archicad 6.0 referentie handboek -...

520
1 ArchiCAD 6.0 Referentie handboek Introductie In dit hoofdstuk wordt de structuur van het ArchiCAD Handboek besproken en komen de nieuwe functies van ArchiCAD 6.0 aan bod. Hoofdstuk 1: De ArchiCAD Werkplaats presenteert elk van de interface onderdelen en de rol die ze spelen in uw werkomgeving. Hoofdstuk 2: Basis Concepten bestudeert de implementatie van de basis architectuur concepten binnen ArchiCAD. Hoofdstuk 3: Constructietechnieken concentreert zich op de verschillende constructie hulpmiddelen, technieken en handige tips voor het construeren van bouwelementen. Hoofdstuk 4: De Gereedschappen bekijkt de ArchiCAD gereedschappen. De uitleg van een gereedschap wordt gevolgd door een gedetailleerde beschrijving, die u laat zien hoe u zoveel mogelijk profijt kunt hebben van dat gereedschap. Korte instructies geven u een idee hoe dit gereedschap gebruikt wordt. Hoofdstuk 5: De Menu’s bespreken de ArchiCAD menu’s. Ieder onderdeel van het menu wordt hierin uitgelegd. Hoofdstuk 6: De ArchiCAD Bibliotheek introduceert het gebruik van elementen die opgeslagen zijn in bestanden buiten ArchiCAD, zoals deuren, ramen, lampen, algemene objecten en berekeningsdatabase componenten zoals zonestempels en eigenschappen. Achterin de ArchiCAD Handleiding vindt u een uitgebreide Index. Deze is samengesteld aan de hand van naam en functie. Zie ook... Door de hele Handleiding heen vindt u de verwijzing Zie ook... Deze verwijst naar verwante onderwerpen. (Zo kunt u de mogelijkheden van ArchiCAD optimaal gebruiken).

Upload: hanga

Post on 14-Sep-2018

399 views

Category:

Documents


3 download

TRANSCRIPT

Page 1: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

1

Introductie

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

IntroductieIn dit hoofdstuk wordt de structuur van het ArchiCAD Handboekbesproken en komen de nieuwe functies van ArchiCAD 6.0 aanbod.

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD Werkplaats presenteert elk van deinterface onderdelen en de rol die ze spelen in uw werkomgeving.

Hoofdstuk 2: Basis Concepten bestudeert de implementatie van debasis architectuur concepten binnen ArchiCAD.

Hoofdstuk 3: Constructietechnieken concentreert zich op deverschillende constructie hulpmiddelen, technieken en handigetips voor het construeren van bouwelementen.

Hoofdstuk 4: De Gereedschappen bekijkt de ArchiCADgereedschappen. De uitleg van een gereedschap wordt gevolgddoor een gedetailleerde beschrijving, die u laat zien hoe u zoveelmogelijk profijt kunt hebben van dat gereedschap. Korteinstructies geven u een idee hoe dit gereedschap gebruikt wordt.

Hoofdstuk 5: De Menu’s bespreken de ArchiCAD menu’s. Iederonderdeel van het menu wordt hierin uitgelegd.

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD Bibliotheek introduceert het gebruikvan elementen die opgeslagen zijn in bestanden buiten ArchiCAD,zoals deuren, ramen, lampen, algemene objecten enberekeningsdatabase componenten zoals zonestempels eneigenschappen.

Achterin de ArchiCAD Handleiding vindt u een uitgebreide Index.Deze is samengesteld aan de hand van naam en functie.

Zie ook...

Door de hele Handleiding heen vindt u de verwijzing Zie ook...Deze verwijst naar verwante onderwerpen. (Zo kunt u demogelijkheden van ArchiCAD optimaal gebruiken).

Graphisoft
ArchiCAD 6.0 Referentie handboek Copyright © 1998 by Graphisoft
Page 2: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

2

Introductie

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Nieuwe functies in Versie 6.0

Modelleren

Nieuwe Wandtypen

Er zijn twee nieuwe wandtypen beschikbaar als WandConstructiemethoden van de Wand. De Trapezoide Wand, metniet-parallelle wandoppervlakken, wordt bepaald door eenreferentielijn en een begin- en eindwaarde voor de dikte. DePolygoon wand kan worden bepaald door zijn hoekpunten. Debreedte, offset en richting parameters zijn hier niet van toepassing.Polygoonwanden worden op dezelfde manier bewerkt alspolygoon-elementen.

Voor meer info zie: Het wand-gereedschap in hoofdstuk 4en polygonen bewerken onder constructietechnieken inhoofdstuk 3.

Mesh-gereedschap

Het nieuwe Mesh-gereedschap creëert onregelmatigepolygoonoppervlakken gebaseerd op 3D punten. Een mesh kanzoals elk ander polygoonelement bewerkt worden en kan gatenbevatten. De hoogte van de verschillende punten kanonafhankelijk bepaald worden. Er kan ook een optionele verticale“rok” bepaald worden. Polygoondaken van vorige ArchiCADversies worden omgezet in Mesh-elementen.

Voor meer info zie: Het Mesh-gereedschap in hoofdstuk 4en Polygonen bewerken onder Constructietechnieken inhoofdstuk 3.

Meerlaagse arceringen voor Daken

Er kunnen nu, net als voor wanden en vloeren, meerlaagseareringen toegewezen worden aan daken. Dit zijn altijd netteverbindingen al is de dikte (d.w.z. het type meerlaagse arcering)veranderd.

Voor meer info zie: Het Dak-gereedschap in hoofstuk 4 ende opdrachtbeschrijving van Meer lagen… in het menu Optiesvan hoofdstuk 5.

Elementen tot het Dak afknippen

In versie 6.0 is het afknippen van elementen met individueledakvlakken niet meer beperkt tot wanden en kolommen. Naast

Page 3: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

3

Introductie

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

deze twee type elementen is het nu mogelijk de boven- ofonderkant van vloeren, ramen, deuren en ookbibliotheekelementen tot een dakoppervlak af te knippen. Als erwanden moeten worden afgeknipt met een complexe dakvorm ishet splitsen van de wand niet meer nodig, er zijn zelfs concavewandvormen mogelijk omdat de wanden worden afgeknipt dooreen dakpolygoon in plaats van een oneindig vlak.

Voor meer info zie: De beschrijving van de opdracht Tot dakafknippen… in het menu Opties gedeelte van hoofdtuk 5 enhet Dak-gereedschap in hoofdstuk 4.

3D Bewerking en NavigatieDirect bewerken binnen het 3D -venster is nu mogelijk in zowelhet axonometrische en perspectief beeld. Geselecteerdeelementen kunnen grafisch versleept en verhoogd worden,bibliotheek-elementen kunnen worden opgerekt, hoogtes vanwanden en vloerdiktes kunnen worden veranderd. Er kunnen ooknieuwe elementen gecreëerd of geplaatst worden binnen het 3D-venster. Interactieve navigatie is ook mogelijk.

Voor meer info zie: Werken in het 3D-venster onderConstructietechnieken in hoofdstuk 3.

2D Produktiviteit

Nieuwe Relatieve Constructiemethoden

In de aangepaste Controlebox geven de, RelatieveConstructiemethoden u de mogelijkheid loodrechte, parallelle,hoekdeling, offset en multi offset constructiemethoden tegebruiken.

Voor meer info zie: De Controlebox onderConstructietechnieken in hoofstuk 3.

Nieuwe snappunten

Nieuwe verbeterde snap-instellingen maken het mogelijk om elksoort verdeelpunt van elementen binnen de plattegrond te vinden.Elementen kunnen worden gehalveerd in elk gewenst aantalgelijke delen volgens een ratio of afstand verdeeld worden.Tijdelijke markeerpunten verschijnen op de deelpunten, die na eenaantal seconden of na voltooiing van de constructie verdwijnen.

Voor meer info zie: De Controlebox onderConstructietechnieken in hoofdstuk 3.

Page 4: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

4

Introductie

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Toverstaf-gereedschap

Het Toverstaf-gereedschap zet een vorm om in een anderelementtype. Klikt u op een lege plaats, dan kijkt het rond vooromliggende constructie-elementen.

Voor meer info zie: De Controlebox onderConstructietechnieken in hoofdstuk 3.

Ellipsen

Door middel van drie nieuwe geometrische methoden voor hetBoog/Cirkel-gereedschap kunt u ellipsen tekenen door middelvan een kader, het middelpunt en een hoek van het kader, of detwee assen. Ellipsen kunnen ook omgezet worden in elk ander 3Delement.

Voor meer info zie: Het Boog/Cirkel-gereedschap inhoofdstuk 4.

Exploderen van elementen

Elementen inclusief objecten, deuren of ramen kunnen wordengeëxplodeerd in 2D-lijnen en bogen. Deze elementen zijngegroepeerd na de explosie, dus kunnen ze nog steeds als enkelelement bewerkt worden, maar ze kunnen ook bewerkt wordenmet 2D-gereedschappen.

Voor meer info zie: De opdrachten uit het menuGereedschappen in hoofdstuk 5.

Samenvoegen van Polygonen

Polygoon-type elementen (vloeren, daken, arceringen, stempels)kunnen worden samengevoegd of van elkaar afgetrokken wordenmet gebruik van de nieuwe iconen van het petpalet.

Voor meer info zie: Bewerken van Polygonen onderConstructietechnieken in hoofdstuk 3.

Creëren van Patches

Een Patch is een nieuw type bibliotheekelement met alleen maar2D informatie. Het kopiëert de inhoud van een markeergebied inde vorm van een ondoorzichtig 2D symbool. Dit symbool kanbewerkt en parametrisch gemaakt worden als eenbibliotheekelement. Als de Patch in een tekening wordt ingevoerdbedekt het alle elementen eronder. Dit is ideaal voor detailtekeningen.

Voor meer info zie: De opdrachten onder het menuGereedschappen in hoofdstuk 5.

Page 5: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

5

Introductie

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Symbool arcering

Zelf gemaakte vectoriële symbool arceringen kunnen gecreëerdworden, vergelijkbaar met het concept van Symboollijnen, doorhet kopieren van getekende 2D elementen van de plattegrond dieparametrisch opgerekt worden.

Voor meer info zie: De opdracht Arceringstypen onderOpties in hoofdstuk 5.

Verschalen

Een nieuwe opdracht uit het menu Bewerken maakt het mogelijkde basis geometrie van elk element te wijzigen d.m.v. een ratio,die vooraf door cijfers (u kunt kiezen uit drie manieren) bepaaldwordt of grafisch. Deze opdracht is op bepaalde type elementenoptioneel van toepassing.

Voor meer info zie: De opdracht Verschalen onderBewerken in hoofdstuk 5.

Zones actualiseren

Zones kunnen nu geactualiseerd worden zodat als er wandenworden verplaatst, het zone-element rond kijkt en automatisch deomtrek van de ruimte vindt. Sommige van de contour segmentenzijn statisch, en andere zijn dynamisch.

Voor meer info zie: De opdrachtbeschrijving van UpdateZones… in menu Gereedschappen hoofdstuk 5.

Geroteerd Rastersysteem

De coördinatenbox bevat twee nieuwe gereedschappen. Eengereedschap roteert het Oneindig Rastersysteem en deMuisbeperkingen en u krijgt een positie uitlezing volgens denieuwe hoek. Het andere gereedschap schakelt tussen hetoriginele en het geroteerde Rastersysteem.

Voor meer info zie: De beschrijving van de Raster optiesonder de coördinatenbox in hoofdstuk 2.

Hoogte en zwaartekracht

De coördinatenbox laat de huidige Z coördinaten van elementenop de plattegrond zien en de zwaartekracht besturingsknoppenlaten u nieuw gecreëerde elementen boven op bestaandeplaatsen.

Voor meer info zie: De beschrijving van de Raster optiesonder de Coordinatenbox in hoofdstuk 2.

Page 6: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

6

Introductie

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Geavanceerde berekeningenIn het nieuwe menu Berekenen kunt u numerieke data enbeschrijvingen of zelfs grafische informatie over het projectbekijken. De kern van de eigenschap datastructuur is hetEigenschap Object type bibliotheekelement dat details zoalsfabrikant, prijs, schema symbool, en andere eigenschappenopslaat. Basis numerieke (componenten) en beschrijvende(omschrijving) data is opgeslagen in enkele tekst type databases,waarvan binnen de bibliotheekelementen naar de recordsgerefereerd kan worden. De Lijsten kunnen grove tekst bevattenof geformatteerde grafische inhoud hebben met gebruik vansjablonen.

Voor meer info zie: Het menu Berekenen in hoofdstuk 5 enBerekeningen in hoofdstuk 6.

Page 7: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

7

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoofdstuk 1De ArchiCAD WerkplaatsIn dit hoofdstuk worden de zichtbare elementen van de ArchiCADwerkomgeving geïntroduceerd. U wordt wegwijs gemaakt in deArchiCAD Werkplaats en leert de rol van de componenten.

Meer dan een tekentafel: deVirtuele BouwplaatsIn veel opzichten is de ArchiCAD werkplaats vergelijkbaar met detraditionele ontwerp- en tekenomgeving. Eigenlijk begintArchiCAD waar uw tekentafel ophoudt; U kunt met echteconstructie-elementen een virtueel gebouw maken.

De ArchiCAD werkplaats is ontworpen om u gereedschappen tegeven die er goed uitzien, prettig werken en tegelijkertijd dekracht en precisie hebben van een gecomputeriseerd systeem.

Als u ArchiCAD opstart ziet u de werkplaats op uw scherm,compleet met Plattegrond, Werkblad, Menubalk, zwevendepaletten en andere vensters die verschillende aspecten van hetproject weergeven. Deze elementen worden in de volgendeparagrafen van dit hoofdstuk geïntroduceerd. Gedetailleerdebeschrijvingen van deze onderdelen kunt u vinden in hoofdstuk 2:Basis Concepten, hoofdstuk 3: Constructie Technieken hoofdstuk4: De Gereedschappen, en hoofdstuk 5: De Menu opdrachten.

Page 8: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

8

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Opstart dialoogvensterAls u ArchiCAD opstart verschijnt er een dialoogvenster die u omidentificatie vraagt en keuzes geeft voor de volgende stap.

U heeft de volgende opties:

- Een nieuw Solo Project creëren;

- Het openen van een opgeslagen Solo Project of Tekenbestand(in TeamWork);

- Aanmelden bij een Team Project (in TeamWork);

- Het openen van een Solo Project of Tekenbestand (inTeamWork) via het Directory dialoogvenster.

Dit venster verschijnt elke keer bij het opstarten van ArchiCAD.Kruis het vakje Dit venster volgende keer niet tonen aan als udit venster de volgende keer niet wenst. Wilt u het venster terug,selecteer Weergave opstart dialoogvenster in Opties/Voorkeuren/Overig.

Constructie en Beeld venstersU kunt uw model in ArchiCAD's hoofd vensters construeren dieverschillende aspecten van uw project weergeven.

- Het Plattegrond werkblad is het basis constructie gebiedwaar de meeste bewerkingen plaats vinden.

- Het 3D venster geeft direkte feedback van de constructie diein andere vensters heeft plaats gevonden en laat direktebewerkingen van uw project in de perspectief of axonometrieaanzichten toe.

- Doorsnede/aanzicht vensters kunnen gedefiniëerd wordendoor het het doorsnede/aanzicht-gereedschap.

- Modellen zijn fotorealistische afbeeldingen gegenereerd vanhet huidige aanzicht in het 3D venster.

Page 9: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

9

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het PlattegrondvensterCentraal in de ArchiCAD werkplaats is de Plattegrond. Dit vensterspeelt twee sleutelrollen:

- Het toont een representatie van het huidige project alstraditionele bouwkundige tekening.

- Het is een 2D/3D ontwerpomgeving, waarin alle bewerkingenaan het ontwerp gedaan worden.

Hoewel de Plattegrond een 2D aanzicht is, kunnen er speciale 3Dverbindingen tussen de constructie-elementen gedefinieerdworden.

De plattegrond is ook een beginpunt vanwaar uit tekeningen vande plattegrond naar andere bestandsformaten geëxporteerdkunnen worden.

De plattegrond is een venster in een tekenruimte van arbitrairegrootte. U kunt met verschuiven en zoom het venster zodaniginstellen dat het beste zicht op uw werk verkregen wordt.

Alhoewel het ArchiCAD werkblad oneindig is, kunt u doorgebruik van de schuifbalken of door in het grijze gebied ernaast teklikken, in de lege ruimte (ongeveer een derde van de grootte vanhet model) rond het model bewegen. Wenst u verder te gaan dankunt u dat door gebruik van de schuifpijlen of de knmop enopdracht Plattegrond.

Wanneer u in plattegrond werkt dan kunt u alle, of bijna alle,functies gebruiken van de zwevende paletten.

Page 10: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

10

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het 3D VensterHet 3D Venster wordt gebruikt voor 3D visualisering en verfijningin 3D van een bouwkundig project dat ontworpen en gebouwd isin de Plattegrond. Het is direkt verbonden met de Plattegrond ende Doorsnede/aanzicht vensters.

In het 3D venster kan zowel het hele project als een deel ervangetoond worden. Blok, draad, verborgen lijn of beschaduwdeaanzichten zijn in parallelle of perspectief projecties mogelijk.

- In de ontwerpfase is het 3D venster een visuele ondersteuningvan uw werk in 2D maar ook voor het direkt in 3Dontwerpen, construeren en bewerken.

- In de produktiefase van uw project worden in dit venster ooknauwkeurige, voor plotteruitvoering geoptimaliseerde 3Dafbeeldingen gegenereerd.

Het model in het 3D Venster kan bewerkt worden tot eenFotorealistische weergave, of geëxporteerd worden naar eenaantal 2D of 3D bestand formaten voor andere applicaties.

In het 3D venster kunnen bestaande constructie-elementenbewerkt worden en nieuwe gecreëerd. Alle veranderingen op deplattegrond en in de Doorsnede/aanzicht vensters zijn zichtbaar inhet 3D venster en vice versa. De meeste constructie hulpmiddelenzijn dan ook beschikbaar in het 3D venster.

Zie ook…

Werken in het 3D venster van hoofdstuk 3, en het 3D weergave enhet menu Venster in hoofdstuk 5.

Page 11: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

11

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Doorsnede/aanzicht venstersHet Doorsnede/aanzicht gereedschap in de gereedschappenbalkmaakt het mogelijk ieder gewenst aantal doorsnedes of aanzichtenin aparte vensters te genereren.

Er zijn twee types Doorsneden/aanzichten

- Modellen: bestaan uit constructie-elementen. Iedereverandering in die vensters wordt automatisch bijgewerkt inde plattegrond. Dit betekent dat het modelvenster eenalternatieve manier is om het digitale gebouw te bewerken.

- Tekeningen bestaan alleen maar uit 2D arceringen en lijnen.Veranderingen die in dit type doorsnede venster zijn gemaakt,verschijnen dan ook niet in de plattegrond

Zie ook…

Werken in Doorsneden/aanzichten in hoofdstuk 3, hetDoorsnede/aanzicht-gereedschap in hoofdstuk 4, en deopdrachten uit het menu Beeld in hoofdstuk 5.

Page 12: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

12

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ModelvenstersMet behulp van de Fotorendering kunnen fotorealistischemodellen worden gegenereerd.

Een Fotorendering van een afbeelding is een momentopname. Alshij klaar is kan hij als apart document, los van het ontwerp,bewaard worden met behulp van de opdracht Opslaan of Opslaanals… onder Bestand. Het projectietype of de grootte van deafbeelding kan hierna niet meer veranderd worden.

Modellen afbeeldingen kunnen niet bewerkt worden. U kunt eendeel van de afbeelding kopiëren met het Markeer-gereedschap enhet als een Figuur in de Plattegrond of de Doorsnedes/aanzichtenplakken.

Afbeeldingen gemaakt met Fotorendering, kunnen naar specialeapplicaties geëxporteerd worden om verder bijgewerkt te worden.

Zie ook…

Voor de Fotorendering eigenschappen zie hoofdstuk 5.

Model afbeeldingen staan in een hiërarchische menulijst van hetmenu Venster samen met de GIF, PICT, BMP, WMF, EMF, TIFF,JPEG plaatjes bestanden geopend met de opdracht Bestand/Openen.

Let op: Modellen gegenereerd door ArchiCAD of externebestanden geopend met de opdracht Bestand/Openenworden niet opgeslagen als deel van het project. Deze moetenals aparte bestanden opgeslagen worden.

BibliotheekelementenBibliotheek elementen zijn parametrische geprefabriceerdecomplexe elementen, gecreëert door ArchiCAD of een andereapplicaties en gebruikt als eenheid in projecten.Bibliotheekelementen openen in aparte vensters.

Zie ook…

De Bibliotheekelement vensters in hoofdstuk 6, (de ArchiCADBibliotheek).

BerekeningsvenstersArchiCAD beschikt over verschillende mogelijkheden om de

stuklijst berekeningen voor het hele project, geselecteerdegroepen elementen, of zones te tonen.

Page 13: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

13

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Element- en Componentlijst vensters geven een gedetailleerdestuklijst van het hele project of deel ervan. ArchiCAD combineeertde bouwcomponenten van het project met de eigenschapomschrijvingen uit de Object bibliotheeek.

Zonelijst vensters geven een gedetailleerde lijst van alle zones ofgeselecteerde zones van een project. Zones zijn plattegrondeenheden zoals kamers, groepen kamers of grotere gedeeltes vanhet project bepaald door het Zone-gereedschap.

De rapporten kunnen worden geëxporteerd naar verscheidenebestandsformaten.

Zie ook…

De opdrachten uit het menu Berekenen en de opdracht Opslaanuit het menu Bestand in hoofdstuk 5, maar ook Berekeningen inhoofdstuk 6.

Hulpvensters

Het Projectaantekeningen vensterDit venster werkt als een kladblok. U kunt het gebruiken vooraantekeningen over het project voor projectgenoten, of voor detijd die aan het project besteed is. U kunt er op elk moment bij, inwelk venster u ook werkt, door de opdracht Projectaantekeningenuit het menu Venster.

Als u het Aantekeningen venster opent wordt de tijd en datumgeregistreerd. De tekst hier ingevoerd wordt opgeslagen met hetproject.

Het Project voorbeeld vensterU kunt een fotorendering van uw project in dit venster plakken.Dit voorbeeld staat in het dialoogvenster om de identificatie vanbestanden gemakkelijker te maken.

Page 14: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

14

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Rapport vensterDit venster geeft informatie over de berekeningen als u Rapportschrijven heeft aangekruist in Opties/Voorkeuren/3D weergavenen lijsten (hoofdstuk 5).

Het Ontbrekende bibliotheekelementenvenstersHet Ontbrekende bibliotheekelementen venster geeft een lijst vanexterne bestanden weer, waar elementen of attributen naarrefereren, maar dieontbreken in de bibliotheken die geladen zijnmet het project.

Let op: Om er zeker van te zijn dat er geen bibliotheekelementen ontbreken, kies Opslaan Speciaal/Archief uit hetmenu Bestand.

Page 15: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

15

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Andere Componenten

De MenubalkDe Menubalk is een bekend verschijnsel in de meeste Macintoshen Windows applicaties en geeft toegang tot additionele functies.

Wanneer u een menutitel selecteert, wordt er een lijst metverwante menu opdrachten getoond, waar u uit kunt kiezen.Afhankelijk van het actieve venster, worden de menu opdrachtendie niet bruikbaar zijn in grijs weergegeven.

Let op: In Windows kunnen aangepaste Gereedschappen ookworden weer gegeven onder de menubalk, met veel sneltoetsenvoor veel gebruikte acties en opdrachten.

Zie ook…

ArchiCAD menu opdrachten worden in detail beschreven inhoofdstuk 5.

Beeldbalk sneltoets iconenAlle grafische vensters bevatten, naast de scroll bar, iconenwaarmee u snel naar een aantal opdrachten uit het menu Beeldkunt gaan.

- Het klikken op de knop Schaal is een sneltoets voor deopdracht Plattegrond schaal (of Doorsnede schaal) uit hetmenu Opties.

- De knop Zoom niveau geeft het huidige zoom niveau weer (ineen percentage van de Ware Grootte). Dubbel-klikken in ditgebied geeft hetzelfde effect als het kiezen van de opdrachtWare Grootte (menu Beeld).

- Klikken op de knop Snelposities brengt het Snelpositie paletnaar voren. Dit is de equivalent van het klikken op de titelbalkvan her snelpositie palet of het kiezen van Snelposities tonenin het Venster zwevende paletten submenu.

- De laatste knoppen, Zoom in, Zoom uit, Plattegrond, Pasin venster, Volgend beeld and Vorig beeld, zijn gelijk aande opdrachten onder dezelfde naam in het menu Beeld. Eendubbel-klik op de Zoom in of Zoom uit iconen geeft resp. eenvergroting van 200% of een verkleining van 50%.

Page 16: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

16

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zwevende palettenEr staat een groot aantal zwevende paletten tot uw beschikkingbinnen ArchiCAD. De volgende paragrafen geven u eenbeschrijving van de verschillende vensters en paletten en hunbeschikbaarheid voor de verschillende type vensters.

GereedschappenbalkThe Gereedschappenbalk toont een verscheidenheid aangereedschappen voor selectie, 3D constructie. 2D tekenen envisualisatie.

Zie ook…

De gereedschappen in hoofdstuk 4.

De CoördinatenboxDe Coördinatenbox toont u precies de lokatie van de ArchiCADcursor in zowel het Cartesiaanse als het polaire Coördinatensysteem voor uw tekening.

Behalve dat er de mogelijkheid is de muis precies te positioneren,biedt de Coördinatenbox, voor grotere precisie, de mogelijkheidnumerieke tekencoördinaten in te voeren. De Coördinatenboxbevat ook het Nulpunt, Raster en Zwaartekracht iconen. DeCoördinatenbox is is beschikbaar in elk constructie venster.

Zie ook…

De Coördinatenbox wordt besproken in hoofdstuk 2.

De Controlebox

De Controlebox bevat teken hulpmiddelen in de vorm van iconen.

De beschikbare opties zijn: de Relatieve Constructie Methoden,Cursorsnap en Speciale Puntsnap, de knop Groepen inactief enhet Toverstaf-gereedschap voor het transformeren vanelementtypen.

Page 17: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

17

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De maximale Controlebox bevat ook een Aanwijzingsbox metberichten voor de volgende handelingen die ArchiCAD van uverwacht.

De Controlebox is alleen beschikbaar als u werkt in een van deconstructie vensters.

Zie ook…

Gedetailleerde informatie over het gebruik van de Controlebox ziehoofdstuk 3.

De InfoboxHet zwevende palet van de Infobox geeft u onmiddellijkinformatie over de constructie elementen. Hierdoor kunt u debelangrijkste instellingen van elk element bekijken en hunparameters eventueel veranderen.

De Infobox geeft de iconen van het actieve gereedschap weer,samen met de huidige constructie- en geometrische methode, dehuidige hoogte of lettergrootte, de namen van debibliotheekelementen, lettertype of lijn, het huidigearceringspatroon en laagnaam.

Als er verschillende elementen zijn geselecteerd, gaat deweergegeven info over het laatst geselecteerde element.

Als elementen elkaar overlappen, kunt u met het Vinkje (in de pijlmodus) door opeenvolgende klikken, de selectie markeerders vande beschikbare elementen doorlopen.

Hoogte waarden worden altijd gemeten vanuit het Projectnulpunt,behalve voor Ramen en Deuren omdat die gemeten worden vanuitde onderkant van de wand.

De Infobox is alleen beschikbaar als u in één van de constructievensters werkt.

Page 18: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

18

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD werkplaats

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Snelpositie PaletMet het snelpositie palet kunt u navigeren tussen verschillendevooraf- en gebruiker-bepaalde posities op verschillende zoomniveau’s en locaties. Dit kan in de Plattegrond- en de Doorsnede/aanzicht vensters.

Het helpt u ook met de toegang en controle van Verdiepuingen enDoorsneden/aanzichten.

Een gedetaileerde beschrijving over de werking van deSnelposities vindt u in hoofdstuk 2.

Het 3D Navigatie PaletHet 3D Navigatie Palet helpt met het creëren en weergeven vananimaties van uw project en om tussen aanzichten te schakelenvoor het bewerken van constructie elementen. Het 3D Navigatiepalet coordineert ook de verschillende camera bewegingen enpaden.

Dit palet is alleen beschikbaar als u in het 3D venster werkt.

Zie ook ...

Een uitgebreide beschrijving van het 3D Navigatie palet inhoofdstuk 3 onder Werken met elementen in 3D.

Page 19: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

19

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoofdstuk 2BasisconceptenVoordat u met uw project begint, is het belangrijk dat u weet hoede bouwkundige concepten zijn georganiseerd in ArchiCAD,inclusief Schaal, Raster, Coördinaten, Verdiepingen en Lagen. Hetis ook nuttig te weten hoe de bestaande elementen wordengeselecteerd, gegroepeerd en geblokkeerd.

SchalenDe traditionele concepten van bouwkundige schalen zijn niet vantoepassing op het ArchiCAD werkblad, omdat hier sprake is vaneen digitaal gebouw op ware grootte.

Page 20: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

20

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Gewoonlijk wordt de grootte van het werkblad en het zichtbaregebied bepaald door wat op dat moment getekend wordt.

U kunt u de vergroting van uw venster verandren, of vrij over hetwerkgebied bewegen met de opdrachten uit het menu Beeld, b.v.Zoomen, Verschuiven en Alles tonen (of de Beeldbalkequivalenten).

De schaalinstelling is alleen belangrijk wanneer u een voorbeeldvan het gedrukte resultaat op uw scherm wilt zien.

De huidige schaal en zoom instellingen staan op de Beeldbalk.Een dubbel-klik op de knoppen Zoom in of Zoom uit geeft resp.een vergroting van 200% of een verkleining van 50%. Een klik opde Percentageknop toont het project op ware grootte (100%).

Een serie rasterlijnen (het ArchiCAD Rastersysteem) op hetwerkblad geeft een visuele indruk van de huidige zoom-instelling.Rasters worden verderop in dit hoofdstuk besproken.

De Coördinatenbox (hieronder) toont de grootte en de locatie vanhet element dat u tekent, onafhankelijk van de zoom- of schaal-instelling die u gebruikt.

De waarden in de Coördinatenbox kunnen in verschillendeeenheden getoond worden. Wilt u de eenheden veranderen, dangebruikt u de opdracht Voorkeuren/Tekeneenheden uit het menuOpties.

Page 21: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

21

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zie ook...

De beschrijving van de Beeldbalk in hoofdstuk 1, de opdrachtenuit het menu Beeld en de beschikbare eenheden uit Opties/Voorkeuren in hoofdstuk 5.

Schaal en ResultaatDe traditionele concepten van bouwkundige schaal (bijv. 1:1000)worden pas belangrijk als u een gedrukte versie van uw projectwilt hebben, of het project in Plotmaker of bitmap formaten wiltexporteren, zodat ze in andere applicaties verwerkt kunnenworden.

De Schaal-instellingUw project kan op elke gewenste schaal naar de printer gaan.

Om een schaalfactor voor het project in te stellen:

1) Ga naar de opdracht Plattegrondschaal (menu Opties) of klikop de Schaal knop op de Beeldbalk van de plattegrond.

2) Typ uw schaalselectie in het hieronder afgebeelde veld, ofkies één van de voor ingestelde schalen in het pop-up menu.

De huidige schaal en zoominstelling (in percentages van de waregrootte) worden op de beeldbalk getoond.

Let op: Als u een schaal-instelling heeft ingesteld, blijft dezevan kracht bij export van het project in DXF of DWG formaat.

Specificeren van een Schaal voor afdruk

De ArchiCAD dialoogvensters voor afdrukken en plotten biedende mogelijkheid om een afdrukschaal van het werk voor hetafdrukken of plotten te specificeren. Zie hoofdstuk 5

Ware grootte

Naast de schaal-instelling optie is er ook de mogelijkheid uwproject op ware grootte op het scherm af te beelden. U gebruikt

Page 22: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

22

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

dan de opdracht Ware Grootte in het menu Beeld of u klikt op dePercentageknop op de beeldbalk.

De Ware grootte optie laat een geschaalde afbeelding van uwproject zien; de Percentageknop op de beeldbalk zal dan ook“100%” aangeven.

Zie ook…

De paragraaf over het menu Beeld in hoofdstuk 5.

Geschaalde in tegenstelling tot Vaste maat elementen

Er zijn twee typen elementen te onderscheiden.

Geschaalde elementen worden opnieuw geschaald inovereenstemming met hun ware grootte, wanneer de projectschaal veranderd wordt. Geschaalde elementen zijn alleconstructie elementen zoals Wanden, Objecten, Vloerdelen, enz.

Elementen met een Vaste Maat worden afgedrukt of op hetscherm getoond op de grootte die u zelf gespecificeerd hebt,ongeacht de schaalinstelling van het project. Elementen die geenware grootte hebben, zoals tekstblokken, dimensioneringen enpijlpunten, kunnen gespecificeerd worden in punten ofmillimeters.

Bij het afdrukken geeft ArchiCAD de keuze dit type elementen teverkleinen of te vergroten naar ratio van de verhouding van detekenschaal en de afdrukschaal. De keuze Verschalen is meestgebruikelijk.

Onderbroken lijntypes symbool lijnen en ook vectoriële- ensymbool arceringspatronen kunnen naar keuze gedefinieerdworden als geschaald of met vaste maat. U kunt dit voor iederlijntype of arceringspatroon instellen bij Lijnen en Arceringen(menu Opties). Deze instelling geldt voor het hele project en kanniet voor individuele constructie-elementen veranderd worden.

Veranderen van de Projectschaal

Als u de Projectschaal verandert dan zal de huidige positie ookveranderen, terwijl de vergroting constant blijft, d.w.z. elementenmet een vaste maat zullen onveranderd op het scherm verschijnen.

Page 23: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

23

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De CoördinatenboxDe ArchiCAD Coördinatenbox geeft u informatie over uw lokatiein het werkblad venster, het Nulpunt en de status van het raster.

De volgende functies zijn van links naar rechts beschikbaar in deCoördinatenbox:

- met het Gebruikersnulpunt kunt u het nulpunt overal in hetproject plaatsen;

- met de Gedraaid raster knop bepaald u de hoek van hetgedraaid raster;

- met de Rasterschakel iconen kunt u schakelen tussen denormale en gedraaide rasters;

- de Cartesiaanse en Polaire Coördinaat velden zijn voor hetinvoeren van numerieke coördinaten terwijl u tekent;

- de Zwaartekracht iconen plaatsen elementen relatief tenopzichte van bestaande vloeren of daken;

- het Hoogte (z coördinaat) veld geeft de hoogte of hetniveau van de elementen weer en kan ingesteld worden;

- het Hoogte pop-up menu laat u kiezen of de hoogtecoördinaat absoluut of relatief wordt weergegeven.

Deze knoppen komen allemaal aan de orde in de volgendeparagrafen, gegroepeerd onder de volgende vier thema’s:Nulpunten, Coördinaten, Rasters en Zwaartekracht/Hoogte.

NulpuntenTekenen in ArchiCAD wordt gedaan in een onzichtbaar twee-dimensionaal coördinaten systeem. Zoals in ieder coördinatensysteem worden alle metingen verricht in relatie tot een nulpunt.

ArchiCAD onderscheidt drie coördinaatsysteem nulpunten:

- Het Projectnulpunt is een constante lokatie die gedurendehet hele project vastligt.

- Het Gebruikerssnulpunt is een hulpmiddel bij het tekenenen meten. Het gebruikersnulpunt kan naar elke lokatieverplaatst worden. Dit is vaak handig als u elementen tekentin relatie tot bestaande wanden, vloeren of anderecomponenten.

Page 24: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

24

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Het Bewerknulpunt verschijnt alleen maar tijdens het tekenenen bewerken, en wordt gebruikt om de afstand van deelastische lijn tot het beginpunt van een tekenhandeling weerte geven, en onder welke hoek deze tot het beginpunt staat.

In de plattegrond en andere 2D aanzichten, is het nulpunt altijdaangegeven door een vet gedrukte X de zogenaamde Nulpuntindicator, terwijl in 3D, de drie coördinaten assen verschijnenvoor een visuele indicatie van de referentievlakken waarlangs debewerkingen kunnen plaats vinden.

Als u het nulpunt verandert door een Gebruikersnulpunt tespecificeren of een nieuw element te tekenen, wordt de Nulpuntindicator verplaatst om het nieuwe nulpunt aan te geven.

Zie ook…

Werken in het 3D-venster van hoofdstuk 3.

Gebruikersnulpunt makenDe beginwaarde van het Project nulpunt van het coördinatensysteem bevindt zich bij de linkerhoek van het opstartscherm.

Er zijn twee manieren om een Gebruikersnulpunt te creëren:

- op een constructieknoop door gebruik van de [Alt-Shift] toetscombinatie;

- op elke lokatie met gebruik van de Gebruikersnulpuntknop uit de Coördinatenbox.

Gebruik van de Alt-Shift methode:

Druk de [Alt] en [Shift] toetsen in terwijl u de cursor naar deconstructieknoop beweegt waar u het nulpunt wenst.

Gebruik van de Gebruikersnulpunt knop:

Met deze methode kunt u, naast het plaatsen van het nulpunt opeen constructieknoop, het nulpunt verplaatsen naar een plaatswaar er nog niets getekent is.

1) Klik op de Gebruikersnulpunt knop.

2) Klik op een punt in de plattegrond. Het nulpunt gaat daarautomatisch naar toe.

Page 25: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

25

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Gebruikersnulpunt kan niet verschoven worden naar eenknoop van een element onder constructie.

Om terug te keren naar het Projectnulpunt, dubbel-klik op deGebruikersnulpunt knop. Ook kunt u het huidigeGebruikersnulpunt selecteren met het pijl-gereedschap (of shift-klik als er een ander gereedschap actief is) en op de [Delete] toetsdrukken.

De Coördinaten invoerveldenDe Coördinatenbox toont de Cartesiaanse en Polaire coördinatenvan de huidige cursor positie. Met een klik op de driehoek (Delta)iconen kunnen de Absolute of Relatieve Coördinaten getoondworden:

- Absolute waarden tonen de horizontale, verticale, radius enhoek afstand van de cursor tot het Project nulpunt, of eenGebruikers nulpunt maar nooit tot een Bewerk nulpunt.

- Relatieve waarden tonen de horizontale, verticale, radius enhoek positie van de cursor gerelateerd aan het Project nulpuntof een Gebruikers nulpunt voordat er met een elementbegonnen is. Of aan het Bewerk nulpunt als er met een tekenof bewerk proces begonnen is.

Onder normale omstandigheden tonen de gegevens van deAbsolute Cartesiaanse en Relatieve Polaire Coördinaten de meesteen meest nuttige informatie.

Met een goed gekozen Gebruikers nulpunt, toont de AbsoluteCartesiaanse uw positie ten aanzien van belangrijke plaatsen in uwproject, terwijl de Relatieve Polaire de richting en de lengte toontvan elementen die u aan het tekenen bent.

Afstanden metenOm de afstand tussen twee knopen te meten:

1) Schuif het Gebruikers nulpunt naar de eerste knoop.

2) Plaats de cursor op de tweede knoop.

3) Lees de x, y en r waarden in de Coördinatenbox.

Absolute of relatieve coördinaten kunnen gebruikt worden. Als uhet Gebruikers nulpunt niet wilt verschuiven, dan moet u een lijntekenen tussen de twee punten. De coördinaten zullen danverschijnen, waarna de lijn verwijderd kan worden.

Page 26: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

26

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Numerieke Coördinaten InvoerenAls alternatief voor het gebruik van de muis kan het toetsenbordgebruikt worden, waarbij de numerieke coördinaten directingevoerd worden, of u kunt een combinatie van muis entoetsenbord gebruiken. Deze techniek kan van pas komenwanneer u een lijst met coördinaten paren wilt invoeren, ofwanneer meer precisie verlangd wordt dan de muis kan bieden.

- Om numerieke coördinaten in te voeren dient u de naam vande coördinaat (x , y, a, of r) in te voeren, met daarachter dewaarde die u eraan wilt toevoegen, bijv. x-3 of y-4. Hetvoorvoegsel + kan voor positieve waarden naar keuzetoegevoegd worden.

- U kunt de coördinaten waarden in elke volgorde typen. Ukunt afsluiten met de [Enter] toets of een muisklik.

- Met het klembord kunnen de coördinaten gekopiëerd engeplakt worden. Knippen, Kopiëren, en Plakken zijn binnenhet menu niet actief tijdens de numerieke invoer. U gebruiktdaarvoor dan het toetsenbord.

- U kunt ook optel- en aftreksommen maken met de huidigewaarde, door een + of een - teken na de waarde te typen.Bijvoorbeeld, x3+ telt 3 bij de x waarde van het coördinatenvenster.

- Als er met inches en voet gewerkt wordt, dan neemt ArchiCADaan dat er met 3, drie voet bedoeld wordt. Met 3´6, 3´6”, of 3-6 daarentegen voert ArchiCAD drie voet en zes inches in.

Resultaat Bekijken van Numerieke Invoer

Door nogmaals een coördinaten naam in te typen kunt u hetresultaat bekijken van numeriek ingevoerde coördinaten voordateen element af is. Wanneer u dezelfde coördinaten naam intyptdan moet u oppassen dat u de muis niet beweegt, want dan gaat uterug naar grafische invoer.

Numerieke Invoer Afronden

Bij het starten van de numerieke invoer door x, y, a of r in tetypen, wordt de geselecteerde waarde gemarkeerd. Op datmoment zijn er verschillende mogelijkheden:

- Om andere coördinaten in te voeren, typ de naam van eenandere coördinaat en voer een waarde in

Page 27: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

27

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Om terug te gaan naar de grafische invoer modus. Klikop de Gereedschappen, de Controlebox of de Menubalk, oftyp nogmaals de naam van de geselecteerde coördinaat in.

- Om het element dat U aan het tekenen bent af te maken.Druk hiervoor op de [Enter] toets, of klik ergens op hetwerkblad.

- Om de hele handeling te verwijderen, klik op de knopannuleren in de Controlebox, of ga terug naar de grafischeinvoer door met de muis ergens op het werkblad te klikken.

Om de verschillen tussen absolute en relatieve waarden te latenzien, begin met een lijn op x2, y2 (het raster is 1 bij 1).

Typ nu x+3, y-3 (absolute waarden) voor het tweede punt van delijn.

Bekijk wat er gebeurt als u dezelfde waarden typt als relatievewaarden (x3+, y3-) vanuit het originele beginpunt.

Page 28: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

28

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Raster SysteemDe grote mate van precisie van ArchiCAD is soms moeilijk tebeheersen. De Coördinatenbox kan de positie van de cursor totvier decimalen weergeven.

Er zijn twee rastersystemen om u te helpen van de precisie vanArchiCAD gebruik te maken: het Magneet- en hetConstructieraster.

De ArchiCAD rastersystemen geven u een visuele oriëntatie en eenidee van de schaal op het werkblad.

- de rasters zijn opgezet om de lay-out en mate van precisie diebelangrijk is voor uw project, te reflecteren.

- de rasters kunnen gemakkelijk aan en uit gezet worden tijdenshet tekenen.

- in de coördinatenbox kunt u het geroteerde- of gedraaid rasterinstellen en gebruiken.

RastersnapDe Rastersnap maakt het mogelijk de elementen op een vasteafstand van elkaar grafisch uit te lijnen. Wanneer de rasters actiefzijn, dan kan de cursor slechts van het ene naar het andere rastersnijpunt tekenen of springen. Zo wordt de positie van de cursoruiterst nauwkeurig bepaald, zelfs op een lage zoom-instelling.

Wanneer de Rastersnap actief is volgt een zwart stipje debeweging van de cursor, en springt van de ene rasterpunt naar devolgende.

Let op: Tekent u een element met de Ratsersnap actief, danziet u een zwarte elastische lijn tussen de rasterpunten heenen weer springen als u de cursor beweegt.

De Rastersnap is niet beschikbaar in het 3D-venster.

Definiëren van de RastersOm de Magneet- en Constructierasters te definiëren kiest u deopdracht Standaard beeld en raster in het menu Opties (ziehieronder).

Page 29: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

29

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ConstructierasterHet Constructieraster wordt gewoonlijk gebruikt voor eenruimtelijke indeling van uw project. Het Constructieraster zoubijvoorbeeld ook gebruikt kunnen worden om het fundament ofhet Kolomraster van een gebouw te definiëren

Hulpraster

De functie van het Constructieraster wordt vergroot door hethulpraster, dat ook op het scherm te zien is. Het hulpraster wordtvaak gebruikt voor de dikte van betonnen muren of fundamenten.

Raster weergave

Het Constructieraster is normaal gesproken zichtbaar op dePlattegrond. De rasterlijnen kunnen uitgeschakeld worden door deopdracht Toon raster in het menu Opties.

Afdruk Opties

Het Constructieraster kan naar keuze samen met de plattegrondafgedrukt worden door op de knop “Ja” te klikken bij Afdrukkenraster in Afdrukken….

Let op: Als de Toon raster in het menu Opties uitgezet is, danis het Constructieraster niet zichtbaar in Standaard beeld &raster.

MagneetrasterHet Magneetraster is een onzichtbaar raster dat de kleinstemeeteenheden definieert. Dit kunnen mm. zijn als u een huistekent, of meters als u een grootschalig bouwplan maakt.

Page 30: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

30

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Horizontale en verticale Magneetrasters zijn onafhankelijk vanelkaar. Een offset van het coördinatensysteem nulpunt kan ookgespecificeerd worden als beginpunt voor het raster.

Instellen van een Gedraaid RasterEr zijn twee instellingen in de Coördinatenbox om een gedraaidraster op te zetten.

Klik op de tweede knop van links. U kunt dan een vector op deplattegond tekenen die dient om de hoek van het gedraaide rasterten opzichte van de horizontale as te bepalen. U kunt alleconstructie hulpmiddelen gebruiken om dit te doen, inclusief decoördinaten begrenzer, zoals hieronder getoond.

Het gedraaide raster wordt bepaald en direct weergegeven.

De volgende twee Rasterschakel knoppen laten u schakelentussen het “normale” en gedraaide raster.

Let op: Als u een gedraaid raster gebruikt zijn demuisbegrenzingen coördinaten waarden en berekent volgensdit coördinatensysteem.

Het gedraaide raster is niet beschikbaar in het 3D-venster.

Zie ook…

De muisbegrenzing verder in dit hoofdstuk en decorresponderende Voorkeuren in hoofdstuk 5.

Page 31: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

31

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Besturing van de RastersWanneer een van beide Rastersystemen geactiveerd is, beweegt decursor van het ene raster snijpunt naar het andere. Deze functiekan op elk gewenst moment ( bijv. om een meubelstuk in eenongerasterde lokatie te plaatsen) uitgezet worden.

Drie mechanismen kunnen het Rastersysteem besturen.

- de Coördinatenbox kan beide rasters activeren of de snapfunctie helemaal uitschakelen. Het bevat ook de knoppenvoor de weergave van het gedraaide raster.

- met de opdracht Rastersnap (menu Opties) kan het rastersysteem aan en uit geschakeld worden, maar er kan niet vanraster veranderd worden.

- met Standaard beeld & raster kunt u bepalen welkRastersysteem gebruikt wordt wanneer het rastersysteemingeschakeld is.

Daarbij kan de Rastersnap tijdelijk aan of uit worden gezet met de[Escape] toets. De Raster Snap wordt geactiveerd of opgeschortzolang de toets ingedrukt blijft. Dit is nuttig wanneer u veelelementen aan het tekenen bent die gedeeltelijk niet op raster zijn.

Zie ook...

Meer info over Rastersnap zie hoofdstuk 5, het menu Opties.

Tekenen zonder het RastersysteemZelfs als het Rastersysteem niet actief is kunt u heel precieswerken met behulp van de volgende functies:

- Numerieke coördinaten invoer - maakt toetsenbord invoer vantekenposities mogelijk in plaats van met de muis.

- Muisbegrenzing - Hierbij is tekenen onder specifieke hoekenmogelijk, zoals verticaal, horizontaal, etc.

- Relatieve Constructie Methoden - geeft de mogelijkheid lijnente tekenen in relatie tot een bepaald element (bijv. loodrechtof parallel daaraan)

Deze aspecten worden meer gedetailleerd besproken in devolgende paragrafen van dit hoofdstuk.

Page 32: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

32

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoogte en ZwaartekrachtIn ArchiCAD kunt u het niveau van het te plaatsen element opverschillende manieren beheersen:

- In de Coördinatenbox, kunt u kiezen of u de hoogte waardenwilt bepalen t.o.v. het projectnulpunt of t.o.v. de Actieveverdieping.

- Als u de cursor over een vloer of dak sleept (aangenomen datde corresponderende Zwaartekracht icoon actief is, ziehieronder), dan kunt u de veranderingen in hoogte (z) in deCoördinatenbox zien. Als meerdere daken en vloeren elkaaroverlappen, wordt de hoogste waarde weergegeven.

- De hoogte van een te plaatsen element wordt weergegeven inde Infobox. Als er een offset hoogte gedefiniëerd is, wordt dehoogte automatisch berekend in de Infobox. Het elementwordt geplaatst op de weergegeven hoogte.

Zwaartekracht helpt bij het plaatsen van elementen in relatie tot dehoogte van een vloer of dak.

- Als u op de eerste knop klikt, worden nieuw gecreëerdeelementen t.o.v. het nulpunt van de huidige verdiepinggeplaatst.

- Klikt u op de tweede knop, dan worden nieuw gecreëerdeelementen t.o.v. de Vloer onder hen geplaatst.

- Klikt u op de derde knop, dan worden nieuw gecreëerdeelementen t.o.v. het Dak onder hen geplaatst.

Let op: Zwaartekracht heeft alleen effect op nieuwgecreëerde elementen en kan niet gebruikt worden voorbestaande elementen.

Er zijn twee manieren om de Zwaartekracht in te schakelen:

- vanuit de instellingen van een element voordat het gecreëerdis;

- vanuit de Coördinatenbox voor de invoer.

Als u de Zwaartekracht in een gereedschapsinstelling aan zet, zijnde Hoogte waarden tot het Projectnulpunt en Actieve verdiepinglichtgrijs weergegeven, en u kunt een offset hoogte relatief tot hetelement eronder aangeven in het corresponderende invoerveld.

Zie ook…

Werken in het 3D-venster in hoofdstuk 3 en Verslepen en plaatsenverder in dit hoofdstuk.

Page 33: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

33

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Weergave van Beeld/VenstersEr bestaat een groot aantal mogelijkheden in ArchiCAD om delenvan het werk te bekijken en een aantal sneltoetsen om opgeslagencombinaties van elementen en weergaven op te roepen.

Verdiepingen en LagenVerdiepingen geven een “fysieke” scheiding van elementenvolgens het verticale niveau waartoe ze behoren. Elke verdiepingheeft een eigen plattegrond waarin de elementen geplaatst zijn.

Omdat u niveau’s verandert om ze te bereiken, wordt alleen hetaanzicht van de huidige plattegrond weergegeven voorbewerking, afdrukken of opslaan in een bestand. Het maakt nietuit welke verdieping is geselecteerd, alle verdiepingen wordenweergegeven in 3D afbeeldingen.

Verdiepingen worden vaak gebruikt voor het tekenen vanplattegronden van verdiepingen van een hoog gebouw. Zekunnen ook gebruikt worden voor een daktekening, garage ofanderen tekeningen die verticale 3D relaties hebben.

U kunt tussen verdiepingen navigeren d.m.v. opdrachten ensneltoetsen uit het hiërarchische menu Opties/Verdiepingen. Enhet Snelposities venster geeft u een voorbeeld van alle bestaandeverdiepingen van waaruit u een verdieping kunt kiezen (zie debeschrijving van de Snelposities hieronder). Terwijl plattegrondenworden geplaatst op verdiepingen, wordt elk element van eenplattegrond op een specifieke laag geplaatst. Lagen zijn algemeen,dit betekent dat alle lagen beschikbaar zijn op alle verdiepingenen in elk werkblad venster.

Lagen geven een “logische” scheiding van elementen. Verwantegroepen elementen, zoals dimensioneringen, meubels, elektrischesymbolen enz., worden samen op een laag geplaatst. U kunt elkeLaag naar wens verbergen of tonen, opslaan in een bestand,afdrukken of in 3D projecteren of blokkeren om te voorkomen datelementen worden geselecteerd of veranderd.

Page 34: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

34

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Om het proces van het tonen, verbergen en blokkeren van lagente automatiseren, kunt u verschillende Lagencombinaties opslaanen deze op naam kiezen uit het hiërarchische menu Opties/Lagen.

Omdat elk gereedschap een basis lagentoewijzing heeft wordenelementen automatisch op een laag geplaatst d.m.v. het gereedschap.

Zie ook…

De menu’s van Verdiepingen en Lagen worden verder uitgelegd inhet menu Opties van hoofdstuk 5.

Het SnelpositiepaletMet het Snelpositie palet kunt u snel tussen Verdiepingen,Doorsneden/aanzichten, van te voren gedefinieerde aanzichtenmet verschillende zoom instellingen en lokaties, schakelen. Ditkan in de plattegrond en in de Doorsneden/aanzichten vensters.

Met een klik op de Ga naar knop geeft het gekozen aanzicht in deplattegrond of de gewenste doorsnede weer. Het dubbel-klikkenbinnen het omlijste aanzicht geeft hetzelfde effect.

Het snelpositiepalet heeft drie knoppen die u helpen te navigerentussen Verdiepingen, Doorsneden/aanzichten en voorafbepaalde Snelposities van beide.

- Snelposities kunnen worden bepaald op de plattegrond vande huidige verdieping of in een doorsnede/aanzicht. In beidegevallen moet de Snelpositie knop aan staan.

- De verdieping en doorsnede/aanzicht knoppen tonen alleenpositielijsten voor navigatie, er kan geen nieuwe afbeeldinggecreëerd worden als een van de knoppen aan staat.

Let op: Klikken op de Snelpositieknop toont alleen desnelpositie van daarvoor geselecteerde Verdieping ofDoorsnede/aanzicht.

Page 35: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

35

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Verdiepingen

Als de knop Verdieping actief is, wordt de lijst met huidigeverdiepingen van het project rechts weergegeven en de afbeeldingvan de huidige actieve verdieping verschijnt links. U kunt elkeverdieping uit de lijst kiezen en op de knop Ga naar klikken omhet in de plattegrond weer te geven, of u kunt dubbel-klikken opde naam in de lijst. Dit is hetzelfde als het kiezen van Opties/Verdiepingen/Ga naar verdieping…

Let op: Naar een verdieping gaan activeert automatisch desnelpositie en laat de snelpositie lijst zien van degeselecteerde verdieping. Voor het creëren van nieuweaanzichten, zie verdere instructies.

Doorsneden/aanzichten

Als de Doorsnede/aanzicht knop actief is, wordt de lijst metbepaalde doorsneden/aanzichten rechts getoond. U kunt elkedoorsnede uit de lijst kiezen en dan op de knop Ga naar klikkenom de corresponderende doorsnede/aanzicht weer te geven, ofdubbel-klik op de naam in de lijst. Dit is hetzelfde als het kiezenvan de naam in het hiërarchische menu Doorsneden/aanzichtenuit het menu Venster.

Page 36: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

36

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Naar een doorsnede/aanzicht gaan activeertautomatisch de snelpositie en laat de snelpositie lijst zien vanhet geselecteerde doorsnede/aanzicht. Voor het creëren vannieuwe aanzichten, zie verdere instructies.

Snelposities

De snelposities zijn beschikbaar voor de plattegrond doorsnede/aanzicht vensters.

Aan de linker kant van het snelpositiepalet ziet u alle elementenvan de huidige verdieping of doorsnede, maar ook de omlijstingvan het venster waarvan de naam is geselecteerd in de lijst aan derechter kant.

Het beeld aangegeven door de omlijsting als u de Snelpositiesactieveert, is degene die u ziet op uw werkblad en hetgeselecteerde item in de lijst is het Huidig beeld. Actualiseer hetoverzicht om de veranderingen te reflecteren die u genmaakt heeftop het werkblad door te dubbel-klikken op het overzichtsgebiedbuiten de omlijsting.

Let op: U kunt ook de opdracht Overzicht hertekenen uithet lokale menu kiezen, die te openen is met een kleine pijl inde rechterbovenhoek van het palet.

U kunt de inhoud en de omvang van het aanzicht veranderen doorde lokatie en de grootte van de omlijsting aan te passen.

- om de vorm of grootte van de omlijsting te veranderen,versleep de zijkanten of hoeken.

- om de lokatie van de omlijsting te veranderen, versleep hetomlijste gebied met de Kleine hand cursor.

- om het omlijste tekendetail te gebruiken in het werkblad,dubbel-klik binnen de omlijsting of klik op de Ga naar knop.

Dit werkt zoals Zoomen en Verschuiven zodat u bruikbarebeelden van uw werk kunt maken.

Page 37: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

37

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Aan de rechter kant van het snelpositiepalet zien we de lijst vanposities van het model die kunnen worden opgeroepen. Destandaard namen uit de lijst zijn Huidig beeld en Standaardbeeld (dat overeen komt met het Standaard beeld dat u insteltvoor uw project in het Standaard beeld & rasters venster metBeeld/Standaard beeld instellen). U kunt ook posities maken entoevoegen aan de lijst. Dit betekent dat u handige posities bij dehand kunt houden zonder dat u met verschuiven en zoomen moetgaan werken om de goede positie weer op te roepen.

Een naam van een positie kan relateren aan een verscheidenheidvan instellingen die worden weergegeven met kleine icoontjesachter de naam:

- Het positie behoudt de Zoom instelling.

- Het positie behoudt de status van de Lagen (zichtbaar/onzichtbaar, geblokkeerd/gedeblokkeerd).

- Het positie behoudt alle attributen die nu in de Beeld Optiesinstellingen staan (menu Opties).

- Het positie behoudt de Schaal waarin het was opgezet.

Deze opties kunnen worden ingesteld voor elk nieuw opgeslagenbeeld (zie hieronder).

Het menu Bewerken positielijst

Het pop-up menu in de rechter bovenhoek van het palet laat uposities aan de lijst toevoegen of verwijderen en de huidige positieactualiseren.

Om een positie toe te voegen, kies Huidig beeld opslaan…, en uwordt gevraagd voor een naam van het aanzicht in hetoverzichtsgebied. U kunt ook de namen van bestaande aanzichtenveranderen door Hernoem beeld te kiezen.

Er verschijnt een dialoogvenster, kies een huidig attribuut(Zoominstelling, Lagen, Beeld opties, Schaal) en sla dit op met dehuidige positie. Het is ook mogelijk om posities te bepalen diealleen zichtbaar zijn op de huidige verdieping of beschikbaar zijnover alle verdiepingen.

Beeld verwijderen verwijdert de geselecteerde naam uit de lijst.Met de opdrachten hieronder kunt u alle posities verwijderen ofdie voor verdiepingen of doorsneden.

Verdieping/doorsnede overzichten hertekenen en Alleoverzichten hertekenen zorgen ervoor dat alle veranderingenop het scherm te zien zijn. Voor enkele snelposities kunt u dit ookdoen door te dubbel-klikken in het overzichtgebied buiten deomlijsting.

Page 38: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

38

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Gebruik van het Snelpositiepalet

Het snelpositiepalet wordt getoond als u klikt op deSnelpositieknop in de Beeldbalk van het werkblad of u kiest deopdracht Toon snelposities in het menu Venster (als het paletverborgen is).

Als u het palet ten alle tijd wilt zien zet de Punaise knop aan in debovenkant van het palet.

Als de punaise knop uit staat, is het palet verborgen als u naar eenpositie in het snelpositiepalet gaat.

De vorm -van het palet kan verandert worden met de vormblokjesnaast de punaise knop. U kunt het hele palet tonen, of alleen delijst of alleen het overzichtsgebied (in dit geval staan deopgeslagen aanzichten en verdieping/doorsnede namen in eenlijst en zijn bereikbaar in het menu Aanzichtlijst Bewerken).

Let op: Al deze vorm opties zijn ook beschikbaar in het menuVenster als u Zwevende paletten/paletvormen kiest. Ook kuntu kiezen voor een vergroting van het palet.

Snelposities opslaan

Snelposities worden samen met uw project opgeslagen.

Versleep en plaatsDe Versleep en plaats techniek is bekend bij MacOS en Windowsgebruikers voor het openen bestanden of het kopiëren en plakkenvan verschillende elementen binnen vensters of tussen applicaties.

Omdat ArchiCAD veel verschillende venster typen heeft, laat deimplementatie van Verslepen en plaatsen u elementen kopiërenvan vensters door data te plakken in het ontvangende venster.

Let op: De Versleep en plaats functie kan aan en uit gezetworden d.m.v. het aankruisvakje in Opties/Voorkeuren/Overig dialoogvenster.

Data overzetten in verschillendeVenstertypenData kan alleen in een venster geplaatst worden op voorwaardedat het ontvangende venster de verslepende data kan ontvangen.

Verslepen en plaatsen van tekstDe volgende mogelijkheden bestaan voor het overzetten van tekst:

Page 39: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

39

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- van een ArchiCAD tekstvenster of tekstvenster van een andereaplicatie met de Versleep en plaats functie naar een anderArchiCAD tekstvenster;

- van elk tekstvenster naar elk 2D venster (plattegrond,doorsnede, bibliotheekelement 2D symbool) met de standaardwaarden;

- verplaatsen of kopiëren van tekst binnen hetzelfdetekstvenster;

- creëren van teksttype klembordbestanden in de MacOS Finderof de Windows Explorer;

- plakken van klembordbestanden in een tekstvenster;

- plaatsen van tekst van een teksttype venster in de Afval(MacOS) of Recycle bak (Windows) om de tekst teverwijderen;

- plaatsen van gewone tekstbestanden in een teksttype venster(met enkele restricties).

Verslepen en plaatsen van plaatjesMogelijkheden voor het overzetten van plaatjes:

- verslepen van een heel plaatje of een gedeelte ervan uit het 3Dvenster, een model venster of het project voorbeeld venster;

- plaatsen van een plaatjesbestand of PICT, BMP, TIFF, GIF of JPEGtype in een bibliotheekelement voorbeeld venster;

- plaatsen van een plaatjesbestand in een a 2D venster om het alseen Figuur te plakken;

- creëren van plaatjes type klembordbestanden in de MacOSFinder;

- plakken van klembordbestanden in het 2D voorbeeld venster.

Verslepen en plaatsen van ArchiCADBibliotheekelement bestandenU kunt ArchiCAD bibliotheekelement bestanden vanuit de MacOSFinder of de Windows Explorer in de plattegrond verslepen &plaatsen.

Deuren en ramen kunnen alleen in bestaande wanden versleept &geplaatst worden.

Het plaatsen van een bibliotheekelement activeert hetcorresponderende gereedschap en het nieuw geplaatste elementwordt het standaard element voor het gegeven bibliotheekelementtype.

Page 40: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

40

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het is mogelijk verschillende bibliotheekelementen tegelijkertijd teVerslepen & plaatsen.

Verslepen& plaatsen van PlattegrondelementenAls er een selectie aanwezig is op de plattegrond met hetmarkeergebied of individuele selectie met de pijl, versleept &plaatst men door de muisknop in te drukken en de cursor uit hetArchiCAD plattegrondvenster te slepen.

De volgende elementen kunnen worden gekopieerd:

- plattegrond elementen (in module formaat),

- geselecteerde elementen op de plattegrond in plaatjes formaat(b.v., naar het Project voorbeeld venster);

- en de 2D en/of het 3D script van de geselecteerde elementenin tekst formaat.

3D GDL script wordt alleen gegenereerd als de plaatsing is in hetsymbool 3D script venster. De 2D script van de geselecteerdeelementen verschijnt in elk ander tekst type venster.

SelectieVeel ArchiCAD menu’s en dialoogvensters werken opgeselecteerde elementen, dus is het raadzaam regelmatige degeselecteerde elementen te controleren. ArchiCAD heeft eenaantal methoden om elementen uit uw project te selecteren.

Bewerkings-opdrachten werken op:

- geselecteerde elementen of

- geen van de elementen.

3D visualisering en hoeveelheidsberekening werken op:

- op geselecteerde elementen of

- alle elementen.

Zie ook…

Venster-specifieke selectie functies in het Werken in Doorsnede/aanzicht vensters en Werken in het 3D venster van hoofdstuk 3.

Selectie MethodenDe verschillende methoden om tekenelementen te selecteren zijn:

- Het Pijl-gereedschap, een gespecialiseerde selectie methode.

Page 41: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

41

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Het Markeer-gereedschap, ter aanvulling van het Pijl-Gereedschap.

- Een [shift]-klik, een toetsenbord selectie shortcut die werktongeacht het geactiveerde gereedschap.

- Een klik op de rechter muisknop (Windows) ongeacht hetgeactiveerde gereedschap.

- De opdracht Alles Selecteren, selecteert hele klassenelementen op grond van het geactiveerde gereedschap (of alleelementen als het Pijl-gereedschap actief is).

- De opdracht Zoeken & Selecteren die de mogelijkheid geeftelementen te (de)selecteren op basis van criteria.

Zie ook…

Het Pijl- en Markeer-gereedschap (hoofdstuk 4) en AllesSelecteren en Zoeken & Selecteren (menu Bewerken hoofdstuk 5).

Selectie & MarkeerpuntenIeder type element heeft specifieke markeerpunten dieaangegeven zijn met selectiestippen wanneer het elementgeselecteerd is.

Als het Markeer-gereedschap gebruikt wordt, dan zullen er geenselectiestippen te zien zijn omdat dit een gebied selecteert.

Selectie & LagenDe selectie methoden hierboven beschreven werken alleen op deelementen op de actieve laag. Bij ArchiCAD bieden de lagen demogelijkheid om tekenelementen op verschillende transparantevellen te plaatsen en de tekenelementen te groeperen voorweergave op het scherm, voor het bewerken of afdrukken.

- Op een verborgen laag kan geen element geselecteerd worden.

- Op een geblokkeerde zichtbare laag kunnen elementen welaangeklikt worden, maar er vindt geen selectie plaats

Systematisch lagen maken kan nuttig zijn bij het uitsluiten vanongewenste elementen uit selecties.

Zie ook…

De Laag opdrachten in het menu Opties in hoofdstuk 5.

Page 42: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

42

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Selectie en Geblokkeerde elementenGeblokkeerde elementen kunnen worden geselecteerd, maar nietbewerkt worden. Als zo’n element geselecteerd wordt verschijnt ereen geel veldje waarin staat dat het element geblokkeerd is.Selectiepunten van geblokkeerde elementen zijn grijs.

U kunt de instellingen van deze elementen openen, maar dewaarden kunnen niet veranderd worden. De OK knop verschijntin grijs.

Let op TeamWork gebruikers: Elementen buiten uw eigenwerkruimte gedragen zich hetzelfde als geblokkeerdeelementen. Het gele veldje informeert u of een elementgeblokkerd is, gereserveerd is door een ander persoon ofgewoon niet in uw werkruimte ligt.

Elementen groeperenGroepen kunnen worden gecreëerd door het selecteren vanelementen van gelijk of ongelijk type met de opdrachtGereedschappen/Groeperen. Gegroepeerde elementen kunnensamen worden geselecteerd en bewerkt.

De volgende bewerkingen kunnen tegelijkertijd op alle elementenvan de groep worden uitgevoerd:

- selectie;

- enkele van de menu Bewerken functies (o.a. Verslepen,Roteren, Spiegelen, Vermenigvuldigen);

- attributen toekennen.

U kunt zelfs elementen in groepen creëren door de opdrachtAutogroeperen in het menu Gereedschappen. Als deze optie aanstaat, worden rechthoekige Wand elementen en Polygoondaken,etc. automatisch gecreëerd als groep. De volgende elementenkunnen niet worden gegroepeerd: Dimensioneringen, Zones,Labels, Doorsnede/aanzicht lijnen, Camera’s.

Deuren en ramen kunnen alleen gegroepeerd worden als deel vande wand waar ze in staan.

Page 43: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

43

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Elementen van andere verdiepingen waarvan de contour op dehuidige verdieping staat kunnen geen deel uitmaken van de groepop deze verdieping.

Let op: Selectiepunten van gegroepeerde elementen zijnkleine cirkels, van niet gegroepeerde zijn zwarte stippen.

Groeperen en degroeperen zijn niet beschikbaar in het 3D-venster,hier kunt u alleen Groepen inactief maken.

Groepen inactief makenOm alle elementen van een groep weer onafhankelijk te makenkies Gereedschappen/degroeperen. Om tijdelijk voor een operatiede groep op inactief te zetten kiest u gereedschappen/groepeninactief. Als deze opdracht aangevinkt is, kunnen elementen dietot een groep behoren tijdelijk apart geselecteerd engemodificeerd worden. Als de opdracht niet aangevinkt is, zijn degroepen weer geactiveerd.

De opdracht groepen inactief is ook beschikbaar als sneltoets inde Controlebox.

Groepen inactief is de enige groep functie in het 3D-venster.

Individueel geselecteerde elementen die tot een groep behorenzijn gemerkt door lege selectiestippen.

Groep hiërarchieGroepen kunnen weer gegroepeerd worden op een hoger nivo.Als er een groep die bestaat uit twee of meer lagere groepengedegroepeerd wordt, dan worden ze eerst opgedeeld in degroepen waaruit ze bestaan. U moet dus verscheidene kerenGereedschappen/degroeperen voordat een enkel element weerindividueel geselecteerd en bewerkt kan worden. Kiest uGereedschappen/groepen inactief, dan zijn ALLE groepen tijdelijkop inactief gesteld. Dit betekend dat enkele elementen directindividueel geselecteerd en bewerkt kunnen worden, zelfs almaken ze deel uit van een complexe hiërarchie.

Groepen en LagenGroeperen van elementen verandert de toewijzing van attributenniet, wat betekent dat elk element op de eigen laag blijft.

Elementen van een Groep op een onzichtbare Laag:

- Elementen op de verborgen laag zijn onzichtbaar zelfs op deplattegrond.

Page 44: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

44

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Als de groep geselecteerd wordt, worden onzichtbareelementen niet geselecteerd.

- Als de groep bewerkt wordt (door verslepen, roteren,spiegelen, vermenigvuldigen) veranderen onzichtbareelementen ook van positie.

- Als de attributen of parameters van de elementen veranderdworden, veranderen de attributen van de onzichtbareelementen ook.

Elementen van een Groep op een geblokkeerde laag:

- Elementen op een geblokkeerde laag zijn onzichtbaar op deplattegrond, maar zij zorgen ervoor dat de hele groepgeblokkerd is. De groep reageert ook niet op verslepen,roteren, spiegelen en vermenigvuldigen.

- Als er een groep geselecteerd wordt, zijn alle elementengeselecteerd, maar met grijze stippen. Gebruik de opdrachtGroepen inactief om de gegroepeerde items die niet op eengeblokkeerde laag staan te bewerken.

Let op TeamWork gebruikers: Elementen van een groepkunnen gereserveerd zijn door verschillende aangemeldeprojectleden. Zelfs in dit geval, blijven de groepen actief.Attributen en parameters van de gereserveerde elementenkunnen alleen veranderd worden d.m.v. groepen inactief.

Belangrijk: Slaat u het project op in ArchiCAD 5.0 formaat,dan gaat alle groep informatie verloren.

Volgorde van TekenenTekent u een project met ArchiCAD, worden overlappendeelementen gestapeld volgens een specifieke stapel volgorde. Alsstandaard, worden elementen gestapeld in een volgorde diegebruikelijk is bij bouwkundige tekeningen.

Standaard Stapel volgordeDe standaard stapelvolgorde is bepaald door de element klassen,waarvan er zes zijn. Het maakt niet uit in welke volgorde deelementen zijn geplaatst, die uit de eerste klasse komen op devoorgrond, tweede klasse erachter enz. De element klassen zijn:

1) Annotation (tekst, labels, alle dimensioneringen,zonestempels)

2) 2D werk (lijnen, cirkels, bogen, markeerpunten)

Page 45: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

45

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

3) Bibliotheekelementen (objecten, lampen, elementen van Add-Ons zoals StairMaker of ArchiSITE)

4) 3D structuren (wanden, vloeren, deuren, ramen, kolommen,daken, mesh)

5) 2D polygonen (arceringen, zone polygonen)

6) Figuren

Overlappen binnen dezelfde klasse hangt af van de volgordewaarin de elementen geplaatst zijn. B.v., heeft u wanden dieelkaar kruisen, dan overlapt de laatst geplaatste de anderen.Verandert u een attribuut van de vorige wand, dan wordt deze“huidig” en overlapt dan de anderen.

Eigen stapel volgordeArchiCAD’s standaard stapel volgorde is in de meeste gevallengoed, maar er kan zich iets voordoen waardoor u de elementenanders wilt laten overlappen. B.v., zodat een arcering een 2Delement van een object overlapt. Een aantal opdrachten in hetmenu Gereedschappen laat u de standaard stapel volgordeelement voor element overschreiden.

Op nieuw geplaatste elementen werken de opdrachten als volgt:

- Naar voren: met deze opdracht, overlappen de geselecteerdeelementen alle onveranderde elementen van dezelfde enandere lagere klassen, maar blijven onder de elementen vanhogere klassen.

- Vooraan: met deze opdracht, overlappen de geselecteerdeelementen alle andere elementen.

Page 46: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

46

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Naar achteren: met deze opdracht overlappen geselecteerdeelementen de elementen van een lagere klasse maar wordenoverlapt door (naar achteren) alle onveranderde elementenvan gelijke of hogere klasse.

- Achteraan: met deze opdracht, worden alle geselecteerdeelementen overlapt door alle andere elementen.

- Herstel standaard volgorde: Deze opdracht herstelt destandaard overlapping volgorde zoals hierboven beschreven.

Let op: het gebruik van deze opdrachten forceert ArchiCADde inhoud van het venster opnieuw te tekenen. Met grotetekeningen kan dit lang duren. Om de herteken tijd teverkorten, zoom in de elementen die u bewerkt.

Het mechanisme van de stapel volgorde

De standaard stapel volgorde en de eigen gemaakte zijn gebaseerdop twee sorterings mechanismen: klassen en stapel nivo’s.

ArchiCAD plaatst elementen in 14 stapel nivo’s. Elk nivo kan elkvan de element typen bevatten. De uiteindelijke stapel volgordedie u op het scherm of op afdrukken ziet, is gebaseerd op hetstapel nivo en de klasse van het element. Alle elementen op eennivo overlappen de elementen op een lager stapel nivo, ondankshun klasse.

Nieuwe elementen worden altijd in het gewenste stapel nivo vanhun eigen klasse geplaatst. De stapel nivo voorkeur is als volgt:

1-4) als standaard leeg

5) Annotation

6) 2D werk

7) Bibliotheekelementen

8) 3D structuren

9) 2D polygonen

10) Figuren

11-14) als standaard leeg

Als standaard zijn de bovenste en onderste 4-4 stapel nivo’s leeg.U kunt elk type element naar deze stapel nivo’s sturen met deopdrachten uit het menu Gereedschappen zoals hierbovenbeschreven.

B.v., brengt u een arcering naar voren van nivo 9 naar 8, wat hetstandaard nivo voor structuren is, dan overlapt de arcering alleonveranderde arceringen die op nivo 9 blijven, maar wordt zelfoverlapt door alle onveranderde structuren op nivo 8.

Page 47: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

47

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als u het weer naar voren brengt, overlapt het alle overblijvendestructuren. Maar het blijft onder alle onveranderdebibliotheekelementen op nivo 7. Op deze manier kunt u het naarvoren brengen tot het de hogere nivo’s overlapt.

Ook kunt u andere elementen naar voren brengen, die deveranderingen overlappen.

De opdrachten Vooraan en Achteraan plaatsen de geselecteerdeelementsen totdat zij overlappen (of worden overlapt) door allebestaande elementen. Dit is niet altijd het 1ste of 14de nivo, ditbetekent dat het, in de meeste gevallen, mogelijk is andereelementen erboven of eronder te plaatsen.

Tekst of Dimensioneringen die vooraan liggen kunnen nietworden overlapt. B.v., als u wilt dat een arcering hen overlapt, danmoet u de tekst 1 nivo achteruit sturen.

Probeert u elementen die al vooraan of achteraan staan nog verdervooraan of achteraan te plaatsen dan wordt u gewaarschuwd.

Plaatst u verschillende elementen van verschillende nivo’s vooraanof achteraan, dan verplaatst elk element maar 1 nivo.

Page 48: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

48

Hoofdstuk 2: Basis concepten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Plaatst u verschillende element typen vooraan of achteraan, danoverlappen ze (of worden overlapt door) alle bestaandeelementen, en behouden hun stapelvolgorde in relatie met elkaar.

Samengestelde elementen (zones, arceringen)

Zones en arceringen zijn samengestelde elementen bestaande uitcomponenten van twee verschillende klassen (zone polygonen enzone stempels, arceringen en hun tekst). Deze twee componentenhouden hun volgorde volgen klasse, b.v. tekst overlapt altijd dearceringen. Alhoewel u de volgorde van overlapping apart kuntveranderen, kunnen Arceringen en Zone-arceringen nooit huneigen tekst en zonestempels overlappen en vice versa, dit forceertde component zo nodig mee te verplaatsen.

Let op: De stapel volgorde van arceringen en zones kanworden ingesteld in een pop-up menu in het Beeld Optiesdialoogvenster, deze instelling is alleen van invloed opelementen binnen hetzelfde stapel nivo. B.v., als dearceringen de zones moeten overlappen, maar een specifiekezone staat op een hoger nivo dan een specifieke arcering, danoverlapt het de arcering.

Weergave volgorde en afdrukkenDe stapelvolgorde blijft behoeden bij het afdrukken of plotten,ook op PlotMaker tekeningen.

Op penplotters en in DXF/DWG uitvoer, zijn alle elemententransparant. Dit betekent dat verborgen of gedeeltelijkoverlappende elementen volledig zichtbaar zijn. Om hier eenvoorbeeld van te zien, zet de Constructie arceringen en Polygoonarceringen in het Beeld Opties dialoogvenster op Vectorieel, en zetalle arceringen op transparant in Voorkeuren/overig.

Page 49: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

49

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoofdstuk 3Constructie techniekenDit hoofdstuk concentreert zich op de verschillende constructiehulpmiddelen, technieken en tips voor het maken van elementenvoor het virtuele gebouw. Eerst worden concepten en techniekendie beschikbaar zijn in de Plattegrond besproken, gevolgd door demogelijkheden voor de Doorsneden/aanzichten vensters en het3D-venster.

Plattegrond constructieAls de indeling van uw ArchiCAD project is vastgesteld, kunnenwanden, vloerdelen en andere bouwkundige elementen gemaaktworden. Om deze onderdelen een exacte afmeting en plaats tegeven, heeft ArchiCAD een aantal hulpmiddelen:

- De Infobox laat u verschillende tekenparameters aanpassen.

- De Controlebox geeft opties om nieuwe elementen tecreëren in relatie tot bestaande elementen.

- De Cursorsnap relateerd de cursor t.o.v. de rasters enbestaande elementen.

- Muisbegrenzing helpt bij het tekenen van elementen in eenbepaalde verhouding tot andere elementen en richtingen.Vergelijkbaar met de traditionele liniaal en driehoek.

De Constructie Hulpmiddelen zijn geïntegreerd in hettekenproces. U kunt een tekenparameter instellen in deControlebox, inzoomen op een detail of de Rastersnap aanzettenzonder dat de tekenhandeling onderbroken wordt. Alle ArchiCADConstructie hulpmiddelen werken samen.

Page 50: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

50

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Infobox functiesHet is mogelijk een aantal instellingen en parameters vanelementen te veranderen met gebruik van de Infobox.

- Het klikken op het gereedschapsicoon opent decorresponderende instellingen. Hier kunt u de veranderingenmaken die u wenst.

- Voor sommige gereedschappen, fungeert de naam van hetarceringspatroon als pop-up menu waardoor u hetarceringspatroon kunt veranderen.

- Het klikken in de numerieke velden geeft de hoogteinformatie en laat u die veranderen.

Let op: Voor 3D elementen zijn de hoogte waarden van deboven en onderkant weergegeven. U kunt deze bereiken doorop de t en b toetsen te klikken.

- Met het klikken op het laag icoon krijgt u de laag-instelling alser geen element geselecteerd is, of, als er elementengeselecteerd zijn de Bewerk selectie set.

- Bij het kiezen van een laag naam uit het pop-up menu naasthet laag icoon kunt u de element laagtoewijzing modificeren.

Er zijn nog meer functies in de Infobox nl.:

- Constructie Methoden; toegang tot bewerkbaregereedschap opties voor het tekenen.

- Geometrische Methoden; geven toegang tot gemakkelijkeconfiguraties van geometrische elementen.

Page 51: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

51

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Constructie methodenConstructie methoden maken het mogelijk op een specifieke wijzeeen element te construeren.

Hieronder is b.v. de Referentielijn van het Muur-gereedschapactief.

Als bijvoorbeeld het Tekst-gereedschap actief is, dan veranderende iconen, en dan kunnen tekst-instellingen gekozen worden.

Constructie methoden worden als onderdeel van het elementopgeslagen, en kunnen later veranderd worden.

Wanneer een gereedschap geselecteerd wordt, wordt decorresponderende Constructie methode (als er een is)weergegeven in de Infobox. Klik op het gewenste Methode icoonom het te selecteren.

U kunt de constructie methode van elementen van hetzelfde typetegelijkertijd modificeren door ze te selecteren en de constructiemethode expliciet te veranderen in de Infobox of in de juisteinstellingen.

Zie ook…

Voor meer informatie zie de beschrijvingen van de constructiemethoden van elk afzonderlijk gereedschap (hoofdstuk 4).

Geometrische methodenGeometrische methoden zijn automatisch werkende invoertechnieken die speciale geometrische vormen maken voorafzonderlijke elementen. Met Geometrische methoden kunnenCirkels gemaakt worden door een driepunts definitie, ziehieronder, of Gedraaide Rechthoekige Polygonen met hetArcerings-gereedschap.

Geometrische Methoden zijn slechts invoer opties, en worden nietals onderdeel van het element opgeslagen als het getekend is.

De selectie van een gereedschap genereert de corresponderendeGeometrische methoden (als die er zijn) in de Infobox. Door eenklik op de gewenste methode selecteert u deze.

Page 52: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

52

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zie ook…

De Geometrische methoden voor ieder gereedschap, hfdst. 4.

De ControleboxDe controlebox biedt een groot aantal functies:

- Relatieve constructie methoden, begrenzen tot eenbepaalde hoek of afstand tijdens het tekenen of bewerken.

- Cursorsnap varianten, bepalen hoe de huidige positie vande cursor wordt geprojecteerd.

- Met de knop Groepen inactief, kunt u kiezen tussen hetbewerken van groepen of die van individuele elementen.

- Het Toverstaf-gereedschap traceert de contour vanbestaande elementen om nieuwe van andere types te creëren.

- De Speciale snappunt genereert automatisch tijdelijkesnappunten op verschillende plaatsen of randen.

- In de uitgerbreide vorm van de Controlebox, geeft dePromptbox stap voor stap instructies tijdens het tekenen.

Relatieve constructie methode iconen

De Relatieve constructie methoden helpen metgeometrischeinvoer door de cursorbewegingen te begrenzen tot een constantehoek of afstand als u tekent.

- De Parallelle, Loodrechte en Bissectrice methodenbegrenzen de bewegingen van de cursor tot een vaste hoek.

- De Offset en de Herhaalde offset methoden helpenpolygoon of polylijn invoer door grafische feed-back te geventerwijl u tekent.

- De Speciale snappunt methode helpt u speciale snappuntente vinden op randen om de intelligente cursor exact op eenbepaald geometrisch punt te plaatsen.

Slechts één van de zes methoden kan actief zijn. U activeert dezedoor op het icoon in de Controlebox te klikken.

Page 53: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

53

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: In de uitgebreide vorm van de Controlebox zijn allezes iconen tegelijkertijd zichtbaar. Normaal, kunt u kiezen uitde iconen met een pop-up menu en alleen het icoon van degekozen methode is zichtbaar.

De ingestelde Relatieve Constructie Methode kan aan of uit gezetworden door op het icoon te klikken. Het gebruik van de methodezet het automatisch aan.

Parallelle en Loodrechte begrenzing

De eerste twee methoden, parallel en loodrecht, functionerenidentiek. Zij helpen met geometrische invoer van elk gereedschap:

1) Selecteer het Parallel of Loodrecht icoon.

2) Selecteer een bestaande rand als referentielijn door erop teklikken, of teken een nieuwe referentielijn met de cursor.

3) Teken het nieuwe element.

Het nieuwe element zal loodrecht of parallel zijn aan dereferentielijn. De relatieve constructie methode kan ookgeselecteerd worden nadat een element getekend is. In dat gevalwordt de tekenhandeling bevroren totdat er een referentielijngetekend of geselecteerd is.

De volgende tekeningen tonen het proces met een bestaandereferentielijn.

1) Nadat u met de wand start, klik op het loodrechte icoon.

2) Klik op de referentierand met de Mercedes cursor.

3) De cursor wordt gegrensd loodrecht op de wand.

Page 54: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

54

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Meerdere Parallelle of Loodrechte Constructies tekenen:

Iedere hoek die gedefinieerd wordt door een klik op de referentierand of door het tekenen van een referentie vector kan door hetmechanisme van de Muisbegrenzing opnieuw gebruikt worden. Ukunt eenmalig een hoek definiëren en daarna op ieder gewenstmoment meerdere parallelle of loodrechte lijnen tekenen door inde gewenste richting te neigen en de [Shift] toets in te drukkentijdens het tekenen.

De gedefinieerde hoek wordt opgeslagen in de Opties/Voorkeuren/Muisbegrenzing als Aangepaste Hoek.

Wanneer de cursor met de relatieve constructie methodevastgelegd is, wordt de waarde ervan getoond in de Polaire Hoekpositie in de Coördinatenbox. De Polaire Hoek waarde wordt ookvergrendeld, zoals het kadertje om het “a” icoon laat zien.

De Hoekbegrenzing kan beëindigd worden door de Alt-A toetscombinatie.

Geen van deze acties hebben invloed op het invoer proces vanelementen, dus u kunt met vwerschillende mogelijkhedenexperimenteren.

Bissectrice begrenzing

Er zijn twee manieren om een bissector hoek te maken. Of u startmet het tekenen van een nieuw element en kiest dan deBissectrice methode of u kiest de methode van te voren.

Page 55: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

55

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als u start met het tekenen van het element:

1) Start het tekenen van het nieuwe element.

2) Kies of activeer het Bissectrice icoon in de Controlebox.

3) Bepaal referentie vectoren en gebruik hetzelfde proces als metde hoekdimensionering.

4) De muis wordt begrensd tot een bissectrice.

5) Klik om het tekenen van het nieuwe element te beëindigen.

Eerst de begrenzer kiezen:

1) Kies of activeer het Bissectrice icoon in de Controlebox.

2) Bepaal de referentie vectoren; gebruik hetzelfde proces alsmet de hoek dimensionering.

3) Klik om het tekenen te starten van het nieuwe element. Demuis wordt begrensd tot de bissectrice.

Let op: houdt u de Shift toets ingedrukt terwijl de muisbegrensd is, wordt de begrenzing los gelaten en de eerderingestelde muisbegrenzing wordt gebruikt.

Zie ook…

Tekenen van hoekdimensioneringen in hoofdstuk 4.

Offset en herhaalde offset

De Offset en herhaalde Offset methoden creëren polylijnen met engegeven offset tot een getekende polygoon.

Deze methode kan niet geactiveerd worden tijdens het invoerproces van het element en heeft geen effect op elementen bepaalddoor een enkele klik.

Om een offset polygonaal element te tekenen:

1) Kies of activeer de Offset methode (als het huidige actievegereedschap de polygoonvormen niet ondersteunt, informeertArchiCAD u hierover door een piep).

2) Teken een open of gesloten polylijn. U kunt ook de toverstafgebruiken om de contour van een bestaand element teovertrekken om de polylijn te tekenen (zie later in dit hfdstk).

3) Zoals gewoonlijk kan de basis polylijn afgemaakt wordendoor een dubbel-klik of een klik op de knop OK in deControlebox. Als dit af is, verschijnt er een elastieken contour,die start vanaf het eindpunt van de polylijn en loodrecht tothet laatst ingevoerde segment.

