Download - HVA Metselwerk - 2.1.7 Stability
8-10-2012
2.1.7 1
2.1.7 StabilityMasonry structures
Ir. R.A.J.M. Mom
8-10-2012
2.1.7 2
Kantelevenwicht vrijstaande tuinmuur
Figuur 1: Stabiliteit van de fundering tegen kantelen isgewaarborgd als N·z > H·h
8-10-2012
2.1.7 3
Rekenvoorbeeld tuinmuur 1http://www.knb-baksteen.nl/publicaties/html/b14/inhoud/pagina2.htm
• Afmetingenhoogte = 2 mwanddikte = 100 mm (halfsteens) met anderhalfsteenspenanten hart-op-hart 2,2 m
• BelastingenWinddruk voor gebied III, onbebouwd, hoogte 2 mpw = 0,49 kN/m²
NEN-EN 1991-1-4:7.4.1 Vrijstaande wanden en borstweringen; tabel 7.9 ; AANBEVOLEN WAARDEN
• windvormfactor (druk+zuiging) = 1,2[-] gebied D(z.o.z.)Veiligheidsklasse CC1 (=oude TGB klasse 2)γfq = 1,35[-]
• γM=1,5;vooruitlopend op NEN-EN 1996+C1 NB voor CC1
2,1 1,2
8-10-2012
2.1.7 4
• Moment in voet (inklemming op 0,2 m onder het maaiveld)
Md =qd · Lq · arm = (1,35 · 1,2 · 0,49kN/m2) · 2m · (0,5 · 2m+0,2m)
Md = 1,91 kNm/m
• Normaalspanning in voet
N’d /A = γfg . ρ . h = 0,9 . 18,5kN/m3 . 2m = 33,3 kNm/m² = 33,3 * 10-3 N/mm²
• Bepaling doorsnedecapaciteit op basis van fxk1;app
• fxd1,app = fxd1 + σ d(6.16)
• Ofwel max opneembaar: MRd = (fd1 + σ d )W
De doorsnedegrootheden van de T-vormige doorsnede met b = 2,2 m zijn:
• I = 1,83 * 109mm4
• ez =89 mm
• Wmax = I /emin = 1,83 * 109 /89 = 20,6 * 106 mm3
• Wmin = I /emax = 1,83 * 109 /(320-89) = 7,9 * 106
mm3
• A = 0,29 * 106 mm2
8-10-2012
2.1.7 5
Toets [per 2,2 meter]
• De buigspanningen bedragen:
σm;d;min = 2,2m * 1,91.106Nmm/m / (20,6.106)
σm;d;min = +0,204 N/mm2
σm;d;max = 2,2m * 1,91.106Nmm/m / (7,9.106)
σm;d;max = +0,532 N/mm2
89 mm 320-89=231 mm
Toets [per 2,2 meter]
• De schijnbare buigtrekspanningen bedragen:
σm;d;min = +0,204 N/mm2 + (-) 33,3 * 10-3 N/mm²
σxd1;min;app = +0,1707 N/mm2< 0,3/1,5 =fxd1;s
σm;d;max = +0,532 N/mm2 + (-) 33,3 * 10-3 N/mm²
σxd1;max;app = +0,4987 N/mm2 > 0,3/1,5 =fxd1;s
VOLDOET NIET
89 mm 320-89=231 mm
8-10-2012
2.1.7 6
Is er wel kantelevenwicht?• Voor de gescheurde doorsnede:
• N’d =33 * 0,29 = 9,66 kNA drukzone_benodigd =N’d /(fd) = 9,66 * 103 /(3,04) = 3179 mm2
• lx onder = A/b onder = 3179/320 = 10 mmlx boven = A/b boven = 3179/2200Δ = 1,5 mm
• ez =89 mm
• a onder =e onder -0,5 * lxonder = 320-89-0,5* 10 = 226 mma boven =e boven -0,5* lxboven = 89-0,5* 1,5 =89 mm
• Md;max a max * N’d = 226* 10-3 * 9,66 = 2,18 kNm/2,2 m = 0,99 kNm/mMd;min a min * N’d =89 * 10-3 * 9,66 = 0,86 kNm/2,2 m = 0,39 kNm/m
