ego magazine 35

44
Vol. Magazine voor Informatiemanagement 35 Jaargang 13 - Editie 1 Maart 2014 Denk niet te moeilijk over mobile security Op bezoek bij Google; het werken bij... Interview met CIO Alliander

Upload: asset-sbit

Post on 03-Apr-2016

233 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

In deze editie hebben we wederom een aantal mooie artikelen. We beginnen met een interview met de CIO van Alliander Robbert-Jan Stegeman. Daarna een artikel van onze collega commissie, de .ego weblog, met een bezoek aan Google. Vervolgens een artikel over de IT op Tilburg University. Daarna een column over technologische uitdagingen, en dat deze niet zo technisch zijn als de naam doet vermoeden. Verder nog een artikel over mobile security en IT bij de Nationale Spoorwegen. Tot slot nog een bedankje voor de vertrekkende commissieleden Mark, Gieljan en Carlijn en drie blogartikelen van de .ego weblog.

TRANSCRIPT

Page 1: ego magazine 35

Vo l .

Magaz i n e v oo r I n f o r ma t i emanagemen t

35J a a r gang 13 - E d i t i e 1 Maa r t 2014

Denk niet te moeilijk over mobile securityOp bezoek bij Google; het werken bij...

Interview met CIO Alliander

Page 2: ego magazine 35

INHO

UDSO

PGAV

E

IN DEZE UITGAVEINTERVIEWS4 Interview Robbert-Jan Stegeman, CIO

Alliander

12 Interview Ludwig Geers, Tilburg University

De werkplek is natuurlijk een van de vele dingen waar Google echt

bekend om staat. Er zijn maar weinig IT’ers die er niet van dromen

om uiteindelijk dagelijks gebruik te kunnen maken van de pooltafels,

glijbanen, massage ruimtes of fitness zalen van Google. Het is een

bedrijf dat bekend staat om zijn star t-up cultuur.

Op bezoek bij Google

PAGINA 9

PAGINA 12

.EGO WEBLOG38 De mobiele wereldoorlog

40 Eten wat de pot schaft

42 Opkomst van mobiele internetcommunicatie

COLUMNS18 De technologische uitdaging is niet technisch

van aard

ARTIKELEN9 Op bezoek bij Google; het werken bij...

20 Denk niet te moeilijk over mobile security

26 Zonder ICT geen treinen

De .ego Magazinecommissie besloot de implementatie van MySis op Tilburg University (TiU) nader te onderzoeken en te kijken waar zij een balletje heeft laten vallen. Ludwig Geers, projectleider van de implementatie, bleek de geschikte man te zijn voor het beantwoorden van onze vragen.

Informatiesystemen op Tilburg University

Oud IM’ers aan het woord28 Jeroen Jansen

29 Luc Scheidel

30 Merel van den Berg

AFGESTUDEERDEN32 Afgestudeerden augustus 2013 - februari 2014

Page 3: ego magazine 35

COLO

FON

#ego@dotegomagazine

Follow us on

Het semi-wetenschappelijke magazine .ego is een uitgave van studievereniging Asset | SBIT in samenwerking met alumnivereniging EKSBIT. Asset | SBIT is de Tilburgse vereniging voor studenten Information Management en andere geïnteresseerden in dit vakgebied. Het magazine wordt verspreid onder alle leden van Asset | SBIT en de alumnivereniging EKSBIT, de medewerkers van het depar tement Information Systems and Management aan Tilburg Universit y en geïnteresseerden uit het bedrijfs leven.

Wil je een onderwerp terugzien in de .ego? Twitter mee!

Redactieadres Asset | SBIT Kamer E116 t.a.v. redactie .ego Postbus 90153 5000 LE Tilburg [t] 013 – 466 2998 [f] 084 - 839 1373 [e] ego@asset - sbit.nl [i] www.asset - sbit.nl/ego

Redactie Casper Barbier Ruud van Cruchten Joep van Dingenen Gieljan Everaer t Carlijn Frins Stijn I Jzermans Mark Musters Timon Schneider

Grafisch Ontwerp SBIT DsK.

Vormgeving Tom van den Berg Dion Duimel Jasper van Dun Wouter van Ooijen Xander Seerden

Druk Orangebook | almanakken & verenigingsbladen www.orangebook.nl

Oplage 1200 exemplaren

Copyright Voor overname van (delen van) ar t ikelen dient schrif telijk toestemming te worden gevraagd aan de redactie. In de ar t ikelen gedane uitspraken vallen onder de verantwoordelijkheid van de desbetref fende auteurs.

#BIJZONDERE TIJDVol t rots presenteer ik u weer een nieuwe editie van het .ego magazine. Een editie die voor mij persoonlijk tevens de laatste zal zijn. Na ruim twee jaar de eer gehad te hebben om hoofdredacteur te zijn van dit fantastische magazine komt mijn studententijd en daarmee mijn redactiewerk voor het .ego magazine tot een einde.

Samen met deze topredactie heb ik ontzet tend veel plezier beleefd aan het houden van interviews, schrijven en verzamelen van ar tikelen, meewerken aan een nieuw design en lanceren van een website. Een website die ik in de toekomst nog regelmatig zal bezoeken om in het archief terug te kijken op deze bijzondere tijd. Met een grotendeels nieuwe redactie en Stijn I Jzermans als nieuwe voorzit ter weet ik zeker dat de kwaliteit van het magazine de komende periode alleen maar zal toenemen. De editie die nu voor u ligt wijst daar al direct op. Ik zou nog pagina’s kunnen doorgaan over wat ik heb geleerd van het deelnemen aan de .ego redactie. Daar zou ik het onze briljante designkoningen echter veel te lastig mee maken; en design is leidend natuurlijk!

Rest mij enkel nog alle .ego’ers har telijk te bedanken en u als lezer zoals alt ijd weer veel plezier te wensen bij het lezen van het .ego magazine. Dat dus!

@Mark Musters

Page 4: ego magazine 35

INTERVIEW CIO ALLIANDERZoals het de .ego Magazine traditie betaamt, is ook dit jaar een interview afgelegd bij de CIO van het jaar. Op 13 november 2012 mocht Robbert-Jan Stegeman, CIO van Alliander, deze award voor het jaar 2012 in ontvangst nemen. Het thema van de CIO Day 2012 was ‘The Past is the Future’. Getoetst werd of de CIO zijn organisatie met behulp van informatietechnologie (IT) klaar maakt voor de toekomst.

Carlijn Frins & Frederic Zwetsloot

Page 5: ego magazine 35

5

Stroom van data ?Voordat het interview de diepte in ging over Information Management bij Alliander vertelde Robbert-Jan hoe zijn carrière tot nu toe is verlopen. Tot 1994 heeft hij aan Tilburg University de studie Bestuurlijke Informatiekunde (BIK) gestudeerd. In deze tijd is Robbert-Jan in aanraking gekomen met Asset | SBIT en heeft hij de Landelijke BIK dag georganiseerd.

Na zijn afstuderen is hij begonnen met een baan

bij Accenture. Daar heef t Robber t - Jan bijna tien jaar

gewerkt omdat hij het zeer naar zijn zin had. Je kon

er snel carrière maken en hij is dan ook van business

analist naar sr. manager gegroeid. Bij Accenture hield

Robber t - Jan zich bezig met grootschalige proces en

systeemimplementaties, o.a. ten gevolge van grote

fusies. Ook een fusie van Nuon met andere bedrijven

viel hieronder. In dit project was hij verantwoordelijk

voor onder andere de implementatie van een nieuw

klantinformatiesysteem voor ruim 2,5 miljoen klanten.

In 2005 besloot Robber t - Jan dat hij aan de andere

kant van de tafel een kijkje wilde nemen; hij maakte

de overstap naar Nuon waar hij ging werken bij

het Customer Care Center. Hierbinnen was hij

verantwoordelijk voor alle IT systemen. Toen in 2008

Nuon splitste in het productie - en leveringsbedrijf

Nuon Energy en het Netwerkbedrijf Alliander, schopte

hij het tot CIO van Nuon Energy waardoor hij aan

het hoofd kwam te staan van alle IT binnen Nuon en

verantwoordelijk werd voor de IT voor energy trading,

productie, sales en customer care. Na de fusie met

Vat tenfall is Robber t - Jan overgestapt naar Alliander,

omdat daar veel veranderingen plaatsvinden die

de energietransit ie faciliteren en hij met IT aan de

voorkant van het bedrijf kan lopen.

Na deze introductie vroegen we Robber t - Jan waarom

hij de CIO van het jaar verkiezing heef t gewonnen.

Hij geef t aan dat het als CIO zeer belangrijk is om je

af te vragen hoe je daadwerkelijk waarde toevoegt

aan de business. “Het is je bestaansrecht als CIO

om te kijken hoe je waarde kunt toevoegen in een

bedrijf. Voorheen was er bij Alliander een gat tussen

de business en de IT, maar je moet IT-projecten en het

beheer daarvan juist aansluiten. Hoe maak je als IT-

afdeling eenvoudige oplossingen voor grote business

problemen?” Robber t - Jan geef t daarnaast ook aan

dat je pas waarde kunt toevoegen aan een bedrijf als

de basisvoorzieningen van dat bedrijf in orde zijn.

Als voorbeeld neemt hij de kantoorvoorzieningen;

als de pc’s van een bedrijf niet op orde zijn, kunnen

werknemers niet hun werk doen.

Robber t - Jan legt ons uit dat het belangrijk is om goed

samen te werken met twee groepen mensen; k lanten

en werknemers. “Als k lanten andere dingen willen

nadat je een oplossing geïmplementeerd hebt, wordt

dit lastig en vooral ook duur. Met k lanten wordt er

gekeken hoe een business model er uit moet zien.

Dat maakt het uiteindelijke werken met de klant

eenvoudiger.” Daarnaast kijk t Robber t - Jan ook samen

met andere werknemers naar de ontwikkelingen en

veranderingen op het gebied van technologie. “Je

moet mensen niet alleen gebruiken voor de huidige

techniek. Je zult als bedrijf moeten vernieuwen en

je kunt je werknemers daarin meenemen. Stilstaan

kunnen werknemers en bedrijven zich niet veroorloven.

Door werknemers te betrekken gaat iedereen constant

mee en staat niemand stil, ze worden hierdoor uit hun

comfor t zone gehaald. De vernieuwingen in IT zijn een

cyclus; technologie verander t iedere vijf jaar. Bij ons

wordt de IT-organisatie meegenomen in het proces van

deze veranderingen. Iedereen is dus verantwoordelijk

voor zijn eigen toekomst en ontwikkeling, maar ook

van die van het bedrijf.”

Binnen de IT-afdeling van Alliander zijn, voor het

goed uit voeren van deze innoverende werkwijze, drie

kernwoorden geïntroduceerd; Understand, Challenge

Page 6: ego magazine 35

6

Over AllianderHet netwerkbedrijf All iander wordt gevormd door

Liander, Endinet en Liandon. Samen zorgen zij voor

onderhoud, vernieuwing, uitbreiding en aanpassing

van het energienetwerk. Via het netwerk wordt er

elektriciteit en gas naar 3,3 miljoen klanten in Nederland

getranspor teerd. In 2011 had Alliander 6.647

werknemers en een omzet van €1,4 miljard. Alliander

heeft een IT afdeling van ongeveer 600 personen; 400

en Deliver. Understand gaat over het écht begrijpen

van zowel de huidige business als waar een business

naar toe kan gaan in de toekomst. “We willen onze

IT-ers proactief laten functioneren op basis van een

verdiept begrip van de toekomst visie van ons bedrijf.

De behoef tes van de business die daar uit voor tkomen

behoren zij te begrijpen. Vanuit een IT achtergrond

kunnen ze vervolgens krit isch nadenken over de

wensen van de business-kant en mogelijk ef fectievere

alternatieven voorstellen om daar optimaal op in te

kunnen spelen. IT-ers moeten zich alt ijd afvragen of

het de goedkoopste en meest ef fectieve oplossing is,

ook op langere termijn.” Robber t - Jan geef t aan dat

een goede IT-afdeling zich echt kan onderscheiden

door de voorgenomen plannen op deze wijze

te Challengen. Misschien wel het belangrijkste

kernwoord is ‘Deliver’. “Natuurlijk moet je als IT-

afdeling waarmaken wat je beloofd hebt aan de

business”.

Na de introductie van deze kernwoorden waren we

natuurlijk benieuwd naar hoe groot de betref fende

IT-afdeling is. “Alliander heef t een IT-afdeling van 600

personen. 400 hiervan werken intern bij Alliander,

200 werken extern. Deze externe afdeling is een

apar t IT-bedrijf wat gevormd is om bedrijfsdomeinen.

