt. Im Anschluss daran werden Konzerte in den Niederlanden und Deutschland gegeben. Auf dem Programm steht in diesem Jahr unter anderem die 4. Sinfonie von Tschaikowsky. Alle Infos und das Anmeldeformular für die Phil-harmonie gibt es unter www.jed-phil.org

Grandioos optreden: soliste Anne-Kristin Grimm.

Großartiger Auftritt: Solistin Anne-Kristin Grimm.

�

Gre

nzen

los

�

Concert van de “Jonge Eems-Dollard Philharmonie”

15-jarige soliste betovert 500 toehoordersedr Leer. Enthousiasme alom over de jonge talenten: circa 500 bezoekers genoten in februari van een eerste-klas concert van de “Jonge Eems-Dollard Philharmonie” (JEDP) in het Theater an der Blinke in Leer. Uiterst geconcentreerd speelden de jonge musici in de leeftijd van 14 tot 21 jaar werken van Saint-Saëns, Bruch en Dvořák onder de bezielende leiding van Guilherme Bernstein, die de begaafde afzonderlijke talenten wist te verenigen tot een homogeen orkest. Nederlandse en Duitse musici verenigd in grenzeloos mooie muziek – dat deed niet alleen de voorzitter van de Eems Dollard Regio plezier. Bernhard Bramlage, tevens Landrat van de Landkreis Leer, heette het publiek tijdens een korte toespraak welkom.Projectleider Olaf Nießing gaf informatie over de achter-grond van het orkest: De “Jonge Eems-Dollard Philhar-monie” is een Nederlands-Duits jeugdsymfonieorkest in het gebied van de Eems Dollard Regio dat jaarlijks opnieuw wordt samengesteld. Onder leiding van een professioneel docententeam en een gastdirigent met internationale ervaring wordt aan hoogwaardige orkestliteratuur ge-werkt. Momenteel leidt Guilherme Bernstein de JEDP, hij is docent orkestdirectie, componist en leidt het orkest van de Federal University in Rio de Janeiro. Eenmaal per jaar komen de deelnemers bijeen tijdens een tiendaagse repeti-tieperiode. Aansluitend geeft het orkest twee concerten in Nederland en twee in Duitsland. Het concert in Leer was een extra concert, op speciaal verzoek van in het bijzonder EDR-voorzitter Bernhard Bramlage ter gelegenheid van de renovatie van het Theater an der Blinke.Het project “Jonge Eems-Dollard Philharmonie” wordt gecofinancierd in het kader van het INTERREG IV A-programma Deutschland-Nederland met middelen van het “Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling” (EFRO), de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen, alsmede de deelstaat Niedersachsen. Het wordt begeleid door het pro-grammanagement bij de Eems Dollard Regio. Het Emslän-dische Kammermusikensemble e.V. is initiator en drager van het project. Het ICO Centrum voor Kunst & Cultuur in Assen is betrokken als partner.Het resultaat van deze grensoverschrijdende samenwer-king was buitengewoon indrukwekkend. Heel behoedzaam namen de musici het publiek mee in de “Danse macabre op. 40” van Camille Saint-Saëns. Het optreden van de pas 15-jarige Anne-Kristin Grimm was het hoogtepunt van het concert. Als soliste op viool liet zij met het “Vioolconcert g-mol op. 26” van Max Bruch een blijvende indruk achter bij het publiek. De 60 hoogbegaafde musici serveerden in het tweede deel zware kost met de “Sinfonie nr. 9 e-mol op. 95” van Antonin Dvořák en bewezen ook daarmee hun kunnen: hun spel veroorzaakte kippenvel. De jonge kunstenaars brachten hun plezier in het spelen tot uitdrukking in een dramatisch slotakkoord.

Konzert der Jungen Ems-Dollart Philharmonie

15-jährige Solistinverzaubert 500 Zuhöreredr Leer. Die Begeisterung über die jungen Talente war groß: Rund 500 Besucher genossen im Februar ein hoch-karätiges Konzert der Jungen Ems-Dollart Philharmonie (JEDP) im Theater an der Blinke in Leer. Hochkonzentriert spielten die jungen Musiker im Alter zwischen 14 und 21 Jahren Stücke von Saint-Saëns, Bruch und Dvořák unter der souveränen Leitung von Guilherme Bernstein, der die begabten Einzeltalente zu einem homogenen Klangkörper zusammenführte. Deutsche und niederländische Musiker vereint in grenzenlos schöner Musik – darüber freute sich nicht nur der Vorsitzende der Ems Dollart Region, Land-rat Bernhard Bramlage, der das Publikum in einer kurzen Ansprache begrüßte. Projektleiter Olaf Nießing informierte über den Hintergrund des Orchesters: Die „Junge Ems-Dollart Philharmonie“ ist ein, sich jährlich neu zusammensetzendes, deutsch-niederländisches Jugend-sinfonierorchester im Gebiet der Ems Dollart Region. Unter Anleitung eines professionellen Dozententeams sowie einem international erfahrenen Gastdirigenten wird anspruchs-volle Orchesterliteratur erarbeitet. Zurzeit leitet Guilherme Bernstein die JEDP, er ist Professor für Orchesterleitung und Dirigieren, Komponist und Leiter des Orchesters der Federal University in Rio de Janeiro. Die Teilnehmer treffen sich einmal im Jahr zu einer zehntägigen Probenphase. Im Anschluss daran präsentiert sich das Orchester mit jeweils zwei Konzerten in Deutschland und den Niederlanden. Das Konzert in Leer war ein Zusatzkonzert, das sich insbeson-dere der EDR-Vorsitzende Bramlage anlässlich der Renovie-rung des Theaters an der Blinke gewünscht hatte. Das Projekt „Junge Ems-Dollart Philharmonie“ wird im Rahmen des INTERREG IV A-Programms Deutschland-Nederland mit Mitteln des Europäischen Fonds für Regi-onale Entwicklung (EFRE) und vom Land Niedersachsen sowie den niederländischen Provinzen Drenthe, Friesland und Groningen kofinanziert. Es wird durch das Programm-Management bei der Ems Dollart Region begleitet. Initiator und Träger des Projektes ist das Emsländische Kammermu-sikensemble e.V. Als Partner beteiligt sich das ICO Centrum voor Kunst & Cultuur Assen.Das Ergebnis dieser grenzübergreifenden Zusammenarbeit war ausgesprochen beeindruckend. Ganz behutsam nahmen die Musiker das Publikum mit hinein in Camille Saint-Saëns „Danse macabre op. 40“. Höhepunkt des Konzertes war der Auftritt der erst 15-jährigen Anne-Kristin Grimm, die als Solistin auf der Geige das Publikum nachhaltig mit Max Bruchs „Konzert für Violine und Orchester g-Moll op. 26“ beeindruckte. Schwere Kost servierten die 60 hochbegabten Musike-rinnen und Musiker mit Antonin Dvořáks „Sinfonie Nr. 9 e-Moll op. 95“ im zweiten Teil und bewiesen auch damit ihr Können: ihr Spiel ging unter die Haut. Die jungen Künstler entluden ihre Spielfreude in einem dramatischen Schluss-akkord. Stehender Applaus war der Lohn für Einsatz und nachweisliches Können.

