Download - Shame and Guilt Culture
© Michel Pauw Over het concept ‘schuld’ DC – Themasyllabus 2004-2005
1
Inhoud
SCHULDIG! .................................................................................................................................................... 2
INLEIDING .............................................................................................................................................................. 2
SCHULD ALS CHRISTELIJKE NOTIE ................................................................................................................................. 2
Schuld, zonde en de ander ............................................................................................................................. 3
Schuld en individualiteit ................................................................................................................................. 3
DE GRIEKEN EEN DWAASHEID .................................................................................................................................... 3
‘SHAME-CULTURE’ EN ‘GUILT-CULTURE’ ....................................................................................................................... 4
Enkele voorbeelden ........................................................................................................................................ 4
CHRISTEN, SCHULD EN VERGEVING .............................................................................................................................. 6
EEN ANTWOORD OP HET SECULIERE DENKEN ................................................................................................................. 6
GEBRUIKTE LITERATUUR ............................................................................................................................................ 7
© Michel Pauw Over het concept ‘schuld’ DC – Themasyllabus 2004-2005
2
Schuldig! Een assertieve houding ten opzichte van het seculiere denken
“Ik vind geen schuld in deze Mens!” – (Luk. 23:4)
Zo dan, gelijk door een misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook
door een rechtvaardigheid komt de genade over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens –
(Rom. 5:18)
O Felix culpa quae talem et tantum meruit habere Redemptorem
(Vert.: O gelukkige schuld, die het verdiende zulk een en zulk een grote Verlosser te hebben)
(uit het in de Paasnacht gezongen Exsultet
Inleiding
‘In hoeverre is de reformatorische traditie beïnvloed door het moderne denken over schuld en
vergeving?’, luidde een van de vragen die het bestuur aan onze lector, dr. G. van den Brink, heeft
gesteld. Een tamelijk suggestieve vraag, in die zin dat eigenlijk al aangenomen wordt dát de
reformatorische traditie wordt beïnvloed door het moderne denken. De vraag is alleen in hoeverre
dat het geval is.
Ik laat het aan dr. Van den Brink over om in te gaan op de vraag of deze suggestieve aanname terecht
is. Toch denk ik, dat we op z’n minst ook een andere, wat assertievere vraag mogen stellen. We
denken al veel te vaak, dat we aangevallen worden door het seculiere denken en dat het
christendom door het (al dan niet moderne) heidendom wordt aangetast. Zullen we het dit keer eens
omdraaien en wat vrijmoediger naar buiten treden door te vragen in hoeverre het seculiere denken
over schuld is beïnvloed door het christendom? Is schuld niet een typisch christelijk concept? Kennen
andere culturen, die niet met het christendom in aanraking zijn gekomen, óók een schuldbegrip?
Het is niet mijn bedoeling om een kant-en-klaar antwoord op deze vraag te geven, maar ik wil deze
vraag onder de aandacht brengen, zodat er over nagedacht wordt. Bezie dit artikel als een aanzet tot
discussie.1
Schuld als christelijke notie
In de lezing zal het gaan over de vraag hoe het moderne, seculiere denken over begrippen als schuld
en vergeving het christelijke denken over deze begrippen beïnvloedt. Ik denk echter dat het ons
aangenaam zal verrassen, als we bedenken, dat het hele concept ‘schuld’ eigenlijk een typisch
christelijke notie is.
1 Hetzij in Documentum, hetzij in de plenaire discussie op Deo volente 17 maart 2005, hetzij in persoonlijke sfeer.
© Michel Pauw Over het concept ‘schuld’ DC – Themasyllabus 2004-2005
3
Schuld, zonde en de ander
Ik verwacht dat de meeste christenen schuld direct zullen relateren aan zonde (vgl. Rom. 5:18). Deze
relatie wordt ook gelegd door de seculiere westerling, hoewel deze veeleer het woord fout, of
gebrek, of misser in de mond zal nemen in plaats van de meer christelijke term zonde.
Als iemand iets goeds heeft teweeggebracht, is het onzin om te zeggen: ‘dat is zijn schuld’. In plaats
daarvan zeggen we dan: ‘dat hebben we aan hem te danken’, of iets dergelijks. We spreken pas over
‘schuld’ als iemand iets verkeerds heeft gedaan.
Daarmee is echter nog niet alles gezegd, want wanneer is iets verkeerd, zonde? Iets is verkeerd,
zonde, als bepaalde regels overtreden zijn, die door een ander of door anderen worden
gehandhaafd. Schuld is relatief, schuld bestaat bij de gratie van de ander. Als die ander er niet zou
zijn, dan zouden wij geen schuld kunnen hebben. Dat suggereert ook de ondertitel van ons
jaarthema: Schuld en vergeving. Vergeving kan slechts door een ander geschieden. Daarom, als wij
schuldig zijn, staan we schuldig tegenover de ander…, tegenover de Ander, … coram Deo.
