concept school-ondersteuningsprofiel · web view•klassenmanagement en pedagogisch handelen...

SchoolondersteuningsprofielVan

Format voor het Samenwerkingsverband Passend onderwijs Eindhoven e.o. [ 30.07 ]

Datum teambespreking: 31-10-2013Advies MR:Datum: 12-11-2013Vaststelling bestuur met datum:

Schoolondersteuningsprofiel SBO Petraschool september 2013 Pagina 1

Inhoudsopgave

1. Inleiding

2. Algemene gegevens2.1 Contactgegevens2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren

3. Extra ondersteuning: Onderwijsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften3.1 Basiskwaliteit van het SBO onderwijs3.2 Ondersteuningsarrangementen in school vanuit de 1 zorgroute.3.3 Ondersteuningsarrangementen in het basisonderwijs3.4 Planmatig werken vanuit de 1 zorgroute3.5 Schoolondersteuningsstructuur

4. Randvoorwaarden

5. Conclusies en ambities


1. Inleiding

Het schoolondersteuningsprofiel geeft richting ten aanzien van: Toelating van leerlingen op school.

Het geeft verheldering in hoeverre de onderwijsbehoefte van een leerling past bij de mogelijkheden van onze school.

Communicatie met ouders/opvoeders:Het is de basis voor de communicatie met ouders. Op basis van het profiel wordt uitgelegd wat wij als school wel of niet voor hun kind kunnen betekenen. Als ouders hun kind aanmelden bij onze school, dient het schoolondersteuningsprofiel als basis voor de afweging of wij de onderwijsondersteuning kunnen bieden waaraan het kind behoefte heeft. Het schoolondersteuningsprofiel zal vrijwel nooit direct en eenduidig een antwoord bieden op die (éne) vraag; ieder kind en iedere situatie is uniek. Toch zal het profiel helpen om een beargumenteerde afweging te maken bij het wel/niet aannemen van leerlingen.

Professionalisering van teamleden:Het schoolondersteuningsprofiel ondersteunt ons professionaliseringsbeleid. Medeop basis van dit document kan bepaald worden welke competenties leerkrachten moetenbeheersen om onderwijs en ondersteuning te verzorgen bij ons op school.Het ondersteuningsprofiel brengt de ambities van de school in kaart als het gaat omextra ondersteuningsmogelijkheden/zware zorg. Deze ambities worden beschreven in het schoolplan/meerjarenbeleidsplan en zijn medebepalend voor het professionaliseringsbeleid.

Het schoolondersteuningsprofiel van de Petraschool richt zich op leerlingen, al dan niet met specifieke kindkenmerken, die een extra ondersteuningsbehoefte nodig hebben én op die leerlingen waarbij de effecten van zorg op de basisschool ontoereikend zijn. Kindkenmerken zijn: Een IQ vanaf 55 en hoger.

Bij een lager IQ is de mate van leerbaarheid en ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling leidend. Gemiddelde intelligentie met gedragsproblemen (ASS problematiek) waardoor het leren achterblijft

(huidige SO cluster 4 leerlingen). Leerachterstanden die groter zijn dan 25 % op tenminste 2 van de 4 leergebieden technisch lezen, spelling,

begrijpend lezen en rekenen (of CITO D en E score). Werkhoudingsproblemen die belemmerend werken op de totale ontwikkeling van het kind waardoor het

kind onvoldoende tot leren komt. Sociaal emotionele problemen die niet door het basisonderwijs te hanteren zijn gezien de ernst en de aard

van de ondersteuningsbehoefte. Lichamelijke en/of motorische ontwikkelingen die belemmerend werken op de ontwikkeling van het kind. Syndromen zoals vastgesteld in DSM IV.

Het schoolondersteuningsprofiel is beschreven op basis van het huidige omschrijving van de ondersteuningsstructuur Petraschool en zal omschreven worden in het nieuwe schoolplan. De inhoud zal dan ook voor de teamleden en de medezeggenschapsraad herkenbaar zijn. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht bij de vaststelling.Vervolgens stelt het bevoegd gezag het ondersteuningsprofiel van de school vast; minstens eenmaal in de vier jaar.


2. Algemene gegevens

2.1 Contactgegevens

Directeur:Rita van Leeuwen- van der HeijdenMobiel: 06- 46.64.42.45Email: [email protected]: www.sbopetraschool.nl

Locatie:Faunuslaan 195631 KN EindhovenEmail: [email protected] Interne begeleiders: Sigrid Maier Fleur de GrootEmail: [email protected] Email: [email protected]

Schoolbestuur:Stichting Katholiek en Protestant-Christelijk Onderwijs voor Eindhoven e.o. (SKPO)Voorzitter College van bestuur: Carla van den HeijkantLid College van Bestuur: Stan van Alphen

Vonderweg 125616 RM EINDHOVENTel: 040-2595320 Fax: 040-2595321

Samenwerkingsverband Passend onderwijs Eindhoven e.o. (3007)Contactpersoon: Annemarie van den Bosch, tel: 040-2968787


mailto:[email protected]



2.2 Onderwijsvisie

Professioneel

Expertise

Talentgericht

Resultaatgericht

Ambitie

Missie:

De Petraschool biedt onderwijs aan een brede groep leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen.

De leerlingen kunnen zich ontwikkelen in een innovatieve en eigentijdse leeromgeving. Met als doel zelfstandig kunnen functioneren in een continu veranderende maatschappij.

Visie:

In 2015 ambieert de Petraschool dat 80% van de leerlingen doorstroomt naar het VMBO. Daarbij is de school een breed expertise centrum voor ondersteuningsvragen voor scholen en partners binnen het SamenWerkingsVerband. De Petraschool kan 90% van de ondersteuningsvragen van de leerlingen beantwoorden.

We maken hiervoor gebruik van de volgende succesbepalende factoren:

Vertrouwen: Wij hebben vertrouwen in het eigenaarschap van de eigen talentontwikkeling.

Kracht: Wij zijn kritisch op eigen handelen, werken doelgericht en kijken positief naar nieuwe ontwikkelingen.

Eigentijds: Wij onderhouden onze beroepskennis en passen onderwijsvernieuwingen toe.

Eén: Wij dragen onze gezamenlijke visie uit en zijn oprecht betrokken bij collega’s, leerlingen en ouders.

Professioneel: Wij nemen onze verantwoordelijkheid en spreken daar ook anderen op aan.

Creatief: Wij zijn flexibel en kunnen op creatieve wijze ondersteuningsvragen beantwoorden.

Lef: Wij hebben hoge verwachtingen.

Ambitie: Wij kunnen het OntwikkelingsPerspectief adequaat omzetten in pedagogisch en didactisch handelen.

