evaluatie subsidieregeling teamalert - rijksoverheid.nlteamalert.pdf · evaluatie subsidieregeling...

75
Sira Consulting B.V. btw-nummer NL 8109.155.46.B01 | BIC INGBNL2A | IBAN NL05 INGB 0680 5767 62 | KVK 30182559 Evaluatie subsidieregeling TeamAlert Onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de subsidieregeling TeamAlert 2015

Upload: duonglien

Post on 26-Feb-2019

219 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Sira Consulting B.V. btw-nummer NL 8109.155.46.B01 | BIC INGBNL2A | IBAN NL05 INGB 0680 5767 62 | KVK 30182559

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert

Onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid

van de subsidieregeling TeamAlert 2015

2 Sira Consulting B.V.

Evaluatie subsidieregeling

TeamAlert

Onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatig-

heid van de subsidieregeling TeamAlert 2015

Auteurs

Peter Bex

Michel Bloemheuvel

Lize Kooijman

Moni Wiltenburg

Bilthoven, 21 november 2017

Sira Consulting B.V. is inhoudelijk verantwoordelijk voor deze rapportage. De in deze rapportage opgenomen teksten

en onderzoeksresultaten mogen uitsluitend worden gebruikt als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

boeken mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldiging en/of openbaarmaking in welke vorm ook, is uitslui-

tend toegestaan na schriftelijke toestemming van Sira Consulting B.V. Sira Consulting B.V. aanvaardt geen aanspra-

kelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 3

Inhoudsopgave

Managementsamenvatting 4

1 Inleiding 6

2 Aanpak en verantwoording 7

2.1 Aanpak van de evaluatie 7

2.2 Verantwoording van de resultaten 9

3 Beleids- en subsidiedoelstelling 12

3.1 TeamAlert 12

3.2 Beleidsdoelstellingen ministerie IenM 14

3.3 Subsidie TeamAlert 16

3.4 Analyse beleidskader TeamAlert subsidie 17

4 Doeltreffendheid en doelmatigheid 19

4.1 Verantwoording 19

4.2 Doeltreffendheid 20

4.3 Doelmatigheid 30

5 Het subsidieproces 33

5.1 Van aanvraag tot vaststelling 33

5.2 Administratieve lasten 36

6 Conclusies en aanbevelingen 38

6.1 Conclusies 38

6.2 Aanbevelingen 41

Bijlagen

I Toetsingskader 44

II Geraadpleegde bronnen 46

III Gesprekspartners 47

IV Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek 48

V Beoordelingstabel 51

VI Subsidieverplichtingen TeamAlert 74

4 Sira Consulting B.V.

Managementsamenvatting

Verantwoording

De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) verstrekt jaarlijks subsidie aan

TeamAlert. De subsidieregeling voor TeamAlert komt per 1 januari 2019 te vervallen en

is daarom geëvalueerd.

De evaluatie is uitgevoerd conform de vereisten van de Regeling Periodiek Evaluatie-

onderzoek (RPE). Hierbij is nagegaan of de verstrekte subsidie aan TeamAlert een bij-

drage levert aan de beleidsdoelstellingen (doeltreffendheid) van het ministerie en of de

gemaakte kosten hiervan in verhouding staan tot de doelen (doelmatigheid). De evaluatie

heeft zich uitsluitend gericht op de gesubsidieerde activiteiten van TeamAlert. Het is dus

geen evaluatie van de organisatie van TeamAlert als geheel.

De evaluatie is uitgevoerd op basis van brononderzoek (zoals verantwoordingen, jaarrap-

portages, projectinformatie etc.) en interviews met TeamAlert en stakeholders. Ten be-

hoeve van draagvlak en kwaliteitsborging is een begeleidingscommissie bij elke fase in

het onderzoek betrokken.

Beleids- en subsidiedoelstelling

Het ministerie van IenW heeft de beleidsdoelstellingen voor verkeersveiligheid vastgelegd

in de rijksbegroting, het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020 en de Beleidsim-

puls Verkeersveiligheid 2012. De subsidiedoelstelling hieruit voor TeamAlert is de maat-

schappelijke borging van duurzame verkeersveiligheid voor jongeren, waarbij de focus

ligt op het creëren van bewustwording en het versterken van participatie bij beleidsont-

wikkeling op het gebied van verkeersveiligheid.

De analyse van de beleidsdoelstellingen van IenW gericht op verkeersveiligheid zijn direct

te relateren aan de subsidiedoelstelling van TeamAlert. Ook de missie en doelstellingen

van TeamAlert zelf sluiten goed aan op de beleidsdoelstellingen. Omdat de activiteiten

van TeamAlert passen in het verkeers- en vervoersbeleid van het ministerie is het ver-

antwoord dat IenM, via de subsidieregeling voor TeamAlert, subsidie verstrekt.

In het verkeers- en vervoersbeleid is een beperkt aantal beleidsindicatoren benoemd. In

de subsidieregeling van TeamAlert zelf zijn geen beleidsindicatoren opgenomen. Om toch

uitspraken te kunnen doen over de doelmatigheid en doeltreffendheid zijn beleidsindica-

toren afgeleid en is op basis hiervan bepaald in hoeverre deze direct of indirect een bij-

drage leveren aan de subsidiedoelstelling.

Doeltreffendheid en doelmatigheid

De doeltreffendheid van de subsidie is beoordeeld als goed. Voor de beoordeling hiervan

is nagegaan of de opgeleverde resultaten een bijdrage (direct, indirect of geen) hebben

geleverd aan de subsidiedoelstellingen. Voor bijna alle uitgevoerde activiteiten en opge-

leverde resultaten is een directe relatie te leggen tussen de (ontwikkeling van) projecten

en de subsidiedoelstellingen. De nadruk ligt hierbij op de doelstelling ‘bewustwording’ en

niet zozeer op de doelstelling ‘beleidsontwikkeling’. TeamAlert heeft aangegeven om haar

activiteiten nog gerichter af te stemmen op deze laatstgenoemde doelstelling.

De doelmatigheid van de subsidie is als goed beoordeeld. TeamAlert is een relatief kleine

organisatie, maar heeft een groot bereik onder jongeren. Naast een professioneel inge-

richte organisatie, streeft TeamAlert naar een continue verbetering van haar activiteiten.

Via onder meer user experience onderzoeken, maar ook via gedragsonderzoeken en

trends worden de activiteiten steeds afgestemd op de doelgroep.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 5

Een significante bijdrage aan de verkeersveiligheid

Het beleidsdoel en de subsidiedoelstellingen zouden zonder de subsidie in significant min-

dere mate zijn gerealiseerd. TeamAlert is een organisatie door en voor jongeren en weet

het onderwerp verkeersveiligheid op een aansprekende en blijvende manier onder de

aandacht te brengen bij jongeren. In de subsidieregeling is het nut van de subsidie als

volgt verantwoord “omdat het borgen van het publieke belang van duurzame verkeers-

veiligheid voor jongeren een groot maatschappelijk nut dient en deze organisatie daartoe

is ingericht.”

Een optimale subsidieaanvraag- en verantwoordingsprocedure

Uit de gesprekken en de verslagen blijkt dat het proces van de subsidieaanvraag proce-

dureel goed verloopt. Alle relevante stakeholders worden hierbij op verschillende mo-

menten betrokken en dit leidt ook tot aanpassingen in de activiteitenplannen. Ook de

subsidieverantwoording verloopt transparant. IenW toetst bij de verantwoording vooral

op de rechtmatigheid van de verstrekte subsidie. De diverse accountantscontroles zien

toe op de financiële verantwoording en onderbouwing.

Op onderdelen is het proces van subsidieaanvraag en -verantwoording te optimaliseren

en de administratieve lasten te verminderen.

Enkele punten voor het optimaliseren van de doelmatigheid en doeltreffendheid

Volgend vanuit de evaluatie en met het oog op de toekomst zijn de volgende aanbeve-

lingen geformuleerd:

1. Expliciteer de subsidiedoelstellingen en de daarbij behorende beleidsindicatoren om

deze doelstellingen te monitoren en bij te sturen.

2. Bepaal als ministerie van IenW op welke wijze de doorwerking van de subsidiedoel-

stellingen van TeamAlert verder is te optimaliseren.

3. Stel als TeamAlert een strategie op om ‘de participatie van jongeren van 12 tot en

met 24 jaar bij beleidsontwikkeling’ te versterken.

4. Stel als TeamAlert een strategie op met heldere doelstellingen om de afstemming

met decentrale overheden te faciliteren.

5. Leg als ministerie vast aan welke eisen het activiteitenplan en -verantwoording moe-

ten voldoen.

6 Sira Consulting B.V.

1 Inleiding

De minister van IenW verstrekt jaarlijks subsidie aan TeamAlert. Deze organisatie draagt

met haar activiteiten bij aan de realisatie van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid

2008-2020 en de Beleidsimpuls Verkeersveiligheid (2012).

De subsidieregeling voor TeamAlert komt per 1 januari 2019 te vervallen. Ter voorberei-

ding van een besluit over voortzetting van de subsidie en de wijze waarop, heeft het

ministerie van IenW de regeling laten evalueren (artikel 4:24 Awb), waarin de doelma-

tigheid en doeltreffendheid van de subsidie aan TeamAlert zijn onderzocht.

Aanpak en verantwoording van de evaluatie

De evaluatie is uitgevoerd conform de vereisten van de Regeling Periodiek Evaluatieon-

derzoek (RPE). Bij doeltreffendheid gaat het om de mate waarin een beleidsdoelstelling

dankzij de inzet van de onderzochte beleidsinstrumenten wordt gerealiseerd (artikel 1d

RPE). Bij doelmatigheid gaat het om de vraag of de kosten in verhouding staan tot het

bereiken van het maatschappelijke doel (artikel 1e RPE). Er is sprake van doelmatigheid

naarmate bepaalde effecten worden bereikt met minder kosten, of naarmate bepaalde

kosten meer effecten opleveren.

Om inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van subsidies is het beleidskader gerecon-

strueerd, is onderzoek gedaan naar de beschikte middelen, de uitgevoerde activiteiten,

de behaalde prestaties en de doelbereiking. Bij het beoordelen van de mate van doelma-

tigheid is nagegaan of er met dezelfde middelen een hoger rendement was te realiseren.

De evaluatie heeft alleen betrekking op de subsidie die IenW verstrekt aan TeamAlert.

De evaluatie doet daarmee geen uitspraken over:

▪ de activiteiten van TeamAlert als geheel;1

▪ de bedrijfsvoering van TeamAlert;

▪ de maatschappelijke relevantie van groepen jongeren die zich samen inzetten voor

veiliger verkeer;

▪ de effecten van samenwerkingsverbanden tussen TeamAlert en bedrijven;

▪ de beïnvloeding van de publieke opinie ten aanzien van de verkeersveiligheid;

▪ de indirecte effecten van communicatie van TeamAlert;

▪ de ad hoc samenwerking met het ministerie van IenW voor zover deze buiten de

subsidieregeling plaatsvindt.

De evaluatie is uitgevoerd op basis van dossieronderzoek en gesprekken met TeamAlert,

het ministerie van IenW en diverse stakeholders. Het project is procesmatig begeleid door

een begeleidingscommissie met onder meer de opdrachtgever en het ministerie van Fi-

nanciën.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 geven we een toelichting op de aanpak en verantwoording van de evalu-

atie. We leggen hierin onder meer uit op welke wijze we de doeltreffendheid en doelma-

tigheid hebben vastgesteld. Hoofdstuk 3 schetst het beleidskader en doelstellingen van

het ministerie. Deze leggen we naast de doelstellingen van TeamAlert en de subsidie-

doelstellingen. In hoofdstuk 4 beoordelen we op basis van het activiteitenplan en de ver-

antwoording daarvan, de doeltreffendheid en de doelmatigheid. Hoofdstuk 5 beschrijft

het subsidieproces en de daarbij behorende verantwoording. We sluiten het rapport af

met de conclusies en aanbevelingen.

1 De activiteiten zijn beoordeeld voor zover deze onder de subsidieregeling vallen.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 7

2 Aanpak en verantwoording

2.1 Aanpak van de evaluatie

Doelstelling en onderzoeksvragen

De doelstelling van het onderzoek ‘Evaluatie subsidieregelingen TeamAlert’ is als volgt:

Evalueer de doeltreffendheid en de effecten van de subsidieregeling TeamAlert 2015,

waarbij de evaluatie voldoet aan de vereisten van de RPE (artikel 2 eerste lid).

In het onderstaande tekstkader is de doelstelling uitgewerkt in de onderzoeksvragen. Ook

is aangegeven in welk hoofdstuk van het rapport dit is beantwoord. In samenwerking met

de begeleidingscommissie (bijlage I) zijn de onderzoeksvragen verder aangescherpt. Ge-

lijktijdig is een evaluatie uitgevoerd van de subsidieregelingen voor SWOV (2014) en

Veilig Verkeer Nederland (2014), waarvoor dezelfde onderzoeksopzet is gehanteerd.

Tekstkader 1. Onderzoeksvragen evaluatie subsidieregeling TeamAlert

Onderzoeksvragen Beantwoor-

den we in …

1. Welke beleidsdoelen en onderhavige doelstellingen worden met de

subsidie nagestreefd (art. 2:1 lid a RPE)?

Hoofdstuk 3

2. In hoeverre zijn het beleidsdoel en de onderhavige doelstellingen

gerealiseerd?

Hoofdstuk 3

3. Hoe is het proces van subsidieverlening en -verantwoording geor-

ganiseerd?

Hoofdstuk 5

4. Welke activiteiten zijn met behulp van de subsidie uitgevoerd? Hoofdstuk 4

5. In hoeverre is de subsidie, alsmede de daarmee samenhangende

uitgaven doeltreffend (art. 2:1 lid b RPE)?

Hoofdstuk 4

6. In hoeverre is de subsidie, alsmede de daarmee samenhangende

uitgaven doelmatig (art. 2:1 lid b RPE)?

Hoofdstuk 4

7. In hoeverre worden het beleidsdoel en de onderhavige doelstellin-

gen gerealiseerd zonder de subsidie?

Hoofdstuk 4

Bepalen doeltreffendheid en doelmatigheid

Bij doeltreffendheid gaat het om de mate waarin een beleidsdoelstelling dankzij de inzet

van de onderzochte beleidsinstrumenten wordt gerealiseerd (artikel 1d RPE). Het ver-

strekken van subsidies is één van de beleidsinstrumenten van de overheid om een be-

paald doel te bereiken.

Bij doelmatigheid gaat het om de vraag of de kosten in verhouding staan tot het bereiken

van het maatschappelijke doel (artikel 1e RPE). Er is sprake van doelmatigheid naarmate

bepaalde effecten worden bereikt met minder kosten, of naarmate bepaalde kosten meer

effecten opleveren.

In de onderstaande figuur worden de begrippen doeltreffendheid en doelmatigheid geïl-

lustreerd aan de hand van een resultatenketen. In deze figuur is aangegeven (roodom-

rand) dat de doelmatigheid van de bedrijfsvoering buiten de scope van het onderzoek

valt. De reden is dat dit vanuit de RPE niet is voorgeschreven en bovendien een aange-

legenheid van de organisatie zelf is. De doelrealisatie valt ook buiten de scope van het

onderzoek omdat we niet de beleidsdoelstelling van het ministerie van IenW evalueren

maar alleen die van de subsidie.

8 Sira Consulting B.V.

Figuur 1. Relatie doeltreffendheid versus doelmatigheid

Het bepalen van de doeltreffendheid

Het woord ‘dankzij’ in de definitie van doeltreffendheid vereist dat voor het aantonen van

doeltreffendheid de causaliteit tussen de prestaties (output) en de effecten (outcome)

aangetoond moet worden. Dit betekent dat antwoord is gegeven op de vragen:

a. Zijn de met de subsidie beoogde effecten daadwerkelijk gerealiseerd?

b. Is het aan de subsidieregeling te danken dat de doelen zijn bereikt, of juist niet be-

reikt zijn?

Daarnaast is rekening gehouden met externe factoren die van invloed zijn op het eindre-

sultaat. In het onderstaand tekstkader is de methodiek beschreven om de doeltreffend-

heid te bepalen. Deze stappen zijn verwerkt in de werkwijze van ons onderzoek.

Tekstkader 2. Onderdelen voor bepalen doeltreffendheid

Om inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van de subsidies, zijn de volgende zes stappen doorlopen:

1. Reconstrueren beleidskader. In deze stap is een vergelijking gemaakt tussen de veronderstelde

werking van een subsidie met de achteraf geconstateerde werking. Er is inzicht gegeven in nut

en noodzaak, beleidstheorie, doelen, prestaties, activiteiten en middelen. Daarnaast is de samen-

hang tussen deze aspecten in kaart gebracht.

2. Onderzoeken beschikte middelen. In de stap is achterhaald of het subsidieplafond van TeamAlert

is bereikt en in welke mate de beschikte subsidie is vastgesteld. Tevens zijn de uitvoeringskosten

van de subsidie voor het ministerie en de administratieve lasten van TeamAlert in kaart gebracht.

3. Onderzoeken uitgevoerde activiteiten. In deze stap is inzicht gegeven in de mate waarin beoogde

activiteiten daadwerkelijk door TeamAlert zijn uitgevoerd. Er is een inventarisatie gemaakt van

hoe de uitvoering van de subsidieregeling in de praktijk verloopt en wat hierbij de knelpunten

zijn. Daarnaast is onderzocht of in de praktijk een andere invulling is gegeven aan activiteiten

dan vooraf aangegeven.

4. Onderzoeken behaalde prestaties. De inzet van middelen en de uitvoering van activiteiten van

TeamAlert resulteert in prestaties. Aan deze prestaties zijn indicatoren gekoppeld en er is een

vergelijking gemaakt tussen de beoogde en behaalde prestaties.

5. Onderzoeken doelbereiking. In deze stap is onderzocht in welke mate de doelgroep van TeamAlert

is bereikt door het raadplegen van interne (jaarverslagen, onderzoeksrapporten), externe bron-

nen (publicaties, bekendmakingen) en het uitvoeren van interviews.

6. Beoordelen mate van doeltreffendheid. Mede op basis van de resultaten van de voorgaande stap-

pen is inzichtelijk gemaakt of de subsidie noodzakelijk is voor de activiteiten van TeamAlert en in

hoeverre de behaalde prestaties een bijdrage hebben geleverd aan de doelbereiking.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 9

Het bepalen van de doelmatigheid

Bij het meten van doelmatigheid is onderscheid gemaakt tussen:

de doelmatigheid van de bedrijfsvoering, waarbij de prestaties zijn gerelateerd aan

de input, en

de doelmatigheid van de subsidie waarbij de effecten zijn gerelateerd aan de input.

In de opdracht voor de evaluatie is expliciet aangegeven om niet de organisaties zelf te

evalueren, maar het onderzoek te richten op de doelmatigheid en op de effecten gerela-

teerd aan de input. Met andere woorden hoe staan de geïnvesteerde middelen (input) in

verhouding tot het directe effect (outcome).

Het begrip doelmatigheid is een relatief begrip. Dit betekent dat er in het onderzoek altijd

een vergelijking met een andere situatie nodig is om een uitspraak over de mate van

doelmatigheid te kunnen doen. Bij de evaluatie van de subsidieregeling voor TeamAlert

ligt voor dit aspect de nadruk op het in kaart brengen het relatieve verbeterpotentieel:

Kan het rendement van een activiteit worden verhoogd? En zo ja, hoe?

Het gaat hierbij dus om de vraag of met dezelfde middelen een beter resultaat zou zijn

te realiseren. Om de doelmatigheid te bepalen, is gebruik gemaakt van de resultaten voor

het bepalen van de doeltreffendheid (zie tekstkader 2). Dit is verder aangevuld door

gericht op zoek te gaan naar verbetermogelijkheden om het rendement te verhogen.

Deze informatie is gebruikt om vervolgens de doelmatigheid te beoordelen:

Beoordelen mate van doelmatigheid. Mede op basis van de resultaten van de voorgaande stappen is

inzichtelijk gemaakt of met dezelfde middelen een hoger rendement gerealiseerd had kunnen worden.

Hierbij zijn de geïdentificeerde verbetervoorstellen als basis voor de analyse gebruikt. Er is rekening

gehouden met lessons learned en inzichten die niet eerder waren voorzien.

In bijlage I is het toetsingskader opgenomen zoals gebruikt tijdens de evaluatie.

2.2 Verantwoording van de resultaten

De evaluatie is stapsgewijs aanpak en methodisch uitgevoerd. Hiermee waarborgen we

dat de evaluatie voldoet aan de vereisten uit de RPE maar ook dat we transparant en

navolgbaar uitspraken doen over de doeltreffendheid en de doelmatigheid. In de onder-

staande figuur is de projectaanpak samengevat.

Figuur 2. Samenvatting projectaanpak deelproject 1

10 Sira Consulting B.V.

Fase 1 - Opstellen toetsingskader evaluatie TeamAlert

In fase 1 is het beleid en de beoogde beleidsdoelen samengevat. Aan de hand van het

Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2010-2020, de Beleidsimpuls Verkeersveiligheid, de

subsidieregeling en de verantwoordingsdocumenten zijn de beleidsindicatoren gerecon-

strueerd en vertaald naar de informatie (over input, output en outcome) die we nodig

hebben voor het bepalen van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van TeamAlert.

Hiervoor hebben wij de vereisten naar stellingen vertaald en uitgewerkt in een toetsings-

kader voor de evaluatie. Het kader is getoetst in gesprekken met medewerkers van IenM.

Ook is het kader getoetst in gesprekken met TeamAlert (de directie, het management en

medewerkers).

