besluit - acm · investeringsfondsen beheerd door 3i group. 3i europartners iii a.l.p. houdt de...
TRANSCRIPT
BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in
artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.
Nummer 3243/36
Betreft zaak: 3i Group, VS&A / TeleMedia
Openbare Versie
Nederlandse Mededingingsautoriteit
1 Openbare Versie
I. MELDING
1. Op 27 november 2002 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van
artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat 3i Group plc, De Telefoongids
Antilles N.V., 3i Europartners III A.L.P., 3i Europartners III B.L.P. enerzijds en VS&A – Directories
L.L.C., VS&A – Directories Parallel L.L.C. anderzijds voornemens zijn gemeenschappelijke
zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet, over
TeleMedia Nederland B.V., een dochtermaatschappij van Koninklijke KPN N.V.
2. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 233 van 3 december 2002. Naar
aanleiding van de mededeling in de Staatscourant is door een derde een zienswijze naar voren
gebracht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op deze zienswijze te reageren. Voorts zijn
partijen en de derde die de zienswijze naar voren heeft gebracht, over en weer in de gelegenheid
gesteld op elkaars reacties en aanvullingen te reageren.
II. PARTIJEN
3. 3i Group plc (hierna: 3i Group) is een naamloze vennootschap naar Engels recht en
gevestigd in Londen. 3i Europartners III A.L.P. en 3i Europartners III B.L.P. zijn
investeringsfondsen beheerd door 3i Group. 3i Europartners III A.L.P. houdt de aandelen in De
Telefoongids Antilles N.V. Volgens partijen heeft 3i Group zeggenschap over De Telefoongids
Antilles N.V., 3i Europartners III A.L.P. en 3i Europartners III B.L.P. (hierna tezamen: 3i-fondsen).
3i Group heeft in Nederland een controlerend belang in De Boer Investments, Adnovate Holding
B.V., L.C.G. Malmberg B.V. en United Transport Tankcontainers Holdings B.V.
4. 3i Group houdt zich bezig met het investeren in ondernemingen in verschillende sectoren
van de industrie en dienstverlening in Europa, Azië en de Verenigde Staten. De Boer Investments
B.V. is actief als verhuurder van tijdelijke accommodaties. Adnovate Holding B.V. biedt zakelijke
adverteerders de mogelijkheid via een systeem print advertenties op te stellen en te plaatsen.
L.C.G. Malmberg B.V. is actief op het gebied van de publicatie en verkoop van educatief
Openbare versie
2 Openbare versie
leesmateriaal, waaronder leerboeken ten behoeve van het basisonderwijs in Nederland,
educatieve tijdschriften en educatieve elektronische producten. United Transport Tankcontainers
Holdings B.V. is actief op het gebied van het aanbieden van transportdiensten met behulp van
tankcontainers.
5. VS&A – Directories L.L.C. en VS&A – Directories Parallel L.L.C. (hierna tezamen: VSS-
vennootschappen), twee zogenaamde limited liability companies naar het recht van de staat
Delaware (Verenigde Staten), zijn in eigendom van VS&A Communications Partners ��� L.P. en
VS&A Communications Parallel Partners L.P. (hierna tezamen: VSS). VSS wordt beheerd door
VS&A Equities III L.L.C.
6. VSS is een zogenaamd limited partnership actief op het gebied van de verstrekking van
private equity. VSS is daarbij vooral gericht op het investeren in ondernemingen die actief zijn in
de media, communicatie en informatie industrie. VSS is niet actief in Nederland.
7. Telefoongids Media B.V.1 (hierna: Telefoongids Media) is een besloten vennootschap naar
Nederlands recht. Telefoongids Media is een dochtermaatschappij van Koninklijke KPN N.V.
8. Telefoongids Media verzorgt de productie en distributie van de telefoongids in gedrukte
vorm, een Cd-foongids (de elektronische versie van de telefoongids op Cd-rom) en een
telefoongids op internet. Daarnaast is Telefoongids Media actief op het gebied van de verkoop
van advertentieruimte in de gedrukte telefoongids en in de telefoongids op internet.
III. DE GEMELDE OPERATIE
9. De gemelde operatie betreft de verkoop door KPN Directory Services B.V., een
dochtermaatschappij van Koninklijke KPN N.V., van alle aandelen in Telefoongids Media aan een
speciaal hiervoor door 3i Group, 3i-fondsen, en VSS-vennootschappen opgerichte vennootschap:
De Telefoongids Holding B.V. (hierna: De Telefoongids Holding). 3i Group (direct en door middel
van 3i-fondsen) en VSS (door middel van VSS-vennootschappen) zullen [...]* [40 - 50]% van de
aandelen houden. De resterende [10 - 20]% van de aandelen wordt gehouden door het
Management en de Stichting Medewerkers en Management Participatie De Telefoongids. Partijen
hebben de overeenkomst ‘Investment Agreement relating to De Telefoongids Holding B.V.’ tussen 3i
Group, 3i-fondsen, VSS-vennootschappen, Stichting Medewerkers en Management Participatie De
Telefoongids en De Telefoongids Holding B.V. (hierna: Investeringsovereenkomst), gedateerd 14
november 2002, overgelegd.
1 Voorheen TeleMedia Nederland B.V. genaamd.
* Vertrouwelijke gegevens, gewist voor publicatie
Openbare versie
3 Openbare versie
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
10. Voor de beoordeling van de toepasselijkheid van het concentratietoezicht wordt in het
navolgende ingegaan op de vraag of de gemelde operatie resulteert in de totstandbrenging van
een gemeenschappelijke onderneming die duurzaam alle functies van een zelfstandige
economische eenheid vervult en die er niet toe leidt dat de oprichtende ondernemingen hun
marktgedrag coördineren.
Gezamenlijke zeggenschap
11. 3i Group (direct en via 3i-fondsen) en VSS (door middel van VSS-vennootschappen)
zullen […]* beschikken over [40 -50]% van de aandelen in De Telefoongids Holding, die alle
aandelen Telefoongids Media heeft verworven. Uit de door partijen overgelegde stukken blijkt dat
besluiten, zoals de goedkeuring van het businessplan, die het strategische commerciële gedrag
van Telefoongids Media bepalen de instemming van zowel 3i Group als VSS behoeven. Op grond
hiervan kan worden geconcludeerd dat 3i Group en VSS gezamenlijke zeggenschap zullen
verwerven over Telefoongids Media.
Duurzame zelfstandige economische eenheid
12. Telefoongids Media is een bestaande vennootschap. De vennootschap zal volgens
partijen beschikken over een eigen management en over toegang tot voldoende middelen,
waaronder financiële middelen, personeel en materiële en immateriële activa.
13. Volgens partijen is er geen sprake van een afhankelijkheidsrelatie van de
gemeenschappelijke onderneming van Telefoongids Media voor (bepaalde delen van) haar
activiteiten van haar aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn financiële investeerders en te
vergelijken met financiële instellingen, aldus partijen.