2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren


De leerling komt bij ons op school nadat het op de gewone basisschool niet gelukt is. Vaak heeft het problemen ervaren op het gebied van het leren, in de omgang met andere kinderen en/of heeft het een laag zelfconcept. Opmerkelijk is het grote aantal leerlingen met sociaal emotionele problemen.Een aantal leerlingen heeft een ASS diagnose waaronder PDD-NOS, ADHD, Hechtingsstoornis.Het aantal kinderen met name met een REC 4 indicatie is de laatste jaren gegroeid. Ook zien we een lichte toename van leerlingen met een REC 2- 3 indicatie. In het algemeen constateren we dat veel kinderen speciale ondersteuning nodig hebben ten aanzien van hun welbevinden en hun gedrag.

De leerlingen hebben beperkte capaciteiten, het gemiddelde IQ ligt rond de 80. De ondergrens ligt bij 55. Ook hebben we leerlingen met een IQ hoger dan 80. Bij deze leerlingen is met name sprake van problematieken die het leren belemmeren.

Ten aanzien van het leren kunnen we zeggen dat onze leerlingen een langzamer leertempo hebben, moeite hebben met gerichte informatieverwerking, de achterstand in de taalontwikkeling vaak groot is en het zelfstandig werken moet aangeleerd worden. De leerlingen komen meestal binnen met een verminderd gevoel van competentie, autonomie en relatie.

Voor het welbevinden heeft de leerling succeservaringen en positieve feedback hard nodig. Het heeft hierbij de steun vanuit de gehele leeromgeving nodig. Binnen die leeromgeving streven we naar een duidelijke structuur, herkenbaar door de gehele school en hebben we duidelijke regels en afspraken. Het kind moet zich veilig kunnen voelen op school en weten dat wij vertrouwen hebben in de ontwikkeling van ieder kind, vanuit het eigen ontwikkelperspectief.

De leerkracht zal vaak gebeurtenissen/voorvallen moeten verhelderen zodat het voor de leerling mogelijk wordt om het breder verband te zien en daardoor zicht te krijgen op zijn/haar plaats en/of aandeel. De leerling zelf is geneigd de situatie vanuit zichzelf te bekijken, dit egocentrisme komt vaak voort uit zijn/haar beperkte capaciteiten. Zich kunnen verplaatsen in een ander is voor veel leerlingen een probleem, hulp van de volwassene door middel van verheldering is daarvoor nodig.

In veel gezinnen is er ondersteuning van allerlei hulpverleningsinstanties voor de ouder(s), het kind of het gezin. De ouder wordt ook in de contacten naar school toe regelmatig door de hulpverlener ondersteund. Steeds vaker wordt onze school uitgenodigd om deel te nemen aan de bijeenkomsten van Centrum Jeugd en Gezin. Bij het aanvragen van een vorm van hulpverlening voor het kind worden de ouders ondersteund door de school en schoolmaatschappelijk werk.

De culturele achtergronden en verschillen zijn zeer divers op school, een weerspiegeling van onze samenleving. De kinderen worden volgens verschillende godsdiensten opgevoed, w.o. katholiek, protestant, christen, moslim, jehova, maar ook niet-godsdienstig. De Petraschool biedt ruimte en respect aan al deze achtergronden en verschillen.

De leerlingen komen uit met name Eindhoven Noord en een aantal komen uit de omliggende gemeenten : Son en Breugel, Best en Nuenen.. Er komen steeds minder leerlingen met taxivervoer naar school, vanwege de bezuinigingen op het vervoer. De bovenbouwleerlingen komen ook wel zelfstandig of onder begeleiding met de fiets of de stadsbus. De afstand voor ouders naar school is groter, maar we proberen de contacten met ouders te onderhouden via wekelijkse inloopmiddagen, per email en per telefoon.Zie bijlage voor de kengetallen.

3. Extra ondersteuning: ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften


Zoals aangegeven in de inleiding is het schoolondersteuningsprofiel van de Petraschool gericht op leerlingen, al dan niet met specifieke kindkenmerken, die extra ondersteuningsbehoefte nodig hebben. De ondersteuning in het basisonderwijs is ontoereikend.

Om opbrengstgericht te kunnen werken hebben we op didactische gebied een norm vastgelegd die als basis dient om de leerlingen de juiste zorg en begeleiding te geven én om ons onderwijsaanbod af te stemmen op de ontwikkelingsmogelijkheden en onderwijsbehoeften van de leerlingen.De streefnorm op didactisch gebied voor alle leerlingen is ,op grond van het ontwikkelingsperspectief, 80% of meer van het verwacht leerrendement .Zorgleerlingen zijn leerlingen die, op grond van het ontwikkelingsperspectief, onder de 80% norm vallen.

De hoofdtaken van onze school zijn: Het scheppen van een orthopedagogisch klimaat waarin de leerlingen zich veilig voelen en kansen krijgen

tot optimale persoonlijkheidsontwikkeling: het orthopedagogische aspect. Het geven van onderwijs dat qua inhoud en didactiek aansluit bij de individuele mogelijkheden van het

kind: het orthodidactische aspect. Het voorbereiden van de leerling op zijn taken en op zijn huidige en toekomstige plaats in de maatschappij,

om zo volwaardig mogelijk als burger in deze te partciperen: het maatschappelijke aspect. Expertise en opvang ten aanzien van jonge-risico-kinderen. (JRK)

3.1 Basiskwaliteit van het SBO.

Inspectietoezicht:In juni 2013 heeft de inspectie op school een kwaliteitsonderzoek gedaan. De inspectie heeft opnieuw geconstateerd dat er op SBO de Petraschool sprake is van een basisarrangement. Door een grote inzet van eenieder, zijn het team en de directie erin geslaagd de eerdere kwaliteit te behouden en verder door te ontwikkelen .Het inspectierapport ligt ter inzage op school.

Hieronder zijn de indicatoren opgenomen die specifiek zijn voor het speciaal basisonderwijs. We kunnen vaststellen dat SBO de Petraschool op al deze normindicatoren een voldoende of goede beoordeling heeft.

Algemeen beeld vanuit het inspectierapport :

De school maakt een ontwikkeling door, die de inspectie als positief beoordeelt. Onderwijskundig wordt door het team hard aan de weg getimmerd. De huidige opzet van de zorg vraagt om een verdere verdieping hetzelfde geldt voor de kwaliteitszorg. Daarbij mag de noodzaak om nieuwe werkwijzen stevig te borgen en tijd te nemen voor reflectie niet uit het oog worden verloren.

Toelichting.

De eindopbrengsten laten de afgelopen 3 jaar een wisselend beeld zien. Opbrengsten voor begrijpend lezen lijken hoger te liggen dan gemiddeld verwacht mag worden. Rekenen en wiskunde op of (net ) onder het niveau. Om dit te verbeteren wordt geadviseerd de onderwijstijd voor technisch lezen en rekenen en wiskunde te verhogen en het aanbod te verbeteren.

Bij de kleuters vraagt de inspectie aandacht voor het transparant verwoorden van de aangeboden tussendoelen. Dit gebeurt nu in de groepsplannen, waardoor het moeilijk is zicht te krijgen op het aanbod in de gehele kleuterperiode.


