Digestief “Conventie over de Toekomst van de Europese Unie”

Document Auteur HoofdpuntenCONV 12/02 H. Haenel (NP Fr) Constitutie, eventuele Europese senaat, verdeling bevoegdhedenCONV 13/02 A. Barrau (NP Fr) Sociale rechtenCONV 19/02 M. Nahtigal

(RV Slovenie)Rol NP’en , communautaire methode, geen fixatie bevoegdheden, wel meer duidelijkheid, steun voor constitutioneel verdrag, noodzaak meer Europese samenwerking

CONV 20/02 Mw. D. Hübner (RV Polen)

Verschuiving van economische invalshoek naar breder terrein, beweging naar meer democratie, EC teveel gefocust op behoud acquis, noden burger uitgangspunt: quality of life en veiligheid, waken voor populisme, externe relaties EU

CONV 22/02 A. Duff (EP, VK) Doelen EU, regeling bestuur, regeling bevoegdhedenCONV 23/02 E. Teufel (NP Du) Rechtspersoonlijkheid EU, waarden, respect nationale identiteit,

loyaliteit aan EU, burgers/charter, EP: samenstelling, initiatiefrecht, budgetrecht, Raad: scheiding wetgeving/politieke lijnen, voorzitterschap, EC: verkiezing, benoeming, Hof: constitutionele toetsing, keuze rechters EP, recht regio’s,

CONV 24/02 E. Teufel (NP, Du) Catalogus bevoegdheden: exclusief, fundamenteel, supplementair, bescherming bvh’en lidstaten, uitwerking van subsidiariteits-, proportionaliteits-, loyaliteitsbeginsel, gelimiteerde individuele autorisatie, respect nationale identiteit, verantwoordelijkheden in beginsel bij de lidstaten, doelen EU creëren nog geen bevoegdheid (m.n. Interne markt erg opgerekt), niet te snel naar kapstokartikel grijpen.Pijlerstructuur opheffen, bvh’en terug naar lidstaten, uitbreiding bvh’en hof

CONV 26/02 Z. Hernandes-Soro (waarnemer)

Toezending opinie comité van de regio’s m.b.t. de verdeling van bevoegdheden

CONV 27/02 J. Bruton (NP Ierl) Lijvig rapport t.b.v. Iers parlement: nut EU, omvang EU (diversiteit, demografische problemen, talen), democratische legitimiteit (pijlerstructuur, wie is de baas?, EP, Raad), rubricering bevoegdheden, charter, vereenvoudiging verdrag, Europese senaat?, rol NP’en, verkiezing vz EC, voorzitterschap Raad, Euro (stabiliteitspact), defensie, landbouw & uitbreiding,

CONV 28/02 J. Martonyi (RV Hongarije)

Internationale missie EU

CONV 29/02 Mw. L. Wallén (RV Zweden)

Taken EU: wellicht meer, maar belangrijk is de balans in bevoegdheden. Geen fixatie bevoegdheden, waardering dynamisch systeem, wel eenvoudiger presenteren aan de burgers

CONV 30/02 A. Barrau (NP Fr) Missie EU; waar EU samen sterk staat samenwerken, het andere voorbehouden aan de lidstaten; nu al goed: monetaire politiek, douane, externe economische betrekkingen, verder uitwerken: europees burgerschap, economisch bestuur, sociale politiek, justitie en politie, buitenlands en veiligheidsbeleid;plafond 1,27% ter discussie.

CONV 31/02 I. Belohorska, G. Berthu, JP Bonde, D. Heathcoat-Amory, P. Kreitzberg, A. Sant, E. Seppänen, G. Vella

Pleidooi om bij de samenstelling van de Jeugdconventie ook te letten op Euro-sceptici en Euro-realisten.

CONV 32/02 L. Dini (NP Italië)

Uitgangspunt: bevoegdheden bij de lidstaten, geen soevereiniteit EU, alleen toegekende bevoegdheden. Zoveel uniformiteit als nodig, zoveel diversiteit als mogelijk, subsidiariteit beter definiëren, rubricering bevoegdheden: exclusief EU, gedeeld EU-lidstaten en aanvullend (bijv. cultuur, soc. zekerheid) bepaling zoals art. 308 EG nuttig. Tekortkomingen: inefficiency communautaire acties waar

1 / 53

landen primair bevoegd zijn bijv. GBVB, (oplossing meer federalisme) overregulering in andere sectoren (oplossing wetgeving en uitvoering strikter scheiden, lidstaten implementeren). Classificatie: constitutie – wetgeving – regelgeving. HvJ waakt over juist gebruik bevoegdheden, maar niet overbelasten, dus voorportaal: gemengde comités

CONV 33/02 M. Olivier Duhamel (EP Fr)

Stuk over onderwerpen die vooral tot de aanvullende bevoegdheden horen (informatiemaatschappij, kennis, cultuur, sport) maar niettemin grensoverschrijdende problemen kennen die de landen zelf niet kunnen oplossen. Soms communautaire aanpak nodig.

CONV 34/02 J. Trzcinski (plv RV Polen)

Gedachten over een “constitutioneel verdrag”

CONV 36/02 A. Lamassoure(EP Fr)

Over consultatie van de burgers (forum en internet zijn niet toereikend) via korte questionnaire aan alle burgers, en media-aandacht organiseren. Zelfs als 1% antwoordt toch 2 miljoen reacties.

CONV 37/02 T. Tiilikainen(RV Finland)

Dynamiek uitgangspunt bij verdeling bevoegdheden. Nieuwe bevoegdheden: veiligheid, voedselveiligheid. Het gaat om door lidstaten aan de EU toegekende bevoegdheden: exclusief, gedeeld, aanvullend. Duidelijker scheiding wetgeving – uitvoering. Eenvoudiger instrumenten. Politieke of juridische subsidiariteitstoets? Beschouwing tekortkomingen derde en tweede pijler.

CONV 38/02 C. Carnero Gonzalez(plv EP Spanje)

Spaanstalig document over de EU-begroting. De financiële perspectieven een officiëlere status geven, af van onderscheid verplichte/onverplichte uitgaven, Europees ontwikkelingsfonds, ECB, EIB, agentschappen onder begroting, het eigen middelensysteem herzien, meer invloed EP,

CONV 39/02 M. Nahtigal(RV Slovenie)

Over toekennen bevoegdheden, subsidiariteit, proportionaliteit, en loyaliteit; toets EhvJ. Vaker richtlijnen of open coördinatiemethode. Vereenvoudiging, deregulering EU-regelgeving.Nieuwe bevoegdheden: milieu, buitenlands beleid, veiligheid. Tekortkomingen tweede en derde pijler. Behoud exclusief initiatiefrecht EC in de eerste pijler. Solidariteit: cohesiefonds moet bijdragen aan de ontwikkeling van een land., maar niet re-nationaliseren. Wel primair lidstaat: cultuur, onderwijs, training, wetenschap). Versterkte samenwerking, opencoördinatiemethode op sociaal-economisch terrein: goed instrumentarium ontwikkelen, professionaliteit EC nodig, meer democratische controle

CONV 41/02 A. Severin(plv NP Roemenië)

M.b.t. de missie van Europa, hoge ambitie. Soevereiniteit niet opgeven, maar samen uitoefenen waar de problemen niet langer op nationaal niveau opgelost kunnen worden.EU moet ‘global player’ worden GBVB en social-economisch. Belangen lidstaten: veiligheid, waardigheid, voorspoed. Subjectieve voorwaarden: fusie van belangen, burgers moeten meer voelen voor Europa. Derde pijler communautariseren, financiering EU veranderen, diversiteit waarborgen, sterke instellingen, Europese senaat, bevoegdheden duidelijker verdelen, maar flexibiliteit bewaren. Meer gebruik van “best practices, conciliatie, arbitrage.

CONV 42/02 R.E. Bösch(NP O’rijk)

Kompetenz-katalog, juridische toets subsidiariteit, bij landbouw en structuurbeleid renationalisatie bevoegdheden, geen verdere communautarisering tweede of derde pijler, instelling EU-Veiligheidsraad (vz. Is de hoge vertegenwoordiger zonder stemrecht, geen Eur Commissaris meer nodig), Europaministeries in dwe lidstaten

CONV 44/02 Mw A.M. Idrac(NP Fr)

Politieke Unie oprichten, burgers hebben behoefte aan meer eenheid in verscheidenheid, de wereld behoefte aan meer Europa. Doelen: vrede, inerte veiligheid, economische voorspoed, duurzame ontwikkeling, individuele vrijheden, sociale rechten, interregionale cohesie, culturele diversiteit, meer mondiale solidariteit. Charter

2 / 53

incorporeren. Nieuwe bevoegdheden: meerderheid tegen fixatie in catalogus, indeling in exclusieve en gedeelde bevoegdheden (met algemene Europese richtlijnen nationaal te implementeren, aanvullende bevoegdheden en coördinatiemethode) kan helderheid geven. Versterking GBVB in etappes, maar hoog ambitieniveau stellen. Versterking sociaal-economisch beleid (sterkere coördinatie), meer samenwerking JBZ, gezondheid, energie en transport. Subsidiariteitstoets bij de nationale parlementen en een nieuwe kamer bij het EHvJ Procedures heroverwegen ook in het licht van de uitbreiding: meer QMV. Scheiding wetgeving uitvoering. Financiering EU kan ter discussie komen te staan, vz EC kiezen, meer democratie EP en NP’en. Politieke programma’s uitwerken rond verkiezingstijd EP of vz EC. Versterkte samenwerking.

CONV 45/02 H. Farnleiter (RV O’rijk)

EhvJ: het vereiste individueel belang laten vervallen om burgers meer rechtsbescherming te kunnen bieden. Werklast hof toch nog beperkt door vereist direct belang en verdere procedurele waarborgen

CONV 46/02 A. Lamassoure(EP Fr)

Voorstel m.b.t. bevoegdheid Unie t.a.v. GBVB. Scherpe vragen over toereikendheid soft diplomacy, dreigingen, migratie, rol NAVO, de uiteindelijke grenzen van de EU.Eén beslissende autoriteit, militaire macht, bilaterale relaties minder belast door postkoloniale, politieke of nationalistische problemen bij één EU-beleid. Drie etappes: (+ 2004 – na uitbreiding) GBVB-Raad los van de Algemene

Raad, één autoriteit maar wel nog unanimiteit en mogelijkheid “niet mee te doen”, ambassades LS beperken zich tot economische en culturele taken, witboek defensie, gezamenlijke controle EP en NP’en

(+ 2007 ) Unie bevoegd t.a.v. GBVB, Verklaring over wereldvrede aannemen, GBVB-Raad open voor nationale politici, QMV, LS gebonden aan beslissingen m.u.v. defensiebeslissingen, fusie consulaten, framework militaire planning, fusie tot Europees leger.

(+ 2010 na definitieve uitbreiding) “shared destiny” (EU ook één politieke autoriteit) , EU lid NAVO, VN-veiligheidsraad e.d. ipv LS’en, fusie ambassades, LS’en gebonden aan alle beslissingen ook militair, president/premier leidt Europees leger. Democratische controle EP.

Individuele LS’en kunnen afzien van derde etappe.CONV 53/02 L. Michel, K. de Gucht,

E. di Rupo, P. Chevalier, D. Pieters, M. Nagy(Belgische afvaardiging)

Opdrachten EU: grondrechten/democratie, gemeenschappelijke markt, gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, een identiteit op het internationale toneel.Unie slechts bevoegd voor zover toegekend.Criteria: grensoverschrijdende effecten, concurrentievoordeelOnderscheid: Exclusieve, gedeelde, concurrerende en aanvullende bevoegdheden.Opkomst regio’s met wetgevende bevoegdheden: LS’en informeren EC, EC consulteert regio’s, regio’s kunnen EHVJ vragen om competentietoets.Scheiding wetgeving en uitvoering (nieuwe comitologie EC)Coördinatieprocedures, QMV, wijziging eigenmiddelensysteem.

CONV 57/02 A. Duff(EP VK)

Voorstel artikelen over burgerschap, rechtspersoonlijkheid , unie-instrumenten, financiering

CONV 58/02 H. Farnleiter(RV O’rijk)

Bevoegdheden: exclusief EU, gedeeld, primair LS’enBevoegdheden in beginsel steeds bij LS’en, maar toegekend aan EU, juridische subsidiariteitstoets. 95VEG toespitsen op interne markt, 308 VEG blijft nuttig, unanimiteitsvereiste behouden, art. wel aanscherpen

3 / 53

CONV 61/02 L. Wallén, S. Lekberg, G. Lennmarker. L. Hallengren, K. Kvist, I. Svensson(Zweedse afvaardiging)

M.b.t. rol NP’en verzoek om drie onderzoeken:- inventarisatie parlementaire scrutiny in de lidstaten;- inventarisatie termijnen- inventarisatie parlementaire voorbehoudenMaken de verdragen een goede parlementaire controle mogelijk? Maken termijnen (bijv. het zes weken moratorium tussen initiatief en vaststelling) beïnvloeding mogelijk?

CONV 62/02 A. Barrau(NP Fr)

Voorstellen:Verkiezing Europese voorzitter (eerste door EP en NP’en, later door de burgers) voor 5-jaar termijn; Ontkoppeling voorzitterschap ER en voorzitterschap van de Raden, collectief voorzitterschap, creëren GBVB-Raad; Raad Communaitaire aangelegenheden; juridische subsidiariteitstoets; juridische kader voor een avant-garde; executieve bevoegdheden en middelen EC versterken, andere comitologie; toereikende eigen middelen; hiërarchie van normen;

CONV 63/02 K. Hänsch (EP Du) P. Beres (EP Fr)

Tekortkomingen GBVB en sociaal beleid, grote uitdagingen EU, tegenkracht VS.“New Federalism”: vereenvoudiging verdragen, incorporatie Charter, constitutionele discussie, vereenvoudiging procedures, personificatie: president Raad en premier EC, Europese civiele maatschappij ontwikkelen, Europees sociaal model promoten, begrijpelijk Europees lexicon

CONV 65/02 L. Dini(NP Italië)

Over het wetgevingsinstrumentarium; pleit voor hiërarchie van normen, duidelijk onderscheid primaire en secundaire regelgeving, t.a.v. GBVB acht hij QMV bij gemeenschappelijke acties nodig (m.u.v. inzet militairen) en bij gemeenschappelijke standpunten acht hij het spreken met één stem tenminste nodig in de VN-veiligheidsraad en economische en financiële instituties.T.a.v. JBZ liever richtlijnen met QMV, besluiten met rechtstreekse werking en afschaffing overeenkomsten.Andere instrumenten (zoals interinstitutionele akkoorden, conclusies, verklaringen, voorbehouden e.d.) beter positioneren in de hiërarchie van normen. Verdere reductie van procedures, vooral co-decisie uitbreiden.Bij de uitvoering vereenvoudiging van de comitologie.Kwaliteit wetgeving verbetert bij minder unanimiteitsvereisten die tot onbegrijpelijke compromisteksten leiden.

CONV 66/02 P. Hain(RV VK)

Burger wil weten: strategische doelen EU, wie bepaalt de grote lijnen, welke samenwerkingsmethoden bestaan, maatregelen moeten aansluiten op de behoeften en verwachtingen.

CONV 56/02 A. Palacio((plv) RV Spanje)

Verdeling bevoegdheden, tegen fixatie competenties. Burger zit niet te wachten op competentiestrijd, maar op oplossingen van problemen; dus kijken naar communautaire doelen. Dit is in het verleden wel eens te wijd opgerekt (bijv. interne markt), maar het EhvJ biedt een veiligheidsklep.

CONV 80/02 R. E. Bösch(NP O’rijk)

Wenselijk: vereenvoudiging EU-mechanismen, waarborgen invloed lidstaten, behoud unanimiteitsvereiste bij kernvelden, behoud onderscheid communautaire methode en intergouvernementele methode.Eerste pijler: Raad als wetgever, soort Eerste Kamer, ministers gebonden aan mandaat, dubbele QMV zoals in Nice vastgelegd, openbare zittingen. EP als Tweede Kamer, overal co-decisieprocedure. EC géén Europese regering, mag niet EP ontbinden, elk land een commissaris. Voor kompetenzkatalog en juridische toets bij EhvJ. Comité vd Regio’s gelijkberechtigd naast EP en klachtrecht bij EhvJ. Presidium bestaand uit troika, vz EP, vz EC.

CONV 81/02 C. Einem(NP O’rijk)

Over rol NP’en. Tegen Europese senaat voor versterking mogelijkheden NP’en om de inbreng van de ministers in de Raad

4 / 53

beter te controleren. Betere informatiepositie. Halfjaarlijks legt voorzitterschap verantwoording af in de NP’en plus informatieplicht. Overal co-decisie EP of anders unanimiteitsvereiste om NP’en invloed te geven.

CONV 82/02 J. Kiljunen, M. Vanhanen, E. Helle, R. Korhonen(NP’ers Finland)

Over rol NP’en: tegen Europese senaat, betere controle inbreng ministers. Praktisch gezien: vooral openbaarheid, termijnen, heldere procedures. De verdragen moeten de best practices m.b.t. parlementaire scrutiny mogelijk maken, maar niet algemeen voorschrijven. Meer betrokkenheid NP’en leidt tot soepeler implementatie later. Wel meer samenwerking (COSAC) en mechanisme om NP’en de subsidiariteitsvraag te laten beoordelen. Witboeken, groenboeken, initiatieven EC rechtstreeks naar de NP’en. Gemengde parlementaire comités per vakgebied (Raad), vooral JBZ en GBVB waar rol EP nog beperkt is. (Bijlage: uitleg Fins scrutiny-systeem)

CONV 83/02 R. Korhonen(plv NP Finland)

Over functioneren van de Raad. Voor behoud roterend voorzitterschap (gelijkwaardigheid LS’en, nut tijdelijk grotere Europese bewustwording), maar wel meerjarige werkprogramma’s opstellen. Betere ondersteuning door SG Raad.I.g.v. keuze voor groepsvoorzitterschap + kleinere commissie: zorgen dat elke LS aan bod komt tijdens die termijn.

CONV 84/02 A. Barrau(NP Fr)

Over rol NP’en: voorstel congres van EP (75 leden) en NP’en (28 LS’en x 8 leden) die zich halfjaarlijks (in Straatsburg) met de politieke lijnen bezig houdt, voorzitter Unie kiest, initiatiefrecht heeft, subsidiariteitstoets

CONV 86/02 A. Van Lancker(EP België)

Over een sociaal contract voor Europa: probleem sociaal beleid ondergeschikt aan interne markt, euro dwingt tot sterkere coördinatie sociaal economisch beleid. Charter opnemen in verdrag , sociale doelstellingen opnemen in Europese constitutie, EC moet programma voorleggen aan EP en Raad. Open coördinatiemethode opnemen in verdrag. Evt oprichting Europese Arbeidsraad, dialoog met middenveld

CONV 87/02 A. Tajani(EP Italië)

Italiaans stuk over JBZ-samenwerking en de handhaving van de fundamentele rechten.

CONV 88/02 P. Glotz (RV Du), P. Hain (RV VK), D. Hübner (RV Polen), R. McSharry (RV Ierland), P. Moscovici (RV Fr)

Geen fixatie bevoegdheden, wel categorieën van bevoegdheden, politieke toets subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel (rol NP’en), checks and balances, geen Europese senaat. 308 VEG ook om bevoegdheden terug te geven aan de LS’en?

CONV 94/02 F.G. Basile (plv NP Italie)

Over voortgaande integratie, naar een federaal model groeien, verdeling bevoegdheden. Meer bevoegdheden t.a.v. GBVB en JBZ., meer gedeelde bevoegdheden, steeds minder voorbehouden aan de lidstaten. Juridische subsidiariteittoets 308 VEG heeft nut.

CONV 95/02 P. Kreizberg, T. Kelam(NP’ers Estland)

Over rol NP’en: burger heeft meer voeling met nationale parlementen, parlementen moeten europadebat organiseren, de inbreng van ministers in de Raad controleren, meer samenwerking tussen de parlementen (joint sessions). Europese Senaat liever niet.

CONV 102/02 M. Attalides(RV Cyprus)

m.b.t. algemene positie Cyprus: voorstander communautaire methode, bevoegdheden niet fixeren. Volgens Eurobarometer wil de burger meer Europese samenwerking bij buitenlandse beleid en veiligheidsbeleid, bestrijding georganiseerde criminaliteit, milieubescherming, monetair beleid en research. In de Raad functioneren de democratische gekozen regeringen, hooguit meer transparantie en andere stemmenweging. Bij hervorming balans met de instellingen en de andere lidstaten bewaren. Uitbreiding co-decisie. Liever geen Europese senaat, meer scrutiny door de NP'en. JBZ verder communautariseren.

CONV 107/02 J. Wuermeling(plv EP Du)

Verwijst naar rapport Lamassoure m.b.t. herstructurering bevoegdheden, vooral kijken naar betere subsidiariteittoets niet teveel details regelen, decentraal uitwerken. Bevoegdheden

5 / 53

eenvoudiger aanpassen zonder te ratificeren verdragen.CONV 113/02 P.C. Ioakimidis

(plv RV Griekenland)Lijvig stuk over bevoegdheden, niet fixeren, wel duidelijker. Alleen onderscheid exclusieve en gedeelde bevoegdheden. Vnl. gedeelde bevoegdheden. EU moet sui generis constructie blijven. Europese aanpak bij grensoverschrijdende effecten, nationaal om diversiteit te ondersteunen, maar wel loyaal aan EU. Subsidiariteitstoets, maar ook solidariteitstoets. Flexibiliteit behouden, één pijler, behoud communautaire methode. Primair lidstaten: nationaliteit, cultuur, onderwijs, sociale zekerheid, bestuur. Naar EU: belastingen, milieu, werkgelegenheid, JBZ, GBVB. GBVB geleidelijk communautariseren, EU rechtspersoonlijkheid geven, meer democratische controle en QMV. Hoge vertegenwoordiger belangrijker. Petersbergtaken associëren met diplomatieke activiteiten EU. JBZ, meer beleidscoördinatie,.Vereenvoudiging verdragen (minder instrumenten, vaker richtlijnen, proportionaliteit), betere democratische legitimatie, versterking autoriteit EC (gekozen vz) versterking EP, meer co-decisie, Europese partijen. Één electoraal systeem, wetgevende en uitvoerende rol Raad scheiden, wetgevende bijeenkomsten Raad openbaar, documenten toegankelijker, geen Europese senaat, meer samenwerking, betere scrutiny, hervorming COSAC, geen subsidiariteitstoets bij de (behoudende) NP’en, roterend voorzitterschap Raad problematisch (opties teamvoorzitter, gekozen voorzitter, benoeming vz door Raad, SG Raad voorzitter), GBVB geleidelijk communautariseren, hoge vertegenwoordiger bij EC (evt. eerst “tandem”met EC), externe vertegenwoordiger bij internationale organisaties, voor constitutioneel verdrag, incorporatie charter

CONV 115/02 J. Kavan(RV Tsjechië)

Over JBZ-samenwerking (meer communautarisering) en incorporatie van het charter

CONV 118/02 R. Bösch(NP O’rijk)

Over JBZ-samenwerking (tegen verdere communautarisering en behoud unanimiteitsvereiste, geen operationele rol Europol, opzetten multinationale grensbewakingeenheid)

CONV 119/02 G. Kurzmann(plv NP O’rijk)

Over rol NP’en.: parlementen moeten de ministers aan een mandaat binden (tekst Oostenrijks art. 23e B-VG opgenomen in tekst), Raad in wetgevende hoedanigheid: Europaminister+vakminister, openbare zittingen (om naleving mandaat te controleren), EP meer co-decisie.

CONV 123/02 L. Dini(NP Italië)

Over subsidiariteit: uitgangspunten in de lidstaten de minimale staat (het individu zo min mogelijk beperken) en de decentrale staat (zo dicht mogelijk bij de burger). Classificatie bevoegdheden en hierarchie van normen. Verwijzing naar resolutie EP (2001/2004(INI), rapport Lamassoure) exclusieve, gedeelde, aanvullende bevoegdheden, 308 VEG, subsidiariteitstoets bij COSAC en uiteindelijk juridische toets.

Document Auteur HoofdpuntenCONV 127 G. Jacobs (Waarnemer

namens de Europese sociale partners)

Bijdrage UNICE: -verwachtingen: een bedrijfsvriendelijke EU, waarbinnen het proces van economische integratie een spilfunctie vervult.-Aanbevelingen: Een verduidelijking van de bevoegdhedenverdeling en besluitvormingsprocedures, geconsolideerd in 1 verdrag.-Vergroten van efficiëntie en transparantie van EU-instellingen met behoud van de communautaire methode. QMV: regel ipv uitzondering.-vereenvoudiging van wetgeving en regels met meer gebruik van co-regulering en zelfregulering. -Beter onderscheid tussen raadpleging van civiele samenleving en de sociale dialoog.

CONV 133 L. Hjelm-Wallen (RV Zw.)

Openheid: Binnen de EU is meer openheid en transparantie noodzakelijk. Concrete voorstellen zijn o.a. openheid van de Raadsvergaderingen,

6 / 53

uitbreiding van het recht op toegang tot EU-documenten, (wettelijke) versteviging van vrijheid van meningsuiting voor EU-personeel en meer streven naar goed administratief bestuur in de EU.

CONV 150 J. Cushnahan (plv EP Ierl.)

EU kustwacht: Voorstel tot het instellen van een Europese kustwacht teneinde de angsten van de Europese burgers wat betreft de illegale immigratie over zee, vervuilingsrampen op zee en maritieme onveiligheid weg te nemen. Een kustwacht zal de burger dichter bij de Unie brengen, omdat het een “zichtbare” ontwikkeling betreft.

CONV 152 K. de Gucht (NP Belg)A. Duff (EP VK)

Subnationale autoriteiten en regio’s: Verzoek tot instellen van een werkgroep met als mandaat: hoe de subnationale autoriteiten en met name de regio’s met wetgevende bevoegdheden beter bij de Europese processen te betrekken

CONV 153 A. Severin (plv NP Roemenië)

JBZ: Doel is meer supranationalisme in de derde pijler en de EU dichter bij de burger brengen. Voorstellen daartoe:-grondwettelijk vastleggen van fundamentele rechten en vrijheden EU-burger (ook sociale solidariteit en culturele diversiteit): Handvest opnemen in verdrag; toetreden tot EVRM; Hof in Straatsburg opnemen in EU-architectuur en zustergerechtshoven opzetten in regio’s/landen; Constitutioneel Hof invoeren.-Meer veiligheid: in leven roepen van Europees crimineel Hof (+”Criminal Code”); Europese aanklager; gezamenlijk systeem van opsporing, vervolging, etc.; Europol operationeel maken.-Migratie: gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid, dat bovendien moet worden geïntegreerd in het GBVB; gemeenschappelijk onderwijsbeleid

CONV 157 J. Santer (RV Lux) namens de Raad van Europa

Raad van Europa: De expertise en ervaringen van de RvE kunnen en moeten gebruikt worden in de Unie van de toekomst. De RvE kan een bijdrage leveren voor:-het toetreden van de Unie tot het EVRM -het ontwikkelen van de Unie mede op basis van de instrumenten en instituties die binnen de RvE bestaan (ook van mogelijk belang binnen uitbreidingsproces)-het aanpakken van pan-europese problemen: bijv. terrorisme, georganiseerde misdaad, mensenrechten, etc.-het vervullen van een kaderfunctie binnen het Europees buitenlands beleid (m.n. in relatie tot niet EU-lidstaten, maar wel RvE-leden).

CONV 160 M. Berger (plv EP O’rijk)

Rechtsinstrumenten: een dringende hervorming van de rechtsinstrumenten is nodig: minder instrumenten en met een meer duidelijke opdracht en reikwijdte. Een gezamenlijk instrumentarium moet worden opgezet voor alle drie pijlers.-Alle wetgevende besluiten van de Raad moeten gekoppeld worden aan co-decisie. Binnen de co-decisie moet de samenwerking tussen de raad en het EP in een vroegere fase aanvangen.

CONV 176 F.G. Basile(plv NP It.)