Page 56: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

56

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

4) Klik één keer om het element te plaatsen.

Als u de herhaalde Offset methode gebruikt, volgt u dezelfdestappen, alleen kunt u doorgaan met het plaatsen van offsetkopieën tot u de invoer beëindigd.

- Met een dubbel-klik sluit u de invoer af en tekent u een laatsteoffset element.

- Klikt u op de knop annuleren in de Controlebox, beëindigd ude invoer en slaat het laatst getekende offset element over.

Speciale punten begrenzing

Met deze methode, kunt u een knoop op een verdeelpunt van eentijdelijke vector plaatsen. Verdeelpunten worden berekendvolgens de huidige Speciale Snappunt instellingen (zie later in dithoofdstuk).

De begrenzing kan voor of tijdens de invoer geactiveerd wordenen dit heeft invloed op het gekozen speciale punt.

- Met de Helft (Middelpunt) en Percentage opties, verschijntéén snappunt.

Page 57: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

57

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Met de Verdeel of Afstand opties, verschijnen verschillendesnappunten.

Om Speciale punt begrenzing te gebruiken:

1) Kies of activeer het Speciale punt icoon.

2) Klik voor het startpunt van de vector.

3a) Als er een snappunt verschijnt: klik voor het eindpunt van devector. De cursor snapt naar het speciale punt. Invoer isonmiddellijk.

3b) Als verscheidene snappunten verschijnen: klik voor heteindpunt van de vector. De cursor gaat heen en weer tussende mogelijke speciale punten. Klik nog een keer op het goedesnappunt voor de invoer.

Let op: Het percentage wordt altijd berekend vanaf hetstartpunt van de vector.

Dit is niet beschikbaar in het 3D venster.

Cursorsnap variantenDeze set iconen bepalen hoe de huidige positie van de cursor isgeprojecteerd via de elastische lijn begrensd in een bepaalderichting. De cursorsnap wordt actief als u de vector begint tetekenen. Houdt u de Shift toets ingedrukt en de vector isgeblokkeert onder een bepaalde hoek, dan wordt de cursorstandaard loodrecht op de begrensde hoek geprojecteerd.

Op elk punt tijdens de invoer kunt u overgaan op de verticale ofhorizontale cursorsnap. Dit zorgt ervoor dat de cursor verticaal ofhorizontaal geprojecteerd wordt, terwijl de vector nog steedsonder dezelfde hoek geblokkeerd is.

Page 58: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

58

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als de vector voltooid is, schakelt de cursorsnap terug naar destandaard loodrechte richting.

Let op: Drukt u de Q toets in dan wisselt het tussen variantentijdens invoer.

De knop groepen inactief- Met de linker icoon actief kunnen gegroepeerde elementen

samen geselecteerd en bewerkt worden.

- Met het rechter icoon actief kunnen gegroepeerde elementenéén voor één geselecteerd en bewerkt worden.

Het Toverstaf-gereedschapMet de toverstaf in ArchiCAD kunt u contouren van vormenovertrekken voor het creëren van elementen. Dit gereedschap isuitermate handig voor het creëren van cirkelvormige ofpolygonale elementen die anders bijna onmogelijk lijn voor lijngemaakt kunnen worden.

Om de transformatie te maken selecteert u eerst het nieuwe typeelement in de gereedschappen en klikt daarna op de originelevorm van het element als het toverstafje verschijnt.

Let op: Het toverstafje prefereert selectie als men opoverlappende randen klikt.

Er is een uitzondering op deze regel: als u een ander type elementtransformeert in een enkel dakelement, dan moet u door hetgebruikelijke proces om eerst de kantellijn en de richting van dehelling te bepalen.

Als voorbeeld van het proces: teken een vorm op de plattegrondmet het arcerings-gereedschap. Selecteer dan het wand-

Page 59: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

59

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

gereedschap. De constructie methode die u kiest bepaald deoriëntatie van de wand relatief aan de omtrek.

Klik op het toverstaf icoon in de Controlebox en plaats de cursorop de 2D vorm, klik nog een keer en er worden vier wanden langsde rand van de arcering geplaatst.

Let op: Als sneltoets, kunt de Mercedes of het Vinkje op de2D vorm plaatsen en dan klikken terwijl u de [spatiebalk]ingedrukt houdt. De cursor neemt de vorm aan van hettoverstafje en de nieuwe wanden worden geconstrueerd.

Al deze elementen zijn nu deel van uw project en kunnenonafhankelijk van elkaar bewerkt worden. (u kunt b.v. een van dewanden selecteren en weg slepen van de arcering)

Alle andere karakteristieken van het nieuwe element wordenbepaald door de instellingen. Controleer altijd voor of na detransformatie of deze correct zijn, vooral als de elementenspecifieke relaties tot elkaar hebben, b.v. een wand waar het dakop rust.

Zo is het ook mogelijk om vormen te overtrekken voor openingenin polygonaal elementen.

Let op: ArchiCAD kan geen elementen transformeren intrapezoide of polygonale wanden. Kiest u de Polygoon wandgeometrische methode als u een curve, boog of polygoonselecteert, dan wordt dit element getransformeerd in eenpolygonale serie wanden. Als de gecreëerde polygoonzichzelf kruist dan krijgt u een waarschuwing.

Let op TeamWork gebruikers: Werkt u aan eenTeamproject, dan kunnen de contouren van geblokkeerdeelementen, gereserveerd door anderen of buiten uwwerkruimte ook benaderd worden.

Het toverstafje is niet beschikbaar in het 3D venster, behalve voorhet creëren van vloeren langs vloeren of daken.

Zie ook…

Toverstaf-instellingen in het menu gereedschappen hoofdstuk 5.

Page 60: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

60

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Speciale SnappuntenAls de cursor in een Mercedes vorm verandert op een rand enSpeciale Snappunten staat aan, worden er speciale snappuntengegenereerd. Ze gedragen zich als markeerpunten, dit betekentdat de cursor in een vinkje verandert bij aanraking. Specialepunten verschijnen tijdelijk en zijn na 4-5 seconden verdwenen.

Speciale snappunten kunnen op meerdere randen tegelijkertijdverschijnen als u de randen benadert.

Er zijn vier opties in het pop-up menu.

- Half: Verdeeld een rand in twee gelijke delen.

- Verdeel: Verdeeld de rand in het ingestelde aantal segmenten.(bereik: 3-20)

- Percentage: Verdeeld de rand in twee delen volgens eeningesteld percentage. (0% is het dichtbijzijnde eindpunt vanhet element tot de lokatie van de pijl.)

- Afstand: Verdeeld een rand in twee delen volgens deingestelde afstand. De afstand wordt altijd gemeten vanaf hetdichtstbijzijnde eindpunt van het element tot de lokatie van depijl .

De AanwijzingenboxDoor de box maximaliseren aan te klikken rechts in deControlebox (naast de knop Annuleren), wordt de Controleboxuitgebreid met een tekst veld waarin stap voor stap instructiesworden weergegeven voor de volgende tekenstappen dieArchiCAD van u verwacht.

Page 61: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

61

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Cursorsnap bereikThe Cursors-nap bereik is een ander middel om een hoge matevan precisie te bereiken.

De cursor wordt naar de randen en de hoeken van bestaandeelementen getrokken, als U hem er dichtbij plaatst. Het gebied (deafstand waarover de aantrekkingskracht voelbaar is) kan ingesteldworden met de opdracht Voorkeuren/Overig... in het menu Opties(zie hoofdstuk 5).

Het cursor snapbereik is ook behulpzaam bij het snappen naarspeciale punten zoals snijpunten van bestaande lijnen of randen,loodrechte projecties vanuit het Bewerk nulpunt naar bestaandelijnen of randen en raakpunten van de elastische lijn langsbestaande bogen, curves en gebogen randen.

Zie ook…

Appendix C voor de lijst van cursorvormen.

Automatisch maken van Markeerpunten

Geprojecteerde Snijpunten

Er kan niet rechtstreeks naar geprojecteerde snijpunten vanelementen gesnapt worden. Wel kunnen automatischmarkeerpunten gegenereerd worden op deze snijpunten van dedenkbeeldigeverlenging van elementen.

1) Selecteer een lijn, een rand of boog en plaats de cursor bovenop een andere (het wordt dan een pijl met een mercedes alshet pijl-gereedschap actief is, alleen de Mercedes als er eenander gereedschap actief is).

Page 62: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

62

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

2) Control-klik om een snijpunt te genereren.

Let op: Er is hier een uitzondering op. Ctrl-klikt u de rand vaneen dak terwijl er een ander geselecteerd is, dan verplaatst deaangeklikte rand zich naar de gezamelijke nok van de tweedakvlakken. Zie de dak-gereedschap technieken in hoofdstuk4.

Markeerpunten op geprojecteerde raaklijnpunten

Er is geen rechtstreekse manier om naar geprojecteerderaaklijnpunten te snappen

Selecteer de boog of bogen en [Control]-klik met het vinkje op eenelement (markeerpunt of knoop). Raaklijn markeerpunten wordengegenereerd op de denkbeeldige verlengingen van bogen ofgebogen randen.

Parallelle en Loodrechte Projectiepunten

Het is ook mogelijk markeerpunten met een [Control]-klik toe tevoegen aan:

- Een parallelle projectie van een wand, een lijn of een rand vaneen dak, een arcering, of een vloerdeel vanuit eengeselecteerd markeerpunt.

- Een loodrechte projectie vanuit het markeerpunt van eenelement (lokatie van het Vinkje) of lege ruimte (Kruisje) naareen geselecteerde wand, een vloerdeel, dak, arcerings rand oflijn.

Page 63: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

63

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

MuisbegrenzingArchiCAD’s Muisbegrenzing gedraagt zich alsof er tijdens hettekenen een gecomputerizeerde tekendriehoek beschikbaar is.

Er zijn twee Muisbegrenzings Mechanismen:

- Coördinatenbegrenzing wordt gebruikt om de parametersvan de Coördinatenbox te vergrendelen.

- Hoekparen worden gebruikt om de cursor in een bepaaldetekenhoek te vergrendelen.

CoördinatenbegrenzingenU kunt de beweging van de cursor begrenzen met [Alt] en een x, y,a of r op het toetsenbord. De gekozen coördinaat krijgt een kader.

Bij de x begrenzing verschijnt er een verticale liniaal; bij de y eenhorizontale.

Wanneer a vergrendeld is (na een numerieke invoer of door eenrichting aan te geven), verschijnt er een schuine liniaal. Wanneer rvergrendeld is, kunnen er radiale lijnen getekend worden met eennumeriek of grafisch bepaalde lengte.

De coördinatenbegrenzing kan opgeheven worden door [Alt] eneen willekeurige toets (behalve bovengenoemde x, y, a, r), of meteen klik in het kader om de vergrendelde coördinaat.

Let op: Cursorsnap tolerantie, Muisbegrenzing en Rastersnapzijn onafhankelijk van elkaar, dus kunnen er zo nu en danconflicterende situaties ontstaan. Om dit te voorkomen, heeftRastersnap voorrang boven alle andere hulpmiddelen, enMuisbegrenzing gebruikt of drukt de Cursorsnap tolerantie weg.

HoekparenEr zijn twee belangrijke concepten die u moet kennen om met hetHoekparen mechanisme te werken:

- Een elastische lijn is een dikke lijn die de cursor volgt als ueen element aan het tekenen of aan het bewerken bent.Hoekparen kunnen alleen gebruikt worden wanneer u heteindpunt van een elastische lijn definieert.

- Het Hoekparen mechanisme vergrendelt tijdelijk de PolaireHoek waarde door een van de drie hoekparen te gebruikenvan de opdracht Voorkeuren/Muisbegrenzingen (menuOpties) of een interne hoek van een bewerkt element. DeVoorkeuren/Muisbegrenzingen worden later in deze paragraafnader toegelicht.

Page 64: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

64

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het gebruik van het Hoekparen mechanisme

Met het begrenzen van de tekenhoek kunt u nieuwe elementenprecies uitlijnen of verbinden.

Het gebruik van het Hoekparen mechanisme:

1) Plaats de cursor dichtbij de gewenste begrenzingsrichtingterwijl u de elastische lijn maakt.

2) Druk op de [Shift] toets om de gewenste hoek tevergrendelen. Dit verplaatst ook het gebruikers nulpunt naardichtbijzijnde knoop van het bewerkte element.

Als de hoek vergrendeld is kunt u de cursor vrijelijk bewegen overhet scherm en naar elk element snappen zonder de oriëntatie vande lijn die u aan het tekenen bent te verliezen. Anders dan inandere tekenprogramma´s springt de elastische lijn niet van eenvan te voren gedefinieerde hoek naar een andere.

Om de elastische lijn op een andere hoek te begrenzen:

1) Laat de [Shift] toets los en beweeg dicht naar de anderegewenste hoek.

2) Druk nogmaals op [Shift].

Het Definiëren van de Hoekparen

De Muisbegrenzingen zijn gebaseerd op de hoekparen diegedefinieerd zijn door de Voorkeuren/Muisbegrenzingen in hetMenu Opties (zie hieronder):

De vier hoekparen in ArchiCAD zijn:

- Het Horizontale-verticale hoekpaar voor gebruikt innormale X-Y oriëntaties.

- Het Horizontale-verticale hoekpaar voor gebruikt in X-Yoriëntaties met een gedraaid raster.

Page 65: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

65

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Het vaste hoekpaar, dat met name gebruikt wordt voorprojecten die met een steeds terugkerende hoek in hunontwerp.

- Het Aangepast hoekpaar werkt net als het Vaste hoekpaar,behalve dat het opnieuw gedefinieerd kan worden zonder hettekenproces te verstoren. Hiervoor dient de parallelle ofloodrechte relatieve constructie icoon en de referentie randaangeklikt te worden. Het hoekpaar kan ook opnieuwgedefinieerd worden door een referentie vector te tekenen,zoals onder de relatieve constructie methoden in dit hoofdstukbeschreven. De aangepaste hoek wordt niet beïnvloed doorhet gebruik van een gedraaid raster, het wordt altijd bepaaldin relatie de “normale” horizontale as.

Alle vier hoekparen worden gedefinieerd door een primaire hoek,een secundaire hoek en hun beide tegenovergestelde hoeken.

- De primaire hoek van elk paar wordt in Muisbegrenzingeningevoerd.

- De secundaire hoek ligt automatisch 90° gedraaid.

De volgende tekening toont alle hoeken met hun beginwaarde.

De twee voorbeelden verderop gebruiken het Wand-gereedschapom te laten zien wat Muisbegrenzing doet als de [Shift] toets wordtingedrukt tijdens het Bewerkingsproces.

Een Nieuw Element Tekenen met Muisbegrenzing

Na selectie van het wand-gereedschap klikt u op het beginpuntvan de elastische lijn van het element. Daarna beweegt u de cursorweg van het startpunt en drukt de [Shift] toets in.

ArchiCAD zal:

Page 66: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

66

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

1) Het Bewerk nulpunt verplaatsen naar het beginpunt van deelastische lijn (het verschijnt als een dikke “X”),

2) Het geactiveerde Hoekenpaar zoeken waarvan de waarde hetdichtst bij de positie van de cursor komt.,

3) De elastische lijn vergrendelen op de geselecteerde hoek, en

4) De polaire hoek waarde in de Coördinatenbox op degeselecteerde hoek vergrendelen, en een hokje om het “a”icoon als visueel geheugensteuntje laten zien.

Normale elastische lijn

Elastische lijn die begrensd is tot een bepaalde hoek (Let op: decursor is niet op de lijn, en het eindpunt van de lijn is de projectievan de cursorpositie op de lijn)

Bewerking van een Element met Muisbegrenzing

Na selectie van een element klikt u op de referentielijn of debewerkknoop en drukt u op de [Shift] toets. ArchiCAD zal:

1) Zoeken naar knoop nabijheid d.w.z. de dichtstbij gelegenknoop op het element wordt het Bewerk Nulpunt.

2) Het Bewerk Nulpunt beweegt naar de dichtstbij zijndebeschikbare knoop (het nulpunt verschijnt als een dikke “X”)

- Als het nulpunt verschoven wordt naar de oorspronkelijkeplaats van de knoop, zal het begrenzingsmechanisme werkenop de bewegingsvector van de knoop. Dit betekent dat heteindpunt horizontaal, verticaal of met anderebegrenzingshoeken bewogen kan worden.

Page 67: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

67

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Als het nulpunt naar het tegenovergestelde eindpunt van hetbewerkte element of naar de tegenovergestelde randverschoven wordt, dan worden de begrenzingshoeken op hetelement of de rand als geheel toegepast. Hierdoor kan hethele element horizontaal, verticaal of schuin geplaatst worden.

- Als het nulpunt naar de verkeerde knoop wordt verschoven,laat dan de [Shift] toets los. Schuif dichter naar de gewensteknoop toe en druk de [Shift] toets weer in.

Geselecteerd element, klik op de referentielijn

Geselecteerd element, klik op de knoop

Versleep elastische lijn voor het indrukken van de Shift toets

Oprek/roteer elastische lijn voor het indrukken van de Shift toets

Elastiche lijn na het indrukken van de Shift toets

Eindpunt van de roteer/oprek elastische lijn na het indrukken van de Shift toets

Beschikbare knopenTerwijl men een Lineair element bewerkt:

Bij het bewerken van een lineair element zoekt ArchiCAD vanuitde bewerkknoop of de tegenovergestelde knoop (bijv. het andereeindpunt van de lijn) naar de knoop die zich het dichtst bij decursor positie bevindt.

Terwijl men Polygonale elementen bewerkt:

ArchiCAD zoekt vanuit de bewerk knoop of vanuit anderenaburige knopen (bijv. de twee knopen die aan weerszijden vande polygoon knoop van een Vloer liggen) naar de knoop die zichhet dichtst bij de cursor positie bevindt

Page 68: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

68

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ArchiCAD zal ook:

- Zoeken naar hoekenpaar nabijheid ten opzichte van de cursoren de dichtstbij zijnde begrenzingshoek vinden met hetBewerk Nulpunt als middelpunt.

Afhankelijk van de aankruisvakjes die geactiveerd zijn in deVoorkeuren/Muisbegrenzingen zal ArchiCAD uit de mogelijkehoekenparen kiezen, plus nog een andere hoek

Hint: Bij een eindpunt waar n bewerkranden samen komenbij het Bewerk Nulpunt, kan ArchiCAD ook uit n internehoeken selecteren. (bijv. wanneer twee naast elkaar gelegenbewerkranden bijelkaar komen bij de knoop van een Vloer).

ArchiCAD zal ook:

- De richting van de elastische lijn vergrendelen op de dichtstbijzijnde begrenzingshoek.

- Een geselecteerde hoek en een kader om het “a” icoon telaten zien.

Hoekparen of Coördinaatbegrenzing?In de meeste gevallen zijn Hoekparen gemakkelijker, sneller enveelzijdiger bruikbaar dan Coördinaatbegrenzingen; zij hebbenechter enige beperkingen. De twee volgende voorbeeldenbeschrijven situaties waarbij de Coördinaatbegrenzingen het bestgebruikt kunnen worden

Een Begrenzing Vergrendelen voor het Tekenen

Wanneer u een bepaalde coördinaat voor het tekenen wiltvergrendelen dan kan dat alleen met Coördinatenbegrenzing.Hoekparen werken alleen bij een elastische lijn.

Begrenzing van de hoek van de cursor beweging:

Radiale afstand van de cursor van de bewerkpunt begrenzing:

Page 69: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

69

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Horizontale lokatie van de cursor begrenzing:

Het Maken van Uitgelijnde Elementen

Als u gedraaide elementen wilt maken die horizontaal of verticaaluitgelijnd zijn met een bestaand element, dan combineert uCoördinatenbegrenzing met Numerieke Invoer op de volgendewijze:

1) Begin het element te tekenen

2) Raak het gewenste uitlijnpunt aan van een bestaand element

3) Vergrendel de x of y coördinaat

4) Typ a en voer de gewenste hoek in (bedenk wel dathoekbegrenzing niet geactiveerd kan worden wanneer er aleen coördinaat begrenzing is)

5) Typ nogmaals a voor een voorbeeld van de verandering

6) Druk op [Enter] om de handeling te bevestigen.

Page 70: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

70

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Bewerken van polygonenEr zijn zes types polygoon elementen die zich hetzelfde gedragentijdens het construeren: vloeren, daken, mesh, arceringen, Zonesen polygoon-type wanden. Hieronder volgt een beschrijving.

Zie ook…

Meerdere mogelijkheden in het 3D venster onder werken in het3D venster, later in dit hoofdstuk.

Tekenen van polygoon contourenEr zijn twee elementaire manieren waarop de contouren vanpolygonen gemaakt worden:

- Door hen handmatig te tekenen met één van de geometrischemethoden, beschikbaar voor dat gereedschap.

- Door het Toverstaf-gereedschap (of de spatie-klik sneltoets)op een van de randen of knopen van een ander bestaandpolygoon- of ketting- of lineair element (wanden, lijnen,bogen, curves)

Arcerings polygoon gecreëerd van een keten die bestaat uit eenLijn, een Boog en twee Curves

Als de keten van lineaire elementen niet gesloten is, zal ArchiCADde polygoon afsluiten met een rechte lijn.

Het is mogelijk, ongeacht de oriëntatie van de referentielijn, omhet binnen of buiten oppervlak van een keten van wanden over tetrekken door het toverstafje te gebruiken op één van de binnen ofbuiten wandhoekpunten.

Het resultaat dat u krijgt als u elementen overtrekt met hettoverstafje hangt af van de huidige instellingen van het gegevengereedschap.

Page 71: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

71

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dit is belangrijk als u een contour van een polygoon overtrekt methet wand-gereedschap. Afhankelijk van de huidige actievegeometrische methode, plaatst u wanden op de omtrek van depolygoon of u maakt een polygonale wandmassa aangepast aande contour van de polygoon.

Bij het overtrekken van polygonen of ketens van elementen,worden de ronde en curve segmenten zo goed mogelijk benaderdmet lineaire en boogsegmenten, zoals die ingesteld zijn in deToverstaf-instellingen.

Rechtstreekse invoer (tekenen) van segmenten met eenboogcontour is niet mogelijk. Rechte segmenten kunnen gebogenworden met gebruik van technieken die later in dit hoofdstukonder Veranderen van een Polygoon Contour besproken worden.

Let op: Zonepolygonen kunnen ook gemaakt worden dooreen eenvoudige klik binnen een gesloten gebied (kamer).ArchiCAD herkent onmiddellijk de grenzen ervan.

Zie ook…

De beschrijving van de toverstaf-instellingen in hoofdstuk 5 (menugereedschappen).

Openingen Maken in PolygonenU kunt openingen maken in polygonen om objecten zoals eentrap of een open atrium ruimte te creëren.

Als u een polygoon geselecteerd hebt en dan een nieuwepolygoon contour tekent binnen de grenzen ervan, dan wordtdeze nieuwe contour als een opening geïnterpreteerd.

Let op: Wanneer u vergeten bent een polygoon te selecterenvoordat u er een opening in maakt, dan wordt de nieuwecontour als een nieuwe polygoon geïnterpreteerd, zelfs als hijbinnen een ander polygoon ligt. Om dit te controleerenselecteert u de polygoon in Plattegrond positie. Als u eenopening hebt gemaakt, komen er selectieknopen tevoorschijnop de binnen en buiten contouren van de polygoon. Hierna

Page 72: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

72

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

kunt u ieder polygoon dat per ongeluk is gemaakt selecterenof verwijderen.

U kunt openingen in allerlei vormen maken met het toverstafje diehierboven is besproken.

Let op: Wanneer er een opening gemaakt wordt met eencontour die de hoofdpolygoon of andere openingen indezelfde polygoon doorkruist, dan verschijnt er eenwaarschuwing, terwijl de contour van de opening welgetekend wordt.

Openingen Verplaatsen binnen Polygonen

Openingen die gemaakt zijn in Vloeren, Daken, Meshes ofArceringen kunnen bewerkt worden met alle Bewerk opdrachten,zonder dat het hoofdelement aangetast wordt.

Met behulp van het Pijl-gereedschap of met een [shift]-klik van deMercedes cursor op de contour van de opening, wordt alleen deopening geselecteerd zonder het hoofdelement. Daarna kan hetvrijelijk versleept, gedraaid, gespiegeld of vermenigvuldigdworden.

Wanneer echter de opening met het vinkje aangeklikt wordt, danwordt het hoofdelement met alle openingen erin geselecteerd.

U kunt openingen ook verplaatsen met het Markeer-gereedschap.Teken een Markeergebied om de HELE opening heen, en definieerdaarna de vector waarlangs U de opening wilt verschuiven.

Waarschuwing: Als slechts een deel van de opening binnenhet Markeergebied is, dan wordt de opening opgerekt.

Zones zijn speciale polygonen, waarbij men de openingen nietapart kan selecteren en bewerken. Het is alleen mogelijk om methet Markeer-gereedschap de openingen te verplaatsen.

Een Polygooncontour VeranderenU kunt de contour van een polygoon (inclusief de openingen)veranderen bij de randen of bij de knopen.

Page 73: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

73

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De vorm van een polygoon (of de opening die erin gemaakt is)kan alleen maar veranderd worden wanneer het gereedschap uitde Gereedschappen geselecteerd wordt waarmee het gemaakt is.

Als u een rand/knoop aanklikt van een geselecteerde polygoon ende muisknop ingedrukt houdt, verschijnt er een volgpalet. Als u demuisknop loslaat op het geselecteerde icoon kunt u de handelinguitvoeren.

Polygoonranden bewerkenWanneer het gereedschap dat de polygoon gemaakt heeft actief is,kunt u door op een rand van het geselecteerde polygoon teklikken en een optie te kiezen in het verschenen pop-up palet:

- een nieuwe knoop invoeren op een rand en die naar eennieuwe positie slepen. Een dubbele klik voert een nieuweknoop in zonder hem te verplaatsen.

Let op: U kunt geen knoop invoeren op een gebogensegment. Een klik op een gebogen segment maakt het recht.

- een recht segment buigen door een punt op de rand teverslepen. De boog die ontstaat kruist de eindpunten van deaangeklikte rand en het punt dat gesleept is..

Let op: Als het gebogen element een van de andere randenvan de polygoon snijdt zal ArchiCAD de vorm van depolygoon normaliseren, met als resultaat dat de polygoon inverschillende stukken geknipt wordt.

Page 74: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

74

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- de afmetingen van een polygoon opnieuw instellen bij eenrand. De eindpunten van de gekozen rand worden vervangendoor beide naburige randen op te rekken in hun eigen richting.Als deze actie resulteert in een zelf kruisende polygoon, dannormaliseert ArchiCAD de vorm van de polygoon.

Let op: Als u de polygoon nieuwe afmetingen wil geven bijde gebogen segmenten, dan minimaliseert ArchiCAD deradius van het aangeklikte boogsegment zodat de resulterendeboog een van de naburige randen kruist.

- verleng de bestaande polygoon door een nieuwe polygoon tebepalen of gebruik het Toverstaf-gereedschap op eenbestaande. De nieuwe polygoon moet kruisen met degeselecteerde of moet tenminste een gemeenschappelijkerand hebben.

- afknippen van randen van een bestaande polygoon. Dit ishet omgekeerde van de actie hierboven. Hier wordt hetoverlappende gebied van de nieuwe polygoon wordtafgeknipt van de geselecteerde bestaande.

Page 75: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

75

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Als men werkt met verschillende typen elementen,bevat het volgpalet andere iconen die niet verschijnen vooreen van de andere polygoon type elementen. Deze latentransformaties toe die specifiek zijn voor het gegevengereedschap. Zie de beschrijving van de verschillendegereedschapstechnieken in hoofdstuk 4.

Polygoon Knopen Bewerken

Wanneer het gereedschap dat de polygoon gemaakt heeft actief is,dan kan men door een klik op een polygoonknoop en door eenoptie te kiezen uit het verschenen volgpalet:

- een knoop oppakken en verplaatsen. De ermeeverbonden randen volgen. Een knoop kan verwijderd wordendoor hem op te laten gaan in een naaste knoop

Als u een knoop in een geprojecteerde knoop op laat gaan, danzal het kleinste gedeelte van de polygoon verwijderd worden.

Als een knoop geplaatst wordt waarbij de randen van de polygoongekruist worden, dan wordt er automatisch genormaliseerd.

Wanneer het eindpunt van een gebogen rand een nieuwe plaatskrijgt, dan zal het boogsegment zo opgerekt worden dat decentrale hoek (de boog ratio) het zelfde blijft.

- een polygoon eindpunt afronden. De radius van deontstane raaklijnboog kan ingesteld worden in deAfrondingsbox. Hoeken kunnen slechts stuk voor stukafgerond worden, tenzij U de radius hebt ingesteld. Dan kuntu verdere afrondingshandelingen uitvoeren door op het

Page 76: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

76

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

eindpunt te klikken en de radius in het dialoogvenster tebevestigen.

Als het afronden van de boog met de huidige radius een ernaastgelegen eindpunt te buiten zou gaan, dan wordt de radiusautomatisch zo beperkt dat de afrondingsboog de dichtstbijgelegen eindpunten bevat. Het afronden bij snijpunten vangebogen segmenten gaat op dezelfde manier.

- nieuwe afmetingen geven aan de hele polygoon. Deranden worden verplaatst en opgerekt. Krijgt men een situatievan een zelfkruising dan wordt dat automatisch opgelost.

- verlengen of aftrekken van randen (zie hierboven)

Let op: Werkt u aan een wand of een mesh dan bevat hetvolgpalet nog een icoon die specifiek is voor dat typeelement. Hiermee kunt u de lengte van referentielijn van depolygoonwand bepalen en de hoogte van de meshpuntenmodificeren. Zie de wand- en mesh-gereedschaps techniekenin hoofdstuk 4.

Polygonen en MarkeergebiedenPolygoonknopen die binnen een Markeergebied vallen kunnen alsgeheel naar een nieuwe lokatie verplaatst worden. Bekijk dezetechniek bij het Markeer-gereedschap in hoofdstuk 4.

Page 77: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

77

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Splitsen van PolygonenPolygonen worden met de opdracht Splitsen in het menuBewerken gesplitst (zie hfdst. 5). Voor het splitsen van polygonenkunnen alleen rechte lijnen of randen gebruikt worden.

CursorvormenBij het werken in ArchiCAD, ziet u verschillende cursorvormen inverschillende lokaties of situaties. U wordt hierdoor geinformeerdover de relatie met bestaande elementen of een verwachte actie.In de Appendix vindt u de details van de cursorvormen.

Fouten herstellen

De knop Annuleren

Als u van gedachten verandert voordat u een handeling voltooidhebt (zoals het maken of uitvoeren van een transformatie) dangebruikt u de Annuleren knop in de Controlebox. Als u annulereningedrukt houdt gedurende een reeks handelingen (stel u bentmet een lijn begonnen, u selecteerde daarna het parallelleconstructie icoon en tekende daarna een vector) dan worden uwhandelingen één voor één teruggedraaid met iedere druk opannuleren. Als u het actieve gereedschap verandert gedurendezo’n reeks, worden alle handelingen afgebroken.

Ongedaan maken

Voltooide handelingen kunnen teruggedraaid worden met deopdracht Ongedaan maken (menu Bewerken). Een vrijwelonbeperkt aantal voorafgaande stappen kan ongedaan gemaaktworden. Abusievelijke verwijderingen kunnen met Opnieuwhersteld worden

Wissen

Ongewenste elementen kunnen verwijderd worden door hen teselecteren en Wissen uit het menu Bewerken te activeren of doorde [Delete] toets op het toetsenbord in te drukken. Let er goed opdat alleen die elementen geselecteerd zijn die verwijderd dienen teworden. Verwijderingen die per ongeluk gedaan zijn kunnenteruggedraaid worden met de opdracht Ongedaan maken.

Andere methodenU kunt ook een tekenhandeling stoppen door:

Page 78: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

78

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- De [Delete] toets in te drukken tijdens het tekenen,

- Van gereedschap te veranderen tijdens de handeling,

- Op de omhoog, omlaag of naar rechts pijl te drukken.

Zie ook…

Hoofdstuk 5, opdracht Ongedaan maken/Opnieuw.

Doorsnede/aanzicht venstersDoornsnede/aanzicht vensters zijn onstaan door het plaatsen vandoorsnedelijnen op de plattegrond met het Doorsnede/aanzicht-gereedschap.

Als er eenmaal een doorsnedelijn getekend is, verschijnt de naamvan het corresponderende doorsnede/aanzicht in hethiërarchische menu in het menu venster en kan deze geopendworden door de naam te selecteren.

Er zijn twee typen doorsneden/aanzichten: dynamische Modellendie verbonden zijn met het model en interactief met deplattegrond bewerkt kunnen worden en statische bewerkbareTekeningen.

Model venstersModellen zijn doorsneden of aanzichten van het digitale gebouw.Ze bestaan uit constructie-elementen en veranderingen gemaakt inhet doorsnede/aanzicht venster komen automatisch in deplattegrond.

De modellen in het doorsnede/aanzicht venster zijn bewerkbaarmaar er kunnen geen nieuwe constructie elementen in gecreëerdworden. Een uitzondering is het dupliceren van bestaande ramenen deuren.

Page 79: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

79

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Zelfs bij het kopiëren en plakken van constructieelementen ontvangt u alleen gewone tekenelementen.

Veranderingen aan constructie-elementen in het 3D venster of inandere doorsnede/aanzicht vensters verschijnen de volgende keerdat het doorsnede/aanzicht venster geactiveerd wordt of doorBeeld/herberekenen model te kiezen. Het proces werkt alleen opconstructie elementen, toegevoegde 2D elementen blijvenonveranderd.

U kunt constructie elementen veranderen via hun gereedschaps-instellingen of in de Infobox.

Waarschuwing: Het wissen van een constructie element uiteen Model wist het ook op de plattegrond en in het 3D model.

Tekening venstersModellen kunnen omgezet worden in eenvoudige tekeningendoor Beeld/Doorsnede /aanzicht loskoppelen. Alle constructieelementen worden dan omgezet in lijnen en arceringen. U kunttekenelementen aan dit venster toevoegen met gebruik van de 2Dtekengereedschappen, het plaatsen van 2D objecten tekstblokken,en zelfs d.m.v. kopiëren en plakken.

Veranderingen aan constructie elementen kunnen wordenweergegeven in het teken venster door Beeld/herberekenendoorsnede/aanzicht te kiezen. In dit geval, blijven toegevoegdeelementen onveranderd, behalve associatieve dimensioneringen.

SelectieDe inhoud van het doorsnede/aanzicht venster hangt af van deinstellingen gekozen voor de corresponderende doorsnedelijn in

Page 80: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

80

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

de doorsnede/aanzicht-instelling, niet van wat er op dat momentop de plattegrond geselecteerd is. Selecties die gemaakt zijn op deplattegrond hebben op geen enkele manier effect op dedoorsnede/aanzicht vensters.

Een selectie die gemaakt is in een doorsnede/aanzicht venster isonafhankelijk van selecties uit andere vensters (plattegrond, 3Dvenster, andere doorsneden/aanzichten).

Bewerken in een doorsnede/aanzichtAls u in een doorsnede/aanzicht werkt kunt u veel functies uit demenubalk, de gereedschappen, de controlebox, decoördinatenbox, en het snelpositie palet gebruiken. Ook de optiesuit de schuifbalken en beeldbalk zijn beschikbaar.

Doorsnede/aanzicht opslaanDoorsnede/aanzichten worden samen met het project opgeslagen,maar u kunt ze ook als aparte bestanden opslaan in een variëteitaan teken formaten door Bestand/opslaan als...te kiezen.

Zie ook...

Het Doorsnede/aanzicht-gereedschap in hoofdstuk 4 en het menuBeeld in hoofdstuk 5.

Werken in het 3D vensterHet 3D venster in ArchiCAD 6.0 is een interactieve omgevingwaarin u:

- 3D constructie elementen kunt creëren en bewerken;

- het kijkpunt en de projectie kunt veranderen d.w.z. u kuntdoor het gebouw bewegen.

Als het 3D venster actief is verschijnt een 3D Navigatie palet.

De gedeelten die volgen concentreren zich op de concepten entechnieken die verschillen van die in de plattegrond ofdoorsneden/aanzichten.

Basis regels voor het bewerkenIn het 3D venster wordt de positie van het cursor in een 3D ruimtegeïnterpreteerd, ook al is het scherm 2D. Om voor de derde

Page 81: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

81

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

dimensie te compenseren worden er verschillende begrenzingenen regels gebruikt.

De Gereedschappen en het 3D vensterAls het 3D venster actief is zijn alle 2D element typen in degereedschappen grijs. Alle 3D gereedschappen zijn beschikbaar.

Het gebruikersnulpunt in 3DBinnen het 3D venster zijn het gebruikersnulpunt en de X, Y en Zassen weergegeven in dikke zwarte lijnen. De lijnen zijn 1 m lang.

Om het Gebruikersnulpunt in de 3D ruimte te bewegen kunt u hetvolgende doen

- Druk Alt-Shift in en raak een elementknoop aan met het pijltjezonder te klikken;

- Klik op de knop Nulpunt in de Coördinatenbox en klik op eenknoop van een element, een oppervlak of ergens in een legeruimte. Dit verplaatst het nulpunt zonder de hoogte teveranderen.

Let op: Het nulpunt naar een oppervlak bewegen is alleenmogelijk in een verborgen lijnmodel of beschaduwd model.Het klikken in een lege ruimte beweegt het nulpunt zonder dehoogte te verplaatsen.

Het gebruikersnulpunt is belangrijker dan op de plattegrond:

- Als de knop zwaartekracht uit staat, bepaald de hoogte, dehoogte voor nieuwe elementen.

Page 82: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

82

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- In de Coördinatenbox, kunnen de Z waarden gemetenworden vanuit het projectnulpunt of het gebruikersnulpunt.

- In de instellingen refereren hoogte waarden naar hetgebuikersnulpunt in plaats van de huidige verdieping.

Bewerken in het 3D Navigatie PaletHet 3D Navigatie palet helpt u bij het vinden van uw weg in 3D.

Het bevat ook een aantal hulpmiddelen voor het bewerken in 3D,inclusief de knop Bewerkings modus en Intelligente muis.

Bewerkings modus knop

Om elementen te bewerken klikt u eerst op de knop Bewerkingsmodus (pijl icoon) in het bewerkings gebied van het 3D Navigatiepalet. Dit activeert de bewerkings modus. In de gereedschappenzijn alle 3D constructie element typen beschikbaar.

Intelligente muis knop

De rechter van de twee knoppen onder de knop Bewerkingsmodus is voor de snap modus van de cursor.

- Als de knop uit staat, beweegt de cursor altijd op het huidigebewerkingsvlak en snapt alleen naar elementknopen en -randen binnen dit vlak.

- Als de knop aan staat, kunt u alle randen, referentielijnen, enz.vinden van alle constructie elementen die weergegeven zijn inhet 3D venster. Binnen het proces van het creëren ofbewerken van een element, is de positie van snap knopenaltijd geprojecteerd naar het huidige referentievlak. Op dezemanier kunt u elementen oplijnen met andere elementenerboven of eronder. Snapt u naar knopen buiten hetreferentievlak, ziet u een “transparant beeld” van het elementspringen. Dit is normaal als de positie van een knoopgeprojecteerd is op het referentievlak.

Hulplijn knop

Linker knop van de twee onder de bewerkings modus pijl.

Page 83: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

83

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als de knop aan staat zijn de cursor en de assen verbonden met degestippelde hulplijnen om uw perceptie van ruimte en lokatie vande cursor te bevorderen.

Cursor snap en selectieHet gedrag van de cursor in relatie met bestaande elementen ende methoden om ze te selecteren zijn eerder in detail besproken.De volgen de paragrafen concentreren zich op de 3D functies.

Snap knopen en randen

In het 3D venster, snapt de intelligente muis naar de volgendeknopen van constructie-elementen:

- Gewone Wanden: referentielijn en knopen onder, knopen aande bovenkant;

- Polygoon wanden: randen en knopen onder, knopen aan debovenkant;

- Wandopeningen: knopen van de ruwe opening aan beidezijden van de wand;

- Objecten en lampen: dezelfde knopen aan de onderkant vanhet element als op de plattegrond. Intelligente elementenhebben ook knopen bovenop;

- Vloeren: alle knopen en de bovenranden;

- Daken: de knopen en randen van het bovenoppervlak. Als dekantellijn geselecteerd is ook deze knopen;

- Mesh: knopen en randen van de basis polygoon; knopen vande randen.

Ook geeft de cursor kruising, tangential en loodrechte relaties aanzoals op de plattegrond. Dit werkt alleen voor echte 3Dintersecties van randen in het 3D venster.

Het vinden van verborgen knopen of randen

In verborgen lijn of beschaduwde modellen, snapt de cursor nietnaar onzichtbare knopen en randen. Om ze te vinden:

- Selecteer een element. Dan worden de verborgen knopengemarkeerd , de cursor kan er dan naar toe snappen en naarde verbonden randen.

- Schakel over naar het draadmodel. Hier zijn alle knopen enranden van alle elementen beschikbaar.

Page 84: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

84

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Selectie methoden

- Selectie d.m.v. knopen en randen:

Werkt hetzelfde als op de plattegrond.

- Oppervlak selectie:

U kunt elk element selecteren door met het pijl-gereedschapergens op een van zijn zichtbare oppervlakken te klikken, zondede knopen met de intelligente muis te vinden. Dit werkt ook in hetdraadmodel allen weet u hier niet welk oppervlak zichtbaar is.

Deze methode werkt alleen met het pijl-gereedschap. Shift-klikkenmet andere gereedschappen vereist een knoop of een rand om opte klikken net zoals op de plattegrond.

- Selectie op gebied:

Met het pijl-gereedschap drukt u de muisknop in, overal behalveop een knoop of rand, en beweegt de muis. U tekent eenselectierechthoek zoals op de plattegrond. Alle elementen binnendeze rechthoek zijn dan geselecteerd.

Geen selectie punten

Als alle selectiepunten van een element buiten het huidige beeldvallen kan het element niet geselecteerd worden.

Dit betekent dat in een ingezoomd beeld, waar een wand of vloergeen lege achtergrond overlaat, u een selectierechthoek kunttekenen op het oppervlak van het element zonder het risico het teselecteren en te verplaatsen zonder dit te weten. Dit helpt b.v. ineen interieur.

Gebruikt u echter “automatische” selectie methoden, zoals b.v. deopdracht Alles selecteren het Zoeken & Selecteren palet, danworden zelfs deze elementen geselecteerd.

Page 85: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

85

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Afgeknipte modelaanzichten en Selectiepunten

In het geval van afgeknipte 3D aanzichten, het resultaat van eenmarkeergebied of het gebruik van een 3D snijvlak en de opdracht3D snijvlak, zijn sommige elementen alleen gedeeltelijk zichtbaar.

Bij selectie zijn de selectiepunten van het hele elementweergegeven en alle knopen en randen kunnen met de cursorgevonden worden. Bij bewerking is er een tijdelijk vaag beeld(transparant beeld) van het hele element zichtbaar.

Nieuwe geplaatste elementen of bestaande verplaatste elementenbuiten de grenzen van een afgeknipt model aanzicht verdwijnenuit het 3D venster. Gebruik de opdracht Ongedaan maken om debestaande elementen terug te krijgen, of schakel over naar deplattegrond om ze op de goede plaats te zetten.

Gebruik van het Markeer-gereedschap

Het markeer-gereedschap heeft de volgende functies in het 3Dvenster:

- Met de eerste drie methoden in de Infobox, kunt u 3D dozenof prisma’s selecteren. Met een doos of prisma selecteert deopdracht Alles selecteren alles binnen de doos, als het pijl-gereedschap actief is. Klikt u op een ander gereedschap engebruikt de opdracht Alles selecteren, dan worden alleelementen van dat type geselecteerd.

- Met het gebruik van de laatste methode, kunt u een gewonerechthoek tekenen waarmee u het 3D plaatje op het klembordkunt kopiëren. Klikt u op kopiëren dan krijgt u een

Page 86: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

86

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

dialoogvenster met veel speciale opties voor de inhoud vanhet klembord.

Het markeer-gereedschap kan niet gebruikt worden om elementenin het 3D venster te verplaatsen of oprekken.

Let op: Om de positie van het markeergebied precies tebepalen beweegt u de knopen met het pijl-gereedschap (in deplattegrond gebeurt dit met het markeer-gereedschap).

Nieuwe elementen maken in 3DIn ArchiCAD 6.0 kunnen constructie elementen direct in het 3Dvenster gecreëerd worden.

HoogteVoor dat u een element tekent moet u de hoogte instellen omzeker te weten dat het element op de juiste hoogte wordtingevoerd.

Eerst stelt u de zwaartekracht in.

Zwaartekracht aan:

Met de zwaartekracht aan worden, wanden, kolommen, enbibliotheekelementen gepositioneerd t.o.v. de vloer- ofdakoppervlak dat u aanklikt. Bestaande elementen of anderetypen hebben een “transparant” gedrag, d.w.z. de klik steekt doorwanden of objecten heen en vindt het eerste dak- ofvloeroppervlak dat het tegen komt.

Wenst u een offset te houden van het aangeklikte dak of vloer, danopent u de instelling van het gereedschap dat u wenst tegebruiken en stelt de “Tot element eronder” waarde in. Als u eenoffset specificeert, beweegt de cursor nog steeds naar het vloer- ofdakoppervlak maar een kleine driehoek die met de cursor meebeweegt, markeert de positie van het element dat u creëert.

Het Z veld in de Coördinatenbox geeft de hoogte van het vlak vande cursor aan en de the Infobox de top en basis hoogte waardenvan het te creëren element. Al deze waarden veranderenautomatisch terwijl u de cursor naar andere plaatsen beweegt.

Zwaartekracht uit

In deze modus is de hoogte van het gebruikersnulpunt debelangrijkste factor. Verplaats het gebruikersnulpunt, zoalshierboven besproken, naar de juiste positie en stel de waardenvan de “tov gebruikersnulpunt” of “tov projectnulpunt” in degereedschaps-instelling in.

Page 87: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

87

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Specificeert u een offset van het gebruikersnulpunt, dan beweegtde pijl nog steeds in het horizontale vlak bepaald door hetgebruikersnulpunt, en een klein driehoekje volgt de cursor enmarkeert de positie voor het te creëren element.

Het Z veld in de Coördinatenbox geeft de hoogte van hetgebruikersnulpunt weer, en de Infobox de waarden van de top enbasis hoogte van het te creëren element.

Dit geldt ook voor elementtypen die geen zwaartekracht kunnengebruiken: Vloeren en Meshes.

Hoogte van ramen en deuren

De hoogte van wandopeningen wordt alleen bepaald door dewaarden in de Raam/deur-instelling en wordt altijd gemeten vanafde bodem van de aangeklikte wand.

Hoogte en verdiepingen

Het 3D venster geeft een bepaald bereik van verdiepingen weer. Ukunt alleen niet zien welke elementen bij welke verdieping horen.

Nieuwe elementen worden altijd aan de verdieping toegevoegddie het best past bij hun hoogte. Dit betekent dat:

- Als de inhoud van het 3D venster bepaald is door individueleselectie of door een markeergebied op een enkele-verdiepingdat alle nieuwe elementen op de huidige verdieping geplaatstworden zonder rekening te houden met de hoogte.

- Als er meerdere verdiepingen zijn weer gegeven zoalsingesteld in de Selecteer beeld items, dan worden nieuweelementen binnen het bereik van een weergegevenverdieping toegevoegd aan die verdieping, terwijl hele hogeof hele lage elementen toegevoegd worden in de bovenste ofonderste verdieping van het weer gegeven bereik.

Dit geldt alleen voor nieuwe elementen. Bestaande elementenblijven altijd op hun eigen verdieping, ook al vinden er verticaleaanpassingen plaats in het 3D venster. Om ze in een andereverdieping te zetten, activeert u het plattegrond venster, knipt zeuit de ene verdieping en plakt ze op een andere.

Elementen creërenIn de meeste gevallen, vergt het creëren van een nieuw elementeen stap meer dan op de plattegrond. Nadat u de positie van hetelement op het huidige horizontale vlak bepaald heeft, tekent ueen vector voor de hoogte van het element.

Page 88: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

88

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

In alle gevallen, zorgt dubbel-klikken in plaats van de hoogtevector aangeven ervoor dat een element geplaatst wordt op destandaard hoogte of dikte van de gereedschaps-instelling.

Gebruik de Intelligente muis knop terwijl u tekent en snap naarbestaande elementen als gewenst.

Wanden, Kolommen, Objecten en Lampen:

- Voer de plattegrond geometrie in van de onderkant van deelementen zoals op de plattegrond.

- Klik de hoogte aan. Let op dat de hoogte van objecten uitoudere bibliotheken niet grafisch bepaald kunnen worden.

Deuren en Ramen:

- Klik op een wandoppervlak of referentielijn, of op eenkruispunt van twee wand referentielijnen.

- Klik voor de positie van de opening als het geplaatst is bij eenrand of een kruispunt point.

- Hoogte waarden komen uit de Raam/deur-instelling.

- Klik voor de oriëntatie van de opening. Een klein lijntje geefteen visuele aanwijzing voor de aangeklikte kant.

Vloeren:

- Voer de plattegrond geometrie van het bovenoppervlak inzoals op de plattegrond.

- Klik voor de dikte van de vloer.

Daken:

- Daktype elementen kunnen niet in het 3D venster gecreëerdworden. Teken ze op de plattegrond en bewerk ze in het 3Dvenster.

Mesh:

- Voer de plattegrond geometrie van het basis polygoon in zoalsop de plattegrond.

- Klik voor de hoogte van het bodem vlak.

Bewerken van bestaande elementenSelecteer eerst de elementen die u wenst te bewerken.

Bewerken met het pijl-gereedschapBij het klikken op een rand of knoop van de geselecteerdeelementen met het pijl-gereedschap opent een volgpalet met vier

Page 89: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

89

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

basis bewerkingen: Verslepen, verhogen, horizontaal oprekken envertikaal oprekken. Behalve de laatste zijn al deze actiesbeschikbaar in de opdrachten van het menu Bewerken.

Verslepen in 3D

Met het icoon of de opdracht Verslepen kunt u het geselecteerdeconstructie element naar een andere positie bewegen. Verplaatshet geselecteerde element eerst in het horizontale bewerkvlak enklik dan. Dan bepaald u de verticale verplaatsing. De intelligentecursor is gevoelig voor knopen van andere elementen, dus u kunthet geselecteerde element in relatie met zijn omgeving verslepen.

Openingen kunnen ook in 3D versleept worden. Het verschil metverslepen in de plattegrond is dat de overbruggingen vangeselecteerde ramen en deuren tegelijkertijd versleept kunnenworden in verschillende wanden, als ze een parallelle ofconcentrische positie hebben.

Verhogen in 3D

Met het icoon of opdracht, kunt u de verticale positie van degeselecteerde constructie elementen grafisch, in relatie tot zijnomgeving verhogen. De horizontale positie van de elementen blijftonveranderd.

Horizontaal Oprekken in 3D

Met het Horizontale oprek icoon of de opdracht Oprekken kunt uconstructie elementen oprekken of inkorten. Deze functie vindtplaats in het horizontale vlak, de z coördinaat blijft onveranderd.

Het volgende kan horizontaal opgerekt worden:

- de eindpunten van rechte wanden door de knopen van dereferentielijn aan de onderkant van de wand te bewegen;

- de radius van gebogen wanden door de referentielijn onderaan de wand te bewegen;

- de hoek van de gebogen wanden door de knopen van dereferentielijn aan de onderkant van de wand te bewegen;

- de breedte en diepte (A en B parameters) van objecten dooreen knoop van de omlijsting te bewegen.

Verticaal Oprekken in 3D

Verticaal oprekken is uniek voor het 3D venster.

De volgende items kunnen vertikaal opgerekt worden:

- de hoogte van wanden en kolommen;

Page 90: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

90

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- de dikte van vloeren en daken;

- de hoogte van deuren, ramen en ArchiCAD 6.0-intelligenteobjecten;

- de afstand tussen het basis polygoon en het bodemoppervlakvan meshes.

Bewerken met de Menu opdrachtenSommige opdrachten uit het menu Bewerken zijn grijs in het 3Dvenster. De rest kan gebruikt worden zoals op de plattegrond.

De opdracht Vermenigvuldigen werkt iets anders: in plaats vaneen numerieke waarde is er een knop Aan/uit. Staat de knop uitdan is het proces hetzelfde als op de plattegrond en alle kopieënworden op dezelfde hoogte geplaatst als het origineel. Staat deknop aan, dan is er een extra stap aan het eind om grafisch deverticale verplaatsing aan te geven.

De referentie vector die nodig is bij de meeste opdrachten kanbeginnen op een elementknoop of een oppervlak. Voor eenbewerk opdracht op een oppervlak gebruikt u de Verborgen lijn-of Beschaduwde modus. Het klikken in een lege ruimte start debewerking op de huidige hoogte vanaf het gebruikersnulpunt.

Het bewerken van Polygoon elementenNet zoals op de plattegrond opent er een volgpalet bij hetbewerken van een vloer, dak of mesh terwijl hetcorresponderende gereedschap actief is. Deze werken hetzelfdeals op de plattegrond met de volgende extra’s:

- Bij het klikken op dakknopen wordt het dakhelling icoontoegevoegd. Hiermee kunt u de helling van het dak interactiefveranderen. Let op, de echte dikte van het dak blijft constant.

- Bij het klikken op de meshknopen en het kiezen van hetknoophoogte icoon (ook in de plattegrond), kunt u de knoop

Page 91: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

91

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

grafisch omhoog en omlaag bewegen zonder een numeriekewaarde in te stellen.

Het 3D Navigatie paletHet 3D Navigatie palet bevat gereedschappen om:

- een 3D projectie interactief te veranderen;

- 3D ruimtes in real time te onderzoeken (als de computer ditaankan);

- de sleutelframes van animatiepaden te bewerken.

Perspectief en Axonometrische beelden hebben eigen specifiekeinstellingen.

De knop projectie modus rechtsboven in het palet navigeerttussen de verschillende beelden, zoals een soortgelijke knop in de3D projectie-instelling.

Bewegings-bewerking:

Met het Bewerk modus icoon (pijl) geselecteerd, kunnen 3Dconstructie gereedschappen gebruikt worden en elementenbewerkt worden.

Met de Bewegings-gereedschappen kunt u rond bewegen in het3D venster door de 3D projectie te veranderen.

Deze gereedschappen zijn anders voor perspectief axonometriebeelden en ook afhankelijk van de gekozen Bewegings-modus(Camera of Geblokkeerd doel). Zie de details hieronder.

De knop Ongedaan maken rechts onder is voor het ongedaanmaken van de laatste beeld verandering.

Navigatie principesNavigatie wordt bestuurd door de Bewegings-gereedschappen ende Bewegings-modi. Er zijn ander opties voor perspectief enaxonometrie beelden. Elke combinatie van gereedschap en modusresulteert in een verschillende soort beweging.

Klik in het 3D venster voor het begin van elke beweging. Klikeerst in het centrum van het model. Er verschijnt een eenvoudigbeeld van het model. ArchiCAD negeert eerst de contouren,schakelt dan over naar beschaduwde-, draad- of blok modi;

Page 92: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

92

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

kleinere modellen op snelle computers het beste uit tijdens hetbewegen.

In het midden van het beeld verschijnt een rechthoek. Dit is het“neutrale gebied”.

Klikt u ergens tussen de grens van de rechthoek en het vensterdan begint de beweging. Klik boven- of onderkant voor een soortbeweging en links en rechts voor een andere, en in dehoekgebieden voor een combinatie van die twee.

Klik vlak bij de rechthoek voor een langzame beweging, vlak bijde grens van het venster voor een snelle. Houdt de muis ingedruktvoor een constante snelheid. Versleep de pijl voor verandering vanrichting en snelheid. Voor een extreem hoge snelheid versleep depijl uit het 3D venster tot aan de rand van uw scherm.

Als u de beweging stopt, wordt het eenvoudige modelweergegeven tot u een van de volgende knoppen gebruikt: kijknaar, reset, ongedaan maken of bewerk modus. Het beeldwordt herberekend met de huidige 3D venster instellingen. InAxonometrie past het nieuwe beeld van het model in het venster.

Met de Bewegings-gereedschappen, kunt u de Zoom, Pas invenster, Volgende en Vorig beeld onder in het 3D venstergebruiken met een dubbele-klik. U kunt alleen niet verschuivenen een zoomrechthoek binnen dit venster gebruiken.

Navigatie in perspectiefNavigatie in perspectief wordt bepaald door een combinatie vanbewegings-gereedschap en -modus.

Page 93: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

93

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Bewegings-gereedschap

Er zijn drie bewegings-gereedschappen in perspectief.

1) Lopen

- Boven-onder: beweegt horizontaal vooruit en achteruit

- Links-rechts: draait om

2) Laterale beweging

- Boven-onderkant: beweegt op en neer.

- Links-rechts: beweegt lateraal naar links of rechts.

3) Draaien

- Boven-onderkant: kijkt of draait van boven naar beneden.Bereik is ±90 graden; kan niet ondersteboven draaien.

- Links-rechts: draait om.

Bewegings-modie

De twee perspectief bewegings-modi zijn:

- Camera: Houdt de fysieke afstand tussen camera en doelconstant.

- Doel bokkering: Houdt het huidige doel in het centrum vanhet beeld. (zie ook de knoppen “Kijken naar” later.)

Bewegings-gereedschap en modus combinaties

In perspectief bestaan de volgende bewegings-gereedschap/modus combinaties (let op dat het gereedschaps-icoon verandertin het Bewegings-bewerkgebied volgens de gekozen modus):

- Lopen - Camera: Lopen binnen een gebouw, rond kijken inkamers.

- Lopen- Doel blokkering: Rond bewegen voor externebeelden, dichterbij en verderaf bewegen.

- Lateraal bewegen- Camera: Naar boven, -beneden en linksen rechts maar blijf in dezelfde richting kijken. (zoals in eenlift of ondergrondse).

- Lateraal bewegen- Doel blokkering: Naar boven, -benedenen links en rechts maar blijft naar hetzelfde punt of gebouwkijken.

- Draaien- Camera: Sta stil en kijk rond in alle richtingen alsofin het centrum van een globe.

- Draaien- Doel blokkering: Beweeg op het oppervlak vaneen “glazen koepel” op, neer en links en rechts maar blijf naarhet centrum kijken.

Page 94: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

94

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Sneltoetsen en truckjes

Bij de Lopen of Lateraal beweging, druk Shift in om tijdelijk naarhet tegenovergestelde gereedschap te schakelen.

Bij het gebruik van Draaien druk Shift in en klik links of rechts omde cameraschuinte te veranderen.

Diversen

Klik op de knoppen Kijken naar dan op een oppervlak in het 3Dvenster om het doel interactief in te stellen.

- Met de linker knop, kijkt u recht tegen de aangeklikteoppervlak aan omdat de as van de camera er loodrecht opkomt te staan naar de aangeklikt lokatie wijst. De huidigeafstand tussen camera en doel blijft constant.

- Met de rechter knop, wordt het aangeklikte punt het doelterwijl uw standplaats constant blijft.

Het wordt aanbevolen om voor het gebruik van de Doelblokkering, een goed doel in te stellen met gebruik van dezeknoppen of de 3D projectie-instelling voor een berekenbarebeweging. Let op dat het doel alleen naar zichtbare oppervlakkenin het 3D venster bewogen kan worden. Om het doel ergens ineen lege ruimte of een verborgen plaats in het gebouw te plaatsen,gebruik de grafische en numerieke instellingen van de 3Dprojectie-instelling.

Klik op de Reset knoppen om snel terug te komen uit vreemdeposities als u de weg kwijt bent.

- De linker knop verzet de camera schuinte op nul, om dehorizon weer horizontaal te maken.

- De rechter knop brengt uw kijkpunt op dezelfde hoogte alshet doel, d.w.z. u kijkt weer in een horizontale richting, metandere woorden u keert terug naar een “2-punts” of“architectonisch” perspectief.

De schuifknop Beeldhoek kan ook in de 3D bewerk modusgebruikt worden. Versleep de schuif om het beeld van groothopektot telelens te veranderen.

Navigatie in AxonometrieIn de axonometrie is het aantal opties wat kleiner.

Bewegings-gereedschap

U kunt alleen draaien in de Axonometrie. U klikt voor het beginvan een rotatie.

Page 95: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

95

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Bewegings-modie

Er zijn twee bewegings-modie in de axonometrie.

1) Model

- Roteert het model rond de X, Y en Z assen van het project.

- Boven-onderkant: rotatie rond de X as.

- Links-rechts: rotatie ronde de Z as. Deze beweging houdt deverticale randen verticaal. Druk de Shift in om rand de Y as teroteren.

2) Weergave

- Roteert het model rond de X, Y en Z assen van het scherm.

- Boven-onderkant: roteert het model rond een horizontale as.Deze beweging houdt de verticale randen verticaal.

- Links-rechts: roteert het model ronde een verticale as. Druk deShift toets in om te roteren ronde de as die loodrecht op hetscherm staat.

Diversen

Klik op de linker knop Kijken naar om recht tegen hetaangeklikte oppervlak te kijken doordat de as van de camera erloodrecht op komt te staan. Op deze manier krijgt u nietvervormde beelden van dakvlakken of andere gedraaideelementvlakken.

Klik op de Reset knoppen om terug te keren van vreemde positiesals u de weg kwijt bent.

- De linker knop maakt de verticale randen weer verticaal.

- De rechter knop maakt een standaard zijaanzicht, met dehuidige azimut constant.

AnimatieOm de sleutelframes van de animatie te verfijnen, gebruik dekleine pop-up knop rechts boven in het palet.

Met geen of verscheidene camera’s geselecteerd op de plattegrondkrijgt u het volgende menu:

Deze opdracht plaatst een camera op de plattegrond dieovereenkomt met uw huidige kijkpunt in het 3D venster. Als er alcamera’s voor een animatiepad bepaald zijn op de plattegrond,wordt de nieuwe camera toegevoegd na de actieve camera diegemarkeerd is door de camera schuinte op de plattegrond.

Page 96: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

96

Hoofdstuk 3: Constructie technieken

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Met een camera geselecteerd krijgt u het volgende menu:

- Ga naar de vorige: stapt een sleutelframe terug op hetanimatiepad en selecteert de corresponderende camera.

- Ga naar de volgende: stapt een sleutelframe vooruit op hetanimatiepad en selecteert de corresponderende camera.

- Het geselecteerde modificeren: gebruik dit als u het beeldin het 3D venster heeft. Dit stelt de geselecteerde camera in opde huidige projectie.

- Beeld terug van geselecteerde: negeert alle handmatigeveranderingen en toont het 3D model als de geselecteerdecamera het ziet.

- Voeg een nieuwe camera toe na de geselecteerde: hetvoegt een nieuwe cameratoe en selecteert deze.

In de axonometrische aanzichten krijgt u het volgende menu:

- Pre-set projecties bewerken: opent hetzelfde dialoogvensterals in de 3D projectie-instelling.

- Huidige projectie toevoegen: slaat het huidige axonometrischebeeld op in de lijst van pre-set projecties.

Page 97: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

97

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoofdstuk 4Het ArchiCADgereedschapDit hoofdstuk omvat een algemene beschrijving van de ArchiCADGereedschappen en gedetailleerde instructies voor het gebruik, deinstellingen en de bewerkingstechnieken die bij elk ArchiCADgereedschap horen. Waar mogelijk, worden de proceduresaangevuld met tips.

De GereedschappenArchiCAD bevat een grote hoeveelheid zeer gespecialiseerdebouwkundige gereedschappen. Deze tekengereedschappenworden bij bijna alle aspecten van het bouwproces gebruikt.Sommige van deze gereedschappen ondersteunen het equivalentvan handmatig tekenen terwijl andere veel meer kunnen. WanneerU gewend bent geraakt aan het ArchiCAD gereedschap, dan wordthet een natuurlijke uitbreiding van Uw tekenkundige enbouwkundige expertise. Aangezien de meeste gereedschappendezelfde instellingen hebben, worden de instellingen eenmaliggepresenteerd, en zal er in de volgende paragrafen steeds naarverwezen worden.

In de default vorm van de Gereedschappen zijn verwantegereedschappen gegroepeerd onder één icoon en de specifiekegereedschappen verschijnen bij aanraking. Om allegereedschappen te zien, ga naar het menu Venster, kies Zwevendepaletten/Paletvormen… en kruis de Uitgebreide optie aan.

Page 98: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

98

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

GereedschapsgroepenDe gereedschappen zijn in functionele groepen onderverdeeld

Pijl, Markering - Deze gereedschappen worden gebruikt omconstructie-elementen te selecteren en te manipuleren.

Wand, Kolom, Raam/Deur, Object/Lamp, Vloer, Dak, Mesh -Deze gereedschappen combineren het 2D tekenen met de 3Dontwerp mogelijkheden. Elementen die gemaakt worden met dezegereedschappen worden op de Plattegrond als 2D constructieelementen en in het 3D Venster als bouwcomponenten getoond.Hun tekstbeschrijving en de componenten verschijnen in deStuklijst.

Dimensie/Radiaaldimensie/Niveau dimensionering/Aanzicht dimensionering/Hoekdimensie, Tekst/Label, Zone- Deze maken het mogelijk een grote verscheidenheid aaninformatie over de constructie-elementen in de Plattegrond, inDoorsneden/aanzichten en in de Zonelijsten te plaatsen.

Arcering, Lijn/Cirkel/Boog/Ellips/Curve, Markeerpunt -Deze teken-gereedschappen maken alleen elementen in 2D. Zekunnen dienen als tekenhulp, als referentiepunt of als sjablonenom complexe 3D elementen te genereren.

Doorsneden/aanzichten en Camera/VR - Hiermee kunt Uaanzichten en doorsnedes, parallel en perspectief aanzichten, zonstudies, animatie trajecten en VR camera posities definiëren op dePlattegrond.

Daarnaast is er een zesde speciale groep gereedschappen als Udeze heeft geïnstalleerd. (zie Appendix).

Beschikbaarheid van hetgereedschapHet hangt van het geactiveerde venster af welke gereedschappenbeschikbaar zijn:

- in de plattegrond zijn alle gereedschappen beschikbaar;

- in een Doorsnede/aanzicht venster zijn de Hoogtedimensionering, Zone, Doorsnede/aanzicht en Cameragereedschappen grijs. Constructie gereedschappen kunnenalleen gebruikt worden voor het selecteren en bewerken vanelementen, maar niet voor het creëren van nieuwe;

Page 99: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

99

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- in het Bibliotheekelement 2D Symbool venster zijn alleen deselectie en 2D teken-gereedschappen (inclusief het Tekst-gereedschap) beschikbaar;

- bij het bekijken van het 3D-venster, zijn alleen de selectie en3D constructie gereedschappen beschikbaar;

- bij het bekijken van het Gebiedslijst venster of een Modelvenster is alleen het Markeer-gereedschap beschikbaar voorhet selecteren van het venster om te kopiëren. Degereedschappenbalk is altijd verborgen als een van dezevensters actief is.

Gereedschap ActiverenEr zijn verschillende manieren om gereedschappen te selecteren:

- Klik op het icoon in de gereedschappenbalk.

- Druk op de op en neer pijltoetsen op het toetsenbord.

- Druk op de rechter pijltoets om heen en weer te schakelentussen het geactiveerde gereedschap en het Pijl-gereedschap.

- Klik op een bestaand element, terwijl u de [Alt] toets ingedrukthoudt, en u selecteert het gereedschap dat het elementgemaakt heeft. Deze handeling neemt tegelijkertijd deinstellingen van het element over (zie Overdracht vanParameters verder in dit hoofdstuk).

Elk ArchiCAD gereedschap wordt in een afzonderlijke paragraaf indit hoofdstuk besproken. In het laatste deel van deze inleidingwordt een kort overzicht gegeven van de dialoogvensters, degereedschaps-instellingen, en de technieken die alle stukkengereedschap gemeenschappelijk hebben.

Gereedschaps-instellingenElk gereedschap gebruikt instellingen om de elementen die hettekent te definiëren via gereedschap specifieke dialoogvensters.Sommige instelling vensters zijn samengesteld uit een gedeelte datverandert samenhangend met het type attribuut dat u bepaald.Beide type instellingen hebben een aantal functies gemeen.

Page 100: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

100

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

In de dialoogvensters kunt u:

- de default instellen voor de volgende elementen (als hetdialoogvenster geopend is terwijl er niets geselecteerd is); of

- de instellingen van bestaande elementen veranderen, als dezegeselecteerd waren toen het dialoogvenster geopend werd.

Dialoogvensters OpenenEr zijn verschillende manieren om de dialoogvensters te openen:

- Dubbelklik op het icoon voor dat gereedschap;

- Druk op de linker pijltoets van het toetsenbord;

- Selecteer Bewerken/instellingen terwijl het gewenstegereedschapsicoon is geactiveerd;

- Klik op de gepaste onderdelen in de Infobox;

- Klik op een element met de rechter knop van de muis(Windows) en kies de opdracht Element-instellingen.

Default Gereedschaps-instellingenWanneer u een gereedschap selecteert en begint te tekenen, danhebben de elementen die u maakt alle karakteristieken die op datmoment voor dat gereedschap zijn ingesteld. ArchiCAD laadt dezedefaultwaarden, als u het gereedschap voor het eerst gebruikt.

U kunt de huidige defaultwaarde van ieder gereedschap inziendoor het dialoogvenster van dat gereedschap te openen wanneerer geen elementen geselecteerd zijn. Wanneer u de Default

Page 101: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

101

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

instellingen inziet, dan wordt het woord “Default” zichtbaar in derechter bovenhoek van het dialoogvenster. Wanneer u de defaultinstellingen verandert, dan zullen de nieuwe waarden gelden vooralle nieuwe elementen getekend met dat gereedschap.

Alle instellingen worden opgeslagen in het project document.Wanneer het document de volgende keer geopend wordt, dan zijnde waarden die het laatst gebruikt zijn, effectief. Zo kunt u steedsin dezelfde omgeving blijven werken.

Daarnaast worden alle huidige instellingen iedere keer wanneer uuit ArchiCAD gaat, opgeslagen in een Voorkeuren bestand.Wanneer u de volgende keer ArchiCAD opstart zonder eenbepaald document te kiezen, dan verschijnt er een leeg werkblad;de laatst gebruikte instellingen worden dan als defaultaangehouden.

Let op: Wanneer ArchiCAD voor het eerst in gebruik wordtgenomen, of als het Voorkeuren bestand ontbreekt, dan wordenalle dialoogvensters op de default instellingen gezet. Dezeinstellingen geven een bevredigend resultaat in de leerfase vanArchiCAD. Wilt u naar deze fabrieks-instellingen terugkeren, dandrukt u de [Alt] toets in en kiest Nieuw en Reset uit het menuBestand.

Instellingen voor Bestaande ElementenDe instellingen van ieder element kunnen altijd herzien worden.Om de instellingen van een bestaand constructie element tebekijken, selecteert u het element en opent u de instellingen vanhet betreffende gereedschap.

Het effect dat een verandering van de waarden zal hebben, hangtaf van het aantal elementen dat op dat moment is geselecteerd:

- Als er geen elementen geselecteerd zijn, dan worden dedefault instellingen in de Gereedschaps-instellingen getoond,en wordt het woord “Default” zichtbaar in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster. Deze default instellingenkunnen veranderd worden en de nieuwe defaults vormenvoor dat gereedschap.

- Als een enkel element geselecteerd wordt, dan worden deveranderingen op dat element toegepast, en blijven de defaultinstellingen onveranderd.

- Als meerdere elementen geselecteerd worden, dan wordt ereen aantal regels toegepast:

Page 102: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

102

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

1) Het aantal geselecteerde en bewerkbare elementen verschijntin de rechter bovenhoek van het dialoogvenster.

2) Er kunnen slechts veranderingen doorgevoerd worden bij degeselecteerde elementen die van hetzelfde type zijn als hetgeactiveerde gereedschap. Dit betekent bijvoorbeeld, dat dekleur van een lijn niet veranderd kan worden vanuit de Vloer-instellingen.

Let op: Laag en kleur bepaling voor elementen van verschillendetypen kunnen wel in één enkele handeling gebeuren in eenspeciaal dialoogvenster. Zie hoofdstuk 5, menu Bewerken/SelectieBewerken….

3) Als de geselecteerde elementen niet allemaal gelijk zijn,worden de instellingen van het laatste element weergegeven.

Let op: Tekent u een selectierechthoek met het pijl-gereedschap, dan ziet u de instellingen van een specifiekelement door het te deselecteren en te herselecteren voor hetopenen van het Instellingen dialoogvenster.

4) Alleen gewijzigde instellingen worden op de selectie settoegepast. U moet actief iedere karakteristiek die u op deselectie set toegepast wilt zien selecteren en veranderen, zelfsals de waarde bij Instellingen de juiste is. Dit kan betekenendat getallen opnieuw geselecteerd en ingevoerd moetenworden, en er naar een ander arceringspatroon overgegaanmoet worden om daarna naar de oude terug te keren.

Het bewerken van geselecteerde elementen door Instellingenverandert de defaultwaarden van het gereedschap niet.

Het geselecteerde element (of de geselecteerde elementen)worden zowel in de Plattegrond als ook in het 3D Venster en in deStuklijst veranderd.

Parameter OverdrachtArchiCAD maakt het mogelijk om bepaalde instellingen van eenconstructie element over te dragen aan een ander door tweesimpele toetsenbord sneltoetsen. Hierdoor kunnen ofwel dedefaults in het Instellingen venster veranderd worden ofwel deinstellingen van bestaande elementen, zonder het gereedschap teselecteren en dialoogvensters te openen.

Page 103: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

103

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het oppakken van de instellingen van een bestaandelement:

Druk op de [Alt] toets op het toetsenbord en klik op hetzelfdemoment op een element. Nu zijn de parameters van het elementde defaults geworden voor het gereedschap (U kunt hetdialoogvenster openen om dit te controleren).

De instellingen worden hierna opgeslagen en het gereedschapgeactiveerd. Met de volgende klik kunt u een kloon van hetaangeklikte element tekenen.

Deze eigenschap kan vooral tijdsbesparend zijn naarmate hetproject zich ontwikkelt, en er steeds meer elementen van hetproject al op het werkblad op het scherm staan. In plaats vandialoogvensters te openen en alle karakteristieken herhaaldelijk inte stellen, kan het project zelf als een grafische bibliotheek vangeparametriseerde elementen gebruikt worden, die met dezesimpele techniek gekloond kunnen worden.

Overdragen van instellingen naar een element:

Druk tegelijkertijd op de [Alt] en [Control] toetsen en klik op eenbestaand element. Zo worden de huidige defaults overgebracht.

Let op: In geval van overlappende elementen vanverschillende typen, kunt u de Infobox raadplegen over welkelement geselecteerd is.

Tekst- & Numerieke veldenDe waarden in deze velden kunnen met behulp van de muis ofhet toetsenbord ingevoerd of veranderd worden. ArchiCAD heefteen uitgebreide foutcontrole op de invoer waarden, zodat onjuistewaarden niet ingevoerd kunnen worden. Wanneer er onjuistewaarden ingevoerd worden (bijv. een negatieve wandhoogte),geeft het systeem een waarschuwingssignaal als U het veld trachtte verlaten.

Gekoppelde waarden, zoals bovenkant raam en kozijnhoogteworden tegelijkertijd bijgewerkt. Wordt de één veranderd, danverandert de ander ook. Dit bijwerken gebeurt ongeveer een

Page 104: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

104

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

seconde na de verandering, wanneer u het veld verlaat, ofwanneer u op de OK knop drukt.

Naast selectie van de hele of gedeeltelijke inhoud van velden metde muis, kan met de [Tab] toets de inhoud van opeenvolgendevelden geselecteerd worden.

De toetsenbordequivalenten van Knippen, Kopiëren, Plakken enWissen kunnen ook gebruikt worden op de geselecteerde inhoudvan bewerkbare velden.

GemeenschappelijkeelementenDe Instellingen van de verschillende gereedschappen hebben veelfuncties gemeenschappelijk.

Deze functies zijn hier samen weergegeven. Alleen verschillen engereedschap-specifieke instellingen worden besproken in degedeelten van de individuele gereedschappen.

Sommige gereedschappen met veel instellingen hebben vensterswaarvan de inhoud verandert met het geselecteerde attribuut(Parameters, Plattegrond, Model, Lijsten).

Algemene instellingen en AttributenDe algemene gereedschap-instellingen zijn altijd weergegeven inde vensters, zelfs in degene waarvan de inhoud verandert volgenshet geselecteerde attribuut type. Het zijn de geometrische data,hoogte waarden, het voorbeeld van de Bibliotheekelementen, laagtoekenning en de OK en Annuleer knoppen.

Verticale hoogte veldenDe niveau/hoogte in combinatie met de Verdiepings-instellingenin het menu Opties, definiëren de verticale structuur van uwproject.

Page 105: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

105

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De Verdiepings-instellingen bepalen één of meer verticalepeilmaten voor constructie-elementen. De Hoogte bepaalt deverticale plaats van constructie-elementen in relatie tot de huidigeactieve verdieping, tot het projectnulpunt of een ander element.

Het geselecteerde Zwaartekracht icoon bepaald of een nieuwgecreëerd constructie-element geplaatst kan worden volgens zijndefault verticale positie of in relatie tot een oppervlak van eenbestaand element op zijn invoeg locatie.

De “tov Verdieping” en de “tov Peil” velden zijn verbonden: als uer één verandert, dan verandert de ander automatisch mee.

Zie ook…

Verdiepingen hfdst. 5 (menu Opties) en Zwaartekracht hfdst. 2.

ZwaartekrachtWanden, kolommen, objecten en lampen kunnen in relatie tot hetnulpunt van de huidige verdieping, of tot een vloer of dak erondergeplaatst worden.

Zie ook…

De beschrijving van de Zwaartekracht in de Coördinatenbox inhoofdstuk 3.

Constructie methodenDe meeste gereedschappen hebben constructie methoden oftypen die u kunt kiezen uit de Infobox of uit de instellingen zelf.Zie de beschrijving van de individuele gereedschappen voor debeschikbare methoden.

Voorbeeld gebiedBibliotheekelementen (Deuren, Ramen, Objecten, Lampen enZones) bekeken worden in het Algemene gedeelte van hunrespectievelijke dialoogvensters .

Page 106: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

106

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Aan de rechterkant van het dialoogvenster toont het Voorbeeldgebied het 2D Symbool, het verborgen lijnmodel zij-aanzicht ofaxonometrie, het 3D model beschaduwde axonometrie, de van tevoren gedefinieerde voorbeeld afbeelding, of de informatie vanhet geselecteerde of default Bibliotheekelement. Als er meer danéén bibliotheekelement is geselecteerd, dan verschijnt de laatstgeselecteerde.

Rechts, naast het voorbeeldgebied, zitten een of twee knoppen dieu laten schakelen tussen het 2D Symbool of het 3D aanzicht en deknop eronder opent het voorbeeld pop-up menu.

U gebruikt het Voorbeeld pop-up menu om het symbool, het 3Daanzicht of de info aantekeningen te tonen.

Zie ook…

Voor meer informatie over het toekennen van een voorbeeld eninfo aantekeningen aan een bibliotheekelement zie het ArchiCADbibliotheek gedeelte in hoofdstuk 6.

Contouren op andere verdiepingen

De weergave van Objecten, Lampen, Vloeren, Daken en Mesh opandere verdiepingen gaat d.m.v. drie aankruisvakjes, voorcontouren op alle verdiepingen in een project of op de verdiepingeronder of erboven. U kunt het lijntype voor deze optie selecterenin Opties/Voorkeuren/geprojecteerde elementen.

Als één van de aankruisvakjes actief is, kunt u het gegevenelement op de verdiepingen bewerken waar het zichtbaar is, dusniet alleen op de eigen verdieping.

Deze optie kan aan/uit gezet worden voor individuele elementenen er kan een default instelling van gemaakt worden.

Laag-selectie Pop-Up Menu

Wat voor element u ook tekent in ArchiCAD, het wordtautomatisch op een laag geplaatst. De laag die u toekent aan eenelement kan geselecteerd worden in de pop-up links. De lagenstaan op alfabetische volgorde in de lijst, met uitzondering van deeerste, de ‘ArchiCAD’ laag.

Page 107: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

107

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Elke laag in de lijst kan toegekent worden aan een element. De enigeuitzondering op deze regel zijn deuren en ramen die altijd opdezelfde laag worden geplaatst als de wanden waarin ze zitten.

Zichtbare lagen worden aangegeven met een open oogje en deverborgen lagen met een gesloten oogje. Het blokkeer symbool voorde laag naam geeft aan dat de geselecteerde laag geblokkeerd is.

Zelfs onzichtbare lagen kunnen geselecteerd worden. Maar, als uprobeert op een onzichtbare laag te tekenen krijgt u eenwaarschuwing dat de default laag voor het gegeven gereedschapis verborgen. U kunt dan de default laag tonen, het tekenprocesannuleren of naar de instellingen van dat gereedschap gaan eneen andere laag voor uw element kiezen.

Geblokkeerde lagen zijn niet beschikbaar voor constructie. Denamen verschijnen grijs in de pop-up lijst. U kunt er ook voorkiezen om ze helemaal niet in de lijst te zetten, door Opties/Voorkeuren/Overig en het uit te vinken.

Zie ook…

Hoofdstuk 5, menu Opties, Lagen hiërarchische menu items.

De knoppen OK & AnnulerenMet een klik op OK worden alle aanpassingen die u gemaakt heeftgeaccepteerd. Met een klik op Annuleren wordt alles wat u in hetdialoogvenster gedaan heeft genegeerd.

ParametersBibliotheekelement-instellingen van het gereedschap hebben eenknop die toegang geeft tot de Parameters die effect hebben op dealgemene verschijning en het gedrag van deze elementen.

Page 108: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

108

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zie ook…

Het Deur/raam, Object/lamp en de Zone-gereedschapbeschrijvingen verder in dit hoofdstuk en de ArchiCAD bibliotheekin hoofdstuk 6.

Plattegrond en Doorsnede Attributen

Penkleur Palet & VeldDeze komen voor in alle gereedschappen. De meestegereedschappen hebben twee of meer Penkleur paletten nodigvoor hun componenten. Links kunt u de penkleur numeriekinstellen met een keuze uit 99 velden; met een klik op derechterkant opent u het palet van de huidige penkleuren.

Tussen de penkleur en de numerieke pen-instelling wordt dePendikte bij benadering weergegeven.

Het cijfer verandert automatisch mee wanneer u de selectiewijzerover het veld beweegt.

Het palet is een raster van 10 bij 10 penkleuren. Getallen laten zichgemakkelijk vertalen naar de paletvelden: 23 betekent tweede rijderde kolom.

Let op: Pen no. 100 in de hoek rechtsonder van het paletwordt alleen gebruikt voor arcering achtergrond pennen. Inelk ander geval wordt het grijs weergegeven.

Zie ook…

Hoofdstuk 5, menu Opties, Pennen en Kleuren… opdrachten.

Lijnen Palet & NaamDe meeste gereedschappen hebben deze functie.

Standaard ingebouwde lijnen kunnen worden gespecificeerd inhet pop-up palet. U kunt ook uw eigen lijnen creëren met deopdracht Opties/Lijnen. Zie hoofdstuk 5 voor meer informatie.

Arceringspatroon Palet & NaamDeze worden gebruikt door Wand-, Kolom-, Vloer-, Dak-, Mesh-,Arcerings- en Bibliotheek-gereedschappen. Dit palet werkt opdezelfde manier als het Penkleur pop-up palet.

Page 109: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

109

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Arceringspatronen zijn alfabetisch gerangschikt. Anders dan hetbewerkbare veld van de penkleur, is het arceringspatroon veldstatisch, d.w.z dat het bij het bewegen van de indicatie wijzer overhet palet alleen de naam van de arcering patronen weergeeft.

De reeks arceringspatronen is niet hetzelfde voor de verschillendestukken gereedschap.

Wat betreft wanden en vloeren toont het palet in de onderste rijende beschikbare meerlaagse arceringen. Deze kunnen op dezelfdemanier geselecteerd worden als de arceringspatronen.

Wand arceringspatronen zijn zowel op de Plattegrond als in deDoorsneden zichtbaar. Vloer en dak arceringen verschijnen alleenop de zichtbare oppervlakken in de Doorsnedes.

Let op: U kunt de kleur en de achtergrond kleur van dearceringen in de penkleur vakjes aangeven.

Hint: Meerdere arcerings opties zijn beschikbaar inVoorkeuren/Overig. U kunt een algemene instelling makendoor een van de drie radioknoppen aan te klikken (Allearceringen Transparant, Gebruik Arceringsachtergrondkleur of Gebruik Teken achtergrondkleur).Deze hebben alle drie effect op de kleur van de achtegrondvan de arceringen, die u kunnen helpen met het integrerenvan projectbestanden van eerdere versies van ArchiCAD.

Zie ook…

Werken in Doorsneden/aanzichten in hoofdstuk 3, enArceringen… en Meerlaagse arceringen… (menu Opties) inhoofdstuk 5.

Model AttributenDe Model attributen zitten bij elk constructie gereedschap. Demeeste opties worden hier beschreven maar u kunt ook bij despecifieke gereedschappen kijken.

Materiaal Pop-up menu’sDeze zijn beschikbaar voor alle 3D constructie gereedschappen.Sommige gereedschappen, zoals het Wand- of Vloer-gereedschap,hebben meerdere oppervlakken. Om materiaal voor hetoppervlak, dat door het icoon aan de linkerkant wordtaangegeven, te selecteren, klikt en sleept u naar de naam van hetgewenste materiaal.

Page 110: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

110

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Oppervlakmaterialen kunnen afzonderlijk geselecteerd wordenwanneer er verschillende materialen voor nodig zijn, of verbondenworden door middel van het Koppel icoon om identiekematerialen te verkrijgen.

Oppervlakmaterialen worden in de vensters getoond samen metde 3D Arcering en de Textuur toegewezen aan het materiaal.

De materialen zijn alfabetisch gerangschikt behalve het eerste,ALGEMEEN. Kiest u dit voor een oppervlak, dan wordt hetafgebeeld in 3D met de penkleur als rand van het element.

Bibliotheek-gereedschappen kunnen ook nog andere materiaal-instellingen hebben in de Parameterlijst.

Zie ook…

Hoofdstuk 5, menu Opties/Materialen… .

Tot Dak afknippenAls de opdracht Tot dak afknippen gebruikt is bij een constructieelement (Wand, Vloer, Bibliotheekelement) verschijnt er een knopin het dialoogvenster waarmee het afknippen ongedaan gemaaktkan worden en de elementen in originele staat terug keren.

Zie ook…

Zie hfdst. 5, de opdracht Tot dak afknippen (menu Bewerken).

LijstattributenAlle constructie-, de Arcering- en Zone gereedschappen, d.w.z.alle elementen die in berekeningen voorkomen hebben het Lijstattributen tabblad.

Zie ook…

De opdrachten in het menu Berekenen in hoofdstuk 5 enBerekeningen uitvoeren in hoofdstuk 6.

Page 111: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

111

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ID (Identificatienummer) VeldIn dit veld kunt u een uniek ID definiëren voor een element. DitID kan vervolgens in de Stuklijst getoond worden en wordt ookbewaard als het project of een deel ervan als GDL script wordtopgeslagen.

Het stuk tekst in dit veld kan niet meer dan 15 karakters zijn. Iederkarakter kan hiervoor gebruikt worden.

Als zich onder de 15 karakters een nummer bevindt, dan wordt erbij het tekenen van volgende elementen steeds één bij opgeteld,zodat ieder nieuwe element zijn unieke ID heeft indien het AutoID toename aankruisvakje aan staat in Opties/Voorkeuren/Overig. Elk nieuw element heeft dan een uniek ID.

Als een element gedupliceerd of verveelvoudigd wordt, dan blijfthet ID van de replica’s hetzelfde als dat van het origineel.

Als er elementen in een project geplakt worden, dan kan het zijndat ze conflicterende IDs hebben. ArchiCAD sluit niet automatischeen conflict van IDs uit. De gebruiker kan beslissen welke andereIDs er aan de elementen, die in conflict zijn, toegekend worden.

Let op: Alle constructie-elementen hebben ook een uniek enautomatisch ID. U kunt dit ID gebruiken als label of bij delijsten.

