dienst03102010 dg
TRANSCRIPT
De tong
In het begin was het woord en het woord was tot God en God was het woord. Dit was in het begin tot God;
alle dingen zijn door het woord geworden en zonder dit is geen ding
geworden, dat geworden is.
Johannes 1:1-3 / Genesis 1
wees niet te snel met uw mond… Prediker 5:1
‘..en uw hart haaste zich niet om een woord voor het aangezicht van God
uit te spreken; want God is in de hemel en jij bent op de aarde, laten
daarom je woorden weinig worden..’
Prediker 5:1
want zoals de droom komt door veel bezigheid, zo komt de stem van een
dwaas door veel woorden.
Prediker 5:2
…laat ieder mens snel zijn om te horen…
…langzaam om te spreken, langzaam tot toorn…
want de toorn van een man werkt geen gerechtigheid voor God
‘Laat niet zoveel van jullie leraars worden, mijn broeders, wetend, dat wij een groter gericht zullen krijgen’
Jakobus 3:1
‘in toom houden’
wie in zijn spreken niet struikelt,is een volmaakt man, in staat zelfszijn hele lichaam in toom te houden
Jakobus 3:2
Als wij paarden de toom in de mond leggen, zodat zij ons gehoorzamen, kunnen wij ook
hun hele lichaam besturen Jakobus 3:3
Zie, ook de schepen, ofschoon zij zo groot zijn en door sterke winden voortgedreven worden, worden door een zeer klein roer gestuurd, waarheen maar het
believen van de stuurman wil.
Zo is ook de tong een klein lid …..en voert toch een hoge toon. Zie, hoe weinig vuur een groot bosin brand steekt
Jakobus 3:5
Er zijn er, wier gepraat werkt als dolksteken, maar de tong van de wijzen brengt genezing aan.
Spreuken 12:18,19
de tong is een vuur
zij is de wereld van ongerechtigheidonder onze leden iets, dat het hele lichaam bezoedelt zet het wiel van onze afkomst in vlamen wordt zelf in vlam gezet door de gehenna
Jakobus 3:6
dieren kun je bedwingen, maar de tong kan
geen mens bedwingen….
onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn
hun keel is een open grafmet hun tong plegen zij bedrog
addergif is onder hun lippenhun mond is van vloek en bitterheid vol
Medicijn: Gods genade in je hart
Laat het woord van Christus rijkelijk in jullie inwonen,
in alle wijsheid julliezelf onderwijzend en vermanend;
psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingend,
met dankbaarheid in jullie hart tot God
Kolossenzen 3:16 CV
…een ongehoorzaam en tegensprekend (antilego) volk…
..worden wij gescholden, wij zegenen; worden wij vervolgd, wij verdragen;
worden wij gelasterd, wij spreken aan
1 Corinthiërs 4:12
Onze Heer en Vader lovenen de medemens vervloeken?
uit dezelfde mond zegen en vervloeking?
het is niet nodig, mijn broeders, het zo te laten worden
Zoet en bitter water uit één bron?
waar het hart vol van is…
‘Jullie woord zij altijd in genade, met zout gekruid, wetend hoe jullie eenieder
moeten antwoorden’
Kolossenzen 4:6