d-----.. de middelste heerderbeek - wur

61
d-----. De middelste Heerderbeek Ecologische evaluatie , 8 jaar na uitvoering van herstel en herinriclitingswerkzaamheden Door: Friso van Nijkerk Van Hd Instituut, Milieukunde Juli 1998 Waterschap Veluwe 4 Waterschap Veluwe

Upload: others

Post on 12-May-2022

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

d-----..

De middelste Heerderbeek Ecologische evaluatie , 8 jaar na uitvoering van herstel en herinriclitingswerkzaamheden

Door: Friso van Nijkerk Van Hd Instituut, Milieukunde Juli 1998 Waterschap Veluwe

4

Waterschap Veluwe

Page 2: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

De middelste Heerderbeek icologischc rvaluarie, 8 jaar iia uirvoeriiig vaii herstcl en h~riririchririgswerkraaiiiheden

I l o o r Friso vaii Nilkerk V a n FI.tl1 I ~ I ~ ~ ~ L J I I : , ~ ~ l i l i e i ~ k i ~ ~ ~ ~ ì r 1~111 1998 \ \ 'a r r r~cl iap Vcliiwt.

Waterschap Veluwe

Page 3: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

S r a g ~ i,iiderioek L V ~ i r r i c l i ~ l ~ Veluwe

Page 4: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage oiiderroek Vv'ater,rhap Veliiwc

Voorwoord

De beken in Nederlaiid zijn ecii belangrijk onderdeel van ons praclitige ecologisclie erfgoed en ze rijn dus ook de niocite waard oni te beliouden. Doordat de kwaliteit var1 de heken echter d e afgelopen jaren sterk is reruggelopeii. onder andere door acliter\rallig onderhoud, rijn er Betieers en onderho~idsplannen opgesteld. Dit had rot gevolg dat er hersiel- en herinrichtingsmaarrcgcleri zijn genomen. De lioofddoelstellirig van dere iierstelwerkzaamiieden is iiisiandlioudirig. herstel en ontbvikkcling van aci~iele en potentirle kennierken die saiiicnhaiigen nict de ecologische. hydrologihciic, c~iltuurhisiorisclic, laiidschappelijke, recreatieve c n laridhoiiwkiindigc betekenis van de beken en dc beekbegeleidende wallen en oeverzones.

Het I L /eer Iccrraarn o m iia iiitgevoerde I i e r s t ~ l cn Iieriiiriclitings~vrrkzaariihedeii van eer1 beek de opiiieiiw otir\vikkeieiide Flora eii Fauiia herliaaldeiijk te best~idcrcii Dit is onidar d e toestand hiervati indiceert iii lioeverre liet I ier~rel gelukt is eii teven5 kunneri r r zakeii aan het licht konieii die toekomstig beekhcrstel efficiërirer inakeii.

Dit rapport geeft inet behulp van her uitgevoerde inonitoring onderzoek het ecologische herstel van de Heerderbekeri weer , iia uitvoering van d e herstel- en herinriciitirigswerklaaniheden. Dit rapport is tot stand gekomen i r i opdracht van Waterschap Veluwe in het kader van niijri eerste stage als derdejaars milieukuiidc stiideiit aar1 het L'ari Hall Instituiir.

Dil rapport is tor >tand gckoriien tijdens inijn eerhte stage riiri behulp vaii niedewerkerh vati Warc rxhap Veliiwe, die ik hij d e i r wil brdarikcri.

.Allereerst \vil i k hlarjoleiii Kooprriari~, n11111 stagebegelcidster bedaiikeii vclor haar leerzame Iiulp bij de nioiisteriiaiiie, detcrniinatie van de niacri>fa~iiia, gegevensver\verking cri rapportage van her oiidertoek. Daarnaabt wil ik wil ik Mariin Janhen bedanken voor zijn advies vaiiuit liet Van Hall Insrituut. Verder wil ik Henk Rem, Rob Nijrndn, Gerard Wil lern~ei i , Anton Koot, Annelies Blankena, Mireilie Grobhen, Jan van Amersfoort, Coen Lubherrs e n Wytse Kelder bedaiiken voor h u n tijd tijdens diverse interviews en velddageri. waariii rij niij informatie over en iniicht gaven i r i diverse taken van lier watcrhchap. die betrekking hebheh o p niijn onderzoek.

Friso van Nilkerk Apeldoorn, Juli 1998

Page 5: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR
Page 6: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage onderroeli Water\rliap Veluwe

Samenvatting

Door het Waterschap zijn in de periode najaar 1990 tot winter 1991 hersiel en hcrinriclitingswerkzaamheden uitgevoerd aan de Heerderbcken. Dit gebeurde in her kader vaii het opgestelde Beheers- en OnderhoudsPlan (BOP). In l992 is e r onderzoek gedaan naar d e k\valireitsverberering vali de beek, wat deze werkzaarnheden tot doel hadden. In 1994 is er vervolgeiis eer1 tweede onderzoek verricht orii de ont~vikkeliiig rari de beek in de gaten te houdeii.

Het doel van dit onderzoek is iiet toetsen var1 de ecologische doelstelling van de Middelste Heerderbeek e n hei gever1 vaii eet1 algemene evaluatie van de uitgevoerde h e r s t e l en herinrichtingswerkraanihcden acht jaar na ~ii tvoering aan de h'Iiddelste Heerderbeek. In dit derde onderzoek is nogmaals gekeken naar d e cbeiiiisch/fysische e n ecologisciie ontwikkeling vaii de Middelste Heerderbeek. Tevens is e r gekekeii iti welke niate verschillende herinrichtiiigsiiiaatregcIei1 effect hebben geliad.

Hct onder~oeksyeb ied is o p re splitsen in twec deleii: ter1 westen ei1 ren oosren van de siielweg ; \ -S0 Her deelgebied ten oosren va11 de snelweg is in 1992 e n 199.f al henioniterd en d e 1111 gevondcil resulraieii kunde11 Iiier goed iriee vergel?kcn worden.

Her deel Lei1 Wes te i i vaii d e A-50

De liuidige situatie ten westen vaii de ;\-S0 is dat dc watervocrendiieid in deze sprengen vaii de h?iddelsre Heerderbeek beperkt /al blijven. De uitgevoerde iiiaatregelen waren o p zich juist, inaar ze waren gebaseerd o p achteraf gezien onjuiste Iiydr»logischc gegeveiis. De afstrorning van beekwarer vindt in de Iiuidige Iiydrologisclic situatie beperkt plaats of blijft uit. Het gevolg hiervaii is dar de fiiiicrie van dil deel van de bekeii (water van het hoogsre ecologische iiivcaii) niet kan worden vervuld. Ook ren tijde vali iiet onderzoek in 1998 stond dit beekgedeelte droog en beinon>teren was dus iiiet riiügelilk. Er zijii nog een aantal mogelijkhedeti die dit rouden kunnen oplossen, inaar deze mogelijke maarrcgelen zijn zeer ingrijpend en nioeilijk realiseerbaar.

H e i deel tcii Ooste i i v a n d e A-50

O p verschilleiide oevers langs de hliddelste Heerderbeken zijri Elien aaiigeplanr. Het doel van deze Elzen is nariiurvrieiidelijke oever verstevigirig. N u , 8 jaar na aanplaiiting. is al goed te zien dar ze een giiiisiige bijdrage levereii aan de stevigheid van d e oever. Echter of ze o p langere termijn volledig in staat zijn o m oeverbeschoeing te vervangen is nog de vraag.

De verschillende poelen die tijdeiis de herstel- en herinriclitingswerkzaamheden gegraven zijn hebben tot doel een biotoop voor amfibieën te creëren. Dc aangetroffen salamanders e n kikkers gaven aai1 dat die doelstelling is behaald. Onderhoud van deze poelen is nodig o m verlanding van deze poelen te voorkomen. Eens in d e l O laar lijkt voldoende.

Iii de opgestelde BOP is ook aandacht besteed aan het mogelijk maken van vismigratie. In de beekloop is toen ondcririeer een cascade-stuw langs d e Kolthoornseweg opgenomen o m visniigratie re bevordereri. Deze geplaatste cascade-stuw blilkt achteraf noodgedwoiigen een enigszins ongunstige ligging re iiehben, waardoor deze niet het beoogde effect heefr.

Na toetsing aan de doelstelliiigen o p basis van d e macrofauria blijkt dat een aantal sprengen aai1 het hoogste ecologische niveau voldoeii. Aangezien d e macrofauiia kwaliteit o p een deel van d e nieetpunten een licht daleiide iretid verroont e n nier alle mcetpuiiten hieraan voldoen, is hieruit geconcludeerd dat met het BOP, d e beoogde kwaliteit van de levensgemeenschappen nog niet duurzaam is veilig gesreld. Het blijkt dar een goed vervolg

Fcolo~isrlic evaliiaiic 6

Page 7: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

i>iiderhoiid eshentieel is o m aan de fiincric (\vater van het lioogsre ecologisclie niveauj te kunrieii voldoen.

Na toetsiiig van d c chemische waarden bleek dat de mccsrc nietiiigeii aai1 de normen voldoen. De zuurgraad voldoet eclirer rrieestal niet aan de norm e n is te laag. De gebruikte landelijke norm is waarschijiilijk ook vaii nature moeilijk haalbaar in dit gebied. Dc bodem van dit gcbied is kalkarm eii het water i11 de sprerigeii is dan ook vari riarure licht zuur. Uit de te hoge Nitraat gehalte11 i cluidelilli rc zien dar er iri dit gebicd sprake is vali verrncsritig.

Coriclusie:

Bil lier herstel i,Jn de beek blijkt dat de uitgevoerde hersrel rii licriririclitingswerk/aamheden over het algeiireeri effecrief rijii geweest. De beek voldoet cclirer nog niel aan de gesrelde eiscii. wat primair te wijreri is aai1 re geriiige \vatervoereiidheid vaii de bekeii. ,Aanhevolen word1 o m liet o n d c r h o i ~ d beter af rc stelleii o p de ecologisclie doel~ts l l ing wat waarichijnlijk intciisiveriiig iiilioiidr.

Page 8: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Sragc oriderzoek \l'arersrlial~ Vcluwp

Inhoudsopgave

Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3.2 Oii ig~vi i ig bli<ldclirr Hrerdrrberk 3 !.i Groiidgebriiik i i a ~ s t d r briiioii

J 6 Oorrakeii vaii lier droopvalleii

4 2 Srreefwaardei 5 I i i t Oiiderzock

6 Resriltaicii var1 lier oii+er?o h . I Algr r i i e b i ~ . i i i ~ . . ~ i ~ r i i

6. 1 . 1 iiigei IIIF Ilz.?ii 6 . 1 2 uziiige:, o]> ,ie occk 6 1 . 3 Geplaarsrc cascade sr

6.2 DC Moiisrerpiiiireii 6 2 . 1 20832 ( M I ) 6 2 . 2 L0831 ( M L ) 6 2.3 20830 (144) 6 2 . 4 20823 (b161 6 2 . 5 20827 (M7

7.3 Conclusirs ei1 aai

Page 9: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR
Page 10: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

1 Inleiding

1.1 Aanleiding van monitoring onderzoek

Iii de tachtiger jaren is ecn begin geniaakt nier het opstcllcri van B e h e e r s e n Onderhouds Pldiinen. ,Aanleiding \\,as hei feii dat bij liet oiirstaari van \Vaterschap Oost-Veluwe een aarital s c o l o g i ~ l i \vaardevolle ivarcrcn voor licr eerst binnen \vatcrichapsbelieer kwaiiieri. Her liltidige kadcr voor de zogenaanide BOP', vorrnen hei ILVVV e n het \VHP van de provincie Grlderlarid. Uitgangspuiiteri bil deze f~laiiiieri is iiat de beliaalde resultatcri niiddeli moriitoriiig-ondcrzosk wordcn geëvalurerd. De resultateri van Iiet monitoring-onderzoek geven iiizicht of d e itirgevoerde beeklicrstel projecten yeslaagd zijn. Teveiis leveren ze een kwaliieitsvcrheteririg «p voor volgende BOP'S.

In het Waterhiiishoudirigsplan Gelderland (1996 - 2000) hebben d e Heerderbeken verrcliillende functies toegeivezen gekrcgeri. De h?iddelstc HcerderBeek (tol samenstromiiig niet de Noordelijke en Zuidelijke) Iiceft in hst \Vaterhuislioiidirigsplan van de Provincie Gclderlaiid de fiiiictic V. "\vater van liet hoogste ecologisclie niveaii' roegeweten gekregeii. De Noordelijke cri Zuidclijkc Heerderhekcri liebbeii fiinctic IV '\\rater voor landbouw en kwel~iliankclijke l a n d cii waterriatuur" toegekend gekregcri.

In Iiet begiii vati de iiegentiger jareri zijn de hersrc l er1 Iierinrichringswerliraainhecic~i uirgcvoerd o p de Heerderbckeii. De effecten o p d e ki\aliteil vaii lier water en de Icvcnsgeriieeiiscliapperi vati deze rriaatregeleii i~ i l lc i i tijdens dit iriontroriiig onderzoek, ria vergelijking rriet gegeveiis van voorgaaiid oriderzoek, nader bckckcti wrirdeii.

1.2 Doel van dit onderzoek

Het heoordelcn van d e kwaliteit van de bliddelste HeerdcrBcek. De fysische, chemisclie en biologisclie nieetresultaten ivordcri hier getoetst aan dc aan deze beek ioegekcride functie.

Het hestuderen van effecten van de iiitgcvoerde l ierstel ei1 Iierir~ricli t i i igsi\ .erk~aamhede~~ o p het water eti d e levensgemeerisch~ppeii in de I(>op van de afgelopen lareri.

Her doen van eer1 iiirspraak ni .h. t . i i i welke rnare de heoogdc ecologisclie effecrcn van de he r s t e l en hcriiirichtingsmaatregelcri beliaald zijn.

Her yeveii vaii 5uggesries 1n.b.i. berdere optinialisatie van dc ccologisclie toestand van de Middelste HeerderBeek.

De volgende aspecreii zullen bij de evaluatie worden betrokken:

Macrofauna: rrendarialyse en toetsing aan doelsrellirigen vali het hoogbre ecologische nivcaii. Chernie: trendaiialyse en toetsing a a n de grenswaarden van de CUWVO-nota voor natuurlijke bronnen e n beken c n aan de grenswaarden vaii d e ,AMK.. Her vasistellen van kwelintensireit bij de moiisterpunteii door analyse van iorien- sarrieristelliiigen. Vegetatie: vasrsrellen of beoogde waardevolle kwel vegetatie inmiddels aanwezig is ~ f f ; . c t en aangeplante Elzen heoordelcri

Page 11: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

1.3 Opbouw van dit stageverslag

i-iooid~ruk tiz:ee eii dric gaan in o p d e ontstaaiisgeschjederiis en d e huidige 5irudric van de Heeiderbeken, wal LI nicer iiizichr ver,cliaft in het hesi~idecrdc gebied.

Iii liooiditiik vicr ivordi ingegaan o p de ei>eii die aan d e heken g ~ s i c l d worden. Tevens worden de hieriiii voortvloeiende BOP'S verder besprokeii.

De in Iioofdstuk vijf wordr decls aaiigcgevcri o p welke \%-ijze liei onderzoek I S iiiigevoerd cn de c11 hcpcrhiiigeii liiervari worden hier nadcr toegeliclii.

In i i o o f d s ~ ~ i k rch worden de resiilraieii van tiet riio~iiioririg oriderzoek beoordeeld cri vergeleken nicr die vali voorgaande onder70ekeii 1x1 Iioofds~uk zeven worden de conclusies gctrokkeii, nier daariiit ïoorrvloeieiide aaiibevelingeii over toikornstiye hers ie l en I ier i i i r icl i i i i ig~ii iaatregele~i di? o p iiiei r i~i i ie ,prengeil bckvri t ~ i r g e ~ « e r d gaai1 \vordeii. Tot slot 111" x l i i e r iri liri \.erilag hillaxcii opgeriuiiicii die iesuliaieii eii kaarrcn overziclireli~k \ iecrye\eii .

Page 12: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage o ~ i d r r ~ ~ > ~ L \ War?rscìiap Velliwe

2 Gebiedsbeschrijving

2.1 Ontstaansgeschiedenis

Tijderis de voorlaatste ijstijd (het Saalieri) heeft hei lalidij> Gelderland gedeeltelijk afgedekt. Iri deze periode i i d e Veluwe gevoriiid. Deze bcsraar uit opgeiruwd pleisioceeii (grofzaiidig) materiaal. Iii her overige gedeelte van hei gebied. het zogriiaarnde glaciale bekken vati het IJsseldal. zijn in die tijd kleiige grnnderi afgezet. Onder wishelende oinstandighedeii i i Gelderland nadien opgevuld nier verschillende inarerialen. De bo\.ensie laag is gevormd door windafzeriingcii en bestaat voornanielijk iiit dekzaiiden. Deze gronden wordeii in liet gebied hodenikundig onderscheiden als p o d l 0 1 cii eerdgronden. In r en strook larigs de IJssel is een kleipakkct afgezet o p de pleisiocciic afzcttiiigeii.