Grenzeloos

�

“Fit for Business”: uitvoeringsfase gestart

Gezond bedrijf doorgezonde medewerkersedr Sögel/Hoogeveen. Gezonde, gemotiveerde medewer-kers, hoge efficiëntie en weinig ziekteverzuim is het doel van het bevorderen van gezondheid in bedrijven. Met het EDR-INTERREG-project “Fit for Business” worden bedrijven in het gebied van de Eems Dollard Regio sinds vorig jaar ondersteund bij het opzetten van op gezondheid georiënteerde structuren. SportDrenthe en de KreisSport-Bund Emsland zijn projectpartners. Na een voorbereidingsfase van een jaar wordt het project nu uitgevoerd. Codia Software GmbH uit Meppen is het eerste bedrijf dat deelneemt. “Bij de eerste stap bepalen we de huidige situatie van het bedrijf wat betreft gezond-heid”, legt projectleidster Carolin Hartwig het programma uit. Daarvoor vullen de medewerkers een korte vragenlijst in. Aanvullend worden de medewerkers in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan een individuele gezondheids- en fitness-check. Die geeft uitsluitsel over de gezondheid van de betreffende persoon. Deze analyse heeft als doel om een individueel gezondheidsconcept voor het bedrijf te ontwikkelen. Hoe dit concept er uiteindelijk uit zal zien is daarom in het begin van het programma nog open. “Er is van alles mogelijk”, aldus de projectleidster. “De mogelijkheden variëren van een loopgroep of een cursus omgaan met stress, stimulerings- en bonussystemen voor deelname aan het gezondheidsaanbod maar ook optimalisering van de ergonomische vormgeving van de werkplek.”

Sportief: De projectpartners met Hermann Bröring (rechts), voorzitter van de Stuurgroep EDR-INTERREG.

De Codia Software GmbH met directeur Laurenz Stecking (helemaal links) en Carolin Hartwig van de KreisSportBund Emsland (3e van links) verheugen zich op de samenwerking.

Die Codia Software GmbH mit Geschäftsführer Laurenz Stecking (ganz links) und Carolin Hartwig vom KreisSportBund Emsland (3. von links) freut sich auf die Zusammenarbeit.

SportDrenthe en de KreisSportBund hebben het project “Fit for Business” een jaar geleden in het leven geroepen om kleine en middelgrote ondernemingen de stap naar het bevorderen van gezondheid eenvoudiger te maken. De projectdragers worden ondersteund door het Huis voor de Sport Groningen en Sport Fryslân. Tot eind 2013 moeten er 48 Nederlandse en Duitse bedrijven worden bereikt. Wat betreft de branche zijn er geen beperkingen. Het totale investeringsvolume van het project bedraagt circa 900.000 euro. Het project wordt ondersteund in het kader van het INTERREG IV A-programma “Deutschland-Nederland” met middelen van het “Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling” (EFRO) , alsmede van de provincie Drenthe en de deelstaat Niedersachsen. Het programmamanage-ment bij de Eems Dollard Regio begeleidt het project. Bedrijven die deelnemen moeten slechts 20 procent van de eigenlijke kosten zelf betalen. “We zijn blij dat we kunnen profiteren van subsidiegelden om deze in te zetten voor de gezondheid van onze mede-werkers”, aldus Laurenz Stecking, directeur van de Codia Software GmbH. Voor zijn onderneming met 23 medewer-kers is het thema bevorderen van gezondheid in bedrijven onbekend gebied. Dat geldt voor de meeste kleine en middelgrote ondernemingen in het EDR-gebied. “Het zijn hoofdzakelijk grote bedrijven die hun medewerkers een breed aanbod aan gezondheidsbevorderende maatregelen aanbieden”, leggen Marieke Klaaysen en Mieke Zijl van SportDrenthe uit. Met het oog op de krimp en het tekort aan vakmensen wordt het thema echter ook steeds belang-rijker voor kleine en middelgrote bedrijven. “Daarbij is bewezen dat het bevorderen van gezondheid in bedrijven nuttig is.” Aan Nederlandse kant beschikt projectpartner SportDren-the zowaar over een gezondheidsbus die is uitgerust met trainingstoestellen. Medewerkers van de bedrijven kunnen hierin hun fitnesstest doen. Deze zal uiteindelijk ook aan Duitse kant van het projectgebied worden ingezet. Bedrij-ven kunnen zich nog aanmelden voor “Fit for Business”. Meer informatie is te vinden op www.fitforbusiness-edr.nl.

�

Gre

nzen

los

�

„Fit for Business“: Umsetzungsphase gestartet

Gesunder Betrieb durchgesunde Mitarbeiteredr Sögel/Hoogeveen. Gesunde, motivierte Mitarbeiter, eine hohe Effizienz und geringe Krankheitsquoten sind das Ziel betrieblicher Gesundheitsförderung (BGF). Mit dem EDR-INTERREG-Projekt „Fit for Business“ werden Unter-nehmen im Gebiet der Ems Dollart Region seit dem letzten Jahr bei der Einführung gesundheitsorientierter Strukturen unterstützt. Projektpartner sind der KreisSportBund Ems-land und SportDrenthe.Nach einjähriger Vorbereitungsphase begann nun die Umsetzung des Projektes. Das erste beteiligte Unterneh-men ist die Codia Software GmbH aus Meppen. „Im ersten Schritt bestimmen wir die gesundheitliche Ist-Situation des Betriebes“, erklärt Projektleiterin Carolin Hartwig das Pro-gramm. Dazu füllen die Mitarbeiter einen kurzen Fragebo-gen aus. Ergänzend haben die Mitarbeiter die Möglichkeit, an einem individuellen Gesundheits- und Fitnesscheck teilzunehmen, der Auskunft über den persönlichen Gesund-heitszustand gibt. Ziel dieser Analyse sei es, ein individu-elles Gesundheitskonzept für den Betrieb zu erarbeiten. Wie dieses Konzept am Ende aussieht, ist daher zu Beginn des Programms offen. „Die Möglichkeiten sind vielfältig“, so die Projektleiterin. „Von einer Laufgruppe oder einen Stressbewältigungskurs, über Anreiz- und Bonussysteme für die Teilnahme an Gesundheitsangeboten bis zur Opti-mierung der ergonomischen Gestaltung des Arbeitsplatzes ist alles möglich.“ Der KreisSportBund und SportDrenthe hatten das Projekt „Fit for Business“ vor einem Jahr ins Leben gerufen, um kleinen und mittleren Unternehmen den Einstieg in die betriebliche Gesundheitsförderung zu erleichtern. Unter-stützt werden die Projektträger vom „Huis voor de Sport Groningen“ und von Sport Fryslân. Bis Ende 2013 sollen 48 deutsche und niederländische Unternehmen erreicht wer-

Aan Nederlandse kant beschikken de projectpartners over een gezond-heidsbus. Armin Gallinat (midden achter), EDR-INTERREG-program-mamanager, nam een kijkje in het kader van de projectpresentatie.