Voorbeelden van dergelijke domeinen zijn het

domein klant en markt facilitering en het domein asset

management en uit voering.” Robber t - Jan ver telt verder

dat er een significante kostenverlaging in de IT heef t

plaatsgevonden. Zo is er bij Alliander in twee jaar

ongeveer 25 procent van de IT-kosten gereduceerd.

Daarbij zijn zelfs nog nieuwe systemen toegevoegd.

We vragen Robber t - Jan of hij wat verder in kan

gaan op het thema van de verkiezing; The Past is

the Future. “Het thema van de verkiezing geef t aan

dat dingen uit het verleden heel erg terugkomen in

de toekomst”, geef t hij aan. “Het thema en de winst

van Alliander hangen niet voor 100% samen. Toch

zijn er ook bij Alliander een aantal ontwikkelingen en

veranderingen gaande, vooral aan de business kant.

Een voorbeeld hiervan is Het Nieuwe Werken. In

het verleden werkten mensen alt ijd aan huis. Daarna

gingen ze werken waar de machines stonden; in de

fabrieken. Toen het administratieve tijdperk ontstond,

hield dit aan. De computers stonden op een centrale

plaats, dus werkten de werknemers ook op deze

centrale plaats. Nu gaan we weer terug naar de

situatie waar je kan werken waar je wil. Je hebt geen

centrale plaats meer nodig. Dit geef t het verleden

een directe link met de toekomst.” Robber t - Jan legt

uit dat deze situatie ook specifiek in de energie -

business voorkomt. “Vroeger had je werkzaamheden

rondom een windmolen of een stoommachine. Daarna

gingen de werkzaamheden, dankzij de uit vinding

van elektriciteit, op andere plaatsten ontstaan, maar

in de toekomst zal opwek en verbruik van energie

weer dichter bij elkaar komen. Bedrijven vestigen

hun activiteiten dan op de plaatsen waar de energie

voorradig is. Toch moet je ook focussen op de zaken

die continu blijven. Binnen de IT zijn er bijvoorbeeld

veel technologische ontwikkelingen. De mens

daarentegen blijf t constant en dus belangrijk. Welke

IT-verandering er ook ontstaat, je hebt alt ijd de juiste

mensen nodig en je hebt de middelen nodig om deze

mensen producten te laten ontwikkelen.”

Het blijk t dat dit ook veranderingen teweeg brengt

bij Alliander. “Men zei alt ijd dat de energie business

nooit zou veranderen. Toch gaat dit nu gebeuren.

Tegenwoordig vervullen we naast onze eigen business

ook een maatschappelijke functie. We moeten ons

afvragen hoe we in de toekomst de energie transit ie

zullen faciliteren en hoe we vraag en aanbod

op lokaal niveau in evenwicht moeten houden. In

Nederland vindt in sterke mate vergrijzing plaats

Page 7: ego magazine 35

7

en dat zorgt voor een lager aanbod van monteurs.

Het werk moet dus slimmer gedaan worden zodat

we minder monteurs nodig hebben. Dát is waar IT

komt kijken en waar dus energie en IT samenkomen.

Monteurs worden van meer faciliteiten voorzien. Ze

lossen niet meer ad hoc stroringen op maar er wordt

voorkomen dat er storingen zijn.

Het samenkomen van IT en energie bij Alliander is

uiteraard iets waar de redactie van het .ego magazine

in geïnteresseerd is. “Vroeger wist je niet wat er in

het net gebeurde, de kabels waren zo dik dat alles er

toch wel doorheen ging. Nu is er soms wind en soms

zon, wat veel meer f luctuatie in de energievoorziening

veroorzaakt. We geloven dus bij Alliander in lokale

gebieden waar energie opgewekt wordt. Hierdoor

ontstaan er energie management systemen. Daarbij

krijgen klanten ook hun eigen beslissysteem. Ze

besluiten bijvoorbeeld zelf wanneer ze met hun

zonnepanelen hun elektrische auto opladen of

wanneer ze de opgewekte energie verkopen. Mensen

uit de buur t gaan samenwerken door middel van een

vir tual power plant. Er ontstaat heel veel data en

mensen wisselen deze lokaal uit. Door dit raakvlak

van IT en energie ontstaat er ook een prijsstelling.

Ook de onderstations worden gedigitaliseerd.

Op basis van pieken in de data die gegenereerd

wordt, kunnen kabels nog voordat ze kapot gaan

gelokaliseerd worden. Monteurs worden dus aan de

gang gezet om een storing te verhelpen voordat die

daadwerkelijk plaatsvindt. Een probleem dat vaak

voorkomt is graafschade, kabels kunnen eenvoudig

een tik krijgen waardoor ze pas weken later kapot

INTERVIEW MET ROBBERT-JAN STEGEMAN

Page 8: ego magazine 35

8

gaan. Ook in dat geval zijn pieken in de spanning

te zien. Vanuit een onderstation kan dan worden

gemeten waar de storing plaatsvindt. Monteurs die

gespecialiseerd zijn in het omleiden van stroom

kunnen dit probleem oplossen. Het systeem in het

bedrijfsvoeringcentrum doet automatisch een voorstel

voor de dichtstbijzijnde monteur die de specialisatie

heef t. Op deze manier kan er snel gehandeld

worden.”

De lage interesse vanuit studenten voor het

vakgebied Information Management is iets wat

Robber t - Jan veel bezighoudt. “De vijver met

Informatie Managers wordt te k lein. Deze vijver

moet vergroot worden en er moet meer instroom

komen bij de Informatie Management studies.” Om

dit te kunnen bereiken is Alliander bijvoorbeeld veel

aanwezig op universiteiten. Hier proberen zij de

interesse te wekken voor zowel het bedrijf Alliander

als het vakgebied. “IT wordt beoordeeld als saai”,

zegt Robber t - Jan, “als je met IT bezig bent, ben je

boring en een nerd. Veel scholieren vergeten echter

dat ze constant in contact zijn met IT, bijvoorbeeld

mobiele applicaties zoals Whatsapp. Iedereen is op

de hoogte van IT, maar ze associëren het niet met

IT. Op dit gebied kunnen grote stappen gemaakt

worden om scholieren kennis te laten maken met

Informatie Management.” Ook is Robber t - Jan actief

binnen het CIO-Plat form, waar hij samen met andere

CIO’s nadenkt over hoe IT aantrekkelijker gemaakt

kan worden.

Voor Europa ziet hij twee grote groeigebieden.

“Er zijn twee grote assen”, legt hij uit. “De eerste

as is de energie -as. Deze houdt zich bezig met

bijvoorbeeld klimaatproblemen en alle business

oppor tunit ies die ontstaan met duurzame energie

opwek. De tweede as is de IT-as, hierover gaat

alle innovatie zoals 3D printing en Google Glass.

Deze innovaties zorgen voor veel nieuwe business

modellen. Hoe sluit je nu een nieuw front end

systeem als Google Glass aan op de back-end

systemen?. Er wordt nu gezocht naar mensen die dit

vraagstuk leuk vinden. Er ligt hier voor miljarden aan

business.”

Na deze uit leg twijfelen we niet of hij een antwoord

weet op de traditionele .ego Magazine vraag

‘Wat wil je de Informatie Management student

meegeven?’. “Je moet als student skil ls ontwikkelen

die een technologie basis vormen”, geef t hij aan.

“Je behoor t te weten wat bijvoorbeeld databases

en Java zijn en deze concepten ook begrijpen.

Daarnaast moet je ook skil ls opdoen op het sociale

vlak. Je moet bijvoorbeeld weten hoe je met

veranderingen om moet gaan. In het begin van

je carrière zal je diepgang mee moeten krijgen.

Kom te weten hoe technologieën werken en hoe

implementaties gaan. Hier krijg je een enorme

brede kijk van waar je later grote dingen mee kunt

aansturen. Als je weet hoe processen werken, kun

je ook over de business meepraten. Voor studenten

Information Management zijn er veel mogelijkheden,

bedrijven staan om je te springen.”

Over de auteursCarlijn Frins volgt momenteel de master Information

Management aan Tilburg University. Carlijn is sinds

2010 actief als redactielid van het .ego magazine.

Daarnaast organiseerde ze ook het lustrum van Asset

| SBIT dat in februari 2013 plaats heeft gevonden.

Tijdens het collegejaar 2012-2013 heeft ze bovendien

plaatsgenomen in het bestuur van Asset | SBIT met als

functie secretaris.

Frederic Zwetsloot studeer t momenteel in Frankrijk als

onderdeel van de International Master in Management

of IT. Daarvoor heeft Frederic het International Bachelor

in Information Management programma al succesvol

afgerond. Bij Asset | SBIT was Frederic actief bij de

.ego weblog, van waaruit hij dit interview samen met

het magazine heeft afgenomen.

INTERVIEW MET ROBBERT-JAN STEGEMAN

Page 9: ego magazine 35

Mike Nelissen

Op bezoek bi j Google;Het werken bi j . . .

Page 10: ego magazine 35

10

Even voorstellen“Ik ben Kenny Jagers en ben afgestudeerd aan Tilburg

Universit y. Ik heb hier mijn bachelor International

Business Administration en mijn master Marketing

Management afgerond. Ik ben actief lid geweest

binnen Asset | International Business & Management

(dit was voorheen Asset | FIRST International) en heb

een jaar ful l t ime in het bestuur gefunctioneerd als

penningmeester. Tegenwoordig werk ik bij Google in

Dublin, waar het hoofdkantoor van de EMEA regio

(Europa, Midden-Oosten en Azië) is gevestigd, als

Account Strategist op de afdeling Services.”

Hoe kom je terecht bij Google?Kenny stelde voor zichzelf destijds een lijst op met

interessante bedrijven waar hij graag een meeloopstage

zou willen doen en tevens later graag zou willen

werken. “Vooral omdat ik internationaal ben ingesteld,

wilde ik me graag richten op bedrijven die deze

ideologie ook hebben, hier behoorde Google ook toe.

Via Make -A-Move op Tilburg Universit y kreeg ik de kans

om met Google zelf in contact te komen.”

Kenny heef t zich vervolgens aangemeld en is

uitgenodigd voor een interview. Naar aanleiding van

dat interview is hij uiteindelijk aangenomen en heef t

hij een meeloopstage bij Google gedaan. Hij is tot op

heden erg blij met deze keuze.

Tegenwoordig is hij binnen Google werkzaam als

Account Strategist. “Hier werk ik binnen de servicetak

van AdWords en Analy tics op de Nederlandse afdeling.

De Nederlanse midden- en kleinbedrijven kunnen

mij en mijn collega’s op de afdeling contacteren op

het moment dat ze bepaalde vragen hebben omtrent

AdWords en Analy tics. Daar kan ik ze dan vervolgens

mee helpen.”

Kenny heef t een paar tips om terecht te komen bij

Google of een ander bedrijf: “Je moet vooral je

passie laten zien die je voor iets hebt en bereid zijn

om extra dingen te doen naast je studie. Geef in een

CV/interview mee wat je drijf veer is en geef daarbij

aan wat de impact is van (k leine) dingen die je hebt

gedaan. Je cijfer lijst speelt natuurlijk ook mee, maar de

manier waarop je je onderscheidt en waar je interesses

liggen zijn veel belangrijker.”

Bij een bedrijf als Google denkt men dat er bepaalde

verwachtingen zijn als je daar mag werken. Kenny had

voor een deel ook bepaalde verwachtingen. Zo is de

informele sfeer wat hij er van verwacht te. “Je kunt het

eigenlijk vergelijken met een studentensfeer die er hangt

door het gehele bedrijf. Iedereen werkt gepassioneerd

op alle afdelingen en het bedrijf is erg internationaal

ingesteld. De grote groep mensen die binnen Google

werkt zijn allemaal verschil lend en wat leuk is, is dat ik

met deze mensen samen kan werken aan projecten.”

FlexibiliteitKenny is direct verbonden aan de Nederlandse

afdeling, maar het komt ook weleens voor dat

er weleens bij een andere afdeling moet worden

bijgesprongen, zoals bijvoorbeeld de afdeling waar het

Verenigd Koninkrijk en Ier land onder vallen. “Ik krijg

op dat moment k lanten doorverbonden van een andere

markt. Door deze f lexibiliteit leer je veel nieuwe dingen

en ontmoet je ook andere mensen wat erg leuk is.”

“Indirect ben je intern binnen één gebouw internationaal

werk aan het verrichten, dat had ik niet verwacht.

Doordat er zo f lexibel gewerkt kan worden binnen het

bedrijf, dur f t Google ideeën snel te implementeren

binnen het bedrijf en stappen te zet ten, wat een betere

situatie creëer t op de werkvloer.”