2.2 Huidige geohydrologische situatie Oost-Veluwe

Hct watersysteein van Oost-Veluwe wordt gekeririierkt door di. hrroiiiiiig van het neerslag ovcrhcliot valiuit hel Veluvie-massief er1 diis [everih vanuli he i hclieersgebied fclf richting IJsiill. Het rieerslagoversclii>i van de \.'elu\ve iiiilltreert ei1 strooiiit als grondwater naar hei oorreti. Her grondbvaier verdeelt zich over de vcrsciiilleride waicrvoereiide pakkerten (zie onderhiaaiid figuur)

Figuur 3. W E S T ~ O O S T DOORSNEDE V A N DE VELUWE ( S C H E M A T I S C H )

Een deel van her water stroomr via d e diepe ondergrond in d e richtirig van de IJsselvallei. O p d e oosiflank van d e Veluwe zijn slecht doorlatende lagen iii d e bovengrond aanwezig. Hierdoor wordt een deel van de geïnfiltreerde neerslag oppervlakkig afgevoerd. Dit warer komt iii de lagere delen als kwel aan het oppervlak

De ondiepe sironiirig in Iiei eersrc u-arervoerende pakket wordt sterk beïnvloed door de lokale siiuatie. Her reliëf, de hodciri eii de waterhuislioudkundipe inrichting bepalen of er sprake is van kwel of van infilrrarie. De stroniing in her tweede watervoereride pakket heweegt zich richting IJssel. Een deel kwelt door de eerste scheidende laag naar het

Frologiiche evaliiarie 1 2

Page 13: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage i,iideriork Warcricliap Veliiwe

oppervlak, eer1 deel wordt gedraiiieerd door de IJsrrl c11 een deel stroomt onder d e IJssel door iiaar het oosteii. Eeri belangrijk aspect aai1 liei watersysteeni in liet beheersgebied Oost Veliiwe is de kwaliteit var1 het \vater. Bepalend voor de vaak hoge iiaiuiirwaarden i11 liei gebied is dc aanweïigheid vaii gradiëiiten i r i waterkwali~cii . Iri groiidwater dat na cc11 lage icrhlijfsiijd als kwel aar1 het oppervlak koiiii. overiierrien kalkiorieri en in het geval van de Heerderbckcri ook ijzerioiieri Dil ivaier wordt wel "gcrijpr" giirioernd. Ecosystenieri die voorkonicri in niilicus nieL veel gerijpi water zijii van ceii gehecl andere aard dan systemen die afliaiikclijk zilii vaii regeiiwaier. Hei bilzoiidere vaii d e Oost-l'eliiwe is. dat er iiaasi riiilieiis riict vooriiarrielijk gerijpt waicr of vooriiaiiielijk iieerslagwater, ook veel inilieus met meiigingeii van gerilpr c11 neerslagwarer voorkomcri. De gradiëiiteii i i i groridwairrkwaliteit oiitstaari door de merigiiig van k~ve l er1 oppervlakicwater en de afwisseling (i11 tijd en ruiriite) tusseii iiifiliratic en kwel iri de oiidiepe systenien \Vaar deze gradiënreri iii groridwarerkwalireit bcstaan. wordcri waardevolle vegetaties aaiigeiroffeii ( l i t I )

2.3 De verschillende Veluwse beek typen

O p d e Vzliiwe ivordeii bckeii oiiderverdeeld o p basis van de oii\iaaiisi\'ijzc cri de voeding. De volgeiide vier iypcn zilri te oriderrcheideii:

Laaglalidheken: Hier is s p r k e eaii rei1 oorsproiigigcbied i11 plaais vali cc11 broii De beker1 krijger1 hun water via sloteri eii greppels cn liet i>ppcrvldkkig uiiiredendc grioridwater. hIci nariie d e hovenlnpcn kiiiirieri hij weiiiig of gccn rieerslag droogvallcri. Dit periodiek droogvalleri sclicpt levenskaiisen voor spccifickc flora cri faiiiia. De i i i iddcri er1 herie<leiilopcii liggen vaak in ceri kwelgebied en krijgcri daarorri ook groiidwarcr uit diepere lageii.

Kwelhekeii: Dere beken vormeii een overgangsvorm tusseii de laaglandbekcri crierzijds eri de b r o n en spreiigenbeken anderzilds. Ze ivordeii gevoed door relarief d iep groiidwaier en hebben een vrij constante afvoer. Er is geen hron aanwezig niaar wel laagtes in her terrein waar voorrdurerid grondwater opkweli. Door de coiistaiite aaiivocr var1 groridwater vallen deze beken vrijwel niet droog. maar zijn permanent watervoerend en srroniend.

Brt~nbeken: De/? bekcri wordeii gevoed door grt~iidivarer. dar rail liatLire aan de oppervlakte u i t~ reed . De terriperaiiiiir cri de fysiscli/clieiiiische sariieiistellirig iaii Iiei waier zijri zeer ioiistanr. Er is vaak een lage watertcniperatiiur wat iiog wordt iastgeliouden door de hosscliages o p d e oevers. Het zijn vaak kleirir bekeii, zowel qua lerigte ais qua brredie cri diepte.

Sprengeribrkeri: Dit zijii door de mens aaiigelegde heken. ycvoed door grondwarcr. De Middelsre Heerderheek valt hier ook onder en i i i de volgende paragraaf wordt verder o p liet verschijiisel sprengen irigegaaii.

Page 14: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Siagc oiiderzock Waicr,cliap Vcliiwc

2.3.1 Ontstaansgeschiedenis van Sprengen Al in de vroege niiddeleeuweii gebruikte de mens bron beken o m molens mee aan te drijven. Dele bekeii liebheii als nadeel dat d e waterafvoer afliankelijk is van de neerslag intensiteit. In ccn langere periode vali droogte werd de aanvoer van waier rc gering en moesten d e van de molen afliankelijke activiteiten gestaakr worden. Men heeft als oplossing hiervoor zogeiiaanide sprengenbekeii aangelegd.

De eerste spreng iverd al gegraven i11 de I lp ceu\ir, inaar het nierendeel werd aangelegd i11 de 16,' en 1 7 c eeuw, [ia d e opkornht van de papierindustrie. De papierindustrie had energie in de vorm van schoon stromerid water nodig. Sprengen zijri dus door d e niens aangelegde en gevormde bekeii. Als er een geschikte plaats gevo~ideii was groef men horirontaal in de helling, waarbij het grondwater werd aangesnederi. Hier werd dan een kuiistniatige bron gecreëerd, die gevoed word door roestrorriend grondwater. Bil Iiet graven van de beek werd lier vrijkornendc materiaal gebruikt oni liizr eer1 beek \val van te niakeri. Bij deze iprengenheken werd de bijbeliorziide heddiiig o p een iudarirge w i p gegraven. dat lizt verval gering \\-as. Dit had tot doel ccn rclatief groot verval o p korte aistaiid iiiogelijk te maken. De dan ontstane waterval was dan goed in staat eeii rad van een molen aan tc drijven keerzijde hiervan echter is dat daardoor d e l e heken niet uitermiate geschikt zij11 voor bijvoorbeeld vispopularies, omdat niigratie door de groie vervallen meestal onmogelijk is. Boveiisrrooms vari d e niolcn werd tcveris vaak een zogeriaamde wijerd o f s r i iwi jver aangelegd Deze wijerd liad twcc doelen:

l . Iiet fuiigereii als bezi~ikhak voor iiieegevoerd iiiaicriaal, zoals bladeren, takken. ijzervlokkeii etc. ,

2 . Iiet fuiigereii als \i'aterhuffer, 's inachis bvcid lict water iipgcrpaard, zodat overdag des re nieer water bescliikbaar wa,.

2.3.2 Hydrologie van de sprengen De watervoering van een beek komt tot stand door toestroming van grondwater. Daarom is hei grondwaterpeil van groot belang. De toestroming van grondwater naar een beek is alleen mogelijk wanneer d e grondwaterstand hoger reikt dan het \\-aterpeil i i i d e beek. De beek is dan draincrend.

Een beek is infiltrerend warineer hct grondwater lager siaai dan het beekpeil. Er treedt dan waterverlies o p . Bij sprengen wordt de beek i i i Iiet opgelcidc traject waterdicht geinaakt door d e waiiden ie beleinen.

Bij een sprengenbeek wordt vaak alleen de sprengkop ei1 het begin van de beek gevoed met grondwater, dit is dus het drainerende gedeelre. In het vervolg van de beek bestaat geen contact meer met het grondwater. De bodem is vaak deels of geheel waterdicht geworden c .q . waterdicht gemaakt. Dit zijn transporterende en opgeleide trajecten. Benedenbtrooms komen soms periodiek drainerende trajecten voor. Bij d e transporterende e n periodiek drainercnde trajecten kan de beek water verliezen. Daar bij een sprengenbeek de sprengkop eii het eerste deel van d e beek de voornaamste voeding ;.ijn. is de fluctuatie vaii het grondwater bepalend voor het afvoerverloop.

l/ Traject tQe grondwater potentiaal I

l1 transporterend < - 2 5 c m

Tabel l Grenren voor de grootte vari het grond\vaterpotentiaal ter onderscheiding van de vcrhchilleride trajecten ren opzichte vari het niaaiveld (lit. 6 )

periodiek watervoerend permanent watervoerend

O p d e Oost- en Zuid- Veluwe komt het vaak voor dat de oorspronkelijke horizontaal gelegen sleclit doorlarende (klei)lageii. door opstuwing tijdens liet Saalien, verticaal in de stuwheuvels terecht zijn gekomen. Dit zijn d e zogeiiaanide Kleischotten. De afstroming van

-25 tot + 50 c m > + 50 c m

1

Page 15: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

S i ~ g c oiidrrroek Waterscliap Vcliiwe

het grondwarcr wordt door deze kleischotteii heleiiimerd. zodat er plaarselijk grondwatersprongen voorkomen. Wanneer de afnietingen van het kleischot beperkr rijn. stroomt her water er omheen en neemt ter plaatse alleen d e helling van liet grondwarer toe. (zie fig. 3 )

Fig. 3 Briiivlocdiiig vaii d? groiidivarersrroiii~~~g door eeii kleisrlior

2.3.3 Functies van de sprengenbeken Iridtistrisle fuiicrie: Iii het verleden hadden de bekeii een belarigrijke iiidusrriële fiinctie. In eerste iiisraiiric werdrii ze vaak gegraven voor 0.2 o l i r - o f graaiiiiiolens. I.arrr zo rond de 16.' reuw kwal11 daarbij d e papierfabricagc eri rond l900 de wasierijen. Ook i i ~ i riog liggeri cr i11 hedrijf ~ i j n d c wasserijeii larigs d e beken. Meestal lieeft het ecorioiriiscli gebruik vati een beek door b.v. ccri wasserij een gunstig effect o p de boveri\troorns gelegen beekrrajecten. Men is ahankelijk vaii d e bcek en rtgelmatig oiiderhoud is dan iioodzakelijk. Bcncdenstrooins kan door hei lozen van proceswater het beekinilieu ncgarief worden beïnvloed.

Ciiltiiurhistorisclie cn laridscliappeliike functie: .-\lhoe\vel de ooriproiikelijke functie van de sprengen groteiideel\ is weggevalleii, zijn i11 lier iandscliap verscheidene waardevolle elemenren blijven hestaaii. l . De ingegraven sprengen, deze ktinnen tot een diepte van 7 mercr onder het maaiveld

ingegraven liggeri. Het diepte-effect wordt nog versierkt doordat aan weerszijden vaii de spreng wallei1 zijn opgeworpen met het uitgegraven zarid.

2 . De opgeleide delen vormer] eer1 opvallend laridsctiap~element Er komen twee vormen voor: laiis lioger liggend terrein. hier is slechts een eenzijdige bedijking en in laaggelegen terrein. iiiei aan twee kanten eer1 bedijking.

3 . Ook d e wijerds en waterniolens iiebbeii een grole culruurhisrorische e n laiidschappelijkc waarde.

4. De aanwezigheid van de bekeii zorgr voor riieer differeiiriatie in her droge Veluwse iandscliap

5 . Tevens is nog te noemen d e cultuurhisrorische waarde vaii verschillende gebouwen, ma l \ triolens. watervallen, wasserileii, kastelen en laiidhiiizen.

Recreatieve functie: De Veluwe is een belangrijk recrearicgebied voor Nederland. De sprengkoppen liggen ineestal in het bos, vaak 15 het niogelijk oin via paden langs d e beken te wandeleti, soms r i i b v extra voorzieningen, zoals bruggeii, irappetles erc. Sonimige sprengen zijn niet voor publiek toryankelijk. Door te veel recrearicdriik kati e r schade aaiigcricht worden aan de beken. hleesrai betreft dil afgerrapte «c\'ers \ iaardoor e r ~ a r i d i11 d e beek terecht koiiit en de beek kan hierdoor gaan siagiiereii. De recreatie inioer daaroiii \v«rdeii begeleid eii liei is vaii belailx o m voorzieninyeri aan te breiigeii.

Ecolopirrlie evaliiarie - I S

Page 16: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Furictie ten belioeve van d e l andbo~iw: De benedenlopen van de sprengenbeken liebben vaak eeii afwateringsfunctie, daarom worden ze regelmatig onderhouden (schonen en maaien van de oevers) door het Waterschap cri de betreffende boeren.

Voedinesfunctic voor het Apeldoorns kanaal: De ecologische functie van het Apeldoorns kanaal mag niet onderschat worden, ook heeft het .Apeldoorns kanaal een recreatieve en een waterhuishoudkundige functie voor de Oost- Veluwe. .kanvoer van schoon beekwater is daaroni van belang voor d e r.,aterkwaliteit van het .\peldoorris kanaal.

Ecolopisclie fiinctic: De wisselwcrkine tussen de beek en z.iiri oriieevine brpaalt voor een groot deel de

u u

ecologische processeii Brlangrilke o~n~ev i i igs fac to ren rijii: Iict type landschap, d e hydrologie cn ingrepeu van de meiis Het maakt nog al wat uit of d e heek door lict bos loopt (vcel schaduw, bladval) of door een weiland (geen schadurv, inogelilk afspoelirig van niestitoffen). Sprengen vormen, vooral aan het begin, zo\vel wat betreft de waterafvoer als wat betreft de chemische samenstelling eeii constant milieu. Een laag niiiierdal gehalte, lage temperatuur die nog extra \vordr vastgehouden door de vaak diepe en beboste ligging. Dit samen leidt tot iiiiieke inilieu onistandighederi. Verder hcerst er in beken een hoge dynamiek: een voortdureiide afwisseline iri diverse factoren. Door de lioge dynamiek ontstaan o p korte

v - . afsiaiid \,an elkaar grote gradiënt verscliillcii, waar gespecialiseerde organismeri weer var1 profiteren. i a n her begin van d e heek kan lier water bijvoorbeeld sneller stronieri en riiinder voediiigsstoffcteii bcvatte~i dan benederisrrooiii, \vat weer ~ersrhi l le i ide biotopen creëert.

De flora bil sprenecnbekcn

Bij d e meeste sprengkoppen is de vegetatie arm door zware beschaduwiiig van bomen en de hoge oeverwal. O p lage natte oevers kan een karakteristieke vegetatie ontstaan door de aanwerigheid van kwel, constante temperatuur en een bijzondere chemische samenstellirig van het water.

De volgende typerende vegetatie kan hier dan gedijen:

Liclitminiiend + d o r t i i o . i t i ~ diepe kwel

Bronkruid ( N ~ n t i a ,',nia,ia ssp. Fontdiia & rivularis) i Veenstaartje (Philonotis fontana) e Myrerrje (paddestoeltje, hlitrula paludosa)

Klimopwaterranonkcrl (Rariuriculus hederaceiis)

Schaduwminnend + voedselarm tot voedselrijk. ziiur i o ~ iieutraal kwel

Paarbladig goudveil (Chrysospleniuni liederaceui) Bittere veldkers (Cardaniine amara) Beekschoffelmos (Scapania undulata)

Tevens vaak o p de beekoever voorkomende veeeratie

Dubbelloof (Blechnum spicanr) Snialle beukvaren (Thelypteris pliegopreris) Gebogen beukvaren (Thelypteris dryopteris) Koningsvaren (Osmunda regaslis) Klein wiritergroen (Pyrola minor)

O p de beek wallen komen vooral eik, berk en de Els voor. 5oms ook beuk of naaldbomeii. Over het algemeen zijn de oevers begroeid niet loofbonieri, in tegenstelling tot het vaak omringende dennenbos. Ook komen er veel exoten voor als Amerikaanse vogelkers e n de Amerikaanse Eik.

Page 17: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Siagc oiidrrroek Warcrscliap Veliiwe

Doordat liet beekwater 's winters iiicr bevriest en d e heek steile oevers heeft is dit een ideale plaars voor d e IJhvogel e n de Grote gele kwikstaarr. Ook de LYdterspreeiiw doer de beken aar1 tijdens zijn trekioclit.