Auf niederländischer Seite verfügen die Projektpartner über einen Ge-sundheitsbus, den EDR-INTERREG-Programm-Manager Armin Gallinat (Mitte hinten) im Rahmen der Projektvorstellung in Augenschein nahm.

Sportlich: Die Projektpartner mit dem Vorsitzenden des EDR-INTER-REG-Lenkungsausschusses, Hermann Bröring (rechts).

den. Beschränkungen auf eine bestimmte Branche gibt es nicht. Das Gesamtinvestitionsvolumen des Projektes beträgt rund 900.000 Euro.Gefördert wird das Projekt im Rahmen des INTERREG IV A-Programms „Deutschland-Nederland“ mit Mitteln des Europäischen Fonds für Regionale Entwicklung (EFRE) sowie vom Land Niedersachsen und der Provinz Drenthe. Das Projekt wird begleitet durch das Programmmanage-ment bei der Ems Dollart Region. Die teilnehmenden Betriebe müssen nur für zwanzig Prozent der eigentlichen Kosten aufkommen. „Wir freuen uns, dass wir von den Fördergeldern profitie-ren können, um sie für die Gesundheit unserer Mitarbeiter einzusetzen“, so Laurenz Stecking, Geschäftsführer der Codia Software GmbH. Für sein 23-köpfiges Unternehmen ist das Thema betriebliche Gesundheitsförderung, wie für die meisten kleinen und mittleren Unternehmen im EDR-Gebiet, Neuland.„Zumeist sind es Großunternehmen, die ihren Mitarbeitern ein breites Angebot gesundheitsfördernder Maßnahmen bieten“, erklären Marieke Klaaysen und Mieke Zijl von SportDrenthe. Vor dem Hintergrund des demographischen Wandels und Fachkräftemangels werde das Thema aller-dings auch für kleine und mittelständische Unternehmen immer wichtiger. „Dabei gilt der Nutzen betrieblicher Gesundheitsförderung als bewiesen.“Auf niederländischer Seite verfügt der Projektpartner SportDrenthe sogar über einen mit Trainingsgeräten aus-gestatteten Gesundheitsbus, in dem Mitarbeiter der Unter-nehmen Fitnesstests absolvieren können. Ein Einsatz auf deutscher Seite des Projektgebietes ist in Planung.Noch können sich Unternehmen für die Teilnahme an „Fit for Business“ melden. Alle Informationen gibt es unter www.fitforbusiness-edr.eu

Grenzenlos

Grenzeloos

10

INTERREG-project “EurSafety Health-Net”

Strijd tegen ziekenhuiskiemenedr Emden/Groningen. Bij de strijd tegen ziektekiemen in ziekenhuizen loopt Nederland voorop. Infecties door verwekkers die niet meer reageren op de gebruikelijke antibiotica, komen in Duitsland twintig keer vaker voor dan in Nederland. Jaarlijks overlijden er patiënten, omdat ze in het ziekenhuis zijn geïnfecteerd met moeilijk behandelbare bacteriën. Daar wil het INTERREG-project “Eur-Safety Health-Net” in het Nederlands-Duitse grensgebied in het bijzonder tegen optreden. De afkorting staat voor Euroregionaal Netwerk voor Pa-tiëntenveiligheid en Bescherming tegen infecties. In de steden en Landkreise langs de gehele Nederlands-Duitse grens wordt een preventienetwerk opgezet. Talrijke partners uit het hele gebied van de EDR maken hier deel van uit. Het ziekenhuis in Emden is sinds januari betrokken bij dit project. “In het project gaat het er om, samen de strijd aan te binden tegen multiresi-stente ziektekiemen en daarmee de patiëntenveiligheid te verhogen”, legt Dr. Matthias Pulz, president van het Niedersächsisches Landesgesundheitsamt, uit. Pulz coördineert “EurSafety Health-Net” in het EDR-gebied.In de strijd tegen ziektekiemen zou men in Duitsland veel van de Nederlandse buren kunnen leren. Door nauwe samenwerking willen de verantwoordelij-ken stap voor stap werken aan de verbetering van de situatie in Duitsland.“We moeten bereiken dat bindende standaards bij de bestrijding van multi-resistente ziektekiemen gelden”, aldus de president van het Landesgesund-heitsamt. Met de deelname verplicht het ziekenhuis zich in de komende vijf jaar om te voldoen aan tien kwaliteitsdoelen. Daarvoor ontvangt het een kwaliteitszegel. Hier onder vallen de inachtneming van de aanbevelingen van de commissie voor ziekenhuishygiëne en infectiepreventie van het Robert Koch-instituut en de deelname aan bijeenkomsten in het kader van kwaliteitsverbond die re-gelmatig plaatsvinden. De zogenoemde ingangsscreening neemt een centrale plaats in binnen het project. “Risicopatiënten, die voor de opname in het ziekenhuis al ziek waren of open wonden hebben, worden uit voorzorg getest op multiresistente bacteriën”, licht Pulz de procedure toe. In Nederland wordt deze methode al een aantal jaren uitgevoerd. Is de patiënt drager van een van de gevreesde verwekkers, dan wordt hij om te beginnen geïsoleerd en mag hij pas in contact komen met andere patiënten als de tegenmaatregelen succesvol waren. “In de strijd tegen de Meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) zijn wij goed gewapend. Jaren geleden werd er al een preventief waarschuwingssysteem geïnstalleerd dat regelmatig wordt verbeterd. De ingangsscreening van risicopatiënten wordt hier eveneens al sinds 2002 uitgevoerd”, zegt Christa Itzen, verantwoordelijk voor de hygiëne in het ziekenhuis. Naar aanleiding van het goede hygiënemanagement komen er in het ziekenhuis naar verhouding weinig infecties door nosocomiale, dat wil zeggen in het ziekenhuis opgelopen, ziektekie-men voor. “Maar we hebben te kampen met een naar verhouding hoog aantal verwekkers die van buiten worden meegenomen”, aldus Christa Itzen. Weliswaar is niet iedereen die drager is van MRSA-ziektekiemen zelf ziek, maar hij vormt wel een gevaar voor de andere patiënten. “De omvang van de kiembesmetting is der-mate groot dat de afzonderlijke instellingen er alleen maar moeilijk vat op krijgen”, vult Dr. Ubbo Decker, hoofd van het Gesundheitsamt in Emden, aan.

