coen kvk brabant
DESCRIPTION
Highlights COEN KvK Brabant 3de kwartaal 2010TRANSCRIPT
COEN, Conjunctuurenquête NederlandQ3, 3e kwartaal 2010
Regionale HighlightsKamer van Koophandel Brabant
De ConjunctuurEnquête Nederland (COEN) is het gezamenlijke conjunctuuronderzoek van VNO-NCW,MKB Nederland samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), de Kamers van Koophandel enhet Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB).
Dit onderzoek brengt vier keer per jaar de belangrijkste ontwikkelingen en verwachtingen van hetNederlandse bedrijfsleven in kaart, uitgesplitst naar regio en bedrijfstak. Daarbij wordt in de analyse en devraagstelling ingespeeld op actuele ontwikkelingen.
Door de intensieve samenwerking van de partijen aan het conjunctuuronderzoek, dalen de administratievelasten in verband met deze conjunctuurenquêtes met 25%, terwijl de kwaliteit van de statistiek verbeterten de onderzoekskosten dalen. De eerste enquête is in oktober en november 2008 gehouden onder12.000 ondernemers.
De enquête is gebaseerd op kwalitatieve verwachtingen van ondernemingen engeeft daarom meer een stemmingsbeeld van ondernemingen over de huidige en toekomstige gang vanzaken dan een kwantitatief beeld over die gang van zaken.
Pagina 2 van 7 Kamer van Koophandel Brabant
1. Inleiding: Conjunctuurenquête Nederland (COEN)
In deze rapportage worden de resultaten van de
Conjunctuurenquête Nederland (COEN) voor het
werkgebied van de Kamer van Koophandel Brabant
gepresenteerd. Dit gebied bestrijkt de regio’s
Midden-Brabant, Noordoost-Brabant en Zuidoost-
Brabant.
Wat is COEN?
COEN is een landelijke kwartaalenquête, waarbij elk
kwartaal een groep bedrijven, die een betrouwbare
afspiegeling van het totale bedrijfsleven vormen,
wordt gevraagd naar de resultaten in hun bedrijf en
de economische conjunctuur. In totaal gaat het om
28 indicatoren op het gebied van:
Economische prestaties;
Productie en voorraden;
Concurrentiepositie;
Orderpositie;
Economisch klimaat;
Prijzen;
etc.
Daarbij wordt gevraagd naar zowel de realisatie over
het afgelopen kwartaal als naar de verwachtingen
voor het volgend kwartaal. In het vierde kwartaal is
de meting onder de bedrijven het meest intensief. In
deze meting wordt een grotere groep bedrijven
bevraagd en komen meer indicatoren aan de orde
dan in de overige kwartalen. Het gaat daarbij om de
verwachtingen van ondernemers voor het komende
jaar ten aanzien van de omzet, export, investeringen
en de werkgelegenheid. Hiermee kan de tijdsreeks
voor het ondernemersvertrouwen vanuit de
voormalige ERBO-enquête worden doorgezet.
Resultaten
Deze rapportage gaat in op de meting gehouden in het
derde kwartaal van 2010. De resultaten over de realisatie
hebben betrekking op het tweede kwartaal van 2010 en
daarnaast hebben bedrijven verwachtingen uitgesproken
over het derde kwartaal van 2010. Daarnaast zijn er
resultaten van COEN uit het eerste kwartaal van 2010 in
de rapportage opgenomen.
Achtergrond COEN
De kamers van koophandel hebben meer dan 30 jaar de
stand van de economie gepeild met de Enquête
Regionale Bedrijfsontwikkeling (ERBO). Deze enquête
werd steevast in het derde kwartaal van het jaar
gehouden. Echter ook andere organisaties hadden
dergelijke monitoren (EIB, CBS etc.), waardoor de
enquêtedruk onder het bedrijfsleven steeds verder
toenam. Om die reden hebben de kamers van
koophandel, met de benoemende organisaties besloten
om over te gaan tot een nieuw instrument: de
Conjunctuur Enquête Nederland (COEN). Daarbij werken
de kamers van koophandel nauw samen met het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS), VNO-NCW, MKB
Nederland en het Economisch Instituut voor de
Bouwnijverheid (EIB).
