federaal platform voor ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/bijlber05_3_035b.pdffederaal...

21
BELEIDSPLAN BETREFFENDE DE REORGANISATIE VAN ZIEKENHUISHYGIËNE IN DE BELGISCHE INSTELLINGEN EEN CONSENSUSVOORSTEL ALS ADVIES NAAR DE OVERHEID Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëne

Upload: others

Post on 09-Jun-2020

4 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

BETREFFENDE DE R

IN D

EEN CONSENSUSV

Federaal Platform voorZiekenhuishygiëne

BELEIDSPLAN EORGANISATIE VAN ZIEKENHUISHYGIËNE

E BELGISCHE INSTELLINGEN

OORSTEL ALS ADVIES NAAR DE OVERHEID

Page 2: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 2.

I. ACHTERGROND

De explosie van taken en verantwoordelijkheden van de ziekenhuishygiënisten, alsook de toenemende professionalisering en de moeilijkheid om resultaten objectief te meten doen vragen rijzen over de manier waarop de ziekenhuizen nu en in de toekomst de werking van de ziekenhuishygiënisten kunnen optimaliseren. De overheid is zich bewust van de veranderende noden van ziekenhuishygiënisten en hun opdrachten en verzoekt het federaal platform voor ziekenhuishygiëne voorstellen te formuleren voor een betere werking van de ziekenhuishygiëne. In antwoord op deze vraag heeft het federaal platform een beleidsplan opgesteld. Dit beleidsplan wordt overgemaakt aan de federale overheidsdienst via de geëigende kanalen, te weten de nationale werkgroep voor antibioticumbeleid (BAPCOC).

De afgevaardigden van de regionale platformen voor ziekenhuishygiëne hebben uitgebreid over dit onderwerp overlegd binnen het federaal platform. De nood om de organisatie en de structuren te vernieuwen stond centraal in de discussies. Ziekenhuishygiëne als vak en wetenschap maakt een belangrijke evolutie door zodat een beleidsplan voor de komende jaren dringend nodig is.

In eerste instantie wordt de aard van de opdracht ziekenhuishygiëne in de Belgische instellingen in vraag gesteld. Men heeft gedebatteerd over de te verwezenlijken opdrachten, de te behalen resultaten en streefdoelen.

In tweede instantie heeft het federaal platform onderzocht of de hiërarchische structuur en de taakverdeling tussen de verschillende actoren in het domein van de ziekenhuishygiëne verbeterd en verduidelijkt moet worden. Hoe kunnen geneesheren ziekenhuishygiënist, verpleegkundigen ziekenhuishygiënist, het comité voor ziekenhuishygiëne en de directie van de instelling het best de doelstellingen realiseren? Wie draagt verantwoordelijkheid voor de voorstellen, de uitwerking, de implementatie en de opvolging van veranderingsprocessen in dit werkdomein?

Ten derde oppert het federaal platform mogelijke bedenkingen over de bijkomende middelen die ter beschikking moeten gesteld worden en de modaliteiten van financiering van de ziekenhuishygiëne. Op middellange termijn zal het platform ook een concreet voorstel formuleren over dit derde luik van de vraagstelling.

In deze tekst wordt, met het oog op de realisatie van een goede (betere) werking op het vlak van de ziekenhuishygiëne, de essentie van de taken van de geneesheer ziekenhuishygiënist, de verpleegkundige ziekenhuishygiënist, het comité voor ziekenhuishygiëne, de hoofdgeneesheer en de directie belicht en worden tevens functievereisten gedefinieerd.

Page 3: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 3.

II. HISTORIEK EN BESTAANDE TOESTAND

Op grond van artikel 68 van de ziekenhuiswet moet het ziekenhuis erkenningsnormen naleven, vastgelegd in het K.B. van 23 10 64. De Belgische ziekenhuizen moeten tevens voldoen aan structurele normen in verband met ziekenhuishygiëne: de noodzaak voor en verantwoordelijkheid van verpleegkundigen ziekenhuishygiënisten en geneesheren ziekenhuishygiënisten zijn wettelijk bepaald, alsook de taken van het comité voor ziekenhuishygiëne.

De organisatie van de ziekenhuishygiëne wordt in België geregeld door het Koninklijk besluit van 7 november ’88, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld:

− de instanties in het ziekenhuis die betrokken zijn bij de organisatie van de hygiëne

− functie en opleiding van de geneesheer ziekenhuishygiënist

− functie en opleiding van de verpleegkundige ziekenhuishygiënist

− samenstelling en werking van het comité voor ziekenhuishygiëne

− taken van en toezicht op de activiteiten van het comité voor ziekenhuishygiëne.

In verband met de ziekenhuishygiëne wordt bijgevolg bepaald dat er vier instanties moeten werkzaam zijn:

− de hoofdgeneesheer

− de geneesheer ziekenhuishygiënist

− de verpleegkundige ziekenhuishygiënist

− het comité voor ziekenhuishygiëne

De wetgeving uit 1988 beoogde dus vooral een kader op te leggen aan alle ziekenhuizen waarin hygiëne als opdracht georganiseerd moest worden. Hierbij werd veel aandacht besteed aan de beschrijving van de aan te stellen verantwoordelijken doch zonder de organisatie te beschrijven waarin zij zouden functioneren.

De opdrachten van de geneesheer ziekenhuishygiënist, de verpleegkundige ziekenhuishygiënist en het comité voor ziekenhuishygiëne werden beschreven in het KB van 1988. Het is opmerkelijk dat de taken van de geneesheer ziekenhuishygiënist en het comité voor ziekenhuishygiëne bijna integraal overeenkomen, te weten:

− Opzetten en toezicht aseptische technieken

− Toezicht op afzondering van besmette zieken

− Registratie van ziekenhuisinfecties

− Opsporen van infectiebronnen

− Opsporen van kiemdragers

− Bacteriologisch toezicht op het ziekenhuismilieu

− Controle op technieken voor ontsmetting en sterilisatie

− Aanbevelingen ivm antibiotherapie

− Richtlijnen en toezicht op:

o voor huishoudelijk onderhoud en linnen

o hygiëne in de voeding

o ziekenhuisafval

o bestrijding ongedierte

o bouwen of verbouwen

− Opleiding en bijscholing ivm hygiëne

− Reglement operatiekwartier en autopsielokalen (enkel opdracht voor het comité, niet vermeld bij de geneesheer).

De wetgever was op dat ogenblik voornamelijk geïnspireerd door het opsporen van infectiebronnen en het opzetten van procedures voor meer hygiënisch werken.

De verpleegkundige ziekenhuishygiënist staat beschreven als een medewerker van de geneesheer ziekenhuishygiënist, maar zijn/haar wettelijke taken zijn echter veel beperkter:

Page 4: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 4.

− hij bezorgt inlichtingen aan het comité en stelt principes en werkschema’s voor aan het comité;

− hij oefent taken uit toevertrouwd door het comité;

− hij vervult een rol van supervisie in werkmethodes, doeltreffendheid van onderwijs en nieuwe methodes en brengt verslag uit naar het comité.

Dit houdt in dat in de bestaande wetgeving, de verpleegkundige weinig initiatieven kan nemen zonder het comité voor ziekenhuishygiëne, wat niet overeenkomt met de huidige realiteit.

Page 5: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 5.

III. OPDRACHTEN VAN ZIEKENHUISHYGIËNE

A. WERKELIJKE TAKEN ANNO 2003

Tijden veranderen, zo ook de opduikende problemen en prioriteiten.