Het ziekenhuis in Emden

© M

artin

-Büd

enbe

nder

/pix

elio

.de

Gre

nzen

los

11

Gre

nzen

los

11

INTERREG-Projekt „EurSafety Health-Net“

Kampf gegen Krankenhaus-Keimeedr Emden/Groningen. Beim Kampf gegen Keime in Krankenhäusern haben die Niederländer die Nase vorn. Infektionen mit Erregern, gegen die gebräuchliche Antibiotika nicht mehr wirken, treten in Deutschland zwanzigmal häufiger auf als in den Niederlanden. Jährlich sterben Patienten, weil sie sich im Krankenhaus mit den schwer behandelbaren Bakterien infizieren. Dagegen will das INTERREG-Pro-jekt „EurSafety Health-Net“ im deutsch- niederländischen Grenzgebiet verstärkt vorgehen. Der Projektname steht für Euroregionales Netzwerk für Patientensicherheit und Infektionsschutz. In den Landkreisen und Städten entlang der gesamten deutsch-niederländischen Grenze wird ein Präventionsnetz aufgebaut. Auch zahlreiche Partner aus dem Gebiet der EDR gehören diesem Netzwerk an. Das Klinikum Emden ist seit Januar Teil des Projektes. „Es geht in dem Projekt darum, gemeinsam gegen multiresistente Keime vorzugehen und damit die Patientensicherheit zu erhöhen“, erklärt Dr. Matthias Pulz, Präsident des Niedersächsischen Landesgesundheitsamtes. Pulz koordiniert „EurSafety Health-Net“ im EDR-Gebiet.Beim Kampf gegen Keime könne man viel von den niederländischen Nachbarn lernen. Durch enge Kooperation wollen die Verantwortlichen Schritt für Schritt an der Verbesserung der Situation in Deutschland arbeiten. „Wir müssen erreichen, dass verbindliche Standards bei der Bekämpfung von multiresistenten Keimen gelten“, so der Präsident des Landesgesundheitsamtes. Mit der Teilnahme verpflichtet sich das Klinikum in den kommenden fünf Jahren zehn Qualitätsziele zu erfüllen. Dafür erhält es ein Qualitätssiegel. Hierzu gehören die Einhaltung der Empfehlungen der Kommission für Krankenhaushygiene und Infektionsprävention des Robert Koch-Instituts und die Teilnahme an regelmäßigen Veranstaltungen im Qualitätsverbund. Ein zentraler Baustein des Projektes ist das so genannte Eingangsscreening. „Risikopatienten, die vor der Aufnahme in die Klinik bereits krank waren oder offene Wunden haben, werden vorsorglich auf multiresistente Bakte-rien untersucht“, erläutert Pulz das Verfahren. In den Niederlanden wird diese Methode schon seit Jahren praktiziert. Ist ein Patient Träger der ge-fürchteten Erreger, wird er zunächst isoliert und darf erst dann mit anderen Patienten in Kontakt kommen, wenn Gegenmaßnahmen erfolgreich waren.„Wir sind im Kampf gegen Methicillin-resistente Staphylococcus aureus

(MRSA) gut aufgestellt. Bereits vor Jahren wurde ein Frühwarnsystem installiert, das regelmäßig verbessert wird. Das Eingangsscreening von Ri-sikopatienten wird hier ebenfalls schon seit 2002 durchgeführt“, sagt Christa Itzen, Hygienebeauf-tragte des Klinikums Emden. Aufgrund des guten Hygienemanagements gebe es im Klinikum relativ wenige Infektionen durch nosokomiale, also im Krankenhaus erworbene Keime. „Aber wir haben mit einer relativ hohen Zahl an Erregern zu kämpfen, die von außen hereingetragen werden“, so Christa Itzen. Zwar sei nicht jeder, der mit den MRSA-Keimen besiedelt ist, selbst krank, aber er stelle eine Gefahr für die anderen Patienten dar. „Die Dimension der Keimbelastung ist sehr groß, so dass sie von einzel-nen Einrichtungen allein nur schwer in den Griff zu bekommen ist“, ergänzt Dr. Ubbo Decker, Leiter des Gesundheitsamtes Emden.

Das Klinikum in Emden

Grenzeloos

1�

Achtergrond van het INTERREG IV A-project “EurSafety Health-Net”

Om de gevaren van MRSA het hoofd te bieden werd er een aantal jaren geleden een grensoverschrijdend initiatief in het leven geroepen. Op basis hiervan ging het INTERREG-project “EurSafety Health-Net” van start, dat volgens het Robert Koch-instituut (de centrale organisatie van de Bondsregering op het gebied van toezicht op ziektes) een voorbeeldfunctie heeft wat betreft preventie van ziekenhuisinfecties door MRSA-verwekkers. De totale kosten voor het initiatief bedragen 8,1 miljoen euro. Daarvan worden circa 4 miljoen euro aan EU-middelen beschikbaar gesteld uit het INTERREG IV A-programma“Deutschland-Nederland”. Kijk voor meer infor-matie over het project op www.eursafety.eu

De website van het project is bereikbaar via www.eursafety.eu.

Achtergrond van MRSA(Meticilline-resistenteStaphylococcus aureus)

Staphylococcus aureus is een ziektekiem die bestanddeel is van de huid- en slijmvlies-flora. Een op de drie mensen draagt hem met zich mee. Een drager hoeft er echter niet ziek van te worden. Het wordt alleen problema-tisch als twee zaken het geval zijn: Allereerst moet hij het lichaam binnendringen. Dat kan het best door open wonden. Vervolgens moet het een verzwakt organisme zijn waar het natuurlijke afweersysteem niet meer goed van functioneert. Tot een aantal jaren geleden konden deze ziektekiemen door behandeling met antibiotica goed worden bestreden. De farmaceutische industrie produceert al decennia lang antibiotica om bacteriën de kop in te drukken. De bacteriën reageren daar weer op met een afweermechanisme, de zogenoemde ontwikkeling van resistentie. Er zijn dan ook maar weinig antibiotica waar deze ziektekiemen op reage-ren en dat maakt ze zo gevaarlijk. Om die reden is het zo belangrijk om zo vroeg mogelijk te voorkomen dat ze zich in het ziekenhuis, zorginstellingen en overlap-pende plaatsen als dokterspraktijken en ziekentrans-porten kunnen verspreiden.

Prof. Dr. med. Alex Friedrich is arts microbioloog en hoofd van de afdeling voor Medische Microbiologie aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Friedrich is projectleider van het INTERREG-project “EurSafety Health-Net”.

Foto rechts: Tijdens de start van het project in Emden (v.l.n.r.): Christa Itzen (verantwoordelijk voor hygiëne in ziekenhuis Emden), Ulrich Pomberg (directeur zieken-huis Emden), Dr. Matthias Pulz (president Niedersäch-sisches Landesgesundheitsamt), Dr. Christoph Schöttes (directeur-arts van ziekenhuis Emden) en Dr. Klaus Esch (projectcoördinator van Gesundheitsamt Emden).

