Examenbrochure 3e bachelor

1ste semester 2010-2011

1

Bijzondere overeenkomsten

- Het examen vindt plaats op dinsdag 11 januari om 9 uur in de LedeganckDe groep tem Jacobs Dorien in aud 1, de groep vanaf Jacobs Caroline in aud 2

Contactgegevens

Prof. dr. Christian EngelsChristian.Engels@UGent.be

Dr. Maarten DambreMaarten.Dambre@UGent.be

Te kennen

- Leermateriaal : Handboek bijzondere overeenkomsten (editie 2010) Bundeltje persoonlijke zekerheidsrechten (zie document minerva)

- Te kennen : Slechts 1 stuk werd geschrapt: midden pagina 15 de volle 7 lijnen mbt

de Overheid. De rest van de syllabus is te kennen stof.- “Rode bollen” :

Koop : P 8 : bovenaan, nog onder punt a: “Uitzondering: door

aanmaning verplaatst men het risico” P 10 : 1. De verkoop van andermans goed is ab initio nietig P 12 : 3. Prijs P 19 : Aanbod P 25 : 2. Toestemming – Wilsgebreken P 40 : Hoofdstuk 3. Vorm – Bewijs – Kosten – Interpretatie P 56 : §2. Vrijwaring voor uitwinning P 66 : §3. Vrijwaring voor verborgen gebreken P 73 : d. Termijn P 84 : a. Beginselen P 85 : laatste alinea “De overeenkomst mag bepalen hoe de

aanvaarding dient te gebeuren. ...” P 88 : 3. Interesten op de prijs P 92 : 5. Waarborgen van de niet-betaalde verkoper P 111 : §3. Overdracht van schuldvordering

Huur : P 141 : b. Plaatsbeschrijving P 143 : §2. De huurprijs P 151 : 2. Bewijs van het bestaan van een mondeling

huurcontract P 155 : Algemene opmerking -> “Sedes materiae: artikelen ...” P 157 : §2. Opzegging P 167 : §2. Onderhoud P 172 : §3. Vrijwaring

2

P 190 : §3. Gebruik als een goede huisvader P 196 : 5. Bouwwerken en beplantingen P 198 : §5. Aansprakelijkheid voor brand P 212 : Hoofdstuk 9. Verkoop van het gehuurde goed P 217 : Hoofdstuk 10. Einde van de huur P 218 : 2. Uitdrukkelijk ontbindende voorwaarde (belangrijk+!) P 225 : Hoofdstuk 12. Woninghuur P 262 : Hoofdstuk 13. Handelshuur P 262 : 1. Begrip en toepassingsgebied (belangrijk+!) P 266 : c. Uitzonderingen --> Vooral laatste alinea van p. 266

(“Deze mogelijkheid moet uitdrukkelijk in het handelshuurcontract bedongen zijn, ...”) en P 267: 4- Beëindiging in onderling akkoord

P 268 : 2. Huurvernieuwing P 282 : 4. Verbouwingswerken door de huurder P 285 : 5. Onderhuur en overdracht van handelshuur

Aanneming P 321 : 2de alinea “Artikel 1789 B.W. wijkt af van het gemeen

recht en...” P 323 : Hoofdstuk 6. Tienjarige aansprakelijkheid van de

architect en de aannemer P 338 : §2. Eenzijdige verbreking door de opdrachtgever

Dading P 346 : 2. Wezenlijke bestanddelen P 349 : a. Kwijting P 357 : b. Dwaling omtrent het recht P 365 : Hoofdstuk 4. Interpretatie en toepassingsgebied P 367 : Hoofdstuk 5. Gevolgen van de dading

Lastgeving P 378 : 5. Soorten P 382 : c. Koop met commandverklaring P 384 : 5- De beëindigingswijze is verschillend: ... P 387 : 2. Bekwaamheid P 401 : 2. Uitdrukkelijke lastgeving P 408 : 1- De lastgeving voorziet geen plaatsvervanging P 417 : §3. Betaling van het loon (vooral zienswijze Cassatie) P 424 : a. Verhouding lastgever versus derde P 433 : 3. Overlijden van de lastgever P 435 : 5. Herroeping door de lastgever

3

Examen- Het examen is volledig schriftelijk en bestaat uit 4 vragen in totaal: 2 theorievragen

(‘papegaaivragen’) en 2 toepassingsvragen.- Het is toegelaten een wetboek te gebruiken op het examen. (Dit dient uiteraard een

niet-geannoteerd wetboek te zijn!) Een B.W. en een Ger.W. Meerdere BW’s (bv een bamacodex en een vrg-codex) worden op het examen niet toegelaten.