Franka, 12-11-13,

participeren

Het pedagogisch en didactisch handelen is van een ruim voldoende niveau. De school besteedt veel aandacht aan het pedagogisch klimaat. Leerkrachten geven het goede voorbeeld als het gaat om respectvol omgaan met elkaar..

De leerkrachten hanteren het directe gedifferentieerde instructiemodel (IGDI), hier is veel energie in gestoken. Dit is goed te merken. Op de inhoud van de les is een extra verdiepingsslag te maken. Die inhoudelijke gesprekken kunnen een verdere verrijking van het onderwijs betekenen.

Afstemming en leerlingenzorg. De leerlingenzorg heeft een flinke ontwikkeling doorgemaakt, waarbij de overstap gemaakt is naar groepsplannen en het werken met stamgroepen. Hiermee kiest de school voor het principe van de convergente differentatie, waarbij leerlingen in 3 niveaus zijn ingedeeld. Dit biedt nog niet de optimale oplossing. Het is ook van belang dat de leraar aandacht schenkt aan het voeren diagnostisch gesprek met de leerling. Dit levert waardevolle input om individuele accenten te kunnen zetten.

Kwaliteitszorg.

De school werkt planmatig aan de versterking van haar onderwijs. Een herziening van de systematiek rondom de kwaliteitszorg is van belang. De school wil dit vastleggen in een nieuwe versie van haar schoolplan naar verwachting voor 2014.

Actief burgerschap vraagt om een planmatige invulling. De visie moet meer expliciet gemaakt worden en planmatig vormgegeven te worden.

Kwaliteitsindicatoren SKPO:De SKPO hanteert enkele kwaliteitsindicatoren om de kwaliteit van het onderwijs op bestuursniveau in kaart te brengen: leerlingenaantal, leeropbrengsten schoolverlaters, welbevinden leerlingen (SBO vanaf 11 jaar) en uitstroomgegevens in relatie tot schooladvies. SBO de Petraschool voldoet aan de vastgestelde norm. (document ligt op school ter inzage)

3.2 Ondersteuningsarrangementen in school vanuit de 1 zorgroute.

Alle ondersteuningsarrangementen zijn opgenomen in de omschrijving van de ondersteuningsstructuur van de Petraschool en worden volgens het principe van planmatig opbrengsten handelingsgericht werken vanuit de 1- zorgroute. aangeboden. Voor alle arrangementen geldt dat een (intensieve) samenwerking met externe (keten) partners gebruikelijk en soms ook noodzakelijk is. (zie beschrijving schoolpopulatie)

Goede basiszorg staat bij ons op school gelijk aan kwalitatief goed onderwijs dat is afgestemd op de onderwijsbehoeften van zoveel mogelijk leerlingen, uitgevoerd door vakbekwame leerkrachten. Deze leerkrachten geven gedifferentieerd en planmatig les volgens het IGDI model (Interactief Gedifferentieerde Directie Instructiemodel . De leerkrachten zijn erop gericht om aan te sluiten bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerlingen uit de klas. Zij laten in hun onderwijsgedrag zien dat zij. Het leerstof -aanbod, de leertijd, de instructie, het pedagogisch en didactisch handelen en de verwerkingsopdrachten afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerlingen zijn ingedeeld in stamgroepen. Er wordt gewerkt vanuit een basis, onderstroom ( S-) en bovenstroom (S+) groep binnen de stamgroep.

Bij plaatsing van een leerling stellen we een leerrendementsverwachting of ontwikkelingsperspectief (OPP) vast. Hiermee maken we inzichtelijk voor ons zelf, de ouders, de leerling en de inspectie, welke doelen we nastreven. We volgen of de leerlingen zich conform het OPP ontwikkelen en maken naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. Anders gezegd: we bieden een passend, opbrengstgericht onderwijsarrangement.


Franka, 12-11-13,

differentiatie

De 1 zorgroute in relatie tot OPP

Het ontwikkelingsperspectief (OPP)Het ontwikkelingsperspectief wordt in eerste instantie bepaald door een dossieranalyse (PCL- gegevens). Dit wordt uitgevoerd door de Intern begeleider/orthopedagoog aan de hand van medische-, psychologische-, onderwijskundige- en maatschappelijke gegevens.Het ontwikkelingsperspectief is de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een langere periode. Het komt tot stand op grond van een goed beargumenteerde prognose van de uitstroombestemming naar het voortgezet onderwijs. Hierin leggen we de verbinding tussen instroom en verwachte uitstroom, de ontwikkelingslijn, het aanbod en de verwachte uitstroom naar het vervolgonderwijs wordt weergegeven. We hebben daar een aparte onderlegger voor en beschrijven de beredenering in de notitie OPP in Parnassys.

Bij een dl van 20/ 40 noteren we op het ontwikkelingsperspectief (OPP) ook de verwachte uitstroombestemming per vak. In het OPP noteren we de volgende zaken van de betreffende leerling:- belemmerende en stimulerende factoren - beheersingsniveau op de vakken begrijpend lezen, technisch lezen, spelling, rekenen en sociaal gedrag

en de leersnelheid per vak (in percentage)- het aanbod op de vakken begrijpend lezen, technisch lezen, spelling, rekenen en sociaal gedrag - de verwachte uitstroombestemming- we geloven in de wisselwerking tussen leerkrachtvaardigheden en leerling-resultaten. De leerkracht is in staat de leerling-resultaten positief te beïnvloeden door zijn pedagogisch en didactisch handelen af te stemmen op de onderwijsbehoeften bij de leerlingen.


Franka, 12-11-13,

ParnasSys

We werken handelingsgericht vanuit een doorgaande leerlijn voor rekenen, spelling, technisch lezen, begrijpend lezen, sociaal gedrag en leren, leren aansluitend bij de referentieniveaus. De doelen worden gepland in groepsplannen. De doelen worden getoetst met genormeerde valide toetsen van CITO en Zien. De groepsplannen verwerken we in het digitale systeem ParnasSys.

De ontwikkeling van de leerling wordt nauwgezet gevolgd. Als een leerling zich onvoldoende ontwikkelt in lijn van het ontwikkelingsperspectief wordt bekeken wat hiervoor mogelijke oorzaken kunnen zijn. Indien nodig worden instructieaanbod, werkvormen of doelen aangepast. Ook kan eventueel aanvullend onderzoek uitgevoerd worden door een orthopedagoog.Uitgangspunten bij het ontwikkelingsperspectief:• Tot een DL van 20 wordt een leerrendementsverwachting geformuleerd op alle vakgebieden van 80%

leerstofaanbod (tenzij er op grond van TIQ een hogere leerrendementsverwachting zou moeten zijn). Bij jonge risico kinderen een leerrendementsverwachting van 100 %.