Omdat de f lexibiliteit intern hoog is, zijn er veel

mogelijkheden beschikbaar als werknemer om door te

groeien. “Google is een bedrijf dat heel divers en groot

is en daardoor kun je nog veel kanten op. Daarnaast

zijn er veel t rainingen beschikbaar en kan je in je vrije

Over de auteurMike Nelissen is student Bsc Economie & Informatica

aan de Tilburg University. Tevens is hij actief l id binnen

studievereniging Asset | SBIT als voorzit ter /

hoofdredacteur van de .ego Weblog.

Page 11: ego magazine 35

11

OP BEZOEK BIJ GOOGLE; HET WERKEN BIJ...

t ijd ook nog doorstuderen om zo door te groeien of

om naar een andere afdeling toe te werken. Op de

afdeling Sales of Services kun je na een programma

van twee jaar doorgroeien.

Echter, het is belangrijk dat je veel ambitie, passie en

een goede wilt hebt om door te groeien. Zonder dat

zal je niet kunnen doorgroeien; maar waarschijnlijk zal

je dan überhaupt niet bij Google terecht zijn gekomen.”

Buiten de gebruikelijke shif tsDe f lexibiliteit die men heef t als werknemer om in het

buitenland te werken is wat minder. “Ik mag drie dagen

per kwar taal (dit verschil t per afdeling) naar een ander

land en daar heb ik de mogelijkheid om op kantoor

te werken en mails van klanten te beantwoorden.

Zodoende leer je weer andere Googlers kennen in

andere steden en landen. Het is echter wel zo dat je

binnen je tijdzone moet blijven werken en ook gewoon

je nodige uren maakt. Je zou dus bijvoorbeeld naar

Budapest kunnen, daar drie dagen werken en buiten

die uren de stad ontdekken.”

Aan het eind van de dag kun je rustig je eigen tijd

invullen. “Bij mij gaat de laptop gewoon uit en ik ga

gewoon mijn eigen ding doen. Werk en privé zijn

gescheiden en dat is pret t ig. Op het werk maak je

zeker veel vrienden bij Google, maar het is niet alleen

dat. Buiten het werk om kun je gewoon lekker van het

sociale leven genieten en je eigen plannen hebben,

zonder dat je nog bezig bent met wat je die dag

gedaan hebt op het werk.” Ook Google organiseer t

diverse activiteiten buiten het werk om. “Een goed

voorbeeld daarvan is de Summer Par t y, waarbij er

groots werd uitgepakt met bijvoorbeeld een draaimolen

waarop alle Googlers zich weer een kind voelden.”

Uit de ontmoeting en het gesprek met Kenny is

gebleken dat hij het geweldig vindt om bij Google te

werken. Wellicht is dit te verklaren doordat Google

een bedrijf is met een bijzondere bedrijfscultuur die

ook doorklinkt op de werkvloer. Meer over deze

bedrijfscultuur wordt ook verklaard in het cololofon.

Dit interview heef t tot stand kunnen komen dankzij

Tobias Marmann en Kenny Jagers. Namens de .ego

weblog commissie willen we hen ontzet tend bedanken

voor deze geweldige ervaring.

Lijk t het je ook leuk om ook bij Google stage te

lopen of volt ijd aan de slag te gaan? Check dan de

carrièremogelijkheden op www.google.com/students/

emea

De werkplekDe werkplek is natuurli jk een van de vele dingen waar Google echt bekend om staat. Er zijn maar weinig IT’ers die

er niet van dromen om uiteindelijk dagelijks gebruik te kunnen maken van de pooltafels, glijbanen, massage ruimtes

of fi tness zalen van Google. Het is een bedrijf dat bekend staat om zijn star t -up cultuur.

Passend bij deze star t -up cultuur komen er ook regelmatig producten uit die je

eerder van een star t -up zou verwachten, zoals de zelfri jdende auto en Google Glass.

Dergelijke producten komen regelmatig voor t uit de befaamde 20% regeling (voor

engineers). Deze regeling houdt in dat 20% van je werktijd kan worden gebruikt

om jezelf te ontwikkelen door gebruik te maken van een van de gratis cursussen die

Google aanbiedt. Indien je zelf al genoeg geleerd hebt, kun je zelf deze cursussen

aanbieden of een project star ten (na goedkeuring van je manager). Een dergelijk

project kan uitgroeien tot een nieuw Google product, maar ook bijvoorbeeld een

nieuwe manier van werken.

Lees meer over de bedrijfscultuur bij Google op egoweblog.nl, of scan de QR-code!

Page 12: ego magazine 35

Ruud van Cruchten en Stijn Ijzermans

Informatiesystemen binnen de Universiteit. Heeft Tilburg de bal

laten vallen?

Page 13: ego magazine 35

13

Hoe is het idee ontstaan om een nieuw informatiesysteem te implementeren?Tilburg Universit y heef t van oudsher veel van haar

informatiesystemen zelf gebouwd. Naarmate de tijd

vorderde groeide het besef dat van dat maatwerk

afgestapt moest worden. Maatwerk brengt veel

kosten en onderhoud met zich mee en daar wilde de

universiteit van af. De systemen waren bovendien niet

geschikt voor grootschalig gebruik door alle studenten

en medewerkers (self service). De oude systemen

‘draaiden’ op een Ingres database structuur, en ook

de kennis hierover zou verdwijnen. Een overstap naar

standaardpakket ten betekende wel dat het hosten en

het beheren van die informatievoorziening nog steeds

voor eigen rekening zou komen, wat niet mogelijk was

wegens het gebrek aan kennis en resources. De afdeling

automatisering binnen de universiteit was te klein en er

niet op ingericht om dit uit te voeren.

De voorkeur vanuit het beleid ging uit naar SAP,

dit beleid hield in dat alle concernoplossingen zo

mogelijk op SAP gebaseerd moesten zijn. Andere

concernsystemen op TiU maakten al gebruik van SAP

dus de keuze hiervoor lag voor de hand. Een niet -

SAP keuze, zoals MySIS van Campus Solutions, moest

uitgebreid beargumenteerd worden.

Wat is de rol van projectgroep SANS?Een dergelijk informatiesysteem heef t een levensduur

van ongeveer tien jaar. De kosten die je kwijt bent

aan het beheer en onderhoud, zijn na verloop van

tijd een veelvoud van de init iële investeringen. Men

kwam daarom met het idee om samen met andere

universiteiten een systeem aan te schaf fen en dit samen

te beheren en onderhouden.

Dit was geen ongebruikelijk voorstel, voor de

SAP- systemen binnen de universiteit is ook een

samenwerkingsverband ontstaan, genaamd SECU.

Deze samenwerking is dusdanig goed bevallen dat men

besloot om voorafgaand aan het aanschaf fen van een

studenteninformatiesysteem een onderzoek in te stellen.

Deze onderzoeksgroep die de naam SaNS, Samen

naar een Nieuw Studenten informatiesysteem, kreeg

is onder leiding van TiU gaan lobbyen voor meer

geïnteresseerden. Het hoofd informatiemanagement

van TiU heef t uiteindelijk interesse gevonden bij de

Universiteit van Nijmegen, Universiteit van Amsterdam,

Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van

Leiden.

Deze vier plus Tilburg Universit y hebben toen de

projectgroep gevormd.

“Project management is like juggling three balls: time, cost and quality”. Deze quote van prof. Geoff Reiss bestempelt tijd, kosten en kwaliteit als de drie belangrijkste factoren voor het slagen van een project, de zogenaamde critical success factors of kortweg CSF’s. De .ego Magazinecommissie besloot de implementatie van MySis op Tilburg University (TiU) nader te onderzoeken en te kijken waar zij een balletje heeft laten vallen. Ludwig Geers, projectleider van de implementatie, bleek de geschikte man te zijn voor het beantwoorden van onze vragen. Ludwig Geers

Page 14: ego magazine 35

14

De doelgroep van deze vijf par tners bestond uit meer

dan 100.000 studenten, enkele duizenden medewerkers

en tientallen faculteiten. Deze moeten allemaal gebruik

gaan maken van hetzelfde systeem. Aangezien het

project van een dergelijke groot te was, viel het onder

de Europese aanbestedingsnorm. Een uitgebreid

projectplan is opgesteld en ook is samenwerking

gezocht met de stichting SURF. In SURF werken

hogescholen, universiteiten en onderzoeksinstellingen

samen aan grensverleggende ICT-innovaties, met als

doel de kwaliteit van het hoger onderwijs en onderzoek

te verbeteren. Aan de hand van de MoSCoW methode,

die staat voor de must have, should have, could have

en won’t have requirements, werden er 500 functionele

en technische specificaties opgesteld; de optelsom van

de eisen van tientallen faculteiten van verschil lende

universiteiten.

De Europese aanbesteding, waar de universiteiten

uitgebreid aan meegewerkt hebben, is inder tijd

begeleid door Berenschot. Uiteindelijk bleven er vier

mogelijke leveranciers over, te weten: SAP met Campus

Management, Oracle met Campus Solutions, PSB met

Osiris en Sungard SCT, met SCT Banner. Uiteindelijk is

de keuze gevallen op Campus Solutions van Oracle.

Waarom is er gekozen voor het systeem van Campus Solutions en niet voor een alternatief systeem?De selectiemethode en de uitgebreide selectiecriteria

leiden uiteindelijk tot de keuze. Wat op de achtergrond

en bij de weging heef t meegespeeld is het volgende.

De Nederlandse aanbieder PSB had toen nog maar

enkele gebruikers van Osiris. De organisatie was nog

klein en bestond uit slechts enkele medewerkers. De

heersende gedachte binnen de projectgroep was dat

het project van SaNS een maat te groot zou zijn voor

PSB. Later is dit overigens in een ander daglicht komen

te staan. PSB is gegroeid, meer organisaties zijn hun

pakket gaan gebruiken en ze hebben inmiddels een

groter marktaandeel. SAP had in Nederland nog

geen onderwijsimplementaties gedaan maar had wel

in België een trial lopen. SAP werd wel gebruikt door

TiU, en ook door de Hogeschool van Amsterdam,

de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van

Leiden, voor Finance en HR. Echter speelde het gebrek

aan voorbeelden van onderwijsimplementaties en de

prijsstelling mee dat de keuze niet op SAP viel.

Uiteindelijk is er bewust gekozen voor Campus Solutions

van de grote marktspeler Oracle, omdat deze meer

ervaring had met dergelijke grote implementaties.

Het systeem van Oracle draaide al op meerdere

instellingen, waaronder Font ys (60.000 studenten),

InHolland (40.000 studenten) en een overgroot deel

van universiteiten in de Verenigde Staten.

Waarom geen systeem van SAP als juist vier universiteiten deze gebruiken?‘Het nadeel van Europese aanbestedingen is, vind ik,

dat je selectiecriteria zeer nauwkeurig moet definiëren.

Als je dit heel gedetail leerd doet, leidt dat automatisch

tot de beste oplossing, is de gedachte. Er zit ten helaas

alt ijd wat misinterpretaties in, dat is onvermijdelijk.

Vervolgens leiden deze criteria tot de uitkomst en daar

komt dan niet alt ijd het beste of het gewenste resultaat

uit.’

Zoals eerder genoemd is ook rekening gehouden met

het feit dat SAP nog geen noemenswaardige successen

had in Nederland, waar Campus Solutions al veel in de

Verenigde Staten werd gebruikt en ook reeds op twee

Nederlandse hogescholen was geïmplementeerd.

Hoe is het implementatietraject verlopen?Kor t samengevat ; de implementatie is slecht verlopen.

Het begon al met een meningsverschil met de verplicht

meegeleverde implementatiepar tner over de aanpak.

Oracle leverde Atos als implementatiepar tner.

De projectgroep raakte al snel in discussie met Atos

vanwege een misfit van verwachtingen vanuit de

projectgroep en het aanbod van Atos. Atos streefde

naar een directe parameterisering van het systeem,

waar de projectgroep liever eerst een procesanalyse

zag.

Page 15: ego magazine 35

15

INTERVIEW MET LUDWIG GEERS

De projectgroep SaNS heef t vervolgens zelf

geprobeerd om het systeem op de processen te laten

aansluiten en de processen te harmoniseren. ‘Begin

2006 werd een projectorganisatie opgezet voor de

implementatie en toen ben ik aan boord gekomen. Een

PID (Project Implementation Document) is geschreven in

samenwerking met Oracle, ATOS en de SaNS par tners.