Δin de eurocode zou deze breedte getoetst moeten worden conform 6.6.3
N
e boven
lx boven
a boven
0,99 kNm/m<<Md = 1,91 kNm/m
• Conclusies
Zoals verwacht is de capaciteit van de
gescheurde doorsnede beperkt. In de
gescheurde toestand is in geen van beide
richtingen evenwicht met het
windmoment (1,91) mogelijk. De
capaciteit kan worden vergroot door de
vorm van de doorsnede te veranderen
door de halfsteens muur wisselend aan de
voor- en achterzijde van de penanten te
plaatsen. (Z-vormige doorsnede)
8-10-2012
2.1.7 7
Rekenvoorbeeld tuinmuur 2http://www.knb-baksteen.nl/publicaties/html/b14/inhoud/pagina2.htm
Aangezien de muur NIET voldoet wordt de tweede doorsnede getoetst;
Als de volle breedte tussen 2 penanten op druk werkt en de naastgelegen wand op trek, dan Z-vormige doorsnede:
• Wmin =Wmax = 20,6 * 106 mm3 [BIJ VOLLEDIGE DOORSNEDE]
• A = 0,29 * 106 mm2
• σm;d = 2,2 * 1,91 * 106 /20,6 * 106 = 0,2039 N/mm2
• σxd1;app = 0,2039 -33.103 = 0,1707 N/mm2
• σxd1;app = < 0,3/1,5 =fxd1;s
ECHTER : beperking in flensbreedte vlgs EC ( 6.6.3 )
EC Rekenvoorbeeld tuinmuur 2http://www.knb-baksteen.nl/publicaties/html/b14/inhoud/pagina2.htm
flensbreedte vlgs EC ( 6.6.3 )
• tr1 circa 400mm
• lr=2200mm
• tf 100mm
• h=2*2000mm (inklemming) resulteert in:
• beff=min[1000mm;1100;666;1100]=666mm
• Flensbreedte?�666mm<<1100mm aangehouden in voorgaande som:Voldoet dus niet aan EUROCODE; waarbij de formules waarschijnlijk ook alleen op druk?!
8-10-2012
2.1.7 8
Stabiliteit
• Geen trek!
• Afschuiving opneembaar?
2.1.7
• Toets N+M=N (Conform 2.1.5)
• Stabiliteit en afschuiving
– Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
• 5.4 Tweede orde effecten
• Bijlage B: Methode voor het berekenen van de excentriciteitin een stabiliteitskern
– Methoden in NEN-EN 1996-3 :
• 4.4 Shear resistance of a wall
• Bijlage A
– Methoden in NPR9096:
• 5.4 Tweede orde effecten (incl Σ aktieve penanten)
• 5.5.3 Stabiliteitswanden van m.w. wand belast op afschuiving
8-10-2012
2.1.7 9
2.1.7
• Toets N+M=N (Conform 2.1.5)
• Stabiliteit en afschuiving
– Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
• 5.4 Tweede orde effecten
• Bijlage B: Methode voor het berekenen van de excentriciteitin een stabiliteitskern
– Methoden in NEN-EN 1996-3 :
• 4.4 Shear resistance of a wall
• Bijlage A
– Methoden in NPR9096:
• 5.4 Tweede orde effecten (incl Σ aktieve penanten)
• 5.5.3 Stabiliteitswanden van m.w. wand belast op afschuiving
2o noodzakelijk ?