• De verwachting wordt vanaf een DL van 20 vastgesteld op vijf vakgebieden: - Technisch lezen - Begrijpend lezen - Rekenen- Spelling- Sociaal-emotionele ontwikkeling vertaald in onderwijsbehoeften

• Er wordt per vakgebied (vanaf een DL van 20) een uitstroomprofiel vastgesteld aan de hand van het (verwachte) leerrendement.

• Vanaf een DL van 40 wordt een uitstroombestemming geformuleerd. Aanbod wordt zo veel mogelijk passend gerealiseerd in de leerroutes (P-stroom en V-stroom).

• Leerlingen met een leerrendement 50-75% stromen doorgaans uit richting PrO en zullen de P-stroom gaan volgen. Leerlingen met een leerrendement>75% zullen uitstromen richting VMBO en zullen de V-stroom volgen.

• Ouders worden geinformeerd over het OPP zodra dat is vastgesteld en worden daarna door de leerkrachten op de hoogte gehouden van didactische ontwikkeling en OPP.

• OPP wordt minimaal 2x per jaar voor iedere leerling besproken, in de vorm van een evaluatie van het groepsplan. Daarbij wordt per leerling bekeken hoe de ontwikkeling verloopt ten opzichte van het vastgestelde perspectief.

• Als de ontwikkeling van een leerling onvoldoende past bij de ontwikkeling die verwacht was, wordt eerst bekeken of er iets moet veranderen in het aanbod (Intensief arrangement: extra instructie, remediëring, e.d.). Er wordt bekeken of er remmende factoren zijn, hiernaar kan indien nodig aanvullend onderzoek worden gedaan. Als het OPP onvoldoende passend blijkt te zijn wordt het bijgesteld.Als de ontwikkeling van de leerling passend verloopt, loopt het OPP door zoals is vastgesteld.

• Als de leerling een ontwikkeling laat zien die boven zijn perspectief uitloopt wordt er gekeken of er iets aangepast moet worden in het aanbod (instructie onafhankelijke groep of verdiept arrangement)

Op basis van het ontwikkelingsperspectief worden de leerlingen geplaatst in een ondersteuningsstructuur. De ondersteuningsstructuur is verwerkt in de zorgniveaus (zie planmatig werken).Onze ondersteuningsarrangementen hebben we als volgt ingedeeld:

1. Basisarrangement Afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen.


Franka, 12-11-13,

geïnformeerd

Franka, 12-11-13,

Na regel spatie

(uitstroom VMBO B/K /zonder LWOO)

Accenten liggen op het orthopedagogische en orthodidactische klimaat, individuele leerlijnen en leerroutes, leeropbrengsten, die passen bij een leerlijn van 75 % aanbod gedragsaspecten en klassenmanagement.

2. Intensief arrangement.(uitstroom PrO en VMBO B/K met LWOO))

Accenten idem als bij basisondersteuning plus extra ondersteuning ten aanzien van spraak/taalontwikkeling, motoriek, gedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling.

3. Zeer intensief arrangement(VSO REC3, VSO REC4)

Accenten idem als bij basisondersteuning plus extra ondersteuning ten aanzien van spraak/taalontwikkeling, motoriek, gedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling én een individueel handelingsplan vanuit RT/LGF/lOGO.

4. Verdiept arrangement(uitstroom VMBO T+ met/zonder LWOO)

Accenten liggen op sociaal-emotionele aspect, leerniveau, onderwijsaanbod middels verdiepingsopdrachten is gericht op hogere uitstroomverwachting.

5. Tijdelijke opvang van leerlingen

Tijdelijke opvang van leerlingen in de vorm van een time-out met als reden het (externaliserend) gedrag. (zie protocol Crisissituaties)Tijdelijke opvang van leerlingen bij complexe problematiek in de vorm van kortdurende behandeling ten aanzien van taal-, lees- en rekenproblemen, sociaal-emotionele problematiek of een combinatie.Accenten worden afgestemd op de tijdelijke ondersteuningsbehoefte van de leerling met als doel terugplaatsing in het basisonderwijs.

6. Duaal onderwijs Opvang van leerlingen met complexe problematiek ten aanzien van taal-, lees- en rekenproblemen.Accenten worden afgestemd op de tijdelijke ondersteuningsbehoefte van de leerling en op de mogelijkheden van de thuisschool.

3.3 Ondersteuningsarrangementen in het basisonderwijsNaast de ondersteuningsarrangementen die we op school bieden, bieden we ook specialistische ondersteuning, begeleiding, coaching en onderzoek in het basisonderwijs in de vorm van De Externe Dienst SKPO. De ondersteuning vindt plaats n.a.v. hulpvragen vanuit het basisonderwijs. Samen gaan we op zoek naar een passend ondersteuningsaanbod. De medewerkers die participeren in de Externe Dienst hebben zich in de loop der jaren in het speciaal basisonderwijs gespecialiseerd op verschillende gebieden zoals dyslexie, gedrag, taal, rekenen, autisme, NLD, ADHD, begeleide intervisie met videobeelden, groepsplannen, werken vanuit het ontwikkelingsperspectief, coaching van leerkrachten, groepsbegeleiding met betrekking tot het pedagogisch klimaat, opzetten van een zorgstructuur e.d.Hieronder staat een overzicht van onderzoeken die wij kunnen uitvoeren en enkele voorbeelden van huidige en gerealiseerde begeleidingstrajecten op verschillende scholen. Aangezien we maatwerk leveren, kunnen ook hulpvragen ingediend worden die geen betrekking hebben op ondergenoemde voorbeelden.Onderzoeken: Algemeen onderzoek Capaciteitenonderzoek NSCCT Gedragsonderzoek Onderzoek ‘onderkennende fase’ voorafgaand aan een mogelijk dyslexie onderzoek Dyslexie onderzoek Logopedisch onderzoek Psychologisch onderzoek (TRF) inzake herindicatie REC4

Begeleidingstrajecten op leerlingniveau:


Observaties REC 4 ambulante begeleiding Begeleiding dyslexie Individuele/groepsbegeleiding voor taal, rekenen, spelling, lezen Logopedische behandeling Sociale Vaardigheidstraining Oplossingsgerichte groepsaanpak ter verbetering van bijvoorbeeld het pedagogisch klimaat Begeleiden van leerlingen met bijvoorbeeld gedragsstoornissen/problemen, sociaal emotionele

problemen, leertaakgedrag Begeleiden van leerlingen op didactisch gebied Overstaptraining basisonderwijs-voortgezet onderwijs

Begeleidingstrajecten op leerkracht/schoolniveau: Coaching met behulp van SVIB Co-teaching Praktijkgerichte workshops

Enkele voorbeelden zijn: van toets analyse naar handelingsplan, autisme, dyslexie, NT2/woordenschatonderwijs, opstellen van groepsplannen, werken vanuit het ontwikkelingsperspectief, oplossingsgerichte groepsaanpak.

