Transcript
Page 1: Terwijl de boer slaapt
Page 2: Terwijl de boer slaapt

Door Jou in deze kring geroepen,

door warme dromen diep geraakt,

om zout te zijn in deze wereld,

Jouw woord dat naar de liefde smaakt.

Elk onrecht neem je op de korrel,

een bijtend oordeel, telkens weer,

gezond verstand, ons hart dat fluistert

en dan nog net dat snuifje meer.

Page 3: Terwijl de boer slaapt

In deze kring, rond deze tafel,

strooien we flarden van Jouw Woord,

opdat we niet meer zouden slapen,

niet door de dood worden bekoord.

Want na zes dagen overleven

door arbeid, werken voor het geld,

is er Jouw dag, is er nog ‘ zeven ’

en aandacht voor wat eig’nlijk telt

(Biesbrouck Peter)

Page 4: Terwijl de boer slaapt
Page 5: Terwijl de boer slaapt

Als je brood deelt

deel je macht

als je macht deelt

neem je deel

Als je brood deelt

deel je hart

als je hart deelt

komt er hoop

als je brood deelt

deel je lijf

als je lijf deelt

word je één

als je brood deelt

deel je pijn

als je pijn deelt

is er trouw

als je brood deelt

word je klein

als je klein wordt

word je sterk

als je brood deelt

wordt het licht

als het licht wordt

komt het goed

als je brood deelt

word je brood

als je brood wordt

word je mens

(Verb

eek H

erm

an)

Page 6: Terwijl de boer slaapt

als je brood deelt

word je brood

als je brood wordt

word je mens

(Verb

eek H

erm

an)

Page 7: Terwijl de boer slaapt
Page 8: Terwijl de boer slaapt

(Ta

izé)

Page 9: Terwijl de boer slaapt

Looft de Heer, onze God (Ta

izé)

Page 10: Terwijl de boer slaapt
Page 11: Terwijl de boer slaapt

Nu gaat de zaaier uit,

de dag is aangebroken,

hij heeft de tijd geduid,

gehoopt, gewikt, gewogen.

Hij loopt met vaste tred,

gebaren wijd en zijd,

hij zegent links en rechts,

hij maakt geen onderscheid.

Page 12: Terwijl de boer slaapt

Wat drijft de zaaier voort,

hij valt in slechte aarde,

zijn woord blijft onverhoord,

weersproken wordt zijn adem.

Onvruchtbaar is de grond,

gesloten en verhard,

de zaaier gaat maar rond,

wie heeft hem in zijn macht. (Bo

um

a H

an

s /

‘D

an

kt,

da

nkt

nu

alle

n’)

Page 13: Terwijl de boer slaapt
Page 14: Terwijl de boer slaapt

[voorganger]

Ik geloof dat God de mens geschapen heeft

als een zoeker naar vriendschap en liefde,

naar vrede en waarheid,

naar een nieuwe aarde.

[Al]

Ik geloof dat Gods Zoon, Jezus,ons op deze weg is voorgegaan,

doorheen lijden en dood,naar verrijzenis en nieuw leven.

Page 15: Terwijl de boer slaapt

[Vg]

Ik geloof dat Hij nu onder ons verder leeft en ons uitnodigt mee

te bouwen aan een wereld waar het goed is om te wonen:

Gods rijk op aarde.

[Al]

Ik geloof dat wij samen, als kerkgemeenschap,

op weg zijn naar geluken dat Hij ons daarom zijn Geest schenkt

om te kunnen standhoudenin goede en kwade dagen.

Page 16: Terwijl de boer slaapt

[Vg]

Ik geloof dat God ons allen zal samenbrengen

en ons leven zal voltooien.

Ik geloof dat Hij daarom niets zal laten verloren gaanvan wat uit liefde geboren is.

Amen.

Page 17: Terwijl de boer slaapt
Page 18: Terwijl de boer slaapt

"De oogst is groot" en op dat woord, zijn velen opgestaan om U te volgen.Wij bidden U, zend in de tij, Uw Geest, die stuwkracht is.

Page 19: Terwijl de boer slaapt
Page 20: Terwijl de boer slaapt

Gij die weet wat in mensen omgaat

aan hoop en twijfel, domheid, drift,

plezier, onzekerheid.

Gij die ons denken peilt

en ieder woord naar waarheid schat

en wat onzegbaar is onmiddellijk verstaat.

Gij toetst ons hart

en Gij zijt groter dan ons hart

op elk van ons houdt Gij uw oog gericht

en niemand of hij heeft een naam bij U

en niemand valt of hij valt in Uw handen

en niemand leeft of hij leeft naar U toe.

Maar nooit heeft iemand U gezien

in dit heelal zijt Gij onhoorbaar

en diep in de aarde klinkt Uw stem niet

en ook uit de hoogte niet

en niemand die de dood is ingegaan

keerde ook terug om ons van U te groeten.

Aan U zijn wij gehecht naar U genoemd.

Gij alleen weet wat dat betekent, wij niet.

Wij gaan de wereld door met dichte ogen.

Maar soms herinneren wij ons een naam

een oud verhaal dat ons is doorverteld

over een mens die vol was van Uw kracht

Jezus van Nazareth, een jodenman.

In Hem zou Uw genade zijn verschenen,

Uw mildheid en Uw trouw

in hem zou voorgoed

aan het licht gekomen zijn

hoe Gij bestaat

weerloos en zelveloos

dienaar van mensen.

Hij was zoals wij zouden willen zijn

een mens van God

een vriend, een licht, een herder

die niet ten eigen bate heeft geleefd

en niet vergeefs onvruchtbaar is gestorven.

Die in de laatste nacht dat Hij nog leefde

het brood gebroken heeft en uitgedeeld

en heeft gezegd:

Neemt, eet, dit is mijn lichaam,

zo zult gij doen tot Mijn gedachtenis.

Toen nam Hij ook de beker en Hij zei:

Dit is het Nieuw Verbond, dit is Mijn bloed

dat wordt vergoten

tot vergeving van de zonden.

Als je uit deze beker drinkt, denk dan aan Mij

Tot Zijn gedachtenis nemen wij daarom

dit brood en breken het voor elkaar

om goed te weten wat ons te wachten staat

als wij leven Hem achterna.

Als Gij Hem hebt gered van de dood

God, als Hij, dood en begraven

dan toch leeft bij U

redt dan ook ons en houdt ons in leven.

Haal ook ons door de dood heen nu

en maak ons nieuw

want waarom Hij wel

en waarom wij niet,

wij zijn toch ook mensen.

Page 21: Terwijl de boer slaapt
Page 22: Terwijl de boer slaapt
Page 23: Terwijl de boer slaapt
Page 24: Terwijl de boer slaapt
Page 25: Terwijl de boer slaapt
Page 26: Terwijl de boer slaapt
Page 27: Terwijl de boer slaapt
Page 28: Terwijl de boer slaapt
Page 29: Terwijl de boer slaapt
Page 30: Terwijl de boer slaapt
Page 31: Terwijl de boer slaapt
Page 32: Terwijl de boer slaapt
Page 33: Terwijl de boer slaapt

(Oosterhuis Huub / Huijbers Bernard))

Page 34: Terwijl de boer slaapt
Page 35: Terwijl de boer slaapt

(Taizé)

Page 36: Terwijl de boer slaapt
Page 37: Terwijl de boer slaapt

(Ta

izé)

Page 38: Terwijl de boer slaapt

Top Related