• 5.4 Tweede orde effecten
• Beschouwing effecten t.g.v. zijdelingse verplaatsingen
NIET noodzakelijk indien:
NEN-EN 1996-1-1+C1/NB2011: per ELEMENT
• ℎ�����,��
≤�, �������
0,2+0,1n overige (5.1)
• n=aantal bouwlagen
NPR9096:EI=EfIo ongescheurde rechthoekige doorsnede
8-10-2012
2.1.7 10
2.1.7
• Toets N+M=N (Conform 2.1.5)
• Stabiliteit en afschuiving
– Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
• 5.4 Tweede orde effecten�opmerkingen NB toegelicht NPR
• Bijlage B: Methode voor het berekenen van de excentriciteit in eenstabiliteitskern
– Methoden in NEN-EN 1996-3 :
• 4.4 Shear resistance of a wall
• Bijlage A
– Methoden in NPR9096:
• 5.4 Tweede orde effecten (incl Σ aktieve penanten)
• 5.5.3 Stabiliteitswanden van m.w. wand belast op afschuiving
Qd
8-10-2012
2.1.7 11
Eerste orde Moment
• M0;1;rep=aHrep
• e0=M0;1;rep/N
N
H
a
e0
2o t.g.v. horizontale verplaatsing
• M0;2;rep=dgemQrep
Q is totale
vertikale belasting
Te stabiliseren
door betreffende
kern
htot
8-10-2012
2.1.7 12
Inclusief 2o
• SMrep=M0;1;rep+M0;2;rep
• SMd=M0;1;d+M0;2;d
• Waarin: M0;1;d=e0 * Nd
• Waarin: M0;2;d=Qd*dgem=Qd*et=DMd
• et=ξ(e0+ec)
• Ofwel:et=ξ(��;�;�
���+ec) (B.1)
ξ
• ξ=vermenigvuldigingsfactor voor de
rotatiestijfheid van de gedeeltelijke
inklemming van de kern
ξ=��
����,�.��.�� �!�"�
(B.2)
8-10-2012
2.1.7 13
kr: Rotatiestijfheid fundering kern
• kr=M/φ
• kr=[Nmm/rad] φ
φ
M
ec
ec=#�
��. 4,5. &' .
�� �
(��)*
2 (B.3)
Waarin:
dc=grootste afmeting van de doorsnede van de
kern in buigrichting [mm]
8-10-2012
2.1.7 14
Gehele gebouw = stabiliserend;
voor een TOTAAL GEBOUW geldt:
• ξ=��
����,�.�� �#�(B.2)
• ec=4,5. &' .�� �
(��)*
2 (B.3)
• NEN-EN 1996-1-1+C1/NB2011: 5.4
• Schrijft in de toets of 2o moet worden toegepast,
een methode voor t.b.v. bepaling van Ei m.b.v. Mk
[bij 0,8 MRd]
• Er wordt volgend s-e verband voorgeschreven:
8-10-2012
2.1.7 15
Benodigd drukgebied in stabiliteitswand
• A=(2/7)lx*fd+½(5/7)lx*fd
• A=(9/14)lx*fd
Nd=0,643*lx*t*fd
lx=��
�, �+∗-�∗�
3,5
2,5
Nd
Nd
lx
eu y
2lx/7 5lx/7
fd
z=eu stabiliteitswand
• ½(5/7)lx*((2/7)lx+⅓(5/7)lx) (2/7)lx*((½(2/7)lx)+
y= .. / (9/14)lx =
. = /
(01lx=0,354lx
eu=(
2& −
�,+��.
(
��
�, �+∗-�∗�
3,5
2,5
Nd
Nd
lx
eu
y
2lx/7 5lx/7
fd
½d½d
8-10-2012
2.1.7 16
Nd
Nd
lx
eu
Opneembaar Moment stabiliteitswand
4) = 0,5. 6) . & −0,354 6)
2
0,6439):
4) = 6)&
2−67
189∗14
9∗6)
:. 9)
½d½d
2.1.7
• Toets N+M=N (Conform 2.1.5)
• Stabiliteit en afschuiving
– Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
• 5.4 Tweede orde effecten
• Bijlage B: Methode voor het berekenen van de excentriciteitin een stabiliteitskern
– Methoden in NEN-EN 1996-3 :
• 4.4 Shear resistance of a wall
• Bijlage A
– Methoden in NPR9096:
• 5.4 Tweede orde effecten (incl Σ aktieve penanten)
• 5.5.3 Stabiliteitswanden van m.w. wand belast op afschuiving
8-10-2012
2.1.7 17
NPR9096+NEN-EN 1996-1-1+C1:2011
• Bij de toets of 2o noodzakelijk in NB; wordt
verwezen naar methode kniklast NB van NPR9096
• in Nationale Bijl. geen 2o als:�@
��,��
≥ 11
8-10-2012
2.1.7 18
8-10-2012
2.1.7 19
NPR9096 5.4(3)
• NPR gebruikt dezelfde tabellen voor het vergrotenvan het eerste orde moment tot incl 2o:
• 4) = 4�;�1 +
(
�@ ��;��⁄ �(
Waarin:
• 4�;�isheteersteordemoment
• NVEd is de totale vertikale belasting die door beschouwde element wordt gestabiliseerd
• NB is de knikbelasting gebaseerd op de in (2) geschreven buigstijfheid[z.o.z.]
NEN-EN+NPR9096 5.4(2)• NPR maakt het mogelijk om EI van rechthoekige
doorsnede te vereenvoudigen tot
• NO = N-O�
Waarin:
• O�kwadratisch oppervlaktemoment ongescheurdedoorsnede
• Ef is de fictieve E-modulus: Ef = (125+700α)fd≤400fd
• NEd is de rekenwaarde normaalkracht IN stabiliserend element
• α=���
P�-�
8-10-2012
2.1.7 20
NEN-EN+NB 5.4(2)• Als niet wordt vereenvoudigd m.b.v. NPR dan:
• EI= QRSTU:SV9ℎWS& XYZ U:YQS[SUW\WZ& W[W]WZ:
Waarin buigstijfheid mag worden ontleend aan:
• EI=�,0�^�
_�,`a^b
• MRd is de rekenwaarde van opneembaar moment
• κ�0,84cd=kromming bij 80% MRd
• Met de volgende Mk
• Metselwerk kan geen trek
opnemen
• e rechtevenredig tot n.l.
• 3,5‰ in meest gedrukte
vezel
Nd
Nd
lx
eu y
8-10-2012
2.1.7 21
Mkkkk
QLE
NLE
K0,8MK0,8MK0,8MK0,8Mu KKKKu
MMMMu
0,8M0,8M0,8M0,8Mu
Arctng(EI)
2.1.7
• Toets N+M=N (Conform 2.1.5)
• Stabiliteit en afschuiving
– Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
• 5.4 Tweede orde effecten
• Bijlage B: Methode voor het berekenen van de excentriciteitin een stabiliteitskern
– Methoden in NEN-EN 1996-3 :
• 4.4 Shear resistance of a wall
• Bijlage A
– Methoden in NPR9096:
• 5.4 Tweede orde effecten (incl Σ aktieve penanten)
• 5.5.3 Stabiliteitswanden van m.w. wand belast op afschuiving
8-10-2012
2.1.7 22
Methoden in NPR9096:5.4 Tweede orde effecten
• 5.4(2)&(3) reeds behandeld
• 5.4(11)methode gesommeerdebreedte actieve penanten
• 5.4(4t/m10) kantelevenwichtRAAMWERK
gesommeerde breedte actieve penanten
1. Diepte woningen <10 meter
2. 2 verdiepingen max. hnetto 2,7 m.+zolder
<10 meter
<2,7meter
<2,7meter
8-10-2012
2.1.7 23
gesommeerde breedte actieve penanten
3.Grep_vloer >= 4 kN/m2
4.Wanddikte bouwmuur >= 120 mm
5.Koppeling vloeren > 17 kN/m1 Ft/Fd
6.balken>350x470
gesommeerde breedte actieve penanten
7.Vloeren zijn deuvels tussen penanten
<2,7meter
<2,7meter
8-10-2012
2.1.7 24
gesommeerde breedte actieve penanten
8.Minimale grootte penantbreedte hk=300mm
9.In de bouwmuren zijn geen openingen en
dilatatievoegen aanwezig die de afdracht van
Normaalkracht uit de bouwmuur naar de actieve
penanten beperken.
>300mmbe
be?
• NEN-EN 1996-1-1 5.5.3
8-10-2012
2.1.7 25
be?
• NEN-EN 1996-1-1 5.5.3(3)
De lengte van een kruisende wand die als een flens mag zijn beschouwd (zie figuur 5.6) is de dikte van de stabiliteitswand vermeerderd met, aan iedere zijde, als dat van toepassing is, de kleinste waarde van:
• htot/5, waarin htot de totale hoogte van de stabiliteitswand is;
• de helft van de afstand tussen de stabiliteitswanden (ls), als die is verbonden met de kruisende wand;
• de afstand tot het einde van de wand;
• de helft van de vrije hoogte (h);
• zesmaal de dikte van de kruisende wand, t.
Cur aanbeveling 73
8-10-2012
2.1.7 26
Cur aanbeveling 73
10. gesommeerde breedte actieve
penanten voldoet aan:
8-10-2012
2.1.7 27
gesommeerde breedte actieve penanten
• Randvoorwaarden groep 1 stenen:
11.ρ≥18,5kN/m3
12.fd≥3,4N/mm2
13.Rekenwaarde afschuifsterkte in aansluiting
bouwmuur��penant ≥ 15 kN/m
a.verband
b.verankering
c.deuvelwerking verdiepingsvloeren
2.1.7
• Toets N+M=N (Conform 2.1.5)
• Stabiliteit en afschuiving
– Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
• 5.4 Tweede orde effecten
• Bijlage B: Methode voor het berekenen van de excentriciteitin een stabiliteitskern
– Methoden in NEN-EN 1996-3 :
• 4.4 Shear resistance of a wall
• Bijlage A
– Methoden in NPR9096:
• 5.4 Tweede orde effecten (incl Σ aktieve penanten)
• 5.5.3 Stabiliteitswanden van m.w. wand belast op afschuiving
8-10-2012
2.1.7 28
Methoden in NPR9096:5.4 Tweede orde effecten
• 5.4(2)&(3) reeds behandeld
• 5.4(11)methode gesommeerde
breedte actieve penanten
• 5.4(4t/m10) kantelevenwicht
(RAAMWERK)
Out of EC or in?
• De methode aktieve, neutrale, passievepenanten;
– Het lijkt alsof optelling van Sterkten en de vormvan kantelevenwichten
– NIET overeenkomt met de NEN-EN 1996-1-1+C1 NB(nl)
– Waarin SEI vervangen door EI
– Mits verdeeld naar stijfheid :NPR9096-1-1 5.4(8)
& NIET optelling van kantelevenwichten
– Is de berekening conform EC
8-10-2012
2.1.7 29
Cur Aanbeveling 73
8-10-2012
2.1.7 30
vbi
Bron:vbi-Cur Aanbeveling 73;
actief, passief, neutraal
8-10-2012
2.1.7 31
actief, passief, neutraal
• De methode gaat ervan uit dat elke penantzijn eigen stabiliteit verzord en NIET extra hangt aan de stabiliteitskern
• NPR5.4(6) 2o van geschoorde elementen(passief& neutraal) verwaarlozen
NPR9096-1-1:5.4(8)
• ef =∑ h�;i ���;ijk��;i �h�;i���;i
∑ ���;ijl��;i
m
8-10-2012
2.1.7 32
Vbi-Cur Aanbeveling 73
8-10-2012
2.1.7 33
8-10-2012
2.1.7 34
8-10-2012
2.1.7 35
2.1.7
• Toets N+M=N (Conform 2.1.5)
• Stabiliteit en afschuiving
– Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
• 5.4 Tweede orde effecten
• Bijlage B: Methode voor het berekenen van de excentriciteitin een stabiliteitskern
– Methoden in NEN-EN 1996-3 :
• 4.4 Shear resistance of a wall
• Bijlage A
– Methoden in NPR9096:
• 5.4 Tweede orde effecten (incl Σ aktieve penanten)
• 5.5.3 Stabiliteitswanden van m.w. wand belast op afschuiving
NPR9096-1-1 • 5.4(4t/m10) (RAAMWERK)
– (4,5) Mechanica 1o
– (4) 2o verwijst naar (3)
4) =
4�;�1 B
(
�@ ��;��⁄ �(
8-10-2012
2.1.7 36
2.1.7
• Toets N+M=N (Conform 2.1.5)
• Stabiliteit en afschuiving
– Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
• 5.4 Tweede orde effecten
• Bijlage B: Methode voor het berekenen van de excentriciteitin een stabiliteitskern
– Methoden in NEN-EN 1996-3 :
• 4.4 Shear resistance of a wall
• Bijlage A
– Methoden in NPR9096:
• 5.4 Tweede orde effecten (incl Σ aktieve penanten)
• 5.5.3 Stabiliteitswanden van m.w. wand belast op afschuiving
NEN-EN1996-1-1+NPR9096-1-1:5.5.3(9)
• Voor het toetsen van de schuifspanning in de kern
volgens NEN-EN1996-1-1:6.2(4)
• Mag een extra Normaaldrukkracht vanuit NAAST de
flens op de te toetsen snede (kern) gesuperponeerd
worden
• no) = 9�):[' (6.14)
• lc is de lengte van het gedrukte deel van de wand;
waarbij het deel op trek belast verwaarloosd wordt
• 9�) =(
pa∗ 9��� + 0,4q) (3.5)
8-10-2012
2.1.7 37
NEN-EN1996-1-1+NPR9096-1-1:5.5.3(9)
2.1.7
• Toets N+M=N (Conform 2.1.5)
• Stabiliteit en afschuiving
– Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
• 5.4 Tweede orde effecten
• Bijlage B: Methode voor het berekenen van de excentriciteitin een stabiliteitskern
– Methoden in NEN-EN 1996-3 :
• 4.4 Shear resistance of a wall
• Bijlage A
– Methoden in NPR9096:
• 5.4 Tweede orde effecten (incl Σ aktieve penanten)
• 5.5.3 Stabiliteitswanden van m.w. wand belast op afschuiving
8-10-2012
2.1.7 38
8-10-2012
2.1.7 39
Toepassen bijlage A of typfout?• NEN-EN 1996-3+C1 Concept
• 4.1 Algemeen
“(1)P Het toetsen van de stabiliteit moet zijn uitgevoerd volgens 5.4 (1)P van NEN-EN 1996-1-1+C1 of volgens bijlage A van NEN-EN 1996-1-1+C1. Bij toepassing van bijlage A van NEN-EN 1996-1-1+C1 mag worden aangenomen, dat aan 5.4 (1)P van NEN-EN 1996-1-1+C1 is voldaan.”
Waarschijnlijk staat hier: bij toepassing bijlage A van
1996-3 hoeft geen 2o worden gerekend
• In dat geval is ook de tekst in NB 1996-3 bij
bijlage A begrijpelijk:
“Bijlage A Vereenvoudigde berekeningsmethode
voor ongewapende metselwerkwanden in
gebouwen van niet meer dan 3 bouwlagen
Bijlage A moet als informatief zijn gelezen,
behoudens bij toepassing volgens 4.1 (1)P in welk
geval bijlage A als normatief moet zijn gelezen.”
8-10-2012
2.1.7 40
Bijlage A van 1996-3
• Stabiliteit incl. 2o
Bijlage A van 1996-3
8-10-2012
2.1.7 41
Bijlage A van 1996-3
Bijlage A van 1996-3
8-10-2012
2.1.7 42
Bijlage A van 1996-3
Bijlage A van 1996-3
8-10-2012
2.1.7 43
Bijlage A van 1996-3
Bijlage A van 1996-3
8-10-2012
2.1.7 44
?
Handleiding bepalen stabiliteit gebouw1. Bepaling eerste orde moment M0d
2. Bepaling “toeslagmoment” totaal gebouw DMd
1. ec=#�
��. 4,5. &' .
�� �
(��)*
2 (B.3)
2. ΔMd=Ndec=r) . 0,45. 10�+.
�� �m
)*
3. Traagheidsmomenten kernen bepalen
4. Verdeling naar stijfheid kernen
5. Opneembaar moment / kern
4);s = 0,56)& −0,354 6)
2
0,6439):
6. Med;incl2o < SMed/kern