Gre

nzen

los

1�

Hintergrund zum INTERREG IVA-Projekt „EurSafety Health-Net“

Um den Gefahren durch MRSA zu begegnen, wurden bereits vor mehreren Jahren grenzübergreifende Ini-tiativen ins Leben gerufen. Basierend darauf startete das INTERREG-Projekt „EurSafety Health-Net“, das laut Robert-Koch-Institut (die zentrale Einrichtung der Bundesregierung auf dem Gebiet der Krankheits-überwachung) Vorbildcharakter in der Prävention von Krankenhausinfektionen durch MRSA-Erreger hat. Die Gesamtkosten für die Initiative betragen 8,1 Mil-lionen Euro. Davon werden rund 4 Millionen Euro EU-Mittel aus dem INTERREG IV A-Programm „Deutschland-Nederland“ zur Verfügung gestellt. Alle Infos gibt es auch auf der Projekthomepage unter www.eursafety.eu

Die Homepage des Projektes ist unter der Adresse www.eursafety.eu erreichbar.

Hintergrund zu MRSA (Methicillin-resistenter Staphylococcus aureus)

Staphylococcus aureus ist ein Keim, der Be-standteil der normalen Haut- und Schleim-hautflora ist. Jeder dritte Mensch trägt ihn in sich. Diese Besiedelung selbst hat keinen Krankheitswert. Zu einem Problem wird der Keim dann, wenn zwei Dinge zusam-mentreffen: Erstens muss er in das Körper-innere gelangen. Das kann er am besten durch offene Wunden. Dann muss er einen geschwächten Organismus vorfinden, in

dem die natürlichen Abwehrmechanismen nicht mehr richtig funktionieren. Bis vor einigen Jahren waren die-se Keime durch die Therapiemöglichkeiten mit Antibi-otika gut beherrschbar. Die Pharmaindustrie stellt seit Jahrzehnten Antibiotika her, um Bakterien abzutöten. Die Bakterien wiederum reagieren mit einem Schutz-mechanismus, der so genannten Entwicklung von Resistenzen. Gegen diese Keime helfen dann nur noch sehr wenige Antibiotika und das macht diese Keime so gefährlich. Darum ist es so wichtig, möglichst frühzei-tig eine Ausbreitung innerhalb des Krankenhauses, der Pflegedienste und den Schnittstellen wie Arztpraxen und Krankentransport zu verhindern.

Foto links: Prof. Dr. med. Alex Friedrich ist Facharzt für Mikrobiologie, Virologie und Infektionsepidemiologie, Infektiologe (DGI). Er leitet die Abteilung für Medizi-nische Mikrobiologie und Krankenhaushygiene des Uni-versitätsklinikums Groningen. Friedrich ist Projektleiter des INTERREG-Projektes „EurSafety Health-Net“.

Beim Startschuss des Projektes in Emden (von links): Christa Itzen (Hygienebeauftragte des Klinikums Emden), Ulrich Pomberg (Geschäftsführer Klinikum Emden), Dr. Matthias Pulz (Präsident des Nieder-sächsischen Landesgesundheitsamtes), Dr. Christoph Schöttes (Ärztlicher Direktor des Klinikums Emden) und Dr. Klaus Esch (Projektkoordinator des Gesund-heitsamtes Emden).

Grenzenlos

1�

Grenzeloos

1�

De website van SafeGuard (http://safeguard.giqs.org) biedt alle info over het project in het Nederlands en Duits aan.

Die SafeGuard-Homepage (http://safeguard.giqs.org) bietet alle Infos zum Projekt in deutscher und niederländischer Sprache.

Sinds het dioxineschandaal wordt er sceptisch gekeken naar eieren.

Dem Ei wird seit dem Dioxin-Skandal mit Skepsis begegnet. Foto: bbroianigo/pixelio.de

Gre

nzen

los

1�

Gre

nzen

los

1�

INTERREG-project SafeGuard

Dioxineschandaalhet hoofd biedenedr Groningen/Leer. Het dioxineschandaal maakt consumenten onzeker. Momenteel geniet bijna niemand meer met een gerust hart van zijn eitje bij het ontbijt. Het schandaal heeft duidelijk gemaakt dat controlesystemen voor fabricage van levensmiddelen te laat ingrijpen, vaak pas als er al aanzienlijke schade is aangericht. Het Nederlands-Duitse onderzoeksnetwerk GIQS richt zich in het kader van het INTERREG-project SafeGuard op deze thematiek. Een doel van het majeure project is om dergelijke levensmiddelschandalen al op voorhand te voorkomen. Het lijkt wel of er steeds vaker sprake is van schandalen op het gebied van levensmiddelen. Boeren hebben slechts beperkte controlemogelijkheden en ook diervoederprodu-centen hebben het moeilijk. Procedures om dioxine op te sporen zijn duur en ingewikkeld. Het zou veel beter zijn als er helemaal geen verontreinigde grondstoffen in het diervoeder terecht zouden komen. Daarvoor zetten het GIQS en de partners in het project SafeGuard zich in. De diervoederindustrie in Nederland is na het laatste dioxineschandaal in 2004 begonnen met het ontwikke-len van kwaliteitswaarborgingssystemen. Zo is er onder andere een database ontwikkeld om leveranciers van mengvoederproducenten gezamenlijk te kunnen beoor-delen. Aan Duitse kant werden methodes getest om de screening van schadelijke stoffen eenvoudiger te maken. In het kader van het project SafeGuard worden op basis van het grensoverschrijdend uitwisselen van ervaring kwaliteitswaarborgingssystemen verbeterd. Controle criteria moeten uniform worden gemaakt en verder ontwikkeld. In het EDR-gebied zijn de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), het Niedersächsische Landesamt für Verbraucherschutz und Lebensmittelsicherheit (LAVES), de Landwirtschaftskammer Niedersachsen en de Land-kreise Leer, Emsland en Aurich betrokken bij het project.Het INTERREG-project SafeGuard laat op een voor-beeldige manier zien wat de meerwaarde is van samen-werking en het internationaal uitwisselen van ervaring in de grensregio. Door samenwerking kan de levensmid-delproblematiek efficiënt en succesvol worden aange-pakt. In het kader van het project wordt 9,3 miljoen euro in de Nederlands-Duitse grensregio geïnvesteerd. SafeGuard wordt in het kader van het INTERREG-pro-gramma Deutschland-Nederland met 4,7 miljoen euro gecofinancierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Bovendien dragen het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en zeven provincies (waaronder Groningen, Drenthe en Fryslân), alsmede de deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen een deel van de projectkosten.