Ondersteunen/adviseren van intern begeleiders met betrekking tot het verder ontwikkelen en/of opzetten van de zorgstructuur

Consultatieve leerlingbespreking Participeren in zorg-adviesteam

3.4 Planmatig werken vanuit de 1 zorgroute.

We streven ernaar om onze leerlingen een ononderbroken ontwikkelingslijn te laten volgen. De onderwijskundige visie zoals beschreven en de grote verschillen tussen de leerlingen vraagt een duidelijke


structuur, doelmatig klassenmanagement, rust en orde, duidelijke interactie en planmatig handelen vanuit het gedachtengoed vanuit de 1 zorgroute. We beperken ons in de omschrijving tot de 1 zorgroute in de relatie tot didactische pedagogische aanpak, de groeps- en leerlingbespreking. Voor de 1 zorgroute in relatie tot trendanalyses, leerzorgsysteem ParnasSys, de ondersteuning van de leerkracht ,leerling en de schoolcommissie, verwijzen wij naar het document ondersteuningsstructuur Petraschool.

De 1 zorgroute in relatie tot de didactische aanpak.

De leerlijnenWe proberen vanuit de leerlijnen groepsplannen te maken. Deze leerlijnen worden helder omschreven in kleine stapjes met leerdoelen en cruciale leermomenten. De uitgangspunten uit het boek “Passende Perspectieven”.

De leerlijnen zijn afgestemd op de kerndoelen, die vertaald zijn in tussendoelen in de gebruikte methodes.We hanteren daarbij de leerlijn 75% ten opzichte van regulier basisschool in ons aanbod.Daarnaast is al wel de uitwerking naar verdiept en intensief arrangement beschikbaar in aanbod, zodat de leerkrachten tijdig weten wat er verwacht mag worden van een leerling en zijn ontwikkeling.Door de verschillen bij kinderen in leerstijl zal de instructie steeds afgestemd worden op deze kinderen.

De instructie in de groepDe ondersteuning en instructiebehoeften zijn leidraad voor het aanbod met daarbij de methode als uitgangspunt. De instructie bij een methode kan wel aangehouden worden als leidraad, maar steeds zal de leerkracht zich afvragen of de inhoud relevant is.De organisatie in de groep zal ook op de leerkracht afgestemd zijn. Er wordt gewerkt vanuit het gedachtegoed vanuit de 1-zorgroute: er is instructie voor de basisgroep (basisarrangement), een verlengde instructie voor een intensief arrangement (S-) en een verkorte instructie voor het verdiept arrangement (S+). Steeds zal afgewogen worden of meer differentiatie mogelijk is. Het zelfstandig leren bij de leerling zal de komende jaren meer nadruk krijgen, waardoor de leerling minder afhankelijk is van de leerkracht. In de onderbouw (JRK groepen) wordt er bij specifieke activiteiten gebruik gemaakt van het planbord en werken we van een kwartiertje naar in de hoge onder- en volledige bovenbouw één uur per week zelfstandig werken. De vorm van de instructie is vooral interactief. Zoveel mogelijk de leerlingen actief betrekken bij de uitleg van de leerstof en het invullen van een zinvolle verwerking.

Het didactisch groeps- en individueel handelingsplanElke leerkracht maakt groepsplannen voor de vakgebieden begrijpend lezen(taal), rekenen, spelling en technisch lezen.

Tijdens de 1- zorgroute stond gedurende het schooljaar 2010-2011 het IGDI model samen met de leerlijn begrijpend lezen centraal. In 2011-2012 het IGDI model. In 2014 zijn de groepsplannen op de 5 kernvakken: technisch lezen, spelling, rekenen, taal en sociaal gedrag gerealiseerd volgens de aanpak van de 1-zorgroute. Er wordt gewerkt vanuit het opbrengstgericht werken, waarbij de doelen centraal staan. De interne begeleiders evalueren de groepsplannen met de leerkracht in combinatie met de analyse van de gegevens van het Groepsgewijs School Onderzoek (GSO). De opbrengsten zijn het uitgangspunt van de groepsplannen voor de volgende periode. De leerlijnen, instructiegedrag, leertijd en het klassenmanagement zijn regelmatig onderwerpen van gesprek.Naast de groepsplannen zal voor een aantal leerlingen een specifiek individueel handelingsplan nodig zijn. Dit geldt voor didactische problemen, maar ook voor sociaal-emotionele, motorische en spraak/taal en/of gedragsproblemen. Een individueel handelingsplan wordt opgesteld door de LGF leerkracht, SOVA begeleider, remedial teacher, kinderfysiotherapeut, logopediste of door een combinatie van deze personen.


Franka, 12-11-13,

spatie

Een handelingsplan wordt opgesteld en uitgevoerd in overleg met de intern begeleiders. De opzet is om in een korte periode (minimaal 6 weken) zoveel mogelijk resultaat te boeken. In overleg kan deze periode verlengt worden. Eenzelfde handelingsplan kan nooit langer duren dan een half jaar. Wel is het mogelijk dat uit een plan weer een ander nieuw plan voortkomt.

De persoon die het handelingsplan opstelt, draagt zorg voor de informatieverstrekking aan ouders d.m.v. een schriftelijk verslag naar de ouder(s)/verzorger(s) en indien gewenst een bespreking hiervan. Dit gebeurt 2 maal per jaar.

Elk schooljaar worden 2 groepsplannen gemaakt voor de vakgebieden begrijpend lezen/taal, technisch lezen rekenen, spelling en groepsplan op sociaal gedrag.

Het groepsgewijs schoolonderzoek (GSO)Elk schooljaar worden in januari en in mei/juni standaard de signaaltoetsen afgenomen op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Elk jaar wordt een toetskalender opgesteld. De gegevens van het GSO worden door de leerkracht en intern begeleider(s) geanalyseerd en doorgesproken met elkaar, zodat indien nodig de ondersteuningsbehoefte kan worden aangepast in de groepsplannen.

De zorgkalenderDe zorgkalender wordt jaarlijks opgesteld en vastgesteld.We verwijzen in dit document naar de toetskalender met daarin het complete overzicht van activiteiten.

De 1 zorgroute in relatie tot de pedagogische aanpak

De ondersteuningsbehoefteHet pedagogisch leefklimaat als basis voor de ondersteuningsbehoefte. We kunnen er, gezien de toekomstige ontwikkelingen rond “Passend Onderwijs" van uitgaan dat er een verdichting zal ontstaan van de problematiek bij kinderen die onze school gaan bezoeken. Veel aandacht zal daarom de komende jaren gaan naar de Sociaal-Emotionele Ontwikkeling van de leerlingen.

De ondersteuning in de groepDe intern begeleider is de eerst aangewezen persoon om de leerkracht te ondersteunen bij de begeleiding van de leerlingen. Door observaties in de groep, en het programma ZIEN, School Video Interactie Begeleiding,Co-teaching en besprekingen met de leerkracht en hulp bij het opstellen van pedagogische groepsplannen draagt de Intern Begeleider bij aan de zorg in de groep. De observaties in de groep vinden standaard twee keer per jaar plaats met behulp van een kijkwijzer. Bevindingen worden besproken tijdens de groepsbesprekingen.