Het kader is gebruikt voor het organiseren van de dataverzameling van fase 2.

Fase 2 - Inventariseren data en informatie

De dataverzameling is gestart in fase 2. Hiervoor zijn bij TeamAlert documenten, verant-

woordingen en rapporten opgevraagd die inzicht geven in beschikte middelen (input), de

hiervoor uitgevoerde activiteiten, de prestaties die dit heeft opgeleverd (output) en de

doelbereiking die hiermee is gerealiseerd (outcome). Een overzicht van de geraadpleegde

bronnen is te vinden in de bijlage II. Op basis van de resultaten van het brononderzoek

is een eerste beeld geschetst van de beleidsindicatoren en is een overzicht gemaakt met

de ontbrekende informatie waar we tijdens de interviews extra aandacht aan hebben

besteed.

Interviews zijn afgelegd met de directie en medewerkers van TeamAlert, het ministerie

van IenW en met samenwerkingspartners. In de onderstaande tabel is aangegeven wie

wij hebben geïnterviewd. In bijlage III is een uitgebreid overzicht met gesprekspartners

weergegeven.

Tabel 1. Overzicht betrokken organisaties voor interviews

Interview met… Personen Interviews

Directie TeamAlert 1 1

Medewerkers TeamAlert 2 1

Stakeholders TeamAlert:

Ministerie IenM, ANWB, ROV Zuid-Holland, Vervoersregio

Amsterdam, CBR, Stedelijk Dalton Lyceum Dordrecht en

de Fietsersbond

10

9

Totaal 13 11

Om projecten ook in detail te beoordelen zonder de organisatie onnodig te belasten, is

ervoor gekozen om een steekproef uit te voeren. Naar aanleiding van deze steekproef

zijn vervolgens drie projecten geselecteerd en nader onderzocht:

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 11

Het project Witte Waas heeft als doel jongeren bewust te maken van de gevaren van drugs (in

combinatie met alcohol) in het verkeer. Van het totale budget is 26% in 2016 gebruikt voor finan-

ciering van het project Witte Waas. Dit project is gekozen omdat dit het grootste project is dat

TeamAlert in 2016 heeft uitgevoerd.

Het project Scooter Elite heeft als doel jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 20 jaar bewust te

maken van hun kwetsbare positie in het verkeer bij het vertonen van risicovol en asociaal gedrag

op de scooter, brommer of snorfiets. Het budget kent in de loop van de jaren enkele overschrij-

dingen. Van het totale budget is 6% in 2016 gebruikt voor financiering van het project Scooter

Elite.

Bij het project Educatie (Kruispunt) wordt op scholen gebattled om bewustwording te creëren bij

scholieren omtrent verkeersveiligheid. Van het totale budget is 18% in 2016 gebruikt voor finan-

ciering van het project Educatie.

De resultaten van dit nader onderzoek zijn meegenomen in de beoordeling van de doel-

treffendheid en doelmatigheid (hoofdstuk 4).

Fase 3 - Analyseren en afstemmen

In fase 3 is op basis van de verzamelde data en gesprekken de doeltreffendheid en doel-

matigheid bepaald. We hebben dit gedaan door verschillende onderdelen (input, activi-

teiten, output, outcome) te beschrijven. Vervolgens hebben wij dit gekoppeld aan:

Doeltreffendheid: de relatie tussen output (geleverde prestaties) en outcome (direct

effect).

Doelmatigheid: de relatie tussen input (mensen en middelen, incl. administratieve

lasten) en outcome (direct effect).

De voorlopige resultaten hebben we voorgelegd aan TeamAlert en op basis daarvan bij-

gesteld. De eindrapportage is besproken en vastgesteld door de begeleidingscommissie.

Externe begeleidingscommissie

Bij elke fase in het onderzoek is de begeleidingscommissie betrokken geweest. Zo is aan

het begin van het project met de begeleidingscommissie een startgesprek georganiseerd

om de projectdoelstellingen, -resultaten, -aanpak, -planning en -organisatie te bespreken

en af te stemmen. Ook het toetsingskader is afgestemd evenals het aantal afgenomen

interviews.

12 Sira Consulting B.V.

3 Beleids- en subsidiedoelstelling

3.1 TeamAlert

Doelstelling TeamAlert

De missie van TeamAlert is om in 2030 alle jongeren gelukkig, veilig en gezond door het

leven te laten gaan: veilig in het verkeer, financieel en fysiek gezond. Hierbij hoopt Team-

Alert in 2018 200.000 jongeren op een impactvolle manier te raken, waardoor TeamAlert

hun leven beter maakt op de thema’s verkeersveiligheid, gezondheid en slim omgaan

met geld. Dit doet TeamAlert door met jongeren in gesprek te gaan over maatschappe-

lijke thema’s, waaronder verkeersveiligheid (website TeamAlert). Dit gebeurt op basis

van aansprekende en wetenschappelijk onderbouwde gedragsinterventies. De activiteiten

van TeamAlert sluiten aan bij de beleidsdoelstellingen van het ministerie van IenW gericht

op het verbeteren van de verkeersveiligheid.

Tekstkader 3. Jongerenprogramma’s verkeersveiligheid van TeamAlert 2016

▪ Witte Waas: het bewust maken van jongeren van de gevaren van drugs (in combinatie met alcohol)

in het verkeer. Dit doet TeamAlert door actief in te spelen op de kennis, houding en intentie van

jongeren ten aanzien van drugsgebruik in het verkeer.

▪ Bob: het bewust maken van jongeren in het uitgaansleven van de gevaren van alcohol in het

verkeer.

▪ StreetTalk: het bewust maken van jongeren in de leeftijd 16 tot en met 24 jaar van de gevaren

van verschillende risicogedragingen en hun eigen verantwoordelijkheden in het verkeer.

▪ FietsAlert: het bewust maken van jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar van hun kwets-

bare positie op de fiets, van verschillende vormen van afleiding die ze kunnen ervaren terwijl ze

aan het fietsen zijn en de invloed hiervan op hun functioneren in het verkeer.

▪ @TheWheel: het onder de aandacht brengen van afleiding door smartphonegebruik in het verkeer

bij jongeren door in gesprek te gaan met beginnende bestuurders in de leeftijd 18 tot en met 24

jaar.

▪ FietsFix: het bewust maken van studenten, in de leeftijd van 18 tot en met 24 jaar, van onveilige

fietsen in het verkeer. Dit doet TeamAlert door actief in te spelen op de kennis, houding en intentie

van jongeren ten aanzien van veilige fietsen in het verkeer.

▪ Scooter Elite: het bewust maken van jongeren van 15 tot en met 20 jaar van hun kwetsbare positie

in het verkeer bij het vertonen van risicovol en asociaal gedrag op de scooter, brommer of snorfiets.

▪ Educatieve projecten: het laten nadenken van studenten tussen de 12 en 20 jaar over het verkeer

en hun eigen gedrag daarin. Daarnaast maken de projecten jongeren bewust van hun kwetsbare

positie en de risico’s van gevaarlijk gedrag.

▪ Rijscholenkiezer: het helpen van jongeren vanaf 16 jaar (en hun ouders) bij het kiezen van een

kwalitatief goede rijschool voor het rijbewijs B. Daarnaast wil TeamAlert, door het inzichtelijk ma-

ken van de kwaliteit van de individuele rijscholen, de kwaliteit van de gehele rijscholenbranche

verhogen en daarmee dus zorgen voor betere en veiligere beginnende bestuurders.

▪ 2toDrive: zo veel mogelijk jongeren tot hun 18e jaar onder begeleiding van een coach rijervaring

op te laten doen in het verkeer.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 13

De organisatie TeamAlert

TeamAlert kent een RvT/bestuursmodel en wordt bestuurd door twee directeur bestuur-

ders. Samen vormen zij het dagelijks bestuur. Beide bestuurders zijn eindverantwoorde-

lijk voor de organisatie en de algemene strategie van de stichting. Daarnaast stelt het

bestuur de jaarstukken vast, neemt besluiten en geeft leiding aan de verschillende teams

van TeamAlert. De bestuurders zorgen voor de continuïteit en de ontwikkeling van de

organisatie. De Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op het bestuur, voorziet deze van

(gewenst en ongewenst) advies en besluiten. De organisatie bestaat verder uit circa 29

beroepskrachten met een gemiddelde leeftijd van 26 jaar. De beroepskrachten leunen op

meer dan 64 uitvoeringsmedewerkers op locatie voor het uitvoeren van de projecten.

Jaarlijks voert TeamAlert zo’n 550 projecten uit op scholen, festivals en andere plekken

waar jongeren komen. Hiervan betreffen 296 projecten educatieve projecten en 249 voor-

lichtingsprojecten. Hierbij spreekt TeamAlert ieder jaar een-op-een zo’n 160.000 jonge-

ren (website TeamAlert) en heeft TeamAlert een totaal bereik van 20.000.000 jongeren

door middel van onlinecommunicatie.

Bekostiging

TeamAlert heeft jaarlijks zo’n € 2 miljoen aan inkomsten, waarvan het overgrote deel

afkomstig is van decentrale overheden (61%), gevolgd door het ministerie van IenW

(36%). De overige inkomsten van TeamAlert zijn afkomstig van bedrijven (2%) en Euro-

pese subsidies (1%).

De onderstaande figuur geeft schematisch inzicht in de verdeling van de inkomsten

Figuur 3. Inkomstenverdeling TeamAlert 2016 (in miljoenen €)

€ 0,75 ; 36%

€ 1,27 ; 61%

€ 0,02 ; 1%

€ 0,04 ; 2%

Subsidie IenM

Bijdrage decentraleoverheden

Europese subsidie

Bijdrage bedrijven

14 Sira Consulting B.V.

3.2 Beleidsdoelstellingen ministerie IenM

Rijksbegroting IenM:

In beleidsartikel 14 van de Rijksbegroting IenW zijn de doelstellingen en indicatoren op

het gebied van verkeersveiligheid opgenomen. Twee doelstellingen zijn gerelateerd aan

het werk van TeamAlert:

▪ De inzet van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008–2020 en de Beleidsimpuls

Verkeersveiligheid. De plannen richten zich op verbetering van infrastructuur, voer-

tuigen en gedrag van weggebruikers ter vermindering van het aantal verkeersdoden

en ernstige verkeersgewonden. Samen met medeoverheden en maatschappelijke

partners is met name aandacht voor de groeiende risicogroepen onder de verkeers-

deelnemers: ouderen, fietsers, notoire overtreders en beginnende bestuurders.

▪ Inzetten op verbeteren van data van verkeersongevallen en in samenwerking met

de decentrale overheden onderzoeken hoe een risico gestuurde aanpak kan worden

gebruikt als nieuwe basis voor de inzet van maatregelen.

Ook is één beleidsindicator opgenomen voor de verkeersveiligheid: de ontwikkeling van

het aantal verkeersslachtoffers (zie onderstaande tabel).

Tabel 2. Indicator verkeersveiligheid: ontwikkeling aantal verkeersslachtoffers [Rijksbegroting, 2018]

Strategische Plan Verkeersveiligheid 2008 – 2020

Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020 beschrijft de ambities en beleidsdoel-

stellingen van het ministerie van IenW op het gebied van verkeersveiligheid. Het docu-

ment bevat pijlers, ambities en generieke en specifieke maatregelen. Het

verkeersveiligheidsbeleid in de periode 2008-2020 kenmerkt zich door drie pijlers: sa-

menwerking, integrale aanpak en Duurzaam Veilig. Er zijn daarnaast elf ambities door

het ministerie van IenW geformuleerd, waarvan er vier relevant zijn voor de activiteiten

van TeamAlert (zie onderstaand kader).

Tekstkader 4. Bijdrage TeamAlert aan ambities Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020

▪ Besef van cruciale invloed menselijk gedrag.

▪ Werken aan respect voor regels en vormen van beloning.

▪ Samenwerking, integrale aanpak en Duurzaam Veilig.

▪ Inzicht in risico’s.

De generieke maatregelen betreffen 28 maatregelen voor voertuigen, gedrag, infrastruc-

tuur en onderzoek. Hiervan zijn drie van toepassing op TeamAlert:

1. Voorlichting (deels in de vorm van campagnes) op basis van meerjarige afspraken

met bestuurlijke en maatschappelijke partners;

2. Verkeerseducatie (alle leeftijden).

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 15

De specifieke maatregelen zoals omschreven in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid

betreffen 50 maatregelen voor kwetsbare groepen, waaronder voetgangers, fietsers, kin-

deren en ouderen, beginnende bestuurders, berijders van brom-, snorfietsen, brommo-

bielen en motorrijders en voor veroorzakers van verkeersongelukken, waaronder

bestuurders onder invloed van alcohol, drugs, medicijnen of vermoeidheid, snelheids-

overtreders en vrachtverkeer.

Tekstkader 5. Bijdrage TeamAlert aan specifieke maatregelen

▪ Begeleid rijden

▪ Voorlichting over gebruik fietsverlichting en reflectie

▪ Bijzondere aandacht bij verkeershandhaving

▪ Voorlichting aan bromfietsers over het gebruik en over verantwoord rijgedrag

▪ Voortzetting campagnes over thema alcohol in het verkeer (BOB)

▪ Voorlichting aan drugsgebruikers over risico’s bij verkeersdeelname

▪ Voorlichting over verantwoord snelheidsgedrag op risicowegen en –locaties binnen en buiten de

bebouwde kom.

Beleidsimpuls Verkeersveiligheid 2012

Het Strategisch Plan Verkeersveiligheid is nader ingevuld door de Beleidsimpuls Verkeers-

veiligheid 2012. Hierin zijn door het ministerie concrete interventies vastgesteld op de

thema’s fietsen, ouderen, infrastructuur, gedrag en integraal, waarin maatschappelijke

partners (waaronder SWOV, VVN, ANWB, Fietsersbond) een rol krijgen toebedeeld. Voor

twee van deze maatregelen heeft TeamAlert een actieve rol:

‘Doelgroepcommunicatie maatschappelijk veld’: Maatschappelijke organisaties com-

municeren richting de achterban over het belang van verkeersveiligheid en helpen

hen de verkeersveiligheid zelf te verbeteren. TeamAlert doet dit samen met de Fiet-

sersbond, Blijf Veilig Mobiel, ANWB en TeamAlert (nr. 1g).

‘Bewaken voortgang realisatie maatregelen beleidsimpuls’: Halfjaarlijks overleg van

IenW met actiehouders Beleidsimpuls, waarin de voortgang van uitvoering en nieuwe

inzichten worden besproken. TeamAlert doet dit samen met het ministerie, SWOV,

ANWB, Fietsersbond, VVN, ANBO en decentrale overheden (nr. 23).

Echter, TeamAlert geeft voor wat betreft het laatstgenoemde punt aan, dat deze rol

onbekend is bij de organisatie en daarom ook niet als zodanig wordt uitgevoerd.

In 2018 zal het ministerie van IenW een nieuw Strategisch Plan Verkeersveiligheid af-

ronden voor de periode 2020-2030.

16 Sira Consulting B.V.

3.3 Subsidie TeamAlert

De subsidieregeling TeamAlert 2015 geeft nadere invulling aan de manier waarop de ac-

tiviteiten van TeamAlert een bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelen van

het ministerie.

Subsidiedoelstelling TeamAlert 2015

Het ministerie van IenW beschrijft in de subsidieregeling TeamAlert 2015 dat zij TeamA-

lert jaarlijks wil subsidiëren, omdat “het borgen van het publieke belang van duurzame

verkeersveiligheid voor jongeren een groot maatschappelijk nut dient en deze organisatie

daartoe is ingericht”. “Door het vervallen van de vorige subsidieregeling is het noodza-

kelijk voor de nieuwe subsidieperiode een nieuwe regeling op te stellen ter continuering

van de te subsidiëren projecten en producten van TeamAlert” (subsidieregeling TeamAlert

2015, toelichting). In artikel 2 stelt IenW als voorwaarde voor de subsidie dat de activi-

teiten van TeamAlert gericht zijn op:

Het creëren van bewustwording bij verkeersdeelnemers van 12 tot en met 24 jaar

door het realiseren van verandering in kennis, houding en risicoperceptie ten aanzien

van verkeersveiligheid. Dit gebeurt bijvoorbeeld via educatieve projecten en voorlich-

tingscampagnes. Bij educatie ligt de focus op langdurige contactmomenten met leer-

lingen, bij voorlichting worden jongeren bereikt via diverse kanalen en met

verschillende vervoersmiddelen als thema.

Het versterken van participatie van jongeren van 12 tot en met 24 jaar bij beleids-

ontwikkeling op het gebied van verkeersveiligheid. Dit gebeurt door feedback van de

doelgroep mee te nemen in de projectontwikkeling van TeamAlert.

Tekstkader 6. Voorbeelden van mogelijke beleidsindicatoren TeamAlert

Bewustwording

▪ Het jaarlijks uitvoeren van X-aantal projecten gericht op het in contact treden met jongere ver-

keersdeelnemers (op een impactvolle manier) met als doel het creëren van bewustzijn door het

realiseren van verandering in kennis, houding en risicoperceptie ten aanzien van verkeersveilig-

heid.

▪ Het uitvoeren van X-aantal campagnes gericht op het creëren van bewustzijn onder jongeren door

het realiseren van verandering in kennis, houding en risicoperceptie ten aanzien van verkeersvei-

ligheid.

▪ Het in contact treden met X-aantal media met als doel X-aantal publicaties gericht op het creëren

van bewustzijn bij X-aantal jongere verkeersdeelnemers door het realiseren van verandering in

kennis, houding en risicoperceptie ten aanzien van verkeersveiligheid.

Versterken participatie van jongeren bij beleidsontwikkeling

▪ Het betrekken van X-aantal jongeren bij projecten en de resultaten verstrekken aan wegbeheer-

ders.

▪ Jaarlijks X bijdragen aan werkgroepen en congressen.

▪ Het in contact treden met X-aantal media met als doel X-aantal publicaties met een bereik van

X-aantal wegbeheerders, zodat zij zich bewust zijn van verkeersproblematieken voor jongeren en

zij deze inzichten kunnen gebruiken ter ondersteuning van beleidsontwikkeling.

Hierbij richt TeamAlert zich op de doelgroep jongeren tussen 12 en 24 jaar. Dit is een

van de twaalf doelgroepen waaraan het ministerie van IenW graag extra aandacht wil

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 17

besteden (Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020), maar met welke het ministe-

rie van IenW zelf niet in nauw contact staat.

Binnen deze doelgroep raken de activiteiten van TeamAlert echter ook zeven andere

(deel)groepen, waaronder voetgangers, fietsers, berijders van brom-, snorfietsen en

brommobielen, bestuurders onder invloed en snelheidsovertreders (Strategisch Plan Ver-

keersveiligheid 2008-2020).

Met het organiseren van activiteiten voor deze doelgroep komt TeamAlert bovendien te-

gemoet aan de maatregelen zoals omschreven in de beleidsimpuls, waaronder het doel-

groepcommunicatie met het maatschappelijk veld.

Beschikte subsidies

Voor het realiseren van de subsidiedoelstellingen heeft TeamAlert in de periode 2015-

2016 gemiddeld € 760.000 ontvangen van het ministerie van IenM. De afhankelijkheid

van TeamAlert van subsidie van IenW is in het jaar 2016 ten opzichte van het jaar 2015

met 1% afgenomen. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de verdeling tussen

subsidie-inkomsten en overige inkomsten van de jaren 2015 en 2016.

Tabel 3. Overzicht beschikte subsidies TeamAlert 2015 en 2016

Jaar Subsidie Percentage Overige inkomsten

2015 € 773.258 37% € 1.300.474

2016 € 753.873 36% € 1.336.127

3.4 Analyse beleidskader TeamAlert subsidie

1. Er ligt een heldere relatie tussen de beleidsdoelstellingen van het ministerie

van IenW en de subsidiedoelstellingen voor TeamAlert.

Zoals in de toelichting van de subsidieregeling is vermeld, is het borgen van het pu-

blieke belang van duurzame verkeersveiligheid voor jongeren een groot maatschap-

pelijk nut. Dit draagt direct bij aan het beleidsdoel van IenM.

2. Er zijn nauwelijks indicatoren bij de beleids- en subsidiedoelstellingen ge-

formuleerd.

Er ligt een heldere relatie tussen de beleidsdoelstellingen van het ministerie van IenW

en de subsidiedoelstelling voor TeamAlert. De vertaling hiervan naar concrete beleids-

indicatoren is weliswaar af te leiden, maar deze zijn beperkt herkenbaar in de subsi-

diedoelstellingen. De enige indicator die het ministerie van IenW heeft opgesteld, is

de ontwikkeling van het aantal verkeersslachtoffers.

In de subsidieaanvraag vertaalt TeamAlert de subsidiedoelstellingen in een activitei-

tenplan. In dit plan zijn de verschillende projecten en activiteiten beschreven. Team-

Alert heeft deze activiteiten vertaald naar concrete prestatie-indicatoren.

Het activiteitenplan is gebaseerd op een meerjarenplan. Het meerjarenplan is gebruikt

als basis voor de subsidieaanvragen.

18 Sira Consulting B.V.

3. De relatie tussen de activiteiten van TeamAlert en hoe deze bijdragen aan de

beleidsdoelen van IenM, is beperkt zichtbaar in de verantwoording.