JBZ: Op dit beleidsterrein ontbreekt zowel in de besluitvormingsprocedures als in de toepassingprocedure (implementatie) het democratisch gehalte en controle. Binnen het besluitvormingsproces worden 2 mogelijkheden tot vergroting van de democratische controle aangedragen: ofwel een volledige communautarisering van de derde pijler (ergo +co-decisie en samengaan met 1e pijler)) ofwel een aparte derde pijler behouden waarin de Cie exclusief initiatiefrecht heeft + verplichte en bindende consultatie van EP + besluit met QMV in Raad.Voor het democratiseren van de toepassingsprocedures moet de rol van Europol verder worden uitgebreid. Europol moet zijn periodiek verslag ook uitbrengen aan het EP (en het EP moet een eigen rapport ontvangen van het management team van Europol), daarnaast moet het EP een actieve rol krijgen in de benoeming van de Europol-directeur. (Eurojust zou zich moeten ontwikkelen tot een Europees publieke aanklager).

CONV 178 A. Duff (EP VK), A. Lamassoure (EP

Subsidiariteit en bevoegdheden: Tegen een rigide bevoegdhedencatalogus (lossere opsomming is akkoord, mits enkele

7 / 53

Fr), O.Duhamel (EP Fr), K. de Gucht (NP Belg), S. Kaufmann (EP Du), J. Zieleniec (NP Tsj).

basisprincipes in constitutionele tekst worden vastgelegd) en tegen het instellen van een nieuw orgaan voor toetsen van subsidiariteit. Het Hof voorziet namelijk in de benodigde juridische bevoegdheden voor een goede toets. Wellicht zou deze procedure bij het Hof open moeten staan voor meerdere Europese actoren en kan een rechterlijk bevel worden toegevoegd aan het instrumentarium van het hof inzake de subsidiariteittoets. -Artikel 308 moet behouden blijven: wel is gewenst dat het EP in de procedure betrokken wordt en dat de Cie de NP-en onder artikel 308 raadpleegt.

CONV 180 L. Dini (NP It) Buitenlands- en veiligheidsbeleid: Voorstellen tot een verbetering van de tweede pijler:-Hervorming binnen de NAVO is nodig opdat de EU een gelijke partner van de VS wordt-Invoeren van QMV (uitzondering militaire en defensie aangelegenheden)-HV en Commissaris samenvoegen tot 1 functie, maar met 2 mandaten (Cie en Raad)-één EU-zetel in alle internationale fora-invoeren van versterkte samenwerking in 2e pijler-Voor collectieve EU-defensie zijn goede richtlijnen en meer financiële middelen nodig.

CONV 182 R. van der Linden (NP Ned), W. van Eekelen (plv NP Ned.)

Rol NP: een voorbeeld van “good practice”: de oprichting van het Europees Bureau Eerste Kamer; relevantie van elektronische dossiervorming binnen de snelle en informatierijke ontwikkelingen in Europa.

CONV 183 K. de Gucht (NP Belg) Rol NP: Voorstel tot invoeren van de “alarm bel-procedure” teneinde de NP-en meer te betrekken bij Europa. De NP-en krijgen de kans de besluiten, genomen onder de co-decisieprocedure, te bezien in licht van subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel. Indien een meerderheid van de NP-en daarom vraagt kan in de EU een extra lezing plaatsvinden over het besluit. De extra lezing wordt ingesteld wanneer een simpele meerderheid van LS (en minimaal 50% van de EU-bevolking vertegenwoordigend) daarom expliciet vraagt. Het besluit moet na de extra lezing met een grotere meerderheid dan in eerste instantie het geval was worden aangenomen.

CONV 189 Meerdere socialistische leden

Sociaal Europa: Voorstellen voor een sociaal Europa (Europese Federatie van Staten): de EU moet een eigen sociaal model krijgen (o.a. rol sociale partners versterken); een gemeenschap vormen van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid; de individuele en collectieve rechten en vrijheden respecteren (o.a. Handvest in verdrag integreren) en zijn plaats in de globaliserende wereld veroveren (met 1 stem spreken, meer QMV in 2e pijler).-Tevens enkele institutionele wijzigingsvoorstellen, zoals bijv. sterke Cie, hervorming roulerend voorzitterschap, meer QMV in de Raad, grotere rol voor EP (instemmen met verdragswijzigingen, uitbreiding co-decisie).

CONV 190 S. Kaufmann (EP Du) Sociaal Europa: De EU moet een grondwet krijgen: gesplitst in twee delen. In het basisverdrag moet een (nieuwe) sociale Europese doelstelling worden opgenomen. Voor een sociaal Europa moet ook het Handvest opgenomen worden in het basisverdrag. -Verdrag moet een extra hoofdstuk/titel krijgen: sociaal economisch beleid. Op dit beleidsterrein is meer politieke coördinatie gewenst. -Voorts enkele voorstellen wat betreft Europees milieubeleid, financieel beleid, monetair beleid.

CONV 193 Raad van Europa Raad van Europa in toekomstige Unie: RvE moet zijn unieke positie binnen de EU behouden; Mogelijkerwijze is er een rol voor de RvE weggelegd als een actieve partner in de toetredingsonderhandelingen met de kandidaat-LS (op basis van ervaring en kennis); De Unie moet toetreden tot het EVRM en het Hof voor de rechten van de mens opnemen in de institutionele architectuur van de EU; De RvE verzoekt de Cie om Europees in te stemmen met de juridische instrumenten van de

8 / 53

RvE ofwel deze instrumenten op te nemen in het juridisch systeem van de EU.

CONV 194 P. Hamzik (NP Slow) Buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB): -Het GBVB dient verder geharmoniseerd en gecommunautariseerd te worden (o.a. meer QMV met uitzondering van militaire kwesties). -I.v.m. strijd tegen terrorisme meer samenwerking gewenst tussen buitenlandsbeleid en defensiebeleid: opzetten van gezamenlijke agentschappen; -meer coördinatie tussen HV en Commissaris externe betrekkingen met op de lange termijn samensmelting van de 2 functies.-NAVO dient primaire forum te blijven voor beleidscoördinatie tussen EU en VS.-Het EVDB functioneert nog niet afdoende, teneinde verbetering te realiseren moet het voorstel voor het schrijven van een Witboek inzake Europese Defensie worden gesteund.

CONV 195 Comité van de Regio’s Toekomst van de Unie: De belangrijkste verwachtingen van de Conventie:-constitutionele aanpak met Handvest geïntegreerd in grondwet.-bevoegdheidsverdeling verduidelijken. Handhaven van subsidiariteit- en evenredigheidsbeginsel, toevoegen van burgerbetrokkenheid als beginsel. Subsidiariteittoets moet worden uitgevoerd door CvR.-meer bevoegdheden en rechten moeten worden toegekend aan het CvR

CONV 202 C. Einem (NP O’rijk) Buitenlands- en Veiligheidsbeleid: -Voor een integratie van de HV in de Cie als vice-voorzitter “double hatting”.-Op lange termijn één EU-zetel in de internationale fora (VN, IMF)-EU moet eigen capaciteit voor zelfverdediging ontwikkelen. Noodzaak om tegengewicht aan VS te bieden.-Gezamenlijke structuren aanbrengen voor buitenlands- en veiligheidsbeleid en het veiligheids- en defensiebeleid.

CONV 207 I. Birzniece (plv NP Letl)

Nationale Conventie in Letland: uitleg van werkwijze en samenstelling van deze nationale conventie en verslag van de 1e vergadering.

CONV 208 C. Muscardini (EP It) Ombudsman: Voorstel tot instellen van een Europese Ombudsman in alle lidstaten, teneinde de EU dichter bij de burger te brengen.

CONV 213 E. Brok (EP Du), van der Linden (NP Ned), J. Santer (RV Lux)

Subsidiariteit: Voorstel voor het instellen van een nieuw orgaan voor de subsidiariteittoets: een juridische ex-post controle op wetgeving m.h.o.o. bevoegdheden, subsidiariteit en proportionaliteit. Instellen van een “bevoegdheden-kamer” bij het EHvJ. Beschrijving van gewenste procedure voor aanhangig maken van een kwestie bij het Hof.Juridische controle waarborgt onderscheid tussen Europese en nationale besluitvormingsprocedures en kan helpen de “grijze zone” binnen de bevoegdheidsverdeling te verduidelijken.

CONV 214 V. Andriukaitis (NP Litouwen)

Bevoegdhedenverdeling: De EU moet een constitutioneel verdrag krijgen zonder een catalogus van bevoegdheden Wel is een verduidelijking van bevoegdheden gewenst. -Analyse van voor- en nadelen van vastleggen exclusieve bevoegdheden. Vastleggen van de exclusieve bevoegdheden van de LS is ook niet gewenst: beperkt de handelingsvrijheid. -gedeelde bevoegdheden: adequaat toepassen van subsidiariteitbeginsel en proportionaliteitbeginsel moet volstaan. Mogelijkheid van instellen van een comité bestaande uit NP-ers. -Voorstander van introductie van de organische wet: superieur over alle acquis.

CONV 215 V. Andriukaitis (NP Litouwen)

Vereenvoudiging: Een constitutioneel verdrag is gewenst, ergo rechtspersoonlijkheid voor de EU. De pijlerstructuur dient te verdwijnen. Voor invoering van de “organische wet”.Constitutionele tekst moet bestaan uit:-gezamenlijke doelstellingen en normen/waarden-Rechten en vrijheden: Handvest, Europees burgerschap en principes van superieure EU-recht

9 / 53

-EU instituties-Besluitvormingsprocedures-EU bevoegdheden (EU handelt waar in verdrag is toegewezen)-Europees financieel raamwerk-Verdragswijzigingprocedures

CONV 220 V. Andriukaitis (NP Litouwen), D. Giedraitiene (plv NP Litouwen)

Rol NP: Analyse van enkele voorstellen tot vergroting rol NP. Voorstellen die gesteund mogen worden:-openbaarheid van de wetgevende vergaderingen van Raad. Betrekken van de NP-en bij/in bijeenkomsten van de Raad.-NP-en betrekken in vroege stadium van wetgeving door jaarlijks Cie-program in NP te bespreken: opinie formuleren.-Versterken COSAC: permanent secretariaat; Beleidsterrein waar EP geen bevoegdheden heeft (intergouvernementele) doorspelen aan COSAC teneinde legitimiteit van Raadsbesluit te waarborgen.

CONV 221 Södermann (Europese Ombudsman)

Ombudsman: Voorstellen tot verdragswijzigingen inzake grondrechten, hoofdstuk over mogelijke rechtsmiddelen voor EU-burger (o.a. petitierecht uitgewerkt) en samenwerking EU-Ombudsman en nationale ombudsmannen.

CONV 224 H. Farnleiter (RV O’rijk), G. Tusek (plv RV O’rijk)

GBVB: Teneinde een belangrijke “mondiale speler” te worden moet de EU op korte termijn enkele hervormingen doorvoeren:-EU minister van BZ = combinatie van HV en Commissaris Externe Betrekkingen met recht van initiatief. Institutioneel moet deze functie onder de Cie vallen.-Overal QMV invoeren; slechts 1 uitzondering: militaire aangelegenheden.-Externe vertegenwoordiging: vanuit meer coördinatie en overleg tussen EU-landen overgaan op homogene vertegenwoordiging in de internationale fora. -Ver-europeaniseren van ontwikkelingsbeleid van de LS en uiteindelijk komen tot een Europees ontwikkelingsbeleid.

CONV 232 C. Einem (NP O’rijk), M. Berger (plv EP O’rijk)

Sociaal Europa: Teneinde de EU dichter bij de burger te brengen, moet het een meer sociaal gezicht krijgen. Twee zwaartepunten moeten zijn: economisch beleid met als doelstelling volledige werkgelegenheid en het aanpassen van de doelstellingen van de ECB (volledige ondersteuning van eerste zwaartepunt)

CONV 234 A. Duff (EP VK) Grondwet: Modelgrondwet voor een federale Unie:-samenvoeging van de pijlers, maar veiligheids- en defensiebeleid onder controle van de Raad.-Twee protocollen aan grondwet: Handvest en wederzijdse defensiegarantie.-introductie van “organische wet” = hoogste wet voor quasi-constitutionele aangelegenheden die de institutionele balans van de EU betreffen (o.a. voor financiële systeem en co-decisie).-Grondwet wordt aangevuld met 1 verdrag waarin wordt ingegaan op de verschillende beleidsterreinen. Dit verdrag krijgt een lichtere wijzigingsprocedure dan de grondwet.-Twee nieuwe EU-instituties: Congres (bestaande uit evenveel NP-ers als MEP’s, die de voorzitter van de Cie kiezen en/of afzetten) & Conventie (constituante; samenstelling blijft gelijk)-EP plafonnering van 700 zetels; Raad besluit (zoveel mogelijk) bij QMV (=meerderheid LS en bevolkings%); Cie bestaat uit voorzitter, vice-voorzitter (HV) en 13 leden

CONV 235 A. Lamassoure (EP Fr)

Toekomstvisie: Vier mogelijke modellen voor de EU:-Confederatie: Europese Raad (ER) hoogste politieke autoriteit; uitvoerende functie in een permanente formatie van de ER (fulltime). Model voldoet niet aan de behoeften van de huidige EU.-Federatie: Hoogste autoriteit is Europese president; Tweekamerstelsel: “burger-kamer” en “staten-kamer”. Cie verdwijnt. Echte federatie is op het moment niet aan te bevelen.-Combinatie federatie/confederatie: verschil aanbrengen tussen intern

10 / 53

EU-beleid (Cie) en extern EU-beleid (Raad). Nadeel is onstabiliteit en onderlinge rivaliteit. Mogelijkheid op lange termijn.-Communautaire model: een verbeterde communautaire methode waarbij EU kern gevormd wordt door 1 persoon (de uitvoerende macht). Persoon dient gekozen te worden door Raad en EP tezamen. Hij/zij stelt vervolgens naar eigen inzicht het ‘regeringsteam’ samen (omvang, nationaliteit, etc.). Een belangrijke taak van deze “Mister Europe” moet zijn het vinden van de balans tussen subsidiariteit en communautarisering: hij dient de motor van het integratieproces te worden. Voor een Unie van 27 LS is dit verbeterde communautaire model het enige effectieve model: de enige optie.

CONV 238 H. Farnleiter (RV O’rijk)

JBZ: Asielbeleid: voor communautarisering = harmonisatie van asielwetgeving en wederzijdse erkenning van asielproceduresRechtsgeldige migratie: Geleidelijke communautarisering;Illegale migratie: geleidelijke communautarisering (lange termijn EU-grenspolitie). Politiële samenwerking: geleidelijke communautarisering.In ruil voor communautarisering op deze terreinen het recht van initiatief voor de LS en een nieuwe stemprocedure: dubbele meerderheid (meerderheid LS en EU-bevolking).

CONV 239 F.G. Basile (plv NP It) Rol NP: Teneinde de rol van NP-en te vergroten moet de institutionele architectuur van Unie worden aangepast: -De Cie moet de NP-en zoveel mogelijk informatie verstrekken (wit-, groenboeken, etc.) en het jaarprogram van de Cie moet dienen als basis voor breder institutioneel debat in NP.-gestarte hervormingsproces van de Raad in Sevilla moet voortgezet worden. De wetgevende en uitvoerende macht van de Raad moeten gescheiden worden.-Conventie moet zich buigen over verbetering samenwerking EP-NP; Voorstel instellen van een gezamenlijk subsidiariteitcomité bestaande uit evenveel MEP’s en NP-ers. Comité moet op elk moment van wetgevingsprocedure een opinie kunnen indienen bij EHvJ dat verplicht wordt daar rekening mee te houden.

CONV 240 H. Puwak (RV Roemenië)

JBZ: Roemenië staat zoveel mogelijk integratie voor op terrein van JBZ. Enkele voorstellen zijn:-opname van de derde pijler-beleid in zowel de eerste als tweede pijler-Grotere rol en meer bevoegdheden voor Europol en Eurojust (communautarisering), de Europese aanklager en het arrestatiebevel: dit alles moet in dienst worden gesteld van de in te stellen Europese grenspolitie.-Meer co-decisie op JBZ-terrein

CONV 241 H. Farnleiter (RV O’rijk), R. Bösch (NP O’rijk)

Subsidiariteit: -Verduidelijking van bevoegdhedenverdeling zal toepassing van het subsidiariteitsbeginsel vergemakkelijken (voorstellen tot verduidelijking: categoriseren van bevoegdheden: welke actie mag wie ondernemen en waar ligt de grens? /Waar geschikt/gewenst invoeren van verbod op Europese harmonisatie/ Gebruik van juridische instrumenten tot minimum beperken voor bereiken doelstelling/ Verduidelijken van de reikwijdte art. 95 en 308)-Betere omschrijving van subsidiariteitsbeginsel. Nieuw criteria moet zijn het uitleggen van de voordelen voor de Europese burger; In het verdrag dient een verwijzing te komen naar het Protocol van A’dam-NP-en dienen mogelijkheid te krijgen het wetgevingsproces in een vroeg stadium te beïnvloeden Voorstel: “juridisch mechanisme” = in periode tussen formele wetsvoorstel en openbaarmaking daarvan kunnen NP-en, Comité v/d regio’s en regio’s met wetgevende macht een procedure aanhangig maken bij EHvJ voor subsidiariteittoets (art. 5, lid 3). Geen beroepsmogelijkheid tegen uitspraak van Hof.

CONV 245 L. Dini (NP It) Vereenvoudiging: Voorstellen ter vereenvoudiging en rationalisering van de besluitvormingsprocedures:

11 / 53

-afschaffen van de coöperatie procedure; co-decisie als enige wetgevingsprocedure (tevens bij begrotingsprocedure).-introduceren van de “wetgevende wet” waardoor beter onderscheid wel/geen administratieve maatregel en de hoeveelheid “Brusselse wetgeving” zal afnemen.-QMV als regel invoeren (met co-decisie EP): grondwettelijk vastleggen. Vereenvoudiging van QMV-stemprocedure (voorstel: alleen meerderheid LS en bevolkings%).

CONV 255 H. Haenel (NP Fr) Rol NP/EP: Teneinde de complementaire relatie tussen de NP-en en het EP te vergroten dienen de NP-en de subsidiariteittoets uit te voeren en het EP zich te richten op de Europese wetgeving.-Voor het oprichten van een federatie van natiestaten is tevens van belang dat de voorzitter van de Cie wordt verkozen. Voorstel is het bijeenroepen van een Europees Congres, bestaande voor 1/3 uit MEP’s en 2/3 NP-ers, die de Voorzitter kiezen en aan welke de voorzitter eens per jaar verantwoording dient af te leggen.

CONV 261 J. Oleksy (NP Polen) Vereenvoudiging: Voorstel tot opstellen van een catalogus van Europese instrumenten per pijler. Het samengaan van de instrumenten uit de eerste en derde pijler is (nog) niet gewenst.-Besluitvormingsprocedures moeten zoveel mogelijk beperkt worden tot co-decisie en QMV-exclusief initiatiefrecht van de Cie in eerste pijler moet doorbroken worden door het tevens geven van dit recht aan een groep (minimaal 3) LS.

CONV 263 P. Inglott (RV Malta), J. Inguanez (plv RV Malta)

Vereenvoudiging: besluitvormingsprocedures beperken tot co-decisie, consultatie en beperkte instemmingsprocedure. Voorstel tot wijziging co-decisieprocedure waardoor procedure maximaal 38 weken duurt.

CONV 264 O. Duhamel (EP Fr) Publieke omroep: in de Europese grondwet moet verwijzing worden opgenomen naar vrijheid van meningsuiting en pluralisme in de media-wereld teneinde de fundamentele waarden van de Unie te waarborgen. Derhalve moet Handvest (art. 11) integraal in grondwet worden opgenomen, alsmede het Subsidiariteitprotocol van A’dam.

CONV 266 D. Heathcoat-Amory (NP VK)

Verdragsherziening: Concrete verdragswijzigingen:-bevoegdheden in het verdrag omschreven per beleidssector ipv functie/doelstelling. Niet vermelde bevoegdheden behoren tot de LS-NP-en recht van initiatief voor wetgevende voorstellen. Ergo: subsidiariteittoets door NP. Cie wordt slechts “secretariaat” i.s.m. EP.-Instellen van slechts drie juridische instrumenten: direct werkende wetten, (framework-) richtlijnen en aanbevelingen-Alle raadsvergaderingen dienen openbaar te zijn -De omvang van het acquis dient radicaal verminderd te worden

CONV 275 N. MacCormick (plv EP VK)

Subsidiariteit: voorstel tot aanvulling van art. 7 met een nieuwe paragraaf waarin wordt gesteld dat een regering bij implementatie van een Europese maatregel rekening mag houden met lokale omstandigheden en “gezond verstand”. Teneinde het burgerlijk ongenoegen over het verlies van het lokale handelen tegen te gaan.

CONV 276 J. Bonde (EP DK) Subsidiariteit en de rol van NP: voor een daadwerkelijke Europese democratie dienen de drie beginselen van art. 5 (legaliteit-, subsidiariteit- en proportionaliteitsprincipe) meer serieus te worden genomen.-Absolute recht van initiatief van de Cie moet gecontroleerd worden door de NP-en en de regionale parlementen (met wetgevende bevoegdheid). Een nieuwe Europese instelling is geen optie. Voorstel: NP-en besluiten over de juridische grondslag voor gemeenschapswetten. Instellen van gespecialiseerde comités bestaande uit NP-ers die inhoudelijk de voorstellen analyseren. Procedure deel uit laten maken van het jaarlijks wetgevende program. Overige voorstellen ter vereenvoudiging en democratisering:-aanstellen van een Europese afgevaardigde per NP: voor coördinatie met Europese Commissie. -NP krijgt veto over cruciaal bindend gemeenschapsrecht

12 / 53

-Besluitvormingsprocedures terug brengen tot: gemeenschappelijke wetten en coördinatie

Document Auteur HoofdpuntenCONV 277/02 Mr. J.P. Bonde

(EP DK)Toekomst Unie: In dit boek (109 pagina’s) beschrijft de auteur twee mogelijke toekomstopties van de Unie: “een democratische EU” (federatie) of “een Europa van democratieën” (internationale overeenkomst tussen soevereine staten: Eurorealist-model).Boodschap van het boek is: “Let the peoples decide”. De burgers moeten besluiten in welke vorm de toekomstige EU gegoten moet worden. De eerste belangrijke stap daartoe is de bevindingen van de Conventie in alle lidstaten aan een referendum onderhevig te maken. Voorts moeten de Europese burgers middels referenda tevens een keuze maken tussen de verschillende Europese modellen. In het boek wordt een overgrote meerderheid van Conventieonderwerpen besproken: van de mogelijkheid van een gekozen president tot de bevoegdhedenafbakening, versterkte samenwerking, defensie, JBZ, etc. Tenslotte bevat het boek een hoofdstuk inzake de samenstelling en werking van de Conventie.

CONV 278/02 Earl of Stockton (plv EP VK)

Toekomst Unie: Bijdrage van groep Britse Conservatieven met voorstellen inzake de Europese toekomst. Boodschap is dat het VK niet aan de zijlijn moet blijven staan. Tegen een Europese federatie: lidstaat moet dominant in EU blijven.-“Declaration of Principles”: verklaring (geen grondwet) met basisbeginselen, doelstellingen EU die opgenomen moet worden in het verdrag. Versimpeld verdrag splitsen in 2 delen, beide delen veranderen met unanimiteit.-Geen bevoegdhedencatalogus: wel vastleggen dat EU alleen exclusieve/gedeelde bevoegdheid heeft als in verdrag staat.-Meer openheid in wetgevende Raadsprocedure (vergaderingen en stemmingen openbaar maken). -Raad van NP-en instellen: toetsen van iedere wetgeving en advies uitbrengen voor Raadsbesluit, hoofdzakelijk subsidiariteittoets. Mag advies vragen aan EHvJ. Op nationaal niveau moet regering tevens NP meer betrekken bij EU-beleid.-Voorzitterschap Raad: ER wijst president Raad aan voor x aantal jaren. President stelt een team (troika) aan voor 1 jaar bestaande uit 1 afgevaardigde grote lidstaat en 2 uit kleine lidstaten. Ook functie van externe vertegenwoordiging Raad. -Cie: Elke lidstaat 1 lid, maar onderscheid senior-junior Commissarissen. Grote lidstaat altijd senior-lid.-EP: betrokken worden bij keuze Raadspresident/ meer co-decisie.

CONV 279/02 J. Wuermeling (plv EP Du)

Initiatiefrecht Cie: Het exclusief initiatiefrecht van de Cie dient aan een kritische analyse te worden onderworpen. Teneinde de institutionele balans te waarborgen alsmede het democratisch gehalte van de EU, moeten de volgende wijzigingen worden doorgevoerd:-Het EP en de Raad (niet de lidstaten) dienen een algemeen initiatiefrecht te krijgen.-Dit recht moet tenminste gelden voor a) het veranderen van reeds bestaand recht en b) beleid onderhevig aan de co-decisieprocedure. Betrokkenheid van de Cie kan daarbij in elke fase gewaarborgd worden.-Indien de visie in de Raad afwijkt van het Cie-voorstel, geldt in de huidige situatie het unanimiteitsvereiste, daarvan moet in de toekomst worden afgezien. Ook moet de mogelijkheid tot het terugzenden van een voorstel op elk moment aan de Cie worden opgeheven.

CONV 280/02 Ms M. Fogler (plv NP Polen)Mr. E. Wittbrodt

Vereenvoudiging: voorstellen betreffende wetgevende procedures: -Afschaffen unanimiteitsvereiste in Raad binnen de co-decisieprocedure. Samenwerkingsprocedure vervangen door co-decisieprocedure. De huidige

13 / 53

(NP Polen) negen procedureopties worden teruggebracht tot zeven.-Binnen de co-decisieprocedure de fase met het adviescomité afschaffen (Cie al bij de 1e lezing betrekken; tijdsduur inkorten tot maximaal 4 maanden)-Zo veel mogelijk unanimiteitsvereiste in Raad vervangen door QMV met tevens een uitbreiding van co-decisie.-Begrotingsprocedure: afschaffen van onderscheid verplichte/niet-verplichte uitgaven m.b.t. zeggenschap EP.

CONV 291/02 D. Heathcoat-Amory (NP VK)

Toekomst Unie: Voorstellen verdragswijzigingen:-De bevoegdheden van de Unie moeten in het verdrag per beleidsterrein worden beschreven. Een nieuw artikel 308: aan een tijdslimiet gebonden bevoegdheden. Artikel in verdrag dat niet-genoemde bevoegdheden aan lidstaten toebehoren.-NP-en krijgen initiatiefrecht voor gezamenlijke acties: Cie wordt secretariaat. EP krijgt vetorecht over de voorstellen, maar finale woord is aan de NP-en. Hierdoor voeren NP-en de subsidiariteittoets voor de wetgevende fase (ex-ante politieke toets ipv ex-post juridisch) -Rechtsinstrumenten terugbrengen tot 3: direct werkende (QMV), raamwerkrichtlijnen en aanbevelingen.-Raadsvergaderingen moeten in openbaar plaatsvinden en de stemmingen moeten bekend worden gemaakt/ Acquis inperken/ Geen fondsen voor lobbygroepen of campagnes.Conventie moet vermijden in een onderhandelingsproces te verzanden tussen de gevestigde belangen en de bestaande instituties.

CONV 298/02 N. MacCormick(plv EP VK)

Rol regio’s: Principe van zelfbeschikking moet bepalend worden in de EU (lidstaat worden van binnenuit ipv van buitenaf; genoemd voorbeeld: Schotland). Voorstellen: nieuwe verdeelsleutel in EP(ook regio’s); Comité van de regio’s ook vertegenwoordigers opnemen van grensoverschrijdende regio’s; Regio’s moeten recht krijgen naar Hof te stappen; Parlementen van zelfbesturende gebieden moeten meer betrokken worden bij EU (o.a. in COSAC); In wetgevende vergaderingen van de Raad moeten lidstaten vertegenwoordigd kunnen worden door ‘regionale’ ministers; Cie moet in consultatieperiode voor wetgeving overleggen met alle wetgevende autoriteiten in de Unie.Algemeen: grondwet met handvest als bouwsteen; Raad omvormen tot tweede (naast EP + meer co-decisie) wetgevende kamer (QMV als regel), de Cie alleen uitvoerende macht.