Hierin zijn alle aspecten verder uitgewerkt om tot goede

implementatie te komen. De implementatie zelf was een

f linke kluif omdat vijf bronsystemen (red. De systemen

van de 5 universiteiten) geconver teerd moesten worden

naar Campus Solutions, en het systeem moest aansluiten

op andere lokale systemen (inter faces, zoals met SAP).‘

Het informatiesysteem kan in twee stukken opgedeeld

worden: je hebt een systeem voor het inschrijven van

een student dat wet telijk gereguleerd is, en een systeem

voor het volgen van een student t ijdens de studie. Het

systeem voor het volgen van een student bevat enorm

veel gegevens. De conversie hiervan was een uitdaging,

voor wat betref t omvang en complexiteit. Wij hebben

bijvoorbeeld in Tilburg al 13.000 studenten en we

zijn de kleinste van de par tners. In de achterliggende

jaren heb je tevens verschil lende onderwijsstructuren

gehad. De ene par tner wilde daarom conver teren

met terugwerkende kracht tot 1990, de ander tot

bijvoorbeeld 1980. Daarbij komt dat we ook alle vijf

een andere infrastructuur hadden.

Heeft de keuze voor een Amerikaans systeem nog voor noemenswaardige problemen geleid?De ambities van Oracle om hun dienst verlening uit te

breiden in het EMEA gebied (Europe, Middle East and

Asia) heef t geleid tot de uitbreiding en versterking van

een universeel en landonafhankelijk systeem, gebaseerd

op de centrale kernel van PeopleSof t. Om die kernel

heef t SANS een schil ontwikkeld, die men aan kan

passen aan de Nederlandse wetgeving en eisen. Deze

schil noemen we de template. De SANS par tners maken

gebruik van deze template. Zodra iets verander t in de

kern wordt de template aangepast zodat deze blijf t

functioneren. Bovenop deze template kan men dan

nog kiezen voor lokale aanpassingen, inrichtingen

en inter faces. De ene par tner wil een koppeling met

systeem A, de andere met Systeem B, een par tner wil

een extra module voor een specifieke doelgroep, een

ander niet. Hierdoor krijgt het geheel een soor t bloem

vorm (zie figuur 1).

Figuur 1 : Campus solutions

Page 16: ego magazine 35

16

In Nederland is het onderwijssysteem onderhevig

aan polit ieke discussies zoals over de bekostiging,

de langstudeerdersmaatregel, etc.. De kern voorziet

echter niet in deze nieuwe wetgeving. Er moet volgens

de onderhoudsystematiek met Oracle overlegd worden

of de kern aangepast kan worden. Oracle doet dit

pas als de specificaties 100% zeker zijn. Ze kunnen

niet zomaar aan de gril len van de gebruikers hun

kern gaan aanpassen. Oracle heef t daarom een strik t

release beleid. Zijn de specificaties eindelijk zeker

dan moeten ze eerst een aantal kanalen doorlopen

voordat de kern daadwerkelijk aangepast zal worden.

De specificaties worden eerst door een medewerker van

Oracle Nederland opgesteld die verstand heef t van het

pakket , de gewenste verandering en de Nederlandse

markt. Vervolgens worden ze naar de centrale

organisatie gestuurd. Deze bekijk t en beoordeelt ze

om ze vervolgens naar India te sturen. Daar wordt dan

iets gebouwd dat door Nederlanders bedacht is, door

Amerikanen aangepast is naar hun standaarden en

dan krijgen wij een product uit India dat doorgaans

van zeer matige kwaliteit is. Deze hele toestand wordt

nog steeds het best uitgelegd aan de hand van de

‘schommelcar toon’ (zie figuur 2).

Toen Oracle PeopleSof t overnam waren er nog

verschil lende releases in omloop. Oracle had zich

voorgenomen om de sof tware drastisch te vernieuwen

en heef t daarvoor een langlopende releasekalender

ontworpen. Dit had tot gevolg dat we te maken kregen

met ingrijpende veranderingen in de programmatuur en

onderliggende toolset.

Figuur 2: Schommelcartoon

Page 17: ego magazine 35

17

Op dit moment hebben we vier keer per jaar een

nieuwe sof twarebundel en een keer per jaar een nieuwe

versie van de toolset. SaNS verpakt die twee keer per

jaar in een major release. Dus twee keer per jaar moet

de template aangepast worden aan de nieuwe versies

van de kernel.

Dit leidt tot een forse werkdruk voor de SaNS-par tners

en het Exper tisecentrum dat de template beheer t. Al

deze updates zorgen ervoor dat het systeem nooit af is.

Je bent constant bezig met het testen en aanpassen van

het systeem.

In 2011 is er gekozen voor een afgeslankte versie van het systeem, wat houdt dit in?‘Toen we begonnen met MySIS hebben we in eerste

instantie alleen het inschrijfsysteem vervangen. Het

oude systeem had functionaliteiten voor het inschrijven

van studenten en voor student volgzaken. Het nieuwe

systeem moest daarom inschrijven en het bewaken van

studieactiviteiten faciliteren. Voor het inschrijven hebben

de studenten weinig interacties met het systeem. Daar

zullen vooral administratieve medewerkers mee moeten

werken. Studenten komen binnen via Studielink en zullen

vooral te maken krijgen met die inter face.’

Hier hadden we dus geen groot verander traject voor de

studenten op één ding na: toen we in 2009 (als eerste)

live gingen met het systeem voor inschrijven moesten

studenten zich ook kunnen herinschrijven en het land

van herkomst van hun ouders kunnen aangeven. Dit was

op dat moment alles wat de student van MySIS zag.

Uiteindelijk moest MySIS de huidige student volgsystemen

gaan vervangen. De users, de studenten en

medewerkers, zouden aan een compleet nieuwe look

and feel van de systemen moeten wennen. Hiervoor zou

een uitgebreid implementatieplan opgesteld worden.

Der tienduizend studenten en tientallen medewerkers

moesten op gang geholpen worden met het nieuwe

systeem.

Door verschil lende oorzaken is het project ver traagd,

is het draagvlak verminderd en werd onder tijdsdruk

op enig moment besloten de bestaande inter face van

de studenten te handhaven en alleen het zogenaamde

backof fice te vernieuwen. Oud en nieuw zouden dan

op elkaar moeten aansluiten. De studenten en meeste

medewerkers zouden er nauwelijks iets van merken.

Tilburg is van alle vijf de par tners als eerste live gegaan

met het inschrijfsysteem. Kor t daarna is de HvA met

het inschrijfsysteem live gegaan en daarna Leiden.

Leiden wilde een big bang. Het inschrijfsysteem én het

volgsysteem met alles erop en eraan moest live, met het

risico dat het niet 100% af was.

Heeft dit nog tastbare problemen opgeleverd die hierdoor voorkomen konden worden?Ja, de SaNS-par tners hebben nogal negatief in de

publiciteit gestaan wegens de invoeringsproblemen en

de kosten die men heef t moeten maken om het systeem

toch goed werkend te kunnen krijgen. ‘In Tilburg

kwamen we er toen steeds meer achter dat we last

bleven houden van het systeem en de implementatie

ervan. We zijn toch het k leintje in de klas als je nagaat

dat in Amsterdam het systeem voor om en nabij de

80.000 studenten functioneer t. Bij de SaNS-par tners

zijn alle aanloop problemen nu wel opgelost. Het

onderwijzend en het ondersteund personeel werd en

is steeds enthousiaster, maar kreeg daardoor meer

behoef te de eisen en wensen verder uit te breiden

en het systeem naar hun smaak te laten functioneren.

Deze uitbreidingen moesten allemaal in de template

opgenomen worden waardoor de gezamenlijkheid in de

financiering daarvan verder onder druk kwam te staan.’

Om de gezamenlijkheid te behouden is er toen gekozen

voor een cafetaria model. Dit wil zeggen dat iedereen

de basisvoorziening van de template kreeg, met daarin

de gezamenlijke functionele eisen en wensen. Alles wat

je bovenop de basis wenste, moest je zelf betalen.

Tilburg realiseerde zich steeds meer dat het systeem

toch wel erg groot (en kostelijk) werd voor een nieuw

backof fice systeem en dat ze misschien beter af zouden

zijn met een andere oplossing.

INTERVIEW MET LUDWIG GEERS

Page 18: ego magazine 35

18

Nijmegen was voor tijdig uitgestapt en heef t voor de

implementatie van een Nederlands systeem (Osiris)

gekozen. Binnen de stuurgroep in Tilburg begon in

de loop van de tijd ook een kentering te ontstaan.

Het draagvlaak om door te gaan met MySIS werd

steeds kleiner en men begon ook wel meer te voelen

voor een drastische ommezwaai. Er is toen lange

tijd discussie geweest over eruit stappen maar dit lag

natuurlijk lastig ,vooral omdat het project vanuit Tilburg

Universit y is geïnit ieerd. ‘In 2011 kregen we te maken

met de eerste bezuinigingsronde op de Universiteit. De

broekriem werd strakker aangetrokken waardoor alle

tijdelijke krachten eruit moesten. Mensen verdwenen

uit de projectgroep. Resources om de implementatie af

te ronden verdwenen, waardoor het zeker niet meer

mogelijk was om heel het systeem te implementeren.

De omslag in de stuurgroep ten opzichte van MySIS

en minder goede ervaringen met het inschrijfsysteem

hebben er toe geleid dat er toch besloten werd dat

men niet verder wilde met MySIS. Het oude Ingres

systeem liep echter al lang op de laatste benen, dus

de druk om MySIS light te implementeren liep verder

op. Noodgedwongen is voor deze oplossing gekozen ,

maar het is dusdanig complex dat ik achteraf spijt heb

van deze gestripte versie.’

De toekomstI In 2014 zal Tilburg Universit y verder gaan met een

nieuw aanbestedingsproject. De voorkeur gaat uit naar

een nieuw , k leiner en overzichtelijk systeem. Wegens

het par tnerschap met SaNS zal MySIS de komende vier

jaar als backend systeem gebruikt blijven worden. Van

het hele MySIS avontuur is geleerd; samenwerken is

lastig en leidt niet alt ijd tot besparingen. De integratie

met Studielink zal nog belangrijker geworden.

Alleen de toekomst zal leren of de implementatie van

een ander studentinformatiesysteem succesvoller zal

verlopen.

Over de auteursStijn Ijzermans is momenteel bezig met het afronden

van zijn bachelor Economie en Informatica aan Tilburg

University, hiernaast is hij de nieuwe hoofdredacteur

van dit magazine.

Ruud van Cruchten is momenteel een tweedejaars

student Economie en Informatica aan Tilburg University

en tevens actief binnen Asset | SBIT als redactielid van

.ego magazine.

Page 19: ego magazine 35

ADVERTENTIE KPN

Page 20: ego magazine 35

20

We creëren een wereld waarin de slimste persoon in de kamer de kamer zelf is. Waar economieën

ontstaan tussen computers zonder menselijke tussenkomst. Waar creatie en productie in de handen

van een ieder komen. 3D printing brengt huizen, organen, voedsel en wapens naar de printer. En

technologie kent onze behoef ten eerder dan wij zelf.

Apps die depressie detecteren en wetgeving die het mogelijk maakt dat ar tsen apps voorschrijven in plaats

van medicijnen. Auto’s die zelf rijden en sof tware die rechters kan vervangen, robots thuis uitprinten voor

minder dan 1000 dollar. Er zijn al draadloze headsets met diensten zoals MyndPlay, die je hersenactiviteit

monitoren om de content vervolgens aan te passen op basis van jouw emotie. Wetenschappers zijn

erin geslaagd om ‘in te breken’ in iemands hersenactiviteit en koopsignalen te identif iceren. De eerste

organisaties halen productie weer terug naar het eigen land om het vervolgens door robots te laten

uit voeren. Met de versmelting van technologie en het menselijk lichaam kunnen hackers verder gaan dan

alleen data stelen. Immers, als ze satellieten kunnen hacken dan ook een pacemaker.

Leon Panet ta, de ver trekkende minister van Defensie van de VS, waarschuwt ons aan het begin van 2013

voor een digitaal Pearl Harbour. In een wereld waarin technologie volgens de ver trouwensmonitor van

Edelman het meest ver trouwd wordt, neemt de afhankelijkheid ervan zienderogen toe. Creëren wij een

wereld waarin, wij als mens, volledig over trof fen worden door technologie? Het zijn menselijke handen en

hersenen die de technologie van vandaag maken. De vraag is hoe lang nog?