Als de Heidelbergse Catechismus over de verlossing spreekt, luidt het antwoord op de 13e vraag
‘Maar kunnen wij door onszelf betalen?’: ‘In generlei wijze, maar wij maken ook de schuld nog
dagelijks meer’. Hier wordt over een schuld gesproken, een schuld van de mens tegenover God. Ook
al noemt met name het Nieuwe Testament het woord schuld niet vaak, toch is de relatie tussen de
mens en God duidelijk: wij hebben gezondigd en staan daarom in een relatie van schuld, niet alleen
ten opzichte van andere mensen, maar vooral ten opzichte van God.
Schuld en individualiteit
Een begrip dat nauw samenhangt met schuld, is het geweten. Het is een typisch westers begrip, dat
zijn wortels heeft in het joods-christelijke denken. Augustinus was de eerste christelijke denker die
een onderzoek deed naar het innerlijk van de mens. Hij wijdt in zijn Confessiones een indringend
tiende boek aan het onderzoek naar zijn eigen geweten. Door het geweten staat een mens
existentieel alleen voor het aangezicht van God. Uiteindelijk zal de mens zelf en alleen
verantwoording moeten afleggen van zijn positie ten opzichte van God. Met Augustinus (misschien:
met het christendom) is het individualisme in de wereld gekomen. Niet als alomvattend perspectief,
maar als aanvullend perspectief. We staan immers als individu in een gemeenschap en, hoewel we
als individu tegenover God staan, wil Hij dat wij Hem dienen in gemeenschap met de ander.
De Grieken een dwaasheid
Volgens Hegel hadden de Grieken geen geweten, althans geen individueel geweten. Het geweten
werd gedragen door de gemeenschap. Vergelijk het groepsgevoel bij bijvoorbeeld Marokkanen. Als
iemand ruzie heeft met een Marokkaan, dan is het heel waarschijnlijk, dat hij dan ruzie heeft met zijn
hele Marokkaanse familie- en vriendenkring.
Plato, die er vanuit ging, dat de mens handelt volgens zijn inzicht, was van mening dat niemand
vrijwillig zondigt.2 Had zijn leermeester Sokrates immers niet gezegd: “kennis is deugd”? Als een
mens zondigt en verkeerde dingen doet, dan komt dat volgens Plato, doordat hij geen kennis van het
2 Plato, Politeia 589c6.
© Michel Pauw Over het concept ‘schuld’ DC – Themasyllabus 2004-2005
4
goede heeft. Het logische gevolg van deze gedachte is, dat de mens dan eigenlijk ook geen schuld
treft, als hij verkeerde dingen doet: hij wist immers niet beter.3 Hoeveel overeenkomsten er ook zijn
tussen het christendom en het platonisme, hier komen we op een fundamenteel onderscheid.
Schuld: voor de Grieken een dwaasheid?
‘Shame-culture’ en ‘guilt-culture’
Eind jaren ’40 van de 20e eeuw deed men in de culturele anthropologie een revolutionaire
ontdekking: men ging onderscheiden tussen een shame-culture en een guilt-culture. Een onderscheid
dat E.R. Dodds enkele jaren later ook toepaste op de Griekse cultuur, zoals beschreven door
Homerus, versus de christelijke, westerse cultuur.
Het verschil brengt Ruth Benedict als volgt onder woorden: een man uit een guilt-culture heeft een
‘internalized conviction of sin, precisely because he lives in a society that inculcates absolute
standards of morality and relies on men’s developing a conscience’, terwijl ‘shame-cultures (…) are
those that rely on external sanction for good behaviour, whereby feeling comes as a reaction to other
people’s criticism’.4 Ofwel, precies wat Hegel over de Grieken zei: mensen uit een guilt-culture
hebben een geweten, mensen uit een shame-culture niet. Nu is het met dit onderscheid gegaan zoals
met zoveel andere wetenschappelijke theorieën: aanvankelijk hebben ze groot succes, maar later
worden ze weer afgezwakt of met een mooier woord: gerelativeerd.
Met het onderscheid shame/guilt-culture meende men aanvankelijk veel beter in staat te zijn om
verschillen tussen bepaalde culturen te beschrijven en daar zit ook zeker een kern van waarheid in.
We moeten er echter voor oppassen, dat we dit onderscheid niet verheffen tot een scheidend
principe: natuurlijk kent men in een shame-culture wel schuld en in een guilt-culture schaamte, maar
het gaat om het accent. Respectievelijk speelt schaamte en schuld een grotere rol.
Enkele voorbeelden
Iemand uit een shame-culture bidt niet tot de goden om vergeving van zonden, maar om geluk.
Terwijl het belijden van zonden of fouten in een guilt-culture een bevrijdend effect kan hebben,
vergroot dat in een shame-culture juist het schaamtegevoel.