INTERREG-Projekt SafeGuard

Dioxin-SkandalStirn bietenedr Groningen/Leer. Der Dioxin-Skandal verunsichert die Konsumenten. In diesen Tagen gibt es kaum noch jemanden, der sein Frühstücksei ohne Bedenken isst. Der Skandal hat verdeutlicht, dass Kontrollsysteme in der Lebensmittelerzeugung erst mit Verzögerung greifen und oft erst, wenn schon erheblicher Schaden entstanden ist. Das niederländisch-deutsche Forschungsnetzwerk GIQS befasst sich im Rahmen des INTERREG-Projekts Safe-Guard mit genau diesem Thema. Ein Ziel des majeuren Projektes ist es, Lebensmittelverunreinigungen wie diese schon im Vorfeld zu verhindern. Immer öfter sind Lebensmittel belastet. Landwirte haben nur begrenzte Kontrollmöglichkeiten und auch die Futtermittelproduzenten tun sich schwer. Verfahren zum Aufspüren von Dioxinbelastungen sind kosteninten-siv und kompliziert. Das Ziel kann daher nur sein, dass verunreinigte Rohstoffe gar nicht erst in das Tierfutter gelangen. Dafür setzen sich GIQS und die Partner im Projekt SafeGuard ein.Die Futtermittelwirtschaft in den Niederlanden hat nach dem letzten Dioxin-Skandal im Jahr 2004 begonnen, Qualitätssicherungssysteme zu entwickeln. So wurde zum Beispiel eine Datenbank zur gemeinschaftlichen Lieferantenbeurteilung von Mischfutterproduzenten entwickelt. Auf deutscher Seite wurden Verfahren zum vereinfachten Schadstoff-Screening getestet. Im Rahmen des Projekts SafeGuard werden auf Basis des grenzüber-greifenden Erfahrungsaustauschs Qualitätssicherungs-systeme verbessert. Kontrollkriterien sollen vereinheitli-cht und weiterentwickelt werden. Im EDR-Gebiet sind die Rijksuniversiteit Groningen (RUG), das Nieder-sächsische Landesamt für Verbraucherschutz und Lebensmittelsicherheit (LAVES), die Landwirtschafts-kammer Niedersachsen und die Landkreise Leer, Ems-land und Aurich an dem Projekt beteiligt.Das INTERREG-Projekt SafeGuard zeigt beispielhaft den Mehrwert von Zusammenarbeit und internationa-lem Erfahrungsaustausch in der Grenzregion. Durch die Kooperation können Lebensmittel-Probleme effizient und erfolgreich bekämpft werden. Im Rahmen des Projektes werden 9,3 Millionen Euro in der deutsch-niederlän-dischen Grenzregion investiert. SafeGuard wird im Rahmen des INTERREG-Programms Deutschland-Ne-derland mit 4,7 Millionen Euro aus dem Europäischen Fonds für Regionale Entwicklung (EFRE) kofinanziert. Außerdem tragen die Länder Nordrhein-Westfalen und Niedersachsen, das niederländische Ministerium für Wirtschaft, Landwirtschaft und Innovation und sieben niederländische Provinzen (darunter auch Groningen, Drenthe und Fryslân) einen Teil der Projektkosten.

1�

Grenzeloos

1�

5e cohesieverslag van de Europese Commissie

EDR neemt standpunt in:structuurbeleid veilig stellenedr Bad Nieuweschans. De Eems Dollard Regio heeft een standpuntbepaling ingediend bij de Europese Commissie. Daarin onderstreept de EDR de betekenis van ondersteu-ning in grensregio’s. Die draagt ertoe bij om bestaande hindernissen te overwinnen en gezamenlijk gebruik te maken van tot nu toe onbenutte hulpbronnen. Aanleiding voor de standpuntbepaling was de publicatie van het 5e verslag over het cohesiebeleid van de EU. Het verslag van de Commissie bevat een overzicht van de recente econo-mische, sociale en milieugerelateerde ontwikkelingen in de EU-regio‘s. Bovendien geeft het de richting aan voor het beleid na 2013. De resultaten van het verslag komen overeen met de voor-uitgang die in de afgelopen jaren in de Nederlands-Duitse grensregio is geboekt. De ondersteuning van de regionale economie door projecten in het grensgebied, het moderni-seren van transportverbindingen en niet in de laatste plaats het verbeteren van de milieuomstandigheden in de regio heeft positieve effecten gehad. Het cohesiebeleid heeft op Europees niveau naar schatting 1,4 miljoen nieuwe banen gecreëerd. Johannes Hahn, EU-commissaris voor regionaal beleid verklaarde daarover: “Dit verslag laat zien hoe het cohesiebeleid een belangrijk effect heeft gehad op de Eu-ropese economie door het verkleinen van de economische verschillen en het bevorderen van de milieu- en de sociale ontwikkeling.”Ook de INTERREG-programma’s vormen een onderdeel van het Europese cohesiebeleid. Met middelen uit dit programma werden en zullen projecten in het gebied van de Eems Dollard Regio ondersteund blijven worden. Het INTERREG-programmamanagement van de EDR is ver-antwoordelijk voor de coördinatie.Met het oog hierop heeft de EDR in aanvulling op de stand-puntbepalingen van de “Werkgemeenschap van Europese

Hermann Wessels, hoofd INTERREG bij de EDR, met de samenvatting van het verslag.

EDR-INTERREG-Geschäftsführer Hermann Wessels mit dem Bericht „In Europas Zukunft investieren“.

Grensgebieden” (WVEG), de Noord-Nederlandse provin-cies en de deelstaat Niedersachsen nadrukkelijk gewezen op de situatie in de grensregio.“We hebben aangetoond dat een stijging van de Europese meerwaarde van het cohesiebeleid juist mogelijk is in de grensoverschrijdende programma’s”, aldus Hermann Wessels, verantwoordelijk voor INTERREG bij de EDR. “Uit onze ervaring kunnen wij concrete voorbeelden laten zien van goede samenwerking, die resultaatgericht worden vormgegeven en rekening houden met regionale prioritei-ten. Door strakke en eenvoudige procedures worden deze efficiënt uitgevoerd”, vervolgt Wessels.In het gepresenteerde verslag van de Commissie worden bovendien de wijzigingen in het cohesiebeleid aangegeven voor de toekomst. Gezien de wezenlijke economische en maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren moet het beleid nu nieuwe uitdagingen aanpakken. Toekomstige investeringen moeten nauw worden afgestemd op de doel-stellingen van Europa 2020 om een “slimme, duurzame en inclusieve groei” tot stand te brengen. “Wij zijn samen met onze regionale partners bereid om in een constructieve dialoog met de Commissie verdere details met betrekking tot het toekomstige structuurbeleid te bespreken. Met als doel onze praktische ervaring in te brengen in de ontwerp-verordeningen”, benadrukt Hermann Wessels. “Om in de toekomst in de zin van de Strategie Europa 2020 succesvol te zijn is deelname van de lokale en regionale actoren uit het bedrijfsleven, de overheid en de politiek noodzakelijk”, aldus Wessels verder.Het document “Europa 2020”, alsmede de standpuntbepa-ling en de conclusies uit het cohesieverslag kunnen op de website van de EDR (www.edr.eu onder “Service”) worden gedownload.

CohesiebeleidHet cohesiebeleid valt sinds de Europese Akte (1986) onder één van de taken van de EU.Ze berust op de veronderstel-ling dat een andere verdeling tussen rijkere en armere EU-regio’s noodzakelijk is omde uitwerking van de voort-schrijdende economische inte-gratie op te vangen. Sinds1988 worden subsidiegelden geïnvesteerd in “benadeelde” regio’s.

De strategie “Europa 2020“ kan op de website van de EDR worden gedownload.

