examentraining 2011

48
Examentraining Latijn mei 2011

Upload: devrnl

Post on 04-Jul-2015

240 views

Category:

Documents


6 download

TRANSCRIPT

Page 1: EXAMENTRAINING  2011

Examentraining Latijn

mei 2011

Page 2: EXAMENTRAINING  2011

Inhoud van de examentraining

• 1. Het eindexamen, hoe ziet dat eruit?• 2. Het maken van het examen zelf • 3. Welke soort vragen zijn er en wat voor

antwoord wordt er verwacht? • 4. Voorbereiding van het examen– voorbereiding van het tekstgedeelte– voorbereiding van de vertaling

Page 3: EXAMENTRAINING  2011

• 5. De inhoud van Aeneis boek 6 (en 4)• 6. De coniunctivus (facultatief)

Page 4: EXAMENTRAINING  2011

Hoe ziet het eindexamen eruit?

• Twee boekjes: tekst en vragen• Vertaling is altijd de laatste tekst• Bij elke vraag en bij de vertaling is steeds

aangegeven hoeveel punten een vraag waard is

• Je krijgt verder:– een dubbel foliovel voor de vragen– een enkel foliovel voor de vertaling– kladpapier

Page 5: EXAMENTRAINING  2011

Praktische aanwijzingen

• Vragen altijd beantwoorden in de volgorde waarin ze zijn gesteld (dus: als je iets niet weet: open laten)

• Een regel overslaan na elke vraag• Vertaling op apart blad!!!• Bij vertaling ook steeds regel

overslaan• Niet schrijven in de kantlijn

(alleen het vraagnummer)

Page 6: EXAMENTRAINING  2011

Het examen

Eigenlijk net als de schoolexamens:• 1 Een deel vragen over gelezen tekst• 2. Een onbekende vertalingWeging: beide ca. 50%

Page 7: EXAMENTRAINING  2011

Suggestie tijdsindeling

Het eindexamen duurt 3 uur. Een goede handreiking voor de indeling van je tijd kan zijn:• Beantwoorden van de vragen over de gelezen

teksten: 1 uur• Maken van de ongeziene vertaling: 1,5 uur• Nakijken van je werk en overschrijven vertaling

(indien nodig): 0,5 uurTip: begin met de vertaling!

Page 8: EXAMENTRAINING  2011

Soorten vragen

• Vragen over de achtergrond (tijd, genre, leven van schrijver / hoofdpersonen)

• Begripsvragen• Citeervragen• Verwijsvragen• Vragen die doelen op de structuur van de tekst)• Stijlfiguren• Vergelijkingsvragen met een andere

tekst (in LA of NE)

Page 9: EXAMENTRAINING  2011

Opdracht

• Bekijk het uitgedeelde eindexamen en geef bij elke vraag aan, van wat voor soort vraag er sprake is.

Page 10: EXAMENTRAINING  2011

Tips bij voor het maken van de vragen

Page 11: EXAMENTRAINING  2011

Algemeen

• Kijk goed wat er gevraagd wordt en wat voor soort vraag het is.

• Geef nooit meer antwoorden dan gevraagd (we mogen dan alleen de eerste nakijken!)

• Als er meerdere punten / argumenten worden gevraagd, deel dan ook het Latijn in zoveel delen

Page 12: EXAMENTRAINING  2011

Vragen over de achtergrond

• Moet iedereen kunnen maken (dus: eigenlijk dom als je die niet weet):– syllabus uit je hoofd leren!– denk aan de schuin gedrukte woorden daarin– of: maak zelf samenvatting

Page 13: EXAMENTRAINING  2011

Begripsvragen

• Gaan eigenlijk altijd uit van een citaat uit de tekst• Vertaal dat citaat voor jezelf• Lees dan de vraag nog een keer en zet op de

plaats van het Latijnse citaat in gedachten je vertaling

• Let goed op of er antwoord in het Nederlands of in het Latijn wordt verwacht

Page 14: EXAMENTRAINING  2011

Citeervragen

• Belangrijk is vooral om exact te citeren (het eindexamen vraag vrijwel nooit naar hele zinnen!!!!)