14. De overdracht van aandelen Telefoongids Media aan 3i Group en VSS vindt plaats voor
onbepaalde tijd. Er is geen reden om aan te nemen dat Telefoongids Media geen duurzame
onderneming is.
15. Er is geen reden om aan deze weergave van partijen ten aanzien van de afhankelijkheid
en duurzaamheid van de onderneming te twijfelen. Gelet op het bovenstaande kan geconcludeerd
worden dat de gemeenschappelijke onderneming duurzaam alle functies van een zelfstandige
economische eenheid zal vervullen.
Openbare versie
4 Openbare versie
Geen coördinatie door de moederondernemingen
16. Aangezien VSS geen activiteiten in Nederland heeft, is het niet aannemelijk dat de
concentratie leidt tot coördinatie van het marktgedrag door de moederondernemingen in
Nederland.
Conclusie
17. Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de gemelde operatie een
concentratie is in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. De hierboven, onder
punt 9 beschreven transactie leidt ertoe dat 3i Group en VSS gezamenlijke zeggenschap verkrijgen
over Telefoongids Media.
18. Betrokken ondernemingen zijn: 3i Group, VSS en Telefoongids Media.
19. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde
concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde
concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING
20. Bij de beoordeling zal allereerst gekeken worden naar de markten waar sprake is van een
verticale relatie. Er is in onderhavige zaak geen sprake van horizontale overlap. Vervolgens zullen
de zienswijze van een derde, de reactie van partijen hierop en de beoordeling van deze zienswijze
aan de orde komen.2
A. Relevante markten
Rel evant e pr oduct mar kt en
21. 3i Group heeft een controlerend belang in Adnovate Holding B.V. (hierna: Adnovate).
Adnovate is een bedrijf dat zakelijke adverteerders een geïntegreerde dienst aanbiedt voor het
maken en plaatsen van advertenties die regelmatig worden geplaatst en een zelfde format hebben
met wisselende inhoud. Deze dienst bestaat voornamelijk uit het aanbieden van software voor het
opstellen van dergelijke advertenties. Deze activiteit kan beschouwd worden als een pre-
pressactiviteit, aangezien het de voorbereiding betreft van content voor gedrukte media. Daarnaast
verzorgt Adnovate volgens partijen, op verzoek van adverteerders die gebruik maken van haar
software, ook de plaatsing van advertenties in de media, bestaande uit onder andere de inkoop
van advertentieruimte.
* Vertrouwelijke gegevens, gewist voor publicatie2 Deze wijze van behandeling is gekozen omdat de zienswijze van de derde niet de beïnvloede markten betreft.
Openbare versie
5 Openbare versie
Pre-pressdiensten
22. Pre-pressdiensten zijn ook onderdeel van de productie van papieren telefoongidsen door
Telefoongids Media. Partijen zijn van mening dat Telefoongids Media niet actief is als aanbieder
van pre-pressactiviteiten aan derden. Zij stellen dat Telefoongids Media geen omzet met pre-
pressactiviteiten genereert, omdat op de facturen die zij uitstuurt de kosten voor pre-
pressactiviteiten niet afzonderlijk genoemd staan.
23. Voorts geven partijen aan dat in het kader van de eigen activiteiten van Telefoongids
Media ook pre-pressactiviteiten moeten worden verricht. Deze diensten, die meer specifiek het
verzorgen van de pagina-layout en het vervaardigen van advertenties betreffen, worden volgens
partijen ingekocht bij een derde. Partijen zijn van mening dat er geen sprake is van een
horizontale relatie maar hooguit van een verticale relatie.
Beoordeling
24. Pre-pressdiensten bestaan uit het verwerken van tekst, beeld, layout en dergelijke,
aangeleverd in analoge of digitale vorm, tot een film of tot een plaat die direct kan worden
gebruikt voor vermenigvuldiging in drukkerijen. Het Koninklijk Verbond van Grafische
Ondernemingen (hierna: KVGO) onderscheidt met betrekking tot pre-pressdiensten de volgende
productcategorieën: filmzetsels, gemonteerde pagina’s, fotolitho’s, overige drukvormen en
beelddragers, overige zelfvervaardigde producten, loondiensten en handelsgoederen. In eerdere
besluiten3 is in het midden gelaten of er sprake is van een markt voor pre-pressdiensten, of dat
binnen deze markt nader onderscheid moet worden gemaakt tussen verschillende
productgroepen.
25. Ook in onderhavige zaak kan in het midden worden gelaten of er sprake is van een markt
voor pre-pressdiensten, of dat een nadere segmentering naar productmarkten nodig is aangezien
de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 31 tot en met 38).
Advertenties
26. Uit het voorgaande (zie punt 21) blijkt dat Adnovate actief is als inkoper van
advertentieruimte, terwijl Telefoongids Media actief is als verkoper van advertentieruimte. Volgens
partijen is er echter geen sprake van een verticale relatie, omdat Telefoongids Media uitsluitend
actief is op de afzonderlijke markt voor advertentieruimte in gidsen, terwijl Adnovate uitsluitend
actief is op de markt voor advertenties in dag- en weekbladen.
3 Besluit van 22 januari 1998 in zaak 1159/Brouwer – Neroc, punt 12 en 19 en besluit van 11 februari 1999 in zaak
1222/Brouwer – Wegener Grafische Groep, punt 11.
Openbare versie
6 Openbare versie
Beoordeling
27. In het besluit in zaak 27/NV verenigd Bezit VNU – ITT World Directories4 is een mogelijke
markt voor ‘het tegen vergoeding ter beschikking stellen van advertentieruimte aan adverteerders
in gidsen met ondernemingsgegevens, onder meer inhoudende adressen en categorisering naar
branche, met als primaire doelgroep consumenten’ omschreven5. In bovengenoemd besluit6 is
ook aangegeven dat gidsen die zich primair op consumenten richten, zich onderscheiden van
gidsen die uitsluitend op het bedrijfsleven gerichte ondernemingsinformatie bevatten. De vraag of
er een aparte markt kon worden onderscheiden voor het tegen vergoeding ter beschikking stellen
van advertentieruimte aan adverteerders in gidsen met ondernemingsgegevens, onder meer
inhoudende adressen en categorisering naar branche, met als primaire doelgroep consumenten,
is echter in bovengenoemd besluit in het midden gelaten, aangezien het de materiële beoordeling
niet beïnvloedde. Om die reden is tevens in het midden gelaten of binnen deze mogelijk te
onderscheiden markt nog een nader onderscheid kon worden gemaakt tussen gidsen in gedrukte
vorm en in andere vormen, zoals Cd-rom, Internet en via telefonische zoekdiensten.7
28. Ook in onderhavige zaak kan in het midden worden gelaten of er een aparte (deel-)markt
bestaat voor het tegen vergoeding ter beschikking stellen van advertentieruimte aan adverteerders
in gidsen met ondernemingsgegevens, met als primaire doelgroep consumenten, en of
hierbinnen nadere markten naar informatiemedium kunnen worden onderscheiden, aangezien dit
de materiële beoordeling niet beïnvloedt (zie de punten 39 tot en met 42)
Rel evant e geogr af ische mar kt en
Pre-press
29. In een eerder besluit8 is in het midden gelaten of de geografische markt voor pre-
pressdiensten nationaal, ruimer dan nationaal of regionaal is. Ook in het onderhavige geval kan
een exacte geografische afbakening van de markt achterwege blijven, omdat de materiële
beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 31 tot en met 38).