Hoewel de doelgroep van TeamAlert en de omschreven risicogroepen van het minis-

terie van IenW met elkaar overeenkomen, is de relatie tussen de activiteiten en hoe

deze bijdragen aan de beleidsdoelen van het ministerie beperkt expliciet gemaakt

door TeamAlert. Dit terwijl de projecten, zoals Witte Waas, impliciet bijdragen aan de

beleidsdoelen van het ministerie die gericht zijn op voorlichting aan drugsgebruikers

en alcoholgebruikers over risico’s bij verkeersdeelname (Strategisch Plan Verkeers-

veiligheid 2008-2020). Ook projecten die gefinancierd worden door decentrale over-

heden, dragen bij aan het realiseren van de beleidsdoelen van het ministerie.

4. De in het activiteitenplan genoemde resultaten sluiten goed aan op de ver-

antwoording

De subsidieregeling beschrijft helder aan welke vereisten de subsidieaanvraag en ver-

antwoording moeten voldoen. Aan de invulling van het activiteitenplan en -verslag

zijn echter geen expliciete eisen gesteld. Zowel het plan als verslag stelt TeamAlert

naar eigen format en inzicht op.

We hebben geconstateerd dat de in het activiteitenplan opgenomen projecten, activi-

teiten en doelstellingen, een-op-een terug komen in de verantwoording. Een enkele

keer is een project niet (volledig) uitgevoerd of zijn de doelstellingen niet behaald. In

de verantwoording is dit met een onderbouwing toegelicht.

5. De inspanningen gericht op het stimuleren van jongeren bij beleidsontwik-

keling zijn beperkt.

De activiteiten van TeamAlert zijn voornamelijk gericht op het creëren van bewust-

wording bij jongeren. In beperkte mate zijn activiteiten gericht op het versterken van

de participatie van jongeren bij beleidsontwikkeling. Inmiddels heeft TeamAlert een

jongerenpanel opgezet en doet zij steeds meer onderzoek onder jongeren, bijvoor-

beeld ten aanzien van trends en gedragspatronen. Met de resultaten van het jonge-

renpanel en de onderzoeken, gaat TeamAlert in overleg met diverse overheden en

benadert zij de media. Dit met als doel een steeds grotere bijdrage te gaan leveren

aan de beleidsontwikkeling.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 19

4 Doeltreffendheid en doelmatigheid

4.1 Verantwoording

De doeltreffendheid van de subsidie is beoordeeld aan de hand van de activiteiten uit het

activiteitenplan 2016. De beoordeling van 2016 geeft een overeenkomstig beeld als de

eerdere jaren. Op hoofdlijnen hebben we namelijk geconstateerd dat de inhoud van het

activiteitenplan over de jaren heen heel vergelijkbaar is.

Voor de beoordeling van de doeltreffendheid zijn we voor iedere activiteit uit het activi-

teitenplan nagegaan:

Of, en zo ja, hoe is deze activiteit uitgevoerd?

Welk resultaat heeft deze activiteit opgeleverd (output)?

Welke effect dit resultaat (direct of indirect) heeft geleverd aan een van de subsidie-

doelstellingen (outcome)?

Op basis van deze verantwoording geven we inzicht in de doeltreffendheid van de subsi-

dieregeling. We doen dit op het niveau van de onderdelen uit het subsidieprogramma (zie

paragraaf 4.2). Voor de beoordeling per activiteit verwijzen wij naar bijlage V.

De doelmatigheid hebben we beoordeeld door de outcome te relateren aan de ontvangen

subsidie. Op basis van de gesprekken met TeamAlert, IenW en onze expertise doen we

hierover een uitspraak (zie paragraaf 4.3). Ook dit doen we op het niveau van het pro-

gramma.

We geven geen inzicht in het effect van de subsidie op de beleidsdoelstelling van het

ministerie van IenM. Dan zouden we namelijk beleidsevaluaties moeten doen en ook an-

dere (externe) factoren moeten meenemen die van invloed zijn op verkeersveilig gedrag.

Kwaliteit beschikbare informatie

We geven in dit hoofdstuk inzicht in de doeltreffendheid van de subsidieregeling op basis

van de beschikbare informatie uit het activiteitenverslag 2016, aangeleverde documenten

of uit interviews met medewerkers. Soms was bepaalde informatie niet beschikbaar.

Waar dat mogelijk is hebben we dit – in afstemming van TeamAlert en IenW – geïnter-

preteerd. In enkele gevallen bleek het niet mogelijk een oordeel over de doeltreffendheid

(en daarmee ook de doelmatigheid) te geven omdat hiervoor onvoldoende informatie op

het moment van het onderzoek beschikbaar was. Waar dit zich voor deed hebben we dat

aangegeven.

20 Sira Consulting B.V.

4.2 Doeltreffendheid

4.2.1 Project Witte Waas

Met het project Witte Waas zet TeamAlert zich in om jongeren bewust te maken van de

gevaren van drugs (in combinatie met alcohol) in het verkeer. Hiertoe gaan voorlichtings-

medewerkers van TeamAlert actief in gesprek met festivalbezoekers en worden jongeren

bereikte via overige (online) communicatiekanalen. Het project bestaat uit 13 activiteiten.

Een deel is gericht op het creëren van randvoorwaarden om het project zo goed mogelijk

uit te voeren. Onder meer door de aanschaf van materialen, doen van onderzoek, trainen

van medewerkers en het ontwikkelen van nieuwe communicatiemiddelen met betrekking

tot kennisoverdracht. Andere activiteiten zijn gericht op het daadwerkelijk bereiken van

de doelgroep.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ 30 uitvoeringen gefinancierd door IenW en 15 uitvoeringen gefinancierd door decen-

trale overheden.

▪ Met de uitvoeringen zijn 76.127 jongeren een-op-een bereikt (58.528 jongeren via

financiering door het ministerie van IenW en 17.599 jongeren via financiering door

decentrale overheden).

▪ Een bereik van 2.630.331 jongeren via (online) communicatiekanalen, zoals de Face-

bookpagina van TeamAlert, Facebookadvertenties en Instagram.

▪ Een bereik van 317.595 jongeren via 20 publicaties in on- en offline media. Daar-

naast zijn 151.000 jongeren bereikt via het BNN-programma ‘Spuiten en Slikken’.

Het project heeft concreet bijgedragen aan de bewustwording bij jongeren over de geva-

ren van rijden onder invloed. Met de financiering van IenW zijn 2,8% méér jongeren een-

op-een bereikt (58.528) in vergelijking met de doelstelling (57.000).

De doelstelling om 50 keer benoemd te worden op websites, weblogs en in lokale, regio-

nale en landelijke media is niet volledig gerealiseerd. TeamAlert had verwacht dat in 2016

de speekseltest ingevoerd zou worden, door het niet doorgaan hiervan heeft een ingecal-

culeerd persmoment niet plaatsgevonden. In totaal is TeamAlert 20 keer genoemd. Daar-

naast is het TeamAlert niet gelukt om informatie met betrekking tot de wetswijziging te

implementeren in het project. Reden hiervoor is het niet doorgaan van de wetswijziging

rondom de speekseltest.

De doeltreffendheid van het project Witte Waas beoordelen wij als goed. De outcome van het project

levert direct een bijdrage aan het creëren van bewustwording bij jongeren. Op basis van het user

experience onderzoek, blijkt dat jongeren het project een goede manier vinden om hun bewust te

maken van hun eigen gedrag in het verkeer. Tevens staan de jongeren positief tegenover zowel het

project, als de voorlichtingsmedewerkers.

De bijdrage aan de subsidiedoelstelling gericht op beleidsbeïnvloeding kan worden versterkt, door het

effect van Witte Waas én de resultaten van het user experience onderzoek strategischer in te zetten

in de dialoog met overheden.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 21

4.2.2 Project Bob

Het doel van de Bob-projecten is om de Bob en zijn vrienden in het uitgaansleven bewust

te maken van de gevaren van alcohol in het verkeer. Voorlichtingsmedewerkers van

TeamAlert gaan tijdens de Bob-projecten in gesprek met discotheek- en festivalbezoe-

kers, waarbij zowel de bestuurders als bijrijders zijn betrokken. Daarnaast worden jon-

geren bereikt via verschillende (online) communicatiekanalen. Het project bestaat uit

acht activiteiten. Een deel is gericht op het creëren van randvoorwaarden om het project

zo goed mogelijk uit te voeren. Onder meer door de aanschaf van materialen en gadgets,

doen van onderzoek, trainen van medewerkers en de afstemming van de uitvoeringen

met Veilig Verkeer Nederland. Andere activiteiten zijn gericht op het daadwerkelijk be-

reiken van de doelgroep.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ Bobtival is 15 keer ingezet en BobZone is zes keer ingezet.

▪ Met de uitvoeringen zijn 7.174 jongeren bereikt (circa 342 jongeren per uitvoering).

▪ Een bereik van 620.764 jongeren via verschillende (online) communicatiekanalen.

▪ Een bereik van 125.000 jongeren via een winactie op social media.

Het project heeft concreet bijgedragen aan de bewustwording bij jongeren over de geva-

ren van alcohol in het verkeer. Alle acht vooraf voorgenomen activiteiten zijn conform

het activiteitenplan uitgevoerd. Het bereik van het aantal jongeren is dan ook groter dan

verwacht door TeamAlert.

De doeltreffendheid van het project Bob beoordelen wij als goed. De outcome van het project levert

direct een bijdrage aan het creëren van bewustwording bij jongeren. Dat dit effect heeft blijkt onder

meer uit het user experience onderzoek en het onderzoek naar de effectiviteit van het principe positief

belonen onder jongeren, waarbij jongeren aangeven zich beter te gedragen in het verkeer.

De bijdrage aan de subsidiedoelstelling gericht op beleidsbeïnvloeding kan worden versterkt, door het

effect van de Bob campagne én de resultaten van het user experience onderzoek strategischer in te

zetten in de dialoog met overheden.

Bij het onderzoek naar de effectiviteit van het principe positief belonen onder jongeren is niet duidelijk

hoeveel jongeren betrokken zijn. Ten behoeve van de betrouwbaarheid en een betere onderbouwing

van de onderzoeksresultaten, bevelen wij aan om in de inhoudelijke rapportage dergelijke cijfers wel

op te nemen.

22 Sira Consulting B.V.

4.2.3 Project StreetTalk

Het doel van StreetTalk is om jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 24 jaar op ver-

scheidene plaatsen bewust te maken van de gevaren van risicogedragingen en hun eigen

verantwoordelijkheden in het verkeer. Voorlichtingsmedewerkers van TeamAlert gaan

met groepen jongeren in gesprek over verschillende thema’s met betrekking tot verkeers-

veiligheid, zoals alcohol in het verkeer, geringe rijvaardigheid van beginnende bestuur-

ders en asociaal verkeersgedrag. Daarnaast worden jongeren bereikt via verschillende

(online) communicatiekanalen. Het project bestaat uit negen activiteiten. Een deel is ge-

richt op het creëren van randvoorwaarden om het project zo goed mogelijk uit te voeren.

Onder meer door de aanschaf van materialen, doen van onderzoek en het trainen van

medewerkers. Andere activiteiten zijn gericht op het daadwerkelijk bereiken van de doel-

groep.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ 43 uitvoeringen op locatie.

▪ Met de 43 uitvoeringen zijn 13.550 jongeren bereikt (circa 315 jongeren per uitvoe-

ring).

▪ Een bereik van 81.627 jongeren via verschillende (online) communicatiekanalen.

Het project heeft concreet bijgedragen aan de bewustwording bij jongeren over de geva-

ren van verschillende gedragingen in het verkeer. Alle negen activiteiten zijn conform het

activiteitenplan uitgevoerd. Het bereik van het aantal jongeren via (online) communica-

tiekanalen is groter dan verwacht.

De doeltreffendheid van het project StreetTalk beoordelen wij als goed. De outcome van het project

levert direct een bijdrage aan het creëren van bewustwording bij jongeren. De kwaliteit van het project

is verbeterd door de toevoeging van een ervaringselement in de vorm van een Virtual Reality bril. Dat

dit effect heeft blijkt onder meer uit het user experience onderzoek; jongeren waarderen zowel het

project StreetTalk, als de voorlichtingsmedewerkers als positief. Ook het uitgevoerde onderzoek naar

gedragsbeïnvloedings-mechanisme draagt bij aan de bewustwording van verschillende risicogedragin-

gen in het verkeer.

De bijdrage aan de subsidiedoelstelling gericht op beleidsbeïnvloeding kan worden versterkt, door het

effect van StreetTalk én de resultaten van het user experience onderzoek strategischer in te zetten in

de dialoog met overheden.

De financiering van IenW is voornamelijk bedoeld voor de ontwikkeling van het project, terwijl de

uitvoering vaak door decentrale overheden wordt gefinancierd. Om beter inzicht te geven in het totale

bereik en daarmee een inschatting van het effect te maken, bevelen wij aan om in het activiteitenplan

meer inzicht te geven in het beoogde bereik van jongeren op locatie. Op dit moment is alleen een

doelstelling opgenomen voor het bereik van jongeren via (online)communicatiekanalen.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 23

4.2.4 Project FietsAlert

Het doel van FietsAlert is om jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar bewust te

maken van hun kwetsbare positie op de fiets. Voorlichtingsmedewerkers van TeamAlert

gaan in gesprek met jongeren over hun gewoontes op de fiets. Daarnaast worden jonge-

ren bereikt via verschillende (online) communicatiekanalen. Het project bestaat uit zeven

activiteiten. Een deel is gericht op het creëren van randvoorwaarden om het project zo

goed mogelijk uit te voeren. Onder meer door de aanschaf van vervangende materialen,

monitoren van trends en ontwikkelingen op het gebied van social media, doen van on-

derzoek en het trainen van medewerkers. Andere activiteiten zijn gericht op het daad-

werkelijk bereiken van de doelgroep.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ 45 uitvoeringen op locatie.

▪ Met de 45 uitvoeringen zijn 12.008 jongeren bereikt (circa 269 jongeren per uitvoe-

ring).

▪ Een bereik van 12.193 jongeren via verschillende (online) communicatiekanalen.

Het project heeft concreet bijgedragen aan de bewustwording bij jongeren over de geva-

ren van verschillende gedragingen in het verkeer. Alle zeven activiteiten zijn conform het

activiteitenplan uitgevoerd. Het daadwerkelijke bereik van het aantal jongeren via (on-

line) communicatiekanalen (12.193) blijft iets achter in vergelijking tot de doelstelling

(15.000). Aan de andere kant heeft de inzet van influencer marketing ervoor gezorgd dat

de boodschap online verspreid is onder de doelgroep. In totaal is er 568.825 keer een

jongere bereikt met de boodschap van FietsAlert.

De doeltreffendheid van het project FietsAlert beoordelen wij als goed. De outcome van het project

levert direct een bijdrage aan het creëren van bewustwording bij jongeren. Dat dit effect heeft blijkt

onder meer uit het user experience onderzoek; jongeren waarderen zowel het project FietsAlert, als

de voorlichtingsmedewerkers als positief.

De bijdrage aan de subsidiedoelstelling gericht op beleidsbeïnvloeding kan worden versterkt, door het

effect van FietsAlert én de resultaten van het user experience onderzoek strategischer in te zetten in

de dialoog met overheden.

De financiering van IenW is voornamelijk bedoeld voor de ontwikkeling van het project, terwijl de

uitvoering vaak door decentrale overheden wordt gefinancierd. Om beter inzicht te geven in het totale

bereik en daarmee een inschatting van het effect te maken, bevelen wij aan om in het activiteitenplan

meer inzicht te geven in het beoogde bereik van jongeren op locatie. Op dit moment is alleen een

doelstelling opgenomen voor het bereik van jongeren via (online)communicatiekanalen.

24 Sira Consulting B.V.

4.2.5 Project @TheWheel

Het doel van @TheWheel is om jongeren bewust te maken van het smartphonegebruik

in het verkeer. Voorlichtingsmedewerkers van TeamAlert gaan in gesprek met begin-

nende bestuurders in de leeftijd van 18 tot en met 24 jaar en trachten een sociale norm

te creëren waarbij het niet acceptabel is om de mobiele telefoon te gebruiken gedurende

het autorijden. Daarnaast worden jongeren bereikt via verschillende (online) communi-

catiekanalen. Het project bestaat uit 6 activiteiten. Een deel is gericht op het creëren van

randvoorwaarden om het project zo goed mogelijk uit te voeren. Onder meer door de

aanschaf van vervangende materialen, doen van onderzoek en het trainen van medewer-

kers. Andere activiteiten zijn gericht op het daadwerkelijk bereiken van de doelgroep.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ 23 uitvoeringen op locatie.

▪ Met de 23 uitvoeringen zijn 2.221 jongeren bereikt (circa 185 jongeren per uitvoe-

ring).

▪ Een bereik van 237.745 jongeren via verschillende online communicatiekanalen.

Het project heeft concreet bijgedragen aan de bewustwording bij jongeren over de geva-

ren van verschillende gedragingen in het verkeer. Alle zes activiteiten zijn conform het

activiteitenplan uitgevoerd. Het daadwerkelijke bereik van het aantal jongeren via online

communicatiekanalen is hoger dan vooraf verwacht. De inzet van influencer marketing is

een voor jongeren aansprekende manier om via social media in aanraking te komen met

de boodschap. Via Facebook(advertisement) en video’s op YouTube is het totaal aantal

views 379.096.

De doeltreffendheid van het project @TheWheel beoordelen wij als goed. De outcome van het project

levert direct een bijdrage aan het creëren van bewustwording bij jongeren. Dat dit effect heeft blijkt

onder meer uit het user experience onderzoek; jongeren waarderen zowel het project @TheWheel, als

de voorlichtingsmedewerkers als positief.

De bijdrage aan de subsidiedoelstelling gericht op beleidsbeïnvloeding kan worden versterkt, door het

effect van @TheWheel én de resultaten van het user experience onderzoek strategischer in te zetten

in de dialoog met overheden.

De financiering van IenW is voornamelijk bedoeld voor de ontwikkeling van het project, terwijl de

uitvoering vaak door decentrale overheden wordt gefinancierd. Om beter inzicht te geven in het totale

bereik en daarmee een inschatting van het effect te maken, bevelen wij aan om in het activiteitenplan

meer inzicht te geven in het beoogde bereik van jongeren op locatie. Op dit moment is alleen een

doelstelling opgenomen voor het bereik van jongeren via (online)communicatiekanalen.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 25

4.2.6 Project FietsFix

Het doel van FietsFix is om jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 24 jaar bewust te

maken van de gevaren van onveilig fietsen in het verkeer. Tijdens de introductieperiode

van universiteiten en hogescholen kunnen studenten hun fiets laten checken aan de hand

van een checklist, voeren samen met voorlichtingsmedewerkers van TeamAlert kleine

reparaties uit en wordt een quiz georganiseerd. Doel is het creëren van een nieuwe norm

onder jongeren, waarbij het vanzelfsprekend is dat een fiets technisch veilig dient te zijn.

Daarnaast worden jongeren bereikt via een onlinecampagne. Het project bestaat uit tien

activiteiten. Een deel is gericht op het creëren van randvoorwaarden om het project zo

goed mogelijk uit te voeren. Onder meer door de aanschaf van nieuwe materialen en

gadgets, het trainen van medewerkers en het onderzoeken van mogelijkheden voor sa-

menwerking met andere organisaties. Andere activiteiten zijn gericht op het daadwerke-

lijk bereiken van de doelgroep.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ 11 uitvoeringen op locatie.

▪ Met de 11 uitvoeringen zijn 2.666 jongeren bereikt (circa 242 jongeren per uitvoe-

ring), waarvan 1.266 jongeren zijn bereikt door de financiering door IenM.

▪ Een bereik van 142.336 jongeren via Facebookadvertenties.

Het project heeft concreet bijgedragen aan de bewustwording bij jongeren over de geva-

ren van onveilig fietsen in het verkeer. Alle activiteiten zijn conform het activiteitenplan

uitgevoerd. Het bereik van jongeren via lokale, regionale en landelijke media heeft niet

het gewenste resultaat opgeleverd. Door het monitoren van de voortgang hiervan heeft

TeamAlert extra in een onlinecampagne geïnvesteerd om zo wel de doelgroep te bereiken.

De doeltreffendheid van het project FietsFix beoordelen wij als goed. De outcome van het project levert

direct een bijdrage aan het creëren van bewustwording bij jongeren. Dat dit effect heeft blijkt onder

meer uit het user experience onderzoek; jongeren waarderen zowel het project FietsFix, als de voor-

lichtingsmedewerkers als positief.

De bijdrage aan de subsidiedoelstelling gericht op beleidsbeïnvloeding kan worden versterkt, door het

effect van FietsFix én de resultaten van het user experience onderzoek strategischer in te zetten in de

dialoog met overheden.

De financiering van IenW is voornamelijk bedoeld voor de ontwikkeling van het project, terwijl de

uitvoering vaak door decentrale overheden wordt gefinancierd. Om beter inzicht te geven in het totale

bereik en daarmee een inschatting van het effect te maken, bevelen wij aan om in het activiteitenplan

meer inzicht te geven in het beoogde bereik van jongeren op locatie. Op dit moment is alleen een

doelstelling opgenomen voor het bereik van jongeren via (online)communicatiekanalen.

26 Sira Consulting B.V.

4.2.7 Project Scooter Elite

Het doel van Scooter Elite is om jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 20 jaar bewust

te maken van hun kwetsbare positie in het verkeer bij het vertonen van risicovol en

asociaal gedrag op de scooter, brommer of snorfiets. Op een scootersimulator kunnen

jongeren bewijzen dat ze goede rijvaardigheden hebben en gevaren herkennen. Naast

projecten op locatie wordt de boodschap ook online verspreid via een communicatiecam-

pagne. Het project bestaat uit vijf activiteiten. Een deel is gericht op het creëren van

randvoorwaarden om het project zo goed mogelijk uit te voeren. Onder meer door de

aanschaf van nieuwe materialen en gadgets, het trainen van medewerkers en het uitvoe-

ren van onderzoek. Andere activiteiten zijn gericht op het daadwerkelijk bereiken van de

doelgroep.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ 15 uitvoeringen op locatie.

