dialoog april 2013

36
Dialoog CDS Gent 1 CDS: studenten Euthanasiewet uitbreiden? Pro! De degens gekruist met LVSV Gent: is een privatisering van de gezondheidszorg wenselijk? De representatieve democratie als vervreemding kijk vlug op pagina 10 kijk vlug op pagina 10 kijk vlug op pagina 18 Verantwoordelijkheid als morele basis Teloorgang van de moraal kijk vlug op pagina 26 Gent Dialoog Met dank aan onze sponsor Kijk ook op: wWW.CDSGENT.BE 3maandelijks magazine Januari -februari-maart België – Belgique P.B. – P.P. 9000 Gent Stapelplein BC 28080

Upload: cds-gent

Post on 30-Mar-2016

218 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Dialoog Magazine CDS Gent voor april 2013

TRANSCRIPT

Page 1: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 1

CDS:

stud

ente

n

Euthanasiewet uitbreiden? Pro!

De degens gekruist met LVSV Gent: is een privatisering van de gezondheidszorg wenselijk?

De representatieve democratie als vervreemding

kijk vlug op pagina 10

kijk vlug op pagina 10

kijk vlug op pagina 18

Verantwoordelijkheid als morele basisTeloorgang van de moraalkijk vlug op pagina 26

Gent

Dialoog

Met dank aan onze sponsor

Kijk ook op: wWW.CDSGENT.BE

3maandelijks

magazine Januari -februari-maart

België – BelgiqueP.B. – P.P. 9000 Gent

StapelpleinBC 28080

Page 2: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent2

Geachte leden, ere-ledenBeste collega-studenten

Vooreerst late, maar daarom niet minder oprechte wensen voor het nieuwe jaar. Ook voor CDS Gent betekent een nieuw kalenderjaar de start van een nieuw semester. Een semester dat tot op heden vlekkeloos verlopen is, een semester met een buitengewoon hoog niveau van activiteiten, zowel op maatschappelijk, politiek als ideologisch vlak, kortom: een semester met dé ideale mix van in- en ontspanning. Dit is het werk van een geëngageerd team dat zich week na week en zelfs dag na dag inzet voor de vereniging. Als voorzitter kan mij dat alleen maar tevreden stemmen met het oog op de toekomst.Op politiek gebied waren we getuige van selectieve verontwaardiging gevoed door de waan van de dag. Journalisten, politici en zogenaamde experts waren verrast te lezen dat Arco mee schreef aan de Koninklijke Besluiten die de uiteindelijke waarborgregeling in wetgeving omzette. Zelfs een politieke leek weet dat dit een meer dan gangbare praktijk is, al hoeven we daar niet noodzakelijk mee opgezet te zijn. Verder waren we getuige van het verruwen van de politieke zeden, ingegeven door parlementsleden en duchtig verder gezet door de vierde macht. De persoonlijke aanvallen en insinuaties zorgden voor het ontslag van één van de meest competente christendemocratische Ministers, Steven Vanackere. Over de inhoud van het dossier hoeven wij ons niet uit te spreken. We stellen ons enkel de vraag op welke manier wij als studentenvereniging de Gentse medestudent blijvend kunnen motiveren voor politieke en

maatschappelijke vraagstukken, wetende dat wie in de politiek stapt, de uitdaging moet aangaan om het onmogelijke te verwezenlijken.Ook op ideologisch gebied viel de voorbije maanden heel wat te beleven. CD&V, de partij die nog steeds het politiek monopolie bezit op onze ideologie, ging van start met operatie Innesto. Dertig jongeren werden gebombardeerd tot high-potentials en moeten de reeds gevormde wijnstronken van nieuwe scheuten voorzien. Taalkundig een slim maar doorzichtig manoeuvre, want wie voelt zich sterk en ijdel genoeg om in te gaan tegen KLJK�SRWHQWLDOV�� SHU� GHÀQLWLH� MRQJHUHQ� GLH� KHW�beste voor hebben met de ideologie? Terwijl ze badend in het zweet werken aan nieuwe wijnsoorten dreigt men echter de voedzame grond uit het oog te verliezen. Wollige woorden zoals personalisme, subsidiariteit en rentmeesterschap dreigen verloren te gaan omdat heel wat mandatarissen de terminologie verkeerd hanteren. Laat dit echter geen reden zijn om de ideologische roots uit het oog te verliezen. De gebruikte terminologie toont perfect aan waar onze wortels liggen en laten we deze dan ook respecteren. Dit impliceert echter niet dat het christendemocratisch verhaal niet aan actualisering toe is, integendeel zelfs. Intussen blijven wij verder zoeken naar antwoorden op de actuele politieke en maatschappelijke vraagstukken en we vragen ons af welke rol ideologie nog speelt in onze huidige individualiserende en geseculariseerde maatschappij? Het zijn één voor één boeiende vraagstukken die we gedurende het tweede semester uitvoerig zullen behandelen. We hopen dan ook van harte dat samen met u te kunnen doen!

Jochen DevlieghereVoorzitter CDS Gent

VoorWoordBeste leden en ereleden

Page 3: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 3

inhoudstafel:

Voorwoord 2

Euthanasiewet uitbreiden? Pro!! 4

Machismo op een vakbondsbetoging 8

De representatieve democratie als vervreemding 10

Het democratisch deficit in Europa 14

De degens gekruist met LVSV Gent: is een privatisering van de gezondheidszorg wenselijk?"JA" - "NEEN" 16 - 18

Het leven zoals het is: christendemocratie 22

CDS in: EDS

wat is de European democrat students 25

Verantwoordelijkheid als morele basisTeloorgang van de moraal aal 26

Het middenveld is meer dan het acw 30

CDS sur + versterkt oud leden - netwerk 35

ereleden 36

Page 4: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent4

Euthanasiewet uitbreiden? Pro!

Dat de discussie binnen CDS al een tijdje gevoerd wordt, zien we in de teksten die reeds geschreven werden door twee van onze ere-leden, die zich trouwens ook pro-senior mogen noemen. Een evolutie die gaat van een standpunt tegen de euthanasiewet, tot een besef dat euthanasie toch door christendemocraten te verdedigen valt. Spijtig genoeg wordt

in deze laatste tekst naar mijn mening te afwachtend gereageerd op de uitbreiding van de euthanasiewetgeving, vandaar mijn inbreng.

Vanuit christendemocratisch standpunt, zien we personen, die door relaties en

verbanden, samen een gemeenschap vormen. Het contact met anderen zorgt ervoor dat we worden wie we zijn en waar we voor staan. Personalisten zien dat vanuit een Levinas-bril, waar mensen een appél uitoefenen en de andere een appél uitoefent op je verantwoordelijkheid. Een appél waardoor we ons aangesproken voelen en die ons als het ware dwingt

om actie te ondernemen. Dit appél is ook wat we aanvoelen als iemand ondraaglijk lijdt en waar we als christendemocraten een oplossing voor willen bieden, wat bij onomkeerbare ondraaglijke pijn zeker euthanasie kan zijn.

Als je christendemocraten en euthanasie in één zin gaat gebruiken, gaat de publieke opinie reeds de wenkbrauwen fronsen. Ze denken vaak dat christendemocraten principieel tegen euthanasie zijn. Een verband dat gelegd wordt doordat ze christendemocraten niet kunnen loskoppelen van de conservatieve katholieke kerk. Het contrastandpunt volg ik absoluut niet, in tegendeel: pleiten voor een uitbreiding van de euthanasiewet moet absoluut kunnen en is misschien zelfs een noodzaak.

“Hoe komt het dat het mogelijk is om met hetzelfde lijden uit het leven te kunnen stappen als je 18 bent, of je bent er 16? ”

Page 5: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 5

Euthanasiewet uitbreiden?

De euthanasiewet, hoe die vandaag is, is gebaseerd op het zelfbeschikkingsvermogen van de lijdende. Dat impliceert dat je gaat bepalen wanneer iemand wilsbekwaam is en dus geacht wordt over zichzelf te kunnen beschikken. Deze leeftijd ligt vandaag op 18 jaar. Sp-a en Open VLD deden recent nog een voorstel om de leeftijdsgrens te verlagen. Een nobel voorstel, maar is dit wel genoeg? Hoe komt het dat het mogelijk is om met hetzelfde lijden uit het leven te kunnen stappen als je 18 bent, of je bent er 16? Waarom moet een baby, die geboren wordt met een levensbedreigende ziekte, te lang lijden, omdat actieve levensbeëindiging niet kan? En tot slot: waarom kan niemand, die bij bewustzijn zegt niet te willen leven als hij in een bepaalde situatie terecht komt, dit nooit tot uitvoering kan brengen?