4 Besluit van 4 februari 1998, punt 8 tot en met 14.5 Vergelijk ook de beschikking van de Europese Commissie van 13 oktober 1999 in zaak IV/M.1439-Telia/Telenor, punten
108 en 109. Hier wordt de verkoop van advertentieruimte in lokale papieren telefoonboeken als afzonderlijke
productmarkt beschouwd.6 Zaak 27/NV verenigd bezit VNU – ITT World Directories, reeds aangehaald, punt 10.7 Zaak 27/NV verenigd bezit VNU – ITT World Directories, reeds aangehaald, punt 13.8 Zaak 1159/Brouwer – Neroc, reeds aangehaald, punt 15.
Openbare versie
7 Openbare versie
Advertenties
30. In eerdere besluiten9 is ten aanzien van diverse (mogelijke) markten voor de verkoop van
advertenties geconcludeerd dat deze markten in elk geval beperkt zijn tot Nederland. Een nadere
afbakening van de geografische markt op basis van een regionale indeling is in onderhavige zaak
niet noodzakelijk aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de
punten 39 tot en met 42).
Pre-press
31. Volgens een schatting van het KVGO bedroeg de omvang van de Nederlandse pre-
pressmarkt in 2001 ongeveer EUR 300 miljoen. Op basis van deze marktomvang bedraagt het
marktaandeel van Adnovate op een nationale markt voor pre-pressdiensten minder dan 5%.
32. Telefoongids Media is niet actief als aanbieder van pre-pressactiviteiten aan derden.
Telefoongids Media koopt pre-pressdiensten in ten behoeve van de productie van witte en roze
gidsen bij derden. Op basis van deze marktomvang bedraagt het marktaandeel van Telefoongids
Media voor wat betreft inkoop op een nationale markt voor pre-pressdiensten minder dan 5%.
33. Partijen hebben aangegeven dat zij in geen enkele regio in Nederland een marktaandeel
hebben dat hoger ligt dan 10%. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen.
34. Indien de markt voor pre-pressdiensten ruimer dan nationaal zou worden gedefinieerd,
dan zou het marktaandeel van partijen kleiner zijn dan het nationale marktaandeel, aangezien
geen van beide ondernemingen buiten Nederland actief is.
35. Ten aanzien van een mogelijk nader onderscheid naar type diensten in de markt voor pre-
pressactiviteiten hebben partijen aangegeven dat beide ondernemingen op onderscheiden, niet
overlappende subsegmenten actief zijn en dat zij niet met elkaar in concurrentie treden.
36. Voor de beoordeling is tevens van belang dat de pre-pressmarkt een dynamisch karakter
kent. Door technologische ontwikkelingen ontstaat branchevervaging tussen traditionele pre-
pressbedrijven en reclamebureaus. Er is bovendien concurrentiedruk vanuit aanpalende sectoren.
De expertise om een folder te maken komt sterk overeen met de expertise die nodig is om
internetapplicaties of Cd-rom’s te vervaardigen. Mede ten gevolge van de relatief geringe
9 Zaak 27/NV verenigd bezit VNU – ITT World Directories, reeds aangehaald, punt 16.
Openbare versie
8 Openbare versie
benodigde investeringen is een groot aantal ondernemingen actief op het gebied van pre-press en
zijn er toetredingsmogelijkheden voor andere partijen.10
37. Gezien de marktaandelen van partijen op het gebied van respectievelijk verkoop en
inkoop van pre-pressdiensten, en het dynamische karakter van de markt voor pre-pressdiensten is
het niet aannemelijk dat als gevolg van de concentratie marktafsluitende effecten te verwachten
zijn.
38. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat
als gevolg van de concentratie een economische machtspositie op het gebied van pre-
pressdiensten ontstaat of wordt versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging
op een eventuele Nederlandse markt voor pre-pressdiensten of een deel daarvan op significante
wijze wordt belemmerd.
Advertenties
39. De totale Nederlandse markt voor advertenties bedroeg naar schatting van het Bureau
Budget Controle in 2001 EUR 5,023 miljard. Volgens deze zelfde organisatie bedroeg naar
schatting in 2001 de Nederlandse markt voor advertentieruimte in telefoongidsen EUR 284
miljoen, de markt voor advertenties in dagbladen EUR 1,71 miljard en de markt voor advertenties
in weekbladen EUR 925 miljoen.
40. Telefoongids Media verkoopt uitsluitend advertentieruimte in telefoongidsen. Wanneer
wordt uitgegaan van een afzonderlijke markt voor advertentieruimte in gidsen, dan is er geen
overlap tussen activiteiten van beide partijen. Dit geldt ook wanneer deze afzonderlijke markt voor
advertentieruimte in gidsen nader onderverdeeld wordt naar publicatiemedium. Uitgaande van
een nationale markt bedraagt het marktaandeel van Telefoongids Media op de totale markt voor
advertenties minder dan 5% en het marktaandeel in inkoop van Adnovate eveneens minder dan
5%. Uitgaande van de nauwst mogelijke markt waarop beide onderneming actief zijn, namelijk de
markt voor advertentieruimte in dagbladen, weekbladen en telefoongidsen, bedraagt het
marktaandeel van Telefoongids Media nog steeds minder dan 5% en het marktaandeel in inkoop
van Adnovate eveneens minder dan 5%.
41. Partijen hebben aangegeven dat zij in geen enkele regio in Nederland een marktaandeel
hebben dat hoger ligt dan 10%. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen.
42. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat
als gevolg van de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt
10 Zaak 1159/Brouwer – Neroc, reeds aangehaald, punt 19.
Openbare versie
9 Openbare versie
die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op een eventuele Nederlandse markt
voor advertenties of een onderdeel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
- Zienswijze
43. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant is door een derde een zienswijze
naar voren gebracht. Deze derde vreest dat de transactie ertoe zal leiden dat één marktpartij, te
weten Telefoongids Media, een geprivilegieerde toegang krijgt tot de markt voor
abonneegegevens van KPN en daarmee haar monopolie op de markt voor universele papieren
gidsen kan bestendigen en uitbreiden tot aangrenzende markten voor de verlening van informatie
over telefonische aansluitingen.