Het pedagogisch groepsplanVoor de zorgleerlingen met flinke gedragsproblemen wordt door de leerkracht met behulp van de Intern Begeleider een pedagogisch groepsplan gemaakt. Hierbij wordt uitgegaan van het toelatingsformulier of eerder pedagogisch plan, aangevuld met de gegevens van ZIEN en eventueel aanvullende onderzoeksmiddelen zoals de TRF. In het groepsplan staat duidelijk een handelingsgerichte aanpak aangegeven. Voor de start van een individueel handelingsplan ( IHP) worden ouders ingelicht over de inhoud en het doel ervan. Ook na de evaluatie gaat de informatie naar de ouders en/of is er een gesprek met de ouders.ZIEN wordt minimaal 1 - 2 keer per jaar ingevuld voor alle leerlingen om de sociaal-emotionele ontwikkeling goed in kaart te brengen. In ontwikkeling: momenteel worden er afspraken gemaakt over de standaard invulmomenten van Zien. Er loopt een intern onderzoek om ook ouders en leerlingen actief te betrekken bij het invullen van ZIEN.


Het pedagogisch leerlingvolgsysteem.Functie:• Geüniformeerd begrippenkader • Structuur in diverse vormen van info over leerlingen • Objectiviteit vergroten • Kwaliteit van beslissingen nemen toe • Zicht houden op de ontwikkelingen van leerlingen • Evaluatie op leerkracht-, team- en schoolniveau • Informatieoverdracht naar derden • Richting geven aan ons handelen op sociaal-emotioneel gebied. • Doelgerichter kunnen werken op sociaal-emotioneel gebied (OPP).Zodra de leerling geplaatst wordt op SBO de Petraschool, start ook de pedagogische zorg voor dat kind. Op de Petraschool is de leerkracht de persoon die de kinderen op sociaal-emotioneel gebied volgt en begeleidt. De pedagogische groepsplannen zitten in de klassenmap. Daarvan heeft de Intern Begeleider ook een exemplaar. De gegevens van ‘ZIEN’’ zijn digitaal terug te vinden in ParnasSys.

Tijdens de leerlingbespreking/groepsbespreking is een onderdeel van het gesprek het pedagogisch groepsplan. Dit kan worden besproken/geëvalueerd/bijgesteld.Tijdens deze bespreking worden de hulpvragen en problemen kort besproken. Wanneer er door de leerkracht al actie ondernomen is, wordt dit toegelicht.

De 1 zorgroute in relatie tot de groepsbespreking

De groepsbespreking wordt voorafgegaan door een klassenobservatie van de IB-er (groepsplan en kijkwijzer). De groepsbesprekingen vinden 2 maal per schooljaar plaats.Doelen van de groepsbespreking:• Leerstofaanbod evalueren: zijn doelen behaald? Indien nodig plan van aanpak maken. Of vervolg doelen

bepalen.• Bekijken of de leerlingen op de juiste manier zijn geclusterd (op basis van onderwijsbehoeften).• Kijken of de leerlingen in de juiste arrangementen zijn ingedeeld: basisarrangement, intensief

arrangement, zeer intensief arrangement en verdiept (talent)arrangement. Indien nodig leerlingen opnieuw clusteren.

• Opstellen nieuw groepsplan. • Klassenmanagement en pedagogisch handelen evalueren. (d.m.v. kijkwijzer) • Indien nodig worden zorgvragen van specifieke leerlingen besproken in de

leerlingbespreking of in de commissie van begeleiding.

De 1 zorgroute in relatie tot de leerlingbesprekingWe spreken af om twee keer per jaar leerlingen in een leerlingbespreking door te nemen en specifiek de schoolverlaters i.v.m. het voortgezet onderwijs. We willen een goed zicht behouden op alle leerlingen.Doel van de leerlingbespreking:

Het evalueren van de zorg rondom de leerling. Het effect van het groepsaanbod, de groepsplannen, de aanpak in de klas en het leerniveau van de

leerling komen aan bod. Kortom, de gehele ontwikkeling van het kind staat centraal, om vervolgens de voortgang te bepalen.

Het vastgestelde ontwikkelingsperspectief van een leerling zal dan aangepast of gecontinueerd worden. Indien nodig worden leerdoelen aangepast. Specifiek komt dan ook aan de orde of de Petraschool de juiste school is en we op het juiste niveau zijn ingestapt. De streefdoelen einde schooljaar worden besproken. Zijn de doelen behaald, zo nee, waarom niet.


In het format wordt de leerling, voorafgaand aan de leerlingbespreking, beschreven zoals de leerkracht hem/haar op dat moment in beeld heeft. Dat betekent dat de gegevens van de vorige leerkracht niet perse hoeven te kloppen en er zal moeten worden aangepast.Op de groepskaart zijn diverse acties direct terug te zien.De afspraken vanuit de leerlingbespreking en de CvB wordt door de IB’er als bestand in ParnasSys gezet. Als er veranderingen zijn, als gevolg van het afhandelen van een afspraak wordt er een nieuwe notitie cq verslag aangemaakt. De betrokkenen ontvangen hiervan bericht.

3.5 Schoolondersteuningsstructuur

Onze schoolondersteuningsstructuur is verdeeld in vier niveaus: Niveau 1: zorg voor alle leerlingen in de (niveau) groep Niveau 2: extra zorg in de (niveau) groep Niveau 3: extra zorg buiten de klas door interne deskundigen/disciplines Niveau 4: extra zorg buiten de klas door externe deskundigen of verwijzing.

Voor zorgniveau 1 en 2 is de leerkracht verantwoordelijk. Voor de overige zorgniveaus is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de leerkracht, de intern begeleider, de interne of externe deskundige/discipline. Zorgniveau 1, 2 wordt uitgebreid beschreven in het groepsplan. Zorgniveau 3 wordt hierin vermeld en er wordt verwezen naar handelingsplannen van de individuele leerling. Zorgniveau 4 is opgenomen in het leerlingendossier.Hieronder worden de vier zorgniveaus verder beschreven.

Niveau 1: zorg voor alle leerlingen in de stamgroep: Aangepast basisprogramma voor alle leerlingen in de stamgroep.

Wij gebruiken de methodes (BaO) op een speciale manier, afgestemd op de onderwijsbehoefte van onze leerlingen.

Het les geven heeft bij ons veel orthodidactische aspecten zoals afgestemd taalgebruik, veel visualiseren, kleine stapjes,veel feedback geven, veel herhaling.

Instructie geven volgens de IGDI model. Sociaal en emotioneel volgen, werken aan het pedagogisch klimaat. Inzet School-Video-Interactie begeleiding Leerlingen die 80% of meer behalen op het verwacht leerrendement.

Het basisprogramma wordt beschreven in het groepsplan, gepland voor een bepaalde periode verdeeld over de 1e en 2e helft van het schooljaar. In het groepsplan worden haalbare doelen gesteld en op basis daarvan worden leerroutes uitgestippeld.