Ik wil mijn betoog beginnen met het probleem aan te kaarten die zich stelt bij dementerenden. Het is vandaag de dag zo dat mensen een wilsverklaring kunnen laten optekenen. Deze wilsverklaring bevat de wil om te sterven als zich een bepaalde situatie voordoet. Deze situatie is bijgevolg een situatie waar iemand aanhaalt dat hij niet verder wil leven, omdat hij zich in een situatie bevindt, waardoor deze ofwel fysisch ofwel mentaal ondraaglijk lijdt. Jammer genoeg is deze verklaring zo goed als betekenisloos. Dementerende ouderen moet deze de vraag om te sterven kunnen beamen, wat de beslissing tot een actieve levensbeëindiging in de weg staat en de wilsverklaring veranderd in een gebruikte servet.

Bij dementerenden: “... de wilsverklaring veranderd in een gebruikte servet.”

Page 6: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent6

Hier moet volgens mij, het zelfbeschikkingsrecht, wat in die wilsverklaring opgenomen wordt, gerespecteerd worden, en vind ik het onbegrijpelijk dat dit nog niet het geval is.Daarnaast ben ik er ook van overtuigd, en zeker als je weet dat er zo’n wilsverklaring opgetekend werd, er een appél uitgestuurd wordt en je als omgeving de beste oplossing moet zoeken. Hier niet op ingaan is volgens mij dan ook een afschuwelijke vorm van je verantwoordelijkheid die je van je afschuift.

Nog meer verantwoordelijkheid van je afschuiven is het weigeren van actieve levensbeëindiging voor kinderen jonger dan 18. Ik heb reeds aangehaald dat het niet normaal is dat twee dezelfde gevallen, maar de ene ouder en de andere jonger dan 18, niet dezelfde mogelijkheden hebben. Het wettelijk kader die gebruikt wordt om het zelfbeschikkingsvermogen in vast te leggen voldoet dus niet.

Het grote probleem die zich voordoet bij deze uitbreiding van de euthanasiewet is dat er op het zelfbeschikkingsvermogen een leeftijd moet geplaatst worden, wat natuurlijk niet eenvoudig is. Ik kan me gerust inbeelden dat een kind van 14 jaar, die al 4 jaar Leukemie heeft, beter dan wie ook over zijn toekomst kan beslissen. Rustig het debat afwachten en ondertussen passieve levensbeëindiging toepassen zien als optie is voor mij niet aan de orde, we moeten kunnen reageren op het appél.

Het is zo, als een baby’tje met een onomkeerbare huidaandoening, die daardoor niet langer dan enkele maanden te leven heeft en zelfs verdoofd moet worden om de baby te verversen, deze baby een appél doet op de verantwoordelijkheid van zijn omgeving. De omgeving moet in dergelijke gevallen initiatieven kunnen nemen om de beste oplossing te kunnen

Page 7: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 7

zoeken. Deze beste oplossing moet gezocht worden met input van de nodige medische kennis. Een passieve levensbeëindiging waar je het baby’tje laat uithongeren en uitdrogen is een overbodige lijdensweg voor het kind. Uit het verleden blijkt dat het geen wishfull thinking is om deze beslissing in de handen te leggen van de ouders, ook zij prefereerden om hun kind een rustige dood te bezorgen in plaats van een uithongering die soms kan weken duren. Het argument dat de omgeving deze beslissing niet zal nemen is dan ook niet aan de orde.

Je kan een voorafgaand appél zien als een uitnodiging die je krijgt voor een verkleedfeestje van één van je ouders. Dan heb je de keuze om hierop in te gaan, of deze uitnodiging in de vuilnisbak gooien en te doen alsof je neus bloedt. Maar het is niet zo dat de kous daarmee af is, telkens je contact opneemt met je ouders vragen ze je: “Heb je al een idee in wat je verkleed gaat?”. Niet ingaan op het appél is dan quasi onbestaand.

Het is zeer belangrijk om te beseffen dat ik in voorgaande spreek over een langdurend appél, waar je niet éénmaal aangesproken wordt, maar het een continu contact is met de andere. En dit contact kan plaatsvinden onder verschillende manieren: visueel het kind zien lijden, een peuter die dag en nacht weent, een scholier die continu zegt dat het pijn heeft, het besef dat die wilsverklaring opgetekend is....

Het is een contact dat ervoor zorgt dat het zelfbeschikkingsrecht aanwezig is in de beslissing van de omgeving en het overgaan tot actieve levensbeëindiging bij alle gevallen op een consequente manier gebeurt en waar de omgeving, enkel en alleen als de lijdende zelf niet in staat (meer) is om (alleen) de beslissing te nemen, kan ingrijpen en de laatste wens kan vervullen. Het is mijn overtuiging dat we als christendemocraten dat appél niet mogen ontkennen, en dat we ons er niet gemakkelijk mogen van af maken om te pleiten voor een passieve levensbeëindiging, maar actief moeten pleiten om ook de euthanasiewet uit te breiden naar deze die vandaag uit de boot vallen.

Marc CasteleynOndervoorzitter CDS GENT

Page 8: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent8

Machismo op een vakbonds-betoging

Evelien Scheelen

Studente sociaal werk en stagiair bij de fractie van Groen in het Vlaams Parlement beleefde op de nationale vakbondsbetoging van 21 februari niet meteen de meest vrouwvriendelijkste dag. Met dit opiniestuk die overigens ook op de website van De Morgen verscheen deelt ze graag haar ervaring als vrouw in een vakbondsbetoging.

Toen er een tijdje terug veel te doen was over Femme de la rue, het filmproject van Sofie Peeters over de continue seksuele intimidatie die vrouwen in bepaalde buurten in het Brusselse moeten ondergaan, stelde ik me daar vragen bij.

In de eerste plaats kan ik maar moeilijk begrijpen waarom mannen vrouwen op een dergelijke manier benaderen. In de tweede plaats vind ik het storend dat er over het hele probleem (en wat daarop volgde in de media) nogal hevig in de richting van de allochtone Brusselse bevolking werd gekeken. Ten derde kan ik maar moeilijk onder woorden brengen wat je daar als meisje nu eigenlijk van moet vinden en hoe je daar dan verder om moet mee gaan.

Maar goed, dat was wel het laatste waar ik op donderdag 21 februari - nationale vakbondsbetoging - aan dacht toen ik me naar de Anspachlaan haastte. Niet om mee te betogen - ik ben student en voelde me niet meteen betrokken partij - wel om SDPÁHWWHQ�XLW�WH�GHOHQ�YRRU�GH�RUJDQLVDWLH�waar ik momenteel stage loop. Amper een

SDDU�GHPRQVWUDQWHQ�KDG�LN�HHQ�SDPÁHW� LQ�de handen geduwd of het begon al: aan een hels tempo kwamen de knipogen op me af. En niet alleen knipogen, helaas. Twee uur lang kreeg ik bijna non-stop intimiderende en seksistische opmerkingen naar het hoofd geslingerd. Meestal vriendelijk, soms opdringerig.

Maar vooral: het waren niet de werkloze, allochtone en Brusselse mannen waarover doorgaans wordt gesproken als het over dit soort seksisme gaat. Betogende Vlaamse en Waalse mannen vonden het nodig om een ‘kuske’ te vragen (en zo goed als te geven) LQ� SODDWV� YDQ� HHQ� SDPÁHW�� RI� YRQGHQ� KHW�nodig om er ‘ma poupée’ of ‘omdat ge zo schoon zijt, maske’ aan toe te voegen. En maar telefoonnummers vragen, of mijn gezicht ongevraagd aanraken...

Page 9: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 9

Toegegeven, ‘hoer’ of ‘sale pute’ is er niet aan te pas gekomen en ik voelde me evenmin bedreigd. Maar dat neemt niet weg dat ik bij het einde van de betoging toch wat verdwaasd en verontwaardigd achterbleef. Een beetje vernederd, plots gereduceerd tot een mooi popje of zoiets. En verbaasd, want dit was niet waaraan ik me verwachtte op een vakbondsbetoging.

Aanvankelijk heb ik een beetje geaarzeld. Ik zie de vakbonden graag en zeker die mensen die bereid zijn op straat te komen om dingen te veranderen. Ik wilde ze niet meer dan nodig in een kwaad daglicht plaatsen. Maar eigenlijk gaat het hier niet over de vakbond en militanten. Vandaag is het vrouwendag. Hoewel de documentaire YDQ�6RÀH�3HHWHUV�KHHO�ZDW�LQ�JDQJ�KHHIW�JH]HW�(zoals het wetsontwerp van Milquet), is het niet gedaan met dat misplaatst machismo.

Bovendien is het probleem breder en dieper dan gefrustreerde mannen uit de Anneessenswijk. En dat wordt misschien niet altijd voldoende benadrukt. Blij was

ik dan ook toen enkele Antwerpse meisjes Hollaback! oprichtten en beslisten dat het maar eens genoeg moet geweest zijn. Zij weten ook: “Seksuele intimidatie heeft geen kleur of rang”. Inderdaad, ook betogende mannen - uit alle uithoeken van het land en van alle kleuren - kunnen er wat van.