- Hou er wel rekening mee dat u voor ‘overschrijven uit het wetboek’ geen punten krijgt.

Voorbeeldvragen

-Examen eerste zit 2004-2005:

1) Situering: de verkoper kan de overeenkomst ontbinden o.g.v. art. 1654 BW. Is dit een absoluut recht? Bespreek de mogelijkheden.2) Dading en dwaling: bespreek.3) Casus: een woninghuur langer dan 9 jaar wordt overgedragen, mogelijkheden om over hetgoed te beschikken.4) Casus waarbij de mogelijke gebreken (en sancties) i.v.m. koop moesten besproken worden.

- Examen eerste zit 2002-2003:

1) De koper betaalt de overeengekomen prijs niet. Kan de verkoper interesten vorderen?2) Wat is de oplevering ?3) Casus aangaande verborgen gebreken/aanvaarding.4) Casus m.b.t. de problematiek bij de overdracht van woninghuur.

- Examen tweede zit 2002-2003:

1) Bespreek de vrijwaring voor eigen daad bij koop.2) Wat is "huur met vaste dagtekening"?3) Casus plaatsbeschrijving: wat bij onwillige huurder, voorwaarden en belang.4) Casus overdracht van schuldvordering bij koop, geen zuivering excepties, bezit geldt alstitel.

4

Europees recht

- Het examen vindt plaats op dinsdag 18 januari om 9u in de UFO

Contactgegevens

Prof. dr. Marc MaresceauMarc.Maresceau@UGent.begeen vragen via mail!

Te kennen

- Leermateriaal

De syllabus Europees recht

- Te kennen

Alles is te kennen

Besteed genoeg aandacht aan de arresten (ook de feiten zoals die in de les zijn besproken). Dit is het belangrijkste deel voor het examen! Voor de inhoud van de arresten staan er goede samenvattingen online.

Het examen

- In de laatste les op 14 december bespreekt de prof. het examen van vorig jaar. Indien je niet aanwezig kon zijn, kan het interessant zijn nota’s van een medestudent te vragen. Dit examen zal representatief zijn voor het examen van dit academiejaar.

- Het is examen is volledig schriftelijk, en bestaat uit een theoretisch en casusgericht deel:

- Het theoretisch gedeelte bestaat uit twee grote vragen (elk op 5 punten) en een vijftal kleinere juist of fout vragen (met giscorrectie: +1, 0, -1). Je kan voor het deel met giscorrectie niet minder dan 0 scoren.

- Casusvraag (5 punten). Hier is het belangrijk steeds de bevoegde instantie te vermelden, indien de casus betrekking heeft op rechtsbescherming.

- Het gebruik van een eigen wetboek is niet toegestaan. Op het examen worden bepaalde verdragsbepalingen ter beschikking gesteld. Dit betekent niet noodzakelijk dat deze verdragsbepalingen effectief van enig nut zullen zijn op het examen.

- Vele studenten hebben de neiging dit vak te onderschatten, omdat het een eerder dunne syllabus is. Er kruipt echter meer tijd in het blokken van de arresten, dan men op voorhand denkt.

5

Voorbeeldvragen

- Examen eerste zit 2007-2008:

1) Over de toekenning van nationale steunmaatregelen bestaat EG-regelgeving. Bespreek het controlemechanisme op de toekenning van nationale steunmaatregelen, zoals voorzien door het EG-recht (5 punten).

2) - In het basisarrest Van Gend en Loos acht het Hof van Justitie zich bevoegd om directe werking van bepalingen van het EG-Verdrag te onderzoeken. Hoe argumenteert het Hof dit?

- Wat is het wezenlijk verschil tussen een douane-unie en een vrijhandelsunie?