Twee exper ts op het gebied van technologie en productiviteit van MIT Center of Digital Business stelden

dat de mens het aan het verliezen is van de machine. In hun e - book ‘Race against the Machine’ geven ze

aan dat er meer banen worden gecreëerd voor machines dan voor mensen. Ook het Centre for the Study

Column De technologische ui tdaging is niet technisch van aard

Over de auteurTony Bosma is de oprichter van de internationaal erkende trendwatching, innovatie

en toekomst advies organisatie Extend Limits. Ex tend Limits is één van de eerste

weblogs in Nederland op het gebied van trendwatching en toekomst en is in

haar meer dan 10 jarig bestaan uitgegroeid tot een internationale bron voor

kennis en informatie over innovatie, toekomst en daadwerkelijk verstorende trends

en ontwikkelingen. Extend Limits monitor t de wereld zodat je je niet af vraagt

waarom ontwikkelingen plaatsvinden maar je vraagt je af waarom ze nog niet

plaatsgevonden hebben. Tony Bosma onderscheidt zich door zich niet te laten

leiden door de waan van de dag en de vele hypes maar richt zich als een van de

weinige trendwatchers op daadwerkelijke verstorende trends en ontwikkelingen.

Die trends die een blijvend ef fect hebben op onze manier van leven, werken,

communiceren en consumeren. Zijn visie op de wereld zal deze jaargang een vaste

plek krijgen in .ego magazine in de vorm van een column.

Door: Tony Bosma

Page 21: ego magazine 35

21

of Existential Risk (CSER) kwam onlangs in actie met een onderzoek naar de risico’s van de snelle

technologische ontwikkelingen. Centrale vraag is in hoeverre we kunnen onderzoeken wat de ef fecten

zijn van digitalisering en robotisering? Immers al onze aannames worden op dit moment uitgedaagd.

Nu kunt u denken dat ik negatief ben over de vele technologische ontwikkelingen. Dat ben ik niet. Juist niet

zelfs. Wel is het t ijd voor visie en het bewustzijn dat de uitdaging ligt in de toepassing van technologie vanuit

een nieuwe tijdsgeest. Een nieuw paradigma.

De grootste uitdaging die we als mensheid op het gebied van technologie hebben is niet een technische.

Het is vooral een mindset en toepassing. We bevinden ons op een dunne scheidslijn. Gaan we de nieuwe

technologische mogelijkheden toepassen vanuit ons bestaande en zo veelvuldig omarmde paradigma van

consumptie en groei of vanuit menselijke maat en balans? Zoals gezegd is deze keuze essentieel voor de

wereld die we nu aan het vormen zijn.

Het advies uit het boek ‘Race of the Machines’ is: technologie ontwikkelen die complementair is en niet

concurrerend. Laten we ons in dit technologische geweld niet verliezen in de mogelijkheden van techniek, maar

hem gebruiken voor de realisatie van verbinding, balans en menselijke maat.

Page 22: ego magazine 35

Rodney Dekkers<Titel>Arie Timmerman

Denk niet te moeil i jk over mobile securityWelke risico’s kleven er aan het gebruik van bedrijfsapplicaties op mobieltjes en tablets? En hoe kunnen deze risico’s worden ingeperkt? Mobile devices worden overal mee naartoe genomen met nieuwe risico’s als gevolg. Je vergeet ze in de trein of laat ze in de haast liggen op de toonbank na het afrekenen van een patatje. Bekende gevaren die de bedrijfsvoering bedreigen en niet genoeg benadrukt kunnen worden. Of valt het allemaal wel mee?

Page 23: ego magazine 35

DENK NIET TE MOEILIJK OVER MOBILE SECURITY

23

Native AppsNative apps lijken een meerderheid te vormen. Dat is

niet vreemd. Oorspronkelijk bestonden voor mobielt jes

alleen native apps. Voordat 3G gemeengoed werd

moesten applicaties en data lokaal opgeslagen

worden. Hoewel dit toen de enige -en dus beste - optie

was, heef t deze mogelijkheid verschil lende nadelen.

Afgezien van het gegeven dat het ontwikkelproces

van native apps duur is omdat voor elk plat form

plat form specifieke aanpassingen gemaakt

moet worden, zijn er veiligheidsrisico’s

verbonden met het bouwen van dit

t ype applicatie. Ik benoem er

hier drie.

Een belangrijk voordeel

van native apps is de

eenvoudige toegang tot het

lokale bestandssysteem.

Dit is ook een potentieel

risico; data wordt bij de

grote mobiele besturingssystemen

niet versleuteld opgeslagen en

kan dus eenvoudig gekopieerd en

gestolen worden. Er is nauwelijks controle mogelijk

op versnipperde bedrijfsinformatie die over

honderden devices verspreid staat opgeslagen.

Sommige voorgeïnstalleerde apps - zoals een e -mail

client - bewaren alleen een beperkt aantal dagen

e -mails. Oude e -mail kan met een internet verbinding

opgevraagd worden. Deze slimme oplossing beperkt

de schade die veroorzaakt wordt door het verlies van

een device. Helaas wordt deze werkwijze niet door

alle native apps toegepast.

Om data in de centrale bedrijfssystemen op te slaan is

een connectie met het internet nodig. Daarvoor

worden vaak speciale communicatie - inter faces

gebouwd bedoeld voor specifieke apps (data

aanvragen). Server-side access controls moeten

opnieuw worden geïmplementeerd of aangepast aan

deze nieuwe communicatiemogelijkheid. Daar kunnen

fouten gemaakt worden.

Verder bestaat het risico op onveilige

datatransmissie. Hoewel ssl (secure

sockets layer) -connecties

standaard zijn bij veel web

applicaties, moet de beveiliging

van de transpor t laag handmatig

geprogrammeerd worden

in native apps. Verder zijn

er gevallen bekend waarin

ssl -beveiliging wel in de

programmacode aanwezig

is, maar dat deze omwille van

testdoeleinden uitgeschakeld was door de

ontwikkelaars. Bij het lanceren van deze apps

wordt vervolgens vergeten deze beveiliging weer in te

schakelen.

Deze drie risico’s worden door het toonaangevende

OWASP genoemd in de mobile securit y top 10; drie

risico’s die respectievelijk van toepassing zijn op data

securit y, application securit y en network securit y. Om

deze risico’s in te perken is een duur en tijdrovend

ontwikkel - en testproces nodig. Voor elk plat form

moet deze procedure doorlopen worden wat de

onderhoudbaarheid van de applicatie niet ten goede

komt. Het is veiliger en eenvoudiger om mobile web

apps te gebruiken voor bedrijfstoepassingen.

Er zijn grofweg twee typen mobile apps. Het eerste type is de native app, gebouwd met platformspecifieke

code en vaak geïnstalleerd via een app store. De tweede soort is de mobile web app. Deze apps maken

gebruik van dezelfde technieken als reguliere websites, maar met een geoptimaliseerde weergave voor kleine

schermen en aangepast aan de mogelijkheden van een touchscreen. Web apps hoeven vaak niet geïnstalleerd

te worden via een app store; als dit toch moet dan bestaat de installatie enkel uit het laden van een schil om de

webbrowser. Een keuse voor één van beide opties zou rekening moeten houden met de veiligheidsaspecten.

Page 24: ego magazine 35

24

Mobile web apps Een mobile web app is vaak niets meer dan een

nieuwe inter face die wordt gemaakt door het

aanpassen van een st ylesheet. Web apps nemen

snel toe in populariteit. Er bestaat sinds kor t zelfs

een mobiel besturingssysteem speciaal bedoeld

voor web apps: Firefox OS. Deze ontwikkelingen

zijn mede te danken aan de evolutie die mobielee

webbrowsers doormaken. Functies die eerder alleen

voor native apps beschikbaar waren - zoals het

bedienen van een webcam of hardware acceleratie

- zijn ook beschikbaar in moderne mobiele

webbrowsers. Een web app doet qua functionaliteit en

gebruikersvriendelijkheid niet langer onder voor native

apps. Dat heef t veel voordelen.

Mobile security wordt web securityOm te beginnen kan door gebruik te maken van

mobile web apps geput worden uit t ientallen jaren

ervaring in web securit y. Door de opmars van web

apps wordt een nieuw probleem - het probleem

van mobile securit y - verholpen met oplossingen

voor bestaande web securit y problemen. Verder

hebben al ontwikkelde websites de ‘test of

t ime’ doorstaan en zijn de belangrijke bugs en

kwetsbaarheden verholpen. Een mobile web app

kan van deze voordelen profiteren. Ook is de

winst dat de test procedures van mobile web apps

zich alleen hoeven te richten op functionaliteit

en gebruikersvriendelijkheid. De securit y van de

mobile web app wordt met dezelfde securit y testing

procedures onderworpen als de eigenlijke web

applicatie. Er is niet langer een apar te testst rategie

nodig voor mobile devices.Problemen met onveilige

opslag van data, onveilige toegang tot de server

of onveilige datatransmissie, zijn nauwelijks van

toepassing bij mobile web apps.

De eerste kan worden opgelost door de tijdelijke

opslag van gegevens te minimaliseren door slim

gebruik van ht tp cache -control mechanismen, de

tweede door gebruik van ssl -verbindingen die ook

op de originele website aanwezig zouden moeten

zijn, en het probleem van onveilige server-side access

controls is beperkt omdat dezelfde controls in gebruik

zijn op zowel de gewone web applicatie als de

mobile web app. Door een mobile app te zien als

een traditionele website in een nieuw jasje wordt de

beveiligingsproblematiek inzichtelijk.

DENK NIET TE MOEILIJK OVER MOBILE SECURITY

Page 25: ego magazine 35

ADVERTENTIE Capgemini

Page 26: ego magazine 35

Zonder ICT geen treinenMargreet Sandee

Page 27: ego magazine 35

27

ZONDER ICT GEEN TREINEN

Wat is bijsturen?

Bijsturen houdt in dat we de vooraf gemaakte

planning wat betref t de inzet van treinen, machinisten

en conducteurs gaan aanpassen aan de actuele

situatie. NS rijdt t reinen volgens een dienstregeling,

die we een keer per jaar herzien (jaarplan). NS

Logistiek maakt vervolgens het zogeheten dagplan.

Een planning die 36 uur voor uit voering kloppend

moet zijn. In deze planning wordt rekening gehouden

met de laatste ontwikkelingen op het spoor. Denk

aan Koninginnedag en andere grote evenementen,

werkzaamheden aan of naast het spoor, etcetera. Dit

Dagplan wordt gecommuniceerd naar het personeel

op de trein (machinisten en conducteurs), naar

Reisinformatie en naar ProRail, die verantwoordelijk

is voor de verkeersleiding. Vervolgens worden de

treinen volgens deze laatste planning gereden. Echter,

op ’de dag van uit voering’ kunnen zich natuurlijk

alt ijd incidenten en omstandigheden voordoen,

waardoor er opnieuw aanpassingen nodig zijn voor

reizigers. Alle aanpassingen in het Dagplan kor ter

dan 36 uur voor uit voering noemen we bijsturen.

Zo reden we afgelopen winter vanwege de sneeuw

op verschil lende dagen met een aangepaste

dienstregeling waardoor er meer ruimte op spoor was

om storingen snel op te lossen en te voorkomen dat

het t reinverkeer op ons drukke spoorwegnet (drukste

spoor van Europa) vast liep. Ook bij grote storingen

sturen we bij. Personeel bemant andere treinen dan

gepland en extra treinen worden verplaatst. Zo

wijzigt er van alles voor soms honderden treinen en

conducteurs per dag.

Besturing 3.0: nieuwe systemen voor sneller bijsturen.

Één storing raakt soms wel honderden andere treinen

(en dus reizigers). Wat is er nodig om snel en ef fectief

te kunnen bijsturen als je het hebt over duizenden

personeelsleden en duizenden treinrit ten per dag? Ten

eerste is overzicht in de locatie van treinen en rijdend

personeel nodig. Als er bijvoorbeeld een seinstoring

is, betekent dit dat ons personeel niet op de plek kan

zijn voor volgende treinrit ten. Bij dit soor t verstoringen

wijkt de actuele situatie af van de geplande situatie,

die we in alle ICT-systemen hebben geregistreerd.

De buitenwereld komt niet meer overeen met de

werkelijkheid in de ICT-systemen. Dit vraagt om

slimme nieuwe ICT-systemen die ons personeel

helpen razendsnel (t rein- en personeels)diensten te

herplannen op de meest optimale manier voor de

klant. Nu doen mensen (zogeheten bijstuurders) dit

werk veelal nog handmatig, maar door de grote

drukte op het spoor is dit steeds kwetsbaarder

geworden. Nieuwe ICT-systemen en rekenkracht gaan

hen dan ook in toenemende mate ondersteunen.