Hoe moeten we als vrouw nu omgaan met de opmerkingen die we naar het hoofd krijgen geslingerd ? Weglachen? Ondergaan? Een klacht indienen? Of gewoon iets grappigs terugzeggen? Hoe moeten we vermijden dat we met een wrang gevoel achterblijven? Hoe moeten we onszelf blijven vertellen dat het echt niet onze schuld is? En vooral, hoe kunnen we ervoor zorgen dat wij ons hoofd niet meer moeten breken over een gepaste reactie?Aan de vakbonden: misschien kunnen jullie hier ook intern eens over spreken? Het zou het al een verschil kunnen maken als het aantal geconsumeerde halve liters drastisch werd verminderd. Na wat blikjes bier lijkt het nog moeilijker om dat machismo onder controle te houden.

Page 10: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent10

Dat het vertrouwen in de politiek ver zoek is, zal niemand heden ten dage tegenspreken. Dit is echter geen onvoorspeld of nieuw fenomeen. Reeds in de jaren negentig zagen we de opkomst van het zogenaamde kloofdenken en de roep om een ‘Nieuwe Politieke Cultuur’ waarin de mate van inspraak van de burgers drastisch opgedreven zou worden. Dat daaruit een aantal initiatieven uit voortgekomen zijn die ook geïmplementeerd werden, kan niemand ontkennen. Het gemeentedecreet maakt in gemeenten een zeker niveau van burgerparticipatie mogelijk via klachtenbehandeling, inspraak via adviesraden en overlegstructuren, verzoekschriften aan de gemeenteraad en de gemeentelijke volksraadpleging. Maar in hoeverre blijken die echt te voldoen aan de participatienoden van een steeds mondiger wordende, kritische en een steeds meer geïnformeerde burger?

We hoeven niet ver te zoeken om te constateren dat, ondanks die (beperkte) nieuwe mogelijkheden tot participatie, het ongenoegen bij de burger blijft groeien. Als Torfs in De Standaard stelt dat de N-VA een symptoom is eerder dan een oplossing, dan gaat dat over het immer dalende vertrouwen in de politiek dat zich uit in het stemmen voor een partij waarvan men hoopt dat die verandering kan brengen. Demogelijkheden waarin het gemeentedecreet immers voorziet, houden krampachtig de uiteindelijke beslissingsmogelijkheid in handen van het politieke establishment. Laat het net dat gegeven zijn dat ervoor zorgt dat de huidige participatievormen afdoende zijn om een verhoging in vertrouwen en het verkleinen van de kloof mogelijk te maken. De huidige mogelijkheden zijn niets meer dan schone schijn, en de burger beseft dat.

Een voorbeeld is de gemeentelijke volksraadpleging. Het gaat hier wel degelijk om een volksraadpleging en geen referendum, ook al wordt dat laatste woord wel eens gebruikt om een volksraadpleging aan te duiden. Met een volksraadpleging, voor alle duidelijkheid, hoeven de politieke machtshebbers immers geen rekening te houden in hun uiteindelijke beslissing. Dit in tegenstelling tot een referendum, waarvan de uitslag bindend is, wat niet mogelijk is in België.

Die fetisj van het primaat van de politiek vinden we zelfs terug in onze grondwet, waar men spreekt over nationale soevereiniteit. Die nationale soevereiniteit houdt in dat vertegenwoordigers, aangeduid door het volk, na hun verkiezing vrij zijn en moeten denken in het belang van GH�QDWLH��GLH�PHQ�GHÀQLHHUW�DOV�GH�EXUJHUV�

De representatieve democratie als

vervreemding

Page 11: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 11

van het heden, maar ook van het verleden en de toekomst. Die redenering klinkt ongetwijfeld mooi, maar houdt in essentie in dat de vertegenwoordiger z’n zin kan doen. Dat deze kronkel in 1830, bij gebrek aan scholing en manieren van de burger om zich te voorzien van informatie, nog stand kon houden is begrijpelijk, maar in 2013 moet die wellicht toch onder de kritische loep genomen worden. Zo zorgt die nationale soevereiniteit ervoor dat eenmaal verkozen, een vertegenwoordiger z’n zetel behoudt tot er nieuwe verkiezingen zijn.

In Amerika kunnen de burgers van een bepaalde staat via een recall-verkiezing een volksvertegenwoordiger YDQ� KXQ� VWDDW� WHUXJÁXLWHQ�� 'H� ]HWHO�van een vertegenwoordiger is dus niet onvoorwaardelijk de zijne of de hare gedurende die legislatuur. De soevereiniteit blijft in de handen van de burger, het is enkel de uitoefening daarvan die hij afgeeft aan een vertegenwoordiger, die hij overigens ook kan bestraffen indien hij die soevereiniteit niet uitoefent conform de wil van de mensen die hij vertegenwoordigt.

“De huidige mogelijkheden zijn niets meer dan schone schijn, en de burger beseft dat. “

Page 12: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent12

De tegenhanger van nationale soevereiniteit is volkssoevereiniteit, waarvan Rousseau de grote predikant genoemd kan worden. Die volkssoevereiniteit laat in essentie geen representatieve of indirecte democratie toe en vormt de legitimatie voor zuivere directe democratie. Hier valt over de praktische kant heel wat te zeggen, maar daarbij moeten we rekening houden met wat Rousseau verder over inrichting van de samenleving dacht: hij zag de samenleving immers als een verzameling van allerlei kleine, autonome entiteiten. Vertaald: gemeenten.

In de gemeentelijke context is participatie een pak makelijker. De kleinschaligheid van gemeenten leent zich er immers perfect toe om een soort basisdemocratie te vormen waarin de burgers samen kunnen participeren aan de besluitvorming. Hier vinden we dan ook het tweede pleidooi in dit artikel: een pleidooi voor verregaande vormen van burgerparticipatie in de

stedelijke context, waarbij het uiteindelijke beslissingsrecht bij de burgers ligt. Mits de juiste aangeboden informatie over de gevolgen van bijvoorbeeld de mogelijke uitkomsten van een referendum, door een onafhankelijk orgaan van experts, mogen we er immers van uitgaan dat de burger voldoende verantwoordelijkheid op zal nemen om de keuze te maken die in het algemeen belang is.

Dit artikel is geenszins een pleidooi voor een verregaande of zuivere vorm van directe democratie. De analyse die we echter moeten maken is dat we blijvend vastzitten in een harde vorm van representatieve of indirecte democratie, met als gevolg politieke vervreemding en wantrouwen. Een hybride vorm van de twee, met ‘the best of both’, kan een manier zijn om een evenwicht te bewaren maar ook de burger de nodige hefbomen te geven om te doen wat hij nu nog niet daadwerkelijk kan: participeren.

Alexis LeendersLid CDS GENT

“Die volkssoevereiniteit laat in essentie geen representatieve of indirecte demo-cratie toe en vormt de legitimatie voor zuivere directe democratie.”

Page 13: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 13

Page 14: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent14

Het democratisch deficit in Europa

Deze vraag heeft veel onderzoekers geboeid. Sommigen zeggen dat er een probleem is met de inputdemocratie van de Europese Unie. Vanuit dit standpunt houden de Europese Parlementsleden (MEPs) te weinig rekening met wat de Europese burgers belangrijk vinden. Er zou een kloof zijn tussen de belangen van de burgers en de belangen van de MEPs. Ook omgekeerd zou er een probleem zijn: de Europese burgers kiezen MEPs op basis van nationale of zelfs lokale thema´s en niet op basis van Europese thema´s. De Europese parlementaire verkiezingen zijn tweederangs verkiezingen geworden en dit zou wel eens de reden kunnen zijn waarom het zo moeilijk is om van het Europees Parlement een juiste afspiegeling te maken van de belangen van de Europese burgers.

Er is niet enkel een kloof tussen de burgers en het Europees Parlement, veel onderzoekers beweren ook dat er een kloof is tussen de politieke partijen en het Europees Parlement. De nationale politieke partijen voelen aan dat Europese thema´s niet erg populair zijn bij de burgers en daarom starten ze er geen publieke debatten rond. Dit heeft als gevolg dat de burger niet geïnformeerd wordt over wat er allemaal gebeurt in de Europese Unie. Verder toonden enkele studies aan dat MEPs en andere politici die actief zijn op het Europese niveau zeer autonoom hun eigen beslissingen kunnen maken in naam van hun nationale partij. Zij informeren hun partij niet voldoende over de beslissingen en de partij informeert op zijn beurt de burger niet voldoende. Deze manier van beleidsbeslissingen maken is

In 2014 zal de Europese burger de leden van het Europees Parlement voor de 8ste keer in de geschiedenis verkiezen. Toen het Europees Parlement werd opgericht, had het slechts een adviserende bevoegdheid, maar met elk nieuw verdrag dat werd ondertekend, kreeg het Europees Parlement meer en meer macht. Vandaag beweren sommige mensen dat het Europees Parlement het machtigste parlement ter wereld is. Maar als dit zo is, hoe komt het dan dat de opkomst van de Europese Parlementsverkiezingen elke keer lager wordt? Is dit een teken van het zogenaamde democratisch deficit van de Europese Unie?