- In het arrest Hagemann onderzoekt het Hof van Justitie de draagwijdte van akkoorden

gesloten door de EG met derde landen. Het Hof acht zich bevoegd om dit te doen, gezien…

- In de prejudiciële procedure kan het Hof van Justitie nationale regelgeving, die flagrant in

strijd is met EG-regelgeving, nietig verklaren. Ja of neen?

- Met Kroatië onderhandelt de EU thans een toetredingsakkoord. Ja of neen?

(telkens 1 punt = 5 punten)

- Examen eerste zit 2002-2003:

1) Theorie:

a) Grenzen directe werking.

b) - Bespreek het Volkswagenarrest.

- Verdrag van nice: grootste verwezenlijking/grootste teleurstelling

- Bespreek het Sevince-arrest.

- Wat is er veranderd in de procedure van art. 81-82 door Verdrag van Nice?

- Examen tweede zit 2002-2003:

1) Theorie:

a) Bespreek de bevoegdheidsverdeling tussen de nationale rechter en het Hof van Justitie in

de prejudiciële procedure.

6

b) -Waarom is het Hof bevoegd om te oordelen over akkoorden die de EG sluit met derde

landen?

- Wat is het belang van het Moser arrest ?

- Wat is het belang van de NMBS arresten ?

- Wat zijn de componenten om een machtspositie te bepalen op de relevante markt?

- Waarom is het Hof bevoegd om te oordelen over vragen van directe werking?

-Examen eerste zit 2001-2002:

1) Theorie:

a) Bespreek de controle van de Commissie op de Lidstaten.

b) - Wat is het belang van de Beaulieu-beschikking?

- Wat is de EER?

- Waarin verschilt Turkije als kandidaat-lidstaat met de andere kandidaten?

- Relatie Deggendorf-nietigheidsprocedure.

- Belang van het arrest Camera Care van 't HvJ voor de commissie.

Examen eerste zit 2008-2009:

1) Bespreek het principe van vrij verkeer van diensten. (Hierbij worden verwacht: de parameters van de cursus, de 2 dimensies, het concept)

2) Bespreek de geldigheidscontrole van de rechtshandelingen in de prejudiciële procedure.

3) Kleinere vraagjes (GISCORRECTIE)

- Indien een onderneming een inbreuk pleegt op het beginsel van gelijke verloning voor gelijk werk, kan de commissie die onderneming beboeten en een dwangsom opleggen? Nee, enkel bij inbreuken op art. 81en 82.

- Overeenkomst in strijd met art. 81 lid 1, kan de andere onderneming dan de nietigheid vorderen voor het gerecht van 1e aanleg? Nee, alleen voor de nationale rechter.

7

- Onderhandelingen toetreding republiek Macedonië tot de EU? Nee, Griekenland blokkeert het dossier.

- Prejudiciële procedure, nationale wetten strijdig met EG verdrag, kan het HvJ deze nietig verklaren met terugwerkende kracht? Nee, niet in de prejudiciële procedure.

- In het arrest Van Parijs erkent het HvJ de directe werking van de Gatt WTO? Nee.

8

Arbeidsrecht

- Het examen vindt plaats op dinsdag 25 januari om 9u in de Ledeganck.De groep tem Lammens Hanne in aud 1, de groep vanaf Lams Lowie in aud 2.

Contactgegevens

Prof. dr. Willy van EeckhoutteWilly.VanEeckhoutte@UGent.be

Lic. Inger De WildeInger.Dewilde@UGent.be

Te kennen

- Leermateriaal: Handboek Belgisch arbeidsrecht (editie 2008)- Te kennen leerstof: in de regel is het gehele handboek te kennen. Notities bij de

lessen geven echter een indicatie hoe gedetailleerd bepaalde delen dienen gekend te zijn, zo is het deel over beëindiging van de arbeidsovereenkomst (hierover komen sowieso een paar vragen op het examen) relatief belangrijk.

- Zie ook de nota op Minerva i.v.m. het examen.- Er staat ook een voorbeeldexamen op minerva.