Eigenschappen

Eigenschappen bestaan uit componenten en omschrijvingen.Constructie elementen kunnen uit verschillende componentenbestaan zoals stenen, isolatie en beton. Deze zijn weergegeven opcode, naam, hoeveelheid en eenheid. De beschrijvingen bewarenextra informatie over de constructie van de elementen, b.v. deconstructie tijdsduur, de kwaliteit van de metselaars enz.

Er zijn twee manieren om componenten en beschrijvingen aanconstructie elementen toe te kennen: door criteria of doortoewijzing. U kunt variabelen aan een combinatie van conditieszoals arceringen, penkleur en element typen, toekennen. Gebruikhiervoor de eerste radioknop Criteria.

Moet er meer informatie toegekend worden aan de geselecteerdeitems, of is er een toewijzing die afwijkt van de standaard criteria,klik dan op de radioknop Eigenschappen volgens toewijzing.

Is het nodig een toewijzing met een criterium samen te voegen,kies de derde knop, Criteria & toewijzing.

Page 112: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

112

Hoofdstuk 4: De ArchiCAD gereedschappen

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als u een toewijzing wilt creëren kan dit direct vanuit dit vensterdoor op de knop Eigenschappen toekennen te drukken. Denaam van het criterium of de toewijzing wordt weergegeven onderdeze knop. U kunt dan de huidige toewijzing loskoppelen d.m.v.de knop Loskoppelen.

Kiest u alleen Criteria dan zijn de andere twee knoppen grijs.

Bewerken van GereedschapsAttributenAttributen zijn universele verzamelingen van lagen, penkleuren,oppervlakte materialen die voor alle beschikbare gereedschappentoegankelijk zijn. Deze attributensets kunnen bewerkt worden ende lijsten en paletten van Gereedschaps-instellingen tonen hunhuidige instellingen.

Page 113: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

113

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Pijl-gereedschapHet Pijl-gereedschap wordt voor verschillende belangrijke functiesgebruikt.

- Het selecteren en deselecteren van constructie-elementen

- Het oprekken en verplaatsen van constructie-elementen

Omdat het Pijl-ger eedschap een onderdeel tegelijkertijd kanselecteren en bewerken, is het vaak de snelste en gemakkelijkstemanier om elementen te bewerken in het project.

Pijl-gereedschap technieken

Elementen SelecterenVerschuif de Pijlcursor tot vlakbij een hoek of een rand van eenconstructie-element en klik; er verschijnen markeerpuntenrondom het geselecteerde element ten teken dat het geselecteerdis.

Ook kunt u klikken en slepen om een selectierechthoek tetekenen rondom de onderdelen die u wilt selecteren.

Page 114: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

114

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Ieder element met knopen binnen de rechthoek wordtgeselecteerd, en markeerpunten verschijnen op ieder van dieelementen. Zo kunt u snel een aantal verschillende constructieelementen selecteren, en daar na degenen die u niet wilt gebruikenstuk voor stuk deselecteren.

Let op: Wanden, Lijnen, en Bogen wor den geselecteerd als deselectierechthoek hun referentielijnen kruist.

Wanneer verschillende elementen overlappen, dan kunt u doorvopeenvolgend klikken met het Vinkje door de selectiewijzers vande beschikbare elementen lopen. De Infobox geeft u visueleinfor matie over het laatst geselecteerde element.

In het 3D-venster kunt u ook elementen selecteren door op eenoppervlak ervan te klikken. Zie Bewerken in 3D van hoofdstuk 3.

Elementen Deselecteren

Om een of meer elementen te deselecteren, klikt of maakt u eenselectierechthoek om de geselecteerde elementen die u wiltdeselecteren met het Pijl-gereedschap, terwijl u de [Shift] toetsingedrukt houdt. Op deze manier kan elk aantal elementengedeselecteerd worden, als gr oep of als enkel element.

Page 115: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

115

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Klik met een willekeurig gereedschap (ook de Pijl) op een leegstuk van het ArchiCAD werkblad om alle geselecteerde elementenin één keer te deselecteren.

Oprekken & Krimpen van ElementenNa het selecteren van een lijn of een wand, beweegt U de Pijlcursor naar het eindpunt van het element, of naar het eindpuntvan de r eferentielijn. Klik en verschuif dan de Pijl. De wand of lijnzal oprekken of krimpen in overeenstemming met de bewegingvan de cursor.

1) Klik op het eindpunt van de wand.

2) Rek de wand op en zet hem weer in positie door de cursornaar een nieuwe lokatie te slepen.

3) De wand zal opr ekken en roteren in overeenkomst met denieuwe lokatie van het eindpunt.

Let op: U kunt meer dan één geselecteerde wand of lijntegelijkertijd oprekken, als u hun gemeenschappelijkeeindpunt aanklikt en sleept.

Objecten en Lampen kunnen opgerekt worden door hunmarkeerpunten op te pakken en ze te verschuiven.

Om een object op te rekken, selecteert u het en pakt u een van deknopen op. Zo kunt u de vorm en omvang van het object grafischveranderen. Dit is alleen mogelijk als de markeerpunten op eengoede manier gedefinieerd war en d.w.z. de geprojecteerdeafstand tussen de merkeerpunten dient gelijk te zijn aan denominale omvang van het object.

Zie ook…

Bewerken in 3D hoofdstuk 3.

Page 116: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

116

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Elementen VerplaatsenOm een element te verplaatsen klikt u op een knoop of rand vaneen geselecteerd element. Wanneer u de pijl verschuift, dan zal hetelement langs de door de cursor gedefinieerde vector gesleeptworden.

Deze functie werkt ook als er verschillende elemententegelijkertijd geselecteerd worden. Alle geselecteerde elementenworden langs dezelfde vector gesleept.

Zie ook…

Bewerken in 3D hoofdstuk 3.

Pijl SneltoetsDoor de rechter pijl toets in te drukken kunt u wisselen tussen hetlaatst gebruikt gereedschap en het Pijl-gereedschap. Dezesneltoets maakt het mogelijk snel toegang te krijgen tot het Pijl-gereedschap of een bewerkhandeling, waarna u terug kunt gaannaar het ger eedschap waar u mee bezig was.

Markeer-gereedschapHet Markeer-gereedschap wordt gebruikt om gebieden voorbewerk- en visualiseringsdoeleinden te definiëren. Demogelijkheden van het Markeer-gereedschap overlappen die vanhet Pijl-gereedschap. Ze zijn bijzonder nuttig voor het selecterenen verschuiven van groepen ArchiCAD elementen.

Page 117: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

117

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Constructie methodenWerkt men op de plattegrond dan beschikt het Markeer-gereedschap over twee constructie methoden in de Infobox.

De Enkele Verdieping methode stelt u in staat elementen tebewerken, te verwijderen en te knippen/kopiëren/plakken naar ofvan de verdieping waar u op het moment aan het werk bent.

De Alle Verdiepingen methode stelt u in staat elementen tebewerken, te verwijderen en te knippen/kopiëren/plakken naaralle verdiepingen of van alle verdiepingen.

Markeringen TekenenOm het Markeer-gereedschap voor selectie en bewerking tegebruiken, dient u eerst een rechthoekig of polygoonselectiegebied te definiëren. Dit doet u door één van deonderstaande Geometrische methoden te kiezen. Alle constructiemiddelen zijn beschikbaar , ook de numerieke invoer en detekenbegrenzingen.

Als u per ongeluk het selectiegebied op een verkeerd punt tekent,dan maakt u het af en begint opnieuw, of u klikt op de knopAnnuler en en begint opnieuw.

- Als u op een knoop of een rand in het selectiegebied klikt,dan verandert de cursor in een V inkje of een Mercedes. Als ude cursor daar na beweegt, zal het selectiegebied met alleknopen en randen die erin zitten, verplaatsen (ZieMarkeertechnieken verderop)

- Als u in het selectiegebied klikt zonder een knoop of een randte raken, dan zal de cursor de vor m van een Drietand ( )aannemen. In dat geval, wor dt slechts het markeergebiedverschoven bij het bewegen van de cursor; alle ingeslotenelementen blijven onveranderd.

Geometrische methodenIn de Infobox zijn drie mogelijke vormen voor Markeringenbeschikbaar als men naar een Plattegr ond of Doorsnede/aanzichtvenster kijkt.

De Polygoon methode definieert een selectie gebied met eenonbeperkt aantal punten. Een Polygoonmarkering kan geslotenworden door een dubbele klik op het laatste eindpunt, een klik opOK in de Controlebox of door het laatste eindpunt bovenop het

Page 118: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

118

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

eerste te tekenen wanneer de Hamer cursor verschijnt. Wanneerhet selectie gebied af is, is het gestippeld.

De Rechthoek methode definieert een selectierechthoek. Na deeerste klik volgt een elastische rechthoek, om het selectiegebiedzichtbaar te maken.

De Gedraaide Rechthoek methode maakt het mogelijk eenselectie rechthoek te definiëren onder een hoek. Met dezemethode tekent u eerst een zijde van de rechthoek met tweeklikjes, en dan met een derde klik definieert u de lengte van deloodrechte zijden.

In het 3D-venster heeft het Markeer-gereedschap vierGeometrische methoden. De eerste drie zijn uitgebreide versiesPolygoon, Rechthoek en Gedraaide rechthoek methoden. De basisis hetzelfde als op de plattegrond en daar na bepaald u de hoogtevan de geselecteerde ruimte. De coördinaat assen zijn aanwezigom u te helpen.

Page 119: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

119

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De vierde Geometrische methode laat u een 2D markeergebiedtekenen om elementen in de vorm van plaatjes te kopiëren/verslepen uit het 3D venster.

Zie ook…

Werken in 3D hoofdstuk 3, en Kopiëren/plakken in het menuBewerken in hoofdstuk 5.

Selectie CriteriaMarkeringsgebieden hebben de volgende regels.

In het Plattegrond venster:

- Als u de elementen wilt knippen, kopiëren, verwijderen,verslepen, spiegelen, roteren of vermenigvuldigen, moet erten minste één knoop binnen het Markeringsgebied zijn en wilhet hele element bewerkt worden.

- Als u elementen wilt oprekken, dan dient hetMarkeringsgebied alleen die knopen van de lijnen, polygonenen ronde elementen te bevatten die u wilt oprekken, anderswordt het hele element opgerekt. Zie de details en eenvoorbeeld hieronder.

- Als u elementen in 3D wilt bekijken, dan wordt ieder elementdat binnen het Markeringsgebied valt, meegenomen, zelfs alser geen selectieknoop of markeerpunt zit aan dit deel van hetelement. (Zie ook 3D-weergave Items selecteren in het menu3D-weergave hoofdstuk 5.)

Let op: Als u een concave gebiedscontour heeft geselecteerdmet de Polygonaal methode, wordt de markeerpolygoonvoltooid tot een convexe vorm voor het 3D aanzicht.

Page 120: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

120

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Als u een individuele selectie wilt maken binnen een bepaaldgebied met gebruik van de opdrachten Alles selecteren... ofZoeken & selecteren..., worden de elementen met tenminsteeen knoop binnen het markeergebied geselecteerd.

In Doorsnede/aanzicht vensters:

- Als u elementen wilt knippen en kopiëren, moeten zetenminste een knoop binnen het Markeer gebied hebben omgeselecteerd te worden. De bewerkingen hebben effect op hethele element, maar in geval van constructie elementen, wordtalleen een geëxplodeerd element in 2D tekenelementengekopiëerd.

- Wilt u elementen verslepen of oprekken/inkrimpen, kan menhet markeer-gereedschap op dezelfde manier gebruiken alsop de Plattegrond, maar het heeft alleen ef fect op 2Dtekenelementen. Zie ook Werken in Doorsneden/aanzichtenin hoofdstuk 3 voor details.

- Voor individuele selectie kan het markeer-gereedschap opdezelfde manier gebruikt worden als op de Plattegrond.

In het 3D-venster:

- Voor individuele selectie kan het uitgebreide 3D markeer-gereedschap gebruikt worden op dezelfde manier als op dePlattegrond. Dit is de enige functie van het 3D markeer -gereedschap.

- Wenst u een foto van de 3D tekening dan krijgt u een plaatjeafgeknipt door het 2D markeergereedschap.

DeselecterenDeselecteren gebeurt met een nieuwe selectierechthoek of meteen dubbel-klik buiten het markeringsgebied met het Markeer-gereedschap geselecteerd.

Kiest u een andere gereedschap dan blijft het markeergebied intact om het r ecente selectiegebied voor verder gebruik tebewaren.

Als u de omlijsting weg haalt, zijn alle elementen weergedeselecteerd.

Page 121: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

121

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Markeer-gereedschap TechniekenEr is een groot aantal bewerk technieken beschikbaar voor hetMarkeer-gereedschap op de Plattegrond. In het 3D-venster zijn debewerkings mogelijkheden voor het Markeer-gereedschap beperkttot selectie en kopiëren (met de 2D Markeer methode).

Oprekken van PolygonenKnopen van polygoon elementen (Vloeren, Daken, Arceringen,openingen, Zones) die binnen het Markeringsgebied vallen, kunnennaar een nieuwe lokatie verplaatst worden met de opdrachtBewerken/Oprekken door een begin en eindpunt aan te geven.

Oprekken zonder de opdracht Oprekken is ook mogelijk, dooreen elementknoop op te pakken binnen het selectiegebied.

Als alle knopen van een polygoon binnen het Markeringsgebiedliggen, dan heeft oprekken hetzelfde effect als slepen.

Als geen van de knopen van een element binnen hetMarkeergebied vallen dan heeft het oprekken geen effect.

Oprekken van Andere Elementtypen

Kolommen, Objecten en Lampen kunnen niet opgerekt wordenmet de Markering. Als één van hun markeerpunten binnen hetMarkeringsgebied valt, dan zullen ze verplaatst worden.

Wanden, Bogen, Lijnen en Curves kunnen ook met deMarkering opgerekt worden. Alle knopen in het selectiegebiedworden dan naar een nieuwe positie verplaatst, terwijl de knopenbuiten de markering op hun oorspronkelijke plaats blijven.

Page 122: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

122

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Wanneer Bogen of gebogen Wanden met de Markering opgerektworden, dan blijft hun centralehoek (de boogratio) onveranderd.

Oprekken met een Markering heeft geen effect op Camera’s.

Andere Bewerkingen met een MarkeringMet uitzondering van Splitsen en Aanpassen, kunnen alle Bewerkopdrachten uitgevoerd worden op selecties van het Markeer-gereedschap.

- Polygoonelementen, Kolommen, Objecten, Curves en Figurendienen tenminste één knoop in het selectiegebied te hebben.

- Wanden, Bogen en Lijnen kunnen bewerkt worden zolang eendeel van het element zich in het selectiegebied bevindt.

3D en Aanzichten Kopiëren naar de Plattegrond

U kunt het Markeer-gereedschap gebruiken om een gebied vanhet 3D venster, van een Doorsneden/aanzicht venster of van eenModelvenster te kopiëren. Zo kan het nuttig zijn om b.v.,verdiepingen op het blad van de plattegrond in te voegen.

1) Genereer het aanzicht dat u nodig heeft.

2) Gebruik het Markeer-gereedschap voor het selecteren.

3) Kies Kopiëren (menu Bewerken) om een kopie van degeselecteerde afbeelding op het Klembord plaatsen.

4) Ga naar de Plattegr ond en kies de opdracht Bewerken/Plakken.

5) Verplaats de afbeelding op uw plattegrond met de Drietand.

6) Klik buiten de selectierechthoek voor definitieve plaatsing.

- Aanzichten wor den op ware grootte op de Plattegrondgeplakt.

- Delen van Modellen worden als figuur geplakt..

Page 123: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

123

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Delen van het 3D Venster worden op de Plattegrond geplaktals 2D elementen (war e grootte of op schaal), of als eeneenheid (figuur), naar gelang de keus die u gemaakt heeft bijhet kopiëren.

Zie ook…

De opdrachten Kopiëren en Plakken (menu Bestand, hoofdstuk5).

3D Details met het Markeer-gereedschapU kunt het Markeer-gereedschap gebruiken om specifieke delenvan het 3D model te zien door een markeringsgebied om dedetails te tekenen die u bij of uit de 3D afbeelding wilt hebben.Deze techniek kan toegepast worden op de huidige verdieping ofop alle verdiepingen, afhankelijk van de gekozen constructiemethode.

Zie ook…

3D-weergave Selecteren uit het menu 3D weergave hoofdstuk 5.

Werken met FigurenMet figuren kunnen we tweedimensionale grafische afbeeldingenop de Plattegrond plaatsen. U kunt plaatjes van Ar chiCAD ofgeïmporteerde bestanden van ander e bronnen plaatsen.

De inhoud van het 3D venster als moment opname plakken, ofeen bitmap afbeelding importeren, kan alleen als een Figuur .D.w.z. als een eenheid.

De afbeelding die u op deze manier plaatst, verschijnt nor maalgesproken op de Plattegrond in een Markeringsgebied met dedefault omvang en lokatie van het plaatje. U kunt echter ook eenmarkeringsgebied op de Plattegrond tekenen voordat u de figuurplakt. In dat geval wordt de Figuur opnieuw afgemeten envervormd om in het Markeringsgebied te passen.

De laag is de enige instelling voor Figuren, die u opent door deFigur en te selecteren (menu Opties)

Page 124: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

124

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Wand-gereedschapDe wand is een fundamenteel element in de dagelijkse praktijkvan de architectuur. Wanneer u in ArchiCAD een wand maakt, danmaakt u:

- De omtrek en arcering van een wand in 2D, en

- Een massieve wand in 3D.

Omdat wanden zulke belangrijke elementen van uw project zijn,vormen ze speciale banden met andere ArchiCAD elementen:

- Andere Wanden: Tussen wanden worden automatische L en Tkruisingen gevormd.

- Deuren en Ramen. Zijn altijd onderdelen van een wand.

- Vloeren: Overlappende wand- en vloerranden worden in 3Dgeëlimineerd

- Daken: Wanden kunnen afgeknipt worden tot daken.

- Kolommen: Automatische wand/kolom verbindingen, wandomwikkeling van kolommen naar keuze.

Wanden TekenenArchiCAD wanden hebben bepaalde karakteristieken die zich inde Infobox en de Wand-instellingen bevinden. Maar eerst laten wezien hoe wanden getekend worden.

Geometrische methodenEr zijn tien Geometrische methoden beschikbaar in deControlebox voor het tekenen van eenvoudige en speciale wandconfiguraties.

De bovenste rij is voor rechte wanden:

De Enkele Wand Geometrische methode maakt één Wandelement per keer. Elk element wordt gedefinieerd door het begin-en eindpunt van zijn Referentielijn te tekenen.

De PolygoonWand Geometrische methode maakt eenopeenvolging van verbonden Wandelementen met eindpuntenvan Referentielijnen die automatisch samenvallen.

De eerste Wand wordt op dezelfde manier als een Enkele Wandgedefinieerd. Het verschil is dat tegelijkertijd met het definiërenvan het eindpunt van de Referentielijn, het beginpunt van devolgende Wand is gedefinieerd.

Dubbel-klik om het laatste Wandelement af te ronden.

Page 125: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

125

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De RechthoekigeWand Geometrische methode maakt vierWandelementen met samenvallende knopen door de diagonaalvan een rechthoek te definiëren.

De vier zijden bij de Rechthoek Methode zijn altijd orthogonaalmet het normale raster opgelijnd. Het gedraaide raster heeft ergeen effect op.

De Gedraaide Rechthoekige Wand Geometrische methodemaakt ook vier Wandelementen. Het verschil is dat eerst eenrotatie vector gedefinieerd wordt voor de Basis Referentielijn vande rechthoek (zie hieronder).

De rotatie vector definieert ook de lengte van de twee wanden dieer parallel aan lopen. U kunt echter de begrenzing van de lengteontgrendelen, en alleen de rotatie hoek gebruiken door de [Shift]toets in te drukken.

Let op: De Polygoonwand, Rechthoek en GedraaideRechthoek methoden genereren in één stap verschillendeonafhankelijke elementen. Nadat de Polygoonwand ofrechthoek klaar is, kan iedere wand afzonderlijk bewerktworden. Maar, staat de Autogroepering aan als de wandengecreëerd worden, dan worden ze automatisch gegroepeerden kunnen samen bewerkt worden.

Met de iconen in de tweede rij kunt u gebogen wanden maken.De vier beschikbare methoden werken op dezelfde manier alsvoor Cirkels/Bogen. (zie het Cirkel/Boog-gereedschap).

Let op: U kunt geen wanden in 3D tekenen met de Polygoonof gedraaide rechthoekige Constructie methoden.

Met de laatste twee iconen kunt u speciale wand constructiescreëren.

in unserem Fall

Page 126: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

126

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De Trapezoide of Niet-Parallelle methode laat u wanden creërenwaarvan de dikte niet constant is. De waarden van beide eindenvan de wand kunnen ingevuld worden in de corresponderendeveldjes van de Wand-instelling.

Let op: Kiest u een meerlaagse arcering voor de trapezoidewand, ziet u dat alleen de buitenlaag van de kern verandertlangs de lengte van de wand.

De Wand Polygoon methode kan worden gekozen als u wandencreëert met onregelmatige vormen. Deze methode zet eenpolygoon om in een wand en vult deze met de default arcering.

Er zijn enkele beperkingen voor polygoon wanden:

- u kunt er geen deuren en ramen in plaatsen;

- ze kunnen geen meerlaagse structuren hebben;

- ze moeten ten minste vier kanten hebben, wat betekent dat alsde polygoon wanden gesplitst worden er vreemde resultatenkunnen ontstaan.

De ReferentielijnZodra u met de eerste klik een lijn begonnen bent, wordt decursor gevolgd door een elastische lijn, de referentielijn voor Uwwand. De referentielijn wordt gebruikt om wanden met elkaar teverbinden en om met de cursor de wanden te plaatsen.

De positie van de wand ten opzichte van de referentielijn wordtbepaald met de Wand Constructie methoden die later in dezeparagraaf beschreven worden.

Wanneer u de cursor over de referentielijn van een wand schuift,dan zal deze veranderen in een Mercedes cursor, om aan te gevendat er een wand onderkend wordt.

Bij het tekenen van de referentielijn, verschijnt er een stippellijndie de dikte van de wand aangeeft en hoe de wand ten opzichtevan de referentielijn getekend gaat worden. De eindpunten van dereferentielijn worden in het document zelf opgeslagen en blijvenaltijd op dezelfde plaats ook als de oriëntatie, of de dikte van dewand veranderd wordt

- De cursor is gevoelig voor de referentielijn, maar niet voor hetfysieke wandoppervlak.

- Deuren en ramen kunnen op iedere hoek van een wand en opde referentielijn ingevoegd worden.

- Verbonden referentielijnen maken verbonden wanden.

Page 127: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

127

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- U kunt een wand van de ene kant van de referentielijn naar deandere verplaatsen, of op een bepaalde afstand tot dereferentielijn zetten, maar u kunt de referentielijn nietverschuiven terwijl u de wand op dezelfde plaats houdt.

Wand Polygonen en de Referentielijn.

U kunt in ArchiCAD de referentielijn van de polygoon wandenopnieuw bepalen.

1) Als u klaar bent met het tekenen van de polygoon wand, zetde Nette wandverbindingen uit (menu Opties) en u zietverschillen de referentielijnen langs de omtrek.

2) Kies het Wand-gereedschap en selecteer de polygoon wand.Klik op een knoop aan een van de eind van de referentielijn.

3) Het volgpalet verschijnt met een extra icoon aan het einde,waarmee u de lengte van de referentielijn kunt inkorten. Erzijn wel drie omliggende knopen nodig, zelfs met een korterereferentielijn.

Constructie methodenDe wand constructie methodes in de Infobox (zie hoofdstuk 3) ende Wand-instellingen bepalen waar de dikte van de wandgeplaatst gaat worden t.o.v. de referentielijn.

De referentielijn wordt gebruikt om wanden heel precies teverbinden, met nette verbindingen en om markeerpunten te gevenvoor het selecteren, verplaatsen en oprekken van de wanden.

Door een van de wand oriëntatie-iconen te kiezen, stelt u eendefault oriëntatie voor de referentielijn vast, of verandert u deoriëntatie voor de geselecteerde wanden.

U kunt in één keer de oriëntatie van verschillende wandenveranderen ten opzichte van hun referentielijnen, door hen teselecteren en de constructie methoden ervan expliciet teveranderen in de Infobox of in de Wand-instellingen.

Hint: Als het grijze gedeelte van de wand, terwijl u tekent nietaan de gewenste kant van de elastische lijn zit, kunt u deoriëntatie in de controlebox veranderen en doorgaan.

De Wand-instellingDe Wand-instellingen maakt het mogelijk de parameters vangeselecteerde wanden, of de default waarden van toekomstigewanden te definiëren. Het dialoogvenster wordt getoond door eendubbel-klik op het Wand-gereedschap, het aan te klikken in de

Page 128: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

128

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Infobox, of met de linkerpijl toets wanneer het Wand-gereedschapactief is.

De instellingen bestaan uit twee gedeelten. De instellingen aan derechter kant bepalen de geometrie van de wand en zijn altijdzichtbaar als het dialoogvenster open is. Met de drie groteknoppen aan de linker kant kunt u de verschillende aspecten vande wand bepalen.

Veel van de instellingen zijn gemeenschappelijk voor alle of demeeste gereedschappen. De beschrijving is gegeven in hetAlgemene gedeelte van dit hoofdstuk. Verder worden alleenverschillen en specifieke instellingen besproken.

Algemene instellingen

HoogteRechts in het dialoogvenster is de eerste instelling de ware hoogtevan de wand. De volgende drie velden tonen de onderkant van dewand t.o.v. een aantal referentievlakken. De instellingen zijnonderling verbonden en kunnen geen tegenstrijdige waardenbevatten.

Wanden zijn gekoppeld aan hun actieve verdieping. Dit betekentdat, waneer u het niveau van een verdieping verandert (zie deVerdiepingen paragraaf in hoofdstuk 5), alle wanden die ermeegekoppeld zijn ook veranderen. Het niveau van de wand t.o.v. hetabsolute nul peil wordt automatisch bijgesteld.

Het “naar Element eronder” veldje wordt actief als deZwaartekracht is geselecteerd. Zie hierna voor details.

Let op: U kunt snel naar de absolute hoogte van de wandd.m.v. de Infobox.

WanddikteOm de dikte van de wanden in te stellen, typt u de gewenstewaarde in het juiste veldje. U kunt ook waarden kopiëren enplakken.

Niet-Parallelle wanden hebben twee dikte veldjes; voor de begin-en eind waarden.

De dikte van een Meerlaagse arcering kan niet bewerkt worden alshij geselecteerd is in het arcering pop-up palet. De dikte van dezewanden kunnen slechts bewerkt worden in een hiervoor bestemdvenster in Opties/Meerlaagse arceringen.

Page 129: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

129

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hint: Selecteer de meerlaagse arcering die u wenst tebewerken, en klik op OK. Open het Meerlaagse arceringen…venster, en dit type wordt automatisch voor bewerkinggeselecteerd.

Wand OffsetDe afstand van de Referentielijn tot de buitenzijde van een wandkan met de offset ingesteld worden. Wanden met een offsetworden gebruikt om b.v. een vloer te transformeren gebaseerd opeen spouwmuur.

Let op: De offset is niet beschikbaar als u gecentreerdeuitgelijnde wanden tekent.

Plattegrond Attributen

Meerlaagse arceringenMet ArchiCAD’s Meerlaagse arceringen kunnen wanden gemaaktworden met verschillende afwerkingen, die uit verschillendearceringen bestaan. B.v., u wilt een buitenwand met eenbakstenen buitenlaag, een houten constructiekern, en eengipsplaten binnenkant.

Page 130: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

130

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Met het maken van een samengestelde wand, kunt u de wandgrafisch op uw Plattegronden afbeelden. U kunt ook dehoeveelheden van iedere laag van het project nagaan metArchiCAD’s stuklijstberekeningen.

Er zijn verschillende vooraf gedefinieerde meerlaagse arceringenin de arceringenlijst van de Wand-Instellingen, en deze structurenkunnen met hetzelfde gemak behandeld worden als wanden meteen enkele laag.

Let op: In de Nette Wandverbindingen modus, kan de cursornaar knopen snappen die zich aan de wand eindpunten ofsnijpunten van een laag bevinden.

U kunt uit de vooraf gedefinieerde meerlaagse arceringen kiezendoor op het Arcerings pop-up palet te klikken en één van demeerlaagse arceringen in het onderste deel te kiezen.

Het pop-up palet van de arceringen laat de actieve arcering zienmet de huidige penkleur.

Meerlaagse arceringen kunnen met meerdere kleuren getekendworden. De penkleur definitie van de wanden is gelijk aan die vanbibliotheek elementen. U kunt de penkleuren gebruiken die in deMeerlaagse arceringen gedefinieerd zijn, of u kunt deze negerenen een uniforme penkleur instelling kiezen.

Met een vinkje op de Peninstellingen van meerlaagse arceringwordt de multikleur definitie van de gekozen structuur op dewand toegepast. De knop is grijs als de huidige wandarcering eenenkelvoudige arcering is. Het overgaan van een enkele arceringnaar een meerlaagse zorgt ervoor dat het aankruisvakje actiefwordt.

Let op: De volledige dikte van de meerlaagse arcering kanniet worden bewerkt, alleen laag voor laag met de opdrachtMeerlaagse structuren.

Zie ook…

De arceringen en meerlaagse arceringen in hoofdstuk 5 (menuOpties).

PenkleurenDe kleur (pennummer) voor de contouren en arceringen enachtegrond arceringen van de wanden kunnen onafhankelijkingesteld worden met de nummer vakjes. Om een pennummer inte stellen kunt u een pennummer invoeren, of een kleur selecterenuit het pop-up menu.

Page 131: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

131

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Het eerste pennummer is voor de contour van de wand.

- Het tweede pennummer is voor de kleur van dearceringspatronen en de interne contouren van desamengestelde wandafwerkingen.

- Het derde pennummer is voor de kleur van deachtergrondarcering.

Zie ook…

De opdracht Pennen & Kleuren in hoofdstuk 5 (menu Opties).

Model attributen

Oppervlakte MaterialenWanden worden in het 3D Venster of in het Fotorendering vensterals massieve objecten op het scherm getoond.

U kunt dezelfde, of verschillende materialen voor de drieoppervlakken (binnenkant, buitenkant en de randen) van uwwanden kiezen uit de drie pop-up menu’s.

Page 132: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

132

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

U kunt één van de vooraf gedefinieerde oppervlaktematerialenselecteren uit het pop-up menu.

U kunt uw eigen oppervlaktemateriaal maken met behulp van hetMaterialen dialoogvenster (menu Opties). In ditzelfde venster kuntU ook 3D arceringen en texturen aan een materiaal koppelen(hoofdstuk 5). Zowel de 3D arcering als de textuur verschijnen inde pop-up menu’s van de Wandoppervlakmaterialen.

Door het Koppel icoon te activeren, kunt u aan alle drieoppervlakken tegelijk dezelfde materiaaldefinitie geven.

Let op: Er is een belangrijk verschil tussen oppervlaktematerialen en arceringen. Materialen zijn alleen van invloedop 3D weergaven en beschaduwingen, terwijl arceringenslechts van invloed zijn op de Plattegrond en de Stuklijst.

Zie ook…

De opdracht Materialen in hoofdstuk 5 (menu Opties). Meer overde Materiaal-instelling vindt u in het Algemene gedeelte van deinstellingen in dit hoofdstuk.

Doorsnede pennen

Met de penkleur in dit tabblad kunt u een kleur kiezen voor deafgeknipte wanden in de Doorsneden/aanzichten.

Blokhutconstructie

Blokhutconstructie bestaat in ArchiCAD 6.0 alleen voor rechtewanden. Blokhutwanden verschijnen in doorsneden/aanzichtenen in het 3D venster met een aantal textuur opties die ingesteldkunnen worden in het Blokhutconstructie… dialoogvenster.

Page 133: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

133

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Pas externe zijde materiaal op horizontale randen toe: Is ditvakje aangekruist dan wordt de textuur van de blokken ooktoegepast op de randen en de randen van openingen.

- Textuur aan wandranden uitlijnen: Staat dit aan, dan wordt detextuur aangepast op de hele wand zodat u geenonderbrekingen krijgt.

- Met half blok beginnen: Is dit vakje actief, dan begint de wandmet een half hoog blok op de grond.

- Rechthoekige blokken: Als dit vakje aangekruist is, bestaat dewand uit licht afgeronde rechthoekige blokken. Andersbestaat de wand uit ronde blokken.

- Blokhoogte: Hier kunt u de hoogte van een blok invullen.

Let op: Bij het bepalen van de blokhoogte, als de waardegroter is dan de breedte van de wand zullen de bokken nietop elkaar rusten.

Wand Technieken

Wanden SamenvoegenDe manier waarop wanden samengevoegd zijn bepaalt of er nettewandverbindingen zijn.

De Referentielijn van de wanden die samengevoegd gaan wordenmoeten precies op elkaar aansluiten. De lijnen moeten bij huneindpunten aansluiten, of precies een T of L snijpunt maken, zoalshieronder aangegeven.

Page 134: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

134

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Door de Nette wandverbindingen optie kunt u automatischnaadloos op elkaar aansluitende wanden maken.

Tip: Bij complexe samenvoeg situaties kan het beter zijn omde Nette wandverbindingen in het menu Opties uit te zettenom de referentielijnen goed te zien.

Verbindingsproblemen

Verbinding van Wanden met Verschillende Arceringspatronen

Als er verschillende wanden verbonden worden, zoals bij Lverbindingen, dan worden de wand patronen van elkaargescheiden door de diagonaal van de snijlijn (tekening). Bij Tsnijpunten blijft de buitenzijde van de doorlopende wandonaangetast.

Als u een meer gedetailleerde tekening van een wandverbindingwilt, dan “werkt” u de tekening even bij in PlotMaker vóór hetplotten of afdrukken.

Prioriteiten bij Drievoudige Verbindingen

Drievoudige wand verbindingen zijn gebaseerd op prioriteiten, enze worden in twee stappen gegenereerd. Eerst worden de dikstewanden met elkaar verbonden, daarna, wordt de derde wand aande andere twee vast gemaakt. Als alle wanden dezelfde diktehebben, dan krijgen samengestelde wanden voorrang bovenhomogene wanden.

Als een drievoudige verbinding er niet naar wens uitziet, danverschuift U het eindpunt van één wand een stukje, zodat u tweedubbele verbindingen krijgt in plaats van een enkel drievoudigeverbinding.

Snijpunten van Wanden met een Verticale Verschuiving

Als twee wanden door hun horizontale positie verbonden zijn,maar verticaal niet of nauwelijks, dan snijden ze elkaar noch in dePlattegrond, noch in de 3D afbeeldingen.

Page 135: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

135

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

T- Verbinding van Meerlaagse arceringen

Bij het verbinden van wanden worden de wanden automatischpassend gemaakt en de arcering composities geanalyseerd. Deverbinding wordt aan de hand daarvan gemaakt.

Verbindingen maken uit WandkruisingenOm een wandkruising een goede verbinding te laten maken:

1) Teken twee Wanden dwars over elkaar.

2) Selecteer één van de Wanden.

3) Kies de opdracht Bewerken/splitsen.-

4) Klik op de andere Wand met de Pijl met Mercedes (Pijl-gereedschap actief) of Gestreepte potlood (elk andergereedschap actief) cursor. Het oogje verschijnt, met de vraagwelk deel van de gesplitste Wand geselecteerd blijft. U kliktop één van beide kanten.

5) De geselecteerde Wand wordt gesplitst. Kies nu Herberekenenvoor een nette verbinding.

Let op: Deze techniek werkt ook wanneer verschillendewanden tegelijkertijd worden geselecteerd.

Wanden SplitsenAls u het nodig vindt om een wand in twee of meer delen op tesplitsen, voor andere redenen dan om een wand verbinding temaken, dan is de techniek gelijk aan de beschrijving hierboven.(Verbinding Maken uit Wandkruisingen).

Page 136: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

136

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

1) Selecteer de Wand(en) die U wilt scheiden.

2) Kies de opdracht Bewerken/Splitsen.

2a) Wilt U de wand splitsen bij een kruising met een bestaandelement. Klik dan op het element of de rand met de Mercedes.

2b) U kunt één of meer wanden splitsen langs dezelfdedenkbeeldige lijn, teken dan een lijn tussen twee lege plekkenvan de Plattegrond

3) Wanneer het oogje verschijnt, klikt u aan de zijde van de lijn/boog waar de wanden geselecteerd dienen te blijven.

4) De geselecteerde Wanden worden gesplitst.

Let op: Het splitsen van wanden kan op elke lokatie met deopdracht Klik wand voor splitsen... in het menu Bewerken.

Wanden aanpassenAls u wanden die u getekend hebt wilt verlengen of verkorten, omeen ander bestaand element of denkbeeldige lijn te raken:

1) Selecteer de wand(en) die u wilt verlengen of afknippen.

2) Kies de opdracht Aanpassen uit het menu Bewerken.

3) Klik op het element waaraan u de wand(en) wilt aan passen,of trek een lijn op de plattegrond.

4) Alle geselecteerde wanden die een werkelijk of eengeprojecteerd verbinding hebben met de aangeklikte rand/boog of met de lijn die u zojuist tekende, worden verlengd ofverkort.

Page 137: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

137

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Als u een wand wenst te verlengen naar een puntbepaald door een element dat parallel aan de wand is, kunt ude opdracht Bewerken/Oprekken in combinatie metcoördinaatbegrenzing gebruiken.

Zie ook…

Hoofdstuk 5, de opdracht Oprekken (menu Bewerken) enhoofdstuk 3 over coördinaatbegrenzing.

Openingen Maken in WandenU kunt speciale wandvormen maken door verschillende Deur/Raam openingen in de wand te plaatsen, zoals hieronder.

Gebogen WandenDe wanden die met één van de Gebogen Wand GeometrischeMethoden gemaakt worden, zijn altijd echte bogen, en bestaanniet uit rechte segmenten.

U kunt ook de contoure van gebogen elementen overtrekken metwanden d.m.v. de element transformatie methode in hoofdstuk 3.In dit geval krijgt u echte gebogen wanden of een serie rechtewand segmenten. Dit hangt af van de Toverstaf-instelling.

Page 138: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

138

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zie ook…

Element transformatie in hoofdstuk 3.

Afgeschuinde Wanden MakenWanneer er op wanden een dak moet passen of wanneer Uwanden wilt met schuin afgesneden hoeken, dan kunnen diegemaakt worden door de gewone rechthoekige wanden teknippen met de juiste dakhelling, zoals hieronder wordt getoond.

Wanden worden afgeknipt door erop liggende daken met behulpvan de opdracht Bewerken/bovenkant tot Dak afknippen in hetmenu Bewerken.

1) Wanden die afgeknipt worden, moeten in eerste instantiehoger zijn dan het dak dat erop ligt.

2) De opdracht Tot Dak afknippen wordt hierna gebruikt, om debovenste rand van de wand op maat te brengen met deonderkant van het dak dat erop ligt, of de onderrand van dewand op maat brengen met de bovenoppervlak van het dak.

Deze handeling kan op alle onderliggende wanden gedaanworden, of alleen voor de geselecteerde wanden of daken. U kuntook de onderkant van de wanden afknippen met Onderkant totDak afknippen, voor dakkapellen enz.

Let op: Tot dak afknippen is niet beschikbaar in het 3D-venster.

Kolom-GereedschapIn ArchiCAD bestaan Kolommen uit twee componenten: een kern,een afwerklaag. Beide hebben afzonderlijke arcering en penkleur

Page 139: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

139

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

instellingen. De kern is de dragende structuur, terwijl deomwikkeling gebruikt kan worden voor afwerking.

Kolommen zijn rechthoekig met nette verbindingen (zie hetKolommen en wanden gedeelte hieronder).

Kolommen TekenenDe kolommen worden met negen markeerpunten in een van degeometrische methoden geplaatst: met het centrum, hoekpuntenen vier andere punten. Het centrum is de default maar u kunt elkander punt van de kern kiezen in de Algemene-instellingen van deKolom-instelling.

Geometrische MethodenEr zijn twee Geometrische methoden beschikbaar in de Infobox.

De Recht methode produceert een kolom met een klik die dezijkanten recht maakt met het raster.

De Gedraaid methode produceert een kolom die vrij kan roteren.Eerste klik voor het middelpunt, tweede voor de verdraaiing.

- Om een kolom in een van de geometrische methoden d.m.v.het centrum, hoek of andere punten te plaatsen moet u eennieuw ankerpunt in de Kolom-instellingen maken.

- Een afgewerkte kolom wordt altijd geplaatst d.m.v. hetankerpunt van de kern ingesteld in de kolom-instellingen. Uhoeft de afwerklaag niet te verwijderen om dit te doen.

Constructie MethodenEr zijn twee Constructie methoden beschikbaar in de Infobox.

Met de Eenvoudige methode worden kolommen ingevoegd inelke soort wand door voor zichzelf een plaats uit te knippen.

Deze kolommen houden altijd hun eigen oppervlakte materiaal,dat in de Kolom-instellingen ingesteld is.

Kolommen die met de Omwikkelde methode gemaakt zijn, zijnslimmer. Als ze samengestelde wanden snijden, dan worden ze

Page 140: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

140

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

omwikkeld met specifieke samengestelde wandafwerkingen. Ditbetekent dat de binnen en/of buiten bedekking van een wand omde structurele kolom gewikkeld kan worden, zodat er een uniformbinnen of buiten oppervlak ontstaat.

Kolommen die met deze methode geplaatst worden nemen altijdde oppervlakte materialen van elke verbonden wand over. Als dekolommen vrij staan, dan komen ze op het scherm met hun eigenoppervlakte materiaal.

Zie Wandverbinding en Wandomwikkeling later in dit hoofdstuk

Let op: De omwikkelde methode werkt alleen met normaleen trapezoide wanden maar niet met gebogen of polygoonwanden.

Kolom-instellingMet Kolom-instellingen kunt u de parameters definiëren van degeselecteerde kolommen, of de defaults voor nieuwe kolommeninstellen.

Veel van de instellingen zijn hetzelfde als voor het Wand-gereedschap. Zie de beschrijving van dat gereedschap, en deparagraaf over de Gemeenschappelijke gereedschaps-instellingen

Algemene instellingenSpecifieke kolom-instellingen zijn:

- dimensioneringen voor de twee zijkanten van de kern:

- Afwerklaag dikte:

- het ankerpunt waarmee de kolom geplaatst is.

Let op: De dikte van de afwerklaag is uniform rond de kern.De dikte nul wordt gebruikt voor kolommen zonderafwerklaag.

Page 141: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

141

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Plattegrond en doorsnede attributen

Kern symbool

Er zijn drie opties voor de weergave van het kernsymbool van dekolom op de plattegrond: Normaal, Schuine streep en X.

Penkleur

Penkleuren voor de contour, arceringspatroon enarceringsachtergrond voor de kern en afwerklaag kunneningesteld worden.

Arceringspatronen

Verschillende arceringspatronen (en achtergronden) kunnen voorde kern en de afwerklaag van kolommen bepaald worden.

Kolommen en WandenIs de kolom geplaatst met de Omwikkelde methode en kruist heteen wand, dan neemt het de oppervlakte materialen van dezewand over.

Niet-Omwikkelde KolommenNiet-Omwikkelde kolommen veranderen de vorm van de wandniet. Ze creëren gewoon een plek voor zichzelf, waarbij ze dooralle wandlagen breken. De verbindingslijn tussen wandlagen ende kolom worden verwijderd wanneer hun arceringspatronenovereenkomen.

Page 142: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

142

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De contour van kolomkernen met een schuine streep of een Xwordt altijd volledig getekend, ongeacht andere factoren.

Hieronder worden dezelfde kolom variaties in drie verschillendesituaties getoond:

1) De kolom staat vrij van een wand.

2) De kolom wordt in een meerlaagse arcering geplaatst.

3) De kolom wordt in een enkelvoudige wand geplaatst.

Omwikkelde KolommenOmwikkelde kolommen kunnen alléén door de kernlagen vansamengestelde wanden breken. De andere wandlagen wikkelenzich om de kolom heen met in standhouding van hun dikte.

Omwikkeling gebeurt alleen maar als:

- de kolom werd geplaatst met de Omwikkelde Methode,

- hij een samengestelde wand doorsnijdt,

- de samengestelde wand met lagen bedekt is,

- de kolom de kern laag of lagen van de samengestelde wandraakt of doorsnijdt.

In de tekening hieronder ziet u dat de kern van de wand opdezelfde manier werkt als met niet-omwikkelde kolommen, en deverbindingen zijn net als in de vorige tekening opgeschoond. Hierechter, gaan de andere lagen van de samengestelde wand om dekolom heen.

Page 143: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

143

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Bij gebogen wanden is geen omwikkelingbeschikbaar.

Zie ook:

De opdracht Opties/Meerlaagse arceringen in hoofdstuk 5, voorde definitie van de kernlagen en de omwikkellagen vansamengestelde wanden.

Kolommen in 3D aanzichtenVrijstaande kolommen krijgen de vorm van rechthoekige blokken.Kolommen die wanden snijden worden op een speciale maniervormgegeven. Wanden lopen ononderbroken door, en deuitstekende delen van de kolommen worden als prisma’stoegevoegd, geplakt tegen het wandoppervlak. Deze methodegeeft nauwkeurige resultaten, zowel bij beschaduwde als bijdraadmodellen.

Page 144: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

144

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let wel, dat alle kolommen die met de Omwikkelde constructiemethode geplaatst zijn, het oppervlakte materiaal overnemen vande verbonden wanden, zelfs als er geen wandlagengeconfigureerd zijn die werkelijk om de kolommen heen kunnenwikkelen.

Als een kolom naar boven of beneden uitsteekt ten opzichte vande verbonden wanden, dan dient u de kolom te vervaardigen vanafzonderlijke delen die u op elkaar plaatst.

Het bovenstaand aanzicht werd gemaakt met zes kolommen, zoalshieronder te zien is.

Als kolommen verbonden zijn met wanden of vloeren, of anderekolom oppervlakken in hetzelfde 3D vlak, dan worden deverbindingslijnen in 3D verwijderd.

Page 145: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

145

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Deur & Raam-GereedschapHet Deur en raam-ger eedschap worden weergegeven door eenenkel icoon in de gereedschappen. Het icoon laat altijd het huidigactieve gereedschap zien. Om het andere gereedschap te krijgen,klikt u en houdt het pijltje vast op de linker onderhoek van heticoon. U kunt ook Ramen/Zwevende paletten /Paletvormenkiezen en het uitgebreide vakje aankruisen om beidegereedschappen tegelijkertijd te zien.

Zowel ramen als deuren zijn bibliotheekelementen. Dit betekentdat ze opgeslagen zijn in objectbibliotheken die voor veleprojecten gebruikt kunnen worden. Ramen en deur en kunnenalleen aan een Ar chiCAD project toegevoegd worden doorplaatsing in een bestaande wand. Ze kunnen niet afzonderlijk ineen project geplaatst worden. Wanneer u een raam of deur in eenwand plaatst, dan wor dt deze een geïntegreerd deel van de wanden blijft bij de wand wanneer hij verschoven of opgerekt wordt.

Let op: Deze afhankelijkheid maakt het onmogelijk om eenafzonderlijk 3D aanzicht van de opening te maken (dit geldtniet voor de blader opties bij Deur & Raam-instellingen);deuren en ramen moeten tezamen met hun wandgeconverteerd worden.

Deuren en ramen knippen echte doorkijk openingen in de wand,zodat de 3D visualiseringen r ealistischer zijn. Glaspanelen echterworden als massieve vormen afgebeeld, met ondoorzichtigeopeningen voor standaard aanzichten.

Let op: Omdat Deuren en Ramen niet onafhankelijk geplaatstkunnen worden, worden ze automatisch op dezelfde laaggeplaatst als die van de wand waarin ze opgenomen worden.

Deuren/Ramen kunnen niet in wanden geplaatst wor den diegetekend zijn met de Polygoon wand methode.

Deuren en Ramen TekenenWanneer u het Deur of Raam icoon in Ger eedschappen activeert,en daar na op de referentielijn van een wand klikt, dan wor dt dedefault deur of het default raam in de aangeklikte wandtoegevoegd. Als u ergens anders op de wand klikt, of ergens ophet werkblad (waar de cursor niet verandert in een Mer cedesteken), dan kan de deur of het raam niet geplaatst worden.

Er zijn twee types openingen in ArchiCAD:

Page 146: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

146

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Lege OpeningenVaak gebruikt om een snelle indruk te krijgen van hoe eenopening er uitziet in een pr oject. Lege openingen hebbengeen details.

- Bibliotheek Deuren en RamenComplexe elementen met een 3D model, eigenschappen voorde stuklijst, en een 2D symbool voor de plattegrond, met infoover de opening. Zie ook de Gevormde Openingen.

Eenvoudige Openingen1) Open het Deur of Raam dialoogvenster met een dubbel-klik

op het gereedschap.

2) Klik op de knop Lege Opening in het Voorbeeldgebied.

3) Pas de gr ootte in het bewerkvenster eventueel aan, door ereen nieuwe hoogt of breedte in te typen.

4) Klik op de referentielijn van een bestaande wand.

5) De opening verschijnt in de geselecteerde wand.

Deuren en Ramen in een Wand PlaatsenOm openingen uit de ArchiCAD Bibliotheek in uw projecten teplaatsen, moet u ze in de Instellingen selecteren, in plaats van deprocedure te volgen die hierboven is aangegeven voor de legeopeningen.

Om meer gedetailleerde en realistischere deuren en ramen teproduceren, dient u de bibliotheek onderdelen te gebruiken.

Let op: De plattegrond wordt opgeslagen met een verwijzingnaar de actieve bibliotheek. Als u dir ect toegang wenst naarplaatsen in ander e mappen, dan moet u deze als actievebibliotheken laden met de opdracht Bibliotheek Laden (menuBestand), of de plattegrond als een Archief opslaan (zie

Page 147: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

147

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Opslaan speciaal/Archief in Hoofdstuk 5). Zonder dezevoorzorgsmaatr egelen, zullen de elementen van buiten nietautomatisch verschijnen wanneer u de volgende keer deplattegrond opent.

Waarschuwing: Als u een project opent en er verschijnt eenwaarschuwing, dat er onderdelen uit de actieve bibliotheekontbreken, dan kunnen die onder delen niet op het werkblad,in het 3D venster of in de Stuklijst staat getoond worden.

Zie ook…

Opties voor toegang tot Bibliotheekelementen in het ArchiCADbibliotheek gedeelte van hoofdstuk 6.

Geometrische methodenU hebt de keuze uit twee Deur en Geometrische methoden om hetproces van het plaatsen van openingen de vergemakkelijken.

Deuren en Ramen kunnen met hun middelpunt of met hunhoeken geplaatst worden. Deze opties worden geselecteerd metbehulp van de Geometrische methoden in de Infobox.

Bij het plaatsen van een deur of een raam met zijn hoek, verschijnter een Dubbel Oogje: het laat de omtrek van de opening bij hetschuiven van de muis van de ene kant (1) naar de ander e (2) gaan,en het vraagt u te klikken (3) wanneer u tevr eden bent met depositie van de opening.

Dit werkt op dezelfde manier bij wand hoekpunten.

Let op: De plaatsing modus die u hebt gekozen is geldig voorbeide opening types, totdat u deze expliciet verandert.

Lokaties van OpeningenU kunt een Raam of Deur op iedere positie van het Vinkje of deMercedes op de omtrek van een wand plaatsen, zonder beperkt tezijn tot een punt langs de Refer entielijn. Door de Nettewandverbindingen modus uit het menu Opties aan te zetten,wordt elke plaats waar twee wanden bij elkaar komen eenbeschikbare positie voor openingen.

Page 148: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

148

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: In een enkel geval neemt de cursor de Mercedes aan,maar de opening kan niet geplaatst worden. Dit is omdat eenrand van een ander element (vloer , dak, ar cering of lijn)samenvalt met de omtrek van de wand. Zet de Nette wand-verbindingen uit om de r eferentielijn van de wand te vinden.

Onjuist geplaatste openingen

Als U een raam of een deur vlakbij het einde of de bovenste randvan een wand pr obeert te plaatsen, en er is niet genoeg plaatsvoor, dan verschijnt een waarschuwing en u krijgt de mogelijkheidde opening ongedaan te maken.

Constructie MethodenDoor een van de drie Deur of Raam Constructie methodes in deInfobox te selecteren, kunt u definiër en hoe u de Deur/Raam in deopening geplaatst wilt hebben.

- De Rand methode plaatst het Raam of de Deur gelijk aan degevel in de wand. Een klik met het Oogje bepaalt wat debuitengevel is. Als er voor deze methode gekozen wordt is deneggemaat automatisch ingesteld op nul.

- De Negge methode plaatst het Raam of de Deur in de openingmet een negge, waarvan de diepte op dat momentgedefinieerd wordt bij Raam/Deur -instellingen aan degeselecteerde kant van de opening. Het Oogje vraagt u debuitengevel te kiezen

- De Inbouw methode maakt een opening gebaseerd op dehuidige waar den, gedefinieerd bij Raam/Deur -instellingen.Gebruik het Oogje om de kant van de wand te kiezen waar ude inbouw geplaatst wilt hebben.

Page 149: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

149

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Oriënteren van de Opening

Omdat deur en en ramen een complete 3D representatie hebben, ishet noodzakelijk dat Ar chiCAD weet hoe ze open gaan.

Met een enkele klik wordt de opening geplaatst en georiënteerd:

- Ramen: de klik definieert de buitenkant van het raam. Deneggemaat wordt altijd vanaf de buitenkant gemeten.

- Deuren: de klik definieert de zwaai richting van de deur . Voordeuren zonder een Duits type inbouw, wordt de negge vanafdeze kant gemeten. Voor deuren met een Duitse inbouw,wordt de negge van de andere kant af gemeten.

Om een deur of een raam met een ander e oriëntatie danbovenstaande te maken, plaatst en selecteert u het en klikt hetaankruisvakje Omdraaien aan bij het Instellingen venster . Dedeur/raam verlegt zijn oriëntatie naar de ander e kant van de wand,maar behoudt de neggemaat van de oorspr onkelijk aangekliktekant.

Het 3D model van Uw project zal deze veranderingen weergevenin het 3D Venster. De volgende tekening laat zien hoe ArchiCADomgaat met deur oriëntatie. Ramen die open en dicht kunnen,worden op dezelfde manier behandeld.

Page 150: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

150

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Raam- en Deur-instellingDe Raam/deur-instelling is ongeveer hetzelfde als hetdialoogvenster van de ander e gereedschappen. Items die ook bijde andere gereedschappen voorkomen staan in hetgemeenschappelijke gedeelte van de gereedschapsinstellingen.Alleen de verschillen worden hier beschreven.

Agemene instellingenIn het rechter gedeelte van het dialoogvenster, samen met hetvoorbeeldgebied dat beschreven is in de Algemenegereedschapsinstellingen, staan de instellingen voor het bepalenvan de negge en dimentionerings opties.

Negge

In het neggegebied van de Deur- en Raam-instellingen, vindt udezelfde constructie methode iconen als in de Infobox. Ook vindtu er de knop Instellingen, voor de dimensies van de rand van deopening bij inbouw, de negge en het aankruisvakje Omdraaiengedefinieerd kunnen worden.

De constructie methode iconen zijn van invloed op de plaatsingvan de opening, zoals eerder beschreven.

De knop Instelling activeert de Neggemaat-instelling:

Hier kunt U de waar den invoeren voor Hoogte boven, Hoogteonder/Drempel diepte en breedte.

Let op: Voor meerlaagse arceringen slaat Ar chiCAD debuitenlaag tegenover de diepte niet bij de opening naarbinnen, als de diepte minder is dan de r est van de dikte vande wand

Page 151: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

151

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De negge specificeert een hartlijn voor de opening weg van hetwandvlak in de richting die u gedefinieerd hebt door een klik methet Oogje (dit heeft geen effect als u de rand plaatsing constructiemethode kiest).

U gebruikt het vakje Omdraaien als u de kant waar de deur of hetraam open gaat wilt verander en, met een gelijk blijvende negge.

Dimensionerings opties voor de opening

Het Raam- en Deur -gereedschap beschikken over gebruikergedefinieerde Dimensionering opties, die geformateerd worden ineen subdialoog van hun Instellingen. Klik op de knop Instellingen.

De volgende opties uniek zijn voor een individueel Raam/Deur:

- Een gebruiker-selecteerbare dimensionerings lettertype enletter grootte (plotter lettertypes en de hoek voor het cursief).

- Een middenlijn met een aan te passen extensie lengte.

- Optioneel een rond Markeersymbool met tekst en diameter.

- Optionele Raam/Deur Omlijsting nominale dimensies.

- Een optionele Vensterbank/dorpel Hoogte,

- Een volledig aan te passen tekst offset afstand.

- Een binnen/buiten oriëntatie.

Met het aankruisen van Aangepast kunt u vooraf bepaaldedimensioneringsopties toekennen en u kunt het referentie niveauen tekst van de aangepast dorpel aanpassen.

Page 152: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

152

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ParametersHet klikken op de eerste grote knop in het linker gedeelte van deRaam/deur -instelling geeft de eerste tabblad.

Nominale Dimensies

De dimensies voor uw openingen worden gedefinieerd in viervelden onder parameters.

De breedte en de hoogte van openingen kunnen bijgesteldworden door de eerste twee parameters te veranderen. De hoogtevan de vensterbank en de hoogte van de bovenkant zijn metelkaar verbonden: als de een veranderd wordt verandert deander e mee. Als u de hoogte van de opening verandert, dan wordtde hoogte van de bovenkant automatisch herzien.

De fysieke omvang van Wandopeningen kan gr oter zijn dan hunnominale omvang, afhankelijk van de lokale standaard.

Additionele Parameters

Additionele parameters in het dialoogvenster hebben effect op 3Dvisualisering, maar ook op de plattegrond representatie (GDLbeschrijving van ramen/deur en met een parametrisch 2D script).

Plattegrond en doorsnede attributenEen klik op de tweede grote knop in het ramen/deurendialoogvenster geeft het tweede tabblad, die u de keuze geeft voorde verschijning van de opening op de plattegrond en in dedoorsnede.

Page 153: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

153

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Penkleur en Lijnen

Met het gebruik van de Symboolkleur en symboollijnen optieskunt u dezelfde pennen en lijnen gebruiken voor de opening diewerden gebruikt toen het 2D symbool gecreëerd werd. Als het uitstaat kunt u een enkele pen en lijn gebruiken voor het 2Dsymbool van uw item.

2D Wand Omlijsting

Automatische 2D Wandomlijsting maakt dat Ar chiCAD defaultdeur en raam omlijstingen geeft wanneer er openingen aan hetproject worden toegevoegd. U kunt de automatische 2Dwandomlijsting aan of uit schakelen met de wandomlijstingradioknoppen..

Als u de automatische wandomlijsting achterwege laat, kunt uhandmatig de vor m van de omlijsting tekenen.

Let op: Om deze 2D manipulaties in het 3D model terug tezien, dient u echte 3D elementen aan de niet completeopening toe te voegen, of de GDL macro van de deur of hetraam in kwestie te verander en.

Model attributenMet de derde knop van rechts van de Raam/deur-instelling kunt uattributen bepalen voor het 3D beeld.

Page 154: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

154

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Oppervlakte materialen

Naast de oppervlakte materialen voor ramen/deuren die in hetpop-up menu staan, zijn er verschillende materialen voorindividuele delen van een raam of deur die gespecificeerd kunnenworden in de GDL beschrijving met gebruik van de toegevoegdeparameters van de opening (zie het Ar chiCAD bibliotheekgedeelte in hoofdstuk 6).

Het aankruisen van Materialen van object gebruiken zorgtervoor dat dezelfde materialen worden gebruikt als toen hetbibliotheek element gecreëerd werd.

Deuren en Ramen TonenEr is een instelling in W eergave (menu Opties), die Deuren enRamen kan tonen of juist verber gen op de plattegrond, voor hettonen of verbergen van de dimensioneringen.

Deur en Raam TechniekenDe technieken die hieronder worden beschreven, gevenadditionele details voor het maken en verander en van openingen.

Verslepen

U kunt de lokaties van Deuren en Ramen binnen een wandveranderen door de opdracht Bewerken/Verslepen.

1) Selecteer de opening en kiest de opdracht Verslepen.

2) Verschuif de opening in de richting van de nieuwe lokatie. Decontour van de opening volgt de bewegingen van de cursor.Laat de muisknop los.

3) De opening is op zijn nieuwe lokatie geplaatst.

Let op: U kunt een opening nooit uit zijn wand verslepen.

Wanneer er in een gebogen wand versleept wordt, schuift decontour van de opening altijd langs de wand, waar u de cursor

Page 155: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

155

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ook plaatst. In ander e opzichten is het proces gelijk aanopeningen in rechte wanden.

Openingen Oprekken en krimpenDeuren/ramen kunnen net als elk ander constructie-elementopgerekt/ingekort worden. De grootte verandering van deopening wordt weergegeven in de Instellingen en op deplattegrond

Let op: Oprekken heeft altijd effect op de totale grootte, dieop zijn beurt kan verschillen van de nominale gr ootte.

Openingen Spiegelen en RoterenDe opdrachten Spiegelen en Roteren hebben effect op deopeningsrichting van het raam of de deur zoals hier onder.

Mirror

Page 156: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

156

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Rotate

Openingen VermenigvuldigenKopieën van openingen kunnen met een Kopie Verslepen, eenKopie Spiegelen, en Vermenigvuldigen/Verslepen of Verhogenopdrachten in het menu Bewerken uitgevoerd worden.

Alle bovenstaande opdrachten zijn nuttig wanneer deopeningsrichting van een bestaande opening veranderd dient teworden, of verschillende identieke openingen in een wandgeplaatst dienen te worden. Zie voor het gebruik van dezeopdrachten hoofdstuk 5

De Object- en Lamp-gereedschappenDe Object- en Lamp-gereedschappen zijn weergegeven met eenenkel icoon in de gereedschapsvormen. Het icoon laat altijd hethuidige actieve gereedschap zien. Om het andere gereedschap tezien klikt u en houdt het pijltje vast op de linker onderhoek vanhet icoon. U kunt ook Venster/Zwevende Paletten/Paletvormenkiezen en kruis de uitgebreide gereedschappen aan om zetegelijkertijd te zien.

Het Object-gereedschap wordt gebruikt om Bibliotheekelementenvan het objecttype in het project te plaatsen en te bewerken; zevoegen een plattegrondsymbool toe aan de plattegrond,verschijnen in de Doorsneden/Aanzichten en 3D visualiseringen(als ze een 3D beschrijving hebben) en komen voor inStuklijstberekeningen.

Het lamp-gereedschap wordt gebruikt om speciale lichtbronnenaan uw pr oject toe te voegen.

Veel instellingen voor objecten en lampen zijn hetzelfde als dievoor ramen/deuren. Dit gedeelte gaat alleen over de verschillen.Lampen hebben een aantal zeer specifieke instellingen.

Page 157: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

157

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Objecten PositionerenOm een object te positioneren, klikt u op de gewenste positie opde plattegrond. U kunt numerieke invoer, magneetgebied, linialenof de rasters gebruiken om objecten nauwkeurig te positioneren.Dit maakt het mogelijk om b.v. meubilair in hoeken in te passen.Ook een object op een specifieke plaats zetten (bijv. een tafel bijeen stoel) wordt vergemakkelijkt door de markeerpunten van hetobject, waar de cursor gevoelig voor is.

Object markeerpuntenAnders dan wanden of ander e elementen die tijdens het projectgeconstrueerd kunnen worden, hebben objectsymbolen een vante voren gedefinieerde geometrie, en de cursor kan alleen maarnaar de van te vor en gedefinieerde markeerpunten van hetsymbool snappen. De cursor is niet gevoelig voor randen insymbolen.

Objecten kunnen met deze markeerpunten geplaatst, geselecteerd,en aan ander e elementen gekoppeld worden.

Object markeerpunten worden in het 2D symbool van hetbibliotheekelement gedefinieerd. Eén markeerpunt wordt inbeginsel als de primair markeerpunt gedefinieerd. Ditmarkeerpunt wordt aangegeven door een vetgedrukte rechthoekwanneer het object in Object-instellingen verschijnt. Deze werktals een default positioneringshendel voor het object.

De andere markeerpunten verschijnen in het venster als een X. Ukunt een hendel aanklikken om hem als positioneringshendel tegebruiken. Zo kunt u de hendel die het meest geschikt is voor uwdoel kiezen, en dit vergemakkelijkt het snel en accuraatpositioneren van het object. Wenst u het primair e markeerpunt teveranderen, zorg er dan voor dat het voorbeeld pop-up menuingesteld is om het 2D Symbool te tonen door Boven aanzicht tekiezen.

Page 158: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

158

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zie ook...

Het maken en verander en van Bibliotheekelementen in hfdst. 3 inhet bibliotheek gedeelte en het GDL Referentie handboek.

Geometrische methodenEr zijn vier geometrische methoden beschikbaar in de Infoboxvoor het plaatsen van Objecten en Lampen.

- De Recht methode plaatst Bibliotheekelementen automatischopgelijnd met de rasterlijnen, tenzij u van te vor en eenrotatiehoek in het dialoogvenster hebt gespecificeerd. HetObject kan later gedraaid wor den met Bewerken/Roteren ofdoor de waarde van de rotatiehoek bij Instellingen teveranderen.

- Om een Gedraaid Bibliotheekelement te plaatsen, definieertu eerst een Object Referentiepunt door op een willekeurigpunt te klikken. De elastische lijn die nu verschijnt gebruikt uom de Rotatievector van het Object te plaatsen. Dezeelastische lijn kan begr ensd worden met behulp vanTekenbegrenzingen of actieve Muisbegrenzingshoeken.

- De Diagonale geometrische methode werkt op dezelfdemanier als de r echthoek geometrische methode voor wanden,vloeren, etc.

- De Gedraaide diagonale geometrische methode werkt opdezelfde manier als de gedraaide hoek geometrische methode.

Deze nieuwe methoden laten u de A en B parameters van hetObject of de Lamp grafisch op de plattegrond definiëren.

Het resultaat van deze methoden hangt af van het positiemarkeerpunt dat bij de Instelling van het element geselecteerd is.

Als vuistregel geldt dat, als er een markeerpunt op de hoek vaneen object geselecteerd is, dan kunnen de A en B parametersbeide grafisch gedefinieerd worden. Als het markeerpunt aan dezijkant van een object zit, dan kan slechts één van de parametersgrafisch bepaald worden, en de ander e parameter wordt uit hetInstelling venster gekozen. Wanneer er een markeerpunt binnenhet begrenzingsvak van het symbool wordt gekozen, kunnen deparameters niet grafisch ingesteld worden, en wordt het elementgeplaatst alsof de simpele orthogonale of gedraaide methodegebruikt wordt.

Page 159: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

159

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Wanneer de Gedraaide methode gebruikt wordt, dientde Rotatievector eerst af te zijn voordat de Object-instellingopent en de rotatiehoek veranderd wordt. Om een hoek methet toetsenbord te specificeren, kiest u de Orthogonalemethode en de Polaire hoekwaarde in de Coördinatenbox.

De Object/Lamp-instelling

Object- en lamp-instellingen zijn hetzelfde als die van de ander engereedschappen beschreven in het algemene gedeelte van deinstellingen.

Alleen de verschillen worden hier beschreven.

Parameters

Dimensie en Positie Parameters

Samen met de lengte en breedte van de objecten en lampen, kuntu de horizontale r otatiehoek instellen.

Door het Koppel icoon aan de rechter kant van de lengte en debreedte van de velden te activeren, kunt u de horizontale enverticale parameters van uw objecten met elkaar verbinden om zohun oorspronkelijke verhoudingen te handhaven.

Page 160: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

160

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Gespiegelde Objecten

Onder het horizontale hoekveld is een aankruisvakje voorGespiegelde bibliotheekelementen. Deze optie spiegelt de hele3D beschrijving van het bibliotheekelement langs de Y-as bepaalddoor het Object markeerpunt dat u in de Objectinstelling hebtingevoerd.

Let op: De Spiegelparameter wordt in elke parameteroverdracht in het dialoogvenster meegenomen. (zie Parameteroverdracht eerder in dit hoofdstuk)

Lamp Parameters

Sommige parameters zijn uniek voor het type lampelementen.

U kunt de kleur van de lichtbr on instellen met een dubbel-klik ophet Lichtkleurveldje. U kunt de gewenste kleur uitzoeken in hetkleur bewerkingsvenster.

Met het knopje naast de lichtkleur-instelling kunt u bepalen of hetlicht aan of uit is in de Fotor endering.

De sterkte van het licht kunt u met een schuifknop instellen rechtonder de Lichtkleurbox. Maximale lichtsterkte is rechts.

Object technieken

Objecten oprekkenObjecten oprekken is gebaseerd op dezelfde regels als dediagonale invoer methodes. Om uit te zoeken of een objectgrafisch gedefinieerd kan worden (of opgerekt met het Pijl-gereedschap) bij een gegeven markeerpunt, gaat ArchiCAD na ofer ander e markeerpunten zijn in het symbool die detegenovergestelde zijde zouden kunnen vormen van de opgerekterechthoek. Deze opgerekte rechthoek is er een met een

Page 161: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

161

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

theoretische A*B grootte. De rekbaarheid van het object hangt afvan de aanwezigheid van zulke markeerpunten.

Waarschuwing: Onnauwkeurige objecten metmarkeerpunten die bijna maar net niet op de hoeken ofranden zijn geplaatst, kunnen niet met behulp vanmarkeerpunten opgerekt worden.

Denk eraan dat u de A en B parameters van het symbooldefinieert/rekt, en niet het begrenzingsvak. Met parametrische 2Dscripts kunt u gemakkelijk objecten maken, waarvan de symboolgrootte niet overeenkomt met de A en B parameters. Als u zo’nsymbool maakt, dan dient u zich ervan te verzeker en dat umarkeerpunten definieert op de hoek van een rechthoek van A*Bgrootte. Hiermee kunt u het symbool oprekken.

Page 162: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

162

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Vloer-gereedschapVloeren zijn de basis voor horizontale constructie onder delen inArchiCAD. Vloeren worden op de plattegrond als polygonengetekend, en kunnen een willekeurige vorm aan nemen.Bestaande vloeren zijn eenvoudig te verander en op de plattegrondof via de Vloer-instelling.

Geometrische methodenEr zijn drie Vloer Geometrische methoden in Ar chiCAD.

Polygoon methode - U kunt de contour van de vloer tekenendoor met de muis of het toetsenbord op het scherm zijn omtr ekaan te klikken. Alle constructiemiddelen (inclusief numeriekeinvoer) staan tot uw beschikking.

Om de contour polygoon te sluiten, dubbelklikt u op het laatstepunt, of klikt u het beginpunt van de contour voor de tweede keeraan. U kunt ook op de OK knop van de Controlebox drukken.

De OK knop wordt actief nadat u de derde knoop van de vloercontour hebt gedefinieerd. Met een klik op de knop, keert u vanafhet laatste punt automatisch terug naar het beginpunt van depolygoon. Hierdoor vervalt de noodzaak in te zoomen wanneerhet beginpunt erg dicht bij ander e gevoelige punten op deplattegrond ligt. U kunt de constructie van de vloer afbr eken doorop de Annuleer knop van de Controlebox te drukken.

Rechthoek methode - een enkel Vloerelement met vierrechtlijnige Vloerpolygoon randen. De rechthoek wordtgedefinieerd door de twee diagonale hoekpunten te plaatsen. EenRechthoek Vloer wordt altijd orthogonaal uitgelijnd met het raster .

Gedraaide Rechthoek methode - een rechthoekige Vloer meteen rotatie t.o.v. het raster. De rotatievector definieert ook delengte van de twee randen die er parallel aan lopen.

Let op: U kunt de begrenzing van de lengte componentontgrendelen en alleen de rotatiehoek component voor derotatievector gebruiken door de [Shift] toets in te drukken.

Vloer-instellingDe Vloer-instelling heeft een vergelijkbaar dialoogvenster als datvan de Wand-instelling. Alleen specifieke instellingen worden hierbesproken.

Page 163: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

163

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Algemene-instellingen

Dikte en NiveauDe dikte en de hoogte van elke vloer kan afzonderlijkgedefinieerd worden. Het niveau ten opzichte van de bovenkantvan de vloer, kan gedefinieerd worden ten opzichte van hetnulpunt van de actieve verdieping of ten opzichte van het peil. Deniveau r eferenties zijn met elkaar verbonden: als u er éénverandert, wordt de ander automatisch bijgewerkt. Hetvloerniveau ten opzichte van de actieve verdieping heeftvoorrang. Als u het niveau van de actieve verdieping met deopdracht Verdiepingen in het menu Opties verandert, dan gaat deVloer mee. De hoogte ten opzichte van het peil wordt danautomatisch bijgewerkt.

Plattegrond en Doorsnede attributen

Penkleur en Arceringspatronen

U kunt meerkleurige meerlaagse vloeren creëren die weergegevenworden in de doorsnede vensters.

Kiest u voor een meerlaagse vloer dan kunt u een nieuwear cerings-kleur, -achter grond, en doorsnede contour kleurinstellen of de voorafbepaalde kleuren toepassen. Dan kiest uMeerlaagse ar ceringskleuren gebruiken en Achtergrondkleurenvan meerlaagse ar cering. Beide aankruisvakjes zijn grijs als u eenenkele-arcering kiest.

Vloer technieken

Vloeren selecterenVloeren kunnen geselecteerd worden door op hun knopen(Vinkje) of op de randen (Mercedes) van de vloeromtrek teklikken.

Page 164: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

164

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Vloeren Integreren met WandenAls u een muur op een vloer zet en de rand van de wand valtsamen met een deel van de vloercontour, dan wor dt desamenvallende lijn automatisch weggelaten in een 3Dvisualisering. Dit verzekert u van een corr ect verborgen lijnmodel,zoals de volgende tekening laat zien.

Zie ook…

Polygonen bewerken in hoofdstuk 3.

Het Dak-gereedschapHet geavanceerde dakgereedschap van ArchiCAD is zeer flexibel.Naast het nor male gebruik voor daken kan het ook gebruiktworden om abstracte 3D vor men te creëren.

Geometrische methodenHet Dak-gereedschap heeft zes geometrische methoden, waarmeeu simpele en complexe daken kunt maken. Een gedetailleerdebeschrijving van de benodigde stappen bij de verschillendemethodes wordt in de volgende paragrafen gegeven.

- Polygoon methode: Maakt een dakvlak in de vorm van eenpolygoon. Zie de gedetailleerde beschrijving onderEenvoudige Daken Tekenen.

- Rechthoek methode: Maakt een orthogonaal r echthoekigdakvlak. Zie gedetailleerde beschrijving onder EenvoudigeDaken Tekenen.

- Gedraaide Rechthoek methode: Hetzelfde als de Rechthoekmethode, maar de spillijn kan onder elke hoek getekend

Page 165: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

165

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

worden. Zie gedetailleerde beschrijving onder EenvoudigeDaken Tekenen.

- Polydak methode: Maakt daken overal even schuingebaseerd op willekeurige polygone of gebogen lijnen.

- Koepel methode: Maakt een bolvormig koepeldak. Ziegedetailleerde beschrijving onder Koepel Daken Tekenen.

- Gebogen dak methode: Met deze methode kunt U elkewillekeurige dak structuur maken, ook de meest complexe.Zie gedetailleerde beschrijving onder Gebogen DakenTekenen.

Simpele DakenDe eenvoudigste dakvorm is het rechthoekige dakvlak.

1) U selecteert het Dak-gereedschap in de Gereedschappen enkiest een van de eerste drie geometrische methoden in deInfobox.

2) U definieert met twee klikken de positie van de spillijn. Met derechthoek methode wordt het dak altijd orthogonaal.

In de meeste gevallen zal het wenselijk zijn dat de spillijnsamenvalt met de r eferentielijn van een wand of een vloerrand. Deverandering van de cursor vor m dient als een visueleondersteuning van het nauwkeurig plaatsen.

3) Nadat de spillijn gedefinieer d is, verandert de cursor van vor men verschijnt als Oogje. U gebruikt deze cursor om die zijdevan de spillijn aan te klikken waar u het dakvlak wilt latenoplopen.

4) U kunt nu de contour van het dak tekenen door de nieuwedakknopen aan te klikken.

SpillijnHet meest essentiële element bij het ontwerpen van eenvoudigedaken is de spillijn. De dak spillijn is een horizontaal element datdeel is van het onderste oppervlak van het dak en niet afgedruktkan worden.

De dakhoek wordt geïnterpreteerd als een kantelhoek om dezelijn, en het niveau van de onderrand van het dak wordtgedefinieerd aan de hand van de hoogte van de kantellijn.

Let op: Aangezien de spillijn van het dak slechts een abstracthulpmiddel is, wordt die alleen getoond wanneer u Toondakspil in het menu Opties/Weergave aan zet.

Page 166: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

166

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Complexe Daken TekenenMet de Polydak geometrische methode, kunt u, op elkewillekeurige polygone of gebogen basis, daken maken die overaldezelfde dakhoek hebben.

De omtrek waarop het dak geconstrueerd wordt, kan op tweemanier en gedefinieerd worden.

- U kunt de contour tekenen na het Dak-gereedschap uit deGereedschappen en de Polydak methode in de Infoboxgeselecteerd te hebben. Op die manier bouwt u automatischdaken op basis van een polygoon.

- U kunt ook het Toverstaf-gereedschap gebruiken uit deControlebox of u kunt ook een contour met de Mercedes[Spatie]-klikken wanneer het Dak-gereedschap actief is en hetomzetten in een dak. Contouren kunnen ook gebogensegmenten bevatten. Alleen gesloten omtrekken kunnen voordeze handeling gebruikt worden. Wanneer u een dakconstrueert op een gebogen basis, dan hangt het aantaldakvlakken (segmenten) dat gegenereerd wordt af van degeldende Toverstaf-instellingen uit het menu Gereedschappen.

Let op: Voor complexe Daken zal het Toverstaf-gereedschapaltijd de Lineair e segmenten optie gebruiken, zelfs als de knopBest passend geactiveerd is.

Als de omtrek gedefinieerd is, verschijnt de Polydak-instelling.

Page 167: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

167

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Polydaken kunnen maximaal uit vier niveau’s bestaan. Hethellingspercentage en de maximale hoogte van elk niveau kanafzonderlijk gedefinieerd worden.

ArchiCAD gebruikt een kristal groei algoritme om de besteoplossing voor een polygoon basis te berekenen. De hoogte diebij Instellingen is gedefinieerd is de maximale limiet. Als het dakeen ander dakvlak tegen komt voordat het de maximale limietbereikt heeft, dan gaat het niet hoger. Als het dak het maximaleniveau ber eikt heeft zonder andere dakvlakken tegen te komen,dan wordt er een horizontaal vlak bovenop gelegd. Als destructuur klaar is, kunnen de delen afzonderlijk bewerkt worden.

Koepelvormige Daken TekenenOm een Koepelvormig dak te tekenen, selecteert u de KoepelGeometrische methode uit de Infobox. Met de eerste klikdefinieert u het centrum van de boog, met de tweede klikmarkeert u het begin en met de derde het eind van de omtrek. Meteen dubbel-klik bij het begin van de boog wordt een volledigekoepel gemaakt. Als de omtrek gedefinieerd is, verschijnt deKoepeldak-instelling.

Page 168: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

168

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het veld links boven in het dialoogvenster bevat de hoogte vanhet Koepeldak, gemeten vanaf het centrale punt. De default is detoegestane maximale hoogte, d.w.z. de hoogte van de half rondebol. Door een kleiner getal in te voeren wordt de koepel platter.Het volgende veldje bevat het niveau van de basis van de koepel.Het aantal horizontale en verticale segmenten waaruit de koepelbestaat, wordt bepaald in dit venster (limiet van r esp. 90 en 360).

De dakdikte loodrecht gemeten vanaf het niveau van het dak kanook ingesteld worden, terwijl het afknippen van de dakrandgeregeld wordt door de knoppen aan de rechterkant. De driebeschikbare afknip opties zijn loodrecht, verticaal en horizontaal.

Wanneer de koepel af is, kunnen de delen als afzonderlijke dakenbewerkt worden, maar niet als geheel.

Gebogen Daken TekenenDe op de plattegrond getekende curve wordt als dwarsdoorsnedevan het dak geïnterpr eteerd. Er zijn twee manier en om de curvevoor het dak te definiëren.

- U kunt een bestaande Boog-, Curve- of Wandcontourgebruiken om de curve van uw dak te definiër en en hetToverstaf-gereedschap gebruiken uit de Controlebox met deGebogen dak methode geselecteerd, of

- u tekent een reeks bogen en drukt op Annuleren wanneer uklaar bent.

Wanneer de kr omming gedefinieerd is, bepaalt u de lengte van hetgebogen dak door het begin- en eindpunt ervan te definiëren.Tegelijkertijd kunt u definiër en in welke richting dedwarsdoorsnede kromming geïnterpreteerd dient te worden, enwelke kant de bovenkant wordt.

Wanneer u de curve hebt gedefinieerd, ziet u een elastischebegrenzing, waarvan de uiteinden verbonden zijn met die van dedwarsdoorsnede curve. Eén van de zijden van deze begr enzing isde denkbeeldige “vloer” -tegelijkertijd de zijde van het gebogen

Page 169: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

169

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

dak. Met een eerste klik definieert u het beginpunt en de vorm, enmet de tweede, de lengte van het gebogen dak. De dakvlakkendie hiervan het r esultaat zijn, zijn afzonderlijk te bewerken.

Het aantal dakvlakken dat gegener eerd wordt, hangt af van deToverstaf-instellingen (menu Gereedschappen).

Slechts lineair e segmenten zijn voor Daken toepasbaar, zelfswanneer u Best passend kiest.

Let op: Met ArchiCAD kunt u alleen maar daken construer endie tegen verticale regen kunnen. Zo is het onmogelijkzelfsnijdende of naar beneden gebogen daken te construeren.Dit betekent ook dat een kromming wel vanuit één bepaaldehoek van het begrenzingsvak voor de duur van het dak geldigis maar niet vanuit een ander e. Dit komt omdat de vorm vanhet dak niet alleen bepaald wordt door de curve van waaruithet is geconstrueerd, maar ook door de hoek van hetbegrenzingsvak waar mee het geassocieerd is.

Grens OK Grens maakt gekanteld dak

De begin- en eindpunten van het dak moeten op zo’n maniergedefinieerd worden dat de dikke lijn kant van de elastische gr ensniet de oorspronkelijke dwarsdoorsnede kromming doorsnijdt.

Dak-instellingDe meeste dak-instellingen zijn gelijk aan die van de constructie-gereedschappen, alleen de specifieke instellingen voor het dakworden hier besproken.

Algemene-instelling

NiveauZoals de tekening laat zien, kan de hoogte van de spillijn tenopzichte van het nulpunt van de actieve verdieping of het peil vanhet project ingesteld worden. De twee instellingen zijn onderlingverbonden, waarbij de actieve verdieping, net als bij vloeren enpolygoondaken, prioriteit heeft.

Page 170: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

170

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dit betekent, dat wanneer u de actieve verdieping verticaalverschuift, het dak mee verschuift, en de verhouding tot elkaarhetzelfde blijft. De Hoogte t.o.v. het peil wordt automatischbijgewerkt.

DakhellingDe hellingseenheid hangt af van de instelling die u in het pop-upmenu kiest vlakbij het Dakhelling veld.

U kunt de helling in graden, in per centages, of in hoogte verloopper 12 voet of 12 inches.

De dakhelling is normaal gesproken positief, maar hij kan ook eennegatieve waarde hebben. In dat geval is het resulterende dak“omgekeerd”: De zijde die met het Oogje is gedefinieerd gaat naarbeneden i.p.v. naar boven.

DikteU kunt de dikte van het dak verticaal of nor maal instellen in develden hiernaast afgebeeld.

Plattegrond en doorsnede attributen

Penkleur en arceringspatronen

U kunt meerkleurige, meerlaagse dakconposities definiëren voorweergave in de doorsnede vensters.

Kiest u voor een meerlaags dak dan kunt u een nieuwe ar cerings-kleur, -achter grond, en doorsnede contour kleur instellen of devoorafbepaalde kleuren toepassen. In dit laatste geval kiest uMeerlaagse ar ceringskleuren gebruiken en Achtergrondkleurenvan meerlaagse ar cering. Beide aankruisvakjes zijn grijs als u eenenkel arcering kiest.

Page 171: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

171

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Model attributen

Dakrand hoek

Deze instellingen bepalen in feite de basis en planken van eendak. Ze kunnen loodrecht of verticaal ten opzichte van het niveauvan het dakvlak ingesteld worden. De Aangepaste optie is gedimd,tenzij de Dakrand of Hellingshoek op een eigen gekozen hoek isingesteld (zie later). Als de radioknop Aangepast geselecteerdwordt, dan kunt u de instelling verander en naar verticaal ofloodrecht.

Aangepaste dakranden worden in dit dialoogvenster nietgedefinieerd.

Dak techniekenDaken zijn complexe objecten, en kunnen met uitgebreideArchiCAD technieken gemanipuleerd worden.

Let op: U kunt alleen Daken bewerken in de plattegrond,maar het is mogelijk bestaande daken te bewerken in hetDoorsnede/aanzicht of 3D beeld.

Daken selecterenDaken kunnen met hun r eferentielijnen, contour en en knopengeselecteerd worden.

Dakniveau´s bepalenHet verticale niveau van een dak verandert langs de helling. Ukunt het niveau van de spillijn en de dakhelling nagaan in de Dak-instelling.

Om het niveau op een specifiek punt van het dakoppervlak tevinden, selecteert u het dak en [Control]-klikt u het punt waarvan

Page 172: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

172

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

u het niveau wilt weten. Er wordt een venster geopend, waarin deniveau´s van de onder - en bovenkant van het dak getoond wordt.

U kunt de waarden in dit venster bewerken, waardoor het dak omde spillijn draait en zijn helling veranderd wordt.

Hint: Als u [Contr ol]-klikt op een eindpunt van de spillijn kuntu het niveau van het dak bewerken zonder de helling teveranderen.

Let op: [Control]-klikken op een dakrand opent hetdialoogvenster niet, aangezien deze is ger eserveerd voor hetmaken van dakverbindingen, zoals hier onder besproken.

3D DakverbindingenNaast de flexibiliteit van het dak in de plattegr ond contour, maaktArchiCAD ook driedimensionale verbindingen mogelijk.

Kijk eens naar onderstaande dakoppervlakken:

Om deze dakvlakken te verbinden:

1) Selecteert u de onderste op de plattegrond, en [Contr ol]-klikop de noklijn van de bovenste.

2) Nu selecteert u de bovenste en [Control]-klik op de noklijn vande onderste.

Page 173: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

173

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

3) De twee oppervlakken zijn nu verbonden.

Wanneer de twee noklijnen op de plattegrond samenkomen, danbetekent dit in feite dat ze elkaar snijden in 3D.

Voor complexe verbindingen: als meer dan twee dakvlakkensamenkomen (bv. een gebogen dak met een eenvoudig dak),moeten er extra knopen toegevoegd worden om de vorm in tepassen. Het verbindingsproces zelf blijft hetzelfde.

ArchiCAD laat dakranden met individuele hoeken toe. Zo kan hetvoorkomen dat twee daken niet op de juiste manier verbondenworden, ook al komen ze op de plattegrond wel samen. U kuntgemetselde verbindingen op deze snijpunten maken, of dedakvlakken met elkaar verbinden door verticale richels.

Dit doet u door alle dakvlakken te selecteren die u wilt verbinden.U plaatst dan de cursor op de gemeenschappelijke nok en houdtde muisknop ingedrukt. Selecteer nu de optie Dakrand

Page 174: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

174

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

bewerken uit het volgpalet dat verschijnt. Hier mee opent u eendialoogvenster.

De instelling in dit venster, wordt toegepast op alle geselecteerdedakvlakken die de gemeenschappelijke noklijn raken op deplattegrond.