Page 15: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 15

Het democratisch deficit in Europa

helemaal niet transparant voor de burger. De burgers worden niet betrokken bij Europese thema´s, die eigenlijk toch best wel belangrijk voor hen zijn, en daarom trekken ze zich er ook niets van aan.

De bovenstaande argumenten zijn klassieke argumenten die aangehaald worden om aan te tonen dat er wel degelijk een GHPRFUDWLVFK� GHÀFLW� LQ� (XURSD� LV�� 0DDU�er zijn ook andere onderzoekers die het omgekeerde beweren, dat vind ik een zeer interessante gedachtegang.

Andrei Moravcsik, een Amerikaanse politiek wetenschapper en professor aan Harvard, JHORRIW� QLHW� LQ� KHW� GHPRFUDWLVFK� GHÀFLW�� ,Q�plaats van zich te focussen op de inputzijde van een democratie focust Moravcsik zich op de outputzijde. Zijn mening kan men als volgt kort samenvatten: “Zolang de EU goede beslissingen neemt, die in het belang van allen zijn, zal de EU legitiem zijn, ongeacht hoe (on)democratisch de input verloopt.” Moravcsik beweert dat ondanks de problemen die hierboven al vermeld zijn en ongeacht op welke manier het Europees

Page 16: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent16

Parlement functioneert, deze dingen FUHsUHQ� QLHW� KHW� GHPRFUDWLVFK� GHÀFLW�� =H�geven de burgers enkel de indruk dat de EU niet democratisch is.

Het klopt dat burgers niet veel informatie krijgen over wat er allemaal op het Europese niveau gebeurt. Maar Moravcsik is van mening dat de burger dat ook niet hoeft te weten: de weinige beleidsdomeinen waar de EU veel macht heeft zijn erg technisch en dat interesseert de gemiddelde burger niet. De meer politieke domeinen, zoals belastingen, sociale zekerheid en pensioenen zijn domeinen waar de nationale overheid nog steeds het laatste woord heeft. Dit betekent dat over de belangrijke zaken nog steeds op nationaal niveau een beslissing wordt genomen en op dit niveau kan de burger zeer actief zijn als hij wil. Een ander argument WHJHQ�KHW�]RJHQDDPGH�GHPRFUDWLVFK�GHÀFLW�is het stemsysteem in de EU. Als de EU iets wil realiseren dan zorgt de manier van stemmen ervoor dat een grote meerderheid van de lidstaten met een voorstel akkoord moeten gaan. Als de implementatie van start gaat, zijn het opnieuw de nationale overheden die de belangrijkste actoren zijn. Dit betekent volgens Moravcsik dat er nog

heel wat macht bij de lidstaten is gebleven.Ten slotte argumenteert Moravcsik dat er genoeg checks and balances gecreëerd zijn om het Europese systeem te controleren. Er zijn verschillende stemprocedures, het Europees Parlement wint aan macht, er zijn zoveel andere spelers in de Europese besluitvorming en het budget van de EU is zeer klein. Al deze factoren zullen voorkomen dat de EU een despotische superstaat wordt.

Veel onderzoekers vinden dat de burgers meer geïnvolveerd moeten worden in de Europese politiek om zo het probleem YDQ� KHW� GHPRFUDWLVFK� GHÀFLW� RS� WH� ORVVHQ��Moravcsik gaat hier niet mee akkoord. Omdat hij niet gelooft in dit democratisch GHÀFLW�� YLQGW� KLM� GDW� HU� KHOHPDDO� QLHWV�veranderd moet worden. Als burgers het niet belangrijk vinden om bij de Europese besluitvorming betrokken te zijn, dan hoeven ze er ook niet betrokken bij te zijn. De kwaliteit van de besluitvorming zal veel hoger zijn als er enkel experts aan bepaalde thema´s werken dan als 500 miljoen mensen naar hun mening gevraagd wordt, argumenteert Moravcsik. Maar de burgers niet bij besluitvorming betrekken, betekent

Page 17: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 17

volgens Moravcsik niet dat de burgers niet kunnen of mogen laten weten dat ze niet akkoord gaan met de besluitvormers. Ook al is Moravcsik geen grote voorstander van de inputdemocratie, toch moet het systeem volgens hem transparant blijven.

2I� HU� QX� HHQ� GHPRFUDWLVFK� GHÀFLW� LQ�Europa is of niet, is een vraag die veel en verschillende antwoorden heeft. We zullen moeten wachten tot 2014 om te zien of de

opkomst voor de Europese parlementaire verkiezingen de dalende trend bevestigt of niet. Ik ga akkoord met Moravcsik over de outputdemocratie. Ik vind deze ook belangrijker dan de manier waarop de input gebeurt. Maar met zijn mening dat er niets moet veranderen aan de huidige situatie, ga ik niet akkoord. Mensen kritisch bij besluitvorming en politiek betrekken is belangrijk. Dit is iets wat wij als CDS´ers kunnen doen, en daar ben ik trots op.

$QQ�VRÀH�3DXZHO\Q�politiek secretaris CDS GENT

Page 18: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent18

De degens gekruist met LVSV Gent:

is een privatisering van de gezondheidszorg wenselijk?

"Ja" In onze rigide maatschappij is de gezondheidszorg één van die zaken die schijnbaar niet ter discussie mogen gesteld worden. Elke poging tot een discussie over privatisering stuit steevast op een ‘njet’. Hierbij worden telkens enkele doembeelden bovengehaald die onveranderlijk geassocieerd worden met de introductie van een marktwerking: onbetaalbare premies, een gezondheidszorg met twee snelheden, etc. Ondergetekende wenst hier dan ook kort toe te lichten waarom dit niet zo hoeft te zijn, en waarom ook op dit vlak de veerkracht van de markt een alternatief kan bieden voor het bijzonder dure en logge publieke apparaat.

Eerst en vooral wens ik de werking van het staatsapparaat in vraag te stellen, dat vaak zonder discussie als superieur geacht wordt aan het private alternatief. Los van de vele praktische problemen (weinig innovatief, exploderende wachtlijsten..) zie ik een moreel probleem bij het toevertrouwen van de gezondheidszorg aan de staat. Wanneer

een overheidsafdeling de rol van centrale planner opneemt in de gezondheidszorg, EHWHNHQW� GLW� RRN� GDW� KHW� ÀQDDO� HHQ�ambtenaar is die beslist welk geneesmiddel een subsidie krijgt en welk niet. Het is onacceptabel dat de staat beslist of een bepaalde vorm van kanker urgenter is dan een spierziekte, of gelijk welke groep zieken belangrijker dan een andere. Het is niet aan de overheid om in plaats van het individu te bepalen wat belangrijk voor hem is. In zekere zin ontstaat er hier zelfs een perverse vorm van moral hazard. In een private gezondheidszorg zullen geneesmiddelen niet ontwikkeld worden naargelang het lobbywerk achter elke aanvraag, maar op basis van één simpel criterium: is er een markt voor? Zonder de restricties van beperkte overheidsbegrotingen zou men wel eens meer geneesmiddelen kunnen ontwikkelen.

Hierop verder bordurend zijn er nog meer voordelen verbonden aan een gedecentraliseerde gezondheidszorg.

“Zonder de restricties van beperkte overheidsbegrotingen zou men wel eens meer geneesmiddelen kunnen ontwikkelen.”

Page 19: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 19

is een privatisering van de gezondheidszorg wenselijk?

(Timon Lesage - Aspirant-bestuurslid LVSV Gent)

Hoewel velen een privaat medicijn ipso facto als een duurder medicijn zien, is het maar de vraag of de kosten niet net zullen dalen. Bij het beschouwen van de kostprijs voor de individuele gebruiker en welke groepen al dan niet toegang zullen krijgen tot een degelijke gezondheidszorg, wordt er nog veel te veel geanalyseerd vanuit de huidige situatie. Waarom zou op het vlak van de gezondheidszorg de werking van de vrije markt niet dezelfde voordelen opleveren als op zowat alle andere gebieden, m.n. innovatie en drukking van de kosten? De aard van het product verschilt misschien van dat van een auto of smartphone, maar de bedrijfslogica blijft dezelfde. Een private gezondheidszorg zal de wachtlijsten voor en kosten van gezondheidszorg drastisch reduceren, vanuit incentives die een overheid nu eenmaal niet heeft. Wie de situatie vandaag extrapoleert naar een private regeling en dan concludeert dat een x-aantal personen uit de boot zullen vallen, gaat voorbij aan de gunstige werking van competitie.

Ook het klassieke argument dat een bedrijf alleen maar uitgaat van winstmaximalisatie is ongenuanceerd: een bedrijf zal in de eerste plaats zoveel mogelijk klanten wensen. De inkomsten zijn een logisch gevolg van de market share, het primaire doel van elk privaat bedrijf. Dit wordt in de praktijk o.a. JHUHÁHFWHHUG� GRRU� SULM]HQRRUORJHQ�� *HHQ�enkel bedrijf zal bewust zijn consumenten de markt uit drijven. In het kader van gezondheidszorg krijgt deze logica een morbide bijklank, maar blijft ze wel overeind. Een dode zal geen geneesmiddelen meer kopen.