In de Ilias (8.130vv)5 strijdt het Griekse volk tegen de stad Troje om de geschaakte koningin Helena
weer terug te krijgen. Midden in de strijd richt Homerus de schijnwerpers op twee Griekse helden,
Nestor en Diomedes, die voortdurend grote tegenslag te verduren hebben. Het lijkt zelfs alsof de
oppergod Zeus hen slecht gezind is. Dan zegt Nestor tegen Diomedes: “laten we toch vluchten,
wellicht zijn de goden ons morgen beter gezind!”. Diomedes weigert vooralsnog en antwoordt: “Ja,
dat is wel waar, maar Hektor (generaal van de Trojanen) zal zich eenmaal beroemen te midden van
3 Dit leidt natuurlijk tot de vraag: moet al het kwaad dan maar toegelaten worden, omdat niemand daarvoor
verantwoordelijk kan worden gesteld? Nee, aldus Plato, maar er moet een goede staatsinrichting komen. Een staat, die
geregeerd wordt door filosofen, want zíj hebben inzicht in het Goede. Zij moeten zorgdragen voor rechtvaardige wetten en
die bekend maken onder de mensen. Alleen op deze manier kan er een goede samenleving ontstaan.
4 Geciteerd in: V. Misheva, Shame and Guilt, 114.
5 Grieks heldendicht, geschreven door Homerus in de 8e eeuw v. Chr.
© Michel Pauw Over het concept ‘schuld’ DC – Themasyllabus 2004-2005
5
de Trojanen, dat ik voor hem ben gevlucht,” waarop Nestor hem terecht wijst: “Hoe kun je dit
zeggen! Al noemt Hektor je zwak en een lafaard, dat geloven de Trojanen toch niet!”
Let op het laatste antwoord van Nestor. Hij kan niet zeggen: “Maak je geen zorgen, Diomedes, want
dat is tóch niet waar,” want zelfs als dat zo is, maar de Trojanen geloven Hektor wél, dan loopt
Diomedes grote schande op, waardoor hij zich afschuwelijk zou schamen. En niets is erger dan dat
mensen zeggen dat je verkeerd bent. Je kunt beter verkeerd zijn, terwijl de mensen zeggen dat je
goed bent, dan andersom.
In de Odyssee (boek 21)6 dingen vele mannen naar de hand van Penelope, de vrouw van de
doodgewaande Odysseus. Penelope hoopt nog steeds op de terugkeer van haar man en stelt alles in
het werk om haar ja-woord aan een van de ‘vrijers’ uit te stellen. Op het laatst organiseert ze een
wedstrijd: wie met de boog van Odysseus een pijl kan schieten door 12 gaten, zal haar man worden.
Het lukt niemand, totdat de teruggekeerde, als bedelaar vermomde Odysseus, de boog vraagt. De
omstanders zijn verontwaardigd: stel je voor, dat die bedelaar de boog wel kan spannen, … Daarop
reageert Penelope: “Denken jullie echt dat zo’n sloeber, zelfs al kan hij de boog wel spannen, met mij
zou trouwen?”, waarop de omstanders antwoorden: “Nee, natuurlijk geloven wij dat niet (want dat
druist in tegen elk standsbegrip), maar wij zijn bang voor geroddel hier bij de mannen en vrouwen.
Straks stookt er zo’n Griek: wat een laf stelletje dingt naar de vrouw van die beroemde Odysseus. Ze
kunnen zijn boog niet eens spannen, terwijl de eerste de beste zwerver hem zo maar spant en een
pijl door de gaten heen schiet.”
Opnieuw, mensen uit een shame-culture zijn bang voor wat mensen van hun zullen zeggen. Het
hoogste goed voor de Griek is niet iets objectiefs, maar: de situatie dat mensen goed van je spreken,
terwijl het ergste kwaad dat je kan overkomen is, dat mensen slecht van je spreken.7
‘Pollution, so important later, plays no active part in the beliefs of Homeric man’, aldus Adkins.8
Homerus vertelt in de Odyssee (22.35vv) van een Theoclymenus, die een stamgenoot had vermoord.
Toch wordt hij door Telemachos, de zoon van Odysseus, zonder enige moeite opgenomen. ‘There is
no supernatural danger in consorting with a murderer’.9
In Lukas 18:10vv komen de twee ‘culturen’ misschien dicht bij elkaar. We lezen daar van een
Farizeeër en een tollenaar. De Farizeeër wil door de mensen gezien worden en is afhankelijk van wat
de mensen van hem zullen zeggen (shame-culture), terwijl de tollenaar in een hoekje, achter in de
tempel tot God bidt: “O God! Wees mij, zondaar, genadig!”. Zijn geweten sprak, omdat God in zijn
hart was gekomen (guilt-culture).