Er "]n twee soorten vissen karakteribriek voor de bron en iprengeiibekeii, dit zijii de Beekprik ei1 her Berinpje. Beide visjes [iln in Nederland vrij ï e ld~aar i i e n afliaiikelijk van relatief schoon eri snelstroriieiid waier.

hlacrofauna

De inate van stroniing p e e l i een bcldiigriliie rol voor de orii\vikkcliiig i-ar1 een ecosysteem. Tussen rnacrofdiiria iiit stronieiide wateren eii iiiacrofduiia uit stilstaande \vatereti hcstaar een groor versciiil. Eeri groot deel var1 de beekorgariisnicri is afliaiikelijk var] d e aariii-e/iyheid i..iri stroming, diis stroming ininncnd of riieofiel. Dc aaiipassingeii var] de organisiiien betreffen de wijze van voedsel verzanieleii, opiiaiiie van ziiiirstof, d e lichdariishouw of d e bouw vaii lier huisle. Ook facroreri als kwel. substraat, teniperatuur, vcgcrarie. vervuiling en aariweziglieid van ijzer hebben invloed o p de iiiacrofaiiria. Er bestaat een lijst vaii karakteristieke soorten inacrofauiia voor nier verontreiiiigde. vrij coiiriiiii ivarcrvoereiide ei1 goed oiiderhoiidcii spreiigenbekeii. De in deze lijst aaiiwczige bi«-iiidicatorcii gcveri de alyelicle roesiand van de desbcrreffeiide beek aai1 (Billage i )

2.3.4 Bedreigingen Sprengen Er l i jn meerdere Ïactoreii dit: een bedreiging kiinneri vorriieii voor sprengerl. Hier i ~ n d e r zijti de belangrijkste genoemd.

watervoerendheid: Een belangrijke bedreigirig is liet \iregvallcri vaii de waiervocreiidheid vati d e beken, dii is vaak hei gcvolg var1 dalirig vati lict groridiva~eriiivcau o p d e \eluwe. Dcrc daling kaii liet gevolg zijri vati eeii aaiiial droge jaren, niaar ook van irienselilke activiteiten roalh liet onttrekkeii van grondwater voor drinkwater prodiiktie of iiidusiric e n het verbctcreii ei1 uitbreiden van oi i rwater inys en af\vaieringsstelsels. Ook kan hei zijri dat de bodein van de beek niet volledig waterdicht is in de trarisportereiide delen. De beek kan dan door waier verlies siroomafwaarts droogvallen.

Stagnatie: Sprengen ri jn voor liuii voortbestaan afhankelijk van ingrepen door d e niens. Bi] achterstallig onderhoud kan zich slib en organiscli materiaal ophopen. dit veroorlaakt verminderde stroiriing eri/of stagnatie i a n het warer. Bij sragnatie zullen de Icverisgeiueenscliappen in de beek, die van stroniiiig afhankelijk zijii, negatief worden beïnvloed.

Vervuiljiig: De specifieke spreiigenorganisnien zilii afhankelijk vaii stromend warcr, war niet verontreinigd is. Er zijn een aantal punten waar sprake is vali lozing van proceswarer, dit kunneri zowel chemisclie als thermische verontreinigingen zijn. O p verscheidende plaatsen is er nog stccds sprake van huibhoudelijke lozingeii. Een ander probleem is d e beniesting van de oinliggende agrarische gebieden. Via afspoeling komen de inesrsroffen in de hprerigen terecht. Een deel van d e rricststoffen kornt in het groridwater e n kan dan via kwel de sprengen alsnog besmetten. Ook plaatselijke vervuiling van het Veluwse grondivaier vornit eeii bedreiging.

Verzuririg: Door de zure regen i i j r i Aoinniige deleii van de sprengcri zuurder daii v«orliccri. inet iianie de bovenlopcn. .Aangezien de sprengen vaak al zuur waren, vanwege het lage bufferend verinogen van de kalkarnie zandbodem, kan een verdere verlaging van de pH zeer nadelige gevolgen hebben voor de levensgemeenschappen.

Page 18: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage onderzoek Waterscllap Veliiwe

Door de zure regen zijn sommige delen van de sprengen zuurder dan voorheen, met name de bovenlopen. Aangezien de sprengen vaak al zuur waren, vanwege het lage bufferend vermogen van de kaikarme zandbodem. kan een verdere verlaging van de pH zeer nadelige gevolgen hebben voor de levensgemeenschappen.

Erosie: Vooral de steile oevers zijn gevoelig voor erosie. Het oevermateriaal verzakt en valt deels in de spreng waardoor weer stagnatie kan ontstaan. De oorzaken van de erosie zijn: een te grote beschaduwing, waardoor de ondergroei op de taluds zijn verdwenen. Een vervallen beschoeiing. Het afsterven en omvallen van bomen en een te grote recreatiedruk. Het oevermateriaal wat zich in het transporterende deel verzamelt veroorzaakt extra wegzijging naar het grondwater. Dit kan dus droogval van de beek veroorzaken. In de watervoerende gebieden kan erosie echter een gunstig effect hebben omdat hier juist door erosie de beek meer gaat meanderen en gevarieerder wordt.

Ecoloeische 18

Page 19: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage onderzoek Waterschap Veluwe - p-p- - - -

Ecoloeische evaluatie 19

Page 20: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Srage oiidcrzoek \Vaterscliap Veluwe

3 Het onderzoeksgebied

3.1 De ligging van het onderzoeksgebied

Hei onderzoeksgebied ligt teil noordwesten van Hecrde (Gelderland) aan d e Oostrand van de Veluwe. Ecri gedetailleerd kaartjr inei licr gebied en de niorisrcrpiinten is bijgevoegd als bijlage I

3.2 Omgeving Middelste Heerderbeek

3.2.1 Grondgebruik naast de bemonsteringspunten

Het niersiideel van de sprerigkoppen van de hiiddelsre Heerderheek onrspririgen in het ,~xu ige i ih«s , e11 lopen verder door agrarisch gebied. waar nog een aantal sprengkoppen

J en 'w?

Hei Sprenycnbos heeft een arriie /andhodeni, de agrarische gebieden beslaan uit voornanielijk graslanden rner inieiisieve ei1 exteiisirve vrereelt. ook koiiit plaatsclilk akkerbouiv voor.

Tabel 2 Grondgebriiil. naast de benioiisteringhpunten

Toelichring van d e oude en inieuwe code: De oude code werd nog gebruikr in de oude rapporreri. Oni liet eventueel vergeli]ken of n a ~ o e k c n te vergemakkelijken zijn de oude codes nog in di1 rapport opgenonien.

3.2.2 Beleid voor de omgeving Middelste Heerderbeek Her gebied rondoni Heerde is aangewelei1 als bodembescliermingsgebied in het Intentie Programma Bodenibescherming (IPB) wat is vasigesield door Proviiiciale Staren. Dir vloeit voort uit de \Vet Bodernbescherining cn betreffende bodem beschermingsgebieden zijn i~imiddels opgenoineii i i i het Gelders blilieuplan.

Het betreft liier een groot gebied (7501 ha . ) o p de Noordoost Veluwezoom. Dit gebied bestaat uii verschillende h i j ~ o n d e r e gronden en eer1 deel van de Heerderbeken ontspringt hier. Dere gebieden worden hier orider verder besprokeri.

Page 21: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Sprerieeiibo Hei gebied ten westen van de A-50 is groteiideels i i i bezit vali Staatsbosbeheer. Het transporterende deel loopt over her recreatiegebied var1 her Heerderstraiid, aan de r u i d ~ i ~ d e zijii enkele stukkeii lalid in particuliere handeii.

Hei hos van Siaat~bosbehccr heeft als bestemming gekrcgcri "Natuiirgebied". de omliggende agrarisclie gcbicdeii hebben als besrcrnniirig "i\grarischc doeleiiiden iiier laiidschappelilke waarde", volgens het bestenimingsplaii van de geineerite Heerde. Dit heefi een verininderde iiutriëiiieii belasting op d e hekeii ten gevolg.

Het Vccri en ' t Z i i n ~ c l r

Het Veeli eii ' i Zutipelt i r l i i aarigeivc/en als rehervaar gebied i i i 1991. Volgeiis Iici bclieersplaii Veliiwc vallen d e j e gehiedeii onder de groep "Kwelgebieden onderaan d e sruwwal flankeil". De helaiigrijkste doclsieiliiig i i i dczc groep gebirdeii i, lierstel cii o i i t ikkcl i r ig vaii kwclgraslanden". Hiervoor is riodig ccn hotaiiiccii heliccr zorider bciiiesririg ei1 rriet laie i i iaa i en iveidcdara of cuterisievc beweiding.

Iri dczc gcbiederi, die relatief laag o p de \ t~iw\val liggen. i5 lier kivelivairr iiiiiider hrïiivlocd door rrieiiszlijke activireireii daii iii de kivslgehicdcri die hoog o p dc stiiw\val liggeii. Door dczc hydrologisclie bitiiatie i, de begrerizirig vari d e j e gchicdeii krap gckozeri . zoiider of iriei geringe biifferziiiies.

Iii reseivaarsgebicdcri wordr er i i a x gestreefd oin daarhiiiiicii gcleycri laridboiiwperceleii door natuiirbescherriiiiiy orgaiiisaries te laieii aarikopcri rei1 helioeve van een groicr adiisluitciid riaruiirgehied. Dit gebied kati dan ecologisch gcricri veel beier beheerd wordeii. Iri de periode voorafgaaride aai1 dere verwcrvingcii kiiiiricii oiideriieiiiers o p vrij\villige basis brlieersovereenko~iisien afsluiieii. Bij belieersovereeiikoni~ieii wordt de bcdrilfsvo~ririg aangepast o p doeleinden vaii natuur en landschap. De oiiderrieiners krijgen een vergocdiiig wanneer 7ij /cl'n overeenkomst afsluircn.

Besiemmiiig:

Volgens het besteinmiiigsplan van de geineenie Hcerdc zijn de reservaatsgebiedeii Hei Veeii en ' i Zuppelr besienid als ayrariicli gebied nier grote laiidschappelijke en n?ruurwcrenschappelijke waarden.

Page 22: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage oiiderroek Warerscliap Velliwe

3.3 De Heerderbeken

Dit is ecri coiiiplex vati beken gelegen teil westen en ten iioorden vaii Heerde. Het coniplex bestaat uit d e Noordelijke Heerderbeek. de Middelste Heerderbeek en de Ztiidelijkc Heerderheek De hprengcn vaii de Zuidelijke eii de bliddelste beek liggen deels rei1 westeii van de .ASO, tcrwill de Noordelijke beek rei1 noordeii van Hecrde in het Hoornerveld ontstaat. De beken stromen sairicn i i i de Kainpcrbeek i r i d e behou\vde kom var1 Heerde en de aldus ontstane beek mondr uireindelijk t i i i in her .Apeldooriis Kanaal. Er hebben in her verleden S inolens gebruik gemaakt van d e Heerderbekeii. Alleeri aai1 d e Zuidelijke Heerderbeek is riog een molengebouw aanwerig. De Zuidelijke Heerderbeek stroomt deels door her Sprengenho5 ei1 deels door agrariscli gebied. de Noordelijke Heerderbeek ligt grotendeels in het gebied [net de hesteniming cultu~irgebied. Deze ,prengeti vieleii van oudslier buiten waterscliapsgcbicd. Toen de gebruiksfiiriric var1 d e bekeii o p de achtergrond raakte verviel o p veel plaarseii de iioodzddk van orideriioud en ging de kwalircir van de bekeii Iiard acliieruir.

3.4 De middelste Heerderbeek

De sprerigeii vaii deze beek zijn omstreeks l 6 7 0 gegraven, m e n verkreeg zodoende prakrisch kalkvrij water voor d e fabricage van geschept papier. De papiermolen waar dir water werd gcbruikr lag bij her voormalige landgoed "Het Veen".

Eeii vaii de papiernioleiis is lialverwege dc 19- eeuw oriigevorrnd tot esri wasserij. Dir is ééii van d e eersre wase r i j en o p de elti ti we geweest. Lange ~ i l d lieefr m e n , naasr het gebruik van proceswater, d e beek tevens beiiut al, aandrilkracht voor de iiiachiiies.

De Middelste Heerderbeek is grofweg o p re delen in twee stukken: ren oosten ei1 ten westen van d e .A-50. Het gedeelte ren westen van de A - i 0 ontspringt in her Sprengeiihos en oinvar 8 spreiigkoppen. Een spreng ligt op d e grens van bos ei1 lieideveld. d e rest van de sprengen liggen i i i her bos. Dit is het begin en een deel van de bovenloop van de hliddelste Heerderbeek.

Het andere gedeelte ten oosten van d e .A-50, bevat o«k nog eens S sprerigkoppen, deze ontspringen deels iri bos. deels iri agrarisch gebied De sprengkoppen die iri agrarisch gebied liggen liebbeii hoge beekwalleii.

Deze geramerilijke 1 3 sprengkopperi voeren liun water richring her transporterende gedeelte vati de beek. Voorbij de .&S0 loopt dit transporrcreiidc gedeelte door agrarisch gebied. Uiteindelijk koint de Middelste Heerderbeck uit in de Kamperbeek, dezc voerr her water af in het .Apeldoorns kanaal.

Page 23: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage oiidrrioek Watericliap l'eliiwr

3.5 Watervoerendheid van het deel ten westen van de A-50

hlomeritrel (voorjaar 1998) hevai dit gedeelte praktibcli geeii water. Het neiiieii van rnacrofauna riioristers was dus ook riict mogelijk. 111 1990/1991 Iieeft het toeiiinalige Waterschap Oost-Veluwe hier ondcrtioudswerkraanitieden verriclit. Derc werkzaaiiilieden besrorideri onder andere uit:

Het iiiet de harid verwijdereii vaii slib en orgariiscli niatcriaal Het aanbrengen van zand in kuiler1 i i i de heekloop Bruggeijes aaiileggen o m /»doende erosie van wandelaars te voorkomeii Het aaiileggen vati stuwtjes Het zorgen voor eeii zodanig verval dat voldoeiide stroniiiig mogelijk ib. In liei traject dar het water vaii de iprcrigeii oiiivaiigt cri vervoert, is de b»deiii eiiigsziris

opgehoogd onidar hier sprake was vati cc11 riegatief verval, ook heeft liet waterschap hier de bodeiii afgedekt met klei of leeiii oiri iiifiliratie tegen ie yJaii

Toen ria de Iier~rel\verkzaariiiiedeii bleek dat de spreiigen droog itoridcn, kreeg hcr waterscliap eeii storni van kriiiek re verdureli. Hei waterschap werd verweren de sprengen onherstelbaar te hebben beschadigd. Ondr r iock n a x de oorzaak vaii de droogsraiid lieefr uitgeweteil dat lier droogvallen vali de ipreiigeii ren i ie i i r i i van de . b 5 0 geen nieuw verschijrisel is. Uit literatiliir blijkt dat dit de laatste deceiiiiia veelvuldig voork\vam. ,Al voor de zeveiitiger jareli waren er probleirieii tiiet <it. warervoereiidheid. Iii de zeveririger jareii vit1 lier rtelsel droog (1975-1980) . 111 l981 heiaitv liet weer water (lil 5 ) . Uit liet Behcersplan Middelste Heerderheek blijkt ook dal de ~vatcrvoereridheid i r i 1980 weer hersteld is, echter iii 1986 stond liet weer droog. Iii welke jarcri na l986 de bekeii weer water bevatten is oiiduidelijk, wel is bekend dat tijdens de liersielwerkzaamheden in 1990/1991 er water was, echter direct na d e werkzaamheden itorideii de sprerigeii droog. Na Iiet zeer regeiirijke jaar 1993 en d e daarop volgeiide stijging vaii d e grondivaterspiegel zijn de bzken dat ei1 Iiet jaar daarna weer watervoereiid gcwordeii. Ecliter in 1995 e n de jareii daarna stoiiden deze sprengeri weer groteiidecls droog.

3.6 Oorzaken van het droogvallen

De nuttige neerslag o p de Veluwe is siiids de bebossiiig van de T'eluwc rond 1900 afgenonieri. De hoeveelheid grondwater die vaiiaf d e Vcliiwc kar1 afstromen wordt daardoor kleiner. De sprengen van de Middelste HeerderBeek liggeri voor Veluwse begrippen dicht bij d e waterscheiding waardoor de aarivoer van water rnirider coiistant zal r i jn. De sprengeri zelf blijken, m e d e daardoor, al jaren lang zeer kwetsbaar te zijn voor wijzigingen in de grondwaterstatiden. De aanweligheid vati scheef gelegen kleilageil iri de bodem kan de lokale groridwaterstanden e n s i ro i i i ing sterk beïnvloeden. Mogelijk ir van dit effect bewust gebruik geriiaak~ tijdens de aanleg van bprengeii o p de Veluwe. Doorgravingeii van deze kleilagen kunnen dan ook lokaal helaiigrijke gevolgeil Iiebbeii. Van zo 'n doorgraviiig is zeer waarschijnlijk sprake geweesi bij d e aanleg vaii liet Heerderstrand.

De Zuidelijke HeerderBeek heeft. naar verwachting. geen iiivlocd o p de watervoerendheid van d e Middelste HeerderBeek Het Heerdersrrand kan echter wel een belaiigrijke invloed hebben. Het gaat daarbij o m een verminderde toestroming van grondwater naar een deel van de sprerigeii van d e Middelste HeerderBeek en on i een draincrende werking o p een deel van d e sprengen.

\Vat opviel is dat de droge irajecren dichter hij liet Heerdcr,tand liggen dan de watervoereiide rrajecteri. De niccst rioordelijke sprengtak, diclir bij Iiet Heerderstand. stoiid ook i i i d e riarte periode vooridurend droog. Dc fcirelijk draiiierende werking van liei Heerderstand o p een deel var1 de spreiigen van de hliddelste HeerderBeek zorgt e r dus voor

Ecolo~iiclie evaluatie L 3

Page 24: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stagr oiiderzoek Warer5cliap Veluwe

dai de nu nog wel warervoereiide delen van de sprengen geen aansluititig hebben met het transporterende deel. Hierdoor kan alleen in extreem natte situaties sprake zijn van een volledige watervoerendheid van de sprengen tot aan de A-50 (lit. 1 2 ) . De oorzaak voor het veel grotere effect dat het Heerderstrand blijkt ie hebben in vergelijking inet het voor de aanleg voorspelde effect ka11 worden gevonden iri het feit dar in de uireindclijke interpretarie van ecri poiiipproef het kleisciior buiten behchouwing is gelaren. Dat is gedaari onidar met de roeritertijd bescliikbare gegeveris geen kleischot kon worden aangerooiid. Het gevolg hiervan was dat d e grondwaterstaiideri vaii de uirgangsdata 28 april 1967 e n 28 april 1975 in her gebied var1 de Middelste HeerderBeek door adrileg van het Heerderstrand niet representatief geaclir mogen worden voor toekomsrige natte e n geniiddeide Iareri. Bij dezelfde neerslag lioeveelheden ruileii de groridwateriraiiden in d e toekonist dus riiinder hoog zijii. Tijdens veld\vaarneiiiingen vaii september l 9 9 3 tot deceiliber 1994 is voortdurend geco~istateerd dat ccn deel vati d e bprengen van de hliddelsie HcerderBrek waierioerend was. Het betrof het deel dat sveriwijdig aar1 d c Zuidelijke HeerderBeek ligt r n inede Iiierdoor ziln de probleirieti iriet de warervoeretidheid toen nicr goed gciigrialeerd.

