de wedstrijd van het leven

17
De wedstrijd van het leven

Upload: zihna

Post on 11-Feb-2016

35 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

De wedstrijd van het leven. - PowerPoint PPT Presentation

TRANSCRIPT

Page 1: De wedstrijd van het leven

De wedstrijd van het leven

Page 2: De wedstrijd van het leven

24 Weet u niet dat van de atleten die in het stadion een wedloop

houden er maar één de prijs kan winnen? Ren als de atleet die

wint. 25 Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich

in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij

echter voor een onvergankelijke. 26Daarom ren ik niet als iemand

die geen doel heeft, vecht ik niet als een vuistvechter die in de

lucht slaat. 27Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing, want

ik wil niet aan anderen de spelregels opleggen om uiteindelijk zelf

te worden gediskwalificeerd. (1 Kor. 9 : 24-27)

Page 3: De wedstrijd van het leven
Page 4: De wedstrijd van het leven

De hardloper en de Jezus-volger

1. Beheerst zich in alles (vs 25)

2. Heeft een doel (26)

3. Heeft zelfbeheersing (27)

4. Wil niet worden gediskwalificeerd (vs 27)

5. Gaat voor de erekrans(vs 25)

Page 5: De wedstrijd van het leven

1. Beheerst zich in alles

Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt

beheerst zich in alles […]

Page 6: De wedstrijd van het leven

Beheersing leidt tot glorie van de Persoon

waar je je voor beheerst

Page 7: De wedstrijd van het leven

2. Heeft een doel

Daarom ren ik niet als iemand die geen doel

heeft [..]

Page 8: De wedstrijd van het leven

Niet dat ik al zover ben en mijn doel al heb bereikt. Maar ik

houd vol in de hoop eens dat te kunnen grijpen waarvoor

Christus Jezus mij gegrepen heeft. 13 Broeders en zusters, ik

beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar één ding is

zeker: ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor

me ligt. 14Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs

waartoe God mij door Christus Jezus roept (Fil. 3:12-14)

Page 9: De wedstrijd van het leven

3. Heeft zelfbeheersing

Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing [...]

Page 10: De wedstrijd van het leven

1. Hoogmoed

2. Minderwaardigheid

Page 11: De wedstrijd van het leven

4. Wil niet worden gediskwalificeerd

[..] ik wil niet aan anderen de spelregels

opleggen om uiteindelijk zelf te worden

gediskwalificeerd.

Page 12: De wedstrijd van het leven

Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het

koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar

de wil van mijn hemelse Vader. 22Op die dag zullen velen

tegen mij zeggen: “Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam

geprofeteerd, hebben wij niet in uw naam demonen

uitgedreven, en hebben wij niet vele wonderen verricht in uw

naam?” 23En dan zal ik hun rechtuit zeggen: “Ik heb jullie

nooit gekend. Weg met jullie, wetsverkrachters!”

(Mat. 7:20-23)

Page 13: De wedstrijd van het leven

5. Gaat voor de erekrans

[..] atleten doen het voor een vergankelijke

erekrans, wij echter voor een onvergankelijke

Page 14: De wedstrijd van het leven

Wees trouw tot in de dood, dan zal ik u als

lauwerkrans het leven geven (Openb. 2:20)

Page 15: De wedstrijd van het leven

[wij moeten] vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt.

Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de

grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de

vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet

afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en

nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God. Laat tot

u doordringen hoe hij standhield toen de zondaars zich zo

tegen hem verzetten, opdat u niet de moed verliest en het

opgeeft. (Hebreeen 12:2)

Page 16: De wedstrijd van het leven

1. Zoek God

2. Zoek vrienden

3. Leer van verlies

Page 17: De wedstrijd van het leven

Maar ik heb de goede strijd gestreden, de

wedloop volbracht, het geloof behouden. 8 Nu

wacht mij de krans van de gerechtigheid die

de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal

geven op de grote dag; en niet alleen aan mij,

maar aan allen die naar zijn komst hebben

uitgezien. (2 Tim. 4:7-8)