6 Tweede Griekse heldendicht, geschreven door Homerus.
7 A.W.H. Adkins, Merit and Responsibility, 154.
8 A.W.H. Adkins, Merit and Responsibility, 54.
9 Idem.
© Michel Pauw Over het concept ‘schuld’ DC – Themasyllabus 2004-2005
6
Christen, schuld en vergeving
Het is moeilijk om het precieze verschil te benoemen tussen schuld en schaamte. Ze hebben veel met
elkaar te maken. Je zou het als volgt kunnen proberen omschrijven: je hebt een schuldgevoel als je
andermans integriteit hebt aangetast, terwijl je een gevoel van schaamte hebt, als je in je eigen
integriteit bent aangetast. En dat gebeurt veeleer door het oordeel van anderen over jou. Ik heb al
gezegd, dat het een het ander niet uit hoeft te sluiten, maar toch roept bovenstaande bij mij de
gedachte op: als je zonder God leeft, dan moet je het inderdaad van mensen hebben. Terwijl een
christen op zijn beurt mag zeggen: ‘hetgeen mij gewin was, heb ik om Christus’ wil schade geacht’
(Fil. 3:7). De mensen konden veel over Paulus roemen, maar Christus was voor hem belangrijker. Is
een christen niet veel meer geneigd zich schuldig te voelen ten opzichte van God tegen Wie hij
gezondigd heeft, dan zich te schamen voor wat andere mensen wel niet van hem denken? Is een
christen überhaupt wel geïnteresseerd in wat mensen van hem denken? Lees eens Gal. 1:10.
Een christen mag echter meer zeggen: hij (lees uiteraard ook ‘zij’) mag roemen in Christus Jezus (Fil.
3:3), omdat Hij het is, Die zijn schuld heeft weggenomen. Omdat in Hem geen schuld gevonden werd,
noch door Pilatus, noch door Zijn Vader, mogen wij zingen:
“De schuld Uws volks hebt G’ uit Uw boek gedaan;
Ook ziet Gij geen van hunne zonden aan;
Gij vindt in gunst, en niet in wraak, Uw lust;
De hitte van Uw gramschap is geblust.” (Ps. 85:1 – ber.)
O Felix culpa quae talem et tantum meruit habere Redemptorem!
Een antwoord op het seculiere denken
Voor zover ik daar zicht op heb – maar dr. G. van den Brink moet mij maar corrigeren als ik het
verkeerd heb – is het moderne, seculiere denken erop uit om het christelijk schuldbesef uit te
schakelen. Het seculiere denken (denk aan Aleid Schilder in haar boek Hulpeloos maar schuldig?)
beschuldigt het christendom ervan, dat het mensen depressief maakt, dat het mensen opzadelt met
een deprimerende schuld tegenover God. Laten we als christenen assertief reageren en antwoorden
door te zeggen dat de schuld tegenover de Heere weliswaar een feit is (Rom. 5:18), maar dat bij de
Heere ook vergeving is (Ps. 130:4).
We kunnen de rollen zelfs omdraaien. De Homerische held werd gedreven door angst. De angst om
je gezicht te verliezen voor mensen.10 Ik denk dat er een goede parallel is te trekken naar het heden:
de mens is op zoek naar de zin van het leven en zij grijpt daarbij elke strohalm van menselijke
bevestiging aan. Hoe vaak hoor je niet, dat mensen op zoek zijn naar hun identiteit en die laten
afhangen van wat anderen van hen zeggen. Zo komen bijvoorbeeld vele ‘identiteit-zoekers’ in de
filmwereld, of iets dergelijks terecht om aandacht te krijgen die men nodig heeft om zeker te zijn van
zichzelf. Gods Woord heeft een boodschap voor deze mensgerichte mens: het oordeel van mensen
telt niet, Gods oordeel telt alleen.
10 V. Misheva, Shame and Guilt
© Michel Pauw Over het concept ‘schuld’ DC – Themasyllabus 2004-2005
7
Gebruikte literatuur
Adkins, A.W.H., Merit and Responsibility. A Study in Greek Values. Oxford, 1960.
Adkins, A.W.H., Moral Values and Political Behaviour in Ancient Greece. London, 1972.
Augustinus, A., Belijdenissen (vert. G. Wijdeveld). Amsterdam, 1997.
Homerus, Ilias en Odyssee.
Dodds, E.R., The Greeks and the Irrational. Berkeley/Los Angelos, 1951.
MacIntyre, A., A Short History of Ethics. London/New York, 2002.
McKenzie, J.G., Guilt. Its Meaning and Significance. London, 1962.
Misheva, V., Shame and Guilt. Sociology as a Poietic System. Uppsala, 2000.
Trefwoorden:
- schuld (guilt)
- schaamte (shame)
- cultuur
- moderne denken
- Grieken
- heidenen