Constructie elementen tot Dak afknippenDaken hebben de unieke mogelijkheid de boven- of onderkantvan wanden, kolommen, vloeren, ramen en deur en en objecten afte kunnen knippen om zo bij het gewenste oppervlak van dakente passen De opdracht Tot dak afknippen uit het menu Bewerkensamen met enkele sneltoetsen is voor dit doel gemaakt. Deelementen op de actieve verdieping kunnen tegelijkertijd, ingroepjes of afzonderlijk afgeknipt worden.

Om alle elementen onder een bepaald dak af te knippen :

1) Selecteer of het dak of een van de elementen die afgekniptmoet worden.

2) Kies Bewerken/Tot dak afknippen, en er verschijnt eenvenster met de elementen dat het gegeven dak kan afknippen.

3) Kies de af te knippen elementen door ze aan te kruisen,bepaal of u de boven of onderkant wilt afknippen en klik opde knop Afknippen.

Page 175: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

175

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Alleen elementen die kruisen kunnen tot het dak afgekniptworden. Het dak knipt alleen elementen die onder depolygoonvorm liggen af.

U kunt ook geprojecteerde daken of daken op andereverdiepingen gebruiken waarvan de contour op de verdiepingwaar afgeknipt moet worden aanwezig is.

U selecteert dan de wanden en/of kolommen die u wilt knippen,daar na [Contr ol]-klikt u op een rand of knoop van het dakwaar mee u wilt knippen De omgekeerde procedure werkt ook: uselecteert het dak waarmee u wilt knippen en [Control]-klikt op deafzonderlijke wanden/kolommen die u wilt knippen.

Let op: tot het dak afknippen is niet beschikbaar in het 3DVenster.

Zie ook…

Polygonen bewerken hfdst. 3 en Tot dak afknippen (menubewerken) in hfdst. 5.

Page 176: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

176

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Mesh-gereedschapHet Mesh-gereedschap is een hulpmiddel om oppervlakken vanelke willekeurige vorm te creëren door de hoogte van specifiekepunten te bepalen en hiertussen te interpoleren. Met behulp vandit gereedschap kunt u oppervlakte meshes, meshes met zijkantenen massieve meshes creëren.

Geometrische methodenMeshes kunnen worden geconstrueerd door vier verschillendegeometrische methoden:

- Polygoon methode;

- Rechthoek methode;

- Gedraaide r echthoek methode;

- Regelmatig hellende Mesh methode.

De eerste drie methoden zijn hetzelfde als bij de Vloer- enar cerings-gereedschappen. Zie het gedeelte over de geometrischemethoden van die gereedschappen en Constructie hulpmiddelenin hoofdstuk 3.

De regelmatig hellende Mesh methode helpt u bij het snel creërenvan vlakke meshes. Na de rechthoekige contour van de meshbepaalt te hebben, opent het Regelmatig hellend Meshdialoogvenster automatisch.

In het eerste gedeelte van het dialoogvenster kunt het aantalverdelingen in elke coördinaat richting invullen. Daar na stelt u dehoogte in van drie mesh hoeken terwijl de vierde automatischgegenereerd wordt.

Na het bevestigen van de instellingen tekent ArchiCAD de mesh.

Page 177: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

177

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Constructie methodenEr zijn drie opties in de Infobox en de Mesh-instelling geeft eenkeus tussen een mesh, mesh met zijkant en een massieve mesh.Uw keuze kan de opties van Materialen in Model attributen enhoogte beperken.

Meshes tekenenEr zijn twee fasen bij het tekenen van een mesh.

Eerst tekent u een polygoon met een van de geometrischemethoden, ingesteld bij de hoogte van het basisvlak dat u voorafbepaalde in de instellingen.

U kunt de polygoon bewerken nadat deze geselecteerd is en hetMesh-gereedschap opnieuw ingesteld is zoals beschreven inhoofdstuk 3. Bij het klikken op de grens-lijn van de polygoon willopent het volgpalet. Door op een van de knopen te klikken, kuntu de hoogte van de knopen bewerken als u het laatste icoon uithet volgpalet kiest, zoals u hier ziet.

Met deze actie opent het Meshpunt Hoogte venster waar u uwinstelling kunt toepassen op alle knopen door het vakje Op allestoepassen aan te kruisen. Het verander en van de hoogte van éénpunt heeft geen effect op de hoogte van de naast gelegen punten.

Daar na met uw mesh geselecteerd kiest u het Mesh-gereedschap.

Nu kunt u een open lijn of een gesloten polygoon tekenen doortwee keer te klikken op de laatste knoop of op de knop OK tedrukken in de Contr olebox. Het Nieuwe Mesh punten

Page 178: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

178

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

dialoogvenster opent waarin u nieuwe knopen als punten vooreen opening of voor het oppervlak kunt instellen.

Alleen knopen binnen de contour van de polygoon maken deeluit van de mesh.

U kunt verder gaan met het opbouwen van de mesh door nieuweknopen, polygonen toe te voegen en later het bewerken van dehoogtes.

Basisvlak & RandenHet creëren van een mesh hangt af van twee belangrijke dingen,het Basisvlak en de Randen.

U tekent de contouren van de mesh geprojecteerd op hetBasisvlak en dan kunt u de hoogte van de definiër ende puntenvan de mesh uit dit vlak halen.

Er zijn twee typen randen in een mesh: gebruiker bepaalde- engegenereerde randen.

Gebruiker bepaalde randen zijn altijd zichtbaar omdat zij hetdefiniërend aanzicht van de mesh bepalen.

Als de polygonen of knopen op verschillende hoogtes zijn en deoptie Toon alle randen is geselecteerd, toont ArchiCAD degegenereerde randen door de mesh knopen te verbinden.

Page 179: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

179

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Elk van de door ArchiCAD gegenereerde randen verbindt tweeknopen op verschillende hoogtes die niet verbonden zijn met eenGebruiker bepaalde rand. Daar om worden ze niet getoond als deknopen niet in hoogte verschillen.

Let op: Randen aan een Mesh toevoegen is niet beschikbaarin het 3D venster.

Mesh-instellingDe Mesh-instelling laat u de parameters specificeren voorgeselecteerde of default meshes.

De samenstelling van dit venster is veelal gelijk aan dat van ander egereedschappen. Zie de gereedschaps-instellingen in het beginvan dit hoofdstuk.

Algemene-instelling

Hoogte

Naast het instellen van de hoogte van het basisvlak kunt u ook dediepte van het meshblok en de zijkanten eronder bepalen.

Toon randen

Met twee radioknoppen kunt u ervoor kiezen om alle randen tetonen of alleen diegene die bepaald zijn bij het tekenen van demesh.

Plattegrond en doorsnede attributen

Lijnen en Penkleur

U kunt het lijntype voor de randen van de mesh kiezen. ArchiCADgebruikt dezelfde lijnen voor de gebruiker bepaalde en degegenereerde randen. Hier onder kunt u verschil maken tussen detwee soorten randen door er een kleur voor te bepalen in hetpenkleur pop-up palet.

Page 180: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

180

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Creëert u uw mesh als een massief blok, dan kunt u de doorsnede-, ar cering- en ar ceringsachtergrond-kleuren bepalen.

Model attributen

Materialen en vloeiende randen

Volgens de toegepaste Constructie methode, kunt u materialentoewijzen aan de verschillende zijkanten van het mesh blok.

De radioknoppen onderin bepalen de weergave van degegenereerde randen in het 3D model. Kiest u voor Vloeienderanden dan verschijnen alleen de door de gebruiker bepaalderanden in het 3D beeld.

Mesh techniekenMeshes zijn complexe objecten die gemanipuleerd kunnenworden d.m.v. verscheidene ArchiCAD technieken. Zie hetbewerken van polygonen in hoofdstuk 3.

Bewerken van de hoogte van knopenWenst u de hoogte van de knopen te bewerken in een bestaandemesh, selecteer dan eerst de mesh of een van de randen, kies hetMesh-gereedschap en klik op een van de knopen of randen. Hetvolgpalet verschijnt. Klik op het laatste icoon om het Meshpunthoogte venster te openen. Hierin kunt u de hoogte van degeselecteerde knoop of beide knopen van de geselecteerde randbewerken.

Page 181: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

181

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dimensionering-gereedschapIn de default weergave van ArchiCAD zijn de verschillendedimensionerings gereedschappen samengevoegd in één pop-upicoon in de gereedschappen. Om alle dimensioneringsgereedschappen tegelijkertijd te zien, kies Venster/ZwevendePaletten/Paletvormen en kies de uitgebreide optie.

Met het ArchiCAD Dimensionering-gereedschap kunt u gemaaktedimensioneringslijnen aan uw projecten toevoegen.Dimensionering in ArchiCAD heeft de volgende mogelijkheden:

- Semi-Automatisch - ArchiCAD helpt u met het nauwkeurigplaatsen van uw dimensioneringslijnen naar de knopen enranden van projectelementen. Alle normale constructiehulpmiddelen (snap rasters enz.) zijn beschikbaar.

- Volledig Associatief - Als u gedimensioneerde elementenverandert, (b.v. het oprekken van een wand), wordt deverandering gereflecteerd in de dimensioneringslijn enwaarde.

- Verschillende Maateenheden en Standaarden - MetArchiCAD kunt u de maateenheden snel en gemakkelijkveranderen.

DimensioneringsketencomponentenDe volgende termen worden gebruikt bij het dimensioneren:

- Referentiepunten zijn knopen op ArchiCAD elementen die uheeft geselecteerd voor dimensionering.

- Dimensioneringspunten verschijnen op de kruising van dedimensionerinslijn en de hulplijn op de hierboven besprokenreferentiepunten. Deze kunnen geselecteerd worden zoalshieronder te zien is.

10'-9" 6' 7'-5"

Page 182: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

182

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Dimensioneringseenheden zijn de basis onderdelen van dedimensioneringsketen. Een dimensioneringseenheid verbindttwee naast elkaar liggende dimensioneringspunten en dewaarde van de lengte wordt weergegeven. Om het teselecteren klik op het middenpunt van de lijn met het Vinkje.

6'

10'-9" 6' 7'-5"

- Dimensioneringswaarden zijn tekstblokken die de lengtevan dimensie eenheid bevatten. Om eendimensioneringswaarde apart te selecteren klik op de linkeronderhoek van de tekst.

7'-5"10'-9" 6' 7'-5"

- Dimensioneringsketen is het totaal van de verbondendimensioneringseenheden. U selecteert het op een vrije plaatsop de dimensioneringslijn te klikken met de Mercedes .

10'-9" 6' 7'-5"

- Associatief betekent dat elk dimensioneringspunt dat ucreëert vast blijft aan zijn referentiepunt. B.v., het oprekkenvan het raam in de wand van het vorige voorbeeld zorgtervoor dat de gehele dimensioneringsketen automatisch wordtaangepast.

10'-9" 9'-5" 4'

Let op: Als u een wand oprekt, de openingen repositioneert,modificeert of verwijdert, of de dikte, de originele contour vanvloeren, daken en arceringen verandert, worden dedimensioneringsketens automatisch aangepast.

Page 183: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

183

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dimensioneringen TekenenWe bekijken eerst de kracht van het Dimensionerings-gereedschapmet een eenvoudig voorbeeld:

1) Construeer een wand met een lege opening (raam).

2) Selecteer het Dimensionerings-gereedschap door op heticoontje te klikken. Als u het eerste referentiepunt markeert,wordt de knop Annuleren in de Controlebox actief.

3) Klik op elke eindknoop van de wand en het raam, en dubbel-klik dan om de dimensioneringsketen af te sluiten. D.m.v. hetindrukken van de knop Annuleren , of de knop OK in deControlebox, verschijnt het Hamertje ook.

4) Als het Hamertje verschijnt, klikt u op de lokatie waar u dedimensioneringsketen gepositioneerd wilt hebben.

5) De dimensioneringsketen wordt automatisch getekend.

10'-9" 6' 7'-5"

Dimensioneerbare ElementenDe volgende elementen kunnen worden gedimensioneerd door erreferentiepunten op te plaatsen:

- Constructie-elementen: wanden, kolommen, ramen en deuren(alleen opening randen en middenpunten), objecten, lampen,vloeren en daken, mesh

- Tekenelementen: arceringen, lijnen, bogen, cirkels, curves enmarkeerpunten.

Geometrische methodenAls het Dimensionerings-gereedschap geselecteerd is, zijn er drieDimensie Geometrische methoden beschikbaar in de Infobox,waarmee u de oriëntatie van de dimensioneringsketen kuntspecificeren:

Page 184: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

184

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De Verticale methode creëert Dimensioneringsketens die altijdverticaal zijn, onafhankelijk van de hoek van de knopen of hetelement dat gedimensioneerd wordt.

De Horizontale methode creëert Dimensioneringsketens diealtijd horizontaal zijn, onafhankelijk van de hoek van de knopenof het element dat gedimensioneerd wordt.

De Diagonale methode creëert Dimensioneringsketens parallelaan de eerste twee referentiepunten, onafhankelijk van de hoekvan elk element dat wordt gedimensioneerd.

Dimensionering Geometrische instellingen verwijzen naar de heledimensioneringsketen en kunnen niet apart ingesteld worden. Alsde keten vast staat kan de geometrie niet worden verandert.

Constructie methodenEr zijn drie constructie methoden, beschikbaar voorDimensionering. Deze zijn beschikbaar als iconen in de Infoboxen in de Dimensionerings-gereedschaps-instelling.

Met de Lineaire methode, worden afstanden tussen twee naastelkaar liggende referentiepunten gemeten en weergegeven.

Met de Cumulatieve methode, wordt het eerste referentiepunt alsnulpunt van de dimensioneringsketen beschouwd. Alledimensioneringswaarden van de keten geven u de afstand tusseneen referentiepunt en het nulpunt.

Met de Basis-lijn methode, is het meten van de dimensioneringenhetzelfde als met de Cumulatieve methode, alleen zijn er pijltjes ophet scherm in plaats van lijnen en het nulpunt is niet aangegeven.

Annuleren & BevestigenAls u het eerste referentiepunt geplaatst heeft, wordt de knopAnnuleren actief in de Controlebox, om hetdimensioneringsproces te kunnen stoppen.

Nadat het tweede referentiepunt gemarkeerd is, wordt de OKknop in de Controlebox ook actief, die aangeeft dat u een geldigedimensioneringsketen kunt maken.

Page 185: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

185

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Referentiepunten verwijderdElk referentiepunt kan worden verwijderd als het gemarkeerd is,door er nog een keer op te klikken.

Dimensionerings-instelling

De beschikbare opties in dit dialoogvenster hangen af van hetgedeelte van de dimensioneringsketen dat geselecteerd is.

- Als de hele keten is geselecteerd, zijn alle opties beschikbaar.

- Als er één enkele eenheid van een keten is geselecteerd, zijnde Lagen, Pijlkopjes, en Positionerings opties, en ook de Pen-instellingen voor de dimensioneringslijnen enmarkeersymbolen gedimd.

- Als er één enkel dimensioneringspunt is geselecteerd, zijnalleen de hulplijnen opties beschikbaar.

- Als alleen de waarde van één of meerderedimensioneringseenheden zijn geselecteerd en u kiest delaatste opdracht uit het menu Bewerken of klikt op hetgeschikte icoon in de Infobox, verschijnt deDimensioneringstekst-instelling.

Veel van de instellingen voor Dimensioneringen zijn hetzelfde alsvoor andere gereedschappen. Zie de algemene gereedschaps-instellingen eerder in dit hoofdstuk. Alleen de instellingenspecifiek voor de Dimensioneringen wordt hier besproken.

Page 186: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

186

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Pennen

U kunt verschillende pennen voor de dimensioneringswaarden,lijnen en markeersymbolen specificeren.

Dimensioneringseenheden

De Dimensionerings eenheid wordt gehaald uit Voorkeuren/Dimensioneringen. De eenheid kan globaal veranderd wordenvoor het hele project maar niet keten voor keten.

MarkeersymbolenMet gebruik van het pop-up menu, kunt u de gewenste vorm vande markeersymbolen instellen. Het laatste markeertype is speciaal,het heeft een dubbele dimensioneringslijn die de waarden omsluit.Met dit markeersymbool, zijn waarde positie-instellingen nieteffectief.

DimensioneringsstijlHier bepaald u het uiterlijk van de dimensioneringsteksten. Degrootte en cursief-instellingen zijn beschikbaar voor de ketens enindividuele dimensioneringseenheden

De cursief optie verschijnt in het dialoogvenster als u bitmap/TrueType lettertypen gebruikt. Als u vector lettertypen selecteert,dan verschijnt de cursief optie, waarbij u de hoek van de cursiefkunt bepalen. Cursief gebruikt voor bitmap/TrueType lettertypenvertaald naar een 75° helling als het lettertype wordt verandertnaar een vector lettertype. Met de knoppen kunt u de positie vande dimensioneringswaarden in relatie tot de dimensioneringslijnenbepalen.

HulplijnenHier kunt u de opties voor hulplijnen instellen. Hulplijnen kunnenop de hele dimensioneringsketen worden toegepast, opgeselecteerde eenheden of op individuele punten.

U kunt ook dimensioneringen creëren zonder hulplijnen of metvoorafbepaalde, korte hulplijnen door op de gewenste knoppen teklikken. Met gebruik van de korte hulplijn optie, wordt de lengtevan de hulplijn automatisch aan het eindpuntsymbool aangepast(en daardoor ook aan de grootte van de tekst).

Om langere hulplijnen te tekenen zijn er twee opties:

1) Gebruik een aangepaste Breedte hulplijn.

Page 187: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

187

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

2) Houdt een uniforme afstand tussen het referentiepunt en heteind van de hulplijn met gebruik van de Dynamische hulplijnoptie.

De lengte en de tussenafstand van de hulplijnen kunnen wordenbepaald door gebruik van de knop Opties zoals we later zullenzien.

Statische DimensioneringDoor op het aankruisvakje van de Statische Dimensionering teklikken kunt u niet-associatieve statische dimensioneringencreëren. Dit zijn pure grafische vormen die niet associatief zijn metenige 2D of 3D elementen in het project. Als een dimensioneringstatisch gemaakt is, kan het niet meer associatief gemaakt worden.Als er geen dimensioneringsketen markeersymbolen vastzitten aande constructieknopen, dan wordt de dimensioneringsketenstatisch. Statische dimensioneringen gedragen zich zoals anderedimensioneringen op twee manieren:

1) Als ze geroteerd of gespiegeld worden, draait de waarde zodat het gelezen kan worden vanaf de onderkant.

2) Als de dimensionerings eenheid wordt verandert inVoorkeuren, veranderen alle andere waarden mee.

DimensioneringsoptiesDoor op de knop Opties te klikken, onder het StatischeDimesionerinsveldje, verschijnen de Dimensioneringsopties.

In dit venster kunt u:

- De grootte van de markeersymbool bepalen. Deze instelling iseffectief tot u de dimensioneringstekst grootte verandert.

Page 188: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

188

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- De afstand bepalen tussen het referentie punt en het eindevan de hulplijn. Deze instelling is op schaal relatief tot uwproject en niet een absolute waarde.

- De uniforme lengte van de hulplijn bepalen. Deze instelling isook op schaal. Het is alleen beschikbaar als de UniformeLengte hulplijnen zijn geselecteerd.

- Gedetailleerde Raam/Deur dimensioneringen weergeven.Deze optie voegt de hoogte van de openingen toe onder deDimensioneringslijn of op elke Dimensioneringsketen metreferentiepunten op beide hoeken van een opening. Als dezeaangekruist is, dan vervangt het tweede vakje dedimsioneringen (als ze onder nivo zitten) naar nominalehoogte. De Tekst Hoogte optie is associatief en wordtaangepast als de grootte van de openingen wordt veranderd.Deze optie kan aangezet worden als default instelling vooralle Dimensioneringsketens of voor alleen de bestaande.

Let op: Deze optie is een toevoeging aan de Middenlijn enMarkeersymbool opties, beschikbaar d.m.v. deDimensioneringen-instelling subdialoog van de Deur/Raam-instelling en werkt voor kleine en grote maten van de Inbouw.

- Dimensionering van de kern alleen voor Kolom typen.

Dimensioneringstekst-instellingDe Dimensioneringstekst-instelling is beschikbaar als alléén dewaarde van een dimensioneringseenheid is geselecteerd. De naamvan de laatste opdracht uit het menu Bewerken verandert dan inde Dimensioneringstekst-instelling. U kunt ook in dit vensterkomen door op de gewenste iconen in de Infobox te klikken

Als één of meerdere dimensioneringsketens zijn geselecteerd, kuntu ook dubbel-klikken op het icoon van het Tekst-gereedschap.

In dit dialoogvenster, kunt u het lettertype, grootte, stijl enpenkleur van de dimensioneringstekst veranderen en een

Page 189: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

189

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

aangepaste hoek bepalen. U kunt het veld wijzigen, maar hetwordt aangepast als u het gedimensioneerde element verandert ofeenheden verandert in Voorkeuren/Dimensioneringen.

Let op: Dit is ook beschikbaar voor alle dimensioneringsgereedschappen, ook voor oppervlakte-tekst geplaatst met hetArcerings-gereedschap.

Dimensionering technieken

Dimensionering van Wand diktesAls u op de referentielijn van een wand klikt, loodrecht op derichting van de dimensioneringsketen, worden beide zijdengemarkeerd.

Als u de dimensioneringsketen afrond, blijven alleen die markeersymbolen die op wanden geplaatst zijn die loodrecht op dedimensioneringsketen staan, zichtbaar.

Als u dimensioneert met de Diagonaal Geometrische methodedoor dubbele markeersymbolen aan beide zijden van een wand teplaatsen, bepalen deze markeersymbolen dat de ketenhoekloodrecht op deze wand komt.

Klik op Referentielijn Resultaat

Overlappende PuntenDe associativiteit van dimensionering vraagt een verfijndemarkeringsprocedure voor de overlappende punten vanindividuele elementen.

Volg deze stappen om te bepalen naar welke overlappende knoophet referentiepunt moet refereren, .

1) Het is duidelijk te zien wanneer u bij een overlappendelement komt omdat de dimensioneringsmarkeersymbolenvergezeld worden door selectiepunten op één van deoverlappende elementen.

2) Als het geselecteerde element goed is, klikt u op de volgendeknoop. Het klikken op de knop OK bevestigd het elementzonder het Hamertje te activeren.

Page 190: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

190

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

3) Wilt u dat het dimensioneringspunt naar een anderoverlappend element refereert, dan klikt u nogmaals opdezelfde knoop totdat het juiste element geselecteerd wordt.

Let op: In gebruik, plaatst u de markeersymbolen nietlettende op de selectiepunten. In de meeste gevallen weet uniet welke van de overlappende elementen worden gewijzigd.

4) Om deze tweede structuur te accepteren, klikt u op hetvolgende punt of rondt de dimensionering af. Als u nog eenelement nodig heeft, klikt u nog een keer op dat punt.Herhaal deze stappen als u niet kunt beslissen welk element uin de eerste cyclus wil.

Een Dimensioneringsketen BewerkenDimensioneringen kunnen worden versleept, geroteerd engespiegeld, zoals elk ander ArchiCAD element.

- Als u alle elementen waar de dimensioneringsketen naarrefereert bewerkt, verandert de keten samen met hen.

- Worden slechts enkele elementen bewerkt, dan houdt dedimensioneringslijn zijn plaats en hoek, en alleen de hulplijn,markeersymbolen en bijbehorende waarden, veranderen.

- Als de gedimensioneerde elementen wordenvermenigvuldigd, moet u ook de dimensionering selecteren.De kopie van de dimensionering is dan associatief met dekopie van de elementen.

Let op: Eenheden of punten kunnen niet van hundimensioneringsketen worden versleept, geroteerd ofgespiegeld.

Dimensioneringsketens Verslepen

De dimensioneringsketen kan naar een nieuwe lokatie versleeptworden, maar associatieve dimensioneringsketens kunnen alleenversleept worden langs en in de richting van de hulplijnen. U kuntde cursor overal naartoe bewegen, maar alleen het loodrechtedeel van de beweging wordt toegepast op de keten.

Page 191: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

191

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het resultaat:

Het Roteren van Dimensioneringsketens

Gebruik de opdracht roteren om de oriëntatie van eendimensioneringsketen te veranderen na creatie. Geroteerdedimensioneringsketens blijven geassocieerd met dezelfde knopen,dus u ziet de lengte en waarden veranderen samen met dehulplijnen. Rotatie is de enige manier om de oriëntatie van eendimensioneringsketen te veranderen na de creatie.

9'-10"

5'-6"

6'-10"

22'-1"

2'-9"

2'-9"

Het resultaat:

Na een rotatie, worden alle referentiepunten automatisch opnieuwgedimensioneerd en geprojecteerd in de nieuwe richting, metdezelfde originele hiërarchie.

Het Spiegelen van Dimensioneringsketens

De dimensioneringsketen kan verplaatst worden naar de anderekant van een wand. Spiegeling heeft dezelfde regels als roteren.

Let op: De waarden posities worden altijd automatischherberekend bij ArchiCAD zodat u ze vanaf de onderkant ofvan rechts kunt lezen.

Page 192: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

192

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het resultaat:

10'-9"

24'-2"

7'-5"6'-0"

3'-0"3'-0"

Zie ook…

Deze transformaties zijn gedetailleerd beschreven in hoofdstuk 5.

Dimensioneringspunten toevoegenU kunt dimensioneringspunten in de keten tussenvoegen door deketen te selecteren, dan [Control]-klik op het gewenste nieuwereferentiepunt. Het nieuwe punt kan tussen twee bestaandeketenpunten geplaatst worden of buiten de dimensioneringsketen.

The result:

10'-9" 10'-5"

24'-2"

De bestaande dimensioneringspunten worden verdeeld.

The result:

10'-9" 7'-5"

6'10'-9"

6'

De dimensioneringsketen wordt langer als dat nodig is. U kuntgeen punten tussenvoegen door de dimensioneringspunten directte selecteren. De keten moet geselecteerd worden.

Let op: U kunt een knoop per keer tussenvoegen in eenenkele dimensioneringsketen. Als u een knoop tussenvoegd,heeft u geen controle over de overlappende elementen.

Page 193: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

193

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dimensioneringspunten verwijderenAls u een dimensioneringspunt selecteert en verwijdert in hetmidden van een keten, worden de naast elkaar gelegen tweedimensioneringseenheden samengevoegd.

delete

the result:

10'-9" 7'-5"6'

13'-5"10'-9"

Als het verwijderde punt aan het eind van de keten lag, verdwijntde laatste eenheid en de keten wordt korter.

delete

10'-9" 13'-5"

13'-5"

The result:

Selecteert en verwijdert u een dimensioneringseenheid in hetmidden van een dimensioneringsketen, dan wordt de ketenopgebroken in twee aparte delen.

delete

The result:

10'-9" 7'-5"

7'-5"

6'

10'-9"

Ten slotte, kunt u een complexe dimensioneringsketen eliminerendoor het te selecteren en het te verwijderen.

Page 194: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

194

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dimensioneringsketens samenvoegenAparte dimensioneringsketens kunnen samengevoegd wordendoor één van de ketens te selecteren en te [Control]-klikken op deandere.

The result:

13'-5"

16'-9"

10'-9" 7'-5"6'

De tweede keten wordt verwijderd en zijn referentiepuntenworden toegevoegd aan, en gedimensioneerd door, de eerste. Ukunt deze techniek ook gebruiken met dimensioneringsketens dieniet parallel staan ten opzichte van elkaar en/of geenoverlappende delen hebben.

12'-11"8'-3"

12'-11" 5'-6"

Control-klik Het resultaat

Automatische Wanddikte Dimensionering[Control]-klik op de referentielijn van een wand die er loodrechtop staat - als de dimensionering geselecteerd is dan wordt de diktevan de wand automatisch in de keten tussengevoegd.

5'-11"16'-9"

The result:

1'-6"

24'-2"

Page 195: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

195

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De Hulplijnlengte handmatig instellenDe lengte van eigen gemaakte en dynamische hulplijnen kunnenhandmatig ingesteld worden:

- Voor een enkele hulplijn;

- Voor beide hulplijnen van een dimensioneringseenhei;

- Voor alle hulplijnen in een keten.

Om de hulplijnen handmatig in te stellen, selecteert u eendimensioneringspunt, -eenheid, of -keten terwijl hetDimensionerings-gereedschap actief is. Pak een markeerpunt ofreferentielijn van het geselecteerde gedeelte en sleep het weg vande dimensioningeringslijn

Punt:

Eenheid:

Keten:

Het klikken op de gewenste lengte verkort (of verlengt) debetrokken hulplijnen.

Page 196: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

196

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dynamische hulplijnen gaan nooit verder dan de referentieknoopvan het gedimensioneerde element.

Om de niet bestaande of korte hulplijnen handmatig in te stellenmoeten ze eerst veranderd worden in een lang type door zeopnieuw in te stellen in de Dimensionerings-instellingen.

RadiaaldimensioneringIn de default representatie van de gereedschappen, worden alledimensioneringsgereedschappen weergegeven met één icoon. Alsu een ander gereedschap wilt zien, klik en trek het pijltje aan debodem van het icoon om de Radiaal Dimensionering te zien ofkies Venster/Zwevende paletten /Paletvormen en klik op deuitgebreide versie.

Met het Radiaaldimensionerings-gereedschap kunt u de waardevan de radius van een gebogen element plaatsen (Wand, Vloer,Dak, Mesh, Arcering, Cirkel, Boog) op de plattegrond.Radiaaldimensioneringen zijn semi-automatisch en volledigassociatief.

Het Radiaaldimensionerings-gereedschap deelt veelmogelijkheden met het lineaire Dimensionerings-gereedschap

Radiaaldimensioneringen tekenenRadiaaldimensioneringen bestaan uit twee delen: dedimensioneringslijn en het label.

De dimensioneringslijn wordt altijd in een radiale richtinggeplaatst met het markeer symbool aan het begin, die altijd wijstnaar het gebogen gedeelte. Door op een punt van het gebogenelement te klikken, start het tekenen van de dimensioneringslijn,of naar het middelpunt van de curve of in de andere richting. Ukunt de radiaaldimensionering niet overal plaatsen, het moetonstaan uit een gebogen element.

Het label is verbonden aan het einde van de dimensioneringslijn.Het laat de waarde van de radius van de gedimensioneerde curvezien. De oriëntatie kan in de Radiaaldimensionerings-instellingworden ingesteld.

Let op: Het verwijderen van het gedimensioneerde element,verwijdert ook alle Radiaaldimensioneringen die ermeegeassocieerd zijn.

Page 197: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

197

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Constructie methodenTwee Radiaaldimensionerings Constructie methoden, of typen,zijn beschikbaar vanuit de Infobox of de gereedschap-instellingen.

- Met middelpunt: Als u dit type selecteert en een radiusdimensionering op de plattegrond plaatst, wordt hetmiddelpunt van de boog automatisch gemarkeerd d.m.v. eenkruis.

- Zonder middelpunt: In dit geval wordt er géén punt in hetmiddelpunt geplaatst.

Radiaaldimensionerings-instellingDe Radiaaldimensionerings-instelling lijkt op dat van het lineaireDimensionerings-gereedschap. Alleen de verschillen enadditionele opties worden hier besproken.

Type

U kunt hier het Radius Dimensioneringstype kiezen.

LabeloriëntatieMet drie radioknoppen kunt u de label oriëntatie kiezen. Het is ofin het verlengde van de dimensioneringslijn, altijd horizontaal ofaltijd verticaal.

VoorvoegselIn dit veld kunt u een optioneel voorvoegsel definiëren dieverschijnt vóór de waarde van de radius.

Page 198: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

198

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Radiaaldimensionerings technieken

Verslepen van RadiaaldimensioneringenU kunt een Radiaaldimensionering niet van een element dat hetmeet wegslepen; u kunt het alleen verplaatsen naar een anderelokatie langs de curve van het element.

Centrum van gebogen elementenHet plaatsen van radiaaldimensioneringen bij een gebogenelement maakt het mogelijk het centrum te markeren, zodat hetbeschikbaar is voor snappen.

Niveaudimensionering (plattegr.)In de default representatie zijn de verschillende dimensioneringsgereedschappen samengevoegd in een pop-up icoon in degereedschappen. Om alle dimensionerings gereedschappentegelijkertijd te zien, kies Venster/Zwevende Paletten/Paletvormenen kies de uitgebreide optie.

Het Niveaudimensionerings-gereedschap geeft de mogelijkheid deniveau markeersymbolen die in de architectuur gebruikt worden,te creëren opde plattegrond. Dit gereedschap werkt primair metArchiCAD’s vloeren en platte daken geconstrueerd met gebruikvan het Vloer-gereedschap. U kunt standaard en automatischeniveausymbolen plaatsen op deze elementen met het NiveauDimensionerings-gereedschap.

Niveaudimensioneringen(tekening)Om een niveaudimensionering in uw project te plaatsen, selecteertu het Niveaudimensionerings-gereedschap uit deGereedschappen, klik dan ergens op het werkblad. Het niveauvan de actieve verdieping wordt weergegeven samen met hetstandaard niveau markeersymbool zoals hieronder aangegeven.

+8'

Page 199: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

199

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Plaatsen van NiveaudimensioneringOm een niveaudimensionering aan een individuele vloer of daktoe te voegen inplaats van de actieve verdieping:

1) Selecteer een individuele vloer met een niveauwaarde dieanders is dan het basis niveau van de actieve verdieping.

2) Klik met het Niveaudimensionerings-gereedschap op de plaatswaar u het markeersymbool wenst

Het niveau van de geselecteerde vloer wordt weergegeven op deaangegeven lokatie, compleet met een standaard niveaumarkeersymbool. Het markeersymbool hoeft niet bij degeselecteerde vloer te staan maar blijft toch associatief.

AssociativiteitNiveaudimensionering is associatief: als u het niveau van degedimensioneerde verdiepingen verandert, dan wordt dedimensioneringswaarde automatisch aangepast.

Bij vloeren, zijn niveaudimensioneringen alleen associatief als zegeplaatst zijn op geselecteerde vloeren.

Niveaudimensionerings-instellingArchiCAD geeft verscheidene specifieke instellingen om niveaudimensies te bepalen.

Deze instellingen werken hetzelfde voor dit gereedschap als voorandere Gereedschaps-instellingen. Alleen verschillen en andereopties worden hier besproken.

Markeersymbool rotatieU kunt het markeersymbool roteren door een waarde in te vullenin het desbetreffende vakje en de tekst roteert mee.

Page 200: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

200

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De Stijl van het MarkeersymboolU kunt kiezen uit een groot aantal markeersymbolen.

Niveaudimensioneringstekst kaderHet Niveaudimensionering Tekst kader optie plaatst een kaderrond de Niveautekst. Het kader is automatisch aangepast aan degrootte van de tekst en kan niet veranderd worden.

Tekst Plus-teken optie

De Plus-teken optie plaatst een plus of min teken voor elkeniveaudimentionerings tekst om de positie relatie aan het nulpuntvan het project wwer te geven.

Niveaudimensionerings techniekenU kunt de niveau tekst apart bewerken en ook verslepen enroteren, onafhankelijk van het markeersymbool. DeNiveaudimensionerings markeersymbolen zijn individueleelementen, en ze kunnen apart worden bewerkt. Ze kunnenworden versleept, geroteerd en gespiegeld, met of zonderkopieën, zoals elk ander element.

Als ze samen met de referentievloer worden vermenigvuldigd,worden de markeersymbolen geassocieerd met de kopieën van devloeren. Als ze alleen worden vermenigvuldigd, zijn de kopieënassociatief met dezelfde vloer (of verdieping) als de originele.

Hoogtedimensionering (Doorsn.)Het Hoogtedimensionerings-gereedschap plaatst hoogtemarkeersymbolen in Doorsnede/aanzicht vensters. Het kan ookop de plattegrond gebruikt worden, maar er zijn twee belangrijkeverschillen:

- Het Hoogtedimensionerings-gereedschap voor aanzichtenmeet alleen de afstand langs de Y-as van de plattegrond vanuithet huidige Project/Gebruikersnulpunt. Dit is niet gelijk aande verticale hoogte van een element langs de Z-as, dat hetHoogtedimensionerings-gereedschap voor plattegrondenmeet.

- De markeersymbolen in aanzichten zijn niet associatief. Hetzijn puur grafische elementen.

Page 201: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

201

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Geometrische MethodenEr zijn twee Geometrische methoden beschikbaar voor hetHoogtedimensionerings-gereedschap in de Infobox.

- De Punt methode plaatst een niveau dimensie in uw project.Selecteer het Niveaudimensionerings-gereedschap uit deGereedschappen, en klik dan ergens op het werkblad. Deafstand van het huidige Gebruikers nulpunt langs de Y as totaan de plaats waar er geklikt is wordt weergegeven, samenmet een standaard hoogte markeersymbool.

- De Serie methode plaatst een verticale stapelmarkeersymbolen verbonden door een onzichtbare verticalelijn zoals hieronder.

Project Origin

2D Lines copied from Side view in 3D Window

Elevation Dimension Markers (Series Geom. Method)

+7'

+3'

±0'

Om een Serie hoogtedimensionering te plaatsen:

1) Selecteer het Serie methode icoon uit de Infobox.

2) Klik op de verticale positie op de hoogte elementen die ugedimensioneerd wilt hebben.

3) Dubbel-klik als u klaar bent met de hoogte punten.

4) Klik met het Hamertje om de positie te bepalen op welke lijnde markeersymbolen moeten komen.

Page 202: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

202

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoogtedimensionerings-instellingDe Hoogtedimensionerings-instelling bevat mogelijkheden voorhet creëren en formatteren van de hoogtedimensioneringen.

Specificaties van het MarkeersymboolDe specificatie vakjes voor het markeersymbool geven u de kansom de grootte van het markeersymbool en de lengte van dehulplijnen aan te passen. Deze waarden kunnen worden toegepastop individueel geselecteerde hoogtedimensioneringen, ofingesteld worden als beginwaarde voor volgendemarkeersymbolen.

De Stijl van het MarkeersymboolU hebt de keuze uit een verscheidenheid aan Markeersymbolenm.b.v. de selectiebox.

Ook kunt u met gebruik van de vakjes, hier links weergeven, devorm van de markeersymbolen specificeren, of ze onder of bovende dimensioneringslijn moeten komen en of ze gevuld of alleenmet omtrek moeten worden weergegeven

Hoogte Tekst Plus teken optie

De Hoogtedimensioneringstekst Plus-teken optie plaats een plus-of minteken voor elke hoogtetekst, om de positie t.o.v. van hetproject nulpunt langs de Y-as aan te geven.

Hoogte dimensioneringstechniekenEr is een variëteit aan technieken beschikbaar om dehoogtedimensioneringen in uw project te plaatsen en formatteren.

Page 203: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

203

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoogtedimensioneringen bewerkenDe hoogtedimensionerings markeersymbolen zijn individueleelementen, elk symbool kan apart bewerkt worden. Ze kunnenworden versleept, geroteerd en gespiegeld, met of zonderkopieën, zoals elk ander element. Omdat de Markeersymbolenniet associatief zijn, worden de tekst waarden niet aangepast als uze verplaatst.

De eindpunten van de hulplijn kunnen worden verlengt of verkortd.m.v. het wegslepen van het markeerpunt van het element waarhet markeersymbool de hulplijn ontmoet, met behulp van hetHoogtedimensionerings-gereedschap.

Let op: Ook al kunnen ze worden geroteerd, het symbool ende waarde houden altijd hun horizontale oriëntatie. Rotatiewordt alleen toegepast op de lokatie van dehoogtedimensionering. De tekst kan worden weggesleept vanhet markeersymbool d.m.v. het markeerpunt.

Het Plaatsen van HoogtedimensioneringenDe gemakkelijkste manier om Hoogtedimensioneringsmarkeersymbolen te plaatsen is als volgt:

1) Bepaal het gewenste beeld op de plattegrond met hetDoorsnede/aanzicht-gereedschap.

2) Open het corresponderende Doorsnede/aanzicht venster uithet menu Venster.

3) Plaats de Hoogtedimensionerings markeersymbolen in ditvenster.

Zie ook…

Het Doorsnede/aanzicht-gereedschap later in dit hoofdstuk.

Er zijn twee andere manieren om een bewerkbaar 2D kopie vanhet 3D model te krijgen, die kunnen worden bijgewerkt met deHoogtedimensioneringen en andere 2D tekenelementen: door deopdracht Opslaan als 2D Elementen, on door de Kopiëren enPlakken functies zoals hieronder beschreven.

Opslaan als…

Om een Hoogtedimensioneringselement op een 2D Elementaanzicht te plaatsen, gegenereerd in het 3D venster van Opslaanals.…, volg de volgende stappen:

1) Genereer een 3D Projectie in Draadmodel of Verborgenlijnmodel. De Projectie kan van elk type zijn, inclusief

Page 204: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

204

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Perspectief en Axonometrie. Voor de beste resultaten wordteen orthogonaal beeldtype zoals een Zij-aanzicht van één vande vier compaspunten aangeraden (compas richting/azimut:Noord/90°, Oost/0°, Zuid/270° of West/180°).

2) Sla het 3D venster op als ArchiCAD 2D Elementen.

3) Sluit het huidige project en open het nieuwe document om dehoogte afmetingen toe te passen. Het Project Nulpunt wordtgeplaatst op het Project Nul hoogte van het bron projectmodel zodat u meteen de goede waarden krijgt.

4) Activeer het Hoogtedimensionerings-gereedschap en klik metgebruik van de Geometrische methode om deMarkeersymbolen te plaatsen.

Deze methode wordt aangeraden als u een aparte tekening vaneen aanzicht of doorsnede wenst.

Kopiëren & Plakken

Om een Hoogtedimensioneringselement op een 2D Elementenaanzicht te plaatsen, gegenereerd in het 3D venster, met gebruikvan Kopiëren en Plakken, volg de volgende stappen:

1) Activeer het markeer-gereedschap en kies de laatstegeometrische methode uit de Infobox. Teken eenMarkeerselectie rechthoek rond het gedeelte van het 3Dvenster dat u wenst te kopiëren.

2) Gebruik de opdracht Bewerken/Kopiëren om de elementenals 2D Elementen op het Klembord te kopiëren.

3) Klik op de plattegrond (of kies Venster/Plattegrond) engebruik Bewerken/Plakken om de elementen te plaatsen.

In dit geval, moet u het aanzicht of doorsnede ergens op hetwerkblad plaatsen. Om de juiste waarden te krijgen als u dehoogtedimensioneringen plaatst, verplaats het gebruikersnulpuntnaar een geschikte lokatie. Gebruik deze methode als u deplattegrond en het aanzicht of doorsnede op hetzelfde werkbladin hetzelfde document wilt houden.

HoekdimensioneringenIn de default representatie van de gereedschappen, worden alledimensioneringsgereedschappen weergegeven met één icoon. Alsu een ander gereedschap wilt zien, klik en trek het pijltje aan debodem van het icoon om de Hoekdimensionering te zien of kies

Page 205: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

205

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Venster/Zwevende paletten /Paletvormen en klik op deuitgebreide versie.

Het Hoekdimensionerings-gereedschap geeft u de mogelijkheidom hoekwaarden tussen lijnen en/of lineaire elementen teplaatsen. Zoals met lineaire en radiusdimensioneringen, zijnhoekdimensioneringen semi-automatisch en volledig associatief.Er zijn verscheidene maateenheden en standaards hiervoorbeschikbaar.

Hoekdimensioneringen tekenenU moet exact vier referentiepunten bepalen om de hoekwaardenop de plattegrond te tonen.

U kunt deze punten op de volgende manieren bepalen:

- Klik een bestaande lijn of rand (wand, vloer, arcering, mesh,dak). Dit plaatst twee referentiepunten op de aangeklikte lijn.

- Klik op de markeerpunten van bestaande elementen.

- Klik ergens op de plattegrond (in dit geval, zal dehoekdimensionering niet associatief zijn).

- Het klikken op een bestaande rand geeft vier markeerpunten.

De vier punten die u gedefiniëerd heeft, bepalen twee oneindigelijnen die ArchiCAD gaat gebruiken in de berekening van de hoek.Het hangt af van welke geometrische methode is geselecteerd inde Infobox of in de Instellingen, en waar u klikt nadat hetHamertje is verschenen, hoe de hoekwaarden worden gemeten enwaar ze worden geplaatst op de verschillende lokaties.

De twee oneindige lijnen verdelen de ruimte in vier kwarten.ArchiCAD plaatst de hoek dimensionering in het gedeelte dat uaanklikt nadat het Hamertje is verschenen. De boog van dehoekdimensionering gaat door het punt dat u aanklikt.

De hoekdimensionerings waarde wordt automatisch naast hetmidden van de dimensioneringsboog geplaatst. Het kan danworden versleept naar een andere lokatie bij het markeepunt vande dimensioneringswaarde.

Geometrische methodenU kunt kiezen tussen twee Geometrische methoden, of vanuit deHoekdimensionerings-instellingen of vanuit de Infobox: scherpeen stompe hoeken.

Page 206: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

206

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Als u hoek dimensioneringen plaatst met gebruik van descherpe methode, wordt alleen het deel van de ruimte waarinu klikt met het hamertje gedimensioneerd.

De volgende voorbeelden, met dezelfde twee randen van eenvierhoek, geven de verschillende variaties aan.

141.57 °

38.4

38.4

141

- Als u hoek dimensioneringen in de Stompe methode plaatst,berekent ArchiCAD de hoek van het gespecificeerde deelsamen met de andere twee delen die naast degene liggen dieaangeklikt is. De hamertjes op de bogen geven punten aandie, als men ze aanklikt, hetzelfde resultaat zouden geven

321.5

218.43 °

218.43 °

321.5

Let op: U kunt geen 180 graden dimensioneren. Als u dit wiltmarkeren gebruik het Boog-gereedschap met de Dubbele Pijlmethode en plaats de waarde als tekst boven op de halve-cirkel.

Hoekdimensionerings-instelling

Page 207: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

207

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dezelfde instellingen zijn beschikbaar als voor deDimensionerings- en Radiusdimensionerings-gereedschappen metbetrekking tot stijl van de nummers, pen kleur en typenhulplijnen. U kunt u ook voor scherpe of stompe hoeken kiezen.

Tekst PlaatsingDe eerste radioknop plaatst de dimensioneringswaarde buiten dedimensioneringscurve, terwijl de laatste de nummers erbinnenplaatst.

TekstoriëntatieAls de eerste radioknop aan staat, dan is de dimensionering van dehoek altijd horizontaal. Met de tweede knop actief, staat dedimensioneringswaarde in een radius, terwijl de derde, het parallelmet de raaklijn van de curve ernaast plaatst.

Page 208: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

208

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Tekst-gereedschapDit label-gereedschap biedt meerdere regels tekst, lettertypeopties op volle schaal, meerdere stijlen en oplijnen in elkerichting.

Let op: In de default vorm van het venster, zijn het tekst- enlabel-gereedschap samengevoegd in één icoon. Ziet u hettekst-gereedschap niet, dan gaat u naar het label-ger eedschapen houdt u het pijltje ingedrukt op de linker onderhoek vanhet icoon. Of u kiest Venster/Zwevende paletten/Paletvormenen selecteer de uitgebreide versie van de gereedschappen.

Tekstblokken PlaatsenEr zijn twee typen tekstblokken in ArchiCAD: kadervullende endoorlopende.

Kadervullende Tekstenclick

click

Om een regel tekst te beginnen, tekent u een elastische rechthoekdoor twee keer met het Tekst-gereedschap op het werkblad teklikken. Een blok van één lijn met een bepaalde breedte blijft ophet scherm achter, inclusief een knipperende tekstcursor die uwpositie in het tekstblok aangeeft.

Start your text here! Een nieuwe regel tekst start automatisch zodra u het eind van uwtekstblok bereikt. U kunt ook op elk moment een nieuwe regelmaken door op de [Return] toets te klikken. Klik OK of klik op de[Enter] toets als u klaar bent, of klik op Annuler en als u opnieuwwilt beginnen.

Doorlopende TekstenDoorlopende teksten zijn erg gemakkelijk als u van te voren nietweet hoe lang de tekstblok regels zullen worden.

Om een ongedefiniëerd tekstblok te creëren, dubbel-klik met hetactieve Tekst-gereedschap. U kunt direct beginnen met intypen. Ukunt zoveel letters op dezelfde regel typen als u wenst.

Het indrukken van de [Retur n] toets start automatisch een nieuweregel. De breedte van het tekstblok wordt bepaald door debreedte van de langste regel uit het blok.

Page 209: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

209

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Tekst-instellingDe Tekst-instelling bepaalt de oriëntatie en typografie.

Lettertype, Stijl & GrootteDeze bepalen het lettertype, stijl en grootte van de tekstblokken.De Stijl en Grootte instellingen zijn beschikbaar voorgeselecteerde tekst elementen of als de default voor volgendeelementen. Cursief betekent voor TrueType lettertypen een 75°helling als het lettertype wordt verandert naar een vectorlettertype.

Tekst grootte wordt gedefiniëerd in absolute waar den, dus degrootte op het scherm varieert als u van schaal verandert door hetkiezen van Opties/Plattegrondschaal. Dit wor dt hieronderweergegeven.

Zie ook

Meer informatie over elementen op schaal of met een vastegrootte, bekijk hoofdstuk 1 en ook de beschrijving van deopdrachten die te maken hebben met afdrukken en plotten inhoofdstuk 5.

Page 210: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

210

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Tekst RichtingDe hoek van het tekstblok wordt ingesteld in het teksthoekveld. Erkan ook een aparte waar de voor de letterhelling ingesteld wordenals u een plotterlettertype gebruikt. Het hellingveld is alleenzichtbaar als er een plotterlettertype geselecteerd is.

Tekst blokken zijn altijd leesbaar vanaf de onder - of rechterkant naeen rotering of spiegeling.

Regel tussenruimteRegeltussenruimte kan in r elatie tot de lettergrootte of in absolutewaarden worden ingesteld.

Plaatsing & AnkerpuntDeze instellingen helpen u de tekstblokken op een aantrekkelijkemanier en zo praktisch mogelijk te arranger en. Klik op de linker,rechter of centreren uitlijning en klik dan op de lokatie waar u uwtekstblok wilt positioneren.

Het ankerpunt is handig als u tekstelementen aan het bewerkenbent. Verandert u punt gr ootte of andere tekst eigenschappen, danblijft het ankerpunt staan en houdt de positie van uw tekst inrelatie tot de omringende elementen vast.

Page 211: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

211

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Weergave OptiesTekstblokken kunnen omlijst worden met hendels op elke hoek.Hierdoor kunt u de tekstblokken gemakkelijk vinden en bewerkenterwijl de tekst leesbaar blijft. Een ander e optie (Klad) laat eentekstblok zien waarbij de tekst is vervangen door een grijspatroon.Klad kan ook worden weergegeven met hendels.

Deze opties zijn beschikbaar in Opties/Weergave dialoogvenster.

Let op: De tekst word automatisch in Klad weer gegeven alsde grootte van de letters, in relatie tot de tekenschaal of zoomniveau, te klein is. Bij het bewerken van tekstblokken, wordtalle Klad tekst tijdelijk vergroot.

Tekst techniekenEr is een groot aantal technieken beschikbaar in Ar chiCAD voorhet selecteren, formatter en en bewerken van Tekstblokken.

Het Selecteren van TekstblokkenOm een compleet tekstblok te selecteren, klikt u op dehoekpunten of het centrum van de originele rechthoek. Demarkeerpunten van de tekst verschijnen.

Living Room - vaulted

21'-3" / 17'-6"

wall to wall carpet

Eenmaal geselecteerd, kan het tekstblok opnieuw gespecificeerdof gepositioneerd worden zoals elk ander constructie-element inhet programma. Als de tekst zelf geselecteerd is, kan het bewerktworden.

Hint: Omdat de hoeken van de tekstblokken niet gemakkelijkte vinden zijn, tenzij u ze zichtbaar maakt in Opties/W eergave,is de snelste selectie manier een rechthoek met het Pijl-gereedschap er omheen te trekken.

Het Vervormen van TekstblokkenOm een bestaand tekstblok te vervormen: selecteer het tekstblok,activeer de opdracht Oprekken uit het menu Bewerken, en pakeen markeerpunt van de omtr ek van het tekstblok. Het Tekstblokwordt elastisch als u die knoop beweegt en de tekst in het blokpast zich automatisch aan, aan de nieuwe contour , zoalshieronder.

Page 212: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

212

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Living Room - vaulted

21'-3" / 17'-6"

wall to wall carpet

Living Room - vaulted

21'-3" / 17'-6"

wall to wall carpet

Living Room -

vaulted

21'-3" / 17'-6"

wall to wall carpet

Tekst binnen Tekstblokken bewerkenDe snelste manier om tekst te bewerken is door het Tekst-gereedschap te activeren, dan Alles selecteren te kiezen uit hetmenu Bewerken, en dan in het tekstblok te klikken dat u wiltbewerken. Op deze manier hoeft u geen markeerpunt van hettekstblok te vinden om het te selecteren.

Om de inhoud van een tekstblok te veranderen, selecteert u heteerst.

1) Met het Tekst-gereedschap actief, klikt u in een geselecteerdtekstblok waardoor de tekst opent in een grijze omlijsting.Geroteerde tekstblokken worden horizontaal tijdensbewerking.

2) U kunt knippen, kopiëren, plakken en tekst wissen terwijl u indeze omlijsting werkt.

3) Als u klaar bent met het blok, klikt u in een ander tekstblokom verder te gaan met bewerken.

4) Bent u klaar , klikt u ergens op het werkblad of klikt u op OKin de Contr olebox.

Let op: Drukt u [Enter] of Annuler en in, dan wor dt hetbewerkingsproces geëindigd maar het blok blijft geselecteerd.

Als u tekst binnen een tekstblok bewerkt, blijven alle schermfuncties beschikbaar.

Page 213: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

213

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Label-gereedschapLabels zijn tekstblokken die optioneel gekoppeld zijn aanconstructie-elementen waardoor u elementen of gedeelten van uwontwerp kunt identificeren of commentaar kunt geven. Labels zijnmet of zonder rand, met verbindingslijn en pijlkopje. Debeschikbare label opties geven u de kans geselecteerde elementenhandmatig te labelen of labels te verwijderen met eigenspecificaties, ID of Intern ID, of om automatische labels voorgeselecteerde klassen of constructie elementen te maken.

Let op: In de default vorm van het gereedschap, zijn het tekst-en label-gereedschap samengevoegd in een icoon. Ziet u hetlabel-gereedschap niet, dan gaat u naar het tekst-ger eedschapen houdt u het pijltje ingedrukt op de linker onderhoek vanhet icoon. Of u kiest Venster/Zwevende paletten/Paletvormenen selecteert de uitgebreide versie van de gereedschappen.

Labels PlaatsenU kunt twee type Labels gebruiken in ArchiCAD:

- Eigen gemaakte Labels zijn handmatig getekend op dePlattegrond, en kunnen niet aan elementen gekoppeldworden.

- Automatische-Labels gekoppeld aan elementen zijngegenereerd door de opdrachten van het submenuGereedschappen/Labels. Hier kunt u kiezen tussen hetautomatisch labelen van elk nieuw gecr eëerde element van degeselecteerde klassen in het Automatische Labelingdialoogvenster, of om alleen labels aan geselecteerde itemstoe te voegen. Automatische-Labels kunnen in de Stuklijstworden opgenomen met de elementen waaraan ze gekoppeldzijn. Zie de Ber ekenings-instellingen in hoofdstuk 5.

Let op: Automatische-Labels zijn gekoppeld aan elementen:als u het element verwijdert, verdwijnt de Automatische-Labelook. Aan de ander e kant, het verwijderen van deAutotomatische-Label heeft geen effect op het element waarhet aan gekoppeld is.

Automatische-Labels kunnen op elke laag geplaatst wordenonafhankelijk van de laag van het element. Maar , als de laag vanhet element verborgen is, worden de gekoppelde automatische-labels niet weergegeven terwijl ze misschien zelf in een zichtbarelaag staan.

Page 214: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

214

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Automatische-LabelsKiest u Automatisch Labelen in het menu Ger eedschappen/Labels,dan verschijnt een nieuw gecr eëerd element van de geselecteerdeklas met zijn ID of inter ne ID label volgens de instellingengemaakt in het Automatische Labelen dialoogvenster.

Het selecteren van elementen en het kiezen van de opdracht Labelgeselecteerde elementen voegt labels, zoals bepaald in hetAutomatisch Labelen dialoogvenster, toe.

Zie ook…

Het Automatische Labelen, opdracht Labelen menu hoofdstuk 5.

Eigen gemaakt LabelsOm een eigen gemaakte label te tekenen:

1) Klik waar u het pijlkopje wilt hebben op de plattegrond.

2) Teken een elastische lijn van uw beginpunt en klik waar u heteerste gedeelte van uw verbindingslijn wilt eindigen.

3) Teken nog een elastische lijn in de richting die is ingesteld inde Label-instellingen voor de labelhendel. Klik waar u heteind van de hendel wilt en het label tekstvakje opentautomatisch.

4) Typ de labeltekst die u wenst (t/m 25 letters) in het tekstvakjeen klik op de OK knop of [Enter] om de opdracht te eindigen.Er wordt een label met de default instellingen geplaatst.

Page 215: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

215

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Label-instellingDe Label-instelling bepaalt de oriëntatie, typografie en tekst vanlabels.

Alleen de instellingen die specifiek zijn voor labels worden hierbesproken

Omlijsting

Naast de lettertype-instelling, kunt u een omlijsting aan uw labelstoewijzen door de radioknop met de omlijste tekst aan te zetten.De omlijsting wordt automatisch aan de tekst aangepast en kanniet gwijzigd worden. Tekstblokken worden transparant op deplattegrond weer gegeven of ze omlijst zijn of niet.

Pennen

U kunt verschillende pennen specificeren voor de label tekst, pijlen aanwijslijn.

Markeersymbool grootte

In dit veld kunt u de gr ootte van het markeersymbool, in puntenof mm weergeven.

Tekst richting

Hiermee kunt u een aangepaste hoek voor het tweede gedeeltevan de aanwijslijn en het tekstblok instellen.

Page 216: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

216

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

LabeltypeAls u het dialoogvenster opent met een Automatische Labelgeselecteerd, kunt u het type Automatische label kiezen metgebruik van de radioknoppen onder in het midden van hetvenster.

- Aangepast laat u 25 letters in het tekstvak plaatsen.

- Kiest u ID, dan wordt het ID Nummer van het gelabeldeelement in het tekstveld van de label geplaatst.

- Kiest u Interne ID, dan wordt het interne unieke ID van hetgelabelde element in het tekstveld van de label geplaatst. Ditinterne ID wordt automatisch gegenereerd en wordt tijdenshet gehele proces van het project bewaard.

Automatische-Label Oriëntatie

Er zijn vier oriëntatie opties voor de Automatische-Labels:

- De Parallel methode plaatst de Automatische-Labels altijdparallel aan de gelabelde elementen.

- De Verticale methode plaatst de Automatische-Labels altijdvertikaal. De tekst kan worden gelezen van onder naar boven.

- De Horizontale methode plaatst de Automatische-Labelsaltijd horizontaal.

Page 217: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

217

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- De Aangepaste methode plaatst de Automatische-Labels ineen hoek die u instelt in het tekst richting veldje.

LabeltekstU kunt hier de tekst bepalen van Automatische- en aangepasteLabels.

- De tekst die verschijnt op de Automatische-Labels is of hun IDcode of de automatisch gegenereerde interne ID. Bewerkt ude tekst, wordt het label type automatisch op Aagepast gezet(zie hieronder).

- Aangepaste labels kunnen alleen maar aangepaste tekstbevatten die u naar wens kunt wijzigen.

Label TechniekenU kunt de lengte en richting van de aanwijslijn van eengeselecteerde label en ook de lengte van de hendels van hettekstblok veranderen door de selectieknopen met de cursor teverslepen als het Label-gereedschap geselecteerd is in deGereedschappen.

U kunt een label selecteren d.m.v. elk van de drie selectieknopen(pijl, verbindingslijn elleboog of -einde).

Een geselecteerde label kan als geheel bewerkt worden met alleopdrachten in het menu Bewerken.

Let op: Om een Label te verslepen, moet u het eerstselecteren met het Label-gereedschap actief.

Zone-gereedschapMet het Zone-gereedschap, kunt u ruimtelijke eenheden in uwproject definiëren, de zogenaamde zones. Zones kunnen aanruimtes, groepen of grotere gedeeltes van het project wordentoegewezen.

Page 218: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

218

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zones verschijnen op de plattegrond als ar ceringen metzonestempels gekoppeld aan de zone arceringen. De zonearcering bepaald de zoneruimte in het pr oject, terwijl hetzonestempel de tekstinformatie bevat over de zone, inclusief denaam, nummer , gebied, en andere optionele parameters zoals hetmateriaal van de ondervloer , materialen van de wanden,oppervlakte van de wanden (met of zonder openingen), enz.

ArchiCAD zonestempels zijn Bibliotheekelementen. De voorafbepaalde zonestempels worden in de Ar chiCAD bibliotheekbewaard, maar in veel opzichten verschilt hun gedrag met dat vanander e Bibliotheekelementtypen zoals objecten, deuren of ramen,omdat ze alleen 2D-elementen zijn: ze hebben een 2D symbool,een 2D GDL script en een Eigenschappen script.

Zonestempels zijn intelligente parametrischebibliotheekelementen wiens uiterlijk, inhoud en gedrag aangepastkunnen worden aan lokale ar chitectuur wensen.

In ArchiCAD, zijn zones gegr oepeerd in categorieën.Zonecategorieën worden gedefiniëerd door gemeenschappelijkgebruik of doel, b.v. publieke ruimtes, laboratoria, kantoor ruimte,enz. Sommige Zonecategorieën zijn vooraf gedefiniëerd inArchiCAD en u kunt ook uw eigen categorieën naar wensdefiniëren door gebruik van de opdracht Zonecategorieën in hetmenu Opties.

Zones van verschillende categorieën kunnen gemarkeert wordenmet verschillende kleuren en er kunnen zone stencil bibliotheek-elementen aan toegewezen worden.

ArchiCAD projecten kunnen worden geëvalueerd via deinfor matie die is opgeslagen in de zones door de opdrachtZonelijst in het menu Ber ekenen te kiezen. De Zonelijst geeft meerinfor matie als gevolg van het zone eigenschap scriptberekeningen.

Zie ook…

Zonecategorieën (Opties menu) en het menu Berekenen items inhoofdstuk 5.

Page 219: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

219

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zone Definitie MethodenEr zijn twee zone definitie methoden: u kunt de contour van eenzone handmatig tekenen, of laat het Ar chiCAD automatischherkennen d.m.v. wanden.

Als de zone arcering is bepaald, verschijnt de zonestempelautomatisch op de plattegrond.

De Polygoonlijn methode is de beste keuze als de grens van dezone niet duidelijk omringd is door wanden, of de zone bevatverscheidene ruimtes die gescheiden worden door wanden. Metdeze methode, tekent u een polygoonlijn (zoals bij elke anderepolygoon) door op elke hoek van de zone te klikken. DeMuisbegrenzing is beschikbaar voor het bepalen van de zone. Ukunt het tekenen van de polygoonlijn beëindigen door of nog eenkeer op het beginpunt te klikken of te dubbel-klikken op hetlaatste punt, of klik op OK in de Controlebox. In dit geval, wordtde contour automatisch afgemaakt.

De Automatische Zone Herkenning methode is gebaseerd ophet feit dat de meeste zones omgeven zijn door wanden en deenige openingen deuren en ramen zijn. Klik met de cursor binneneen gebied dat volledig door wanden is omgeven en ArchiCADherkent het automatisch als een zone door er een zone ar cering eneen zonestempel in te plaatsen.

De twee optionele methoden besturen deze herkenning. Kiest uhet eerste icoon van de Automatische Zone herkenning, danbepaald ArchiCAD altijd het zonegebied d.m.v. de binnenrandenvan de wanden.

Bij het klikken op het icoon van de andere methode, beschouwtArchiCAD de referentielijnen van de wanden als de gr enzen vande zone. Zelfs als u wanden had geconstrueerd met de binnenreferentielijnen, overlappen de zone-arceringen de wandsymbolenniet totdat u de opdracht Vooraan gebruikt uit het menuGereedschappen.

Als de zone openingen heeft, die geen ramen of deuren zijn, zoektArchiCAD verder voor grenzen buiten de ruimte eenheid die ugraag wilde identificer en als een zone. In dit geval, is het r esultaatniet wat u verwacht (zie de figuur r echtsonder). In dit geval is hetgebruik van de Polygoon methode aangeraden.

Page 220: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

220

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Met alleenstaande-ruimten, kan de automatische herkenning tochhet gewenste resultaat opleveren zelfs al is de zone open.ArchiCAD zoekt naar wanden die de zone moeten omsluiten enals hij er geen kan vinden, sluit het automatisch de zone.

Zone-instellingZones zijn bibliotheekelementen, en de instellingen zien er bijnahetzelfde uit als die van de Object of Raam/Deur instelling.

Categorieën en Stempel VoorbeeldenIn het voorbeeldgebied wordt de zonestempel weergegeven. Zonestempels zijn toegewezen aan zone categorieën, wat betekent datbij het verander en van de categorieën in de Parameters, hetvoorbeeld wordt vervangen door een nieuwe.

Naast het voorbeeldgebied is een lijst waaruit u een zonecategoriekunt kiezen. Zones die dezelfde functie hebben vormen eencategorie, d.w.z. toiletten, keukens, enz. Zonecategorieën wordenbepaald door naam, code, kleur en zone stencil, samen met eenset parameters. Er is een set voorafbepaalde zonecategorieën inArchiCAD, u kunt deze echter bewerken en er nieuwe aantoevoegen d.m.v. het Zonecategorieën venster in het menu Opties.

Page 221: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

221

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zone Naam en NummerDeze velden geven u de mogelijkheid de zonestempel op deplattegrond te identificeren. De zonenaam en -nummer moetenindividueel voor elke zone worden gedefiniëerd.

Als een zone is gedefiniëerd en het zonestempel is op deplattegrond geplaatst, dan wor den verscheidene stukkengeometrische informatie (zonegebied, zonecontour, contour vanopeningen, contour van wanden, omringend wandgebied, enz.)automatisch ber ekend. Deze parameters worden in de Zonelijstgezet.

Zonestempel Tekstgrootte en kleur

U kunt de tekst grootte van de zonestempel bepalen in absolutewaar den, zodat de gr ootte op het scherm verandert als u de schaalverandert. Voor verdere informatie over vaste en elementen die opschaal staan, bekijk Schaal in hoofdstuk 1.

U kunt de gewenste kleur voor de zone instellen in het vakje voorhet pennummer of u kunt de voorafbepaalde stempelkleurengebruiken d.m.v. het aankruisvakje Zonestempel kleurengebruiken.

Hoogte, Niveau en afwerkvloer DikteZones worden bepaald door de volledige inhoud van de ruimteboven het niveau van de eigenlijke verdieping. U kunt er echtervoor kiezen, om de inhoud van de structuur van de vloer buitende zone te houden. U typt dan de dikte van de afwerkvloer in hetdaarvoor bestemde vakje en het verlaagt de hoogte.

ParametersMet de additionele parameters van de zonestempel, kunt u het 2Duiterlijk en de inhoud van de zonestempel en zonelijst bepalen.

Er kan een ongelimiteerde variëteit zonestempels worden gescriptin 2D GDL en, de inhoud van de parameterlijst kan verschillen vanzonestempel tot zonestempel. Deze parameters hebben effect ophet uiterlijk en de inhoud van het zonestempel.

Gemeten oppervlak

In het geval van geselecteerde zones, vindt u het oppervlakd vande laatst geselecteerde zone in dit veld. Als er een default zonegecreëerd wordt is dit veld grijs.

Page 222: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

222

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ZonetechniekenDe technieken beschreven onder Polygonen bewerken inhoofdstuk 3 zijn ook beschikbaar voor Zones.

Uitzonderingen zijn:

- Openingen in zones kunnen worden opgerekt met hetMarkeer-gereedschap, maar kunnen niet wor den geselecteerdof verwijderd worden los van de zone

- Zones kunnen niet gedimensioneerd worden, omdat ze aldimensie data bevatten.

Zie ook…

De opdracht Zones actualiseren in het menu Ger eedschappen vanhoofdstuk 5.

Page 223: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

223

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Arcerings-gereedschapMet het Arcerings-gereedschap kunt u verschillende oppervlaktenmarker en op uw plattegrond en 2D r epresentaties. U heeft debeschikking over een verscheidenheid aan kant en klare of eigengemaakte ar ceringspratr onen. Vloertegels of betimmering opplattegronden of een grafisch detail aan aanzichten toevoegen zijnvoorbeelden van het gebruik van het arcerings-gereedschap.

Het arcerings-gereedschap wordt ook gebruikt om een oppervlakaf te meten op uw plattegrond. Dit produceert een tekstelementdat volledig associatief is en elke verandering in het geassocieerdear cerings oppervlak volgt.

Arceringen worden berekend in hoeveelheden d.m.v.geassocieerde eigenschap beschrijvingen en componenten. Dezebeschrijvingen kunnen gekoppeld worden aan de penkleur, hetar ceringspatroon of beide van een Arcerings-polygoon.

Geometrische methodenHet tekenen van Arceringen is vergelijkbaar met het cr eëren vanVloeren of Daken. Er zijn drie Geometrische Methoden voor hetArcerings-gereedschap, zoals hieronder besproken. Cursorsnap enander e constructiehulpmiddelen zijn beschikbaar om het patr oonaan de bestaande structur en aan te passen.

Polygoon methode - u tekent de contour met de muis.

1) Zorg ervoor dat het Arcerings-gereedschap geselecteerd is.

2) Kies de Polygoon geometrische methode uit de Infobox.

3) Bepaal het contour polygoon van het gebied dat u wiltar ceren door op elke knoop van dat gebied te klikken.

Rechthoekige methode - de rechthoek is getekend in referentietot tegenover elkaar liggende hoekpunten en het actieve raster.

1) Zorg ervoor dat het arcerings-gereedschap geselecteerd is.

2) Kies de Rechthoekige geometrische methode uit de Infobox.

3) Bepaal de contour r echthoek van het gebied dat u wiltar ceren door een diagonale lijn door het gebied te tekenen.

Geroteerde Rechthoek methode - de rechthoek wordt getekendmet referentie aan twee hoekpunten en een referentielijn.

1) Zorg ervoor dat het arcerings-gereedschap geselecteerd is.

2) Kies de geroteerde Rechthoek geometrische methode uit deControlebox.

Page 224: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

224

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

3) Bepaal de r otatievector van de ar cering door een lijn tetekenen die de basis referentielijn is van de ar cering.

4) Bepaal de contour r echthoek van het gebied dat u wiltar ceren door weg te bewegen van de basislijn tot aan degewenste lengte van de arcering. Let op dat de rotatievectornormaal de lengte van de twee randen die er parallel aan zijnbepaalt. U kunt deze begrenzing overschreiden door op de[Shift] toets te drukken als u de rotatievector tekent.

Toevoeging van oppervlakte TekstAls het vakje Tekstoppervlak tonen aangekruist is in de Arcerings-instellingen (hier onder beschreven), verschijnt het hamertje, die uvraagt de tekst te positioneren met een klik, die het berekendear cerings oppervlak aangeeft. Deze procedure is hetzelfde voorelke geometrische methode gebruikt om een arcering tetekenen.Oppervlakte labels zijn altijd leesbaar vanaf de onderkantof de rechterkant van de tekening na r otatie of spiegeling. Als ualleen de tekst van een arcering selecteert en wilt bewerken, kiestu de laatste opdracht van het menu Bewerken die deDimensioneringstekst-instelling opent, waarin u het lettertype enpen karakteristieken van de geselecteerde oppervlaktetekst kuntbewerken. Een klik op het Teksticoon in de Infobox is hetzelfde.

Dit venster is eerder in het Dimensionerings gedeelte behandeld.

Arcerings-instellingMet de Arcerings-instelling kunt u de karakteristieken vangeselecteerde arceringselementen of de defaults instellen.

Page 225: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

225

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De meeste instellingen van het Arcerings-gereedschap zijn albesproken in het Algemene gedeelte van de Gereedschaps-instellingen. Alleen de verschillen en de specifieke opties staanhieronder.

ArceringspatronenOm een arceringspatroon te selecteren, kiest u er een uit het pop-up menu zoals hier onder. De arceringspatronen wordenweergegeven in alfabetische volgorde van links naar r echts en vanboven naar beneden.

De pop-up van de arceringspatronen geeft ze weer met de huidigepenkleur instellingen: de arceringskleur en de achtergrondar ceringskleur.

Er zijn twee typen ar cerings representaties beschikbaar inArchiCAD:

- Vectoriële arceringen zijn samengesteld uit enkelvoudige lijnenof lijnsegmenten, dit kan gebruikt worden voor plotafdrukken. Om de vectoriële vorm van elk ar ceringstype opuw scherm te zien, activeert u de knop voor de vectoriëlear cering in de opdracht Opties/Weergave.

- Bitmap ar ceringen kunnen ingewikkelder zijn dan vectoriëlear ceringen, omdat ze samengesteld zijn uit pixels.

Deze twee typen arceringen zijn geassocieerd met elkaar, zodatelk bitmap arceringspatroon een vectoriële arcering heeft.

Buiten deze twee type arceringen kunt u ook Dichte arceringselecteren onder Polygoonarceringen in het menu Opties/Weergave.

De arceringspatronen uit het pop-up menu zijn de bitmaprepresentaties van elk arceringspatroon. Elk patroon heeft ook eendefault naam, die veranderd kan worden door instellingen van dear cering onder het menu Opties.

Page 226: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

226

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

U kunt ook de instelling Alle arceringen transparant kiezen inde Opties/Voorkeuren/Overigen

Zie ook…

Om meer te leren over het verschil en het gebruik van de bitmapen vectoriële patronen, zie de opdrachten Arceringen… enOpties/Weergave in hoofdstuk 5.

Arceringen met of zonder kaderDe radioknoppen voor de kaders bepalen of de arceringengetekend worden met of zonder een kader.

Het arceringskaderlijn pop-up menu laat u een keuze makentussen verschillende lijnen voor het kader. De lijnen kunnenworden bewerkt in het Lijnen dialoogvenster van het menuOpties. Het pennummer vakje laat de huidige penkleur van hetar ceringskader zien.

Arcerings OriëntatieEr zijn twee ar cerings oriëntaties beschikbaar in de Ar cerings-instellingen en als Constructie Methoden in de Infobox. Dezeopties worden alleen toegepast op arceringspatronen als ze zijnweergegeven in vectoriële vorm.

• T.o.v. project nulpunt het arceringspatroon begint bij hetproject nulpunt en geeft dat gedeelte van het patroon weer datbinnen de ar ceringsgrenzen ligt.

• T.o.v. arcerings nulpunt het arceringspatroon begint bij hetnulpunt van het ar ceringselement. Als men tekent met dezeoptie bepaald de eerste klik het arcerings nulpunt en detweede het eindpunt van de oriëntatievector.

U kunt de ar ceringsorientatie instellen als een weergave optieonder Arceringshendels in het menu Opties/Weergave opties.

ArceringstechniekenAlle technieken voor het bewerken van Polygonen zijnbeschreven in hoofdstuk 3 en deze zijn beschikbaar voorar ceringen.

Een Blanco Arcering toevoegenSoms is het handig een onzichtbaar ar ceringspatroon te creërenom een gebied in uw plattegrond te meten. Om dit tebewerkstelligen:

Page 227: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

227

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

1) Zorg ervoor dat het Toon oppervlaktetekst aan staat in dear cerings-instelling.

2) Selecteer het Lege arceringspatroon in de ar cerings-instelling.

3) Teken het arceringselement boven op het bestaande project.

4) Plaats de oppervlaktetekst met het Hamertje.

Lijn-gereedschapLijnen zijn de meest simpele constructie-elementen in ArchiCAD.Ze kunnen elke 2D vorm creëren zonder het gebruik vanbegrenzingen.

In de default vorm van de gereedschappen, worden de Lijn, Boog/Cirkel en Curve-gereedschappen weergegeven door één icoon.Ziet u het icoon van het Lijn-ger eedschap niet, klik dan op heticoon van de Boog/Cirkel of Curve en druk op het pijltje in derechteronderhoek van het icoon. Of kies Venster/Zwevendepaletten/Paletvormen en kies de uitgebreide optie voor degereedschappen.

Geometrische methodenEr zijn vier Geometrische methoden voor het tekenen van lijnen.

De Enkele Lijn methode produceert een enkelvoudige rechte lijnbepaald door een beginpunt en een eindpunt.

De Polygoonlijn methode produceert een serie rechte Lijnen dieaan elkaar zitten bij de eindpunten. Als u klikt om een lijn teeindigen begint er automatisch een ander e lijn. Het klikken op deknop Annuleren in de Contr olebox of dubbel-klikken op hetlaatste eindpunt eindigt de PolygoonLijn. Elke lijn binnen dePolygoonlijn is een individueel element dat apart bewerkt kanworden.

De Rechthoek methode produceert een Polygoonlijn die bestaatuit vier Lijn elementen met samenvallende eindpunten. Derechthoek wordt bepaald door twee hoekknopen tegenover elkaarte plaatsen (het begin- en eindpunt). Het beginpunt bepaalt de Ycoördinaat van de Basis Refer entielijn van de Rechthoek en heteindpunt bepaalt beide X en Y coördinaten van de tegenoverelkaar liggende hoeken. In de Rechthoekige methode zijn de vierLijnen altijd op één lijn orthogonaal met het raster .

De Gedraaide Rechthoek methode produceert vierPolygoonlijnen zoals met de vorige methode, maar u bepaaldalleen eerst een rotatievector voor de Basis Referentielijn van de

Page 228: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

228

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Rechthoek. De rotatievector bepaald ook de lengte van de tweelijnen die er parallel aan liggen. Door de [Shift] toets een keer in tedrukken, kunt u de lengte component begrenzing uit zetten enalleen de rotatiehoek component van de rotatievector gebruiken.

Lijn-instellingDe instellingen voor de lijnen zijn ver gelijkbaar met die vanander e gereedschappen, die besproken zijn in de Algemenegereedschaps-instellingen in dit hoofdstuk. Alleen de verschillenen specifieke instellingen worden hier besproken.

Pijlkopjes-instellingHet lijn-gereedschap deelt de selectie pijlkopjes met hetDimensionerings-gereedschap. U kunt de stijl van het Pijlkopjevan bestaande lijnen verander en door ze te selecteren en de Lijn-instellingen te openen, waarin u de aankruisvakjes kuntaankruisen. Hier kunt u ook een default stijl kiezen - zonder lijnente selecteren - voor nieuwe lijnen. Let op dat de grootte, penkleuren pendikte voor de pijlkopjes onafhankelijk kunnen wordeningesteld.

Page 229: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

229

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het laatste type pijlkopje is speciaal, omdat het de lijn verdubbeldmet aan elk eind een pijlkopje. Met het gebruik van deze lijn snaptde cursor naar de onzichtbar e as tussen de twee zichtbare lijnen.

Constructie methodenEr zijn vier Lijn Constructie methoden n.l.:

De methode Zonder Pijltjes produceert een enkelvoudige lijnzonder pijlkopjes.

De methode Start Pijltje produceert een lijn met een Pijlkopje aanhet beginpunt met de huidige stijl instelling.

De Einde Pijlkopjes methode produceert een lijn met de huidigestijl van het pijlkopje aan het einde van de lijn.

De Dubbele Pijlkopjes methode produceert een lijn met dehuidige stijl pijlkopjes aan beide einden van de lijn.

Lijn techniekenEr zijn verschillende technieken voor het modificeren enbewerken van lijnen beschikbaar.

Middenpunt van een LijnOm het middenpunt van een lijnelement te vinden, beweeg metde cursor in de buurt van het midden en wacht tot het V inkjeverschijnt. Deze techniek helpt u middenpunten te vinden tussenelementen.

Verbinden, Hoek Afronden/AfschuinenDeze opdrachten worden gebruikt voor de verbindingen vanlijnen. Bekijk de corr esponderende opdrachten in hoofstuk 5.

Cirkel/boog-gereedschapHet Cirkel/boog-gereedschap wordt gebruikt om ronde enellipsvormige elementen te tekenen op de plattegrond. Het isvooral gemakkelijk te gebruiken voor het tekenen van bogen dielater in constructie elementen worden omgezet met hetToverstokje (zie Element Transfor matie in hoofdstuk 3).

In de default vorm van de gereedschappen, worden de Lijn, Boog/Cirkel en Curve-gereedschappen weergegeven door één icoon.Ziet u het icoon van het Cirkel/boog-gereedschap niet, klik dan ophet icoon van de Lijn of Curve en druk op het pijltje in de

Page 230: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

230

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

rechteronderhoek van het icoon. Of kies Venster/Zwevendepaletten/Paletvormen en kies de uitgebreide optie voor degereedschappen.

Geometrische methodenIn de Infobox staan zeven Geometrische Methoden om te helpenbij het tekenen van Cirkels, Bogen of Ellipsen.

De Middelpunt methode bepaald een Boog of Cirkel door driekeer te klikken:

1) Het Middelpunt, die het nulpunt van de Boog of Cirkel in deplattegrond plaatst.

2) Het beginpunt, die de radius bepaald.

3) Het eindpunt, voor een Boog kan dat elk punt langs deomtrek zijn. Voor een Cirkel, moet u of het eindpunt rond deomtrek slepen of, korter, dubbel-klik op het beginpunt.

U kunt een Boog eindigen door de hoekcomponent naar hetgewenste aantal graden te slepen en dan te dubbel-klikken. Omeen Boog te tekenen met een andere hoek dan bepaald door hetderde punt, activeer het Pijl-gereedschap, selecteer de Boog, klikeen keer op het derde punt en beweeg het tot de gewenste hoekverkregen is. Maak de Boog af d.m.v. een laatste klik. Om eencomplete cirkel te maken, klik een keer op het derde punt beweegdan r ond het centrum van de cirkel en klik nog een keer op heteerste punt.

De Drie-Punt methode construeert de omtrek van de Boog ofCirkel zodat het door drie punten heen gaat die u op deplattegrond heeft aangeklikt. U maak de Boog of Cirkel af door dehoekcomponent naar de gewenste grootte te slepen en nog eenkeer te klikken.

1) Klik het eerste punt met het Vinkje of de Kruis cursor.

2) Klik het tweede punt met het Potlood.

3) Klik het derde punt voor de omtrek.

4) Bepaal de Booghoek en klik om hem af te maken.

Page 231: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

231

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De Raaklijn methode creëert alleen Cirkels. Maar, elke cirkel kanbewerkt worden in een Boog.

Dit is de meest complexe en krachtigste methode van de vier. DeRaaklijn methode heeft soms een muisbeweging nodig om degewenste Cirkel te voltooien, dit hangt af hoeveel van de driemogelijke raaklijnen u gedefiniëerd heeft.

Dit proces heeft drie punten nodig zoals de Drie-Punt Methode,maar met één van de drie punten kan een raaklijn zijn aangegevendoor de Mercedes, een knoop door het Vinkje of een vrij-zwevendpunt door de Kruis cursor. Een eindpunt kwalificeert niet als eenraaklijn als u deze methode gebruikt, dus een maximum van tweeeindpunten is toegestaan. Als er meer dan twee zijn geselecteerd,gaat het proces terug naar de Drie-Punt Methode van hierboven.

Deze methode is beperkt tot lineaire raaklijnen. Alle raaklijnenmoeten op de rechte randen van Vloer en, Lijnen enz. zitten. Kliktu op een gebogen rand met de Mercedes, dan gaat de Cirkel doordat punt in plaats van dat het een raaklijn van de r onding is.

U kunt dit bepalen vanuit een tot drie raaklijnen:

- één raaklijn/twee punten

- twee raaklijnen/één punt

- drie raaklijnen

In de eerste twee gevallen, worden elke volgorde van een raaklijnen punt definities geaccepteerd. Het hangt af van de geometrischesituatie of er, één tot vier oplossingen mogelijk zijn voor de Cirkel.

Na op de derde rand of punt geklikt te hebben, moet u eenbeweging maken met het Oogje in de gewenste richting van decirkelpositie. Een grijze cirkel flipt van de ene positie naar deander e als u de cursor beweegt. Klik als de cirkel op de goedeplaats staat om de cirkel af te maken.

Als er geen oplossing is, (b.v., als u drie parallel randen definiëerdals raaklijn), dan wordt er geen cirkel gemaakt.

Drie raaklijnen hebben een beweging met het Oogje nodig om tebepalen welke van de vier mogelijke oplossingen gewenst is.

1) Klik op de raaklijn met de Mer cedes cursor.

Page 232: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

232

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

2) Klik op de tweede raaklijn met het Gestreepte Potlood.

3) Klik op een vrij punt met het Witte Potlood.

4) Gebaar met het Oogje voor de gewenste oriëntatie.

5) Klik om het proces te beëindigen.

De Polygoonboog methode creëert een aaneengesloten curveopgebouwd uit Bogen. Deze methode is gebaseerd op de raaklijn+ twee punten definitie voor elke boog in de curve. U bepaalt deeerste raaklijn vrij, en ook het begin- en eindpunt van de eersteboog. Elke volgende boog gebruikt de raaklijn van het eindpuntvan de vorige boog en het eindpunt zelf als nieuw beginpunt,terwijl u het eindpunt van deze nieuwe boog weer vrij bepaalt.

Als u een curve wilt bewerken of selecteren, wordt elke boogonafhankelijk behandeld.

Page 233: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

233

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De Diagonale Ellips methode creëert een Ellips in eenrechthoek. De methode rekt een ellips in een onzichtbarerechthoek bij de punten van zijn diagonaal.

1) Klik voor een beginpunt van de denkbeeldige rechthoek.

2) Rek de denkbeeldige diagonaal uit, u krijgt ellipsen vanverschillende groottes getekend in de onzichtbare rechthoek.

3) De tweede klik definiëert de ellips in de gewenste grootte.

De Semi-Diagonale Ellips methode werkt op hetzelfde als deDiagonale methode maar u bepaald de denkbeeldige rechthoekd.m.v. het middel- en het eindpunt van de semi-diagonaal.

De Ellips Radius methode bepaald een elipsvormige boog d.m.v.hoofd- en een andere radius en de hoek van de boog.

1) Klik op het middelpunt van de ellips.

2) Kies de oriëntatie van de hoofdradius door nog een klik.

3) U krijgt de elastischelijn van de tweede radius die u r ekt totverschillende groottes en hoeken. U ziet dan dat de ellips pastin de lengte van de twee radi. Rekt u de kleine radius te ver ofopgelijnd met de hoofdradius dan kunt u de ellips niet maken.

Page 234: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

234

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

4) In de laatste fase houdt Ar chiCAD de ellips vast terwijl u dezijden van de hoek van de boog bepaald. Eerst bepaalt u metde elastische lijn de zijde waar vandaan de hoek start. Dan eenander e zijde die de hoek sluit. ArchiCAD volgt de hoek met deElliptische boog. Geen van de zijden van de hoek blijvenzichtbaar als de boog wordt getekend.

Cirkel/Boog-instelling

De instellingen van de Cirkel/Boog zijn vergelijkbaar met deinstellingen van ander e gereedschappen die besproken zijn in deAlgemene instellingen van de gereedschappen. Alleen deverschillen en specifieke instellingen worden hier besproken.

Page 235: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

235

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Pijlkopjes-instellingHet Cirkel/Boog-gereedschap heeft dezelfde selectie voorPijlkopjes als de Dimensionerings- en Lijn-gereedschappen,behalve voor de dubbele-lijn stijl. Let op dat de grootte, penkleuren pendikte voor de pijlkopjes onafhankelijk kunnen wordengespecificeerd.

Alleen Bogen getekend met dit gereedschap kunnen Pijlkopjesbevatten: Cirkels zijn gesloten elementen zonder beginpunt ofeindpunt en kunnen dus geen Pijlkopjes bevatten.

- Als u een Boog begint te tekenen en deze later besluit dicht temaken dan verdwijnen de Pijlkopjes.

- Als u een Cirkel omzet in een Boog door de cirkel te openenzoals hieronder beschreven, moet u de Pijlkopjes toevoegend.m.v. de Cirkel/Boog-instellingen.

Constructie methodenEr zijn vier Pijlkopjes Constructie methoden voor Bogen. Deze zijnprecies hetzelfde als voor Lijnen.