• Bedenk in het Nederlands welk antwoord je wil geven

• Zoek de Latijnse woorden daar bij• Let op woordsoort en woordgroep: wat hoort

bij elkaar, wat hoort er niet meer bij

Page 15: EXAMENTRAINING  2011

Verwijsvragen

• Als je van een aanwijzend of persoonlijk voornaamwoord moet aangeven waar het naar verwijst.

• Vertaal voor jezelf de hele zin• Kijk wie/wat er wordt bedoeld met het

verwijswoord (let op getal en geslacht!!)• Zoek dat woord terug in de tekst

Page 16: EXAMENTRAINING  2011

Vragen over structuur van tekst

• Worden meestal gesteld als er sprake is van een opsomming of een andere vorm van structuur (oorzaak-gevolg, tegenstelling etc)

• Let op woorden die een opsomming aangeven / structuur aangeven– voegwoorden– primo … deinde– …..– Opdr: Noem zelf nog een paar woorden die structuur aangeven

Page 17: EXAMENTRAINING  2011

Stijlfiguren

• Leer de lijst met stijlmiddelen in je hulpboek uit je hoofd

• Besteed extra aandacht aan de speciaal voor Vergilius genoemde taalkundige bijzonderheden (hulpboek p. 7-8)

• Neem een willekeurige tekst en probeer ze daarin te vinden

Page 18: EXAMENTRAINING  2011

Vergelijkingsvragen

• 1. Vergelijking van een (bekende) Latijnse tekst met een andere tekst (in Latijn of in vertaling)

• 2. Vergelijking van een stuk / zin van een Latijnse tekst met een (meestal literaire) vertaling van dat stuk/ die zin

Page 19: EXAMENTRAINING  2011

Tekst met tekst vergelijken

• Gaat om teksten die iets gemeenschappelijk hebben of juist iets verschillends zeggen over hetzelfde thema.

• Beantwoord de vraag door de overeenkomst / het verschil aan te wijzen zowel in de Latijnse tekst als in de tekst in vertaling (tenzij anders gevraagd)

Page 20: EXAMENTRAINING  2011

Tekst met vertaling vergelijken

• Hoe is een bepaald woord vertaald?• Welke woorden zijn in de vertaling weggelaten

of toegevoegd?

Page 21: EXAMENTRAINING  2011

Tekst met vertaling vergelijken

• Hoe is een bepaalde werkwoordsvorm weergegeven?

Het zal dan meestal gaan om bijzondere werkwoordsvormen, zoals een coniunctivus / optativus. Vaak wordt ook gevraagd naar de betekenis van het duratief, conatief en iteratief imperfectum.• Hoe is de oorspr Latijnse tekst aangepast in

structuur? - van moeilijke zin losse hoofdzinnen gemaakt; - abl abs vrij /niet als bijzin weergegeven;- participium anders vertaald, - weergave van naamvallen, - weergave van bijzondere grammaticale verschijnselen als bv coniunctivus

Page 22: EXAMENTRAINING  2011

Oefening

• In het materiaal heb je een serie vragen bij een tekst. Probeer die te maken.

Page 23: EXAMENTRAINING  2011

Voorbereiding op het examen

Page 24: EXAMENTRAINING  2011

Algemeen

• Begin tijdig! Denk niet, dat je alles wel de avond ervoor kunt doen.

• Het is nu nog 2,5 weken tot het examen. Je maakt het beste examen, als je elke week wat doet aan Latijn. Dat kan een oude tekst doornemen zijn, maar ook nog eens een nieuwe vertaling maken.

• Vergeet je woordenboek niet klaar te leggen!

Page 25: EXAMENTRAINING  2011

Grote lijnen

• Zorg dat je de grote lijnen goed in je hoofd hebt. Gebruik hiervoor de Syllabus achterin je hulpboek (p. 106-112): bv. samenvatting van de achtergrond-hoofdstukken en wat je met de kennis uit deze achtergrondhoofdstukken moet kunnen doen. Leer die samenvatting uit je hoofd.

• Leer ook de Stilistische Middelen (hulpboek hfdst 2)

Page 26: EXAMENTRAINING  2011

Latijnse teksten en teksten in vertaling

• Neem elke Latijnse tekst liefst twee keer door. Bij voorkeur je werkvertaling ver weg! Je moet de tweede keer de tekst vlot kunnen vertalen en weten waar het over gaat.