Het is dan ook dringend tijd voor een discussie over onze gezondheidszorg. Hopelijk kan die in een rationele sfeer verlopen, zonder de klassieke en foutieve slogans die telkens opnieuw gelanceerd worden. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de private VHFWRU� GH� JH]RQGKHLGV]RUJ� QLHW� HIÀFLsQWHU�en zelfs rechtvaardiger zou regelen dan een staatsapparaat.

“Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de private sec-tor de gezondheidszorg niet efficiënter en zelfs rechtvaardiger

zou regelen dan een staatsapparaat.”

Bij de start van het nieuwe semester kreeg CDS Gent de vraag om de inhoude-lijke degens te kruisen met LVSV Gent. In samenspraak met beide organisaties werd het vraagstuk van de privatisering van de gezondheidssector behandeld. Elk stuurden ze iemand met een scherpe pen de arena in.Hier het resultaat:

Page 20: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent20

"NEE" Privatisering, een liberaal geïnspireerd wondermiddel waardoor alle vigerende problemen in één klap zouden verdwijnen, vindt de laatste jaren ook opmars binnen het kader van de gezondheidszorg. Het zou de wachtlijsten bij kinderopvang en ouderenzorg laten afnemen, de kwaliteit doen toenemen en de veel te hoge kost van de sociale zekerheid zou smelten als sneeuw voor de zon, aldus liberaal en privatiserend Vlaanderen.

Niets is minder waar natuurlijk: de enige echte reden om gezondheidszorg te privatiseren en het weg te halen van het politiek maatschappelijke domein is de vervelende portefeuille die het met zich meebrengt. Het is immers electoraal niet evident, laat staan winstgevend om duidelijk te maken dat de volledige samenleving inspanningen dient te leveren om een acceptabel niveau van universele basiszorg te kunnen voorzien. Die verantwoordelijkheid bij de markt leggen en de pijnlijke beslissingen doorschuiven naar de onzichtbare hand is politiek een gemakkelijke, maar vooral laffe beslissing.

Onze gezondheidszorg baseert zich immers op een sociaal contract tussen alle betrokken actoren, op een gedeeld engagement van burgers om iedereen in onze samenleving een basiszorgverlening te schenken. De roep tot privatisering snijdt echter dieper dan het toegankelijkheidsdebat. De primordiale vraag is of we een gezondheidszorg willen met twee snelheden, één voor kapitaalkrachtigen en één voor kapitaal zwakkeren, of een gezondheidszorg die ook sociaal te rechtvaardigen is?

Als christendemocraten is dit geen moeilijke keuze. Een geprivatiseerde en bijgevolg gecommercialiseerde gezondheidszorg heeft als doelstelling om haar winst te maximaliseren, lees: haar risico’s te verkleinen. Gezondheidsbedrijven, want zo kunnen we ze dan wel noemen, zullen zich richten op burgers met kleine, niet complexe gezondheidsrisico’s en zullen de verzekeringskost voor mensen met een voorgeschiedenis aan gezondheidsproblemen onnoemelijk hoog leggen. Wie de premie kan betalen, zal toegang krijgen tot een waardevolle en

Page 21: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 21

(Jochen Devlieghere - voorzitter CDS Gent)

kwalitatieve gezondheidszorg. Wie het niet kan betalen, krijgt geen zorg of moet het doen met tweederangs hulpverlening. De liberale keuze tot privatisering vernietigt de solidariteitsgedachte, verlegt de last weg van de gemeenschap, rechtstreeks naar het individu en zorgt vooral voor een zorg met twee snelheden.

We ontkennen helemaal niet dat er problemen zijn in de gezondheidszorg. De wachtlijstproblematiek is één van de meest urgente en hardnekkigste problemen, maar privatisering zal daar geen afdoende antwoord op bieden. Wij pleiten dan ook voor een omgekeerde beweging, met name één naar vermaatschappelijking van de zorg. Onze gemeenschap moet opnieuw de kans krijgen om de zorg van haar naasten op zich te nemen zonder dat dit een verplichting wordt én zonder dat dit een incentive vormt om de universele basisvoorzieningen af te bouwen.

De opwaarding van het sociale beroep en de herwaardering van mantelzorg zijn twee mogelijke manieren om dit te doen. Veel burgers willen de zorg opnemen voor hun dementerende moeder of vader, maar kunnen het zich niet veroorloven of hebben de know-how er niet voor. Net daarom dienen we na te denken over het concept van de betaalde mantelzorg waarbij burgers zorgverlof kunnen nemen om te zorgen voor hun naasten. Dit zal een deel van de wachtlijstproblematiek verhelpen,

het kwaliteitsniveau stabiel houden, het gemeenschapsgevoel versterken en het zal vooral niet zorgen voor een gezondheidszorg met twee snelheden.

Tot slot mogen we als burgers ook de hand in eigen boezem steken. De solidariteitsgedachte die aan de grondslag van onze gezondheidszorg ligt, wordt vandaag de dag al te vaak uitgehold. Wie een extra dag ziekteverlof kan ontvangen zal het niet laten deze op te nemen en wie ‘s morgens hoest, staat ‘s middags reeds bij de huisarts. Dit alles jaagt de kosten van onze gezondheidszorg nodeloos de hoogte in, maar opnieuw zal privatisering en commercialisering hier geen afdoende antwoord op bieden. Burgers dienen hun verantwoordelijkheid op te nemen, want voor christendemocraten is het duidelijk: solidariteit en verantwoordelijkheid gaan hand in hand.

Laten we dan ook met z’n allen, liberaal, christendemocraat, socialist of (Vlaams) nationalist niet vergeten dat we zelf vroeg of in laat in de cirkel der gezondheidszorg terecht komen. Bij een geprivatiseerde en gecommercialiseerde gezondheidszorg kunnen we dan maar hopen op kapitaal genoeg om te kunnen overleven. Net om die uitsluiting te voorkomen zullen wij nooit pleiten voor de privatisering van de gezondheidszorg, integendeel zelfs. Net om die redenen zullen we streven naar een koppeling van verantwoordelijkheid en solidariteit in hoofde van Jan en alleman.

“Onze gemeenschap moet opnieuw de kans krijgen om de zorg van haar naasten op zich te nemen zonder dat dit een verplich-ting wordt én zonder dat dit een incentive vormt om de univer-

sele basisvoorzieningen af te bouwen.”

Page 22: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent22

Het leven zoals het is:

Onlangs was met CDS Gent een debat gepland over de christendemocratie in het bijzijn van CD&V Voorzitter Wouter Beke. Dit was verplaatst naar het tweede semester omdat Beke plots moest afzeggen in het eerste semester. Door de snelle politieke ontwikkelingen in de ACW-soap en het ontslag van Minister Vanackere, moest hij ook deze keer afzeggen. Toch is de activiteit doorgegaan, zij het wel met enkel leden en het CDS-bestuur. Voor mij als jonge christendemocraat was het een zeer verrijkende avond! Kritisch zijn ten opzichte van je eigen ideologie, moet toch kunnen of niet?!

Het werd echter al snel duidelijk dat de invulling van dat begrip niet zo vanzelfsprekend is. Vooral het deeltje ‘Christen-‘ kwam al snel in het middelpunt van de discussie te staan. Voor mij is christen zijn iets anders dan katholiek

zijn. Christen zijn is voor mij gelijk aan de christelijke waarden en geloofsovertuiging uitdragen en verder verspreiden, katholiek zijn is het naar de kerk gaan en de rituelen van het katholieke geloof ondergaan. Christelijke waarden zijn voor mij respect en naastenliefde. Respect moet gerespecteerd worden: je moet respect hebben voor de ander, voor zijn mening en voor zijn natuur, maar ook voor zijn godsdienst zonder dat je dezelfde geloofsovertuiging moet delen. Naastenliefde sluit daar bij aan, heb je naaste lief, heb het beste met hen voor! Dagelijks handelen vanuit deze moraal, zou een meerwaarde voor de samenleving zijn. Het zou een warme samenleving creëren waarin men niet alleen naar zichzelf kijkt, maar er met elkaar samen voor gaat!

Ik wil met dat onderscheid tussen christen zijn en katholiek zijn niet gezegd hebben dat wij als christendemocraten afstand willen

“We moeten mensen verantwoordelijkheid en initiatief geven, hen vertrouwen dat ze dat op de best mogelijke

manier zullen benutten.”

ChristendemocratieChristendemocratie, een geladen begrip. Wat betekent het nog in deze tijden? Voldoet het nog aan onze verwachtingen? Kan men er nog wel een duidelijk verhaal mee maken? Wat hier volgt, is een persoonlijke visie.