Pagina 3 van 7 Kamer van Koophandel Brabant
Highlights COEN 3e kwartaal 2010
Vertraging in het economisch herstel
In het tweede kwartaal van 2010 maakt het ingezette
herstel enigszins een pas op de plaats. Toch zijn drie
van de vier deelindicatoren ten opzichte van een
kwartaal eerder (licht) verbeterd. Wederom scoort de
Brabantse economie op alle indicatoren iets beter dan
het landelijk gemiddelde. Het herstel in het Brabantse
bedrijfsleven zet daarmee nog steeds in iets grotere
mate door dan landelijk gemiddeld.
De indicator voor economische prestaties is
toegenomen van +9,5 naar +11,3 (NL: +8,4). Het cijfer
voor het totale Kamergebied wordt flink
omhooggetrokken door de waarde in Zuidoost-Brabant
(+21,0). Bij ruim een op de drie bedrijven in het
Kamergebied Brabant is de omzet toegenomen ten
opzichte van een kwartaal eerder.
Nog steeds leunt de toename van de vraag naar
producten en diensten sterk op de aantrekkende
export; ruim een derde deel van het Brabantse
bedrijfsleven meldt een toename van de omzet behaald
uit export. Vooral het aantal orders uit het Midden-
Oosten en de zich herstellende Duitse en Britse
economieën nam toe.
Het huidige economisch herstel vertaalt zich echter nog
niet in een toename van de werkgelegenheid. De
pessimisten zijn nog altijd in de meerderheid.
De meerderheid van de bedrijven is (zeer) terughoudend in
het aannemen van nieuw personeel. Veel bedrijven maken
zoveel mogelijk gebruik van flexibele arbeid
(uitzendkrachten), zodat ze snel in kunnen spelen op
veranderende marktomstandigheden.
De verwachtingen van Brabantse ondernemers voor het
derde kwartaal van 2010 zijn minder positief dan verwacht
zou worden op basis van de trend over de voorbije
kwartalen. Vooral in Midden-Brabant verwachten relatief
veel bedrijven een terugval.
Landelijk is in augustus zowel het producenten- als
consumentenvertrouwen verbeterd. In Noord-Brabant daalt
de werkloosheid (het aantal niet-werkende werkzoekenden
ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf) bovendien vanaf
de piek in december vorig jaar. De koopbereidheid onder
consumenten blijft echter relatief laag.
Het oordeel van Brabantse bedrijven over hun
concurrentiepositie is marginaal verbeterd van +4,5 naar
+5,1 (NL: +2,4). Ondernemers zijn relatief gezien het meest
tevreden over hun concurrentiepositie op de wereldmarkt
(buiten de EU), terwijl de grootste verbetering zich voordoet
in het oordeel over de concurrentiepositie op de
Nederlandse markt.
Figuur 1: Economische prestaties Nederland, KvK Brabant,
Noordoost-, Zuidoost- en Midden-Brabant
Figuur 2: Concurrentiepositie Nederland, KvK Brabant, Noordoost-,
Zuidoost- en Midden-Brabant
-20
-10
0
10
20
30
4e kw . 2009 1e kw . 2010 2e kw . 2010 3e kw . 2010
(verw .)
Nederland KvK Brabant Noordoost -Brabant Zuidoost -Brabant Midden-Brabant
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
10
4e kw . 2009 1e kw . 2010 2e kw . 2010
Nederland KvK Brabant Noordoost -Brabant Zuidoost -Brabant Midden-Brabant
Pagina 4 van 7 Kamer van Koophandel Brabant
De indicator productie & voorraad is opnieuw
verbeterd, ditmaal van 40,1 naar 45,2 (NL: 41,1). Een
op de drie Brabantse bedrijven meldt een
productietoename over het tweede kwartaal. Net als bij
de vorige meting is de verbetering van de indicator het
grootst in Zuidoost-Brabant (+6,8). Zuidoost-Brabant is
hiermee op gelijke hoogte gekomen met de stabiele
hoge score in Noordoost-Brabant. De regio Midden
blijft hierbij wel iets achter, maar laat ook een positieve
ontwikkeling zien ten opzichte van het voorafgaande
kwartaal.