Binnen NS is hiervoor het programma ‘Besturing

3.0’ gestar t. Het doel hiervan is om de bijsturing

van machinisten, conducteurs en treinen verder te

verbeteren door het gebruik van slimme ICT-systemen

en rekenkracht. NS wil sneller en completer kunnen

bijsturen in geval van verstoringen, waardoor we als

NS grip blijven houden op onze dienst verlening aan

reizigers. Hierdoor kunnen we een betrouwbaarder

product aanbieden aan onze klanten en NS

medewerkers en is het t reinverkeer weer eerder in de

Je hebt het vast zelf wel eens meegemaakt. Je zit in de trein op weg naar een afspraak en er is een verstoring waardoor de trein tot stilstand komt. Een kapotte wissel, een stroomstoring, een aanrijding met een persoon, een defecte trein; de reden is al dan niet meteen duidelijk. De impact voor de reizigers des te meer: onverwachte vertraging en soms onzekerheid over mogelijke alternatieven om op tijd te komen op je afspraak. NS zet in een dergelijke situatie alles op alles om de reiziger snel te voorzien van de juiste informatie, de verwachte duur van het oponthoud en de mogelijke alternatieven bijvoorbeeld per bus. Hoe doen we dat zogenaamde ‘bijsturen’ van het treinverkeer en wat voor rol speelt ICT daarbij? Hoe werken we op dat vlak aan de toekomst om reizigers nog sneller te kunnen helpen?

Page 28: ego magazine 35

benen na een storing en spelen we nog slimmer op

storingen in.

Jantina Woudstra is vanuit IT Operations programma

manager van Besturing 3.0. Jantina geef t aan:

“Terwijl de wereld om ons heen steeds complexer

wordt met meer vervoerders en treinen op het spoor

en ook hogere eisen worden gesteld wat betref t

hoogfrequente treindiensten en continuï teit, zijn onze

systemen daar nog niet alt ijd op ontworpen. De

systemen van planning, bijsturing, reisinformatie én

de systemen ProRail moeten daarbij ook nog eens

naadloos op elkaar aansluiten. Dat maakt dit tot een

boeiende klus waarbij de reiziger straks nog sneller

geholpen moet zijn en we nog slimmer inspelen op

storingen.”

De Solver bij real time verstoringenDe afdeling NS Reizigers heef t als ambitie om de

impact van verstoringen voor reizigers en voor

rijdend personeel zoveel mogelijk te beperken. Een

van de speerpunten van NS is dat zij alt ijd grip wil

houden op de kwaliteit van de dienst verlening aan

treinreizigers. Dat is vandaag de dag steeds lastiger,

omdat er steeds meer t reinen per uur rijden. De puzzel

die moet worden opgelost door bijstuurders, wordt dus

steeds complexer. Veel activiteiten gebeuren echter

nog met de hand door ervaren bijstuurders. Om de

kwaliteit van de bijsturing een stap verder te brengen,

investeren we nu in beslis ondersteunende systemen

zoals de Solver. De Solver zal landelijk ingezet

worden bij ernstige verstoringen en calamiteiten,

waardoor we sneller en completer kunnen bijsturen.

De Solver wordt nu al ingezet voor het berekenen

van een alternatieve dienstregeling voor de volgende

dag. Momenteel ontwikkelen we de Solver, zodat we

deze ook realtime in kunnen zet ten bij verstoringen

om rijdend personeel bij te sturen op de dag zelf.

Dit heef t als voordeel dat t reinen weer sneller rijden

voor onze reizigers. Rijdend personeel weet waar

zij de rest van de dag aan toe is omdat niet slechts

één enkele rit wordt bijgestuurd, maar de complete

dienst voor de hele dag. Er wordt al voorzichtig

getest met het nieuwe systeem en komend jaar moet

het steeds vaker worden ingezet bij storingen op

de dag zelf. Razendsnel rekent het systeem dan de

nieuwe personeelsplanning door. Het systeem werkt

op basis van door NS zelf ontwikkelde algoritmes.

Page 29: ego magazine 35

ZONDER ICT GEEN TREINEN

29

AIO’s en universitaire medewerkers zijn nauw betrokken

geweest bij het ontwikkelen van dit systeem. Voor het

bijsturen van de treinen is er geen kant -en-k laar pakket

beschikbaar op de markt, zoals het Crews-pakket.

Dat betekent dat NS zelf iets moet ontwikkelen,

waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de

kennis en resultaten van bestaande planningssystemen

van NS Reizigers. De ontwikkeling van dit systeem

B@M (Bijsturing @pplicatie Materieel) is inmiddels

gestar t. Nedtrain, het onderhoudsbedrijf van NS, en

NS Hispeed zullen ook gebruik gaan maken van dit

planningssysteem.

Uitdagingen voor ICT binnen NSVoor de ICT-organisatie binnen NS is Besturing

3.0 tegelijk een vehikel om de kwaliteit van de ICT

infrastructuur en de beheerorganisatie op een

hoger plan te til len. Leon Jansen, hoofd IT Operations

zegt: “We moeten ons als NS-brede ICT-organisatie

opnieuw uit vinden. Straks moeten we cruciale primaire

processen gaan ondersteunen die een zeer hoge

beschikbaarheid vereisen. Door de drukte op het

spoor is de noodzaak hier toe steeds groter geworden.

Hetzelfde geldt voor onze leveranciers. Vanuit ICT

moeten we ook 24/7 het beheer van deze cruciale

systemen kunnen ondersteunen. Als er iets fout gaat in

een systeem, heef t dat direct impact op de operatie.

Onze core business als NS is het rijden van treinen

met behulp van ICT systemen. Om dat goed te kunnen

doen, is het belangrijk dat je elkaars wereld begrijpt,

elkaars processen kent en goede werkafspraken maakt

in de gehele keten inclusief het Shared Service Center

ICT en onze leveranciers. Het is belangrijk dat we

hierbij dezelfde urgentie ervaren; als onze ICT-systemen

haperen, heef t dit direct impact op de operatie”.

Meer weten?Kijk op youtube http://www.youtube.com/user/

NS voor een filmpje over het bijsturen van treinen.

Auteur: Margeet Sandee

Page 30: ego magazine 35

30

OpleidingStudieperiode: 1999-2005

Universiteit: Universiteit van Tilburg

Activiteiten SBIT: De feesten gecombineerd met andere (sociale) studieverenigingen kon ik alt ijd wel

waarderen. Verder natuurlijk alt ijd handig om via de site van SBIT oude tentamens

op te zoeken die soms bijna let ter lijk overeen kwamen met de feitelijke tentamens

die werden afgenomen (didactisch niet geheel verantwoord, maargoed).

Belang studie: De studie bereid je erop voor om een ef fectieve brugfunctie te kunnen gaan

vervullen tussen techniek en organisatie. Leren samenwerken in teams met

verschil lende mensen en disciplines vond ik tijdens de studie een van de

belangrijkste leerervaringen, vooral omdat het in zoveel situaties terugkomt.

Mooiste herinnering: Een bloemlezing van wat momenten die me zijn bij gebleven:

Kof fiedrinken terwijl dhr. Casimir op miraculeuze wijze Infogame weer tot

leven brengt.

De zeer ef ficiënte en pret t ige samenwerking met enkele ex-studiegenoten,

waaronder: Bram Hoekman, Zairo Ruiz, Anja Franken.

De feesten in het centrum van Tilburg, de TIK- feesten, de har t van Brabant loop,

et cetera.

Ongeveer tegelijk met Roel Houben de laatste loodjes van de studie afronden.

Afstudeerceremonie. Na hard werken en een zware periode een mooi resultaat

kunnen presenteren aan de mensen die dichtbij je staan.

Jeroen Jansen

Leef tijd: 31

Woont in: Tilburg

Checkt elke dag: Email, nu.nl, Facebook

Huidige functie: Informatie -analist

Opleiding: Bestuurlijke Informatiekunde, UvT

OUD IM’ERS AAN HET WOORD

Huidige situatie Huidige baan & werkzaamheden:

Ik werk nu bijna 4 jaar voor VECOZO als informatie -analist. VECOZO staat voor

veilige communicatie in de zorg. Als informatie -analist ben ik met mijn mede

teamleden verantwoordelijk voor het ontwerp en de realisatie van een aantal forse

informatiesystemen. “Fors” in de zin van gebruik, maatschappelijke relevantie en de

besparingen die de systemen opleveren voor de hele zorgketen.

Page 31: ego magazine 35

31

Luc Scheidel

Leef tijd: 43

Woont in: Nieuwegein

Checkt elke dag: Nu.nl, facebook en vele tweets (ondermeer @Logistiek_nl en @vLmNL, @PostNL en @Omdenken)

Huidige functie: IT Manager bij PostNL. Verantwxoordelijk voor de IT van het t ranspor t bij brieven in Nederland en voor de IT van de postbezorging.

Opleiding: Bestuurlijke informatiekunde, nu beter bekend als Information Management

OpleidingStudieperiode: 1987-1993

Universiteit: Katholieke Universiteit Brabant

Activiteiten SBIT: Bestuurslid (ergens begin jaren 90) met SBIT Info en BIKMag in mijn por tefeuil le.

BIKMag is de voorloper van .ego Magazine. Daarom kon ik geen “nee” zeggen,

toen mij gevraagd werd mijn profiel in te sturen!

Belang studie: Een stevige economische basis, gecombineerd met het inzicht van de functie van IT

voor organisaties. De colleges van Nielen en Ribbers leken science fiction, maar

zijn voor een groot deel bewaarheid. Nielen voorspelde rond 1987 een vorm van

computer in elke kamer van het huis, vergelijkbaar met de verspreiding van klokken.

Dat de meesten nu op hun smar tphone kijken om de tijd te checken, bevestigt zijn

gelijk.

Zo zijn we als team verantwoordelijk voor het systeem dat de controle op

verzekeringsrecht (COV) uit voer t. Dit is een systeem dat gebruikt wordt in de

gehele zorgsector op landelijke schaal, met miljoenen aanroepen op dagbasis.

Een huisar ts kan bijvoorbeeld via COV het verzekeringsrecht controleren van zijn

patiënten.

Mooiste Herinnering: Natuurlijk het bestuursjaar van SBIT. Maar ook de ERASMUS studie in Limerick,

Ier land.

Specifieke Expertise: RUP, requirements management met use -cases, Agile/Scrum.

Ben benieuwd hoe het met mijn studiemakker Bram Hoekman gaat.

Connecties Volgende oud-BIKker:

Page 32: ego magazine 35

32

OpleidingStudieperiode: 1996-2001

Universiteit: Universiteit van Tilburg

Activiteiten SBIT: Ehhh.. ik kende wel veel mensen van SBIT! Was een gezellige tijd, maar was

zelf meer actief betrokken bij het organiseren van de TIK-week destijds, de

introductieweek van nieuwe studenten in Tilburg.

Belang studie Ik zou zeggen de ver taalslag maken tussen de business en de IT organisatie. Het

k linkt simpel, maar doordat die twee werelden in praktijk toch veelal ver van elkaar

af staan, kun je hiermee vaak van toegevoegde waarde zijn.

Merel van den Berg

Leeftijd: 36

Woont in: Utrecht Utrecht

Checkt elke dag: Nu.nl, Telegraaf.nl, mail, Facebook en de AEX

Huidige functie: Mama van twee kleine meisjes, Emma en Julia (tsja, we wonen in de koningsbuurt van Utrecht). Naast hardlopen, knutselen , winkeltje spelen, armbandjes maken en koekjes bakken ben ik Senior Risk Manager bij Syntrus Achmea.

Opleiding: Bestuurlijke Informatiekunde en EDP Auditing (2002-2004), beide UvT

OUD IM’ERS AAN HET WOORDHuidige situatie Huidige baan & werkzaamheden:

PostNL bevindt zich in de meest ingrijpende reorganisatie in haar 200 jarig

bestaan. Als onderdeel daarvan zijn alle t ranspor tactiviteiten (ondermeer: legen van

brievenbussen, halen en brengen van post bij zakelijke klanten, post brengen naar de

depots voor postbezorgers) ondergebracht in één businessunit, waar ik IT manager

van ben. In de afgelopen drie jaar hebben we nieuwe systemen voor planning en

uit voering ingevoerd. Daarnaast ben ik sinds een jaar verantwoordelijk voor de IT

van de postbezorging. Ook hier moet IT helpen om het bedrijf ef ficiënter te maken en

volumedalingen in de postmarkt op te vangen.

Specifieke Expertise: Supply Chain Management, Transpor t en Logistiek

Connecties Volgende oud-BIKker: Bij een seminar kwam ik onlangs Karin Swets weer tegen. Ik draag hierbij graag het

stokje aan haar over.

Page 33: ego magazine 35

33

Huidige situatie Huidige baan & werkzaamheden:

Specifieke expertise: Het ijs breken in gesprekken en dingen toch bij mensen gedaan krijgen. Nu we het

er toch over hebben.. deze vragen kunnen wel iets spannender.

Connecties

Volgende oud- BIKker:

Hoe is het met oud BiKker en oud-TIKker Niels van Gemst, of is die al drie keer

gevraagd?