Saiiieiivaiiend kan gesreld worden dat in het BOP-MHB o p basis van waarschilnlijk ten onrechte representatief geachte gegeven, re hoge verwachtingen werden gekoesterd ren aaiirien van de te verwaciireri grondwaterhrdnderi. I s cr hij hci op5rellen van liei BOP-MHB vali geniiddeld lagere grondwater~randcn ~ i i r zou zijii ycyaaii, /oude11 reëlere verwacliringcn gewekt zilri reri aaririeri van de waiervocrendlieid van de spreiigcn. Hei gedeelielijk ophogeri var1 de "gateri" in d e sprerigbodciiis is varluit de uitgang>p~iiitcri i r i her BOP-biHB o p /tch logihcli. Her heeft d e karis o p waiervorrendheid vali de sprengen ecliter iiog verder verkleiiid. icl i teraf bleek dat die gateii juibt de oor,pronkclijke diepre weergaveri cri dar dc hogere delcn Lvarcn vcroorzaakr door talud ver7akkirigeri.

Ecolouiirlie evaluatie 24

Page 25: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR
Page 26: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Srage oiiderzoek M'aicricliap Veluwe

4 Doelstellingen en streefwaarden voor de Middelste Heerderbeek

4.1 Doelstellingen

Volgeiis het Waterhuishoudingsplan Gelderland 1996-2000 (lit. 5 ) heeft d e gehele Middelhte Heerderbeek tot het punt ivaar de Zuidelijke, dc hliddelstc cn d e Noordelijke rameiistromen de furicrie V (warcr voor natiiur vaii liet Iioogste ecologisclie niveaii) toegekend gekregen. Oni de h'iiddelste Heerderbeek aan de hieraan gekoppelde ecologische eisen te laren voldoen zijn er belieerstnaatreyelcn nodig, wan[ natiiiir van Iiet hoogste ecologisclie niveau behoort tol liet rneehr schaarse e n kwetsbare deel van d e natte natuur in Gelderland. De veiligstelling en onrwikkeling vttidt plaats door afsteiniiiing var1 de grondwaterstand e n s t r o m i n g o p de landnaruur en door afsteniiiiing van oppervlakiewarcrpeilen eii s t ron i ing o p rvatertiaiuiir

I-iet verder vasrleggen van de functie 'warer vaii het Iiooghte ecologische niveau' vraagt een ~ o r g v u l d t g c belangenafweging. De gevolgen i ~ o o r belangen ter plaatse e n in de onigeving kunnen groot zijn. Lozingen, grondwateroiiitrekkingen en ont- en afwateriiig kunnen vergaand moeten worden aangepast oni deze functie te realiseren. Ook is liet nodig dat gelijktijdig de haalbaarheid van eventuele aanvulleiide inilieiibcschermingsmaatregelen en iiiaairegeleii in her kader vati d e ruimielilkc ordriitiig ivorden nagegaan Zo is druk vanuit de recreatie i r i d c gebiedeti of laiigs de wareren nier d e i e functie. helioudeiis extensieve recreatie z ~ d l c \validelen. 111 principe niet aanvaardbaar.

De k\veisbare natuiir is eerst veilig gchreld als o p allc drie de terreinen van her omgevingsbelcid de vereihte maatregelen wordeii genonieii.

De criteria hij de functie tockciinirig zijii geweest of wateren volgens "De meetlat" als ecologisch waardevol zijn aangemerkt. 41s rwcede criteriuin was vervolgens in welke mate de functie vastlegging consequenties zou hebben voor andere in het gebied aanwezige belangen.

De iiirichtiiig en hei behccr van een waterhiitslioudku~idtg s p i e e m . met de functie V. zijn gericht op:

e De veiligstelling e n ontwikkeling va de l z ; . ,~ . , i warcrilaruur vaii her lioogste ecologische niveau;

i Behoud e n herstel van karakteristieke vormen van water eii oeverrones e n van karakreristieke beplanting voor de m-aternatuur; Het uitsluiten van nadelige effecten vali grondwateroiittrekkingen in d e betrokken omgeving; .\fsteniming van d e oritwateriiigsdiepte en het peilbeheer in d e omgeving o p de land- en waternatuitr: Het uitsluiien van nadelige invloed van menselijk Iiandelen o p de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewarer.

Iii Iiet Beheers e n Onderhoudsplan vaii de Middelste Heerderbeek uit 1990 (lir 2 ) z i p de volgende doelstellingen genoemd

Hoofddoelstelling is: instandhouding herstel en ontwikkeling van actuele e n potentiële keninerken die samenhangen nier de ecologische, hydrologische, cultuurhistorische. landschappelijke, recreatieve eii laiidbouwkundige berekenis vaii d e beken e n d e beekbegeleidende wallen en oeverroncs. Bij Iiet ecologische deel is hierbij de volgende doelstelling afgeleid: het ins ta~idhouden e n zo tnogelijk oiit\vikkelen van aan sprengen eii beken geboiideii levensgemeenschappen.

Ecologisclie evaluarie 26

Page 27: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

4.2 Streefwaarden

Dc Middelhrc Heerderheek kent zowel trajecten riiet de kenmerken van een sprengenbeek als var1 een k\vclbeek. volgeiis lier "Deelrapport I : af\vcgirig fi~rirtieroekeiining" van de Provincie Gelderland.

De iiiacrr~fauna waarden volgerii "Dc '\lcerlat" waar iiaar iiii~cr cvorden gestreefd ~ i j n :

Klasie -i, hoog, docli ongelijk aai1 morspronkelijk, Klasse S. hoog. gt.lijk oorspri:iiikelijk.

Opgeiiicrkr dieiit te worden dat Klasse 5 ~iithluircrid iri b r o i i ei1 sprengcribeken gelegen o p de iriiwiialleri voorkoini. Dit hetekcrii oridcr aridcre clat eeii Iaaglaiidbcck of kwelbeek die o p klasse -t of i erg goed scoort (lir. 8 ) .

Zie voor verdcrc iiiforniatie over "De hleerlar", Bijlage 2 .

Voor iie clieiiiiscli/fy>ischc itrcefwaarden is er gccn sprake vali een verdergaande (dan AMK) geralsriiatige iriviilli~ig van w a t e r ei1 ivaterhodeni kwalitrirsiiormen. Door de CUWVO zijri 111

liet rapport "Ecologisclie normdoclsiellingeri voor Nederlandse oppervlaktewateren" (lir. 14) voor een aantal parameters per wateriype de natuurlijke trajecieii gegeven. Voor de bliddelste Heerderbeek kuiineii hiervoor de natliurlijke rrajecieii voor hrorineri en beken gehriiikt ~ v o r d c n .

Zie billage 4 "Koriiien .AhlK. iralrcicii Broiiiien ei1 Rekeii"

.Aai1 de hhlK-iic~rmen nioet elk oppervlaktewater ioldoeii , d e riariiiirlilke trajeclen voor Broiiiieii ei1 Beken zijn niccr als eer1 iiidicaiie ie ycbruikeri. daar sprengen iinmcrs gccii iiaruiirlijke heken of bronnen zijn, inaar door dc riieiis gegraven bekeii.

Verder is er een 111" iner karakteristieke soorten macrofauiia voor sprengen die gebruikt kan worden voor i~idicatie. Het is iiiet zo dat alle vaii deze genijeinde beestjes aanwezig nioeteii f i jn, iiiaar het aariwezig zijn van 2éi i of nicerdere soorten is r en iiidicaiie van een goede rriilieuk~valiieii.

Voor de lijst "Karakteristieke soorteii macrofauna voor iiiet veronrreiiiigde. vrij contirilie u,atervoereride en goed onderliouden sprengenbekcn" zie Billage 3.

Een rypisclie spreng bestaat uit verscliillende rrajecten, de hoveiigeiioenide lijst geldt niet name voor d e drairiereiide gedeeltes van de spreng: de spreiigkop en het aarisluitende trajecr. In d e transporterende en opgeleide trajecten van de spreng konien lagere stroomsnelheden voor ei1 iiicer slib. In deze trajecten zijn dan ook andere meer algemene macrofauna gemeenschappen te verwachten: meer slibgcbonderi e n minder stroming afhankelijke soorten

Voor opgeleide rrajecten. iraiisporterende e n meer benedenstroonise beekgedeelten is nog geen lijst met streefsoorteii waaraan getoetst kan worden. In liet n u in oiirwikkeling zijnde "ecologische niaarwcb" zirtcn deze wel. Mei dit niaatwcb wordt een verfijndere roetsiiig. gediffereiitieerd naar heektraject type mogelijk.

Voor de vegetatie geldi hetzelfde. In de drainerende gedeeltes vaii d e sprengen, de sprerigkop en her aansluitende rraject zullen vaak de voor sprengen typische kwelzones aanwezig zijn, hier kiiiinen dan ook kwelgebonden vegetaties berwachr wordeii . Voor kwelbeken bestaat er een lijsi warerplanten die frequeiit \traargenomen kunnen worden.

De verschillende trajecten binnen een sprengensielrel met daarbij de verschillen in stroniing, bodenisuhstraai. warerkwaliteit, etc. zorgen voor een diversiteit i i i levensgemeenschappen. Dele diversiteir te haridliaveii nioet ook é é n van de streefdoelen zijn.

rcologiiciie evaloarie 2 7

Page 28: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

5 Het Onderzoek

5.1 Algemeen

Het doel van het onderzoek is het toetsen van de ecologische doelstelling van de Middelste Heerderbeek cri het geven van een algemene evaluatie vaii de uitgevoerde herstel- en herinricliiiiigswerk7aainhederi acht jaar iia uitvoering aan d e hliddelstc Heerderbeek.

5.2 Onderzoeksmethoden

De herstel- en lieriiirichtingswerkraainhederi van de Heerdcrbcken hebben zich niet alleen gericht o p Iiet herstel van de beekloop. Er is tevens aandacht besteed aan d e mogelijkhedeii n1.b.t. aangrenzende oever vegetaties. zoals bij de kruidensirook. De kruidenstrook heeft tot doel plaats te creëren voor oligotrofc kwelniinneride planten. Tijdens dil nionitoringsoiiderzoek is gekekcri of de kriiidenstrook hicraan voldoet. De ontwikkeling wordt gevolgd door de pas genometi vegetatie opriame re vergelijken niet die uii 1993.

Tijdens liei veldwerk is o p cen aantal lokaties beoordeeld of de daar aangeplaiile Elzen Iiet beoogde resiiltaat. namelijk taludversirvigiiig, hehheii. Teveiis word er bij de beoordeling van diverse inecrresilltateii rckenirig ycliouden niet effecteii vaii eventueel bovengelegcri vervuilende bronnen.

De moiisternanie vati d e inacrofauiia werd uitgevoerd niet beliulp van een staiidaard macrofaunanet. over eer1 lengie van drie ioi /es meier. Flei niateriaal werd in her laboratorium verder uitgezoclii cri de aangetroffen iriacrofauna organisnieii werdeii geconserveerd eii gedetermineerd.

De verwerking van de gegevens heefi plaarsgevondeii niet hehulp van het softwarepakkei "Ecobase". e n getoetst met behulp van "De Meetlat Gelderlaiid" voor stromende wateren" (Bijlage 2) . De Meetlat wordt algenieen gebruikt hij Waterschap Veluwe, in voorgaaiid onderzoek in de Middelste Heerderbeek i, hiervan ook gebrilik geinaakt, zodoende kunnen d e resultateri var1 nii vergeleken worden met d e resultateii van 1992 e n van 1994.

De genomen watermonsters zijn o p het chemisch laboraiorium van het Waterschap geanalyseerd. De volgende parameters zijn hierbij oriderzochr: M-getal. P-getal, Sulfaat, Kjeldahl-n, Ammonium-N, Nitriet. Nitraat, Ortho-Fosfaat, Totaal Fosfaat, pH. EGV, Chloride, Calciuni, Magnesium. Zuurstof, Kalium en Natriuin.

De aangetroffen gehalies zin getoetsr aai1 de grenswaarden (AMK). Daarnaast is een vergelijking gemaakt met de i n de CUWVO-nota geiioemde waarden voor natuurlijke trajecten voor Broiinen e n Beken.

Ook is tijdens d e monsternatile in het veld de temperatuur van het water, d e temperatuur van d e lucht, d e pH. het EGV, het zuurstofgehalre (mg/ l ) e n de zuurstofverzadiging genieteti.

Visuele gegevens zijn ook meegenomen (sliblaag, hoogte van de wallen, meandering etc.) Deels kunrien deze waarnemirigeri o p het veldformulier ingevuld worden, deels berust dit o p eigen interpretatie vali wat je ziet.

Er<ilogisihe evaluatie L 8

Page 29: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

i a g c oiiderroek LCair.i~iliap Veliiwe

5.3 Belangrijke beperkingen bij de interpretatie

d e fysisch/cheinirche beirionsieriiigeii rrioeicii als iiioineniopiiaines hebcliouwd wordcii. De resuliareri hebben echter wel een belaiigrijkc indica~ievc waarde. Omdat e r in het verleden (1985/1987/1992/199.1) uok fysiscli/cheri~iscii is benioristcrd kan er eeii. zij Iicr globaal, beeld verkrcgeri wordcri vati d e fy5iscli/cheiniscIie ivaterk~t-aliteir over een langere periode. Tildeiis dit o n d e r ~ o e k is alleen iri de voorjaariperiodc iaii 1998 berrionsterd. Hierdoor kunnen everiiueel aaiiwezige "herfsrsoorteii" die latcr i i i liet seirocn huli groeifase dooririaken geiiiist 7.ijii Eeti echt goede iriterprctatie var1 rilacrofauna kan alleen o p basis van voorjaar- ei1 iiajaarnirjnsiers tezaiiicn gciiiaakt wordeii. Macrofauna oiiderroek is altijd een steekproef De iriotisterpiiriteri zijn zo representaiief mogelijk gekozeri. iri hoeverre ze echter ook echt repreberitatief ~ i j i i is d e vraag. Bij de locarie keuze is e r ook gekeken r~adr plaatsen waar nieetregcleii iiitgcvoerd zijii, orri d e effecten Iiiervan bcrer re kuiiiien beoordeleil. Oni ceii goed hceld ie krijgen /ou elke sprengkop cri elk traiispc~rterend deel apart beriioiisterd inoeteii worderi, dit is ecliier gel ien tijd en financiële rriiddeleii nicr riiogelilk. Ook lier niacrofauna monster zelf is altijd ecri steekproef. Er wordt wel iiaar gesireefd oin dit zo representatief mogelijk re doen, alle soorreri rubstraien cri inicrohahitats niec te nerneri.

5.4 Motivatie van de monsterpunten

Het belangrijkste arguiiicrii rrier hetrekking tol d e rrioiisterlokaiieke~ize zijn de vorige oriderzoeken in deze beek Oin een goed inziciii ie krijgen vati de ontwikkelirig in de heek, irioei er yediireiide een a.uiia1 jaren o p dezelfde plaaisen gckekeii worden naar de f~sicli /cl iemisclie en ecologische veranderingen, die zich i i i d e loop van de iijd voordocri.

Toen deze monsterpunten werdeii bepaald in 1992 is vooral gekeken naar de volgende criteria. aangezien deze puilten zowel representatief als ecologisch belangrijk zijii.

I Plas-dras situaties:

Plar :ras si ,iai::s vorinen een overgang vati de beekloop naar de hoger gelegen bcekwal. O p deze pla. isen, gevornid door lage kwelbankerteri waarin vaak aanzienlijke 1ioe;eelheaeri kwelwater aan het oppervlakte komen. kunnen karakteristieke kwelgeboiiden vegetaties ei1 niacrofaiina geniccribchappen rot oiitwikkeliiig koiiien. O p riieerdere plaatseti r i jn plas-dra5 sitiiaties aariwczig, i i i I992 zijn deze situaiics ook bewust liersteld e n / o f gecreëerd.

2 Kruidenstroken:

Naast punt 20830 (hl+) lager1 iii 1986 in de beekbedding bariketteii inet kwclzone~ . De totale breedte van de beddilig bedroeg ongeveer 4 meter. In de kwelzones en / of de beek kwamen Bitiere veldkers en Knolrus ~porad t sch voor. Iri het voorjaar kan het paddestoeltje ' t Mijtertje te zien zijn. Gaed ontwikkelde karakteristieke kwelvegetaries kwamen echter in die situatie niet voor. Hier is geprobeerd verandering in te brengen door de bovenste voedselrilke laag te ver~vijderen en daardoor voedselarme oiristandigheden te creëren. O p dere geleidelijke overgang van water iiaar larid kunnen bijzondere kruiden rot ontwikkeling komen. Dit heeft dan ook weer effect o p de niacrofauna in de beek ernaast.