De indicator orderpositie is in het tweede kwartaal iets
verslechterd ten opzichte van vorig kwartaal: van -9,9 tot
-11,3 nu (NL: -11,7). De hooggespannen verwachtingen bij
de vorige meting worden daarmee vooralsnog niet
waargemaakt. Voor het derde kwartaal steken vooral de
sombere verwachtingen van Midden-Brabantse
ondernemers schril af tegen die van hun collega’s in
Noordoost- en Zuidoost-Brabant.
In het oordeel van bedrijven over de ontwikkeling in hun
orderontvangst is sprake van een terugval. Desalniettemin
zijn de optimisten in alle regio’s nog in de meerderheid,
hoewel in Midden-Brabant slechts met een kleine marge.
Figuur 3: Productie en voorraad Nederland, KvK Brabant,Noordoost-, Zuidoost- en Midden-Brabant
Figuur 4: Orderpositie Nederland, KvK Brabant, Noordoost-,Zuidoost- en Midden-Brabant
0
10
20
30
40
50
60
4e kw . 2009 1e kw . 2010 2e kw . 2010
Neder land KvK Brabant Noordoost -Brabant Zuidoost -Brabant Midden-Brabant
-40
-30
-20
-10
0
10
20
4e kw . 2009 1e kw . 2010 2e kw . 2010 3e kw . 2010
(verw .)
Neder land KvK Brabant Noordoost -Brabant Zuidoost -Brabant Midden-Brabant
Ontwikkeling naar sector Ontwikkeling naar regioIn de industrie als geheel zet het herstel ook in het
derde kwartaal door, behalve in de branches die sterk
van de bouwsector afhankelijk zijn, zoals de hout- en
bouwmaterialenindustrie en de meubelbranche. De
bouwsector blijft het zorgenkindje van de economie.
De omzetverwachting voor het 3e
kwartaal is hier nóg
negatiever dan landelijk. De tijdelijke verlaging van het
BTW-tarief voor woningverbeteringen kan een
welkome, doch beperkte impuls betekenen.
Gunstige exportcijfers beïnvloeden ook nu weer de
Brabantse industrie positief. De Brabantse groothandel
behaalt veel minder goede cijfers. De detailhandel en
de zakelijke dienstverlening in Brabant verwachten het
herstel uit het tweede kwartaal vast te kunnen houden.
De landelijk vrij gunstige omzetontwikkeling in de
horecasector zien we noch in de waarneming, noch in
de verwachting voor het 3e
kwartaal terug in de regio.
Binnen Brabant doet vooral de regio Zuidoost het goed.
Met name op de indicator economische prestaties steekt
Zuidoost-Brabant positief af. Het sterke herstel wordt vooral
gedragen door de goed presterende industrie in “Brainport”.
Midden-Brabant blijft achter bij de overige twee regio’s,
vooral wat betreft de indicator economische prestaties.
Daarentegen scoort de regio het hoogst op de indicator
concurrentiepositie dankzij een merkbare verbetering op
de binnenlandse en EU markt. De verwachtingen van
Midden-Brabantse ondernemers voor het derde kwartaal
zijn relatief negatief voor de indicatoren economische
prestaties en orderpositie, zeker vergeleken met de
overige twee regio’s.
Noordoost-Brabant neemt een middenpositie in en scoort
met name sterk op de indicatoren concurrentiepositie en
productie & voorraad.
Pagina 5 van 7 Kamer van Koophandel Brabant
Hoe komen de COEN-scores tot stand?