Nadat u een Boog geconstrueerd heeft, kan de stijl van hetPijlkopje verandert worden in een van de 12 Stijlen diebeschikbaar zijn in de Cirkel/Boog-instellingen.

De methode Zonder Pijlkopjes produceert een simpele Boogzonder pijlkopjes.

De methode Begin Pijl produceert een boog met een pijlkopjeaan het begin van de Boog in de huidig geselecteerde stijl.

De methode Eind Pijl produceert een Boog met een Pijlkopje aanhet eind in de huidig geselecteerde stijl.

De Dubbele Pijl methode produceert een Boog met de pijl in dehuidige stijl aan beide einden van de Boog.

Cirkel/Boog TechniekenDe volgende technieken kunnen worden gebruikt om bogen enCirkels te veranderen.

Verslepen-Bewerken van Cirkels en BogenU kunt het Pijl-gereedschap gebruiken om een corresponderendeindpunt te verslepen, een kwadrant knoop of de omtrek:

- De lengte van een Boog kan veranderd worden door eeneindpuntknoop van de boog met het Vinkje te verslepen.

Page 236: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

236

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Een Boog Sluiten (Omzetten in een Cirkel) kan door deeindpuntknopen van de Boog naar elkaar toe te slepen methet Vinkje.

- De omtrek van de Cirkel openen (Omzetten in een Boog)gebeurd door één van de kwadrant knopen met het Vinkje teverslepen.

- Vergroten of verkleinen van de Radius van een Boog of Cirkelkan door de omtrek te verslepen met de Mercedes Cursor

- Verplaats het Centrum door de centrum knoop met het Vinkjete verslepen.

Curve-gereedschapHet Curve-gereedschap is ideaal om met gemak en precisie eigengemaakte curves te genereren en bepalen. Het gereedschap kaneen oneindig aantal series eigen gemaakte curves genereren. Dezecurves worden Natuurlijke curves of Bézier curves genoemd. Ditgereedschap geeft u een grotere vrijheid in het bepalen van vrijestructur en en objecten zonder de begrenzing van het Boog-gereedschap.

In de default vorm van de gereedschappen, worden de Lijn, Boog/Cirkel en Curve-gereedschappen weergegeven door één icoon.Ziet u het icoon van het Curve-gereedschap niet, klik dan op heticoon van de Lijn of Cirkel/boog en druk op het pijltje in derechteronderhoek van het icoon. Of kies Venster/Zwevendepaletten/Paletvormen en kies de uitgebreide optie voor degereedschappen.

Geometrische methodenEr zijn twee manier en waar op curves bepaald kunnen wordenbinnen Ar chiCAD. Elke manier vor mt zijn eigen type curve:Natuurlijke en Bézier . Dit kunt u instellen in de Curve-instellingenen in de Infobox.

Natuurlijke curves kunnen worden gedefiniëerd door knopen teplaatsen, die het programma automatisch verbindt, en daar dooreen mooie curve vormt. De hoek van het raakpunt en de vormvan de curve die ermee gemaakt wordt, wordt beïnvloed doorelke volgende knoop die verder gedefiniëerd wordt. U kunt dezeopdracht eindigen door te dubbel-klikken op de laatste knoop, ofdoor op de OK knop te klikken in de Controlebox. OK aanklikkenresulteert altijd in een gesloten curve.

Page 237: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

237

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Bézier curves zijn complexer, maar u kunt er eigen gemaaktevormen beter mee reproduceren. Bézier curves worden bepaalddoor knopen, net zoals de natuurlijke curves, maar ze hebben ookbewerkbare raakpunthendels aan elke kant van deze punten. Devorm van de Bézier curve hangt af van de richting van hetraakpunt, en de lengte van elke raakpunthendel.

Als u Bézier curves ontwerpt, klik een keer met de muis om eenknoop te plaatsen, en houdt de knop ingedrukt. Door in eenrichting van de knoop weg te bewegen, bepaalt u in feite heteerste raakpunt, en de lengte van de hendel. Laat u de muisknoplos, dan gaat Ar chiCAD er vanuit dat u naar de definitie van devolgende knoop wilt spingen met uw volgende klik. Druk de muisin, en bepaal dan de volgende raaklijn en knoop zoals hierboven.U kunt deze opdracht afmaken door te dubbel-klikken op delaatste knoop, of twee keer op de [Enter] knop te drukken of deOK knop in de Controlebox aan te klikken.

U kunt de Bézier curves bewerken door de lengte van elke hendelapart te variër en. Let op dat er maar een hoek geassocieerd is metbeide hendels van een knoop, maar de lengte van elke hendel kanverschillen. Hoe langer de bewerkings hendel is, hoe glooienderde curve is bij het controlepunt.

Let op: De bewerkingshendels van de Bézier curve zijnzichtbaar op de plattegr ond als ze geselecteerd zijn. Als ermeerdere Bézier curves tegelijkertijd geselecteerd zijn, zijnalleen de hendels van de curve die het laatst geselecteerd iszichtbaar .

Page 238: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

238

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Geselecteerde Curves kunnen van het ene type naar het ander eomgezet worden door het gewenste icoontje aan te klikken, of inde Controlebox, of in de Curve-instellingen.

Constructie methodenEr zijn vier Curve Constructie methoden uit de Infobox en ook inde Curve-instellingen. Deze zijn identiek aan die van de Lijnen:Geen Pijl, Begin Pijl, Eind Pijl en een Dubbele Pijl.

De stijl van het Pijlkopje kan ingesteld worden op een van de 14stijlen die beschikbaar zijn in de Curve-instellingen.

Curve-instelling

De instellingen van het curve-gereedschap zijn vergelijkbaar metander e instellingen, alleen de verschillen worden hier besproken.

Open en Gesloten CurvesCurves kunnen open of gesloten zijn. U kunt een type in hetPlattegrond Attributen gedeelte van de Curve-instelling kiezen.

Let op: Als u het tekenen van een Curve eindigt door op deOK knop te klikken in de Controlebox, dan krijgt u altijd eenGesloten Curve.

Page 239: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

239

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Pijlkopjes-instellingenHet Curve-gereedschap heeft dezelfde instellingen voor Pijlkopjesals de Dimensionering, Lijn en Cirkel/Boog-gereedschappen. Letop dat de grootte, pendikte en penkleur van de Pijlkopjesonafhankelijk kan worden ingesteld. Alleen open curves kunnenPijlkopjes bevatten: gesloten curves zijn geen open elementen meteen begin en eind punt, dus er zijn geen Pijlkopjes. Als u eencurve met Pijlkopjes begint te tekenen, en het later besluit decurve te sluiten, dan verdwijnen de pijlkopjes vanzelf.

Curve technieken

Het Verslepen van CurvesU kunt het Pijl-gereedschap gebruiken om een curve te verslepend.m.v. het eindpunt, knopen, of omtrek. Als het Curve-gereedschap actief is en er is een Curve geselecteerd, moet u deopdracht Verslepen gebruiken om de hele curve te verplaatsen.

Het Bewerken van CurvesAls het Curve-gereedschap geselecteerd is in de Gereedschappen,kunt u de geselecteerde curves op de volgende manier bewerken:

- U kunt de knopen herpositioneren door de curve knopen teklikken en te verslepen (inclusief de eindpunten) of de curvebewerkingshendels (alleen Bézier curves).

- Door op de omtrek van een curve te klikken, kunt u eennieuwe knoop creëren die dan klaar is om te verslepen.

Let op: Om verscheidene knopen tegelijkertijd opnieuw tepositioneren, kunt u het Markeer -gereedschap gebruiken.

Page 240: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

240

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Markeerpunt-gereedschap

Markeerpunten tekenenOm markeerpunten aan uw plattegr ond toe te voegen, volgt u devolgende stappen:

1) Selecteer het Markeerpunt-gereedschap door erop te klikken.

2) Klik op de lokatie waar u een markeerpunt toegevoegd wilthebben. Alle normale constructiehulpmiddelen zijnbeschikbaar om u te helpen met het positioneren.

Let op: Markeerpunten verschijnen niet op afdrukken.

Markeerpunt-instelling

Lagen & PennenDeze instellingen werken hetzelfde voor dit gereedschap als voorander e Gereedschaps-instellingen. Bekijk het gedeelte overInstellingen voor een volledige beschrijving.

Page 241: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

241

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Doorsnede/aanzicht-gereedschapDit gereedschap wordt gebruikt om aanzichten en doorsnedenvan het model te maken door doorsnedelijnen op de plattegrondte plaatsen.

Het Doorsnede/aanzicht-gereedschap plaatst standaar dDoorsnede/aanzicht lijnen op de plattegrond met optionelebreekpunten, inclusief markeersymbolen met ID’s. Elkedoorsnedelijn wordt automatisch aan een nieuw venstergekoppeld waarin het Doorsnede/aanzicht model kan wordenweergegeven.

Doorsnede/aanzicht lijnen verschijnen op alle verdiepingen in hetProject.

Het plaatsen van DoorsnedelijnenVolg de volgende stappen voor het plaatsen van eendoorsnedelijn:

1) Om een doorsnedelijn te beginnen, klik met de muis om meteen elastische lijn te tekenen op de plattegrond.

2) Met de tweede klik definiëerd u de richting van de lijn en delengte van het eerste segment. Alle segmenten van deDoorsnedelijn zijn parallel aan dit eerste segment, alhoewel uloodrechte hoeken kunt maken (trapsgewijs),.als u de lijnverlengt.

3) Om de doorsnedelijn af te sluiten, klikt u twee keer op heteindpunt of klikt op de OK knop in de Controlebox.

4) Door met het Oogje te klikken kunt u de oriëntatie en dediepte voor begrensde doorsneden instellen.

5) De pijlkopjes en ID’s worden automatisch geplaatst nadat dedoorsnedelijn compleet is.

Page 242: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

242

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Doorsnede/aanzicht-instellingMet de Doorsnede/aanzicht-instelling kunt u aangeven hoe uwdoorsneden of aanzichten eruit komen te zien.

PennenU kunt verschillende pennen selecteren voor de doorsnedelijn enhet doorsnede ID.

LijntypenU kunt het lijntype kiezen uit de pop-up lijst voor de Doorsnedeop de plattegrond. U kunt ook eigen gemaakte lijnen creërend.m.v. de opdracht Lijnen in het menu Opties.

Let op: Als u een Doorsnedelijn wilt die alleen op dedoorsnede segmentpunten verschijnt, selecteer een gestreepteLijn met een streepje van 5 mm en een zo lang mogelijkeopening, en wijs dit lijntype toe aan de geselecteerdeDoorsnede.

Zie ook…

De opdracht Lijnen (menu Opties) in hoofdstuk 5.

Page 243: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

243

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

PijlkopjesU kunt de gewenste pijlkopjes selecteren om de oriëntatie van dedoorsnede te markeren. Dan kunt u de gr ootte van de Pijlkopjesbepalen en bepalen of ze aan beide of aan een eind van de lijnmoeten verschijnen.

Lettertype & GrootteHiermee bepaald u de weergave van het referentie ID van hetDoorsnede/aanzicht op de plattegrond.

Horizontale begrenzingDe diepte van de Doorsnede kan gelimiteerd of oneindig zijn. Alsde diepte op Limiet staat, dan geeft het beeld niets meer weervoorbij de limiet lijn.

Verticale begrenzingHet resulterende beeld kan optioneel worden afgebakend doortwee horizontale vlakken. Afbakeningen zijn handig voor detailtekeningen.

Naam & Referentie IDMet gebruik van de tekstblokken in het bovenste gedeelte van hetdialoogvenster kunt u de naam bepalen voor de huidigedoorsnede met gebruik van maximaal 31 letters. Deze naamverschijnt dan in het V enster/Doorsnede/aanzicht submenu en inde titelbalk van het venster van het Doorsnede/aanzicht.

U kunt ook een Referentie ID van maximaal 7 letters bepalen voorde doorsnede die dan verschijnt op de doorsnede met deoriëntatie pijlkopjes.

Page 244: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

244

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Elementen knippenHiermee bepalen we de penkleur van de doorgesnedenelementen in het Doorsnede/aanzicht venster. Niet doorsneden,maar zichtbar e, elementen nemen de penkleuren aan die ze in deplattegrond hebben gekregen. De arceringen van de wanden,vloeren en daken kunnen voor elk element ingesteld worden inhun instellingen. Om de kleur en te zien in het doorsnede venster,activeer het aankruisvakje Doorsnede kleuren van elementengebruiken.

Doorsnede/aanzicht techniekenDe volgende paragrafen gaan over het bewerken vandoorsnedelijnen op de plattegrond. Technieken uit de Doorsnede/aanzicht vensters staan in hoofdstuk 2.

Het Selecteren van Doorsnede/aanzichtenU kunt een doorsnedelijn selecteren met de bewerkknopen. Dezezijn aan beide einden van de Doorsnedelijn te vinden, in hetmidden van de segmenten, en in het midden van de lijn., of bij dedoorsnede offset of lijnen waar de cursor in een Mer cedesverandert.

Het Aanpassen van DoorsnedelijnenOm een geselecteerde doorsnedelijn als geheel te manipuleren,kunt u het Pijl-, of het Markeer -gereedschap of elke andereopdracht uit het menu Bewerken gebruiken. Om de lengte vaneen doorsnede lijn of de stappen van een trapsgewijse doorsnedete veranderen, moet u ze selecteren en het Doorsnede/aanzicht-gereedschap activeren. Dan kunt u de lijnsegmenten d.m.v. eenlijn of middenpunt verslepen of oprekken. Voor trapsgewijsedoorsneden geld, als er een segment verder dan de volgendewordt versleept dan vervalt er een trap. Dit is een manier om eentrapsgewijse doorsnede simpeler te maken. Aan de andere kantkunnen er op deze manier géén nieuwe stappen meer toegevoegdworden. Voor meer informatie over de opdracht en van het menuBewerk zie hoofstuk 5.

Het Aanpassen van de Doorsnede DiepteU kunt de diepte van de geselecteerde doorsnede veranderendoor de limietlijn te herpositioneren en zo meer of minder

Page 245: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

245

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

objecten in te sluiten. U kunt de lijn verplaatsen door te klikken enhet dan naar de gewenste positie te verslepen.

Let op: Zorg ervoor dat het Doorsnede/aanzicht-gereedschapactief is voordat u hier mee begint.

Het Bekijken/Bewerken van de DoorsnedeU kunt uw doorsnede bekijken door de naam uit het menu Vensteronder het submenu Doorsnede/aanzicht te kiezen.

De weergegeven elementen zijn dezelfde als die zoudenverschijnen in het 3D venster. Met ander e woorden, dezichtbaar heid van de laag, de selectie en de instellingen uit hetSelecteren Beeld Items dialoogvenster zijn effectief.

Elk aanzicht dat u gener eert met het Doorsnede/aanzicht-gereedschap blijft een gedeelte van uw project zolang decorresponderende doorsnedelijn aanwezig is. Ook wordt elkbeeld opgeslagen als het gehele project wordt opgeslagen.

U kunt de inhoud van het Doorsnede/aanzicht venster opslaan alseen apart bestand in verschillende for maten. (bekijk de opdrachtBestand/Opslaan in hoofstuk 5.)

Zie ook…

De beschrijving van het Markeer-gereedschap bevat ookinstructies over het plaatsen van een aantal of de gehele inhoudvan het Doorsnede/aanzicht in uw pr oject.

Het effect van de verschillende opdrachten van het menuBewerken in de Doorsnede/aanzicht vensters is beschreven inhoofdstuk 5.

Camera-gereedschapHet Camera-gereedschap wordt gebruikt om de instellingen vande perspectief beelden, het Animatie pad, de VR panorama scènes,een pad voor de VR scènes en navigeerbare VR object filmpjes, tedefiniëren.

Camera typenDoor te Dubbel-klikken op het icoontje van het Camera-gereedschap in de ArchiCAD gereedschappen opent deCamera-instelling.

Page 246: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

246

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De inhoud van de Camera-instelling is verschillend voor de drietypen Camera’s.

Dit dialoogvenster en de plattegrond blijven samen actief, zodatde instellingen, de camera lokaties en oriëntaties verandertkunnen worden zonder het venster herhaaldelijk te openen en tesluiten. Maar het dialoogvenster verdwijnt als het 3D venster openis.

U kunt het cameratype kiezen door op de corresponderende tab teklikken in het bovenste gedeelte van het dialoogvenster of als eenConstructie methode uit de Infobox.

Perspectief Beelden en Animatie

Het Plaatsen van een CameraKies het Camera-gereedschap uit de Gereedschappen en zorgervoor dat de eenvoudige Camera optie actief is in de Camera-instellingen.

De eerste klik op de plattegrond plaatst een camera met defaultinstellingen. Teken een elastische lijn om de kijkrichting aan tegeven, en de tweede klik bepaald de positie van het doel in 2D.De hoogte van het doel wordt de default hoogte. Als dezeopdracht voltooid is verschijnt het icoontje voor de zon met dedefault instellingen.

Meer info over 3D projecties, zie het 3D weergave menu in hfdst.5.

Animatie definiërenHet plaatsen van verschillende camera’s maakt een camera pad. Ukunt de instellingen aanpassen in het Pad venster dat opent als uop de knop Pad… drukt links onder in de Camera-instelling.

Eén camera kan actief zijn, en dat is dan de camera weer gegevenmet de zon en kijkhoek symbolen. De actieve camera is de laatstgeplaatste, tenzij u een ander e selecteert. Elke camera die op deplattegrond geplaatst wordt, wordt aan het Animatie padtoegevoegd na de actieve camera.

Page 247: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

247

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

target

sun

handle

active camera

other cameras

path

Let op: Collecties 3D parallelle projecties kunnen ook aanelkaar gekoppeld worden voor een Animatie, maar dezewerken anders dan perspectieven. Er kan maar een enkele setparallel projecties bestaan en deze wordt bewerkt in de 3DProjectie-instelling/Parallelle projectie dialoogvenster en nietd.m.v. de Camera-instelling. Omdat de kijkpuntafstandoneindig is voor parallelle projecties kunnen ze niet wordenweergegeven op de plattegrond.

Zie ook…

Voor Animatie bekijk ook de opdracht Animatie cr eëren hfdst. 5.

Camera-instellingDe Camera-instelling laat u de default en geselecteerde Camera’sinstellen, Animatie paden definiër enn en modificer en, en eenaantal ander e waarden instellen.

Page 248: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

248

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Onder de Camera type tabs, kunt u de Animatie paden bepalen enmodificeren.

Elk nieuw project heeft een begin Pad dat de naam heeft: “00:Naamloos”. Hier bevinden zich dan de eerste camera’s die uplaatst. U kunt deze dan herbenoemen zoals hier onder.

Als uw project meer dan één Animatiepad bevat, kunt uoverschakelen d.m.v. de pad naam pop-up lijst.

U start een nieuwe collectie 3D projecties door op de knopNieuw... te drukken. In het Nieuw Pad toevoegendialoogvenster kunt u de naam voor het nieuwe pad intypen.D.m.v. het aankruisvakje kunt u de huidige set duplicer en als ueen nieuwe bepaald. Hierdoor kunt u de originele houden terwijlu een kopie modificeerd onder een ander e naam.

U kunt de naam van bestaande Animatiepaden verander en doorze te selecteren in de pad lijst pop-up menu en de knopHernoemen aanklikken. T yp de nieuwe naam in en klik OK.

Om de huidige set projecties te verwijderen, klik op de knopWissen. U wordt dan gewaarschuwt of u door wilt gaan met dezeactie. Als u dat doet, wordt de naam van het pad uit de lijstverwijderd en alle camera’s die het bevatte worden ook gewist.

Als er een enkel pad overblijft, kan dit niet worden gewist.

De twee numerieke veldjes onder de naam van het pad bevattenhet volgorde nummer van de Camera binnen het pad en het aantaltijdseenheden (frames) die de animatie beweging stilstaat bij degegeven camera voordat het verder beweegt naar de volgende.

U kunt tussen de camera’s naviger en van het huidige animatie paddoor de pijltjes te gebruiken naast het Camera nummer .

Onder deze twee veldjes zit de knop Vloeiend pad bij camera’som het Bézier camerapad bij geselecteerde camera’s op deplattegrond glooiend te maken. Dit hersteld de raaklijn die het padbepaald naar de originele conditie, als u deze had gemodificeerd.

Page 249: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

249

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Parameters

In de zes vakjes in het midden van de Camera-instelling kunt unumerieke waarden invullen voor de Camerahoogte,Kijkpunthoogte, Afstand, Azimut, Kijkhoek en Kijkschuinte van degeselecteerde camera. Daar net onder zijn nog een aantal vakjesvoor de numerieke waarden voor de zon.

Zie ook het instellen van de camera’s in het 3D bewerken gedeeltevan hoofdstuk 2.

Pad Opties

Met een knop onderin de Camera-instelling kunt u de Pad Optiesopenen en een aantal parameters en opties kiezen. U kunt denaam van het huidige Pad bepalen en modificer en, Bewegingenen Weergave Opties instellen, en een pen kiezen om het Pad aante geven op de plattegrond.

Besturing van de Beweging

De twee Camera Beweging vakjes bepalen de vorm van hetcamera pad tijdens de Animatie als volgt:

Page 250: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

250

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Kies of Bézier of Polygoon om de methode te kiezen om hetCamerapad te cr eëren. Bézier produceert een glooiendecamera beweging, terwijl de Polygoonpaden iets schokkenderzijn.

- Open of Gesloten Camera bewegingen, bepalen of het pad(gesloten) van het laatste plaatje terug komt naar het eerste inde Padlijst of niet (open).

De Kijkpunt beweging bepaald de vorm van het pad naar hetkijkpunt tijdens de Animatie.

- Kiest u Polygoon, dan worden de kijkpunten van detussenliggende frames op een rechte lijn geplaatst die tweeopeenvolgende kijkpunten verbind. Vloeiend maakt het padvan de kijkpunten afger ond, maar het bevat altijd de origineleset kijkpunten in de plaatjes. (Gelijkmatig is alleenbeschikbaar als Bézier is ingesteld voor de camera beweging.)

Hint: Gebruik de Polygoon kijkbeweging als uw camera veelbeweegt maar het doel staat stil of beweegt een klein beetje.Dit is het geval als u r ond het gebouw beweegt maar hetzelfdedoel in zicht houdt. In ander e gevallen, probeer beidemethoden om te zien welke beter voor u werkt.

De volgende twee plaatjes geven voorbeelden van verschillendeBewegings-instellingen:

Bewegingsresolutie

Elke 3D Projectie die u aan het pad toevoegd is een Sleutelframe.ArchiCAD kan interpoleren tussen Sleutelframes omTussenliggende frames te creëren die een vloeiende animatieveroorzaken.

Page 251: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

251

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Een toename van het aantal T ussenliggende frames veroorzaakteen meer vloeiender beweging in de animatie, maar dezetoegevoegde beelden vragen meer tijd voor creatie en meer schijfruimte voor opslag.

Weergave

In het Weergave pop-up menu kunt u kiezen tussen vier optieshoe u het huidige pad op de plattegrond weer gegeven wenst tehebben.

Met de radioknoppen Camera’s en Alle kunt u een r eekssleutelframes specificeren voor de weergave, of er wordtaangegeven dat Alle frames van het Pr ojectie pad moeten wordenweergegeven. Deze instelling wordt gebruikt als default in hetAnimatie dialoogvenster, zodat alleen het gewenste gedeelte vanhet pad wordt verwerkt

U kunt ook de Penkleur specificeren voor de weergave van hetpad op de plattegrond.

Zon Opties

Het Zon dialoogvenster kan geopend worden door op de knop tedrukken in de Camera-instelling. Meer details over deze optiesstaan in de beschrijving van de opdracht Zon Studie (3D W eergavemenu) in hoofdstuk 5

Pennen

U kunt een penkleur voor de camera kiezen rechts onder in decamera-instelling.

Om de kleur van het pad te modificeren, gebruik de knop Pad…en ga naar de Pad Opties.

Camera-instelling Toepassen

Om de instellingen van de Camera en het Pad toe te passen, klikop de knop Toepassen rechtsonder in het dialoog venster. U hoefthet dialoogvenster niet te sluiten om uw veranderingen te zien.

Het Bekijken van het Camera Beeld in 3DOm het Camera beeld te bekijken in een 3D model, selecteer decamera en activeer het 3D V enster.

Let op: Als er meerdere camera’s geselecteerd zijn, wor dt deactieve toegepast.

Een maal toegepast op het 3D venster, worden de parameters vanhet perspectief van de camera gekopiëerd in de 3D Pr ojectie-

Page 252: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

252

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

instelling. Maar , het beeld daar verander en is alleen vantoepassing in het 3D venster en verandert de camera op deplattegrond niet. Om de camera te verander en, moet het op deplattegrond bewerkt worden en dan kan het 3D venster weergeactiveerd worden.

Perspectieven bepalen in de 3D projectie-instellingen is handigvoor:

- snel omschakelen naar een perspectief zonder veranderingvan venster, of

- het tonen van bibliotheekelementen in perspectief (u kuntgeen camera’s bepalen als u werkt met eenBibliotheekelement).

Zie ook…

3D projectie-instelling onder 3D Weergave in hoofdstuk 5.

Camera techniekenAls er een camera geselecteerd is kan deze gemanipuleerd wordenmet de meeste opdrachten uit Bewerken. De bewerkte camera(s)maken dan deel uit van het huidige Animatiepad.

Als het Camera-gereedschap geselecteerd is in deGereedschappen kunt u elke geselecteerde knoop herpositionerenom de 2D positie van de camera te verander en. Om de curve ende raaklijn van het pad te verander en, verplaats de eindpuntenvan de pijl.

Let op: Dit is alleen van toepassing op het Bézier type paden.Als het pad niet zichtbaar is, activeer het in de Pad opties…

VR ObjectenMet ArchiCAD kunt u navigeerbar e objecten creëren met gebruikvan de QTVR technologie van Apple. U bepaald een sferisch padvoor de camera waarlangs het camerapunt optioneelgepositioneerd en genavigeerd kan worden. Het navigeerbar eobject kan worden bekeken in de Apple QTVR Player applicatie.

Let op: RealVR technologie kan alleen VR Scenes creërengeen VR Objecten.

Het Bepalen van een VR ObjectSelecteer eerst een VR Object tussen de Camera Type tabs of uit deInfobox.

Page 253: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

253

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Met een enkele klik op de Plattegrond plaatst u een VR Objectcamera met beginwaar den. Vaker klikken creëert geen nieuwecamera’s, u kunt maar één camera tegelijk actief hebben.

Als de corresponderende extensies goed in de ArchiCAD Add-Onsmap geplaatst zijn, kunt u het VR Object filmpje gener eren metgebruik van de opdracht VR object... in het menu 3D weergave.

Zie ook...

De opdracht VR Object... (menu 3D weergave, hoofdstuk 5).

VR Object-instelling

De meeste instelling in het venster zijn hetzelfde als voor enkeleCamera’s. Alleen verschillen en specifieke instellingen wordenhier besproken.

Onder de knoppen Nieuw, Hernoemen en Wissen, bevindt zicheen pop-up menu met de namen van de beschikbare VR Objecten.Elk nieuw project heeft een default VR Object met de naam 01Naamloos Object. Deze naam wordt gebruikt voor de eerstecamera die u plaatst.

Parameters

In de velden in het middelste gedeelte van de Camera/VR-instelling, kunt u numerieke waarden invullen voor de objectradius, centrum hoogte, beeldhoek, aantal parallellen enmeridianen, begin- en eindhoek van default- of geselecteerde VRObjecten.

Page 254: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

254

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoe meer parallellen en meridianen u bepaald voor het object,hoe hoger de resolutie, hoe vloeiender de beweging.

Met het Laagste en Hoogste gezichtspunt kunt u een volledige bol,een halve bol of een gedeeltelijke bol voor de navigatie bepalen.

Wanneer u het aankruisvakje Zon beweegt met camera aankruist,zal de zonpositie altijd bepaald worden tov het huidigecamerapunt.

Zie ook…

De opdracht Zon-Studie (menu 3D weergave ) in hoofdstuk 5geeft meer informatie over het Zon subdialoogvenster.

Kijkrichting

Een aantal radioknoppen onder in het dialoog venster bepalen ofde kijkrichting naar het centrum toe is of van het centrum af naarbuiten.

VR Object techniekenAls het object geselecteerd is, kan men het manipuler en metgebruik van de cursor of de opdrachten Verslepen, Spiegelen ofRoteren uit het menu Bewerken. Als het Camera-gereedschapactief is, kunt u elk van de geselecteerde knopen opnieuwpositioneren door de 2D positie van het object te veranderen. Dezon en de camera kunnen opnieuw gepositioneerd worden d.m.v.hun r espectievelijke selectie knopen.

Er wordt een camerapunt weergegeven bij een van de knopen vanhet object. Als u het 3D venster activeert met het objectgeselecteerd, creëert ArchiCAD een 3D projectie met gebruik vandit camerapunt. Om de lokatie van het camerapunt te verander en,selecteer het, versleep de knoop, en positioneer bovenop eenander e knoop.

Page 255: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

255

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

VR ScènesMet ArchiCAD kunt u navigeerbar e panoramische scènes creërenmet gebruik van de QTVR of RealVR technologie. U bepaald éénof een serie cylindrische panorama’s die u kunt bekijken in decorresponderende afspeel applicatie.

Als de VR Scène is geselecteerd met de Camera Type tab boveninde camera-instelling of via de Infobox, verandert de inhoud vanhet venster zoals hieronder te zien is.

Panoramische Camera plaatsenDe eerste klik op de plattegrond plaatst een panoramische cameramet defaultwaarden. Dan tekent u een elastische lijn en de tweedeklik bepaald de kijkrichting. (In de VR Scène bepaald deze camerade beginpositie en kijkrichting.) Als de opdracht voltooid is,verschijnt de naam van het panorama en het zon icoontje metbeginwaarden.

Als u geen camera’s meer toevoegd aan de huidige scène, kunt ueen enkele VR Scène genereren.

De kijkrichting en de zonpositie kunnen worden veranderd doorhun knopen te verplaatsen met het Vinkje terwijl het Camera-gereedschap geselecteerd is.

Page 256: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

256

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Bepalen van VR ScènesHet plaatsen van meerdere panoramische camera’s bepaald eenmeerknoops VR Scène. Eén van de camera’s kan maar actief zijn.Dit is de enige camera weergegeven met het zon symbooltje. Deactieve camera is altijd de laatst geplaatste camera tenzij u eenander e selecteert. Elke panoramische camera heeft de naamPanorama-x (x is het volg nummer van de camera). De naam kanverandert worden in het Panorama bewerkvakje voor de naam inhet midden gedeelte van de Camera-instelling.

Elke positie moet ten minste aan een andere verbonden zijn,anders komt er een waarschuwing om dit alsnog te doen als ugebruik maakt van de opdracht VR Scène... uit het 3D weer gavemenu. De verbindingen bepalen hoe u de positie kunt veranderenin de afger onde VR Scène.

De verbindingslijn tussen twee posities kan getekend worden als ueen panoramische camera plaatst of nadat enkele niet verbondencamera’s al zijn geplaatst. Om een nieuwe camera, verbonden meteen andere te plaatsen, begint u deze altijd te tekenen door op deknoop in het centrum te klikken van de camera waar mee hijverbonden moet worden. De tweede klik bepaald de positie vande nieuwe panoramische camera. Met enkele kliks op deplattegrond kunt u de vrijstaande camera’s plaatsen. Om eenverbinding te maken tussen twee niet verbonden camera’s, klikt umet het Vinkje op de middenknopen van de twee camera’s. Elkecamera kan worden verbonden met elk aantal bestaande camera’sbinnen de VR Scène. U kunt een verbindingslijn onder een hoeklaten lopen door aan de knoop in het centrum te tr ekken(gedefiniëerd door een cirkel) met het Vinkje terwijl het Camera-gereedschap actief is. U kunt een verbindingslijn onderbr ekendoor de middelste knoop (cikeltje) te verslepen. Dit heeft b.v. zintussen twee posities aan beide zijden van een wand. In plaats vandoor de wand te springen, maakt u de volgende positie via eendeur, zonder een extra camera bij de opening te plaatsen. Elkeverbinding kan verbr oken worden door de knoop in het centrumte selecteren en deze te verwijderen.

Page 257: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

257

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

VR Scènes creërenAls de VR extensies goed zijn geïnstalleerd, kunt u de VR Scènegenereren met gebruik van de opdracht VR Scène... in het menu3D weergave. Zie hoofdstuk 5.

VR Scène-instellingDe meeste instellingen zijn hetzelfde als de andere camera-instellingen. Alleen verschillen en specifieke opties worden hierbesproken.

Alleen de huidige VR Scène wordt weergegeven op deplattegrond. De naam verschijnt in het Scènelijst pop-up menu.

Parameters

U kunt het bewerkvakje gebruiken voor het invoeren van denumerieke waarden voor de kijkpunt hoogte van de geselecteerdecamera.

VR Scène techniekenAls een panorama camera geselecteerd is, kan dezegemanipuleerd worden met de cursor of bijna elke opdracht uithet menu Bewerken. Als het Pijl-gereedschap actief is, kunt u elkvan de geselecteerde knopen herpositioneren om de 2D positievan de Camera te verander en. Als het Camera-gereedschap actiefis, kunt u de positie van de zon verander en door het te verslepenmet het Vinkje. Om een ander e knoop dan de beginknoop tedefiniëren, selecteert u het (Camera-gereedschap actief) enversleept de cirkel die de beginpositie weergeeft boven op hetmiddelpunt van een ander e knoop.

Page 258: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

258

Hoofdstuk 4: Het ArchiCAD gereedschap

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Page 259: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

259

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoofdstuk 5De Menu OpdrachtenDit hoofdstuk behandelt alle opdrachten die beschikbaar zijn inde ArchiCAD menubalk.

Elke opdracht binnen het menu wordt apart behandeld. Deopdrachten worden beschreven met tekst en illustraties.

Het Menu BestandHet menu Bestand geeft toegang tot opdrachten voor de globaleeigenschappen van de ArchiCAD omgeving. Deze menuopdrachten worden gebruikt om:

- Onderdelen van een project te openen, sluiten en op te slaan,

- Bibliotheekelementen te beheren,

- Opties van printer, plotter en digitizer op te zetten,

- Documenten te plotten en af te drukken.

De opdrachten uit het menu bestand worden hierna besproken.

NieuwKiest u de opdracht Nieuw dan wordt het huidige projectvervangen door een nieuw te beginnen project. Het nieuweproject (met de naam Naamloos), neemt de instellingen over vanhet vorige project, inclusief de actieve bibliotheek, beginwaarden,raster, enz.

ArchiCAD heeft één project tegelijk open; het huidige projectwordt dan ook gesloten. Als er veranderingen nog niet opgeslagenzijn, wordt u gewaarschuwd deze op te slaan.

Page 260: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

260

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Nieuw en ResetHoudt u de [Alt] toets ingedrukt bij het openen van het menuBestand, veranderd ideze in Nieuw & Reset. Deze opdracht openteen nieuw project en zet alle instellingen voor allegereedschappen en dialoogvensters op de standaardbeginwaarden (zonder eigen veranderingen envoorkeursinstellingen, etc.). Dit is voor het geval u zeker wilt zijndat u met de originele beginwaarden bezig bent.

Openen...De opdracht Openen geeft u de mogelijkheid bestaandedocumenten te openen die herkend worden door ArchiCAD.Binnen de Directory dialoogbox kunt u zoeken op de harde schijfen kunt u het bestand selecteren dat u wilt openen.

Let op: De opdracht is niet beschikbaar als er een venster ofbibliotheekelement actief is.

Als het aankruisvakje Toon voorbeeld actief is, verschijnt er meerinformatie in het Directory dialoogvenster, inclusief het Projectvoorbeeld en Aanmelden IDs (alleen TeamWork).

Bestanden in ArchiCADDe volgende ArchiCAD bestanden kunnen worden geopend doorde opdracht Openen: Solo Projecten, Solo Project Archief,Werkkopie, Werkkopie Archief.

Er kan ook een aantal externe bestanden worden geopend als degoede extenties zijn geïnstalleerd in de Add-Ons map: AutoCADDXF en DWG, en ook Zoom en Wavefront bestanden.

Verschillende plaatjes bestanden kunnen ook in ArchiCAD alsModellen worden geopend.

De verschillende bestanden worden in detail hieronderbeschreven.

Belangrijk: Team Project bestanden waarbij een Solo Projectgedeeld is kunnen niet met de opdracht openen wordengeopend. U kiest dan TeamWork/aanmelden om aan dezebestanden te werken.

Soloproject

Bestanden die geopend worden met Bestand/Openen ofgecreëerd zijn met Bestand/Nieuw zijn Solo Projecten (*.PLN) enzijn identiek aan een gewoon Project type document in vorige

Page 261: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

261

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

versies van ArchiCAD. Solo Projecten kunnen later omgezetworden in Team Projecten door ze te delen in TeamWorks vanArchiCAD 6.0.

Dit type document is het hoofdtype document van ArchiCAD. Hetbevat het model van het gebouw met plattegrond tekeningen vanalle verdiepingen, met alle 3D data die daarbij hoort. Dit formaatzorgt voor de verhogingen, doorsneden en 3D visualisaties.Bijbehorende data zoals default instellingen, attributen enbibliotheek referenties zijn ook aanwezig.

Als men een solo project opent, worden alle vensters van hethuidige project gesloten en men wordt gewaarschuwd alleveranderingen op te slaan. Als u een bestaand document opent,moet u er voor zorgen dat u de Bibliotheek heeft die gebruiktwerd bij het creëren van het originele plan. Als de originelebibliotheek niet beschikbaar is, kunnen de objecten hieruit die ugebruikt heeft niet worden afgebeeld op de plattegrond; erverschijnt een waarschuwing met de informatie dat er elementenontbreken in de huidige bibliotheek.

Activeer het Ontbrekende Bibliotheekelementen venster uit hetVenster menu om te zien welke elementen ontbreken. U kunt ditvenster afdrukken of opslaan.

Om zeker te weten dat er geen elementen ontbreken en/of dat debestanden kunnen worden geopend met allebibliotheekelementen aanwezig (zelfs op een andercomputerplatform), dient u het project op te slaan in Archiefformaat.

Het Archief bestand

Archief (*.pla) documenten kunnen worden geopend als het SoloProject archief formaat is geselecteerd in de Directory dialoog box.

Een Archief is vergelijkbaar met een eenvoudig Project. Het bevatechter niet alleen referenties naar de bibliotheek maar ook allebibliotheekelementen zelf en de eigenschappen die gebruikt zijnin het project.

Als men een Archief opent, wordt er een nieuwe bibliotheekgecreëerd van de in het bestand aanwezige bibliotheekelementen.Er verschijnt een nieuw dialoogvenster om de bibliotheek eennaam te geven. Deze bibliotheek bevat alle elementen opgeslagenin het Archief en wordt vervolgens de actieve bibliotheek.

Als deze bibliotheek aangemaakt wordt, verandert ArchiCAD debibliotheekelementen automatisch tot het formaat dat nodig is

Page 262: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

262

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

voor het computerplatform waar u mee werkt (Macintosh ofWindows).

Zie ook…

De opdracht Opslaan Speciaal/Archief… later.

Werkkopie

In TeamWork laden aangemelde projectleden een kopie van hetproject op hun computers. Zij kunnen dit dan opslaan d.m.v.Bestand/opslaan. Er is dan een kopie gecreëerd waarvan dewerkwijze identiek is aan het solo project, maar bevat ook deaanmeldings en reserverings details.

Werkkopie bestanden kunnen in ArchiCAD zonder de TeamWorkfunctionaliteit worden geopend door Bestand/Openen te kiezen,maar worden dan wel omgezet in gewone Solo Projecten als zeworden opgeslagen.

Werkkopie archief

In het geval van Off-Line werk, is het belangrijk voor deprojectleden om alle Team Project bibliotheekelementen en deeigenschappen bij de hand te hebben als de lokale kopie wordtopgeslagen. In dit geval is een werkkopie archief nodig.

AutoCAD DXF en DWG Tekenbestanden

AutoCAD DXF (Drawing eXchange Format) en DWG bestandenworden geopend zoals 2D tekeningen door in de Directorydialoogbox dit bestandtype te kiezen.

Let op: Deze bestandsformaten zijn alleen beschikbaar als debenodigde Add-ons goed geïnstalleerd zijn in de Add-Onsmap. Raadpleeg de Appendix voor details over DXF en DWG.

Zoom (Macintosh) en Wavefront bestanden

ArchiCAD ondersteunt het originele bestandsformaat van sommigepopulaire Macintosh programma's die gebruikt worden in dearchitectuur zoals Zoom en Wavefront. De 3D modellen in dezebestanden worden geïnterpreteerd als een set lijnen (d.w.z..,alleen als een 2D tekening).

Let op: Deze bestandsformaten zijn alleen beschikbaar als debenodigde Add-ons goed zijn geïnstalleerd in de Add-Onsmap.

Page 263: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

263

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Afbeeldingsbestanden

Er zijn een aantal formaten beschikbaar voor het openen d.m.v. deDirectory dialoogbox. In tegenstelling tot Project, Archief, DXF,DWG en Zoom bestanden, worden afbeeldingen niet geopend alsprojecten en ze vervangen ookhet huidige open bestand niet. Zeworden afgebeeld als Model afbeeldingen. Binnen hun vensters,kunt u gebieden selecteren, ze kopiëren naar het Klembord en zevervolgens op de Plattegrond of in een Doorsneden/aanzichtenvenster plakken.

Beschikbare formaten zijn: GIF, TIFF, PICT (Macintosh), Bitmap,JPEG en Metafile (Windows).

Zie ook…

De opdracht Invoegen hieronder.

Openen van bestanden over een netwerkAls het bestand dat u wilt openen al in gebruik is door iemandanders op het lokale netwerk, laat ArchiCAD u dit weten d.m.v.een waarschuwing en geeft u de naam van de gebruiker. In ditgeval heeft u de volgende keuzes:

- annuleer het openen van het bestand,

- open het bestand als "alleen lezen",

- open het bestand met volledige toegang.

Kiest u ervoor om het bestand te openen als "alleen lezen", dankunt u alleen het hele bestand zien en modificeren, maar u kunthet alleen opslaan onder een andere naam of op een anderelokatie. Als u probeert het bestand te vervangen, wordt ugewaarschuwd dat het niet vervangen kan worden door het dooru veranderde project.

U kunt er ook voor kiezen om het bestand te openen metvolledige toegang. Maar men moet zeer voorzichtig zijn met hetgebruik van deze optie.

Er zijn een aantal verschillende redenen waarom ArchiCAD zegtdat een bestand in gebruik is maar het toch niet is:

Page 264: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

264

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- De persoon die het bestand gebruikt heeft, heeft het bestandniet op de goede manier geopend of gesloten binnenArchiCAD, b.v. vanwege een systeem crash.

- Als er een kopie van het bestand in gebruik is en de kopie vanhet bestand bevat de naam van de persoon die het gebruiktetijdens de kopiëer operatie.

Let op: Als u een bestand opent met volledige toegang terwijler een ander mee aan het werk is, wordt het werk van beidevervangen zonder verdere waarschuwingen van ArchiCAD.Wees daarom extra voorzichtig met het openen van eenbestand met volledige toegang in iedere situatie anders dan denoodgevallen die hierboven genoemd zijn.

Invoegen…De opdracht Invoegen laat u elementen, een module of eenafbeelding van een ander Project invoegen in het huidige Project,of in het huidige open Doorsneden/aanzichten venster.

Het Invoegen van een ander ProjectHet Invoegen van een ander Project is een complexe procedureomdat ArchiCAD de verdiepingen van het in te voegen bestandmoet omzetten naar de huidige. Als u een gebouw met meerdereverdiepingen wilt invoegen aan uw huidige project, vraagtArchiCAD u te bepalen welke verdieping van het in te voegenbestand overeen komt met de verdieping waar u mee bezig bent,en het zal ook een eventuele samenvoeging voorstellen. Als er nietgenoeg verdiepingen zijn in uw huidige project om alleverdiepingen die ingevoegd worden een plaats te geven, creëertArchiCAD automatisch de verdiepingen die er niet zijn.

Omdat de attributen worden geïdentificeerd door hun namen,geldt het volgende

- Als de naam van het attribuut hetzelfde is in de tweeProjecten, nemen de ingevoegde elementen de huidigeproject attributen aan.

- Als de naam van een attribuut van het in te voegen Project nietbestaat in het huidige, wordt het attribuut toegevoegd.

Als er een Project wordt ingevoegd, kan men verslepen, roteren enspiegelen voordat het geplaatst wordt.

Page 265: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

265

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ModulesEen Module bestand (*.mod) bevat een verzameling ArchiCADelementen.

Een Module document is een uitbreiding van het Klembordconcept. In plaats van elementen te kopiëren uit een project en zein een ander te plakken, kunt u het Moduleformaat kiezen als eentijdelijke opslag van gekopiëerde elementen. Modules bevattengeen informatie over de verdieping waar ze vandaan komen,zodat ze in elke verdieping van het project ingevoegd kunnenworden.

Modules bevatten attributen (lagen, penkleuren,arceringspatronen, materialen etc.). Als ze ingevoegd worden,nemen de elementen de attributen van het doel project over, waarze naar verwezen d.m.v. een intern indexnummer. Als hetoriginele project en het doel project dezelfde sets attributenhebben, ziet de module er hetzelfde uit als toen het opgeslagenwerd vanuit het originele project. De elementen van een Moduleworden onafhankelijk van elkaar zodra ze geplaatst zijn. Deinhoud van de Module wordt op het Klembord geplaatst enautomatisch op de Plattegrond geplakt.

De elementen zijn omringd door een vierkant met een gestippeldelijn. Klik binnen de rechthoek om de elementen op de gewenstepositie te plaatsen. Klik buiten de rechthoek op het werkblad ofklik OK in de Controle box om de elementen te plaatsen. U kuntmet Plakken dezelfde elementen meerdere keren plaatsen.

Bekijk de opdracht Opslaan als… later in dit hoofdstuk.

Let op: Als er een Module in een Doorsnede/aanzicht vensterwordt ingevoegd, worden alleen 2D Elementen ingeplakt.

Het Invoegen van afbeeldingenKiest u het GIF, BMP, PICT, TIFF, WMF, EMF of JPEG bestandstypedan geeft dit u toegang tot documenten die gecreëerd zijn inverschillende typen programma's:

- Teken of verf programma's;

- ArchiCAD’s eigen 3D weergaven en aanzichten dieopgeslagen zijn in afbeeldings formaat;

- Renderingen die alleen in afbeeldings formaat opgeslagenzijn.

Het openen van deze bestandstypen voegt nieuwe elementen aanuw document toe zonder bestaande elementen te vervangen.

Page 266: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

266

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

PICT/WMF documenten die met een tekenprogramma zoalsMacDraw, zijn gecreëerd kunnen op 2 manieren geplaatst worden.

Als een PICT/WMF/EMF bestand wordt geplakt als eentekenelement, wordt het weergegeven in de vorm van gescheidenbewerkbare ArchiCAD tekenelementen (lijnen, bogen, tekst enarceringspatronen) die een schaal hebben zoals ingesteld in dePlattegrondschaal... ( menu Opties). Bijvoorbeeld, een 10 cmlange lijn uit het PICT/WMF/EMF wordt geïnterpreteerd als 10 mlang door ArchiCAD’s wereld coördinaten als de schaal op 1:100staat.

Als een PICT/WMF/EMF bestand wordt gelezen als een enkelFiguur, wordt het document behandeld als een enkelvoudigebitmap. Het verschijnt op ware grootte op het scherm (buiten deArchiCAD tekenschaal of zoom niveau om). Het kan geselecteerdworden bij de hoeken, en kan aan alle ArchiCAD transformatiesonderworpen worden.

Voordat u de opdracht Invoegen… kiest, kan men de grootte vande figuur op het werkblad bepalen, door het Markeer-gereedschapte kiezen en een selectie rechthoek te tekenen met de gewenstegrootte en positie. De figuur past zich aan binnen de rechthoek.

Let op: Teken de rechthoek met dezelfde afmetingen als deoriginele PICT/WMF/EMF figuur anders wordt de figuurvervormd

Als er PICT/WMF/EMF bestanden worden geopend als een Figuur,worden ze aan een speciale Figuren laag toegewezen. Elementenvan een PICT/WMF/EMF die geopend zijn in Tekenformaatworden op de actieve laag van het betreffende gereedschap gezet(d.w.z., lijnen op de laag Lijnen, bogen op de laag Bogen).

Het Tekenformaat wordt aangeraden als men tekeningen ofsymbolen gebruikt die door andere programma's gemaakt zijn.Het Figuurformaat wordt vaak gebruikt voor illustraties.

Page 267: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

267

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

SluitenDeze opdracht heeft hetzelfde effect als het klikken op hetSluitveldje in het actieve venster op het scherm. Als hetPlattegrond venster gesloten wordt, verschijnt er eenwaarschuwing om de veranderingen op te slaan voordat u afsluit.

Als het Plattegrond venster gesloten wordt, wordt het heledocument afgesloten (alleen vensters van Bibliotheekelementenblijven open). Het sluiten van andere vensters, sluit alleen datspecifieke venster af. De enige uitzondering is hetBibliotheekelement hoofdvenster: het sluiten hiervan sluit allevensters die tot dat bibliotheekelement behoren ook af.

Let op, TeamWork gebruikers: Heeft u zich aangemeldvoor een Teamproject, een aantal veranderingen gemaakt opde werkkopie en de opdracht Sluiten gekozen, dan wordt ugevraagt zich af te melden en de veranderingen te zenden ofze op te slaat in de lokale werkkopie.

OpslaanDoor de opdracht Opslaan te kiezen wordt de gehele inhoud vanhet actieve venster opgeslagen. Als het document al een keer isopgeslagen of is geopend vanuit een bestaand bestand, wordtalles opgeslagen in dat document.

Als het een nieuw document is (d.w.z. u heeft de opdracht Nieuwgebruikt om het te creëren, of u heeft het programma direct vanhet ArchiCAD programma icoon opgestart), en u gebruikt Opslaankrijgt men hetzelfde venster als bij de opdracht Opslaan als....

Let op, TeamWork gebruikers: Heeft u zich aangemeldvoor een Teamproject en kiest u de opdracht Opslaan danwordt u gevraagt een eenvoudige werkkopie van het projectop te slaan, samen met de aanmeldings- en reserveringsdetails. Om een Werkkopie archief op te slaan inclusief debibliotheekelementen, kies Opslaan Speciaal/archief.

Page 268: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

268

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Teamproject opslaan

In TeamWork, slaat de Beheerder het Teamproject eerst op doorhet te delen. Daarna wordt het Teamproject elke keer opgeslagenals een projectlid zich aan- en afmeld, veranderingen zendt enontvangt, wachtwoorden verandert enz.

Opslaan als...De opdracht Opslaan als... werkt ongeveer hetzelfde als deopdracht Opslaan. U kunt bovendien:

- Een projectdocument onder een nieuwe naam opslaan

- De inhoud van verschillende projectvensters exporteren inverschillende bestandsformaten.

Selecteer nadat u de opdracht heeft gekozen, het gewenstebestandsformaat om uw document in te bewaren.

Er wordt een grote verscheidenheid aan formaat optiesaangeboden voor Projecten en 3D modellen, die onderling eenbeetje verschillen afhankelijk van het platvorm waar men meewerkt (Macintosh of Windows).

Opslaan van Solo projecten en WerkkopieënDe volgende opties zijn beschikbaar als de opdracht Opslaan als…gebruikt wordt als men in de Plattegrond is:

- Projectbestand in ArchiCAD 6.0, 5.0 of 5.1 formaat, of in hetspeciale Klembord als Module formaat;

- PlotMaker of topCAD (alleen MacOS) tekening;

- 3D GDL bestand;

- afbeelding in PICT (MacOS) of BMP formaat.

Er kunnen meer opties zijn afhankelijk van de inhoud van de Add-Ons map (DXF, DWG, Aperture, enz.).

Bestandsformaten voor 3D VensterOm het 3D Venster te bewaren zijn de volgende formaten altijdbeschikbaar om de 3D Weergave op te slaan:

- afbeelding bestand in PICT (MacOS), GIF, TIFF, JPEG, BMP,Windows Metafile (WMF) en Enhanced Metafile (EMF) (alleenWindows) formaat;

- tekenbestand in 2D Elementen, PlotMaker, topCAD (alleenMacOS) formaat;

- ArchiCAD Bibliotheekelement (MacOS)/Deur, Raam of Object(Windows) formaat.

Page 269: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

269

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Ook zijn er een groot aantal andere formaten die men kan kiezendie afhangen van de inhoud van de optionele Add-Ons map diede export filters voor verschillende modelleringsprogramma'sbevat. De inhoud van deze map varieert, dit hangt af van het landwaar u ArchiCAD gekocht heeft.

Bestandsformaten Doorsnede/aanzichtAls men met het Doorsnede/aanzicht venster werkt, kunt u met deopdracht Opslaan als… de volgende formaten kiezen:

- Het Projectbestand in ArchiCAD 6.0, 5.0 of 5.1 formaat en de3D GDL opties zijn hetzelfde als voor de Plattegrond. Let welop dat bij het kiezen van één van deze formaten het heleproject wordt opgeslagen.

Alle andere beschikbare formaten zijn alleen inclusief de inhoudvan het huidige actieve Doorsnede/aanzicht venster:

- Klembord als Module;

- afbeeldings bestand in PICT (MacOS) of BMP formaat;

- tekenbestand in PlotMaker of topCAD (alleen MacOS).

Meer opties zijn o.a. DXF en DWG maar dit hangt af van deinhoud van de Add-Ons map.

Opslaan van Modellen/AfbeeldingenModellen gemaakt met de fotorendering van ArchiCAD kunnenworden opgeslagen in PICT (MacOS), TIFF, GIF, JPEG en BMPformaten.

Calculaties opslaanDe basis Component, Element en Zone lijsten kunnen wordenopgeslagen als gewone tekst, tekst met tabs of spreadsheets,terwijl geformatteerde lijsten optioneel met grafische informatiekunnen worden opgeslagen in RTF (Rich Text Formaat), ArchiCADProject of PlotMaker tekenformaat.

Wat wordt opgeslagen in de AndereBestandsformaten?De inhoud van het bestand opgeslagen vanuit ArchiCAD hangt afvan het venster type dat actief was en van het gekozen formaat.Buiten deze basis informatie kunt u kijken in de Lees mijbestanden voor de ArchiCAD export filters in de Add-Ons map.

Page 270: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

270

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Project (*.pln)

De volledige inhoud van uw Project wordt opgeslagen, inclusief de3D data en de lijst specificaties. Deze optie is alleen beschikbaarvanuit de Plattegrond en Doorsnede/aanzicht vensters. U kunt hetresulterende document openen door het Solo project formaat tekiezen met de opdracht Openen... en er verder aan werken.

Bibliotheekelementen, inclusief Eigenschap Objecten die nodigzijn voor de lijsten worden niet mee opgeslagen. Deze bevindenzich in de bibliotheek. Om ze wel mee te nemen kies, OpslaanSpeciaal/Archief.

Ook de fotorenderingen moeten handmatig opgeslagen wordenals aparte documenten.

PlotMaker Tekenbestand (*.pmk)

De zichtbare lagen van de actieve verdieping of de huidigeweergave in het 3D venster worden opgeslagen in de vorm van2D lijnen, bogen, tekst en arceringen voor PlotMaker. Dit isGraphisoft's programma voor het organiseren en plotten vanbestanden die gecreëerd zijn door andere CAD programma's.

Het klembord als Module (*.mod)

Het ArchiCAD Module formaat slaat het Klembord op in eenspeciaal ArchiCAD formaat, Module genaamd. Om deze functie tegebruiken, moet men eerst de gewenste elementen op hetklembord kopiëren. Complexe onderdelen van een ontwerpkunnen op deze manier opgeslagen worden en toegevoegdworden aan andere Projecten. Dit kan worden gebruikt om b.v.keuken en badkamer modules op te slaan.

Een module kan gemakkelijk ingevoegd worden op elkeverdieping van hetzelfde of een ander project.

Let op: Elementen die van het ene project naar een andergekopieerd zijn met deze methode kunnen andere attributenaannemen met dezelfde namen in het doel project. Ditveroorzaakt dat ze er anders uitzien op de doel lokatie

Page 271: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

271

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Bekijk de Module sectie in de opdracht Openen… voor meer info.

Deze modules kunnen opgeslagen worden in speciale mappen,waarin ze bereikt kunnen worden met het Module formaat van deopdracht Invoegen...

Bestandsformaten voor afbeeldingen

De schermrepresentatie van zowel Projecten als 3D aanzichtenzijn op te slaan als 2D objecten in een aantal bitmapformaten(PICT/BMP/TIFF/GIF/JPEG). Dit zijn de enige formaten waarinmen de gehele inhoud van beschaduwde of gerenderde 3Drepresentaties kan opslaan. De plattegrond wordt opgeslagenalstekening met de huidige schaal, inclusief lijnen, cirkels en andereobjecten.

Dit formaat wordt in ArchiCAD ingelezen met gebruik van hetcorresponderende formaat van de opdracht Openen..., maar hetresultaat kan niet gemanipuleerd worden zoals het origineleArchiCAD project, omdat het alleen maar een aantal pixels zijn.

TopCAD Bestand (alleen Macintosh)

Deze optie slaat Projecten of 3D representaties op in topCADformaat. Het resultaat kan worden geïmporteerd in topCAD, hetkrachtige 2D technisch tekenprogramma gemaakt door Graphisoft.

GDL bestand (*.gdl)

Door dit bestandsformaat te kiezen wordt uw project opgeslagenals een GDL script beschrijving. De Geometrische DescriptionLanguage (GDL) van ArchiCAD wordt gebruikt om elementen temaken in de ArchiCAD bibliotheek. Het formaat is alleenbeschikbaar als het Plattegrond venster actief is.

De GDL optie maakt het mogelijk dat 3D modellen gecreëerd inArchiCAD worden opgeslagen als een Bibliotheekelement engebruikt worden in andere ArchiCAD projecten als objecten.

Page 272: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

272

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De opgeslagen elementen zijn hetzelfde als weergegeven in het3D Venster. Om in de hand te houden welke elementenopgeslagen moeten worden, gebruik selectie, het Markeer-gereedschap of de opdracht Items selecteren.

Let op: Meer informatie over de interpretatie van GDLcoördinaten voor ramen en deuren, bekijk het ArchiCADbibliotheek gedeelte in hoofdstuk 6 en de Raam/deur-gereedschappen in hoofdstuk 4.

2D Elementen (*.2dl)

3D modellen zijn een eindproduct van het programma. U kuntechter de geselecteerde 3D aanzichten nog veranderen (meestalaanzichten en doorsneden) als ze opgeslagen worden als 2Delementen. Dit geeft u de mogelijkheid om met echtewerktekeningen met aantekeningen, dimensioneringen en andere2D mogelijkheden te werken.

Deze optie creëert een op zichzelf staand document, met lijnen enarceringen, die bewerkt kunnen worden zoals een ArchiCADPlattegrond tekening.

Het 2D Element formaat is alleen beschikbaar als het 3D vensteractief is. 2D Lijnbestanden kunnen geopend worden d.m.v. hetProject bestandsformaat bij de opdracht Openen…. Het 2Daanzicht kan worden gedimensioneerd en verfraaid metarceringspolygonen.

Bibliotheekelement (Macintosh)/Raam Bestand, DeurBestand, Object Bestand (Windows)

Deze formaten laten u bibliotheekelementen in drie verschillendeformaten opslaan. Ze kunnen alleen geselecteerd worden als het3D venster actief is.

Er zijn twee opties: het bibliotheekelement script opslaan alsbewerkbare GDL tekst of als een gecodeerd binair 3D-object.

Er is ook nog de optie om onnodige lijnen te verwijderen uit hetresultaat bestand. Als u deze optie kiest, worden alle overlappendelijnen verwijderd voordat het bestand wordt opgeslagen.

Page 273: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

273

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Waarschuwing: In sommige gevallen duurt deze optie erglang en neemt erg veel geheugen in beslag.

Opslaan SpeciaalDit hiërarchische menu bevat een aantal opties voor het opslaan.

Archief…ArchiCAD Projecten bevatten soms een aantalbibliotheekelementen, opgeslagen als bestanden in bibliotheekmappen. U moet één of meer actieve bibliotheken toewijzen als ereen project gestart wordt. Als u dan het project opent in eenandere omgeving (b.v. op een andere computer), kan het zijn datdeze bestanden niet aanwezig zijn.

Als u zeker wilt weten dat alle bestanden waar naar verwezenwordt in het Project aanwezig zijn, gebruik dan de opdrachtOpslaan Speciaal/Archief…. Documenten opgeslagen als Archiefworden samen met alle bibliotheekelementen en alleeigenschappen van het project bewaard.

Andere opties zijn: het toevoegen van de achtergrond plaatjes ende gekoppelde textuurbestanden voor de fotorenderingen, en hetopslaan van plaatjes in een formaat dat zowel beschikbaar is opMacintosh als op Windows-gebaseerde PC's (TIFF).

Dan is er ook nog een aankruisvakje om alle elementen van dehuidig actieve bibliotheken in het archief op te slaan, zelfs deelementen die niet geplaatst zijn.

Let op: In Windows krijgen bestanden opgeslagen in Archiefformaat automatisch de extensie .pla.

Als u een Archief opent, wordt er automatisch een nieuwebibliotheek gecreëerd, die u een nieuwe naam kunt geven. Dezebibliotheek bevat alle elementen en eigenschappen gebruikt in hetProject, maar geen andere. Omdat deze automatisch de actievebibliotheek wordt, zult u nieuwe elementen moeten zoeken inandere bibliotheken.

Omdat het meer informatie bevat, is een Archief bestand ietsgroter dan het corresponderende project document. Het Archiefwordt meestal gebruikt voor lange termijn opslag van afgeronde

Page 274: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

274

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

projecten. Het Archief wordt ook gebruikt om projecten uit tewisselen zonder het verlies van data.

Waarschuwing: Als er een bibliotheekelement van hetProject niet aanwezig is in één van de actieve bibliothekenterwijl� u het Project opslaat als een Archief, zit het ook niet inhet Archief document.

Belangrijk: Een Project als een Archief opslaan maakt hetmogelijk om alle informatie mee te nemen die nodig is om hetin een andere omgeving weer te openen, met éénuitzondering. Archieven kunnen lettertypen die gebruiktworden in het project niet opnemen. Dit betekent dat als u detekst wil laten verschijnen zoals het was in de origineleomgeving, de gewenste lettertypen geïnstalleerd moetenworden.

Hotlinks…Wanneer er een ArchiCAD bestand in PlotMaker formaat wordtopgeslagen en op de PlotMaker Lay-out geplaatst wordt d.m.v. deopdracht Tekening halen…, ontstaat er een directe verbindingtussen het opgeslagen bestand en de Lay-out.

Hotlinks helpen u de verbinding te verbeteren en geven u demogelijkheid om verschillende bestanden tegelijk te veranderen.

Als u Opslaan Speciaal/Hotlinks kiest, laat ArchiCAD een lijst vanbestanden opgeslagen in PlotMaker formaat zien van de huidigePlattegrond of Doorsneden/aanzichten van het project. Daarbijwordt de naam en bestemming van de bestanden getoond, en denaam (als er een is) van de lagencombinatie die actief was op hetmoment van opslaan

Page 275: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

275

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Door op de knop opslaan te klikken, wordt de huidige inhoud vanalle vensters in de lijst opgeslagen met dezelfde bestandnamen,lagen combinaties en tekenschalen.

Door items uit de lijst te selecteren, kunt u ze ook individueelverwijderen of opslaan met de knop Opslaan.

Let op: Voordat de Hotlinks worden opgeslagen, dient u deDoorsneden/aanzichten te laten hertekenen om de laatsteveranderingen op te slaan.

ArchiCAD Object

Het kiezen van deze opdracht slaat de plattegrond - of eengeselecteerd deel hiervan - op in 2D en 3D Script gedeeltes vaneen nieuw ArchiCAD bibliotheekelement.

Let op: Het genereerde bibliotheekelement kan wordenomgezet in een kleiner en sneller binair element met alleenmaar binaire informatie:

1) Open het bibliotheekelement.

2) Kies het 2D volledig beeld venster.

3) Kies alles selecteren en dan kopiëren.

3) Ga naar het 2D Symbool venster en kies plakken.

4) Ga naar het 2D Script venster, kies alles selecteren enverwijder het script.

5) Ga naar het 3D beeld om het model van hetbibliotheekelement te genereren.

6) Ga naar het hoofdvenster van het bibliotheekelement en kiesopslaan als…

7) Kruis het aankruisvakje "In binair formaat" aan en klik opopslaan.

PlanDump

Deze opdracht creëert een bestand met een ASCII beschrijving vande huidige plattegrond. Deze ASCII uitvoer is gecreëerd voorspeciale post-processing van het ArchiCAD project.

Met de drie aankruisvakjes kunt u uitvoer aanpassen doorsommige items op te slaan.

Page 276: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

276

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Project Info…Deze opdracht toont de bewerkbare informatie over het huidigegeopende Project.

Nieuw bibliotheekelementKies een element uit dit hiërarchische menu om een nieuwbibliotheekelement te creëren.

Zie ook…

De ArchiCAD bibliotheek in hoofdstuk 6.

Bibliotheekelement openen…Met deze opdracht kunt u een bestaand bibliotheekelementopenen voor bewerking. Er verschijnt een dialoogvenster mettwee pop-up menu's met de beschikbare bestandsformaat enopenings opties.

Let op: Kiest u bibliotheekelement openen... als er een enkelbibliotheekelement geselecteerd is in uw project, dan opentde opdracht automatisch het hoofdvenster voor dat element.

Zie ook…

De beschrijving van de opdracht bibliotheek openen in hoofdstuk6.

Bibliotheken activeren…Door de opdracht Bibliotheken activeren…te kiezen opent er eendialoogvenster waarin u Bibliotheek mappen/directories kunt

Page 277: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

277

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

specificeren. Deze mappen/directories kunt u instellen als actievebibliotheken.

Let op: Het linker gedeelte van het venster Bibliothekenarchiveren is vergelijkbaar met het Directory venster. Het groteverschil is dat u één of meer Bibliotheken kiest i.p.v.individuele documenten. Om een gemarkeerde map/directoryte selecteren, dubbel-klik op de naam of klik op de knopOpenen (Macintosh). Om een map/directory aan de ActieveBibliotheeklijst toe te voegen aan de rechter kant van hetdialoog venster, markeer de naam en klik op de knopToevoegen , of versleep en laat het los op het ActieveBibliotheek gebied (Windows 95). De naam van de map/directory verschijnt onmiddellijk in de Actieve bibliotheeklijst.

Als u de naam van een map/directory in de Actieve Bibliotheeklijstmarkeert, vindt u de directory naar de gemarkeerde map/directoryrecht onder de Actieve Bibliotheeklijst. U kunt een gemarkeerdemap/directory uit de Actieve Bibliotheeklijst verwijderen door opde knop Verwijderen te drukken, of door het uit de actievebibliotheeklijst te slepen (Windows 95).

U kunt het dialoogvenster verlaten zonder veranderingen temaken door op de Annuleren knop te drukken. Als u deveranderingen wilt toepassen klik op de knop Gereed. ArchiCADlaadt dan de inhoud van de actieve bibliotheken. Een statusvakjeverschijnt rechtsboven in uw scherm om u van het laadproces opde hoogte te houden. Door op Stop te klikken, kunt u het ladenvan de bibliotheken afbreken.

Page 278: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

278

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als er al een Project op het scherm staat, worden de origineledeuren, ramen en objecten vervangen met items met dezelfdenamen in de nieuwe Bibliotheekset. Items die geen naamgenotenhebben in de nieuwe Bibliotheekset worden niet afgebeeld in hetProject.

Nadat u een nieuwe Bibliotheekset specificeert, verschijnt er eenvenster met een lijst die afgedrukt kan worden met items in uwproject die niet in de nieuwe Bibliotheekset staan.

Let op: In TeamWorks, kan alleen de Projectleider metexclusieve toegang de bibliotheken activeren voor hetTeamproject. Projectleden kunnen andere bibliothekenactiveren maar alleen voor lokaal gebruik.

Zie ook…

De ArchiCAD bibliotheek in hoofdstuk 6.

Digitizer-instelling…Na een standaard ArchiCAD installatie - inclusief de Digitware map- kunt u gebruik maken van de meest gebruikte digitizers. Dooreen digitizer te gebruiken, kunt u coördinaten snel en efficiëntoverzetten van een papieren tekening naar het ArchiCAD Project.Met het kiezen van de opdracht Digitizer-instelling verschijnt deDigitizer-instelling. Deze heeft de volgende mogelijkheden.

TekenschaalAls de tekening die gedigitaliseerd moet worden zeer precies is(d.w.z., ze is niet vervormd door b.v. een verandering invochtigheid) en op een standaard schaal staat, gebruik dan hetTekenschaal invulveld om de digitizerschaal aan te passen.

Page 279: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

279

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Bepaal AfstandGebruik de knop Bepaal Afstand om de schaal in te stellen als detekening die gedigitaliseerd moet worden vervormd is of geenstandaard schaal heeft. Een venster verschijnt voor de echteafstand.

Let op: Zet de tekenschaal op 1 voordat u de functie BepaalAfstand gebruikt. Zonder deze stap is de digitizerschaal nietgoed.

Bepaal NulpuntDit bepaalt het nulpunt voor de digitizer. Nadat u op BepaalNulpunt heeft geklikt, klikt u met de digitizer op uw tekenvel opde lokatie waar u het nulpunt op het ArchiCAD werkblad wilthebben.

Azimut InstellenDe knop Azimut instellen geeft u de mogelijkheid om de richtingvan de x–as op het tekenvel te bepalen. Als u de opdracht kiest,wacht het programma op een digitizer klik. De lijn die dit puntverbindt men het hiervoor aangegeven nulpunt komt overeen metde horizontale oriëntatie van het ArchiCAD werkblad.

Let op: De drie knoppen hierboven zijn alleen actief als deDigitizer aan staat. Bekijk de Digitizer opdracht Aan/Uithieronder.

Graphisoft Driver/Manufacturer’s DriverOp de Mac kunt u kiezen voor de drivers gelevert door defabrikant van de digitizer in plaats van die van Graphisoft. U kuntze instellen in het Controle Paneel verbonden met de seriële of deADB poort.

Page 280: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

280

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ConfigurerenBoven in het venster ziet u de naam van de huidig geselecteerdedigitizer. De Configureren functie is alleen beschikbaar als deDigitizer uit staat. Bekijk de Digitizeropdracht Aan/Uit hieronder.In de twee pop-up menu's boven in het venster, kunt u de drivervoor de digitizer kiezen, door selectie van het merk en type.

Connectie poortDit bepaald de poort waarmee uw digitizer verbonden wordt. Alser een digitizer geselecteerd is, kunt u de communicatieparameters voor de digitizer instellen: Baud rate, Data Bits, Stopbits, Parity en Report formaat. Een plaatje van de huidige DIPswitch instellingen voor vele van de populaire digitizers wordtgetoond om u te helpen bij het instellen van uw digitizer.Raadpleeg uw digitizer handboekje voor verdere details. Deinhoud van de lijst van de drivers hangt af van de digitizer-driversdie u geplaatst heeft op uw computer.

- Op de Macintosh, moeten de digitizerdrivers geplaatst wordenin de Digitware map of de Graphisoft map die gevonden kanworden in of de Systeem Map of in de zelfde map alsArchiCAD.

- Voor Windows kunnen de digitizer drivers worden gevondenin de Digitware directory die geplaatst wordt in dezelfdedirectory als ArchiCAD of in de directory waar naar wordtverwezen door het "Graphisoft Shared Map" Windows Registryitem.

Page 281: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

281

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zet Digitizer Aan/UitDoor de opdracht Zet Digitizer Aan/Uit te kiezen, kunt uverwarring met uw digitizer voorkomen. Om digitizer invoer tebeginnen, zet u hem aan en als u klaar bent zet u hem uit. De muisen digitizer kunnen gelijktijdig gebruikt worden.

Plot-instelling…De opdracht Plot instellen… laat u de plotterdriver specificeren,de papier grootte en andere karakteristieken. Vervolgens wordende opdrachten voor het instellen van de plotter in detailbeschreven.

Een Plotter selecterenDe merknaam en het type van de geselecteerde plotter verschijnenin de twee pop-up menu's boven in het venster. Gebruik dezetwee menu's om de merknaam of het plottertype te veranderen.

De inhoud van de plotterlijst hangt af van de plotterdrivers die opuw computer geplaatst zijn.

- Op de Macintosh, moeten de plotterdrivers geplaatst wordenin de Plotware map of de Graphisoft map die in de SysteemMap of in dezelfde map als ArchiCAD zit.

Page 282: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

282

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Voor Windows zitten de plotterdrivers in de Plotware directorydie in dezelfde directory als ArchiCAD geplaatst moet worden,of in de directory waar naar verwezen wordt door het"Graphisoft Shared Map" Windows Registry item.

PCI-instellingen

Als u een CalComp of Versatec driver kiest, komt er een nieuweknop in de Plot-instelling waarmee in de PCI-instellingen kuntkomen. Deze instellingen zijn speciale mogelijkheden van deCalComp standaard taal. Deze instellingen moeten overeenkomenmet die van uw plotter.

Gebruikt u de CalComp TechJet serie, dan ziet u de PCI-instellingen niet, omdat deze drivers de HPGL taal gebruiken ommet de plotter te communiceren.

Let op: De gebruikers die ook de plotter gebruiken voorAutoCAD zien dat de PCI-instellingen van hun plottersverschillen met de default instellingen van dit dialoogvenster.De instellingen van het venster moeten veranderd worden omovereen te komen met die van de plotter, voor de besteresultaten.

Plottermodel niet in de lijst

Het merk van uw plotter staat in de lijst maar het specifieke modelontbreekt, bekijk de andere modellen en kies er een met eengelijke papier grootte (d.w.z. E grootte). Als er meerde zijn met ditcriterium, probeer ze allemaal. Kies in dit geval alleen deHandshake: Hardware instelling!

Let op: Sommige OCÉ en alle Schlumberger modellen staan inhet pop-up menu als Benson.

Plottermerk niet in de lijst

Als het merk plotter met geen enkel model in de lijst staat, bekijkdan het plotter handboek voor compatibiliteit en emulatiemogelijkheden. Als de plotter HPGL, HPGL-2, DMPL, BGL of PCIdata accepteert, dan is er een goede kans dat het werkt. Hetconfigureren van de plotter naar een van de grafische talen staat inde volgende tabel (de volgorde van de lijst is belangrijk. We radenaan om de eerste taal die van toepassing is voor uw plotter tegebruiken, zie ook "leesmij voor plotters" in de ArchiCAD 5.0map)

Page 283: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

283

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Taal Driver

HPGL-2 en RTL (raster plotters) HP DesignJet 750C

(Hewlett-Packard standaard)

HPGL-2 (pen plotters) HP DraftPro Plus

(Hewlett-Packard standaard)

HPGL Generic HPGL

(Hewlett-Packard standaard) (plotter origin: bottomleft)

HP 7885A DraftMaster I

(plotter origin: center)

DMPL DMP 62

(Houston standaard)

BGL (Benson/Schlumberger/OCÉ) Benson 18xx series

Benson 1645-R

PCI (pen plotters) 1023

PCI (electrostatic plotters) 5855

(CalComp standaard)

Kies in al deze gevallen voor de Handshake: Hardware instelling.

Configureren van de PlotterIn de onderste helft van het dialoogvenster, kunt u de instellingenvan de plotter veranderen. In het papiergebied, kiest u de papierafmetingen voor uw plotter. Papierafmetingen die niet vantoepassing zijn, verschijnen grijs in het menu en kunnen nietgeselecteerd worden. Daaronder regelt u de oriëntatie.

Page 284: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

284

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ConnectieIn dit gebied kunt u het connectie type specificeren dat u wiltgebruiken voor uw plotter. Deze opties zijn op de Macintoshanders dan onder Windows, dus elk wordt apart behandeld.

Connectie Opties (MacOS)

Dit pop-up menu verschijnt in de MacOS versie. De inhoud van depop-up hangt af van het CTB connectie gereedschap dat op uwcomputer geïstalleerd is

Standaard connectie methoden:

- Modem Poort

- Printer Poort

Sommige plotters ondersteunen alleen seriële connecties. In ditgeval kiest u één van de twee seriële connectie poorten.

- AppleTalk

Om de standaard AppleTalk connectie te gebruiken, moet OpenTransport (deel van de MacOS van Systeem 7.5.2) geïnstalleerdzijn op uw systeem en uw plotter moet het AppleTalk netwerkprotocol ondersteunen.

- Optionele communicatie methoden

U kunt speciale 3rd party CTB communicatie gereedschappengebruiken met ArchiCAD en PlotMaker, d.w.z.:

AppleTalk Printer Tool: Om dit gereedschap te gebruiken, moetu de AppleTalk Printer Tool software installeren van Microspot enuw plotter moet het AppleTalk netwerk protocol ondersteunen.

TCP/IP CTB Tools: Om deze gereedschappen te gebruiken moetu MacTCP installeren en een TCP/IP CTB tool (d.w.z. OutlandTCP, TCPack) en uw plotter moet het TCP/IP netwerk protocolondersteunen.

Let op: Als uw plotter een van deze netwerk communicatiemethoden ondersteunt, gebruik deze dan in plaats van de veellangzamere seriële connecties. We raden AppleTalk aan indienmogelijk. Zet de baud rate zo hoog mogelijk als u alleen eenseriële connectie met uw plotter kunt gebruiken.

Connectie Opties (Windows)

Dit pop-up menu verschijnt in de Windows versie. De inhoudhangt af van de poorten die aanwezig zijn op uw computer.

- COM1, COM2...

Page 285: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

285

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Met deze opties kunt u uw plotter verbinden met een seriëlepoort.

- LPT1, LPT2...

Deze opties verbinden uw plotter met een parallelle poort.

- Netwerk

Deze optie maakt het mogelijk een netwerkplotter te gebruiken,met gebruik van de Windows Print Manager.

Let op: Als uw plotter parallel plotten ondersteunt, gebruikdan deze parallel optie in plaats van de veel langzamereseriële.

Connectie-instelling

Door op de knop Instellen te klikken onder het pop-up menu,komt u in de communicatie-instellingen voor zowel de Macintoshals de Windows versie van het programma.

Als u een seriële connectie gebruikt, bepalen deze parameters desnelheid en andere karakteristieken van de communicatie tussenuw computer en de plotter. Zet deze waarden zo dat zeovereenkomen met de instellingen van uw plotter. Bekijk hetplotter handboek voor verdere informatie.

Gebruikt u een AppleTalk connectie (Macintosh) dan dient u dezone waar de plotter zich bevindt te kiezen en de plotter teselecteren.

Page 286: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

286

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Gebruikt u het CTB gereedschap (Macintosh), dan heeft u toegangtot specifieke instellingen in hun eigen dialoogvensters.

Heeft u gekozen voor de parallelle verbinding (Windows) dan zijner geen instellingen meer.

Om te plotten via de Windows Print Manager, moet u een printerdriver installeren in de Print Manager en de communicatie poortselecteren waarmee de plotter is verbonden. U kunt de plotterdriver selecteren, maar ook elke andere driver, omdat deze alleengebruikt wordt om Windows data naar de plotter te laten sturen.Kies deze driver in het Connectie-instellingen dialoogvenster. Dankunt u direct naar de plotter plotten die verbonden is met uwcomputer, naar een gezamenlijk gebruikte plotter verbonden meteen andere computer of naar een netwerkplotter.

DIP schakelaarsVoor sommige plotters laat het programma plaatjes zien van deDIP schakelaars voor huidige instellingen.

Spool FolderIn dit gedeelte van de Plot-instelling, kunt u een Map maken voorspooling bestanden die geplot moeten worden of vanaf de eigencomputer of ergens anders op het netwerk. Zie ook de opdrachtPlotten… hieronder.

Page 287: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

287

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Lettertype GebruikOnder de naam van de geselecteerde plotter zit de LettertypePlot… knop. In het dialoogvenster kunt u bepalen op welkemanier uw tekstblokken worden geplot:

Het dialoogvenster bevat de lijst met alle Lettertype bestanden diein de Lettertypen Map (Macintosh) gezet zijn of alle TrueTypelettertypen (Windows).

Let op: ArchiCAD op Windows gebruikt alleen TrueTypelettertypen van het systeem. Bitmap en PostScript lettertypenworden niet ondersteunt.

De lettertypen die u gebruikt op uw Plattegrond worden in de lijstomlijst (Macintosh) of schuin gedrukt (Windows). U kunt of deoptimale instellingen voor de gegeven plotter kiezen, of ze met dehand veranderen.

Er zijn drie mogelijkheden om een Lettertype te plotten:

- Vervang het met het ingebouwde lettertype van de plotter. Ditis de snelste manier om tekst te plotten.

- Gebruik de vector lettertypen uit de Vector Lettertypen map(in dezelfde map als ArchiCAD of in de Graphisoft map in deSysteem Map (Macintosh); of in de directory waar het"Graphisoft Shared Map" Windows Registry item naar wijst).De vector lettertypen zijn een goed compromis tussensnelheid en kwaliteit.

Page 288: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

288

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Gebruik van bitmap (alleen Macintosh), TrueType enPostScript lettertypen geeft de hoogste kwaliteit.

Om de substitutie te veranderen selecteer één of meer systeemlettertypen uit de lijst , klik op de Handmatige-instellingen en kieseen plot mode uit het eerste pop-up menu op de lijst.

- Kiest u Plotter, dan zijn er verder geen opties

- Kiest u Vector, dan kunt u een vector lettertype uit een tweedemenu kiezen.

- Kiest u Bitmap (alleen Macintosh), dan kunt u de bitmap aanen uit zetten.

- Kiest u TrueType of PostScript (alleen Macintosh), dan kunt ueen limiet stellen aan de grootte van het lettertype datingevuld moet worden op het resultaat. Ligt de grootte van hetLettertype onder de limiet dan wordt alleen de contour van detekst geplot (om inkt en plottijd te besparen).

Let op: TrueType, PostScript en Bitmap zijn alternatieve, er iser maar één beschikbaar voor elk lettertype. PostScriptlettertypen kunnen alleen worden geplot als de Adobe TypeManager is geïnstalleerd op uw Macintosh. Met de drieknoppen onder in het venster kunt u automatisch één van dedrie mogelijkheden instellen voor elk lettertype.

Zie ook…

Het PlotMaker Referentie Handboek.

Plotten…Als u de opdracht Plotten… kiest, verschijnt het Plotterdialoogvenster met informatie over de lay-out en schaal van deplot.

Page 289: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

289

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

In het bovenste gedeelte van het dialoogvenster, kunt u kiezen ofu uitvoer van de plotter naar de geselecteerde plotter stuurt d.m.v.de transmissie poort, het naar een Plot (Data) bestand stuurt of hetnaar een Spool Map schrijft die u van te voren heeft gespecificeerdin de Plot-instelling.

U kunt bestanden later plotten door ze in de in achtergrond teplotten, of ze naar een plotter bureau sturen via disk of modem.

De knoppen in het midden zijn voor het plotterproces.

- Plotten met…: Alle penslots gebruikt verschillende plotterpennen voor de verschillende logische pennen bepaald voorde constructie-elementen, terwijl Slot 1 alleen alle elementenplot met één plotterpen (of met zwart voor raster plotters)..

- Tekst & Markeer symbolen: Vaste maat plot alle tekstblokken en markeersymbolen op ware grootte in de huidigepapier eenheid zonder op de plot schaal te letten. Vergrootnaar Plot Schaal verschaalt tekstblokken enmarkeersymbolen in proportie met de grootte van andereelementen volgens de plotschaal. Selecteert men deze knopdan worden tekeningen die niet geplot worden op detekenschaal vergroot of verkleint zoals in de fotografie.

- Plot Raster : Met deze optie kunt u het constructierasteruitplotten en een penkleur voor het raster kiezen.

Het onderste gedeelte bestuurd hoe de plot op papier komt.

U kunt uw tekening vergroten/verkleinen door een andere schaalte zetten in het Plot Schaal venster.

De Lay-out laat u zien hoe de tekening er op papier uit ziet.

Zie ook…

Schaal en Afdrukken hfdst. 2 en de Tekst Maat voor Afdrukken.

Plotten d.m.v. een SpoolmapPlotten d.m.v. een gespecificeerde Spoolmap is een gemakkelijkemanier van netwerk plotten. Start eerst de PlotFlow applicatie enbepaal dan de plotter. Daarna specificeert u de Spoolfolderwaaruit PlotFlow de bestanden haalt. Deze Spoolfolder moetdezelfde zijn als de Spoolfolder in de Plot-instelling van ArchiCAD.Als u een bestand van ArchiCAD naar de Spoolfolder stuurt, wordthet automatisch door PlotFlow geplot.

De Spoolfolder hoeft niet op dezelfde computer te staan alsPlotFlow: u kunt ArchiCAD starten, de Spoolfolder plaatsen, enPlotFlow starten op verschillende computers binnen het netwerk.

Page 290: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

290

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het gebruik van een Spoolfolder lost het probleem op als u plotvanuit een mixt netwerk met beide PCs en Macs. U kunt de SpoolMap op een Windows NT server zetten die gelezen wordt doorzowel, Macs als Windows-gebaseerde machines.

Zie ook…

Het ReadMe bestand van PlotFlow heeft de meest recenteinformatie over het plotten met een Spoolfolder.

PlotMakerArchiCAD ondersteunt een hoge kwaliteit plotter afdrukken, maarGraphisoft raad toch het gebruik van PlotMaker aan voor hetafdrukken van het eindproduct.

PlotMaker is een programma ontwikkelt voor sophisticated plotterresultaat. Het programma geeft u de mogelijkheid omverschillende tekeningen (plattegronden, aanzichten, doorsnedes,perspectieven, enz.) op hetzelfde vel te plotten, en zet ze preciesop één lijn. U kunt ook details van een tekening uitvergroten, doorverschillende schalen te gebruiken op één vel.

PlotMaker heeft ook prachtige oplossingen omlijsting en koppenvoor de tekeningen, b.v. de header van het bedrijf, en nog eenaantal mogelijkheden om de tekeningen een final touch te gevenop de documenten.

Zie ook…

Voor meer informatie zie het PlotMaker Handboek.

Pagina-instelling…De opdracht Pagina-instelling… heeft pagina grootte, oriëntatie,en andere mogelijkheden voor de af te drukken documenten. Heteffect van de opdracht hangt af van de printer driver selectie in deKiezer (Macintosh) of in het Controle Paneel van de Printer(Windows)

Zie ook…

Meer info vindt u in de Macintosh, Windows of Printer-boeken.

Afdrukken…De opdracht Afdrukken…zorgt voor het afdrukken van uwproject. De printer moet van te voren gekozen worden, met

Page 291: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

291

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

gebruik van de Kiezer (Mac) of het Controle Paneel van de Printer(Windows).

Als u deze opdracht kiest, verschijnt het Afdrukken dialoogvenster, om de afdruk afmetingen in te stellen. De bovenste helftvan het dialoog venster bevat de algemene afdruk instellingenzoals aantal kopieën, aantal pagina's enz. De onderste helft bevatafmetingen die te maken hebben met ArchiCAD.

Afdrukgebied & RastersU kunt ervoor kiezen om een hele tekening af te drukken of alleenhet huidige aanzicht van uw werkblad door op de desbetreffendeknop te drukken. Ook kunt u instellen of ook de raster lijnenafgedrukt moeten worden.

Zie ook...

Bekijk het Vaste Grootte vs. de Elementen op schaal gedeelte inhoofdstuk 3, en de uitleg over de Tekst Grootte in dit gedeelte.

Afdruk SchaalNormaal wordt de schaal berekent naar aanleiding van de groottevan de pagina en oriëntatie ingesteld in de Pagina-instelling. Hetresultaat is dat het document zoveel mogelijk van de pagina vult.

U kunt de schaal veranderen door het Afdruk Schaal veld tegebruiken. Het venster Af te drukken Pagina's geeft eenvoorbeeld van het aantal pagina's dat nodig is voor het Project, enlaat zien hoe de afbeeldingen worden ingedeeld als er meerderepagina's nodig zijn.

Tekst GrootteDe Vaste Tekst Grootte en Tekst op Schaal opties zijn belangrijkekeuzen voor een mooi resultaat.