44. De indiener van de zienswijze spreekt in dit verband van een verticaal foreclosure
probleem met horizontale effecten op de markten waar de indiener van de zienswijze en
Telefoongids Media elkaar beconcurreren.
45. Het uitgangspunt van de indiener van de zienswijze met betrekking tot de
marktafbakening is als volgt: allereerst onderscheidt hij een markt voor de abonneegegevens van
iedere operator afzonderlijk. Vervolgens stelt de indiener van de zienswijze dat binnen de markt
voor informatievoorziening over telefonieaansluitingen allereerst diverse productmarkten voor
universele informatie11 enerzijds en bedrijfsinformatie anderzijds worden onderscheiden.
Vervolgens worden diverse markten naar informatiemedia onderscheiden. De indiener
identificeert aldus in totaal acht productmarkten, te weten:
(i) De markt voor universele gidsen op papier;
(ii) De markt voor universele gidsen op Cd-rom;
(iii) De markt voor universele gidsen op Internet;
(iv) De markt voor universele abonnee-informatiediensten;
(v) De markt voor bedrijfsinformatie op papier;
(vi) De markt voor bedrijfsinformatie op Cd-rom;
(vii) De markt voor bedrijfsinformatie op Internet en
(viii) De markt voor bedrijfsinformatie via abonnee-informatiediensten.
46. De zienswijze heeft vooral betrekking op de mogelijkheid van derde partijen om van KPN
telefoonnummers met bijbehorende informatie te ontvangen ten behoeve van de vervaardiging
van telefoongidsen. Uit hoofde van artikel 43 van het Besluit ONP Huurlijnen en Telefonie (hierna:
11 Dit is informatie met betrekking tot alle telefoonaansluitingen, zowel zakelijk als particulier.
Openbare versie
10 Openbare versie
BOHT)12 rust op degene die een telefoonnummer in gebruik geeft, een verplichting om op verzoek
in een overeengekomen formaat, op billijke, kostengeoriënteerde en niet-discriminerende
voorwaarden die nummers en bijbehorende informatie beschikbaar te stellen ten behoeve van de
beschikbaarstelling van universele13 telefoongidsen.
47. De indiener van de zienswijze geeft aan dat er ook nu reeds verschil van inzicht is met
KPN ten aanzien van de reikwijdte van de verplichtingen uit hoofde van artikel 43 BOHT. De
indiener van de zienswijze gaat hierbij uit van een uitspraak van OPTA14 en een uitspraak van de
Rechtbank Rotterdam15. Deze hebben bepaald dat onder de ‘telefoonnummers met bijbehorende
informatie’ als genoemd in artikel 43 BOHT moet worden verstaan:
(i) Alarmnummers;
(ii) Telefoonnummer van de aansluiting;
(iii) Naam en voorletters, eventueel bedrijfsnaam;
(iv) Volledig adres waaronder postcode;
(v) Een eventuele extra vermelding van het telefoonnummer onder een andere naam;
(vi) De vermelding of de aansluiting als faxlijn wordt gebruikt;
(vii) Extra vermelding van (een) mobiel(e) telefoonnummer(s);
(viii) Extra vermelding van beroep en
(ix) Extra vermelding in andere gemeenten.
48. De indiener van de zienswijze geeft aan dat KPN onderscheid maakt tussen
‘basisvermeldingen’, waaronder de items (ii), (iii), (iv) en (vi) worden verstaan en ‘extra
vermeldingen’, waaronder alle overige bovengenoemde items vallen. Bij deze terminologie zal in
dit besluit worden aangesloten16. Tevens geeft de indiener van de zienswijze aan dat hij slechts de
zogenaamde ‘basisvermeldingen’ ontvangt, in ieder geval niet (alle) extra vermeldingen, of in
ieder geval niet alle onder (v) genoemde vermeldingen.
49. De indiener van de zienswijze vreest dat KPN een mogelijkheid ziet om de verplichtingen
die uit hoofde van artikel 43 BOHT op haar als operator rusten, in te perken, door de database(s)
12 Stb. 1998, 639. Dit besluit is onder meer ter uitvoering van de artikelen 7.1 en 7.5 van de Telecommunicatiewet
vastgesteld. 13 Dit zijn telefoongidsen waarin telefoonnummers van abonnees bij alle operators van vaste en mobiele telefoondiensten
zijn opgenomen, met uitzondering van de nummers van die abonnees die te kennen hebben gegeven niet in een gids te
willen worden vermeld.14 Beslissing op bezwaar van 4 december 2000.15 Uitspraak van de Arrondissementsrechtbank Rotterdam van 21 juli 2001 in zaak Telec 01/0666 SIMO, in de gedingen
tussen KPN Telecom B.V., Denda Multimedia B.V. en de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.16 Met uitzondering van het onder (i) genoemde alarmnummer (‘112’). Deze wordt voor het onderhavige geval buiten
beschouwing gelaten.
Openbare versie
11 Openbare versie
die voor de levering van nummers met bijbehorende informatie nodig zijn over te dragen aan
Telefoongids Media. Meer concreet vermoedt de indiener van de zienswijze dat de belangrijke
databases met de zogenoemde ‘veredelde gegevens’, dat wil zeggen gegevens die zijn
gecorrigeerd, verrijkt of anderszins bewerkt, bij Telefoongids Media ondergebracht zullen worden
en dat Telefoongids Media in het vervolg de contacten zal onderhouden met de KPN abonnees
die extravermeldingen in de universele gidsen van Telefoongids Media willen laten opnemen. De
indiener van de zienswijze vreest dat KPN alleen nog maar over die gegevens zal beschikken die
nodig zijn om de telefoonaansluiting te verzorgen en de abonnee te factureren17. Overige
gegevens die van belang zijn voor de vermelding in de telefoongids, zoals bijvoorbeeld de
vermelding van het beroep van de abonnee of de vermelding van een tweede naam onder
hetzelfde telefoonnummer18, zullen naar het vermoeden van de indiener van de zienswijze worden
verzameld door Telefoongids Media.
50. De zienswijze heeft met andere woorden betrekking op:
(i) het vermoeden dat Telefoongids Media de zogenaamde historische database met geschoonde
en veredelde informatie verkrijgt, die voor het uitgeven van universele informatie van essentieel
belang is en waarvoor volgens de indiener ondernemingen die met Telefoongids Media willen
gaan concurreren geen alternatief hebben; en
(ii) het vermoeden dat Telefoongids Media een geprivilegieerde toegang verkrijgt tot de abonnees
van KPN en daarmee de mogelijkheid behoudt om de historische database te blijven aanvullen
met recente gegevens. Dit contact met de abonnees hangt volgens de indiener van de zienswijze
samen met het verwijzingsbeleid dat KPN voert en in de toekomst zal voeren. KPN abonnees
worden voor vermeldingen in telefoongidsen nu reeds doorverwezen naar Telefoongids Media
door het gebruik van daartoe bestemde formulieren. Tevens is Telefoongids Media aanwezig in de
Primafoon-winkels van KPN, hetgeen haar eveneens een voorkeurspositie oplevert ten opzichte
van de abonnees van KPN, aldus de indiener van de zienswijze. Ofschoon de transactie
Telefoongids Media buiten het KPN concern plaatst, blijven er volgens de indiener van de
zienswijze tussen de historische operator en haar voormalige dochter zodanige banden bestaan
dat Telefoongids Media een geprivilegieerde toegang tot de KPN abonnees blijft behouden en dat
KPN Telefoongids Media bevoordeelt bij het leveren van data ten behoeve van het uitgeven van
een universele telefoongids.