Het examen

- Het examen is dit jaar volledig schriftelijk.- Het examen zal bestaan uit :

grote vraag (bestaande uit verschillende onderdelen) over en rond de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

redactionele vraag (een beding opstellen) of een actievraag (wat zou je doen geconfronteerd met een bepaalde situatie).

beoordelingsvraag, d.i. de beoordeling van een beding, juridisch standpunt,of een handelswijze.

structurele vraag, d.i. een bepaald onderwerp doorheen het gehele arbeidsrecht bespreken.

situerings- of duidingsvraag, d.i. de situering en verklaring van een wettelijke of CAO-bepaling die in se niet – maar wel in context – is besproken tijdens de hoorcolleges.

één of meer casussen. één of meer algemene vragen. Paar meerkeuzevragen Geen blok of geheugen vragen , wel verbanden, toepassingen,

vergelijkingen, testen of je wetsartikelen juist leest/interpreteert- Tijdens het examen mag gebruik worden gemaakt van een wetboek :

9

Enkel de BAMA codex sociaal recht is toegelaten Hierin mag gekleurd en onderlijnd worden Grafische tekens (zoals uitroeptekens, pijlen en kaders) mogen

worden aangebracht. Het is toegestaan uiterst korte verwijzingen aan te brengen. ‘zie pag. x’

of ‘cfr’ Zo mag verwezen worden naar bladzijden in de codex, bepaalde artikelen, etc.

Het is niet toegelaten tekst bestaande uit meerdere woorden aan te brengen.

Post-its zijn toegelaten- Een algemene tip: Schrijf niet ‘Philemonne is ONTSLAAN’, schrijf ook niet

‘Philemonne is ONTSLEGEN’, schrijf wel ‘Philemonne is ONTSLAGEN’

Voorbeeldvragen

- Zie Minerva voor een reëel afgenomen examen.

- Voorbeeldvragen:1. (a) CAO op sectoraal niveau, is de onderneming gebonden?

(b) Kan ze een ondernemings-CAO sluiten voor sectorale CAO, na CAO voor algemeen verbindend verklaring, na de algemeen verbindend verklaring.(c) Indien de onderneming een CAO sluit, die het loon voor 2 jaar met € 0,10 cent per uur vermindert, heeft de werknemer daarna recht op zijn oude hogere loon?

2. Stakingsrecht is absoluut. De CAO die de uitoefening ervan beperkt is nietig: juist of niet juist en leg uit waarom.

3. Schrijf een zo ruim mogelijk concurrentiebeding voor de werkgever in de individuele arbeidsovereenkomst met deze werknemer en leg bondig uit waarom.

4. Geef uw mening over de huidige regeling van overwerk.5. Is een ziekenhuisarts WN of zelfstandige?6. Wat kan u ondernemen indien u afgewimpeld wordt bij een sollicitatie en de WG

zegt ‘ik zal nog iets laten weten’ maar niets meer laat weten.7. CAO nr 75 bestaat, waarom zou je dan nog een wettelijke bepaling nodig hebben?8. Gregory is al 14 dagen onwettig aanwezig, wat kan de WG ondernemen?9. Geraldine wilt 10 maanden opzeggingstermijn, WG wilt haar slechts 6 maand

toekennen, u bent rechter, wat beslist u?10. Casus: op 1 juni 2005 heeft een werkgever een werkman aangenomen bij wege van

mondelinge arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De werkgever geeft pzegging d.m.v. gerechtsdeurwaarderexploot op 13 juni 2005; begin opzeggingstermijn: maandag 13 juni, duur: 7 dagen. Analyseer de situatie en ga de mogelijkheden van de werkman na.

10

Familierecht

- Het examen vindt plaats op maandag 31 januari om 9u in de UFO

Contactgegevens

Prof. Dr. Gerd Verschelden

Gerd.Verschelden@UGent.be

Spreekuur: donderdag van 14 tot 15u (lokaal 055)

Ilse Martertens Liesbet Pluym Elisa Callebaut

Spreekuren : dinsdag van 15-17 u

Donderdag van 10-12u (lokaal 056)

Er worden geen vragen beantwoord via e-mail!

Te kennen

- Leermateriaal :

Handboek voor familierecht ( editie 2010)

Slides en notities bij de lessen

- Te kennen :

In beginsel is het gehele handboek te kennen. De belangrijkste punten kwamen aan bod in de lessen, het handboek dient ter verduidelijking. Prof. Verschelden heeft erop gewezen dat het handboek een noodzakelijke aanvulling is bij de lessen.

Het examen

- Er staan 10 punten op theorievragen en 10 punten op casussen

- 3 casussen bevatten zoals in de les behandeld:

1 m.b.t. de afstamming op 3 punten

1 m.b.t. erfrecht op 3 punten

(Welke orde? Kloving? Plaatsvervulling? Wie erft niet?)

11

1 m.b.t. het huwelijksvermogensstelsel op 4 punten

Vergeet nooit de bevoegde rechtbank en rechtsgronden te vermelden

Verder zullen op het examen nog een aantal praktisch georiënteerde (casusgerichte) theorievragen gesteld worden.

- TIJDSBESTEDING: examen 2.5u, er zal geen tijd over zijn, misschien zelfs eerder tijd tekort. Aan de casussen zou u ongeveer de helft van de tijd moeten spenderen.

- Op het examen mag een niet-geannoteerd wetboek worden gebruikt. Hierin mag onderlijnd en gekleurd worden. Gebruik je wetboek slim!

- Post-its zijn toegestaan, er mag niets op geschreven zijn.

- Het gebruik van een zakrekenmachine is toegestaan.

- BW én Ger.W. meenemen, de editie 2010-2011 want er zijn verschillende artikels aangepast.

Voorbeeldvragen

- Waarom staat in artikel 332 ter, 4e lid BW dat de echtgenoot in het geding moet worden geroepen?

- Leg uit : vaderschapsconflict na nieuw huwelijk van de moeder kort na echtscheiding.

- Vragen omtrent de toepassing van de vaderschapsregel.

- Wat zou een billijke systeem zijn in onze tijd m.b.t. het doorgeven van de familienaam?

- Hoe krijgen vondelingen hun naam? Geef hierbij voorbeelden.

- Welke alimentatieschuldenaar moet eerst worden aangesproken?

- Laat onderhoudsgeld achterstallen?

- Juist of fout : “de onderhoudsvordering o.g.v. 336 BW ingesteld 6 jaar na de geboorte van het kind is steeds gegrond”. Motiveer.

- Bespreek welke familierechten de grootouders kunnen uitoefenen tov hun kleinkinderen.

- Is het mogelijk dat oorspronkelijke afstamming wordt vastgesteld na adoptie t.a.v. de adoptant? Wat zijn de gevolgen?

12

- Is het mogelijk dat oorspronkelijke afstamming wordt vastgesteld na adoptie t.a.v. een derde? Wat zijn de gevolgen?

- Tijdens een procedure ingesteld door de moeder van een kind om dringende en voorlopige maatregelen te bekomen, betwist de verweerder zijn vaderschap. Kan de vrederechter over deze afstammingsbetwisting uitspraak doen?

- Hoe kan een vrouw in een regime van concurrentieel bestuur verhinderen dat een man een plezierjacht van ettelijke miljoenen koopt?

- Wie kan in een procedure EOO een onderhoudsuitkering toegewezen krijgen?

- Geef argumenten voor en tegen de stelling dat de wettelijke samenwoning een lege doos is.

13

Vennootschapsrecht

- Het examen vindt plaats op vrijdag 4 februari, om 9u in Auditorium Leon de Meyer (UFO)

Contactgegevens

Prof. dr. Hans De WulfHans.DeWulf@UGent.be

Lic. Sarah De GeyterSarah.DeGeyter@UGent.be

Lic. Kristof MaresceauKristof.Maresceau@UGent.be

Te kennen

- Leermateriaal: syllabus vennootschapsrecht, verdeeld door de vakgroep, slides en notities- Aangezien we in de examenperiode slechts 3 dagen tijd hebben om vennootschapsrecht te

herhalen en de cursus nogal omvangrijk is, is het misschien beter doenbaar als u een beroep doet op een (al dan niet zelfgemaakte) samenvatting.

- Te kennen leerstof: in principe is hetgeen gezien is in de lessen te kennen. Notities bij de lessen geven bijgevolg een zicht op welke onderwerpen belangrijk zijn, en welke slechts summier moeten gekend zijn.In ieder geval niet te kennen stof uit de syllabus: De hoofdstukken aangaande jaarrekening, jaarverslag en boekhouding. Uit het toegevoegd hoofdstuk VZW is slechts te kennen wat gezien is in de les.