Page 292: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

292

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Deze opties hebben ook effect op andere karakteristieken vanandere elementen zoals pijlkopjes, schaal-onafhankelijkgestippelde lijnen en arceringspatronen. Deze opties zijn:

- Vaste Tekst Grootte - Drukt de tekst af op de exacte groottein de huidige Papier eenheid (inches of millimeters). Dezeoptie is handig als u de tekst op goede grootte wilt houden alsde afdruk grootte van het project verandert. Dit kan metvergrotingen probleemloos maar heeft vaak ongewensteeffecten bij verkleining. Tekst kan dan afdrukken over andereelementen omdat ze kleiner zijn geworden.

- Tekst op Schaal - Drukt de tekst af in proportie met degrootte van de andere elementen. Deze methode is geschiktvoor de vergroting van een project voor een presentatie omvan een afstand bekeken te worden. Het functioneert zoalsVergroten/Verkleinen opties in de Pagina Opzet dialoog.

Recente DocumentenDit menu item geeft een lijst van de laatst geopende documentenvoor een gemakkelijkere toegang.

AfsluitenMet de opdracht Afsluiten sluit u alle ArchiCAD vensters en verlaatu het programma. De opdracht is beschikbaar vanuit elke vensteren er komt een waarschuwing voor het opslaan van deveranderingen voordat u het programma verlaat.

Let op: Elke keer als u ArchiCAD uitgaat, worden alle huidigevoorkeuren en instellingen opgeslagen in het ArchiCADVoorkeur bestand.

Page 293: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

293

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Menu BewerkenBuiten de normale opdrachten, Ongedaan maken, Knippen,Plakken en Wissen, bevat het menu bewerken van ArchiCADtransfor matie opdrachten en een gr oot aantal opties voor hetbewerken van Tekst vensters.

Het menu bewerken is beschikbaar voor alle bewerkvensters(plattegrond, 3D venster, doorsnede/aanzichten, scripts), maar deinhoud verandert voor het type venster dat u op dat momentbekijkt.

Eerst worden de basis opdrachten voor het bewerken besproken,daar na de opdrachten in de tekenvensters en als laatste deopdrachten voor de tekstvensters.

Let op: Op de plattegrond is er een sneltoets voor de meestebewerk opdrachten. Voor Windows houdt u de rechtermuisknop ingedrukt en klikt op een element, voor deMacintosh druk u de command toets in.

Ongedaan maken/OpnieuwMet de opdrachten Ongedaan maken en Opnieuw kunt u eengroot aantal constructie opdrachten ongedaan maken (één stapterug gaan) of opnieuw uitvoeren. De naam van de opdracht dieongedaan wordt gemaakt of opnieuw wordt uitgevoerd, verschijntsamen met de opdracht Ongedaan maken of Opnieuw. Met dezeoptie kunt u alternatieven uitpr oberen.

Page 294: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

294

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het aantal stappen dat u Ongedaan of Opnieuw kunt maken (van1 t/m 99) wordt ingesteld in de Voorkeuren/Data Beveiliginginstellingen in het Opties menu. De default is 20. Nadat u eenaantal stappen Opnieuw hebt gemaakt, kan Ongedaan makenalleen gebruikt worden als er een nieuwe actie is ondernomen omweer Ongedaan te maken

In tekstvensters kan alleen de laatste stap Ongedaan gemaakt enopnieuw gedaan worden.

Let op: Elke keer als u een project opslaat, kunt u geenstappen meer ongedaan maken. U hoeft niet regelmatig op teslaan omdat de automatische opslag van Ar chiCAD uw projectbehoedt voor een crash.

Automatische Opslag wist de ongedaan te maken stappen niet.

Zie ook…

Automatische Opslag in Opties/Voorkeuren later in dit hoofdstuk.

Herhalen laatste opdrachtDit herhaalt de laatste bewerkopdracht behalve ongedaan maken,opnieuw, herhalen, wissen, alles selecteren en zoeken &selecteren.

KnippenDe opdracht Knippen verwijdert geselecteerde elementen uit eenproject en plaatst ze op het Klembord voor later gebruik d.m.v. deopdracht Plakken. De opdracht kan ook gebruikt worden voor denumerieke inhoud van dialoogvelden of coördinaten velden.Knippen kan gebruikt worden in de constructie- of tekstbewerkingsmodes.

Het gedeelte van de tekening dat geknipt moet worden, wordtbepaald door uw selectie.

Let op: De opdracht knippen is niet beschikbaar in het 3Dvenster.

Het Knippen uit Doorsnedes/aanzichtenU kunt elk element uit een Doorsnede/aanzicht Knippen. Hetverwijderde element wordt op het Klembord geplaatst en deverandering is dir ect zichtbaar op de Plattegr ond. Deze geknipteelementen kunnen alleen geplakt worden in de vorm vanar ceringen en lijnen, óf in de Plattegr ond óf in een Doorsnede/aanzicht.

Page 295: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

295

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

U kunt geen nieuwe constructie-elementen creëren met Knippen/Plakken in de Doorsnede/aanzicht.

KopiërenDe opdracht Kopiëren is vergelijkbaar met de opdracht Knippen.Het zet de geselecteerde constructie- of tekst elementen op hetKlembord, maar de geselecteerde elementen worden nietverwijderd uit het originele document.

Het Kopiëren vanuit Doorsnede/aanzichtU kunt elk element uit een Doorsnede/aanzicht kopiëren, maarhet kan alleen geplakt worden in de vorm van ar ceringen enlijnen, óf in de Plattegr ond óf in een Doorsnede/aanzicht. U kuntgeen nieuwe constructie elementen in de Doorsnedes/aanzichtencreëren met Kopiëren/Plakken

Kopiëren vanuit het 3D VensterKopiëren in tegenstelling tot knippen kan wel in het 3D Venstergebruikt worden. Als het 3D venster actief is en er is een 2Dselectie rechthoek getekend en u gebruikt de opdracht Kopiëren,dan komt er een Kopiëer dialoogvenster waarin u kunt aangevenwelke elementen van de selectie u op het Klembord wilt kopiëren.

Kopiëer Opties

Bitmap kopiëert de inhoud van het 3D venster als één Figuur.Kiest u Tekening dan bestaat het r esultaat uit de onder delenbeschreven in het dialoogvenster. De grootte van het verkregenplaatje is gelijk aan de gr ootte van het beeld in het 3D Venster. Dit

Page 296: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

296

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

is belangrijk als u de gekopiëerde elementen in een andereapplicatie wilt plaatsen, zoals SuperPaint of Photoshop.

De optie Tekening op schaal creëert een beeld dat de maten vande Plattegrond houdt. Plakt u een Zij aanzicht van het Pr oject opde Plattegrond met gebruik van de optie Tekening op schaal danzijn de maten hetzelfde als de maten van het plan

Te Kopiëren elementen

Met de volgende pop-up menu's kunt u bepalen welke elementenvan het 3D Beeld u wilt kopiëren naar het Klembor d.

Het overnemen van de schaduw van bovenaanzichten kangemakkelijk zijn voor accurate, meetbar e schaduwen op dePlattegrond. Schaduwen en 3D ar cering of orthogonale aanzichtenvoegen een realistisch element toe aan de aanzichten.

Polygonen

In het onderste gedeelte van het dialoogvenster kunt u bepalen ofu onzichtbar e polygonen wilt opslaan/kopiëren (b.v. de polygoonelementen van een raam achter een wand) of alleen de zichtbar e.U kunt de polygonen ook kopiëren met of zonder kader.

Dubbele lijnen verwijderen

U ziet dit aankruisvakje als u de selectie wilt kopiëren in Tekeningof tekening op schaal van een draad- of verbor genlijnmodel.Lijnen die pr ecies op elkaar liggen worden verwijderd.

Hint: Als u elementen van het 3D venster wilt kopiëren b.v.voor een aanzicht, raden we u aan de opties Gesplitstepolygonen Berekenen en Zonder omlijsting te gebruiken.Maar , de gesplitste polygonen kosten veel tijd en geheugen.

Zie ook…

Opslaan als…/2D Elementen in het menu Bestand.

Let op: Kopiëren kan alleen in het 3D venster gebruiktworden voor het kopiëren van plaatjes met de 2D Markeer .

Page 297: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

297

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

PlakkenHet Klembord wordt niet alleen gebruikt om ArchiCAD elementente bewaren voor het Plakken, maar het kan ook belangrijkebitmap en ander e informatie bevatten. Met gebruik van deopdracht Plakken, kunt u de inhoud van het Klembord in hethuidige Pr oject of in een tekst venster zoals een GDL scriptplakken (hangt af van de aard van de klembord inhoud).

Het Plakken van Plattegrond ElementenAls men Plattegrond elementen Plakt, houden de elementen hunoriginele x-y positie. Voordat u een positie kiest voor de tePlakken elementen, kunt u ze nog verslepen, roteren of spiegelen.

- Als de geplakte elementen niet in het venster kunnenverschijnen met het huidige zoom niveau, opent eendialoogvenster waarin u kunt kiezen om de elementen op deoriginele lokatie te plakken of in het huidige beeld, en of unaar de te plakken elementen wilt zoomen.

- Als u Plakt met gebruik van een meerlaags verdieping-markeer r echthoek, verschijnt er een waarschuwing die uvraagt waar u de gekopiëerde verdieping wilt tussenvoegen inde huidige verdiepingen.

- Attributen worden geïdentificeerd op naam. Als de elementenop het Klembord naar attributen verwijzen die niet in hethuidige project bestaan, worden de nodige attributentoegevoegd.

Let op: Gaat u een selectie tussen twee verdiepingen ophetzelfde zoom niveau zonder ander e opdrachten ertussenKnippen/Kopiëren en dan Plakken, wor dt de inhoud van hetKlembord geplakt op dezelfde positie als waar u eerder vangeknipt of gekopieerd had. U kunt in Ar chiCAD vanverdieping veranderen tussen de Kopiëer en Plak opdracht.Dit is erg handig als u van de ene naar de ander e verdiepingwilt kopiëren.

Zie ook…

De opdracht Invoegen (menu Bestand)..

Het Plakken uit Doorsnedes/aanzichtenAlle elementen gegenereerd van het Doorsnedes/aanzichtenvenster (Model of Tekening) of van het 3D venster, worden

Page 298: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

298

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

geplakt als arceringen en lijnen, óf in de Plattegr ond óf in deDoorsnedes/aanzichten vensters.

U kunt geen nieuwe constructie elementen creëren in deDoorsnedes/aanzichten of het 3D venster met gebruik vanKnippen/Plakken of Kopiëren/Plakken.

Plakken vanuit andere ApplicatiesAls u plaatjes wilt plakken met tekenelementen uit een andereapplicatie, verschijnt het volgende dialoogvenster:

U kunt het plaatje als een set tekenelementen plakken, die dandoor ArchiCAD als lijnen, tekstblokken en arceringen of als geheelgeïnterpreteerd worden (Figuur). U kunt ook tekst uit word-processing applicaties in ArchiCAD plakken.

WissenGeselecteerde items worden uit een Pr oject of Tekst vensterverwijderd met de opdracht Wissen. In tegenstelling tot Knippenen Kopiëren worden de gewiste elementen niet op het Klembordbewaard. Ze kunnen gemakkelijk terug gehaald worden metOngedaan maken. W ilt u met het toetsenbord Wissen dan gebruiktu de [Backspace] of [Delete] toets.

Bij het wissen van constructie elementen uit het venster(plattegrond, 3D venster, Model doorsnede/aanzicht)verdwijnen deze elementen ook uit alle andere vensters.

Let op: Het wissen van toegevoegde (d.w.z. met de handaangebrachte) elementen uit een doorsnede/aanzichtmodelvenster of alle elementen uit een doorsnede/aanzichttekenvenster laat alle ander e vensters ongemoeid.

Alles Selecteren...D.m.v. de opdracht Alles Selecteren… selecteert u alle elementenvan het actieve venster die gecreëerd zijn door het actievegereedschap in de actieve lagen. De naam van het actieve

Page 299: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

299

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

gereedschap wordt toegevoegd aan de menu titel van de opdrachtAlles Selecteren....

- Als het Pijl-gereedschap actief is als u de opdracht AllesSelecteren… kiest, worden alle elementen in de zichtbar elagen van het actieve venster van het project geselecteerd.

- Als het Markeer-gereedschap actief is, worden alle Figuur typeelementen op de actieve verdieping geselecteerd.

Let op: Kiest u de opdracht Alles selecteren terwijl er eenmarkeergebied bepaald is, dan worden alleen elementenbinnen dit gebied geselecteerd. In dit geval moetenpolygonen, objecten, kolommen en curves minstens eenmarkeerpunt binnen het markeer gebied hebben.

Zie ook…

Selecteren in hoofdstuk 2.

Zoeken & SelecterenDoor de opdracht Zoeken & Selecteren te kiezen, kunt u meerdereselecties maken gebaseerd op verschillende karakteristieken vanelementen die geplaatst zijn op de zichtbar e lagen van het actievevenster. U kunt elk element per Type, Arceringspatroon, Penkleur,Lijn, Oppervalk materiaal, Laag, Hoogte, Naam, ID of Lettertype, inelke combinatie selecteren.

Page 300: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

300

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als u alle criteria gekozen hebt die u nodig heeft, klik eenvoudigop Aan Selectie toevoegen en alle elementen diecorresponderen met de set karakteristieken worden geselecteerdzonder dat het dialoog venster gesloten wordt.

U kunt dit dialoogvenster ook gebruiken om geselecteerde itemste deselecteren. Kruis uw keuze aan en klik op de knopDeselecteren.

Voorbeeld: Laten we aannemen dat u alle buitenwanden wiltselecteren exclusief de rode.

Selecteer eerst alle wanden die geplaatst zijn op de buitenwandenlaag waarvan de bodem hoogte meer dan 2.7 meter is.

Deselecteer dan alle wanden met de rode Penkleur

OprekkenDe opdracht Oprekken wordt gebruikt voor het Oprekken ofInkorten van geselecteerde ArchiCAD elementen. Om de opdrachtte gebruiken selecteert u een element in de plattegrond of het 3Dvenster en kiest dan de opdracht Oprekken. Als de opdracht actiefis, kunt u een eindpunt van het geselecteerde element pakken enhet naar een nieuwe positie bewegen..

Het element wordt opgerekt of ingekort afhankelijk van hetnieuwe eindpunt. Het ander e eindpunt blijft op de originelepositie. De oprek vector wordt bepaald door twee keer klikken.De tekenbegrenzing van de cursor of de r elatieve numeriekecoördinaten zijn hulpmiddelen voor het positioner en.

Let op: Meerdere wanden, lijnen en bogen met overlappendeeindpunten kunnen allemaal opger ekt worden.

Page 301: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

301

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als het Pijl-gereedschap actief is in het 3D venster, is verticale enhorizontale oprekking mogelijk met het gebruik van de juisteiconen van het volgpalet.

Zie ook…

Het bewerken van elementen in het 3D venster in hoofdstuk 3.

Oprekken van Deuren & RamenMet het oprekken van ramen en deur en kunt u r eferentiepuntengebruiken buiten de wand waar ze inzitten. Het eindpunt van deoprekvector wordt loodrecht op de wand geprojecteerd om denieuwe openingsrand te bepalen. Hierdoor kunt u een deur ofraam uitlijnen ten opzichte van een element, binnen een ruimte, ofin een ander e ruimte, zoals hier onder te zien is.

Raam oprekken

Resultaat

Oprekken met het Markeer-gereedschapHet is mogelijk polygonale elementen op te rekken/in te korten(Vloeren, Daken, Ar ceringen en Openingen) en ook Doorsnedelijnen met het Markeer-gereedschap.

1) Teken een markeergebied rondom de polygonen die u wiltoprekken.

2a) Bepaal de oprek vector door op een knoop binnen hetmarkeergebied te klikken en op een extern punt (in dit gevalis het niet nodig de opdracht Oprekken te slecteren) of

Page 302: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

302

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

2b) Kies de opdracht Oprekken en bepaal de oprekvector doorop twee verschillende punten te klikken.

3) De vorm van alle polygonale elementen die knopen binnenhet markeergebied hebben worden gemodificeerd. Lijnen,Wanden enz., die een eindpunt binnen het markeer gebiedhebben worden ook opgerekt.

Let op: Het oprekken met het markeergereedschap is nietbeschikbaar in het 3D venster.

Limitaties voor het OprekkenAls een wand wordt ingekort zodanig dat beide einden van eenopening gepasseerd zijn, wordt de opening verwijderd. Als ééneind gepasseerd is, wordt de opening gehandhaafd

Voor het oprekken Na het oprekken

VerschalenMet de opdracht Verschalen kunt u geselecteerde elementenvergroten of verkleinen; door het invoeren van waar den ofgrafisch.

Het dialoogvenster wat dan opent geeft meer opties voor hetverschalen van de dikte van Wanden/kolommen,bibliotheekelementen, tekst, pijlkopjes en markeerpunten.

1) Selecteer (met een selectie methode) de elementen die uwenst te transformeren en kies Verschalen.

Page 303: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

303

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

2) Selecteer de gewenste opties en klik OK.

3) Klik ergens op het werkblad, en de transformatie vindt plaats.

Let op: De opdracht verschalen is alleen beschikbaar op deplattegrond en voor constructie elementen in Doorsnede/aanzicht vensters.

SplitsenDeze menu-opdracht geeft u de mogelijkheid wanden, lijnen,vloeren, schuine daken en ar ceringspolygonen langs eenlijnsegment, boog of polygoonrand te splitsen.

1) Selecteer de elementen die u wilt splitsen

2) Kies de opdracht Splitsen.

3) Teken een splits lijnsegment, of klik op een bestaande lijn,boog, wand of polygoonrand met de Mercedes cursor.

Page 304: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

304

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

4) Klik aan een kant van de te splitsen lijn/boog/rand met hetOogje.

5) Elementen aan de aangeklikte kant blijven geselecteerd,elementen aan de ander e kant worden gedeselecteerd. Degeselecteerde groep elementen kan worden bewerkt op degebruikelijke manieren.

Let op: De opdracht Splitsen is alleen beschikbaar op deplattegrond en voor constructie elementen in de Doorsnede/aanzicht vensters.

AanpassenDeze opdracht past de eindpunten van Wanden en Lijnen aan(door te verlengen of te verkorten), aan een lijn- of boogsegmentof een polygoonrand.

1) Selecteer de Wanden en/of Lijnen die u wilt aanpassen.

2) Kies de opdracht Aanpassen.

3) Teken een lijnsegment, of klik op een bestaande lijn, wand,polygoonrand of boog/cirkel met de Mercedes cursor. Deeindpunten van de geselecteerde wanden en lijnen wordenaangepast (verlengd of afgeknipt) tot aan de getekende ofaangeklikte lijn/boog/rand. Alleen die elementen die kruisenmet de gekozen lijn/boog/rand passen zich aan.

Let op: De opdracht Aanpassen is alleen beschikbaar op deplattegrond en voor constructie elementen in de Doorsnede/aanzicht vensters

Page 305: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

305

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Klik wand om te splitsen…Met deze opdracht kunt u een enkele wand in tweewandsegmenten splitsen, door op de referentielijn te klikken metde mercedes cursor. (Zie het wand-gereedschap in hoofdstuk 4voor manier en om wanden te splitsen op lokaties die bepaald zijndoor andere elementen.)

Let op: Deze opdracht is alleen beschikbaar op deplattegrond.

Klik om te knippenSelecteer Klik om te knippen en klik op een element. Hetaangeklikte gedeelte van het elementtussen de twee dichtst bijzijnde kruispunten wor dt gewist. Alleen de weergegevenintersectie punten worden beschouwd als kruispunten.

U kunt ook de Ctrl-klik gebruiken om niet geselecteerde items teknippen. Als er een element is geselecteerd dan wordt, met dezemethode, het element gesplitst of de kruising berekend.

Items die geknipt kunnen worden zijn: wanden, lijnen, cirkels enbogen.

Let op: De opdracht klik om te knippen is alleen beschikbaarop de plattegrond en voor constructie elementen inDoorsnede/aanzicht vensters.

Afknippen tot dak...U kunt zadelvormen van wanden kolommen, vloeren enbibliotheekelementen (inclusief deuren en ramen) afknippen omonder het dak te passen met de opdracht Afknippen tot dak. Ermoet voor deze opdracht tenminste een dak of een element vanhet bovengenoemde type geselecteerd zijn.

Als er wanden, kolommen, vloeren of bibliotheekelementengeselecteerd zijn dan worden ze afgeknipt tot de daken die zekruisen. Als er ook één of meerdere daken geselecteerd zijnsamen met deze objecten, dan worden de elementen alleenafknipt tot die daken die geselecteerd zijn samen met die objecten.

Page 306: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

306

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De objecten worden alleen afgeknipt als ze gedeeltelijk ofhelemaal onder het dak liggen. Het is altijd nodig te bepalenwelke elementen moeten worden afgeknipt in het dialoogvenster

Als er alleen daken zijn geselecteerd, moet er bepaald wordenwelke elementen afgeknipt moeten worden tot het dak door detypes aan te kruisen in het dialoogvenster.

Top/basis afknippen

De bepaalde elementen kunnen worden afgeknipt tot de top of debasis van het dak. Dit hangt af van de radioknoppen T op/basisafknippen.

Als de knop Top afknippen actief is, worden elementen afgeknipttot aan de onderste helling.

Als de knop Basis afknippen actief is, worden elementen tot aande bovenste helling van het dak afgeknipt.

Page 307: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

307

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Afknippen van Wanden, Kolommen enBibliotheekelementen

Met deze opdracht kunt u complexe vormen in wanden enkolommen maken. De wand volgt altijd de vorm van het dak. Hetmaakt niet uit hoeveel daksegmenten er zijn. Maar onthoudt weldat een dak alleen, parallelle uitsnijdingen kanmaken (zievoorbeeld 2 hieronder).

Knipt u een wand tot een dak af die de wand volledig kruist, danwordt de wand in twee delen verdeeld. Een met een afknippingaan het eind en de ander is een aparte wand zonder afknipping.Deze tweede wand start vanaf het punt waar het dak eindigt.

Er is hier één uitzondering op . Als er een opening is met punten inbeide gedeelten van de wand na de afknipping, dan blijft de wandéén stuk.

Afknippen van Vloeren

Vloeren kunnen ook afgeknipt worden bij de top of de basis vaneen dak. Er is alleen een groot verschil met het afknippen vanander e elementen. Vloeren kunnen alleen langs de heledoorsnedelijn van het dak en de vloer afgeknipt worden.

Page 308: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

308

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Herstellen van Elementen na het afknippen

Als een wand of kolom tot een dak is afgeknipt, verschijnt er nogeen knop onder in de instellingen van dat element, waar mee u hetafknippen ongedaan kunt maken (Model Attributen gedeelte).

De enige uitzondering zijn vloer en: het afknippen hier kanongedaan gemaakt worden door de opdracht Bewerken/ongedaan maken vlak na het afknippen.

Bovenkant afknippen tot een dak op afstand

Om de bovenkant wand/kolom tot een dak af te knippen van eendak op afstand:

1) Selecteer óf de wand/kolom óf het dak.

2) [Ctrl]-klik (Windows) de andere.

Let op: De wand/kolom wordt afgeknipt of het onder een dakzit of niet. Zor g er voor dat de wanden hoog genoeg zijn zodatze correct afgeknipt worden.

Deze opdracht is alleen beschikbaar op de plattegrond.

VerslepenDe opdracht verslepen geeft u de mogelijkheid elk geselecteerdconstructie-element in het Project te Verslepen.

1) Selecteer de element(en) die u wilt verslepen.

2) Selecteer de opdracht Verslepen uit het menu Bewerken.

3) Bepaal de lengte en richting van versleping voor degeselecteerde items elementen door een lijn te tekenen (eenversleepvector).

Page 309: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

309

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De versleepvector wordt ergens op het scherm getekend. Normaalbegint u bij een specifiek punt van de geselecteerde elementen.Maar , het is mogelijk twee onafhankelijke referentiepunten teverbinden.

- Alle geselecteerde elementen worden naar een nieuwe lokatieversleept. Enkelvoudige elementen verschijnen grijs als u zeversleept. Selecties met meerdere elementen verschijnen grijsmet een omlijstende rand als u ze beweegt.

- Als u een opening binnen een wand wilt verslepen, zonder dewand zelf te verslepen, selecteer dan de opening individueel.

In het 3D venster kunt u ook elementen verslepen door één vande knopen te selecteren en dan het eerste icoon uit het volgpalette kiezen (met het pijl-gereedschap actief). Zie de beschrijving inhoofdstuk 2, in het gedeelte over werken in 3D.

Beperkingen van het verslepen- U kunt een opening niet volledig uit een wand verslepen, ook

al heeft u het eindpunt van de versleepvector buiten de wandgeplaatst.

- U kunt geen externe versleepvector voor openingengebruiken.

Let op: Als u een gedeelte op de plattegrond afbakent voorvisualisatie in 3D en u versleept het element buiten zijn plaats in3D, dan ver dwijnt het element uit het 3D venster. Verhoogt u eenelement door het te verslepen dan krijgt u hetzelfdedialoogvenster als met de opdracht verhogen als u een elementnaar een ander e verdieping sleept (zie hieronder).

Page 310: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

310

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

RoterenMet de opdracht roteren kunt u elk geselecteerde element op deplattegrond of in het 3D venster, of handmatig toegevoegdeelementen in de doorsnede/aanzicht vensters roteren.

Zelfs in het 3D venster, wordt rotatie altijd uitgevoerd langs hethorizontale vlak.

Let op: Geroteerde tekstblokken, labels, dimensies enar ceringslabels blijven altijd te lezen vanaf de onderkant of derechterkant van de tekening.

Om de opdracht Roteren te gebruiken:

1) Selecteer de element(en) die u wilt roteren.

2) Kies de opdracht Roteren.

3) Bepaal het Middelpunt:

– Klik op het middelpunt van rotatie

4) Bepaal de r otatiehoek:

– Klik op het beginpunt van de rotatiehoek

– Verplaats de cursor

– Klik op de gewenste radius en eindpunt

Let op: Zone stempels kunnen niet geroteerd worden.

Openingen RoterenHet roteren van Deur en en Ramen werkt anders dan ander e rotatiehandelingen. Om een opening te roteren:

Page 311: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

311

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

1) Selecteer de opening voor rotatie.

2) Kies de opdracht Roteren. De opening kan 180 graden r ondhet middelpunt roteren.

Let op: Er kunnen verschillende openingen tegelijkertijdgeroteerd worden. Dimensie lijnen blijven altijd r echtop; als uze roteert, draaien de getallen naar de ander e kant.

SpiegelenDe opdracht Spiegelen creëert een spiegelbeeld van eengeselecteerd constructie-element op de plattegrond of in het 3Dvenster.

Er kunnen verschillende openingen tegelijkertijd gespiegeldworden. Tekst, lijnpijlen en dimensies kunnen niet gespiegeldworden - alleen hun omlijsting wordt gespiegeld. De tekst blijftleesbaar.

Gespiegelde tekstblokken, labels, dimensies en arceringslabelszijn altijd leesbaar vanaf de onderkant of de r echterkant van detekening.

Het gebruik van de opdracht Spiegelen:

1) Kies de element(en) die u wilt spiegelen.

2) Bepaal de spiegel as door twee keer in lijn te klikken

Alle geselecteerde elementen worden gespiegeld.

Let op: Zone stempels kunnen niet gespiegeld worden.

Page 312: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

312

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Openingen SpiegelenKlikt u buiten de wand die de geselecteerde opening bevat, danwordt de opening om zijn eigen as gespiegeld.

1) Kies de opening die u wilt spiegelen .

2) Kies de opdracht Spiegelen.

De opening wordt om zijn eigen as gespiegeld. De richting van deopening verandert lateraal, terwijl de opening dezelfde kant vande wand op blijft wijzen zoals in de figuur hier onder.

Klikt u op de referentielijn van de wand die de geselecteerdeopening bevat, dan wordt de opening gespiegeld om de lijn dieloodrecht op dit punt op de wand staat. Er wordt niet gespiegeldals de opening in z'n geheel buiten de wand zou vallen. Als deopening gedeeltelijk van de wand af valt, wordt u gevraagd of ude opening wilt houden of niet.

Let op: Er kunnen meer dere openingen tegelijk gespiegeldworden.

Kopie verslepenDe opdracht Kopie Verslepen werkt hetzelfde als verslepen,behalve dat het originele element geselecteerd en in tact blijft,terwijl het kopie naar een ander e lokatie verplaatst wordt.

Let op: Als u een enkel kopie van een opening maakt, is degemakkelijkste manier om de [alt]-klik te gebruiken om deinstellingen van de opening op te pakken, en dan een kopieervan met de volgende klik te plaatsen.

Zie ook…

Voor meer informatie zie het overzetten van parameters.

Kopie RoterenDe opdracht Kopie Roteren werkt zoals de opdracht Roteren,behalve dat het originele element geselecteerd en in tact blijft,terwijl het kopie wordt geroteerd

Let op: Deze opdracht is niet beschikbaar voor Deuren enRamen.

Page 313: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

313

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Kopie SpiegelenDe opdracht kopie Spiegelen werkt hetzelfde als de opdrachtSpiegelen, behalve dat het originele element geselecteerd en intact blijft terwijl het kopie wordt gespiegeld.

Deze opdracht werkt op Deuren en Ramen, als u op dereferentielijn van de wand klikt die de opening bevat en degespiegelde opening niet buiten de wand valt.

Verhogen…De opdracht verhogen… laat u geselecteerde elementen verticaallangs de Z as verplaatsen.

In het 3D venster, hoeft u alleen maar de opdracht V erhogen tekiezen (elk gereedsschap kan actief zijn) of op de knopen van eenelement te klikken (met het pijl-gereedschap actief) en kies hettweede icoon uit het volgpalet. Dan kan het grafisch of numerieknaar boven/beneden verplaatst worden. Zie meer details in het 3Dbewerkinsgedeelte van hoofdstuk 2.

In de plattegrond of doorsnede/aanzicht vensters geeft het kiezenvan de opdracht Verhogen een dialoogvenster voor hetspecificeren van een positieve of negatieve verticale verplaatsinglangs de Z as voor een of meer elementen.

Deze opdracht is geschikt om de niveau's van soortgelijkeelementen te verhogen (d.w.z. wanden, bibliotheek- elementen,vloertegels, lichtpunten, enz.). Het is de beste manier om verticalerelaties tussen objecten tijdens de verplaatsing te behouden.

1) Selecteer de elementen die u wilt verhogen of verlagen.

2) Kies de opdracht Verhogen….

De instellingen verschijnen.

3) Typ een waarde in het veld en klik op OK.

De elementen worden verticaal verplaatst.

Om verticale kopieën te maken in plaats van de originelen teverplaatsen, gebruik de opdracht Vermenigvuldigen zoalshieronder beschreven.

Page 314: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

314

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als u een geselecteerd constructie-element verhoogt zodat het opeen andere verdieping terecht komt, dan verschijnt er de vraag ofhet element op de originele verdieping moet blijven of verplaatstmoet worden naar de ander e verdieping.

Voorbeeld: heeft u een gebouw met twee verdiepingen met eenelk een hoogte van 3.00 m. Verlaagt u dan een stoel van debovenste verdieping met 2.00m, dan krijgt u het vraagvenster .Verhoogt u de stoel met 4.00m, dan krijgt u geen vraag venster ,omdat er niet nog een verdieping bestaat.

Verhoogt u verschillende elementen tegelijkertijd, en meer daneen voldoet aan de criteria van hierboven dan krijgt u hetvraagvenster maar een keer. Geen of alle elementen worden danverhoogd/verlaagd.

Verhoogt u objecten van de plattegrond, en plaatst u ze op eenander e verdieping, dan verdwijnen de 2D symbolen van deverhoogde objecten van de huidige actieve verdieping als ze nietzichtbaar zijn buiten de eigen verdieping.

Vermenigvuldigen…De opdracht Vermenigvuldigen… cr eëert een aantal exactekopieën van geselecteerde elementen met gebruik van devolgende methoden en opties:

- Versleep de kopieën langs een recht pad met eenVermenigvuldigings Referentielijn.

- Roteer de kopieën met gebruik van een hoek bepaald door deVermenigvuldigings Referentieboog.

- Verhoog (stapel) de kopieën met een verticale verplaatsing(vergelijkbaar met de opdracht Verhogen… , maar het maaktook kopieën).

- Creëer een matrix van kopieën langs twee vermenigvuldigingsreferentielijnen.

- Verhoog en versleep of roteer (trapsgewijs) de kopieën, metgebruik van de Vermenigvuldigings r eferentielijn of

Page 315: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

315

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

referentieboog en een verticale verplaatsing. Dit is handigvoor b.v. lineaire of wenteltrappen of een hellend landschap(trapsgewijse vloeren).

Let op: Geroteerde tekstblokken, labels, dimensies enar ceringspolygoon gebieds labels blijven altijd leesbaar vanafde onderkant of de rechterkant van de tekening.

Om de opdracht Vermenigvuldigen… te gebruiken, vult u dewaar den in de Vermenigvuldigings-instellingen en past u ze toedoor een referentielijn of -boog te maken. De stappen zijn alsvolgt:

1) Selecteer de element(en) die u wilt vermenigvuldigen.

2) Kies de opdracht Vermenigvuldigen… uit het menuBewerken.

De vermenigvuldigings-instellingen verschijnen.

3) Kies de gewenste waarden. Bekijk het gedeelte over deVermenigvuldigings Opties hieronder voor details.

4) Klik OK om naar het Pr oject terug te keren.

5) Bepaal een Referentielijn of -boog (als u r oteert) om hetgespecificeerde aantal kopieën te cr eëren.

Als u besluit de kopieën niet te maken, klik op de knop Annulerenin de Contr ole box. Maar, kiest u de knop Verhogen in het dialoogvenster, worden de kopieën gemaakt als u op OK klikt. Er is geenmogelijkheid meer om deze opdracht te annuleren nadat u de hetdialoog venster verlaat. Maak dan gebruik van de opdrachtOngedaan maken.

Let op: Om de verticale positie van een element te bewegenzonder kopieën te maken, gebruik de opdracht Verhogen.

Page 316: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

316

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Vemenigvuldigings Opties

Een aantal radioknoppen specificer en het type vermenigvuldigendat toegepast moet worden.

- Versleep vermenigvuldigd de kopieën langs een recht padbepaald door de referentielijn.

- Roteer vermenigvuldigd de kopieën langs een boog, metgebruik van de hoek die gespecificeerd is in dereferentieboog.

- Verhoog stapelt de kopieën met een verticale verplaatsing.

- Matrix plaatst de kopieën van de geselecteerde elementen ineen matrix bepaald door twee loodrechte referentielijnen. Kiestu deze optie dan bepaalt u het aantal kopieën dat u nodigheeft voor de eerste en de tweede richting van de matrix. Ookzijn er twee parameters voor de verticale verplaatsing nodig.

In de onderste helft van het dialoogvenster, bepalen de distributieopties hoe het begin- en eindpunt van de vermenigvuldigingsreferentielijn worden geïnterpreteerd.

- h.o.h afstand verdeeld de kopieën op een gelijke afstand,gelijk aan de lengte van de Referentielijn of -boog.

- Distribueren verdeeld de kopieën gelijkmatig tussen hetbegin- en eindpunt van de Vermenigvuldigings Referentielijnof -boog.

- Distribueren-1 verdeeld de kopieën gelijkmatig tussen hetbegin- en eindpunt van de r eferentielijn of boog, maar deafstand is verdeeld door het aantal kopieën + 1 en er wordtgeen kopie op het eindpunt geplaatst.

- Verspreiden plaatst de kopieën van het vermenigvuldigdeelement op gelijke afstand van elkaar langs de r eferentielijn ofboog. In plaats van het opgeven van het aantal kopieën moetde afstand in lengte of graden tussen de aangr enzendekopieën bepaald worden.

Page 317: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

317

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Verplaatsing in hoogte

Verplaatsing in hoogte bepaalt de waar de die toegevoegd wordtaan de hoogte van elke kopie van het vermenigvuldigde objectzelfs tijdens het verslepen, roteren of het in een reeks zetten vande kopieën.

In geval van verplaatsing in hoogte van elementen in het 3Dvenster, moet deze bepaald worden door een referentievector enniet door een waarde in het invulvakje. In dit geval drukt u alleenop een radioknop of u een verplaatsing in hoogt wenst of niet.

Let op: Als u ramen of deuren vermenigvuldigd, vergeet nietdat ArchiCAD de kopieën van de openingen in demoederwand op de huidige verdieping plaatst en niet op deverdieping erboven of eronder, zelfs al heeft u een nivowaardebepaald die boven die van de huidige verdieping uitsteekt.

Selectieset Bewerken…De opdracht Selectieset Bewerken… opent een dialoogvensterwaarin tegelijk specifieke attributen bewerkt kunnen worden vooreen verzameling ongelijke elementtypen.

Page 318: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

318

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Elk element in ArchiCAD heeft twee basis attributen gemeen metalle anderen: een Laag selectie en een Penkleur of Pendikte.

- Binnen het Selectieset bewerken dialoog venster kunt u dezetwee attributen aanpassen voor een aantal elementen, zonderde selectie te verliezen.

- Alle andere attributen en parameters van de geselecteerdeelementen blijven onveranderd, en als alleen één van deattributen is verandert, dan blijft de ander ook onveranderd.

Ramen & Deuren

Er is nog een optie voor ramen en deuren. Zelfs al zijn de ramenen deuren niet expliciet geselecteerd, u kunt hun penkleurveranderen als de wand waarin ze geplaatst zijn in de selectie setzit. Om de penkleur voor ramen en deuren te veranderen, klik ophet aankruisvakje Geassocieerde Verandering….

Let op: Ramen en deuren worden altijd op de laag geplaatstvan de wanden waar ze in zitten.

Automatische-labels

Een ander aankruisvakje kan gebruikt worden om de Penkleur enLaag-instellingen van automatische-labels te verander en die nietexpliciet geselecteerd zijn als de elementen waar mee zegekoppeld zijn in de selectieset zitten.

Speciale Gevallen

De laag selectie kan altijd verandert worden, maar de Penkleur ofPendiktes, gedragen zich anders in één speciaal geval:

- Penkleuren of Pendiktes van bibliotheekelementen, kunnenworden verandert, maar alleen als het bibliotheekelement nietweergegeven wordt met de Symbool pennen (bepaald in het2D symbool of het bibliotheekelement). Zelfs dan, als hetobject bewerkt wordt, worden de standaard Penkleur ofPendikte radioknoppen ingesteld op de te bewerken Penkleurof Pendikte.

Samengestelde Elementen

Alle componenten die bestaan uit samengestelde elementen, zoalswanden, dimensieketens of markeersymbolen die bestaan uitlijnen, pijlkopjes en tekst worden samen veranderd.

Informatie Matrix

Het Selectieset bewerken dialoogvenster toont een informatiematrix met het type en de hoeveelheid van de verschillende

Page 319: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

319

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

elementen in de selectieset. Deze informatie is vaak handig voorhet bewerken van meer dan één attribuut

De opdracht selectieset bewerken is niet beschikbaar in het 3Dvenster.

Gereedschaps-instellingenDit is een dynamisch menu-item, omdat de naam verandertgebaseerd op de huidige selectie of het actieve gereedschap.

- Als er geen element geselecteerd is, opent de opdracht met deinstellingen van het actieve gereedschap met de defaultwaarden van dat gereedschap.

- Als er één element is geselecteerd, opent de opdracht met deinstellingen die corresponderen met dat element.

- Als meerdere elementen geselecteerd zijn, opent de opdrachtmet de instellingen die corresponderen met het laatstgeselecteerde element.

Zie ook…

De beschrijving van de verschillende gereedschaps-instellingen inhoofdstuk 4 en de uitleg van het gedrag van elementen gecreëerddoor externe bewerkingen in de Appendix.

Het menu Bewerken voorTekstvenstersWerkt u in een teksttype venster dan veranderen de opdrachten uithet menu Bewerken zodat u de basis mogelijkheden van een wordprocessing programma krijgt.

Tekst Stijl…Met de opdracht Tekst stijl opent u een dialoogvenster om tebepalen hoe uw tekst eruit ziet op het scherm en voor uwafdrukken.

Page 320: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

320

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

TabsHier kunt u het aantal spaties invullen dat Ar chiCAD gebruikt als ude Tabtoets indrukt.

Lettertype & grootteDe Lettertypen en grootte-instellingen laten u kiezen tussen debeschikbare lettertypen in uw systeem. Het veranderen van hetlettertype en/of de grootte heeft effect op het hele tekstvenster.

Let op: U kunt verschillende lettertypen en groottes bepalenvoor de verschillende tekstvensters. In een nieuw document,hebben de tekstvensters als default een formaat zoals delaatste keer dat Ar chiCAD gebruikt werd.

Zoeken & vervangenDe opdracht Zoeken & vervangen biedt zoekmogelijkheden diein de meest gebruikte tekstverwerkers zitten:

- Zoek alle verschijningen van een woord, zin of serie karaktersin een venster of in de geselecteerde tekst.

- Zoek en vervang exacte woorden.

- Zoek en vervang exacte woorden van achter naar vor en.

Zoek SelectieDeze opdracht zoekt een geselecteerde reeks in de tekst in derichting, zoals ingesteld in het T ekst Zoek Venster.

Opnieuw zoekenDeze opdracht herhaalt de laatste zoek opdracht in de richtingzoals bepaald in het Tekst Zoek Venster.

Page 321: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

321

hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Opnieuw vervangenDeze opdracht herhaalt de laatste vervang opdracht in de richtingingesteld in het Tekst Zoek Venster.

Ga naar regelDeze opdracht laat u naar een bepaalde r egel gaan door hetnummer van de r egel in te vullen. Dit is erg nuttig voor bewerkingvan GDL scripts.

Commentaar/Geen commentaarDeze opdrachten zijn alleen beschikbaar voor de Bibliotheekelement 2D, 3D en Eigenschappen Script vensters. Deze laten ugeselecteerde opdracht regels in commentaar r egels veranderenen andersom. De opdracht Commentaar voegt uitr oeptekens toe(!) aan het begin van de geselecteerde regels, terwijl de opdrachtGeen commentaar ze verwijdert. Dit kan handig zijn als u slechtseen deel van het script wilt visualiseren.

Hint: U kunt commentaar of geen commentaar gebruikenvoor de hele inhoud van een venster door eerst de opdrachtAlles selecteren te kiezen uit het menu Bewerken.

Let op: Deze opdrachten zijn ook beschikbaar als sneltoetsenonderin het tekstvenster.

Inspringing vergroten/verkleinenDeze opdracht plaatst/verwijdert het aantal spaties gedefiniëerd inhet Formaat vakje van het tekstvenster voor tabs, aan het beginvan de paragraaf.

Let op: Deze opdrachten zijn ook beschikbaar als sneltoetsenonderin het tekstvenster.

Page 322: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

322

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Script nakijkenMet deze opdracht, kunt u nakijken of de syntax van het GDLscript in het actieve venster correct is. Wenst u alle scripts van hethuidige actieve bibliotheekelement na te kijken, activeer dan hethoofdvenster voordat u de opdracht kiest.

Let op: Deze opdracht is ook beschikbaar als sneltoetsonderin het tekstvenster.

Debugger openenDeze opdracht is alleen actief als het GDL Script venster actiefzodat u GDL Scripts kunt debuggen. Zie de beschrijving van hetGDL Debugger venster in het ArchiCAD bibliotheek gedeelte vanhoofdstuk 6.

Page 323: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

323

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Menu gereedschappenMet de opdrachten van het menu gereedschappen kunt u hetvolgende:

- groeperen en degroeperen van elementen;

- verander en van de volgorde waarin overlappende elementenop elkaar zijn getekend;

- elementen vergrendelen om veranderingen of wissen vanelementen te voorkomen;

- het bepalen van element transformatie modes;

- automatisch of aangepaste labels aan elementen toevoegen;

- zone infor matie bijwerken;

- externe functies toevoegen zoals ArchiCAD Add-Ons.

GroeperenCreëert een groep van de geselecteerde elementen. Elk typeelement kan gegroepeerd worden. U kunt zelfs bestaande groepengroeperen.

Bekijk het gedeelte over de basis concepten van ArchiCAD inhoofdstuk 2 over het gedrag van groepen.

Belangrijk: Slaat u het pr oject op in ArchiCAD 5.0 for maat,dan gaat alle gr oepsinformatie verloren.

Groeperen/degroeperen is niet beschikbaar in het 3D venster.

DegroeperenVerwijdert de goepsinformatie van de geselecteerde items. Deitems worden weer alleenstaande elementen.

Groepsinformatie is hiërar chisch. Dit betekent dat als tweegroepen gegroepeerd zijn in een hoger e groep, deze eerst wordengedegroepeerd waar na u de opdracht weer moet kiezen voor dedegroepering van het volgende niveau, tot dat u de status vanindividuele elementen heeft bereikt.

Groepen inactiefDeze opdracht zet tijdelijk alle groepsinformatie uit. Elkgegroepeerd element wordt behandeld alsof het individueel is.Hierdoor kunt u gemakkelijk een individueel element uit een

Page 324: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

324

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

groep modificeren zonder effect op de andere elementen. Door deopdracht opnieuw te kiezen worden de groepen weer actief.

Een vinkje laat weten of de opdracht actief is of niet .

Let op: Er zijn twee iconen in de Contr olebox die hetzelfdeeffect bewerkstelligen als het kiezen van de opdracht Groepeninactief.

Deze opdracht is ook beschikbaar in het 3D venster.

Automatisch groeperenMet deze opdracht kunt u elementen creëren die automatischgegroepeerd worden. Als deze opdracht aan staat wor den itemsdie tegelijkertijd gegenereerd worden (r echthoekige wanden,polygoon daken, enz.) automatisch gegroepeerd.

VooraanMet deze opdracht, overlappen de geselecteerde elementen alleander e elementen ( komen als het ware helemaal vooraan).

Naar vorenMet deze opdracht, overlappen de geselecteerde elementen alleonveranderde elementen van eigen klasse en lager, maar blijvenonder de elementen van een hogere klasse.

Naar achterenmet deze opdracht, worden de geselecteerde elementen overlaptdoor alle onveranderde elementen van eigen over hogere klasse,maar overlappen nog steeds elementen van een lagere klasse.

AchteraanMet deze opdracht, worden de geselecteerde elementen overlaptdoor alle ander e elementen.

Herstel standaard volgordeDeze optie zet alle veranderde elementen terug in de standaardoverlap volgorde.

Zie de beschrijving van de basis concepten van ArchiCAD inhoofdstuk 2 over de tekenvolgorde van overlappende elementen.

Page 325: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

325

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

BlokkerenBij de keuze van deze opdracht worden de geselecteerde itemsgeblokkeerd zodat ze niet per ongeluk gemodificeerd worden.Geblokkeerde elementen kunnen wel geselecteerd worden engebruikt worden voor relatieve constructie, en u kunt huninstellingen overnemen door parameter transfer .

Let op TeamWork gebruikers: U kunt alleen itemsblokkeren die u gereserveerd heeft. Geblokkeerde itemskunnen niet ger eserveerd worden door ander en. Deblokkerings informatie blijft zelfs al meldt u zich af.

DeblokkerenMet deze opdracht deblokkeren de geblokkeerde items.

Let op TeamWork gebruikers: U kunt alleen itemsdeblokkeren die door u geblokkerd zijn.

Alle elementen deblokkerenDit hiërar chische menu laat u alle geblokkeerde elementendeblokkeren.

Mijn

Deblokkeert alle door u geblokkeerde items.

Anderen…

Dit TeamWork-specifieke menu item is alleen beschikbaar als menaangemeld is als Pr ojectleider. U kunt dan dan alle elementendeblokkeren van ieder projectlid door zijn/haar naam in hetvenster te kiezen.

Het hele team

De projectleider kan alle elementen van projectledendeblokkeren.

Patch genereren…Met deze opdracht, kunt u het gebied opslaan in een 2DMarkeergebied als een parametrisch 2D bibliotheekelement. Ukunt dit later gebruiken om stickers op uw plannen te plakken,om de nodige details te bewaren in plattegrond en doorsnedeaanzichten zodat u tijd spaart bij het modeller en.

Page 326: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

326

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Om een Patch te creëren, omcirkelt u een gebied in de plattegrondof doorsnede/aanzicht venster d.m.v. een Markeergebied, enselecteert u de opdracht Patch genereren… uit het menuGereedschappen. In het dialoogvenster dat verschijnt kunt u delokatie en de naam van het gecr eëerde element specificeren.

U kunt gemakkelijk navigeren tussen de actieve bibliotheken, metgebruik van de pop-up lijst onderin het dialoogvenster.

Kruist u Nu patch plaatsen aan, dan kunt u het gecr eëerde elementgelijk plaatsen nadat het opgeslagen is.

Let op: Objecten op deze manier gecreëerd, wordenaangevuld met parametrisch gedrag, gespecificeerd door eenspeciaal sjabloon in de Ar chiCAD bibliotheek. Als het sjabloonontbreekt in de actieve bibliotheken, kunt u toch uw patchesopslaan, maar het worden gewone stickers zonderintelligentie. Als ArchiCAD de sjabloon voor de Patch niet kanlokaliseren, wordt u op de hoogte gebracht en kunt u deprocedure afbreken of er mee doorgaan zonder intelligentie.

Toverstaf-instelling…Deze opdracht heeft effect op transformatie van Bogen, Cirkels enCurves in gebogen wanden of polygoon-type elementen.

Page 327: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

327

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De transformatie zelf is beschreven in hoofdstuk 3 onderConstructie technieken. Tijdens de transfor matie, worden debogen getekend of benadert volgens de instellingen.

Benadering MethodeMet de twee knoppen rechts, kunt u kiezen tussen tweetransfor matie methoden.

- Met de Beste Overeenkomst, wordt de transfor matie gemaaktdoor gebogen segmenten die de best mogelijke natuurlijkevorm van Cirkels, Bogen en Curves volgen.

- Lineair e Segmenten gebruikt alleen lineaire segmenten.

Let op: Als gebogen elementen omgezet worden in Meshes ofLijnen, worden alleen lineair e segmenten gebruikt.

Opties voor lineaire segmenten

Met de vier knoppen links kunt u kiezen uit een set opties ombogen te benaderen met lineair e segmenten.

- Met de eerste optie kunt u de maximale afwijking van depolygoon van het originele gebogen element bepalen.

- Met de twee knoppen in het midden kunt u het aantalsegmenten langs een Boog of een Cirkel bepalen. In hettweede geval worden bogen omgezet in een aantal segmentendie corresponderen met het gedeelte van de cirkel dat zevertegenwoordigen.

- Met de vierde knop kunt u transfor meren met segmenten dieunifor m van lengte zijn.

Let op: Kiest u Beste Overeenkomst als echte curves nietgecreëerd kunnen worden dan pr obeert ArchiCAD de curveste benaderen volgens de hiërarchische orde in dit venster.

Page 328: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

328

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ExploderenMet de keuze van deze opdracht worden geselecteerde elementenop de huidige actieve verdieping of in het huidige doorsnedevenster in basis elementen (lijnen zonder pijlkopjes, cirkels,bogen, ellips bogen, curves, arceringen zonder omlijsting, enkele-lijn teksten) omgezet. Originele elementen worden verwijderd.

Uitzonderingen:

- In Doorsnede/aanzicht vensters, kunnen geknipte constructieelementen niet worden geëxplodeerd;

- Zone polygonen en stempels;

- Doorsnede lijnen en Camera's;

- Basis 2D elementen.

Enkele voorbeelden:

- Vloeren, daken, meshes worden geëxplodeerd in lijnen.

- Wanden en kolommen worden uitelekaar gehaald in lijnen enar ceringen (ramen en deur en in wanden wor den ook).

- Ramen en deur en (geselecteerd zonder de wand waar ze instaan) worden geëxplodeerd als bibliotheekelementen envervangen door lege openingen.

- Dimensioneringen worden geëxplodeerd in lijnen en de basiselementen van pijlkopjes (lijnen, cirkels, bogen, arceringen).

- Bibliotheekelementen worden geëxplodeerd inbasiselementen van bibliotheekelementen.

Let op: Als de automatische groepering aan staat, wor den degeëxplodeerde elementen gecreëerd in de groep modus.

Lijn Extra'sHet submenu Lijn Extra's bevat drie menu-items die werken opgeselecteerde lijnen. De lijnen wor den opgerekt of ingekort doorde opdrachten. Afhankelijk of ze kruisen of niet. Zo niet, dan

Page 329: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

329

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

wordt bepaald hoe lang ze moeten worden om elkaar te kruisen ofom de afronding of afschuining te ver oorzaken

AfrondenVerbindt twee eindpunten van een lijn met een boog. Als dezeopdracht wordt gekozen, verschijnt er een venster voor de radiusvan de afr onding.

AfschuinenVerbindt twee eindpunten van een lijn met een lijnsegment. Alsdeze opdracht wordt gekozen verschijnt er een venster om deradius aan te geven voor de afschuining.

Hoek makenZorgt ervoor dat twee lijnen elkaar gaan raken.

Er zijn drie manieren om dezelfde twee lijnen een hoek te latenmaken

Dakniveau LijnenDeze opdracht plaatst lijnen op geselecteerde daken op dehoogten die u kunt specificeren in de volgende dialoogvensters.

Page 330: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

330

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Door één of twee van de optie knoppen te gebruiken in hetbovenste gedeelte van het dialoogvenster, kunt u bepalen of deniveaulijnen bij de bovenkant of aan de onderkant van degeselecteerde daken geplaatst moet worden.

In de velden in het midden, kunt u het hoogte niveau specificerenwaar u de niveaulijnen geplaatst wenst te zien. De hoogte kanrelatief t.o.v. het niveau van de verdieping zijn of t.o.v. het projectnulpunt.

Als de Lijnen buiten daken weglaten aan staat, worden deniveaulijnen, die buiten het plattegr ond polygoon van het dakwaar ze bij hor en vallen, niet getekend. Als het aankruisvakje uitstaat, worden alle lijnen getekend. In dit geval zijn de lijnen diebuiten het dakpolygoon vallen even lang als de lengte van despillijn van het dak waar ze bij hor en.

Als het Groeperen met dak geactiveerd is, worden deniveaulijnen gegr oepeerd met de daken waar ze bij hor en.

Let op: Deze optie is grijs als de Groepen inactief zijn.

LabelsBij het kiezen van het menu Labels opent een submenu waarin ukunt bepalen hoe de automatische labels worden geplaatst op deconstructie-elementen.

Automatische-LabelsKiest u deze opdracht dan verschijnt een dialoogvenster:

U kunt de automatische labeling aan of uit zetten voor deverschillende element typen.

U kunt ook kiezen tussen twee label tekst opties: het gelabel IDnummer van het element of het inter ne, unieke ID ervan.

De Auto-Label oriëntatie iconen zijn hier beschikbaar , en in deLabel-instelling nadat ze zijn geplaatst (zie hun beschrijving onderhet Label-gereedschap).

Page 331: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

331

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Labels plaatsen en verwijderenMet deze twee opdrachten kunt u automatisch labels aan degeselecteerde elementen toevoegen of ze volledig verwijderen.

De geplaatste automatische-labels hebben hun instellingengekregen in de instellingen voor Automatisch labelen.

Zie ook…

De beschrijving van het Label-gereedschap in hoofdstuk 4.

Zones actualiseren…Als u uw ontwerp verandert, passen associatieve zones zich nietautomatisch aan de veranderingen aan. Met de opdracht Zonesactualiser en… passen de Zones zich aan het verander de ontwerpaan en laat u weten als er pr oblematische Zones zijn. Hetdialoogvenster dat verschijnt geeft u ook informatie over deverandering van elke Zone.

Het dialoogvenster laat de veranderde Zones zien. Zones metproblemen worden vooraf geselecteerd

Page 332: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

332

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het dialoogvenster bevat de volgende kolommen:

Status: Hier zegt ArchiCAD of de Zone geactualiseerd konworden, en zo niet, wat het probleem is. De iconen hierbetekenen hetvolgende:

Alles OK, ArchiCAD heeft de Zone aangepast.

De Zone was handmatig gecr eëerd en kant niet automatischworden aangepast.

De laag waar de Zone op staat is geblokkeerd. Deblokkeer de laagin de laag-instelling en her haal het aanpassingspr oces.

De Zone kruist zichzelf. Net zoals het geval van de polygonen. Umoet de Zone aanpassen voor een juiste geometrie, of het splitsenin twee Zones. U kunt de Zone bestuderen door het te selecterenen op de knop Zoom naar geselecteerde Zones te drukken.Herhaal het aanpassingspr oces.

Het referentiepunt van de Zone is buiten zijn gr ens. Elkeassociatieve Zone heeft een referentiepunt dat binnen de Zonemoet liggen. Krijgt u dit bericht, plaats dan het r eferentiepuntbinnen de Zone en herhaal het aanpassingspr oces.

De Zone die u probeert aan te passen is niet in uw werkruimte. Ditkan alleen maar voor komen als u in Ar chiCAD for TeamWorkwerkt, en de Zone is toegewezen aan een ander projectlid.

De Zone die u probeert aan te passen heeft moeilijkheden, omdathet niet alle randen kan vinden. Gebruik Zoom naargeselecteerde Zones om ze te vinden en herhaal het pr oces.

Nummer.

Deze kolom geeft het nummer van een bepaalde Zone.

Naam

Deze kolom bevat de naam van de Zone.

m2 Toegevoegd

Deze kolom bevat informatie over hoe de Zone veranderd is. Omde weergave te veranderen anders dan vierkante meters, kies eenander e eenheid uit het pop-up menu van het venster.

Page 333: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

333

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Add-On laden…Add-Ons zijn kleine stukjes software die functionaliteit aanArchiCAD toevoegen.

- Import/Export Add-Ons zijn filters waar mee u ArchiCAD datakunt openen en opslaan in verschillende externebestandsformaten, inclusief DXF en DWG. De namen van degeladen Add-Ons verschijnen in de Openen… en Opslaanals… dialoogvensters.

- Gereedschaps Add-Ons geven bewerkings mogelijkheden.Deze namen verschijnen onder de opdracht Add-On laden…uit het menu Gereedschappen.

Alle Add-Ons die in de Add-Ons map geplaatst zijn (zelfde map alsArchiCAD) worden automatisch geladen en zijn beschikbaar bijhet opstarten van het programma. Met de opdracht Add-On laden,is het mogelijk Add Ons uit ander e mappen te laden. Kiest u deopdracht dan verschijnt er een navigatie dialoogvenster , waarin ueen te laden Add-On kunt kiezen.

Na het laden van de Add-On, geeft Ar chiCAD infor matie over defunctionaliteit die is toegevoegd.

Vanaf dat moment is de Add-On beschikbaar voor Ar chiCAD.

Let op: Sluit u Ar chiCAD af en start u het weer op, dan zijn degeladen Add-Ons niet meer beschikbaar. U zult ze opnieuwmoeten laden, of ze in de Add-Ons map plaatsen voordat uArchiCAD weer opstart.

Page 334: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

334

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Menu OptiesMet de Optie menu items kunt u:

- de schaal en het raster instellen;

- de weergave en uitvoer opties voor element klassen bepalen;

- de verdiepingen en lagenstructuur van het project bepalen;

- de gebruikte attributen in het project modificeren, inclusiefpenkleuren, materialen, lijnen en arceringen, meerlaagsearceringen en zone categorieën;

- algemene voorkeuren in het programma instellen, inclusiefaanpassingen van menu sneltoetsen.

Plattegrondschaal…De traditionele tekenschaal heeft alleen direct invloed opafdrukken en plots. De grootte van de weergave verandert niet alsu uw document herschaalt. Alleen de relatieve grootte van vaste(of papier) grootte elementen zoals tekst of vectoriëlearceringspatronen veranderen, in vergelijking met de constructie-elementen die zijn gedefiniëerd in de wereld coördinaten.

Na het instellen van de schaal ziet u een voorbeeld van het projectzoals het wordt afgedrukt met die schaal. Om een ware weergavete krijgen (geen zoom), kies Beeld/Ware grootte na de schaal.

Let op: Als u de tekenschaal verandert, verandert het huidigebeeld naar gelang, en de huidige vergroting blijft constant.Om terug te keren naar het vorige beeld van het venster, kiesBeeld/Vorig beeld.

Om de schaal voor uw document in te stellen activeert u dePlattegrondschaal... en specificeert u een schaal in het venster.

Page 335: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

335

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

U kunt een standaard schaal uit het pop–up menu kiezen of u typteen speciale schaal in het daarvoor bestemde vakje.

Standaard schalen worden weergegeven volgens metrisch of USstandaard volgens de instelling in het Voorkeuren/Tekeneenhedendialoogvenster. Zie de beschrijving later.

Let op: Het klikken op de knop Schaal in de Beeld balkactiveert deze opdracht ook.

Doorsnedeschaal

Kiest u het menu item in een Doorsnede/aanzicht venster danverandert de naam in de Doorsnede schaal. U kunt de schaal voorelk Doorsnede/aanzicht venster apart instellen.

Weergave…De opdracht Weergave opent een dialoogvenster waarin u in kuntstellen hoe de verschillende constructie elementen wordenweergegeven op de Plattegrond. De tweede set opties (onder descheidingslijn) hebben niet alleen effect op de weergave van deelementen in de plattegrond maar ook op afdrukken, plots enexport bestandsformaten.

Nette wandverbindingenDit is dezelfde opdracht als Nette wandverbindingen direct uit hetmenu Opties (zie later).

Page 336: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

336

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dak SpillijnenDit verbergt of toont de spillijn van de Daken.

Zie ook…

Het Dak-gereedschap in Hoofdstuk 4..

ArceringshendelsDit toont of verbergt de hendels van de vectoriële Arceringengekoppeld aan het Arcerings Nulpunt..

Zie ook…

Het Arcerings-gereedschap in hoofdstuk 4.

TekstTekstblokken kunnen op verschillende manieren wordenweergegeven:

- Alleen tekst (zonder rand)

- Tekst met hendels maken de tekstblokken goed zichtbaar engemakkelijk te bewerken, terwijl de tekst leesbaar blijft.

- Klad (een onleesbaar tekstblok met grijze patronen alsvervanging van de eigenlijke tekst).

- Klad met hendels.

Let op: Tekst onder 5 pt (scherm grootte) wordt altijd “klad”gemaakt. Klad tekst boven 48 pt wordt is normale tekst.

Zie ook…

Het Tekst-gereedschap in Hoofdstuk 4.

Figuur hendelsFiguren kunnen worden weergegeven met of zonder hendels ofalleen als plaats houders.

Doorsnede diepteDoorsnede diepte kan op de Plattegrond weergegeven ofverborgen worden

Zie ook…

Doorsnede/aanzicht-gereedschap in hoofdstuk 4.

Page 337: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

337

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

LijndikteEr zijn twee weergave opties voor Lijnen in de Plattegrond.

- Ware lijndiktes, waarin alle pennen worden weergegeven,afgedrukt en geplot met de dikte ingesteld in het Pennen &Kleuren dialoogvenster.

- Haarlijnen, waarin alle pennen worden weergegeven,afgedrukt en geplot als dunne lijnen van 1 pixel dik (ofminimale lijndikte van de printer). Dit maakt het hertekenenvan het scherm sneller.

Constructie arceringenEr zijn vier opties beschikbaar voor het weergeven van dearceringen van de constructie elementen.

- De Lege optie laat de constructie elementen zonderarceringen zien. Buiten de visuele voordelen laat deze optiehet scherm ook sneller hertekenen.

- Met de Dicht optie, verschijnen constructie elementen meteen dichte (100%) arcering.

- De Bitmap Patroon optie is wat normaal gebruikt wordt voorconstructie. In de Bitmap Patroon mode, worden deconstructie elementen weergegeven met bitmap patronen.

- De Vectoriële Arcering optie zet het equivalent van devectoriële arcering van het bitmap patroon op het scherm.

Polygoon ArceringenEr zijn drie opties voor de weergave van polygoon arceringen,dichte, bitmap patroon en vectoriële arcering.

Deuren en RamenEr zijn vier opties voor de weergave van Deuren en Ramen op deplattegrond.

- Deuren en Ramen worden samen met hun dimensioneringenweergegeven;

- Deuren en Ramen worden zonder hun dimensioneringenweergegeven;

- Deuren en Ramen zijn verborgen;

- Deuren en Ramen zijn verborgen, de plafond lijnen wordenweergegeven.

Page 338: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

338

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zone PolygonenEr zijn drie opties voor de weergaven van Zone polygonen:

- Verberg kleuren, alleen de zone stempel wordt weergegeven.

Let op: U kunt de zonepolygonen dan niet bewerken.

- Over de Arceringen, de kleuren worden over de arceringenweergegeven.

- Onder de Arceringen, de kleuren worden onder de arceringenweergegeven.

Standaard beeld & rasters…De opdracht Standaard beeld en rasters… laat u het Magneet- enConstructieraster bepalen en ook een standaard beeld voor uwproject maken.

De rol van het Constructie- en Magneetraster werd besproken inhoofdstuk 2, en in het Rastersnap gedeelte hieronder.

Kies de opdracht Standaard beeld en rasters… voor hetdialoogvenster.

In het bovenste gedeelte van het dialoogvenster kiest u of de Snapfunctie de Constructie- of Magneetraster knopen gebruikt als hetsnappen naar het raster is aangezet met de opdracht Rastersnap.

ConstructierasterDe horizontale en verticale afstand voor het constructieraster kanindividueel bepaald worden d.m.v. de Afstanden stappeninvulvelden. De Constructie invulvelden worden als volgtgebruikt:

Page 339: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

339

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Afstandswaarden bepalen de afstand tussen rasterlijnen.

- Stappen bepalen het aantal herhalingen van hetafstandspatroon.

- Het Hoofdraster wordt gevolgd door het hulpraster en danwordt het patroon herhaalt. Het hulpraster kan op dezemanier gebruikt worden om periodieke of onregelmatigerasters te maken zoals in de volgende figuur.

MagneetrasterDe horizontale en verticale afstand van het Magneetraster kanonafhankelijk worden ingesteld. Het aanpassen van het Magneetraster aan bestaande structuren, of aan het Constructieraster, ismogelijk d.m.v. de Offset-instelling. De Offset verschuift hetMagneetraster met de ingevulde waarden.

Omdat het Magneetraster gemeten wordt vanaf het huidigeGebruikersnulpunt, wordt er aangeraden het Gebruikersnulpunt tegebruiken in plaats van een numerieke instelling voor de offsetvan het Magneetraster.

Let op: De offset kan niet groter zijn dan de huidigeAfstandswaarde.

Achtergrond, Rasterlijnen & DetailDe achtergrond zorgt voor de kleur van het 2D werkblad zelf.Door te dubbel–klikken op de achtergrondkleur opent hetdialoogvenster kleuren. U kunt uw kleur grafisch of numeriekselecteren door de HSL (Hue–Saturation–Lightness) of RGB(Rood–Groen–Blauw) componenten te mixen.

De kleuren voor de Rasterlijnen werken hetzelfde als deAchtergrond. Er kan een kleur voor het constructierastergeselecteerd worden voor de rasterlijnen zelf.

Klikt u op de knop Huidig beeld, dan wordt het huidige zoomniveau en positie op het werkblad getoond in het Raster voorbeeldvenster. Klikt u OK, dan wordt het aanzicht van het werkblad het

Page 340: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

340

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Standaard Beeld. U kunt op elk moment terug naar dat beeld metde opdracht Standaard beeld uit het menu Beeld of doorStandaard beeld uit de snelposities te kiezen

Let op: U kunt het standaard beeld ook instellen door Beeld/Huidig beeld als standaard.

Voorbeeld: Raster instellen

Om instellingen te maken voor een balk industriële hal structuurmet 20x30 cm. palen en 6x10 vakken:

1) Type de volgende waarden in het Standaard beeld & rastersdialoogvenster:

2) Het nieuw bepaalde raster met deze waarden verschijnt in hetvoorbeeld venster (zie hieronder). Klik op het venster om delaatste veranderingen te zien

3) Het gedeelte van de plattegrond dat getoond wordt in hetStandaard Beeld wordt bepaald door de coördinaten. Typ dewaarden van de vorige illustratie in de vier corresponderendeinvulvakjes rond het voorbeeldvenster. De instellingen hierbepalen de grootte van het Standaard Beeld.

RastersnapDe opdracht Rastersnap wisselt tussen het laatst gebruikterastertype (Constructie of Snap) en géén rastersnap. Als deopdracht gevinkt is de Rastersnap actief.

Page 341: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

341

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De opdracht Rastersnap is gelijk aan het selecteren van de SnapAan iconen in de Coördinatenbox. Als de rastersnap actief is,beperkt het de beweging van de cursor tot Constructie- ofMagneetraster knopen. Een klein zwart stipje dat van rasterpuntnaar rasterpunt springt geeft de huidige positie van de cursor aan.

Zie ook…

De rol van het Constructie- en Magneetraster werd gedetailleerdbesproken in hoofdstuk 2. Verdere informatie voor het opzettenvan een raster systeem wordt besproken in de opdracht Standaardbeeld & Rasters….

Tijdelijke & Uitgeschakelde SnapEr zijn twee sneltoetsen beschikbaar om het raster gemakkelijkaan en uit te zetten:

- Druk op de Escape toets als de rastersnap aan is om dezetijdelijk uit te zetten.

- Druk op de Escape toets als de rastersnap uit is om dezetijdelijk aan te zetten.

Raster weergaveAls de Raster weergave aan staat, worden de rasterlijnen op hetscherm weergegeven. Als de opdracht uit staat, zijn de rasterlijnenverborgen. Deze rasterlijnen worden bepaald met gebruik van deopdracht Standaard beeld & rasters

Het raster wordt niet weergegeven (buiten het menu om) als het tedict zou worden op het scherm (als de kortste afstand tussen tweeaangrenzende rasterlijnen kleiner is dan 3 pixels). Om het raster tezien, neem een groter raster of zoom in. Deze instelling geldt ookin het dialoogvenster Standaard beeld & Rasters.

Nette wandverbindingenDe opdracht Nette wandverbindingen staat aan als dezeaangevinkt is en is niet actief als het niet aangevinkt is.

Nette wandverbindingen Aan

Als de Nette wandverbindingen aan staan, is de weergave van dePlattegrond op uw scherm hetzelfde als de afdruk of plot van uwdocument. Wandverbindingen zijn accuraat en net weergegeven,de referentielijnen zijn verborgen.

Page 342: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

342

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De cursor is gevoelig voor binnen- en buitenpunten van dewandverbindingen, b.v. de hoeken van een kamer. Dit maakt deoppervlakte berekeningen en de dimensionering van dewandverbindingen makkelijker en nauwkeuriger.

Als de wanden niet goed zijn weergegeven (terwijl dereferentielijnen goed verbonden zijn):

1) Zet de Nette wandverbindingen uit en dan weer aan.

2) Selecteer de opdracht Herberekenen (menu Beeld).

De wandverbindingen worden herberekend en hertekend.

Nette wandverbindingen Uit

Staan de Nette wandverbindingen uit dan ziet de weergave eruitals een constructie werktekening.

U kunt de referentielijnen van wanden en daken beter zien. Eeneenvoudige weergave van de wanden (blokvorm) helpt u decomplexe verbindingen beter uit te zoeken. Het hertekenen vande weergave is aanmerkelijk sneller.

Page 343: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

343

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Werken met deze opdracht uit is nuttig als u een verbinding tekentmet meerdere constructie-elementen. Als de referentielijnenzichtbaar zijn, kunt u beter de gewenste elementen selecteren.

VerdiepingenDoor het item menu Verdiepingen te kiezen, opent een submenumet opdrachten waarmee u:

- De verticale structuur van uw ontwerp, verdieping voorverdieping kunt bepalen.

- Kunt navigeren tussen verdiepingen door te bepalen welkeverdieping wordt weergegeven.

- Elementen en items tussen de verdiepingen kunt verplaatsenmet de speciale Knippen/Kopiëren en Plakken functies.

Alle Verdiepingsfuncties worden vanuit het Verdiepingensubmenu bestuurd. De verdiepingen en hun hoogte waardenbepaald in de Verdieping-instelling… staan onder aan hetsubmenu. Bij de huidige verdieping staat een vinkje in de lijst ende naam verschijnt in de titel van het Plattegrondvenster.

Let op: Verdiepingen staan ook in het snelpositie palet enkunnen van daaruit bestuurd worden. Zie ook de paletten inhoofdstuk 3.

Verdieping-instelling…Door de opdracht Verdieping-instelling… te kiezen uit hetVerdieping submenu, opent er een dialoogvenster waarin u deverticale structuur van uw Project volledig kunt bepalen. Elkeopdracht uit dit venster wordt hieronder besproken.

Page 344: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

344

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het toevoegen of verwijderen van Verdiepingen

Het bovenste gedeelte van het venster geeft een lijst van deverdiepingen in uw ontwerp. Voor een nieuw project heeft u éénverdieping. U kunt een verdieping aan de lijst toevoegen d.m.v. deknoppen Tussenvoegen Boven of Tussenvoegen Onder of eenverdieping verwijderen d.m.v. de knop Verwijderen.

De nieuwe verdieping wordt boven of onder de geselecteerdeverdieping geplaatst (gemarkeert in de lijst). De nummering vanverdiepingen wordt automatisch aangepast. Er is geen limiet aanhet aantal mogelijke verdiepingen.

Nummering van Verdiepingen

De begane grond van ArchiCAD is verdieping nummer 0.

Een Verdieping selecteren

Om een Verdieping te activeren, selecteert u het in de lijst. Sluit ude Verdiepings-instellingen, dan verschijnt de geselecteerdeverdieping op het werkblad.

Een Verdieping definiëren

De geselecteerde verdieping kan worden gedefinieerd in deinvulvakjes. Het verdiepingsnummer wordt automatisch gegevenmaar u kunt de verdieping een naam geven en het niveau en dehoogte aangeven.

Let op: Niveau is de verticale afstand gemeten vanaf het peil,terwijl de Hoogte de verticale afstand tot aan de volgendeverdieping is.

Het veranderen van hoogte en niveau wordt verschillendgeïnterpreteerd:

- Als u de hoogte van een verdieping verandert, heeft dit effectop het niveau van alle verdiepingen erboven (als het nummervan de verdieping positief is) of eronder (als het nummer vande verdieping negatief is). In praktische termen: u rekt hethele gebouw op (of krimpt in) door de hoogtes van eenverdieping groter of kleiner te maken. De hoogte van alleandere verdiepingen blijven zoals ze waren.

Page 345: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

345

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Als u het niveau van een verdieping wilt veranderen, heeft diteffect op de hoogte van de verdieping erboven en eronder. Inpraktische termen, u verplaatst het niveau van één verdiepingterwijl de rest van het gebouw statisch blijft. De niveau’s vanalle andere verdiepingen blijven.

Elementen tussen Verdiepingen verplaatsen

Om elementen van de ene naar de andere verdieping te kopiërenkunt u gebruik maken van de standaard opdrachten uit het menuBewerken n.l. Knippen, Kopiëren en Plakken als u op dePlattegrond werkt. In dit proces selecteert en kopiëert menelementen van de ene verdieping, waarna men naar de andereverdieping gaat en de kopieën van de elementen daar metPlakken in zet.

U kunt ook alle elementen in één stap over zetten met deknoppen Knippen, Kopiëren, Plakken en Wissen uit hetVerdiepingen dialoogvenster.

De te plakken elementen en items kunnen worden geselecteerdmet de Plakken instellingen. Kruis de vakjes van de elementen aandie u wilt plaatsen.

Let op: De aankruisvakjes voor het Plakken hebben alleeneffect als u op de knop Plak op Verdieping drukt. De knoppenKnip van Verdieping, Kopiëer van Verdieping en Wis vanVerdieping nemen altijd alle element klassen van eenverdieping.

Alle element klassen op de geselecteerde verdieping wordengeknipt of gekopiëerd van die verdieping met de knoppen Knipvan Verdieping of Kopiëer van Verdieping uit het dialoog venster.

Knip van verdieping verwijdert alle elementen uit de origineleverdieping terwijl Kopiëer van verdieping de originelen intacthoudt en de kopieën naar een andere verdieping gaan.

Page 346: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

346

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Selecteer de Verdieping uit de lijst waar u de geknipte ofgekopiëerde elementen naar wilt verplaatsen. Klik vervolgens opde knop Plakken. Alle element klassen die geactiveerd zijn in dePlakken aankruisvakjes worden op die verdieping geplaatst.

Wilt u alle elementen van een verdieping verwijderen, selecteer deverdieping en klik op de knop Wissen.

Let op: Deze opdrachten worden niet uitgevoerd als u niet opde OK knop drukt en het dialoog venster verlaat.

Historie

Om op de hoogte te blijven van alle stappen van het bewerkenworden de stappen in een lijst gezet: de historie. Klikt u OK dankomt er een venster dat vraagt of u door wilt gaan met deopdracht.

Eén verdieping omhoog en Eén omlaagDe opdracht Eén verdieping omhoog activeert de volgendeverdieping boven de huidige, terwijl Eén verdieping omlaag die eréén onder activeert. Als Automatisch opslaan aan staat in deVoorkeuren, veroorzaakt deze opdracht een Automatische opslag.Als u naar een verdieping probeert te gaan die niet bestaat, dankomt er een venster dat vraagt of u deze verdieping wilt creëren.

Ga naar verdieping...Deze opdracht opent een dialoogvenster waarmee u direct naareen bestaande Verdieping kunt springen en geeft u een indicatieover het aantal verdiepingen die er op dit moment zijn. Typt u eenVerdieping index nummer in dat er buiten valt, dan wordt hetgenegeerd als u op OK klikt en u blijft op de huidige verdieping.

Page 347: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

347

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Een andere gemakkelijke manier om tussenverdiepingen te schakelen kan d.m.v. het snelpositie palet.

De VerdiepingenlijstElke verdieping wordt in een Verdiepingenlijst gezet onderaan inhet Verdiepingen submenu. Kies een verdieping voor weergave.

Let op: Elke verdieping wordt weergegeven met naam (ofserie nummer als er geen naam is) en zijn niveau.

LagenDe ArchiCAD lagen worden gebruikt om de elementen uit uwtekening te organiseren voor selectieve weergave en voor deStuklijst.

Kies het Lagen hiërarchische menu-item in het menu Opties, ditlaat een submenu zien dat de opdrachten voor de Lagen bevat. Dehuidige laag is gemarkeerd met een vinkje.

Elke opdracht uit de Lagen wordt hieronder in een apart gedeeltebesproken.

Laag-instellingen…Laag-instelling… bepaalt de laag-instelling voor uw Project.

Page 348: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

348

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De aanwezige lagen in uw Project staan in de lijst aan delinkerkant van het dialoogvenster. Klik op een laag om deze teselecteren.

De volgende opdrachten kunnen worden uitgevoerd op degeselecteerde laag (met uitzondering van de ArchiCAD laag).

Een Nieuwe Laag creëren

Klik op de Nieuw knop voor het openen van een subdialoogwaarin u de naam van de nieuwe laag kunt zetten. Klik OK omeen nieuwe laag te creëren.

Laag wissen

Klik op de knop Wissen om een laag te verwijderen. Alleelementen toegewezen aan de gewiste laag worden ookverwijderd. Deze knop werkt op alle geselecteerde lagen uit delijst.

Let op: Deze opdracht kan niet ongedaan worden gemaaktmet de opdracht Ongedaan maken. Om te vermijden dat erper vergissing gewist wordt, geeft het programma eenwaarschuwing voordat de laag echt gewist wordt.

Lagen hernoemen

Om een nieuwe naam aan een laag uit de lijst te geven klikt u opde knop Hernoemen. Elke naam kan gevolgd worden door eenpunt, en dan een extensie. De extensie helpt om de lagen incategorieën in te delen.

Het Tonen & Verbergen van Lagen

Om de inhoud van een laag op het werkblad te laten zien klikt uop de knop Tonen. Deze knop heeft betrekking op allegeselecteerde lagen uit de lijst.

U kunt ook op het oogje klikken die de tonen/verbergen statusvan een geselecteerde laag uit de lijst aangeeft. ArchiCAD toont ofverbergt alle geselecteerde lagen.

Klik op de knop Verbergen om elementen onzichtbaar te makenin de geselecteerde laag. De namen van de verborgen lagenverschijnen grijs in de lijst.

Page 349: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

349

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Blokkeren & Deblokkeren van Lagen

Om een geselecteerde laag te blokkeren of deblokkeren klikt uop de desbetreffende knoppen. Dit wijzigt het icoon voor de laagnaam in een open of gesloten slot. Deze knop werkt op allegeselecteerde lagen uit de lijst.

Als het slotje open is, is de laag actief. De inhoud kan bewerktworden en de constructie-elementen kunnen toegewezen wordenaan de laag in de Gereedschaps-instellingen. U kunt ook op hetslotje van de laag klikken in de lijst. ArchiCAD blokkeert ofdeblokkeert alle geselecteerde lagen. Als het slotje op slot is,verschijnt de inhoud van de laag op het scherm en de cursor isgevoelig voor deze elementen. Maar ze zijn niet langerbeschikbaar voor bewerking, verwijdering of veranderingen eneen constructie-element kan niet worden geplaatst op eengeblokkeerde laag in de Gereedschaps-instellingen.

Sorteer op

Om de lagen te organiseren en iets te vinden in een lange lijst vanlagen kunnen we de lijst sorteren.

- Klik op deze knop voor alfabetische weergave.

- Klik op deze knop, om de lagen op hun extensies te sorteren.

- Typ de naam van de gewenste extensie in het veldje naast deknop. Klik op deze knop om de lagen te laten zien waarvande naam de geselecteerde extensiebevat.

Alles Selecteren

Klik op de knop Alles selecteren om alle lagen voor bewerking teselecteren. Lagen die op dit moment verborgen zijn, staan grijs inde lijst. Als een laag is geblokkeerd, staat er een gesloten slotjelinks van de naam.

- Om een aantal lagen achter elkaar te selecteren; klik of sleepmet de [Shift] toets ingedrukt.

- Om een onderbroken set lagen te selecteren; klik of versleepmet de [Control] toets ingedrukt.

Hint: Wilt u alle geselecteerde lagen deselecteren dan klikt uop het zwarte gebied, 2 of 3 pixels rechts van de meest rechtserand van de lagenlijst (tussen de twee lijst items van hetdialoog venster).

Page 350: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

350

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Een Lagenset

U kunt lagensets opslaan en bepalen aan de rechterkant van deLaag-instellingen. Alle bestaande lagensets staan in het submenu.

Elke lagenset is een “moment opname” van de status van alleLagen in het Project en kan op elk moment opgeroepen wordendoor de naam in de Lagenlijst te selecteren.

Let op: Als er nieuwe lagen worden gecreëerd, worden zeniet aan een bestaande lagenset toegevoegd. Dat wil zeggendat de selectie van een lagenset geen effect heeft op dezichtbaarheid of het blokkeren van de nieuwe laag. Als defaultis de laag zichtbaar en gedeblokkeerd, onafhankelijk van delagenset die u kiest uit het submenu.

Het is aan te raden dat u na het creëren van nieuwe lagen, elkelagenset selecteert en de nieuwe lagen naar wens zichtbaar maaktof blokkeert, en op de knop Wijzigen klikt voor elke lagenset.

Een nieuwe Lagenset definiëren:

1) Configureer de Lagenlijst in het venster links.

2) Typ een naam van de Lagenset en klik op Toevoegen.

Een bestaande Lagenset veranderen:

1) Selecteer de naam van de Lagenset in de Lagenset lijst.

2) Selecteer de naam van de lagenset en typ de nieuwe naam.

3) Verander de lagen configuratie in het Lagenlijst venster, en klikop de knop Wijzigen.

Hint: Om een nieuwe lagenset toe te voegen die gebaseerd isop een bestaande:

1) Selecteer de naam van de Lagenset.

2) Modificeer de gewenste configuratie in het Lagenlijst gebied.

3) Typ een nieuwe naam in het Lagenset naamveldje en klik opde knop Toevoegen.

Page 351: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

351

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De ArchiCAD laag

Het eerste item in de Lagenlijst, de ArchiCAD Laag, kan nietworden verwijderd, verborgen of geblokkeerd. Deze laagverzamelt alle elementen die hun lagendefinities hebben verloren

Toon alle lagenDeze opdracht maakt alle elementen in alle lagen zichtbaar.

Namen van lagensetsDe lijst met Lagensetnamen onder in het Lagen submenu laat alleLagensets die te selecteren zijn zien (bekijk het Lagenset gedeeltehierboven). Met deze opdrachten kunt u Lagensets makkelijk ensnel aan en uit zetten.

De actieve set is aangevinkt.

Pennen & Kleuren…De selectie van pennen en kleuren in ArchiCAD wordt bekeken enverandert d.m.v. de opdracht Pennen & Kleuren…. In ArchiCADzijn pennen gesimuleerde tekeninstrumenten die een specifiekekleur en lijndikte hebben.

- U kunt één pen, of meerdere pennen selecteren voor elkconstructie element (hangt af van het type element). Depennen die u kiest bepalen de kleur en lijndikte van deelementen die getekend worden met die pen.

- U kunt de kleur of lijndikte van een element veranderen dooreen andere pen te selecteren of andere pen attributen in tevullen in de Pennen & Kleuren-instellingen.

Page 352: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

352

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

PennenEr staan 99 pennen in de tabel. Hun nummers worden bepaalddoor de positie in de tabel. De bovenste rij bevat pen 1 t/m 10 vanlinks naar rechts, de rij daaronder, pen 11 t/m 20, enz.

KleurenEr is een standaard kleur voor elke pen, maar u kunt elke kleurvoor een specifieke pen bewerken door te dubbel–klikken op hetpenvakje. In het verschijnende venster Kleuren, kunt u een kleurgrafisch of numeriek selecteren door de HSL (Hue–Saturation–Luminosity) of RGB (Rood–Groen–Blauw) componenten te mixen.

Klikt u OK, dan verschijnt de nieuwe kleur voor de gegeven penin het vakje.

Nadat de kleuren bepaald zijn, veranderen de constructieelementen van ArchiCAD onmiddellijk naar de nieuwe kleuren.

Bij penplotters wordt de kleur van elk pennummer op uw plotterbepaald door de fysieke kleur van de pen die u in de carousel zetdie behoort bij dat pennummer.

PendiktesArchiCAD heeft Pendiktes die samengaan met elk van de 99Penkleuren gedefiniëerd in de Pennen & Kleuren-instellingen.Pendiktes worden gemeten in punten of millimeters. Dit hangt afvan de tekeneenheden ingevuld in het pop-up menu naast hetPendikte invulveld. Hierdoor kunnen plattegronden gemaaktworden met een grote verscheidenheid aan Pendiktes.

- Pendiktes verschijnen als u Ware dikte in de Weergave kiest(zie hierboven). Als de Lijndikte op haarlijnen staat, zijn allelijnen één pixel breed.

- Pendiktes worden afgedrukt op hoge–resolutie laser printers,rasterplotters of geconfigureerde penplotters (metcorresponderende pennen).

- Er kunnen aparte Penkleuren of Pendiktes bepaald wordenvoor lijn pijlkopjes, verschillende dimensioneringscomponenten en vectoriële arceringspatronen d.m.v. decorresponderende gereedschaps- en attributendialoogvensters.

- Pendiktes worden opgeslagen als u ArchiCAD Projectenexporteert naar PlotMaker met gebruik van de opdrachtOpslaan als… (menu Bestand).

Page 353: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

353

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Een pendikte van 0.00 produceert een zo dunmogelijke lijn (één pixel op het scherm of een haarlijn op eenlaser printer).

ArchiCAD bevat 99 pennen. Er worden verschillende manierengebruikt om deze te vertalen voor afdruk met het geselecteerdeafdrukapparaat, zie de tabel hieronder.

Afdruk Pen toewijzing

Printer

Pen Plotter ArchiCAD pennen zijn gekoppeld aan penposities op de plotter modulus 8. Dit betekent dat de ArchiCAD pennen 1,9,17,15 enz. getekend worden door pen nummer 1 op de plotter. ArchiCAD pennen 2,10,18,26… met de plotter pen nummer 2 enz. Lijndikte en kleur op de afdruk hangen af van de gebruikte plotter pennen en kunnen dus afwijken van het scherm.