CONV 301/02 Mr. L. Dini (NP It)

Europese Defensie: De Unie en de NAVO moeten zowel naast elkaar als samen werken. De Unie moet zelfstandig kunnen optreden, maar ook complementair aan de NAVO zijn. Twee doelstellingen: binnen de Atlantische alliantie moet gestreefd worden naar cohesie & buiten de Alliantie naar een zelfstandig opererende EU. Hiervoor is het niet nodig de verdragsartikelen inzake de Petersberg-taken te herzien. Het is wel gewenst het Europees veiligheids- en defensiebeleid in het bredere raamwerk van de Europese externe betrekkingen te integreren (o.a. formaliseren van EU-Defensieraad). De EU mist de procedures voor het juiste gebruik van de materialen.Voorstellen ter realisatie bovengenoemde:-versterkte samenwerking invoeren op gebied van defensie-Wederzijdse verdedigingsclausule opnemen (art. 5 WEU) in een protocol. Opt-in voor landen die niet lid van de WEU of NAVO zijn. -Europees agentschap oprichten voor o.a. R&D, productie en aankoop van materiaal. Als startpunt kunnen OCCAR en LOI functioneren. Opt-in mechanisme instellen mbv versterkte samenwerkingmechanisme. -Convergentie van Europese nationale militaire structuren (bezien binnen NAVO-context).-Opstellen van een Europees witboek voor defensie.

CONV 308 L. Michel(RV België) enP. Chevalier(plv RV België)

Subsidiariteit en rol NP: Voorstel voor een onafhankelijk arbitrair college teneinde wetgeving te toetsen aan subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel. De auteurs zijn het niet eens met de conclusies van de werkgroep subsidiariteit om de NP-en te betrekken bij de toetsing. Een onafhankelijk

14 / 53

college moet worden samengesteld (uit bijvoorbeeld “onafhankelijke” oud-politici en rechters die een afspiegeling vormen van de Unie en de lidstaten). Op verzoek van de Raad of het EP kan dit college toetsen of een wetsvoorstel aan het subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel voldoet. Het advies zal vervolgens zijn dat ofwel voldoet aan beginselen of niet. Het voorstel kan een tweede maal aan het college worden voorgelegd: vlak voor de uiteindelijke stemming. Beide adviezen van het college dienen aan de NP-en te worden gezonden zodat deze op nationaal niveau tijdig kunnen ingrijpen (t.a.v. Minister in de Raad). De juridische controle ex-post moet gehandhaafd worden.

CONV 315 A. Lamassoure(EP Fr)

Externe Betrekkingen: Dit document bevat een beginselverklaring van het externe Europese beleid. Indien de Unie een bevoegdheid krijgt op het gebied van de buitenlandse politiek dienen de doelstellingen en principes daarvan duidelijk te worden vastgelegd. Deze verklaring moet ofwel in de vorm van een verklaring aan het constitutionele verdrag worden gehecht ofwel bijgevoegd als preambule. De verklaring moet drie verplichtingen/ beloften bevatten: vrede waarborgen, onafhankelijkheid (in een multipolaire wereld) en stabiliteit (o.a. democratie).

CONV 317 R. Badinter(plv NP Fr)

Grondwet: Ontwerp-grondwet voor de EU. Uitgangspunt is de dubbele soevereiniteit in de EU: de lidstaten en de burgers. De Unie is een federatie van staten. Concrete voorstellen:-ER moest als kerntaak zien het uitzetten van de brede beleidslijnen -instellen van een Europese president (ter vervanging roulerend voorzitterschap en bevordering van internationale vertegenwoordiging). Op voordracht van de ER en met goedkeuring van EP, maar slechts een symbolische functie (geen uitvoerende macht). -Een permanente Raad van Ministers: elk land 1 fulltime afgevaardigde. Deze Raad neemt alle besluiten (dubbele QMV: meerderheid lidstaten en bevolking) teneinde de richtsnoeren van de ER ten uitvoer te brengen. -Bestuur van de EU bestaat uit de permanente Raad en de EC. Beiden moeten onder toezicht staan van een Europese Minister President (voordracht ER en goedkeuring EP). Vice-MP’s kan hij kiezen uit de EC. De EC moet toezien op het goed bestuur van de EU en uit minder leden dan lidstaten bestaan. -Overig: recht van initiatief voor het EP; Opname van Handvest in EU-grondwet; Opheffen pilaarstructuur; Lijst exclusieve bevoegdheden Unie en lidstaten, aanvullende en exclusieve Uniebevoegdheden vastleggen in organische wetten; Een vaste Raad van NP-ers: elk voorstel (aan het EP) moet onderzocht worden of het past binnen de bevoegdhedenverdeling van de EU. Deze raad mag naar het Hof stappen; Concept van versterkte samenwerking is belangrijk instrument voor ontwikkeling van EU.

CONV 318 Mr. Seppanen(plv EP Finland)

Democratie/waarden: Discussie over wat democratie is en in hoeverre de Unie een democratisch geheel is/ zal worden. Ontbreken enkele democratische elementen, bijvoorbeeld: intergouvernementele methode is meer democratisch dan communautaire methode; EP en Conventie hebben geen taal-democratie.Gemis in de Conventie is een werkgroep voor definiëren van waarden en de implicaties van deze waarden in EU. Indien gezamenlijke constitutionele waarden voor de EU worden vastgelegd in een grondwet, moet geen “inhoud” daaraan gegeven worden, aangezien deze onbekend is.

CONV 319 M.O. Duhamel(EP Fr) enP. Beres(plv EP Fr)

Verdrag/ sociaal EU: Voorstel tot invoer van een nieuwe titel in het verdrag betreffende het Europees recht van diensten: diensten van algemeen economisch belang (m.h.o.o. interne markt). De gemeenschap zal de bevoegdheid krijgen te bepalen/ definiëren welke Europese universele diensten niet onderworpen worden aan het gemeenschapsrecht inzake concurrentie en overheidssteun. Dit is ten behoeve van de ontwikkeling van een sociaal Europa.

CONV 320 P. Lequiller (NP Fr)

Europese president: twee opties voor het instellen van een Europese president:1) Een gecombineerd presidentschap van de Raad en de EC. President

15 / 53

vertegenwoordigt de EU zowel in de externe als interne betrekkingen. Hij wordt gekozen door de ER (dubbele meerderheid: aantal lidstaten en % bevolking) en aangesteld door het Congres (bestaande uit 1/3 MEP en 2/3 NP-ers).

2) Verschillende presidentschappen voor Raad en EC. De President van Europa zal worden aangesteld zoals bij optie 1 beschreven en de EU vertegenwoordigen in de externe relaties. De president van de EC zal worden gekozen door de ER en aangesteld door het EP.

CONV 321 Groep NP-ers, EP-ers en leden van Comité van de Regio’s

Regio’s met wetgevende bevoegdheden: -Bij toepassing van het subsidiariteitsbeginsel moet rekening gehouden worden met regio’s met wetgevende bevoegdheden-Meer participatie in het besluitvormingsproces, o.a. afgevaardigde in Raad wanneer agendapunt de regio’s betreft en consultatie van de regio’s.-Mogelijkheid tot ‘scrutiny’ van EU-wetgeving voor deze regio’s-Mogelijkheid tot indienen van beroep bij Hof betreffende regio-aangelegenheden-Mandaat van Comité van de Regio’s een verdragrechtelijke basis geven.-Conventie moet zich verdiepen in de rol van de regio’s (opzetten van een WG).

CONV 323 Economisch en Sociaal Comité (Waarnemers)

Resolutie Toekomst van de EU: -Institutionele structuur: verduidelijking van de bevoegdhedenverdeling en verantwoordelijkheden van de instellingen; Streven naar verbetering van sociale en economische cohesie; Handvest is hoeksteen nieuw verdrag; Met één stem spreken op wereldtoneel; Meer Uniebevoegdheid inzake JBZ (m.n. gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid); Uitwerken rol van de sociale partners in EU-Economisch bestuur: coördinatie van economisch beleid; Verplichte raadgeving Comité bij opstellen economische richtsnoeren; Volledige werkgelegenheid officiële doelstelling in Verdrag; Rechtsgrondslag voor open coördinatiemethode (belangrijk instrument voor economische en sociale cohesie); Nieuw financieringssysteem EU (eigen middelen versterken).

CONV 325 E. Brok (EP Du; EVP)

Grondwet: Ontwerpgrondwet (EVP) NB: veel overname van ideeën Lamasourre-paper betreffende bevoegdhedenverdeling-Deel I: Handvest van de Grondrechten (54 artikelen)-Deel II: beginselen van de Unie: Basis van een grondwet; Doelstellingen en taken van de EU (interne markt, EMU, GBVB, JBZ en taken overnemen uit EURATOM-verdrag): beschrijving bevoegdheden, opsomming exclusieve EU-bevoegdheden (GBVB), gedeelde bevoegdheden (organisatie agrarische markten, GVB), aanvullende bevoegdheden; Subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel; Flexibiliteitartikel (72); Instrumentarium EU (6). -Deel III: Organisatie van de Unie:EP: Vanaf 2009 ledenaantal terugbrengen naar 700; Directe Europese verkiezingen en Europese partijen.Raad: Voorzitterschap roulerend elke 6 maanden, Raad mag unaniem tot verlenging daarvan besluiten of met QMV tot gedeeld voorzitterschap van drie landen voor 18 maanden; Bij QMV is 50 % van bevolking nodig; ER geen verandering.EC: Elke lidstaat een afgevaardigde (aantal veranderen door unanieme Raad en instemming van EP); Voorzitter gekozen door Raad of door EP (2 opties); Vice-voorzitter EC wordt HV; Externe vertegenwoordiging EU door ECHof: NP-en, Comité van Regio’s en ECOSOC recht om ex-ante subsidiariteittoets te laten uitvoeren.Overig: Versimpeling van co-decisieprocedure; meer eigen middelen EU; EP gehele “budgetrecht”.-Deel IV: Versterkte samenwerking: geen belemmering voor 2e pijler.-Deel V: Algemene provisies: amendering van Constitutie geschiedt door een Constitutionele Conventie (formaliseren Conv-methode), de daar aangenomen wijziging moet door een IGC worden bevestigd.-Annex: Protocollen betreffende Uniebeleid

16 / 53

CONV 326 A. Duff(EP VK)

Gedragscode NP-ers: Ter vervanging van het Amsterdamse protocol betreffende de rol NP-en. -Primaire rol NP is controle (‘scrutiny’) van de eigen regering.-EC dient alle wetsvoorstellen en andersoortige communicatie aan de NP-en te sturen met een Memorie van toelichting, de NP-en mogen binnen 6 weken een beargumenteerd advies aan de EC sturen (in strijd met subsidiartiteits- en/of evenredigheidsbeginsel), indien meer dan 1/3 van de NP-en gebruikt maakt van dit recht moet de EC het voorstel herzien. -NP-en moeten deel uitmaken van een Conventie inzake wijziging van de constitutie (gelijk aan EP-ers; formaliseren Conv-methode) en van een Congres voor het kiezen van Europese President. Een Parlementair Netwerk van de EU (PNEU) moet worden opgericht teneinde interparlementaire coördinatie te bevorderen, leden van het EP kunnen daarvoor worden uitgenodigd.

CONV 327 A. Lamassoure(EP Fr)

Bevoegdheden: In de Europese grondwet moet een sectie worden opgenomen waarin de relatie (respectieve rechten) tussen de Unie en de lidstaten wordt vastgelegd: de Unie respecteert de fundamentele principes (waarden en normen) van elke lidstaat en de institutionele organisatie van een lidstaat, loyale samenwerking tussen Unie en lidstaten bij het realiseren van de gemeenschappelijke doelstellingen, gezamenlijke principes van subsidiariteit en solidariteit voor bevoegdhedenverdeling, het recht zich af te scheiden voor een lidstaat en het recht voor de Unie sancties op te leggen aan een lidstaat indien deze het Europees recht niet naleeft.

CONV 328 F.E. Speroni(plv RV It)

Rol regio’s: Regio’s met wetgevende bevoegdheden moeten betrokken worden bij het besluitvormingsproces op Europees niveau inzake kwesties die deze regio’s aangaan (waarover zij binnen het nationaal institutioneel kader bevoegdheid hebben + op basis van het subsidiariteitsbeginsel). Praktijkvoorbeeld: de Italiaanse constitutionele hervorming 2001 waardoor regio’s meer inspraak hebben gekregen, maar geen directe participatie (Speroni persoonlijk wel voor directe participatie). Deze Regio’s dienen tevens de bevoegdheid te krijgen naar het Hof stappen voor conflicten Unie – regio inzake bevoegdheden.

CONV 329 D.L. Garrido(plv NP Sp),J. Borrel(NP SP),C. Carnero (plv EP Sp)

Grondwet: Ontwerpgrondwet (Spaanse socialisten):Deel I: Burgers van EU: Statuut van de Europese burgers; Grondwet moet middels EU-referendum goedkeuring; Handvest in Grondwet; Toetreding tot EVRM; Burger krijgt initiatiefrecht (specifieke onderwerpen + minimum aantal handtekeningen)Deel II: Verwachtingen van de burger: -“Global Player”: Tweede pijler integreren in eerste/derde pijler; HV en EC initiatiefrecht GBVB; Buitenlandsbeleid betere economische bronnen; Met één stem spreken en één vertegenwoordiging internationale fora + een EU-ambassade ter vervanging nationale diplomatieke bureaus; Gezamenlijke defensie: collectieve verdediging middels NAVO, meer/ gecoördineerde militaire capaciteit, industrieel militair Europees beleid. Mensenrechten zijn kern van buitenlands beleid. “Vrijheid & Welzijn”: (policentrische) sociale en territoriale cohesie, de doelstellingen en instrumenten daarvoor moeten herzien worden. Sociaal Europa: doelstellingen behalen even belangrijk als economische doelstellingen; Economisch: Europese belasting, duurzame ontwikkeling; JBZ: justitieel en politioneel systeem m.n. bij lidstaten; gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid; Europese aanklager. “Democratische Macht”: Instellingen: President ER met symbolische externe functie, ER wordt collectief Europees staatshoofd; Raad slechts in 3 formaties (ECOFIN, AZ, BuZA+Def); COREPER afschaffen; Tweekamerstelsel: EP en Kamer van de staten; grotere rol NP-en en Comite van de Regio’s; EU groter budget en eigen budget.Deel III: Europese Grondwet: herziening Grondwet middels Conventie (formaliseren), klassieke structuur voor grondwet, behoud artikel 308, opheffen pilaarstructuur.

CONV 334 F. Basile (plv NP It)

Rol NP-en/COSAC: De invloed/ rol van NP-en moet versterkt worden. Enkele voorstellen : Bestaande obstakels voor adequate ‘scrutiny’ weghalen;

17 / 53

COSAC betrekken in Europees wetgevend proces door bijvoorbeeld COSAC zonder besluitvormingsmacht aan Raad te laten deelnemen. Lange termijn moet COSAC een permanent secretariaat krijgen en toezicht houden op het algehele Europese wetgevingsproces. COSAC moet toezien op juiste naleving van het subsidiariteitbeginsel.

CONV 335 E. O. Paciotti(plv EP It)

Grondwet: Ontwerpverdrag: Deel I: Handvest van de grondrechten (54 artikelen)Deel II: Doelstellingen EU: Economische en sociale vooruitgang en cohesieDeel III: Bevoegdheden: opsomming welke doelstellingen op welke beleidsterreinen te realiseren/ mogelijk/ gewenst zijn (veiligheid- en defensiebeleid: coöperatie); Bevoegdhedenverdeling op basis van subsidiariteit en evenredigheid (+solidariteit); Unie alleen die bevoegdheden die op basis van verdrag zijn toegewezen. Opsomming van exclusieve bevoegdheden, gedeelde bevoegdheden en aanvullende bevoegdheden, niet genoemde terreinen behoren tot de lidstaten. Deel IV: Institutionele organisatie: vereenvoudigen en verduidelijken. EP krijgt een onafhankelijk mediator teneinde het te verschaffen petitierecht van elke burger bij het EP te stroomlijnen. Raad bestaat uit permanent afgevaardigden, behalve bij Raad inzake BuZa, veiligheid en defensie. EC samenstelling: 2 opties (vast aantal van 20 of 1 per lidstaat), 2 mogelijke voorzitters EC aangewezen door ER en EP kiest met meerderheid. Deel V: procedures: Slechts artikel inzake Co-decisie wordt vereenvoudigd en ingekort qua tijd (3 mnd)Deel VI: Juridische controle (t.a.v. Grondwet en Beleidsverdrag)Deel VII: Financiën: EP hele “budgetrecht”, meer eigen financiën Deel VIII: (Internationale) overeenkomsten: herziening grondwet: 2 opties: ofwel huidige art. 48 EU (IGC) ofwel middels een Conventie (formaliseren Conventie).

CONV 336 A. Tajani (EP It)

Statuut in Grondwet: Een speciaal statuut moet geschreven worden voor bepaalde vrije beroepsbeoefenaren: de nationale lidstaten moeten de bevoegdheid hebben om op nationaal niveau de uitvoering van en in dienst- treding ‘bij’ specifieke beroepen aan regels te onderwerpen teneinde de kwaliteit van services te waarborgen.

CONV 337 A. Tajani (EP It)

Sport: De aandacht voor de sport moet in het verdrag worden vergroot: de waarde ervan en de sociale rol die het vervult moeten in het verdrag worden erkend. De bevoegdheden van de Unie moeten uitgebreid worden naar het terrein van sport: juridische titel betreffende historie, tradities en disciplines van de sport. Tot op heden hebben zowel de lidstaten als Europese organisaties dit nagelaten.

CONV 338 V.P. Andriukatis(NP Litouwen)

Litouwse NP-standpunten : besproken standpunten van Commissie Europese Zaken van het Litouwse parlement inzake toekomst van EU: -Bevoegdheden: Unie slechts bevoegdheid als in toegewezen in Verdrag. In Verdrag opnemen een definitie van exclusieve, gedeelde en aanvullende bevoegdheden. EC moet exclusief initiatiefrecht behouden; Artikel 308 waarborgen. Meer openheid besluitvorming: alle vergaderingen openbaar-Unie moet rechtspersoonlijkheid krijgen; Handvest integraal opnemen in constitutie en toetreden tot EVRM.-Met 1 stem spreken in de voornaamste internationale fora; Tweede pijler-beleid gescheiden houden van overig beleid (wel pilaarstructuur opheffen)-Subsidiariteit: ex ante toets versterken met een rol voor NP-en (“early warning system” = akkoord). Ex post controle moet binnen tijdlimiet plaatsvinden.-Meer consistente samenwerking op terrein van GBVB en JBZ criminele kwesties. Teneinde toezicht op GBVB te houden zijn regelmatige bijeenkomsten van nationale Kamercommissies Europese, Buitenlandse en Defensie Zaken een mogelijkheid.-Instellingen: Roulerend voorzitterschap Raad veranderen (hoe?); voorzitter EC kiezen (vertegenwoordigers NP-en en EP’ers of geheime stemming in EP over 2 door ER voorgedragen kandidaten); EP versterken en COSAC versterken (info-uitwisseling of wellicht visies NP-en op wetsvoorstel via

18 / 53

COSAC sturen; permanent secretariaat; verlengd voorzitterschap). CONV 344 K. Haensch

(DU EP)Toekomst EURATOM-Verdrag: Voorstel voor een verdraghoofdstuk inzake energie. Het Euratom-verdrag zal als annex aan het verdrag worden gehangen. In de nieuwe titel wordt de co-decisieprocedure ingevoerd, als ook artikelen betreffende de nucleaire veiligheid en de omgang met nucleaire afval(stoffen). Een tweede optie is het opstellen van een nieuw Europees energieverdrag waarin naast de aangepaste Euratom-artikelen ook bepalingen betreffende het Kyoto-protocol kunnen worden opgenomen.

CONV 345 P. Hain(RV VK)

Grondwet: Ontwerp voor constitutioneel verdrag:-Twee delen: constitutioneel (A) en niet-constitutioneel (B & C): deel A met constitutionele elementen (aard van de Unie, burgerschap, bevoegdheden, instituties en instrumenten).Deel B met meer gedetailleerde institutionele, financiële en procedurele provisies van de Unie (alle instituties/ comités worden daarin beschreven, de besluitvormingsprocedures: wordt slechts verwezen naar reeds bestaande artikelen en aangetekend dat nieuwe/ gewijzigde artikelen tot de mogelijkheid behoren) Deel C over versterkte samenwerking (geen veranderingen t.o.v. huidige situatie).Algemeen: Onderscheid tussen Gemeenschap en Unie wordt opgeheven; Een rechtspersoonlijkheid; Grotendeels (zo niet helemaal) opname van derde pijler in eerste pijler (“Act concerning Economic and Social Policy”); De tweede pijler blijft gedifferentieerd (“Act concerning Foreign, Security and Defence Policy”).-Proclamatie: doelstellingen Unie; Unie die bevoegdheden die middels verdrag aan de Unie zijn toegewezen; Besluitvorming moet in zo groot mogelijke openheid plaatsvinden en op basis van het subsidiariteitbeginsel. -Deel A Constitutie: Unie is een constitutionele orde van soevereine staten; Basiswaarden (expliciete verwijzing naar Handvest; geen uitspraak over hoe het Handvest in verdrag);Doelstellingen (+ lijst beleidsterreinen teneinde doelstellingen te realiseren); Principes van de constitutionele orde: principe van verleende macht (attributieprincipe/Unie slechts die bevoegdheid die in verdrag wordt toegewezen), subsidiariteitbeginsel, evenredigheidsprincipe en principe van loyale samenwerking (wederzijdse solidariteit); “Early warning mechanism”: politieke subsidiariteitcontrole moet plaatsvinden vóór de definitieve juridische tekst wordt aangenomen (NP-en scrutiny-system); Bevoegdheden: opsomming beleidsterreinen met exclusieve Uniebevoegdheden (3) en aanvullende bevoegdheden, geen opsomming van de gedeelde bevoegdheden (totdat de Unie een maatregel neemt behoort de bevoegdheid tot de lidstaten);Instrumenten: Act concerning Economic and Social Policy = voorschrift (regulation), richtlijn, individuele besluiten, algemene besluiten, niet-bindende instrumenten (aanbevelingen, opinie). Act concerning Foreign, Security and Defence Policy= gezamenlijke strategie, gemeenschappelijke actie, gemeenschappelijke positie, niet-bindende instrumenten (aanbevelingen, opinie).Instellingen: In dit gedeelte worden slechts de samenstelling van de instellingen alsmede hun taak genoemd. Specifieke bepalingen (besluitvorming, procedures, etc.) moeten gedetailleerd in Deel B worden vastgelegd. EC blijft bestaan uit 1 lid per lidstaat.Wijzigingsprocedures: voor Deel A blijft art. 48 EU van kracht, ergo wijziging middels een IGC. Voor de overige delen kan een andere methode worden aangewend, dat moet in de desbetreffende delen worden vastgelegd. Elke lidstaat krijgt het recht zich terug te trekken uit de Unie.EURATOM ofwel in apart hoofdstuk nucleaire veiligheid overnemen ofwel hechten aan het verdrag

CONV 358 H. Farnleiter Toekomst EURATOM-verdrag: De nieuwe rechtspersoonlijkheid van de

19 / 53

(RV O’rijk),C. Einem (NP O’rijk) enR.E. Bosch (plv NP O’rijk)

Unie moet tevens de rechtspersoonlijkheid van EURATOM overnemen. In de discussie over de vereenvoudiging van de verdragen moet ook het EURATOM-verdrag worden meegenomen. De mogelijkheden voor opname van het EURATOM-verdrag in de nieuwe Europese grondwet moeten nader onderzocht worden.Binnen de context van EURATOM moet het EP het co-decisierecht krijgen. De gemeenschapsbevoegdheden inzake nucleaire energie moeten samengevoegd worden in 1 juridisch kader (verdrag). Maatregelen voor de veiligheid van nucleaire instellingen moeten door de Raad vastgesteld worden.

CONV 259 M. Chabert(waarnemer Comité van de Regio’s)

Resolutie CvdR inzake EU-grondwet: Voor een Europees Grondwetsverdrag waarin de essentie van de communautaire methode moet worden behouden. De regionale en lokale overheden hebben een belangrijke rol (informatie-uitwisseling en eerste aanspreekpunt voor de burger) te vervullen in het democratisch functioneren van de Unie alsmede de Unie dichter bij de burger te brengen, derhalve is noodzakelijk dat deze actoren actief deelnemen aan de huidige toekomstdebatten en aan de IGC 2004. Algemeen: De grondwet moet uit 2 delen bestaan met verschillende wijziginsprocedures; Conventiemethode moet geformaliseerd worden; Handvest moet integraal worden opgenomen en toetreding tot EVRM is gewenst; Subsidiariteit- en nabijheidbeginsel moeten beter gewaarborgd en toegepast worden, het beginsel van bestuur en partnerschap moet een belangrijk beginsel zijn alsmede flexibiliteit bij toepassing op nationaal, regionaal en subregionaal niveau; Rol/ positie van het EP versterken, EU moet met 1 stem spreken in externe betrekkingen en een rigide opsomming van bevoegdheden is niet gewenst.

CONV 362 J. Wuermeling(plv EP Du)

Parlementaire Controle: Een versterking van de parlementaire controle op internationale overeenkomsten is nodig. Huidige invloed van EP bij sluiten van overeenkomsten is minimaal: slechts in enkele gevallen wordt advies gevraagd. Alleen middels budgetprocedure heeft EP enige inbreng (prioriteitenstelling).Voorstellen ter versterking (mede op basis van USA-praktijk): EP moet bij goedkeuren van een internationaal verdrag op gelijke voet worden gesteld met de Raad, ergo verdrag moet de goedkeuring van het EP krijgen alvorens van kracht te worden. Mogelijkheid ontwikkelen tot deelname parlementariërs in onderhandelingsdelegaties, wellicht instellen van een specifiek comité t.b.v. verdragsluiting.

CONV 364 C. Einem (NP O’rijk),R.E. Bosch(plv NP O’rijk),M. Berger(plv EP O’rijk)

Sociale Unie: Tweede bijdrage van dezelfde Conventieleden betreffende een sociaal Europa (CONV 232). Teneinde de Unie dichter bij de burger te brengen moet de EU streven naar werkgelegenheid en sociale zekerheid. Deze tweede bijdrage gaat specifiek in op het beschermen van collectieve arbeidsovereenkomsten en diensten van algemeen economisch en sociaal belang in het licht van de concurrentiewetten, het versterken van de basisbeginselen van een sociale Unie en het versterken van de dialoog tussen de werkgevers (management) en de werknemers op Europees niveau. Voor deze doelstellingen moeten specifieke artikelen (lid van een artikel) in de nieuwe grondwet worden opgenomen.

CONV 367 D. Heathcoat-Amory(NP VK)

Intergouvernementele Unie: Bijdrage namen een groep Britse conservatieven die een absoluut intergouvernementele Unie voorstaan, het huidige EU-concept heeft gefaald. Meer centralisatie in ongewenst (geen burger en geen regering wenst dat). Doel van de EU moet samenwerking zijn i.p.v. het realiseren van een EU-superstaat. Vijf principes moeten aan de EU ten grondslag liggen:-bescherming en versterking van individuele vrijheid-bevorderen van welvaart-respect voor de invloed/ visie van NP-en-creatie van een flexibele Europese Associatie-Meer openstelling van EU voor de wereldInvloed in EU moet vanuit de lidstaten komen (bottom-up) i.p.v. opgelegd door de Brusselse democratie (top-down).

20 / 53

Renationalisatie van beleidsterreinen: GLB, GVB, mogelijkheid tot sluiten van individuele handelsovereenkomsten met andere landen/handelsblokken.EC (in dienst van de NP-en) en een IGC mogen slechts voorstellen doen die door Raad wel/niet worden aangenomen (pas inwerking na goedkeuring van NP-en);EP moet afgeschaft worden.

CONV 368 Mendez de Vigo (EP Sp),K. Hansch (EP Du) enA. Duff(EP VK)

Handvest: Resolutie van het EP over het effect van het Handvest van de grondrechten en de toekomstige status ervan. Handvest moet integraal in het nieuwe constitutionele verdrag worden opgenomen. Het hof van Justitie en de Nationale hoven moeten het handvest als centraal referentiepunt zien. Met incorporatie zal het hart van het integratieproces gevormd worden door fundamentele rechten, wat zowel positief is voor de lidstaten alsook de kandidaat-lidstaten. Moeten nieuwe procedures ontwikkeld worden (in de Conventie) voor het direct toegankelijk maken van het Hof van eerste aanleg voor de Europese burger zodat deze (beter) aanspraak kan maken op zijn juridische bescherming (op basis van Handvest). De nationale hoven moeten bewust worden van het feit dat zij verplicht zijn ten gunste van de burgers het Handvest te waarborgen/toepassen.Wijziging van Handvest kan slechts geschieden door een nieuwe Conventie (met gelijke vertegenwoordiging man-vrouw en met als subtaak het bevorderen van de seksegelijkheid).Toetreding tot EVRM is gewenst, dat is complementair aan integratie van het Handvest in het verdrag, niet ter vervanging/overlapping.