In bovenstaande figuren zijn de scores van het Nederlandse en Brabantse bedrijfsleven op vier hoofdindicatoren
weergegeven. Deze indicatoren zijn: economische prestaties, concurrentiepositie, productie en voorraad en orderpositie.
Elk van deze indicatoren bestaat weer uit drie onderliggende indicatoren, te weten:
Economische prestaties:
Concurrentiepositie:
Productie en voorraad:
Orderpositie:
Omzet, export, personeelssterkte
Concurrentiepositie binnenland, concurrentiepositie in de EU, concurrentiepositie buiten de EU
Productie, productiecapaciteit, voorraad
Ingekomen orders, orderpositie algemeen, orderpositie buitenland
De score op elke indicator wordt berekend door de positieve antwoorden (stijging, toename, groot) te verminderen met de
negatieve antwoorden (daling, afname, klein). Uitzondering vormen de indicatoren productiecapaciteit en voorraad,
waarbij het aantal bedrijven met een normale capaciteit/voorraad wordt verminderd met het aantal bedrijven met een (te)
grote of (te) kleine capaciteit of voorraad.
Elke indicator heeft een minimale score van –100 en een maximale score van +100.
Pagina 6 van 7 Kamer van Koophandel Brabant
Ontwikkeling hoofdindicatoren in de tijd
Figuur 5: Ontwikkeling 4 hoofdindicatoren KvK Brabant
-50%
-40%
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
40%
Q3_'08 Q4_'08 Q1_'09 Q2_'09 Q3_'09 Q4_'09 Q1_'10 Q2_'10
Omzet Export Personeel Orders
De Brabantse economie scoort op alle indicatoren
boven het landelijk gemiddelde. Maar vergeleken
met het voorgaande kwartaal is de voorsprong wel
kleiner geworden. De 'early indicators' van de
conjuncturele ontwikkeling, de order- en export-
ontwikkeling, laten in het tweede kwartaal van 2010
- voor het eerst sinds begin 2009 - een vertraging
zien, maar blijven in de plus (dus per saldo een
verbetering). Van de overige indicatoren laat de
omzet juist weer een licht stijgende lijn zien, na een
kleine dip in het begin van 2010. De indicator
personeel is de enige die nog geen positieve score
haalt. Deze indicator reageert altijd met een zekere
vertraging en kent een meer geleidelijk verloop dan
de overige indicatoren. De waarde van de indicator
bij de laatste waarneming geeft aan dat het
personeelsbestand zich aan het stabiliseren is.
Figuur 6: Ontwikkeling omzetsaldo KvK Brabant en Nederland
-40%
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
Q3_'08 Q4_'08 Q1_'09 Q2_'09 Q3_'09 Q4_'09 Q1_'10 Q2_'10
KvK Brabant
Nederland
De omzetten van het bedrijfsleven in KvK Brabant
hebben zich sinds begin 2009 krachtiger hersteld
dan in Nederland als geheel. Dat is met name toe
te schrijven aan een gunstigere ontwikkeling in de
omvangrijke Brabantse industrie-sector. De continu
opgaande lijn toont, na een afzwakking in het 1e
kwartaal van dit jaar, in het 2e
kwartaal weer een
verdergaande groei. De regionale ontwikkeling van-
kwartaal-op-kwartaal verloopt goeddeels parallel
met de landelijke ontwikkeling. Wel is het verschil
tussen de landelijke en de regionale cijfers kleiner
geworden. De omzet-verwachtingen zijn zowel
landelijk als regionaal minder uitbundig.
Figuur 7: Ontwikkeling exportsaldo KvK Brabant en Nederland
-50%
-40%
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
Q3_'08 Q4_'08 Q1_'09 Q2_'09 Q3_'09 Q4_'09 Q1_'10 Q2_'10
KvK Brabant
Nederland
Alle opgevoerde indicatoren vertonen globaal
genomen redelijk synchroon verlopende patronen.