De School-Video-Interactie begeleiding is gericht op het verbeteren van de pedagogisch-didactische situatie door interventies van de groepsleerkracht die gericht zijn op de hele groep.

Niveau 2: extra zorg in de (niveau) groep: Subgroepen en/of individuele leerlingen in de (niveau) groep (S-/S+ groep) Extra instructie en begeleide inoefening in de kleine groep aan de instructietafel. Uitbreiding leertijd Inzet School-Video-Interactie begeleiding Didactische ondersteuners in de klas/buiten de klas die hetzelfde programma volgen (verlengde arm) Alle leerlingen die in de (niveau) groep zitten, kunnen in aanmerking komen voor tijdelijke of langdurige

hulp op zorgniveau 2.Bij tijdelijke hulp gaat het om extra hulp ten aanzien van een bepaald onderdeel van de lesstof. Bij langdurige hulp gaat het om leerlingen die achter blijven op hun verwacht leerrendement.


Franka, 12-11-13,

spatie

Niveau 3: extra zorg buiten de klas door interne deskundigen/disciplines: Uitvoeren van (korte) individuele of groepshandelingsplannen door remedial teacher, onderwijsassistent

LGF begeleider SOVA trainer of logopedist. Uitvoeren van onderzoek of observatie door orthopedagoog. Gesprekken door maatschappelijk deskundige. Uitbreiding leertijd Inzetten van aanvullend, methode onafhankelijk remediërend materiaal

Van alle zorg die buiten de groep gegeven wordt maakt de betreffende begeleider( remedial teacher/SOVA trainer , LGF begeleider of logopedist) een individueel handelingsplan. Hierin wordt beschreven wat het probleem is van de leerling, welke hulp geboden gaat worden en wie die hulp biedt en de duur daarvan.

Niveau 4: extra zorg buiten de klas door externe deskundigen of verwijzing. Inzetten van ambulante begeleiders van REC2,3 Ambulante begeleiding van REC 4 vullen we zelf in Dyslexiebehandeling. Inzetten van fysiotherapeut Onderzoek door specialisten Verwjizing naar Speciaal onderwijs.

De afstemming van de zorg voor leerlingen met een LGF indicatie is de taak van de Intern Begeleider ,samen met de LGF begeleider De extra zorg uit de rugzak kan binnen en buiten de klas plaatsvinden.

De Intern Begeleider is de contactpersoon voor de ambulante begeleider vanuit de REC scholen.

De ambulante begeleider voor leerlingen met een LGF maakt op basis van het dossier, het onderwijskundig rapport en de observatie in de groep een begeleidingsplan. Dit wordt besproken met de groepsleerkracht, de ouders en de intern begeleider. Indien nodig kunnen andere disciplines aan het overleg deelnemen.

Afhankelijk van de hulpvraag van de groepsleerkracht en de hulpvraag van het kind is de inzet van de AB-er gericht op:

Adviseren en coachen van de groepsleerkracht Adviseren en coachen van de andere uitvoerende, betrokken disciplines Adviseren van de interne begeleider Het voeren van gesprekken met het kind, zodat het meer zicht krijgt op eigen functioneren Vanuit eigen inhoudelijke deskundigheid werken met het kind bv. aan de taalontwikkeling, de

woordenschatuitbreiding Begeleiding bij verwijzing naar SO van ouders en kind.

De fysiotherapeute doet op aanvraag van de groepsleerkracht/interne begeleider/vakleerkracht gym dossieronderzoek, screent de leerling met betrekking tot zijn/haar motorische vaardigheden en observeert de leerling. Als ze motorische achterstand of problemen constateert vraagt ze de ouders om via de huisarts een indicatie voor behandeling bij de verzekering aan te vragen. De behandeling wordt op school gegeven tijdens de lesuren. Naar aanleiding van observaties en/of screening kan de fysiotherapeute de leerkracht/de vakleerkracht gym adviezen geven ten aanzien van de begeleiding in de klas/les en doet zij verslag van haar bevindingen.

Inzet CVB ter ondersteuning van de leerkracht en de leerlingCommissie bestaat minimaal uit:- intern begeleider van de desbetreffende leerkracht- orthopedagoog- directie


- indien mogelijk de leerkrachtAfhankelijk van de ondersteuningsvraag aangevuld met:- leerkracht- schoolmaatschappelijk werk- RT- logopedie- LGF en/of SOVA begeleider- GGD arts

Inhoud en frequentie:Ongeveer eens per drie weken komt de commissie bijeen. In overleg met de intern begeleider wordt een leerling door de leerkracht ingebracht d.m.v. het inschrijfformulier nadat geconcludeerd is dat zij onvoldoende de hulpvraag kunnen beantwoorden (geformuleerd vanuit het hgw principe). De hulpvraag kan divers zijn (bijvoorbeeld op het gebied van didactiek, leerstoornis en of gedrag). Zodanig dat een multi disciplinair team de nodige interventies op elkaar kunnen afstemmen. De leerkracht draagt een week voor de CVB.

Naast de interne zorg werken we ook steeds meer samen met externe instanties, zoals : Hulpverleningsinstanties Onderwijsbegeleidingsdienst Schoolarts GGzE Jeugd en Gezin Jeugdzorg Gemeente afdeling leerplicht Permanente commissie leerlingenzorg Scholen voor speciaal basisonderwijs Scholen voor speciaal onderwijs Steunpunt Autisme, Triade Inspectie Wijkagent Sportformule. Judoclub.

Communicatie met ouders:Communicatie met ouders vinden we belangrijk. De teamleden zijn daardoor beter in staat de leerlingen te leren kennen en te begrijpen en ouders begrijpen beter waar de teamleden en de leerlingen op school mee bezig zijn. Ouders kunnen meedenken, meepraten of meebeslissen door zich te organiseren binnen de medezeggenschapsraad en de ouderraad. Daarnaast streven wij er naar zoveel mogelijk ouders bij de school te betrekken door ze o.a. te benaderen om deel te nemen aan activiteiten zoals sport- en speldagen.In de communicatie naar ouders hanteren wij de volgende vormen: Informatieavonden Rapportgesprekken 3maal per jaar. Adviesgesprekken voortgezet onderwijs Wekelijkse Inloopmomenten per groep. Nieuwsbrief Telefonisch contact Huisbezoek bij nieuwe leerlingen. Heen- en weerschrift van de leerling Weekverslag van de groep. Informele activiteiten zoals afsluiting van een project, sportdag, kerstviering

4.Randvoorwaarden


We willen als school de leerlingen een verantwoord onderwijsaanbod geven. Centraal hierbij staat de hulpvraag van het kind en de mogelijkheden qua expertise op onze school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Andere belangrijke punten van afweging bij de toelating zijn onder meer de draagkracht van de groep, de ervaring van de leerkracht die de leerling moet begeleiden, de gebouwelijke situatie, de inschatting die de school maakt om de leerling gedurende de rest van zijn schoolloopbaan verantwoord te kunnen begeleiden.