CONV 376 S. Lekberg(NP Zweden)

JBZ: De besluitvormingscapaciteit van de Unie moet binnen de derde pijler vergroot worden teneinde grensoverschrijdende misdaad (m.n. terrorisme, drugs- en mensenhandel) te bestrijden. De bestaande verdragsartikelen moeten herschreven worden op een meer algemene en doelgerichte wijze, de details van de samenwerking en de prioriteiten moeten besloten worden in de Raad m.b.v. actieplannen die op korte termijn veranderd kunnen worden (v.b. Conclusies van Tampere).Besluitvorming betreffende politiële samenwerking en samenwerking op terrein van misdaad moet plaatsvinden met QMV, maar het intergouvernementeel karakter moet enigszins gewaarborgd blijven, daarvoor kan een buffel worden ingebouwd met een rol voor de NP-en.Voorts moet het recht van initiatief van de EC worden versterkt en de mogelijkheid tot initiatief van een lidstaat worden ingebouwd, wellicht met verplichte co-sponsoring van een minimaal aantal lidstaten.Controle op implementatie moet vastgelegd worden in het verdrag het huidige systeem daarvoor in de eerste pijler kan als voorbeeld fungeren.

CONV 377 L. Hjelm-Wallen(RV Zweden) enLord Tomlinson(plv NP VK)

Bevoegdheden: Reactie op het conceptrapport van de WG aanvullende bevoegdheden. In het verdrag moeten de onderliggende principes van de bevoegdhedenverdeling (zijnde: attributiebeginsel, subsidiariteitsbeginsel, proportionaliteitsbeginsel en principe van diversiteit= Christophersonclausule) de reikwijdte van de Uniebevoegdheden verduidelijkt worden alsook de verschillende manieren waarop de Unie deze bevoegdheden kan uitvoeren, maar daarbij moet de flexibiliteit niet verloren gaan. Elk commissievoorstel moet gepaard gaan met een memorie van toelichting waaruit blijkt dat de principes van de bevoegdhedenverdeling adequaat zijn toegepast Aanvullende bevoegdheden: verduidelijken dat de Unie hier slechts aanvullend aan de lidstaten mag optreden, opsomming van de daarbij relevante beleidsterreinen. Meerdere instrumenten, behalve niet-bindende, moeten daarvoor gebruikt worden. Exclusieve bevoegdheden: definiëren en lijst opstellen is gewenst. Gedeelde bevoegdheden: geen lijst nodig aangezien dit alle beleidsterreinen zijn die niet exclusief of aanvullend zijn.

21 / 53

Document Auteur Hoofdpunten

CONV. 382/02

07/11/2002

K. Kiljunen(NP Finland)

EVDB als integraal deel van GBVB: op dit moment maakt het Europees Defensie en Veiligheidsbeleid (EVDB) deel uit van het GBVB (art. 17 VEU). In het voorontwerp heeft de Conventie ervoor gekozen dit te scheiden. Auteur vraagt zich af of deze splitsing zal bijdragen aan een coherent, consistent en verenigd Europees buitenlandbeleid. Het moet geïntegreerd blijven in de bestaande structuren. Een geïntegreerde aanpak biedt ook de mogelijkheid op het gebied van bewapening: een apart bewapeningagentschap zou kunnen worden opgericht( zie WG VIII Defensie). Dit alles zou kunnen leiden tot de ontwikkeling van een wapenexport beleid van de Unie. Waarbij de wapenexporten van de lidstaten consistent zullen moeten zijn met die van de Unie.Rol van de instellingen: - EC belangrijke rol in de implementatie en coördinatie in civiele crisisbeheersing Raad: coördinatie tussen niet-militaire en militaire aspecten van crisis management.

CONV. 387/02 L. Dini(NP IT)

EU minister voor BuZa: het buitenlandbeleid heeft duidelijkheid en autoriteit nodig hetgeen alleen bereikt kan worden als de Unie met één stem spreekt. Dit kan door de functies van Hoge Vertegenwoordiger (HV) en Commissaris voor Externe Betrekkingen samen te voegen in één functie. Buitenlandbeleid wordt niet gecommunautariseerd, maar één persoon krijgt twee verschillende mandaten. Deze commissaris moet vice president zijn van de EC en voorzitter van de Raad Algemene Zaken. Benoeming: dezelfde procedure die geldt voor de voorzitter van de EC Besluitvorming in de Raad d.m.v. QMV, behalve in de gevallen van defensie of van puur militaire aard .

CONV. 388/02 Moscovici(RV FR)

Een sociaal Europa: in de toekomstige grondwet moet aan de Europese waarden ‘sociale rechtvaardigheid en solidariteit’ worden toegevoegd, aan de doelstellingen moet ‘economische en sociale vooruitgang’ worden toegevoegd; een evenwicht tussen deze twee doeleinden is essentieel voor het toekomstig Europa. Teneinde deze doelstelling te realiseren moet de rol van de sociale partners (co-regulator, sociale dialoog) binnen het besluitvormingsproces expliciet in het verdrag worden vastgelegd, alsmede de importantie van de civiele dialoog binnen deze context. Betreffende de besluitvormingsprocedures van een sociale politiek moet gestreefd worden naar veralgemenisering van QMV, een versterking van de rol van het EP en het verdragrechtelijk vastleggen van de open-coordinatieprocedure.

CONV. 389/02 Panayotis(plv. RV Gr)

GBVB/EVDB: de samenhang, effectiviteit en capaciteit van het GBVB moeten versterkt worden. Dit om de belangen van de Unie en de lidstaten te verzekeren. Hoe?:- afschaffen pijler structuur: hierdoor kunnen alle instrumenten en bronnen van het extern beleid worden samengebracht en zodoende een geheel vormen. Artikelen in de verdragen op dit gebied moeten worden herzien. Het betekent ook:- Dat de Unie over één enkele rechtspersoonlijkheid moet beschikken.- Instellen van een Raad voor het Buitenlandbeleid en Externe Betrekkingen; - Samenvoegen van de post van HV en Commissaris Externe Betrekkingen; - QMV; moet meer gebruikt worden, dit met het oog op de uitbreiding. - Betere coördinatie diplomatieke diensten; - Gemeenschappelijk bijstandsclausule (een soort art. 5 NAVO) in EVDB; - Versterkte samenwerking EVDB- Creëren van een Vrijwillige Humanitaire Macht; met jonge vrijwilligers van de lidstaten die worden ingezet bij niet- militaire crisis beheersing.

CONV. 390/02 Hubner(RV Polen)

Rol Nationale Parlementen (NP): de rol die NP’en spelen moet vergroot worden. De volgende doelstellingen worden daarmee bereikt:- Toetsen aan het beginsel van subsidiariteit en proportionaliteit: door een

flexibele procedure in een vroeg wetgevingsstadium. De EC moet gehoord kunnen worden alvorens een negatief advies wordt uitgebracht. Wetgeving mag niet dermate gedetailleerd zijn waardoor de globale doelstelling uit het oog wordt verloren.

- NP’en in een vroeg stadium informeren over EU wetgeving- NP’en staan dichter bij de bevolking dan het EP waardoor deze de publieke

opinie beter kunnen beïnvloeden dan het EP. Beide parlementen hebben een

22 / 53

verschillend mandaat, lidmaatschap moet ook gescheiden blijven.- NP’en moeten een rol spelen bij het integratie procesDoor de toenemende profilering van de NP’en zal de belangstelling bij de kiezers voor het EP toenemen, wellicht moeten de contacten op dit punt geïnstitutionaliseerd worden.

CONV. 391/02

14-11-2002

Barnier en Vittorino (EC)

Coördinatie economisch beleid: niet alleen is het van belang dat er duidelijke regels op economisch en monetair terrein komen, maar ook een toezichthouder, die voldoende autoriteit bezit. De Economische en Monetaire Unie heeft om te kunnen functioneren gemeenschappelijk dwingende regels en coördinatie nodig. De huidige situatie waarin de EC de Raad aanbevelingen betreffende de richtsnoeren van het economisch beleid en betreffende de waarschuwingen waarin het stabiliteitspact voorziet voorlegt, moet veranderen in voorstellen voor de richtsnoeren van het economisch beleid en voor de in het stabiliteitspact voorziene waarschuwingen. Dat zou betekenen dat deze voorstellen allen met instemming van de EC gewijzigd kunnen worden, tenzij de Raad unaniem tot wijziging besluit. Hierdoor krijgt de EC de middelen om naleving van de regels door alle lidstaten af te dwingen en de mogelijkheid het communautaire karakter van het hele proces en de coherentie van het beleid te verzekeren.Indien over waarschuwingen wordt gestemd is het zinvol dat de betreffende lidstaat wordt uitgesloten van de stemming.Er moet een aparte Ecofin Raad komen voor de Eurozone, die beslissingsbevoegdheid heeft op terreinen van gemeenschappelijk belang voor die lidstaten die dezelfde munt delen.Ook moet de Conventie nagaan hoe de eurozone vertegenwoordigd kan worden bij internationale financiële instellingen

CONV. 392/02 Leden van de conv. die behoren tot de Eur. Sociaal democraten (PES)

Prioriteiten voor Europa: constitutie moet bestaan uit twee verschillende teksten. De eerste bevat de basisprincipes en de grondwet terwijl de tweede de politieke details bevat. De Unie moet toetreden tot het EVRM, de pijlerstructuur opgeheven worden en de Unie moet over één enkele Rechtspersoonlijkheid beschikken. Tevens moeten de doelstellingen van de Unie bijgesteld worden.Subsidiariteit / proportionaliteit: NP’en wetgevingvoorstellen onderzoeken en de Raad beter controleren. HvJ moet een rol krijgen in deze. De ‘civil society’ moet geraadpleegd worden mbt wetgeving.Er moet duidelijk aangegeven worden welke bevoegdheden exclusief danwel gedeeld zijn, op alle andere terreinen kan de Unie alleen ondersteunend of coördinerend optreden. Er hoeft geen kompetenz- katalog te komen. Waar het om gaat is dat de reikwijdte en de omvang van de EU- bevoegdheden op terreinen waar deze moeten worden uitgeoefend worden omschreven. De Unie moet als politiek orgaan krachtig kunnen optreden, in dit kader moet: - Het sociaal model worden bevorderd en beschermd, er moet een sterk verband

zijn tussen economische en sociale coördinatie;- Een nieuw instrument, te weten coördinatie van beleid opnemen in het

verdrag, lidstaten wordt de mogelijkheid geboden hun beleid te coördineren op basis van gemeenschappelijke doelstellingen, referentiepunten en richtsnoeren die op voorstel van de EC door de Raad en het EP zijn vastgesteld;

- Voor het GBVB moet het unanimiteitsvereiste alleen gelden daar waar het gaat om het vaststellen van nieuwe Europese strategieën. De lidstaten mogen alleen optreden in overeenstemming met gemeenschappelijke strategieën of als er geen gemeenschappelijk EU standpunt is. De mogelijkheid van ‘constructieve onthouding’ moet behouden blijven;

- Het EVDB moet verder worden ontwikkeld voor vredesoperaties waarbij de inzet van troepen moet geschieden onder nationale controle.

- De idee van de Unie als een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid moet in overeenstemming worden gebracht met het Handvest van de Grondrechten. Het beleid moet hoofdzakelijk in kaderwetgeving worden vastgesteld.

Op terreinen waar de Unie bevoegd is kaderwetgeving vast te stellen, moet het HvJ bevoegd worden om bevoegdheidsoverschrijding te toetsen.Verordeningen en richtlijnen moeten worden vervangen door wetten en

23 / 53

kaderwetten. De EC moet het exclusieve recht van initiatief houden en het EP één duidelijke wetgevingprocedure met volledige zeggenschap (co- decisie). De begrotingsprocedure moet analoog worden hervormd en betrekking hebben op zowel de uitgaven, waarbij het onderscheid tussen verplichte en niet- verplichte uitgaven dient te worden verwijderd, als de inkomsten. Het EP en de Raad moeten bevoegd worden om uitvoeringmaatregelen van de EC te herroepen.Europese Raad: vaststellen strategische prioriteiten en het GBVB.Voorzitterschap van de Raad moet worden herzien. Een langere ambtstermijn voor het voorzitterschap moet de continuïteit van de Raad garanderen. Unanimiteitsbesluitvorming alleen daar waar de wetgeving constitutionele gevolgen heeft voor de nationale soevereiniteit. Voor het overige geldt QMV met dubbele meerderheid, van zowel het aantal lidstaten als van de bevolking van de Unie. Er moet één woordvoerder komen voor het buitenlandbeleid die verantwoording schuldig is aan de Europese Raad. EC: Het gezag van de voorzitter van de EC moet worden versterkt door een bredere democratische legitimiteit. Ook moet hij de bevoegdheid krijgen om de bevoegdheden van de EC leden te herschikken.Het EP moet voor benoemingen van constitutioneel belang advies en evt. goedkeuring geven, dit geldt ook voor internationale overeenkomsten. Het EP moet ook controle kunnen uitoefenen op JBZ gebied (waarbij echter strafrecht een bevoegdheid van de lidstaten blijft). Publieke toegang tot officiële documenten moet tot alle instellingen worden uitgebreid.Het recht van de burger op ‘goed bestuur’ moet grondwettelijk geregeld worden.

CONV. 394/02 Borrel (NP SP) Carnero (plv. EP SP) Garrido (plv. NP SP)

GW. voor een sociaal Europa en werkgelegenheid: vier voorstellen voor de toekomstige grondwet:1. Volledige integratie van het Handvest voor de Grondrechten in de nieuwe

grondwet2. Opname van sociale waarden en sociale doelstellingen in de grondwet3. Grondwettelijk vastleggen van een oprecht Europees economisch en sociaal

beleid4. De dialoog met en de consultatie van de sociale partners in het verdrag

vastleggen.CONV. 397/02 Berès

(plv. EP FR)Uitvoerende macht Europa: uitvoerende macht komt uit de Raad of de ECTwee mogelijkheden:- President van de EC wordt president van de Unie; EC wordt dan de regering.

Dit lijkt geen goede optie. Zelfs een versterkte EC kan geen regering worden van de Unie, lidstaten zullen niet accepteren dat ze door communautarisering direct zeggenschap kwijt raken op de gebieden die geïntegreerd moeten worden.

- President van de Unie komt uit de Raad; dit wordt gesteund door Chirac, Aznar en Blair. Hij wordt benoemd voor 5 jaren en wordt bijgestaan door vijf of zes regeringsleiders en de regering die het voorzitterschap in de vakraden heeft.

Auteur adviseert de Conventie te kiezen voor de mogelijkheid dat de president van de Uitvoerende Raad en de EC de nieuwe president wordt van de Unie, en dat de EC en de Raad worden samengevoegd. De president kan op twee verschillende manieren worden gekozen. :I) door het EP en de Raad;II) door een congres of conferentie bestaande uit het EP en de NP’en. Wordt

kort na Europese verkiezingen gehouden. De president moet een contract van wetgeving tekenen, hij wordt verantwoordelijk voor implementatie ervan.

Nieuw kiesstelsel voor het EP: 10 % van de EP’ers moet van een transnationale lijst gekozen worden, de resterende 90 % van regionale lijsten.

CONV. 398/02 Duhaemel en Berès(EP FR en plv. EP FR)

Doelen voor de Unie: meer democratie, effectiviteit en transparantie is te bereiken door de doelstellingen te vernieuwen en de structuren te hervormen. Een onderscheid moet worden gemaakt tussen politieke doelstellingen en institutionele doelstellingen waarbij de laatste ten diensten moeten staan van de eerste.

CONV. 402/02 Farnleiter (RV O’rijk) Rack

Toegang burger tot HvJ.: zie ook CONV. 45/02. Vereiste waaraan het instellen van een beroep moet voldoen (art. 230 VEG) moet worden gewijzigd: ‘individueel’ in

24 / 53

(plv. EP O’rijk) art. 230 VEG moet vervangen worden door ‘rechtspositie’. Artikel komt dan te luiden ‘Iedere natuurlijke of rechtspersoon kan onder dezelfde voorwaarden beroep instellen tegen de tot hem gerichte beschikkingen die, hoewel genomen in de vorm van een verordening, of van een beschikking gericht tot een andere persoon, hem rechtstreeks raken in zijn rechtspositie’.

CONV. 403/02 Kiljunen (NP Finland)

Reactie voorontwerp Constitutioneel verdrag: art. 2 (waarden van de Unie) van het voorstel uitbreiden met solidariteit/ gelijkheid/ duurzame ontwikkeling.- EDVB moet onderdeel blijven van GBVB (CONV. 382/02)- EU moet de bevoegdheid krijgen toe te treden tot het EVRM- Voorziening voor het voorzitterschap van de Europese Raad- De Europese Ombudsman; het recht van burgers om een klacht bij hen neer te

leggen moet opgenomen worden in het verdrag, ook de wijze van benoeming.- Uniforme procedure invoeren voor de verkiezingen van het EP

CONV. 404/02 Stylianidis (plv. NP Griek)

Wetgevingdatabank: het wetgevingproces in de EU is complex en ondoorzichtig. Er bestaat onduidelijkheid over wat er aan wetgeving er in werking is op zowel Europees niveau als op het niveau van de lidstaten. Er moet een databank komen, in beheer van een Europese instelling, waarin alle van kracht zijn wetgeving is opgenomen per onderwerp. Het gaat om zowel Europese regelgeving als nationale regelgeving. Dit bevordert de transparantie.

CONV. 407/02 Severin (plv. NP Roem.)

Debat economisch bestuur: economische integratie gaat gepaard met sociale integratie. Doelstellingen; welvaart van de Europese burgers en sociale cohesie tussen nationale en Europese gemeenschappen.

CONV. 410/02

19-11-2002

Teufel (NP DU) Bevoegdhedenverdeling: de bevoegdhedenverdeling moet vastgelegd worden in een eigen, aparte verdragstitel. Opbouw van deze titel dient er als volgt uit te zien:I. Grondbeginselen betreffende de bevoegdhedenverdeling tussen de EU en

de lidstaten:a) attributiebeginsel b) primaat van het gemeenschapsrechtc) Christopherson-cluasule: achting voor de nationale identiteit van de lidstatend) Wederzijdse loyaliteitsverplichting (EU-lidstaten)II. Europese bevoegdheden:a) “Verplichtingencatalogus”: de huidige artikelen 2 t/m 4 kunnen worden

omgevormd tot een verplichtingencatalogus (een politieke verklaring, geen kompetenz-katalog). De unie kan aan deze nieuwe vorm geen bevoegdheden op basis van artikel 308 ontlenen.

b) Opsomming van de drie Uniebevoegdheden: exclusief, gedeeld en aanvullend. Onder elke bevoegdheid dient een lijst te worden opgenomen met de beleidsterreinen waar de bevoegdheid op van toepassing is.

c) Opsomming van de instrumenten: ofwel in de grondwet (bevordert de duidelijkheid) ofwel in het tweede deel van het nieuwe verdrag ofwel in een protocol.

III. Beginselen van de bevoegdheidsuitoefening:a) Subsidiariteitsbeginselb) Proportionaliteitsbeginselc) Regeling ter verduidelijking van de verhouding tussen functionele en sectorale

bevoegdheden (volgens de uitkomst werkgroep aanvullende bevoegdheden).d) Europese (wetgevings/beleids)methoden vastleggen: reguleren, harmoniseren,

wederzijdse erkenning, open coördinatie, financiële vorderingen, etc.IV. Controle op de bevoegdhedenverdeling: opname van de conclusie van de

werkgroep subsidiariteit in het verdrag. De controle moet zich tevens richten op het toetsen van het proportionaliteits- en attributiebeginsel (middels het Franse systeem).

V. Artikel 308: indien een dergelijk artikel in het verdrag zal worden opgenomen moet het op 2 punten gewijzigd worden. Ten eerste mag het artikel niet worden gebruikt als instrument teneinde de Uniebevoegdheden uit te breiden, maar slechts ter “afronding” van de bestaande Uniebevoegdheden. Ten tweede moet her artikel twee kanten op kunnen werken, dus ook voor het teruggeven van bevoegdheden aan de lidstaten (in beide gevallen moet de Raad met unanimiteit besluiten).

25 / 53

CONV. 411/02 Fayot (NP Lux.) Ontwerp Grondwet: Institutionele hervormingen: - De Raad: een strakke scheiding tussen de wetgevende en de uitvoerende Raad.

Slechts 1 wetgevende Raad dient te bestaan die functioneert als een wetgevende kamer (de gespecialiseerde raden bereiden de besluiten voor deze kamer inhoudelijk voor). Het voorzitterschap van deze raad kan door een trojka gestalte krijgen. Een Raad Algemene Zaken zonder bevoegdheden op het terrein van de buitenlandse betrekkingen; deze raad dient zeer regelmatig bijeen te komen (1x per week) en elke lidstaat moet een eigen Minister Europese Zaken hiervoor afvaardigen. De Europese Raad moet de algemene richting van het integratieproces (blijven) aangeven. Binnen deze constructie zal het niet nodig zijn het roulerend voorzitterschap af te schaffen (zie de rol van de Raad Algemene Zaken).

- Nationale Parlementen: de uitvoering van de aanbevelingen van de werkgroep nationale parlementen zullen moeilijk te realiseren zijn, mede gelet op het gegeven dat de COSAC er ook niet in geslaagd is meer invloed naar zich toe te trekken. Het essentiële initiatief voor een grotere rol van de NP’en in de Europese besluitvormingsprocessen zal uit de NP’en zelf moeten komen (in de vorm van controle op de nationale regeringen). Ook tegen het instellen van een Volkscongres in welke vorm dan ook.

- Europese Commissie: elke lidstaat dient een eigen commissaris te behouden; geen wijzigingen in de procedure van een EC-voorzitter en in de procedure van Nice betreffende de individuele verantwoordelijkheid van een Commissaris en de relatie EP-EC

CONV. 415/02 Sant (NP Malta) en Vella (plv. NP Malta)

Commentaar ontwerp verdrag: de EU kan zich niet eindeloos uitbreiden. In plaats van uitbreiding moet er meer gebruik worden gemaakt van art. 42 voorstel Constitutioneel Verdrag, waardoor er een bevoorrechte relatie kan ontstaan tussen de Unie en de naburige staten.

CONV. 416/02 Bonde (EP DK) Vereenvoudiging en transparantie gaan samen: alle bindende wetgevingsinstrumenten moeten ‘EU-wet’ heten, deze zijn bindend, alle niet-bindende regels moeten ‘EU- aanbeveling’ worden genoemd. Dit dient ook om de transparantie naar de burger toe mogelijk te maken.

CONV. 422/02 De Villepin (RV Fr) en Fischler (RV DU)

EVDB: gezamenlijke voorstellen van Frankrijk en Duitsland inzake het EVDB:- “Solidariteit en gemeenschappelijke veiligheid” moet worden opgenomen in

de waardenparagraaf (art. 2 raamwerk) van het nieuwe verdrag. Tevens moet een politieke verklaring hierover aan het verdrag worden gehecht, waarin alle mogelijke dreigingen en risico’s moeten worden opgesomd. Dit moet als tussenstap worden gezien voor het realiseren van een Europees defensiebeleid (art. 17, lid 1 VEU).

- De mogelijkheid van versterkte samenwerking moet worden ingevoerd binnen het EVDB. De lidstaten, die dat wensen, kunnen de onder de vlag van de WEU aangegane verplichtingen overhevelen naar een versterkte samenwerking onder Europese vlag.

- In een protocol moet worden vastgesteld dat lidstaten zich mogen verplichten tot het verbeteren van militaire capaciteiten en tot het realiseren van meer samenwerking (m.n. harmonisering, bundelen van capaciteiten en bronnen en specialisatie). Tevens kunnen in dit Protocol de reeds bestaande samenwerkingsvormen tussen verschillende lidstaten worden vastgelegd als Europese projecten op basis van de versterkte samenwerking.

- Een Europese bewapeningspolitiek waaronder tevens de ontwikkeling van een Europese bewapeningsmarkt. Op basis van de versterkte samenwerking de totstandkoming van een Europees bewapeningsagentschap realiseren.

CONV. 423/02 Duff (EP VK) Wetgevende en uitvoerende bevoegdheden van de Unie: er moet een duidelijker onderscheid komen tussen de wetgevende en uitvoerende macht, waardoor uitoefening van bevoegdheden makkelijker en rationeler kan plaatsvinden. De artikelen 10, 202, 211 VEG dienen daarvoor te worden herzien.

CONV. 427/02 Raad v. Europa, ingediend door Lekberg (NP zweden)

Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid voor heel Europa: net als in de EU is een van de doelstellingen van de Raad van Europa (RvE) het creëren van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Het ligt voor de hand dat de Unie en de RvE samenwerken om dit te bereiken. De RvE kan een kader bieden waarbij

26 / 53

vertegenwoordigers van het continent samen kunnen komen om te discussiëren over onderwerpen van gemeenschappelijk belang. Steeds meer verdragen van de RvE staan open voor de EU, inmiddels is de Unie toegetreden tot 8 van dergelijke verdragen. Het is aan te bevelen dat de Unie ook toe kan treden tot het EVRM. Verder moet art. 303 VEG worden herzien, zodat er een betere samenwerking ontstaat op het gebied van de onderwerpen die nu onder de derde pijler vallen.

CONV. 429/02 Haenel (NP Fr) Europese identiteit: de Europese identiteit is niet slechts het uitdragen en bevorderen van gemeenschappelijke waarden, maar tevens het cultureel, humanistisch en religieus erfgoed (dit moet worden vastgelegd in de preambule van het verdrag en in een protocol dient het respecteren van de kerken, de religieuze gemeenschappen, de filosofische en niet-confessionele organisaties te worden vastgelegd) en de linguïstische en culturele diversiteit in de EU. Aan de doelstellingen van de EU moet worden toegevoegd: de wederzijdse kennis van culturen, het leren van buitenlandse talen, de ontwikkeling van Europese opleidingstrajecten en het bevorderen van het uitwisselen van oeuvres (scripties, teksten, etc.).

CONV. 430/02 Haenel (NP Fr) JBZ: teneinde een daadwerkelijke Europese operationaliteit te bewerkstelligen in de strijd tegen de grensoverschrijdende criminaliteit worden de volgende aanbevelingen gedaan:-vergroten van de operationele samenwerking van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en het versterken van gemeenschappelijke onderzoeksteams. -versterken van de bestaande organen, met name Europol en Eurojust en (voorzien in) de creatie van een Europees O.M.-op het niveau van de Raad moet een simpele samenwerking tot stand komen waardoor een daadwerkelijke coördinatie van het beleid gestalte kan krijgen.

CONV. 432/02 Pieters (plv. NP. België)

Sociale zekerheid in de Conventie: auteur heeft onderzoek gedaan onder alle parlementariërs van de lidstaten, kandidaat- lidstaten en het EP. Onderzocht werd wie er bevoegd zou moeten zijn voor een aantal aspecten van de soiale- zekerheidsproblematiek, de Unie of de Lidstaten en ten tweede de wijze waarop de Europese besluitvorming zou moeten worden georganiseerd en wat de rol zou moeten zijn van de verschillende Europese instellingen. Er zijn slechts 130 van de 8000 uitgezonden vragenlijsten beantwoordt. Toch komen er een aantal trends naar voren:- Leden van het EP willen meer dan hun nationale collegae de exclusieve

bevoegdheid van lidstaten inzake de sociale zekerheid bevestigd zien, terwijl parlementsleden van kandidaat- lidstaten het meest voorstander zijn van een gedeelde bevoegdheid.

- Met betrekking tot de financiering antwoorden nagenoeg alle EP- leden dat zulks door de lidstaten dient te geschieden, terwijl een vorm van gemengde financiering de voorkeur geniet van een derde van de parlementsleden van zowel de lidstaten als de kandidaat- lidstaten.

- De coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels als exclusieve gemeenschapszaak wordt door alle groepen onderschreven.

- De creatie door de EU van een eigen sociale zekerheidsstelsel voor personen die in gehele EU werken, zien een meerderheid van de nationale parlementsleden (zowel van de lidstaten als van de kandidaat- lidstaten) wel zitten

CONV. 433/02 Gabaglio (waarnemer Europese Sociale Partners)

Een constitutioneel verdrag voor een sociaal Europa van de burgers: om een betere politieke en sociale unie te krijgen is een andere aanpak nodig. Er moet eerst gekeken worden naar de beleidsterreinen en naar de uitdagingen die ze bieden. Vervolgens naar de rol die de instellingen spelen. Dialoog met sociale partners alsmede hun onafhankelijke positie moet een van de fundamentele pijlers worden van de Unie. De Europese Sociale Partners pleiten ervoor om het Handvest te incorporeren in het verdrag; ook moet de Unie toetreden tot het EVRM.Het HvJ moet hervormd worden zodat de sociale partners de mogelijkheid krijgen om zaken voor het Hof te brengen en het recht krijgen te worden geconsulteerd in zaken aangebracht voor het Hof. Zaken betreffende het sociale acquis en zaken die betrekking hebben op werknemers en hun rechten, moeten worden gebracht voor een apart arbeids- of sociaal gerecht, welke bestaat uit experts mede benoemd door de sociale partners.

27 / 53

Het verwezenlijken van een Sociale Unie moet tot uitdrukking worden gebracht in het verdrag. Er moeten twee verdragen komen. De eerste is een constitutioneel Unie verdrag en de tweede is verdrag waar de beleidsterreinen en competenties in staan.

CONV. 435/02 De Villepin (RV FR) en Fischler (RV DU)

Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: na het voltooien van de interne markt en de Euro is het creëren van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid de volgende etappe in het Europese integratieproces. Om die ruimte mogelijk te maken dienen de volgende zaken in het verdrag opgenomen te worden:- Een titel voor politie en justitie samenwerking in strafzaken waarbij Eurojust

geleidelijk wordt omgevormd tot een Europees O.M. en Europol tot een opsporingsorgaan

- Harmonisering van het materieel strafrecht- Vereenvoudiging van de erkenning en ten uitvoerlegging van rechterlijke

uitspraken uit lidstaten op civiel- rechterlijk terrein- Harmonisatie op het gebied van visa en asiel- Een gemeenschappelijke dienst die optreedt bij rampenInstitutionele veranderingen die nodig zijn om het bovenstaande mogelijk te maken:- Opheffen pijlerstructuur en de Unie voorzien van rechtspersoonlijkheid- Besluitvorming inzake politie en justitie samenwerking in strafzaken d.m.v.

QMV, dit na een overgangstermijn vergelijkbaar met art. 67 VEG.Het recht van initiatief berust zowel bij de EC als bij de lidstaten.

CONV. 436/02 Brok (EP DU) Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: dit is het gebied waarop de burger zal beoordelen of de Conventie succesvol is. De uitkomst van WG X zal moeten zijn:- Communautarisering derde pijler- Co-decisie procedure maximaal invoeren- Meer QMVEuropol, Eurojust en Eurobord moeten een basis krijgen in het verdrag:- Europol: integreren in eerste pijler; Eurojust: doorontwikkelen tot Europees O.M. en Eurobord: een nieuw op te richten grenswacht welke de externe grenzen van de Unie bewaakt. Door de communautarisering wordt verzekerd dat er parlementaire controle kan worden uitgeoefend, financiering komt uit het budget van de Unie en onderworpenheid aan het HvJ.

CONV. 437/02 Farnleiter (RV O’rijk), Bösch (NP O’rijk)

Nieuwe impulsen EVDB: nieuwe risico’s en bedreigingen maken het nodig dat er een breed veiligheidsbeleid wordt ontwikkeld. De zwakte van het buitenlandbeleid van de Unie manifesteerde zich tijdens de crisis in het voormalig Joegoslavië. Diplomatie is pas effectief indien het kan worden afgedwongen door daadwerkelijk militair ingrijpen. Dit betekent dat de Unie de mogelijkheid moet hebben om militairen in te zetten voor crisisbeheersing, maar ook voor het nastreven van de doelstellingen van art. 11 VEU.De snelle interventie macht met zo’n 3000 tot 5000 militairen moet op de middellange termijn worden omgezet in een permanente eenheid die onder het bevel van de EC valt. Harmonisatie van het EU en NAVO lidmaatschap is gewenst. Ook zullen er gemeenschappelijke maatstaven voor de strijdkrachten moeten komen, één daarvan zal moeten zijn dat de uitgave voor defensie rond de 2 % van het BNP moet liggen en dat er op het gebied van de bewapening wordt samengewerkt.

CONV. 438/02 Lord Tomlinson (plv. NP VK)

Europese ombudsman in het verdrag: er moet een bepaling komen over de Europese ombudsman in het nieuwe verdrag, hetgeen in het voorontwerp ontbreekt. Het recht om een klacht in te dienen, moet ook worden opgenomen in het verdrag.

CONV. 439/02 Meyer (NP DU) Uitvoerbaarheid Handvest grondrechten en verbetering van rechtsmiddelen: het Handvest maakt deel uit van het gemeenschapsrecht, maar handhaving ervan kan niet worden afgedwongen door een individu. Dit moet veranderen, de burger moet het recht krijgen een klacht in te dienen bij het HvJ

CONV. 440/02 Wagener (plv. NP Lux.)

Gelijke kansen voor mannen en vrouwen: het beginsel van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen moet in het toekomstige constitutionele verdrag worden genoemd op meerdere plaatsen: bij de waarden, doelstellingen, in het Handvest, democratische gehalte van de Unie (titel VI) en in het beleidsgedeelte.

28 / 53

CONV. 443/02

02/12/2002

Avgerinos (NP Griek.) en Ioakimidis (plv. PV Griek.)

Opmerkingen ontwerp verdrag: één van de belangrijkste elementen die het voorstel Constitutioneel verdrag mist, is een duidelijk en veelomvattend idee over hoe de besluitvorming moet plaatsvinden in een uitgebreide unie.

CONV. 444/02 Katiforis (RV Griek.)

Bescherming van de burger tegen ongelukken en rampen: veiligheid en de bescherming van burgers tegen ongelukken en rampen is een complexe aangelegenheid. Het omvat vrij veel beleidsterreinen en het is gefragmenteerd. Dit moet veranderen, in het nieuwe verdrag moeten een aantal algemene principes worden opgenomen. Er zijn drie opties:- Er wordt niets opgenomen in het verdrag; gezien het belang van het

onderwerp lijkt dit niet de juiste aanpak- Versterken van de bestaande terminologie; door het definiëren van de termen

‘safety’ en ‘security’- Algemene aanpak; hierbij worden een aantal principes opgenomen in het

verdrag., zoals het bevestigen van de doelstelling dat het leef en werkklimaat constant wordt verbeterd, verduidelijken van de termen ‘safety’ en ‘security’, als grondrecht opnemen dat burgers recht hebben op veiligheid in de hele Unie en recht hebben op hoge standaard van kwalitatieve nazorg.

CONV. 447/02 Meyer (NP DU) Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: uitbreiding van het gebied van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid is een belangrijke missie van de EU. Dat kan op de volgende gebieden:- Visa en asiel; ontwikkelen gemeenschappelijk asielbeleid- Samenwerking in civiele zaken- Politie en justitie samenwerking- Rechterlijke controle (HvJ)

CONV. 448/02 Barnier en Vitorino (EC)

Vrede, vrijheid en solidariteit –mededeling EC institutionele structuur: wat de Unie nodig heeft is het vereenvoudigen van de werkmethoden en het hervormen van de instellingen, waarbij het institutionele evenwicht, zoals die nu geldt, niet wordt verstoord. Hervormingen op het gebied van wetgeving: het recht van initiatief van de EC uitbreiden tot het hele terrein van de wetgeving, co-decisie voor het EP en QMV in de raad. Voor bepaalde gevoelige kwesties kan gebruik worden gemaakt van stemmen met versterkte meerderheid. In deze gevallen dient het besluit de steun te ontvangen van driekwart van de regeringen, die tweederde van de totale bevolking van de Unie vertegenwoordigen.De rol van de EC op economisch terrein moet veranderen. De EC moet voorstellen voor algemene richtsnoeren doen voor het economisch beleid en schriftelijke aanmaningen kunnen uitdelen; wijzigingen kunnen dan alleen met instemming van de EC plaatsvinden.Er moet een aparte Ecofin Raad voor de Eurozone worden ingesteld, ook moet er een oplossing komen inzake de internationale vertegenwoordiging van de Euro bij internationale financiële instellingen (zoals bij het IMF).De functies van Hoge Vertegenwoordiger en Commissaris voor buitenlandse betrekkingen moeten worden samengevoegd. Een nieuw ambt van secretaris van de Unie wordt in het leven geroepen. Hij wordt in onderlinge overeenstemming benoemd door de Europese Raad en de voorzitter van de EC Het recht van initiatief op het gebied van GBVB wordt door de secretaris autonoom uitgeoefend. Ook wordt hij verantwoordelijk voor de uitvoering van gemeenschappelijke beslissingen.Het verdrag moet meer mogelijkheden bieden voor de wijze van financiering van de Unie. De begroting moet door middel van de co-decisie procedure tot stand komen waarbij het onderscheid tussen verplichte en niet- verplichte uitgaven moet komen te vervallen.Hervorming EP: algemene toepassing co-decisie procedure- een eenvormige verkiezingsprocedure, kiezers moeten aan de hand Europese

kieslijsten twee stemmen kunnen uitbrengen.Hervorming Raad: eenparigheid vervangen voor QMV, dubbele meerderheid en versterkte meerderheid

CONV. 452/02 Lamassoure (EP FR)

Nieuwe instellingen van een nieuw Europa: de Unie is nogsteeds afhankelijk van instellingen die zijn ontworpen door en voor de zes originele leden. De structuur

29 / 53

moet nodig worden hervormd zodat de instellingen makkelijk, effectiever en democratischer kunnen werken. De legitimatie van de EC moet worden vergroot. Dit kan door de voorzitter van de EC te benoemen door het EP of door een congres van nationale parlementen. De overige EC leden worden door de voorzitter benoemd, hij bepaalt wie en hoeveel leden er zullen zijn. De EC moet worden omgevormd tot een Europese Autoriteit.

CONV. 453/02 Lamassoure (EP FR)

Hervorming EP: drie hervormingen worden voorgesteld teneinde de doeltreffendheid en effectiviteit van het EP te vergroten:-een plafonnering van het aantal leden op 650 volgens een verdeelsleutel die meer recht doet aan de demografische verhoudingen. De verdeling moet bij elke uitbreiding van de EU geactualiseerd worden en vervolgens iedere 10 jaar.-het electorale systeem moet worden genoemd in het verdrag: de beste oplossing zou zijn elke lidstaat te verplichten een x-aantal afgevaardigden te kiezen/af te vaardigen waarbij de bestaande regio’s zouden worden beschouwd als Europese kiesdistricten. De (proportionele) vertegenwoordiging moet overeenkomen met zowel de politieke tradities binnen de EU als met de praktijk zoals deze op dit gebied bestaat in de huidige lidstaten. -het EP beletten buiten de oevers van haar bevoegdheden te treden: in het EP worden vele debatten gevoerd en aanbevelingen gedaan die geen deel uitmaken van de wetgevende bevoegdheid van het EP. Het EP dient zich in de toekomst te concentreren op die activiteiten waarvoor zij een daadwerkelijk Europese bevoegdheid bezit.

CONV. 454/02 Borrell (NP SP), Carnero (EP SP) en Garrido (plv. NP SP)

Integratie gendersperspectief in constitutioneel verdrag: op een aantal plaatsen in het nieuwe verdrag moet een verwijzing hiernaar komen, de belangrijkste daarvan zijn: de waarden, de doelstellingen (gelijkheid tussen mannen en vrouwen), een aparte titel “Gelijkheid tussen mannen en vrouwen” bij Beleid op andere specifieke gebieden (titel 3A) en een verwijzing naar gendergelijkheid in het gedeelte betreffende het extern optreden.

CONV. 455/02 Borrell (NP SP), Carnero (EP SP) en Garrido (plv. NP SP)

Een Europese constitutie voor vrede, solidariteit en mensenrechten: Europa moet een grote stap voorwaarts zetten zodat het kan worden gekwalificeerd als een federaal verband waardoor het daadwerkelijk een politieke Unie kan worden. De uitvoerende macht ligt bij de Europese Raad en bij de Raad, welke beslist bij QMV. Er blijven in totaal drie Raden over en de EC De wetgevende macht berust bij het EP en een nieuw op te richten ‘Chamber of the States’, welke bestaat uit regeringen. De wetgevende functie die door de Raad wordt verricht wordt door deze kamer overgenomen.

CONV. 456/02 Tajani (EP IT) Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: deze ruimte kan pas worden bereikt wanneer we de gemeenschappelijke waarden hebben vastgesteld. Die waarden komen tot uitdrukking in de fundamentele rechten voor de burgers en de wegen om die rechten veilig te stellen. Daar waar de fundamentele rechten in het geding zijn, moet unanimiteit in de Raad gelden. Een Europees O.M. is onacceptabel.

CONV. 457/02 Michel (RV Bel.) De Vries (RV NL) en Santer (RV Lux)

Beneluxmemorandum: de Unie moet beschikken over sterke gemeenschappelijke instellingen, de communautaire methode moet voorrang worden gegeven. De Benelux is geen voorstander van nieuwe instellingen, de bestaande instellingen moeten doeltreffender worden gemaakt. De rotatie voor de Raad moet behouden blijven, een voorzitterschap dat buiten de raad wordt gekozen is onaanvaardbaar.

CONV. 460/02 Andreani (plv. RV FR)

De plaats van cultuur in het toekomstig verdrag: bevordering en respect van de culturele diversiteit in de Unie dient een plaats te krijgen tussen de doelstellingen van de Unie in het nieuwe verdrag, zoals het tevens een plek heeft gekregen in het Handvest van de Grondrechten. Daarnaast dient deze doelstelling ook worden opgenomen in de doelstellingen van het Europees Extern optreden. Voorts moet een verwijzing worden opgenomen in de paragraaf betreffende de diensten van algemeen economisch belang en in de paragraaf inzake steunmaatregelen van de staten die verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt.

CONV. 463/02 Giannakou (NP GR)

Het EVDB: de omvang van het EVDB wordt bepaald door de militaire mogelijkheden van de snelle interventie macht. Deelname aan de militaire mogelijkheden dient vrijwillig te zijn. Indien men besluit mee te doen is het leveren van een bijdrage aan het EVDB verplicht, hetgeen betekent dat lidstaten verplicht kunnen worden hun bewapeningsbeleid aan te passen aan dat wat het

30 / 53

EVDB nodig heeft. Op de lange termijn is dan een bewapeningsagentschap of bureau mogelijk. Bij het uitvoeren van crisisoperaties ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij het Politiek en Veiligheid Comité.

CONV. 464/02 16/12/2002

Giannakou (NP GR)

Drugsbestrijding een nieuwe doelstelling van de gedeelde bevoegdheden van de EU: gegeven het terrein is het nodig dat de bevoegdheden van de Unie op dit terrein worden versterkt door de breedte van de interventies duidelijk aan te geven.

CONV. 465/02 Duff (EP VK) Commentaar voorontwerp constitutioneel verdrag: kritiek op art. 7, 8 en 9. Er moet een strikter onderscheid komen tussen de wetgevende en uitvoerende macht. Een kompetenz- katalog is onwenselijk.

CONV. 466/02 Söderman (Eu. ombudsman)

Plaats van de ombudsman in het verdrag: er moet een bepaling komen omtrent de ombudsman in het nieuwe verdrag. In de meeste landen wordt het bestaan, de onafhankelijkheid en het mandaat nadrukkelijk in de grondwet geregeld

CONV. 467/02 Lamassoure (EP FR), Brok (EP DU) en Weurmeling (plv EP DU)

Verklaring van nationale parlementen in de preambule van het verdrag: iedere lidstaat moet de mogelijkheid krijgen een verklaring te formuleren in de preambule. Hierdoor kunnen ze uitdrukking geven over wat ze van Europa verwachten. Alhoewel het niet juridisch bindende verklaringen zijn, helpen ze de gemeenschappelijke binding te versterken.

CONV. 468/02 Nagy (plv NP Bel) en Voggenhuber (EP O’rijk)

Diensten van algemeen belang: deze diensten moeten worden opgenomen in het verdrag (doelstellingen en waarden) om o.a. een politiek signaal af te geven naar de burgers (een Europees recht op diensten van algemeen belang). Bovendien moet in het deel Beleid op andere specifieke gebieden (Titel A3) van het raamwerk een nieuwe titel worden ingevoerd: diensten van algemeen belang en diensten van algemeen economisch belang.

CONV. 469/02 Puwak (RV Roem.), Ene (plv. RV Roem)

Ondersteuning mededeling van de EC over de institutionele structuur: de EC moet functioneren als onafhankelijk instituut, rekeninghoudend met democratie, transparantie en gelijkheid.

CONV. 470/0222/12/2002

De Villepin (RV FR) en Fischer (RV DU)

Economisch bestuur: er moet een betere coördinatie komen op het terrein van het economisch beleid, zeker in de Eurozone. Dit kan o.a.:- Door het versterken van de samenhang en besluitvorming in de Eurozone- Het convergeren van de belastingen en zodoende de interne markt voltooien- Enkelvoudige representatie van de Eurozone in internationale financiële

instellingen.CONV. 474/0307/01/2003

Lichtenberger c.s.

Duurzaamheid en bescherming van het milieu opnemen in het verdrag: duurzaamheid en het verbeteren van de kwaliteit van het milieu hangen samen met andere beleidsterreinen van de Unie. Het integratiebeginsel dient te worden gehandhaafd. De principes die zijn aangenomen door de Aarhus Conventie dienen in het toekomstig verdrag te worden vastgelegd.

CONV. 476/03 Bruton (NP Ier) Voorstel voor de benoeming van de voorzitter van de EC: gegeven de politieke ambitie en de leidende positie die aan de EC in de toekomst toebedeeld wordt, is het niet anders dan logisch dat de president van de EC wordt gekozen. Europese burgers moeten niet alleen het gevoel, maar ook de mogelijkheid krijgen om door middel van hun stemrecht de samenstelling van de EC, alsmede de richting waarin de Unie zich voortbeweegt, te veranderen. Er moeten Europese president verkiezingen komen. De president moet niet gekozen worden door het EP, er moet een strikte scheiding zijn tussen de uitvoerende en wetgevende macht.

CONV. 478/03 Haenel (NP FR) c.s.

De plaats van sport in het toekomstig verdrag: in het nieuwe verdrag moet “sport” worden opgenomen. Twee mogelijkheden daartoe worden genoemd:-een nieuw artikel in het geheel gewijd aan sport met daarin o.a. de doelstellingen waarmee de communautaire bevoegdheid kan worden bepaald-indien de eerste optie om redactionele redenen niet mogelijk is, moet sport worden genoemd op een zelfde wijze als bijvoorbeeld cultuur, gezondheid en onderwijs zullen worden vermeld.

CONV. 479/03 Beres (plv EP FR) en Hänsch (EP DU)

Essentiële elementen van een Europese Grondwet: de Unie heeft een dubbele legitimiteit een Unie van Staten en een Unie van Volkeren.Solidariteit en sociale zekerheid moeten opgenomen worden als een van de beginselen van de Unie. Het Handvest dient geïncorporeerd te worden in het verdrag.Na verkiezingen van het EP moet de voorzitter van de EC door het EP gekozen worden. Nadat het EP het vertrouwen in de EC heeft opgezegd en er binnen drie

31 / 53

maanden geen nieuwe voorzitter is gekozen, kan het EP worden ontbonden.Het voorzitterschap van de Raad moet zodanig georganiseerd worden, dat rekening gehouden wordt met de continuïteit en effectiviteit.

CONV. 480/03 Weurmeling (plv. EP DU)

Verwijzing naar godsdienst in constitutioneel verdrag: de waarden van de Unie zijn gebaseerd op de waarden van zij die geloven in God als bron van waarheid. Dit moet in het verdrag opgenomen worden.

CONV. 481/03 O’Sullivan (plv EC)

Bijdrage voorontwerp constitutie van de EU: het plaatsvervangend lid van de EC biedt de Conventie in deze brief het Penelope-project aan. Het conceptverdrag is niet aangenomen door de EC en moet slechts beschouwd worden als een werkdocument. Desalniettemin acht de auteur van belang dat alle Conventieleden kennis zullen nemen van het ontwerpverdrag Penelope.

CONV. 485/03 Kohout (RV Tsjechië)

Nonpaper over de hervormingen van EU instellingen: zowel de Raad als het EP moeten betrokken zijn bij de benoeming van de voorzitter van de EC vasthouden aan het principe van één lidstaat – één commissaris moet behouden blijven. De EC moet zich verantwoorden in het EP. Indien het EP de EC wil ontbinden is bekrachtiging van een dergelijk voorstel nodig door de Raad. Wanneer de Raad een besluit van het EP wenst te verwerpen, moet dat nu door middel van unanimiteitsbesluitvorming. In de toekomst kan dit door middel van consensus geschieden. Dat houdt in dat 23 lidstaten voor moeten zijn. Waar besluitvorming in de Raad door QMV geschiedt, moet in het EP de co-decisie procedure gelden.Er moet een bepaling komen die ontbinding van het EP mogelijk maakt.Een subsidiariteitstoets moet door NP kunnen worden verricht (ex post). Als de helft van de NP’en bezwaren heeft zou de EC het voorstel moeten heroverwegen. Een subsidiariteittoets ex ante door het HvJ moet ook tot de mogelijkheden behoren van NP’en.De Hoge Vertegenwoordiger moet deel uitmaken van de EC hij krijgt het recht van initiatief in GBVB zaken. Hij is vice- voorzitter van de ECEr hoeft geen vaste voorzitter van de Raad te komen, maar een team van voorzitters,. Ieder vakraad heeft dan een andere voorzitter.

CONV. 486/03 Paciotti (plv EP IT)

Het voorzitterschap van de Unie en haar instellingen: er moet een vaste voorzitter komen van de EC die door zowel de Raad als het EP wordt benoemd.De Europese Raad van staatshoofden en regeringsleiders moet een echte instelling worden. Het voorzitterschap van deze Raad kan rouleren.

CONV. 487/03 Duff (EP VK) c.s.

Hoofdonderdelen van de institutionele hervorming: de raad:- besluitvorming d.m.v. QMV. Indien de Raad bezig is met wetgeving dient dat in het openbaarheid te geschieden. Het parlement: - standaard moet de co–decisie procedure gelden. Verkiezingen moeten via een Europese kieslijst plaatsvinden.

CONV. 488/03 Severin (plv NP Roem.)

Institutionele hervormingen: Europa moet zich ontwikkelen in de richting van een federale staat, waarbij er een strikte scheiding moet komen tussen de drie machten waardoor ‘checks and balances’ op communautair niveau gewaarborgd is. Verdeling van macht moet als volgt:- uitvoerend bij de EC en de Uitvoerende Raad/ Coordinatieraad- wetgevend bij het EP en de Wetgevende Raad- rechtspraak bij een systeem van Europese rechtbanken en een nieuw Europees

Constitutioneel Hof.De Raad wordt opgesplitst in een executieve en een wetgevende afdeling, waarbij de eerste wordt gevormd door de Staatshoofden en Regeringsleiders (de Europese Raad). De Coördinatieraad wordt gevormd door de ministers van Europese Zaken. De Wetgevende Raad is een soort Senaat, gevormd door persoonlijke vertegenwoordigers van StaatshoofdenHet EP moet direct worden gekozen van in een systeem van Europese kiesdistricten Zij moet ook over het recht van initiatief beschikken. Een Congres van Europese Volkeren moet worden opgericht. Het Congres zal moet waken en besluiten over de toekomst van de Unie, ook zal het de voorzitter van de EC moeten benoemen. Het moet dezelfde structuur als de Conventie krijgen.

CONV. 489/03 De Villepin (RV Fr) en Fischer (RV DU)

Institutionele architectuur van de Unie: hervorming van de instellingen moet duidelijkheid, legitimatie en efficiëntie tot gevolg hebben.Het Handvest van de Grondrechten moet worden opgenomen zodat de burger zich kan identificeren aan de waarden van de Unie.

32 / 53

De Europese Raad, taken worden:- samen met de EC het vastleggen van politieke en strategische doelstellingen

en- algemene richtlijnen en principes van het GBVB- Het benoemen, door middel van QMV, van de voorzitter voor de zuur van vijf

jaar of voor de duur van 2 ½ jaar met de mogelijkheid tot herbenoeming.De voorzitter van de Raad heeft twee hoofdtaken, ten eerste moet hij de Europese Raad voorbereiden en voorzitten, ten twee vertegenwoordigt hij de Unie naar buiten, rekeninghoudend met de bevoegdheden van de voorzitter van de EC De Commissie:- moet beschikken over de instrumenten die het mogelijk maken dat ze effectief

kan toezien op de naleving van het gemeenschapsrecht. Op economisch gebied moet zij het stabiliteitspact goed bewaken.

- De voorzitter wordt gekozen, na EP-verkiezingen, door het EP en de Europese Raad.

- De voorzitter stelt de EC samen en de voltallige EC behoeft goedkeurig van het EP en de Europese Raad.

Het EP is medewetgever en daar waar er in de Raad bij QMV wordt besloten dient het EP bij co-decisie te mede te beslissen. De rol die het EP speelt in de begrotingsprocedure moet worden verbeterd, zodat het over de alle inkomsten en uitgaven kan meebeslissen.De Raad:- Moet een grotere rol, in de uitvoering, in JBZ en in GBVB zaken spelen - Besluitvorming door QMV, hetgeen transparant moet geschieden en alle

documenten openbaar dienen te worden gemaakt.- Het voorzitterschap van de vakraden varieert. Zo wordt de voorzitter van de

Ecofinraad en de voorzitter van de JBZ-raad gekozen uit een van de ministers voor de periode van twee jaren. De Algemene Raad wordt voor gezeten door de Secretaris- Generaal en de Buitenlandraad door de Europese Commissaris voor Externe Betrekkingen.

Het laatstgenoemde ambt ontstaat door het samenvoegen van de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissaris voor Externe Betrekkingen. Hij heeft het initiatiefrecht op GBVB –gebiedNP’en kunnen een brug vormen tussen de burgers en de Unie, ze moeten daarom een rolspelen in het Europese proces door de subsidiariteitcontrole uit te oefenen..

CONV. 490/03 Hjelm-Wallen (RV Zweden), Tiilikainen (RV Finland) en Roche (RV Ier)

Een constitutioneel verdrag; openheid en goed bestuur van de instellingen: een voorwaarde van democratie is dat burgers invloed kunnen uitoefenen op het beleid. De werking van het huidige art. 255 VEG (welke toegang verschaft tot documenten) moet worden verbeterd.Een regeling betreffende ‘goed bestuur’, zoals voorgesteld door WG V, dient ook opgenomen te worden in het verdrag.

CONV. 491/03 Timmermans (NP NL)

De toekomst van het Europees statistisch systeem: Europa kan niet democratisch functioneren zonder objectieve en vergelijkbare statistieken. Het verkrijgen van communautaire statistische gegevens is iets dat onder de bevoegdheid van de Unie valt, hetgeen moet worden neergelegd in titel III, Bevoegdheden en Optreden van de Unie, van het voorontwerpverdrag

CONV. 492/03 Zieleniec (NP Slovenië)

De kwestie van het voorzitterschap in de Unie: er dreigt een patstelling te ontstaan tussen de voor- en tegenstanders van een vaste voorzitter van de Unie. Een compromis zou kunnen zijn dat er een voorzitter wordt benoemd door de Europese Raad met een bevoorrechte positie op extern terrein. Hij wordt de hoogste vertegenwoordiger van de Unie op dit gebied. Intern handelend zal hij rekening moeten houden met het roulerend voorzitterschap van de Raad, dat gehandhaafd blijft.

CONV. 493/03 Valchev (NP Bulg)

Bijdrage aan het debat over het functioneren van de instellingen: in een Unie met 27 lidstaten is het roulerend voorzitterschap wellicht niet in staat om te voldoen aan het aantal taken en uitdagingen, echter dit is het beste systeem om de lidstaten het idee te geven dat ze invloed hebben op Europese aangelegenheden. Het roulerend voorzitterschap moet op één of ander wijze gehandhaafd te blijven

CONV. 494/03 Comité van de Regio’s

Reactie Raamwerk: - Respect voor regionale en locale identiteiten moet worden opgenomen in het

33 / 53

(waarnemers) constitutionele verdrag (art. 1 en art. 2 raamwerk)- Het Handvest van Grondrechten moet in het verdrag worden opgenomen (ofwel in geheel ofwel middels een protocol)- Aan de bevoegdheden en het optreden van de Unie moet consultatie en

samenwerking tussen alle overheidsniveaus worden toegevoegd (art. 7 raamwerk). Daarnaast moet de rol van het COREG in de prelegislatieve fase worden erkend.

- Het COREG moet net als de NP-en toegang krijgen tot het Hof bij niet inachtname van het subsidiariteitsbeginsel.-

- In de co-decisieprocedure moet het principe van consultatie van het COREG worden opgenomen en de verplichting tot motivatie indien het advies van het COREG niet wordt gevolgd.

CONV. 495/0320/01/2003

Teufel (NP DU) Freiburg ontwerp Europees Constitutioneel Verdrag: dit voorstel ontwerp verdrag is het resultaat van een academische Duits-Franse werkgroep. Het bestaat uit twee delen: een constitutioneel deel en een deel waarin de beleidsterreinen zijn opgenomen. Nadruk, door de werkgroep, is gelegd op zaken die tijdens de Europese Raad in Nice en Laken extra aandacht kregen. Dit zijn:- Goede bevoegdheidsafbakening tussen de Unie en de lidstaten- Bescherming van mensenrechten - Vereenvoudiging van de verdragen- Hervorming van de institutionele structuur, waarbij er rekening wordt

gehouden met de rol van de NP’en CONV. 496/03 Roche (RV Ier) Benoeming van de voorzitter van de Commissie: aanstellen van de voorzitter van

de EC door het verdrag van Nice heeft de volgende kenmerken:- De Raad vervult de hoofdrol- Door QMV kan er een EC worden benoemd die niet door alle lidstaten wordt

gesteund- Rol van het EP is passief, slechts bevestigen van de voorstellen van de Raad- De voorzitter en de overige leden worden in verschillende rondes benoemd,

maar de EC wordt in zijn geheel aangesteld.Voorstellen voor verandering: er is een brede consensus over het feit dat de EC haar legitimatie krijgt van zowel het EP als de lidstaten, er moet een systeem komen die met deze legitimatie rekening houdt. De oprichting van een Kiescollege, puur en alleen voor het kiezen van de voorzitter van de EC, kan aan deze eis tegemoet komen. In het Kiescollege is een rol weggelegd voor zowel het EP als de NP’en.

CONV. 497/03 ECOSOC (waarnemers)

Twee voorstellen voor het constitutioneel verdrag van de Unie: voorstel over hoe art. 23 (raadgevende organen van de Unie) en art. 34 (participerende democratie) moet komen uit te zien. In art. 23 moet een lid komen over het ECOSOC en een ander lid dat moet gaan over de Comité van de Regio’s. In art. 34 moet een bepaling komen over ‘civil dialogue’ en een bepaling over ‘social dialogue’.

CONV 498/03 L.Michel (RV Belg),P. Andreani (plv RV Fr)

Diensten van Algemeen belang: Deze diensten zijn van fundamenteel belang voor het Europese model en moeten derhalve worden opgenomen in de doelstellingen van de EU. Voorts moet in de bevoegdhedentitel van het verdrag een apart artikel inzake deze diensten worden opgenomen met daarin mogelijkheden tot optreden, een lijst met doelstellingen en middelen tot financiering.

CONV. 499/03 Voggenhuber (EP O’rijk)

De eenheid van Europa: dit is een ontwerp constitutioneel verdrag, met de volgende titels, die mogelijk opgenomen zouden kunnen worden:1 De eenheid van Europa: hierin staat dat de constitutie een eenheid creëert welke welke geen federaal verband is, over rechtspersoonlijkheid beschikt en over één systeem van instellingen en procedures.2 Een ruimte van vrijheid: de Unie respecteert de fundamentele rechten en

vrijheden. Het Handvest van Grondrechten moet worden opgenomen in dit deel van de constitutie.

3 Democratie: gebaseerd op een republikeins model, waarbij er met name rekening wordt gehouden met de autonome positie van lokale overheden. Wetgeving komt tot stand door samenwerking tussen het EP en een Wetgevende Raad. Waarbij het EP, naast de EC, ook het recht van initiatief heeft en de co-decisie procedure gehanteerd wordt. De Wetgevende Raad

34 / 53

besluit bij QMV, wordt de ‘Tweede Kamer’ inzake wetgeving, gevormd door de bestaande Algemene Raad. De EC, die de uitvoerende macht is, is verantwoording schuldig aan het EP. De voorzitter van de EC wordt gekozen door het EP. Het HvJ wordt het constitutionele Hof van de Unie, en krijgt de mogelijkheid op een subsidiariteittoets te verrichten.

4 Ruimte van sociale zekerheid, rechtvaardigheid en solidariteit: volledige werkgelegenheid moet een van de doelstellingen van de Unie worden

5 Ruimte van welvaart en duurzame ontwikkeling: duurzame ontwikkeling, bescherming van het milieu, behoud van natuurlijk erfgoed en de bescherming van dieren moeten waarden worden die door de Unie bescherming genieten

6 Ruimte van interne veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid: dit wordt gecommunautariseerd, waaronder ook het Europol verdrag.

7 Vrede: ontwikkeling van GBVB, ook moet de Unie ernaar streven tot het verkrijgen van een permanente zetels in de VN Veiligheidsraad.

CONV. 500/03 Lekberg (NP Zweden)

Verkiezing van de voorzitter van de EC door NP’en: de legitimiteit van de EC neemt toe als de voorzitter gekozen is door de NP’en, immers de democratische legitimatie van de EC neemt toe. Procedure moet als volgt zijn:De raad nomineert drie of vier kandidaten, daarna organiseert het EP hoorzittingen met de kandidaten. Na de hoorzittingen stem het EP over de kandidaten waardoor duidelijk wordt welke de meeste voorkeur geniet. Daarna stemmen de NP’en over de kandidaten en hij die het hoogst aantal stemmen heeft verkregen, wordt voorzitter van de EC

CONV. 501/03 Fontelles (NP SP)

Laten we God hier buiten laten: de integratie is tot nu toe een politiek proces geweest, gebaseerd op secularisering. Er is in het verdrag geen verwijzing te vinden naar de godsdienstlijke waarden. Dat is niet zonder reden, gezien de godsdienstoorlogen die vroeger in Europa hebben geheerst. Een verwijzing naar God moet derhalve achterwege blijven.

CONV. 503/03 Haenel (NP FR) c.s.

De rol van NP’en: naarmate de rol die NP’en spelen toe neemt, zal de Unie meer democratisch worden en dichter bij de burgers komen te staan. De rol van NP’en moet zijn:- Controleren van nationale regeringen. Om de controle effectief te laten

verlopen moeten de NP’en samenwerken, dat doen de regeringen ook in de Raad

- Is onmisbaar in het verankeren van Europa in de lidstaten.- Er is een grote overlapping op de terreinen waar de Unie en de lidstaten

bevoegd zijn. Europese zeken zijn geen buitenlandse zaken meer, zo spelen de NP’en een rol daar waar Europese regelgeving op nationaal niveau moet worden geïmplementeerd Deze verantwoordelijkheid moeten de NP’en nadrukkelijk nemen.

Zo kan een hervormd COSAC worden gebuikt als interparlementair forum waar van gedachten gewisseld kan worden.

CONV. 505/03 Söderman (Eu. Ombudsman)

Het functioneren van de instellingen: rekening moet worden gehouden hoe de burgers aankijken naar de wijze waarop de instellingen functioneren:- Openheid: burgers vinden nog steeds dat de instellingen in beslotenheid

functioneren- Goed bestuur: het functioneren van de instellingen vinden burgers nog te

bureaucratisch- Rechtsstaat: het functioneren van de instellingen moet conform de rechtsstaat

geschieden met respect voor de fundamentele grondrechten.CONV. 506/03 Duhamel (EP

FR)Benoeming van de voorzitter van de EC: Drie argumenten voor het verkiezen van de EC-voorzitter door het EP:-een gekozen voorzitter heeft meer legitimiteit-het waarborgt het politieke pluralisme van de EC-het bevordert het democratisch gehalte van de EUIn het verdrag moet de verkiezingsmethode worden vastgelegd; voorbeeld daarbij is de methode die gebruikt wordt in Zweden bij het kiezen van de premier. De Europese Raad dient de aanstelling te bevestigen.

CONV. 507/03 Lamassoure (EP FR)

Het evenwicht in de instellingen: De auteur komt met meerdere voorstellen teneinde de institutionele balans te behouden en de Unie dichter bij de burger te brengen:

35 / 53

De burgers: een uniform, direct verkiezingssysteem voor de verkiezingen van het EP; de EC-voorzitter moet verkozen worden door het EP middels een gewone meerderheid, elke Europese partij kiest een lijsttrekker die tevens kandidaat is voor de functie van EC-voorzitter; invoeren van een Europees referendum tezamen met het recht van petitie. Deze hervormingen zijn noodzakelijk om de reeds voorgenomen referenda in de (kandidaat-)lidstaten positief te doen uitvallen. Verhouding kleine, middelgrote en grote lidstaten: Indien het EP een gelijke wetgevende macht krijgt als de Raad, dan kunnen de verhoudingen tussen de verschillende lidstaten worden gemeten in termen van zowel het EP als de Raad i.p.v. de huidige situatie waarin slechts de verhoudingen in de Raad tellen. In een uitgebreide Unie zullen bovendien de huidige verhoudingen in de Raad worden omgedraaid: de kleinen lidstaten zullen oververtegenwoordigd zijn. Voor de toekomst komt de auteur met 2 opties:a) de samenstelling van het EP wordt veranderd en proportioneel gemaakt aan de

bevolkingspercentages van de lidstaten. In dat geval kunnen de stemwegingen in de Raad worden afgeschaft: een besluit vertegenwoordigt automatisch een meerderheid van de bevolking (EP) en een meerderheid van de lidstaten (Raad).

b) Er worden geen wijzigingen aangebracht in de samenstelling van het EP. In dat geval blijven de kleine lidstaten oververtegenwoordigd en is een bepaalde stemmenweging in de Raad een noodzaak.

De eerste optie is de gemakkelijkste en meest effectieve.Europese Commissie: de EC-voorzitter moet zelf zijn eigen EC samenstellen, een bevestiging van die samenstelling moet komen van de ER middels een eenvoudige dubbele meerderheid of een QMV. (Europese) Raad: Een Europese president is geen optie, de EU heeft reeds een collectieve president, de ER. De ER zal i.p.v. de EC boven de partijen staan, derhalve zal er sprake zijn van een duale onafhankelijkheid om de Europese belangen te behartigen.Een Europese Minister van BZ is een goed voorstel (conclusies WG Extern optreden).N.a.v. onder andere het Benelux-memorandum mag geconcludeerd worden dat een “multi-voorzitterschap” van de Unie meer kans van slagen zal hebben dan het behoud van het huidige roterende voorzitterschap. Betrokkenheid van de NPen is zeer gewenst, met name bij de coördinatie van beleidsterreinen die onder de nationale verantwoordelijkheid vallen, zoals belasting en begroting.

CONV. 509/03 Kiljunen (NP Fin.), Vanhanen (NP Fin), Korhonen (plv. NP Fin) en Helle (plv NP Fin)

Standpunt van Finland (Fins Parlement): doelstellingen voor de Conventie:- De positie van het Finse parlement, inzake Europese regelgeving, mag niet

verzwakt worden.- Het verdrag moet de bevoegdheden van het Unie duidelijk afbakenen- Gebruik van de open-coördinatiemethode moet tot een minimum beperkt

blijven. In plaats daarvan moeten procedures komen die onderhevig zijn aan democratische controle.

Rol instellingen:De Europese Raad is een aparte instelling die tot taak heeft het stimuleren en het vastleggen van de politieke beleidslijnen. QMV past niet in deze rol die de Europese Raad vervult. Het voorstel omtrent het voorzitterschap zoals door de Franse en Duitse regering gedaan, verdient niet de voorkeur. De voorzitter zou namelijk dan ook de autoriteit moeten hebben om, namens de grote lidstaten en namens de lidstaten die permanent lid zijn van de VN Veiligheidsraad en die nucleaire wapens bezitten, te spreken. Dat zal niet snel gebeuren. Het roulerend voorzitterschap is niet de oorzaak van het moeilijk operen van de Raad. De oorzaak is gelegen in politieke onwil.De Raad moet meer wetgevende bevoegdheden krijgen, QMV moet leidend worden. Voorzitterschap kan roulerend blijven maar moet terug naar de originele betekenis namelijk slechts het voorzitten van de Raad. De verschillende programma’s die bij het voorzitterschap worden geïntroduceerd moeten vervangen worden door lange- termijnprogramma’s.Wat betreffend de samenstelling van de EC geldt dat elk voorstel dat de

36 / 53

effectiviteit vergroot aanvaardbaar is, mits rekening wordt gehouden met de gelijkheid van de lidstaten.

CONV. 510/03 Caspar (NP O’rijk)

Met behulp van een aantal andere Conventie stukken en werkgroep verslagen, komt auteur met een voorstel voor twee titelsTitel 1 – definitie en doelstellingen van de UnieTitel 2 bevat de waarden waarop de Unie is gebaseerd terwijl titel 3 de doelstellingen en activiteiten van de Unie bevat.

CONV. 512/03 Bruton (NP Ier) en Carey (plv NP Ier)

Bijdrage aan de Conventie: op dit moment hebben Ierse leden van het EP het recht om het woord te voeren in het Ierse Parlement, andersom moet dat ook het geval worden, zodat leden van NP’en het recht krijgen het woord te voeren in het EP.

CONV. 513/03 ECOSOC Comité(waarnemers)

Economische bestuur in de EU: De Ecosoc geeft een uitgebreide analyse van de totstandkoming van het economisch beleid in de EU en doet enkele aanbevelingen ter verbetering hiervan:- de EC dienst niet slechts een inventarisatie te geven van de verschillende

procedures voor de economische politiek op communautair niveau, maar moet tevens bereid zijn tot een kritische evaluatie en dient te zoeken naar mogelijkheden ter vereenvoudiging en verbetering van haar effectiviteit op dit beleidsterrein.

- Een expertgroep moet bijeen worden geroepen teneinde het vraagstuk van het economisch bestuur binnen de context van de Conventie en de daarop volgende IGC te bestuderen.

- Ook moet een onafhankelijke groep experts worden samengebracht om de ontwikkelingen binnen het economisch bestuur te evalueren en met goede voorstellen ter verbetering daarvan te komen. Deze groep zal hiermee tevens het publieke debat kunnen stimuleren.

- Uit het verdrag moet beter naar voren komen dat het economisch bestuur een belangrijk beleidsterrein is waarmee o.a. de doelstellingen van de EU gerealiseerd kunnen worden.

In de bijdrage volgen voorts een x-aantal concrete tekstvoorstellen voor de artikelen uit de concept grondwet van het Praesidium teneinde de hierboven genoemde aanbevelingen te realiseren.

CONV. 514/03 Tiilikainen (RV Finland), Peltomäki (plv RV Finland)

De toekomst van de EU en het werk van de Conventie: Conv. 509/03 geeft het standpunt weer van het Finse parlement. Dit stuk geeft de positie weer van de Finse regering. :- Omtrent de institutionele hervormingen: doelstelling voor Finland is het

behouden van de unieke structuur van de Unie, waarbij de Unie wordt gezien als een verband van lidstaten en burgers. De bestaande instellingen dienen te worden versterkt, in plaats van het oprichten van nieuwe instellingen.

- De Raad: besluitvorming moet plaatsvinden bij ‘dubbele gewone meerderheid’. In GBVB zaken kan QMV gebruikt worden, dat moet echter per casus beoordeeld worden.

Het roulerend voorzitterschap moet blijven bestaan voor de Europese Raad, de Algemene Raad en Coreper Voor het voorzitterschap van de vakraden kan een ander systeem komen. Het samenvoegen van de HV en de Commissaris voor Externe Betrekkingen in één ambt is mogelijk, echter het recht van initiatief die hij bezit moet duidelijk omschreven worden zodat er geen inbreuk kan worden gemaakt op het recht van initiatief van de EC- De EC: moet het recht van initiatief behouden in zaken die vallen onder pijler

I.. In zaken die vallen onder pijler II en III moet het recht van initiatief van de EC uitgebreid worden. Er kan een ander systeem komen met betrekking tot de benoeming van de leden van de EC Ongeacht welk systeem er komt mag dat niet tot gevolg hebben dat de operationele werkwijze van de EC in gevaar komt.

- Het EP: positie moet versterkt worden wanneer het om wetgeving gaat, dat betekent dat de co-decisie procedure vaker toegepast moet worden, dit moet wel van geval tot geval bekeken worden. Harmonisering van de verkiezingsprocedure, overeenkomstig het voorstel van de EC, kan rekenen op steun van Finland, echter het introduceren van een Europese kieslijst niet.

- Het HvJ: jurisdictie moet uitgebreid worden naar JBZ zaken, echter art.35 lid

37 / 53

2 VEU moet hiervan uitgesloten blijven. Op GBVB gebied kan bevoegdheid voor het HVJ om te toetsen komen, dat moet in ieder geval in zaken voorzien in art. 300 lid 6 VEG.

CONV. 515/0328/01/2003

Hjelm-wallén (RV Zweden), kiljunen (NP Finland), Kristensen (NP DK), Lekberg (NP Zweden) en Thorning- Schmidt ( plv EP DK)

Het recht van vakbonden op grensoverschrijdende acties en het waarborgen van diensten van algemeen belang in het belang van de verzorgingmaatschappij: Globalisering heeft het mogelijk gemaakt dat werkgevers niet meer gebonden zijn aan nationale grenzen. Ze kunnen vrijelijk hun kapitaal en productiemiddelen verplaatsen van land naar land. Dit heeft werknemers benadeeld; de sociale balans die voorheen binnen de nationale grenzen bestond, is verstoord. Dit moet gecorrigeerd worden. Dat kan door werknemers de mogelijkheid te geven om grensoverschrijdende acties te organiseren. Dit kunnen steunbetuigingen zijn aan collegae in een lidstaat.Diensten van algemeen belang: deze diensten behoren traditioneel tot het publieke domein, die door de staat gecontroleerd worden. Uitdaging is ervoor te waken dat de liberalisering geen sociaal verval tot gevolg heeft. Uitgangspunt moet zijn dat ieder burger toegang heeft tot deze diensten, ongeacht de sociale status en verblijfplaats.

CONV. 517/03 Resoluties van het EP ingezonden door Méndez De Vigo y Montojo (EP SP)

Rol van regionale en lokale overheden en de typologie van besluiten en de hiërarchie van normen in de EU:De rol van de regionale en lokale overheden moet door de Europese grondwet worden erkend. Ook de implementatie en toepassing van het subsidiariteitsbeginsel moet duidelijk worden omschreven. Het EP steunt het voorstel van COREG om in het constitutioneel verdrag een Europees Handvest van het lokale zelfbestuur op te nemen als onderdeel van de communautaire verworvenheden.Regionale en lokale overheden moeten de mogelijkheid krijgen, indien er in hun ogen sprake is van een schending van het subsidiariteitsbeginsel, een klacht in te dienen bij het HvJ. Deze mogelijkheid moet ook worden toegekend aan het COREG.Wat betreft de typologie en de hiërarchie van besluiten beveelt het EP aan om met een geheel vernieuwde typologie te komen, gebaseerd op drie beginselen het eerste beginsel is dat van vereenvoudiging. Dat houdt in de afschaffing van het dubbele assortiment van rechtsinstrumenten waarin het VEU respectievelijk VEG voorzien.Het vervangen van titels V en VI VEU door communautaire procedures, waarbij het recht van initiatief bij de EC ligt. Het tweede beginsel is dat van specialisatie, gebaseerd op de regel “één besluit, één procedure, één naam’. De invoering houdt in een classificatie naar functie; constitutioneel, wetgevend en uitvoerend. Het derde beginsel is dat van democratisering, hetgeen inhoudt dat de hervorming van de juridische nomenclatuur niet binnen het gevestigde recht haar beslag moet krijgen, maar een belangrijke democratische vooruitgang moet inhouden.Er moeten drie categorieën van normatieve besluiten komen, elk met relatief homogene goedkeuringsprocedures:- Het constitutioneel deel: één tekst bestaand uit twee delen; deel A is de

grondwet en deel B, deze omvat alle bepalingen die alle huidige verdragsbepalingen die niet in deel A zijn opgenomen en die niet komen te vervallen. Procedure ter herziening van de verdragen moet worden gewijzigd ter consolidering van de democratische vooruitgang. De Europese Raad komt met een ontwerpamendement op het constitutioneel verdrag, die wordt opgesteld door een Conventie, opgericht naar het huidige model, moet goedkeuren. Zou de Europese Raad wijzigingen willen aanbrengen in de hem voorgelegde tekst, dan zouden de voorgestelde amendementen aan de Conventie ter goedkeuring moeten worden voorgelegd.

- Het wetgevende deel: het gaat dan om de volgende zaken; een ‘wet’, welke verbindend is in al haar onderdelen en rechtstreeks van toepassing is. De ‘kaderwet’ die de lidstaten verbindt ten aanzien van de te bereiken resultaten, de ‘organieke wet’ waarin bepalingen zijn opgenomen die nodig zijn voor de goede werking van de instellingen en ‘financiële wetten’. Deze laatste bestaat

38 / 53

uit twee besluiten; een wet die de financiële vooruitzichten van de Unie voor vijf jaren vastlegt en de jaarlijkse begroting.. Wetten en kaderwetten moeten volgens de medebeslissingprocedure, art. 251 VEG, worden vastgesteld. Vereenvoudiging en verduidelijking van dit artikel is gewenst. Organieke wetten moeten volgens de volgende procedure worden vastgesteld: de EC kan van haar recht van initiatief gebruik maken na een uitdrukkelijk verzoek van de Europese Raad. De organieke wetten worden vastgesteld bij versterkte gekwalificeerde meerderheid, in zowel het EP als de Raad. Het definitieve besluit wordt door de Europese Raad vastgesteld. Financiële wetten moeten met behulp van de medebeslissingsprocedure, worden vastgelegd. Hiërarchie organieke wetten moeten in overeenstemming zijn met de Grondwet. Wetten, kaderwetten en financiële wetten moeten in overeenstemming zijn met de Grondwet en de organieke wetten.

- Het uitvoerend deel: bestaan uit twee verschillende. De eerste zijn uitvoeringsbepalingen van wetgevende en budgettaire besluiten. Ze bevatten geen aanvullende rechtsnormen. De tweede zijn gedelegeerde verordeningen die overeenkomstig de wet en binnen de daardoor gestelde grenzen regels bevatten ter aanvulling van de normen die door de wetgever zijn vastgesteld. Procedure tot vaststelling: de aan de EC gedelegeerde uitvoeringsmaatregel moet worden voorgelegd aan de Raad en het EP. Indien de Raad met QMV of het EP binnen drie maanden bezwaar maken tegen een maatregel, wordt de betrokken maatregel onderworpen aan de wetgevingsprocedure.

CONV. 520/03 COREG

(waarnemers)De rol van regionale en lokale overheden: versterken van de democratische legitimatie van de Unie betekent dat, de participatie van regionale en lokale overheden in de besluitvorming, de voorbereiding en de implementatie van Europees beleid, moet toenemen.Regionale en lokale overheden moeten de mogelijkheid hebben om naleving van het subsidiariteitsbeginsel voor het HvJ af te dwingen.Het constitutioneel verdrag moet als onderdeel van het acquis, het Europees Handvest vaar lokaal zelfbestuur opnemen.Er moet een mechanisme komen die het mogelijk maakt dat, indien consultatie van het COREG had moeten plaatsvinden en consultatie achterwege is gebleven, het COREG naar het HvJ kan stappen om zodoende de maatregels in te trekken.Het COREG moet in de toekomst tot een instelling worden omgevormd

CONV. 521/03 Tiilikainen (RV Finland)

Het instellen van nieuwe elites versterkt niet de legitimiteit noch de effectiviteit van de EU:Het democratisch gehalte van Europese besluitvorming kan verbeterd worden door:- een Europa-breed politiek debat, waarbij men niet gebonden is aan de instellingen-het vaker toepassen van de co-decisie procedure-wetgevingsactiviteiten van de Raad openstellen voor het publieker moet een beter verantwoordingsplicht komen van de EC naar het EP

CONV. 524/03 Duff (EP VK) en Dini (NP IT)

Voorstel voor een verenigd voorzitterschap: er is brede consensus voor het samenvoegen van de functie van HV en Commissaris Externe Betrekkingen. Hij zal alleen in een moeilijke positie komen te verkeren als hij twee verschillende presidenten heeft, namelijk één in de Raad en één in de EC. Dezelfde logica die is gevolgd tot het komen van één vertegenwoordiger van het buitenlandbeleid, die zowel zitting heeft in de Raad als in de EC, moet leiden tot één voorzitter die zowel de Raad als de EC voorzit.Deze voorzitter heeft een dubbele legitimatie nodig, namelijk van de Raad als het EP. Er zijn twee mogelijke manieren waarop de voorzitter gekozen kan worden:- door de Europese Raad, besluitvorming door QMV, gebaseerd op EP-

verkiezingen, komt met een kandidaat. Hij kan door het EP vervolgens benoemd of afgewezen worden.

- De tweede manier is dat na EP-verkiezingen, de lidstaten een aantal kandidaten naar voren schuiven. Een Kiescollege, bestaand uit EP’ers en NP’ers, kiest de voorzitter.

Verder moet er een strikt onderscheid komen tussen de Wetgevende Raad en de

39 / 53

Uitvoerende Raad.

CONV. 525/0331/01/2003

MacCormick (plv EP VK)

Staatloze naties en het debat over de regio’s: in een aantal landen in Europa zijn er een aantal staten in staten die geen soevereiniteit bezitten, zoals Wales, Catatonie Vlaanderen. Hun juridische entiteit vloeit voort uit de constitutionele orde waartoe zij behoren. De landen die deel zullen gaan nemen na de uitbreiding hebben in het verleden ook tot een groter geheel behoort. Er moet meer rekening worden gehouden met sommige van deze regio’s. Sommige spelen namelijk een meer autonome rol in wetgevingsproces en zijn veelal ook belast met de uitvoering van wetgeving.

Document Auteur HoofdpuntenConv. 522/0331/01/2003

Balázs (RV Hong) Voorstel voor een ‘four wheel drive’- roulerend voorzitterschap van de Raad: een team van vier voorzitters moet de Raad leiden. De duur van het voorzitterschap moet één jaar worden, waarbij gebruik wordt gemaakt van het ‘rolling, four wheel drive’ systeem. Om de zes maanden worden de voorste ‘wielen’ vervangen door de achterste wielen. Twee nieuwe voorzitters nemen de plaats is van de (naar voren geschoven) achterste wielen.

Conv. 526/0303/02/2003

Hain (RV VK) Europa van de regio’s: de procedures die in de Unie worden gebruikt moeten hervormd worden op een wijze die het voor de regio’s mogelijk maakt om een grotere rol te kunnen spelen. Bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten enerzijds en de Unie en de lokale overheden anderzijds, moet tot uitdrukking worden gebracht in het verdrag. Het COREG moet hervormd worden teneinde een grotere rol te kunnen spelen in het behartigen van de belangen van de regio’s.

Conv. 527/03 Marinho (EP Port), Berés (plv EP FR) en Gonzalez (plv EP SP)

De ultraperifere regio’s; een unieke en originele dimensie binnen de Europese ruimte: het bestaan van ultraperifere regio’s (7) vertegenwoordigt een unieke situatie in de EU. In het nieuwe constitutionele verdrag moet de uniciteit van de ultraperifere dimensie worden erkend. Dat dient te geschieden middels het integreren daarvan in artikel 299 (2), zoals tevens voorgesteld in de resolutie van het EP inzake de positie (bevoegdheden) van de regionale en lokale overheden

Conv. 530/03 Teufel (NP DU) Regio’s en plaatselijke gemeenschappen in het constitutioneel verdrag: het verdrag moet een definitie geven van het subsidiariteitsbeginsel.Het COREG moet hervormd worden en een andere naam kunnen krijgen. Het zou Assemblee of Congres van Regio’s van de Unie kunnen heten. Ook zou het een volwaardige instelling moeten worden.

Conv. 531/03 Muscardini (EP IT)

Over handicap: 2003 is uitgeroepen tot het jaar van de handicap. Muscardini meent dat dit woord een negatieve lading heeft en stelt voor dat de Conventie de term een positievere lading weet te geven (mensen met een andere capaciteit)

Conv. 532/03 Muscardini (EP IT)

Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: de EU moet een grotere verantwoordelijkheid op dit beleidsterrein nemen teneinde de burger tegemoet te komen, daarvoor zijn in eerste instantie nodig: (Europese) coördinatie van de grenspolitiek en algemene criteria voor het statuut van de politieke vluchtelingen. Bovendien moeten de bevoegdheden van EUROPOL beter gedefinieerd worden en moet het zich meer richten op de misdaden tegen minderheden en tegen de mensheid.

Conv. 533/03 Muscardini (EP IT)

Voorontwerp constitutioneel verdrag: Muscardini geeft een reactie op (bijna) elk artikel uit het raamwerk dat eind oktober 2002 werd gepresenteerd. Enkele punten daarvan zijn: tegen de integrale opname van het handvest in de grondwet, voor het behoud van een Eurocommissaris per lidstaat en wat betreft de naam van de EU moet worden vastgehouden aan de huidige naam (Europese Unie) of gekozen worden voor een Unie van Europese Staten.

Conv. 534/03 Farnleiter (RV O’rijk) en Tusek (plv RV O’rijk)

Regio’s en gemeenten – een fundament van de Europese architectuur: het beginsel dat de Unie zich niet mengt in de staatkundige organisatie van een lidstaat, moet in het verdrag opgenomen worden. Regio’s met wetgevende bevoegdheden moeten bevoegd worden een subsidiariteittoets door het HvJ te laten verrichten. Het COREG moet een instelling worden, ook moet het een rol spelen in de subsidiariteitcontrole

Conv. 535/03 Meyer (NP DU) Sociaal Europa: solidariteit moet worden opgenomen in art. 2 (waarden van de Unie) van het verdrag. Als doelstelling moet volledige werkgelegenheid worden

40 / 53

opgenomen. De open- coördinatiemethode moet democratischer worden gemaakt. Op sociaal terrein moet voor de besluitvorming gelden: QMV in de Raad en co-decisie in het EP. Tevens moeten de sociale partners zo vroeg mogelijk in het wetgevingsproces worden betrokken.

Conv. 536/03 Giannakou (NP SP)

Bedenkingen bij de EG-verdragsbepalingen inzake volksgezondheid: gezondheid is een fundamenteel mensenrecht dat moet worden opgenomen in het verdrag. Ook moet er een bepaling komen die de Unie een gedeelde bevoegdheid geeft op het gebied van de volksgezondheid. Op die manier kunnen standaarden voor een Europees volksgezondheid systeem worden opgesteld.

Conv. 537/03 Pieters (plv NP Bel)

Naar een Europees concept van sociaal federalisme: auteur heeft onderzoek gedaan naar de sociale zekerheid, hierbij heeft hij gekeken naar de rol die regio’s en lokale overheden spelen. (zie ook conv. 432/02). De auteur signaleert een aantal gemeenschappelijke kenmerken, welke zijn:- De wetgevende macht van de regio’s blijft meestal beperkt door een centraal

vastgelegd kader dat moet worden nageleefd. Dit geldt meestal voor de algemene sociale bijstand of gezondheidszorg. Wat ook gebeurd is dat arbeidsbemiddeling wordt overgelaten aan de regio’s terwijl de werkloosheidsuitkeringen centraal beheerd worden.

- Regionale en plaatselijke regelingen worden in beginsel uitgevoerd door de regionale of plaatselijke overheden, maar deze overheden beschikken zelden over de autonome of gedecentraliseerde bevoegdheid om regelingen uit te voeren die onder de centrale wetgeving vallen.

- Voor wat betreft de financiering moet worden vastgesteld dat het niet zo vanzelfsprekend is dat de overheden die een regeling normeren of uitvoeren ook zelf de financiële last van die regeling dragen.

- Kijkend naar de verschillende uitkeringsregelingen kan als trend worden waargenomen dat de invloed die lokale overheden hebben, het meest merkbaar is in de sociale bijstand en binnen die bijstand in de occasionele maatschappelijke bijstand. Verder is de rol van de regio’s ook belangrijk in de sociale dienstverlening, vooral op het vlak van arbeidsbemiddeling en gezondheidszorg. De minste invloed hebben de regionale en lokale overheden op de inkomensvervangende sociale verzekeringen

Het verdrag moet antwoord geven de volgende vragen:- Welk minimum aan sociale bescherming willen we de burgers van de Unie

garanderen?- Welke principes willen we in alle lidstaten op het vlak van sociale zekerheid

implementeren?- Wat doen we wanneer een lidstaat zijn sociale verplichtingen wel wil nakomen

maar daar niet in staat blijkt toe te zijn?- Wat doen we wanneer een lidstaat niet voldoet aan één van de vastgelegde

sociale principes omdat die lidstaat een ander beleid voorstaat?Conv. 538/03 Dini (NP IT) en

Follini (NP IT)(geen titel)Het functioneren van de instellingen:- Het EP: het EP moet gekozen worden op basis van een eenvormige

verkiezingsprocedure.- De Raad: omvormen tot een kamer waarin de lidstaten vertegenwoordigd zijn.

De wetgevende Raad bestaat uit de ministers voor Europese zaken. Het roulerend voorzitterschap kan behouden blijven. De Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen moet worden opgesplitst, waarbij de Raad Externe Betrekkingen moet worden voorgezeten door de Europese minister voor Externe Betrekkingen. QMV moet, zonder uitzondering, worden gehanteerd, waarbij er volgens het systeem van dubbele gewone meerderheid wordt gewerkt.

- De EC: aan twaalf leden heeft de EC voldoende. Het moet de voorzitter zijn die de leden selecteert

- De Europese Raad: de rol die de Europese Raad speelt is het ontwikkelen van beleid en het politiek richting geven aan de Unie. De Europese Raad mag geen besluitvormingsorgaan worden.

Conv. 539/03 Muscardini (EP IT)

Onschendbaarheid van de menselijke waardigheid en recht op lichamelijke integriteit: in de waarden van de Unie moet worden opgenomen het verbod op

41 / 53

verminking van de vrouwelijke genitaliën en op elke verminking van de anatomische structuur van de geslachtsorganen.

Conv. 540/03 Stuart (NP VK) De praktische uitvoering van het mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing:Politieke toets ex ante:- De EC stuurt wetsvoorstellen naar de communautaire wetgever en de nationale

parlementen- Binnen zes weken, nog voor het communautair wetgevingsproces begint,

kunnen de NP’en, een met redenen omkleed advies uitbrengen, of het voorstel in overeenstemming is met de subsidiariteit of proportionaliteit.

- Indien binnen zes weken één derde van de NP’en een negatief advies heeft uitgebracht, moet dat door de EC gezien worden als een gele kaart.

- Indien binnen zes weken twee derde van de NP’en een negatief advies heeft uitgebracht, moet dat door de EC gezien worden als een rode kaart. Het voorstel moet vervolgens worden ingetrokken.

Juridische toets ex post: ieder NP moet bevoegd zijn een zaak aanhangig te maken voor het HvJ om te laten toetsen of de subsidiariteit geschonden is. Ook het COREG moet een degelijke bevoegdheid krijgen

Conv. 541/03 Brok (EP DU) De bevoegdheden van de Europese Unie: de bevoegdheden van de Unie moeten systematisch gerangschikt worden in: exclusieve, gedeelde en aanvullende bevoegdheden. Dit maakt het mogelijk om 200 juridische bases waar het verdrag nu in voorziet te verminderen naar drie artikelen. Aan deze verdeling liggen drie vooronderstellingen ten grondslag: 1) Opheffen pijlerstructuur en de Unie voorzien van rechtspersoonlijkheid2) Één wetgevingsprocedure in het EP, namelijk co-decisie3) Een duidelijke set van wetgevingsinstrumenten.

Conv. 542/03 Leden afkomstig uit Italië

Voorstel voor een artikel betreffende de rol van de territoriale besturen in het toekomstige constitutioneel verdrag: De EU, respecterend de nationale wetgeving van de lidstaten, erkent de bestaande vormen van autonomie en territoriale decentralisatie en bevordert hun deelname aan het leven in de Unie, ook middels valorisatie van hun specificiteit”.

Conv. 544/03 Michel (RV Bel) Voorstel voor een benadering van de regionale dimensie: Regio’s met een wetgevende bevoegdheid moeten door de EC rechtstreeks geconsulteerd worden (niet via het COREG) wanneer een besluit/voorstel hun bevoegdheden raakt. In de nieuwe grondwet moet duidelijk worden vastgelegd dat de lidstaten bepalen welke assemblees in de lidstaat behandeld moeten worden als zijnde nationaal parlement in de zin van het verdrag. De regio’s met een wetgevende bevoegdheid dienen directe toegang te krijgen tot het Hof voor vragen relevant voor hun bevoegdheden.

Conv. 545/03 Zile (RV Letland) Opmerkingen aangaande sociaal Europa: naast de waarden die nu zijn opgenomen in art. 2 Voorontwerp, moet worden opgenomen: gelijke kansen, een hoog niveau van sociale bescherming, bescherming van gezondheid, solidariteit tussen de lidstaten en gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Sociale bescherming is een bevoegdheid van de lidstaten en niet van de Unie.

Conv. 546/03 Lichtenberger (plv RV O’rijk)

De rol van de civiele samenleving: de civiele samenleving moet geraadpleegd worden inzake wetten en kaderwetten en gedelegeerde- en uitvoeringsbesluiten. Reden hiervoor is: doelmatigheid door de aanwezige expertise, het bevordert de transparantie en het versterkt de steun en legitimatie.

Conv. 549/03 Wuermeling (plv. EP DU)

Concrete voorstellen voor de institutionele architectuur: een voorzitter van de Europese Raad moet het institutioneel evenwicht in acht nemen. Om aan de bezwaren van de kleinere lidstaten tegemoet te komen, moet het voorzitterschap van de vakraden door verschillende lidstaten in worden voorzien.

Conv. 550/03 Hübner (RV Polen)

Doeltreffend bestuur in de uitgebreide Europese Unie: de voorstellen voor een team van voorzitters en een gekozen voorzitter voor de Europese Raad moeten samen worden gebracht. Hierdoor krijg je een team van voorzitters, bestaande uit vier lidstaten, die het voorzitterschap twee tot twee en een half jaar bekleden. Het team wordt begeleid door een stuurgroep, welke bestaat uit de gekozen voorzitter van de Raad en de voorzitters van de vakraden. Het is de Europese Raad die de voorzitters benoemt.

Conv. 552/03 Kristensen (NP DK)

De rol van nationale parlementen in het toekomstig EU-Verdrag: er is behoefte aan het versterken van de democratie in de Unie. Dit is het gevolg van de toegenomen invloed van besluiten op het dagelijks leven van de burgers. Een grotere

42 / 53

betrokkenheid van NP’en is een voorwaarde om de democratische legitimatie, van de EU, te bewerkstelligen . NP’en kunnen de Unie dichter bij de burgers brengen. Een democratischer Europa kan aldus bereikt worden door:1) Het versterken van de rol van NP’en2) Het versterken van de rol van het EP3) Het versterken van de interparlementaire samenwerking en de samenwerking

tussen het EP en de NP’en.Conv. 553/03 Muscardini (EP

IT)Het Comité van de Regio’s: de naam van het comité moet vervangen worden door: “Comité van de regio’s en territoriale besturen” en op de lange termijn: “Raad van de regio’s en territoriale besturen”.

Conv. 554/03 Muscardini (EP IT)

Cultuurgoederen: in het verdrag moet het volgende artikel worden opgenomen: De Europese Unie, in samenwerking met de lidstaten, beschermt het architectonisch, artistiek en archeologische erfgoed alsmede bevordert het behoud daarvan middels een Europees register waarin de plaatsen die van specifieke relevantie zijn zullen worden neergetekend.

Conv. 555/03 Puwak (RV Roem) Verwijzing naar godsdienst in het Constitutioneel Verdrag: er moet een verwijzing naar het christendom komen in het verdrag, immers: Een meerderheid van de Europeanen is christelijk Europa is geworteld in het christendom en de christelijke identiteit Het idee van een verenigd Europa is afkomstig van enkele vooraanstaande christelijke politici De christelijke moraal heeft Europa gevormd en De Europese cultuur is door de bijbel geïnspireerd

Conv. 557/03 Fredo (NP Malta) Een solidariteitsclausule in de Europese Grondwet: solidariteit moet opgenomen worden als fundamentele waarde van de Unie, alsook in iedere considerans van een besluit. De solidariteitsclausule moet de Unie de mogelijkheid geven om lidstaten die disproportioneel lijden bij het implementeren van wetgeving, te helpen.

Conv. 560/03 Lequiller (NP FR) Een dienst van jonge Europese ontwikkelingshelpers:Er dient een solidaire Europese dienst in het leven te worden geroepen, bestaande uit groepen van jonge vrijwilligers van verschillende origine en disciplines en in de leeftijd van 18-25 jaar. De vrijwilligers moeten bereid zijn om 4 à 6 maanden op te offeren aan een humanitair doel in een land dat zich bezig is te ontwikkelen. Samengesteld als “Europese bemanning” moeten deze jongeren ontwikkelingsprojecten van non-profitorganisaties gaan begeleiden.

Conv. 561/03 Martini (COREG) De regionale en lokale dimensie van de Unie: er is consensus onder de leden van de Conventie over de rol die de regio’s en de lokale overheden spelen in het Europees democratisch model. Het verdrag moet deze rol bevestigen.

Conv. 562/03 Tomlinson (plv NP VK)

Versterking van de interne markt voor financiële diensten: de interne markt voor financiële diensten moet op een ordelijke en consistente manier versterkt worden. Rekening moet worden gehouden met de volgende principes: Andere instrumenten in plaats van wetgeving moeten overwogen worden Als ingrijpen van de Unie noodzakelijk omdat het effectiever is moet het maar voor één interpretatie vatbaar zijn, niet verder gaan dan strikt noodzakelijke en het vrije verkeer van goederen en diensten waarborgen. Voordat de Unie tot actie overgaat moet zij de belangengroepen consulteren, tenzij er sprake is van een noodtoestand

Conv. 563/03 Nagy (plv NP België), Wagener (plv NP Lux) en MacCormick (plv EP VK)

De toekomst van het Euratom Verdrag: belangrijke bepalingen van het Euratom Verdrag moeten, door de Conventie, worden geïntegreerd in deel II van het toekomstig verdrag. Het gaat dan om bepalingen die gaan over gezondheid, veiligheid en non-proliferatie. Het gaat dan met name over de hoofdstuk 3, een deel van hoofdstuk 4 en hoofdstuk 8 van het Euratom Verdrag.

Conv. 564/03 Helminger (NP Lux)

Lokale overheden en hun plaats in een Europese Grondwet: Fundamentele beginselen inzake regionale autonomie moeten een plaats krijgen in het Constitutioneel Verdrag. Aan de andere kant dienen de regio’s zelf juridisch instrumentarium te ontwikkelen die grensoverschrijdende samenwerking tussen de regio’s mogelijk moet maken. Tenslotte sluit Helminger zich aan bij het voorstel van de werkgroep subsidiariteit om het Comité van de Regio’s een beroepsrecht te geven bij het Hof van Justitie inzake wetgevingsbesluiten waarover het in het kader van

43 / 53

zijn bevoegdheden is geraadpleegd.Conv. 566/03 Balázs c.s. Volwaardige deelneming van toetredende staten: het werk van de Conventie is aan

het versnellen en heeft een beslissende fase bereikt. Het tijdpad wat door de Europese Raad in Laken was vastgesteld wordt ruimschoots gehaald. Het ziet ernaar uit dat de IGC die voor 2004 gepland staat wordt vervroegd. In ieder kandidaat-lidstaat en in sommige lidstaten zal een referendum moeten worden gehouden over het resultaat van de Conventie. Een IGC moet niet eerder starten dan nadat het laatste referendum is gehouden

Conv. 567/03 Heatcoat-Amory (NP VK)

De Conventie, de Raad van Europa en de toekomst van Europa: Europa is reeds verenigd in een gemeenschappelijke Europese organisatie. Met 44 leden is het de enige internationale organisatie die het gehele continent samenbrengt. Er moet ervoor worden gewaakt dat er geen strijd ontstaat tussen het Handvest en het EVRM. Ook niet tussen het HvJ en het EHRM. Dit kan voorkomen worden door de Unie te laten toetreden tot het EVRM en het EHRM de Europese juridische autoriteit te maken.Een rol voor de NP’en moet geïntroduceerd worden in het EP. Dit kan door een interparlementaire kamer aan het EP toe te voegen. Deze kamer moet zich op den duur ontwikkelen tot een tweede kamer.

Conv. 568/03 Hain (RV VK) Het begrotingsproces: het budgettaire proces moet effectiever en democratischer gelegitimeerd worden. Besluitvorming moet plaatsvinden door de Raad en het EP waarbij het verschil tussen verplichte en niet-verplichte uitgaven moet komen te vervallen.

Conv. 576/03 Berés (plv EP FR) Welk burgerschap van de Unie: art. 7 (Unieburgerschap) Constitutioneel Verdrag moet aangevuld worden met de volgende bepaling: “elke persoon met de nationaliteit van een EU-lidstaat bezit dubbel burgerschap. Het Europees burgerschap kan toegewezen worden aan onderdanen van niet EU-lidstaten en aan staatlozen die reeds legaal meer dan vijf jaren op Europees grondgebeid verblijven. De Europese burgers genieten rechten en zijn onderworpen aan de rechten voorzien in de huidige constitutie, specifiek zoals vermeld in het Handvest van de Grondrechten”.

Conv. 577/03 Floch (plv NP FR) Scheiding van kerk en staat: gepleit wordt voor een scheiding tussen kerk en staat. Een verwijzing naar het religieus erfgoed in het verdrag is niet nodig. In het Handvest van de Grondrechten wordt voldoende tegemoet gekomen aan een dergelijke referentie.

Conv. 578/03 Andriukaitis (NP Lith.)

Ontwerp art. 1 t/m 16: het Handvest moet deel I worden van het verdrag. De titel van het verdrag moet luiden “Constitutie voor de Europese Unie” in plaats van “Verdrag tot instelling van een Grondwet voor Europa”. Het verdrag is namelijk niet van toepassing op Europese landen die niet meedoen aan de Europese integratie. In art. 2 (waarden van de Unie) moet “gelijkheid” toegevoegd worden en in art. 4 (rechtspersoonlijkheid) is onduidelijk wat er wordt bedoeld met “onafhankelijkheid van Europa”. Wordt hier de onafhankelijkheid van de Unie bedoelt of de onafhankelijkheid van de lidstaten?

Conv. 580/03 Szajer (NP Hong) Eenheid in verscheidenheid: zowel in de huidige lidstaten als in de kandidaat-lidstaten is er een grote populatie aanwezig van nationale en etnische minderheden. Deze groep behoort een plaats te krijgen in de institutionele architectuur van de Unie. Dit kan door het instellen van een adviserend comité genaamd “Comité van Nationale en Etnische Minderheden (CONEM)”. Elke minderheid die 15000 leden telt heeft recht op tenminste één vertegenwoordiger. Per 100.000 minderheden nemen de vertegenwoordigers met 1 toe tot maximaal 5 vertegenwoordiger.

Conv. 581/03 Kalniete (RV Letland)

Beginselen voor de opstelling van het Constitutioneel Verdrag: de Conventie bevindt zich in een belangrijke fase nu de verdragstekst opgesteld wordt. Een aantal voorstellen omtrent de werkmethoden:1) Belangrijkste is dat de consensus die bereikt is in de werkgroepen verzilverd

wordt.2) Conventieleden moeten (tijdig) over de gehele tekst beschikken alvorens er

amendementen ingediend kunnen worden.3) De tijd voor het indienen van de nationale standpunten moet verlengd worden.

Conv. 585/03 Bruton (NP Ierland)

Voorstel voor een uniform kiesstelsel voor het EP: het kiesstelsel van het EP moet voldoen aan drie voorwaarden:

44 / 53

1) Het kiesstelsel moet zoveel mogelijk informatie verschaffen over de voorkeuren van de keizers. De informatie moet zo goed mogelijk vertaald worden naar de zetelverdeling

2) Het kiesstelsel moet rekening houden met de publieke opinie in het licht van de Europese integratie

3) Het stelsel moet eenvoudig te begrijpen zijn voor de burgers.Het systeem wat het best aan deze voorwaarden voldoet is dat van de evenredige vertegenwoordiging gekoppeld aan een enkel overdraagbare stem. Om dit systeem goed te laten werken, moeten de kiesdistricten zo klein mogelijk zijn en ieder kiesdistrict moet tussen de twee en vijf zetels krijgen in het EP. Dit zorgt ervoor dat de gekozenen dicht bij de kiezers staan. Hoe werkt het systeem: de kiezer heeft één overdraagbare stem. Deze stem is overdraagbaar naar gelang de plaats die de kiezer de verkiesbare geeft. De kiezer nummert de kandidaten van 1, 2,3 enz. Wordt de meest favoriete kandidaat uitgeschakeld of heeft hij/ zij een surplus aan stemmen, gaat de stem van de kiezer over op de daarop volgende favoriet. De kiesdrempel wordt berekend door het aantal geldig uitgebrachte stemmen te delen door het aantal te verdelen zetels plus 1 en daar wordt nog eens 1 bij opgeteld.Ondanks het feit dat het tellen van de stemmen en de zetelverdeling een complex gebeuren is, is dit systeem voor de kiezers eenvoudig te begrijpen.

Conv. 589/03 Martikonis (RV Lith)

Institutionele hervormingen: als algemeen uitgangspunt voor de hervormingen moet gelden dat de gelijkheid tussen de lidstaten gehandhaafd blijft en dat de hervormingen het communautair model versterken. De Raad: - handhaven van het roulerend voorzitterschap.- De strategische planning moet worden versterkt alsmede de samenwerking van

de Trojka dit om de continuïteit te waarborgen.- QMV vaker toepassen.De EC: - voorzitter moet worden gekozen door het EP en vervolgens worden benoemd door de Raad.- Samenvoegen van de HV en de Commissaris Externe Betrekkingen.Het EP: - uitbreiden co-decisie.

Conv. 590/03 Een grote groep leden en plv. leden

Voorwaarden en principes van institutionele hervormingen:De Europese Raad: - roulerend voorzitterschap moet behouden blijven en de Raad moet zich strikt houden aan de taken welke het verdrag haar opdraagt namelijk, de motor achter de Europese vooruitgang en ter verwezenlijking daarvan het geven van algemene politieke richtlijnen.De Raad: moet open en transparant handelen wanneer het bezig is met wetgeving. De wetgevende functie moet worden gescheiden van de coördinatie functie en wanneer de Raad bij QMV beslist moet het stelsel van dubbele gewone meerderheid gebruikt worden.Het EP: daar waar er in de Raad bij QMV is besloten moet het EP bij co-decisie mede beslissen. Ook moet het EP één vaste locatie krijgen.De EC: behoudt het exclusieve recht van initiatief.NP’en: NP’en moet de mogelijkheid krijgen om over alle voorstellen van EU-wetgeving en maatregelen hun standpunt kenbaar te maken. Een mechanisme voor subsidiariteitcontrole moet opgezet worden.

Conv. 591/03 Palacia (RV SP) en Hain (RV VK)

De instellingen van de Unie: het recht van initiatief van de EC moet op het gebied van de JBZ worden uitgebreid. De EC moet komen tot een meerjaren strategisch agenda welke door de Europese Raad wordt goedgekeurd. De mogelijkheden die de EC heeft om het acquis te handhaven moet worden uitgebreid. De voorzitter van de EC moet worden gekozen door de Europese Raad en vervolgens worden benoemd door het EP.De bevoegdheden van het EP moeten worden uitgebreid. Daar waar de Raad bij QMV beslist moet het EP bij co-decisie mede beslissen. Gedelegeerde bevoegdheden moeten door middel van een ‘call back’ systeem kunnen worden teruggeroepen. Ook moet het EP worden betrokken bij het opstellen van de meerjaren strategisch agenda.Er moet een vaste voorzitter komen van de Europese Raad. Zijn werkzaamheden zullen zijn: het voorzitten en voorbereiden van de Raad, de Unie naar buiten toe vertegenwoordigen, rekeninghoudend met de bevoegdheden van de Commissaris

45 / 53

Externe Betrekkingen en de HV en ten slotte moet de voorzitter het EP geregeld informeren omtrent de werkzaamheden.Voor de Raad moet er ook een vaste voorzitter komen, een mogelijkheid hier is een team van lidstaten die het voorzitterschap bekleden.Ook het HvJ moet hervormd worden. Zo moet de werkverdeling tussen het Gerecht van Eerste Aanleg en het Hof worden verbeterd.

Conv. 596/0303/03/03

Een groep leden en waarnemers

Gemeenschappelijke kenmerken voor de instellingen:Wetgevende macht: de wetgevende macht wordt uitgeoefend door de Raad en het EP, waarbij co-decisie als algemeen uitgangspunt dient te gelden.Budgettaire macht: het budget wordt vastgesteld door de EC, waarbij het EP door middel van de co-decisie procedure mede beslist.Uitvoerende macht: de voorzitter van de EC wordt door het EP gekozen, vervolgens stelt hij de EC samen. De gehele commissie behoeft de goedkeuring van de Europese Raad.Nu het EP meer bevoegdheden krijgt op wetgevend en budgettair gebied moet, in geval het de EC naar huis stuurt, ontbonden worden.

Document Auteur HoofdpuntenConv. 556/03 13/03/03

Dini (NP IT) De eerste zestien artikelen: het verdrag moet duidelijk maken welke bevoegdheden aan de Unie en welke bevoegdheden aan de lidstaten toekomen. De auteur gaat vervolgens in op de artikelen en kijkt wat erin veranderd moet worden.

Conv. 597/035/03/03

Teufel (NP DU) en Senff (plv NP DU)

Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: de Duitse deelstaten verzoeken de Bondsregering ervoor te waken dat politieaangelegenheden een zaak van de nationale lidstaten blijven. De deelstaten achten het wenselijk de pijler structuur op te heffen en de Unie te voorzien van rechtspersoonlijkheid. Als het gaat om binnenlandse veiligheid moet besluitvorming bij QMV plaatsvinden, uitgezonderd de zaken die van grondwettelijk belang zijn, zoals het creëren van nieuwe autoriteiten. Het terrein van de JBZ en het straf(proces)recht moet primair het initiatief bij de lidstaten blijven rusten. Voor asiel en immigratie moet duidelijk worden gemaakt dat de Unie niet bevoegd is te bepalen wie er tot de arbeidsmarkt van een lidstaat kan toetreden, tevens zien de deelstaten geen noodzaak art. 63 VEG te veranderen. De bemoeienissen van Europol moeten voldoen aan het subsidiariteitsbeginsel, hetgeen door justitiële en politieke organen gecontroleerd moet worden.Het Europees Openbaar Ministerie moet duidelijke, verdragrechterlijke bevoegdheden en instructies meekrijgen. Het verdrag moet een grondslag bieden aan lidstaten tot vergaande politie samenwerking.

Conv. 598/03 Tomlinson (plv NP VK) en Maclennan of Rogart (plv NP VK)

Bijdrage aan de Conventie: dit stuk is een rapport gemaakt ter informatie voor de House of Lords. De eerste zestien artikelen (conv. 528/03) worden geanalyseerd in het licht van de huidige verdragen.

Conv. 599/03 Een aantal (plv)leden van de Conventie

Het handhaven van het tijdpad van Nice en Laken: burgers van de toetredende lidstaten moeten de gelegenheid krijgen zich uit te spreken over het resultaat van de Conventie. Het tijdpad zoals het is vastgesteld in Nice en Laken, waarbij een IGC in 2004 staat gepland, moet worden gevolgd. Er moet een breed debat plaatsvinden en dat kan alleen indien er tenminste zes maanden zit tussen het afronden van de Conventie en de start van de IGC.

Conv. 603/03 Helm-Wallén (RV Zweden) en Puwak (RV Roem.)

Gelijkheid tussen mannen en vrouwen: het principe van gelijkheid tussen mannen en vrouwen moet in het verdrag worden opgenomen. Delegaties die meedoen aan de Europese besluitvorming moeten uit evenveel mannen als vrouwen bestaan.