In somrnige rrajecteii van d e beek is ceri stuw noodzakelijk, onidat de stroomsnelheid van d e beek anders te hoog zoii worden en de beek tijdens droge perioden droog komen re staan. .Aangezien een gcn-orie s t~ix\~ rriigraiie van orgariihinen berrioeilijkt of onniogelijk riiaakt is er hiervoor eeii oplossing bedacht. Een caicadc-htuw zorgt voor een trapsgewijs aflopend waterniveau en tnoet migratie van orgariisincn mogelijk maken russen beneden- e n bovensrroonis gelegen trajecten.

Page 30: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

4 Poelen:

Poelen zijn iiiteressant onidai ze een geschikr biotoop vormen voor een grote verscheidenheid aan planten ei1 dieren. Er zijii bij d e uitvoering van d e herstel- en herinrichtingsw~erkmmheden drie poelen aangelegd ten behoeve vaii warervegetaties en arrifibieëii. Eén poel is direct "opgenorlien" iii een sprerigrak vali d e Middelste Heerderheek er1 furigeert zodanig tevcns als zandvang (gelegen tussen 20831 en 20830). Een twecde poel is gegraven op hei puiir waar de beriedeiistrooirise sprengtrajecten van de Middelhte Heerdcrbeck sanieiistronieii e n de henedciiloop vormeii (20827) . De derde poel ligr geïsoleerd tussrri de Middelste en de Zuidelilke Heerderbeek en wordi uirsliiitend gevoed door hei groiid- en repcriLvater (20840) .

5 Vcrscliil iri herstelrnaatregelen

Twee sprengtakkeii van de Middelste Heerderbeek /.ijn tijdens de he r s t e l en herinrichtiiigswerkraamheden op verscliillende iniariieren aangepakt. Bij de é é n is gekozen voor "rigoureuze" aaiipak, bvaarbij al liei orgariiscli niateriaal en slib is verwijderd. dit i, purir L0831 ( M l ) . Bij lict aridere puni i i gekozen voor d e "zdcliiere" aanpak, een deel van het organisch niareriaal eii slib blijft achter. dit is punt 20832 ( M I ) . Wat de effecten van deze verschillende herstelmaatregelen zijn o p de flora en fauna. kan mei nanie van belarig zijn voor toekonistige lierstelniaarregelen.

6 ,Aanwezigheid eerdere gegeveiis

In het verleden zijn o p een aanral monsterpunten tcver eerdere macrofauiia iiioristers genomen en verwerkr. De resultaten hiervan kuririeii goed gebruikt worderi o m de veranderingen zowel fysisch/cheniiich als biologiscli i r i de loop var1 de tijd te bestiideren.

Tabel 3 overzicht inorivaiie nionsterpunt keure

Page 31: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR
Page 32: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage onderzoek Waterschap Veluwe

6 Resultaten van het onderzoek

6.1 Algemene bevindingen

6.1.1 Aangeplante Elzen Op verschillende oevers van de Middelste Heerderbeken zijn Elzen aangeplant. Het doel hiervan was om een steviger talud te krijgen. Bij voorkeur stevig genoeg om de taak van de algemene houten beschoeiing over te nemen. De bestudeerde delen talud met deze Elzen waren inderdaad steviger. en de Elzenwortels zouden de houten beschoeiing in de toekomst in sommige gevallen inderdaad kunnen vervangen. Tevens bevorderen Elzen het voorkomen van een holle oever (zie fig 6), waar met name vissen zoals de aangetroffen driedoorn en tiendoorn en de ijsvogel zich beter kunnen vestigen. Bovenstrooms van de geïsoleerde poel bevindt er zich tussen de Middelste en Zuidelijke Heerderbeek een traject waar de beken door een zeer smalle strook van elkaar gescheiden worden (ongeveer 1 meter). Deze strook is tevens beplant met elzen en bevat nog een grotendeels intacte beschoeiing. Er heeft zich hier inmiddels een "gat" gevormd (zie fig. S), waar bij hoge afvoer water van de Middelste naar de Zuidelijke Heerderbeek stroomde. De Elzen alleen zullen hier dus nooit een goede scheiding van de twee beken kunnen bewerkstelligen. Indien het in de toekomst de bedoeling is hier de beken door alleen Elzen te scheiden lijkt een verbreding van deze kade

fig 5 Onwenselijke doorbraak van de kade Fig 6 Stevige holle oever met Elzen

6.1.2 Lozingen op de beek De laatste huishoudelijke lozingen zijn na 1994 gesaneerd. Zij vormden een grote bedreiging voor de MHB. De recent geinventariseerde lozingspunten bestaan nu nog hoofdzakelijk uit hemelwater afvoer en grof vuil bij of in de beek (lit 15). Opmerkelijk is echter dat er zich bij punt L1 (zie bijlage 1) vlak bij de beek een mestopslag bevind (fig. 7). Dit is natuurlijk het voorbeeld van hoe het niet moet. De uitspoeling van meststoffen naar de beek is hier te groot.

Page 33: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage onderzoek Waterschap Veluwe

Fig 7 Mestopslag bij de beek

6.1.3 Geplaatste cascade stuw In een traject van de beek, vlak voor punt 20827 (M7), is door middel van een cascade-stuw een hoogteverschil van 0.5 meter overbrugd. De cascade-stuw bestaat uit vijf "trappen" van elk 0.1 meter waarbij grof grind als materiaal is gebruikt. Bij de lokatie keuze is naar mijn idee echter een gedwongen verkeerde locatie keuze gemaakt. Deze locatie was een alternatief op de oorspronkelijke, die in een geschikter beekdeel lag. De aangrenzende bewoners van dit beekdeel weigerden echter elke medewerking. De stuw bevindt zich nu in een deel van de beek waar even bovenstrooms een splitsing aanwezig is en hier een parallelle tak vormt. Deze tak stroomt in de poel weer samen met de rest van de beek. De cascade die zich in het rechter deel bevind biedt meer weerstand, wat tot gevolg had dat het linker deel meer water ging vervoeren. Het rechter deel met de cascade is vervolgens bijna volledig dichtgegroeid met kruiden en grassen en is nog amper watervoerend te noemen (zie fig 8 en 9).

Fig. 8 Beekdeel met cascade-sruw Fig. 9 Bestudering van de cascade-stuw

Ecoloeische 33

Page 34: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

iiage oiider~oek \.Vaier>cliap Veliiwe

6.2 De Monsterpunten

6.2.1 20832 (M l ) O p dit punt komen twee delen van de beek bileen. Het erie traject komt vanaf de Fietsbrug e n is onder d e A-S0 "doorgestroomd". Het andere deel is een sprengkop e n stroomt evenals het andere traject niet. De beekwal is onder andere begroeid met eik, varen ei1 bospest Opmerkelijk is de grote aanweligheid van de bruine kikker. .Afgezien van veel volwassen kikkers lag e r in d e sprengkop een gezonde klomp kikkerdril van ongeveer 1 meter doorsnede. Bij de uitvoering van liet achterstallig onderhoud in l991 is o p dit traject alleen het grof liuisvuil en een deel vaii liet grove detritus veril,ijderd. Het resultaat is dar er nog erg veel organisch materiaal aaiiwezig is. Het traject heeft daardoor te maken met een grote naleveriiig van nutriënten cn eeii slechte zuurstof huishoiidiny.

Fvsiscli/chemisch

Het Totaal Fosfaat gehalte geeft eeii dalende trend weer (zie tabel 7 ) . Aangezien de grenswaarde o p 0.15 m g / l ligt, voldoet dit monsterpunt n u diis ruimsclioots. Deze trend komt overeen met die van geheel Gelderland. In 1994 was e r nog sprake van uitspoeling van liet in lier resterende slib aanwezige Fosfaat, maar dar is blijkbaar iiu afgelopen.

Het Nitraat gehalte is sinds het onderhoud var1 I991 vrij >tabiel gebleveii en ligt steeds net boven of onder de norm

Macrofauna

O p basis van "De Meetlat" wordt dit bemonsteringspurit beoordeeld als het iniddelste ecologische niveau. Dit punt bevatte zeer veel individuen eii ook vrij veel soorten. Echter her aantal karakteristieke macro-fauna soorten voor bronnen ei1 heken was beperkt. Belangrijkste oorzaak is waarschijnlijk het beperkte onderhoud. Hierdoor heeft er ophoping plaats gevonden van grove derritus e n slib. Tijdens d e onderhoudswerkzaamheden van 1990/ 1991 hebben ze hier de zogenaamde halfzachte methode toegepast. Het resultaat is in dit geval een erg organisch belast traject. Dit schept een ideaal milieii voor waterpissebedderi (Asellus aqiiaticus). Er werden hier dan ook ongeveer 570! van in het monster aangetroffen

Conclusie Dit deel van de Middelste Heerderbeek voldoet duidelijk niet aan het beoogde hoogste ecologische niveau. Zolang deze sprcngkop niet kan s t romen e n er een zeer hoge laag organisch afval e n slib aanwezig is kan dit deel van d e beek nooit aan de "hoogste ecologische doelstelling" voldoen. Ik adviseer dan ook o m deze spreng o p te schonen.

Page 35: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Srage uiiderrock Warersrliap Veluwe

Dit pui11 is gelegen in een vrij diepe sprengkop. De oevers zijn ongeveer twee meter lioog e n de steile wanden zijn onder andere begroeid iiier dubbelloof. lijsterbessen en levermos Het beekje vertoont een beetje stromiiig, in het inidderi is d e stroming ca. 5 c m / s In dit traject zijn iii 1990/ l 9 9 1 rigoilrcuze herstelwerkzaaiiiliede~i uilgevoerd. Hierbi] is al liet orgariisclie materiaal rigoureus weggehaald tot o p de (zand) ondergrc~nd. Iiiiniddelh heeft r ich hier eeii sapropelium laag van gemiddeld IS cm opgehoopt er1 e r groeiden veel draadwiercn. Iets verder benedenstroonis is cr meer sprake van sironiirig en daar i i d e zaridbodern nog zichtbaar. Er is duidelijk kwel en incde hierdoor is er o p grote gedeelte11 eer1 holle oever oiilsiaari.

Fisiscli/clieniiich

Het riitraatgchalte \?;as in l992 l 5 rng/l en dar werd ir i 199+/1998 l l m g / l De norm var1 O- I m g / l wordt hicr iiogal overschreden. Een vati de gevolgeii hicrvan is d e hoge EGV ivaardc van 23.0 riis/m. Dit indiceert ~ i i t eri afspoeling vaii nutriënten akonis i ig van d e omringende n,eilariden.

hlacrofduna

Zowel i i i 1992, l 9 9 4 als iri l 998 is de macrofauna score liecl goed. nainelijk klashe S, lioogste ecologiiche niveau, gelijk aan ooriproiikelijk Ir1 1985 voor de hersre lwerk~aamheden was hei niveau klashe f , hoogste ecol«gisclie riiveaii doch ongelilk o«rsprorike!ijk. In het inutister rijn drie karakteristieke soorten gevoiiden, namelijk: de Velia caprai. de Neniiirella pictetii en d e Micropsectra fuica. De Assellus aquaticus heeft hier inmiddels ook weer een niche gevonden ei1 wah niet 20 iiidividucn ook weer duidelijk aariwe;.ig.

Conclusie

De kwaliteit vaii dit trajecr is bijlonder goed. Er ir hier echter wel sprake vaii een behoorlijk Iioog Nitraat gelialte e n accumularie van slib. De iiieerlat score geeft aan dat dc kwaliteit vati dir traject siiids 1994 een langzaam dalende trend vericiont. Het is naar mijn mening belangrijk oni dit trajecr iri d e gaten re houden c n bi] verdere daliiig van d e meetlat score maatregelen te rreffeii o m de toch zeer bijzoiidere ccologie van dit traject te tieliouden.

Page 36: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage oiiderzoek Waterscliap Veluwe

Dit punt is gelegen ter hoogte van eeii kruidenstrook e n heeft een rustige stroming. De kruidenstrook die links van de beek ligt is in 1990/1991 ook aangepakt. De bovenste voedselrijke laag is verwijderd en jaarlijks wordt de strook gemaaid en het maaisel wordt afgevocrd Dit heeft tot doel de o~itwikkeling van een oligotrofe kwelindicerende kruidenstrook te bevorderen. Tijdens d e vegetaiieopnamen van 17 mei l993 ei1 van 8 Juni 1998 zijn verscliillcnde iiidicatorsc~orteii aangetroffen. Zij gaven de volgende abiotische oiiistaridighrdcri weer:

e Wairrrcginie: vochtig. grond\vater <>\,erwegend 40-60 cni «ndcr rriaaiveld (iileesial sterke fliicriiaries ei1 standcri rot aan liet inaaivcld hooguit van korrc diiiir)

Zuurgraad: ï\trak ï u u r tot matig rriur [pH 4.5 - 5 .5 )

Trofiegraad: iiiatig eutroc~f, riiarig rilk aan stiksiof en fosfaat

Dc volledige vegeiatielijsteri zijn ie vinden i11 bijlage S.

Aaiigerien er /icli in l992 nog een hiiislioudelijke lozing l 0 ineter bovenstrooms bevond is e r toen ook inelding gemaakt van "veel organiich materiaal, schuimvoririing en een muffige (riool)lucht"(lit 4). Inmiddels is d e Ii~iiihoiidelilke lozing gesaneerd en d e effecleii l i jn visuccl goed nierkbaar. De beekbodeni bevat u-einig tot geen opgclioopt organiscli niarcriaal en d e bcek zelf bevat helder geurloos water. Tevens vertoon1 de bcek een lichte irieandcring, huat veroorzaakt i\.ordt door plantengroei

Fvsisch/ciieniisch

Het nitraatgehalte was in 1992 10.4 m g / l en dar werd in 1994 9 .7 m g / l . Dat is nu 7 . 5 m g / l geworden. De norm van 0-1 m g / l wordt hier nogal overschreden, maar e r is wel een duidelijke dalende trend zichtbaar. De overige parameters voldoen aan de waarden.

hlacrofaiiiia

De score volgens "De meetlar" is 352 wat klasse 4 aaiiget . air . h . h x ~ g s t e ecologische niveau, doch ongelijk aan het oorspronkelijke. In de ,orgai, ide jaren was d e score vergelijkbaar. Dit irajecr bevat aan de eiie kant \$'el 4 soorten die typerend l i jn voor schone beken, maar aan dc andere kant ook soorten al5 de waterpissebed (Asselliis .Aquaticus), die organisch belaste omstandigheden indiceren.

Coiiclusie

De fysisch/cheniische en de macrofauna resultaren wijzen o p een goede waterkwaliteit. Het Nitraat gehalte ligt ver boven de iiorni, maar vertoont een dalende trend. De niacrofauna resultaien geven een nogal tegenstrijdig beeld aari, war verklaard kan worden met de sanering van d e huishoudelijke lozing. Milii verwachting is dat dit traject rich o p natuurlijke wijze ral verbeteren e n zich n u nog in eeii overgangsfase bevind. Betreffende de kruidenstrook wordt d e doelstelling wel gehaald. De strook is vrij eurroof. Echter aangezien d e beek zich daar in een overganssiruatie bevind. zou het kunnen dat de kruidenstrook met het huidige beheer in d e toekonist l ich ral verbetereii.

Page 37: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

De beide oevers van de sprengkop l i jn [net een houtwal begroeid. D e ~ c bestaat onder andere iiii: Hulst, vlier, lilsterbes en braani Hei grvndgebied naast d e rechier oever gelegen besraat uii bos e n liet linker grondgebied besiaai uit weilanden en akkerland. In dii iralecr zijn in 1990/1991 d e zogcnaainde lialfzachie hersreiwerkraaiiihedrn uiigevoerd, wat aan de sapropeliiimlaag o p de bodem ook nierkbaar is.

Het Nitraatgelialie had dit jaar een waarde vaii 7 . 2 iiig/l, wal overeenkonir iiiet de waarde vaii voorgaaiide jaren De norrii van 0- l ing/ l wvrdt hier nogal ovcricliredcn en er is geen dalende rrerid kt-a.iriieeiiihaar. De oorraak hiervan I S bladval eii uit- ei1 afspoeliiig ia i i nuiriënicn ia t i de aarigreiizeride groiidgehiedeii.

De score volgeiis "De nieerlat" is 381 wai klassc 4 aarigeeft, dil is lier hoogsre ecologisclic riivedii, doch ongelijk aan het oorsprorikelijke. 111 de voorgaande jaren was de scorc vergelijkbaar. Ook hier zijn specifieke spreiigeiibeesrlcs gevoiideii zoals: de wants Velia caprai. de steenvlieg Nernurclla picretii. de kokvrjuffer Halesiib radiatus eii de tweevleugeligen Pedicia rivosa en Heteroirissocladiiis iiiarridus Er l i jn ecliter ook waterpissebedden gevoiideii zoals Aselliis aquariciis en Proaselliis nieridianus. war o p «rgani\clic helastiiig diiidt.

De fysisch/cheriiische e n de iriacrofauiia resulratcri \vilzen op erii gocde warerkwaliieir. Her Niiraar gehalte ligt ver boveri de norm en er Iigr een oiiguiisiige sapropeliuni laag o p de hodeni. Dit inonsterpiint vertoont eer1 ecologiscli vrij siabiel verloop. Aangezien de score relaiief laag is en d e situatie zich nier lijkt te verbeteren. is Iiei verstandig o m hier verdere niaarregelen re treffen.