Raster Plotter

PlotMaker Tekeningen opgeslagen als PlotMaker bestanden bevatten alle ArchiCAD informatie over de pen toewijzing.

PlotMaker naar Pen Plotter

ArchiCAD pennen zijn of handmatig of met de bestaande koppelingen, gekoppeld aan plotter pennen. Lijndikte en kleur hangt af van de gebruikte plotter pennen en kunnen dus afwijken van die op het scherm.

PlotMaker naar Raster Plotter

Geen pen toewijzing, lijndikte en kleur worden waar mogelijk weergegeven op de plotter.

Geen pen toewijzing, lijn dikte en kleur worden waar mogelijk weergegeven op de printer, volgens de Afdruk-instelling in het Opties venster.

Geen pen toewijzing, lijndikte en kleur worden waar mogelijk weergegeven op de plotter.

Page 354: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

354

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Lijntypen…Met de opdracht Lijntypen… verschijnt er een dialoogvensterwaarin u de standaard lijntypes kunt selecteren, veranderen ofverwijderen (doorgetrokken, gestippeld, gestreept, enz.). U kuntook eigen Lijntypen creëren.

Lijntypen creërenU kunt nieuwe lijntypen creëren door op de knop Nieuw teklikken. In het volgende venster kunt u kiezen tussen het creërenvan gestreepte of symbolische lijnen. U kunt het geselecteerdelijntype ook dupliceren en dan het kopie veranderen.

Gestreepte lijnen

Vul de naam van de nieuwe lijn in en zorg ervoor dat Gestreept isgeselecteerd als lijntype en druk dan op de OK knop. Er verschijnteen dialoogvenster met twee gedeelten. In het onderste gedeelte,rechts onder Bewerk geselecteerde type: kunt u grafisch deeerste component van de lijn die u wilt creëren bewerken. Dezwarte en witte vlaggen vertegenwoordigen gedeelten van degestreepte lijn. Nieuwe gedeelten kunnen worden toegevoegd ofverwijdert d.m.v. de kleine piramide onder de nummervakjes.

Page 355: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

355

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Elke zwarte vlag is het einde van een streepje in de lijn, waarvande lengte bewerkt kan worden door de vlag te verslepen inhorizontale richting, of door een andere waarde in de Streepinvulvakjes in te vullen. De kleine witte vlaggetjes geven deopening tussen elk streepje aan en kunnen op dezelfde manierbewerkt worden. De waarden in de numerieke invulvakjesworden geïnterpreteerd conform het Tekeneenheden... gedeelte inVoorkeuren (menu Opties). Als b.v. de tekeneenheden in meterszijn, wordt de schaal gegeven in millimeters.

Symbool lijnen

Symbolische lijnen worden gecreëerd door een stencil op dePlattegrond te tekenen met gebruik van Lijnen, Bogen enHotspots. Selecteer alle componenten met het Pijl-gereedschap alsu klaar bent met het tekenen van het lijntype stencil en kiesKopiëren uit het menu Bewerken. Selecteer nu Lijntypen... uit hetmenu Opties, en klik op de knop Nieuw. Selecteer Symbool alslijntype, en geef de nieuwe lijn een naam, er verschijnt een nieuwvenster:

Druk op de onderste knop onder het grafisch bewerkingsgedeelte:Plak lijncomponent. De gekopiëerde lijncomponent verschijntin het grafische bewerkvenster. U kunt de schaal van beidelijncomponenten en de opening tussen elke lijncomponentbewerken, door óf de kleine vlaggetjes te verslepen in het vensteróf de numerieke waarden eronder te veranderen. Delijncomponent wordt als geheel op schaal gezet

Page 356: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

356

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Alleen Bogen, Lijnen en Hotspots kunnen gebruiktworden in de definitie van symbolische lijnen. Bevat deselectie gekopiëerde componenten van de plattegrond curves,arceringen, tekst of andere elementen, dan worden deze nietin het Lijntypen venster geplakt.

Normale Kopiëren-Plakken opdrachten werken niet in dit venster

Veranderen van een Symboollijn

Wilt u een symbolische lijn veranderen nadat de origineleelementen zijn verwijdert uit de Plattegrond, kiest u eerst de lijndie bewerkt moet worden uit het Lijntypen... dialoogvenster, endruk dan op de knop Kopiëer lijncomponenten. Door dezecomponenten op de Plattegrond te plakken kunt u ze weerbewerken. Zie hierboven hoe we deze nieuwe veranderde groepelementen in een lijntype moeten omzetten.

Het wissen van een LijntypeAls u een lijntype uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u het inhet Lijntype... dialoogvenster en drukt op de knop Wissen.

Let op: Lijnelementen waarvan het type niet bepaald is,worden Onbepaald genoemd en verschijnen alsdoorgetrokken Lijnen.

De schaal voor lijntypenDe weergave van lijnen op het scherm, printer of plotter hangt afvan de volgende opties:

- Met deze optie geselecteerd, worden de lijnelementen op hetwerkblad geplaatst met de gegeven schaal en geïnterpreteerdzoals andere constructie-elementen. Als de schaal van hetwerkblad veranderd wordt, worden de lijnen in proportiegroter of kleiner.

- Met deze optie, hebben de lijnelementen dezelfde grootte alsin het dialoogvenster zonder met de schaal rekening tehouden.

In alle dialoogvensters met een lijst Lijntypen (d.w.z. Lijntypen,Lijn-instellingen, Contour van elementen op afstand, enz.) wordende lijntypen weergegeven met de origineel bepaalde schaal.

Let op: Vermijdt het bewerken van een lijntype op schaal alsde tekenschaal van het project anders is dan dat van hetlijntype, omdat deze dan niet goed wordt weergegeven in hetbewerkveld.

Page 357: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

357

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Arceringstypen...Arceringen zijn geometrische patronen die gebruikt kunnenworden voor wanden, kolommen, vloeren, schuine daken enarceringspolygonen. Elke arcering heeft twee weergaven:bitmapped en vectorieel. In een project worden alle arceringen alsbitmapped of als vectoriële patronen weergegeven. U kunt dezeoptie in de Weergave Opties (menu Opties) instellen. Door deopdracht Arceringstypen… te kiezen, verschijnt er een vensterwaarin u bitmap patronen en vectoriële arceringen voor de Wanden Arcerings-gereedschappen kunt bewerken. Beidearceringstypen kunnen worden weergegeven op het scherm ofworden afgedrukt, maar alleen de vectoriële arceringen kunnenworden geplot.

Klikt u op de knop van het huidige arceringstype, dan verschijnt ereen lijst aan de rechter kant van het dialoogvenster, met degrafische representatie van alle beschikbare arceringstypen.

Aangepaste arceringen creërenOm een arceringspatroon te creëren klik op de knop Nieuw. In ditdialoog venster kunt u, of symboolarceringen creëren of eenhuidig arceringstype kopiëren en deze dan naar wens veranderen.

Page 358: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

358

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Om arceringstypen te verwijderen, selecteert u het gewenstearceringstype en klikt u op de knop Wissen.

Wilt u de naam van een bestaand patroon veranderen danselecteert u het gewenste arceringstype, klikt op de knopHernoemen en vult u de nieuwe naam in.

U kunt op elk moment terug naar de originele patronen in nieuweprojecten d.m.v. Nieuw en Reset uit het menu Bestand.

Bitmap patronenHet kleine patronen venster laat u de bitmap pixel voor pixelbekijken en bewerken. Het nieuwe patroon blijft geassocieerd metde geselecteerde naam en vector-arcering. Bitmap patronenworden veel sneller weergegeven dan vectoriële patronen. Zekunnen afgedrukt worden maar niet op schaal gezet worden,gezoomed of geroteerd.

Selecteer een patroon uit de lijst om bitmap patronen te bewerken.Klik vervolgens met de pijl in het bitmappatroon venster om pixelsaan of uit te zetten. Een voorbeeld van het veranderde patroonwordt weergegeven in de patroonlijst.

Vectoriële PatronenVectoriële patronen zijn gemaakt uit individuele lijnsegmenten. Zijworden langzamer weergegeven in ArchiCAD, maar kunnenworden geplot, op schaal gezet worden, geroteerd en gezoomed.

Het grote voorbeeldvenster in het linker gedeelte van hetdialoogvenster geeft het vectoriële patroon van het geselecteerdearceringstype weer. Het weergegeven patroon is zoals het eruitzou zien op de Plattegrond met het huidige zoom niveau.

U kunt de vectoriële arcering oprekken en verkleinen in beiderichtingen, en ook roteren door waarden in de drie invulvakjes

Page 359: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

359

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

rechts in het dialoogvenster in te vullen. U kunt ook het gewenstezoom niveau selecteren van het voorbeeldvenster door eenstandaard schaal te kiezen met de zoom knoppen of een eigenschaal in het tekstvakje in te vullen.

Let op: De interne geometrie van de vectoriële patronen kanniet worden bewerkt in ArchiCAD.

Het op schaal zetten van vectoriële patronen

Vectoriële patronen verschijnen op schaal met gebruik van deSchaal afhankelijk optie, of niet, met de Schaal onafhankelijkoptie.

- Schaal afhankelijk: de arceringspatronen blijven inproportie met de ingestelde tekenschaal.

- Schaal-onafhankelijk: de arceringspatronen blijven constant ingrootte en blijven niet in proportie met andere tekenelementenwanneer u de schaal van het document verandert.

Let op: De geselecteerde optie voor de schaal gaat alleen opvoor het geselecteerde Arceringstype. Het is geen universeleinstelling.

Gebruik Schaal-onafhankelijk voor eenvoudige diagonale arceringb.v. voor bakstenen muren. De afstand van de lijnen blijfthetzelfde onafhankelijk van de schaal.

Gebruik schaal-afhankelijk voor een rechthoekig vloertegelpatroon voor b.v. tegelmaat. Het vectoriële patroon toont heelaccuraat het echte aantal tegels op elke schaal. Als u ditcombineert met de optie Koppel aan het Arceringsnulpunt voorhet Arcerings-gereedschap, dan kunt u heel accuraat devloerbetegeling simuleren.

Het veranderen van een vectorieel patroon van een specifiekarceringstype:

1) Selecteer de arcering uit de lijst.

2) Klik op de knop Wissen.

3) Selecteer een andere arcering uit de lijst met het gewenstevectoriële patroon.

4) Klik op de knop Nieuw. Hierdoor neemt het geselecteerdepatroon de plaats in van de gewiste. Alle elementen die hetgewiste patroon gebruikten, bevatten nu het patroon van denieuwe.

5) Stel de schaal, oriëntatie afstand naar wens in.

6) Klik OK als u klaar bent.

Page 360: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

360

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

SymboolarceringenSymboolarceringen worden gecreëerd door eerst een stencil op deplattegrond te tekenen, met gebruik van lijnen, bogen enmarkeerpunten. Nadat het arceringstype stencil af is, selecteer alzijn componenten met gebruik van het Pijlgereedschap en kiesKopieren uit het menu Bewerken. Selecteer Arceringstypen… uithet menu Opties en klik op de knop Nieuw. SelecteerSymboolarcering als het arceringstype en verander de naam.

Er verschijnt een nieuw dialoogvenster:

Druk op de knop Plakken boven het voorbeeld venster. Dearceringscomponent verschijnt in het voorbeeld venster. U kunt dehorizontale en verticale lijnen, schaal en motiefgrootte bewerkenmaar ook de rotatiehoek d.m.v. numerieke waarden.

Let op: Alleen bogen, lijnen en markeerpunten kunnengebruikt worden bij het definiëren van symboolarceringen.Zijn er componenten zoals curves, tekst of andere elementenmee gekopieerd dan verschijnen deze niet in het lijntypedialoogvenster.

De normale kopiëer en plak bewerkingen werken niet in ditdialoogvenster.

Modificeren van een symboolarcering

Wenst u een symboolarcering te veranderen nadat de originelecomponenten zijn gewist uit de plattegrond. Dan kiest u eerst hetsymbool dat u wenst te bewerken binnen het arceringstype…dialoogvenster en druk op de knop Kopiëer. Door desymboolarcering op de plattegrond te plakken wordt dezebewerkbaar. Zie hierboven hoe u deze bewerkte elementen weerin een symboolarcering terug omzet.

Page 361: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

361

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Beschikbaarheid van arceringspatronen voorGereedschappenKlik op de aankruisvakjes representatief voor de elementenwaarvoor het arceringspatroon beschikbaar moet zijn.

- Bovenste vakje: 2D arceringen.

- Onderste vakje: Constructie elementen.

Let op: Alleen vectoriële arceringen worden gebruikt inVectoriële arceringen (zie materialen).

ArceringsweergaveDe gekozen instellingen in Opties/Weergave/constructiearceringen en Polygoonarceringen bepalen of er bitmap patronenof vectoriële arceringen worden weergegeven. De afdruk hangtook af van de Weergave-instelling, terwijl de plot en de tekeninggeëxporteerd naar PlotMaker altijd vectoriële arceringengebruiken.

Zie ook…

De opdracht Weergave (menu Optie) in hoofdstuk 5..

Het Plotten van ArceringensHier volgt een tabel met het gedrag van de arceringen op scherm,printers, raster- en penplotters in ArchiCAD en PlotMaker.

Weergave: VECTORIËLE ARCERING

Afstand Nul Korte Geldige ( 0.1 mm) (>0.1 mm)

Scherm, Printer Geen Zwart Vectoriëel

Rasterplotter Geen Zwart Vectoriëel

Penplotter Geen Zwart Vectoriëel

Weergave: BITMAP PATROON

100 % 75, 50, 25 & 0 %* Andere Patronen

Scherm, Printer Zwart Grijs patroon** 72 dpi bitmap patroon

Rasterplotter Zwart Grijs patroon zoals in vector mode

Penplotter zoals in vector mode

* Standaard bitmap patronen, in het originele arceringspalet vanArchiCAD en PlotMaker.

** Kan gelimiteerd zijn tot 72 dpi op niet-Apple printers met niet-Apple printer drivers (alleen Macintosh).

Page 362: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

362

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Meerlaagse arceringen…Wanden, Vloeren en Daken kunnenuit meerlaagse arceringenbestaan. Kolommen hebben verschillende Arceringen voor hunkern en hun afwerkingslaag.

De lijst met Meerlaagse arceringenU kunt een Meerlaagse arcering uit de lijst aan de rechter kantkiezen. Door op de naam van een Meerlaagse arcering te klikken,wordt de opbouw weergegeven in het gedeelte aan de linker kantvan het dialoogvenster.

Boven de lijst zijn drie opdrachten om de lijst te bewerken:

- U voegt een nieuwe meerlaagse arcering aan door op de knopDupliceren te klikken. De geselecteerde meerlaagse arceringwordt dan gedupliceerd en “kopie” wordt aan de naamtoegevoegd

- Verander de naam van de meerlaagse arceringen door op deknop Hernoemen te klikken.

- Verwijder het actieve item uit het pop-up menu door op deknop Wissen te drukken.

Page 363: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

363

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Definiëren van lagenSelecteer een laag aan de linkerkant van het dialoogvenster doorop de naam in de lijst te klikken of op de corresponderendegrafische representatie. U kunt de lagen individueel bewerkendoor middel van de knoppen onder de lijst.

U kunt de dikte, het arceringspatroon, de arceringsoriëntatie en depenkleuren van elke arceringslaag modificeren.

Ook kunt u onafhankelijke penkleuren aangeven voor de contouren de arcering van elke laag.

Voor de scheidingslijn tussen twee lagen gebruikt ArchiCAD dedikste contour penkleur. In het geval van gelijke pendiktes, wordtvoorkeur gegeven aan de penkleur van de laagste laag in de lijst.

De oriëntatie van de vectoriële arceringen van wanden kanoptioneel de hoek van de wand volgen.

Structurele (Kern) lagen

Alle meerlaagse arceringen bevatten structurele, constructievelagen, die een belangrijke rol spelen bij het verbinden vanWanden en Kolommen. Als default vormt de dikste laag de kern. Ukunt deze instelling veranderen met de corresponderendeaankruisvakjes. U kunt meer dan één laag kiezen als onderdeelvan de kern.

Let op: Alle enkelvoudige arceringspatronen voor wanden inhet Arcerings Type venster zijn ook beschikbaar voormeerlaagse arceringen.

Belangrijk: Als u een trapezoide wand tekent met eenmeerslaagse arcering, ziet u dat alleen de dikte van de Kernlaag de wand volgt over de lengte.

Beschikbaarheid

Meerlaagse arceringen zijn beschikbaar voor wanden, vloeren endaken. U kunt de constructie elementen selecteren waarvoor u demeerlaagse arcering voor wenst te gebreiken.

Zie ook…

De Wand-, Vloer-, Dak- en Kolom-gereedschappen in hoofdstuk 4

Materialen…Door de opdracht Materialen… te kiezen verschijnen de Materiaal-instellingen waarmee u de eigenschappen van de materialen voorde constructie-elementen kunt bepalen.

Page 364: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

364

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Met de Gereedschaps-instellingen voor elk 3D tekengereedschapkunt u materialen selecteren voor constructie-elementen vanArchiCAD. Beschaduwde 3D-weergaves in het 3D venstergebruiken alleen materiaal kleuren, maar gaat men renderenm.b.v. de opdracht Fotorendering (menu 3D-weergave), danworden alle eigenschappen van de materialen gebruikt in hetrenderingsproces. De Materiaal-instellingen bevatten instellingenvoor elk aspect van de oppervlakte materialen van ArchiCAD.

De pop–up boven in het venster bevat de huidige materiaalset.

Dupliceren, hernoemen & wissenMet de drie knoppen onder het materiaal pop-up menu kunt u demateriaal lijst bewerken.

- Klik op de knop Dupliceren om een nieuw materiaal aan delijst toe te voegen en benoem het kopie in het volgendevenster dat verschijnt.

- Klik op de knop Hernoemen om een andere naam aan eengeselecteerd materiaal uit de lijst te geven door een nieuwenaam in het verschijnende venster te typen.

- Klik op de knop Wissen om het huidige materiaal uit de lijstte verwijderen.

Let op: Heeft u een nieuw materiaal nodig, dupliceer er daneen die lijkt op wat u wenst.

Materialen bewerkenU kunt de karakteristieken van de oppervlakte materialenbewerken met gebruik van de kleur en materiaaltype functies diehieronder beschreven zijn. Door een kleur en basiscategorie teselecteren, kan zelfs iemand die geen ervaring heeft snel eennieuw materiaal aanmaken.

Page 365: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

365

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Kleur

Bepaal een kleur voor het materiaal door te dubbel–klikken op hetKleur venster. En in het dialoogvenster Kleuren selecteert u uwkleur grafisch of numeriek door de HSL (Hue–Saturation–Luminosity) of RGB (Rood–Groen–Blauw) componenten te mixen.

Materiaaltype

Selecteer een materiaaltype uit het pop-up Type menu waarinverschillende karakteristieke oppervlakte opties gevonden kunnenworden.

Voorbeeld

U kunt het nieuwe materiaal bekijken door het Voorbeeld teactiveren. Dit laat de nieuwe visuele attributen zien met dehuidige zonlicht karakteristieken in de linkerkant van hetdialoogvenster

Als u een “vreemd” resultaat krijgt, zorg dan dat de kleur van hetzonlicht op wit staat.

Let op: De Voorbeeld functie is niet beschikbaar als hetbestand Apply Data niet goed geïnstalleerd is of verwijderd isuit de ArchiCAD map.

Geavanceerd…Drukt u op de knop Geavanceerd… dan breidt hetMateriaalvenster zich uit met een groot aantal instellingen voortransparantie, emissie en reflectie. U kunt ook opties kiezen voor3D Textuur en Arceringen geassocieerd met standaard ofaangepaste Materialen.

Page 366: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

366

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Het dialoog venster blijft in deze uitgebreide vorm totu op Eenvoudig… klikt.

Reflectie AttributenDe meeste reflectie attributen van materialen zijn bepaald alspercentage van de theoretische limiet. U kunt de waardennumeriek of met een schuifknop veranderen.

De Omgevingslicht instelling bepaalt het percentageomgevingslicht dat het materiaal kan reflecteren. Het bepaalthoeveel een materiaal onderworpen is aan ophelderingseffecten(in tegenstelling tot schaduw of opheldering veroorzaakt doorgericht licht)

De Diffuus instelling beschrijft de oppervlakte kwaliteit van hetmateriaal. Oneffen of ruwe oppervlakken hebben de neigin om,gericht licht op een indirecte manier te reflecteren; diffuus(ingesteld op bijna 100 %). Diffuse reflectie neemt eerder de kleurvan het materiaal aan dan de kleur van het licht.

De Speculair instelling is het tegenovergestelde van Diffuus. Hetis een gerichte reflectie die de kleur van het bron licht aanneemt inplaats van de kleur van het materiaal. Een extreme glad en hardoppervlak geeft sterke speculaire punt reflecties (ingesteld opbijna 100%), terwijl een zacht en licht materiaal er bijna geenproduceert (ingesteld op bijna 0%).

Speculaire Kleur is theoretisch hetzelfde als de kleur van hetgerichte licht, maar in het programma kunt u het apart instellen.Dubbel–klik op de voorbeeldkleur voor het dialoogvensterKleuren, waarin u de definities kunt instellen.

Glans is de mogelijkheid van een gebogen oppervlak om gerichtlicht te reflecteren van een punt (zoals b.v. zon, zaklamp, spotjes,enz.), op een min of meer gefocuste wijze. Hoe meer de reflectiegefocust is, hoe glanzender het oppervlak lijkt.

Transparantie AttributenDe volgende attributen definiëren hoe licht in een bepaaldmateriaal binnendringt

Doorlaatbaarheid geeft het percentage licht aan dat in hetmateriaal kan doordringen. Glas is boven in de schaal en opaquematerialen onderaan.

Vermindering bestuurt hoe snel de doorlaatbaarheid afneemt alsde oppervlakte van het materiaal minder loodrecht op het kijkpuntstaat. Elk nummer van 1 t/m 100 kan worden ingesteld.

Page 367: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

367

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Emissie AttributenDe volgende attributen bepalen de fluoresentie van de materialen.

Emissie kleur wordt ingesteld door te dubbel-klikken op hetKleurvakje. In de subdialoog die verschijnt, kunt u de kleurgrafisch of numeriek selecteren door de HSL (Hue–Saturation–Lightness) of RGB (Rood–Groen–Blauw) componenten te mixen.

Vermindering geeft aan hoe scherp de intensiteit vandoorgelaten licht afneemt als het kijkpunt verder van het objectgeplaatst wordt.

3D ArceringenHet is mogelijk om een arceringspatroon voor het materiaal tekiezen dat wordt weergegeven in het 3D Venster als u eenanalytisch beschaduwd of verborgen lijnmodel kiest en de 3DArcering in de 3D venster-instelling aanzet. U kunt kiezen tussenArceringspatronen die beschikbaar zijn voor het Arcerings-gereedschap.

Let op: 3D Arcering heeft geen effect op Fotorendering, dusdit effect kan niet bekeken worden in het voorbeeldvenster.

Zie ook…

3D-weergave Menu/3D venster-instellingen... later in dithoofdstuk.

TextuurU kunt een textuur koppelen aan elk standaard- of eigenmateriaal.

De naam van de geselecteerde Textuur verschijnt in dit gebied.Deze wordt ook afgebeeld met de naam in het Materiaal pop-uppalet

Een voorbeeld van een Textuur wordt getoond boven de naamvan de Textuur en ook in het Voorbeeldgebied, op voorwaarde dathet bestand Apply Data goed geïnstalleerd is.

Page 368: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

368

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- De knop Wissen in dit gebied zal de Textuur van hetMateriaal loskoppelen.

- Klikt u op de knop Textuur bewerken dan krijgt u deTextuur-instellingen waarin u een Textuur kunt kiezen uit deactieve Bibliotheek.

De Textuur-instellingen bevatten een aantalbewerkingsmogelijkheden.

De naam van het actieve textuurbestand staat in de titel van hetdialoogvenster. De grootte van het beeld in pixels is ookaangegeven.

In het linker gedeelte van het dialoogvenster staat eenvoorbeeldvakje van de Textuur. Met het pop-up menu onder hetvoorbeeldvakje, kunt u het aantal herhalingen kiezen voor deTextuur met de gegeven afmetingen.

In het middelste gedeelte van het dialoogvenster, kunt u degrootte, de hoek, het nulpunt en de proporties van de textuurinstellen zoals die verschijnt op de elementen die het materiaaldelen waarmee de textuur geassocieerd is.

- De eerste twee velden bepalen de verticale/horizontaleproportie van de textuur.

- Het aankruisen van Oorspronkelijke verhouding onderdeze velden zorgt ervoor dat u de proporties van het origineletextuurbestand op alle elementen ziet.

- In het volgende veld bepaald u de hoek waaronder detextuur wordt toegepast op de elementen.

- U kunt ook met een aantal radioknoppen kiezen, hoe devolgorde van de Textuur is georganiseerd door te roteren enspiegelen.

Page 369: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

369

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Het Willekeurig nulpunt, kiest een willekeurig punt vanwaaruit het toepassen van de textuur begint. Deze optie isnuttig als er meerdere gelijke elementen in het model zittendie er verschillend uit zouden moeten zien.

Aan de rechter kant van het dialoog venster, zitten de opties voorde Alpha Channel effecten.

In 32-bit kleuren beelden, biedt het Alpha Channel een extrakanaal naast RGB componenten dat bewerkt kan worden inapplicaties zoals Adobe Photoshop. ArchiCAD gebruikt dezeinformatie voor extra mogelijkheden in de Fotorendering.

Oppervlak: Als de alpha waarde wit is, krijgt u de kleur van detextuur, maar is die zwart dan krijgt u de originele kleur van hetmateriaal. Is het een grijswaarde dan worden de twee kleurengemixt en het resultaat verschijnt in de Fotorendering.

Omgeving: Hetzelfde als hierboven, toegepast op deOmgevingskleur in plaats van de Oppervlakte kleur.

Speculair: Gaat over de mate waarin met het Speculair effectrekening wordt gehouden. Als de waarde wit is, wordt er met hetSpeculair effect volledig rekening gehouden op de betreffendepixel. Als de alpha waarde zwart is, wordt er niet met het Speculaireffect rekening gehouden op de betreffende pixel. Ook hier zijngrijswaarden toegestaan.

Diffuus: Bestuurt het effect van diffuus licht op dezelfde manierals hierboven.

Bump Mapping: Bestuurt de oppervlakte richting op de gegevenpixel, die een convex effect op de oppervlakte geven. Wittewaarden staan voor bobbels, terwijl zwarte waardenputjes zijn.

Transparantie: Als de waarde wit is, dan is de kleur van deTextuur zichtbaar; als die zwart is, dan is de textuur volledigtransparant op de gegeven pixel. Grijswaarden zijn toegestaan.

Onder in het dialoogvenster zijn een aantal knoppen om door detextuur bestanden van de actieve bibliotheken heen te zoeken.

Bestandformaten die beschikbaar zijn voor textuur zijn: PICT, TIFFen GIF op de Macintosh, BMP, TIFF, GIF en JPEG op Windows.Alleen BMP en TIFF bestanden kunnen alpha channel informatiebevatten op Windows.

Let op: Alleen bestanden uit de Actieve Bibliotheek zijnbeschikbaar voor selectie. Slaat u uw project op als eenArchief dan kunnen alle geassocieerde Texturen wordenopgeslagen met de plattegrond door ze aan te kruisen in het

Page 370: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

370

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Gekoppelde Textuur aankruisvakje. Als er een gekoppeldetextuur mist uit de actieve bibliotheek, verschijnt de naam inde lijst van de verdwenen bibliotheek items.

Zie ook…

De opdracht Opslaan Speciaal/Archief… (menu Bestand).

Zone-categorieënZones die dezelfde functie hebben kunnen gegroepeerd wordenin categorieën. De Zone-categorieën zorgen voor optimaal gebruikvan de mogelijkheden van het Zone-gereedschap. Zone-categorieën worden bepaald d.m.v. de volgende attributen:

- Categorie Code helpt om de categorieën snel te identificeren.De code kan ook in het zone-stempel verschijnen.

- Categorie Naam beschrijft het doel of de functionaliteit vande categorie. Let op dat de zones hun eigen naam hebben, dieanders kan zijn dan de categorie-namen.

- Categorie Kleur helpt omde zones van dezelfde categorie teidentificeren op de plattegrond.

- Een Zone Stempel kan aan elke zone-categorie toegewezenworden. U kunt beginwaarden instellen voor de afmetingenvan elke categorie.

Kiest u de opdracht Zone-categorieën, dan verschijnt er eendialoogvenster waarin u zone-categorieën kunt creëren,veranderen of verwijderen.

Page 371: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

371

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zone-categorieën creërenVooraf bepaalde zone-categorieën worden weergegeven in debovenste helft van het dialoogvenster. Wilt u een nieuwe categorietoevoegen, klikt u op de knop Nieuw en vult u Naam en Code in.Door te dubbel-klikken op het Kleurenvakje, kunt u elke kleurvoor de gespecificeerde categorie kiezen. U kunt een zonestempel voor de nieuwe categorie selecteren door op de pijlicoontjes in de zone-stempel voorbeeldgebied te klikken(linksonder) of een nieuw bibliotheekelement te selecteren doorop de pop-up te klikken naast de naam van de zone-stempel.

Zone-categorieën wissenU kunt een zone-categorie verwijderen door voor eengeselecteerde categorie op de knop Wissen te klikken

Default parameters van Zone-stempelsDe default parameters van de zone-stempel kunnen wordeningesteld in de parameterlijst van de stempel toegewezen aan dehuidige categorie.

Sommige van deze parameters worden gebruikt in speciale veldenvan de Zone-instellingen:

- zone naam

- zone nummer

- zone niveau

- zone hoogte

De beginwaarden die u hier invult verschijnen in de Zone-instellingen als u de gegeven zone-categorie selecteert. Deparameterlijst van de stempel bevat veel meer elementen dan deZone-instellingen.

Sommige parameters zijn interne variabelen van het Zonebibliotheekelement. Deze variabelen zijn toegewezen waarden alsu de zone op de plattegrond plaatst. Het hangt af van de zone-stempel of deze variabelen erin weergegeven worden. Als de zoneis gedefiniëeerd, worden de beginwaarden automatischoverschreven met de gemeten waarden.

Page 372: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

372

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De interne variabelen van de default parameterlijst zijn:

- Gemeten gebied

- Zone contour

- Zone openingcontour

- Wanden langs de contour

- Omringend wandoppervlak

- Totale deuroppervlak

- Totale deurbreedte

- Totale raamoppervlak

- Totale raambreedte

- Convexe hoeken

- Concave hoeken

De gebruiker-bepaalde variabelen van het Zonebibliotheekelement verschijnen aan het eind van de defaultparameterlijst. Deze parameters verschijnen ook in deparameterlijst van de Zone-instellingen.

Zie ook…

Het Zone-gereedschap in hoofdstuk 4 en de opdracht Zonelijst enlijst-instelling (menu Berekenen) later in dit hoofdstuk.

VoorkeurenKiest u het Voorkeuren hiërarchische menu item, dan verschijnt ereen submenu met zeven voorkeur opdrachten en de opdrachtMenu sneltoetsen waarmee u de sneltoetsen kunt aanpassen.

Al deze opdrachten geven op hun beurt toegang totdialoogvensters voor het dagelijks gebruik van ArchiCAD. Deopdracht voorkeuren lijst is ook beschikbaar boven elk van dezeven dialoogvensters. De gedeelten die volgen beschrijven deindividuele voorkeur instellingen en het gebruik van hetArchiCAD Voorkeur bestand.

TekeneenhedenHier kunt u de tekeneenheden instellen, de fracties of aantaldecimalen, het hoekeenheid systeem, de hoeknauwkeurigheid ende gewenste decimale weergave van de teksthoogte en rotatiehoekin de dialoogvensters, de Coördinatenbox en de Infobox.

Page 373: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

373

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De volgende vijf lengte- en hoek-eenheden zijn beschikbaar:

Landmeters eenheden worden gemeten vanuit het Noorden (Zon-instellingen), in elk ander geval worden de hoeken tegen de klokin vanaf de horizon gemeten.

De nauwkeurigheid van de bovengenoemde waarden kaningesteld worden met de corresponderende pop-up menu’s.

DimensioneringenMet de Dimensionerings voorkeuren kunt u verschillendeStandaarden voor Dimensionering naar eigen wens instellen enopslaan. Dit is nuttig als u aan verschillende projecten werkt metverschillende niveaus van nauwkeurigheid (constructie details integenstelling tot stedenbouw) of projecten die in een ander landmoeten worden gebouwd dan waar ze ontworpen worden.

Verschillende erkende standaarden en numerieke weergave optiesworden gegeven in de Dimensioneringen.

U kunt de nauwkeurigheid van de verschillende dimensionerings-gereedschappen onafhankelijk van elkaar instellen. Pas degewone voorafbepaalde standaard toe zoals US Builder of DIN, ofbepaal uw eigen instellingen.

Page 374: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

374

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het aantal decimalen is onafhankelijk voor elk gereedschap.

De Dimensioneringen geven ook opties voor:

- Het onderdrukken van nulwaarden: 25.0 meter wordtweergeven als 25 en 1.25 meter als 1.25;

- Het afdwingen van de weergave nul inch waarden: 1/2” wordtweergegeven als 0 1/2”.

Onder in het dialoogvenster wordt een voorbeeld van hetgetalsformaat gegeven

MuisbegrenzingHier kunnen hoekparen ingesteld worden voor deMuisbegrenzing.

Page 375: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

375

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Gebruikt u de Relatieve Constructie Methode in deControlebox om een referentierand of vector in te stellen, danwordt de waarde van het Eigen gemaakte Hoekpaar veldoverschreven met de hoek van dat element rand/vector. Zet ude Eigen gemaakte Hoek paar waarde uit en gebruikt u dande Relatieve Constructie Methode, dan wordt het Eigengemaakte hoek paar weer aangezet met die hoek waarde..

Zie ook…

Raadpleeg de Muisbegrenzing in hoofstuk 3 voor details.

Geprojecteerde elementenHet geprojecteerde elementen dialoogvenster laat u de lijnendefiniëren voor de weergaven van constructie elementen opverdiepingen waarin ze niet gecreëerd zijn. U kunt Vloeren,Daken, Meshes en Objecten alleen weergeven op de eigenverdieping, één er boven en één er onder of op alle verdiepingen,met de corresponderende aankruisvakjes. De beschikbare lijnenzijn die, die ingesteld zijn met de opdracht Lijnen.

De 3D en lijst berekeningDeze geeft opties voor het herberekenen van het 3D venster, hetvolgen van rendering voortgang, rapporten maken, en hetafhandelen van foutmeldingen.

Page 376: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

376

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Automatisch herberekenen

Met Automatisch herberekenen aan, wordt de 3D weergave van deplattegrond opnieuw berekend na elke verandering zodra u het3D venster activeert.

Met Automatisch herberekenen uit, laat het 3D model pasveranderingen zien als u de opdracht Herberekenen gebruikt(menu Beeld). De optie uitzetten kan nuttig zijn als u een albestaand 3D beeld voor langere tijd wilt vasthouden en het perongeluk herberekenen ervan wilt voorkomen.

3D instellingen veranderen...

Met deze optie aan, brengen veranderingen in de 3D beeld-instellingen automatisch het 3D venster naar de voorgrond enbegint het berekeningsproces.

Staat deze optie uit, dan kunt u de camera-instelling veranderen,zonder dat de berekening begint.

U kunt uitgebreid in de 3D Projectie werken, zodat het aanklikkenvan OK de instellingen vasthoudt maar het berekenen niet start.

Vasthouden ingezoomde detail...

Het selecteren van dit aankruisvakje houdt het ingezoomdegedeelte van het 3D beeld vast in het venster ook al wordt het 3Dvenster opnieuw berekend. Als deze optie uit staat, dan wordt het3D beeld gecreëerd met het originele zoom niveau.

Toon vooruitgang

Als deze optie aan staat, kunt u met een speciale timer het procesin de gaten houden. Dit kan helpen met de beoordeling van lange3D tekeningen of berekeningen.

Page 377: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

377

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: De beweging van de indicator is niet proportioneelmet de tijd dat het duurt, maar met de hoeveelheid data dieverwerkt is.

Onderbreking voor foutmeldingen

Hiermee kunnen Foutmeldingen op het scherm verschijnen tijdenshet proces. Als deze optie uit staat, verschijnen de Foutmeldingenin het Rapport.

Rapport schrijven

Het Rapport is meer dan alleen maar een lijst met meldingen. Hetkan gebruikt worden om de berekeningstijd te vergelijken en in degaten te houden. Als het 3D venster opnieuw berekend wordt,wordt het rapport overschreven. Nieuwe projecties, 3Ddoorsneden of renderingen wissen het rapportvenster niet: hetnieuwe commentaar wordt aan het eind toegevoegd.

DatabeveiligingHet venster voor de Databeveiliging bevat een aantalmogelijkheden om het risico van dataverlies en beschadigdebestanden te minimaliseren.

Automatisch opslaan

De functie Automatisch opslaan geeft een aantal mogelijkhedenom u te beschermen tegen het verlies van werk. Als u uwcomputer moet herstarten om welke reden dan ook, verschijnt ereen keuze als ArchiCAD weer gestart wordt om het werk tehervatten

Page 378: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

378

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als er Automatisch opgeslagen wordt, verschijnt de Bulldozercursor even op het scherm. Elke verandering gemaakt in hetProject sinds het laatste automatische opslaan (of met de handOpslaan) worden opgeslagen in de Tijdelijke Map van ArchiCAD.Zelfs met grote Projecten, doet het Automatische opslaan er maarenkele seconden over.

Automatisch opslaan staat als default aan. Klik op de AutomatischOpslaan uit radioknop als u er zeker van bent dat u hetautomatisch opslaan niet nodig heeft.

Er zijn twee opties voor Automatisch opslaan:

- Door de interval–gebaseerde methode te selecteren, kunt ueen waarde invoeren (gemeten in seconden) voor de lengtevan de pauze tussen het Automatisch opslaan.

- Door de actie–gebaseerde methode te selecteren en eenwaarde in te vullen wordt er Automatisch opgeslagen nadat udat aantal acties in het Project heeft uitgevoerd.

Nadat er een Automatische opslag is geweest, kunt u deopdrachten Ongedaan maken en Opnieuw (menu bewerken) noggebruiken, dit is niet het geval met een handmatige opslag Er zijndrie uitzonderingen bij het Automatisch opslaan. De volgendeitems moeten met de hand opgeslagen worden

- geopende bibliotheekelementen,

- fotorenderingen die compleet zijn,

- alle Stuklijsten en Zonelijsten

De limiet van het Ongedaan maken

Hier kunt u het aantal stappen voor de opdracht Ongedaan makeninvullen. De beginwaarde is 20. Zie ook Ongedaan maken enOpnieuw uit het menu Bewerken.

Maak bak-bestand

Het aanklikken van het aankruisvakje Maak bak-bestand maaktaltijd een backup kopie van de laatst opgeslagen versie van uwwerk, door de “.bak” extensie aan de naam toe te voegen.

Permanente integriteitscontrole

Het aanklikken van het vakje Permanente integriteitscontroleveroorzaakt dat er constant naar de integriteit van de gegevens inuw project wordt gekeken. Zijn er gegevens in uw bestandbeschadigd, dan probeert ArchiCAD ze onmiddellijk te reparerenen informeert u over het resultaat.

Page 379: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

379

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

OverigHet Overig venster bevat een aantal opties voor het werken metArchiCAD en de lokatie van de ArchiCAD tijdelijke map.

Cursorsnap bereik

Het instellen van het Cursorsnap bereik bepaald de afstandwaarover de aantrekkingskracht wordt bereikt.

Cursor tolerantie kan ingesteld worden van 0 t/m 9 pixels. Dit isde scherm afstand van waaruit de cursor een markeerpunt of eenrand kan pakken. U kunt dichter bij een element komen zonderaantrekkingskracht door in te zoomen.

Een kleine tolerantie kan het constructie proces langzaam maken,omdat u de gewenste punten erg precies moet benaderen. Dezerestrictie helpt echter aanmerkelijk als u onderscheidt wilt makentussen twee elementen die erg dicht bij elkaar liggen. Met eenhoge tolerantie hoeft u misschien maar twee keer in te zoomen.Een hogere tolerantie is meestal beter voor snelle, ruwetekeningen.

In de praktijk, is een waarde van 1 beter voor het accuraattekenen, en een waarde van 3 voor snel en gemakkelijk werken.

Let op: De waarde nul zet het cursorbereik gebied uit

Zie ook…

Hoofdstuk 3 voor meer informatie over het cursor snapgebied.

Page 380: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

380

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Tekenen

De opties voor het Tekenen hebben effect op het tekenen van allevectoren op het scherm zoals het tekenen van wanden of hetverslepen van een element.

Er zijn twee tekenmethodes voor de individuele tekenvoorkeur.De Mac-achtige (Macintosh) of Standaard (Windows) mode, en deCAD-achtige (Macintosh) of CAD (Windows) mode.

Met de Standaard tekenmethode:

- Klikt- en versleept u het element dat u wilt verplaatsen..

- Dan pas laat ude knop los

Voor opdrachten met meerdere stappen (zoals het tekenen van eenboog) wordt de eerste vector ingevoerd door versleeping, danworden de volgende stappen in een CAD-achtige mode ingevoerd.Klikt u op x, y, r, of a tijdens een Standaard tekenopdracht, of als ude muisknop los laat op het gereedschapsvenster of in demenubalk, dan werkt de CAD-achtige mode tijdelijk.

Met de CAD–achtige tekenmethode:

- Klikt u op het beginpunt.

- Beweeg naar het eindpunt en klik nog een keer

Let op: Met de CAD methode worden minder fouten gemaakt.

Achtergrond

U kunt kiezen tussen de tekenachtergrond, transparantearceringen of de arcerings achtergrond kleur voor het weergevenvan gedeelten van constructies.

Weergave van het opstart dialoogvenster

Staat deze optie aan dan verschijnt er bij het opstarten vanArchiCAD een dialoogvenster, waarin u de keuze hebt tussen hetcreëren van een nieuw project, het openen van een project, hetaanmelden voor een Teamproject (alleen TeamWork) of hetopenen van elk bestaand document.

Automatisch hertekenen

Als deze optie aan staat, worden plattegronden automatischhertekent na elke verandering.

Het aanzetten van Versleep en Plaats

Hiermee stelt u de beschikbaarheid van de functie Versleep enPlaats in. Zie de beschrijving van Versleep en Plaats in hfdst. 3.

Page 381: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

381

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Auto ID toename

Met gebruik van dit aankruisvakje, wordt het ID nummerautomatisch verhoogd als er een nieuw element gemaakt wordt.

Verbergen van geblokkeerde lagen in pop-up paletten

Als deze optie aan staat, staan de geblokkeerde lagen niet in delaag pop-up paletten. U kunt ze nog wel zien door Opties/Lagente kiezen.

Tijdelijke Map Lokatie

Deze optie bepaaldop welke disk van uw computer de TijdelijkeMap van ArchiCAD staat. De Disk knop is beschikbaar als meerdan een disk is aangesloten op uw computer (of direct of via eennetwerk).

Deze optie geeft u de mogelijkheid de ArchiCAD Tijdelijke Map teverplaatsen naar een andere grote harde schijf om ruimte tebesparen op de startschijf en zodat er ruimte blijft voor expansievan de inhoud van de Tijdelijke Map.

De ArchiCAD Tijdelijke Map bewaard verscheidene belangrijkebestanden, inclusief:

- Automatische opslag van documenten om werk te herstellen.

- 3D disk buffers die van grootte veranderen tijdens 3DProjecties (op de Macintosh) of Fotorendering opdrachtenafhankelijk van de beeldcomplexiteit.

Op de Macintosh worden grote harde schijven aangeraden voorgeavanceerde rendering, omdat de Tijdelijke Map zich kanuitbreiden vele megabytes als er een complex project gerenderdwordt met schaduw.

ArchiCAD voor Windows houdt de data in het virtuele geheugen.Zet het limiet van de page-file op de hoogst mogelijke waarde alsu complexe modellen rendert met schaduw.

Gebruikt u een netwerk disk dan kunnen bewerkingen beïnvloedworden door het netwerk.

Page 382: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

382

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Als de opstart disk geen vrije ruimte heeft als uArchiCAD start, kunt u (d.m.v. een waarschuwing) een anderedisk selecteren voor de tijdelijke map.

Menu sneltoetsenHiermee kunt u een sneltoets maken voor elke menu opdracht.

Kies een menu naam uit het pop-up menu selecteer dan eenopdracht uit het Opdrachten venster.

U kunt een sneltoets toekennen aan het geselecteerde item door eenlettercombinatie te kiezen uit het rechter gedeelte van het venster.

Bevestig de sneltoets door op de knop Toekennen te klikken.Heeft u de geselecteerde sneltoets niet meer nodig, druk dan opde knop Loskoppelen.

U kunt een schema sneltoetsen opslaan met de knop Opslaanals…. Op deze manier kunnen verschillende gebruikers opdezelfde machine hun eigen favoriete sneltoetsen gebruiken dooreen schema naam uit het venster te kiezen.

Page 383: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

383

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Menu 3D-weergaveHet 3D-weergave menu bevat alle opdrachten die te makenhebben met 3D weergave en fotorendering.

Het 3D-weergave menu is als volgt georganiseerd:

- De bovenste drie opdrachten gaan over de algemeneweergave zoals de 3D projectie-instelling, Items selecteren ende 3D venster-instelling.

- De volgende drie opdrachten gaan over ArchiCAD’s speciale3D snijvlak mogelijkheden waarmee een Project, inverschillende richtingen tegelijkertijd, kan wordendoorgesneden om standaard architectuur doorsneden ofspeciale deelaanzichten van het Project te krijgen.

- Daarna volgen de vier basis 3D weergaven. Het blokmodel -de snelste- staat boven aan en Beschaduwing, die aanzichtencreëert waarbij alle zichtbare oppervlaktes gerenderd zijn inovereenkomst met de kleur associaties en hunmateriaalspecificaties, is de laatste. Let op: de tijd om eenweergave te maken hangt niet alleen af van de geselecteerdemode maar ook van de instellingen gemaakt in de 3D Venster-instellingen.

- Daarna komen de opdrachten voor de fotorendering, animatieen zonstudies. Met deze menu items, kunt u de meestgeavanceerde weergaven creëren inclusief speciale VR (virtualreality) scènes.

De 3D projectie-instelling…Voordat u een 3D beeld of een fotorealistische rendering maakt,kunt u kiezen uit een aantal opties in de 3D projectie-instelling.

Er zijn twee hoofd dialoogvensters voor de instellingen: Parallelle-projecties en Perspectief-instellingen. U kunt gemakkelijk van deeen naar de ander gaan met een knop in de rechter bovenhoek.

Perspectief-instellingArchiCAD geeft u volledige controle over de uitkomst van deperspectieven die u maakt van uw project. U kunt gemakkelijk alleinstellingen maken zoals camerapositie, kijkpunt, kijkhoek en depositie van de zon, zoals hieronder beschreven.

Klik op OK in de hoek rechtsonder om het resultaat weer tegeven.

Page 384: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

384

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Projectie voorbeeldgebied

Het voorbeeld aan de linkerkant van het dialoogvenster toont uwplattegrond met huidige zoomfactor en zichtbaar gebied.

Het bewerken van perspectieven

Een lijn in het voorbeeldgebied vertegenwoordigd het zicht vanhet kijkpunt naar het doel. U kunt het doel- en kijkpuntonafhankelijk van elkaar verslepen. Klik ergens in hetvoorbeeldgebied en de zichtlijn wordt rond het doel geroteerd.

De Kijkhoek wordt in het voorbeeldgebied getoond en geeftbetrouwbare informatie als de zichtlijn horizontaal is. Als dezichtlijn naar boven of beneden loopt, kan de hoek alleen gebruiktworden om het resultaat te schatten.

U kunt de lokatie van de camera ook numeriek specificeren inrelatie tot het kijkpunt in de Afstand en Azimut velden aan derechterkant van het dialoogvenster, en het resultaat wordt grafischin het voorbeeldgebied weer gegeven (In dit geval blijft de positievan het kijkpunt onveranderd). De hoogte van camera en kijkpunten ook de Kijkhoek en Rotatiehoek van de Camera moetennumeriek ingevuld worden.

Hints

1) Zet voor een één-punts perspectief de hoogte van camera enkijkpunt op dezelfde waarde. Zet de Camera Azimut parallelaan de hoofd-as van het project.

2) Zet voor een twee-punts perspectief de hoogte van camera enkijkpunt op dezelfde waarde. De andere instellingen kunnenelke waarde hebben.

Page 385: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

385

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

3) Zet voor een drie punts perspectief de hoogte van camera enkijkpunt op verschillende waarden.

4) Zet voor een bovenaanzicht in perspectief de hoogte van decamera hoger dan die van het kijkpunt, sleep het kijkpuntnaar de gewenste lokatie, zet dan de Afstand op nul door decamera te verslepen totdat het numerieke veld nul aangeeft.(U kunt geen nul in het Afstandsveld typen)

5) Gebruik voor een snel voorbeeld van de projecties deBlokmodel optie hieronder beschreven. U kunt de weergavevan de projecties op deze manier snel bekijken in het 3DVenster.

Camera & kijkpunt opnieuw instellen

Na zoomen, verschuiven of numeriek invoeren van de afstand,kan de camera of het kijkpunt soms verdwijnen uit hetvoorbeeldgebied. Om ze terug te krijgen, [Shift]-klik waar u decamera wilt en [Alt]-klik waar u het kijkpunt geplaatst wilt hebben.Ze verschuiven onmiddellijk naar de punten die u aangeklikt heeft(bekijk het menu Beeld later in dit hoofdstuk voor Zoom enVerschuiven)

Let op: Om alleen de richting van het kijkpunt te veranderenkunt u ook in het voorbeeld venster klikken.

Camera’s en Perspectieven

U kunt een camera-instelling kopiëren in de Perspectief-instellingen door één enkele op de plattegrond geplaatste camerate selecteren en de Camera-instelling te openen. Maar u kunt geencamera veranderen met gebruik van deze instelling.

Zon-instellingen

In het projectie voorbeeldgebied loopt een gestippelde lijn van hetcentrum van het gebied naar een zon icoontje. Dit geeft derichting van het licht aan in de beschaduwde en de gerenderdeafbeeldingen. Het zon icoontje kan rond de contour van deplattegrond gesleept worden maar het kan niet dichter bij komen.De afstand wordt als oneindig beschouwd. De Hoogte en Azimutvan de zon kunnen numeriek ingevoerd worden onder de cameraen het kijkpunt.

Meer Zon…

Door op de knop Meer Zon… te klikken krijgt u de subdialoogvan de Zon voor nog meer Zon-instellingen (voor fotorendering).

Page 386: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

386

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Dit dialoogvenster kan ook geopend worden vanuitde Camera-instellingen.

Zonlicht parameters

Lichtkarakteristieken vindt u in het bovenste gedeelte van de Zon-instellingen. Dubbel-klik in het kleurvakje om naar deKleurbewerkingen te gaan. De kleur van het gerichte licht (meteen kleur intensiteit tussen 0 en 100%) kan hier worden ingesteld.

- U kunt bepalen hoeveel van het gerichte licht in hetomgevingslicht wordt weergegeven.

- Zowel kleur als intensiteit van het gerichte licht kan hetomgevingslicht beïnvloeden, overeenkomstig met hetpercentage dat ingevuld wordt in het Bijdrage aan omgeving(%) vakje.

Omgevingslicht

In tegenstelling tot gericht licht is omgevingslicht niet gericht enstaat voor het rijke gereflecteerde en inter-gereflecteerde lichtzoals we dat in een echte omgeving ervaren. Het kan anders teveel beschaduwde oppervlakken oplichten.

Omgevingslicht kan zijn eigen kleur hebben (b.v. in een rozekamer) en de intensiteit kan varieren om speciale effecten inrenderingen te krijgen.

- De kleur wordt bepaald in de Kleurbewerkings subdialoog.Dubbel-klik op de voorbeeldkleur om deze te openen.

- De intensiteit kan tussen de 0 en 100% gezet worden.

Mist

Om de realistische kwaliteit van de renderingen te verhogen,verandert dit effect het atmosfeer licht in proportie met de afstandvan uw camera. U kunt de kleur van de mist instellen door tedubbel-klikken in het voorbeeldvakje om in de Kleur

Page 387: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

387

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

bewerkingen te komen. U kunt ook een van de vier intensiteitniveau’s voor het effect gebruiken met de radioknoppen.

(Zet voor een typisch mistig effect de kleur op wit; dit vervaagt deobjecten in de verte. Zet voor lichtdegeneratie de mistkleur opzwart, hierdoor worden de objecten in de verte donkerder).

Let op: Om dit effect toe te passen, moet u ervoor zorgen datde mist is geactiveerd in de Fotorendering-instellingen,hieronder beschreven.

Toepassen

Klik op deze knop om het zonlicht, omgevingslicht en mist-instellingen te testen op een neutraal wit materiaal.

Stad... instellen

Klik op de knop Stad… om een geografische lokatie d.m.v. delengte- en breedtegraad, of door een grote stad uit de lijst tespecificeren.

Een nieuwe lokatie toevoegen

1) Type het volgende in de daarvoor bestemde vakjes:

- de naam van de plaats,

- de exacte wereld coördinaten, en

- de tijdzone van de plaats.

2) Klik op de knop Toevoegen.

De nieuwe lokatie verschijnt op alfabetische volgorde in de lijst.

Een lokatie verwijderen

1) Selecteer de naam van de stad die u wilt verwijderen uit delijst. De naam wordt gemarkeerd.

2) Klik op de knop Wissen.

Page 388: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

388

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De Datum & Tijd instellen

In het Zon subdialoogvenster, kunt u de datum en de tijd van dedag invullen (net onder de Stad-instelling). De +1 uur correctie laatu de Zomertijd instellen.

D.m.v. al deze specificaties kunt u de exacte richting van de zonaflezen, met een icoon dat aangeeft of het dag of nacht is.

Oriëntatie

De oriëntatie van uw Plattegrond wordt bepaald door het Noordenaan te geven relatief aan de oriëntatie van de plattegrond op hetscherm. U kunt de kompasnaald verslepen of de hoek numeriekinvullen, relatief aan de X-as van uw vel.

Als u de zonpositie bepaald door een lokatie met datum en tijd tebepalen, worden de azimut-instellingen berekent n.a.v. dezeoriëntatie (het Oosten is op 0.00 graden).

Let op: Als u de landmeterseenheid gebruikt (in Voorkeur/Tekeneenheden), is het Noorden van het Coördinatenvensterhetzelfde als hier ingesteld.

Parallelle projectieIn de Parallelle projectie bieden de opties in het projectie pop-uppalet een ruime keuze aan projecties.

U kunt kiezen uit 12 Projectietypen om een beeld van uw projectte maken, inclusief vooraf bepaalde axonometriek, zij-, boven- enonderaanzichten, en uw eigengemaakte axonometrie.

Page 389: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

389

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

U kunt elk beeld van elk projectietype en alle toegevoegdeinstellingen bekijken die gemaakt zijn, door naar het simpele huisin het voorbeeldvenster te kijken in het linker gedeelte van hetdialoogvenster.

De invulvakjes bovenin het dialoogvenster geven, voor elkProjectietype, de hoek en schaal ratio’s van de x, y en z coördinaatassen.

Eigengemaakte axonometrie

U kunt uw eigen gemaakte axonometrie creëren door waardenvoor de hoeken en ratio’s van de drie coördinaten assen in tevullen, of door het huis icoontje te manipuleren in hetvoorbeeldgebied:

- Klik op een as onder om het nulpunt te laten roteren en versleepdeze naar de gewenste oriëntatie.

- Klik binnen de cirkel op het eindpunt om een as op een andereschaal te zetten en te roteren en sleep deze naar de gewenstepositie (Als u alleen de schaal wilt veranderen, kunt u beter eenwaarde intypen).

De aanpassingen die hier gemaakt worden, worden constantgevolgd door de waarden in de invulvakjes en vervorming van hethuis icoontje zelf.

Kijkpunt en Zon hoeken

U kunt de kijkrichting en de positie van de zon bepalen met deinstellingen rechts van het voorbeeldgebied. Zoals voor deperspectief projecties, wordt de afstand van de zon tot aan hetdoel oneindig beschouwd, en voor de parallel projecties is decamera afstand ook oneindig.

Page 390: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

390

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Klik op het Zon of Camera icoontje en versleep het naar degewenste lokatie. Het effect van uw veranderingen kunt u zienaan de rotatie van het huisje in het voorbeeld gebied en door dewaarden in de invulvakjes rechts ervan.

De Azimut van de camera en de zon kunnen óf grafisch ófnumeriek ingesteld worden. De Hoogte van de zon kan alleennumeriek worden ingevoerd.

Hint: Tenzij u een ervaren ArchiCAD gebruiker bent, is hetover het algemeen het beste om te beginnen met de voorafbepaalde projectie uit het palet, roteer dan het beeld met decamera hoek, en maak dan kleine veranderingen met deschaal.

Meer Zon...

U kunt het venster “Meer Zon” openen vanuit dit venster. Bekijkde beschrijving onder Perspectief-instellingen hierboven voordetails.

Parallelle projecties opnemen

De knop Serie... opent een subdialoogvenster waar u instellingenkunt opslaan en kunt kiezen. U kunt deze volgorde vanaxonometrische beelden ook gebruiken voor de eventueleanimatie. Animaties gebaseerd op axonometrische beelden is nietdezelfde animatie als perspectieven, ook al worden ze gemaakt metdezelfde opdracht. Met gebruik van de tussenplaatjes, krijgt u eengeanimeerde metamorfose van de ene projectie naar de andere.

De knop Huidige projectie toevoegen plaatst het huidige beeldin de lijst. De beelden in de lijst worden de “sleutelframes” in deAnimatie. U kunt ook een naam geven aan elk sleutelframe.

Page 391: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

391

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als er geen projectie geselecteerd is, dan wordt de Nieuwe alslaatste toegevoegd. Met een geselecteerde projectie wordt hetnieuwe beeldje vóór de geselecteerde tussengevoegd.

De knop Wijzig in huidige projectie verandert het gemarkeerdesleutelframe in de lijst naar degene die u had ingesteld voordat udit dialoogvenster opende.

De knop Wissen haalt een sleutelframe uit de lijst.

Onder Opties voor Animatie linksonder in het dialoogvensterkunt u het aantal “tussenframes” bepalen dat ArchiCAD creëertd.m.v. extrapolatie van de parameters (d.w.z. as schaal ratio,camera hoek, enz.) tussen de opeenvolgende sleutelframes.

De radioknoppen Open en Gesloten bepalen of de animatieconstant doorloopt van het laatste sleutelframe naar het eerstesleutelframe tijdens de Animatie.

Wacht frames hebben het zelfde effect als voor het Camera-gereedschap beschreven in hoofdstuk 4.

Items selecteren…Door de opdracht Items selecteren… te kiezen, komt er eendialoogvenster waarin u de ArchiCAD constructie-elementen kuntselecteren die worden gebruikt voor de afbeelding in het 3DVenster en de Doorsnede/aanzicht vensters. Het selecteren vanelementen op de plattegrond (behalve met een Markeer selectie)heeft voorrang op de instellingen in dit venster.

U kunt gedeelten van de Plattegrond selecteren en hier een 3Dbeeld van maken of een GDL script van deze gedeelten opslaan.Dit is handig voor complexe modellen, waarbij de omzetting vande hele plattegrond veel tijd neemt.

Selectieve modelering wordt gedaan door de gewenste items opde plattegrond te selecteren voor de modelering, of door een optiete kiezen uit het Items selecteren dialoogvenster.

Page 392: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

392

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Weer te geven verdiepingenDe te modeleren verdiepingen kunnen gespecificeerd worden ineen rij, of d.m.v. de optie Alle verdiepingen. Dit hangt af van deselecties in de plattegrond.

Element typenDe aankruisvakjes Element typen laten u de constructie-elementenaan en uit zetten voor 3D-weergave. Met de deuren en ramen uit,worden openingen geïnterpreteerd als lege openingen.Individuele selecties hebben voorrang over deze instellingen.Markeer selecties volgen deze instellingen.

Markeer effectAls u het Markeer-gereedschap gebruikt voor de modellering, kanhet direct gebruikt worden of omgekeerd d.m.v. een derde setopties. Met omgekeerd gebruik kunt u de interne elementen vaneen huis buiten sluiten als u alleen de externe vorm van het 3Dmodel nodig heeft. Het Markeergebied heeft effect op meerdereverdiepingen, niet alleen de huidige verdieping, zoals beschrevenin hoofdstuk 4: Het Markeer-gereedschap.

Als de afknippen bij markering aan staat, wordt het model op demarkeer grenzen afgeknipt. Anders wordt het model nietafgeknipt en alle elementen met een markeerpunt binnen hetmarkeer gebied worden weergegeven.

3D Venster-instellingen…Door de opdracht 3D venster-instellingen… te kiezen krijgt u eendialoogvenster waarin u de karakteristieken van de afbeelding inhet 3D Venster kunt bepalen.

De instellingen zijn als volgt gecategoriseerd:

- Methoden, waar u de verschillende parameters van hetbeschaduwd- en verborgen lijnmodel kunt instellen,

- Effecten, waar u het gebruik van 3D arcering en de schaduwkunt instellen, en

- Weergave, waar u de grootte en achtergrond van het 3DVenster bepaalt, en ook de lijndikte in de afbeelding.

Elke instelling van het 3D Venster wordt hieronder beschreven.

Page 393: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

393

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Verborgen lijnmodel

U kunt kiezen tussen de Analytische- of de Raster methode voorhet Verborgen lijnmodel. De Analytische methode isnauwkeuriger, de Raster methode is sneller.

Beschaduwd model

In de beschaduwde mode kunt u kiezen tussen Analytische enRaster methoden, die werken zoals hierboven beschreven.Belangrijke mogelijkheden van de twee methoden zijn.

Analytische schaduw:

- accurate oppervlakte polygonen

- in te zoomen beeld, resolutie-onafhankelijk;

- 3D arcering en 3D beschaduwing kan worden toegepast;

- kan worden opgeslagen in verschillende formaten inclusiefPlotMaker;

- te plotten in elke maat met HP DesignJet raster plotters.

Raster shading:

- bitmapped image;

- geen effecten beschikbaar, kan niet geplot worden.

U kunt ook kiezen of u de contouren van de elementen in eenbeschaduwd model wilt zien of niet. Contouren zijn lijnen die deranden van de model elementen weergeven.

Page 394: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

394

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- De Klad optie produceert een snel resultaat, maar het sluitniet alle lijnen uit zoals met de Verborgen Lijnen Analytischemethode.

- De optie Beste produceert een perfect resultaat, maar islangzaam voor grote en complexe 3D modellen.

Verticale raster strips

Hiermee kunt u het aantal verticale strips specificeren voor deRaster methode. Meer strips produceren een meer realistisch beeldmaar duren langer voor de verwerking.

Voor snelle beelden, selecteer 3 tot 10 verticale strips, dit hangt afvan de schermgrootte. Ga niet verder dan 50 strips, omdat dat hetbeeld niet bevordert en meer tijd kost. Gebruik voor beterebeelden de analytische methode.

Vectoriële 3D arcering

Dit effect is alleen beschikbaar voor Analytische Beschaduwde ofAnalytisch Verborgen lijnmodellen. Als u een 3D arceringgeselecteerd heeft in het Geavanceerd Materiaal dialoogvenstervoor een gebruikt materiaal in uw Project, dan kunt u beslissen ofu dit materiaal wilt weergeven in de 3D weergave met of zonderarcering. Een voorbeeld van dakpannen met 3D arcering kunt uhieronder zien.

Zie ook…

Materialen kiezen en arceringspatronen onder het menu Opties/Materialen... in dit hoofdstuk.

Page 395: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

395

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Transparante beschaduwing

Hiermee kunt u elementen met een transparante materiaaltoewijzing in een beschaduwd model en in fotorenderingbekijken. Deze optie is niet beschikbaar voor afdrukken op eenPostScript printer.

Vectoriële Zonschaduw

In het 3D Venster kunt u de schaduw berekening aanzetten enspecificeren of de schaduwcontouren getoond moeten worden ofniet.

Let op: ArchiCAD berekent de schaduw van elk individueelelement in uw model. Als u Contouren uit kiest, blijft elkeschaduw een onafhankelijke eenheid, maar kiest u Contourenaan, dan mengen de individuele schaduwvlakken zich metelkaar waar ze elkaar overlappen. Het resultaat is een - of eenpaar - grote schaduwvlakken (U merkt dit als u het 3D beeldopslaat als een 2D bestand en een schaduwgebied selecteertvoor bewerking. Als het beeld gemaakt is met de Contourenuit, kunt u elke schaduw selecteren en bewegen. In hetandere geval, wordt de hele schaduw als een eenheidgeselecteerd).

Als de schaduwweergave aan staat, kunt u beslissen of u schaduwop alles wilt of alleen op een enkel horizontaal niveau. Dezelaatste optie is nuttig voor schaduw studies in een bovenaanzicht.

Venster grootte in pixels

Hiermee kunt u de grootte van het 3D Venster instellen, gemetenin horizontale en verticale pixels. Het is mogelijk om de proportiesvast te houden door Proportioneel aan te kruisen.

Let op: U kunt de grootte van de Fotorendering hetzelfdemaken als het 3D venster in de Fotorendering Instellingen/Beeldgrootte & achtergrond dialoogvenster.

Lijndikte

Hier kiest u de lijndikte (een of twee pixels breed) in Blok, Draaden Verborgen lijnmodel en voor de contour van het Beschaduwdemodel.

Page 396: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

396

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Achtergrond

U kunt een achtergrond in een enkele kleur kiezen voor uw 3DBeelden of dezelfde achtergrond kiezen als die voor deFotorendering. De kleur(en) of het plaatje dat u daar kiest,verschijnt achter het 3D model.

3D Snijvlakken…Met 3D snijvlakken kunt u gebruik maken van gewonedwarsdoorsnedes of speciale doorsneden om het project op eenandere manier te visualiseren. Deze opdracht is niet beschikbaarals het 3D venster gesloten of leeg is.

Let op: Terwijl het Doorsnede/aanzicht-gereedschap het bestegeschikt is voor doorsneden, kunnen 3D snijvlakkenmakkelijk zijn voor speciale 3D visualisaties voor een inzichtin de ruimte van een gebouw.

Elke optie in het venster wordt hieronder beschreven.

Snijvlakken instellenDe drie basis orthogonale weergaven van het gebouw (voor, zij enboven) zijn afgebeeld in het dialoogvenster.

Om een snijvlak te definiëren, tekent u een lijn door een van debeelden dat een snijvlak representeert loodrecht op het gegevenorthogonale beeld. Het oogje verschijnt nadat een lijn getekend is,U klikt met het oogje aan de kant van de lijn waar alles verwijderdmoet worden. De gedeelten van het model die grijs zijnweergegeven, worden verwijderd.

Om normale doorsneden te maken tekent u een enkele lijn en steltu een beeld in, in de 3D Parallel Projectie-instellingen dieloodrecht staat op het doorsnede vlak.

Page 397: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

397

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als u de lijn tekent, kunt u gebruik maken van de tekenbegrenzersof numerieke invoer op dezelfde manier als in de plattegrond. Alsde eerste poging mislukt, dubbel-klik op de lijn van het snijvlakmet de Mercedes cursor. De lijn wordt verwijderd en u kunt eenandere starten.

Als u de snijvlakken wilt verwijderen, klik op de knop Wis allesnijvlakken.

Als de snijvlakken goed zijn, klik op de knop OK en ga terug naarhet 3D model.

Hint: Het aantal knip mogelijkheden is hier groter dannormaal nodig is in de architectuur. U kunt er echter goedgebruik van maken, als u met niet–orthogonale details temaken heeft of als u materiaal snijvlakken toont. Gebruik hetDoorsnede/aanzicht-gereedschap om normale doorsneden tegenereren. (zie hfdst. 4.)

Snijvlakken & RandenMet Pen arcering & lijnen in snijvlak, kunt u de randen enoppervlaktes van elementen die gesneden zijn in de 3DDoorsneden markeren.

U kunt afgeknipte beelden creëren met verschillende gekleurderanden. Ook kunnen ze eigengemaakte materiaaldefinitiesbevatten. Deze attributen worden gebruikt op alle 3D elementendie gesneden zijn in het 3D Snijvlak, met als doel de snijvlakken tebenadrukken.

Om ze te markeren, klik op de radioknop Aangepast en kies eenmateriaal uit het pop-up menu en/of een pen uit het palet.

Page 398: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

398

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als u op Elementpennen klikt, krijgen de snijvlakken van Wanden,Vloeren en Daken dezelfde kleuren/materialen als de gewoneranden (zoals bepaald in hun respectievelijke instellingen).

Snijvlakken van bibliotheekelementen worden gekleurd zoalsingesteld bij het materiaal in het bibliotheekelement. Als hetbibliotheekelement een interne materiaalbeschrijving heeft,bepaald de eerste in het script het materiaal voor de snijvlakken.

Let op: 3D Snijvlakken laten de verscheidene lagen vansamengestelde wanden niet zien. Gebruik het Doorsnede/aanzicht-gereedschap om doorsneden te krijgen die deze latenzien (b.v. voor werktekeningen).

Doorsneden snijvlakken opslaan

De 3D snijvlakken die gedefinieerd zijn, worden opgeslagen in hetProject document en kunnen opnieuw gebruikt worden na devolgende opening van het project.

3D SnijvlakAls 3D snijvlakken actief zijn, worden de snijvlakken bepaald in de3D Snijvlakken-instellingen toegepast op het model elke keer alshet herberekend wordt. Selecteer het menu item om de 3Dsnijvlakken te activeren. Een vinkje voor de naam van de opdrachtlaat zien dat deze actief is. Kies de opdracht nog een keer om de3D snijvlakken te deactiveren.

Let op: Het 3D venster moet open zijn voor deze opdracht.

Page 399: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

399

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als er een 3D model met snijvlakken gecreëerd is, kunt u dezeopslaan in een aantal formaten. (Bekijk de opdrachten uit hetmenu Bestand eerder in dit hoofdstuk).

BlokmodelKiest u het Blokmodel, dan laat het 3D venster alleen het blokvolume van elk element zien zonder openingen. Het gebruikt dePenkleur van elk element.

Het blokmodel is de snelste 3D weergave. Het kan alleen gebruiktworden voor informatie over de plaatsing van de elementen in hetproject.

Let op: U kunt aparte blokmodellen maken in een 3D GDLbeschrijving d.m.v. de opdracht BODY. Bekijk het GDLReferentie handboek.

DraadmodelMet het Draadmodel krijgt u een beeld dat alle randen en lijnenvan uw project in de Penkleuren van de elementen.

Het laat meer detail zien dan het Blokmodel maar wordt toch snelgegenereerd. Als u veel elementen over elkaar heeft, is dit typebeeld misschien moeilijk te interpreteren.

Verborgen lijnmodelHet Verborgen lijnmodel creëert een beeld zoals het draadmodelmaar verwijdert de lijnen die uit het zicht zijn. Het tekent in dePenkleuren van de elementen.

Dit type beeld is de beste keuze voor makkelijke interpretatie, alsu geen beschaduwd beeld wenst. Het is ook geschikt voor hardcopy uitvoer naar een printer.

Op penplotters, geeft het Verborgen lijnmodel de beste resultaten,vooral met de Analytische methode. Een Verborgen lijnmodel kanworden opgeslagen in vele bestandsformaten, als 2D of 3Dbestand.

Beschaduwd modelDoor de Beschaduwde methode te kiezen zijn de zichtbareoppervlakten van uw 3D model beschaduwd vanuit een richtingdie ingesteld is in de 3D projectie-instelling. De kleuren vanoppervlakten worden bepaald door de materiaal attributen van de

Page 400: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

400

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

constructie-elementen (onafhankelijk van de kleur van het licht inhet Zon dialoogvenster).

Als de contouren aan staan in de 3D Venster-instellingen... , danverschijnen ze in de Penkleuren van de elementen.

Beschaduwing is goed voor:

- Een snelle feedback op scherm,

- Een gemakkelijke kijk op oppervlakte kleuren, en

- Alle presentaties waar fotorealistische kwaliteit geen noodzaakis.

Let op: U kunt nauwkeurigheid inruilen voor snelheid in deVerborgen Lijnen en Beschaduwde modes door gebruik temaken van de Rastermethode in plaats van de Analytischemethode. Bekijk de beschrijving van de 3D Venster-instellingen hierboven.

Hetzelfde object in Blok-, Draad-, Verborgen Lijn- en Beschaduwdmodel

Fotorendering-instellingHet submenu Fotorendering-instelling bevat vier opdrachten.Hierin vindt u de instellingen voor het Fotorendering proces. Devier opdrachten zijn ook beschikbaar vanuit de bovenkant van elkvan de vier dialoogvensters, die hieronder worden beschreven.

Let op: De snelheid van fotorendering wordt voor hetgrootste deel bepaald door de grootte van het beeld, terwijl decomplexiteit van het model de snelheid vooral beïnvloed bijgebruik van Schaduw. De effecten van de Fotorenderingbepalen de kwaliteit of het karakter van uw rendering.

Page 401: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

401

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

EffectenDoor Effecten te kiezen, krijgt u het volgende dialoogvenster:

Bovenin het dialoog venster kunt u een fotorendering enginekiezen.

Let op: De inhoud van dit pop-up menu hangt af van derendering engine die geïnstalleerd zijn in de Add-Ons map.

Methode

De Methode bepaalt hoe nauwkeurig het programma zijnuiteindelijke afbeeldingscapaciteit moet benaderen.

Met de knop Beste geselecteerd, berekent het programma delichtattributen van elke pixel. Als de keuzen in kwaliteit afnemen,berekent ArchiCAD de individuele waarden alleen voor elketweede of derde pixel. De kwaliteitstoename heeft meer effect opgebogen oppervlakten dan andere.

Het gebruik van meerdere lichtbronnen of textuur mappinghebben waarschijnlijk de instellingen Beter of Best nodig.

De knop Vlakke Beschaduwing zorgt ervoor dat elke vorm doorvlakke oppervlakken benaderd wordt. Speciale effecten zoalsTransparantie, Gladde oppervlakten, Highlights en Lichtverval zijnniet beschikbaar.

Page 402: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

402

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De Vlakke Beschaduwing is sneller dan alle andere opties in ditdialoogvenster, maar langzamer dan de Beschaduwing ofBeschaduwing met Contour in het gewone 3D Venster.

Antialiasing

De lijn kwaliteit van de renderingen wordt bepaald door deAntialiasing-instellingen. De karteling van de contour wordtlangzaam geëlimineerd als u van Matig naar Best gaat.

De Best optie wordt gebruikt voor de definitieve documenten,omdat de tekentijd toeneemt met de kwaliteit.

De volgende serie aankruisvakjes hebben effect op licht enmateriaal berekening. Sommige hiervan zijn in eerste instantieingesteld in de Opties/Materialen-instellingen.

Highlights

Speculaire reflecties gedetailleerd in het Materialen dialoogvenster(menu Opties) worden in acht genomen en opgelichtweergegeven in uw Fotorenderingen, als dit vakje aangekruist is.

Let op: Als de Highlights niet aanstaan, of de VlakkeBeschaduwing methode wordt gebruikt, dan worden despeculaire reflecties genegeerd in de rendering.

Mist

Kruis deze optie aan als de mistkleur en intensiteit is ingesteld inde 3D Projectie-instellingen en u ze in uw Fototrendering wiltgebruiken.

Let op: Als de Methode op Vlakke Beschaduwing staat,worden de mist-instellingen genegeerd.

Page 403: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

403

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Mist aan Mist uit

Emissie

Kruis deze optie aan als u licht uitstralende materialen hebtgekozen in de Materialen (menu Optie) en u wilt deze optie ookin uw renderingen terugzien.

Let op: Als de Methode op Vlakke Beschaduwing staat, wordtde lichtuitstraling van het materiaal genegeerd.

Transparantie

Deze optie zorgt voor de transparantie van de materialen. Bekijkook de beschrijving in de Opties/Materialen hoe de mate vandoorzichtigheid van verschillende materialen wordt ingesteld.

Let op: Als de Methode op Vlakke Beschaduwing, wordt deTransparantie genegeerd.

Gladde oppervlakken

Gebogen oppervlakken, die normaal benaderd worden doorplatte vlakken, worden gerepresenteerd door meer realistischeoppervlakken als deze optie aan staat. De mate van gladheidwordt ingesteld d.m.v. de Methode, tot aan één pixel accuraat.

Let op: Als de Methode op Vlakke Beschaduwing staat,worden gladde oppervlakken gemaakt.

Lichtverval

Als de Lichtverval niet aangekruist is, zijn de hoek- en afstandovergangswaarden in de GDL Scripts van Lampen nul. Hierdoorkrijgt u een scherpe grens tussen verlichte en donkere gebieden.Als het aangekruist is, worden de originele waarden gebruikt. Hetresultaat is een geleidelijke overgang tussen verlichte en donkeregebieden.

Let op: De lampen moeten aanstaan in de aankruisvakjes vande Lichtbronnen om de overgang te laten werken.

Page 404: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

404

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Textuur

Als dit aankruisvakje aan staat, verschijnen de bitmap plaatjeswaar naar verwezen is in het GDL script van sommigebibliotheekelementen op de corresponderende oppervlakken.

Het bestuurt ook of de textuur gekoppeld aan de materialen in hetMaterialen/Geavanceerd dialoogvenster worden weergegeven inde Fotorenderingen zoals beschreven.

Lichtbronnen

U kunt selecteren welke Lichtbron (Zon, Lampen of beide) u wiltgebruiken om het model te verlichten tijdens de Fototrendering.Een van de twee keuzes moet geselecteerd zijn. Het aankruisvakjevoor de Lampen kan alleen effectief zijn als de Lampen op deplattegrond zijn geplaatst. Ze moeten aan staan in de Instellingen.

Let op: U kunt de Lampen niet selecteren als lichtbron als deVlakke Beschaduwing methode wordt gebruikt.

Schaduw

Hier kunt u bepalen welke van de beschikbare lichtbronnenschaduw moeten geven in de Fotorendering. Selecteer hetaankruisvakje Hoge Nauwkeurigheid als u onnauwkeurigeresultaten ziet op uw Fotorendering, vooral het ontbreken vanschaduw van relatief kleine elementen. Dit kan voorkomen als uinzoomt op een klein detail van een groot project in het 3DVenster en een fotorendering van dat detail maakt.

Opties…

De knop Opties... is alleen beschikbaar als de ArchiCAD renderingengine is geselecteerd in de fotorendering-instelling effecten. Doorop deze knop te klikken krijgt u een nieuw venster met tweeandere mogelijkheden:

Als de Transparantie gebruiken in schaduwberekening aanstaat, creëert ArchiCAD verschillende schaduwen voor materialenmet verschillende transparantie. De kleur van het transparantemateriaal heeft ook effect op de kleur van de schaduw in defotorendering. Dit geldt ook voor materialen met Alpha channel

Page 405: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

405

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

effecten die gebruikt is om de transparantie van het materiaal tebepalen.

Als de 100% antialising aan staat, krijgt u een beter resultaatmaar een fotorendering duurt langer. Deze rendering geeft eenbeter antialising resultaat dan met de radioknop “Best” in hetAntialising gedeelte van de Effecten.

Beeldgrootte & achtergrondIn dit venster kunt u de attributen voor de achtergrond instellen.

Kleuren

Als de knop Kleuren aan staat, kunt u de kleur van de lucht engrond instellen in de subdialoog Kleuren nadat de knoppenLuchtkleur of Grondkleur zijn aangeklikt. Tijdens deFotorendering vindt ArchiCAD automatisch de horizon lijn van deachtergrond die overeen komt met de horizon van het plaatje. Inparallelle projecties wordt de lucht of grondkleur gebruikt voor deonderkant van elementen als die zichtbaar is. Het 3D Venster kanook de kleuren gebruiken die hier gespecificeerd zijn.

Heeft u een eenvoudige effen achtergrond nodig klik dan op hetketting icoon naast het voorbeeld venster druk op de Lucht ofGrond kleur door op de betreffende knop te drukken.

Page 406: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

406

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Afbeelding

ArchiCAD Fotorendering ondersteunt een nauwkeurigehorizontale & verticale pixelgrootte en dpi resolutie. Hierdoor ishet mogelijk om achtergrond-bitmap-beelden met bekendeproporties en resoluties samen te voegen met Fotorenderingbeelden.

U kunt het gerendered model voor een bestaande achtergrondplaatsen. Zet de radioknop Afbeelding aan en zoek een geschiktplaatje met het Directory dialoogvenster.

Wilt u een ander plaatje als achtergrond, klik op de knopAfbeelding openen en selecteer een ander plaatje.

Het gerenderde model wordt samengevoegd met de achtergrondop een intelligente manier.

Let op: U kun het achtergrondplaatje opslaan samen met hetProject door gebruik te maken van de opdracht OpslaanSpeciaal/Archief (bekijk het menu Bestand).

Page 407: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

407

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het geselecteerde achtergrond plaatje wordt in hetvoorbeeldgebied gepast van het dialoogvenster, en u kunt deschaal aanpassen met de Resolutie en Vergrotingsinstellingen.

De grootte van het plaatje verandert in het voorbeeldvenster en ukunt de ware grootte bekijken d.m.v. de waarden boven dehorizontale lijn aan de rechter kant van het dialoogvenster (Ukrijgt ook een idee hoe de grootte verandert door het met hetbeeld frame te vergelijken - zie hieronder - dat groeit en krimpt alsu de instellingen verandert).

Toon Beeld of Afbeelding

Als de radioknop is ingesteld op de Afbeelding, laat het voorbeeldvenster het hele geopende plaatje zien, en binnen een vetgedrukteomlijsting staan de dimensies ven het gerenderde beeld. U kunthet verslepen door binnen de omlijsting te klikken.

Als de vetgedrukte omlijsting niet zichtbaar is, dan is het te groot.Klik in de afbeelding en u ziet de vetgedrukte omlijsting. In ditgeval, verander óf de vergroting en de resolutie óf de beeldgrootteom de ratio van de inkomende en uitgaande grootte van het beeldbijelkaar te brengen. Normaal is de omlijsting kleiner dan deachtergrond zodat u het beste detail kunt kiezen.

Staat de radioknop op Beeld, dan ziet u alleen het omlijstegedeelte van de achtergrond in het voorbeeldvenster. U kunt hiereen ander gedeelte van de achtergrondplaatje selecteren door ophet voorbeeldvenster te klikken en de omlijsting boven op hetachtergrondplaatje te slepen.

Gebruik van Alpha Channel

Hiermee kunt u de Alpha Channel informatie van de geopendeachtergrond bereiken, als die er is. De kleur Wit van de AlphaChannel maakt het achtergrond plaatje dominant, terwijl zwart degerenderde afbeelding van ArchiCAD dominant maakt.

Zie ook…

Het Opties/Materialen/Textuur gedeelte van dit hoofdstuk voormeer details over de Alpha Channel.

Afmetingen beeld

De grootte van het resulterende Afmetingen beeld kan numeriekingevoerd worden of u kunt het aan de grootte van het in gebruikzijnde 3D venster aanpassen door op de knop Grootte als 3DVenster aan te klikken. De verhouding van hoogte en breedte van

Page 408: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

408

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

het resulterende beeld wordt aangegeven door het beeld frame inhet voorbeeldvenster.

Proporties houden

Kruist u Proporties houden aan, dan blijft de hoogte en breedteverhouding van het resulterende beeld gelijk. Als of de horizontaleof verticale waarden worden veranderd, wordt de andere waardeautomatisch aangepast.

Grootte als 3D Venster

Deze knop klikt u aan als u de grootte van de Fotorenderingenwilt overnemen van het 3D Venster.

Als de verhoudingen anders zijn, krijgt u strepen van deachtergrond kleur aan de boven-, onder- en zijkanten van deFotorendering. Dit is duidelijk bij interne perspectieven of bijexterne perspectieven waar het aanzicht het hele project nietomsluit en het is afgeknipt bij de beeldgrenzen.

Helderheid & deelberekeningIn dit venster kunt u keuzes maken omtrent belichting en geeft ude mogelijkheid om gedeeltelijke Fotorenderingen te maken.

Helderheid afbeelding

Gebruik de dimmer om de helderheid in te stellen.

Page 409: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

409

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Overbelichtingscorrectie

Er zijn drie opties om mogelijke overbelichting te corrigeren.(Overbelichting komt voor als een helderder wit nodig is dan hethelderste wit van de monitor.)

1) ArchiCAD kan alle oppervlakken donkerder maken dan deberekende kleur en de helderste kleur wit maken. Dit houdthet contrast tussen heldere en donkere gedeelten van hetbeeld, maar details in donkere gebieden zijn misschien nietmeer te onderscheiden.

2) U kunt ervoor kiezen alleen de overbelichten oppervlakkendonkerder te maken. Op deze manier worden donkeregebieden niet extreem donker maar het contrast tussenschaduwen in heldere gebieden wordt kleiner.

3) Kleur de overbelichte oppervlakken met de geselecteerdekleur om de plaats in het plaatje aan te geven. Dit is eengereedschap voor bewerking dat helpt om de lichtgeving vande renderingen te verfijnen door de elementen van het modelte veranderen (d.w.z. het verplaatsen of dimmen vanindividuele lampen) in plaats van algemene correcties toe tepassen zoals hierboven beschreven.

Instellingen toepassen op laatste Beeld

Als u op de knop Toepassen klikt creëert ArchiCAD een nieuwbeeld van het laatste beeld van de Fotorendering met gebruik vanhelderheid en overbelichtingscorrectie in het dialoogvenster. Ditnieuwe beeld creëren neemt veel minder tijd

Gedeeltelijk fotorendering

Met deze instellingen kunt u een volgorde van lijnen enkolommen specificeren die gerenderd moeten worden voor hetbeeld. Dit is nuttig als u tijd wilt besparen door niet het hele beeldte renderen.

Deze methode kan ook nuttig zijn om verschillende materialen oflicht condities te vergelijken binnen een beeld. Ten slotte, kan hetook gebruikt worden om verder te gaan met beelden die gestoptzijn tijdens het proces (U moet het gedeeltelijke beeld opslaan enhet openen als achtergrondplaatje).

Gebruik deze methode als u veranderingen in het model maaktdie effect hebben op het ongerenderde gedeelte van het gehelebeeld. Dit geeft u de mogelijkheid alleen een gedeelte ervanopnieuw te renderen.

Page 410: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

410

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Geheugen

In het dialoogvenster van het Geheugen kunt u informatie vindenover de grootte van het nog beschikbare geheugen. ArchiCAD kanu ook een schatting geven van het geheugen dat nodig is voor deFotorendering. Klik op de knop Complexiteit schatten voor dezeinfo.

FotorenderingDeze opdracht geeft ArchiCAD de instructie een fotorealistischplaatje van de huidige projectie te maken volgens de instellingenzoals hierboven beschreven. Dit verschijnt in een nieuw vensterdat niet te bewerken is.

U kunt verschillende Model Plaatjes tegelijk op uw scherm hebbenom verschillende instellingen te vergelijken. U kunt ze ookopslaan als bitmap bestanden voor verwerking of gebruik inandere programma’s.

U kunt het Markeer-gereedschap gebruiken om gedeelten vanModelplaatjes te kopiëren en te plakken.

Belangrijk: Gefotorenderde modellen worden nietopgeslagen met uw project. Als u ze wilt bewaren moet ditapart gebeuren. Het afsluiten van een Model venster dat nietopgeslagen is, betekent dat u niet meer bij deze afbeeldingkunt.

Page 411: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

411

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Creëren…De naam van deze opdracht hangt af van het type camera datgeselecteerd is in de Camera/VR-instellingen (Camera, VR Object,VR Scène).

Let op: Om de tweede en de derde opties te gebruikenmoeten de nodige add-ons goed zijn geïnstalleerd.

Zie ook…

Het Camera-gereedschap in hfdstuk. 4.

Animatie…Als Camera geselecteerd is in de Camera-instellingen, wordt denaam “Animatie” toegevoegd aan de naam van de opdracht.