Ik werk als Risk Manager bij Syntrus Achmea en fungeer als sparring par tner voor

zowel de business als voor de (Internal) Audit organisatie. Ik heb ruim tien jaar

ervaring opgedaan als IT Auditor, zowel bij Ernst&Young als bij de ING, maar toch

twee jaar geleden deze zijstap gemaakt om wat dichter bij de business te staan

en om de business zodoende beter te kunnen adviseren in oplossingen. Dat laatste

stapje miste ik als Auditor. Maar nu denk ik ook vaak ‘wat was alles lekker duidelijk

als Auditor, Risk Management is zo vaag..’. Houd me momenteel vooral bezig met

het implementeren van een nieuw Achmea breed normenkader bij Syntrus, adviseer

in lopende projecten en ben sparring par tner voor aller lei vraagstukken uit de

vermogensbeheerorganisatie.

Dat is toch wel mijn TIK periode geweest. Een half jaar lang hebben we met een

hechte groep studenten de TIK week ’99 vormgegeven en neergezet. We hebben

elkaar laatst weer bijna allemaal gezien! Daarnaast heel veel stapavonden en op -

de -uni- hangdagen met mijn BIK vriendjes! En Kof fietijd kijken met mijn huisgenoten

met het Kof fietijdspel natuurlijk!

Mooiste herinnering:

Page 34: ego magazine 35

34

K.J.M.G. Meesters 4-8-2013Towards an Impact Evaluation Framework for a Collaborative Information Supply ChainDr. Van de Walle

M. LI 4-22-2013Information Diffusion in Twitter Based on Core proporties AnalysisDr. Ou

A.C. Dickinson 4-24-2013Cloud Service Based Applications A framework for management and control of the Quality of Service of Cloud Service Based Applications (CBAs)Prof. dr. Van den Heuvel

A.M. Vermeer 5-15-2013The adoption of agile practices and increased customer collaborationProf. dr. ir. Van Groenendaal

J.M.F.J. Evertse 5-29-2013From Paper to PixelsDr. Ou

E. Zaicanu 6-17-2013Provider-Agnostic Acces Enforcement in Shared Cassandra ClustersProf. dr. Van den Heuvel

P. Kazmirchuk 6-17-2013Mapping and resolution of heterogeneous product identifiers during its lifecycleProf. dr. Van den Heuvel

B. Tao 6-17-2013Trade knowledge: a marketplace for expert knowledge and informationProf. dr. ir. Papazoglou

S. Chen 6-17-2013Business process reengineering for atlassian support workflowProf. dr. Van den Heuvel

R. Makhani 6-17-2013A language-agnostic mechanism for composing data stream queries with an arbitrary number of inputsProf. dr. Van den Heuvel

K. Suri 6-17-2013Domain Specific Business Process Monitoring Through Aggregation of Multi-Layer Run-Time DataProf. dr. Van den Heuvel

I. Brito 6-17-2013Blueprint for Manufacturing ApplicationsProf. dr. ir. Papazoglou

E. Vovc 6-17-2013Access Regulations in Shared Cassandra ClustersProf. dr. Van den Heuvel

R. Lamllari 6-17-2013Extending a methodology for Migration of the Database Layer to the Cloud Considering Relational Database Schema Migration to NoSQLProf. dr. Van den Heuvel

V. Devadoss 6-17-2013USDL Construction using a servise registry and BPMN 2.0 extensionsProf. dr. Van den Heuvel

Y. Gao 6-17-2013The Critical success factors of adopting agile methodology in it portfolio managementProf. dr. ir. O’Callaghan

J. Duan 6-17-2013IT adoption in supply chain risk managementProf. dr. Rutkowski

O. Latsenko 6-17-2013Customers’ acceptance of big data projects in bankingProf. dr. ir. Van der Zee

Afgestudeerden augustus 2013 - februari 2014

Page 35: ego magazine 35

35

J.A. Blanco Lopez 6-17-2013Building A Cross-functional Integraded Roadmap for Implementing Digital PositionsProf. dr. ir. O’Callaghan

R. Hendrawan 6-17-2013Mobilizing colloboration systems: A design science approachProf. dr. Rutkowski

A. Yushenkov 6-17-2013A model of IT Business value. Validation of the model in financial sectorDr. Leino

C. Vittavutkarnvej 6-17-2013Identifying factors which influence communication in ERP maintenance activitiesProf. dr. ir. Van Groenendaal

D. Pankin 6-17-2013Capacity planning maturity model for multiple agile teams in large organizationsDr. Koskivaara

N. Verdegem 6-17-2013E-Discovery in times of Big Data: three case studies and impressions of the futureProf. dr. ir. Daniels

A.M. Tuta Osman 6-17-2013An approach for improving decision making: recommendation systems for setting goalsDr. Weigand

A. Mekezhan 6-17-2013Becoming digital: Interrelations among digital capabilities in the Dutch Insurance Company AchmeaProf. dr. ir. Van der Zee

L. Ristic 6-17-2013Optimization of capacity management in software as a service (SAAS)Prof. dr. Rutkowski

T. Rondeel 6-19-2013Synthesis approach for developing a logical SOE reference model: Case Study at European Micro-BreweriesProf. dr. Van den Heuvel

C.H. Lee 6-20-2013The impact of cloud computing on the mobile worker performanceDr. Smits

A.C. Lankhaar 6-21-2013Information Security of eHealth The Security Awareness of the UserProf. dr. Rutkowski

B.A. Pronk 6-24-2013IT Architecture in Capabilities-bijdragen aan modulariteit van de enterpriseProf. dr. Ribbers

W.G. Colsen 6-28-2013High Reliability Theory and Incident Management: A study into applicability to organizational subdivisionsDr. Van de Walle

M.K. Haagoort 6-28-2013The impact of habit on technology acceptance with a consumerization contextDr. Van de Walle

O. Fesak 7-11-2013Defining Process Performance Indicators: A Management Framework for Design-time AnalysisProf. dr. Van den Heuvel

T. van Eijk 8-5-2013Mobile Business IntelligenceProf. dr. Ribbers

W.S. Tang 8-13-2013Factors stimulating Dutch people to purchase on B2C e-commerce websitesDr. Weigand

J.B. Straver 8-23-2013Improving Management Decisions through Serious GamesDr. Smits

P.M. Olejnik 8-23-2013Excelling in Procurement IT Contract Management with Lean and Six Sigma Case study on legacy contract management at Philips Global ITProf. dr. ir. Van der Zee

J. Shao 8-28-2013Creating a model to predict disclosures of material weaknesses in internal control The role of audit analytics to provide industry-level evidenceDr. Hexspoor

Page 36: ego magazine 35

3636

L.F. Mattos Schlindwein 8-29-2013Configurable Smart Public ServicesProf. dr. Van den Heuvel

K.H. Dang 8-29-2013How to Leverage Cloud Computing Benefits, an I TIL-perspectiveDr. Weigand

T.J.A.C. Peters 8-29-2013Mobile Business Intelligence Succes An Empirical Evaluation of the Role of Mobile BI CapabilitiesDr. Weigand

A. Askaryar 9-4-2013Business and IT alignment in Geneva Intgernational Centre for Humanitarian DeminingDr. Van de Walle

E. Jongepier 10-23-2013The impact of XBRL Adoption on Information AsymmetryDr. Hexspoor

R.A.W. Van Buuren 10-25-2013Big Data and its impact on IT-auditingDr. Ou

H.E. Hovius 10-25-2013Adoption of Electronic Payment Systems from a merchant perspective, is there a future for Bitcoin?Dr. Ou

F.C.J. Verschuren 10-24-2013Ensuring compliance with EU’s Data Protection Regulation; Privacy guidelines for municipalitiesProf. dr. Ribbers

G.G.M. Everaert 10-24-2013Towards Successful M-Health projectsDr. Smits

R. S. Van Dongen 11-7-2013Effect of Big Data analytics on KPIs used to assess business performanceDr. Smits

M. Sprong 11-15-2013Tersuasive Advertising Een onderzoek naar de invloed van overtuigingstechnieken en zoekgedrag op de prestatie van online advertentiesDr. Weigand

S.W. Cramer 12-6-2013The desirable level of Software reuse within agile Software Development in the application framework.NETProf. dr. Van den Heuvel

J. Janssen 12-4-2013How to enhance business value using Big Data: an analysis in the Dutch energy sectorDr. Smits

J.M.O. Vossen 1-17-2014Online Surgical Troubleshooting: developing a responsive web applicationProf. dr. Rutkowski

T.A.H.W. Van den Hurk 1-22-2014Pre-merger IS fit in M&A transactionsProf. dr. Ribbers

B.J.H. Van der Sommen 1-13-2014De inzet van business intelligence door de politie bij het bestrijden van lading diefstal van vrachtwagens in NederlandProf. dr. ir. Daniels

K.L.J. van Eeden 2-20-2014The mobile road to purchase: A study on effective mobile advertisingDr. Ou

R. Harmsen 2-20-2014Testing IT General Contacts using Data AnalyticsProf. dr. ir. Daniels

Afgestudeerden augustus 2013 - februari 2014

Page 37: ego magazine 35

Bedankt!

Carlijn, zonder wie er bergen aan

overbodige komma’s in onze edit ies

zouden staan

Mark, als voorzit ter voor het aansturen

en in de hand houden van de vol tal l ige

commissie

Gieljan, voor zijn scherpe inter views

en ar t ikelen

Bij deze willen we namens de gehele .ego commissie Carlijn, Gieljan en Mark bedanken voor alle bijdrages die ze hebben geleverd aan de afgelopen jaren .ego

magazine!

Page 38: ego magazine 35

.ego weblog

38

Het besturingssysteem Android van Google wordt

steeds machtiger. De stri jd die men voert omtrent de

smartphone markt is enorm en gaat om immens grote

bedragen. De hardware-stri jd die daarmee gemoeid

gaat is alom bekend. Samsung en Apple doen hun

uiterste best om elkaar verschrikkelijk dwars te liggen.

Microsoft is de meest recente ‘indringer’ in deze markt,

maar het verkrijgen van marktpenetratie gaat niet zonder

slag of stoot…

Microsoft concurreert al op meerdere markten met

Google, bijvoorbeeld op de markt voor search engines

en de ‘browsermarkt’. Microsoft heeft voor de mobiele

markt een pact gesloten met Nokia, dat hiermee

probeert op te krabbelen uit een diep dal.

Eerst de CijfersHet is duidelijk dat Android de leider is van de

smartphone markt (zie figuur 1). Bijna 80% van alle

smartphones draait op het operating system dat is

gemaakt door zoekgigant Google. Microsoft, dat

relatief laat uit de startblokken kwam, heeft nu nog

geen 4% in handen. Microsoft probeert dit aandeel

te vergroten door verschil lende openbare acties op

te zetten om Android als een minderwaardig systeem

aan te prijzen. Enkele reclames en advertenties zijn

hier exemplarisch voor. Het is vrij vanzelfsprekend

dat Google niet van plan is om een deel van haar

marktaandeel op te geven. En wat doe je dan? Juist,

dwarsliggen.

ActieGoogle probeert op zo veel mogelijk manieren haar

eigen (eventueel gekochte) diensten niet te leveren aan

de concurrent. Microsoft is daar op de harde manier

achter gekomen. De meeste smartphone gebruikers

hebben het l iefst ‘een beetje van allemaal’: Windows

Phone gebruikers hebben graag het besturingssysteem,

maar de maildienst van Google. Laat Google dáár nou

net misbruik van maken

Door: Pim Smulders

Gepubliceerd: 9 september 2013

De Mobiele Wereldoorlog

Figuur 1: Smartphone markt

Page 39: ego magazine 35

.ego weblog

39

De Mobiele Wereldoorlog

GmailEind 2012 kondigde Google aan haar protocol aan

te passen betreffende de synchronisatie van Gmail.

Dit betekende dat alle Windows Phones die reeds

gesynchroniseerd waren geen hinder ondervonden,

maar nieuwe telefoons konden geen

Gmail meer gebruiken. Google

had eerder al aangekondigd geen

apps voor de Windows Phone te

wil len ontwikkelen. Een tegenslag

voor zowel gebruiker als producent.

Microsoft had niet direct een

antwoord op deze actie en het heeft dan ook een

poos geduurd voordat Windows Phone gebruikers

weer via de applicatie Gmail konden gebruiken.

MapsIn dezelfde maand als deze Gmail problemen (januari)

blokkeerde Google daar bovenop Google Maps.

Gebruikers van Windows Phones werden sindsdien

doorgestuurd naar de homepage van Google.De

verklaring was dat de browser van Windows, Internet

Explorer (mobile), Google Maps niet correct zou

weergeven en dat de logische stap was genomen om

de gebruikers van deze browser (alle Windows Phone

gebruikers dus) geen toegang te geven tot de app.