Kenmerkend voor de export zijn de grotere en
eerder te signaleren negatieve en positieve
bewegingen in het verloop van de ontwikkelings-
lijnen. De signalen duiden voor het 2e
kwartaal
overwegend op een stevige exportgroei, maar
houden voor het Brabantse Kamergebied wel een
temporisering van de uitbundige groei in het eerste
kwartaal in. De landelijke ontwikkeling geeft ten
gevolge van een breder pakket aan export-
producten en -diensten een gelijkmatiger en langer
aanhoudend positief verloop te zien; de landelijke
groeicurve komt nu dicht bij de regionale lijn.
Pagina 7 van 7 Kamer van Koophandel Brabant
Figuur 8: Ontwikkeling personeelssaldo KvK Brabant en Nederland
-40%
-30%
-20%
-10%
0%
10%
Q3_'08 Q4_'08 Q1_'09 Q2_'09 Q3_'09 Q4_'09 Q1_'10 Q2_'10
KvK Brabant
Nederland
Voor de indicator personeel is – als enige - nog
geen positieve score te melden sinds het 4e
kwartaal van 2008. De waarde van de indicator
voor het 2e
kwartaal geeft aan dat de personeels-
sterkte naar stabilisatie tendeert en zich op
eenzelfde niveau bevindt als landelijk. Bedrijven
tonen zich nog altijd terughoudend om nieuw
personeel aan te nemen. Het is zeer de vraag of de
naaste toekomst op dit punt verbetering zal
brengen. De verwachtingen voor het 3e
kwartaal
wijzen per saldo op een dalende personeelssterkte,
o.a. in de industrie, de bouw en de handel. Een
opvallend positief geluid op dit punt komt uit de
Brabantse sector vervoer en communicatie.
Figuur 9: Ontwikkeling ordersaldo KvK Brabant en Nederland
-50%
-40%
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
Q3_'08 Q4_'08 Q1_'09 Q2_'09 Q3_'09 Q4_'09 Q1_'10 Q2_'10
KvK Brabant
Nederland
Meer nog dan de exportontwikkeling levert het
verloop van het ordersaldo een vroegtijdig signaal
voor welke kant de totale economie opgaat. Vanaf
het 4e
kwartaal 2009 is het ordersaldo positief
geweest in het gebied van de Kamer Brabant. In
het eerste kwartaal van 2010 is de ontwikkeling
zelfs als bijzonder gunstig aan te merken. Ook in
het tweede kwartaal hebben de orderportefeuilles
zich per saldo positief ontwikkeld, zij het wel met
een duidelijke hapering. In de landelijke cijfers komt
deze pas-op-de-plaats (nog) niet tot uitdrukking. De
Brabantse industriële bedrijven en de zakelijke
dienstverleners blijven opvallend positief gestemd
voor het 3e
kwartaal, ook in vergelijking met de
landelijke branchegenoten. De negatieve
verwachtingen in de overige sectoren trekken de
totaal-uitkomsten mogelijk echter net in de min.
Figuur 10: Ontwikkeling productiesaldo KvK Brabant en Nederland
-40%
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
Q3_'08 Q4_'08 Q1_'09 Q2_'09 Q3_'09 Q4_'09 Q1_'10 Q2_'10
KvK Brabant
Nederland
De productie hangt uiteraard nauw samen met de
ontwikkeling van het aantal orders, c.q. volgt die
over het algemeen met een - kleiner wordende -
vertraging in de tijd. De ratio voor bedrijven om de
productie snel af te stemmen op de vraag is evident
en wint aan belang: immers het risico onverkochte/
onverkoopbare voorraden aan te houden neemt toe
en geldt voor steeds meer producten (kortere 'time-
to-the-market'). Evenals landelijk komt voor het
Kamergebied opnieuw een gunstige productie-
ontwikkeling naar voren in het 2e
kwartaal. Voor het
3e
kwartaal is de verwachting minder, maar per
saldo nog net positief; de industrie rekent op een
positief productiesaldo, maar minder uitbundig,
terwijl de bouw met een (sterk) krimpend productie-
volume rekening houdt in het derde kwartaal.