Page 23: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 23

doen van de kerk. We moeten immers ons ontstaan durven erkennen, los van de rol die de kerk speelt in onze huidige samenleving. Christendemocratie heeft nu eenmaal zijn wortels in de katholieke kerk en zou zonder die kerk niet zijn wat het nu is. Mede dankzij die kerk, is onze ideologie steeds zo sterk overeind gebleven, maar we zien nu toch wel een terugval. Er zijn minder mensen die en de christendemocratie en het katholicisme tegelijk uitdragen. Vele christendemocratische jongeren zijn namelijk geen kerkgangers maar wel rotsvast overtuigd van het christendemocratische verhaal waar zij evengoed in thuishoren, net zoals zij die nog wel elke week naar de kerk gaan. Dus het is nu aan ons om duidelijk te maken dat Christendemocratie niet gelijk is

aan de katholieke kerk en dat de christelijke waarden de katholieke rituelen overstijgen. Christendemocratie moet zich kunnen onderscheiden van de andere ideologieën. Maar kunnen we dit nog? Ja, volgens mij wel en dat is op de discussieavond van CDS Gent ook zeker gebleken. Als er zich een vraag of een probleem stelt, vormen en hebben wij een mening maar hebben we tegelijkertijd ook respect voor de mening van de anderen. We luisteren ernaar, overleggen en komen met de beste oplossing naar buiten. We durven de tekortkomingen in onze oplossing te erkennen en aan te vullen met betere alternatieven die tot het welzijn van alle partijen bijdragen. Daarmee onderscheiden we ons van de andere ideologieën die het vaak bij hun eigen oplossing houden,

Christendemocratie

“We moeten immers ons ontstaan durven erkennen, los van de rol die de kerk speelt in onze huidige samenleving.”

Page 24: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent24

inclusief de tekortkomingen ervan. Er wordt ons wel eens verweten geen mening te hebben maar integendeel, wij vertrekken vanuit onze eigen mening en durven deze aanpassen in het belang van alle betrokken partijen.

Daarnaast zit onze kracht in de samenleving. We moeten mensen verantwoordelijkheid en initiatief geven, hen vertrouwen dat ze dat op de best mogelijke manier zullen benutten. Dat onderscheidt ons ook van sommige andere ideologieën. De staat moet de mens dienen en is er hoofdzakelijk om haar onderdanen te ondersteunen en te beschermen. We moeten mensen dus zelf initiatief laten nemen, hen keuzes laten maken zodat ze zich op die manier kunnen ontplooien in het belang van diezelfde samenleving. Dat principe wordt ook wel eens subsidiariteit genoemd. Als je mensen

bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid en de middelen geeft om zelf hun buurtfeest te organiseren, zou dit een veel grotere impact hebben voor henzelf, maar zeker ook voor de buurt! Ze leren capaciteiten gebruiken en benutten die ze misschien nog niet ontdekt hadden. De gemeente geeft hen de verantwoordelijkheid en bijgevolg de vrijheid om het buurtfeest in te richten naar hun believen, op maat van hun buurt! We hebben de samenleving gekregen, moeten de kansen ervan zo optimaal mogelijk benutten en ze dan weer doorgeven aan de komende generaties. Die kansen en verantwoordelijkheden moeten opgenomen worden door zij die het willen en we moeten hen daarbij ten volle ondersteunen. Op die manier wordt onze samenleving gevormd door de mensen van onze eigen samenleving. Dat is mijn streefdoel, dat is voor mij christendemocratie!

Michiel VermeirenLid CDS GENT

Page 25: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 25

CDS in: EDS wat is de European democrat students

European Democrat Students (EDS) is, opgericht in 1961, de officiële studentenvereniging van de EVP (Europese Volkspartij). EDS heeft als doel het samenbrengen van studenten en jonge politici over heel Europa om politieke pro-Europese uitwisseling te promoten. Hoewel EDS een studentenorganisatie is, en daarom vaak werkt rond o.a. het Bolognaproces, hecht ze ook veel belang aan het promoten van waarden zoals vrijheid, democratie en mensenrechten. Ondertussen zijn er 44 leden uit 35 landen lid van EDS. EDS representeert meer dan 1 600 000 studenten en jongeren, ook van buiten de Europese Unie (o.a. Turkije, Israël, Wit-Rusland, Oekraïne, Georgië, Moldavië, Bosnië-Herzegovina, Albanië, Servië, Macedonië en Kosovo) en is hiermee de grootste jongerenorganisatie in Europa. EDS is geen gecentraliseerde organisatie, maar werkt als een netwerkstructuur met als hoofddoel het bundelen van de krachten van alle leden om jonge mensen en studenten een sterke stem te geven. Elk jaar organiseert EDS een zomer- en een winteruniversiteit en verschillende Council Meetings. Vier keer per jaar wordt ook het magazine BullsEye uitgegeven. Verder maakt EDS ook campagne voor studenten en jongeren. De meest recente campagne heet “Knowledge is Power” en bestaat o.a. uit een online petitie waarin EDS de staats- en regeringsleiders van Europa wil aansporen om niet te besparen op investeringen in hoger onderwijs en research en development omdat de studenten van vandaag de economie van de toekomst zijn.

Page 26: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent26

Bovenstaande casuïstiek geeft geen maatschappijbeeld weer, doch illustreert ze een gevoelsmatige tendens, met name die van de verruwing van onze samenleving. Dagelijks worden we geconfronteerd met nieuwe gevallen van onbegrijpelijke en ongeoorloofde agressie. Dagelijks worden medeburgers het slachtoffer van zinloze agressieve uitspattingen. Dagelijks fronsen we de wenkbrauwen en denken we “waarom toch?”. Het antwoord op die vraag is geen sinecure, des te meer omdat ze multidimensionaal van aard en van oplossing is.

Eén van de vele oorzaken is de teloorgang van het christelijke geloof en de daaraan verbonden moraal. Wie zich vanuit historisch oogpunt, gebonden aan het christendom in onze samenleving begaf, besefte maar al te goed dat ongeoorloofd gedrag zou leiden tot een tweede leven in de hel. Eens men ‘neerdaalde’ naar de poort van de hemel stond daar iemand klaar om hen te beoordelen. Wie op basis van zijn gedragingen in het reële leven bestempeld werd als een goed mens mocht genieten van rijstepap met gouden lepels. Wie bestempeld werd als een slecht mens werd verbannen

Verantwoordelijkheid als morele basis

Teloorgang van de moraal

Op 8 november 2012 ontspint er zich in de vooravond een discussie tussen twee autobestuurders. Aan een rotonde stapt de ene bestuurder uit om het voorval uit te klaren waarna de passagier van het andere voertuig een bosmaaier tevoorschijn haalt en over het been van zijn ‘belager’ rijdt. Het 31-jarige slachtoffer verliest zijn been. Op 22 februari 2013 wordt een treinbegeleider uit de deuropening van zijn trein gesleurd door een jongere die niet meer mag opstappen. De trein is immers klaar om te vertrekken, maar de betrokkene deelt die mening niet. ‘s Anderendaags, op 23 februari 2013 wordt een jongeman geviseerd tijdens een nieuw geval van verkeersagressie. Hij wordt geslagen en tot tweemaal toe overreden, eenmaal vooruit en eenmaal achteruit. Het slachtoffer is op slag dood.

Page 27: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 27

naar het vagevuur en kon daar nooit of te nimmer nog aan ontsnappen. De angst om in de hel te belanden en de daaraan verbonden morele toets is verdwenen. We hoeven daar niet noodzakelijk treurig om te zijn, maar ons post-traditioneel tijdperk waar grote verhalen taboe zijn mist een gemeenschappelijk kader om ons samen-leven op te baseren. Het verdwijnen van de christelijke moraal heeft ruimte gemaakt voor vrijheid en individualisering, maar vooral voor de individualistische ‘ik doe wat ik wil’ moraal.

Er is helemaal niets mis met post-traditionele vrijheid, integendeel zelfs. Het is een proces waarbij personen zich emanciperen, waarbij vrouwen zich los maken van mannen, gelovigen zich los maken van het kerkelijk instituut en waarbij studenten zich los maken van professoren. Burgers dienen nu eenmaal over een bepaalde

mate van autonomie te beschikken zodat ze zich weerbaar kunnen opstellen zonder daarbij per a priori afhankelijk te zijn van drukkingsgroepen. Dit neemt niet echter weg dat er zich wel degelijk een eminent probleem stelt met de doorgeslagen vrijheid. Deze zorgt ervoor dat heel wat mensen een zootje maken van hun leven en dus ook van onze samenleving. Er bestaat immers niet zoiets als het individu dat los van alle verbanden kan leven. Individuen zijn personen die pas tot uiting komen wanneer ze opgenomen worden in een gemeenschap en in relatie treden met de Ander.

De nieuwe moraalDe vrijheidsslinger is zo sterk doorgeslagen dat ze haaks komt te staan op één van de kernprincipes van ons huidig samenlevingsmodel: solidariteit. Waarom zou ik als vrij individu belastingen betalen zodat mijn rokende en drinkende

“Het verdwijnen van de christelijke moraal heeft ruimte gemaakt voor vrijheid en individualisering,

maar vooral voor de individualistische ‘ik doe wat ik wil’ moraal.”