• Leer van de Latijnse teksten die in vertaling in de eindexamenbundel zijn opgenomen de inhoud in grote lijnen. Naar de inhoud van deze teksten wordt soms gevraagd zonder dat de tekst er nog eens bij wordt opgenomen.

• Vlak voor je eindexamen kun je eventueel nog snel alle werkvertalingen doornemen om nog snel de lijnen van de verschillende verhalen op te halen.

Page 27: EXAMENTRAINING  2011

Vertaling• Veel oefenen en continuïteit aanbrengen. Maak

daarom nog regelmatig nog een vertaling om jezelf scherp te houden.

• Voor het maken van de vertaling wordt een bepaalde hoeveelheid grammaticale kennis bekend verondersteld. Kijk waar je lacunes zitten en neem zo nodig nog enkele hoofdstukken uit Apollo, een grammaticaboek e.d. door.

• Bekijk je oude vertalingen en speciaal wat je fout hebt gedaan. Maak die fouten niet meer!

• Neem het (groene?) blaadje met vertaaltips nog eens door.

Page 28: EXAMENTRAINING  2011

Het pensum*

*pensum = taak ( verplicht te lezen teksten)– La. teksten van Vergilius– Teksten van Vergilius in vertaling– Teksten van andere schrijvers in vertaling(zie syllabus p. 106-107)

Page 29: EXAMENTRAINING  2011

Vergilius AeneisInhoud van de teksten

Page 30: EXAMENTRAINING  2011

Vergilius Aeneis algemeen

• Hoofdverhaal: de reis van Aeneis naar de onderwereld (met kleine link naar ontmoeting met Dido in boek IV)

• Hoe?– Verhalend, meestal auctoriële verteller (‘Vergilius’)– Maar ook regelmatig andere personages aan het woord

(subvertellers, bv Aeneas zelf, Sibylle, Anchises)– Soms onderbreking van de tijdslijn door

• prospectie (bv voorstellen Romeinse koningen door Anchises) of• flashback (bv dood van Misenus)

Page 31: EXAMENTRAINING  2011

Belangrijke achtergronden

• Teksten komen uit de Aeneis• Andere bekende werken van

Vergilius zijn…?– Bucolica of Eclogae (4e Ecloga voorspelt

kind, dat Gouden Tijd zal doen terugkeren!) – Georgica (over goede boerenleven: hard werken,

respect voor goden, familiegeluk)

• Reden voor sponsoring door Augustus / Maecenas: paste bij Augustus’ moraalpolitiek

Page 32: EXAMENTRAINING  2011

Augustus

• 1e eeuw v. Chr. veel burgeroorlogen• Sinds 27 v. Chr. Augustus• Pax Augusta– politiek herstel: vrede– moreel herstel: oude mores terug (gezin,

godsdienst)– kunstenaars zoeken, die z’n ideologie

ondersteunen

Page 33: EXAMENTRAINING  2011

Thema’s Aeneis passen bij moraalpolitiek

• Virtus / pietas: doen wat door goden van je verwacht wordt, ook al kost dat offers

• Macht van goden: werkt door in allesWel verschillende soorten:– goden die persoonlijk belang najagen (bv Venus:

Aeneas helpen)– algemene invloed van goden: fatum (=Jupiter)

• Daarnaast invloed filosofie ook aanwezig (Stoa: fatum = Ratio; Plato: lichaam als gevangenis)

Page 34: EXAMENTRAINING  2011

Imitatio en aemulatio

• Aeneis: overeenkomsten met Homerus– soort literatuur: epos– onderwerpen: Ilias=oorlog; Odyssee=reizen

• Vergilius verwerkt dit in één verhaal (aemulatio) (boek 1-6=reizen boek 7-12=oorlog (om stad in Latium te stichten, niet de Trojaanse Oorlog!)