Page 38: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Si~ge oiiderzoek War?rsciiap Veluwe

Deze poel is in l 9 9 l aangelegd tijderis de herstel- en onderhoud werkraaniheden. Hij ligt ten Zuiden van de Koltliooriiseweg, Legeilover "Huife Rolthoorn". Het is een zeer dynamische poel iner delen die snelstromen c n itilstaan, waar bezinking van organiscli materiaal kan voorkonien. Iri deze poel komt al het water vaii d e hliddelsre Heerderbeek via drie ioestromingspunteii sanieii en vornit bij het verlaten van d e poel een hoofdstroom. In 1994 was e r nog sprake van schuiinvoriniiig ei1 stinkend slih i i i d e poel, war naar alle ~vaarscliijiilijklieid Le wijten was aan her feit dat de woningcii van de Koltlioornseweg nog iiiei gesaneerd waren. Dat is echter bvel in 1994 gebeurd en tijdens de bemoristeriiig van l 9 9 8 leek de poel een stuk schoner. De poel had een doorzicht tot o p de bodem en bevatte een weelderige planteiigroei. met langs de oever d e padderus. Tijdens de velddagen hebben blarjolein Koopmaris e n ik 20 nieter stroomafwaarts vali piiiit 20828 (M6). d e restanten van eer1 \vaarscliijiilijk kleiiie illcgale niest lozing waargeiiomeii Hoeveel tiiest ei1 wanneer er is geloosd is niet duidelijk. Bi] de beoordeliiig van liet hencden~trooin , yclcgen punt 20827 (Ivf/) dient hicr rcke~iirig iiiee geliouden te worderi.

Het Nitraatgelialte had dit jaar een waarde vaii 6.4 ing/l , bvat overcenkonir met de waarde vaii voorgaaiide jaren De iiorni van 0-1 riig/l wordt Iiier nogal overschreden en er is geeii daleiide treiid \\aarneeinbaar ,Alle overige clieniische paranicter> voldoen aan d e waarde~i .

Macrofauna

De hcorc volgeris "De ineerlat" i 5 282 wat klasse 2 aangeeft. Dit water is morfologisch en hydrologiscii door d e inens beïnvloed. niet een matige verontreinigingsgraad. , ofwel nog enigszins in een natuurlijke staat qua bedding e n afvoer. niaar sterk verontreinigd.

Deze klasse heeft het laagst aanvaardbare ecologische kwaliteitsniveau.

Conclusie

O p dit punt kan geeii klasse 4 of S verwacht worden, daar het een gegraven poel betreft. Het water stagneert hier en het meegevoerde slib krijgt in d e poel de kans o m te bezinken. Ddarorn zal deze poel iiioeilijk het h o o g s e niveau voor stromende wat een kunnen halen. Toch is klasse 2 bepaald niet indritkwekkend. In hoeverre dit het gevolg is vali de waargenomen boveri~troornse lozing is niet duidelijk. hlerkwaardig is echter wel dat van de cliemische factoren allee11 het Nitraatgehalte niet aan de iiorm voldoet

Frologisciie evaliiarie 38

Page 39: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

6.2.6 20840 ( P I ) ge'isoleerde Poel icrderbeek. Her is De Poel ligt geïsoleerd reri opziclite van de rest var1 de Middelste H - ,

stilstaand waier en daaroni kali d e "hlcctlat voor stronicride cvatereii" hier nier worden gebriiikt. Wel kan "de Meetlat Gelderland voor siil5taande warereri" worden gebruikt. Hei volgende probleern doet zich rchter voor: waar iiiocr je eer1 poel aan toetseri? Volgeris "de Meetiai voor stilsraande warereli" ral een poel iiooii liet lioogste ecologische ni\.eau kunricn bereiken, dil is allccn weggclcgd voor leer oligorrofe ivarereri als veririeii en zaridputien. Bi] ecri poel l a l cr altijd \\el eniyc iiivloed van Iicr oiririiigende land zijri.

Iii lier CU\i'VO-rapporr uit I988 staat eer1 kori sr~ikje over drinkpuelen. Onidat d e l e poel liet iiicest overeeiikonit met een dririkpoel, iulleii de fyriscliichcriiisclie waardeii vcrgelekeii worderi met d e waarderi aangegeven in dit CUWL'O-rapporr.

Fvsisch/chernische waardeii

Volgens het CUWVO-rapport rnoPieii de ~s isr i i /c l i r i r i i sc l ie ivaarden aan de volgeride riorrrieri voldoen:

Paraiiietcr

Chloride (aq) I geiiiiddeld 10-40 irig/l

CU\iTVO-Norin I

Temperaiuiir

1

Calciiim (aq) I gemiddeld 40-50 mg/I

riiai: l i - ? O " L

l

Tabel 4 ('IJWVO-riorriieii

Sulfaat (aq)

In dit CU\VVO-rapport staat o.a. dat over Icverisgerneeiischappen nog onvoldoende bekend is. Iri ieder geval iiiakcn verscheidene ioorteri anifibieëri, waterinsekten en hogere waterplanten er cc11 helarigrijk decl van uit.

gemiddeld 0 -40 ing/ l

Het docl var1 het \Yaierscliap, bil liet aanleggen van deze poel, wai oin plaats te creërcri voor amfihieën. Het is d e bedoeliiig dat de le poel eens iii de I 0 jaar wordr onderhouden cri opgeschoorid. Voor de rest moet lier zich zelf in stand lioudeii er1 ont\uikkeleii.

Uit d e fysisch/chemische gegeveris vali dit inonstcrpuiit blijkt dat de meeste van de waarden voldoen aan d e norin var1 het rapport. :lllcen het ziitirstof gehalre is iets hoger daii de aangegeveri norIn en bedraagt 12.2 nig/l , wat o p eer1 verhoogde priniaire produkrie diiidt.

Macrofauna

Bij het vcrgelijkeii van de riiacrofauna lijstcri van 1992. I994 eri riiei dic vaii l998 valt o p dar er grote verscliilleii L i l r i (zie tahel8. 6 3 . 2 ) . Dc poel 1.; pas i i i 1991 gegraveii iildeiis de uitvoering van de herstel- eii lieriiirichringswerkraarnliedeii va11 de iiiiddelsre Heerderbeek, Tijdens de eerste riionsteriiainc wa, de poel iiog sterk i11 een pioriierssiadium. Nu is de successie al verder gevorderd. In 1992 was e r sprake van eeii situatie waarbij er nicer

Page 40: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

organisch inatcriaal werd gevormd daii er werd afgebrokeii, wat zich iiirte in veel draadalgen en veel algeneters Tevens was er iri 1991 sprake van 240 wormen , in l 9 9 4 nog 8 en in 1998 waren ze lielemaal niet nieer i r i her inoiister aanwezig. Deze afname kan komen door een afiianie van snel afbrekend orgariisch materiaal, of doordat zich inmiddels ook predaroreii zich in de poel hebben gevestigd. Doordat er meer macrofyteii gekomen zijn, zijn er schuilplaatsen gekomen voor o.a. predaroreii /oals de soorteii kokerluffers er1 libellelarveri die iiu gevoiiden zijri, in 1992 waren deze e r iiog riiet. Dc niacrofyteii liebbeii ook invlocd gehad o p de toeiiaine vaii Iiet aantal rlakkeri. .Alles wijst e rop dat de poel zich nog breeds verder oiitwikkelt. Over successie-reeksen o p macrofauna gebied is tiiet zoveel bekend, daarom is het Icuk oni deze poel in d e toekoinst tc blijven volgen. Volgens d e "hleeilat Gclderland voor stilstaande watcreii" koint de score o p 333 (klaibc 3 ) . wat liet oiider klasse 4 ligt cri nog net het middelste ecologische kwaliteiiiniveau aangeeft. Opiiicrkclijk is dat de kleine watersalairiandcr i, aaiigeiroffeii in deze poel en niassaal kikkerdril i i i de beek eriiaasi.

Volgens de "Meetlat Gelderland voor stilstaaride wateren" i i de poel nog net vaii hei middelste ecologische iiiveau. Deze poel \,ertoorit eeii stijgende trend (zie tabel 8) en voldoet aan d e fysisch/cliemische eiseii vaii Iiet CUWVO-rapport. Doelstelling bij hei aanleggen van deze poel was <?in het aarital leefgebieden van ainfibieëii ie vergroten Deze doelirelliiig is geliaald. aangezien er ariifibiccn aaiigetroffen zijn. Qiia oiiderlio~id var1 deze poel i5 het de bedoeling om de poel eeris in de 10 jaar uit tc graven oiii verlanding en verruiging regeii ie g a a n Tijdens de nioiislernanie vati 1998 zijn er inderdaad vccl jolige hoomplcs aangetroffen er1 30% vaii de poel i i inmiddeli dichtgegroeid. Onderlioiid wat i i i d e BOP eeris iii de I0 jaar gepland is, lilkt eeii goede oiiderlioud~frequeii t is eii iiioei inderdaad plaaisvirideri oiii voldoende open plekken voor amfibieën re behouden.

Page 41: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Sraxe oiidrr>oek Waterscliap Vrliiwe

6.3 Algemene gegevens en vergelijkingen

6.3.1 Algemene chemischlfysische kwaliteit Zuurgraad: Bijna geen vJn de monsterpunten in de hliddeiste Heerderbeek voldoet aan de pH-tiorni voor natuurlijke hekeii en hroniieii. i l l r e n liet punt 20827 (h?7) niet een pH van 7.25 voldoet h ieraan Vanwege d e kalkarme, zandige boden] inei \veiiiig lhufferstoffeii is een lagere pH in dit gehicd te verwachten. Het is nioeililk aan te geven wanneer een lage pH een natuurlijke oorsprong heeft, e n ivaiiiieer er 5prakc i5 van verziiririg. O p cen aantal van de piinten is de 7uurgraad echter dermate laag dat er rustig van verzuring gehprokeii kan worden. Toch is er o p een aantal iiieetpunten ten opzichte van l 9 9 4 gciniddeld een lichte stijging van d e pH waar te nemen . Dii zou Iiet gevolg kunnen l i jn van o .a . afnarne van stikstofdioxide cri arnri~oniak eiiiishie en van ccii beter niestbeleid. Aaiigezieii een iiogere pH gunstig is voor de beken is liet versiaiidig iri dc toekomsi te blijven nionitoreii. Er kan dan inei nieer zekerheid

Tabel i Ziiurgraad (pH) \ai1 1992, 199-i en 1998

Nirraar. De inorrn van riiaxiniaal Img Nitraat per liter werd alleen o p punt 20832 iiiet overschrederi. Alle overige piinteri hadden een veel te hoge concentratie. De oorzaak is duidelijk antropogeen: bemesiiiig vaii a k k e r ei1 veeteeltgebiederi. Niet alleen Iiet af'sp»elinys\i~ater is verontreinigd met Nitraat maar het Nitraat is ook geïnfilireerd riaar tier grondwater. De beekdelcn die grenzen aan agrar~sch gebied bcvartcii lioge concentraties Nitraat (hi2, hl4, h16 en M7) , dit in tegeristelling tot punt 20832(h41), wat o p particiiliere grond is gesitueerd. Er is over het a l ~ e n i e e n een Iiclit dalend? trend waariieenibaar, iiiaar die is nog lang riiet

Tabel 6 Nitraat ( m g / l ) gehaltes vaii 1992, 1994 cri l 998

Totaal Fosfaar: De concentraties fosfaat voldoen alle aan de algemene Milieu Kwalireirsnorm norm e n vertorieli een stabiel verloop. Er is gemiddeld genomen iiiet duidelijk een dalende of stijgende trend waarneenibaar. Opriierkeliik is echter wel de daling bij monsterpunt 20832 ( h l l ) . De vrij dikke detritus laag daar, bevatte in 1992 nog een vrij grote iioeveellieid Fosfaat, wat n u u i t ~ e s p o e l d blijkt re zilii. De lage concentraties gemeten fosfaat koincn overeen met

Tabel 7 Totaal fosfaat (irig/l) gehalte5 van 1992. 1994 en 1998

de landelilkc waarden. 20832 ( M l )

0 .78 0.34

< 0.05

20840 (PI)

0. 12 0 1 1

20830 (h14) 0 .04 0 .04

1 0 . 0 5

20828 (h16) 0.02 0.06

< 0.08

Punt 1992 199-t 1998

20831 (M2) 0 .02 0 .11 0.I.t

20827 (M7) 0 .06 0.06

< 0 0 5

Page 42: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Srage oiiderzoek LVarerscliap Vcliiwe

6.3.2 Algemene macrofauna kwaliteit De puriteii 20828 ( M 6 ) , 20830 (M4) en 20831 (M2) hebben een goede score e n vallen daardoor binnen d e doelstelling van het hoogste ecologische niveau. Sprengkop 20832 ( M l ) voldoet iiiei aan hcr hoogste ecologisclie niveau. Dit is te wijten aan achterstallig onderhoud, wat een dikke blad en sliblaag heeft veroorzaakt. Nadai e r hier een grote opschoning heeft plaats gevorideii is het aai1 te raden oni daii hier nog ccri, eer1 niacrofauiia meting te verrichten. De poel in de beek (20827) heeft een dcer lage score. Visueel i5 d e poel e r o p vooriiit gegaan, maar blijkbaar zijn de onistaiidigliederi voor iiiacrof'auna achteruit gegaan. Volgeris "de Meetlat voor stilstaande watereii" zal d e i e poel nooit her lioogsre ecologische riiveaii kunnen bcreikeri. dit is alleen \veggelegd voor rcer oligotrofe wateren als vennen en zaiidpuiien. De lage score is dus ook iiiet zo verwonderlijk. rilaar zou wel ieis beter niogen zijn. De gegraveri geïsoleerde poel (20840) heeft een vrij constarit verloop iii de kwaliteit en voldoei ook aan het gestelde(bioroop voor ariifihieën). Het hoogste ecologische niveau is voor deze poel niet liaalhaar, inaar die wordt ook nier nagestreefd. Teil op7icliie va11 1994 ziln alle stroincndc rrajecteri er o p a r i i i e ru i~ gcgaaii. De liiiidige belieersn~aarregeleri zijn oritoerijkeiid oin voor d e gehele Middelsre Hcerderbeek hei Iioog'ie ecologische iiiveau te helialeii eii behoudeii.

Tabel 8 Treiid niacrofaiina in d e inoristerpunteri. beoordeeld iiiet "de Meetlat"

Page 43: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR
Page 44: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage oiidcrzoek \Yaterscliap Veliiwe

7 Conclusies

7.1 Conclusies en aanbevelingen m.b.t. de algemene chemische kwaliteit

In d e Middelste HeerderBeek is sprake vaii zure eii voedselrijke omstandigheden. Beide zijn schadelilk voor de ecologische funciie van de beek en aangezien de waarden vrij constant zijn gebleven nioeten e r dus extra rriaatregeleri getroffen worden. De verzuring komt door veroiitreiiiiyinyen via diff~ihe belastiiig, enerzijds de natte en droge depositie uit de Iiicht eii aiiderzilds liet i n cri iiirspoelcn van landbouwgebieden. De depo5itie van verzurende stoffen koini deels rot r a r i d door plaatielijke invloederi, de uitstoot vati ammoniak bedraagt in de onigeviiig ca. 1500 tot L00 rnol/ha/jaar (lit 8 ) .

De voedselrijke orristaiidigliedeii worden vcroorzaakt door dc u i t e n afspoeling van [vermest)water uii agrarisclie gebieden.

Om d e invloed van aangrenyende agrarische gebieden o p de hliddelstc Heerderbeken te verminderen zijn er eeii aantal mogelijkhederi:

1 . Extra gehied gerichte tnaatregelen. zoals liet stirnulereii vaii deelnanie aar1 Mineralen :\dvies Programma's door agrariërs.

2 . Verbrediiig van de biiffcrzories langs de bekcn.

Bil d e beoordeling van d e zuurgraad mocr er wel goed rekening gehouden worden met het feit dat e r i11 dit gcbicd nicr bekend is hoe laag de zuurgraad vaii nature zou zijn. De in CUWVO aangegeven waarden kunnen in deze kalkarme zandige boderri te neutraal zij11 Het is dan ook moeilijk o m aai1 ie geven wanneer er sprake is van verzuring.

7.2 Conclusies over de Middelste Heerderbeek

Bij de beoordeling blijkt de visuele informatie tijdens d e monstername van groot ! rl .)ni e zijn. De iiiterpretatie vati 7owel de chemisch/fysisch als d e biologische onderzoeks i:sult&.i!n is voor een deel afhankelijk vali de veldindrukken. In ieder geval kan d e visuele informatie bijdrageti tor liet leggen van gorde oorzaak eii gevolg relaties.

Een sprengenbeek zoals d e Middelste Heerderbeek bevat verschillende beektraject typen. De drainerende gedeeltes van de spreng, de sprengkoppeil, bevartcn meer siielstromende delen die specifieke macrofauna soorten kunnen bevatten. De transporterende e n opgeleide trajecten van de spreng bevatten lagere strooinsnelhederi e n meer slib. In deze trajecten rijn dan ook andere meer algemene macrofauna gemeenschappen te verwachten: meer slibgebonden e n minder stroming afhankelijke soorten.

Bij Waterschap Veluwe wordt "De hleetlat" gebruikt als beoordelingsmethode voor het oppervlaktewater in Gelderland. Deze meetlat is gedefinieerd aan d e hand van op dat moment ( omstreeks 1990) beschikbare hydrobiologische gegevens van stromende en stilstaande wateren o p de Veluwe, aangevuld m e i gegevens betreffende diverse milieufactoren. Voor opgeleide trajecten, transporterende e n meer benedenstroomse beekgedeelten was toen nog geen lijst niet streefsoorten waaraan geloetst kan worden. Deze trajecten kunnen daardoor moeilijk de twee hoogste meetklassen bereiken. Hetzelfde geldt voor d e in de beeklopen aanwezige poelen. In het nu in ontwikkeling zijnde "ecologische maatweb" zitten deze wel. Met dit maatweb wordt een verfijnde toetsing, gedifferentieerd naar beektraject type, mogelijk.