51. De achterstandspositie waarin de concurrenten van Telefoongids Media zich bevinden op
de markten voor het uitgeven van universele informatie wordt in de ogen van de indiener van de
zienswijze alsmaar groter met als gevolg dat de economische machtspositie die Telefoongids
Media inneemt op de markt voor universele papieren gidsen niet alleen wordt versterkt, maar
17 Naam, adres, postcode, woonplaats, telefoon-/ faxnummer en bank- of girorekeningnummer.18 Ook wel partnervermelding genoemd.
Openbare versie
12 Openbare versie
bovendien dreigt te worden uitgebreid naar de overige te onderscheiden markten voor abonnee-
informatie, aldus de indiener van de zienswijze.
52. De indiener van de zienswijze is van mening dat de door hem vermoede versterking van
een economische machtspositie alleen kan worden voorkomen doordat Telefoongids Media en/of
KPN verbintenissen aangaan die concurrerende uitgevers van universele informatie een
onverkorte toegang garanderen tot de overgedragen databases én tot de abonnees van KPN. De
indiener van de zienswijze is bovendien van mening dat op grond van het non-
discriminatieverbod KPN de gegevens, die zij ten behoeve van de uitgifte van de telefoongids
aanlevert aan Telefoongids Media, tevens één op één zou moeten doorleveren aan potentiële
concurrentie.
53. In dit verband verwijst de indiener van de zienswijze naar het besluit van de Italiaanse
Autorità Garante delle Concorrenza e del Mercato inzake Telecom Italia/Seat Pagine Gialle19. Deze
zaak betrof de overname door Telecom Italia van de belangrijkste Italiaanse uitgever van
bedrijvengidsen, Seat Pagine Gialle (hierna: SEAT). SEAT ging na de concentratie ook de
universele gids van Telecom Italia produceren, aldus de indiener van de zienswijze.20
54. Deze transactie heeft volgens de indiener van de zienswijze aldus tot gevolg dat KPN zich
het recht toekent om derden, die op de onderliggende markten met Telefoongids Media
concurreren of willen concurreren, slechts kale basisvermeldingen te leveren en dat zij hen voor
de rest van de ‘bijbehorende informatie’ naar Telefoongids Media zal doorverwijzen. Telefoongids
Media wordt aldus de bron voor de toegang tot die ‘bijbehorende informatie’. De indiener van de
zienswijze wijst erop dat Telefoongids Media er geen enkel belang bij heeft om haar concurrenten
op de onderliggende markten van die informatie te voorzien. Bovendien kan Telefoongids Media
volgens de indiener van de zienswijze stellen dat zij niet is onderworpen aan de verplichtingen die
uit hoofde van artikel 43 BOHT op de operators rusten.
19 Besluit van de Autorità Garante delle Concorrenza e del Mercato d.d. 27 juli 2000.20 In deze zaak stelde de Autorità Garante delle Concorrenza e del Mercato vast dat de aangemelde concentratie de
consequentie zou hebben dat de dominante positie op alle betrokken markten verstevigd zou worden en dat er zich
mogelijke beperkende effecten zouden voordoen met betrekking tot de toegang voor nieuwe concurrenten op de
betrokken markten. Uiteindelijk heeft de Autorità de aangemelde concentratie toegelaten op voorwaarde dat de partijen
een aantal verbintenissen aan zouden gaan, die onder andere betrekking hadden op het toelaten van producten van
concurrenten op de eigen verkooppunten en op het gratis en online beschikbaar stellen en up-to-date houden van de
gegevens van de databank van alle abonnees aan alternatieve aanbieders van telecommunicatienetwerken en Internet
Service Providers. Tevens moesten partijen zich verbinden aan de afspraak dat Telecom Italia en telefoongidsuitgever
SEAT hun producten en diensten niet zouden integreren en dat SEAT haar systeem met betrekking tot het verzamelen
van gegevens ongewijzigd zou laten, aldus de indiener van de zienswijze.
Openbare versie
13 Openbare versie
55. Aanvankelijk heeft de indiener in zijn zienswijze gewezen op risico’s ten aanzien van de
kwaliteit van de datalevering door KPN. In een later stadium heeft de indiener aangegeven dat de
kwaliteit van de datalevering en het daarmee samenhangende gedrag van KPN voor de
doeleinden van de onderhavige zaak niet relevant is, maar dat het in casu gaat om de impact van
de transactie op de structuur van de markt voor universele gidsen in papieren vorm.
- Reactie van partijen op de zienswijze
56. Partijen stellen dat de vermoedens van de indiener van de zienswijze op een aantal
feitelijke misverstanden berusten. Ten eerste stellen partijen dat KPN de verplichting een
universele gids uit te geven op grond van artikel 20.1 lid 2 jo. artikelen 9.1 en 9.2
Telecommunicatiewet en artikel 2 en 5 Besluit Universele Dienstverlening21 niet kan overdragen
aan Telefoongids Media. Ten tweede kan (en zal) KPN de op haar als operator rustende wettelijke
verplichting tot levering van abonneegegevens op grond van artikel 43 BOHT niet overdragen aan
een andere entiteit zoals Telefoongids Media, aldus partijen en KPN.
57. Volgens partijen richten de door de indiener van de zienswijze geuite zorgen zich op de
naleving van de wettelijke verplichting tot levering van abonneegegevens die rust op KPN als
operator. Deze verplichting staat volgens partijen los van de onderhavige transactie die betrekking
heeft op de overdracht van zeggenschap in een onderneming die uitgever en producent is van
telefoongidsen.
58. KPN blijft volgens partijen het loket voor de indiener van de zienswijze en andere
uitgevers van universele telefoongidsen voor het verkrijgen van telefoonnummers met
bijbehorende informatie van abonnees van de vaste openbare telefoondienst van KPN. [...]*. Er is
hier derhalve geen sprake van een doorlevering of (sub-) licentiering van gegevens aan
Telefoongids Media.
59. Naast feitelijke onjuistheden berust de zienswijze volgens partijen ook op verkeerde
juridische uitgangspunten. De bezwaren richten zich, zoals de indiener van de zienswijze erkent,
niet op de verkoop van Telefoongids Media aan een groep financiële investeerders maar op de
(toekomstige) naleving van de wettelijke verplichtingen van KPN als operator onder artikel 43
BOHT.