Gre

nzen

los

1�

Gre

nzen

los

1�

Die Strategie „Europa 2020“ kann von der EDR-Homepage heruntergeladen werden.

5. Kohäsionsbericht der Europäischen Kommission

EDR bezieht Stellung: Strukturpolitik sichernedr Bad Nieuweschans. Die Ems Dollart Region hateine Stellungnahme bei der Europäischen Kommission eingereicht. Darin unterstreicht die EDR die Bedeutung der Förderung in Grenzregionen. Diese trage dazu bei, beste-hende Hindernisse zu überwinden und bisher ungenutzte Ressourcen gemeinsam zu nutzen. Anlass der Stellungnah-me war die Veröffentlichung des fünften Berichts zur EU-Kohäsionspolitik In dem Bericht der Kommission wurden die wirtschaftliche, soziale und ökologische Situation sowie die Effekte der Strukturpolitik in den EU-Regionen bewer-tet. Außerdem wird die Neuausrichtung der Politik ab 2013 erläutert. Die Ergebnisse des Berichts stimmen mit dem aktuell sichtbaren Fortschritt in der deutsch-niederländischen Grenzregion überein. Die Unterstützung der regionalen Wirtschaft durch Projekte im Grenzgebiet, die Moderni-sierung von Transportverbindungen und nicht zuletzt die Verbesserung der regionalen Umwelt haben positive Effekte ausgelöst. Die Kohäsionspolitik hat auf europäischer Ebene schätzungsweise 1,4 Millionen neue Arbeitsplätze geschaf-fen. Dazu erklärte Johannes Hahn, EU-Kommissar für Regionalpolitik: „Dieser Bericht veranschaulicht, wie sich die Kohäsionspolitik durch die Verringerung wirtschaft-licher Ungleichheiten und die Förderung der ökologischen und sozialen Entwicklung erheblich auf die europäische Wirtschaft ausgewirkt hat.“Auch die INTERREG-Programme sind Bestandteil der

europäischen Kohäsionspolitik. Mit Mitteln aus diesem Programm wur-den und werden weiterhin Projekte

Johannes Hahn, EU-commissaris voor regionaal beleid

Johannes Hahn, EU-Kommissar für Regionalpolitik

im Gebiet der Ems Dollart Region gefördert. Zuständig für die Koordinierung ist das INTERREG-Programm-management der EDR. Vor diesem Hintergrund hat die EDR zusätzlich zu den Stellungnahmen der Arbeitsgemeinschaft der Euro-päischen Grenzregionen (AGEG) sowie des Landes Niedersachsen und der nordniederländischen Provin-zen ausdrücklich auf die Situation in der Grenzregion hingewiesen. „Wir haben aufgezeigt, dass eine Steigerung des Eu-ropäischen Mehrwertes der Kohäsionspolitik gerade in grenzübergreifenden Programmen möglich ist“, so der zuständige Geschäftsführer bei der EDR, Hermann Wessels. „Aus unserer Erfahrung können wir konkrete Beispiele guter Zusammenarbeit aufzeigen, die ergebnis-orientiert gestaltet werden und regionale Prioritäten be-rücksichtigen. Durch gestraffte und einfachere Verfah-ren werden diese effizient umgesetzt“, so Wessels weiter.Im vorgelegten Bericht der Kommission wird darüber hinaus die Neugestaltung der Kohäsionspolitik vorge-stellt. Angesichts der enormen wirtschaftlichen und gesellschaftlichen Veränderungen der letzten Jahre muss die Politik nun auf neue Herausforderungen reagieren. Künftige Investitionen müssen sich eng an den Zielen der Strategie „Europa 2020“ ausrichten, um intelli-gentes, nachhaltiges und integratives Wachstum zu erzielen. „Wir sind zusammen mit unseren regionalen Partnern gern bereit, in einem konstruktiven Dialog mit der Kommission weitere Einzelheiten zur künftigen Strukturpolitik zu erörtern, um unsere praktischen Erfahrungen in die Verordnungsentwürfe einzubringen“, betont Hermann Wessels. „Um künftig im Sinne der Strategie Europa 2020 erfolgreich zu sein, ist eine Betei-ligung der betroffenen lokalen und regionalen Akteure, der Wirtschaft, Verwaltung und Politik erforderlich“, so Wessels weiter.Das Dokument „Europa 2020“ sowie eine Stellungnah-me und Schlussfolgerungen aus dem Kohäsionsbericht können von der EDR-Homepage (www.edr.eu, Unter-punkt Service) heruntergeladen werden.

KohäsionspolitikDie Kohäsionspolitik gehört seit der Einheitlichen Europä-ischen Akte (1986) zu einem der Kompetenzbereiche der EU. Sie beruht auf der Annahme, dass eine Umverteilung zwischen reicheren und ärmeren EU-Re-gionen erforderlich ist, um die Auswirkungen der fortschreiten-den wirtschaftlichen Integration auszugleichen. Seit 1988 werden Fördergelder in „benachteiligte“ Regionen investiert.

Grenzeloos

1�

Grenzeloos

1�

edr Bad Nieuweschans. Nederlandse en Duitse partners uit de energiesector vormen in de “Hansa Energy Corri-dor” (HEC) een uniek netwerk in Europa. De verantwoor-delijken presenteerden het project in januari in het secreta-riaat van de EDR.De Nederlands-Duitse grensregio ontwikkelt zich tot een Europese excellente energieregio. Het EDR-INTERREG-project “Hansa Energy Corridor” (HEC) is een belang-rijke stap in deze richting. Het brengt de regionale partners uit de energiesector meer bijeen. Kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de politiek werken samen in een daadkrachtig netwerk. “Daarmee kunnen we de kansen met het oog op Europese uitdagingen samen benutten”, zegt Catrinus Jepma, hoogleraar Energie en Duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).In het gebied van de Eems Dollard Regio hebben zich in de afgelopen jaren aan weerszijden van de grens sterke ener-gieclusters van internationale betekenis ontwikkeld. In het kader van het “HEC”-project zetten de verantwoordelijken nu in op een gestructureerde grensoverschrijdende bunde-ling van instanties met competenties op energiegebied. “Zo kunnen er bijvoorbeeld innovatieve grensoverschrijdende energiesystemen worden ontwikkeld”, legt Jepma uit. “Het HEC-project heeft internationale uitstraling. Wij zijn al in gesprek met Engelse en Schotse partners over samen-werking”, verklaart Koos Lok van de Stichting Energy Val-ley, een vereniging van Noord-Nederlandse partners uit de

INTERREG-project “HEC”:

In corridor op weg naar de topenergiesector. “De Nederlandse en Duitse ondernemingen van de energiesector in het EDR-gebied vullen elkaar perfect aan”, benadrukt Patrick Cnubben van Energy Valley. “Door het HEC-project ontstaan er aan weerszijden van de grens veel ar-beidsplaatsen”, zegt Roland Hentschel, bestuursvoorzitter van het energiecluster “OLEC” uit Oldenburg. De samenwerking in het gebied van de Eems Dollard Regio zou een voorbeeld kunnen zijn voor heel Europa: “Ik zie ons als pionier voor een Europees excellent energiecluster.”De Stichting Energy Valley en de RUG zijn aan Nederlandse kant partners in de “Hansa Energy Corridor”. Aan Duitse kant betreft het de Ems-Achse, die de energiesector tot één van haar speerpunten heeft gemaakt, en het energiecluster “OLEC” uit Oldenburg. Bovendien nemen de provincie Gro-ningen en de Hanzehogeschool Groningen, de Carl von Os-sietzky Universität Oldenburg en de Jacobs University Bremen deel. In het project “Hansa Energy Corridor” staan acht thema’s centraal – onder andere zonne-energie, bio-energie, slimme stroomnetten (Smart Grids) en “schone mobiliteit”. Het totale volume van het project bedraagt circa 1,2 miljoen euro. De EDR stelt circa 540.000 euro aan EU-middelen ter beschikking uit het INTERREG IV A-programma “Deutsch-land-Nederland”. “HEC” wordt onder andere gecofinancierd door de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, alsmede de deelstaat Niedersachsen en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Tineke Looijenga, aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) verantwoordelijk voor samenwerking in het kader van EU-programma’s, en Catrinus Jepma, hoogleraar Energie en Duurzaamheid aan de RUG.

Tineke Looijenga, die an der Rijksuniversiteit Groningen für Kooperationen im Rahmen von EU-Programmen verantwortlich ist, und Catrinus Jepma, Professor für Energie und Nachhaltigkeit an der Rijksuniversiteit Groningen.

Gre

nzen

los

G

renz

enlo

s

1�

edr Bad Nieuweschans. Deutsche und niederländische Partner aus dem Energiesektor bilden im „Hansa Energy Corridor“ (HEC) ein Netzwerk, das in Europa seinesglei-chen sucht. Die Verantwortlichen stellten das Projekt im Januar in der EDR-Geschäftsstelle vor.Die deutsch-niederländische Grenzregion ist auf dem Weg zu einer europäischen Energie-Exzellenzregion. Ein wichtiger Schritt auf diesem Weg ist das EDR-INTER-REG-Projekt „Hansa Energy Corridor (HEC)“. Es führt die regionalen Partner aus dem Energie-Sektor eng zusammen. Wissenseinrichtungen, Wirtschaft und Politik kooperieren in einem handlungsstarken Netzwerk. „ Damit können wir die Chancen vor dem Hintergrund europäischer Herausfor-derungen gemeinsam nutzen“, sagt Catrinus Jepma, Profes-sor für Energie und Nachhaltigkeit an der Rijksuniversiteit Groningen (RUG).Im Gebiet der Ems Dollart Region haben sich in den vergangenen Jahren auf beiden Seiten der Grenze starke Energiecluster von internationaler Bedeutung etabliert. Im Rahmen des HEC-Projektes setzen die Verantwortlichen nun auf eine strukturierte grenzübergreifende Zusammen-führung der Energie-Kompetenzträger. „So können bei-spielsweise innovative grenzübergreifende Energiesysteme entwickelt werden“, erklärt Jepma.„Das HEC-Projekt hat internationale Strahlkraft. Wir sind bereits in Kooperationsgesprächen mit englischen und schottischen Partnern“, erklärt Koos Lok von der Stichting Energy Valley, einem nordniederländischen Zusammen-schluss von Partnern aus dem Energiesektor. „Die deut-schen und niederländischen Unternehmen des Energiesek-

INTERREG-Projekt HEC:

Im „Corridor“ auf dem Weg zur Spitzetors im EDR-Gebiet ergänzen sich ideal“, betont Patrick Cnubben von Energy Valley. „Durch das HEC-Projekt entstehen beiderseits der Gren-ze viele Arbeitsplätze“, sagt Roland Hentschel, Vorstand des Oldenburger Energieclusters OLEC. Die Zusammen-arbeit im Gebiet der Ems Dollart Region könne Vorbild für ganz Europa sein: „Ich sehe uns als Pionier für ein europäisches Exzellenz-Cluster.“ Partner im „Hansa Energy Corridor“ sind auf nieder-ländischer Seite die Stichting Energy Valley und die Rijksuniversiteit Groningen (RUG) sowie auf deutscher Seite die Ems-Achse, die einen ihrer Schwerpunkte auf den Energiesektor gelegt hat, und der Oldenburger Ener-giecluster OLEC. Außerdem sind als Partner die Provinz Groningen sowie die Hanze University Groningen, die Carl von Ossietzky Universität Oldenburg und die Jacobs University Bremen beteiligt.Acht Themen stehen im „Hansa Energy Corridor“ im Mittelpunkt - unter anderem Solarenergie, Wind- und Bioenergie, intelligente Netze (Smart Grids) und „sau-bere Mobilität“. Das Gesamtinvestitionsvolumen des Projekts beträgt etwa 1,2 Millionen Euro. Rund 540.000 Euro EU-Mittel davon stellt die EDR aus dem INTERREG IV A-Programm „Deutschland-Nederland“ zur Verfügung. Kofinanziert wird HEC unter anderem von den nieder-ländischen Provinzen Groningen, Friesland und Drenthe sowie vom Land Niedersachsen und dem niederlän-dischen Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Roland Hentschel, bestuursvoorzitter vanhet energiecluster “OLEC” uit Oldenburg.Roland Hentschel, Vorstand des Olden-

burger Energieclusters OLEC.

Windenergie speelt een belangrijke rol in het gebied van de Eems Dollard Regio.

Windenergie spielt im Gebiet der Ems Dollart Region eine große Rolle.

Colofon

„Grenzeloos“ verschijnt tweetalig en wordtin het gehele EDR-gebied gratis verspreid.Het is het offi ciële mededelingenblad van

het grensoverschrijdend OpenbaarLichaam Eems Dollard Regio (EDR).

Redactie:Karin Eden, Hinrich Kuper, Mario Rauch

Vertaling:Jeannine Boomker

Druk:Druckerei und Verlag Sollermann, Leer

Impressum

„Grenzenlos“ erscheint zweisprachig undwird im gesamten EDR-Gebiet kostenlosverteilt. Es ist offi zielles Mitteilungsblattdes grenzübergreifenden ZweckverbandesEms Dollart Region (EDR).

Redaktion:Karin Eden, Hinrich Kuper, Mario RauchÜbersetzung:Jeannine BoomkerDruck:Druckerei und Verlag Sollermann, Leer

Ems Dollart RegionPostfach 120226828 BundeTel.: 0031 597 521510Fax: 0031 597 522511www.edr.euedr@edr.eu

Unterstützt durch / Mede mogelijk gemaakt door:

www.deutschland-nederland.eu

Eems Dollard RegioPostbus 43

9693 ZG Bad NieuweschansTel.: 0597 521818Fax: 0597 522511

www.edr.euedr@edr.eu