Page 45: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

7.3 Conclusies en aanbevelingen m.b.t. de uitgevoerde herstel- en herinrichtingswerkzaamheden ten westen van de A-50

De huidige situatie ten westen van de A-50 is, 8 jaar na iiitvoereii van de herstelmaatregelen, dat de warervoerendheid in deze sprengen vaii de hliddelste Heerder, Beek beperkt zal zijn tot incidenteel optredende periodes niet zeer hoge groiid\\-aterstanden. zoals die zich in de winter van 1993- 199,J hcbben voorgedaan. Buiteii dergelijke periodes zal slechts wiselend. in enkele hovenloopse spreng gedeclten, inin of meer ~tiliraaiid water voorkome~i. .\fstroniing van dat water vindt beperkt plaats of blijft ~ i i t Hiermee kali de functie van de beken (water van het hoogsie ecologisciie niveau) niet wordcii vervuld. hlet betrekking tot de fei~clijk iiitgevoerde werken in dit deel, kun je stellen dat ze o p rich j~iisr wareii. inaar dat ze gebaseerd wareii o p e i l i onjuiste prognose van de groiidwarerstanden ter plaatse. Dit nu "liersteldc" beek d te l kan daardoor alleen goed fuii~tioiieren in pcriodeii nier Leer hoge grnndwdrersiaiidcri. Oin de dit deel van de Middelsre Heerderbeek aan de toegewczen functie te lateii voldoeti zijn er extra iriaatreyeleri aan te beveieri. ZIJ rijn echter wel allcniaal iiioeilijk reaiiseerba~r. Ei i nieii dicrit zicli daii af tc vragen of de voordele11 tvel opwegeii tegcii de iiadelcri. De iiiaatrcgcleri die niogelijk zijn, zijii oiidcr te verdeleii in drie groepen:

l . F i e ~ zoveel niogelijk Iierstelleri vaii de oorsprorikeiijke hydrologie 2 . Hct aanpassen van de geografische diepte vaii de beckbeddiiig o p de daar

aanwezige grondwatcrbtaiiden. 3. Het verpiaaisen van de beekloop naar deleii ineL cc11 hoger groiidwaterpoieiiiiaal.

7.4 Conclusies en aanbevelingen m.b.t. de uitgevoerde herstel- en herinrichtingswerkzaamheden ten oosten van de A-50

De huidige hydrologisclie situatie ten Oosten van de ,A-50, is 8 jaar na uitvoeren van de lierstelinaarregelen o p de hliddelste Iieerder Beek aan~ienl i jk verbeterd. .Al de sprengen in dit Oostelijke deel zijii nu goed watcrvoereiid. Bij de uitvoering vaii de iierstelmaatregelen waren dit mor1 projecten nog in ontwikkeling. Teil a a i i ~ i e n van het opsclionen van spreiigkoppen was nog nier duidelijk wat de beste aanpak zoii zijn. Bij verwildering van opgehoopt organisch materiaal tot o p de zandbodem zou het kuiineii t i jn dat hiermee tevens aanwezige zeldzame Flora e n Fauna permanent verwilderd zou worden. O m hier achter re komen zijn een aantal sprengkoppen wel e n een aantal niet rigoureus opgeschoond. Inmiddels is gebleken dat de rigoureus aangepakte sprengkoppen nu meer zeldzamere en meer gewenste Flora en Faii~ia bevatten. In de BOP-blHB rijn onder rnrer drie poelen en ecri cascade-suiw , naast en in de beek aangelegd. De doelstelling van de poeleii, "een ecotoop voor waierplariten ei1 ainfibieën", is gehaald, aangezien er zowel salamanders als kikkers in de poelen zijn waargenomen. De poel 20827 (M7) die opgenomen is in een spreng vertoont echrer wel tekenen van organische belasting . Dit kan nog te wijten zijn aan nalevering van de voormalige huishoudelijke lozingen. De geïsoleerde poel 20840 (PI) is licht aan het verruigeri en onderhoud is eens in de 10 a I 2 jaar nodig o m dit biotoop in stand te houden. Deze poel voldoet o p dit moinent echter ruimschoots aan de doelstelling. De doelstelling van de cascade-siuw. " mogelijk maken van vismigratie". is niei gehaald. De oorzaak hiervan is dat de siuw noodgedwongen in een klein paralel lopeiid deel van de beck is aangelegd ligt. Na aanleg is het toestromende beekwarer voornan~elijk via de parallelle tak gaan lopen e n is de cascade tak overwoekerd door planten. Bij nader onderzoek naar het plaatsen van cascade-stuwen in sprengenbeken is gebleken dat dit vaak problenien geeft (lit. 16). Bij het bevorderen van vismigratie in sprengenbeken dient m e n nu goed te overwegen of dit wel kost war kost wenselijk is. De naast punt 20830 (M+) gesitueerde kruidenstrook geeft een grote verscheidenheid aan vegerarie weer. De gewenste biotische en abiotische omstandigheden zijn nog niet helemaal gehaald, inaar bil een gocd vervolg van liet versciiralingsbeleid zal er zich naar alle waarschijnlijkheid de gebipenste situatie kunnen ontwikkelen. De aangeplante Elzeli hebben een gunstige bijdrage geleverd aan dc stevigheid var1 de oevers, wat ook de intentie was.

Ecologische . evaliiarie 45

Page 46: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Sr~ge oiiderroek Warersciiap Veluwe

7.5 Slot conclusie De hliddelste Heerderbeek is na uitvoering van de herstelmaatregelen kwalitatief sterk verbeterd. De al in d e BOP-hlHB opgenomen plannen o m d e sprengen periodiek van detritus te ontdoen is aan re bevelen, aangezien er zich al ophoping in enkele sprengkoppen heefr voorgedaan. De beek voldoet nog nier aan d e gestelde eisen e n aanbevolen wordt o m het onderhoud beter af le stellen op dr ccologisclie doelstelling wat waarschijnlilk intensivering inhoiidr.

Page 47: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Literatuur

l . Iiitegraal \Varerbeheersplan Veluiiv e n Vallei, Deelplaii waterschap Oost-Veluwe 1994-1998. Deventer. 23 jdiiuari 1995. R.AP\933770.\vp I \b . Projecriiunirner 3 2 7 9 6 18

L Oraii~ervoud B.V., Behecr,plari Middelste Hecrderbeek. Iri opdraclit vati Waterschap Oosr Veluwe, februari 1986, Heereveen

3 Dc iriecrlat: een hioiogi,ch i~eoordeliiigssysteeiri voor her oppervlakte~varcr in Gelderland. Provincie Gelderland, dierist Milieu en Warer. r\fdelirig \ l a re r , .Arnhciii, april 1990

4. Ziiiveriiig~schap Veluwe. Heerderbcken, nader bekeken, l992 -\peldoorn. S . Dc Middelste Heerderbeek. drie laar iia het lierstelwerk. 1994 .Apeldoorii. 6 . Werkgroep Spreiigeri en Beken Provincie Gelderlaiid. Hydrologische aspectcri i11 relatie tot de

uarefvoering van dc beken o p de Oost- en Ziiidveliibve. Basisrappor1 I , 1981 .Ariilicni. 7 ~ T a t e r l i i i i s l i < i i i d ~ i ~ y ~ ~ ~ l a n Geideriarid voor de jarrri 1996-2000. Februari 1996. 8 . Proviricic Grldcrlaiid. îiaruurhclioon in water Deelrapport I: ,Afwrgirig f~inctietoekerining" boor

riaiuur vail Iict ti«og>re ecologi,riie riivrd~i" aari ricyeii hcken op dc Ooht-Vcliiwc, rioveiiiher 1993. ,AriiIiciii.

9. Provincie Gelderlarid. Bcscherrnirig op bijzondere groridcri. Inteniieprograninia hodembescherrningsgebieden, 2 5 inaarr 1992. ;\rnherii.

I OLaiidschapsecologie van dc Oosi-Veltiwe, kier abiotisrli niilieu. Rcgioiiale hlilieuraad Oosi-Veluwe. W. Tinimeriuans 1990.

11Indicarorsoorrcn vour verdrogirig, verzuring en eutrofiëriiig vdn grond\%rateraihankrli~kr beckdalgcnieetisclidt>pen. Deel ? ~ i i r de seric 'Indicatorsoorteii'. ISSN 0 9 2 0 ~ 4 5 5 8 1995-4

12.111 hei iveiteii yceri \vater?. Oiiderïoek riaar de bvarervoereiidlicid vaii de weiteiijkc sprengen vaii de Middelste Hcerder Bcek Jaiiuari I 9 9 5 Sticliting tor Belioud iari de Vciuwsc Sprrngeii eri Beken.

13Geldcrr biilieiiplan voor d e larcri 1996-2000 Febriiari l996 I . t .Coordiiiaticcoi~i~iiis~ie Urrvoeririg Wet Veronrreiiiiging Oppcrvlakrewatercii (CUWVO).

Ecologische norn~doelstell ingen voor d e Nederlandse Oppervlakrewarereii. 1988 1S.Invenrarisarie iotingspunten Heerderbcken. April 1998. \C'ytse Kelder, handliavirig, \Varerschap

Veluwe. IóWarerschap Veluwe, Terug iiaar d e oorsprong, Habirats en rliigraiie van rheofiele vissoorteii i r i

Oost-Veluwse beken. Door Annelies Blaiikena Rijk:. ~ g e s c ' u o ' 1,scilaiid. Milieukunde, rriaart l998

Page 48: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Bijlagen

Eroloeische evaluarie 48

Page 49: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

S r a ~ r oiiderroek Wartrsciiap Veliiwe

Page 50: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Bijlage 1 De Heerderbeken

O 600 1200 Meters -~~~ -l-- - - l

/V Noordelijke hrerder beek.shp /"\/Middelste heerdnbcek.rhp ,A,/ 7aidelipre heerderbeek.rhp

- -

Page 51: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage onderzoek Waterschap Veluwe

Bijlage 2 De Meetlat

Bij Warerschap Veluwe wordt "De Meetlat" gebruikt als beoordelingsmethode voor het oppervlakrewarer in Gelderland. "de Meetlat" is een biologisch beoordelingssysteem voor het bepalen van de kwalireit van een aquatisch ecosysteem aan de hand van de macro-fauna. Er wordr onderscheid gemaakt tussen stromende wareren en stilstaande wateren. bij de laatste groep wordt weer een indeling gemaakt in temporaire wateren en (semi-)permanente wateren. "De Meetlar" is gedefinieerd aan de hand van op dat moment beschikbare hydrobiologische gegevens van stromende en stilstaande wateren op de Veluwe, aangevuld met gegevens betreffende diverse milieufactoren.

Deze milieufactoren kunnen positief of negatief op een ecosysteem inwerken. Hierbij dient "de oorspronkelijke situatie" van dit ecosysteem als referentiebeeld. Positieve Milieufactoren zijn met name veel kwel en schaduw en een hoge stroomsnelheid. Negatieve milieufactoren zijn grote dimensies, een hoge normalisariegraad. grote afvoerfluctuaries en hoge waarden van ortho-fosfaat, geleidingsvermogen, ammonium en nitraat. Met behulp van een canonische correspondentie analyse is tussen de macro-fauna soorten en de milieufactoren een relatie aangegeven. Bij toekenning van wegingsfactoren aan de organismen is gebruik gemaakt van deze relaties. De soorten worden gewichten toegekend van l tot 5 . Hierbij zijn de soorten met het gewicht 1 indicatoren voor de slechtste toestand van her ecosysteem. De bepalende milieufactoren zijn hier de als negatief beoordeelde. De organismen met het gewicht 5 zijn indicatoren voor de beste toestand van het ecosysteem. De 4 voornaamste positief werkende milieufactoren zijn hier bepalend.

Bijvoorbeeld :

schaduw (positieve relatie) normalisatie (negatieve relatie) afvoerfluctuatie (negatieve relatie) EGV (negatieve relatie)

Bij de scoreberekening van het monster worden eerst de ruwe soortenlijsten omgewerkt naar een .'. indicatorsoortenlijst" d.w.z. soorten die niet in "De Meetlat" zijn opgenomen worden weggelaten. Vervolgens worden de aantallen in de lijst gestandaardiseerd, uitgaande van een totaal aantal van 500 individuen. De aanrallen worden dan ingedeeld in abundantieklassen volgens de volgende tabel.

De berekening van de monsterscore werkt als volgt:

Aantal individuen o 1 - 3 4 - 1 1 11 - 32 33 - 89 > 90

Per soort worden de wegingsfactoren en de abundantie vermenigvuldigd. De som van deze produkten over alle soorten/taxa wordt gedeeld door de som van de abundantieklassen over alle soorten. De score van het monster wordt bepaald door dit quotiënt te vermenigvuldigen met 100.

Zodoende ontstaat de volgende formule:

score monsrer = 100 * T W * A

C A

Abundantieklasse o 1 2 3 4 5

W = wegingsfactor per soort '4 = abundantie per soort

De monsterscores. volgens deze methode berekend, corresponderen met een kwaliteitsklasse van 1 t/m S (van zeer slecht tot zeer goed) waaraan een ecologisch kwaliteitsniveau is gekoppeld ( zie

Ecoloeische evaluatie 5 1

Page 52: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Sragr oiidcrroek Waterscliap Veliiive

oiidersraande tabel). O p deze wijre kunncn oriderzochte wateren worden getoetst aan de ecologische doelstellirig.

Hreronder zal voor elke klasse d e kivaliteit worderi besclii-c~,eii van d c ccosysienicri die in de klasse worden aangetroffen.

Klasse l

De kwaliteit vaii Iiet ecosysteem i r i de t e klasse voldoet niet aan de woordelijkc oinschrijving van de basiskwaliteit.

Vissen kiiniien geen deel uitmakeil van deze Ieveiisgenieenschap en d e bacieriële activiteit overheerst in plaats van priinairc produktir . Er heerst stankoverlair. Deje bckeii z i p iiict alleen geiiormaliscerd ei1 gekanaliseerd niadr ook iiog stcrk vcroritreiiiigd. De kivalireit is zeer laag cri gelegeii henedeii de laagst aanvaardbare kwaliieii.

Klasse Z

Deze klasse zou een ecologiscli onderboiiivde basis voor d e basiskwaliteii kunneii zij11 De watcren iii deze klasse zijn ofwel inorfologisch cn hydrologisch door de iriens beïnvloed, iiiet een matige veroiitreinigingsgraad, ofwel iiog enigszins in een natuurlijke staat qua bedding er1 afvoer, niaar sterk verontreinigd.

Deze klasse heeft het laagst aanvaardbare ecologische kwaliteitsniveau.

Klasse 3

De stromeiide watereri in de7e klasse zijii Iiet iiiinst duidelijk te karakteriseren. Zij vornieii de overgang ritshen herkenbaar slecht en herkenbaar goed. Factoren van fys i~che er1 cheniischc aard wisselen elkaar per beek af.

Dezc klasse heeft het middelste kwaliteitsniveau

Klasse 4

Dit zijn beken die vrij afstromen en eer1 geringe iioririalisar~egraad hebber). De cheiiiisclic gesteldheid is beter dan gemiddeld.

Ook de minder mooie sprengenbeksn behoren tot deze klasse.

Deze klasse heeft Iiet hoogste kwaliteitsniveau indien de huidige toesrind van het ecosysteem als referentie voor de kwaliteit wordr gehanteerd, Deze huidige toestand is echter niet gelijk aan de oorspronkelijke toestand.

Klasse S

voor de bronnen e n sprengenbeken die tot deze klasse behoren bestaan geen concrete aanwijzingen dat d e toestand van het ecosysteem afwijkt van de oorspronkelijke toestarid. De beken liggen hoofdzakelijk in natuurgebieden.

De afvoer is zeer gelijkinatig, omdat ze vrijwel uitsluitend worden gevoed met grondwater. Verder zijn deze beken zeer kleiii. strometi laiigraam en worden in hiiii afvoer slechts gehinderd door d e opgeleide trajecten niet aan het eilid een waterval. Van plotselinge veranderingen in de afvoer is in Iiet gelieel gecn bprake. T'crontreiriiging van deze bekcn treedt niet o p door activiteiten o p de locaties zelf, niaar door d e diffuse verontreiriiging vaii het grondwater cn d e atmosfeer.