60. Partijen zijn van oordeel dat aan de bezwaren van de indiener van de zienswijze in het
kader van het concentratietoezicht geen gevolgen kunnen worden verbonden. Op grond van
artikel 37 van de Mededingingswet staat volgens partijen de beoordeling van de rechtstreekse
21 Stb. 1998, 637.* Vertrouwelijke gegevens, gewist voor publicatie
Openbare versie
14 Openbare versie
gevolgen van de concentratie voor de markt centraal, en niet de gevolgen van een mogelijke
(toekomstige) gedraging door KPN. Gedragingen van ondernemingen zoals KPN die geen
betrokken partij zijn bij de concentratie kunnen principieel niet het onderwerp zijn van
concentratietoezicht, aldus partijen.
61. Partijen bestrijden voorts dat Telefoongids Media over een machtspositie op de relevante
markt beschikt. Anders dan de indiener van de zienswijze veronderstelt, is volgens partijen
Telefoongids Media niet actief op de markt voor het uitgeven van universele telefoongidsen in
papieren vorm. Volgens partijen is Telefoongids Media wel actief op een markt die ten minste het
plaatsen van advertenties in telefoongidsen en aanverwante gidsen omvat, maar zij betwisten dat
Telefoongids Media op deze markt dominant is, omdat zij zich volgens partijen niet in belangrijke
mate onafhankelijk van haar concurrenten, leveranciers en afnemers kan gedragen.
62. Partijen brengen naar voren dat de concentratie de overdracht van aandelen in
Telefoongids Media betreft die geen verband houdt met de beschikking over een database door
Telefoongids Media. Vóór de concentratie beschikte Telefoongids Media immers ook over deze
database, aldus partijen. Zij zijn om die reden van mening dat er geen sprake is van een verband
met het versterken van een economische machtspositie door Telefoongids Media.
63. Ook de doorverwijzingpraktijk zal, volgens partijen, na de concentratie niet ten nadele
van de indiener van de zienswijze veranderen en evenmin zal er sprake zijn van discriminatie.
64. Partijen geven aan dat zij doende zijn een overeenkomst te finaliseren tussen KPN en
Telefoongids Media die voorziet in het geval dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven
(CBB) zal beslissen dat KPN als operator op grond van artikel 43 BOHT verplicht is meer gegevens
te leveren dan de gegevens die zij verzamelt. In dat geval voorziet de regeling erin dat
Telefoongids Media aan KPN de gegevens zal leveren die KPN nodig heeft om aan haar
verplichtingen krachtens de wet te voldoen. Deze regeling waarborgt volgens partijen dat de
mogelijkheid voor KPN om een uitspraak van het CBB na te komen niet verslechtert door de
concentratie.
65. Partijen bestrijden dat zij op dit moment niet de door hen zogenoemde ‘extra
vermeldingen’ verstrekken aan de indiener van de zienswijze en andere uitgevers van universele
gidsen, waaronder de in punt 45 genoemde items (v), (vii), (viii) en (ix). Volgens partijen levert
KPN, mede met hulp van Telefoongids Media, conform de beslissing van OPTA in de Denda
zaak22 en de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam23, die gegevens die bij het aanvragen van een
telefoonnummer van de toekomstige abonnee worden gevraagd, waartoe ook deze extra
22 Zie voetnoot 14.23 Zie voetnoot 15.
Openbare versie
15 Openbare versie
vermeldingen behoren. De levering van deze extra vermeldingen vindt plaats onder het
voorbehoud dat KPN de bestandslevering op enig moment mag beperken tot waartoe zij
krachtens de wet is verplicht, aldus partijen.
66. Belangrijker is mogelijk, volgens partijen, dat de uitfasering van de levering van extra
vermeldingen niet zal leiden tot afgrendeling van de markt, omdat de levering van deze gegevens
helemaal niet essentieel is voor het betreden van de markt. Naar het oordeel van partijen betekent
de uitfasering in feite het opheffen door KPN van een situatie die concurrentievervalsend is jegens
Telefoongids Media, omdat de verkoopinspanning van Telefoongids Media voor deze extra
vermeldingen groter is dan die van de indiener van de zienswijze.
67. Partijen zijn van mening dat de indiener van de zienswijze het belang van extra
vermeldingen zwaarder aanzet dan het in werkelijkheid is. Partijen geven de NMa in overweging
dat het aantal extra vermeldingen dat op dit moment wordt uitgeleverd slechts [200.000 -
500.000] bedraagt op een totaal aantal geleverde vermeldingen van meer dan [4 - 7] miljoen.
Bovendien stellen zij dat de indiener van de zienswijze, bij weten van partijen, geen moeite heeft
genomen om net zoals Telefoongids Media een marketing inspanning te doen om dit type
gegevens zelf te vergaren of meer van dit type advertenties te verkopen, bijvoorbeeld door
brochures bij postkantoren en andere verkooppunten van telefoonaansluitingen te verstrekken. Zij
zien het verzoek van de indiener van de zienswijze tot levering van de extra vermeldingen dan ook
geenszins als het verzoek om toegang tot een noodzakelijke faciliteit, zonder welke de indiener
van de zienswijze de beoogde gids niet zou kunnen uitgeven.
68. Partijen wijzen bovendien op het feit dat Regiogids Zuid-Limburg al jarenlang succesvol
gedrukte gidsen uitgaf, vergelijkbaar met de universele gids, terwijl Regiogids Zuid-Limburg vanaf
1996 uitsluitend is voorzien van basisgegevens.
69. Partijen stellen tevens dat er geen reden is om aan te nemen dat als gevolg van de
concentratie KPN als operator Telefoongids Media gunstiger zal gaan behandelen dan in de
periode voor de concentratie, noch dat de concentratie in de hand zal werken dat KPN jegens de
indiener van de zienswijze in strijd zal handelen met haar verplichtingen op grond van de
Mededingingswet of de Telecommunicatiewet.
- Beoordeling van de zienswijze
70. Bij het beoordelen van een concentratie is de vraag aan de orde of er als gevolg van de
concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg
heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op
significante wijze wordt belemmerd.
Openbare versie
16 Openbare versie
71. Allereerst worden hierbij de markten die door de concentratie worden beïnvloed, in
ogenschouw genomen. Dit zijn zowel de markten waarop twee of meer betrokken ondernemingen
werkzaam zijn (horizontale relatie) als de markten waarop een of meer van de betrokken
ondernemingen werkzaam is (zijn), terwijl een of meer van de andere betrokken ondernemingen
werkzaam is (zijn) op een markt waarop leveranciers of afnemers van eerstgenoemde
onderneming werkzaam zijn (verticale relatie)24. Aangrenzende markten waarop de betrokken
ondernemingen werkzaam zijn, kunnen in bepaalde gevallen ook een rol spelen bij de beoordeling
van de gevolgen van de concentratie.
