Transcript
Page 1: DHV Nieuwsbrief Consult & Connect oktober 2009

Advies- en ingenieursbureau

dhv.nl/consultancy

Oktober 2009 > Rijksweg A15 Maasvlakte Vaanplein (MaVa) | Kabinet debatteert over CO2-taks | Grondexploitatiewet in de praktijk | Zwakke Schakels in de Kust

Veel van onze opdrachtgevers hebben behoefte aan een

partner die helpt bijsturen en zo nodig daadwerkelijk

kan meesturen. Een partner die kennis heeft van het

speelveld op strategisch niveau, actief betrokken is

bij concrete projecten en die ingangen heeft bij alle

relevante (markt)partijen. Onze toegevoegde waarde

is: verbindingen leggen tussen betrokken partijen en

belangen én een brug slaan tussen content en context.

DHV bedenkt innovatieve en duurzame oplossingen

voor onder meer bovenregionale vraagstukken op

het vlak van mobiliteit en bereikbaarheid, stedelijke

vernieuwing, ruimtelijke ordening en water- en

milieumanagement.

Consult & Connect

GeO Value Nieuwe rekenstandaard voor integrale gebiedsontwikkeling

Altijd een oplossing verder

Rotterdam VooruitBesluitvorming nieuwe stijl

Voor een succesvolle integrale gebiedsontwikkeling zijn uni-forme en transparante financiële ramingen onmisbaar. Hoe meer partijen bij een project betrokken zijn, hoe belangrijker het is om gezamenlijke en herkenbare rekenmodellen te han-teren. In de praktijk werken plan- en vastgoedeconomen in dienst van gemeenten, corporaties en ontwikkelaars vaak met uiteenlopende modellen en rekenmethodes. Dat kan leiden tot verwarring en onnodige vertragingen in het financiële overleg tussen de projectpartijen. Wanneer cruciale financiële informatie in uiteenlopende vormen wordt gepresenteerd, kan dat resulteren in een ineffectieve besluitvorming.

Het bepalen van de financiële haalbaarheid van ruimtelijke ontwikkelingsprojecten vormt al decennialang één van de belangrijkste specialisaties van de plan- en vastgoedecono-men van DHV. Op basis van de ruime ervaring in het opstellen van haalbaarheidsanalyses voor integrale gebiedsontwikke-lingsprojecten ontwikkelde DHV een exploitatiemodel dat is ontworpen om een nieuwe standaard te vestigen in de wereld van de financiële haalbaarheid.Anke Sieverink (DHV): “In dit model voor het berekenen van de Grond en Opstalwaarde (GeO Value) zijn niet alleen de meest gangbare rekenmethodieken opgenomen – er is ook rekening gehouden met een groot aantal nieuwe ontwikkelingen die in

de afgelopen jaren op het gebied van integrale processen heb-ben plaatsgevonden, zoals de prominente rol die vastgoedele-menten tegenwoordig vaak innemen. GeO Value combineert een model voor het doorrekenen van een grond- en opstal-exploitatie met een afzonderlijk ‘klassiek’ grondexploitatie-model. Daardoor is GeO Value integraal toepasbaar voor alle ruimtelijke ontwikkelopgaven, van de (pre)initiatieffase tot en met de definitieve ontwerpfase. De opbouw, de vormgeving en de presentatie van GeO Value maakt dit model bovendien tot een effectief open communicatiemiddel, bijvoorbeeld bij onderhandelingen tussen de gronduitgevende en de ontwik-kelende partij. Daarnaast is GeO Value een multifunctioneel model dat kan ‘communiceren’ met andere (teken-) program-ma’s, zoals Geografische Informatiesystemen (GIS), waardoor het proces van rekenen en tekenen zeer interactief en snel kan plaatsvinden. De geïntegreerde grond-opstalexploitatie module maakt het mogelijk om het gecombineerde ontwik-kelresultaat door te rekenen. Het maakt dat GeO Value een universele en gebruiksvriendelijke rekenoplossing biedt voor vele partijen, van gemeenten en corporaties tot ontwikke-laars. Het complete Windows-softwarepakket GeO Value is vanaf 1 oktober verkrijgbaar.’’ Info: [email protected], [email protected], [email protected]

Het kabinet wil de traagheid doorbreken waarmee in Nederland besluiten worden genomen over grote infrastructurele werken. Daarom installeerden de ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu de commissie Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten. Volgens deze commissie Elverding kunnen besluitvormingsproces-sen aanzienlijk worden versneld door alle partijen reeds in de verkennings-fase van een project bij de besluitvorming te betrekken. Daardoor wordt de kans op vertragende inspraakprocedures gedurende het verdere verloop van het proces verkleind.

Deze efficiënte besluitvorming wordt ook toegepast in de MIRT-verkenning Regio Rotterdam en haven: duurzaam bereikbaar (ook wel Rotterdam Vooruit genoemd). Rotterdam Vooruit is een gezamenlijk initiatief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de Provincie Zuid-Holland, de Stadsregio Rot-terdam en de stad Rotterdam. Projectmanager Marlies Langbroek (DHV): “Al deze partijen werken samen aan een verbetering van de bereikbaarheid van het havengebied en de regio Rotterdam. Bij dergelijke complexe projecten, waarbij veel stakeholders betrokken zijn en uiteenlopende factoren een be-palende rol spelen, is een integrale vorm van procesmanagement onmisbaar, zeker nu de besluitvormingsprocessen efficiënter moeten verlopen. Voorheen

werden dit soort meerjarenplannen in de eerste plaats infrastructuur-gericht ingevuld - nu worden waardevolle dwarsverbanden, bijvoorbeeld tussen Ruimtelijke Ontwikkeling en Mobiliteit, direct zichtbaar.’’

DHV leverde de projectdirecteur voor deze Verkenning en stelde een team samen uit ervaren adviseurs die beschikken over de benodigde expertise, o.a. ten aanzien van besluitvorming, om-gevingsmanagement en op financieel/economisch gebied. Langbroek: “De adviezen van de commissie Elverding resul-teren in een nieuwe benadering van de specifieke onder-delen die deel uitmaken van de Verkenning, waaronder Planmer (milieueffectrapportage), maatschappelijke kos-ten-batenanalyse (mkba) en omgevingsmanagement. De effecten op de economie, de ruimte, de natuur en het milieu dienen nu op hoofdlijnen te worden bekeken. Samen met deskundigen uit de organisaties van de betrokken overheden en de adviseurs van verschillende adviesbureaus, geeft DHV zo mede sturing en invulling aan een effectieve en efficiënte besluitvorming.’’ Info: [email protected]

Page 2: DHV Nieuwsbrief Consult & Connect oktober 2009

meestal een consortium van verschillende be-drijven, moet het overgrote deel van de reali-satie daarom zelf voorfinancieren. Dat vraagt om een sluitende businesscase waarmee het verloop van het project en het naleven van het contract beheerst kan worden. Het gebruik van een DBFM contract biedt diverse voorde-len. Het leidt tot een tijdige oplevering van de infrastructuur, tot een efficiëntere besteding van middelen en tot een meer doordachte aanpak van risico’s.’’

Adrie Franken, Contractmanager A15 MaVa bij Rijkswaterstaat: “Wij hebben bewust voor één ‘huisleverancier’ gekozen, juist omdat een grote betrokkenheid, flexibiliteit en een integrale benadering bij dit project van be-lang is. DHV geeft adviezen die verder reiken dan die van traditionele ingenieursdiensten en stelt de nodige specialisten ter beschik-king op het gebied van contractmanagement, financiering, functioneel specificeren, omge-vingsmanagement, bestuursovereenkomsten,

risicomanagement en system engineering. Omdat zij de volledige breedte van het project overzien kunnen wij ons volledig richten op onze eigen kerntaken. Voorals-nog pakt dit concept ons inziens naar alle tevredenheid uit.’’ Info: [email protected]

Rijksweg A15 Maasvlakte Vaanplein (MaVa)DHV levert integraal advies bij aanbesteding

De Rijksweg A15 vormt een belangrijke ver-bindingsas tussen het Rotterdamse haven- en industriegebied en het Europese achterland. De verkeersader is niet alleen cruciaal voor het goederenvervoer van en naar het haven-gebied, maar ook voor het woonwerk- en recreatieverkeer in de regio. Mede door de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte zal de verkeersdruk op de Rijksweg A15 in de komende jaren verder toenemen. Daarom is Rijkswaterstaat een aanbestedingstraject ge-start voor de nodige uitbreiding van de capa-citeit op een 40 kilometer lang traject tussen de Maasvlakte en het Vaanplein.

DHV ondersteunt Rijkswaterstaat bij de voor-bereiding en uitvoering van de aanbesteding en bij het opstellen van een Design, Build, Finance & Maintain contract (DBFM). Patrick van Dijk, Senior investeringsadviseur bij DHV: “De overheid voert de regie en laat de uitvoering aan de markt over. Door gebruik te maken van een DBFM contract koopt Rijks-waterstaat geen product in maar een dienst, te weten: de beschikbaarheid van de nieuwe infrastructuur. De betaling vindt daarom ge-faseerd plaats over een periode van 25 jaar (de looptijd van het contract). De private partij,

Grondexploitatiewet in de praktijkToekomst van publiek-private samenwerking

Grondbeleid staat in Nederland al vele jaren hoog op de agenda. Geregeld ondervinden overheden moeilijkheden bij het verhalen van kosten voor publieke voorzieningen en raken zij verzeild in langdurige onderhandelingsprocessen. Op basis van de nieuwe Grondexploitatiewet, die onderdeel uitmaakt van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), kunnen gemeenten het verhalen van exploitatiekosten nu, indien nodig, afdwingen. Van de gemeenten wordt, net als voorheen, verwacht dat zij met de betrokken particuliere eigenaren een privaatrechtelijke overeenkomst sluiten. Wanneer dat niet lukt kunnen gemeenten gebruikmaken van een nieuw instrument: het exploitatieplan. Hierbij worden de kosten voor de realisatie van algemene voorzieningen, nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte verdeeld over alle eigenaren in het plangebied. De wet biedt ook de mogelijkheid om eisen te stel-len aan het bouwrijp- en woonrijp maken van een locatie.In de korte tijd dat de nieuwe Grondexploitatiewet van kracht is, heeft DHV al ruime ervaring opgebouwd in het opstellen van deze grondexploitatieplannen (o.a. voor de gemeente

Amsterdam). Een nauwe samenwerking tussen juristen en planeconomen resulteert daarbij in adviezen waarmee gemeenten de nieuwe Grondexploitatiewet op een effectieve wijze in de praktijk kunnen brengen. Tom Wesseling (DHV): “Bij DHV werken planeconomen en juristen nauw met elkaar samen, o.a. in het kader van gebiedsontwikkelingsprojecten. Het belang van deze samenwerking wordt onderstreept nu de exploitatieopzet deel gaat uitmaken van een besluit dat de rechterlijke toets moet kunnen doorstaan.’’ Paulina van Dam (DHV) vult aan: “De praktijk leert dat de wet op enkele punten nog niet helder is en dat de toepassing ervan, bijvoorbeeld bij herstructureringen, kan leiden tot ongewenste situaties. DHV helpt gemeenten om risico’s te vermijden, om juridische en financiële aspecten op elkaar af te stemmen en om de instrumenten uit de Grondexploitatiewet strategisch in te zetten. Ook de samenhang met andere procedures (voorkeursrecht, onteigening, planologie, etc.) maakt deel uit van ons integrale adviesaanbod.’’ Info: [email protected], [email protected]

Adrie Franken

Page 3: DHV Nieuwsbrief Consult & Connect oktober 2009

In de komende jaren wil het kabinet extra maatregelen treffen om de ontwikkeling van duurzame mo-biliteit in Nederland te stimuleren. Zo is in het belastingplan 2009 besloten om de grondslag te wijzigen waarmee de hoogte van de aanschafbelasting op nieuwe auto’s (BPM) wordt vastgesteld. In de huidige situatie wordt de aanschafbelasting bepaald aan de hand van een combinatie van de nieuwprijs, het energielabel en de CO2-uitstoot van het voertuig. Door de hoogte van deze belasting in de toekomst uitsluitend te relateren aan de CO2-uitstoot, verwacht het kabinet de totale verkeersgerelateerde CO2-uitstoot substantieel te kunnen reduceren.

De autobranche (RAI Vereniging, BOVAG en VNA) en de ANWB maken zich grote zorgen over de schokef-fecten die kunnen optreden wanneer de nieuwe grondslag voor het berekenen van de aanschafbelasting volgens plan wordt ingevoerd. Zij hebben DHV gevraagd de effecten van de invoering van de gewijzigde grondslag te onderzoeken. Om inzicht te verkrijgen in de verschillende relevante maatschappelijke ef-fecten van de maatregel is een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitgevoerd. Paul Canisius: “De resultaten uit het onderzoek wijzen op een aanzienlijk welvaartsverlies voor consumenten, terwijl het beoogde milieueffect relatief zeer gering is. Daarnaast blijkt dat de nieuwe belastingtarieven niet las-tenneutraal zijn.’’

De onderzoeksresultaten zijn besproken met het ministerie van Financiën. Na deze expertsessie met ver-tegenwoordigers van het ministerie besloten de autobranche en de ANWB om de onderzoeksresultaten in de publiciteit te brengen. Dit leidde tot een spoeddebat in de Tweede Kamer. Canisius: “Het werd een verhit debat. Er zijn felle woorden gesproken over de inhoud én over DHV en haar opdrachtgevers. Het Centraal Planbureau is gevraagd een second opinion af te geven over het onderzoek, terwijl het Planbu-reau voor de Leefomgeving de vergroening van het wagenpark nader analyseert. Tevens heeft staatsse-cretaris De Jager toegezegd de lastenneutraliteit opnieuw onder de loep te nemen. DHV werkt hier graag aan mee. Wij staan achter ons onderzoek.’’ Info: [email protected]

Kabinet debatteert over CO2-taks DHV onderzoekt maatschappelijke kosten en baten

“Onze ruimte is schaars en wordt op velerlei wijze benut. Het is dan ook niet verwonder-lijk dat velen in dit dichtbevolkte land willen meebeslissen over ruimtelijke ontwikkelings-vraagstukken. Van overheden wordt (zeker na de adviezen van de commissie Elverding) verwacht dat zij hun projecten baseren op een stevig en breed maatschappelijk draagvlak. Door alle betrokken marktpartijen en belan-gengroepen reeds in de verkennende fase bij de planvorming te betrekken kunnen latere vertragingen worden voorkomen.

Maar tegelijkertijd wordt de samenwerking met de markt ook complexer: het aantal par-tijen neemt toe, de risico’s nemen toe – meer-dere publieke domeinen veranderen in één publiekprivate arena. Dat klinkt angstaanja-gender dan het in werkelijkheid hoeft te zijn. Nieuwe publiekprivate samenwerkingsvor-men bieden kansen voor duurzame innovatie, voor kostenbesparing, voor kwaliteitsverho-ging, maar werpen ook lastige vragen op: hoe kies je voor de beste oplossing? Hoe beheers en verdeel je de financiële en juridische ri-sico’s? Welke allianties moet je smeden? Hoe bestuur je al die complexe processen? Waar voer je zelf de regie, waar geef je deze uit han-den?Op basis van degelijke financiële, juridische, management- en procesexpertise ontwikke-

Efficiënte regievoering dankzij integrale strategie en expertise

len de strategische adviseurs van DHVheldere ontwikkelingsstrategieën en business cases, arrangementen en allianties. De stra-tegieën vormen een stevige basis voor een integraal en vooral effectief projectbeleid van opdrachtgevers, of het nu gebiedsontwikke-ling betreft of watervraagstukken of binnen-stedelijke herstructurering. Om te komen tot de voor DHV zo kenmerkende integrale ad-viesvorming benutten onze strategische con-sultants het complete kennispalet van DHV: financieel, juridisch en procesmanagement, governance, mobiliteit, gebiedsontwikkeling, duurzaamheid, water, bouw en industrie. Daarbij verbinden zij de financiële en juridi-sche huishouding van de projecten aan de financiële en juridische huishouding van alle betrokken partijen, o.a. door allianties te sme-den waarin de kosten op een steekhoudende wijze worden verdeeld tussen de betrokken partijen.

Wie betaalt bepaalt, luidt het bekende ge-zegde, en die wijsheid geldt des te meer in tijden van economische recessie. Een ander gezegde luidt: kennis is macht. Met DHV be-schikt u altijd over de juiste kennis voor een doeltreffende regievoering, met een afbreuk-risico van nul en een maximaal resultaat voor iedereen’’.Info: [email protected]

Peter Lahaye, directeur Consultancy >

Page 4: DHV Nieuwsbrief Consult & Connect oktober 2009

Over complexe beslissingen moet je niet te veel nadenken

en Movares met deze partners aan de opdrachtgever, de Staat der Nederlanden, een mini-HSL aanbieden die zal gaan rijden in Madurodam. De mini-HSL (schaal 1:25) zal op 8 oktober wor-den gepresenteerd tijdens het symposium “Groot denken in een kleine wereld”. Prof. dr. ir. Luuk Boelens, Prof. ir. Leo Wa-gemans, Prof. dr. Hugo Roos en Gedeputeerde Ger Driessen ge-ven op het symposium hun visie over de ruimtelijke, (milieu)technische, financiële en bestuurlijke aspecten die bepalend zijn voor het succesvol realiseren van grootschalige infrapro-jecten in Nederland. Info: [email protected]

Bepalen inbrengwaarde is vakwerkGrondexploitatiewet stelt nieuwe eisen Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening is ook de af-deling Grondexploitatie in werking getreden. Een punt van aandacht is de inbrengwaarde. De inbrengwaarde bepaalt de hoogte van de exploitatiekosten terwijl de exploitatiekos-ten ook bepaald worden door de inbrengwaarde. Daarbij zijn de belangen van partijen strijdig met elkaar. Het verdient dan ook aanbeveling om voor het vaststellen van de inbrengwaar-de één taxateur in te schakelen. Een accurate inbrengwaarde vormt de basis voor een gerichte besluitvorming en bepaalt de haalbaarheid, de ontwikkelmogelijkheden en de tijdsplanning van het project. Johan Gielen, senior adviseur en registertaxa-teur bij DHV: “Voor het vaststellen van de inbrengwaarde is taxatiekennis nodig, maar ook een gedegen kennis van de wet en van grondexploitaties. DHV heeft ruime ervaring met het opstellen van taxaties en exploitatieplannen waarin ook stra-tegische afwegingen gemaakt worden.’’ Info: [email protected]

De waarde van een extra spoorlijnDHV ondersteunt onderzoekscommissie NijpelsEen commissie onder voorzitterschap van Ed Nijpels onder-zoekt de financiële haalbaarheid van een spoorlijn van Breda naar Utrecht Iangs de snelweg A27. Landelijke, regionale en Io-kale overheden, en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zien de spoorlijn als een belangrijke ontbrekende schakel in het spoorwegnet. De commissie onderzoekt onder andere of er synergievoordeel te behalen is door een gelijktijdige realisatie met de geplande verbreding van de A27. DHV is ingeschakeld om de commissie te adviseren ten aanzien van een mogelijke publiekprivate samenwerking. DHV richt zich op de juridische aspecten, op kosten- en risicomanagement, op het uitvoeren van vervoerswaarde calculaties en op het realiseren van een businessplan. Het rapport van de commissie wordt in oktober van dit jaar verwacht. Info: [email protected]

Met 300 km/u door MadurodamDHV medesponsor mini-HSL voor MadurodamSamen met een groot aantal partners hebben DHV en Movares in de afgelopen 20 jaar meegewerkt aan het realiseren van de HSL-Zuid. Als dank voor de goede samenwerking willen DHV

Prioritaire Zwakke Schakels in de KustDe eisen die aan de Nederlandse kustverdediging worden gesteld zijn hoog. Zonder de nodige maatregelen zal de waterkering over twintig jaar op acht locaties niet meer voldoen aan het wettelijke veiligheidsniveau. De zeewering van deze zogenoemde prioritaire Zwakke Schakels zal fysiek moeten worden versterkt. Dat biedt kansen om ook de ruimtelijke kwaliteit van deze gebieden te verhogen (natuur, landschap, economische functies en/of de recreatiemogelijk-heden). In planstudies zijn diverse oplossingen onderzocht, waarbij onder meer het ministerie van Verkeer en Waterstaat koos voor een integrale en decentrale aanpak. Onder regie van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland en in samenwerking met Rijkswaterstaat en diverse waterschappen en gemeenten zijn innovatieve oplossingsvarianten ontwikkeld waarmee zowel de veiligheid van de waterkering als de ruimtelijke kwaliteit van het gebied rondom de Zwakke Schakels kan worden verhoogd.

In opdracht van de Rijkswaterstaat Waterdienst evalueerde DHV de effectiviteit van deze inte-grale en decentrale aanpak. De bevindingen uit het evaluatierapport tonen aan dat deze werk-wijze resulteert in een meer samenhangend kustbeleid. Wel blijkt de aanpak op enkele punten nog vatbaar voor verbetering. In heldere bewoordingen biedt het evaluatierapport inzicht in de variabelen die bepalend zijn geweest voor het verloop van de samenwerking, waaronder de wijze waarop rekening is gehouden met bestuurlijke verhoudingen, de financieringsstrategie en het bijbehorende verwachtingenmanagement. Ook de rol die provincies, waterbeheer-ders en gemeenten in de projectorganisatie hebben gespeeld is onderzocht, evenals de wijze waarop aansluiting is gezocht bij ruimtelijke planprocessen. De planstudiefase toont aan dat een goede balans tussen een gerichte regievoering en een decentrale werkwijze (waarin vol-doende ruimte is voor een brede innovatieve inbreng van alle partijen) bijdraagt aan het vin-den van oplossingen die zowel meer veiligheid als een hogere ruimtelijke kwaliteit opleveren. De bevindingen uit het evaluatierapport zijn van grote waarde voor lopende en toekomstige projecten zoals het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het deelprogramma Kust van het Deltaprogramma. Info: [email protected], [email protected]

Procesevaluatie planstudiefase

Vandaag bij het lunchbuffet was de keuze tussen een salade en een kroket snel gemaakt. Een salade, want vandaag is het mijn balansdag. Daarover hoefde ik dus niet na te denken. Maar niet elk besluit is zo snel genomen. Het kiezen voor een nieuw huis is bijvoorbeeld al een stuk lastiger. De locatie, de prijs, het aantal kamers, de staat waarin het huis verkeert - velerlei factoren spe-len dan een rol. Hoe weeg je de plussen en de minnen tegen el-kaar af? Het antwoord is eenvoudig: slaap er een paar nachtjes over, en denk er vooral niet te veel over na. Veel mensen die tot afgewogen keuzes willen komen zetten al-le argumenten op een rij en tellen de plussen en minnen ver-volgens netjes bij elkaar op. Daarbij vergeten zij vaak dat ook argumenten die niet in woorden te vatten zijn een bepalende rol kunnen spelen. Bij het bezichtigen van een huis kan de licht-inval een positief gevoel oproepen of kan je waarneming wor-den beïnvloed door het nauwelijks hoorbare geluid van een snelweg ergens in de verte. Je registreert dit op een onbewust

niveau, dus je kunt het niet direct benoemen, maar het gevoel zelf is wel degelijk aanwezig en verdient het om in je overwe-gingen te worden meegenomen. Bestuurders en managers worden dagelijks geconfronteerd met complexe keuzes: werkgelegenheid, milieu, ruimtegebruik, leef-baarheid - continu moeten zij uiteenlopende argumenten te-gen elkaar afwegen. Natuurlijk is het daarbij van belang om alle informatie op een rij te hebben. Maar daarnaast dient men zich bewust te zijn van wat onder de oppervlakte leeft bij alle be-trokken partijen. Bestuurders, managers en stakeholders wor-den immers ook onbewust beïnvloed door gevoelens die niet altijd kwantificeerbaar zijn. Daarom bieden wij bij DHV niet al-leen strategisch advies op basis van harde cijfers, maar facili-teren wij ook een open contact tussen alle betrokken partijen. Het resultaat is een breed gedragen keuze die bij iedereen in de smaak valt, ongeacht of je nu liever een gezonde salade eet of een lekkere kroket. [email protected]

Contact: DHV B.V.| Postbus 1132 | 3800 BC Amersfoort | 033-468 26 30 | Ilse Kuiper | www.dhv.nl | Portretfotografie: Frank Boots; Adrie Franken: Henri Cormont, inZicht-foto | Tekst: GroteWereld Journalistiek & Communicatie | Ontwerp: Maurits Malherbe | Opmaak en productie: DHV Communications |


Top Related