▪ Met de 15 uitvoeringen zijn 2.690 jongeren bereikt (circa 179 jongeren per uitvoe-

ring).

▪ Een bereik van 48.909 via een online mediacampagne.

Het project heeft concreet bijgedragen aan de bewustwording bij jongeren over de geva-

ren van risicovol en asociaal gedrag op de scooter, brommer of snorfiets. Alle activiteiten

zijn conform het activiteitenplan uitgevoerd. Het bereik van jongeren via een online me-

diacampagne heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. Het doel was om 100.000

keer een jongere te bereiken via een online mediacampagne. Uiteindelijk zijn 48.909

jongeren bereikt. TeamAlert gaat onderzoeken of het relevant blijft om de campagne in

te steken op de specifieke doelgroep scooterrijders, of dat het relevant is om de sociale

norm van veilig scooter rijden ook onder de totale doelgroep te verspreiden.

De doeltreffendheid van het project Scooter Elite beoordelen wij als goed. De outcome van het project

levert een bijdrage aan het creëren van bewustwording onder jongeren, maar dit wordt vooral gerea-

liseerd door het bereik van jongeren op locatie. De effectiviteit van de online mediacampagne is be-

perkt. TeamAlert heeft dit zelf ook geconstateerd en zoekt gericht naar mogelijkheden om dit te

verbeteren.

De bijdrage aan de subsidiedoelstelling gericht op beleidsbeïnvloeding kan worden versterkt, door het

effect van Scooter Elite én de resultaten van het user experience onderzoek strategischer in te zetten

in de dialoog met overheden.

De financiering van IenW is voornamelijk bedoeld voor de ontwikkeling van het project, terwijl de

uitvoering vaak door decentrale overheden wordt gefinancierd. Om beter inzicht te geven in het totale

bereik en daarmee een inschatting van het effect te maken, bevelen wij aan om in het activiteitenplan

meer inzicht te geven in het beoogde bereik van jongeren op locatie. Op dit moment is alleen een

doelstelling opgenomen voor het bereik van jongeren via (online)communicatiekanalen.

Wij bevelen aan om in de inhoudelijke rapportage een evenwichtig beeld van de projectresultaten weer

te geven. Naast het gewenste bereik van het aantal jongeren op locatie, blijkt het bereik via een online

mediacampagne tegen te vallen. Dit wordt vermeld, echter niet in de conclusie van het project.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 27

4.2.8 Educatieve projecten

De doelstelling van de educatieve projecten van TeamAlert is leerlingen en studenten

tussen de 12 en 20 jaar te laten nadenken over het verkeer en hun eigen gedrag daarin.

Daarnaast maken de projecten jongeren bewust van hun kwetsbare positie en de risico’s

van gevaarlijk gedrag (zoals bijvoorbeeld afleiding op de fiets door het gebruik van

smartphones) en geeft TeamAlert de leerlingen concrete handelingsalternatieven. Hierbij

wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het puberbrein en de verschillende leer-

stijlen van jongeren. Het project bestaat uit 17 activiteiten. Een deel is gericht op het

creëren van randvoorwaarden om het project zo goed mogelijk uit te voeren. Onder meer

door het ontwikkelen van nieuwe video’s, vernieuwen van projecten en het uitzetten van

campagnes. Andere activiteiten zijn gericht op het daadwerkelijk bereiken van de doel-

groep.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ Twee onlinecampagnes met een bereik van 674.360 jongeren.

▪ 14.719 bezoekers van de TeamAlert website.

▪ 286 uitvoeringen met een bereik van 28.401 jongeren, betaald met subsidies van

decentrale overheden.

Het project heeft concreet bijgedragen aan de bewustwording bij jongeren over de geva-

ren van hun eigen gedrag in het verkeer. Alle activiteiten zijn conform het activiteitenplan

uitgevoerd, behalve het leveren van campagnemateriaal aan vier scholen. Het is niet

duidelijk of deze activiteit is uitgevoerd.

De doeltreffendheid van educatieve projecten beoordelen wij als goed. De outcome van de projecten

levert direct een bijdrage aan het verhogen van de kwaliteit van de educatieve projecten. In de con-

clusie wordt vermeld dat met behulp van campagnes 290.487 jongeren zijn bereikt.

De bijdrage aan de subsidiedoelstelling gericht op beleidsbeïnvloeding kan worden versterkt, door het

effect van projecten, maar ook de resultaten van bijvoorbeeld het user experience onderzoek en de in

2015 uitgevoerde procesevaluatie strategischer in te zetten in de dialoog met overheden.

De financiering van IenW is voornamelijk bedoeld voor de ontwikkeling van de projecten, terwijl de

uitvoering vaak door decentrale overheden wordt gefinancierd. Om beter inzicht te geven in het totale

bereik en daarmee een inschatting van het effect te maken, bevelen wij aan om in het activiteitenplan

meer inzicht te geven in het beoogde bereik van jongeren op locatie. Op dit moment is alleen een

doelstelling opgenomen voor het bereik van jongeren via (online)communicatiekanalen.

28 Sira Consulting B.V.

4.2.9 Project 2toDrive

TeamAlert wil met communicatie over het project 2toDrive zoveel mogelijk jongeren tot

hun achttiende jaar onder begeleiding van een coach rijervaring op laten doen in het

verkeer. TeamAlert bereikt de doelgroep met name online. Deze communicatie verloopt

via de website 2toDrive en via verschillende social mediakanalen zoals Twitter, Facebook

en YouTube. Doel is het creëren van een zo groot mogelijke bekendheid van 2toDrive en

het verstrekken van informatie over 2toDrive onder meer door het bieden van de moge-

lijkheid tot het stellen van vragen over het experiment aan TeamAlert. Het project bestaat

uit zes activiteiten. Een deel is gericht op het creëren van randvoorwaarden om het pro-

ject zo goed mogelijk uit te voeren. Onder meer door het creëren van relevante content

voor het up-to-date houden van de website 2toDrive en het investeren in technisch on-

derhoud. Andere activiteiten zijn gericht op het daadwerkelijk bereiken van de doelgroep

via de website en diverse media.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ 600 vragen van jongeren zijn via de e-mail en de website beantwoord.

▪ 143 publicaties in on- en offline media.

▪ 350.220 websitebezoekers 2toDrive.

▪ Bereik van 290.487 jongeren via verschillende campagnes.

Het project heeft concreet bijgedragen aan het vergroten van de bekendheid van 2toDrive

onder de doelgroep. Alle zes activiteiten zijn conform het activiteitenplan uitgevoerd.

De doeltreffendheid van het project 2toDrive beoordelen wij als goed. De outcome van het project

levert direct een bijdrage aan het vergroten van de bekendheid van 2toDrive onder jongeren.

TeamAlert probeert via verschillende wegen de doelgroep te bereiken, zoals de website van 2toDrive

en publicaties in offline media. Hieraan heeft TeamAlert doelstellingen ten aanzien van het bereik ge-

koppeld. Deze doelstelling ontbreekt voor het bereik van jongeren via online media en campagnes. Wij

bevelen TeamAlert aan om in het activiteitenplan en de inhoudelijke rapportage, per activiteit, een

doelstelling van het bereik op te nemen.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 29

4.2.10 Project Ervaringselement

TeamAlert heeft een ervaringselement ontwikkeld voor verschillende educatieve pro-

jecten en voorlichtingscampagnes, zodat jongeren verkeersveilig gedrag kunnen leren

door middel van praktijkervaringen. Het project is later in het jaar aangevraagd in de

vorm van een aanvullend activiteitenplan. Alle activiteiten zijn gericht op het creëren van

randvoorwaarden om het project zo goed mogelijk uit te voeren. Onder meer door het

onderzoeken van de mogelijkheden om een spel of onderdeel te ontwikkelen met een

ervaringselement, het daadwerkelijk ontwikkelen ervan en het testen van het ervarings-

element onder de doelgroep. Door de combinatie van het starten met het aanvullende

activiteitenplan in september en het inhuren van een externe partij, is het niet mogelijk

geweest om het ervaringselement te testen in 2016 tijdens een project van TeamAlert.

Concreet heeft het project het volgende opgeleverd:

▪ Een 360 graden video, waarbij er een duidelijk verschil ervaren wordt in hoe belang-

rijk fietsverlichting is vanuit het oogpunt van een automobilist.

Het project heeft een ervaringselement gecreëerd dat zowel bij educatieve, als voorlich-

tingsprojecten inzetbaar is. Hiermee draagt het direct bij aan het verbeteren van de kwa-

liteit van de projecten.

De doeltreffendheid van het project Ervaringselement beoordelen wij als goed. De outcome van het

project levert direct een bijdrage aan het verhogen van de kwaliteit van educatieve projecten en

voorlichtingscampagnes, waardoor de kans op geslaagde bewustwording en gedragsverandering on-

der jongeren wordt verhoogd.

30 Sira Consulting B.V.

4.3 Doelmatigheid

Bij het beoordelen van de doelmatigheid gaat het om de vraag of met dezelfde middelen

een hoger rendement was te realiseren. Om dit te beoordelen hebben wij gekeken naar

de projectbegrotingen en realisaties, de uurtarieven, de onderzoeksprogrammering, het

activiteitenverslag, de inhoudelijke rapportage en uitgevoerde projectevaluaties. Voor

alle projecten geldt dat er een heldere relatie is tussen de beoogde en gerealiseerde

activiteiten, doelstellingen en prestaties. Deze heldere relatie komt mede tot stand door-

dat TeamAlert op transparante en herleidbare wijze rapporteert over haar projecten en

activiteiten. Tevens monitort en evalueert TeamAlert haar projecten met als doel de kwa-

liteit en effectiviteit steeds te verbeteren.

De bijdrage van de activiteiten, doelstellingen en prestaties aan de subsidiedoelstellingen

zijn echter niet duidelijk verwoord in het activiteitenplan en de inhoudelijke rapportage.

Concreet betekent dit dat niet duidelijk is aangegeven wanneer een bijdrage wordt gele-

verd aan de subsidiedoelstellingen ‘bewustwording’ en ‘beleidsontwikkeling’. Het expliciet

verwoorden hiervan heeft een positief effect op de transparantie.

Onderstaand is per project de mate van doelmatigheid toegelicht.

Figuur 4. Overzicht verdeling subsidie naar projecten

4.3.1 Project Witte Waas

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 180.273 subsidie. Dit is 26% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat alle doel-

stellingen uit het activiteitplan zijn gerealiseerd en bovendien meer jongeren een-op-een

zijn bereikt dan beoogd (+2,8%). Er is sprake van een beperkte budgetoverschrijding

(+0,9%).

4.3.2 Project Bob

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 57.997 subsidie. Dit is 8% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat alle doel-

stellingen uit het activiteitenplan zijn gerealiseerd en meer jongeren een-op-een zijn be-

reikt dan beoogd. Naast het een-op-een aanspreken van jongeren heeft TeamAlert

€ -

€ 50.000

€ 100.000

€ 150.000

€ 200.000

€ 250.000

Subsidie 2014 Subsidie 2015 Subsidie 2016

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 31

620.764 keer een jongere bereikt via verschillende (online) communicatiekanalen. Dit

terwijl de doelstelling 40.000 jongeren bedroeg.

Het bestede budget is een fractie lager dan het aangevraagde budget (-0,5%).

4.3.3 Project StreetTalk

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 67.670 subsidie. Dit is 10% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat alle doel-

stellingen uit het activiteitenplan zijn gerealiseerd. Naast het een-op-een aanspreken van

jongeren heeft TeamAlert 81.627 keer een jongere bereikt via verschillende (online) com-

municatiekanalen. Dit terwijl de doelstelling minimaal 20.000 jongeren bedroeg.

Het aangevraagde en bestede budget komen met elkaar overeen.

4.3.4 Project FietsAlert

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 42.714 subsidie. Dit is 6% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat alle doel-

stellingen uit het activiteitenplan zijn gerealiseerd. Naast het een-op-een aanspreken van

jongeren heeft TeamAlert Instagramadvertenties ingezet met behulp van het principe van

‘influencer marketing’. Bij deze vorm van marketing richt de communicatie zich op een

specifiek en invloedrijk deel van de doelgroep.

Het bestede budget is een iets hoger dan het aangevraagde budget (+1,9%).

4.3.5 Project @TheWheel

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 42.513 subsidie. Dit is 6% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat alle doel-

stellingen uit het activiteitenplan zijn gerealiseerd. Naast het een-op-een aanspreken van

jongeren heeft TeamAlert een communicatiecampagne opgezet, waarbij gebruik is ge-

maakt van het principe van ‘influencer marketing’. Bij deze vorm van marketing richt de

communicatie zich op een specifiek en invloedrijk deel van de doelgroep. @TheWheel

sluit tevens aan bij de landelijke campagne van het ministerie tegen het gebruik van

social media in het verkeer.

Het bestede budget is een iets hoger dan het aangevraagde budget (+1%).

4.3.6 Project FietsFix

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 51.388 subsidie. Dit is 8% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat nagenoeg

alle doelstellingen uit het activiteitenplan zijn gerealiseerd. Het bereik van jongeren via

lokale, regionale en landelijke media heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. Door

het monitoren van de voortgang hiervan heeft TeamAlert extra in een onlinecampagne

geïnvesteerd om zo wel de doelgroep te bereiken.

Het aangevraagde en bestede budget komen met elkaar overeen.

4.3.7 Project Scooter Elite

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 43.137 subsidie. Dit is 6% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat alle doel-

stellingen uit het activiteitenplan zijn gerealiseerd. TeamAlert heeft geconstateerd dat het

online bereik van jongeren achterblijft bij de doelstelling (-50%). TeamAlert zoekt gericht

naar mogelijkheden om dit te verbeteren.

Het aangevraagde en bestede budget komen nagenoeg met elkaar overeen.

32 Sira Consulting B.V.

4.3.8 Educatieve projecten

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 126.113 subsidie. Dit is 18% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat alle doel-

stellingen uit het activiteitenplan zijn gerealiseerd. Naast het een-op-een aanspreken van

jongeren heeft TeamAlert 674.360 keer een jongere bereikt via verschillende (online)

communicatiekanalen. Dit terwijl de doelstelling 150.000 jongeren bedroeg. Op basis van

aanbevelingen uit 2015 heeft TeamAlert diverse projectonderdelen, zoals LaMaZien en

RoadTrip, verder ontwikkelt. Zowel scholen, leerlingen als decentrale overheden waarde-

ren deze beide projecten als hoog.

Het aangevraagde en bestede budget komen met elkaar overeen.

4.3.9 Project 2toDrive

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 63.996 subsidie. Dit is 9% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat alle doel-

stellingen uit het activiteitenplan zijn gerealiseerd en meer jongeren zijn bereikt dan be-

oogd. Zo is de website van 2toDrive meer dan 350.000 keer bezocht (doelstelling was

240.000 bezoekers), zijn meer dan 290.000 jongeren bereikt via verschillende campag-

nes (doelstellingen niet duidelijk) en is 2toDrive 143 keer vermeld in on- en offline media

(doelstelling was 25 keer).

Het aangevraagde en bestede budget komen met elkaar overeen.

4.3.10 Project Ervaringselement

Voor dit project ontving TeamAlert in 2016 € 7.189 subsidie. Dit is 1% van de totale

subsidie. De doelmatigheid van deze subsidieactiviteit lijkt goed te zijn, omdat alle doel-

stellingen uit het activiteitenplan zijn gerealiseerd. Het testen van het ervaringselement

onder de doelgroep is niet gerealiseerd, maar is in 2017 geïntegreerd in de uitvoeringen

van TeamAlert. Voor dit onderdeel is in 2016 dan ook geen subsidie ontvangen.

Het aangevraagde en bestede budget komen met elkaar overeen.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 33

5 Het subsidieproces

5.1 Van aanvraag tot vaststelling

Het subsidieproces kent een jaarlijkse cyclus. In de subsidieregeling zijn uiterlijke tijd-

stippen gesteld waaraan TeamAlert en de minister van IenW zijn gebonden. In de onder-

staande figuur wordt dit proces kort toegelicht en vervolgens in meer detail beschreven.

Figuur 5. Proces subsidieaanvraag en verantwoording

Aanvraag: subsidieontvanger

Voor de definitieve subsidieaanvraag stelt TeamAlert een activiteitenplan, een overzicht

van de projecten en producten met tijdsbesteding en geraamde (externe) kosten, een

begroting en een liquiditeitsbehoefte op. Daarnaast laat zij een rapport met feitelijke

bevindingen over de voorgestelde uurtarieven door een accountant [Subsidieregeling TA,

2015].

De ontwikkeling van het activiteitenplan start bij het management dat de grote lijn uitzet.

Het management vraagt vervolgens om input van de projectleiders en de gedragsonder-

zoekers. De gedragsonderzoekers leveren de wetenschappelijke basis voor het project

(het toepassen van bijvoorbeeld positief belonen). De projectleiders leveren informatie

over de planning en de gewenste resultaten. De input wordt verwerkt in een activiteiten-

plan en voorzien van een visuele weergave.

Volgens de subsidieregeling wordt het activiteitenplan, voordat het officieel wordt gepre-

senteerd aan het ministerie op 1 oktober, op drie verschillende momenten afgestemd:

▪ Op 1 juli verzendt TeamAlert het zogenaamd mini-conceptactiviteitenplan. Dit is een

grove schets van de doelstellingen van TeamAlert van maximaal een A4, waarin de

thema’s staan rondom welke TeamAlert zijn activiteitenplan wil organiseren.

▪ Op 1 september verzendt TeamAlert het conceptactiviteitenplan, dit betreft een na-

dere uitwerking van de thema’s zoals omschreven in het mini-conceptactiviteitenplan

(specifieke activiteiten, uren, externe kosten, planning).

▪ Op 1 oktober stuurt TeamAlert het definitieve activiteitenplan, de begroting, het rap-

port feitelijke bevindingen, de liquiditeitsbehoefte en de begeleidende brief.

In tegenstelling tot wat in de subsidieregeling is opgenomen [Subsidieregeling TA, 2015],

wordt de stap van het op 1 september verzenden van het conceptactiviteitenplan over-

geslagen. In de praktijk wordt op 1 oktober het conceptactiviteitenplan verzonden. Deze

versie is voor circa 95% gereed. Uiterlijk 8 november wordt het definitieve activiteiten-

plan verstuurd.

Subsidieontvanger:

1. Activiteitenplan en

-overzicht opstellen

2. Begroting opstellen

3. Accountantsverklar-

ing uurtarieven

laten opstellen

4. Liquiditeitsprog-

nose opstellen

Subsidieverstrekker:

1. Beoordeling van de

aanvraag

2. Beschikking tot

verlening opstellen

met afspraken over

de prestatie, het

toegekende

subsidiebedrag en

bevoorschotting

uitvoering

Subsidie-

verstrekker:

1. Meldplicht

2. Voortgangs-

overleggen

Subsidieontvanger:

1. Opstellen

inhoudelijke en

financiële

verantwoording

2. Accountantsverklar-

ing jaarrekening en

naleving

verplichtingen laten

opstellen

3. Aanvraag tot

vaststelling doen

Subsidieverstrekker:

1. Beoordeling van de

verantwoording

2. Eventueel

steekproefsgewijze

controle (schriftelijk

of ter plekke)

3. Beschikking tot

vaststelling

vaststelling

Subsidie-

verstrekker:

1. Voortgangs-

overleggen

aanvraag

34 Sira Consulting B.V.

Aanvraag: subsidieverlener

De aanvraag tot subsidieverlening en bijbehorende documenten worden aan de hand van

de Subsidieregeling TeamAlert 2015 beoordeeld door de accounthouder voor TeamAlert,

de juridisch adviseur en de financiële afdeling. Het ministerie heeft dertien weken tijd om

de beschikking tot subsidieverlening op te stellen.

Bij de definitieve beoordeling wordt naast de beoordeling van het activiteitenplan ook

getoetst of sprake is van een economische activiteit en of andere inkomsten en cofinan-

ciering zijn vermeld. Globaal wordt beoordeeld of sprake is van proportionele (externe)

kosten. Vervolgens wordt de subsidiebeschikking opgesteld door een medewerker van de

financiële afdeling. Na ondertekening door de beoordelaars, afdelingshoofd, directeur en

DG wordt deze verstuurd naar TeamAlert en in de interne systemen verwerkt.

Uitvoering: subsidieontvanger en -verlener

Tijdens het subsidiejaar wordt 95% van de toegezegde subsidie uitgekeerd als voorschot.

De uitkering van de subsidievoorschotten vindt plaats per kwartaal. Daarnaast vindt in

het voorjaar en in het najaar een overleg over de voorgang van het activiteitenpro-

gramma plaats tussen het ministerie van IenW en TeamAlert.

Ook is TeamAlert verplicht om tijdens het subsidiejaar melding te maken van afwijkingen

van het activiteitenprogramma, budgetoverschrijdingen van meer dan 10%, onderbeste-

dingen of politiekgevoelige activiteiten (zie bijlage VI). In 2015 en 2016 heeft TeamAlert

twee keer melding gemaakt van een (verwachte) kostenoverschrijding van meer dan

10%.

In het 3e kwartaal van het subsidiejaar wordt de loon- en prijscompensatie vastgesteld.