72. De derde heeft in zijn zienswijzen verschillende product- en geografische markten
onderscheiden. Zo onderscheidt hij een markt voor de abonneegegevens van iedere operator
afzonderlijk. Verder is aangegeven dat er ten minste acht productenmarkten zijn die geheel
afhangen van de informatie over telefonische abonneeaansluitingen (zie ook punt 45)25.
73. Uit punt 21 tot en met 42 blijkt evenwel dat de betrokken ondernemingen die na de
concentratie beschikken over gezamenlijke zeggenschap in Telefoongids Media, niet actief zijn op
één van deze door partijen naar voren gebrachte relevante markten. VSS is zelfs niet in Nederland
actief. Slechts van de verkoper KPN en/of Telefoongids Media, de onderneming die wordt
overgenomen, zou gezegd kunnen worden dat zij actief is/ zijn op één of meer van deze
voorgestelde relevante markten. KPN is evenwel als verkoper geen bij de concentratie betrokken
onderneming26.
74. Op grond van bovenstaande kan worden geconcludeerd dat er in dit geval geen sprake is
van een beïnvloede noch van een te onderzoeken markt voor wat betreft de markten die door de
derde als relevante markten in zijn zienswijze naar voren zijn gebracht. Bij de betrokken
ondernemingen bij deze concentratie worden immers geen andere horizontale of verticale relaties
onderscheiden dan die onder punt 21 tot en met 42 zijn beschreven en beoordeeld. Noch is
gesteld, noch is uit onderzoek gebleken, dat de kopers van Telefoongids Media op aangrenzende
markten die door indiener van de zienswijze zijn genoemd, actief zijn.
24 Zie ook het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet van 19 december 2000, Bijlage 2, onder punt 2.25 Deze vallen in twee categorieën uiteen, al naar gelang de aard van de gepubliceerde informatie, te weten: (i) universele
informatie betreffende alle telefonische aansluitingen en (ii) bedrijfsinformatie betreffende alle telefonische aansluitingen
van bedrijven en beroepsbeoefenaren. Beide categorieën zouden naar het medium waarin de universele of
bedrijfsinformatie voor de gebruikers toegankelijk wordt gemaakt, kunnen worden onderverdeeld, te weten: (i) de
papieren gids, (ii) de Cd-rom (iii) het internet, (iv) de abonnee-informatiedienst.26 Zie ook het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet van 19 december 2000, Bijlage 2, onder punt 2. De
activiteiten van een onderneming die door de concentratie zeggenschap verliest, dienen bij de beantwoording van de
vraag of er sprake is van een beïnvloede respectievelijk een te onderzoeken markt, buiten beschouwing te worden
gelaten.
Openbare versie
17 Openbare versie
75. Dit in tegenstelling tot de door de indiener van de zienswijze eerder genoemde Italiaanse
zaak (zie punt 53) waarin wel aan de hand van de Nederlandse maatstaven zou worden
geconcludeerd dat sprake kan zijn van een beïnvloede markt omdat een potentiële verticale relatie
tussen de koper en de over te nemen onderneming bestaat. Voor de onderhavige zaak gaat de
vergelijking met de Italiaanse zaak derhalve in dit opzicht niet op.
76. Vervolgens wordt gekeken of er sprake is van andere indicaties die er toe leiden dat de
vraag of er als gevolg van de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of
worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse
markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd, positief moet worden
beantwoord. Er moet dan in voldoende mate aannemelijk zijn geworden dat de concentratie
bepaalde veranderingen veroorzaakt die kunnen resulteren in het ontstaan of versterken van een
economische machtspositie.
77. De zienswijze heeft - zoals de derde die deze naar voren heeft gebracht, ook aangeeft -
niet zo zeer betrekking op de gevolgen van de verwerving van gezamenlijke zeggenschap door 3i-
Group en VSS (twee investeringsmaatschappijen) over Telefoongids Media. De geuite bezwaren
zien op het mogelijke gedrag (misbruik van een eventuele economisch machtspositie) die de
Telefoongids Media en/of de verkoper (een niet bij de onderhavige concentratie betrokken
onderneming) zou kunnen maken wanneer het bedrijfsonderdeel dat zij verkoopt, niet langer deel
uitmaakt van haar onderneming, waarbij dit gedrag vervolgens zou kunnen leiden tot het ontstaan
of versterken van een respectievelijk die machtspositie. De indiener van de zienswijze wijst hierbij
ook op de relatie die ten gevolge van de concentratie ontstaat tussen de over te nemen
onderneming en de verkoper.
78. Het gevaar bestaat er, aldus de indiener van de zienswijze, in dat ten gevolge van de
vervreemding van Telefoongids Media, aan welke koper(s) dan ook, het voor partijen die een
universele telefoongids op papier willen uitgeven, moeilijker zo niet onmogelijk wordt om de
gegevens waar zij op grond van artikel 43 BOHT aanspraak op menen te mogen maken, in
handen komt van een partij (haar concurrent) op wie geen verplichting rust deze gegevens te
leveren. Aldus zou sprake zijn van een marktafsluitend effect (op het gebied van het uitgeven van
een universele papieren gids) en zou ten gevolge van de concentratie de machtspositie die
Telefoongids Media naar de mening van de indiener van de zienswijze heeft, worden versterkt
door de concentratie. Volgens de indiener van de zienswijze zijn de gegevens noodzakelijk om op
het gebied van het uitgeven van een universele papieren gids actief te kunnen zijn.
79. Naar het oordeel van de d-g NMa is niet voldoende aannemelijk geworden dat de
toegang tot bepaalde gegevens ten gevolge van de concentratie verslechtert.
Openbare versie
18 Openbare versie
80. Op dit moment levert KPN (mede met behulp van Telefoongids Media) de extra
vermeldingen aan de derde die de zienswijze naar voren heeft gebracht en andere uitgevers van
gidsen. Zij levert ‘die gegevens die bij het aanvragen van een telefoonnummer van de toekomstige
abonnee worden gevraagd’. Hieronder zijn de basisvermeldingsgegevens en de door de indiener
van de zienswijze genoemde extra vermeldingen begrepen27, hoewel Telefoongids Media en niet
KPN deze extra vermeldingen verzamelt. Deze levering van deze extra vermeldingen vindt plaats
onder het voorbehoud dat KPN de bestandslevering op enig moment mag beperken tot waartoe
zij krachtens de wet verplicht is, aldus partijen en KPN.