Page 28: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent28

buurman behandeld kan worden voor zijn longkanker? Waarom zou ik als vrij individu bijdragen tot de sociale zekerheid voor suikervretende pubers die weigeren hun tanden te poetsen en daardoor een nieuw gebit krijgen op hun veertigste? Het antwoord is simpel en eenduidig: omdat je niet als individu kan leven in een samenleving, omdat je pas tot uiting komt in relatie met de Ander en omdat solidariteit een basisnotie is om in relatie te kunnen treden met die Ander.

Dit impliceert echter niet dat die solidariteit gratuit van aard hoeft te zijn. Wanneer mensen vrijheid ervaren en de noodzakelijke solidariteit wensen te behouden zijn we genoodzaakt er ook verantwoordelijkheid aan te koppelen. Het is immers deze verantwoordelijkheid die een nieuwe morele bron kan vormen voor het onthechte individu in onze samenleving. De verantwoordelijkheid die we dragen is immers het gevolg van

de uitnodiging van de aanwezigheid van de Ander. Het feit dat die Ander er is en automatisch een appél maakt op jou, maakt je verantwoordelijk voor diezelfde medemens. Die verantwoordelijkheid hoeft je niet te beperken in je vrijheid, integendeel. Die verantwoordelijkheid schenkt je net de vrijheid en laat je de keuze hoe ermee om te gaan. In tegenstelling tot de gangbare gedachte biedt vrijheid niet automatisch verantwoordelijkheid met zich mee. Het is het schenken van verantwoordelijkheid die vrijheid met zich meebrengt. Als ik uitgenodigd wordt voor een feestje krijg ik de vrijheid om te beslissen of ik er al dan niet zal op ingaan. Als ik niet wordt uitgenodigd, zal ik die vrijheid en dus ook die keuze nooit of te nimmer ervaren.

De morele verantwoordelijkheid ten opzichte van de Ander schenkt ons een kapstok, een moraal en een houvast: één die duidelijk maakt dat de handelingen die we stellen impact hebben op de handelingen die

Page 29: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 29

anderen, lees: Derden. Deze vrijheid is wat /HYLQDV� GHÀQLHHUW� DOV� GH� EHNOHGH� YULMKHLG��geen vrijheid waardoor we verloren lopen en elke houvast verliezen, maar een vrijheid die volgt vanuit het ontvangen van verantwoordelijkheid. Impliceert dit dan dat ik niet langer een individueel persoon kan zijn? Impliceert dit dan dat ik een leven moet leiden geschikt naar de verantwoordelijkheden die de Andere en Derden mij geven? Helemaal niet: de verantwoordelijkheid die je als persoon ontvangt, creëert het eigen ik en het besef dat je uniek bent in de samenleving, maar daarom vooral niet los staat van diezelfde samenleving.

Integratie van de moraalEens de moraal gevonden, dient ze nog geïntegreerd te worden in de samenleving. Dit is allesbehalve een evidente oefening, maar wel één waar de christendemocratische ideologie haar rol moet spelen. De historische christelijke moraal werd immers niet enkel door angst gefaciliteerd maar evenzeer en misschien zelfs des te meer door de vele lokale geloofsgemeenschappen waar iedereen ontzettend veel contact had met die Ander en daardoor ook automatisch heel veel verantwoordelijkheid droeg ten opzichte van die Ander en de samenleving. De secularisering en de opkomst van de individualisering heeft voor een verbrokkeling van de geloofsgemeenschappen gezorgd waardoor we er minder en minder initiatief komt vanuit de gemeenschap. Buurtfeesten worden niet langer georganiseerd door de buurt, maar door de lokale overheid. Politieke beslissingen die een directe impact hebben op ons functioneren worden genomen door technocraten zonder

burgerlijke inspraak, laat staan participatie. Burgers voelen zich niet langer verbonden tot hun gemeenschap, hun buurt, laat staan hun gewest of land. Ze gaan er dan ook vanuit geen enkele verantwoordelijkheid te moeten dragen ten opzichte van diezelfde samenleving.

Het is net deze betreurenswaardige gedachtegang die kan verholpen worden via een christendemocratisch samenlevingsmodel waardoor de notie verantwoordelijkheid een centrale, maar geen dwingende plaats krijgt. Christendemocraten juichen initiatief vanuit de samenleving enorm toe, dit ten koste van een grote overheid die onze samenleving organiseert en reguleert zonder daarbij ten rade te gaan bij haar burgers. De overheid dient het initiatiefrecht, zowel lokaal als federaal opnieuw te schenken aan diegenen die het best weten hoe de samenleving te organiseren. Laat burgers zelf het buurtfeest organiseren en laat ze mee beslissen over centrale thema’s zoals het vraagstuk met betrekking tot de verlenging van de arbeidsduur en het verhogen van de pensioenleeftijd. Hierdoor wordt de gigantische kloof tussen burger en politiek gereduceerd, maar wordt bovenal het verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van de Ander sterk vergroot. Wanneer mensen de idee hebben iets te kunnen veranderen, beseffen ze onvermijdelijk dat hun stem, hun keuze een effect teweeg brengt op de mogelijke handelingen en gevoelens van de Ander. Wie initiatief mag nemen voelt het appél van de Ander automatisch over zich heen waaien en zal de verantwoordelijkheid die dit met zich meedraagt ongetwijfeld en onvermijdelijk als moraal hanteren.

Jochen Devlieghere Voorzitter CDS GENT

“De morele verantwoordelijkheid ten opzichte van de Ander schenkt ons een kapstok, een moraal en een houvast”

Page 30: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent30

Het middenveld is meer dan enkel het ACW

We kunnen er de laatste weken niet omheen: de oorlog tussen het ACW en de NV-A over GH� HYHQWXHOH� ÀVFDOH� IUDXGH� YDQ� KHW� $&:�PHW�GH�ZLQVWEHZLM]HQ�YDQ�%HOÀXV�GLH�KHW�LQ�KDQGHQ�KDG��2I�KHW�$&:�DO�GDQ�QLHW�¶ÀVFDOH�fraude’ heeft gepleegd, daar wil ik me niet over uitspreken. Ik leg mijn vertrouwen bij de BBI en hoop zoals vele andere burgers dat de waarheid snel aan het licht mag komen in dit dossier.

Waar ik me wel wil over uitspreken is over het belang van het middenveld in de maatschappij. Het middenveld, waar het ACW deel van uitmaakt, lag de laatste weken sterk onder vuur. Dat niet iedere organisatie uit het middenveld even koosjer handelt en sommige organisaties eens moeten herbronnen wil ik nog wel geloven. Maar een pleidooi voor een samenleving zonder middenveld is voor een christendemocraat een brug te ver. Het is gemakkelijk, zelfs fout om het ACW gelijk te stellen met het middenveld en zo het hele gegeven onderuit te halen. Toch zijn velen vergeten dat het middenveld meer is dan enkel het ACW. Maar wat is het middenveld nu weer? Wat voor organisaties bevinden zich in dat middenveld? Wat is het belang van dat middenveld voor de samenleving? Waarom geloven christendemocraten nog in dat middenveld? Op deze vragen hoop ik u een antwoord te bieden in dit stuk.

Velen praten over het middenveld; ik verkies liever het woord burgermaatschappij. Het begrip middenveld wordt naar mijn mening te vaak geassocieerd met historische discussies over neocorporatisme en verzuiling, zodat het begrip vaak in een context wordt geplaatst van enkel maar klassieke sociale bewegingen. Toch bevinden er zich in dat middenveld ook heel wat andere organisaties en burgerinitiatieven die niet automatisch aan dat middenveld worden gelinkt.

Volgens de verenigde verenigingen in Vlaanderen staat het begrip burgermaatschappij voor ‘een gedifferentieerd en dynamisch geheel van organisaties en bewegingen die door burgers worden beheerd en die een autonome positie innemen tussen de private sfeer, de markt en de overheid’. In GH]H� GHÀQLWLH� ZRUGW� GXLGHOLMN� GH� QDGUXN�gelegd op gedifferentieerd en dynamisch, waardoor het duidelijk wordt dat er verschillende organisaties naargelang type, thema en schaal in de burgermaatschappij voorkomen. Dit kan variëren van professionele organisaties met werknemers in dienst tot lokale burgergroepen zonder budget.

“Een pleidooi voor een samenleving zonder middenveld is voor een christendemocraat een brug te ver. Het is gemakkelijk, zelfs fout om het ACW gelijk te stellen met het middenveld en zo het hele gegeven onderuit te halen.”

Page 31: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 31

Het middenveld is meer dan

De burgermaatschappij wordt gekenmerkt door drie functies. De eerste functie is de sociale functie: de burgermaatschappij brengt mensen samen en zorgt ervoor dat mensen zich gaan emanciperen en voor hun belangen gaan opkomen. De burgermaatschappij ondersteunt mensen bij het formuleren van hun belangen en versterkt mensen in hun keuzes en individuele ingesteldheid ten opzichte van veranderingen. Via deze functie zorgt de burgermaatschappij voor empowerment, identiteitsvorming en engagement bij mensen en dit draagt bij tot het sociaal kapitaal van de gemeenschap.