Conv. 604/03 The Earl of Stockton (plv EP VK)

Hervormen van het institutioneel raamwerk: de functie van de EC is het leiding geven aan de Unie. De EC hoeft niet democratische gelegitimeerd te zijn. Voor democratische legitimatie zorgt het EP. Ook behoeft de EC geen vertegenwoordiger van de nationale belangen te zijn; dat is een taak die ligt bij de Raad. Wat de EC nodig heeft zijn bevoegdheden die effectief leiding geven mogelijk maken. De voorzitter van de EC moet door het EP worden gekozen, waarna hij/zij wordt benoemd door de Raad. Vervolgens stelt de voorzitter de EC samen. De leden van de EC moeten dan door het EP en de Raad worden

46 / 53

benoemd volgens een model dat vergelijkbaar is met de ´advice and consent’ model uit de VS.

Conv. 606/03 Pereira (plv NP Port.)

Richtlijnen voor parlementaire controle op het EVDB: er is een democratisch gat in de controle op het EVDB. Parlementaire controle kan, door zowel de Raad als de nationale overheden, een verdragrechterlijke verplichting op te leggen, een interparlementair forum, te informeren. Het interparlementair forum bestaat uit leden van de NP’en en zal de taken moeten overnemen van de WEU assemblee. Het hoeft geen nieuwe instellingen te worden maar meer een kanaal waar informatie wordt gewisseld.

Conv. 607/03 Een groep conventieleden

Opnemen Handvest Grondrechten in de Europese grondwet: het Handvest grondrechten moet op een prominente plek in het verdrag worden opgenomen en niet in een protocol.

Conv. 613/03 Hübner (RV Polen)

Titel III ontwerp constitutioneel verdrag: auteur vraagt zich bij de artikelen 8 tot en met 16 af wat de betekenis ervan is en of het niet anders geformuleerd had moeten worden.

Conv. 615/03 Cushnahan (plv EP IR)

Verbeteren van de effectiviteit van het buitenlandbeleid: de coördinatie op het extern terrein kan worden verbeterd door de functie van HV samen te voegen met de Commissaris Externe Betrekkingen. Er moet een nieuw Directoraat-generaal worden opgericht genaamd ´Europese Unie – Bureau Externe Betrekkingen’. De nieuwe commissaris moet door de Europese Raad in samenspraak met de voorzitter van de EC worden benoemd, waarna hij het vertrouwen van het EP behoeft. Hij moet het recht van initiatief krijgen op het extern terrein.

Conv. 620/03

De Vries (RV NL) en Datis (RV SP)

Werkmethoden HvJ: de vraag of burgers direct naar het Hof moeten kunnen stappen moet verder onderzocht worden. Het veranderen van art. 230 VEG moet samen gaan met het introduceren van een normenhiërarchie binnen de Unie. Mensenrechten worden reeds beschermd door het HvJ zelf maar ook door het EHRM en de nationale rechters. NP’en moeten, in het licht van de subsidiariteittoets, niet de bevoegdheid krijgen om naar het HvJ te stappen. De bevoegdheid van het Hof op JBZ terrein moet worden uitgebreid.Besluitvorming in de Raad over de werkmethoden van het Gerecht van Eerste Aanleg moet plaatsvinden bij QMV en niet bij unanimiteit.De inbreuk procedure moet veranderen; nu is het zo dat de inbreuk procedure bestaat uit een administratieve fase gevolgd door een juridische fase waarin een inbreuk wordt vastgesteld. De EC moet iedere zaak brengen voor het HvJ. In de toekomst zou de vaststelling door de EC, dat er een inbreuk bestaat, voldoende moeten zijn. Een lidstaat kan zelf bepalen of het in beroep moet gaan bij het HvJ.

Conv. 622/03 Demiralp(plv RV Turkije)

reactie op de besproken vraagstukken tijdens de additionele zitting van 5 maart. De exclusieve bevoegdheden moeten niet omgedoopt worden tot “eigen bevoegdheden”; de interne markt moet in de categorie van exclusieve bevoegdheden komen, economische en sociale cohesie dient een gedeelde bevoegdheid te zijn; het subsidiariteitsbeginsel moet geen toepassing hebben op de exclusieve bevoegdheden; gezien het specifieke karakter van het GBVB dient het specifieke, eigen verdragsbepalingen te krijgen; Een gezamenlijk defensiebeleid dient gerealiseerd te worden; Aangaande flexibiliteit (huidige 308) moet de “sunset clause” ingevoerd worden en de (instellings)procedure moet niet gewijzigd worden

Conv. 625/03 Tomlinson (plv NP VK) en Maclennan of Rogart (plv NP VK)

Bijdrage Conventie:dit stuk is een rapport gemaakt ter informatie voor de House of Lords. De artikelen 24 tot en met 33 van het ontwerp verdrag worden geanalyseerd in het licht van de huidige verdragen.

Conv. 626/03 Dini (NP IT) en Duff (EP VK)

Conventie en tijdspad IGC: de IGC moet in 2004 van start gaan. Op die manier kunnen de toetredende lidstaten op gelijke voet deelnemen aan de onderhandelingen.

Conv. 632/03 Kirkhope (EP VK) Recht van initiatief voor het EP: vereenvoudiging van het wetgevingsproces is het sleutelwoord. Wetgeving moet uit twee groepen bestaan: de eerste zijn EU-

47 / 53

wetten die algemene gelding hebben en direct toepasbaar zijn. De tweede groep zijn EU-opinies die geen juridische binding hebben.Herverdeling van bevoegdheden: het EP moet het recht van initiatief krijgen en de EC moet uitvoerder van wetten worden. Tegelijkertijd moeten ook NP’en een rol in het nieuwe wetgevingsproces krijgen; nadat een voorstel door het EP en de Raad is aangenomen, moeten de NP’en het vervolgens goedkeuren.

Conv. 634/03 Tomlinson (plv. NP VK)

Vereenvoudiging begrotingsprocedure: het functioneren van de Unie hangt af van de begroting waardoor het mogelijk wordt om uitgaven te plegen. Indien het onderscheid tussen verplichte en niet-verplichte uitgaven komt te vervallen en de co- decisie procedure van toepassing wordt, zal er een oplossing moeten worden gevonden indien de Raad en het EP het met elkaar niet eens zijn.

Conv. 635/03 Tomlinson (plv NP VK)

EU-begroting; een manier van controle op het financieel management: hervormen van de begrotingsprocedure moet het mogelijk maken dat de begrotingsautoriteit vroegtijdig kan ingrijpen om de doelstellingen alsnog te realiseren. Burgers zijn goed op de hoogte wat er door de Unie uitgegeven wordt maar zien niet wat er met die uitgaven wordt bereikt. Het versterken van de rol van het EP, als onderdeel van de begrotingsautoriteit, zal de legitimatie van de uitgaven ten goede komen. Verder moet er een sterkere relatie komen tussen de wetgevende en budgettaire taken; de doelstellingen die door de Unie moeten worden verwezenlijkt moeten door de wetgever worden vastgesteld. Hierdoor kan het EP vooraf de doelstellingen controleren. Controle achteraf doet het EP door de EC te dechargeren.

Conv. 637/03 Hjelm-Wallen (RV Zweden)

Toegang tot documenten en vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren: publieke toegang tot de documenten moet gelden voor alle documenten van de alle instellingen. Verder moet in het verdrag vrijheid van meningsuiting voor ambtenaren, in dienst van de Unie, worden opgenomen

Conv. 638/03 Dini (NP IT) Begrotingsdiscipline: het invoeren van nieuwe inkomsten bronnen zoals een gemeenschapsbelasting is nu ex art. 35 VEG al mogelijk.De meerjaren-financiële planning moet in het verdrag opgenomen worden, dat geeft een dergelijk instrument een hogere status. De jaarlijkse begroting moet bij co-decisie vastgesteld worden. Het verschil tussen verplichte en niet-verplichte uitgaven moet komen te vervallen.

Conv. 639/03 Balázs (RV Hong), Szájer (NP Hong), MacCormick (plv EP VK), Eckstein-Kovács (plv NP Roem) en Szent-Iványi (plv NP Hong)

Respect voor minderheden en de Europese constitutionele structuur: In de huidige ontwerpteksten komt dit onderwerp niet duidelijk naar voren, terwijl het wel vermeld wordt in het Verdrag van de Unie en de Kopenhagencriteria. Bovendien zijn hierover vele amendementen op ingediend. Derhalve dient in het constitutionele verdrag te worden opgenomen een specifieke verwijzing naar het respect voor de rechten van de minderheden, de culturele, linguïstische en regionale diversiteit en daarenboven het principe van non-discriminatie.

Conv. 640/03 Martini (waarnemer)

Opname van de regionale en lokale dimensie in de Europese constitutie:Om de leesbaarheid en de samenhang voor de burger te vergroten is het noodzakelijk dat de Conventie de indeling van het beleidsverdragsdeel opnieuw formuleert. Hierbij dient men zich te baseren op het verband tussen het beleid enerzijds en de doelstellingen die in ontwerpartikel 3 van het constitutionele deel worden beschreven anderzijds. Drie doelstellingen dienen te worden toegevoegd aan artikel 3 opdat het beleidsdeel kan worden uitgebreid met de bijbehorende hoofdstukken, te weten:- Solidariteit- Duurzame ontwikkeling- ConcurrentievermogenDeze doelstellingen beantwoorden aan de verwachtingen van de burger en bieden een basis voor een betere coördinatie van het handelen door de overheid zowel horizontaal als verticaal van lokaal tot Europees niveau.

Conv. 646/03 Een groep conventieleden

Hervormen van de instellingen: deze bijdrage moet worden gelezen in samenhang met het Benelux-memorandum.Algemene principes: Handhaven en versterken van de communautaire methode; zeker na de uitbreiding waardoor besluitvorming complexer zal worden. Handhaven van het institutioneel evenwicht terwijl de positie van de

48 / 53

instellingen wordt versterkt. Wetgeving moet een activiteit van de Raad en het EP gezamenlijk worden Gelijkheid van de lidstaten moet gehandhaafd blijven Geen nieuwe instellingen erbij. Raad: besluitvorming bij QMV en in geval van wetgeving dient de Raad in het openbaar te vergaderen. De positie van de Secretaris-Generaal moet hersteld worden, dit versterkt de continuïteit. Het roulerend voorzitterschap is inherent aan de gelijkheid van lidstaten verbonden de HV: er moet één verantwoordelijke komen op het gebied van het extern beleid. Dit is noodzakelijk voor de coherentie en de zichtbaarheid. De EC: de EC moet een sterk supranationale instelling blijven. Ook moet het een onafhankelijk en collegiaal college blijven wil ze haar functie goed kunnen blijven vervullen. Ze moet het recht van initiatief behouden en haar positie in de tweede en derde pijler moet versterkt worden. De democratische legitimatie van de EC zal sterker worden als haar voorzitter door het EP zal worden gekozen. Een ander mogelijkheid is om de voorzitter van de EC te laten kiezen door een kiescollege bestaand uit leden van de NP’en en leden van het EP.

Conv. 651/03

De Vries (RV NL) en Hjelm-Wallén (RV Zweden)

Toekomstig begrotingssysteem van de Unie: het toekomstig begrotingssysteem van de Unie moet gebaseerd zijn op: lange termijn stabiliteit, toerekenbaarheid en institutioneel evenwicht. Om hieraan tegemoet te komen moeten de financiële vooruitzichten in het verdrag worden opgenomen. Dat kan door in het verdrag een bepaling op te nemen dat de meerjaren-budget-plafond met intervallen wordt vastgesteld. Het plafond moet worden vastgesteld door de Raad, bij unanimiteit, na raadpleging van het EP.In het begrotingsproces kan het onderscheid tussen verplichte en niet-verplichte uitgaven komen te vervallen waardoor het EP een volwaardige begrotingsautoriteit wordt.

Conv. 653/03 Hjelm-Wallén (RV Zweden)

Open-coordinatie methode: de open-coördinatie methode moet een verdragrechterlijke basis krijgen. De bijdrage bevat een ontwerp artikel.

Conv. 658/0331/03/03

Een grote groep conventieleden

Referendum over de Europese Grondwet: de Conventie moet de IGC voorstellen om het ontwerp Europees Grondwet door de burgers te laten goedkeuren. De referenda moeten plaatsvinden in overeenstemming met de nationale grondwettelijke procedures, maar ze moeten op dezelfde dag worden gehouden. Een mogelijkheid is om de referenda tegelijkertijd met de EP-verkiezingen te doen. Lidstaten die een bindende referendum niet kennen, kunnen een raadplegende referendum uitvoeren.

Document Auteur hoofdpunten

Conv. 616/0301/04/03

Weurmeling (EP DU) namens CDU en CSU

Voorstellen voor een Europees Constitutioneel verdrag namens de CDU en CSU: de Unie staat voor een aantal nieuwe uitdagingen:- de uitbreiding met 10 nieuwe lidstaten- nieuwe bedreigingen door de globalisering Het hervormen van de Unie moet er toe bijdragen dat de Unie haar erfenis voor de toekomst veilig stelt, maar ook dat zij acceptatie vindt bij de burgers.Bij het herdefiniëren van de bevoegdheden moeten de volgende criteria in acht worden genomen:- subsidiariteit- bevoegdheidsoverdracht moet duidelijk en specifiek worden geformuleerd- de middelen moet duidelijk worden geformuleerd zodat instrumenten die het

verdrag niet kent, zoals opencoördinatie en ‘soft law’ niet meer voor kunnen komen

- duidelijk moet worden gemaakt dat doelstellingen geen bevoegdheden scheppen- financiering aanpassen zodat lidstaten contributie betalen naar rato van hun

economische capaciteit.Institutionele hervormingen: bevoegdheidsuitoefening moet voor de burgers transparant, democratisch gelegitimeerd zijn. De volgende institutionele hervormingen worden voorgesteld:- zowel wetgeving als het vaststellen van de begroting moet de

49 / 53

verantwoordelijkheid zijn van de Raad en het EP- naast de EC moeten ook de Raad en het EP een recht van initiatief krijgen- de uitvoerende macht moet de EC blijven. De voorzitter van de EC moet

gekozen worden door het EP. Hij moet ook de EC samenstellen, waarna deze wordt aangesteld door de Raad en het EP. Het aantal leden van de EC moet beperkt blijven

- in gevallen waar de Unie bevoegd is te handelen moet besluitvorming in de Raad plaatsvinden bij gewone meerderheid; op het terrein van de intergouvernementele samenwerking moet unanimiteit blijven gelden

- bevoegdheidsconflicten tussen de Unie en de lidstaten moeten worden beslecht door een aparte kamer van het HvJ. In deze kamer moeten rechters van de nationale constitutionele hoven van de lidstaten zitting hebben.

Conv. 659/0314/04/03

Een groep conventieleden waaronder G. de Vries (RV NL)

Incorporatie van het Handvest Grondrechten in het constitutioneel verdrag: het Handvest maakt zichtbaar wat de waarden van de Unie zijn. Of het Handvest nu in het verdrag of in een bijlage wordt opgenomen is van secundaire betekenis. Primair is van belang dat zowel de burgers als de nationale overheden weten wat de concrete betekenis ervan is en wat voor consequenties het heeft op het recht van de Unie en op de grondwetten van de lidstaten. Het mag geen horizontale werking hebben.

Conv. 660/0301/04/03

Muscardini (EP IT) Voorstel voor de preambule: de preambule moet duidelijk maken dat de Unie haar historische identiteit verkregen heeft uit de Grieks-Romeinse traditie, de Joods-Christelijke traditie en de liberale waarden.

Conv. 663/03 Tomlinson (plv NP VK) en Maclennan (plv NP VK)

Ontwerpartikel 31 en ontwerpartikelen van deel 2: dit stuk is een rapport gemaakt ter informatie voor ‘Select Committee on the European Union’ van de House of Lords. Hierin wordt ontwerpartikel 31 alsmede de ontwerpartikelen van deel 2 welke handelen over JBZ geanalyseerd. Er wordt gekeken wat de betekenis ervan zal zijn voor de Engelse praktijk.

Conv. 664/03 De Villepin (RV FR) en De Vries (RV NL)

Versterking van de rol van de EC: de communautaire methode moet worden uitgebreid en versterkt, dit in het licht van de op handen zijnde uitbreiding. Zonder afbreuk te doen aan de eerder voorstellen gedaan aan de conventie door zowel Frankrijk als Nederland, stellen beide landen het volgende voor:1) het versterken van de rol van de EC door: - het versterken van het recht van initiatief- een niet-exclusief initiatiefrecht voor het doen van voorstellen voor het

strategisch meerjarenprogramma- het recht van initiatief uitbreiden binnen het mechanisme van versterkte

samenwerking- het versterken van de uitvoeringsbevoegdheid zodat uitvoering van de

wetgeving in beginsel is voorbehouden aan de EC, met uitzondering in gevallen van bijvoorbeeld GBVB, waar de Raad uitvoerder van is

- een scherper onderscheid moet worden aangebracht tussen basiswetgeving en uitvoeringswetgeving. De EC zou een gedelegeerde bevoegdheid moeten krijgen om gedelegeerde besluiten aan te nemen.

- De regels voor de comitologieprocedures moeten worden versoepeld- Het versterken van de rol van de EC bij het sociaal-economisch beleid, zodat de

EC scherper de economische situatie in de lidstaten in de gaten kan houden- De legitimiteit en verantwoordelijkheid van de EC moeten worden versterkt

door het EP een grotere rol te laten spelen in het benoemen van de voorzitter. Het institutioneel evenwicht kan worden bewaard door de EC de bevoegdheid te geven het EP te ontbinden.

- De functies van HV en commissaris Externe Betrekkingen samenvoegen en door één persoon laten uitoefenen. Hij is lid van de EC met een speciaal statuut. Zijn bevoegdheden op het gebied van het GBVB/EVDB worden onder gezag van de Raad uitgeoefend,

Conv. 665/03 Vastagh (NP Hongarije)

Vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: het verdrag moet de principes vastleggen van solidariteit, coördinatie en coöperatie op het terrein van justitiële samenwerking. Verder moet democratische controle van de NP’en zich uitbreiden tot het terrein van JBZ met name daar waar het gaat om Europol, Eurojust, het Europees O.M., politiële samenwerking en de op te richten grenswacht (Eurobord). Het JBZ terrein

50 / 53

heeft een sterke verdragsbasis nodig, zo moet Eurobord worden opgericht door het verdrag en ook daaruit zijn bevoegdheden en taken krijgen.

Conv. 666/03 Delegatie uit Oostenrijk (RV/NP/EP)

Aanpak met betrekking tot het Euratom verdrag: de Oostenrijkse delegatie is het eens met de voorstellen van het praesidium omtrent de veranderingen die moeten plaatsvinden in het Euratom verdrag. Het ‘nieuwe’ Euratom verdrag moet niet behoren tot het primaire recht van de Unie.

Conv. 669/03 Leden ven het NP van Finland

De toekomst van de EU- sociale partners in de handhaving van het welzijn: de huidige hervormingen moeten zich richten op het op een danig manier ontwikkelen van de beleidsterreinen zodat de doelstellingen van de Unie beter verwezenlijkt kunnen worden. Het vervullen van de doelstellingen van de Lissabon strategie zijn van cruciaal belang voor de Finse sociale partners. Ook steunen de sociale partners de mogelijkheden die worden ondernomen om de communautaire methode te versterken. De rol van de sociale partners op het niveau van de Unie moet worden versterkt en door het verdrag worden beschermd.

Conv. 676/03 Wittbrodt (NP Polen)

Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: pijler I en III moeten volledig worden samengevoegd. Dit kan door art. 31 voorontwerp verdrag te schrappen. Hierdoor wordt dit terrein volledig gecommunautariseerd. Met het recht van initiatief voor de EC, en een toetsingsrecht voor het HvJ.

Conv. 678/03 Basile (plv NP IT) Religieuze wortels: het toekomstig verdrag moet in een aangehecht protocol de status van de kerken en religieuze gemeenschappen aangeven. Het is ook belangrijk dat er een expliciete referentie komt aan religies als fundamenteel element voor de oprichting van Europa.

Conv. 680/03 Serracino-Inglott (RV Malta) en Inguanez (plv RV Malta)

Voorstel inzake institutionele hervormingen: het hervormen van de instellingen moet voldoen aan twee fundamentele principes: ten eerste moeten ze de Unie in staat stellen om haar dynamiek te behouden, ook na de uitbreiding. Ten tweede moeten de nieuwe lidstaten het gevoel krijgen dat ze bij de Unie behoren.De Raad:- vergaderingen moeten plaatsvinden in het openbaar en de RAZEB moeten

worden opgesplitst in twee aparte Raden- over het vaste voorzitterschap van de Raad heeft Malta nog geen mening maar

het voorzitterschap moet in ieder geval voldoen aan de volgende voorwaarde:a) handhaven van een vorm van roulatie waardoor ieder lidstaat een sturende rol

kan vervullen in het Europees procesb) het creëren van een vaste voorzitter voor de RAZEB die tevens Europees

minister voor Externe Betrekkingen is.c) Voor de vakraden kan ofwel een roulerend team van voorzitters komen ofwel

voor ieder vakraad een andere voorzitterDe EC:- Handhaven van het exclusieve recht van initiatief, waarbij de NP’en een rol

spelen door middel van een subsidiariteittoets- De EC moet de gelijkheid tussen de lidstaten waarborgen, er moet een

roulatiesysteem komen voor lidmaatschap/deelname aan de EC- De voorzitter van de EC moet worden gekozen door de een kiescollege

bestaande uit leden van het EP en leden van de NP’enHet EP: per lidstaat moeten minstens zes leden zitting hebben in het EP. Ook moet de co-decisie procedure worden uitgebreid tot de gebieden waar de Raad bij QMV beslist

Conv. 681/03 Kaufmann (EP DU) Verdragsvereisten voor een vredesgezind Europa: in het verdrag moeten de volgende bepalingen worden opgenomen:- de vredeshandhavende rol van de Unie- de verplichting dat de Unie het Handvest van de VN zal (meehelpen) handhaven- vastleggen van het verbod van aanvalsoorlog en bedreiging met geweld in de

internationale betrekkingen- de vaststelling en erkenning van de neutraliteit van Oostenrijk, Finland, Zweden

en IerlandConv. 688/03 Groep

conventieleden waaronder de leden van NP NL

Verklaring voor nauwere samenwerking tussen de EU en de Raad van Europa: zowel de Raad van Europa als de EU delen dezelfde waarden en proberen dezelfde doelstellingen te verwezenlijken namelijk; vrede, stabiliteit in de regio, democratie en een welvarend Europa. De samenwerking tussen de nieuwe uitgebreide Unie en

51 / 53

de Raad van Europa moet opgenomen worden in het toekomstig verdrag.Conv. 690/03 Paciotti (plv EP IT) Bijdrage aan het debat over de toekomst van Europa: de uitbreiding vereist dat de

Unie grondig hervormd worden. In ieder geval moet de communautaire methode gehandhaafd blijven en waar mogelijk worden versterkt. De dubbele legitimatie van de Unie, zijnde een van Staten en een van burgers, moet blijven bestaan. De institutionele structuur van de Unie moet dit respecteren door een goed systeem van checks and balances in te voeren.Veranderen van de volgende beleidsterreinen:De Interne Markt: nadruk moet nu gelegd worden op voedselveiligheid, transportveiligheid en milieu.GBVB: QMV invoeren met de mogelijkheid van constructieve onthouding. Verder moet er een betere coördinatie plaatsvinden en dat kan door een Europese minister van Externe Betrekkingen te benoemen.Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: de Unie moet zich meer inzetten in het gevecht voor vrijheid en tegen terrorisme. Ook hier moet QMV gekoppeld aan co-decisie ingevoerd worden, waarbij de NP’en ook een belangrijke rol vervullen. Niet alleen de EC maar ook lidstaten moeten het recht van initiatief krijgenInstitutionele hervormingen:De voorzitter van de EC moet, op voorstel van de Europese Raad, worden gekozen door het EP. Ook de Europese Raad moet een vaste voorzitter krijgen.

Conv. 693/03 Fogler (plv NP Polen)

Bijdrage inzake de begrotingsprocedure: art. 38 voorontwerp verdrag moet veranderd worden. In plaats van unanimiteit moet QMV gelden in de Raad terwijl het EP goedkeuring moet verlenen in plaats van de voorgestelde raadpleging. In art. 40 moet worden op genomen dat zowel het EP als de Raad de begrotingsautoriteit van de Unie zijn.

Conv. 697/03 De Rossa (NP Ier) De instellingen van de Unie: principe moet zijn dat de gelijkheid tussen de lidstaten wordt gehandhaafd. Ook de communautaire methode moet gehandhaafd worden. Hoe het voorzitterschap van de Unie er ook uitziet, leidend moet zijn dat alle lidstaten het rechten zullen blijven houden om deel te nemen aan het voorzitterschap. De democratische legitimiteit van de Unie wordt versterkt door de voorzitter van de EC te laten benoemen door het EP. Voorstellen die lijden tot drie vaste voorzitters in Europa (Vz. Europese Raad, Vz. EC en Vz. EP) hebben niet alleen een complexere institutionele verhoudingen tot gevolg, maar bedreigen ook het institutioneel evenwicht.

Conv. 698/03 De Rossa (NP Ier) Een echte sociale dimensie voor de Unie: de uitkomst van de Conventie moet een duidelijke sociale ‘commitment’ bevatten die in de lijn is met de aanbevelingen van werkgroep XI- sociaal Europa. De sociale doelstellingen moeten fundamentele doelstellingen worden waar het toekomstig beleid en de programma’s op zijn gericht

Conv. 701/03 Costa (NP Port) en d’Oliveira Martins (plv NP Port)

Ontwerp voorstel opencoördinatie methode: de opencoördinatie methode moet worden opgenomen in het verdrag. De formulering ervan moet rekening houden met het flexibel karakter van dit instrument.

Conv. 705/03 De Gucht (NP België)

De EC; met uitsterven bedreigd: als een aantal voorstellen door/van de Conventie worden overgenomen zullen die het supranationaal karakter van de Unie te niet doen. In plaats daarvan zal de intergouvernementele samenwerking toe moeten nemen. De positie komt in een aantal voorstellen onder vuur te liggen. Voorbeelden daarvan zijn alle voorstellen die de voorzitter van de EC willen laten kiezen door het EP. Hierdoor zal de voorzitter een politiek figuur worden die weliswaar het vertrouwen geniet van het EP maar niet van de Raad. Deze wil haar belangen waarborgen door het aanstellen van een vaste voorzitter. Ook de voorstellen die de Raad opsplitsen in een uitvoerende en wetgevende tak. De EC is de uitvoerend tak in de Unie en opsplitsen van de Raad heeft alleen zin als de uitvoerende taken bij de EC blijven rusten. Ook het samenvoegen van de HV en de commissaris Externe Betrekkingen zal tot problemen leiden. Hij zal deel uitmaken van de EC maar moet veel samenwerken met de hoofdsteden daar waar het gaat om zijn bevoegdheden op het GBVB. Hierdoor zal hij zich politiek meer verwant voelen aan de lidstaten dan aan de EC.

52 / 53

Er moet dus serieus worden nagedacht of de Unie intergouvernementele moet worden of juist supranationaal moet blijven.

Conv. 706/03 Palacio (plv RV SP) Het EVDB: Europa moet meer doen om haar veiligheids- en defensie mogelijkheden te vergroten. De Unie moet zich richten op het verbeteren van haar capaciteiten zodat zij zelfstandig militair kan optreden. Dat betekent: - Dat EVDB verder moet worden ontwikkeld- Dat de bevel- en commando structuur moet worden versterkt- Dat de Helsinki doelstellingen in 2003 moeten worden bereikt- Dat de Petersbergtaken een breder moeten worden gedefinieerd

Conv. 708/03 Tomlinson (plv NP VK) en Maclennan (plv NP VK)

Ontwerpartikelen 43-46 lidmaatschap van de Unie en de algemeen en slotbepalingen: dit stuk is een rapport gemaakt ter informatie voor ‘Select Committee on the European Union’ van de House of Lords. Hierin wordt ontwerpartikel 43 tot en met 46 alsmede de ontwerpartikelen van deel 3 welke handelen over de algemene en slotbepalingen geanalyseerd. Er wordt gekeken wat de betekenis ervan zal zijn voor de Engelse praktijk.

Conv. 710/03 Tomlinson (plv NP VK) en Maclennan (plv NP VK)

Verslagen werkgroepen Defensie en Extern Optreden: in dit stuk worden de verslagen van de werkgroep VII – Extern optreden en de werkgroep VIII –Defensie geanalyseerd. Dit is dus niet een analyse van de voorstellen van het praesidium.

53 / 53