De basisvermeldingsgegevens
81. In de eerste plaats verandert de situatie niet met betrekking tot de gegevens waarover
geen twijfel bestaat dat KPN deze ingevolge artikel 43 BOHT verplicht is te leveren.28 Zowel voor
als na de concentratie bestaat deze verplichting voor KPN als degene die nummers van onder
meer de vaste openbare telefoondienst in gebruik geeft.29 Tijdens het onderzoek van de d-g NMa
heeft KPN opnieuw aangegeven dat de leveringsplicht ter zake van die gegevens (door haar
basisvermeldingsgegevens genoemd) niet wordt betwist. Ten aanzien van deze zogenaamde
basisvermeldingsgegevens kan derhalve niet gezegd worden dat als gevolg van deze concentratie
de toegang tot deze gegevens moeilijker of onmogelijk wordt.
De extra vermeldingen
82. De vraag of de verplichting ingevolge artikel 43 BOHT de levering van de zogenaamde
extra vermeldingen omvat, is voorgelegd aan het CBB. Wanneer het CBB zou oordelen dat artikel
43 BOHT KPN slechts verplicht is tot het verstrekken van de gegevens die zij als degene die
nummers van ondermeer de vaste openbare telefoondienst in gebruik geeft, verzamelt, dan hoeft
KPN geen gebruik te maken van door Telefoongids Media verzamelde gegevens om haar
verplichtingen op grond van artikel 43 BOHT na te komen, aldus partijen en KPN. Deze situatie
waar KPN niet verplicht zou zijn om toegang tot extra vermeldingen te verstrekken zou
voortvloeien uit de uitspraak van het CBB. In dat geval zou ten gevolge van de concentratie op dit
punt niets wijzigen.
83. Wanneer het CBB anders zou oordelen, namelijk dat de gegevens met betrekking tot de
extra vermeldingen wel door KPN moeten worden verstrekt op basis van artikel 43 BOHT, is er
door partijen een regeling getroffen die er voor zorgt dat KPN ook dan aan haar verplichting op
27 Met uitzondering van mobiele telefoonnummers. Deze gegevens kunnen worden verstrekt door de mobiele
aanbieders.28 Naam, adres, woonplaats en postcode van degene aan wie het nummer is uitgegeven alsmede een eventuele
vermelding of het nummer (uitsluitend) als faxlijn wordt gebruikt, zie tussenvonnis in hoger beroep van het CBB van 8
januari 2003, zaaknummer AWB 01/666, LJN-nummer AF2794.29 Artikel 43 juncto artikel 42, onderdeel a.
Openbare versie
19 Openbare versie
grond van artikel 43 BOHT zal kunnen voldoen. De regeling voorziet erin dat Telefoongids Media
aan KPN de gegevens zal leveren die KPN nodig heeft om aan haar verplichtingen krachtens de
wet te voldoen. Deze regeling waarborgt dat de mogelijkheid voor KPN om een uitspraak van het
CBB na te komen, niet verslechtert door de concentratie, aldus partijen. Deze regeling is van
toepassing op de situatie na de uitspraak van het CBB.
84. Recent heeft het CBB een tussenvonnis30 gewezen waarin zij prejudiciële vragen aan het
Hof van Justitie te Luxemburg heeft gesteld over de reikwijdte van de verplichting op grond van
artikel 43 BOHT. In de periode na de concentratie maar vóór de uitspraak van het CBB over de
reikwijdte van artikel 43 BOHT hebben partijen in eerste instantie aangegeven dat de levering van
de zogenaamde extra vermeldingen zal worden uitgefaseerd. Nadat het tussenvonnis van het CBB
op 8 januari 2003 - tijdens het onderzoek van de d-g NMa - is gewezen hebben KPN en de partijen
bij de concentratie verklaard dat KPN - hoe dan ook - de huidige soorten extra vermeldingen
(inclusief de partnervermeldingen)31 zal (blijven) leveren aan een ieder die een universele gids
uitgeeft of uit zal geven totdat het CBB zich definitief over de reikwijdte van de verplichting op
grond van artikel 43 BOHT heeft uitgelaten en voor zover deze gegevens door KPN abonnees
worden verstrekt32. KPN en partijen hebben aannemelijk gemaakt dat zij hiertoe ook in staat
zullen zijn.
85. Op grond van bovenstaande is in het kader van de beoordeling van de effecten van de
huidige concentratie, niet voldoende aannemelijk dat ten gevolge van deze concentratie de
toegang tot de extra vermeldingen - wanneer deze door de abonnees van KPN worden verstrekt33 -
ten gevolge van de concentratie verslechtert of onmogelijk wordt.
86. Bij het bovenstaande is ervan uitgegaan dat de extra vermeldingen, mogelijk inderdaad,
zoals de indiener van de zienswijze stelt, noodzakelijk zijn voor het uitgeven van een papieren
universele gids door een derde. Of dit daadwerkelijk zo is, hoeft in het licht van het bovenstaande
niet nader te worden onderzocht.
87. Bovenstaande laat vanzelfsprekend onverlet de mogelijke toepasselijkheid van artikel 24
van de Mededingingswet indien misbruik zou worden gemaakt van een mogelijke economische
machtspositie op een mogelijke eerder door de derde onderscheiden relevante markt.
30 Zie het tussenvonnis van het CBB, reeds aangehaald.31 Het gaat hierbij om (i) een eventuele extra vermelding van het telefoonnummer onder een andere naam; (ii) de
vermelding of de aansluiting (uitsluitend) als faxlijn wordt gebruikt; (iii) een extra vermelding van beroep – voor zover
deze tegelijk met de basisvermelding is verzameld; (iv) een extra vermelding(en) in andere gemeenten.32 Dit geldt ook wanneer deze door KPN abonnees aan Telefoongids Media in haar normale bedrijfsuitoefening worden
verstrekt.33 Dit geldt eveneens wanneer deze door KPN abonnees aan Telefoongids Media in haar normale bedrijfsuitoefening
worden verstrekt.
Openbare versie
20 Openbare versie
88. Voor zover de afspraken tussen koper en verkoper een beperking van de mededinging
inhouden, kan vanzelfsprekend artikel 6 van de Mededingingswet mogelijk van toepassing zijn.
89. De zorg van de derde die zij in haar zienswijze naar voren heeft gebracht, dat zij in de
toekomst voor de gegevens afhankelijk is van een concurrent (Telefoongids Media als
gemeenschappelijke onderneming van 3i-Group en VSS) snijdt in dit geval geen hout. Dit is
immers niet anders dan in de huidige situatie waar klager voor deze gegevens van KPN, een
concurrente uitgever van een universele gids, afhankelijk is. Ook op dit punt vinden ten gevolge
van de concentratie geen wijzigingen plaats.
90. Op grond van bovenstaande wordt geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen
dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden
versterkt deze tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of
een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
VII. CONCLUSIE
91. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de
werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht.
Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische
machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke
mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt
belemmerd.
92. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de
melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum: 27 januari 2003
De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,voor deze:
W.g. Mr. J. SchönauDirecteur Concentratiecontrole
Openbare versie
21 Openbare versie
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de
dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepsschrift indienen bij de
arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam