geen partij voor de mediator

1
cofactoren werkdruk, het spanningsveld tussen zorg voor de werknemer en de belangen van de klant en gebrekkige steun van de leidinggevende te onderzoeken. Om inzicht te krijgen in de relatie tussen psycho- sociale risico’s in het werk van bedrijfsartsen en hun (mentale) gezondheid is een studie met lon- gitudinale opzet of uitvoering van monitoring door middel van preventief medisch onderzoek (PMO) een volgende stap. Aanbevolen wordt om bij een dergelijke studie de risicofactoren die de bedrijfsartsen in deze studie als hinderlijk classifi- ceren, zoals het spanningsveld tussen de zorg voor de werknemer en de belangen van de klant, te betrekken. Ook de mate waarin sociale steun van de leidinggevende een rol speelt bij de erva- ring van werkdruk en spanningsveld, zou dan onderzocht kunnen worden. Ten slotte verdient het de aanbeveling om de mate waarin de gezond- heidsklachten het werkvermogen op de korte en lange termijn belemmeren te onderzoeken. DANKWOORD Dank aan alle bedrijfsartsen die hebben deelge- nomen aan dit onderzoek. Wij danken ook het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten voor de geboden medewerking. LITERATUUR 1. Arnetz BB. Psychosocial challenges facing physicians of today. Soc Sci Med 2001; 52(2): 203-213. 2. Firth-Cozens J. Doctors, their wellbeing, and their stress. BMJ 2003; 326(7391): 670-671. 3. Firth-Cozens J. Interventions to improve physicians’ well-being and patient care. Soc Sci Med 2001; 52(2): 215-222. 4. Noordam & De Vries. Contouren worden zichtbaar: positioneringsonderzoek NVAB. Amsterdam: Noor- dam & De Vries: Adviesbureau voor organisatie en onderzoek, 2002. 5. Stommen N, Attekum A van, Kant IJ. De bedrijfsarts als zelfstandig ondernemer: lust of last? Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2007; 15(4): 149-155. 6. Rhenen W van, Dijk FJ van, Schaufeli WB, Blonk RW. Distress or no distress, that’s the question: A cutoff point for distress in a working population. J Occup Med Toxicol 2008; 3: 3. 7. Veldhoven MJPM van, Meijman TF. Het meten van psychosociale arbeidsbelasting met en vragenlijst: Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA). Amsterdam: NIA, 1994. 8. Broersen JP, Fortuin RJ, Dijkstra L, et al. Monitor Arboconvenanten: kengetallen en grenswaarden. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2004; 12(4): 100-104. 9. Mitchell AJ, Coyne JC. Do ultra-short screening instru- ments accurately detect depression in primary care? A pooled analysis and meta-analysis of 22 studies. Br J Gen Pract 2007; 57(535): 144-151. 10. Tuomi K, lmarinen J, Ahkola A, et al. Work Ability Index. Helsinki: Finnish Institute of Occupational Health, 1997. 11. Schaufeli W, Bakker A. Utrechtse Bevlogenheids- schaal: Voorlopige handleiding. Utrecht: Sectie Psychologie van Arbeid, Gezondheid en Organisatie, Universiteit Utrecht, 2003. 12. Endicott J, Nee J. Endicott Work Productivity Scale (EWPS): a new measure to assess treatment effects. Psychopharmacol Bull 1997; 33(1): 13-16. 13. Bruggink JW. Gezondheid en zorg in cijfers 2009, ziek- tes komen vaak niet alleen (hfst 5). Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009. Er zijn geen belangenconflicten of financiële ondersteuning te melden. 299 TBV 18 / nr 7 / september 2010 Geen partij voor de mediator Mevrouw V heeft een tijdelijk arbeidscontract. Er speelt een klein meningsverschil met haar werk- gever, dat wel een keer uitgepraat moet worden. Ze wil dat uitpraten, maar voor het zover komt, valt ze uit met fors depressieve klachten, acht maanden voor de einddatum van haar arbeids- contract. In de probleemanalyse tekent de bedrijfsarts op dat mevrouw V nog niet arbeidsgeschikt is. Hij maakt melding van het meningsverschil en advi- seert dit te bespreken zodra het beter met mevrouw V gaat. Nu kan ze dit nog niet aan. De werkgever schakelt een mediator in. Deze zet mevrouw V flink onder druk. Uiteindelijk tekent zij een overeenkomst waarmee werkgever en werknemer met wederzijds goedvinden het arbeidscontract over twee maanden beëindigen. Mevrouw V wordt hersteld verklaard en krijgt nog twee maanden betaald. Enige tijd later belt zij de bedrijfsarts. Die hoort dan voor het eerst dat ze uit dienst is. Mevrouw V meldt dat het UWV moeilijk doet. Zij krijgt geen uitkering omdat zij nog ziek is en recht heeft op loondoorbetaling van haar werkgever. Zij had geen ontslag mogen nemen. De werkgever trekt aan het langste eind. Hij heeft zes maanden loonbetaling uitgespaard en is een lastige werknemer kwijt. Mevrouw V zit met de gebakken peren. Zij krijgt geen uitkering en is nog steeds fors depressief. Zij was letterlijk ‘geen partij’ voor de mediator, die immers door de werkgever wordt betaald. Ria Sandbrink PRAKTIJKPERIKEL

Upload: ria-sandbrink

Post on 19-Aug-2016

213 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

cofactoren werkdruk, het spanningsveld tussenzorg voor de werknemer en de belangen van deklant en gebrekkige steun van de leidinggevendete onderzoeken.

Om inzicht te krijgen in de relatie tussen psycho-sociale risico’s in het werk van bedrijfsartsen enhun (mentale) gezondheid is een studie met lon-gitudinale opzet of uitvoering van monitoringdoor middel van preventief medisch onderzoek(PMO) een volgende stap. Aanbevolen wordt ombij een dergelijke studie de risicofactoren die debedrijfsartsen in deze studie als hinderlijk classifi-ceren, zoals het spanningsveld tussen de zorgvoor de werknemer en de belangen van de klant,te betrekken. Ook de mate waarin sociale steunvan de leidinggevende een rol speelt bij de erva-ring van werkdruk en spanningsveld, zou danonderzocht kunnen worden. Ten slotte verdienthet de aanbeveling om de mate waarin de gezond-heidsklachten het werkvermogen op de korte enlange termijn belemmeren te onderzoeken.

DA N K WO O R D

Dank aan alle bedrijfsartsen die hebben deelge-nomen aan dit onderzoek. Wij danken ook hetNederlands Centrum voor Beroepsziekten voorde geboden medewerking.

LITERATUUR1. Arnetz BB. Psychosocial challenges facing physicians

of today. Soc Sci Med 2001; 52(2): 203-213.2. Firth-Cozens J. Doctors, their wellbeing, and their

stress. BMJ 2003; 326(7391): 670-671.

3. Firth-Cozens J. Interventions to improve physicians’well-being and patient care. Soc Sci Med 2001; 52(2):215-222.

4. Noordam & De Vries. Contouren worden zichtbaar:positioneringsonderzoek NVAB. Amsterdam: Noor-dam & De Vries: Adviesbureau voor organisatie enonderzoek, 2002.

5. Stommen N, Attekum A van, Kant IJ. De bedrijfsartsals zelfstandig ondernemer: lust of last? TijdschrBedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2007; 15(4): 149-155.

6. Rhenen W van, Dijk FJ van, Schaufeli WB, Blonk RW.Distress or no distress, that’s the question: A cutoffpoint for distress in a working population. J OccupMed Toxicol 2008; 3: 3.

7. Veldhoven MJPM van, Meijman TF. Het meten vanpsychosociale arbeidsbelasting met en vragenlijst:Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid(VBBA). Amsterdam: NIA, 1994.

8. Broersen JP, Fortuin RJ, Dijkstra L, et al. MonitorArboconvenanten: kengetallen en grenswaarden.Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2004; 12(4):100-104.

9. Mitchell AJ, Coyne JC. Do ultra-short screening instru-ments accurately detect depression in primary care? Apooled analysis and meta-analysis of 22 studies. Br JGen Pract 2007; 57(535): 144-151.

10. Tuomi K, lmarinen J, Ahkola A, et al. Work AbilityIndex. Helsinki: Finnish Institute of OccupationalHealth, 1997.

11. Schaufeli W, Bakker A. Utrechtse Bevlogenheids-schaal: Voorlopige handleiding. Utrecht: SectiePsychologie van Arbeid, Gezondheid en Organisatie,Universiteit Utrecht, 2003.

12. Endicott J, Nee J. Endicott Work Productivity Scale(EWPS): a new measure to assess treatment effects.Psychopharmacol Bull 1997; 33(1): 13-16.

13. Bruggink JW. Gezondheid en zorg in cijfers 2009, ziek-tes komen vaak niet alleen (hfst 5). Den Haag:Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009.

Er zijn geen belangenconflicten of financiële ondersteuning te

melden.

299TBV 18 / nr 7 / september 2010

Geen partij voor de mediator

Mevrouw V heeft een tijdelijk arbeidscontract. Erspeelt een klein meningsverschil met haar werk-gever, dat wel een keer uitgepraat moet worden.Ze wil dat uitpraten, maar voor het zover komt,valt ze uit met fors depressieve klachten, achtmaanden voor de einddatum van haar arbeids-contract. In de probleemanalyse tekent de bedrijfsarts opdat mevrouw V nog niet arbeidsgeschikt is. Hijmaakt melding van het meningsverschil en advi-seert dit te bespreken zodra het beter metmevrouw V gaat. Nu kan ze dit nog niet aan. De werkgever schakelt een mediator in. Deze zetmevrouw V flink onder druk. Uiteindelijk tekentzij een overeenkomst waarmee werkgever enwerknemer met wederzijds goedvinden hetarbeidscontract over twee maanden beëindigen.

Mevrouw V wordt hersteld verklaard en krijgtnog twee maanden betaald. Enige tijd later belt zij de bedrijfsarts. Die hoortdan voor het eerst dat ze uit dienst is. Mevrouw Vmeldt dat het UWV moeilijk doet. Zij krijgt geenuitkering omdat zij nog ziek is en recht heeft oploondoorbetaling van haar werkgever. Zij hadgeen ontslag mogen nemen. De werkgever trekt aan het langste eind. Hij heeftzes maanden loonbetaling uitgespaard en is eenlastige werknemer kwijt. Mevrouw V zit met degebakken peren. Zij krijgt geen uitkering en isnog steeds fors depressief. Zij was letterlijk ‘geenpartij’ voor de mediator, die immers door dewerkgever wordt betaald.

Ria Sandbrink

P R A K T I J K P E R I K E L