Hoewel de minister volgens artikel 9 van de Subsidieregeling TeamAlert 2015 niet ver-

plicht is compensatie te verlenen, is deze in de periode 2014 - 2016 jaarlijks verleend.

Bevindingen

▪ Bij de totstandkoming van het definitieve activiteitenplan heeft TeamAlert regelmatig overleg met

het ministerie van IenM. Doordat de samenwerking goed is en de lijnen kort zijn, weten beide

organisaties elkaar snel te vinden. Feedback van de organisaties wordt op een constructieve en

adequate wijze verwerkt.

▪ TeamAlert bespreekt de voortgang van de projecten een keer per kwartaal. De resultaten van dit

overleg worden niet vastgelegd. Om de leereffecten tijdens de projecten inzichtelijk te maken,

bevelen wij aan om de resultaten te documenteren en als onderlegger te gebruiken bij de perio-

dieke monitoring en verbetering van de projecten.

▪ De activiteiten van TeamAlert zijn voornamelijk gericht op het creëren van bewustwording bij

jongeren en in mindere mate op de beleidsbeïnvloeding van overheden. Met betrekking tot de

beleidsbeïnvloeding gelden de volgende aandachtspunten:

o TeamAlert dient explicieter duidelijk te maken wat haar doelstellingen, activiteiten en pres-

taties zijn ten aanzien van beleidsontwikkeling. Hierdoor kan de subsidie verder worden ge-

optimaliseerd.

o De activiteiten rondom beleidsbeïnvloeding worden voornamelijk uitgevoerd door de direc-

teur/bestuurder van TeamAlert. De directeur/bestuurder heeft ook het netwerk om dit te

doen. TeamAlert heeft dit risico geconstateerd en is op dit moment bezig om het netwerk

intern beter te verdelen, zodat het minder afhankelijk wordt van een enkel persoon (risico-

spreiding).

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 35

Vaststelling: subsidieontvanger

Om de subsidie te laten vaststellen is TeamAlert ieder jaar verplicht tot het doen van een

aanvraag tot subsidievaststelling. Hiervoor stelt TeamAlert een activiteitenverslag, een

financieel verslag en geeft zij een overzicht van de stand van zaken van de projecten en

producten. Tevens laat zij twee accountantsverklaringen opstellen over de getrouwheid

van het financieel verslag en over de mate van naleving van de subsidieverplichtingen.

De documenten worden met een begeleidende brief van de directeur voor 1 juli naar het

ministerie van IenW gestuurd ter beoordeling.

Vaststelling: subsidieverlener

Na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling heeft de minister 22 weken de tijd om de

subsidie vast te stellen. De aanvraag tot subsidievaststelling en bijbehorende documen-

ten worden eveneens beoordeeld door de accounthouder van TeamAlert, een juridisch

adviseur en een medewerker van de financiële afdeling van het ministerie van IenM.

Hierbij wordt nagegaan of de afgesproken projecten conform de Subsidieregeling Team-

Alert 2015 zijn uitgevoerd. Vervolgens besluit het ministerie over te gaan tot subsidie-

verlening, waarna de subsidievaststellingsbeschikking wordt opgesteld door een

medewerker van de financiële afdeling. Na ondertekening door de beoordelaars, afde-

lingshoofd, directeur en DG wordt deze verstuurd naar TeamAlert en in de interne sys-

temen verwerkt.

Bevindingen

▪ De verantwoording in de inhoudelijke rapportage sluit goed aan bij het activiteitenplan. TeamAlert

laat navolgbaar zien wat de doelstellingen, activiteiten en prestaties zijn geweest en welke uitgaven

(in tijd en uren) hiertegenover staan. Indien een activiteit niet is uitgevoerd, dan geeft TeamAlert

aan (a) waarom de activiteit niet is uitgevoerd en (b) hoe hier in de toekomst mee wordt omge-

gaan.

▪ De inhoudelijke rapportage van TeamAlert is uitgebreid. Deze kan korter en bondiger worden op-

gesteld door bijvoorbeeld projecttoelichting en/of onderbouwingen in te korten. Dit komt de lees-

baarheid ten goede en hierdoor kan de subsidie verder worden geoptimaliseerd.

In de praktijk verloopt het subsidieproces niet lineair. Gedurende de uitvoering van de

activiteiten zoals gesubsidieerd in jaar 2016 werkt TeamAlert aan de subsidieaanvraag

van 2017 en aan de subsidievaststelling van het jaar 2015.

36 Sira Consulting B.V.

5.2 Administratieve lasten

Standaard Kostenmodel (SKM)

Het in kaart brengen van de regeldruk is gedaan via de landelijk vastgestelde methodiek

voor het meten van regeldruk. Met het Standaard Kostenmodel (SKM) is vervolgens de

regeldruk berekend. Met het SKM analyseren we welke verplichtingen de hoogste regel-

druk veroorzaken en welke activiteiten daaraan ten grondslag liggen (interne of externe

kosten). Deze zogenaamde ‘cost drivers’ vormen de aangrijpingspunten voor het identi-

ficeren van verbetervoorstellen.

In het SKM wordt de regeldruk berekend op het niveau van de verplichtingen uit de sub-

sidieregeling. Voor iedere verplichting is in interviews bepaald wat de kosten zijn om

hieraan te voldoen (P). Vervolgens is bepaald hoe vaak de activiteit wordt uitgevoerd (Q).

De vermenigvuldiging van P x Q levert de regeldruk in € per jaar.

Bij de nulmeting zijn de uurtarieven vastgesteld op € 95 voor medewerkers en € 130 voor

het management van TeamAlert. In de éénmeting is uitgegaan van de actuele uurtarieven

van TeamAlert: een uurtarief van € 84 voor medewerkers en van € 118 voor het ma-

nagement. Voor het bepalen van de uitvoeringslasten is aangesloten bij de integrale loon-

kosten (Kosten-plus tarief, excl. btw) uit de Handleiding Overheidstarieven 2017.

Nulmeting 2015

Bij het opstellen van de subsidieregeling van TeamAlert zijn de administratieve lasten van

de Subsidieregeling TeamAlert 2015 door het ministerie van IenW berekend. Uit deze

berekening blijkt dat de totale administratieve lasten jaarlijks € 17.285 bedragen2. Dit is

circa 2,3% van het totale subsidiebedrag [AL TeamAlert, 2015].

Éénmeting

Tijdens de evaluatie van de Subsidieregeling TeamAlert 2015 zijn de administratieve las-

ten opnieuw berekend3 en blijkt dat deze hoger zijn dan tijdens de nulmeting. Ook zijn

de uitvoeringslasten voor het ministerie van IenW bepaald. Uit deze berekening blijkt dat

de jaarlijkse administratieve lasten € 53.4934 en de uitvoeringslasten € 5.573 bedragen.

De lasten per fase zijn weergegeven in figuur 6.

De belangrijkste administratieve lasten ontstaan bij de subsidieaanvraag en bij de ver-

antwoording:

▪ Het indienen van meerdere (concept)activiteitenplannen, inclusief een begroting en

het laten opstellen van een accountantsverklaring over de forfaitaire uurtarieven kost

TeamAlert jaarlijks ca. 180 uur. Vrijwel alle uren worden gemaakt bij het opstellen

van de conceptactiviteitenplannen. De definitieve subsidieaanvraag kost hierdoor re-

latief weinig tijd. De administratieve lasten voor de subsidieaanvraag bedragen in

totaal ruim € 23.000 voor TeamAlert.

▪ Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient TeamAlert een inhoudelijke en

financiële verantwoording en twee accountantsverklaringen in. Circa 200 van de 208

uur wordt hierbij besteed aan de inhoudelijke verantwoording. De administratieve

lasten voor de aanvraag tot vaststelling bedragen in totaal ruim € 26.000 voor Team-

Alert.

2 Hierbij zijn ook 25 uur opgenomen voor medewerking aan de eindevaluatie.

3 Hierbij is geen tijdsbesteding opgenomen voor medewerking aan de eindevaluatie, omdat deze tij-

dens de evaluatie nog niet konden worden vastgesteld.

4 Een aandachtspunt hierbij is dat geen volledige informatie over de accountantskosten is verkregen,

waardoor deels aannames zijn gedaan. De werkelijke accountantskosten kunnen hiervan afwijken.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 37

Figuur 6. Administratieve lasten TeamAlert (AL) en uitvoeringslasten ministerie IenW (UL)

38 Sira Consulting B.V.

6 Conclusies en aanbevelingen

6.1 Conclusies

1. De subsidiedoelstellingen voor TeamAlert dragen herleidbaar bij aan de beleidsdoel-

stellingen van het ministerie van IenM.

De analyse van de beleidsdoelstellingen van IenW gericht op verkeersveiligheid zijn

direct te relateren aan de subsidiedoelstelling van TeamAlert. Ook de missie en doel-

stellingen van TeamAlert zelf sluiten goed aan op de beleidsdoelstellingen. Omdat de

activiteiten van TeamAlert passen in het verkeers- en vervoersbeleid van het minis-

terie is het verantwoord dat IenM, via de subsidieregeling voor TeamAlert, subsidie

verstrekt.

2. In het (subsidie)beleid is een beperkt aantal indicatoren gedefinieerd om de doelma-

tigheid en de doeltreffendheid van het beleid te toetsen.

In het verkeers- en vervoersbeleid is een beperkt aantal beleidsindicatoren aangege-

ven. Wel is een ambitie uitgesproken omtrent het maximaal aantal verkeersdoden en

gewonden in 2020. In de subsidieregeling voor TeamAlert zelf zijn geen indicatoren

opgenomen. Om toch uitspraken te kunnen doen over de doelmatigheid en doeltref-

fendheid zijn indicatoren afgeleid gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid

en is op basis hiervan bepaald in hoeverre deze direct of indirect een bijdrage leveren

aan de subsidiedoelstellingen.

3. De subsidiedoelstelling die betrekking heeft op ‘Versterken van participatie van jon-

geren van 12 tot en met 24 jaar bij beleidsontwikkeling’ is te algemeen geformuleerd.

Het is vanuit de subsidiedoelstelling en het beleid onvoldoende duidelijk wat verwacht

wordt van TeamAlert ten aanzien van de subsidiedoelstelling: ‘het versterken van de

participatie van jongeren bij beleidsontwikkeling.’ Dit resulteert in het feit dat de ge-

subsidieerde activiteiten hoofdzakelijk gericht zijn op het andere subsidiedoel: ‘het

creëren van bewustwording’. Uit de evaluatie is dan ook geen directe relatie zichtbaar

tussen de gesubsidieerde activiteiten en de doelstelling gericht op beleidsontwikke-

ling.

Om toch aan deze doelstelling te voldoen, is TeamAlert in 2017 gestart met bijvoor-

beeld een jongerenpanel om nog meer input te verzamelen, trends- en gedragspatro-

nen te onderzoeken, etc. Resultaten worden mede gebruikt voor de bijdrage aan de

beleidsontwikkeling.

4. De activiteitenverantwoording (gebruikt voor de vaststelling van de subsidie) sluit

goed aan op het activiteitenplan zoals dat bij de aanvraag is ingediend.

TeamAlert rapporteert transparant en navolgbaar over de doelstellingen, activiteiten

en prestaties. Dit doet TeamAlert onder andere door in de inhoudelijke rapportage

aan te geven in hoeverre de beoogde activiteiten zijn uitgevoerd en wat het bereik

onder jongeren is geweest. Ook bij het niet uitvoeren van bepaalde activiteiten, wordt

middels een onderbouwing uitgelegd wat de reden is voor het niet uitvoeren.

Het opstellen van het activiteitenplan en de inhoudelijke rapportage is onderdeel van

de algehele werkwijze van TeamAlert. Dit betekent dat een groot gedeelte van deze

rapportages (en daarmee de werkzaamheden) ook opgesteld zouden worden indien

er geen sprake zou zijn van een subsidieaanvraag- en verantwoording.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 39

5. Alle projecten leveren een directe of indirecte bijdrage aan de subsidiedoelstellingen,

de doeltreffendheid van de individuele projecten beoordelen wij als goed.

TeamAlert is een relatief kleine organisatie, maar heeft een groot bereik onder jon-

geren in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar. De meeste gesubsidieerde activiteiten

leveren een bijdrage aan de subsidiedoelstelling: ‘het creëren van bewustwording’.

Voor wat betreft de gesubsidieerde activiteiten verricht TeamAlert geen economische

activiteiten in concurrentie met derden. De subsidie wordt voornamelijk gebruikt voor

het (door)ontwikkelen van projecten en het creëren van de juiste randvoorwaarden.

De daadwerkelijke projectuitvoeringen worden vervolgens gefinancierd via decentrale

overheden. Deze werkwijze is een bewuste keuze en ook als zodanig afgestemd met

het ministerie van IenM.

Opvallend is dat een beperkt deel van de activiteiten impliciet gerelateerd is aan het

tweede subsidiedoel: ‘het versterken van de participatie van jongeren bij beleidsont-

wikkeling’. Er is dan ook geen directe relatie geconstateerd tussen de gesubsidieerde

activiteiten en dit subsidiedoel (zie ook conclusie 3).

6. De doelmatigheid van de subsidie lijkt goed te zijn.

Bij het beoordelen van de doelmatigheid gaat het om de vraag of met dezelfde mid-

delen een hoger rendement was te realiseren. Op basis van onder andere het activi-

teitenplan en de inhoudelijke rapportage geeft TeamAlert een helder inzicht in

prestatie indicatoren zoals tijdsbestedingen, bereik en projectwaarderingen (zowel op

projectniveau als in totaal). Gemiddeld bereikt TeamAlert anderhalf keer zoveel jon-

geren dan vooraf beoogd en worden de projecten door jongeren en afnemers (zoals

scholen) als positief ervaren. Daarnaast heeft TeamAlert al haar doelstellingen gere-

aliseerd zonder dat er sprake is van budgetoverschrijdingen.

De activiteiten die een bijdrage leveren aan de subsidiedoelstelling ‘beleidsontwikke-

ling’ zijn te optimaliseren door het helder afbakenen van de doelstelling en hier expli-

ciet projecten en activiteiten bij te benoemen.

7. Het beleidsdoel en de subsidiedoelstellingen zouden zonder de subsidie in mindere

mate zijn gerealiseerd.

TeamAlert is een organisatie die zich specifiek richt op jongeren in de leeftijd van 12

tot en met 24 jaar. Specifiek voor deze doelgroep heeft TeamAlert grote invloed op

het blijvend onder de aandacht brengen van verkeersveiligheid bij jongeren. In de

subsidieregeling is het nut van de subsidie als volgt verantwoord “omdat het borgen

van het publieke belang van duurzame verkeersveiligheid voor jongeren een groot

maatschappelijk nut dient en deze organisatie daartoe is ingericht.”

Er zijn een beperkt aantal organisaties die een beperkt aantal onderdelen zouden

kunnen overnemen, maar allemaal met aanzienlijk minder reikwijdte en impact. De

combinatie van (a) de specifieke doelgroep jongeren en (b) het betrekken van de

wetenschap op het gebied van onder andere verkeersveiligheid, gedrag en social me-

dia, zorgt ervoor dat TeamAlert effectief is voor haar doelgroep.

40 Sira Consulting B.V.

8. Het proces van subsidieaanvraag en -verantwoording verloopt in goede harmonie tus-

sen TeamAlert en IenM.

Uit de gesprekken en de verslagen blijkt dat het proces van de subsidieaanvraag pro-

cedureel goed verloopt. De lijnen zijn kort en het contact is prettig. Hierdoor hebben

beide organisaties goed inzicht in elkaars wensen, behoeften en plannen. Dit bespoe-

digt het tijdig vaststellen van het activiteitenplan. Ook de subsidieverantwoording

verloopt transparant. IenW toetst bij de verantwoording vooral op de rechtmatigheid

van de verstrekte subsidie. De diverse accountantscontroles zien toe op de financiële

verantwoording en onderbouwing.

Op onderdelen is het proces van subsidieaanvraag en -verantwoording te optimalise-

ren en de administratieve lasten te verminderen.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 41

6.2 Aanbevelingen

1. Expliciteer de subsidiedoelstellingen en de daarbij behorende beleidsindicatoren om

deze doelstellingen te monitoren en bij te sturen.

De beleidsindicatoren voor het bepalen van de doelmatigheid en doeltreffendheid zijn

voor deze evaluatie afgeleid uit de subsidiedoelstellingen. Om als ministerie gerichter

het beleid te sturen en te evalueren, adviseren wij de subsidiedoelstellingen en daarbij

behorende beleidsindicatoren te expliciteren. De in deze evaluatie gebruikte indicato-

ren kunnen daarbij als leidraad dienen. Wel adviseren wij om ook beleidsindicatoren

te identificeren die gericht zijn op de doorwerking van het beleid.

Om de aansluiting met het vervoers- en verkeersbeleid te waarborgen adviseren wij

bovendien om ook expliciet te maken aan welke beleidsdoelstellingen en -indicatoren,

de subsidiedoelstellingen een bijdrage leveren.

2. Bepaal als ministerie van IenW op welke wijze de doorwerking van de subsidiedoel-

stellingen van TeamAlert verder is te optimaliseren.

Uit de evaluatie blijkt dat de gesubsidieerde activiteiten van TeamAlert vooral gericht

zijn op de subsidiedoelstelling ‘bewustwording’ en in mindere mate op de subsidie-

doelstelling ‘beleidsontwikkeling’. Aangezien het ministerie bepalend is in de (be-

leids)keuzes, adviseren wij haar om gericht na te gaan op welke wijze de doorwerking

van activiteiten van TeamAlert nog verder is te optimaliseren, zodat ook het effect

van de activiteiten gericht op de beleidsontwikkeling wordt vergroot. Het ministerie

kan dit bijvoorbeeld doen door het formuleren van indicatoren, die bij een goede in-

vulling daarvan, bijdragen aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen van het

ministerie.

3. Stel als TeamAlert een strategie op om ‘de participatie van jongeren van 12 tot en

met 24 jaar bij beleidsontwikkeling’ te versterken.

Uit de evaluatie blijkt dat er geen directe relatie is tussen de subsidiedoelstelling ‘be-

leidsontwikkeling’ en de gesubsidieerde activiteiten. Om aan deze subsidiedoelstelling

te voldoen, adviseren wij TeamAlert om een strategie hiervoor te ontwikkelen. Team-

Alert heeft op basis van haar netwerk en projectuitvoeringen voldoende onderbouwing

(onder andere door uitgevoerde effectmetingen, user experience onderzoeken en we-

tenschappelijke betrokkenheid) om hier invulling aan te geven.

TeamAlert heeft begin 2017 een jongerenpanel opgezet en verzamelt actief signalen

uit projecten. Dit geeft input voor nadere onderzoek, dat uiteindelijk kan leiden tot

publiciteit. Deze opzet heeft inmiddels geleid tot het identificeren van twee belangrijke

topics, te weten afleiding en drugs in het verkeer.

4. Stel als TeamAlert een strategie op met heldere doelstellingen om de afstemming met

decentrale overheden te faciliteren.

Uit gesprekken met decentrale overheden blijkt dat niet altijd duidelijk is wat de toe-

gevoegde waarde van de projecten van TeamAlert is. Door beter te beargumenteren

wat het speelveld is waarin TeamAlert zich bevindt en wat het effect is van de pro-

jecten (onder andere op basis van effectmetingen en user experience onderzoeken),

kan duidelijker worden aangegeven wat de daadwerkelijke impact is van een project.

42 Sira Consulting B.V.

5. Leg vast aan welke eisen het activiteitenplan en -verantwoording moeten voldoen.

Het activiteitenplan en -verantwoording van TeamAlert voldoet aan de wettelijke ver-

eisten, maar is op dit moment vormvrij. Voor een nog betere afstemming over de

subsidiedoelstellingen adviseren wij dat IenW en TeamAlert eens in de twee jaar ge-

zamenlijk een startnotitie opstellen. Hierin kunnen de wensen, ideeën en verwachtin-

gen van IenW en TeamAlert op elkaar worden afgestemd. Uitgangspunt hierbij zijn

de beleidsindicatoren en daaraan gerelateerde subsidiedoelstellingen. TeamAlert kan

deze vervolgens vertalen naar een activiteitenplan toegespitst op concrete beleids-

en prestatie-indicatoren van het ministerie.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 43

Bijlagen bij rapportage:

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert

I Toetsingskader 44

II Geraadpleegde bronnen 46

III Gesprekspartners 47

IV Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek 48

V Beoordelingstabel 51

VI Subsidieverplichtingen TeamAlert 74

44 Sira Consulting B.V.

I Toetsingskader

Algemeen

1. Met welk doel wordt subsidie aangevraagd en verleend?

2. Wat is de (praktische) betekenis van het in de subsidieregeling omschreven subsi-

diedoel?

3. Wat is het vooraf beoogde effect van de subsidie?

4. Wat is de primaire doelgroep van de organisatie?

5. Hoe is het jaarprogramma tot stand gekomen en welke rol hebben partijen hierin

gehad?

Subsidieaanvraag en -verantwoording

6. Wat zijn de administratieve lasten van de subsidie voor de organisatie (aanvraag en

vaststelling)?

7. Wat zijn de uitvoeringskosten van de subsidie voor het ministerie van IenW (aan-

vraag en vaststelling)?

8. In welke mate is de beschikte subsidie vastgesteld?

9. Is het subsidieplafond gedurende de jaren 2014 tot en met 2017 maximaal bereikt?

10. Hoe is de huidige omvang van de egalisatiereserve tot stand gekomen?

11. Zijn de forfaitaire uurtarieven na de subsidiebeschikking gedurende de jaren 2014

tot en met 2017 gewijzigd? Zo ja, zijn deze verantwoord?

12. Op welke wijze wordt onderscheid gemaakt tussen de subsidie-inkomsten en overige

inkomsten van derden?

13. Welke prestatie-indicatoren zijn afgesproken en in welke mate zijn deze gekwantifi-

ceerd?

14. Zijn er met het ministerie van IenW aanvullende afspraken gemaakt?

Doeltreffendheid

15. Welke activiteiten zijn met behulp van de subsidie uitgevoerd?

16. Wat is het bereik van de uitgevoerde activiteiten?

17. Is de beoogde doelgroep bereikt bij het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten?

18. Hoe dragen de uitgevoerde activiteiten bij aan het bereiken van het subsidiedoel?

19. Welke externe factoren (positief en negatief) spelen een rol bij het realiseren van het

beoogde effect en hoeveel invloed hebben deze?

20. Zijn er andere mogelijkheden om de doelgroep te bereiken? Zo ja, welke?

21. Zijn er andere mogelijkheden om het subsidiedoel te bereiken? Zo ja, welke?

22. Wordt het effect van de geleverde prestaties gemeten? Zo ja, hoe? Zo nee, wat doet

de organisatie om een optimale doorwerking van de geleverde prestaties te bevor-

deren?

23. In hoeverre is aan de prestatie-indicatoren (zoals opgenomen in de beschikking)

voldaan (zijn er bijvoorbeeld activiteiten niet uitgevoerd)?

24. In hoeverre heeft de subsidie bijgedragen aan het behalen van de doelen en presta-

ties?

25. Zijn er mogelijkheden om het effect van de prestaties te vergroten?

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 45

Doelmatigheid

26. Hoe komt de hoogte van het subsidiebedrag tot stand?

27. Kunnen de (uitvoerings)kosten van de organisatie worden verlaagd en zo ja, hoe?

28. Kan het rendement van de geleverde prestatie worden verhoogd en zo ja, hoe?

29. Wat zou er gebeuren als de organisatie geen subsidie meer ontvangt? En in hoeverre

verschilt dit van wat nu met de subsidie wordt gerealiseerd?

30. Wat is de indruk ten aanzien van de hoogte van de subsidie (incl. forfaitaire uurta-

rieven) in relatie tot vergelijkbare subsidieontvangers?

Informatievoorziening

31. Op welke wijze wordt het ministerie geïnformeerd over relevante informatie (bijv.

gevoeligheden, verantwoording financiële middelen, statutenwijziging)?

32. Op welke wijze informeert het ministerie de organisatie over zaken rondom de sub-

sidie?

33. Hoe is de onderlinge relatie tussen het ministerie van IenW en de organisatie?

46 Sira Consulting B.V.

II Geraadpleegde bronnen

Voor het bronnenonderzoek zijn verschillende documenten geraadpleegd. Het gaat hierbij

om achtergrondinformatie over Veilig Verkeer Nederland, programma-informatie van het

ministerie van IenW en aanvullende documentatie over inhoudelijke projecten van de

subsidierelatie. Onderstaand is een overzicht van documenten en bronnen opgenomen

die gedurende de evaluatie zijn geraadpleegd.

TeamAlert

▪ Activiteitenplan 2014, 2015, 2016 en 2017

▪ Jaarverslagen 2014, 2015 en 2016

▪ Activiteitenverslag 2014, 2015 en 2016

▪ Programma begroting 2014, 2015, 2016 en 2017

▪ Accountant verklaring forfaitaire uurtarieven 2014, 2015, 2016 en 2017

▪ Controleverklaring 2014, 2015, 2016

▪ Assurance rapport 2014, 2015, 2016

▪ User experience onderzoeken

▪ Effectmetingen

▪ Procesevaluaties

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

▪ Subsidieregeling TeamAlert 2015

▪ Subsidiebeschikking 2014, 2015, 2017 en 2017

▪ Subsidievaststelling 2014, 2015, 2016

▪ Aanbiedingsbrief subsidieaanvraag 2014, 2015, 2016 en 2017

▪ Compensatie arbeidskosten en prijsontwikkeling 2014, 2015, 2016 en 2017

▪ Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2008-2020

▪ Maatregelen Beleidsimpuls Verkeersveiligheid

Overige bronnen

▪ Website TeamAlert

▪ Facebookpagina TeamAlert

▪ Twitteraccount TeamAlert

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 47

III Gesprekspartners

Bij de uitvoering van de evaluatie is een begeleidingscommissie betrokken waarmee de

onderzoeksopzet en de onderzoeksresultaten zijn afgestemd. Daarnaast zijn interviews

uitgevoerd met medewerkers van TeamAlert, medewerkers van IenW en samenwerkings-

partners van TeamAlert. In deze bijlage zijn de leden van de begeleidingscommissie en

de betrokken medewerkers van TeamAlert weergegeven. In paragraaf 2.2 (tabel 1) zijn

de geïnterviewde samenwerkingspartners genoemd.

Tabel 4. Overzicht van betrokkenen bij de evaluatie

Naam Organisatie Functie

Begeleidingscommissie

Mw. I. Janssen Ministerie IenM Sr. adviseur bedrijfsvoering

Mw. H. Langendijk Ministerie IenM Jurist

Dhr. H. Ootes Ministerie IenM Sr. adviseur bedrijfsvoering

Mw. M. Ronteltap Ministerie IenM Sr. beleidsmedewerker

Dhr. J. van der Sar Ministerie IenM Sr. beleidsmedewerker

Dhr. T. Smaak Ministerie IenM Financieel medewerker

Dhr. R. Verweij Ministerie IenM Sr. beleidsmedewerker

Dhr. J. Sleifer Ministerie FIN Coördinerend beleidsmedewerker Be-

sturing, Bekostiging, en beheer Euro-

pese middelen

Geïnterviewden TeamAlert

Dhr. H. Schravemade TeamAlert Directeur

Dhr. A. Bouwers TeamAlert Manager

Mw. L. van Maurik TeamAlert Projectleider

48 Sira Consulting B.V.

IV Regeling Periodiek Evaluatieonder-

zoek

Regeling van de Minister van Financiën van 15 augustus 2014 houdende regels voor pe-

riodiek evaluatieonderzoek (Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek).

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 38, tweede lid, onder a, van de Comptabiliteitswet 2001;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Onderzoek naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid: het periodieke onder-

zoek, zoals bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

b. Subsidie-evaluatie: de evaluatie van een subsidie, zoals bedoeld in artikel 4:24

van de Algemene wet bestuursrecht.

c. Beleidsdoorlichting: een synthese-onderzoek naar de doeltreffendheid en de

doelmatigheid van (een substantieel, samenhangend deel van) het beleid, dat

wordt gevoerd op grond van één of meer beleidsartikelen van de Rijksbegroting.

d. Doeltreffendheid van het beleid: de mate waarin de beleidsdoelstelling dankzij

de inzet van de onderzochte beleidsinstrumenten wordt gerealiseerd.

e. Doelmatigheid van het beleid: de relatie tussen de effecten van het beleid en de

kosten van het beleid.

f. Onafhankelijke deskundige: een natuurlijk persoon die inhoudelijk deskundig is

maar geen verantwoordelijkheid draagt voor het te onderzoeken beleid.

Artikel 2. Onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid

1. Het onderzoek naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid kent de volgende kwa-

liteitseisen:

a. Het onderzoek maakt duidelijk welk beleid wordt onderzocht en wat de doelstel-

lingen van dat beleid zijn.

b. Het onderzoek beoogt de vraag te beantwoorden in hoeverre het beleid, alsmede

de daarmee samenhangende uitgaven, doeltreffend of doelmatig is.

c. De conclusies van het onderzoek worden onderbouwd door onderliggende be-

vindingen.

d. De in het onderzoek gebruikte onderzoeksmethode is valide en betrouwbaar, het

rapport geeft inzicht in de gebruikte evaluatiemethode en in de mogelijkheden

en onmogelijkheden om de doeltreffendheid en/of de doelmatigheid van het be-

treffende beleid vast te stellen.

2. Bij de uitvoering van een onderzoek naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid

wordt minimaal één onafhankelijke deskundige betrokken.

3. De onafhankelijk deskundige geeft een onafhankelijk oordeel over het uitgevoerde

onderzoek.

4. De manier waarop een of meer onafhankelijke deskundigen bij het onderzoek be-

trokken is/zijn geweest wordt beschreven in het onderzoeksrapport.

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 49

Artikel 3. De beleidsdoorlichting

1. Al het beleid dat mede wordt gevoerd op grond van een of meer beleidsartikelen uit

de Rijksbegroting wordt periodiek (bijvoorbeeld eens per vier jaar en ten minste eens

in de zeven jaar) geëvalueerd in een beleidsdoorlichting. In de begroting en het jaar-

verslag wordt aangegeven welke beleidsdoorlichtingen in welk jaar zijn of worden

uitgevoerd.

2. Een beleidsdoorlichting bevat in ieder geval de volgende onderdelen:

a. een afbakening van het te onderzoeken beleidsterrein;

b. de gehanteerde motivering voor het beleid en de met het beleid beoogde doelen;

c. een beschrijving van het beleidsterrein en de onderbouwing van de daarmee

gemoeide uitgaven;

d. een overzicht van eerder uitgevoerd onderzoek naar doeltreffendheid en doel-

matigheid en een onderbouwing van de gekozen evaluatieprogrammering;

e. de effecten van het gevoerde beleid en een analyse en beoordeling van de doel-

treffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid, dat wil zeggen alle in-

strumenten in hun onderlinge samenhang, en – indien relevant – de effecten

van het beleid op economische groei en regeldruk;

f. een beschouwing over de maatregelen die genomen kunnen worden ter verdere

verhoging van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het beleid;

g. een beschrijving van beleidsopties indien er significant minder middelen (-/-

20%) beschikbaar zijn.

3. De minister die het aangaat, zendt de beleidsdoorlichting aan de Tweede Kamer der

Staten-Generaal.

4. Bij elke beleidsdoorlichting geeft ten minste een van de betrokken onafhankelijke

deskundigen een oordeel over de kwaliteit van de beleidsdoorlichting en een toelich-

ting op de betrokkenheid en inbreng van de onafhankelijke deskundige bij de tot-

standkoming van de beleidsdoorlichting. Deze toelichting wordt opgenomen in de

beleidsdoorlichting of als bijlage meegestuurd naar de Tweede Kamer.

5. Onverminderd hetgeen bepaald is in artikel 2, tweede lid, zijn onafhankelijke des-

kundigen die betrokken zijn bij een beleidsdoorlichting niet afkomstig van een mi-

nisterie. Medewerkers van inspectiediensten, de Auditdienst Rijk en departementale

onderzoeksinstellingen met een onafhankelijke status kunnen wel als onafhankelijke

deskundige optreden.

Artikel 4. Subsidie-evaluaties

Onverminderd hetgeen bepaald is in de Algemene wet bestuursrecht zijn de kwaliteitsei-

sen uit artikel 2, eerste lid, van toepassing op subsidie-evaluaties.

Artikel 5. Intrekken oude regeling

De Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek, zoals laatstelijk gewijzigd op 1 januari 2013

wordt ingetrokken.

Artikel 6. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

50 Sira Consulting B.V.

Deze regeling wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 15 augustus 2014

De Minister van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 51

V Beoordelingstabel

Tabel met informatie voor beoordeling doeltreffendheid en doelmatigheid.

In de onderstaande tabel is de informatie opgenomen om de doeltreffendheid en de doel-

matigheid van de subsidie te beoordelen. In de tabel zijn alle activiteiten uit het activi-

teitenplan van de subsidieaanvraag opgenomen. Vervolgens is nagegaan welke prestaties

zijn geleverd (output) en welk effect (outcome) hiermee is bereikt. Een voorbeeld: in het

activiteitenplan is opgenomen om nieuwe communicatiemiddelen te ontwikkelen voor

kennisoverdracht en bekendheid van de boodschap (Witte Waas). Hiervoor heeft Team-

Alert een communicatiecampagne ingezet om met jongeren voorafgaand, tijdens en na

het project in contact te zijn over de boodschap om zonder alcohol en drugs het verkeer

in te gaan. Het effect is dat, door herhaling van de boodschap en meer contactmomenten,

de boodschap beter beklijft.

Per activiteit hebben we aangegeven in hoeverre deze bijdraagt aan de subsidiedoelstel-

lingen:

Creëren van bewustwording. Hierbij gaat het om de vraag of het effect van de gele-

verde prestatie het gedrag van jongeren mogelijk heeft beïnvloed (bijvoorbeeld door

contact met TeamAlert ligt het voor de hand dat jongeren nadenken over verkeers-

veiligheid en ook zelf hun gedrag aanpassen.

Beleidsontwikkeling. Hierbij gaat het om de vraag of het effect van de geleverde pres-

taties het beleid van overheden (gemeenten, provincies, etc.) of organisaties (scho-

len, verenigingen, bedrijven etc.) mogelijk heeft beïnvloed (bijvoorbeeld door contact

met TeamAlert over afleiding in het verkeer heeft de gemeente verkeersveiligheid op

de agenda gezet of aangescherpt.

Per activiteit in de tabel geven we aan of het gerealiseerde effect (outcome) een bijdrage

heeft geleverd aan de subsidiedoelstellingen. Is dit expliciet duidelijk dan geven we dit

aan met (●). Bijvoorbeeld: de ontwikkeling van een Virtual Reality bril is direct ingezet

bij speciale evenementen, waardoor jongeren direct geconfronteerd worden met de ge-

volgen van alcohol en drugs in het verkeer. Is er impliciet een relatie te leggen tussen de

outcome en de subsidiedoelstelling dan geven we dit aan met (o). Bijvoorbeeld: het trai-

nen van voorlichtingsmedewerkers van TeamAlert levert geen directe bijdrage aan de

subsidiedoelstellingen, maar is wel een randvoorwaarde om een kwalitatief goed project

uit te voeren. Indien er niets ingevuld is, dan zien wij geen herleidbare bijdrage aan de

subsidiedoelstellingen. We zijn niet nagegaan wat de daadwerkelijke invloed van Team-

Alert is op de verkeersveiligheid. Hiervoor dienen ook andere (externe) factoren te wor-

den meegenomen. Dit valt buiten de scope van deze evaluatie.

Herleidbaarheid van de analyse

De informatie is verkregen uit het activiteitenverslag 2016 [AV], aangeleverde documen-

ten [AD] of uit interviews met medewerkers [IV]. Soms is informatie door de onderzoe-

kers geïnterpreteerd, dit is dan aangegeven met [IO]. Binnen de doorlooptijd van het

project is het voor TeamAlert (TA) niet mogelijk gebleken om alle benodigde informatie

te achterhalen, in die gevallen geven we dit aan met ‘onbekend’.

52 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

A. Witte Waas: subsidie € 180.272,51 (2016)

Aanschaffen nieuwe

materialen en mid-

delen (AP).

Verschillende materialen

zijn vervangen die jaar-

lijks nodig zijn. Er zijn

bijvoorbeeld nieuwe vi-

sitekaartjes, kauwgom

en oordopjes aange-

schaft die iedere uitvoe-

ring ingezet worden.

Om het project inhou-

delijk nog sterker te

maken is een fotobox

toegevoegd aan het

project (AV).

Indirect effect.

Nieuwe materialen

en middelen zijn ge-

bruikt t.b.v. uitvoe-

ringen gefinancierd

door IenW (30 uit-

voeringen met een

bereik van 58.528

jongeren een-op-

een) en decentrale

overheden (15 uit-

voeringen met een

bereik van 17.599

jongeren) (AV).

Ja o

Ontwikkelen nieuwe

communicatiemid-

delen voor kennis-

overdracht en

bekendheid (AP).

TA heeft een communi-

catiecampagne ingezet,

bestaande uit Face-

bookadvertenties, een

advertentie in de Metro

en een Witte Waas after

movie. De after movie is

afgespeeld tijdens het

Amsterdam Dance

Event (AV).

Direct effect. Op de

Facebookadverten-

ties kwamen 132 re-

acties. Van de Witte

Waas doelgroep op

Facebook is 35% be-

reikt. De directe ef-

fecten van de Metro

advertentie en de af-

ter movie zijn niet

bekend (AV).

Ja ●

Onderzoeken mo-

gelijkheid om een

ervaringselement

toe te voegen aan

Witte Waas (AP).

In 2016 is er een Virtual

Reality bril ontwikkeld

voor Witte Waas, welke

is ingezet op speciale

evenementen (o.a. het

Amsterdam Dance

Event) (AV).

Direct effect. Ingezet

op speciale evene-

menten waar de

juiste doelgroep van

Witte Waas is. Het

aantal evenementen

en bereikte jongeren

is niet aangegeven in

de inhoudelijke rap-

portage (AV).

Ja ●

Implementeren in-

formatie rondom de

wetswijziging bin-

nen de gesprekken

(AP).

Wetswijziging is in 2016

nog niet ingegaan door

problemen met de aan-

besteding van speeksel-

testen. Om deze reden

was het niet mogelijk

om de wetswijziging te

N.v.t. Nee ●

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 53

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

implementeren in het

project (AV).

Opbouwen duur-

zame relaties met

festivalorganisato-

ren. TA streeft er-

naar om in 2016 op

60% van de festi-

vals te staan waar

Witte Waas in 2015

is ingezet (AP).

TA heeft 21 van de 30

festivals (70%) die het

heeft bezocht in 2015

ook in 2016 bezocht

(AV).

Direct effect. Het be-

treft 21 uitvoeringen

gefinancierd door

IenM, waarbij 41.644

jongeren een-op-een

zijn bereikt (AV).

Ja ●

Trainen voorlich-

tingsmedewerkers

en teamleiders op

welke manier ze de

doelgroep het beste

kunnen benaderen

en wat de effecten

van drugs zijn op

het rijgedrag. Daar-

naast wordt ge-

traind op het

gebruik van de in-

formatie over de

wetswijziging bin-

nen de gesprekken

(AP).

In april 2016 is er een

avond georganiseerd

voor de voorlichtings-

medewerkers van TA.

Aangezien de wetswijzi-

ging m.b.t. drugs in het

verkeer niet is doorge-

gaan in 2016, is hier

geen aandacht aan ge-

geven in de training

(AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers zijn getraind

over hoe zij de doel-

groep het beste kun-

nen benaderen en

wat de effecten van

drugs zijn op het rij-

gedrag (AV).

Ja o

Organiseren trai-

ning voor de voor-

lichtingsmedewer-

kers waarin team-

building centraal

staat (AP).

Er is een teambuildings-

dag georganiseerd

waarin teambuilding en

werken in een groep

met jonge mensen cen-

traal stond (AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers hebben de

teambuildingsdag

bijgewoond en heb-

ben leren samenwer-

ken met verschillen-

de typen mensen

(AV).

Ja o

Uitvoeren van een

user experience on-

derzoek (AP).

Het user experience on-

derzoek is uitgevoerd

(79 respondenten)

(AV).

Direct effect. 79 res-

pondenten hebben

aangegeven positief

te staan tegenover

de werkwijze binnen

het project en de

voorlichtingsmede-

werkers. Zij waarde-

ren zowel het project

Ja ● o

54 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

als de voorlichtings-

medewerkers goed

(met een 8 en 7.6)

en associëren het

project met positieve

termen als informa-

tief, positief en leuk

(AV).

Streven naar een

een-op-een bereik

van 57.000 jonge-

ren met uitvoerin-

gen (AP).

TA heeft met Witte

Waas op 45 verschil-

lende festivals gestaan

en is inhoudelijk met

76.127 jongeren in ge-

sprek gegaan over de

invloed van drugs (in

combinatie met alcohol)

in het verkeer (AV).

Direct effect. D.m.v.

30 uitvoeringen, ge-

financierd door IenW

(bereik 58.528) en

15 uitvoeringen gefi-

nancierd door decen-

trale overheden

(bereik 17.599) zijn

76.127 jongeren

een-op-een bereikt

(AV).

Ja ●

Uitvoeren van 30

uitvoeringen gefi-

nancierd door het

ministerie van IenW

(AP).

30 uitvoeringen (AV). Direct effect. D.m.v.

30 uitvoeringen zijn

58.528 jongeren

een-op-een bereikt

(AV).

Ja ●

Uitvoeren van 15

uitvoeringen gefi-

nancierd door de-

centrale overheden

(AP).

15 uitvoeringen (AV). Direct effect. D.m.v.

15 uitvoeringen zijn

17.599 jongeren

een-op-een bereikt

(AV).

Ja ●

Bereiken van

2.500.000 jongeren

via (online) com-

municatiekanalen

(social media activi-

teiten, on- en off-

line advertising,

free publicity en de

website van TA)

(AP).

Berichten op de eigen

Facebookpagina van TA,

Facebookadvertenties

en berichten op Insta-

gram. Verder wordt de

website van TA met

daarop de foto’s van de

uitvoeringen goed be-

zocht en is een after

movie gemaakt. Deze

video staat op YouTube

en is gedeeld via onze

eigen kanalen en die

van de Stadsregio Am-

sterdam (AV).

Direct effect. Via di-

verse communicatie-

kanalen zijn

2.630.331 jongeren

bereikt met de bood-

schap van Witte

Waas (AV).

Ja ●

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 55

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

50 keer genoemd

worden op diverse

websites en web-

logs en in lokale,

regionale en lande-

lijke media (AP).

20 publicaties in on- en

offline media. Het aan-

tal van 50 is niet ge-

haald. TA had verwacht

dat in 2016 de speek-

seltest ingevoerd zou

worden, door het niet

doorgaan hiervan heeft

een ingecalculeerd pers-

moment niet plaatsge-

vonden (AV). Een

gedragsonderzoeker

van TA is aanwezig ge-

weest in het BNN-pro-

gramma ‘Spuiten en

Slikken’ (AV).

Direct effect. D.m.v.

20 publicaties in on-

en offline media zijn

317.595 jongeren

bereikt (AV). Via het

BNN-programma

‘Spuiten en Slikken’

zijn 151.000 mensen

bereikt (AV).

Deels ●

B. Bob: subsidie € 57.996,69 (2016)

Ontwikkelen mate-

rialen en aanschaf-

fen gadgets (AP).

Verschillende materialen

zijn vervangen die jaar-

lijks nodig zijn. Er zijn

bijvoorbeeld nieuwe fly-

ers, lolly’s en ken-

nisquizjes aangeschaft

die iedere uitvoering in-

gezet worden. Daar-

naast is het decor van

BobZone (in samenhang

met de Bobsnor) door-

ontwikkeld (AV).

Indirect effect.

Nieuwe materialen

en gadgets zijn ge-

bruikt bij de Bob-

projecten (Bobtival

15 keer en BobZone

6 keer ingezet). Deze

zijn met subsidie van

decentrale overhe-

den aangeschaft. In

totaal hebben de

voorlichtingsmede-

werkers 7.174 jonge-

ren gesproken op

locatie (AV).

Ja o

Organiseren trai-

ning teamleiders en

voorlichtingsmede-

werkers (AP).

Training van het Trim-

bos-instituut voor voor-

lichtingsmedewerkers

en teamleiders over de

effecten van alcohol op

het lichaam. Daarnaast

hebben teamleiders een

mediatraining gevolgd

(AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers en teamleiders

zijn getraind over de

effecten van alcohol

op het lichaam en er

is een link gemaakt

naar het verkeer en

de gesprekken met

jongeren. Teamlei-

ders zijn via de me-

diatraining voorbe-

Ja o

56 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

reid om de pers te

woord te staan (AV).

Vernieuwen van het

feitenboekje (AP).

Vernieuwd feitenboekje

met wijzigingen, feiten

en een nieuwe vormge-

ving. Het feitenboekje

wordt op iedere uitvoe-

ring meegegeven met

de uitvoeringmedewer-

kers (AV).

Indirect effect. Naast

inhoudelijke kennis

over feitcodes en bij-

behorende tarieven,

worden voorlich-

tingsmedewerkers

(door de vernieuwde

vormgeving) sneller

uitgenodigd om het

feitenboekje te lezen

(AV).

Ja o

Aanschaffen kleding

voor voorlichtings-

medewerkers (AP).

Nieuwe T-shirts en ves-

ten aangeschaft. Hierop

is het vernieuwde logo

van TA geplaatst (AV).

Indirect effect. Her-

kenbare kleding is

een randvoorwaarde

voor het kwalitatief

goed uitvoeren van

de projecten (IO).

Ja o

Uitvoeren van een

user experience on-

derzoek (AP).

Het user experience on-

derzoek is uitgevoerd

(69 respondenten)

(AV). Het resultaat is

vastgelegd in een on-

derzoeksrapport.

Direct effect. 69 res-

pondenten hebben

aangegeven positief

te staan tegenover

de werkwijze binnen

het project en de

voorlichtingsmede-

werkers. Zij waarde-

ren zowel het project

als de voorlichtings-

medewerkers goed

(met een 8,2 en 8,3)

en associëren het

project met positieve

termen als positief,

informatief en nuttig

(AV).

Ja ● o

Onderzoeken effec-

tiviteit van het prin-

cipe positief

belonen onder jon-

geren (AP).

Het onderzoek naar de

effectiviteit is uitge-

voerd. Door middel van

5 verschillende groepen

is het effect gemeten

van zowel het aangaan

van een deal om beter

gedrag te vertonen in

het verkeer, als ook het

Direct effect. Het

blijkt dat de groep

die de deal is aange-

gaan, aangeeft zich

beter te gedragen in

het verkeer. In de in-

houdelijke rappor-

tage is niet aange-

Ja ● o

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 57

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

effect wanneer hier een

beloning aan vast zit

(AV). Het resultaat is

vastgelegd in een on-

derzoeksrapport. Dit is

niet aangegeven in de

inhoudelijke rapportage.

geven hoeveel deel-

nemers hebben mee-

gedaan aan het

onderzoek (AV).

Afstemmen uitvoe-

ringen van de Bob-

projecten met VVN

(AP).

TA en VVN hebben peri-

odiek hun activiteiten-

kalenders naast elkaar

gelegd en afgestemd.

Tevens hebben TA en

VVN beiden een cam-

pagne bedacht om Bob

te bedanken (AV).

Indirect effect. Door

het afstemmen van

de activiteiten van

TA en VVN kan tijdig

worden bijgestuurd

indien blijkt dat een

organisatie met een-

zelfde activiteit of

thema op dezelfde

locatie aanwezig is

(AV).

Ja o

Bereiken van

40.000 jongeren

via (online) com-

municatiekanalen,

waaronder de web-

site van TA (AP).

Tweeledige Facebook-

campagne: enerzijds de

GoPro campagne, waar-

bij een GoPro camera

gewonnen kon worden

en anderzijds een on-

derdeel met stellingen

om interactie uit te lok-

ken bij de doelgroep.

Tevens is een winactie

georganiseerd waarbij

jongeren een originele

manier van veilig thuis-

komen moesten foto-

graferen en delen via

social media (AV).

Direct effect. Via di-

verse communicatie-

kanalen zijn 620.764

jongeren bereikt met

de Bob-projecten.

Aanvullend zijn nog

eens 125.000 jonge-

ren bereikt via een

online winactie (AV).

Ja ●

C. StreetTalk: subsidie € 67.697,11 (2016)

Onderzoeken mo-

gelijkheden om een

spel of onderdeel te

ontwikkelen met

een ervaringsele-

ment, om zo een

praktijksituatie na

Toevoeging ervarings-

element Virtual Reality

voor de gevaren van

‘tunnelvisie’, wat kan

ontstaan als iemand

met alcohol op deel-

neemt aan het verkeer

(AV).

Direct effect. TA

heeft binnen Street-

Talk een ervarings-

element toegevoegd

in de vorm van VR

(AV).

Ja ●

58 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

te kunnen bootsen

(AP).

Aanschaffen nieuwe

materialen (AP).

Twee sets Virtual Real-

ity brillen. Daarnaast

zijn verschillende mate-

rialen vervangen, zoals

bijvoorbeeld batterijen,

een camera en foto-

kaartjes

Indirect effect.

Nieuwe materialen

en middelen zijn ge-

bruikt bij de inzet

van StreetTalk (43

keer ingezet met een

bereik van 13.550

jongeren) (AV).

Ja o

Trainen teamleiders

en voorlichtingsme-

dewerkers op het

gebruik van de

nieuwe materia-

len(AP).

Training voorlichtings-

medewerkers en team-

leiders over het

ervaringselement en

welke vragen ze konden

stellen aan de jongeren

(AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers en teamleiders

zijn d.m.v. het erva-

ringselement ge-

traind (AV).

Ja o

Actualiseren vragen

en stellingen (AP).

De vragen en stellingen

voor het videoteam zijn

aangepast, zodat de uit-

voering beter aansluit

op de doelgroep (draag-

vlak) (AV).

Indirect effect. Het

project is kwalitatief

verbetert. Stellingen

sluiten beter aan bij

de doelgroep (IO).

Ja o

Trainen voorlich-

tingsmedewerkers

en teamleiders op

het in gesprek gaan

met jongeren (AP).

Training over het toe-

passen van de juiste in-

terviewtechnieken en

communicatiestrategie

(2 trainingsavonden)

(AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers en teamleiders

getraind in het toe-

passen van de juiste

interviewtechnieken

en het enthousias-

meren van jongeren

(AV).

Ja o

Vernieuwen muziek

voor de video’s

(AP).

Nieuwe muziek en vi-

deo’s (AV).

Indirect effect. Het

project is kwalitatief

verbetert (IO).

Ja o

Uitvoeren user ex-

perience onderzoek

(AP).

Het user experience on-

derzoek is uitgevoerd

(96 respondenten)

(AV). Het resultaat is

vastgelegd in een on-

derzoeksrapport.

Direct effect. 96 res-

pondenten hebben

aangegeven positief

te staan tegenover

de werkwijze binnen

het project en de

voorlichtingsmede-

Ja ● o

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 59

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

werkers. Zij waarde-

ren zowel het project

als de voorlichtings-

medewerkers goed

(met een 8,2 en 8,3)

en associëren het

project met positieve

termen als informa-

tief, positief en leuk.

Het project is hoger

beoordeeld dan vorig

jaar (AV).

Uitvoeren effect-

evaluatie naar ge-

bruikte gedrags-

beïnvloedingsme-

chanisme self-per-

suasion (AP).

Onderzoek afgerond

naar gedragsbeïnvloe-

dingsmechanisme ‘self-

persuasion’ op het

smartphonegebruik van

jongeren op de fiets

(AV). Het resultaat is

vastgelegd in een on-

derzoeksrapport. Dit is

niet aangegeven in de

inhoudelijke rapportage.

Direct effect. Door

jongeren te betrek-

ken bij het onder-

zoek, worden zij

bewust gemaakt van

de gevaren van alco-

hol in het verkeer

(IO).

Ja ● o

Bereiken van

20.000 jongeren

via de website en

social media (AP).

Berichten via de Face-

bookpagina van TA, ad-

vertenties op Facebook

en de website van TA.

Voor de Stadsregio Am-

sterdam is er tijdens

een uitvoering in Am-

sterdam een after mo-

vie gemaakt die via

YouTube te bekijken is

door jongeren (AV).

Direct effect. Via di-

verse communicatie-

kanalen zijn 81.627

jongeren bereikt met

StreetTalk via ver-

schillende (online)

communicatiekana-

len (AV).

Ja ●

D. FietsAlert: subsidie € 42.714,43 (2016)

Aanschaffen ver-

vangende materia-

len (AP).

Materialen vervangen,

zoals nieuwe visite-

kaartjes en kennisquiz-

jes (AV).

Indirect effect.

Nieuwe materialen

zijn gebruikt bij de

inzet van FietsAlert

(45 keer ingezet met

een bereik van

12.088 jongeren)

(AV).

Ja o

60 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

Monitoren ontwik-

kelingen op het ge-

bied van social

media gebruik en

apps door jongeren

(AP).

Na onderzoek inge-

speeld op de

Instagramtrend

#sharingiscaring en so-

cial influencers. Social

influencers delen hun

persoonlijke boodschap

of ervaring met hun vol-

gers door middel van

een hashtag of een

korte video (AV).

Direct effect. Door de

introductie van

nieuwe social media

(zoals Instagram) is

het bereik per uit-

voering vergroot. Bo-

vendien sluit het

project aan op de

trends en ontwikke-

lingen van jongeren

(IO).

Ja ●

Aanpassen bood-

schap per leeftijds-

categorie: 12 t/m

16 jaar en 17 t/m

24 jaar (AP).

Doorontwikkeling van

het project door meer in

te spelen op de eigen-

schappen per leeftijds-

categorie (#goudentip,

stickers, speciale visite-

kaartjes) (AV).

Indirect effect. De

doorontwikkeling

heeft geleid tot een

betere aansluiting bij

de (sub)doel-

groep(en). Hierdoor

is TA in staat om de

doelgroep beter te

benaderen, maar ook

om de doelgroep uit

te breiden (IO).

Ja o

Trainen voorlich-

tingsmedewerkers

op het gebruik van

feiten en cijfers

rondom de onder-

werpen fiets, ver-

keersveiligheid,

jongeren en aflei-

ding in het verkeer

(AP).

TA heeft, nadat de ont-

wikkeling van het pro-

ject afgerond was, een

training georganiseerd

waarin de voorlichtings-

medewerkers uitleg kre-

gen over de vernieuwde

onderdelen binnen het

project (AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers getraind over de

vernieuwde onderde-

len van het project

(AV).

Ja o

Bekijken mogelijk-

heden om in 2016

een samenwerking

aan te gaan met de

Fietsersbond (AP).

TA en de Fietsersbond

hebben gezamenlijk be-

sloten aandacht te be-

steden aan het thema

fietsverlichting. De Fiet-

sersbond en TA zijn ge-

zamenlijk aangehaakt

bij de landelijke fiets-

verlichtingscampagne

‘Ik wil je zien’ (AV).

Indirect effect. Door

de samenwerking

met de Fietsersbond

is TA in staat om de

doelgroep beter te

bereiken, maar ook

om de doelgroep uit

te breiden (IO).

Ja o

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 61

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

Uitvoeren user ex-

perience onderzoek

(AP).

Het user experience on-

derzoek is uitgevoerd

(122 respondenten)

(AV). Het resultaat is

vastgelegd in een on-

derzoeksrapport.

Direct effect. 122

respondenten heb-

ben aangegeven po-

sitief te staan

tegenover de werk-

wijze binnen het pro-

ject en de voorlich-

tingsmedewerkers.

Zij waarderen zowel

het project als de

voorlichtingsmede-

werkers goed (met

een 8,2 en 8,2) en

associëren het pro-

ject met positieve

termen als aanspre-

kend, positief en be-

grijpelijk (AV).

Ja ● o

Bereiken van

15.000 jongeren

via de website en

social media (AP).

Voor FietsAlert zijn In-

stagramadvertenties in-

gezet met behulp van

drie social influencers.

Zij hebben een foto ge-

maakt met een #gou-

dentip en hebben

jongeren aangezet om

dit ook te doen (AV).

Direct effect. Via di-

verse communicatie-

kanalen zijn 12.193

jongeren bereikt met

FietsAlert via ver-

schillende (online)

communicatiekana-

len (AV).

Ja ●

E. @TheWheel: subsidie € 42.513,25 (2016)

Onderzoeken van

nieuwe vormen van

afleiding in het ver-

keer, welke indien

nodig worden geïn-

tegreerd in het pro-

ject @TheWheel

(AP).

TA heeft in haar ge-

sprekken met jongeren

de gevaren van het spe-

len van Pokémon Go in

het verkeer besproken

(AV).

Direct effect. TA

heeft binnen

@TheWheel het ge-

vaar van het spelen

van spellen gedu-

rende het autorijden

geïntegreerd in de

gesprekken (AV).

Ja ●

Aanschaffen ver-

vangende materia-

len (AP).

Verschillende materialen

vervangen die jaarlijks

verslijten, zoals nieuwe

stiften en kunsthanden

voor op de spiegel. Ook

is het rad vernieuwd,

het autobord opnieuw

Indirect effect.

Nieuwe materialen

zijn gebruikt bij de

inzet van

@TheWheel (23 keer

ingezet met een be-

reik van 2.221 jon-

geren) (AV).

Ja o

62 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

gemaakt en een gadget

aangeschaft (AV).

Trainen voorlich-

tingsmedewerkers

op het aangaan van

het gesprek met de

jongeren en op hun

kennis over de

meeste actuele vor-

men van afleiding

in het verkeer (AP).

De voorlichtingsmede-

werkers hebben een

training gevolgd om de

kwaliteit van de pro-

jecten te waarborgen.

Tijdens deze training

zijn de werkbare me-

chanismes per project

besproken (AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers getraind op de

werkbare mechanis-

mes in projecten

(AV).

Ja o

Uitvoeren user ex-

perience onderzoek

(AP).

Het user experience on-

derzoek is uitgevoerd

(113 respondenten)

(AV). 83% van de deel-

nemers aan het project

gaat de @TheWheeldeal

aan. Degene die geen

deal zijn aangegaan

hebben veelal een belo-

ning gekregen voor hun

reeds goede gedrag.

Bijna iedereen (95%)

geeft aan zich aan de

deal te houden. Rede-

nen zijn bewustwording,

veiligheid en afspraken

serieus nemen. Bijna

alle deelnemers geven

aan de deal te willen

verlengen (99%). Hier-

bij acht meer dan de

helft zich onmiddellijk in

staat om gewenst ge-

drag te vertonen, 40%

is niet zeker van het ei-

gen kunnen maar wil de

uitdaging wel aangaan

(AV).

Direct effect. 113

respondenten heb-

ben aangegeven po-

sitief te staan

tegenover de werk-

wijze binnen het pro-

ject en de voorlich-

tingsmedewerkers.

Zij waarderen zowel

het project als de

voorlichtingsmede-

werkers goed (met

een 8,4 en 8,1) (AV).

Ja ● o

Afstemmen uitvoe-

ringen van

@TheWheel met

VVN en het minis-

terie van IenW

(AP).

TA en VVN leggen perio-

diek hun activiteitenka-

lenders naast elkaar om

tijdig te kunnen bijstu-

ren indien blijkt dat zij

met eenzelfde activiteit

Indirect effect. Door

het afstemmen van

de activiteiten kan

tijdig worden bijge-

stuurd indien blijkt

dat een organisatie

Ja o

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 63

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

of thema op dezelfde lo-

catie aanwezig zijn

(AV).

met eenzelfde activi-

teit of thema op de-

zelfde locatie

aanwezig zijn (AV).

Bereiken van

10.000 jongeren

via de website en

social media (AP).

Facebook(advertise-

ment), video’s ook op

YouTube en influencer

marketing met Boris

Lange van LifeHunters

(online tv-kanaal) (AV).

Direct effect. Via

Facebook zijn

126.494 views be-

haald. Video’s zijn

ook gedeeld op

YouTube, waardoor

er een totaal is van

79.096 views (AV).

Ja ●

F. FietsFix: subsidie € 51.388,42 (2016)

Aanschaffen nieuwe

gadgets (AP).

Aanschaf gadgets in de

vorm van een fietsbel,

nieuwe zadelhoesjes en

gereedschap zoals in-

bussleutels, ventielen,

banden en een kruiwa-

gen (AV).

Indirect effect.

Nieuwe gadgets ge-

bruikt bij de inzet

van FietsFix (11 keer

ingezet met een be-

reik van 2.666 jon-

geren, waarvan

1.266 met financie-

ring door IenM)

(AV).

Ja o

Verbeteren concept

van FietsFix en re-

paratiewerkplaats

groter maken zodat

meer reparaties ge-

lijktijdig plaats kun-

nen vinden (AP).

Het concept is verbeterd

door een grote gereed-

schapskruiwagen met

inhoud en een werktafel

aan te schaffen. Hier-

mee is er gezorgd voor

passend gereedschap

en vergroot het de mo-

gelijkheden van het

project. Nu kan er ge-

makkelijk een mobiele

versie ingezet worden.

Ook is er gekozen voor

het inzetten van een ex-

tra medewerker per uit-

voering, waardoor er

meer reparaties tegelijk

uitgevoerd kunnen wor-

den (AV).

Indirect effect. Con-

cept is gebruikt bij

de inzet van FietsFix

(11 keer ingezet met

een bereik van 2.666

jongeren, waarvan

1.266 met financie-

ring door IenM)

(AV).

Ja o

64 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

Pay-it-forward prin-

cipe verder bena-

drukken, zodat de

studenten meer uit-

gedaagd worden

om de fietsen van

andere studenten

veilig te maken en

de boodschap ver-

der te verspreiden

(AP).

Het pay-it-forward prin-

cipe is dit jaar in de

vorm van coupons in

een boekje verwerkt

(AV).

Indirect effect. De

coupons kunnen de

deelnemers uitdelen

aan vrienden waarbij

ze iets kunnen ver-

dienen, in ruil voor

een reparatie aan de

fiets. Daarnaast zijn

er een aantal video’s

rondom het thema

‘zelf fietsen repare-

ren’ gemaakt, die TA

tijdens de uitvoe-

ringsperiode van

FietsFix online heeft

verspreid (AV). Het

bereik is niet aange-

geven in het AV.

Ja o

Trainen voorlich-

tingsmedewerkers

en teamleiders

waarbij onder lei-

ding van een fiet-

senmaker materi-

alen zijn besproken

en reparaties zijn

uitgelegd en uitge-

voerd (AP)

De voorlichtingsmede-

werkers en teamleiders

gingen mee op de eer-

ste uitvoeringen en heb-

ben vervolgens andere

medewerkers verder

geïnstrueerd (AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers en teamleiders

getraind in materia-

len en uitvoeren van

reparaties (AV).

Ja o

Bekijken mogelijk-

heden om in 2016

een samenwerking

aan te gaan met de

Fietsersbond, VVN,

decentrale overhe-

den en de politie

(AP).

Er is gekozen voor een

samenwerking met Har-

ten voor Sport voor de

training van de voorlich-

tingsmedewerkers. In

de uitvoeringsperiode

van FietsFix, gedurende

de introductieweken van

de hogescholen en uni-

versiteiten, voerden

deze partners geen

soortgelijke campagnes

uit. Er is daarom beslo-

ten om voor het project

FietsFix geen samen-

werking aan te gaan

(AV).

Indirect effect. Pro-

ject is uiteindelijk

uitgevoerd in samen-

werking met Harten

voor Sporten (AV).

Ja o o

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 65

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

Uitvoeren user ex-

perience onderzoek

(AP).

Het user experience on-

derzoek is uitgevoerd

(72 respondenten)

(AV). Het resultaat is

vastgelegd in een on-

derzoeksrapport (AV).

Direct effect. 72 res-

pondenten hebben

aangegeven positief

te staan tegenover

de werkwijze binnen

het project en de

voorlichtingsmede-

werkers. Zij waarde-

ren zowel het project

als de voorlichtings-

medewerkers goed

(beide met een 7,8)

en associëren het

project met positieve

termen als informa-

tief, nuttig en positief

(AV).