Nationale en internationale evoluties verplichtten ziekenhuishygiënisten om meer doelgericht te werken aan die taken die onmiddellijk en rechtstreeks ziekenhuisinfecties vermijden of verminderen. Nochtans worden ziekenhuishygiënisten door hun comité, hun directie en zelfs door de overheid meestal geëvalueerd volgens hun graad van activiteit, dit is de hoeveelheid projecten en procedures waaraan gewerkt werd. Dit verandert gelukkig snel in alle geïndustrialiseerde landen: in de eerste plaats moet men evalueren met welk resultaat de instelling (met zijn ziekenhuishygiënisten) de doelstelling bereikt, namelijk het reduceren van de incidentie van ziekenhuisinfecties. We merken op dat ziekenhuishygiënisten, om dit te bekomen, een hogere prioriteit zijn gaan toekennen aan de volgende activiteiten (niet limitatieve lijst):

− acute bestrijding van epidemieën en preventie van dreigende epidemieën

− opstellen en implementeren van operationele procedures ivm hygiëne alsook het nakijken van hygiëneaspecten in procedures voor andere ziekenhuisactiviteiten

− opvolgen van hygiëneaspecten bij verbouwingen

− surveillanceprojecten: deelname aan nationale initiatieven alsook projectmatige bewaking van specifieke problemen in de eigen instelling

− kwaliteitsbewaking en uitvoering van het Vlaams kwaliteitsdecreet.

Naast de wettelijke opdrachten zijn geneesheren en verpleegkundigen ziekenhuishygiënisten in praktijk ook de volgende nevenactiviteiten gaan uitvoeren:

− toetsen van nieuwe KB’s, ministeriële omzendbrieven en officiële richtlijnen ivm ziekenhuishygiëne aan de praktijksituatie in het eigen ziekenhuis

− opvolgen van niet bindende (internationale) adviezen ivm ziekenhuishygiëne (CDC USA, WIP Nederland enz.) en inschatten van de toepassing ervan in de eigen instelling

− actief meewerken aan de regionale platformen voor ziekenhuishygiëne

− nauwlettend volgen van de wetenschappelijk literatuur

− planning, drijvende kracht en supervisie van het tot stand komen van allerlei noodzakelijke geschreven richtlijnen

− bijsturen van reeds bestaande geschreven richtlijnen

− zorgen voor adequate implementatie van en blijvende compliantie met de procedures

− organiseren van bijscholingsprogramma

− organiseren van de vergaderingen van het comité

− opstellen van officiële stukken voor de overheid (kwaliteitsdecreet, overheidsprojecten zoals registratierapporten enz.)

− begeleiden van inspecteurs (volksgezondheid, eetwareninspectie…)

− advies bij aankoop / invoer / gebruik van allerlei verzorgingsmateriaal en apparatuur

− efficiënt afhandelen van dagelijkse oproepen van personeelsleden van alle geledingen van het ziekenhuis ivm de meest uiteenlopende onderwerpen

− wetenschappelijke activiteiten zoals voorstelling posters, voordrachten en publicatie van artikels.

B. VOORSTELLEN VOOR AANPASSING VAN DE OPDRACHTEN VAN DE ZIEKENHUISHYGIËNISTEN IN DE BELGISCHE INSTELLINGEN

De belangrijkste uitdagingen voor de beheersing van ziekenhuisinfecties in de volgende jaren bestaan in het vastleggen van de beoogde meetbare resultaten in de bestrijding van ziekenhuisinfecties, het opzetten van surveillanceprojecten en de standaardisatie van de gebruikte methoden voor de realisatie van deze projecten. Hiermee wordt in eerste instantie niet bedoeld dat alle instellingen op identieke wijze dezelfde problemen moeten aanpakken maar wel dat bepaalde activiteiten uitgewerkt en objectieven gerealiseerd moeten worden in

Page 6: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 6.

elk ziekenhuis. Enerzijds zal dit “minimaal pakket van activiteiten” bestaan uit een reeks vaste opdrachten (zoals bvb surveillance) waarvan bewezen is dat hun voortdurende uitvoering een effect heeft op ziekenhuisinfecties. Deze taken worden verder in deze tekst opgesomd. Anderzijds zullen zich steeds opnieuw andere opdrachten (zoals bvb SARS) aandienen die dringend door elke instelling moeten worden uitgevoerd. Ook hier is nationale begeleiding noodzakelijk.

Sommige ziekenhuizen zullen door hun specifieke omstandigheden bijkomend nog andere problemen moeten aanpakken. Het zal noodzakelijk zijn dat de overheid hiervoor de nodige omkadering en budgettering creëert.

Het Federaal platform stelt voor om de prioritaire opdrachten in het domein van de ziekenhuishygiëne te beperken tot de beheersing van ziekenhuisinfecties. Dit zijn:

− Ontwikkeling, implementatie en opvolging van een beleid doorheen de ziekenhuisorganisatie ivm:

o standaardvoorzorgsmaatregelen ter preventie van overdracht van besmettelijke kiemen

o isolatie van besmette patiënten ter indijking van de overdracht

o surveillance van ziekenhuisinfecties aan de hand van indicatoren die toelaten de evolutie in de instelling te volgen en bij te sturen.

− Opzetten van een epidemiebeleid.

− Opvolging van hygiëneaspecten bij ziekenhuisactiviteiten zoals:

o bouwen of verbouwen

o operatiekwartier en verloskwartier

o aankoop van materialen

− Implementatie van richtlijnen opgesteld door de HGR (sectie hygiëne) en andere officiële instanties.

− Uitwisseling van informatie en ervaring met andere instellingen binnen het kader van de regionale platformen voor ziekenhuishygiëne.

Deze prioritaire opdrachten verleggen het accent tegenover de opdrachten vastgelegd in het KB van 1988. Deze stap is noodzakelijk om meer resultaatgericht te werken enerzijds, en anderzijds om de beperkte middelen eerst te besteden aan daadwerkelijke infectiebeheersing. In eerste instantie moeten de taken die betrekking hebben op infectiebeheersing toevertrouwd worden aan het team voor ziekenhuishygiëne. Andere taken mogen nooit deze basisopdracht in het gedrang brengen.

Toch moet men erover waken dat de andere taken, beschreven in het KB van 1988 later ook in elk ziekenhuis nog ter harte worden genomen, zij het niet noodzakelijk meer door de ziekenhuishygiënisten. Om dit te verwezenlijken adviseert het federaal platform dat het comité voor ziekenhuishygiëne in de eigen instelling een coördinerende rol speelt bij het toewijzen van verantwoordelijkheden aan specifieke medewerkers of diensten die deze taken dan ook uitvoeren. Dit kunnen bvb zijn: de kwaliteitscoördinator, technische dienst, HACCP coördinator, milieucoördinator, de apotheek, het comité voor veiligheid op de werkplaatsen, enz. Op regelmatige basis kunnen deze medewerkers en diensten hun activiteiten mededelen aan het comité voor ziekenhuishygiëne.

Tot deze opdrachten behoren:

1. De controle op de technieken van sterilisatie

2. Antibioticumbeleid

3. Uitwerken van richtlijnen voor en toezicht op:

a. de methoden van wassen en de verdeling van linnen

b. de hygiëne in de bereiding en de distributie van de voeding in keuken en melkkeuken

c. het verzamelen en verwijderen van ziekenhuisafval

4. Het opstellen van een reglement van inwendige orde voor de operatieafdeling, de bevallingsafdelingen en desgevallend de risicodiensten.

Page 7: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 7.

C. AANGEPASTE TERMINOLOGIE

Zoals in vele andere landen dringt zich ook in België een verandering in terminologie op waardoor de nieuwe doelstellingen en taken van de professie verduidelijkt worden naar de ziekenhuiswerkers en de buitenwereld. Het Federaal platform stelt voor om de verouderde terminologie van “ziekenhuishygiëne” te verlaten omdat die te verwarrend en niet precies overkomt bij de leek die vermoedt dat ziekenhuishygiënisten in de eerste plaats met schoonmaak bezig zijn. Ook binnen het ziekenhuis moet de nieuwe terminologie duidelijk de prioritaire actiegebieden nl. de beheersing van ziekenhuisinfecties, onderlijnen.

Hiertoe moeten de volgende termen veranderd worden:

Oud Nieuw

Ziekenhuishygiëne Ziekenhuisinfectiebeheersing

Comité voor ziekenhuishygiëne Comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing

Geneesheer ziekenhuishygiënist Geneesheer voor ziekenhuisinfectiebeheersing

Verpleegkundige ziekenhuishygiënist Verpleegkundige voor ziekenhuisinfectiebeheersing

Om de lezer niet te verwarren zullen wij de oude terminologie verder gebruiken in dit document. Het federaal platform dringt er echter op aan deze naamsverandering de kans te geven om de heroriëntatie van de organisatie ook naar de buitenwereld te visualiseren.

Page 8: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 8.

IV. ORGANISATIE VAN ZIEKENHUISHYGIËNE IN DE BELGISCHE INSTELLINGEN

A. SCHETS VAN DE BESTAANDE SITUATIE

In meerdere Belgische ziekenhuizen werken zowel de geneesheer als de verpleegkundige ziekenhuishygiënist slechts deeltijds. Soms vindt men ook voltijdse mandaten of zelfs meerdere verpleegkundigen werkzaam in de ziekenhuishygiëne. In sommige ziekenhuizen functioneren de geneesheer- en verpleegkundigen ziekenhuishygiëne in een al dan niet geformaliseerde dienst, in andere staan zij elkaar zoveel mogelijk bij om de taken te kunnen vervullen. In enkele ziekenhuizen werken verpleegkundigen en geneesheren nog steeds onafhankelijk van elkaar zonder vastgelegde taakverdeling.

1. De geneesheer ziekenhuishygiënist

In vele instellingen is de geneesheer ziekenhuishygiënist tevens microbioloog wat verklaart dat de ziekenhuishygiëne vaak werd uitgebouwd vanuit en ondersteund door het laboratorium (secretariaat, computerbeheer, ontwikkeling van surveillanceprogramma’s). Meestal is de geneesheer ziekenhuishygiënist tevens voorzitter van het comité voor ziekenhuishygiëne.

De functie van geneesheer ziekenhuishygiënist is fundamenteel veranderd in de laatste 20 jaar. In het begin van de 80-er jaren onderscheidde men karikaturaal gesproken twee soorten geneesheren ziekenhuishygiënist. De eerste groep, vooral werkzaam in grote ziekenhuizen, was autodidact in het domein van infectiepreventie, en besteedde een belangrijk deel van haar tijd aan hygiëne. Zij bestond vooral uit microbiologen en enkele clinici met bijzondere interesse voor infectieziekten. Deze artsen hebben niet alleen hygiëne in de eigen instelling uitgebouwd, maar namen tevens nationale initiatieven in verband met registratieprojecten en aanbevelingen, legden tevens de contacten met het internationaal forum van Infection Control Practitioners en zorgden in samenwerking met de overheid ervoor dat de Belgische standaard steeds hoger werd gelegd.

Een tweede groep van geneesheren bestond voornamelijk op papier. Zij werden aangesteld door hun directie in de eerste plaats om te voldoen aan de wettelijke vereiste voor financiering. Het succes van infectiepreventie hing in deze instellingen bijgevolg voornamelijk af van de competentie en slagkracht van de verpleegkundige voor ziekenhuishygiëne.

Vanaf de 90-er jaren is deze situatie zeer snel in gunstige zin gewijzigd, voornamelijk te danken aan de organisatie van een universitaire bijkomende opleiding voor geneesheren voor ziekenhuishygiëne en de uitbouw van een wetenschappelijke vereniging (GOSPIZ; groepering voor opsporing, studie en preventie van infecties in de ziekenhuizen). Het behalen van de bijkomende erkenning werd door vele jonge artsen hoog geschat, en de nodige standaardisatie in basiskennis en doelstellingen leidde al snel tot aanstelling van sterk gemotiveerde geneesheren die tot in de kleinere instellingen een vernieuwingsproces op gang brachten en actief deelnamen aan de activiteiten van de wetenschappelijke vereniging. Deze groep van geneesheren voor ziekenhuishygiëne zijn de brug gaan vormen tussen hygiëne en het medisch korps in hun instelling, waardoor de impact van ziekenhuishygiëne op morbiditeit en mortaliteit van patiënten moet toenemen. Deze wending lag aan de basis voor inter-ziekenhuisoverleg waarbij de groeiende behoefte duidelijk werd voor samenwerking op regionaal en nationaal vlak.

De geneesheer ziekenhuishygiënist anno 2004 werkt meestal onder de directe supervisie van de hoofdgeneesheer, die zijn wettelijke verantwoordelijkheid voor medische kwaliteit waarneemt door de adviezen van de geneesheer ziekenhuishygiënist en het comité in de organisatie te implementeren.

2. De verpleegkundige ziekenhuishygiënist

Ook onder de verpleegkundigen ziekenhuishygiënist bestonden in de 80-er jaren twee groepen. De eerste groep, drijvende kracht in vele instellingen, was voor het grootste deel van zijn activiteit vrijgesteld voor ziekenhuishygiëne. Zij hielden zich vooral bezig met opleiding en adviezen voor nieuwe verpleegkundige procedures. Deze groep van verpleegkundigen gaf blijk van zin voor organisatie en bouwde in elk van de taalgemeenschappen afzonderlijk een opleidingsprogramma uit voor de verpleegkundige ziekenhuishygiënist. In tegenstelling met de geneesheren opleiding werd de opleiding voor Verpleegkundigen ziekenhuishygiënist in

Page 9: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 9.

Vlaanderen niet georganiseerd werd door scholen of een interscholen platform, maar wel door beroepsverenigingen.

Een tweede groep van verpleegkundigen ziekenhuishygiënist werd, vrij analoog aan de tweede groep van geneesheren, door de directie aangesteld als (deeltijds) hygiënist, maar in praktijk niet echt ondersteund. Dit was soms te wijten aan de zeer lage tijdsbesteding die de overheid voorzien had voor deze functie in kleinere instellingen, anderzijds omdat de directies deze verpleegkundigen met tal van andere taken belastten zodat weinig of geen tijd overbleef om ziekenhuishygiëne te organiseren.

In België zoals in andere ontwikkelde landen stellen we vast dat het kader waarin de verpleegkundige ziekenhuishygiënist zijn taken uitvoert fundamenteel is veranderd. Daar waar de verpleegkundige in het begin van de jaren 80 vooral vanuit en binnen het verpleegkundig departement werkte, zien we dat deze grenzen nu overschreden (moeten) worden. Ziekenhuishygiëne bestaat niet meer uitsluitend uit het opstellen van verpleegkundige procedures en vereist een totale integratie van de projecten doorheen de ziekenhuisorganisatie.

In de industriële landen blijkt dat de verpleegkundige ziekenhuishygiënist, in die instellingen waar ziekenhuishygiëne daadwerkelijk georganiseerd is, in de praktijk functioneert als directe medewerker en onder supervisie van de geneesheer ziekenhuishygiënist. Dit neemt niet weg dat hij bevoorrechte banden met het verpleegkundig departement onderhoudt en er een middenkaderfunctie bekleedt.

3. Het comité voor ziekenhuishygiëne

Vanuit de wettelijke bepalingen heeft het comité voor ziekenhuishygiëne een centrale rol in het hygiënebeleid. De spilfiguren van dit comité zijn de geneesheer ziekenhuishygiënist en de verpleegkundige ziekenhuishygiënist.

Algemeen gesproken mag men stellen dat de bijdrage van andere leden van het comité voor ziekenhuishygiëne (artsen, directieleden) erg wisselend is, zodat de drijvende kracht binnen het comité berust bij de geneesheer- en de verpleegkundige ziekenhuishygiënist en op hun goede samenwerking. Over het algemeen wordt in de instellingen waar hygiëne efficiënt wordt aangepakt het comité gedreven is door de geneesheer- en verpleegkundige ziekenhuishygiënist: alleen die comités waar beide verantwoordelijkheden goed en gezamenlijk worden ingevuld slagen erin een substantieel en meetbaar resultaat te boeken op het vlak van de hygiëne naar de patiënten toe.

4. Samenwerking tussen geneesheer- en verpleegkundige ziekenhuishygiënist

De positie van de verpleegkundige ziekenhuishygiënist werd vroeger als volgt bepaald door de wetgever. Enerzijds zegt het KB dat ‘De verpleegkundige ziekenhuishygiënist is gedelegeerd door het hoofd van de verpleegkundige diensten. Zij/hij is een medewerker van de geneesheer die een aanvullende opleiding heeft gekregen in ziekenhuishygiëne’. Anderzijds moet de verpleegkundige tevens de taken uitvoeren die haar door het comité zijn toevertrouwd. In praktijk kan dit tot een moeilijke situatie leiden wanneer een goede verstandhouding zoek is of de inzet voor hygiëne van geneesheer- en verpleegkundige erg verschillen.

De wetgever heeft bepaald dat het verpleegkundig departement de verpleegkundigen detacheert naar de ziekenhuishygiëne. Indien meerdere verpleegkundige ziekenhuishygiënist werkzaam zijn in een instelling, vervullen zij hun functie op een gelijkwaardige basis met dezelfde taken en verantwoordelijkheden. Tevens bepaalt de wet dat de verpleegkundigen de geneesheer ziekenhuishygiënist bijstaan, die op zijn beurt rapporteert naar de hoofdgeneesheer en het comité voor ziekenhuishygiëne.

In praktijk ontstonden dus verschillende situaties in de Belgische ziekenhuizen. In de beste gevallen functioneren sterk gemotiveerde geneesheren en verpleegkundigen in teamverband en bouwen een goed draaiende organisatie uit in een al dan niet geformaliseerde structuur van een dienst. In andere gevallen kan of wil de geneesheer- of de verpleegkundige niet ten volle zijn/haar activiteit in infectiebeheersing invullen omdat de ziekenhuisorganisatie hen te veel opeist voor andere taken. In deze instellingen beperkt hygiëne zich vaak tot het uitwerken van procedures met zeer beperkte impact op de morbiditeit en mortaliteit van patiënten.

Page 10: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 10.

B. NIEUWE ORGANISATIE VAN DE ZIEKENHUISHYGIËNE

De toekomstige uitdagingen maken een aanpassing van de organisatie van de ziekenhuishygiëne in de ziekenhuizen noodzakelijk. Deze aanpassingen situeren zich in de volgende kernpunten: het expliciteren van de nood aan een team voor ziekenhuishygiëne, optimaliseren van de functie van geneesheer- en verpleegkundige ziekenhuishygiënist en een aangepaste organisatie van het comité voor ziekenhuishygiëne. Daarenboven is het federaal platform overtuigd dat de implementatie en opvolging van de projecten op de werkvloer slechts goed georganiseerd worden door de inbreng van referentieverpleegkundigen in de ziekenhuishygiëne.

1. Het team voor ziekenhuishygiëne

a. Samenstelling

Ziekenhuishygiëne moet in eerste instantie de verantwoordelijkheid worden van het team voor ziekenhuishygiëne dat minimaal in elke instelling bestaat uit een halftijdse equivalent geneesheer en een voltijds equivalent verpleegkundige. Het is noodzakelijk dat deze minimum basis van bezetting gerealiseerd wordt omwille van een noodzakelijke minimum beschikbaarheid van ziekenhuishygiëne en een kritische minimumbasis van opdrachten die in elk ziekenhuis gerealiseerd moeten worden. Het is misschien wenselijk dat het team ook uitgebreid wordt met administratieve krachten en een (deeltijds) epidemioloog of data-beheerder of laboratorium technicus, en dit alles pro rata van de grootte van de instelling.

De eindverantwoordelijkheid voor de praktische werking van het team ligt bij een coördinator die binnen het team wordt aangeduid. Dit is in principe de geneesheer maar kan in specifieke situaties en overgangsituaties door een ander lid worden ingevuld.

Het team voor ziekenhuishygiëne neemt in sommige ziekenhuizen de structuur aan van een ziekenhuisdienst. Dit biedt het voordeel dat het team meer herkenbaar is binnen de organisatie (boekhouding, interne en externe contacten, planning..) alsook dat de geneesheer ziekenhuishygiënist meer slagkracht krijgt naar andere diensten toe als hij aangesteld is als diensthoofd. In sommige instellingen en specifieke situaties kan het echter aangewezen zijn om het team voor ziekenhuishygiëne niet te officialiseren als een dienst of een diensthoofd aan te stellen. Essentieel is dat in elk ziekenhuis de structuur van team erkend wordt alsook dat de coördinator als contactpersoon met de ziekenhuisorganisatie en daarbuiten wordt aangesteld.

b. Opdrachten en verantwoordelijkheden

De wettelijke verantwoordelijkheden, nu nog specifiek opgedragen aan de geneesheer- ziekenhuishygiëne en het comité voor ziekenhuishygiëne moeten in de toekomst rechtstreeks aan het team voor ziekenhuishygiëne worden opgedragen dat autonoom moet zijn in de dagelijkse uitvoering van deze opdrachten. Het comité voor ziekenhuishygiëne bewaakt periodiek de werking van het team en is in eerste instantie een overlegplatform waar de leden van het team voor ziekenhuishygiëne, directie, artsen en andere betrokkenen uit de organisatie overleggen over prioriteiten en voorgestelde oplossingen.

Het team voor ziekenhuishygiëne zal jaarlijks een beleidsplan opstellen en voorstellen aan het comité. Hierin staan de doelstellingen, de middelen, de activiteiten, taken, methode, vooropgestelde resultaten, kalender en budgetten die nodig zullen zijn om de projecten te realiseren.

c. Relatie met de ziekenhuisorganisatie

Het team voor ziekenhuishygiëne moet op het operationele vlak strikt onafhankelijk kunnen werken van zowel het medisch als het verpleegkundig departement. De verpleegkundige en de geneesheer rapporteren op het operationele vlak dus niet langer respectievelijk naar het verpleegkundig en medische departement, doch als team naar het comité voor ziekenhuishygiëne en de hoofdgeneesheer. Het team wordt bijgevolg best in het organigram ingevuld als rechtstreeks in contact enerzijds met de hoofdgeneesheer, en anderzijds met het comité voor ziekenhuishygiëne.

De operationele beslissingen van het team worden in de het ziekenhuis doorgevoerd na overleg met, in opdracht van en onder de verantwoordelijkheid van de hoofdgeneesheer. Het

Page 11: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Comité voor ziekenhuishygiëne houdt op zijn beurt rechtstreeks verband met het directiecomité. Het team zal

d

BgvmvduowkZ

Owzid

e

Hote

Ovhhco

Hhaddg

DBgvinHv

Directiecomité

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 11.

samenwerken met andere comités en ziekenhuisinstanties, en dit onafhankelijk van enige hiërarchie van zijn leden tegenover het verpleegkundig of medisch departement.

. Werking van het team voor ziekenhuishygiëne

elangrijker dan de structuur is echter het functioneren van het team. Verpleegkundigen en eneesheren moeten in het team projectmatig en als evenwaardige leden kunnen werken, los an hun respectievelijke status van geneesheer diensthoofd of verpleegkundige uit het iddenkader. Dit betekent dat alle taken besproken worden en onderling verdeeld in functie

an de specifieke interesse en professionalisme van de teamleden. Natuurlijk behoudt elk lid e eigen professionele onafhankelijkheid waarmee hij zijn taken naar best vermogen en inzicht itvoert. Anderzijds moet duidelijk gesteld worden dat de leden van het team niet beschikken ver individuele organisatorische onafhankelijkheid. Afspraken rond functionering, erkorganisatie en tijdsbesteding moeten onderling en binnen het team worden gemaakt en unnen dus niet afhangen van het respectievelijk medisch of verpleegkundig departement. odoende verzorgt het team, en niet de individuele leden, de continuïteit van de opdrachten.

m te functioneren moet het team voor ziekenhuishygiëne kunnen beschikken over een erkingsbudget dat geëxpliciteerd wordt in een kostenplaats. Op die manier wordt duidelijk chtbaar welke middelen de overheid aan de instelling ter beschikking stelt voor hygiëne en e manier waarop deze middelen worden aangewend.

. Evaluatie van het team voor ziekenhuishygiëne

et team moet ten minste één maal per jaar zijn werking evalueren. Hierbij moet een nderscheid gemaakt worden tussen drie soorten van evaluatie: de performantie van het am, zijn werking en tenslotte de functionering van zijn individuele leden.

m de performantie van het team te evalueren zal men afwegen of het team de ooropgestelde projecten heeft uitgevoerd en welke resultaten werden bereikt. Hiervoor zal et team een jaarlijks activiteitenverslag opstellen waarin de activiteiten getoetst worden aan et eerder uitgeschreven jaaractieplan. Dit verslag wordt besproken en goedgekeurd in het mité voor ziekenhuishygiëne.

et team voor ziekenhuishygiëne zal tevens jaarlijks zijn werking als team onderzoeken en ierover verslag uitbrengen aan het comité. In dit verslag, dat een onderdeel van het ctiviteiten jaarverslag kan zijn, gaat het team na of de onderlinge samenwerking optimaal en e werkvergaderingen op geregelde tijd zijn verlopen, of de vooropgestelde bijscholingen van e teamleden verwezenlijkt werden en de vooropgestelde tijdsbesteding van het team erespecteerd werd.

e evaluatie van de functionering van de individuele leden van het team ligt gevoelig in de elgische ziekenhuizen: op dit ogenblik worden artsen in de meeste ziekenhuizen niet eëvalueerd en hangen de modaliteiten voor de evaluatie van verpleegkundigen af van erschillende wetgevingen en reglementeringen al naargelang de aard en de gewoonte van de stellingen. Het is dan ook niet aangewezen om hierover een nationale richtlijn op te leggen. et is spijtig vast te stellen dat de evaluatie van de verpleegkundige ziekenhuishygiënist in ele ziekenhuizen uitgevoerd wordt door een verre overste die de dagelijkse werking van het

Hoofdgeneesheer

Comité voor ziekenhuisinfectiebeheersing

Team voor ziekenhuisinfectiebeheersing

Page 12: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 12.

teamlid niet kan inschatten. Deze manier van evaluatie is niet aangepast aan de realiteit van functioneren in zorgprogramma’s of gekantelde organisaties.

2. De geneesheer ziekenhuishygiënist

a. Plaats in de organisatie

De geneesheer ziekenhuishygiënist krijgt zijn opdrachten vanuit de wettelijke verantwoordelijkheden opgelegd aan het team voor ziekenhuishygiëne. Het is zeer belangrijk dat hij die opdrachten kan uitvoeren binnen het team voor ziekenhuishygiëne, met zijn eigen professionele onafhankelijkheid. De geneesheer ziekenhuishygiënist moet de nodige slagkracht krijgen binnen de ziekenhuisorganisatie en over de nodige autonomie en hiërarchie kunnen beschikken om zijn taak uit te voeren boven de departementen heen. Het is daarom aangewezen dat hij vanuit die positie rechtstreeks kan overleggen met zowel artsen als verpleegkundigen doorheen de gehele organisatie. Een belangrijke stap hiertoe kan bestaan in het erkennen van een dienst ziekenhuishygiëne waarvan hij als hoofd wordt aangesteld.

Momenteel is de functie van geneesheer ziekenhuishygiënist sterk ondergewaardeerd waardoor de directies vaak moeilijk geschikte kandidaten vinden. De verloning ligt gemiddeld ook veel lager dan voor andere geneesheren en moet aangepast ten minste vergelijkbaar zijn met het gemiddelde van de andere geneesheer specialisten.

b. Functievereisten

De geneesheer ziekenhuishygiënist moet ziekenhuisarts zijn en over een diploma beschikken bekomen na het succesvol afwerken van een inter-universitaire opleiding in de ziekenhuishygiëne.

In de meeste Belgische instellingen bestaat geen functieanalyse of functieprofiel voor de geneesheer ziekenhuishygiënist. Het invoeren van minimumvereisten voor functieanalyse en functieprofiel voor zowel geneesheren- als verpleegkundigen ziekenhuishygiëne zullen ongetwijfeld bijdragen tot het verhogen van het niveau en de goede organisatie. In deze fase moet dit niet wettelijk geregeld worden, maar het is raadzaam een leidraad te bieden aan de ziekenhuizen bij de verdere uitbouw van hun organisatie van de ziekenhuishygiëne.

c. Functieprofiel

Hij beschikt best over bijzondere capaciteiten zonder dewelke het tot een goed einde brengen van zijn opdracht in de ziekenhuisorganisatie onmogelijk zou zijn, te weten:

− samenwerking, teamgeest, kennis ten dienste stellen van anderen

− de nodige slagkracht om situaties in andere diensten te kunnen evalueren

− de nodige diplomatie om in een collegiale sfeer met collegae en andere ziekenhuismedewerkers problemen te kunnen onderzoeken en doelgerichte oplossingen te kunnen uitwerken

− het nodig doorzicht in de organisatie om de ernst van bepaalde problemen realistisch te kunnen inschatten en consequent aan te pakken

− bijdragen tot een systeem van integrale kwaliteitszorg

− zelfstandig, correct en snel prioriteiten kunnen stellen over de uit te voeren taken

− zich kunnen aanpassen in wijzigingen in de organisatie, de opdrachten en de werkregeling

− bekwaam zijn om een team te leiden

− bijzondere kwaliteiten:

o organisatorische bekwaamheid

o zin voor duiding, analyse en synthese

o communicatief en didactisch vaardig

o inspirerend en motiverend naar alle niveaus van de organisatie

o stressbestendig

Page 13: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 13.

3. De verpleegkundige ziekenhuishygiënist

a. Plaats in de organisatie

De verpleegkundige voor ziekenhuishygiëne is een volwaardig lid van het team dat autonoom en professioneel de opdrachten uitvoert die binnen het team worden afgesproken.

Dit team krijgt zijn opdrachten vanuit de wettelijke verantwoordelijkheden die aan hem zijn opgelegd en voert de beslissingen van het comité voor ziekenhuishygiëne uit. De verpleegkundige moet over de nodige autonomie beschikken om zijn taak uit te voeren boven de verschillende departementen heen. Het is daarom onontbeerlijk dat hij deel uitmaakt van het verpleegkundig middenkader en vanuit die positie rechtstreeks contact kan nemen met alle ziekenhuiswerkers, artsen inbegrepen, doorheen de gehele organisatie.

Door deel uit te maken van het middenkader moet de verpleegkundige alsook de geneesheer ziekenhuishygiënist, indien nodig, kunnen worden betrokken bij alle belangrijke vergaderingen van het verpleegkundig, medisch en technisch departement. Nochtans moet men erover waken dat deze vergaderingen hen niet belasten met andere onderwerpen en opdrachten dan uit het domein van de ziekenhuishygiëne.

In deze structuur wordt de verpleegkundige een volwaardige medewerker van het team voor ziekenhuishygiëne, en is zijn verantwoordelijkheid niet meer beperkt tot het uitvoeren van opdrachten van het comité. In praktijk laat dit toe kort op de bal te spelen. Het is niet meer denkbaar dat de verpleegkundige slechts 6 maal per jaar opdrachten zou krijgen uit het comité, en daarbuiten alle belangrijke beslissingen tussendoor aan de geneesheer ziekenhuishygiënist zou moeten overlaten.

b. Functievereisten

Alhoewel momenteel niet verplicht en overgangsmodaliteiten zeker moeten worden voorzien, moeten de instellingen streven naar het aanstellen van verpleegkundigen ziekenhuishygiëne van universitair niveau en met de nodige praktische verpleegkundige ervaring van minimum 2 jaar voltijds - equivalent.

Om deze functie te kunnen waarnemen, moet hij na het behalen van het basisdiploma “bachelor voor verpleegkunde, optie ziekenhuisverpleegkundige” een aanvullend diploma bezitten van master in de medisch-sociale wetenschappen, verplegingswetenschap, oriëntatie verpleegkundige ziekenhuishygiëne.

c. Functieprofiel

Hij beschikt best over bijzondere capaciteiten, te weten:

− samenwerking, teamgeest, kennis ten dienste stellen van anderen

− de nodige slagkracht om situaties in andere diensten te kunnen evalueren

− de nodige diplomatie om in een collegiale sfeer met collegae en andere ziekenhuismedewerkers problemen te kunnen onderzoeken en doelgerichte oplossingen te kunnen uitwerken

− het nodig doorzicht in de organisatie om de ernst van bepaalde problemen realistisch te kunnen inschatten en consequent aan te pakken

− bijdragen tot een systeem van integrale kwaliteitszorg

− zelfstandig, correct en snel prioriteiten kunnen stellen over de uit te voeren taken

− zich kunnen aanpassen in wijzigingen in de organisatie, de opdrachten en de werkregeling

− positieve ingesteldheid hebben tegenover informatisering

− bijzondere kwaliteiten:

o organisatorische bekwaamheid

o zin voor duiding, analyse en synthese

o communicatief en didactisch vaardig

o inspirerend en motiverend naar alle niveaus van de organisatie

o stressbestendig

Page 14: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 14.

d. Hiërarchische situatie

De verpleegkundige ziekenhuishygiënist is gedelegeerd door het hoofd van het verpleegkundig departement naar het team ziekenhuishygiëne. Hij moet beschikken over een autonomie die hem toelaat snel en efficiënt te handelen tegenover problemen en moeilijkheden waarmee het team ziekenhuishygiëne in de dagelijkse praktijk wordt geconfronteerd om een onmisbaar kwaliteitsniveau te bereiken.

De verpleegkundige ziekenhuishygiënist wordt aangeworven en benoemd door het hoofd van het verpleegkundig departement in akkoord met de geneesheer directeur en het comité voor ziekenhuishygiëne. Hiërarchisch en administratief is het hoofd van het verpleegkundig departement zijn verantwoordelijke. Op het organisatorisch en functioneel vlak worden zijn activiteiten en taken bepaald door het team ziekenhuishygiëne.

Dit alles veronderstelt dat de verpleegkundige ziekenhuishygiëne:

− benoemd wordt door het hoofd van het verpleegkundig departement in akkoord met de hoofdgeneesheer directeur en het comité ziekenhuishygiëne

− een fulltime equivalente functie bekleedt

− zijn opdracht uitvoert zowel op het veld als tegenover het team en het comité ziekenhuishygiëne

− informatie inwint: kwaliteiten van luisterbereidheid en beschikbaarheid zijn hierin essentieel.

4. Functioneringsprincipes van het team ziekenhuishygiëne.

Het is essentieel dat deze nieuwe manier van werken en organisatie doorgang vindt die gebaseerd is op volgende principes:

1. Autonomie van het team voor ziekenhuishygiëne en projectmatig en harmonisch werken van geneesheer- en verpleegkundige ziekenhuishygiënist.

2. We moeten het beeld verbannen waarbij de verpleegkundige ziekenhuishygiënist zich alleen bezig houdt met verpleegkundige onderwerpen en de geneesheer zorgt voor de contacten met de artsen. Ziekenhuishygiëne moet beschouwd worden als een medisch specialisme waarin geneesheren en verpleegkundigen samen doelstellingen identificeren en realiseren.

3. Aanwezigheid van het team in alle relevante vergaderingen (hoofdverpleegkundige, verbouwingen, enz…) is dan ook essentieel, maar deze aanwezigheid moet vooral projectgericht zijn: zowel geneesheren als verpleegkundigen moeten erin kunnen optreden als vertegenwoordigers van het team.

4. Het team ziekenhuishygiëne is bestaft met een geneesheer ziekenhuishygiënist, één of meerdere verpleegkundigen ziekenhuishygiëne, een administratieve medewerker en soms ook andere medewerkers zoals een beheerder en verwerker van gegevens, een epidemioloog, een infectioloog. Samenwerking binnen de dienst vergt noodzakelijk en frequent werkoverleg, waartoe de coördinator van het team het initiatief neemt.

5. Het team werkt organisatorisch onafhankelijk in de dagelijkse uitvoering van zijn opdrachten. De operationele beslissingen van het team worden in het ziekenhuis doorgevoerd na overleg met, in opdracht van en onder de verantwoordelijkheid van de hoofdgeneesheer. Deze is verantwoordelijk voor de operationele implementatie van de activiteiten van het team, binnen het kader van de missie en de doelstellingen vastgesteld door het comité.

Om de opdrachten van het team ziekenhuishygiëne te verwezenlijken moeten de geneesheer- en de verpleegkundige ziekenhuishygiënist als leden van het team kunnen:

− informatie aanbieden en actieplannen voorleggen, deelnemen aan de uitwerking van beslissingscriteria

− de taken uitoefenen die toevertrouwd zijn aan het team ziekenhuishygiëne

− deelnemen aan het onderwijs van het personeel inzake ziekenhuishygiëne

− een supervisierol uitoefenen door:

Page 15: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 15.

o de werkmethodes in het algemeen en de zorgtechnieken in het bijzonder te bewaken

o de doeltreffendheid van het onderwijs en de gegeven informatie te evalueren

o verslag te geven aan het comité ziekenhuishygiëne in het kader van de opdracht van het team

− de dossiers voorbereiden, richtlijnen, aanbevelingen en werkprocedures aangepast aan de instelling uitwerken en algemene en specifieke richtlijnen van de bevoegde autoriteiten om aanpassen aan de locale situatie

− de beslissingen van het team ziekenhuishygiëne en het comité ziekenhuishygiëne verspreiden, onderwijzen, toetsen en implementeren

− de implementatie evalueren volgens de genomen standpunten en deze aanpassen volgens de noden aan de betrokken

− overzichtsrapporten maken over ziekenhuisinfecties, uitgevoerde acties, vragen en commentaren van de diensten

− informatiesessies voor de gezondheidswerkers organiseren

− een essentiële rol spelen in het bevorderen van de kwaliteit van de zorg

5. Het comité voor ziekenhuishygiëne

Het comité ziekenhuishygiëne is een consulterend orgaan van de hoofdgeneesheer directeur voor alle domeinen van ziekenhuishygiëne. Zijn samenstelling is op die wijze voorzien dat de verschillende behandelende aspecten op een competente en wetenschappelijke manier verlopen. Minimaal zouden tot het comité moeten behoren:

− de geneesheren- en verpleegkundige ziekenhuishygiënisten

− een ziekenhuisapotheker

− een microbioloog

− de hoofdgeneesheer

− de ziekenhuisdirecteur

− het hoofd van het verpleegkundig departement

− drie artsen aangeduid door de medische raad bij voorkeur te kiezen uit de disciplines die het meest in contact komen met ziekenhuisinfecties zijnde: een chirurg, een internist, een specialist in de intensieve zorgen en een infectioloog

− een hoofdverpleegkundige afgevaardigd door zijn collega’s.

De samenstelling van het comité ziekenhuishygiëne is flexibel en rekbaar volgens de vereisten. Het comité ziekenhuishygiëne is een ideaal forum om de specifieke onderwerpen van ziekenhuishygiëne eigen aan de instelling te onderzoeken en te behandelen.

De rol en verantwoordelijkheden van het comité voor ziekenhuishygiëne moet terug bepaald worden. In de toekomst moet het comité vooral een discussieforum zijn waar het team voor ziekenhuishygiëne overlegt met de directie en andere betrokkenen. De samenstelling van het comité moet niet gewijzigd worden, maar alles moet in het werk gesteld worden om de betrokkenen er actief te laten aan deelnemen.

Zoals hoger vermeld zou het comité voor ziekenhuishygiëne geen wettelijke verantwoordelijkheid dragen voor de opdrachten in het domein van de ziekenhuishygiëne doch de goede werking van het team bewaken door de volgende minimale taken uit te voeren:

− bespreken en goedkeuren van het jaarlijks activiteitenverslag opgesteld door het team voor ziekenhuishygiëne

− bespreken en goedkeuren van het jaarlijks actieplan opgesteld door het team voor ziekenhuishygiëne

− bespreken en goedkeuren van de budgetten en kostenramingen opgesteld door het team voor ziekenhuishygiëne

− bespreken van het werking- en functioneringsverslag van het team voor ziekenhuishygiëne

De rol van het comité moet in de toekomst eerder als een Raad van Bestuur beschouwd worden die de doelstellingen en de realisaties van het team bekrachtigt en zo nodig bijstuurt.

Page 16: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 16.

Het comité blijft in dit nieuw concept de ondersteuning van de ziekenhuishygiëne. Om de werking te verbeteren moet men de volgende punten realiseren:

− Vooreerst moeten directieleden binnen het comité hun verantwoordelijkheid opnemen door er de directiestandpunten te verduidelijken zodat het comité de haalbaarheid van projecten duidelijk kan inschatten.

− Beslissingen van het comité kunnen niet langer vrijblijvend zijn en er moet engagement genomen worden om de beslissingen en vragen van het comité in de andere echelons daadwerkelijk aan bod te laten komen. De adviezen van het comité zouden een bindend karakter moeten hebben binnen de instelling. Dit houdt in dat indien het advies niet werd opgevolgd de betrokken dienst of arts dient te argumenteren waarom dit niet werd uitgevoerd, met een nieuwe discussie tot gevolg. Ook de adviezen van het comité naar de directie en andere vergaderingen toe zouden het ‘verzwaard karakter’ moeten genieten. Dit wil zeggen dat een andere instantie (directiecomité, medische raad, departementshoofden, enz) een gemotiveerd antwoord moeten overmaken aan het comité telkens wanneer zij een advies niet delen of willen realiseren. Dit gemotiveerd antwoord moet terug door het comité behandeld worden tot een gemeenschappelijk standpunt kan bekomen worden, zonodig dmv externe bemiddeling zoals de gezondheidsinspectie.

− De actieve deelname van de leden van het comité is essentieel voor zijn goede werking maar blijkt in praktijk moeilijk te realiseren. Daarom moet het verplicht aantal vergaderingen verminderd worden tot 4 maal per jaar en moet elk lid op jaarbasis méér dan de helft van de vergaderingen bijwonen, of expliciet een vervanger aanduiden die in zijn naam aan het comité kan deelnemen.

− Het voorzitterschap van het comité is een kapitale functie. Enerzijds is het misschien aangewezen dat de voorzitter onafhankelijk van het team zou zijn, maar anderzijds moet de voorzitter over de nodige motivatie en wetenschappelijke kennis beschikken om het comité te drijven. In de Belgische praktijk is de geneesheer ziekenhuishygiënist meestal ook voorzitter van het comité en dit functioneert momenteel naar behoren. Ook andere artsen moeten deze functie kunnen waarnemen, doch dit vereist een grondige kennis van het vak van ziekenhuishygiëne. Het is daarom essentieel dat de voorzitter van het comité over het getuigschrift van geneesheer ziekenhuishygiënist beschikt.

− Er moet een jaarlijks financieel verslag van de boekhoudkundige kostenplaats ziekenhuishygiëne door de directie worden voorgelegd aan het comité voor ziekenhuishygiëne.

In een deel van de Belgische instellingen is de werking van het comité voor ziekenhuishygiëne suboptimaal. De aanwezigheid van sommige leden is zeer variabel maar dit wordt gemakkelijk verklaard door de plethora van vergaderingen die de normale klinische activiteit van de gezondheidswerkers belemmert. De impact van het comité hangt nochtans af van zijn beslissingskracht. Daarom moet men moderne vergadertechnieken gebruiken waarbij:

− voorbereidende besprekingen tussen het team van ziekenhuishygiëne en de bij elk dossier betrokken leden buiten het comité plaatsvinden

− probleemstelling, diagnose, voorgestelde oplossingen voorafgaandelijk via post of elektronische weg aan alle leden worden overgemaakt

− leden hun opmerkingen, suggesties of bezwaren voorafgaandelijk aan het hygiëneteam overmaken dat een synthese maakt die aan de vergadering wordt voorgelegd

− De uiteindelijke beslissingen worden uiteraard binnen de schoot van het comité genomen, geacteerd en als advies overgemaakt aan de hoofdgeneesheer

− Het comité voor ziekenhuishygiëne moet formeel nog 4 maal per jaar bijeenkomen en alle beslissingen worden officieel geacteerd in de verslagen

De geneesheer ziekenhuishygiënist en verpleegkundige ziekenhuishygiënist hebben geen voor hen specifieke opdrachten of functie meer ten aanzien van het comité voor ziekenhuishygiëne. Het team voor ziekenhuishygiëne bereidt de actiepunten en dossiers voor die in het comité zullen worden besproken. De agenda van het comité wordt opgesteld door de voorzitter

Ten aanzien van de hoofdgeneesheer is het comité voor ziekenhuishygiëne nog steeds een adviesorgaan waarvan hij tevens de goede werking verzekert. Zijn hiërarchische verantwoordelijkheid vormt de waarborg voor de implementatie van de beslissingen.

Page 17: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 17.

6. De referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne

Het verlangen om het individueel belang van de ziekenhuishygiëne te valoriseren en de bekommernis dit op elke zorgafdeling waar te maken, moet ertoe leiden dat referentieverpleegkundigen ziekenhuishygiëne worden aangesteld.

De rol van de referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne wordt begrepen als een vector van informatie en als een deeltijdse taak.

De referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne is een bronpersoon die meewerkt aan ziekenhuisinfectiebeheersing op het veld. Hij verbindt zich tot een kwaliteitsmaatstaf dat beantwoordt aan de noden van de patiënten, de verwachtingen van het personeel en de normen van zorg en ziekenhuishygiëne van zijn instelling.

De referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne is een gemotiveerde contactpersoon en wordt ondersteund door de hoofdverpleegkundigen en het team ziekenhuishygiëne om:

− informatie door te geven en ziekenhuishygiëne te valoriseren

− te waken over de juistheid van de bezorgde informatie

− een correcte evaluatie en rapportage van de noden te realiseren (thema’s overdragen aan het team ziekenhuishygiëne)

− de collega’s motiveren.

De activiteiten van de referentieverpleegkundigen ziekenhuishygiëne zullen worden vermeld in het jaarverslag van het team ziekenhuishygiëne

a. Profiel

De referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne is een vrijwillige (maar geen vrijblijvende) functie. De definitieve toewijzing gebeurt door het hoofd van het verpleegkundig departement na beraad met de hoofdverpleegkundige en het team ziekenhuishygiëne. Het gaat om een horizontale promotie waarbij niet een loonsverhoging maar interesse in het onderwerp de drijfveer moet zijn.

Hij heeft bij voorkeur een bachelor niveau en is geïnteresseerd in de problematiek van ziekenhuisinfectiebeheersing. Hij moet bereid zijn een interne vorming over dit onderwerp te volgen.

De referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne (voltijds of deeltijds) engageert zich voor tenminste 2 jaar in zijn team. Het beste profiel is deze van gesprekspartner door zijn gelijken gerespecteerd. Het gaat erom zowel formateur als informateur te zijn. Hij ontvangt zijn opdrachten van het team ziekenhuishygiëne en werkt in samenwerking met het team.

b. Vorming

Het team zal hem op zijn minst volgende ondersteuning verzekeren:

− een basisvorming van minimum 20 uren

− een vergadering met de referentieverpleegkundigen ziekenhuishygiëne minimum om de 6 maand, waarbij iedere referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne aanwezig moet zijn. Dit om een op puntstelling van de ziekenhuisinfectiebeheersing in de instelling te bepalen en er een homogene benadering te bevorderen

− regelmatige vormingen over de diepgaande en actuele problemen van ziekenhuishygiëne

− de overdracht van alle procedures, aanbevelingen, surveillance protocollen, rapporten van het comité voor ziekenhuishygiëne, enz…

Page 18: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 18.

V. BUDGETTERING VAN DE ZIEKENHUISHYGIËNE

Momenteel wordt ziekenhuishygiëne in de Belgische instellingen hoofdzakelijk vergoed via de ligdagvergoeding. Deze vergoeding bestaat uit de volgende onderdelen:

− Een quotum berekend volgens de verdeling van bedden in de instelling bedoeld om de loonkost te dekken van de verpleegkundige ziekenhuishygiënist;

− Een quotum berekend volgens de verdeling van bedden in de instelling bedoeld om de loonkost te dekken van de geneesheer ziekenhuishygiënist;

− Een quotum berekend volgens de verdeling van bedden in de instelling bedoeld om werkingskosten van de hygiëne op te vangen;

− Een vergoeding die slechts uitbetaald wordt aan instellingen die deelnemen aan de nationale registratieprojecten van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid.

Zoals uit kostenbaten analyses uit de Verenigde Staten blijkt, is investeren in ziekenhuishygiëne zeer rendabel. Dit komt in ons land nog niet voldoende naar voor omdat de meerkost van ziekenhuisinfecties niet afzonderlijk berekend wordt en globaal gedragen wordt door de maatschappij via het ligdagvergoedingssysteem en door de ziekenhuisorganisatie. In dit systeem is alleen de kost voor de organisatie van ziekenhuishygiëne zichtbaar, maar niet de verdienste ervan.

Anderzijds moet onderlijnd worden dat de overheid de budgetten voor ziekenhuishygiëne aan de respectievelijke instellingen structureel toekent zonder controle uit te oefenen over de besteding van de middelen in die instellingen en los van de inspanningen die de ziekenhuishygiëne zich getroosten of van de resultaten die elke instelling al dan niet bekomen heeft in zijn strijd tegen nosocomiale infecties.

Het lijkt daarom noodzakelijk dat de financiering in de nabije toekomst worden aangepast en daarenboven wordt toegezien dat de toegekende middelen in alle ziekenhuizen daadwerkelijk worden aangewend voor ziekenhuishygiëne.

Vooreerst zal het noodzakelijk zijn de loonkost te dekken van de bijkomende tijdsbesteding van het team voor ziekenhuishygiëne, veroorzaakt door de uitbreiding van de minimumbezetting van één voltijds verpleegkundige en een half-tijdse geneesheer ziekenhuishygiënist voor alle instellingen.

Daarenboven moet de vergoeding bedoeld voor de loonkost van de ziekenhuishygiëne aangepast worden aan de noden. De huidige budgetten komen niet overeen met de loonschalen van het middenkader voor de verpleegkundige, noch met de gemiddelde verloning van een geneesheer specialist.

Tenslotte moet de financiering van de werkingskosten worden opgetrokken. Dit zou moeten toelaten ten minste 1/5e van een administratieve kracht aan te stellen en ten minste twee computers met specifieke software af te schrijven.

Hiertegenover moet zeker een controle komen te staan die de overheid in de instelling uitoefent. Niet alleen moeten hiervoor structurele indicatoren getoetst worden (effectieve bezetting en tijdsbesteding van de leden van het team voor ziekenhuishygiëne, vergaderingen van het comité voor ziekenhuishygiëne, aanwezigheid van jaaractieplannen en activiteitsverslagen…), maar anderzijds ook resultaatsmetingen zoals die blijken uit de jaarlijkse activiteitsverslagen.

Bijkomend aan deze budgettering zou een variabele begroting kunnen opgesteld worden die enkel aan instellingen wordt toegekend die met succes deelnemen aan bijkomend preventiebeleid in het domein van de hygiëne. Men kan daarbij bedenken dat ziekenhuizen specifieke actieplannen kunnen opstellen die na goedkeuring, implementatie en bereiken van vooropgesteld resultaat aanleiding geven tot een specifieke vergoeding. Op deze manier zouden ziekenhuizen tevens vergoed kunnen worden wanneer ze nationale projecten zoals bestrijding van MRSA of verbetering van kwaliteitsindicatoren succesvol afwerken.

Page 19: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 19.

VI. BESLUIT

Het beleidsplan betreffende de reorganisatie van ziekenhuishygiëne in de Belgische instellingen kwam tot stand na een in België nooit gezien overleg tussen geneesheren- en verpleegkundigen ziekenhuishygiënist. Het federaal platform voor ziekenhuishygiëne vertrok van een sneuveltekst die na gedetailleerde bespreking in herwerkte vorm werd overgemaakt aan de negen regionale platformen voor ziekenhuishygiëne. Deze bespraken de voorgestelde tekst zowel in kleine groepen als plenair en maakten hun respectievelijke opmerkingen en suggesties over aan het federaal platform.

Vervolgens ontstond op dit niveau een nieuw debat waarbij alle aandacht werd besteed om de suggesties en opmerkingen vanuit de basis in een nieuwe versie van de tekst op te nemen, voor zover zij door de meerderheid van de regionale platformen ondersteund werden.

Tenslotte werd de tekst een laatste maal plenair besproken en aangepast, wat resulteerde in de finale versie van het beleidsplan.

Het federaal platform is dan ook zeer trots dit document als advies over te maken aan de bevoegde instanties en houdt zich ter beschikking van de overheid voor verdere toelichting.

Page 20: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 20.

VII. BIJLAGEN

A. SAMENSTELLING VAN HET FEDERAAL PLATFORM VOOR ZIEKENHUISHYGIËNE

Voorzitter:

Dr. B. Gordts (regionaal platform West-Vlaanderen)

Leden:

Dr. Baudouin Byl (Plate-forme régionale Brabant-wallon / Bruxelles)

Mr. Dirk Copermans (regionaal platform Vlaams-Brabant / Limburg)

Mevr. K. De Moerloose (regionaal platform Oost-Vlaanderen)

Pr. Patrick Demol (Plate-forme régionale Liège)

Mr. S. Dupont (Plate-forme régionale Namur-Luxembourg)

Pr. Y. Glupczynski (Plate-forme régionale Namur-Luxembourg)

Dr. D. Govaerts (Plate-forme régionale Hainaut)

Mevr. Hilde Jannes (regionaal platform West-Vlaanderen)

Dr. P. Jordens (regionaal platform Vlaams Brabant / Brussel)

Mme E. Kula (Plate-forme régionale Hainaut)

Pr. S. Lauwers (regionaal platform Vlaams Brabant / Brussel)

Dr. A. Mertens (regionaal platform Antwerpen)

Dr. A. Schuermans (regionaal platform Vlaams-Brabant / Limburg)

Dr. J.P. Sion (regionaal platform Antwerpen)

Mr. P. Spinazze (Plate-forme régionale Liège)

Mme P. Taminiau (Plate-forme régionale Brabant-wallon / Bruxelles)

Mr. D. Van Caillie (regionaal platform Oost-Vlaanderen)

Page 21: Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëneusers.telenet.be/asgb/asgb oud/BijlBer05_3_035b.pdfFederaal platform voor ziekenhuishygiëne Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004

Federaal platform voor ziekenhuishygiëne

Beleidsplan organisatie ziekenhuishygiëne 2004 - Finale versie 24.03.04 p. 21.

B. WETTELIJKE BEPALINGEN EN OMZENDBRIEVEN IN VERBAND MET ZIEKENHUISHYGIËNE

− KB van 14 augustus 1987: Koninklijk besluit houdende bepaling van de regels volgens dewelke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de minister die bevoegd is voor de volksgezondheid.

− KB van 7 november 1988: Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd. (betreffende o.a. de vier instanties met opdrachten voor ziekenhuishygiëne, te weten de geneesheer ziekenhuishygiënist, de verpleegkundige ziekenhuishygiënist, het comité voor ziekenhuishygiëne en de hoofdgeneesheer)

− MB van 9 november 1988: Ministerieel besluit tot vaststelling van het dienstjaar 1989 van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten. (betreffende o.a. de financiële regelen van de ziekenhuishygiëne)

− MO van 23 maart 1989: Omzendbrief betreffende de praktische organisatie van de ziekenhuishygiëne.

− KB van 20 november 1990: Koninklijk besluit houdende vaststelling voor het dienstjaar 1991, van het globale budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 87 van de wet op de ziekenhuizen voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen.

− MB van 28 november 1990: Ministerieel besluit tot vaststelling van het dienstjaar 1991 van de specifieke voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de prijs per verpleegdag, het budget van financiële middelen en het quotum van verpleegdagen voor ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten. (betreffende o.a. de financiële tegemoetkoming voor de ambten met betrekking tot ziekenhuishygiëne)

− MB van 28 november 1990: Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de verpleegdag prijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten. (betreffende o.a. de kosten voor software)

− MO van 19 augustus 1991: Omzendbrief betreffende de praktische toepassing van artikel 6 van het M.B. van 28 november 1990 (B.S. van 12-12-1990) en de reglementaire verplichtingen inzake de geneesheer ziekenhuishygiënist en de verpleegkundige ziekenhuishygiënist.

− Decreet van de Vlaamse Gemeenschap 25 februari 1997: Decreet betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsinstellingen.

− MB van 10 december 1997: Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen die gelden voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten. (betreffende o.a. de modaliteiten voor de registratie van ziekenhuisinfecties.

− KB van 25 april 2002: Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.