Monsterscore < 253

2 5 3 - 284 285 - 333 334 - 393

> 394

klasse I 2 3 i

S

ecoloeisch kwaliteitsniveau ongewenst / geen niveau

laag midden

hoog, doch ongelijk oorspronkelijk lioog, gelijk aai1 oorspronkelijk

Page 53: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stag? oiidrrroek \Varcr~cliap Veluwe

Bijlage 3 Karakteristieke soorten macrofauna voor niet verontreinigde, vrij continu watervoerende en goed onderhouden sprengenbeken

Triciadida (p la twormen) Tricliopiera (kokerjiiffcrs) Eukiefferiella gr. Discoloripes

Polycelis ielina Piectrocriernia coiispersa Overiuc dipiera Halesus r ad ia ru~ / digita~iis

Plccrrocneiiiia (srceiivliegen) Cliaeropieryx villosa Dixa dilarara Beraea iiiaiiriis Diua iriaculara-groep

Ncmurella picteri Beraea pullara Dixella filicoriiis Beraeodes niinutiih Pedicia rivosa

Coleoprcra (kevers) Sericosioiiia personaturri Silo riigriroriiis m (viss?ii)

Helodes iiiinuta hlicropterna sequau :\gabi15 paliidosiis h'oridc,hia ciliaris Laniperra Plarieri i g a b u s gutratus -\gapcriis fiiscipes Neiiiaclieiliis barbaiiilus Plarabus maculatus

Diorcrd(t\\-i-tevle~igcligerii bleyalopiera (sIijk\,lieger~) Cliiroriorriidae (vcderniiiggeii)

Sialis fuiiginosa Tr isopelopia Iongirria~ius Heicrorrinocladiui iiiarcidiis

Heieroptera (waiitieri) Heicrorariytarsiis apicali> Hclciiiella cf. Ornarhicollis

Vclia caprai Sternpellinella brevis hlicropsccrra fiisca

E ~ h e m e r o p r ~ r a (eeiidagsvliegen) hlicropiectra lurici hlieropsectra gr. Praecox

Ephemera danica Micropsectra trivialis Proclaoeon pseudoriifuluni Chaeiocladius piger

Bijlage 4 Algemene Milieukwaliteit normen

AblK norinen voor broiineii (BR) e n Beken (BE) uir CUWVO

Page 54: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Srage oiidcr7oek Watrrbcliap Veliiiic

Bijlage 5 Vegetatie-opnamen

Bijlage 6 Karakteristieke vegetaties voor kwelbeken

'iloerassrerkroos (Calliiriclie sragiialih) Waterviolier (Iiotroiiia palustrus)

i Paarbladig fonreiiikriiid (Groeiilandia deiisa) Broiikruid (Moriria foiiraiia)

i Paarbladig goiidveil (Chrysoiplciiiiiiii oppositiioliriiii)

i Dui~cndkiioopfonreirikriiid (Poraiiiogeroii polygoiiiloliiis) Siiavrlregge (Carex rosrraia) fipi liooriiblad (Ccraropliylliiiii siihiiiersiiiii) 1.idsrerig (Hippurli viilgarii)

i Kranrvederkruid (Myriophylluin verricallatiirn)

Wiirc warerkcrs (Roriplia iia~rurriuiii-aqua) Spits fbiireiiikriiid (Poraiiiogeton acutiíolius) Kleiri foiitririkriiid (Poraiiiogeroii berchroldii) Puiirig fonreinkruid (Poraiiiogeron iiiucroiiatus) Sroiiip fon~eirikruid (Potaiiiogetoii obrusifolius) Haarfonrcirikruid (potainogeroii triclioides) Kleirie egclskop (Sparga~iiurii einersurii)

Kli~iiopwarerrarioiikel (Ranaiiciilus Iiederaceus) rossig íoiiteiiikruid (Poraiiiogeroii alpinus)

Page 55: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage r>iiderroek \Varerscliap Leliiwr

Bijlage 7

- . . . , p -

B:,dc;nit;escheirlliigsgebie~~ (Groep 1 1 Nr 4 Noord - Oost Veluwe ~

~ ~p~ ~-

p

P ~

--

Ecoloeische evaliiari? 5 5

Page 56: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Bijlage 8

Boaembeschermingsgebtied 4. Noord-oost Veluwezoom

betrokken gemeenten Apeldnorn. Epe. Heerdn totale oppemlukte 7501 ha aandeel liindho<iwgrond ca 80 Oh>

i r i dn kwelgebiedon langs de Veluwerand is sprake van kleinschalig agrarisch geLi1~8k. de mrlkveehnudeiij is de belangrijkste produktie-tak Het gebied geldt voor15 als een beiarigrl~k genied voor d a g <-n vrttil!jfsrecrr;ilia~

waarder?

b&otisch hydrobi01og1s~h waardovolle sprengen en beker, natte schrale ho0,landrestanten sloot- en OeverveQetaties vocti

ab,otiscti oiiderdeel stuwwalcomplex van de Oost~Veluwe, hriivelvor- ",ge snieltwateraf~eltngen (Cames), langgerekte ípa ro~ tiooivormiyr) dekrandduirisysteeen; hoge hodemdvorsireet eri riike afwissel~ng van inatre. nroqe. rijke en arme grom der1 op een relatlet k e n oppervlak niet rcldrame venige e r rrioeiige groriden. haarpodrolgron<le!i

cult.h~st. celtic felds: gratheuuels. bos- en heiderelicteri. landgoed^ reliclen. <>peri essencomplcxen. s,nds 1850 wezniq vcran- derd cultuurland

bedreigingen

.- verspreid ~~~~~~~~~~g fys. aai71 .

+ + gevoi l ighed + ~~~~ ~ ~~ 4 ~~-

.+ ! belastng l .t + + + + ~+~ 1:. . ... ~~- ~ - ~~ .

vigerend beleid

sirockplan

H:t ;treeKPlanbeleid voor t,ct Centraal Veluws Natuurgebied (CVN) is gericht c , stringente bescherming eii ontwikkeling van na luur en landschapswaar- d,;" en teveris op regulering, bepoikiiiy. er, het legerigaan van ontwikkel in^ gvn met betrekking tot verstedelijking recreatie. verkeer. landbouw. ontgron~ dingen en milltar gebruik Nadere uilwerking heeft plaalsgevoriden iii her Integraal Deelplan Noord-Oost Veluwe. In de overgangszone CVN-IJsselvallei vergen landbouwkundige verbeteringsniaatregelen eii agrarische nieuwvestw ging afsternriiing op respectievelilk zorgvuldige afweging tegen de groten- deels met hel agrarisch get~ruik verwever? natuur rri landschapswaardon Tevens leggen deze waarden tieperkinyeri op aan de ontwrkkelirig van de verblijfsrocteatie

wilt~ih<iiSho~,Clrngsi>/i~~~

Her dekrandgebied heeft de turiktie ..water voor lan<ibouw en kwelafhankeli~. ke landriatuur' De sprengeri ieri noorderi en zuiden van Heerde en de sprerigen bij Vaassen hebben de lunktie. ..water voor natuur van tic1 hoogstr? ecologische niveau" Het resterende gebied. gelegen *n het CVN. is een gc- bied met een diepe grondwaterstand uiaarbij rekening gehouden moet w o r ~ den met de waterkwanlitelr ,.v mi. benedenstrooms gelegen natte natuur Het gebied staat vanwege zijn waaideti hoog op de prioriteitenlilst.

rnilleubele,d

Natuurontwkkelingsgebied i r i ecologische hoofdstructuur Natuurbeleidsplan. er worden r>roiektnn vooruestr?ld om verdroqing teunn !t? gaan: tevens wordt . . .. integrale i indnrichtlng ngdtg geacht

-

De meeste sprengeri r i jn opgenomen in hel Striictuurschema Natiiur- en Land- schaosbehoiid Het Wiiselse Veen is relatienotaqebied: voor de andere kwelqe- b#ed&n word1 aanwijzing als reilitienolagab!ed voorberetd Het bos- en heidcgr- b ~ e d tn ht?t CVN er? hel Wisselse Veen e.o. zijn aangewezen als sttllegebied. In het noordwesteri in de gemeente Epe ligt eer, zeer kwetsbaar waterwngebied.

Page 57: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Bijlage 9

Datum : 07 -JUL~98 Pagina : 1 /5

ECOBASE OVERZICHT BIOLOGISCHE GEGEVENS - SOORTENLIJST

S e l e c t i e Groep Abundant ie Sulmonster

Taxoncade

: 1 - Macrofauna : RUU : TOTAAL

Omschr i j v ing

POLITENU POLINITE GLSICOMP HEBOSTAG THERTESS HAPISANG ERPOOCTO NAIOIDAE DERODIGI LIDRHOFF LUCUVARI LUCIOAE EISETETR ASELAOUA PROAMERI HYCARINA SPCHTURG LEBESTIG OXUSOVAL LISIKOEN HYTELOPA HYTENIGR P I NACONG WETTPOOA PICEVATR BRPOVERS ARRECYLI ARREGLOB PIRAHYGR CORIXIAE CORIXASP CORIPUNC HESPSAHL

P o l y c e l i s t e n u i s P a l y c e l i s n i g r a / t e n u i s G loss iphon ia camplanata He lobde l la s t a g n u l i s Theromyron tessu la tum Haemopis sanguisuga E r p o M e l l a o c t o c u l a t a Naididae Dero d i g i t a t a L i rnnodr i ius h o f f r n e i s t e r i Lurnbriculus va r i ega tus Lumbric idae E i s e n i e l l a t c t r a e d r a Ase l l us aquaf icus P roase l l us mer id ianus Hydracar ina Sperchon t u r g i d u s L e b e r t i a s t i g m a t i f e r a OXUS ova l i s Lirnnesia koen i ke i Hygrobates i o n g i p a l p i s Hygrobates n ig romacu la tus Piona cong lobata U e t t i n a padagr ica Pionacercus v a t r a x Brachypoda v e r s i c o l o r Arrenurus c y l i n d r a t u s Arrenurus g l oba to r P i r a t a hygrophi l u s Co r i x i dae Cor ixa sp Cor ixa punc ta ta Hesperocor ixa sah lbe rg i

Mpcd 20827 Mdat 14~APR-98 M t i j d 13.45

Abundant i e ..........

4 5

Abundantie Abundant ie Abundant ie Abundant ie Abundantie Abundantie

Page 58: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

"atum : 07-JUL-98

COBASE OVERZICHT BIOLOGISCHE GEGEVENS - SOORTENLIJST

S e l e c t i e : FRIS0 roep : 1 - Macrofauna b u n d a n t i e : RUU

submonster : TOTAAL Mpcd 20827 Mdat 14-APR-98 M t i j d 13.45

axoncode O m s c h r i j v i n g Abundant ie ........~ ........................... .......... FIGAFALL S i g a r a f a l l c n i

LEAMINU P l e a m i n u t i s s i m a OTOGLAU Notonec ta g l a u c a

VELIASPE V e l i a s p VELIEAPR V e l i a c a p r a i

ERRISSP G e r r i s s p ERRGIBB G e r r i s g i b b i f e r

"ERRLACU G e r r i s l a c u s t r i s ISCHELEG I s c h n u r a e legans ^YRRNYMP Pyrrhosoma nymphula

ONAGRSP Caenagr ion s p ONAPUEL Caenagr ion p u e l l a

AESHCYAN Aeshna cyanea LIBEOEPR L i b e l l u l a depressa

ERACINE Nemoura c i n e r e a EMUPICT Nemure l la p i c t e t i i

ATHRATER A t h r i p s o d e s a t c r r i m u s ATHRCINE A t h r i p s o d e s c i n e r e u s R I A B I C O Tr iaenodes b i c o l o r

LPHPELL G l y p h o t a e l i u s p e l l u c i d u s ILUSSPE L imneph i lus sp

LILULUNA L imneph i lus l u n a t u s I ILUMARM Li rnnephi lus marrnoratus

ALERAOI Halesus r a d i a t u s LTRCONS P l e c t r a c n e m i a conspersa

sIALLUTA S i a l i s l u t a r i a CLOEDIPT Claeon d i p t e r u m

EPHVESP LeptophLebia v e s p e r t i n a YA HERM Hygrab ia hermanni

,.ALILITO H a l i p l u s L i n e a t o c o l l i s HALIFLUV H a l i p l u s f l u v i a t i l i s "ALIHEYD H a l i p l u s heydeni

ALIIMMA H a l i p l u s imnacu la tus

Pagina : 2 15

13.30 12.00 13.15 Abundant ie Abundant ie Abundant ie

20831 01-APR-98 11.50 Abundant ie

11.15 11.00 Abundant ie Abundant ie .......... ...--...--

Page 59: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stagc oiidci-roek Warrrscliap ï c luwr

Datum : 07 -JUL~98 Pagina : 3 I 5

ECOBASE OVERZICHT BIOLOGISCHE GEGEVENS - SOORTENLIJST

S e l e c t i e : FRIS0 Groep : 1 - Macrofauna Abundant ie : RUW Submonster : TOTAAL

Taxoncode Omschr i j v ing .....~... ........................

HALIUEHN H a l i p l u s wehnkei NOTECLAV N O ~ C T U S ~ L a v i c o ~ n i s HYHYOVAT Hyphydrus ava tus HYTUVERS Hygrotus v e r s i c o l o r HYPOPALU H Y ~ T O D O ~ U S ~ a l u s t r i s

AGABSTUR Agabus s t u r m i i ILYBFULI I l y b i u s f u l i g i n o s u s GYRINUSP Gyr inus sp GYRISUBS Gyr inus s u b s t r i a t u s HERUMINU Helophorus rninutus HYUSFUSC Hydrobius fusc ipes ANACGLOB Anacaena g lobu lus ANACLIMB Anacaena Limbata LABIBIPU Laccobius b i punc ta tus HERELIVI Helochares l i v i d u s ENOCMELA Enochrus melanocephalus DRYOLURI Dryops I u r i d u s SCIRTESP S c i r t e s s0

LILASPEC L imnoph i la sp PTYCCONT Ptvchootera contaminata

TAPODIAE Tanypadinae CLTANERV C L i n a t a n ~ ~ u s nervosus . . CONCHASP Conchapelopia s p CONCMELA Conchapelopia meLanops

Mpcd 20827 20828 20829 20830 Mdat 14-APR-98 14-APR-98 14-APR-98 01-APR-98 M t i j d 13.45 13.30 12.00 13.15

Abundant ie Abundant ie Abundant ie Abundant ie ~... .....-.... ~......... .......... . ~ - - - - - . . ~

2 2

11.50 11.15 11.00 Abundant ie Abundantie Abundantie

Page 60: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

Stage oiiderzoek Warrrscliap Vpliiive

Datum : 07-JUL-98 Pagina : 4 /5

COBASE OVERZICHT BIOLOGISCHE GEGEVENS - SOORTENLIJST

S e l e c t i e : FRIS0 Groep : 1 - Macrofauna

bundant ie : RUW ukmonster : TOTAAL

Mpcd 20827 Mdat 14-APR-98 M t i j d 1 3 . 4 5

axoncode Omschr i j v ing Abundant ie .....--. ........................... -~-~......

MALOPISP Macropelopia sp YATARSSP Na ta r s i a sp RDIUSSP P roc l ad ius sp STAVARI Psectrotanypus v a r i u s

XEPELOSP Xenopelopia sp ZAMYIASP Zav re l imy ia sp

YNDHYGR Syndiamesa h y g r o p e t r i c a HCLPIGA Chaetocladius p i g e r agg

-RICHOLS Cr ico topus ha l sa tus HETRMARC H e t e r o t r i s s o c l a d i u s marc idu nRCLADSP Or thac iad ius sp

HIRONSP Chiranomus sp ITEGLOB D i c ro tend ipes g r l o b i g e r

ENDODISP Endochironomus d i s p a r ENDOTEND Endochironomus tendens

NDOGDIS Endochironomus g r d i s p a r ITECHLA Mic ro tend ipes c h l o r i s agg

rACHGARC Parachironornus g r a r c u a t i s PADOLAMA Paracladopelma lamina ta agg 'ATEGALB Para tend ipes gr albimanus 'IPEUNCI Polypedi lurn uncinatum IPSFUSC M ic ropsec t ra fusca

MIPSAPPA M ic rapsec t ra appos i ta agg PHAENOSP Phaenopsectra s p ATARSSP Tanytarsus sp EPOGOAE Ceratopogonidae

nYBISTAG Hydrobia stagnarum RADIAURI Radix a u r i c u l a r i a

ADIOVAT Radix ova ta HYSFONT Physa f o n t i n a l i s ATHCONT Bathyomphalus c o n t o r t u s

ARMICRIS Armiger c r i s t a DISIDISP P is id iu rn sp

Abundantie Abundant ie Abundant ie Abundant ie Abundantie Abundantie ~..-...... .~........ .......... ...-.--... .....--.-- .---....--

3 45 5 44 5

2 5

11 3 8 11

Page 61: d-----.. De middelste Heerderbeek - WUR

~ a t u m : 07 -JUL~98 Pagina : 5 15

ECOBASE OVERZICHT BIOLOGISCHE GEGEVENS SOORTENLIJST

S e l e c t i e : FRIS0 Groep : 1 - Macrofauna Abundant ie : RUW Submonster : TOTAAL

Mpcd 20827 20828 20829 20830 20831 20832 20840 Mdat 14-APR-98 14-APR-98 14-APR-98 O l~APR-98 01-APR-98 01-APR-98 1L-APR-98 M t i j d 13.L5 13.30 12.00 13.15 11.50 11.15 11.00

Taxoncode Omschr i j v ing Abundant ie Abundantie Abundant ie Abundant ie Abundant ie Abundantie Abundantie ......... ........................... ~......... .-~~...... .........- ........~. .~-.-....- ........-~ ...~--..-- AGABBIP6 Agabus b i p u s t u l a t u s l a r v e 1 AGABUSS6 Agabus S P l a r v e 1 ANACLUTE Anacaena lu tescens 4 2 ANISOPTE An isoptera 1 CHAOBOA4 Chaoboridae pop 8 CHCLMELA Chaetoc lad ius melalcucus ag 2 CONCARRT Conchapelopia c . f . 11 CRICSYLA Cr ico topus s y l v e s t r i s agg. 2 CYPHONS6 Cyphon l a r v e 79 DYTlsCS6 Dy t i s cus SP Larve 1 ILY8FUL6 I l y b i u s f u l i g i n o s u s l a r v e 4 POPENUBA Po lypcd i lum nubeculosum agg 2 SUCCPUTR Succinea p u t r l s 1 VELIASP5 V e l i a nymphe 4 ZYGOPTER Zygoptera 13

....................................................................................

Aanta l soor ten pe r monster 37 23 42 40 18 29 33 Aanta l i n d i v i d u e n per monster 400 409 167 515 163 653 586