Ja ● o

Bereiken van

50.000 jongeren

via een onlinecam-

pagne (AP).

Ontwikkelen communi-

catiecampagne gericht

op viral marketing. Te-

vens is een winactie be-

dacht en zijn Facebook-

advertenties ingekocht

(AV).

Direct effect. De

Facebookadverten-

ties zijn 142.336

keer bekeken door

de doelgroep (AV).

Ja ●

Tien keer genoemd

in de lokale, regio-

nale en landelijke

media (AP).

Bij elke uitvoering van

FietsFix is er een pers-

bericht verstuurd naar

lokale en regionale me-

dia, hogescholen en

studentenverenigingen.

Uiteindelijk is FietsFix

vijf keer genoemd in de

media (AV).

Indirect effect. Het

aantal bereikte jon-

geren is niet bekend.

A.g.v. het beperkte

aantal publicaties

heeft TA extra geld

geïnvesteerd in de

onlinecampagne om

zo jongeren wel te

bereiken, zie activi-

teit 7 (AV).

Deels ●

Uitvoeren FietsFix

in vijf studenten-

steden (AP).

In 2016 heeft TA in to-

taal elf uitvoeringen in-

gezet van het FietsFix

project in acht verschil-

lende studentensteden.

Van deze uitvoeringen

zijn er vijf met subsidie

van het ministerie van

IenW bekostigd en zes

Direct effect. Elf keer

ingezet met een be-

reik van 2.666 jon-

geren, waarvan

1.266 met uitvoerin-

gen gefinancierd

door IenW (AV).

Ja ●

66 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

uitvoeringen met subsi-

die van decentrale over-

heden (AV).

Bereiken van 1.250

jongeren een-op-

een (AP).

Elf uitvoeringen FietsFix

(AV).

Direct effect. Elf keer

ingezet met een be-

reik van 2.666 jon-

geren, waarvan

1.266 met uitvoerin-

gen gefinancierd

door IenW (AV).

Ja ●

G. Scooter Elite: subsidie € 43.137,32 (2016)

Vervangen decor-

materialen (AP).

De scootersimulator

heeft een onderhouds-

beurt gekregen, een

nieuw tv-scherm is aan-

geschaft en de vorm

van de kennisquiz is

aangepast (AV).

Indirect effect. Mate-

rialen gebruikt bij de

inzet van Scooter

Elite (15 keer ingezet

met een bereik van

2.690 jongeren),

(AV).

Ja o

Trainen voorlich-

tingsmedewerkers,

zodat deze sterker

worden in hun rol

als peer educator

(AP).

De voorlichtingsmede-

werkers hebben trainin-

gen gevolgd om de

kwaliteit van het project

te waarborgen (AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers getraind over

erkende mechanis-

mes van het project

(AV).

Ja o

Uitvoeren user ex-

perience onderzoek

(AP).

Niet uitgevoerd, omdat

het concept in 2017

vernieuwd wordt is be-

sloten om het onder-

zoek in 2017 weer uit te

voeren (AV).

Geen effect. Het on-

derzoek is niet uitge-

voerd (AV).

Nee

Opzetten van een

online landelijke

competitie tussen

alle deelnemers aan

het project Scooter

Elite, waarbij aan

het einde van het

jaar een winnaar

wordt gekozen

(AP).

Bij iedere uitvoering is

een dagwinnaar geko-

zen. De beste scooter-

rijder per locatie kon

een bioscoopbon win-

nen, waardoor er een

wedstrijdelement is ver-

werkt in het project

(AV).

Het project is zodanig

aangepast dat geen lan-

delijke competitie, maar

steeds een dagwinnaar

Direct effect. 15 keer

ingezet met een be-

reik van 2.690 jon-

geren (AV).

Ja ●

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 67

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

op locatie bekend is ge-

maakt. Dit a.g.v. onder-

zoek naar de winactie.

Bereiken van

100.000 jongeren

via een online me-

diacampagne (AP).

Online winactie, Face-

bookadvertentie en ad-

vertorial (AV).

Het gerealiseerde bereik

blijft achter bij de ver-

wachtingen.

Direct effect. Via een

online winactie,

Facebookadvertentie

en een advertorial

zijn 48.909 jongeren

bereikt (AV).

Ja. ●

H. Educatieve projecten: subsidie € 126.113,42 (2016)

Organiseren van

twee trainingen

voor de educatie-

medewerkers met

als doel hen didac-

tisch sterker te ma-

ken en de kennis

over verkeersveilig-

heid te verhogen

(AP).

Gedurende het jaar zijn

drie trainingen voor

educatiemedewerkers

georganiseerd, om hen

te trainen in het lesge-

ven en het verder ont-

wikkelen van nodige

competenties (AV).

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers getraind over

werkende mechanis-

mes van het project

(AV).

Ja

o

o

Organiseren indivi-

duele trainingen

voor de educatieve

medewerkers om

specifiek in te gaan

op hun persoonlijke

manier van lesge-

ven (AP).

Organiseren speci-

ale training voor

educatiemedewer-

kers die op het pro-

ject Studio Flits!

werken, zodat zij

beter kunnen aan-

sluiten bij leer-

lingen in het

praktijkonderwijs

(AP).

Projectmedewerker van

TA heeft het project

Studio Flits! met de

Studio Flits!-poule me-

dewerkers opnieuw

doorgenomen. Hierbij is

de focus gelegd op dat

in het vervolg niet al-

leen het slechte gedrag

wordt uitgevoerd, maar

dat de nadruk wordt ge-

legd op het slechte én

het goede gedrag. De

programmaboekjes zijn

aangepast en ook op de

fotostrips wordt nu het

Indirect effect. Voor-

lichtingsmedewer-

kers getraind over

werkende mechanis-

mes van het project

(AV).

Ja o

68 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

slechte en het goede

gedrag uitgebeeld (AV).

Educatieve pro-

jecten opnieuw ont-

wikkelen, onder-

delen vervangen of

de projecten een

nieuwe uitstraling

geven. Hierbij

wordt gebruik ge-

maakt van focus-

groepen (AP).

Vernieuwing LaMaZien,

Streetbeat, Kruispunt

en RoadTrip (AV).

Indirect effect. Het

project is kwalitatief

verbetert (IO).

Ja o

Vernieuwen LaMa-

Zien om aan te blij-

ven sluiten bij de

doelgroep (AP).

Er is gekozen voor een

project waarbij twee

teams tegen elkaar

strijden met verschil-

lende opdrachten. Deze

opdrachten bestaan on-

der andere uit improvi-

satiespellen, net zoals

dit bij LaMaZien het ge-

val was. Voor deze

strijd in de klas is geko-

zen voor de naam The

Battle (AV).

Indirect effect. Het

project is kwalitatief

verbetert (IO).

Ja o

Ontwikkelen vier

nieuwe video’s voor

de projecten

Streetbeat en

Kruispunt (AP).

TA heeft drie video’s

ontwikkeld (AV).

Indirect effect. Het

project is kwalitatief

verbetert (IO).

Nee o

Elk kwartaal cam-

pagne uitzetten op

deelnemende scho-

len van het project

Your Message (AP).

Kwartaal 1: MBO Col-

lege Lelystad, met de

campagne ‘Telefoon in

je tas, iedereen in z’n

sas!’ en een telefoon-

hoesje als gadget.

Kwartaal 2 en 3: MBO

College Zuidoost (Am-

sterdam), met de cam-

pagne ’Fiets op eigen

kracht, anders beland je

in de gracht’, met een

zadelhoesje als gadget.

Direct effect. Bereik

onbekend (IO).

Ja ●

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 69

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

Kwartaal 4: MBO

Utrecht, met de cam-

pagne ‘Linkeroortje uit,

dan ga je niet onderuit’,

met als gadget een ka-

belhouder voor muziek-

oortjes (AV).

Uitvoeren user ex-

perience onderzoek

Kruispunt, The

Battle, RoadTrip en

StudioFlits (AP).

Voor het project Kruis-

punt is het user expe-

rience onderzoek

uitgevoerd (196 respon-

denten), evenals voor

het project The Battle

(243 respondenten) en

StudioFlits (187 respon-

denten). Het resultaat is

vastgelegd in een on-

derzoeksrapport (AV).

Er is geen user expe-

rience onderzoek uitge-

voerd naar RoadTrip,

omdat dit project is ver-

vangen.

Direct effect. 626

respondenten heb-

ben aangegeven po-

sitief te staan

tegenover de werk-

wijze binnen het pro-

ject en de voorlich-

tingsmedewerkers

(AV).

Ja ● o

Uitvoeren proces-

evaluatie voor het

project Your Mes-

sage (AP).

Procesevaluatie uitge-

voerd waaruit blijkt dat

het project wordt uitge-

voerd volgens plan, zeer

positief beoordeeld en

effectief ingeschat door

betrokkenen (AV).

Direct effect. 301

respondenten heb-

ben aangegeven po-

sitief te staan

tegenover de werk-

wijze binnen het pro-

ject en de voorlich-

tingsmedewerkers

(AD).

Ja ●

Uitvoeren effectme-

ting voor het pro-

ject Streetbeat

(AP).

TA heeft een effectme-

ting uitgevoerd naar het

project Streetbeat. Bij

verschillende uitvoerin-

gen hebben de deelne-

mende leerlingen

vragenlijsten ingevuld

om het effect van

Streetbeat te kunnen

meten. Daarnaast zijn

dezelfde vragenlijsten

ingevuld door een con-

trolegroep die niet heeft

Direct effect. Res-

pondenten die beho-

ren tot de doelgroep

zijn gevraagd om

commentaar op het

project te leveren.

Respondenten ston-

den negatief tegen-

over de les, maar

deden wel veel

nieuwe kennis op

(IO).

Ja ●

70 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

deelgenomen aan het

project (AV).

Campagnemateriaal

voor vier scholen,

zodat elk kwartaal

de winnende cam-

pagne van Your

Message op een

school kan worden

uitgerold (AP).

Onbekend. Onbekend. Onbe-

kend

Opnieuw ontwikke-

len RoadTrip en

richt het project

hiermee op de leer-

jaren drie tot en

met zes. Er worden

twee pilots van de

nieuwe versie uit-

gevoerd in 2016

(AP).

Het educatieve project

RoadTrip is opnieuw

ontwikkeld in 2016.

Hierdoor zijn alle onder-

delen vervangen en

heeft het project een

geheel nieuwe uitstra-

ling gekregen. Voor de

ontwikkeling is gebruik

gemaakt van brain-

storms met educatieme-

dewerkers en de

verschillende afdelingen

binnen TA, focusgroe-

pen en twee pilots bij

de bovenbouwleerlingen

van middelbare scholen

(AV).

Indirect effect. Het

project is kwalitatief

verbetert (IO).

Ja o

6000 website be-

zoekers via social

media en het invul-

len van onderwijs-

programma’s voor

en winacties na de

uitvoeringen (AP).

Op de website van TA

kunnen jongeren de

foto’s en/of video’s be-

kijken van een uitvoe-

ring. Daarnaast vindt er

extra kennisoverdracht

plaats op de projectpa-

gina van de educatieve

projecten, onder andere

met een winactie, een

uitleg van het project,

een poll en feiten over

het verkeer. Jongeren

kunnen ook bekijken

wanneer de volgende

uitvoering plaatsvindt

(AV).

Direct effect. 14.719

jongeren bereikt

(AV).

Ja ●

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 71

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

150.000 jongeren

bereiken d.m.v.

plaatsen van een

advertentie in een

offline medium ge-

schikt voor middel-

bare scholieren

(AP).

TA heeft ervoor gekozen

om voor de educatieve

projecten twee online-

campagnes te ontwikke-

len in samenwerking

met Scholieren.com. De

campagne bestond uit

twee advertorials en

een poll (AV).

Het betreft een online

medium en geen offline

medium.

Direct effect.

674.360 jongeren

bereikt (AV).

Ja ●

I. 2toDrive: subsidie € 63.966,43 (2016)

Creëren relevante

nieuwe content

voor het up-to-date

houden van de

website 2toDrive.nl

en de social media-

kanalen van 2to-

Drive (AP).

In 2016 heeft TA een

winactie opgezet om de

bekendheid van 2to-

Drive te vergroten. Om

de winactie onder de

aandacht te brengen, is

er een Facebookadver-

tentie ingekocht. Daar-

naast zijn het hele jaar

door diverse relevante

berichten op Facebook

en Twitter gepost (AV).

Indirect effect. Dank-

zij onderhoud is de

website 350.220

keer bezocht (IO).

Ja o

Investeren in het

technisch updaten

van de website

(AP).

De website is omgezet

naar een responsive de-

sign, waardoor de web-

site op alle apparaten

goed te bekijken is.

Daarnaast is de vorm-

geving van de website

gemoderniseerd en zijn

alle foto’s vervangen

(AV).

Indirect effect. Dank-

zij onderhoud is de

website 350.220

keer bezocht (IO).

Ja o

Onderhouden web-

site 2toDrive.nl en

de social mediaka-

nalen van 2toDrive

(AP).

Website heeft een rede-

sign gekregen waardoor

onder andere het ge-

bruiksgemak en de in-

formatievoorziening is

vergroot. Daarnaast

heeft de website een

responsive design ge-

kregen met als resultaat

Indirect effect. Dank-

zij onderhoud is de

website 350.220

keer bezocht (IO).

Ja o

72 Sira Consulting B.V.

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

een optimale weberva-

ring voor een breed

scala aan apparaten

(AV).

Beantwoorden alle

vragen van jonge-

ren en coaches die

via website, e-mail

en social mediaka-

nalen van 2toDrive

binnenkomen (AP).

600 vragen via de mail

en de website beant-

woord (AV).

Direct effect. TA

heeft 600 vragen via

de mail en de web-

site beantwoord

(AV).

Ja ●

Bereiken van lo-

kale, regionale en

landelijke media

door 25 keer ge-

noemd te zijn in

publicaties (AP).

143 publicaties in on-

en offline media (AV).

Direct effect. Door

het uitvoeren van

communicatieactivi-

teiten heeft TA 143

publicaties gereali-

seerd (IO).

Ja ●

Bereiken van

240.000 mensen

via de website van

2toDrive (AP).

Onderhouden website,

winactie en investering

in technisch onderhoud

website (IO).

Direct effect. De

website is 350.220

keer bezocht (AV).

Ja ●

J. Ervaringselement: subsidie € 7.189,22 (2016)

Onderzoeken van

de mogelijkheden

om een spel of on-

derdeel te ontwik-

kelen met een

ervaringselement,

om zo een praktijk-

situatie na te kun-

nen bootsen (AP).

TA heeft eerst navraag

gedaan bij verschillende

jongeren en voorlich-

tingsmedewerkers om

na te gaan of er een

specifieke behoefte was

voor een onderwerp van

het ervaringselement.

Het bleek dat er be-

hoefte was om het ge-

bruik van fietsverlich-

ting duidelijk te maken

aan jongeren, zeker

vanuit het oogpunt van

een automobilist (AV).

Indirect effect. On-

derzoek naar de be-

hoefte van de

doelgroep alvorens

een beslissing te

kunnen maken over

welk soort ervarings-

element TA wil ont-

wikkelen (IO).

Ja o

Ontwikkelen erva-

ringselement dat

inzetbaar is voor

zowel de educa-

Door de keuze van een

360 graden video is het

mogelijk om het erva-

ringselement zowel bij

Direct effect. Nieuwe

360 graden video is

ontwikkeld en ge-

bruikt t.b.v. uitvoe-

ringen gefinancierd

Ja o

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 73

Activiteiten

Prestaties (output) Effecten (outcome)

Uit

gevo

erd

Bew

ustw

ord

ing

Bele

idsontw

ikkeling

tieve als de voor-

lichtingsprojecten

(AP).

educatieve als bij voor-

lichtingsprojecten te ge-

bruiken (AV).

door IenW en decen-

trale overheden

(AV).

Testen van het

nieuwe ervarings-

element onder de

doelgroep bij een

van de reguliere

projecten van TA

(AP).

Door de combinatie van

het starten met het

aanvullende activitei-

tenplan in september en

het inhuren van een ex-

terne partij is het niet

mogelijk geweest om

het ervaringselement te

testen in 2016 tijdens

een project van TA

(AV).

Geen effect. TA heeft

het nieuwe erva-

ringselement niet ge-

test in 2016(AV).

Nee o

74 Sira Consulting B.V.

VI Subsidieverplichtingen TeamAlert

Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger

1. In aanvulling op de artikelen 4:68, 4:69 en 4:70 van de wet gelden de volgende

verplichtingen voor de subsidieontvanger:

a. het afronden van de uitvoering van projecten en producten waarvoor subsidie is

verleend, uiterlijk op het tijdstip dat daarvoor is aangegeven in de beschikking

tot subsidieverlening;

b. het onverwijld doen van een schriftelijke melding aan de minister van alle om-

standigheden die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de subsidie en op

de rechtmatige en de doelmatige aanwending daarvan zoals financiering van

projecten en producten vanuit andere bronnen en over- en onderschrijdingen

van het geraamde subsidiebedrag van een project van meer dan 10% onder

vermelding van de oorzaak van de verschillen;

c. het onverwijld doen van een schriftelijke melding aan de minister zodra aanne-

melijk is dat een gesubsidieerde project niet, niet tijdig of niet geheel zal worden

verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden

verplichtingen zal worden voldaan;

d. het doen van een schriftelijke melding aan de minister, vergezeld van een her-

ziene liquiditeitsprognose, indien de gemaakte subsidiabele kosten op de laatste

dag van elk kalenderkwartaal 75% of minder bedragen van de voor dat desbe-

treffende kwartaal begrote subsidiabele kosten; de melding geschiedt binnen

twee maanden na afloop van het desbetreffende kalenderkwartaal;

e. het verlenen van medewerking aan een onderzoek naar de rechtmatige en doel-

matige aanwending van de ontvangen subsidiegelden, dat wordt verricht na-

mens of in opdracht van de minister of door de Algemene Rekenkamer en het

desverlangd verstrekken van alle informatie aan degene die met dit onderzoek

is belast;

f. het de minister vooraf schriftelijk op de hoogte stellen in geval bekendheid wordt

gegeven aan een gesubsidieerd project, product of standpunten met een politiek

gevoelig of belangrijk beleidsmatig karakter;

g. het verlenen van medewerking binnen een door de minister te stellen termijn

aan een door hem ingesteld evaluatieonderzoek teneinde te beoordelen in welke

mate de subsidieontvanger bij het uitvoeren van een gesubsidieerd project, een

toegevoegde waarde heeft geleverd aan de in artikel 2, eerste lid, omschreven

doelen van deze regeling;

h. het in acht nemen van het controleprotocol, en i. het informeren van de minister

over het wijzigen van de statuten van de subsidieontvanger.

2. De minister kan bij de beschikking tot subsidieverlening:

a. verplichtingen opleggen met betrekking tot het geven van bekendheid aan de

gesubsidieerde projecten en producten van subsidieontvanger alsmede aan de

resultaten ervan;

b. verplichtingen opleggen met betrekking tot het zonder vergoeding aan de mi-

nister of een door de minister aangewezen derde verstrekken van door de mi-

nister benodigde, op gesubsidieerde projecten en producten van

subsidieontvanger gerichte informatie;

c. verplichtingen opleggen met betrekking tot het verkrijgen van andere financiële

middelen, of

Evaluatie subsidieregeling TeamAlert 75

d. andere verplichtingen opleggen die de minister wenselijk acht ter verwezenlij-

king van het doel van de subsidie.

3. De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat:

a. een gescheiden administratie van kosten en baten wordt gevoerd voor de ge-

subsidieerde projecten en producten enerzijds en de overige activiteiten ander-

zijds, en

b. een onderzoek als bedoeld in artikel 4:79, eerste lid, van de wet wordt uitge-

voerd en dat dit onderzoek geschiedt met inachtneming van hetgeen daarover

is bepaald in het controleprotocol, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder f., en

c. geen staatssteun wordt verleend aan ondernemingen middels de subsidie.

Artikel 12 Strategische samenwerking met vereniging Veilig Verkeer Nederland

1. Subsidieontvanger werkt ten behoeve van de uitvoering van de gesubsidieerde pro-

jecten strategisch samen met de vereniging Veilig Verkeer Nederland. Deze samen-

werking betreft:

a. het afstemmen van het projectenaanbod, zodat subsidieontvanger alleen aan-

vullend actief is en niet met de vereniging Veilig Verkeer Nederland soortgelijke

activiteiten op dezelfde locatie uitvoert;

b. het verhogen van de verkeersveiligheid en het terugdringen van het aantal ver-

keersslachtoffers;

c. indien van toepassing het gezamenlijk werven van vrijwilligers gericht op het

verhogen van de verkeersveiligheid;

d. voor zover van toepassing het gezamenlijk werven van sponsoren gericht op het

verhogen van de verkeersveiligheid, en

e. het bijdragen aan de ontwikkeling van medewerkers door kennisdeling en leren

van elkaar op het gebied van verkeersveiligheid.

2. Subsidieontvanger rapporteert vanaf 1 juli 2015 halfjaarlijks over de samenwerking,

in elk geval in het activiteitenverslag, bedoeld in artikel 14, tweede lid).

Artikel 13 Toestemming minister

1. De subsidieontvanger behoeft toestemming van de minister voor:

a. het oprichten van dan wel deelnemen in een rechtspersoon;

b. het ontbinden van TeamAlert, of

c. het doen van aangifte tot faillissement of het aanvragen van surseance van be-

taling.

2. Aan de toestemming kunnen voorwaarden of voorschriften worden verbonden.