Na een paar dagen vol klachten vanuit de mobiele

Windows gebruikers besloot Google de blokkering

weer op te heffen.

YoutubeHet meest bekende en spraakmakende voorbeeld

van het gevecht van Microsoft en Google is Youtube.

Twee jaar geleden vroeg Microsoft al aan Google

om een mobiele applicatie te ontwikkelen geschikt

voor hun nieuwe besturingssysteem. Google leverde

een applicatie die de gebruiker slechts de mobiele

website van Youtube toonde. Microsoft ontwikkelde

na een tijdje een eigen applicatie die vergelijkbaar

was met de Android app. Echter, doordat de app

tot stand was gekomen door reverse engineering

waren enkele cruciale onderdelen volgens Google

verkeerd ontwikkeld. De app van Windows stond het

namelijk toe om video’s van Youtube te downloaden

en bovendien waren er geen advertenties in de

app opgenomen. Op de dag dat Google Microsoft

oplegde de app te verwijderen, publiceerde Microsoft

een update waardoor het niet meer mogelijk was

video’s te downloaden, echter waren de advertenties

nog steeds niet aanwezig. Enkele dagen later

brachten de twee gezamelijk een statement naar

buiten waarin ze aangaven

samen te werken aan een

Youtube app. Er is uiteindelijk

een app vanuit Microsoft

gekomen, maar deze is

half augustus j. l. wederom

geblokkeerd. Zo stri jden de

giganten voorlopig nog even door.

WindowsGoogle werkt meer tegen (achter de schermen)

dan dat het hun eigen systeem promoot of anderen

afkraakt. Google’s motto “Don’t be evil” wordt daarbij

af en toe met een behoorlijke korrel zout genomen.

Sterker nog, het wordt in deze ti tanenstrijd compleet

genegeerd. Het blokkeren van je diensten voor mensen

die deze via een ander systeem proberen te bereiken,

is niet bepaald aardig. Zoals gezegd probeert

Windows een noemenswaardig aandeel te krijgen

in de markt van smartphones door de media op te

zoeken. Zo maakten ze gebruik van de patentenoorlog

van Samsung (Android) en Apple (iOS) om het eigen

systeem te promoten.

Page 40: ego magazine 35

.ego weblog

40

Eten wat de pot schaft, geen eigen keuze hebben, het

aanbod bepaald de vraag. Hier li jkt steeds meer een

einde aan te komen. Vanaf het begin van de kolonisatie

hebben we als consumenten steeds meer keuze gekregen

op allerlei gebieden. Toch is het zo dat bedrijven

proberen te achterhalen wat wij wil len en bedrijven

verkopen vervolgens deze informatie aan derden door.

Maar wij weten zelf toch veel beter wat we willen?!

In iedere supermarkt vind je tegenwoordig producten die

geïmporteerd zijn uit alle hoeken van de wereld. Niet

alleen in de levensmiddelen sector is er meer aanbod,

in bijna alle industrieën hebben we als consumenten

steeds meer keuze. Klantenonderzoek wordt vaak

gebruikt om erachter te komen waar onze preferenties

liggen. Gegevens worden verzameld, geaggregeerd,

geanalyseerd en vervolgens wordt het product of

de dienst die het beste aansluit bij onze voorkeuren

samengesteld. Door het samenvoegen van al deze data

wordt de unieke smaak van de individuele consument

weggevaagd. Een trend die al een tijd zichtbaar is, is

die van het customizen waarbij je zelf meer bepaalt en

invloed uitoefent op je product.

DellEen speler die ingespeeld heeft op het idee dat

consumenten meer invloed willen hebben op het

aanbod, is Dell. Voordat Dell het mogelijk maakte

om een desktop aan te passen naar wens, kon een

consument óf een kant en klare pc in de winkel kopen,

óf alle onderdelen zelf aanschaffen en in elkaar

zetten. Dat laatste is helaas voor de meeste mensen

niet weggelegd, het vraagt toch enige technische

kennis. Dell wist hier gebruik van te maken door een

middenweg te bieden. Tegen dezelfde prijzen als kant

en klare computers konden consumenten online een

bestell ing plaatsen en zelf stap voor stap aangeven wat

ze wilden. Hoeveel RAM? Hoeveel opslag? Snelheid

van de processor? Grote van de monitor? Dit was

allemaal te combineren. Dell zet de PC in elkaar en

bezorgt deze een paar dagen later.

PhoneblocksEen andere vorm van meer input hebben over de vorm

van je product komt van de bedenkers van Phonebloks.

Het product dat ze bedacht hebben, is de oplossing

Door: Luuk Olthof

Gepubliceerd: 3 oktober 2013

Eten wat de pot schaf t

Page 41: ego magazine 35

41

van het probleem van de vergankelijkheid van mobiele

telefoons. De oude Nokia’s worden op menig website

geroemd om hun robuustheid, maar tegenwoordig

zijn de meeste smartphone’s na één jaar al weer

verouderd.

Aangezien de meeste abonnementen twee jaar lopen

zijn de telefoons tegen die ti jd helemaal verouderd.

Stel je koopt een nieuwe iPhone, dit toestel heeft

een waarde van ongeveer 650 euro. Twee jaar later

mag je opnieuw dat bedrag neerleggen omdat de

processor niet meer optimaal is. Dit probleem zou te

voorkomen zijn met Phonebloks. Het idee is dat alle

onderdelen op de telefoon makkelijk vervangbaar

zijn. Je kiest dus zelf hoeveel ruimte je wilt, of hoe

goed je camera is. Dit betekent dus ook dat je

continu onderdelen kunt vervangen zodra ze ‘out

of date’ dreigen te raken. Je hoeft dus niet meer de

hele telefoon te vervangen. Je krijg dus als consument

veel meer inspraak over je eigen product. Bij de

haalbaarheid van dit idee worden nog fl ink wat

vraagtekens gezet, maar het doet natuurli jk enorm aan

het denken zetten.

KickstarterBij de vorige voorbeelden werd duidelijk dat

consumenten steeds meer invloed krijgen op het

product dat al op de markt is, maar het kan nog

verder gaan. Tegenwoordig kunnen we ook bepalen

of een product de markt wel haalt. Kickstarter is een

crowd-funding platform waarop mensen met ideeën

maar zonder de juiste middelen hun producten of

diensten kunnen plaatsen. Als ji j als consument een

bepaald product op de markt wilt zien verschijnen,

dan kun je een bijdrage leveren aan het benodigde

bedrag en als de target gehaald wordt zal het product

verder ontwikkeld worden. In een ander perspectief

betekent dit dus ook dat consumenten de macht

hebben om aan te geven wat ze nièt wil len. De vraag

gaat op deze manier het aanbod bepalen. Zeker door

de crisis en wegvallende overheidssubsidies zullen

er in de toekomst steeds meer projecten gefinancierd

worden via crowd funding en dus door de keuze van

de consumenten, oftewel door ons.

Meer keuze dan voorheen en meer invloed op welke

keuzes we maken, een ontwikkeling die zich nog wel

door zal zetten denken wij.

Page 42: ego magazine 35

.ego weblog

42

Niet alleen mobiel internet en ‘Instant Messaging’-

applicaties hebben bijgedragen aan het feit dat we

steeds meer communiceren via het mobiele internet.

Social media is daar ook een belangrijke speler bij

geworden. En als we kijken naar Nederland, hebben

we met 65 procent het hoogste percentage social

media gebruikers van Europa.

De groei van social mediaSocial Media is pas de afgelopen vijf jaar echt

booming geworden. We denken bij social media

meteen aan Facebook, LinkedIn, Twitter, de grote

namen. Deze bedrijven zijn tussen 2003 en 2006

opgericht en bestaan dus al relatief lang. Bij de

meesten zal ook MySpace naar boven komen, wat in

2007 maar liefst 100 miljoen profielen had. Nadat

Facebook in 2008 MySpace inhaalde op de Alexa

Ranking, is het netwerk alleen maar in populariteit

afgenomen en is het nu nietig als je het vergelijkt met

de ‘grote social media’ bedrijven. Op Twitter worden

maar liefst 170 miljard tweets gepost en 60% hiervan

wordt via een smartphone of tablet gedaan. Facebook

heeft 1,15 miljard actieve gebruikers ter wereld en

er zijn sinds de oprichting maar liefst 1,13 biljoen

likes op Facebook gegeven. LinkedIn, pas publiekelijk

geworden in 2011, heeft reeds 238 miljoen

gebruikers en er zijn in een periode van zes maanden

na de introductie al maar liefst 1 miljard endorsements

(onderschrijvingen) gegeven aan mensen. Het zijn

f l inke getallen waar we over praten en social media

heeft dan ook nog veel toekomstperspectief.

Ons ‘gebruik’ van social mediaIn het vorige artikel uit deze serie was te lezen hoe

drastisch de omzet daalt van sms-opbrengsten bij de

providers en hoe de data-opbrengsten juist behoorlijk

sti jgen. Social media heeft hier een behoorlijk groot

aandeel in gehad. Ons gebruik is tenslotte vrij logisch,

al je vrienden op de hoogte houden van je verhalen,

speciale gebeurtenissen en laten zien waar je wel en

niet van houdt. Doordat we dit doen, verspreiden we

meteen alles van ons waardoor een sms’je van ‘hoe is

het met je’ eigenlijk overbodig is. Je kunt gewoon naar

iemand zijn social media profiel gaan en checken wat

die persoon gedaan heeft de afgelopen tijd.

Twee jaar geleden is er reeds geschreven op onze

weblog over social media ‘verslaving’, met cijfers die

alleen nog maar meer zijn gegroeid. In Nederland

Door: Mike Nelissen

Gepubliceerd: 26 september 2013

Opkomst van mobiele Internet communicatie - Social media

Page 43: ego magazine 35

43

hebben Facebook met 8,8 miljoen unieke bezoekers,

LinkedIn met 3,9 miljoen en Twitter met 3,5 miljoen

toch behoorlijke getallen in handen wat betreft het

gebruik van social media. Al helemaal met het feit

dat al deze netwerken voortaan steeds toegankelijker

worden via een app op je smartphone, waardoor het

allemaal nóg makkelijker wordt om alles te volgen van

iedereen.

Mobiele communicatieDoordat social media nu ook gemakkelijk bereikbaar

is via apps en mobiele websites op je telefoon of

tablet, kunnen we makkelijker met elkaar in contact

blijven en op die manier met elkaar communiceren.

Het is echter zo dat social media veel te open is en

dat je graag een persoonlijk gesprek wilt hebben.

Daar heeft Facebook slim op in gespeeld door

Facebook Messenger (FBM) te lanceren. Twitter heeft

daar zo zijn eigen functionaliteit voor, namelijk het

gebruik van een ‘direct message’ die je kunt sturen.

Beiden zijn een communicatiemedium op het netwerk

tussen bepaalde mensen zonder dat anderen er bij

kunnen, zowaar te vergelijken met IM-apps. Sinds

december 2012 is het zelfs mogelijk om berichten

te versturen via Facebook Messenger als je geen

gebruiker bent van Facebook. Hierdoor werd

Facebook Messenger een geduchte concurrent voor

Whatsapp en andere IM-apps. Van de 65 procent

van alle Nederlanders, maakt 29 procent tussen de

leefti jdscategorie 16-74 gebruik van een mobiel

apparaat om social media in de gaten te houden.

Fil teren we de leefti jdscategorie van 16-24 er uit,

is dit maar liefst 72 procent. Dat hoge percentage

laat al snel zien dat deze communicatie vooral wordt

gebruikt bij de jeugd. Zij zullen hier later tevens

gebruik van maken waardoor het percentage bij de

mensen boven de 24 jaar ook hoger zal worden.

Doordat er zo veel gebruik wordt gemaakt van social

media via apps en mobiele websites, zal de mobiele

internetcommunicatie veel harder sti jgen de komende

jaren.

Het gebruik van social media is nog steeds sti jgende

en we weten niet wat ervan te verwachten in

de toekomst. Het gebruik van mobiel internet in

combinatie met social media heeft er in ieder geval

voor gezorgd dat ook meer communicatie verloopt via

onze smartphones en tablets.

Page 44: ego magazine 35

Magaz i n e v oo r I n f o r ma t i emanagemen t

Het semi-wetenschappelijke magazine .ego is een uitgave van studievereniging Asset | SBIT in samenwerking met alumnivereniging EKSBIT.

Asset | SBIT - Kamer E116 - t.a.v. redactie .egoPostbus 90153 - 5000 LE Tilburg

[t] (013) 466 2998 - [e] ego@asset - sbit.nl - [i] www.egomagazine.nl