• en combineert mythologie met geschiedenis (Augustus bv)

Page 35: EXAMENTRAINING  2011

Inhoud van de teksten

Page 36: EXAMENTRAINING  2011

Aeneis 6. 1-267: Aeneas en de Sibylle

• Aeneas is bijna aan het eind van zijn reis: Cumae

Page 37: EXAMENTRAINING  2011

• Waarom bezoek aan Sibylle?– Aeneas wanhopig na eindeloze reis– Sibylle = priesteres van Apollo (voorspelkunst)– vertellen, waar zijn nieuwe rijk komt

• Waarom verwacht hij antwoord van Apollo?– Apollo heeft altijd Trojanen geholpen– Aeneas belooft iets terug: tempel en instellen

van feesten voor Apollo

• Welk antwoord krijgt Aeneas?– Rijk zal er komen, maar óók oorlogen

Page 38: EXAMENTRAINING  2011

• Waarvoor heeft Aeneas deSibylle nog meer nodig?– om hem de Onderwereld in te leiden (vader

Anchises bezoeken)

• Wat is de functie van dit bezoek aan de onderwereld– inhoudelijk niet nodig: Aeneas weet nu immers

van het rijk en waar het zal komen– psychologisch wel: katabasis-thema

Page 39: EXAMENTRAINING  2011

Katabasis

• Katabasis = tocht naar onderwereld(literair thema)

• Ook psychologisch te verklaren: een mens die herboren weer op de wereld komt

• Hoe komt Aeneas herboren uit de Onderwereld?– Aeneas gaat er in als: Trojaan, nog verliefd op Dido, vol

twijfel wat er met hem gaat gebeuren– Aeneas komt er uit als: Romein, los van Dido en de

overleden Trojanen, vol zelfvertrouwen over zijn nieuwe taak

Page 40: EXAMENTRAINING  2011

• Op welke twee voorwaarden mag Aeneas de Onderwereld in?– Misenus fatsoenlijk begraven– Gouden Tak vinden• = teken dat goden zijn tocht

naar Onderwereld goed vinden• Venus helpt hem vinden

(duiven)

Page 41: EXAMENTRAINING  2011

Aeneis 6. 268-901: Aeneas in de Onderwereld

• Populair deel van Aeneis: beschrijving van alle dingen in onderwereld vooral Tartarus en straffen

• Tartarus was niet doel van reis, maar Elysium, waar Anchises is!

Page 42: EXAMENTRAINING  2011

Ontmoetingen• Welke personen ontmoet Aeneas in de

Onderwereld en welke functie hebben zij in het verhaal?

1. Charon: zet hem dankzij Gouden Tak over

2. Palinurus: 1. voorbeeld van iemand die niet over mag (niet

begraven)2. versterkt Aeneas’ geloof in Apollo (bij hem klopte

de voorspelling ook: niet op zee gestorven)3. Aeneas kan hem loslaten: Sibylle voorspelt dat hij

begraven wordt

Page 43: EXAMENTRAINING  2011

Ontmoetingen

3. Dido*1. Aeneas kan niet bij haar blijven: Aeneas had andere

taak van goden gekregen2. Zelfmoord gepleegd3. A. komt nu los van haar; er is geen

hoop; Dido bij ex-man SychaeusAeneas is nu vrij om straks in

Latium met een ander te trouwen (Lavinia)

* Hierbij horen ook de teksten p. 33-45 (boek IV)

Page 44: EXAMENTRAINING  2011

Aeneas en Dido in boek IV

• Aeneis IV, 1-705– eerste ontmoeting– ontwikkeling van liefde Aeneas-Dido:

beide verwaarlozen hun plichten!– waarschuwing Mercurius– Aeneas toont dan pietas en vertrekt– Dido vervloekt hem (Punische

Oorlogen) en pleegt zelfmoord– (La. tekst) de moeizame dood van Dido

en hoe Iris daarbij helpt

Page 45: EXAMENTRAINING  2011

Vervolg ontmoetingen

4. Trojaanse oorlogshelden (Deïphobus)1. Geeft aan dat Aeneas hem de juiste eer heeft

bewezen2. Aeneas kan hen (=verleden) dus loslaten

En de belangrijkste ontmoeting….?

Page 46: EXAMENTRAINING  2011

Vervolg ontmoetingen

5. Anchises (=doel van reis!)Welke informatie krijgt Aeneas van hem?- alg. info over zielsverhuizing- voorbeelden van specifieke zielen die klaar staan

om geboren te worden: de Romeinen

Page 47: EXAMENTRAINING  2011

Wat bereikt Vergilius zo? - Aeneas krijgt vertrouwen in zijn nieuw taak: hij zal

een mooi rijk stichten- pluim aan Augustus, die apart

geprezen wordt (sponsor)- doelen Augustus gesteund:

Romeinse Rijk prijzen

Page 48: EXAMENTRAINING  2011

De coniunctivus (facultatief)