Het examen

- Je krijgt 3uur de tijd en zal die ook nodig hebben dixit prof. Dewulf- Het examen bestaat uit casussen (zeker 2, waarschijnlijk 3), 2 theorievragen en een aantal

kleine vraagjes.Er wordt zeker 1 ‘waarom’ vraag gesteld (waarom voerde de wetgever een bepaalde regel in, het doel van een rechtsregel uitleggen). Verder een aantal juist of fout vragen die je kort moet motiveren.Het is belangrijk dat je de procedures goed begrijpt en kan toepassen. Op het examen kan je bv. een ‘verhaaltje’ krijgen waarin fouten staan die jij moet verbeteren.

Voor casussen, zie de casusles en minerva waar er nog andere casussen staan- Tijdens het examen mag (en moet) een wetboek gebruikt worden:het dient een niet-

geannoteerd wetboek te betreffen. Het W.Venn van het VRG of het wetboek Venn dat Prof Dewulf verspreid heeft. Het is NIET toegelaten eigen uitprints van wetgeving te gebruiken, tenzij het document dat ter beschikking werd gesteld op Minerva. In het wetboek mag onderlijnd en gekleurd worden, inzoverre hieruit geen codes blijken. Het aanbrengen van eigen aantekeningen en kruisverwijzingen is uiteraard NIET toegelaten. In het wetboek mogen post-it’s worden aangebracht. Deze mogen evenwel NIET beschreven worden.

Voorbeeldvragen

14

- Zie Minerva voor de casussen - Casus met een BVBA en twee oprichters, die na 4 jaar failliet is gegaan.

a) geef de vorderingsmogelijkheden van de curator.b) hoe verschilt uw antwoord in vergelijking met hypothese a), wanneer uweet dat één van de oprichters tevens zaakvoerder is. c) volledig los van de hypotheses a) en b): tegen wie kan de curator vorderen

indien A zijn aandelen heeft overgedragen. Maak relevante hypotheses.- Een advocatenmaatschap bestaat uit 3 maten. Eén maat sterft, en laat 3 kinderen na. In de

vennootschapsovereenkomst is een clausule opgenomen, die voorziet dat het vennootschapsaandeel van een overleden maat kan overgedragen worden aan een kind dat over de professionele kwaliteiten beschikt. Een kind van de overleden maat is net ingeschreven aan de balie.a) wat zijn de rechten van de kinderen.b) kan de echtgenoot van het kind dat kan toetreden ook rechten uitoefenen.

- Vergelijk het bestuur van een VOF met dat van een NV.- Leg uit: Prokuraleer- Leg uit: ultra vires leer.- Er wordt een joint venture gesloten tussen 2 NV's. De overeenkomst wordt gesloten bij de

notaris, alwaar voor de ene NV de gedelegeerd bestuurder ondertekent en voor de andere NV een bestuurder. Er was evenwel overeengekomen dat voor deze tweede NV twee bestuurders zouden tekenen. Wat zijn de gevolgen?

- Welk orgaan in de NV beslist over de inbreng van bedrijfstak?- Leg de meerderheid bij statutenwijziging uit.- Definieer de inbreng van algemeenheid.- Belangenconflict: leg uit voor de NV en de BVBA.- Hoe en waarom wordt de onafhankelijkheid van de commissaris gewaarborgd?- Bespreek het verschil tussen de maatschap en de tijdelijke vennootschap.- Leg uit: quasi-inbreng.- Wat is de bedoeling van de tussenkomst van de bedrijfsrevisor bij de controle van de inbreng

in natura?- Waarom kiest men soms voor kapitaalaandelen zonder stemrecht?

15

Het voltallige jaarbestuur wenst iedereen:

een sneeuwwitte kerst een gelukkig Nieuwjaar veel moed, dapperheid, zelfopoffering en

doorzettingsvermogen tijdens de eenzame ‘en bitterst koude’ (dixit prof. Van Eeckhoutte) bloktijden die ons te wachten staan

en een portie geluk bij het maken van de examens

en.. kijkt al uit om samen met jullie de ‘half time’ te vieren in semester 2!

Elisa, Lisa, Beno, Elien, Bart, Hannah en Mathieu

16