De tweede functie is de democratisch-culturele functie. De burgermaatschappij brengt mensen via organisaties democratische vaardigheden bij die het publiek debat stimuleren en dat zorgt YRRU� HHQ� GHPRFUDWLVFKH� FRQÁLFWKDQWHULQJ��De burgermaatschappij biedt kaders voor sociale leerprocessen bij mensen over de samenleving, over hun eigen belangen en de standpunten van anderen. Verder zorgt de burgermaatschappij ook voor processen van gemeenschapsvorming.

“Als christendemocraat ben ik er van overtuigd dat het middenveld, ondanks het feit dat niet altijd alles probleemloos verloopt, een gegeven is dat moet

gekoesterd worden in de samenleving.”

Page 32: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent32

De laatste functie is de politieke functie. De burgermaatschappij maakt dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid opnemen om aan politiek te doen, te participeren in de besluitvorming en zo het voor de publieke zaak opnemen. De burgermaatschappij kan ofwel zorgen voor een draagvlak van het beleid ofwel voor het onder druk zetten van een bepaald beleid.

Maar de vraag blijft of een grotere betrokkenheid van burgers tot de besluitvorming leidt tot meer democratisering in de samenleving of voor een beter functioneren van politieke instellingen? De Franse onderzoeker Alexis de Tocqueville maakte in 1835 een studie over de Amerikaanse democratie. De Tocqueville stelde zich de volgende vraag: Hoe kan de Amerikaanse staat functioneren zonder vorst, staatsgodsdienst of overheid? Hij kwam tot het besluit dat de verenigingen waar burgers lid van waren die taak overnamen. Want in de verenigingen leerden burgers debatteren, samenwerken en akkoorden sluiten. Volgens Putman zorgen verenigingen voor een democratisering in de samenleving door hun interne en externe werking. Met interne werking wordt bedoelt dat verenigingen een leerschool zijn voor burgers over het beleid en daardoor burgers democratischer gaan denken en handelen. Externe werking slaat op het feit dat individuele burgers die zich gaan verenigen macht verkrijgen en daardoor overheden kunnen dwingen om rekening te houden met hun wensen en verlangen. Een politiek systeem met veel drukkingsgroepen en organisaties wordt gedwongen om alerter te reageren dan een politiek systeem met enkel individuele burgers.

In ons land ging de samenwerking tussen overheid en burgermaatschappij zeer ver. Sommige organisaties kregen zelfs overheidstaken toebedeelt wat ervoor zorgde dat de overheid verplicht werd om hen te raadplegen bij de besluitvorming van bepaalde thema’s. De verregaande invloed van deze organisaties wordt niet bij iedereen even warm onthaald: voornamelijk vanuit liberale hoek stelt men zich vragen bij de representativiteit, de verzuiling, het cliëntelisme, het gebrek aan onafhankelijkheid en de kwaliteit van de interne democratische besluitvorming. Met de huidige ACW-affaire zien sommigen hun heil om een samenleving te verkrijgen waar er enkel de burger en de overheid is. Toch is een dergelijke samenleving geen evenwaardig alternatief voor de huidige samenleving. Want welke burgers zullen naar de overheid stappen ? U kunt het zelf wel raden. Het zal alvast niet de laaggeschoolde arbeider zijn die weinig tot geen voeling heeft met het complexe politieke systeem. Ook zal in een dergelijke samenleving de overheid maar weinig tegenkanting krijgen want de stem van een kritische burger klinkt minder luidt dan de stem van groepen kritische burgers.

Bij het nadenken van een alternatief voor de burgermaatschappij denkt men vaak aan de media en aan ombudsdiensten. Toch kunnen deze niet hetzelfde bieden als het middenveld. In de jaren negentig kende ons land een sterke groei van ombudsdiensten als functiemiddel voor een betere interactie tussen overheid en burger. Een ombudsdienst mag misschien wel een zorgen voor de communicatie tussen overheid en burger, toch zal een ombudsdienst nooit burgers mobiliseren -laat staan verenigen.

Page 33: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 33

In het huidig gedigitaliseerde tijdperk oefent de media zeer veel invloed uit op de politiek. De media zijn in staat om verschillende opinies samen te brengen tussen burger en overheid, we horen het wel vaker dat de media de waakhond is van de democratie. De media mogen misschien wel onafhankelijker geworden zijn van hun oorspronkelijke zuil, toch blijven ze steeds afhankelijk van de markt, wat ervoor zorgt dat media steeds simplistischer worden en dat kan enkel nadelig kan zijn voor een kritisch debat tussen burger en beleid. Dat er via de media rechtstreekse communicatie mogelijk is en dat er publieke ruimte aanwezig is dat meningsvorming en belangenbehartiging vergemakkelijkt is een voordeel van de media. Maar deze media kunnen nooit een leerschool zijn voor democratie, iets wat in het middenveld wel aanwezig is.

Als christendemocraat ben ik er van overtuigd dat het middenveld, ondanks het feit dat niet altijd alles probleemloos verloopt, een gegeven is dat moet gekoesterd worden in de samenleving. Een persoon wordt pas bewust van zichzelf, van anderen en van de samenleving in de groepen en verenigingen (gemeenschap) waarvan hij deel uitmaakt en laat nu net dat middenveld zijn die zo’n kader kan scheppen. Is dit een pleidooi om zaken die niet koosjer verlopen in de burgermaatschappij zomaar van de baan te schuiven? Nee, Integendeel zelfs, als christendemocraat is dit een pleidooi voor een zuiver en rechtvaardig middenveld ten dienste van de burger in plaats van zichzelf!

Bron bij dit artikel: TIMBREMONT, C. en PRUYT, M., Politiek en beleid. Cursus, Gent, Arteveldehogeschool– Opleiding Bachelor in het sociaal werk, 2012-2013, blz. 223.

Matthias EggermontPublic Relations CDS Gent

Page 34: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent34

Page 35: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent 35

CDS sur + versterkt oud leden - netwerk Op 11 november 2012 werd “CDS Gent sur+” boven de doopvont gehouden. CDS sur+ is een platform waar CDS ereleden elkaar kunnen ontmoeten en zo ook na het afronden van de academische carriere contact met andere christendemocraten kunnen bewaren. Hierbij wil CDS sur+ vooral den dienste blijven van de regionale studentenwerking. Voornamelijk wil CDS Gent ook een meerwaarde bieden aan ereleden; die voorheen naast een vermelding in het tijdschrift ‘dialoog’ weinig in contact stonden met de studentenwerking. Als startactiviteit, en ter gelegenheid van het bezoek van Theodore Dalrymple en Bart Dewever aan CDS Gent op 21 februari 2013 organiseerde CDS sur+ een ereledendiner wat met een talrijke opkomst ook meteen naar meer smaakte. Een volgende surplus-activiteit, alsook zomer-BBQ is reeds in voorbereiding.

CDS sur+ is voornamelijk ontstaan op vraag van zijn eigen doelgroep. Afstuderende CDS-leden wilden zich graag verder blijven engageren om op een onafhankelijke manier na te denken en te debatteren over de christen-democratische ideologie. In tijden waar politiek en maatschappelijke zingeving alleen nog over communicatie en perceptie lijkt te gaan willen wij het levende bewijs zijn dat het ideologische (christendemocratische) verhaal nog een meerwaarde kan betekenen voor de samenleving, en nog hierbij nog steeds jonge mensen kan enthousiasmeren.

Verder wilden we naast inhoudelijke activiteiten ook ruimte voorzien om het vriendschappelijke netwerk dat in de studentenvereniging werd opgebouwd te bewaren. CDS sur+ is hierbij vooral een Gents initiatief, dat volledig past in het kader van het bestaande CDS-alumni-netwerk.

Wil je erelid worden van CDS-Gent of actief deelnemen aan het opbouwen van CDS sur+, of heb je vragen; stuur ons een bericht via [email protected].

Lieven Demolder en Julie Vermoortel, Namens het bestuur van CDS sur+

sur+

Page 36: Dialoog april 2013

Dialoog CDS Gent36

Maarten Marechal Kevin Defauw

Julie Vermoortel

Patrick Rosenhoj

Kristof Audenaert

Jasper Vandenbossche

Bercy Slegers

Jef Van Pee

Kristof Janssens

Veli Yuksel

Joseph Verschoore

Mieke Van Hecke

Marc De Clercq

Jenne De Potter

Leen Dierick

Wino Debruyne

Isabelle Heyndrickx

Samuli Kauranne

Jenz Cools Joren verschaeve Tom Vanhoutte

Met dank aan al onze ereleden:

Alexander Vercamer

Luc Vanparys

Lieven Demolder

Joke Schauvliege

Els Kindt

Ivo Van Vaerenbergh

Vincent Van Peteghem