Onderstaande punten worden bij (tijdelijke) plaatsing in overweging genomen: Welke mogelijkheden heeft het kind met betrekking tot leerbaarheid, zelfredzaamheid, communicatie,

mobiliteit en welke belemmeringen zijn er? Kan de school de juiste deskundigheid/expertise bieden en welke barrières zijn er met betrekking tot

taakbelasting van de medewerkers? Van welke hulpbronnen en ondersteuningsmogelijkheden kan de school gebruik maken?

Ook kan er een dossierstudie plaatsvinden door de orthopedagoge, de intern begeleider van en kan het zijn dat de leerling geobserveerd gaat worden in de onderwijssetting van dat moment of voor enkele dagen als observatie leerling geplaatst wordt op onze school.

Op basis van bovenstaande wordt een besluit genomen om de leerling (tijdelijk) toe te laten (de duur van het handelingsplan/begeleidingsplan). Voorwaarde is dat school en ouders het over de inhoud van de plannen eens moeten zijn en beiden ondertekenen. Een andere voorwaarde is dat ouders een bijlage ondertekenen waarin aangegeven is wanneer onze grens is bereikt en ouders meewerken om een andere school te vinden voor hun kind. Onze grens is bereikt als de leerling weinig of geen vorderingen maakt, het gedrag niet meer hanteerbaar is of als de lichamelijke verzorging te belastend wordt.

5.Conclusies en ambities


Conclusies: Op basis van de inspectie-indicatoren kunnen we stellen dat de kwaliteit van ons onderwijs van voldoende

niveau is. Zie hoofdstuk ‘Basiskwaliteit’. De afgelopen jaren zien we dat de uitstroomverwachting en de feitelijke uitstroom van de leerlingen in lijn

zijn met elkaar en dat we relatief veel uitstroom hebben naar regulier VMBO onderwijs. (73%) De opbrengsten van de schoolverlaters liggen op het niveau dat verwacht mag worden. (zie indicatoren

SKPO). De teamleden voldoen aan de professionele eisen zoals vastgelegd in het besluit ‘Bekwaamheidseisen

2005’. We hebben het schoolconcept aangepast. We werken niet meer met niveaugroepen , maar met

stamgroepen. Extra ondersteuning vindt vooral in de klas plaats.

Ambities: Zie meerjarenbeleidsplan in het schoolplan 2012-2015 (ter inzage op school) Zie jaarplan 2013-2014 (ter inzage op school) Komen tot een nieuw schoolplan in de loop van 2014. Bespreken en opstellen protocol voor medische handelingen Verder verfijnen van de schoolstandaarden in relatie tot de referentieniveaus en de leerlijnen We willen op 90 % van de ondersteuningsvragen antwoord kunnen geven.( zie visie en missie Petraschool) Verkennen uitbreiding van hieronder genoemd ondersteuningsarrangement:

Verdiepte ondersteuning (uitstroom VMBO met/zonder LWOO) naar 80 %: Speciale onderwijssetting voor leerlingen die afhankelijk zijn van een zeer gestructureerde omgeving. Accenten liggen op sociaal-emotionele aspect, leerniveau, onderwijsaanbod is gericht op hogere uitstroomverwachting.

Team en medezeggenschapsraad,SBO de Petraschool Eindhoven.

Bijlage A. Beschikbare deskundigheid.


deskundigheid beschikbaar Wijze waarop beschikbaar


nee ja Uit eigenformatie

OpBestuurs-niveau

OpniveauSWV

Inhuur opafroep

Toelichting

Logopedist ja ja ja ja ja al gangbaar vanuit Externe Dienst SKPO

CvB ja ja

Schoolmaatschappelijk werker ja ja

Orthopedagoog generalist ja Per 2014

Orthopedagoog ja ja ja ja ja al gangbaar

Remedial teacher ja ja ja ja ja al gangbaar

Coach en videointeractie begeleiding

ja ja ja ja ja al gangbaar

Ambulante begeleider REC4 ja ja ja ja ja al gangbaar

Gedragsspecialisten ja ja ja ja ja al gangbaar

Taalcoördinator ja ja

Autisme specialist ja ja ja ja ja al gangbaar

Dyslexiebehandelaar ja ja

Sova trainers ja ja ja ja ja

Politie ja Extern

Ambtenaar leerplicht ja Extern

jeugdarts ja Extern

Medewerker BJZ ja Extern

CJG ja Extern

Fysiotherapeut ja ja Extern

Ergotherapeut nee

Psycholoog nee

Speltherapeut nee

Motorisch remedial teacher ja ja


Checklijst/instrument

Kengetallen:Leerlingaantallen ( feitelijke aantallen)

Teldatum1-10-2010

Teldatum1-10-2011

Teldatum1-10-2012

Teldatum1-10-2013

150 160 152 157

Het percentage gewogen leerlingen (niet voor SBO)

Teldatum1-10-2010

Teldatum1-10-2011

Teldatum1-10-2012

(Prognose)Teldatum1-10-2013

Nvt nvt nvt nvt

Aantal en percentage deelnemers voorschoolse opvang groep 1 ( PZ en/of KDV met VVE): (niet voor SBO)

Aantal Percentage

nvt nvt

Overzicht van het aantal leerlingen dat in de Commissie van Begeleiding (CvB) is besproken.

Alle leerlingen worden in een bepaalde systematiek binnen de commissie van begeleiding besproken.

Schooljaar 09/10 10/11 11/12 12/13

Aantal leerlingen

Percentage

Uitstroompercentage VO

Aantal en percentage per 1 okt. > 12 jaar

Schooljaar 09/10 10/11 11/12 12/13


Aantal leerlingen 31 23 40 24

Percentage ll. > 12 jaar dat niet is doorgestroomd

Aantal verwijzingen naar SBO (niet voor SBO)

Aantal en percentage per 1 okt.

Schooljaar 09/10 10/11 11/12 12/13

Aantal leerlingen

Aantal naar SBO

Percentage

Aantal verwijzingen naar SO

Einde schooljaar

Schooljaar 09/10 10/11 11/12 12/13

SO 4 2 3 1 1

SO 3 2

SO 2

SO 1

totaal 2 3 1 3

Aantal lln met LGF-financiering

Einde schooljaar

Schooljaar 09/10 10/11 11/12 12/13

REC 4 10 14 18 15

REC 3 6 4 6 4

REC 2 1 1

REC 1 0 0 0 0


Totaal 16 18 25 20

Leerlingen met een OPP (in het SBO hebben alle leerlingen een OPP (zie tabel leerlingenaantallen)

Leerlingenstromen SBO (niet voor BAO)Einde schooljaar.

Schooljaar 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13

Terugplaatsingen BAO 0 0 0 0 6

Doorstroom SBO-SO 2


concept school-ondersteuningsprofiel · web view•klassenmanagement en pedagogisch handelen...

Documents