De Animatie opdracht creëert een serie normale- ofgefotorenderde serie 3D plaatjes gedefiniëerd door de parallelprojectie-instelling of het huidige camerapad. U kunt de animatiedirect op het scherm zien of de plaatjes opslaan in het gewenstebestandsformaat. Ze kunnen dan later met Playback of anderevideo afspeelprogramma’s worden bekeken zonder dat ArchiCADnodig is.

Om de opdracht Animatie te starten moet er op zijn minst éénParallelle Projectie in de serie staan of een animatiepad met tweecamera’s aanwezig zijn.

De twee belangrijkste gedeelten van het verschijnendedialoogvenster laten u de bron en de resultaten van de Animatieinstellen.

Page 412: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

412

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Bron

U kunt kiezen of u gewone 3D beelden wilt gebruiken voor uwproject met instellingen van de 3D Venster-instellingen en demode (Draadmodel, etc.) geselecteerd in het 3D Weergave menuof om gefotorenderde beelden te creëren voor de Animatie.

U kunt de route van de Animatie bepalen vanuit de ParallelleProjecties of vanuit het huidige Camerapad.

Door de optie Model herberekenen voor elke beeld optie tekiezen kunt u nog meer animatie effecten creëren, op voorwaardedat u Bibliotheekelementen geplaatst heeft waarvan het uiterlijkveranderd op elk beeldje. U kunt dit bereiken door de juistecGDLGlobale variabele te gebruiken (zie het GDL Referentiehandboek).

Zie ook…

Serie... van de 3D projectie-instellingen eerder in dit hoofdstuk..

In het onderste gedeelte van de Bron kunt u instellen of u alleende sleutelframes van de gekozen projectieset gebruikt of ook detussenliggende frames, en specificeren of de Animatie alle framesvan de set moet bevatten of alleen een paar.

Resultaat

Met de pull-down menu’s kunt u het formaat en aantal kleurenvoor de opgeslagen filmpjes bepalen.

Beschikbare formaten zijn:

- series PICT (Macintosh)/BMP (Windows)

- PICS (Macintosh)/BMS (Windows) bestanden

- Scrapbook (alleen Macintosh)

- QuickTime movies

- AutoDesk’s Animation Pro FLC bestanden (alleen Windows)

- Video voor Windows (AVI) bestanden (alleen Windows)

- 2D Elementen

- PlotMaker tekeningen

- topCAD tekeningen (alleen Macintosh)

Er zijn sommige Add-ons beschikbaar (ligt eraan wat u in de Add-Ons map heeft) die meerdere camera-instellingen ondersteunen,zoals RenderMan en Camera.

Page 413: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

413

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De aankruisvakjes hebben de volgende mogelijkheden:

- Verwijderen van onnodige lijnen uit de Parallel Projecties.

- De afbeeldingen comprimeren.

- met dithering de kwaliteit verbeteren.

Comprimeren

Op de Macintosh: Met gebruik van één van de bekendecompressie methode van QuickTime wordt het bestand van hetfilmpje kleiner. Apple Animatie wordt aanbevolen. Compressie isalleen beschikbaar als QuickTime geïnstalleerd is op uwcomputer.

De eerste vier formaten ondersteunen beeldcompressie. U kuntbepalen hoe dit gebeurt in het dialoogvenster dat opent als u kliktop de knop Instellen....

Specificeer de compressiemethode en kleuren met de pull-downmenu’s boven in het dialoogvenster. Voor sommige methoden isde kleurkeuze alleen Kleur of Grijswaarden.

De gecomprimeerde beelden kunnen op schaal gezet wordend.m.v. de instellingen die u maakt in het dialoogvenster dat opentals u op de knop Verschaal klikt.

Voor Windows: FLC bestanden worden automatischgecomprimeerd.

Page 414: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

414

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Op scherm bekijken

Klik op de knop Tonen om het Animatie proces te starten en opuw scherm te krijgen. U kunt de animatie na voltooiing opslaanzoals hierboven beschreven.

VR Object Filmpje CreërenAls de optie VR Object is geselecteerd in de Camera-instellingen,wordt “VR Object” toegevoegd aan de naam van de opdrachtCreëren….

De goede Quick Time VR uitbreidingen moeten geïnstalleerd zijnop uw computer om er gebruik van te kunnen maken.

Met de keuze van de opdracht opent een dialoogvenster waar ueen aantal opties voor een navigeerbaar object kunt instellen dat udan kunt bekijken met de QTVR Player van Apple.

Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de opties Bron enResultaat, de opdracht Animatie creëren hierboven.

Let op: Apple en Graphisoft raden het gebruik van deCinepack compressie methode aan.

Door op Opslaan… te klikken in het dialoogvenster wordt ergevraagd om de naam van uw navigeerbaar object bestand. Alle3D data die u nodig heeft wordt geëxporteerd in dit nieuweformaat. U kunt het resultaat zien door de QTVR Player te starten.

VR Scène CreërenAls de optie VR Scène is geselecteerd in de Camera-instellingen,wordt de naam “VR Scène” toegevoegd aan de naam van deopdracht Creëren….

Page 415: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

415

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De goede VR uitbreidingen (QuickTime VR of RealVR) moet goedop uw computer geinstalleerd zijn om efficient gebruik te makenvan deze optie.

Door de opdracht te kiezen opent een dialoogvenster waar u eenaantal opties kunt instellen om panorama’s of plaatjes te creërendie u terug kunt zien in de geschikte afspeel applicaties.

U kunt een kijkhoek en een start zoomfactor opgeven voor hetpanoramisch beeld. Deze start zoomfactor kan niet groter zijn dande kijkhoek.

Er zijn drie opties om VR panoramische scènes te creëren

Door de Scène (default) te kiezen, kunt u alle panorama’s die opde Plattegrond opslaan, samen met een controle bestand die denavigeerbare data bevat. Om een goed beeld te krijgen in deQTVR Player, moet dit controle bestand geopend worden.

Ook kunt u panorama’s opslaan die geplaatst zijn op deplattegrond zonder het controle bestand. U kunt elk panoramaindividueel in de QTVR Player bekijken, maar u kunt nietnavigeren tussen de verschillende panorama’s.

D.m.v. Afbeelding kunt u plaatjes van uw panorama’s opslaan dieu dan kunt bewerken als bitmap. Deze bestanden kunnen nietworden bekeken in de QTVR Player. Na het bewerken van debestanden (modificeren van de achtergrond, extra elementen

Page 416: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

416

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

toevoegen), moet u de Apple QTVR-gereedschappen gebruikenom een bekijkbaar bestand voor de QTVR Player handmatig temaken.

Het QTVR Scene-instellingen bevatten een aantal opties. U kunt debeeld hoogte en lengte instellen en ook de grootte van het vensterin de QTVR Player (afgemeten in pixels).

Het selecteren van het vakje Verhoudingen houden, zorgt ervoordat het beeld niet vertekend is.

Zon Studie creëren…De opdracht Zon Studie creëren... genereert een serie normale ofgefotorenderde 3D plaatjes bepaald door de huidige 3D Projectie-instellingen, de huidige 3D venster- of Fotorendering-instellingen,respectievelijk en de Zon positie-instellingen bepaald in het ZonStudie creëren dialoog venster, vergelijkbaar met de opdrachtAnimatie creëren. U kunt of de animatie gelijk op het schermbekijken of deze plaatjes opslaan in het gewenste bestand en zelaten zien d.m.v. de PlayBack van ArchiCAD.

Het venster van de Zon studie creëren is gedeeltelijk hetzelfde alsdie van de Animatie, die eerder is besproken in dit hoofdstuk. Indit gedeelte beschrijven we alleen de mogelijkheden die uniek zijnvoor de Zon Studie.

Meer informatie over de Bron en Resultaat, zie het gedeelte overAnimatie creëren hierboven.

Alle projecties in een Zon studie worden gegenereerd inovereenstemming met de huidige parallelle projectie ofperspectief beeld die bepaald zijn in 3D projectie-instellingen.

Page 417: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

417

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Geografische data voor de lokatie van het model en de Zonwaarden staan in de Zon-instellingen.

Meer informatie over de geografische lokatie en Zon Opties, zie de3D projectie-instellingen eerder in dit hoofdstuk.

Datum instellenU kunt een specifieke dag van het jaar instellen op degeografische lokatie links boven in het dialoog ventser. Gebruikhet pop-up menu om de maand en dag te selecteren en gebruikde pijlen om naar boven of beneden te gaan.

Gebruik de radioknoppen in het midden gedeelte om eenvolledige Zonstudie, van zonsopgang tot zonsondergang, voor eengeselecteerde dag of gedeelte van de dag te specificeren.

Typ een aantal in het Interval vakje of gebruik de pijlen om de tijdtussen twee beeldjes te bepalen in minuten.

Het op scherm bekijken en opslaan van deZon StudieKlik op de knop Toon en de Zon Studie verschijnt onmiddellijk opuw scherm.

Klik op de Opslaan knop om de Zon Studie op te slaan in hetgeselecteerde bestand.

Page 418: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

418

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het menu BerekenenDe opdracht uit het menu genereren automatisch verschillendedingen zoals Stuklijsten, Raam specificaties, Aantekeningen, enz.

Zie ook…

De eigenschappen datastructuur en een overzicht hoe de lijstenworden opgezet vindt u in hoofdstuk 6.

Nieuwe eigenschappenEigenschappen zijn logische definities gecreëerd in ArchiCAD alsbibliotheek elementen; genaamd: Eigenschap objecten.

Eigenschap objecten kunnen op twee manieren aan elementengekoppeld worden: automatisch door overeenkomende criteriaingesteld in Criteria dialoogvenster (zie verder), of individueelvanuit de instellingen van de verschillende elementen zelf(wanden, vloeren, daken, etc.) door op de knop Eigenschappentoekennen te klikken en een Eigenschaps bestand te selecteren.Het is ook mogelijk de twee methoden te combineren.

De opdracht Nieuwe eigenschap opent een nieuw leeg,eigenschap object dat u kunt bewerken.

Zie ook…

De ArchiCAD bibliotheek in hoofdstuk 6 en de beschikbare optiesvoor het bewerken hieronder.

Eigenschappen bewerken…Bij het kiezen van deze opdracht kunt u een bestaand eigenschapobject selecteren en het bewerken in zijn hoofdvenster.

Let op: Kiest u deze opdracht als er constructie elementen zijngeselecteerd in het Project, dan opent het automatisch alletoegewezen Eigenschap objecten

ParametersIn dit gedeelte van het dialoogvenster kunt u default waarden,types en namen voor de variabelen instellen die de attributen vaneigenschap type bibliotheekelementen bepalen. Deze parametershelpen met de controle of de componenten goed bepaald zijn.

Let op: Parameters verschijnen niet in de berekeningslijst. Ukunt alleen de default waarden instellen zoals u dat zou doenvoor elk bibliotheek element en het gebruiken in scripts.

Page 419: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

419

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zie ook…

De parameter instelling in de beschrijving van hetbibliotheekelement van hoofdstuk 6.

Lokale ComponentenDoor op de knop Nieuw te klikken, kunt u een nieuwe lokalecomponentregel creëren, d.w.z. een component die alleen op hetbibliotheek element toegepast kan worden waarin hetgedefiniëerdis.

U kunt de code, naam en hoeveelheid van de lokale componentbewerken, waarvan Sleutelcode geselecteerd is uit hetcorresponderende pop-up menu. Eenheden kunnen ookveranderd worden d.m.v. het Eenheid pop-up menu en door eenuitdrukking in het Proportioneel met veldje te typen. Dit kanelke GDL uitdrukking zijn lokaal en globaal. B.v., als u alleen hetoppervlak van een dakrand wilt berekenen dat met hout bedekt is:typ "DAK_RAND_OPP".

Zie ook…

De globale variabelen staan in het GDL Referentie handboek.

Lokale beschrijvingenDoor op de knop Nieuw te klikken, kunt u een nieuwe lokalebeschrijvingsregel creëren, d.w.z. een beschrijving die alleen ophet bibliotheekelement toegepast wordt waarin het bepaald is.

U kunt de code en de tekst van de lokale beschrijving waarvan ude Sleutelcode uit het corresponderende pop-up menugeselecteerd heeft, bewerken. Met een klik op de knop VolledigeTekst krijgt u de volle beschrijving van het element of destructuur. Deze beschrijving kan inclusief technische parameterszijn die onafhankelijk zijn van de parameters ingesteld inArchiCAD, of andere nuttige instructies.

Componenten en Beschrijvingen gekoppeld aanCentrale Databases.

Als u op de knop Aan Database koppelen klikt (als of deComponenten of de Beschrijvingen actief zijn) laat u eenbestaande component of beschrijving aan een centrale databaseverbinden, aangenomen dat de referentie vast is gelegd. U kuntdeze referentie vervangen met een andere van dezelfde databasedoor op de knop Instellen te klikken.

Page 420: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

420

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

U kunt de koppeling verbreken door de Aan database koppelenuit te zetten. In dit geval, krijgt u een lokale kopie van de databasegegevens.

Zie ook…

Componenten en beschrijvingen worden later in dit hoofdstukbesproken.

Criteria…Deze opdracht opent een venster waarin u lijst criteria kuntdefiniëren. De criteria kunnen een combinatie van de volgendeparameters zijn: Element Type, Penkleur, Arceringspen enArceringstype , Laag, Lijntype, drie verschillende Materialen,Naam, ID en Eigenschappen.

Bestaande Criteria verschijnen in een lijst in het onderste gedeeltevan het venster. Er kan maar een criterium per keer geselecteerdworden, en kan bewerkt worden zoals hieronder beschreven.

Elk van de criteria kunnen aan een Eigenschap Object toegewezenworden. Elementen die overeenkomen met een van de criteriakomen in de lijst te staan van eigenschappen voor het passendeEigenschap Object.

De waarden van de parameters die gebruikt zijn als eenvoorwaarde voor een gegeven criterium verschijnen in de lijst,terwijl degenen die niet worden gebruikt gemerkt worden met een"-" teken.

Page 421: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

421

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De voorwaarden kunnen in twee tab bladen ingesteld worden inhet bovenste gedeelte van het venster. U kunt navigeren tussen detwee d.m.v. de radioknoppen in het bovenste gedeelte van hetvenster.

Het klikken op de linker knop geeft u toegang tot de Elementtype, Penkleur, Arceringspen, Arceringstype, Laag en Lijntypeopties. Deze kunnen allemaal ingesteld worden met gebruik vande pop-up menu's.

Het klikken op de rechter knop activeert een tweede set opties,inclusief materialen voor alle drie de oppervakken, Naam (in gevalvan een bibliotheekelement) en ID nummer.

Eigenschappen toewijzen

Om eigenschappen aan een criterium toe te wijzen, selecteert uhet uit de lijst en klikt op de knop Eigenschappen toewijzen.Hetzelfde dialoogvenster verschijnt als voor de instellingen voorde individuele elementen.

Hier kunt u een Eigenschap object selecteren van de geactiveerdebibliotheken. De componenten of beschrijvingen van hetgeselecteerde Eigenschaptype bibliotheekelement zijnweergegeven om u te helpen een keuze te maken.

Terug gekomen in het Criteria dialoogvenster, verschijnt de naamvan het geselecteerde Eigenschap object in de geselecteerdecriteriumregel.

Belangrijk: Klikt u OK in het venster, dan overschrijftArchiCAD het bestaande listcrit.txt bestand of creëert eennieuwe als er geen aanwezig is.

Page 422: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

422

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Als een toegewezen eigenschap ontbreekt van deactieve bibliotheken, dan verschijnen alle toegewezencriteriaregels in grijs. Als er helemaal geen Eigenschapobjecten in de actieve bibliotheken zitten, dan kunt u geennieuwe Criteria creëren.

Componenten…Databases die refereren aan Eigenschap typebibliotheekelementen kunnen worden bewerkt d.m.v. dezeopdracht. Database bestanden worden geïdentificeerd opSleutelcode en Code.

Bij de keuze van deze opdracht opent de component database(compdata.txt) met zijn editor`.

Klik op de knop Nieuw om een nieuwe component aan de lijsttoe te voegen onder de huidige sleutel.

Let op: Nieuwe Componenten kunnen alleen gecreëerdworden als er een Sleutel database bestand (listkey.txt)beschikbaar is in een van de actieve bibliotheken.

- Als de radioknop Sleutel uit staat werkt het Sleutel pop-upmenu als een filter voor de inhoud van de lijst. Dat wil zeggendat u de huidige sleutel kunt instellen. Alleen decomponenten die bij deze sleutel horen verschijnen.

- Als de radioknop Sleutel aan staat, werkt het ook als een filtermaar het sleutel pop-up wordt ook actief, waardoor u desleutel voor de geselecteerde component kunt veranderen.

U kunt de Code, de Naam en de Hoeveelheid bewerken in hettekst veldje erboven. Deze parameters kunnen alleen bewerktworden als de corresponderende radioknop actief is. Eenheden enReferenties kunnen uit de pop-up menu's gekozen worden.

Page 423: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

423

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: De Referentie werkt als default instelling voor elementhoeveelheid berekeningen en kan overschreven wordenvanuit het Proportioneel met veldje als een component dooreen Eigenschap Object is gerefereerd.

Om een bestaande component te verwijderen, selecteer de naamen klik op de knop Verwijderen.

Belangrijk: Als u op OK klikt, overschrijft ArchiCAD hetbestaande compdata.txt bestand in de bibliotheek.

Omschrijvingen…Databases die refereren aan eigenschap typebibliotheekelementen kunnen worden bewerkt d.m.v. dezeopdracht. Database bestanden worden geïdentificeerd opSleutelcode en Code.

Bij de keuze van deze opdracht opent de omschrijvingen database(descdata.txt).

Klik op de knop Nieuw om een nieuwe omschrijving onder dehuidige sleutel aan de lijst toe te voegen.

Let op: Nieuwe Omschrijvingen kunnen alleen gecreëerdworden als er een Sleutel database bestand (listkey.txt)beschikbaar is in één van de actieve bibliotheken.

- Als de radioknop Sleutel uit staat werkt het Sleutel pop-upmenu als een filter voor de inhoud van de lijst. Dat wil zeggendat u de huidige sleutel kunt instellen. Alleen deomschrijvingen die bij deze sleutel horen verschijnen.

- Als de radioknop Sleutel aan staat, werkt het ook als een filtermaar het sleutel pop-up wordt ook actief, waardoor u desleutel voor de geselecteerde omschrijving kunt veranderen.

Page 424: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

424

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

U kunt de Code en de Verkorte Tekst in tekstveldje erbovenwijzigen. Deze parameters kunnen alleen bewerkt worden als decorresponderende radioknop actief is.

Bij het klikken op Volledige tekst opent de Volledige tekst waar ueen langere omschrijving van het element of structuur kuntinvoeren, inclusief technische details zoals veiligheid instructies.

Let op: De verkorte tekst is altijd de eerste regel van deVolledige tekst en kan worden bewerkt zonder de volledigetekst te openen.

Om een bestaande omschrijving te veranderen, selecteer het enklik op de knop Verwijderen.

Belangrijk: Klikt u op OK, dan overschrijft ArchiCAD hetbestaande descdata.txt database bestand.

Sleutels…Sleutels zijn categorieën die u kunnen helpen componenten enomschrijvingen logisch te groeperen, b.v. onder aannemer, onderberoep, of op kosten.

Kiest u de opdracht Sleutels… dan opent de Sleutel database(listkey.txt), waarin u de Sleutelcode en Naam van degeselecteerde sleutel kunt bewerken.

Klikt u op de knop Nieuw dan wordt er een nieuwe sleutel aan delijst toegevoegd, klikt u op Verwijderen dan wordt degemarkeerde sleutel uit de lijst verwijderd.

Belangrijk: Als u op OK klikt, overschijft ArchiCAD hetbestaande listkey.txt database bestand.

Page 425: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

425

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Eenheden…Met deze opdracht opent de Eenheid database, waar uhoeveelheids eenheden kunt instellen waar naar verwezen kanworden vanuit de Componenten database. Alle eenheden hebbeneen Code die uniek moet zijn vanwege de identificatie.

Om een nieuwe eenheid te bepalen, klikt u op de knop Nieuw.Opties die beschikbaar zijn voor het bepalen van een eenheid zijn:

- Code: bij een klik op deze knop kunt u de eenheid bewerken.

- Eenheid: als deze knop actief is, kunt u een naam bepalen voorde hoeveelheidseenheid. De knop Conversie is ookgeactiveerd, waarmee u een conversie eenheid kunt kiezen.ArchiCAD gebruikt conversie eenheden voor interne conversies.

- Opties: als deze knop actief is, krijgt u vijf andere opties om deeenheid weer te geven. Actieve opties worden aangegeven meteen "+" teken in de eenheids lijst, de anderen met een"-" teken.

Page 426: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

426

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Getal: een klik op deze knop laat u de posities en decimalenweergegeven als de geselecteerde eenheid gebruikt wordt.

Algemene Database regels

Identificatie

Sleutel en Eenheids databases zijn enkele databases. De recordsworden geïdentificeerd op Code, daarom zijn de codes uniek.

Component- en Omschrijvings databases zijn onderverdeeld naarsleutels. De record ID is de Sleutelcode en de Code. Dit betekentdat er unieke Codes verplicht zijn voor een gegeven Sleutel, maardezelfde Code kan onder verschillende Sleutels tegelijkertijdbestaan.

Oplossingen voor foutmeldingen

Een database record is ongeldig als de Code ontbreekt of de ID isniet uniek. Als er een record bewerkt wordt, wordt de geldigheidvoortdurend gecontroleerd. Als er een ongeldige record wordtontdekt, piept het programma en de tekst stijl van de recordverandert in schuin schrift.

In dit geval moet u de Code aanpassen voordat u andere dingenaanklikt dan het Code veld, anders wordt de ongeldige recordonmiddellijk verwijderd. Als de Code is aangepast en de record isgeldig, wordt de tekst stijl weer gewoon.

In de Criteria database wordt een record ongeldig beschouwd alsalle condities uit staan of als er identieke records gevonden zijnd.w.z., alle condities en zelfs de toegewezen eigenschap Objectenzijn hetzelfde).

Ongeldige records worden niet gecontroleerd als de databasegeopend wordt met zijn editor in ArchiCAD.

Klikt u op OK, dan controleert het programma ongeldige recordsen u wordt gewaarschuwd dat ze allemaal zullen ontbreken uit hetopgeslagen bestand.

Let op: Component en omschrijvings records metontbrekende Sleutelcodes worden niet als ongeldigbeschouwd, dit betekent dat ze kunnen worden opgeslagenen naar gerefereerd kunnen worden vanuit Eigenschap

Page 427: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

427

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Objecten (het sleutelcode gedeelte van de ID is leeg). Allesoortgelijke records verschijnen in de editor als Ontbreektwordt gekozen uit het Sleutel pop-up palet.

Nieuwe records moeten onder bestaande Sleutels wordengecreëerd. Daarom is de knop Nieuw grijs als de ontbrekendesleutel wordt gekozen.

Criteria records worden grijs weer gegeven als het toegewezeneigenschap Object niet gevonden wordt in de geactiveerdebibliotheken.

Stuklijst-instelling…Een gedetailleerde Stuklijst van uw Project kan gegenereerd worden,gebaseerd op de eigenschappen van de wanden, vloeren, en andereconstructie-elementen die gebruikt zijn in het Project. De opdrachtStuklijst-instelling wordt gebruikt om de vele parameters in te stellendie nodig zijn om de stuklijst te maken. Door de Stuklijst-instellingen… te kiezen, verschijnen de Stuklijst-instellingen.

In het Lijst pop-up menu, kunt u de type lijst kiezen (Element,Component of Zone). De inhoud van het venster verandert met dekeuze. De lijsten kunnen worden opgeslagen onder verschillendenamen en alleen de namen van de sets die bij het gekozen typehoren verschijnen in het Lijstset pop-up menu.

Page 428: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

428

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Lijstsets kunnen gedupliceerd, hernoemd en verwijderd wordendoor op de desbetreffende knoppen te klikken. Alleen de lijstenmet een naam in het Lijstset pop-up menu kunnen bewerktworden. Alle opgeslagen lijstsets zijn beschikbaar in de hiërarchischemenu's van de opdrachten Element lijst genereren, Componentlijst genereren en Zone lijst genereren (zie verder).

Er zijn vier radioknoppen om de verschillende lijsten te verfijnenvolgens de verschillende Filters, met een aangepasteComplexiteit, in verschillende Formaten en in het geval vanZones met opties voor Verwante Constructies.

De inhoud van het venster verandert volgens de gekozen type lijsten de gekozen radioknop met opties.

Belangrijk: Klikt u OK in de lijst-instelling wijzigt alle lijstsetsdie zijn opgeslagen in het Voorkeuren bestand van het Projecten in het listset.txt database bestand in de bibliotheek.Hiermee kunt u dezelfde instellingen gebruiken voorverschillende projecten.

- Als u ArchiCAD opstart zonder een projectbestand te openen,worden lijstsets geladen van de Voorkeur bestanden(listset.txt wordt niet geladen van een van de geladenbibliotheken);

- Als er een Projectbestand geopend wordt, worden lijstsetsopgeslagen in het project geladen (listset.txt wordt nietgeladen van één van de geladen projectbibliotheken);

- Kiest u Bestand/bibliotheken activeren, dan wordt het eerstegevonden listset.txt bestand uit één van de geselecteerdebibliotheken geladen.

Element LijstenDe eerste keuze uit het Lijst type menu is de Element Lijst. DeElement Lijst geeft informatie over constructie elementen die uselecteert voor dit venster.

Filters

Filters bepalen de elementen die in de lijst gezet worden. U kuntde Elementlijst verder verfijnen met een aantal aankruisvakjes omelementen met bepaalde criteria in of uit de lijst te laten.

In het Element type gedeelte, kunt u door knoppen aan of uit tezetten type constructie elementen binnen of buiten de rapportberekeningen laten.

Page 429: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

429

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het klikken op de knop Eigenschappen opent een venster waarinu de gewenste Eigenschap objecten in de actieve bibliothekenkunt kiezen. Alleen elementen toegewezen aan de gekozenEigenschap objecten (op criteria of direct in de instelling van hetelement) worden in de lijst gezet. U kunt alle Eigenschappenkiezen door Alle te actieveren.

U kunt elk element dat geen label of ID nummer heeft uit de lijstlaten door het corresponderende vakje aan te kruisen .

De optie Minimumopening om van wand te reducerenbepaalt of openingen, kleiner dan een bepaalde grootte,meegenomen worden in de berekening van wandoppervlakkenen inhoud. De limiet voor de grootte wordt in het veldje naast heticoon ingevoerd. Deze optie is nuttig voor het bepalen vanmaterialen, omdat kleine openingen niet veel invloed hebben opde hoeveelheid materiaal.

Onder in het dialoogvenster, kunt u elementen van Lagen enVerdiepingen in of uit de lijst laten.

Complexiteit

Hier kunt u de hoeveelheid informatie van elk element bepalendat in het rapport moet komen. De individuele karakteristiekenvan elk element kunnen worden toegevoegd voor meer detail, ofverwijdert.

Links kunt u de eigenschappen van elementen bepalen en rechtsde parameters.

Page 430: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

430

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

In de Sleutel lijst, kunt u de gewenste Sleutels voor het filterenvan de componenten en de beschrijvingen instellen. Klikt u opAlle dan worden alle eigenschappen onder alle sleutels in de lijstgezet.

Onder de sleutels zijn een aantal knoppen om de combinatie vancomponenten en omschrijvingen te bepalen. Klikt u op de knopSelecteren..., dan opent er nog een dialoogvenster voor deComponenten of Omschrijvingen direct vanuit de databases.

Let op: Alleen Componenten en Omschrijvingen onder degeselecteerde Sleutels zijn hier beschikbaar.

In de lijst Globale element parameters kunt u de algemeneparameters van alle element types, zoals oppervlak, volume,hoogte, dikte, ID, enz. kiezen. U kunt er één of meerdere kiezen,of Alle aankruisen.

Onder Globale parameters worden, Parameters vangeselecteerde element typen in de lijst gezet volgens de selectiedie gemaakt is op het vorige tabblad (Filters).

Links onder kunt u additionele parameters kiezen voor geplaatstebibliotheekelementen. Of, u kunt een selectie parameters instellenin het Bibliotheekelementen Selecteren venster, door op de knopals in bibliotheekelementen te klikken.

Formaat

Klikt u op de knop Formaat dan krijgt u meer opties in de Lijst-instelling voor de logische volgorde van eigenschappen enparameters volgens de Filter en Complexiteit opties die gekozenzijn. De algemene lay-out van het rapport kan hier bepaaldworden.

Er zijn twee keuzen: of de ruwe data word geplaatst met de knopNormaal of u selecteert een vooraf bepaald sjabloon bestanddoor middel van de knop Geformatteerd.

Page 431: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

431

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Kiest u de optie Geformatteerd, klik dan op de Sjabloon knopom een sjabloon bestand uit de bibliotheek te selecteren.Sjablonen zijn vooraf bepaald volgens de lokale standaard enkunnen verdere opties bieden voor de componenten enparameters.

Bij de keuze van de Normaal optie krijgt u ruwe data in eenbewerkbaar tekstformaat in de lijst. Sommige basis alternatievenzijn zelfs in dit eenvoudige formaat beschikbaar.

- Het activeren van het Titel regel vakje creëert een titelbovenin het rapport.

- De optie Elk item in aparte regel creëert een item voor itemlijst zelfs voor identieke items, terwijl de optie Groepeer entel items identieke elementen optelt en ze in de lijstgroepeert.

- De optie Componenten detailleren zet alle parameters vande componenten zoals Sleutels, Codes, enz. in de lijst. Kiest ualleen hoeveelheden geeft alleen de hoeveelheden zondereenheden.

- Omschrijvingen detailleren vs. Alleen eerste regelbepaalt of alle parameters van de omchrijvingen in de lijstworden gezet inclusief Sleutels, Codes en de uitgebreide tekstof alleen de verkorte, d.w.z. alleen de eerste regel.

Let op: Als de Normaal formaat optie actief is, staat deParameters optie uit.

Page 432: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

432

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

ComponentenlijstDe tweede keuze in het Lijst type menu is de Componentenlijst.Deze lijst geeft informatie over componenten van constructieelementen die van te voren geselecteerd zijn voor dit venster.

Filters

In de sleutellijst kunt u de sleutels voor het filteren van decomponenten en omschrijvingen kiezen die in de lijst moetenkomen. Het activeren van Alle zet alle componenten en alleomschrijvingen onder alle sleutels in de lijst.

De andere opties zijn hetzelfde als voor de Elementlijst.

U kunt verder ook eigenschappen filteren voor de lijst directvanuit de databases en door het aan en uit zetten van de lokaleeigenschappen.

Globale parameters van elementen waar eigenschappen uitgehaald zijn kunnen gekozen worden uit de corresponderendelijst.

Complexiteit

Globale element parameters en eigenschappen kunnengeselecteerd worden zoals beschreven in het gedeelte van deElementlijst.

De knoppen Optionele componenten bepalen welke gedeeltesvan de componenten in de lijst komen (de naam en dehoeveelheid verschijnen altijd).

De knoppen Optionele omschrijvingen bepalen welkegedeeltes van de omschrijving in de lijst komen (de verkorte tekstis altijd aanwezig).

Formaat

Dezelfde opties zijn beschikbaar als voor de Elementenlijst meteen paar verschillen

Normale Componentlijsten hebben geen opties Componenten- enOmschijvingen detailleren, omdat de items zelf componenten enomschrijvingen zijn.

Page 433: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

433

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

In de parameterlijst hieronder verschijnen de globale elementparameters en geselecteerde delen van componenten enomschrijvingen volgens de selectie die gemaakt is in hetComplexiteit tabblad.

Zonelijst

Filters

In dit venster zijn instellingen specifiek voor Zones.

U kunt of alle zonecategoriën uit het Project gebruiken door Alleaan te kruisen, of de zones selecteren voor het rapport door eropte klikken.

Zones kunnen ook gefilterd worden door condities voor hetZonenummer te definiëren met een pop-up menu en een tekstveld.

Het vakje Zones zonder zonenummer overslaan laat zoneszonder nummer uit het rapport, terwijl het vakje Zones zonderID overslaan zones zonder ID eruit laat.

Complexiteit

Specifiek voor de Zonelijst zijn:

- De Sleutels lijst laat u componenten en omschrijvingenfilteren voor de lijst.

- Als het vakje Alle actief is, verschijnen alle additioneleparameters van geplaatste Zone type bibliotheekelemententoegewezen aan Zone-categorieën in de lijst.

- De knop Als in bibliotheekelementen laat u Zone typebibliotheekelementen van geladen bibliotheken in het vensterBibliotheekelementen selecteren. In dit geval worden alleenparameters die identiek zijn aan die van de geselecteerdebibliotheekelementen in de lijst gezet. Parameters gevondenin geselecteerde bibliotheekelementen kunnen verdergefilterd worden voor geselecteerde parameter typen.

Page 434: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

434

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- De optie Gerelateerde constructies helpt u met hetselecteren van elementen en constructies gerelateerd aan degekozen zone (zie hieronder).

Gerelateerde constructies

Deze knop ia alleen beschikbaar voor de Zonelijst, niet voor deandere lijsten.

Zone definitie is niet beperkt tot geometrische informatie. Het kanook de constructie elementen gerelateerd aan de zones bevatten,met name de wanden rond de omtrek van de zones, de deuren enramen van de omringende wanden en de objecten binnen dezone.

In dit tab blad kunt u de sleutels, componenten, omschrijvingen,toegevoegde parameters, globale elementparameters enparameters van geselecteerde elementtypen van gerelateerdeconstructies geselecteerd in het Complexiteit tab blad, instellen.

Formaat

Op het Formaat tab blad van de Zonelijst, zijn de Zone parameters(eigenschappen) en Gerelateerde constructie parameters(eigenschappen) gescheiden. Dit betekent dat de Zone parametersaltijd in het eerste- en de gerelateerde Constructie parameters inhet onderste gedeelte van de lijst verschijnen. U kunt ze echterbeide ordenen zoals u wenst.

Page 435: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

435

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Element-, Component-, ZonelijstcreërenDeze opdrachten creëren lijsten gebaseerd op de voorwaardenvan de lijst-instelling. De bepaalde lijstsets verschijnen in eenhiërarchisch menu die opent onder de corresponderende opdrachtnaam.

- Is er een lijst met een normaal formaat gedefiniëerd, danverschijnt het in een bewerkbaar teksttype venster.

- Is er een lijst onder de geformatteerde optie gedefiniëerd metgebruik van een sjabloon bestand, dan verschijnt het in eentekenvenster dat niet bewerkt kan worden.

De eerste opdracht in elk van de hiërarchische menu's genereerteen basislijst met een paar parameters.

Attributen registreren doorAlle beschikbare lijst-engines, geplaatst in de Add-Ons map naastArchiCAD, verschijnen in een hiërarchisch menu. Als default is deArchiCAD Lijst Engine actief.

De lijst engine gekozen uit het hiërarchische menu opent eeneigen venster waarin eigen attributen (eigenschap objecten ingeval van de ArchiCAD Lijst Engine) kunnen worden toegewezenaan project elementen. Dit dialoogvenster kan ook bereikt wordenvia het Attributenlijst tab blad van de individuele gereedschaps-instellingen d.m.v. de knop Eigenschappen toewijzen….

Let op: Externe lijst Add-Ons kunnen ook werken mettekenelementen zoal lijnen, bogen en curves, maarArchiCAD's eigen ingebouwde engine werkt alleen op 3Dconstructie elementen en arceringen.

Als een lijst-engine meer dan een opdracht heeft, verschijnen dezein een submenu onder de corresponderende naam van de lijst-engine.

Page 436: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

436

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Menu Beeld

De opdrachten in het menu Beeld hebben te maken met het beeldin het huidige ArchiCAD venster.

De eerste opdrachten hertekenen of herberekenen het scherm inde Plattegrond, Doorsnede/aanzicht of 3D Beeld of ontkoppelendoorsnedes van de plattegrond of vernieuwen statischedoorsnedes.

De volgende set opdrachten geven u controle over de beelden: ukunt ze vergroten en verkleinen, ze vrij binnen het vensterverplaatsen of naar vorige of voorafbepaalde beelden gaan.

Let op: De meeste opdrachten zijn ook beschikbaar in devorm van sneltoetsen uit de Beeldbalk iconen op dehorizontale schuifbalk.

HertekenenOpdrachten zoals transformaties en verwijderen laten somsongewenste puntjes op uw scherm achter. Dit is een tijdelijkprobleem (uw afdrukken en plots zijn ok) en kan gecorrigeerdworden door de opdracht Hertekenen te kiezen, die uw schermweer opschoont.

HerberekenenDoor de opdracht Herbereken te kiezen, krijgt u een betereopschoning van de vensters dan met de opdracht Hertekenen.

Als de Nette Wandverbindingen actief is, zijn sommigeverbindingen nog niet opgeschoond tijdens de constructie. Deopdracht Herberekenen zorgt ervoor dat ze allemaalopgeschoondt worden.

Het Herberekenen van het 3D vensterAls Automatisch-herberekenen 3D Venster uit staat in hetVoorkeuren/3D Weergave dialoogvenster blijft uw laatste 3D beeldin het 3D Venster staan ondanks veranderingen in de plattegrond.

Page 437: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

437

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als u de opdracht Herberekenen activeert, vervangt hetprogramma het oude 3D beeld door het nieuwe. Met grote ofcomplexe modellen, kan dit lang duren.

Herberekenen modelAls u in een dynamische doorsnede werkt, verandert de naam vande opdracht in Herberekenen model.

Als u elementen verandert in het Model venster, dan verschijnensommige complexe veranderingen (b.v. het veranderen van eenbibliotheekelement) niet automatisch in dit venster en u moet dande opdracht Herberekenen model gebruiken om ze correct tezien.

Herberekenen tekeningAls men aan een statische doorsnede werkt bestaande uit alleen2D tekenelementen, verandert de naam van de opdracht inHerberekenen tekening.

Het kiezen van de opdracht Herberekenen tekening schoont hetscherm op, maar vernieuwt het Doorsnede venster niet metelementen die gecreëerd of veranderd zijn in de plattegrond na decreatie van het tekeningvenster. Gebruik voor dit doel de opdrachtDoorsnede/aanzicht vernieuwen hieronder.

Doorsnede/Aanzicht loskoppelenDeze opdracht is alleen beschikbaar als er een dynamischDoorsnede/aanzicht venster actief is.

Als u een Doorsnede/Aanzicht loskoppelt, worden de constructie-elementen die het bevat omgezet in 2D tekenelementen (lijnen,bogen en arceringen).

Waarschuwing: Deze opdracht kan niet ongedaan gemaaktworden.

Doorsnede/Aanzicht vernieuwenAls een dynamische Doorsnede/aanzicht is losgekoppeld van deplattegrond, verandert de naam Doorsnede/aanzicht loskoppelenin Doorsnede/aanzicht vernieuwen. Deze opdracht is alleenbeschikbaar voor statische Doorsnedes/aanzichten.

Deze opdracht past het Doorsnedes/aanzichten venster aan aan deveranderde plattegrond. ArchiCAD vernieuwt het beeld zonderverwijdering van de elementen die u eraan heeft toegevoegd.

Page 438: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

438

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zie ook…

Het Doorsnede/aanzicht Venster in hoofdstuk 2 en hetDoorsnede/aanzicht-gereedschap in hoofdstuk 4.

Alle Modellen herberekenen/Alletekeningen vernieuwenMet deze opdracht kunt u alle Doorsnede/aanzicht vensterstegelijkertijd herconstrueren.

InzoomenU kunt details van uw tekeningen en 3D beelden als volgtvergroten:

1) Kies de opdracht Inzoomen.

2) Teken een rechthoek rond het detail dat u wilt vergroten metde Zoom-in cursor. U kunt de rechthoek tekenenonafhankelijk van het actieve gereedschap.

Het gebied binnen de rechthoek wordt vergroot naar de groottevan het werkblad van ArchiCAD.

Let op: Het klikken op de Zoom-in knop onder in het vensteractiveert de opdracht ook.

UitzoomenDe opdracht Uitzoomen is het tegenovergestelde van Zoom-in.Het gehele werkblad van het scherm wordt in de rechthoekgeplaatst, die u hebt bepaald met de Zoom-uit cursor. Verkleinen(evenals vergroten) is geoptimaliseerd, zodat er geenvervormingen optreden.

Page 439: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

439

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Page 440: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

440

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Klikken op de Zoom-uit knop onder in het vensteractiveert de opdracht ook.

VerschuivenMet de opdracht Verschuiven kunt u over het hele virtuelewerkblad bewegen met tussenstukjes bepaald door de Verschuifvector. De zoomfactor blijft hetzelfde.

Activeer de opdracht Verschuiven en teken een lijn met hetHandje. Het hele gebied op het scherm verschuift met de afstanden richting van de lijn. U kunt ook een meetlat of numeriekeinvoer gebruiken om de onzichtbare gedeelten van het werkbladin beeld te krijgen.

Let op: De opdracht Verschuiven kan gebruikt worden met deTekenbegrenzing en Muisbegrenzing om in specifiekerichtingen relatief aan het element of de Project geometrie teverschuiven. Het klikken op de Verschuif knop onder in hetvenster activeert deze opdracht ook.

Op selectie inzoomenDeze opdracht zoomt het beeld in op de geselecteerde elementen.

Pas in vensterDe opdracht Pas in venster vergroot of verkleint uw projectzodanig dat alle elementen in de zichtbare lagen in het vensterpassen.

Page 441: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

441

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Het klikken op de knop Pas in venster in deBeeldbalk activeert deze opdracht ook.

Ware grootteDoor de opdracht Ware grootte te kiezen, krijgt u een zoom nivowaarin de tekenelementen verschijnen in dezelfde grootte als oppapier met de tekenschaal (ingesteld in de Tekenschaalinstelling…).

Dit is gemakkelijk voor grote beeldschermen waarbij deschermgrootte vergelijkbaar is met de grootte op papier.

Let op: Het klikken op de Zoom Nivo knop onder in hetvenster activeert deze opdracht ook en verandert de tekst naar100%.

Volledig schermDeze opdracht is alleen beschikbaar onder Windows. Het verbergtde StatusBalk en de Gereedschappen, om het hoofdvenster temaximaliseren met een Menubalk van één pixel hoog.

Een zwevend venster verschijnt als icoontje in de linkerbovenhoek. Klikt u erop dan keert u terug naar de normalescherm grootte.

De F12 toets werkt als toets voor deze opdracht.

Standaard beeldDe opdracht Standaard beeld brengt u terug naar het beeld datgedefinieerd is als Standaard beeld, in het Standaard beeld & rasterdialoogvenster (menu Opties). Om dit te veranderen, gaat u terugnaar het Standaard beeld & raster dialoogvenster en verandert dehoek waarden van het voorbeeldgebied of klik op de knop Huidigbeeld. Als u ArchiCAD afsluit, worden de huidige instellingenopgeslagen in het ArchiCAD Voorkeuren bestand.

Hint: Zet het Standaard beeld zo dat u het gedeelte uit hetproject dat het meest bewerkt wordt bereikbaar is, zodat udaar snel naar toe kunt.

Let op: U kunt ook terug naar het Standaard beeld door denaam in de Snelposities te kiezen.

Huidig beeld als standaardNaast de numerieke definitie opties via het Standaard beeld &Rasters venster (menu Opties), kunt u op elk moment het huidigebeeld als standaard beeld opslaan. U kunt dit beeld dan op elkmoment oproepen door het kiezen van de opdracht Standaardbeeld.

Page 442: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

442

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het Menu VensterDit menu bepaalt de weergave van verschillende vensters vanArchiCAD. Het menu bevat alle vensters die open zijn.

Zwevende paletten

Het menu item Zwevende paletten laat u de vorm en weergave van de Gereedschappenbalk, Coördinatenbox, Controlebox, Infobox en de Snelposities instellen. Als u de opdracht Zwevende Paletten uit het menu Venster kiest, verschijnt ereen submenu zoals hier links.

Met dit submenu kunt u elk van de Paletten openen en sluiten enheeft u controle over hun vorm en grootte.

PaletvormenDe opdracht Paletvormen… in het Zwevende paletten pop-upmenu opent een dialoogvenster waarin u kunt kiezen tussenverschillende representaties van de zwevende vensters.

Vergroot, Compact/Uitgebreid

De Vergroot optie en geeft een groot zwevend palet weer, terwijlde radioknoppen bepalen of de uitgebreide of compacte versiesvan de paletten worden weergegeven.

Page 443: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

443

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Toon & Verberg PalettenOnder de Paletvormen staan opties die de weergave van elkindividueel palet bepalen. Door het gebruik van deze schakelaars,kunt u bepalen welke paletten zichtbaar zijn op een bepaaldmoment. Sluit u een van de vensters, dan verandert Verberg naarToon… en andersom.

VensterlijstDe Vensterlijst staat onder de Zwevende paletten. Als u ArchiCADopstart laat de venster lijst de basislijst van vensters zien. Als uandere weergave vensters opent worden die aan de lijsttoegevoegd.

De selectie van een venster brengt het naar de voorgrond enmaakt het actief. Het actieve venster is aangekruist in de lijst.

Het 3D Venster, de berekeningsvensters en de ProjectAantekeningen zijn altijd beschikbaar ook al zijn ze op datmoment afgesloten. De gesloten vensters van geopendebibliotheekelementen kunnen eveneens worden geopend en naarvoren gebracht worden in een stap.

Een gedetailleerde beschrijving van elk venstertype kunt ubekijken in hoofdstuk 1.

Page 444: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

444

Hoofdstuk 5: De Menu opdrachten

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Page 445: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

445

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoofdstuk 6De ArchiCAD bibliotheekDit hoofdstuk introduceert element typen opgeslagen in externebestanden, inclusief Deuren, Ramen, Lampen, algemene Objectenen berekenings database componenten zoals Zonestempels enEigenschap Objecten.

Bibliotheken in ArchiCADAls u een complex element nodig heeft of een type element meteen specifieke rol en gedrag, dan kunt u gebruik maken van devooraf-bepaalde, volledig parametrische objecten opgeslagen ineen map of set mappen; de zogenaamde bibliotheken.

Deze map of set mappen kan worden gespecificeerd in hetBestand/Bibliotheken activeren venster en worden geladen bij hetopstarten.

BibliotheekbeheerArchiCAD bibliotheken bevatten verschillende typenvoorgebouwde elementen. Normaal, zijn deze items hiërarchischgeorganiseerd binnen de hoofd Bibliotheek map.

U kunt gespecialiseerde bibliotheken voor verschillendetoepassingen gebruiken (d.w.z. huizen projecten, industriëleontwerpen, enz.) om het gebruik van extreem grote bibliothekente verkleinen.

Verplaatsen van Bibliotheek elementenIndividuele items van bibliotheken die niet geactiveerd zijn,kunnen gebruikt worden in het ontwerp via de opdracht Kies

Page 446: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

446

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Ander Object/Raam/Deur/Lamp in de corresponderendeGereedschaps-instellingen (menu Bewerken). Het op deze manierin uw Project plaatsen van objecten betekent niet dat de items aande actieve Bibliotheek worden toegevoegd.

Om een nieuw object aan een actieve Bibliotheek toe te voegen,ga of naar de Finder, (Macintosh) of de Verkenner (Windows), omhet in die Bibliotheek map te plaatsen. Dit geeft het nieuwe objectde kans om direct door het Project te worden toegelaten.

Bibliotheek opstartenAls u ArchiCAD voor de allereerste keer opstart zoekt hetprogramma naar een Bibliotheek met de naam “ArchiCADBibliotheek”.

Als de standaard Bibliotheek van ArchiCAD is gevonden op deharde schijf in dezelfde map/directory als ArchiCAD, wordt dezegeopend en gebruikt als de actieve Bibliotheek. Als deze nietwordt gevonden, verschijnt het venster Bibliotheken archiverendie u vraagt een map te kiezen als de actieve Bibliotheek.

- Als u ArchiCAD al gebruikt heeft en het programma start doorop het programma icoon te dubbel-klikken, wordt de laatstgebruikte Bibliotheekset geactiveerd.

- Als u een naam van een map in de actieve Bibliotheeksetverandert heeft, of de lokatie in de bestands hiërarchieveranderd heeft, wordt deze niet gevonden en hetBibliotheken activeren venster verschijnt.

- Als u een Project binnen ArchiCAD opent (met de opdrachtOpenen...), of door te dubbel-klikken op een Projectbestandin de Verkenner, wordt deze geopend met de bijbehorendeBibliotheekset.

Als u de naam van een map in de actieve Bibliotheekset veranderdheeft, of de lokatie in de bestandshiërarchie veranderd heeft,opent het Project met gebruik van het volgende protocol

- Als de huidig actieve Bibliotheekset mappen bevat metdezelfde namen als de originele, wordt het Project geopendmet gebruik van deze huidige Bibliotheekset.

- Als de originele Bibliotheekset mappen bevat met anderenamen dan die in de huidige, probeert ArchiCAD Bibliothekente vinden met dezelfde namen in de map van het Project. Alser mappen zijn met die namen, wordt het Project met dezegeopend.

Page 447: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

447

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Als er geen mappen zijn met dezelfde namen als de originele,verschijnt het volgende dialoog venster. U kunt of eenBibliotheekset specificeren om te gebruiken met het Project,de huidige Bibliotheekset accepteren, of annuleren.

Let op: In dit laatst geval, als u op Gereed klikt, wordt hetProject geopend zonder een Bibliotheek. Allebibliotheekelementen die in het bestand zijn geplaatstontbreken.

Bibliotheek & het Archief bestandsformaatAls u een Archief Project opent, wordt er een speciale Bibliotheekgecreëerd die alle bibliotheekelementen en eigenschappen diegebruikt zijn in dat Project bevat. Wanneer u dit documenttypeopent, verschijnt er een dialoogvenster met de vraag om de naamvoor deze speciale bibliotheek. Dit wordt dan de actievebibliotheek.

Let op: Als er enige bibliotheekelementen ontbraken uit dehuidige bibliotheek toen u het Archief document opsloeg,zullen deze bibliotheekelementen ook ontbreken in hetArchief, zelfs al zijn de referentie namen van deze items welaanwezig.

Zie ook…

De opdracht Opslaan Speciaal/Archief in het menu Bestand.

Ontbrekende bibliotheekelementenOpent u een Project met een Bibliotheekset die niet alle gewensteelementen bevat, dan wordt u daarvan op de hoogte gebracht.

Page 448: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

448

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Klik OK. Het Project wordt dan geladen zonder de ontbrekendebibliotheekelementen.

Als u wilt zien welke items ontbreken, activeert u hetOntbrekende Bibliotheken venster uit het Venster menu. De lijstmet deuren, ramen en objecten die ontbreken, verschijnt in eentekstvenster. U kunt de lijst afdrukken of opslaan om u te helpenherinneren welke elementen het zijn.

Om de ontbrekende elementen aan te vullen, kunt u zeindividueel uit de betrokken Raam-, Deur-, Object- en Lamp-instellingen en Zone Categorieën kiezen met gebruik van deopdracht Kies ander…. Als u de elementen heeft, verschijnen zein het Project. U kunt dan terug gaan naar de Finder (Macintosh)of Verkenner (Windows), zet de ontbrekende elementen in éénvan de mappen van de huidige Bibliotheekset en ververs deBibliotheekset door het Bibliotheken laden dialoog venster teopenen en op Gereed te klikken. U kunt ook de map met deontbrekende elementen toevoegen aan de Actieve Bibliotheeklijstin het desbetreffende venster. In beide gevallen verschijnen alleelementen automatisch in het Project.

Plaatsen van bibliotheekelementenArchiCAD bibliotheekelementen kunnen op de plattegrondgeplaatst worden met hun corresponderende gereedschappen:Ramen/deuren, Objecten, Lampen, Zones. Deze elementenkunnen verschillende keren gebruikt worden in hetzelfde project,of zelfs tegelijkertijd in meerdere projecten, vanuit verschillendecomputers.

Er zijn verschillende blader opties beschikbaar in decorresponderende gereedschaps-instellingen:

De pijl-icoontjes in de hoek van het Voorbeeldgebied geven u demogelijkheid om eenvoudig door de actieve bibliotheken tebladeren. Alleen ramen verschijnen in het raam-dialoogvenster enalleen deuren in het deuren-dialoogvenster.

Page 449: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

449

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

De pop-up pijl naast de naam van het bibliotheekelement openteen hiërarchisch menu:

- De opdracht Kies ander raam/deur/object opent eeneenvoudig blader venster, waarmee u door het bestand systeemkunt navigeren, zowel in als buiten de actieve bibliotheken.

- De lijst van Ramen/Deuren die zich in de actieve map bevindtworden onder de Lege Openingen optie en de naam van demap getoond. Om van map te veranderen, gebruikt u deopdracht Kies ander Raam/deur.

Let op: Onder Windows bevat deze lijst de documentnamenvan de Bibliotheekelementen. Om hun bestand namen te zien,klikt u op de pop-up pijl met de [Alt] toets ingedrukt.

- Met de keuze Bibliotheek Browser selecteren… kunt u eenandere blader applicatie selecteren.

Bibliotheekelementen creëren

Als u een specifiek object nodig heeft dat niet in de ArchiCADbibliotheek staat, kunt u uw eigen object creëren met ArchiCAD’singebouwde GDL (Geometric Description Language)programmeer taal. U kunt simpele tot zeer complexe elementencreëren met behulp van het GDL Referentie handboek.

Het is ook mogelijk elementen te construeren op de plattegronden ze dan op te slaan in ArchiCAD bibliotheekelement formaat.Zie de beschrijving over de opdracht Opslaan Speciaal/ArchiCADbibliotheekelement in het gedeelte over het menu Bestand vanhoofdstuk 5.

Nieuwe bibliotheekelementen kunnen aangemaakt worden doorBestand/Nieuw bibliotheekelement te kiezen. Informatie over deverschillende typen bibliotheekelementen zie verder.

Bibliotheekelement typenDeuren, Ramen, Objecten, Lampen en Zones zijn speciale 2D en3D items die in het project geplaatst kunnen worden en als kanten klare items in bibliotheken opgeslagen kunnen worden.

Page 450: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

450

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Buiten de kant en klare items in de ArchiCAD bibliotheek, kunt uuw eigen items creëren en in nieuwe of bestaande bibliothekenplaatsen.

De meeste Bibliotheekelementen zijn gedefiniëerd door een 2Dsymbool dat in het project verschijnt, een 2D omschrijving dat ditsymbool definiëerd, en een 3D omschrijving voor het bepalen vanhet 3D model van het item. Er zijn enkele uitzonderingen: Textuur,Algemene eigenschappen script (GPS) bestanden en Sjabloonbestanden. Deze staan wel in de bibliotheek maar bevatten geengeometrische informatie. Ze kunnen wel gekoppeld worden aangeometrische bibliotheekelementen voor b.v. een realistischebeeld in een rendering

Bij het kiezen van de opdracht Bibliotheekelement openen... krijgtu een map navigatie venster met twee pop-up menu’s met debeschikbare bestandsformaten en opties voor het openen.

Als default interpreteert ArchiCAD de bestanden in huncorresponderende formaat voor bewerking (object als object, raamals raam, deur als deur, lamp als lamp, zone als zone). Kiest u hetGDL bestandsformaat, dan wordt het als Script item actief in hetOpenen als… pop-up menu. D.m.v. deze optie kunt u GDLbestanden openen, bewerken of creëren als pure tekst bestanden,zonder 2D symbool of eigenschappen. Dit soort GDL kan in hetGDL venster geplakt worden van andere items, of als GDL scriptvoor interne macro’s. GPS bestanden kunnen alleen in hun eigenformaat geopend worden.

Bibliotheekelementen die gecreëerd zijn door externe editors (b.v.StairMaker, ArchiSITE, enz.) worden als default geopend inbibliotheekelement formaat die gedefiniëerd is door die applicatie.

U kunt ook bibliotheekelementen van verschillendebestandsformaten importeren, b.v. DXF, DWG, Zoom, ofWavefront. Deze worden als objecten geopend.

Let op: De bestandsformaten van hierboven zijn alleenbeschikbaar als de goede extenties zijn geïnstalleerd in deAdd-Ons map.

Het Bibliotheekelement hoofdvensterAls u een Bibliotheekelement opent of creëert, zal hethoofdvenster van het bibliotheekelement verschijnen. Hierworden de basis dimensies en andere parameters van het elementbepaald en worden de GDL scripts gecreëerd of bewerkt. Hetuiterlijk en de inhoud van dit dialoogvenster hangt af van wat ergeopend is n.l. een object, raam, deur of lamp. Voor objecten:

Page 451: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

451

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het hoofdvenster van een bibliotheekelement bestaat uit vijfonderdelen:

- Knoppen en menu's om vensters te selecteren.

- Speciale attributen specifiek voor het type bibliotheekelement

- Parameters die gebruikt worden in de GDL beschrijving.

- Componenten die de compositie van het bibliotheekelementbepalen voor berekeningen.

- Omschrijvingen die het bibliotheekelement beschrijven.

De knoppen en menu's:

Grootte als 2D tekening

Deze knop is er alleen voor objecten, lampen en zones. Het voegtde huidige afmeting van het 2D symbool kader op het symbooltekenvel in dit dialoogvenster in, zodat deze afmetingen destandaard worden voor het object.

Activeer Venster

U kunt kiezen welke van de tien vensters uit dit bibliotheekelement u actief wilt maken.

De bibliotheekelement vensters zijn of tekst (script) of grafisch.

Onder in de script vensters, zijn de veel gebruikte optiesbeschikbaar in de vorm van knoppen.

Page 452: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

452

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

- Het klikken op de eerste knop transformeert geselecteerderegels tot commentaar, d.w.z., de regels worden niet in hetscript opgenomen (Commentaar wordt geïdentificeerd meteen uitroepteken aan het begin van de regel). Dit is deequivalent aan de opdracht Bewerken/Commentaar.

- De tweede knop heeft het tegengestelde effect: klikt u hieropdan wordt het geselecteerde commentaar getransformeerd totregels. Dit is de equivalent van de opdracht Bewerken/Geencommentaar.

- De derde of vierde knop formatteert het script venster doorhet plaatsen van tabs voor geselecteerde paragrafen links ofrechts. Dit is de equivalent van de opdrachten Bewerken/Inspringing vergroten of Inspringing verkleinen.

- De laatste knop controleert het GDL Script van het actievevenster.

Hoofd script

Het hoofd script wordt gestart elke keer als andere scripts wordengestart. Het voordeel van dit script is dat u globaal variabelen ofoperaties kunt definiëren, of externe data gebruiken voor hetopstarten van andere scripts.

2D Symbool

Elk bibliotheekelement dat u plaatst in het project wordt getoondmet een 2D Symbool. U kunt een bestaand symbool bewerken ofeen nieuw creëren met de standaard ArchiCAD selectie en 2D-gereedschappen: Pijl, Markeer, Tekst, Arcering, Lijn, Boog/Cirkelen Hotspot. U kunt hier ook elementen van het 3D vensterplakken. Hieronder volgt een voorbeeld:

Page 453: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

453

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Het symbool dat verschijnt op de plattegrond wordt gemaakt vande elementen uit dit venster en het 2D Script. Met het 2D SymboolFragmenten schakelbord helpt u werken met het 2D Symboolvenster (wordt hieronder beschreven).

2D Script

In dit script venster kunt u een parametrisch 2D symbool makend.m.v. transformaties en elementen beschikbaar voor de twee-dimensionale ruimte in GDL.

2D Volledig beeld

Het 2D Volledig beeld venster geeft u de mogelijkheid hetsymbool te controleren dat op de plattegrond gaat verschijnen.

Als er een 2D Script gedefiniëerd is, wordt het 2D Volledige beeldberekent volgens het script, zelfs al bevat het 2D Symbool venstertekenelementen. Maar het 2D Script kan verwijzen naar 2DSymbool fragmenten.

Om het 2D symbool bewerken te verlaten, sluit het symboolwerkblad of kies een ander venster uit het geactiveerde menuVenster.

3D Script

In dit script venster vindt u de GDL beschrijving van hetbibliotheekelement die u kunt bewerken.

Als u klaar bent met de beschrijving, kunt u het bewerkingsvensterverlaten door op een ander venster te klikken of op het sluitvenster vakje te klikken.

Let op: Dit venster is niet beschikbaar voor Zones ofEigenschap objecten.

Page 454: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

454

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

3D Beeld

In dit venster ziet u het 3D beeld van het bibliotheekelementgeconverteerd van het GDL Script. Het kijkpunt en andereaspecten kunnen ingesteld worden in de 3D Projectie-instellingen(menu 3D-weergave). of het 3D navigatie zwevende palet. Dit isniet hetzelfde als de instellingen van het Project 3D Venster, omdatdeze instellingen apart worden opgeslagen.

Let op: Dit venster is niet beschikbaar voor Zones ofEigenschap objecten.

Overeenkomende 2D & 3D beschrijvingen

Het 2D symbool en de 3D beschrijving zijn automatisch aan elkaargekoppeld en verschijnen onder een gemeenschappelijke naam inde Objectbibliotheek als één Objectbestand.

Er zijn geen ingebouwde veiligheidsmaatregelen tegengeometrische tegenstrijdigheden tussen de twee componenten. Demeest voorkomende fout is dat het 2D symbool en de 3D vormverschillende posities of oriëntaties hebben ten opzichte van hetnulpunt.

Om dit probleem te vermijden kunt u de volgende stappennemen:

1) Klik op het bibliotheekelement venster om het te activeren.

2) Kies het Bovenaanzicht in de 3D weergave/3D projectie-instelling... en zet de hoek op 270˚ graden.

3) Kies Bewerken/Alles selecteren, dan Bewerken/kopiëren.Activeer het 2D Symbool venster en kies Bewerken/Plakken.Dit plaatst het bovenaanzicht van het object (als draadmodelof verborgen lijnmodel) in het 2D symboolvenster. Het zouovereen moeten komen met de afmetingen en positie van het2D symbool.

4) Kies Maak ongedaan als u zeker weet dat het symboolovereen komt met het 3D beeld. Dit verwijdert de 3D lijnen.

U kunt deze werkwijze ook gebruiken om ArchiCAD het 2Dsymbool te laten maken. U hoeft alleen nog maar hotspots,lijntypen enz., toe te voegen.

Deze procedure is hetzelfde voor Deuren en Ramen, met devolgende afwijkingen:

- Kies het Zij-aanzicht inplaats van het Boven-aanzicht (de hoekzou nog steeds 270˚ graden moeten zijn).

- Er wordt een gespiegeld beeld geplaatst. Selecteer de geplaatstelijnen en spiegel ze over de referentie lijn van de wand.

Page 455: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

455

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Als u een draadmodel plaatst, worden onnodige lijnenverwijderd. Het gebruik van Verborgen lijnmodel (analytisch)geeft u een nauwkeurig beeld, alleen zijn dan deonderliggende lijnen verborgen.

U kunt uzelf ook van de overeenkomst verzekeren tussen het 2Dsymbool en het 3D model van een bibliotheekelement door eenparametrische beschrijving in GDL te schrijven voor het symbool.(zie het 2D Script hierboven.)

Onder de Activeer Venster pop-up zijn nog meer knoppen om u tehelpen met het werken met het 2D symbool van hetbibliotheekelement:

2D Symbool fragmenten

Dit schakelbord toont en verbergt fragmenten van het 2D Symboolterwijl u aan het bewerken bent. De fragmenten werken zoalslagen en zijn voor het organiseren van de verschillende grafischeelementen (lijnen, bogen, tekst, enz.) die het plattegrond symboolvan het bibliotheekelement vormen (bekijk de discussie over de2D Symbool- en 2D Script vensters hierboven). Er zijn zestienfragmenten beschikbaar voor elk bibliotheekelement.

Fragmenten zijn handig voor het repliceren van onderdelen vanhet Symbool. Men kan een figuur in het 2D Symbool tekenen metde verschillende grafische gereedschappen, en ernaar verwijzend.m.v. het Fragmentnummer in een 2D GDL Script die de figuur inhet uiteindelijke symbool inpast bijvoorbeeld in eenverscheidenheid van roterende en verschoven posities (Raadpleeghet GDL Referentie Handboek voor de gedetailleerde informatieover 2D Script).

Kies, om het Fragment in te stellen waar u in tekent als u het 2DSymbool venster bewerkt, een nummer uit de instellingen van hetgereedschap dat u gebruikt.

De schakelbord knoppen hebben de volgende mogelijkheden:

- Toon Alle; toont alle fragmenten van het symbool die bovenop elkaar geplaatst zijn.

- Verberg Alle; verwijdert alle fragmenten uit het 2D Symboolvenster.

- De lijst met nummers van 1 t.m. 16 laat u één of meerFragmenten zien voor bewerking. U kunt een Fragment tonenof verbergen door op de corresponderende knoppen op hetschakelbord te klikken.

Page 456: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

456

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Let op: Fragmenten die verborgen zijn, zijn niet beschikbaarvoor het opslaan van nieuwe grafische elementen. Als u zo'nfragment selecteert in het dialoogvenster van het gereedschapdat u gebruikt voor het bewerken van het symbool, krijgt ueen waarschuwing die vraagt om uw selectie te veranderen ofde geselecteerde fragmenten te tonen.

ComponentenEen serie Componenten kan aan elk bibliotheekelementtoegewezen worden, die de compositie van hetbibliotheekelement bepaald voor gebruik in lijsten enberekeningen. Drukt u op de knop Componenten in hetbibliotheekelement venster dan verandert het onderste gedeeltevan het venster.

U kunt een component aan een externe database koppelen uit eenvan de actieve bibliotheken, met de knop koppelen.

Later kunt u de component van de database loskoppelen door nogeen keer op de knop Koppelen te klikken, om de Componentander op te zetten.

Terwijl een component aan de database gekoppeld is, kan het nietbewerkt worden, de velden zijn dan ook grijs.

Een component bestaat uit de volgende velden: Sleutelcode,Code, Naam, Hoeveelheid, Eenheid, en Proportionelebreedte.

Sleutelcode

De Sleutelcode refereert naar een groep attributen - gegroepeerdop naam, fabrikant of ander criterium - en wordt naar gerefereerddoor een nummer b.v. 09 voor afwerkingen. De sleutelcodepopup bevat de volledige lijst met bepaalde sleutelcodes.

Page 457: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

457

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Code

De Code bepaald het referentie nummer van de gegevencomponent binnen de sleutelcode groep.

Naam

Dit veld bevat de naam die de component beschrijft b.v.“dakpannen”.

Hoeveelheid

Dit veld bevat het aantal eenheden voor de Component voor destuklijst.

Eenheid

Klikt u hierop dan verschijnt een pop-up waaruit uvoorafbepaalde eenheden kunt kiezen die bepaald zijn onderEenheden (Menu Berekenen).

Proportioneel met...

Dit is een optioneel veld. Als u het leeg laat neemt ArchiCAD eenlineaire relatie aan tussen hoeveelheid en de attributen (d.w.z.oppervlak, inhoud) die gegeven is in de definitie van degespecificeerde eenheid. Aan de andere kant, kunt u elke GDLrelatie in dit veld specificeren, met gebruik van parametersbepaald in de Parameters of elke verplichte parameter dieautomatische geassocieerd is met het object.

Componenten bewerken

U kunt nieuwe componenten creëren door op de knop Nieuw teklikken. De nieuwe component wordt geactiveerd en u kunt directnieuwe waarden toewijzen in de titelbalk, door op het veld teklikken dat u wenst te bewerken en de waarde in te typen, of eenkeuze te maken uit het pop-up menu.

De knop Instellen is alleen actief als de geselecteerde componenteen actieve database connectie heeft. Door op die knop te klikkenkunt u een andere waarde aan de component vanuit de databasetoewijzen.

U kunt een component op elk moment verwijderen, door het teselecteren uit de lijst en op de knop Verwijderen te klikken.

Page 458: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

458

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

OmschrijvingenEr kan een serie omschrijvingen toegewezen worden aan elkbibliotheekelement voor de lijsten en berekeningen.Omschrijvingen werken op dezelfde manier als componenten.

Een omschrijving heeft de volgende velden: Sleutelcode, Codeen Verkorte tekst. Voor de omschrijving van de sleutelcode encode velden, zie hierboven in de beschrijving van decomponenten.

Verkorte tekst

De eerste regel van de tekst van de geselecteerde omschrijving iszichtbaar in dit veld. In geval van korte omschrijvingen kunt u ditveld gebruiken voor één regel tekst.

Door op de knop Tekst… te klikken verschijnt er een nieuwvenster met een groter tekst veld waar meerdere regels ingevoerden opgeslagen kunnen worden. De sleutelcode van deomschrijving en de naam is weergegeven.

Eigenschappen Script

Het Openen van het Eigenschappen script venster geeft u demogelijkheid beschrijvingen en technische data aan eenbibliotheekelement toe te voegen met gebruik van de variabelenvan het bibliotheekelement en de verwante opdrachten in GDL(Geometric Description Language). Het werkblad is een normaaltekstvenster vergelijkbaar met de 2D en 3D Script vensters.

Page 459: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

459

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Stuklijst hoeveelheden (gewicht, prijs, verf, enz.) kunnenberekend worden volgens het Eigenschappen Script en in deStuklijst gezet worden.

Let op: Als er een eigenschappen script gedefiniëerd is, wordtde lijst berekent volgens het script, zelfs al heeft u voorafcomponenten en omschrijvingen gemaakt in decorresponderende velden.

Keuzenlijst Script

Met het gebruik van de waardenlijst script, kunt u de beschikbarewaarden keuzes van een gegeven materiaal bepalen. Eenvoorbeeld zou kunnen zijn om de keuzes voor tafelbladen tebeperken tot hout, of de verschillende paneel stijlen van een deurop naam te bepalen. Het werkblad is een tekstvenster,vergelijkbaar met de 2D en 3D Script vensters

Commentaar

In het Commentaar tekst venster, vergelijkbaar met de 2D, 3D enEigenschappen Script vensters, kan men notities of berichten aaneen bibliotheekelement koppelen. Het script in hetCommentaarvenster heeft géén effect of het gedrag op deverschijning van het bibliotheekelement. Het script kan getoondworden in de Object-, Deur-, Raam-, Lamp-instellingen in hetVoorbeeldgebied via het pop-up menu in de linker bovenhoekvan deze dialoogvensters.

Zie ook…

Meer info over het Voorbeeldgebied, zie hoofdstuk 4.

Voorbeeld

Door het Voorbeeldvenster te openen kunt u karakteristiekegrafische informatie aan een bibliotheekelement koppelen. Het

Page 460: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

460

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Voorbeeldvenster heeft geen effect op het gedrag of uiterlijk vanhet bibliotheekelement

Het voorbeeld is afgebeeld als default representatie van uwbibliotheekelement in de Object/Deur/Raam/Lamp-instelling.

Het Voorbeeldgebied is een PICT (Macintosh) of .bmp (Windows)venster en kan niet volledig worden bewerkt. U kunt de inhoudvan het klembord in het venster plakken en ook selecteren,knippen, wissen en kopiëren. D.w.z. een gedeelte of de volledigeinhoud van het venster.

De toegang tot vensters van bibliotheekelement

Alle hierboven beschreven vensters kan men ook bereiken via hetVenster menu waarin alle bibliotheekelement vensters in een lijststaan in een submenu naast de naam van het laatst geopendebibliotheekelement.

Markeerpunten op kader

Waar van toepassing verschijnt het Markeerpunt op kaderaankruisvakje.

Als u dit vakje aankruist, associeert ArchiCAD vijf markeerpuntenmet het 2D symbool van het bibliotheekelement. Dezemarkeerpunten zijn onafhankelijk van de markeerpunten bepaaldin het GDL script van het element. De vijf markeerpunten zitten opde vier hoeken en in het centrum van het omlijstende vierkant vanhet symbool.

Default Markeerpunt van het 2D Symbool

Als u Markeerpunten op begrenzingen aankruist, is hetmarkeerpunt links onder degene die zorgt voor de plaatsing vanhet object in uw project (Dit wordt aangegeven door eenvetgedrukt vierkant die de markeerpunten op het 2D symbool inde gereedschapsinstellingen van het bibliotheekelementmarkeren. Hier kunt u het actieve markeerpunt veranderen). Ditgebeurt ondanks dat u markeerpunten in het GDL script van hetbibliotheekelement bepaald heeft.

Als u niet wilt dat de markeerpunten links onder het defaultmarkeerpunt is, moet u het aankruisvakje niet aankruisen en degewenste markeerpunten in het GDL script schrijven (In dit gevalis het eerste markeerpunt die we tegenkomen in het script destandaard. Raadpleeg het GDL referentiehandboek voor verdereinformatie).

Page 461: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

461

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Als het kader en de GDL markeerpunten niet gespecificeerd zijn,plaatst ArchiCAD één markeerpunt op het nulpunt van hetbibliotheekelement en gebruikt dit als de standaard (Dit nulpunt ishet middelpunt van een raam of deur en het willekeurig geplaatstecoördinaten nulpunt van een lamp of object).

Speciale AttributenEr zijn Iconen en Bewerkveldjes voor speciale attributen in hetmiddelste gedeelte van het dialoog venster van hetbibliotheekelement. Speciale attributen zijn minimaal verplichteparameters van een bibliotheekelement om een item van dat typete definiëren (Dit zijn meestal de parameters van een item die hetmeest verandert worden). Het exacte aantal en soort specialeattributen hangt af van het type bibliotheekelement.

Voor ramen:

Voor deuren:

Contour Optie knoppen (Omlijsting in 3D)

De volgende figuur toont enkele openingen met de gekozenContour optie. Zoals u kunt zien, de contour van de rechthoekigeopening gecreëerd door ArchiCAD is zichtbaar, en de vorm van deaanvullende stukjes die gebruikt zijn in het bibliotheekelement omde aangepaste opening te creëren zijn duidelijk te zien.

Page 462: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

462

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Met de Contouren uit, worden deze aanvullende stukjesgeïntegreerd in de wand, zoals in de volgende figuur.

De radioknoppen voor weergave op de plattegrond en deinvulvelden werken net zoals bij de Deur/Raam-instellingen. Ziehoofdstuk 4 voor uitleg.

Nominale Kozijndikte & Overmaat van Opening

In de invulvelden van de Nominale Kozijndikte & Overmaat vande Opening kunt u getallen of parametrische GDL formulesinvullen om de geometrische relatie tussen de wandopening enhet deur- of raam-bibliotheekelement aan te geven.

Zie ook…

Voor GDL bewerking, raadpleeg het GDL Referentie Handboek.

Parameters

De knop parameters is bij default, actief. Er is een lijst vanbeschikbare parameters voor de GDL beschrijving van hetbibliotheekelement. U kent waarden aan deze variabelen toe omde attributen van een specifiek bibliotheekelement te bepalen. Detoegekende waarden worden de beginwaarden in de instellingenals u een gereedschap voor bibliotheekelementen gebruikt.

Page 463: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

463

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Verplichte Parameters

Een horizontale lijn scheidt de verplichte parameters van deandere parameters. Verplichte parameters zijn:

- x en z dimensies voor Ramen en Deuren

- x en y dimensies voor Objecten

- x en y dimensies, aan/uit, kleur en de lichtsterkte voorLampen

- voor de verplichte Zone parameters, bekijk de opdracht ZoneCategorieën in het menu Optie gedeelte.

De verplichte parameters zijn parameters die de minimumattributen beschrijven die nodig zijn voor een bibliotheekelementvan een bepaald type. Als u een nieuw bibliotheekelement maaktworden ze automatisch boven aan de parameterlijst geplaatst,maar ze hebben nog geen waarden. De GDL beschrijving van eenbepaald type element gebruikt altijd deze parameters (A en B voorObjecten, Deuren en Ramen, en A t.m. G voor Lampen) om deverplichte attributen te bepalen. Deze parameters wordenvertegenwoordigd door iconen in het bovenste gedeelte van hetdialoogvenster van het bibliotheekelement. U kunt ze veranderend.m.v. de icoontjes of door waarden direct aan de lijst toe tevoegen. (Bekijk Speciale Attributen hierboven en het Bewerkenvan Parameters hieronder).

Let op: er zijn twee soorten verplichte parameters voor een Lamp:

- fysieke karakteristieken (x en y dimensies, beschreven doorde parameters A en B)

- verlichtings karakteristieken (aan/uit, kleur en intensiteit,beschreven in C t.m. G)

Voor Zones is het aantal verplichte parameters een stuk groter danvoor andere bibliotheekelement typen. Het merendeel van dezeparameters worden niet beschreven met enkele letters, maar metmeerdere karakters, om het makkelijker te maken de parametersaan hun naam te herkennen.

Page 464: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

464

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Extra Parameters

Onder de lijn in de parameterlijst is een bewerkbare lijst met extraparameters. De parameters hier zijn optioneel beschikbaar voorgebruik in de GDL script van het bibliotheekelement en kunnenals C, D, E enz. worden gebruikt (H, I, J enz. in geval van eenLamp) of met een naam beschreven worden. De waarden dieervoor gespecificeerd zijn, worden de beginwaarden weergegevenals u de instellingen van de Gereedschappen opent.

De extra parameters worden gebruikt voor b.v. het aantalraampjes of deurpanelen, de gebruikelijke materialen van eenonderdeel, enz.

Elke regel van de bewerkbare parameterlijst bestaat uit een icoon(verplicht), de parameter letter of naam (gegeven), eenbeschrijvende tekst (optioneel, maar aan te raden) en eennumerieke waarde. De iconen bepalen hoe de waarden wordengeïnterpreteerd door ArchiCAD. Het klikken op een icoon geefteen dialoogvenster weer, waarin u het type parameter kuntherdefiniëren door een ander icoon te kiezen. (Zie Parametersbewerken).

Goede parameter type specificaties zijn erg belangrijk, b.v., als uwerkt met voeten en inches, die alleen bij het Lengte typeparameter worden geaccepteerd. Incorrect gebruik van eenspecificatie kan ook resulteren in misinterpretatie vandimensieloze parameters (d.w.z. hoeken of het aantal delen).

Let op: afhankelijk van de GDL beschrijvingen hebben deparameters die u gebruikt effect op de 2D en 3D aspecten vanhet bibliotheekelement.

Page 465: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

465

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Verbindt aan keuzenlijst script/Reeks bepalen

Slechts één, of geen van beide knoppen kunnen actief zijn. Deknoppen verschijnen rechts van de knoppen voor de parameters,componenten, omschrijvingen als de parameters actief is.

Met het gebruik van de knop verbinden met keuzenlijst script,is de keuze van waarden van de gegeven parameter beperkt totdiegene die bepaald zijn in de keuzenlijst script.

Drukt u op de knop Reeks bepalen, dan opent een nieuwdialoogvenster, waar u een reeks voor die parameter kuntinstellen, waar u bij kunt vanuit de 2D, 3D, eigenschappen ofkeuzenlijst script van het element.

U kunt de veldjes van de reeks bewerken door erop te klikken.Variabele typen kunt u kiezen uit een pop-up menu.

U kunt rijen in de reeks tussenvoegen door de knop met hetrijnummer van de reeks te selecteren, en op de knoptussenvoegen klikken. Verwijderen gaat op dezelfde manier.

U kunt kolommen in de reeks tussenvoegen door de knop met hetkolomnummer van de reeks te selecteren, en op de knoptussenvoegen klikken. Verwijderen gaat op dezelfde manier.

Page 466: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

466

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Meer informatie over de keuzenlijst script en reeksen vindt u in hetGDL Referentie handboek.

Parameters bewerken

U kunt de inhoud van de parameterlijst veranderen door de regelaan te klikken die u wilt bewerken. Voor de verplichte parameters,is alleen de numerieke waarde na het “=” teken te wijzigen. Vooroptionele parameters kunt u het type icoon bewerken, debeschrijvende tekst en de numerieke waarde.

Selecteer de rij die u wenst te bewerken door er met de cursor opte klikken. De variabele, type, naam en waarde velden wordenbewerkbaar in de titelbalk.

De parametertypen (verplichte en optionele) zijn:

Lengte: specificeert fysieke dimensies van hetbibliotheekelement (en maakt de omzetting naar de eenheiddie u gebruikt).

Hoek: specificeert hoek waarden in decimale graden voorGDL operaties zoals rotaties, transformaties en boog bepaling.

Getal: specificeert decimale waarden voor b.v. eenvergrotingsfactor in een GDL berekening.

Integer: specificeert hele getallen, voor b.v. het aantalcomponenten in een GDL beschrijving of het aantal keren dateen gedeelte van het GDL script wordt uitgevoerd.

Booleaans: de waarde van een Booleaanse parameter kanalleen 1 of 0 zijn voor b.v. het activeren of deactiveren vaneen actie of een item in een bibliotheekelement. Dezewaarden kunnen óf direct in het waarden veldje getyptworden, óf ingesteld worden in een aankruisvakje aan heteinde van de parameter regel.

Tekst: specificeert karakter strings tot en met 255 karaktersvoor b.v., veranderingen in het bibliotheekelement of het

Page 467: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

467

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

typen van gewone woorden in plaats van nummers in hetvakje van de parameter.

Materiaal: Specificeert een materiaal als een GDL parameter. Ukunt elk van de materialen die beschikbaar zijn in ArchiCADkiezen, door op het materiaal vakje te klikken. Zie Materialenin de Gereedschaps-instellingen van hoofdstuk 4 en deopdracht Materialen (Opties menu) in hoofdstuk 5.

Lijntype: specificeert een lijntype als een GDL parameter. Ukunt elk type lijn kiezen beschikbaar in ArchiCAD, door hetgewenste lijntype in de lijst te selecteren. Zie de opdrachtLijntypen (menu Opties) later in hoofdstuk 5.

Arceringspatroon: specificeert een arceringspatroon als eenGDL parameter. U kunt elk van de beschikbarearceringspatronen in ArchiCAD kiezen, door op het voorbeeldvakje te klikken en het gewenste patroon uit het palet teselecteren. Zie de opdracht Arcerings Typen (menu Opties)later in hoofdstuk 5.

Penkleur: specificeert een penkleur als een GDL parameter. Ukunt elk van de beschikbare penkleuren in ArchiCADgebruiken, door op het voorbeeld vakje te klikken en degewenste kleur te selecteren uit het palet, of door het nummervan de gewenste penkleur in het invulvakje te typen

Let op: Als één van de Materiaal, Lijn, Arceringspatroon ofPenkleur parameter typen is geselecteerd, verschijnt er eenknop aan het rechter einde van de parameter regel waar u eenpop-up lijst met corresponderende instellingen kunt latenverschijnen.

Zie ook…

Het GDL Referentie Handboek voor gedetailleerde instructies overhet creëren of modificeren van een GDL script en hoe men erparameters aan kan toevoegen.

Page 468: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

468

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Debugging voor GDL Script vensters

Als u het 3D of 2D Script venster van een bibliotheekelementbekijkt, kunt u met de laatste opdracht uit het menu Bewerken hetscript debuggen.

De knoppen met een pijltje doen het volgende:

Het debugging proces start als u op de eerste knop van links klikt(Start).

Met de tweede knop (Stap) kunt u de geselecteerde instructieuitvoeren en wordt het 3D model bijgewerkt (of de 2D tekening).Als de instructie een macro aanroept, dan stapt de debugger nietin de macro.

Klikt u op de derde knop (Stap in) bij een geselecteerde macroinstructie, dan stapt de debugger binnen de macro en hetdebuggen gaat verder in de macro. Bij een andere instructie is heteffect hetzelfde als de vorige knop.

Druk u op de vierde knop (Stap uit), dan verlaat de debugger demacro en gaat op een hoger nivo verder met het proces, met deeerste instructie volgend op de macro aanroep. Drukt men hieropbinnen de hoofdmacro dan stopt de hele macro.

Tenslotte de knop met het kruis (Stop) stopt het debuggen.

Debugging kan worden gestuurd vanuit het script door eenspeciale GDL opdracht te gebruiken, BREAKPOINT. De debuggerstopt bij een BREAKPOINT als de parameter TRUE is.

Breakpoints kunnen geactiveerd of gedeactiveerd worden in hetpop-up menu in de rechter bovenhoek van het Debugger venster.

Page 469: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

469

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Tijdens het debuggen kunnen de globale variabelen, parametersen variabelen van de macro gecontroleerd worden door ze aan delijst toe te voegen met gebruik van de knoppen Nieuw... (voegter een toe) of Alles toevoegen (voegt ze allemaal toe). Hunwaarde kan worden aangepast zonder het proces te onderbrekendoor een nieuwe waarde in het vakje te zetten en op de knopWijzigen te klikken. Elk item kan uit de lijst verwijderd wordendoor het te markeren en op de knop Verwijderen te klikken. Hettype van de variabele of parameter wordt in de lijst aangegevenmet de tekens: - ... voor numerieke- en “...” voor tekstvariabelen.

Bibliotheekelementen opslaanAls er een bibliotheekelement venster wordt gesloten, wordt uerop geattendeerd de veranderingen op te slaan. Ja kiezen slaatalle onderdelen op (2D symbolen en script, 3D scripteigenschappen script, commentaar en voorbeeld plaatje).

In plaats van het sluiten van het venster, kunt u ook het itemopslaan d.m.v. de opdrachten Opslaan of Opslaan als... uit elkbibliotheekelement venster. Na het opslaan, kunt u de opdrachtHerberekenen kiezen (menu Beeld) voor de Plattegrond of 3Dvenster om het gemodificeerde bibliotheekelement te zien.

BerekeningenAlle constructie elementen gecreëerd in ArchiCAD bevatteninformatie over hun grootte geometrie en hoeveelheden. Metbehulp van de toegevoegde verbonden eigenschappen kunnen deberekeningen worden gemaakt en de resultaten in lijsten staan.

Berekeningen bevatten numerieke data, omschrijvende tekst enzelfs grafische informatie over uw project. Lijsten onstaan door deopdrachten uit het menu Berekenen.

De volgende paragrafen bespreken de manier waaropeigenschapsdata is georganiseerd in ArchiCAD en hoe de inhouden de lay-out van de verschillende lijsten kan worden bepaald.

Zie ook…

Gedetailleerde uitleg over de opdrachten uit het menu Berekenenzie hoofdstuk 5.

Page 470: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

470

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Eigenschap data structuurIn ArchiCAD, bestaat de data structuur uit eigenschap objecten,componenten en omschrijvings databases en de eigenschappenvan constructie elementen.

Eigenschap objectenDe kern van de eigenschap datastructuur is het Eigenschap Objectdie details zoals merk, prijs, symbolen, en andere eigenschappenbevat. Deze Objecten hebben speciale relaties:

- Toegang tot eenvoudige databases die numerieke enomschrijvings data bevatten n.l: componenten enomschrijvingen.

- Verbindingen met constructie elementen (wanden, vloeren,ramen, etc.) voor berekeningen.

Zie ook…

Berekenen/Nieuwe eigenschappen en Eigenschappen bewerkenin hoofdstuk 5, en de ArchiCAD bibliotheek eerder in dithoofdstuk.

Component- en Omschrijvings dataEenvoudige numerieke (component) en omschrijvende(omschrijving) data zijn opgeslagen in een enkel tekst typedatabases waaraan men kan refereren vanuit elkbibliotheekelement en in specifieke eigenschap objecten.

Beide databases zijn onder sleutels onderverdeeld. Sleutelskunnen verschillende vakken of beroepen, kosten of constructieklassen zijn, etc. Deze kunnen aangepast worden door degebruiker of volgens heersende standaarden gebruikt worden.

Er zijn ook eenheden voor componenten opgeslagen invergelijkbare eenvoudige databases verwant aan de vorige.

Eigenschappen van Constructie elementenConstructie elementen kunnen worden berekent met voorafbepaalde eigenschappen in verbonden eigenschap objecten. Erzijn twee manieren om een verbinding te creëren tussenconstructie elementen en eigenschap objecten.

- Dynamische verbindingen worden bepaald doorverschillende criteria. Criteria zijn opgeslagen in een enkelebewerkbare database. Elk criterium kan verschillende element

Page 471: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

471

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

attributen bedienen zo als condities, maar ook een toewijzingaan een eigenschap object. Als een element overeenkomt meteen criterium, wordt die verbonden. Elk constructie elementkan met meer dan een criterium tegelijkertijd overeenkomen.Als dat het geval is, worden identieke critera eruit gelaten.Anders worden eigenschappen van alle verbondeneigenschap objecten samengevoegd voor de berekeningen.

- Vaste verbindingen kunnen binnen de gereedschappen vande elementen ingesteld worden in het Attributenlijst tabblad.

Berekeningslijst-instellingEr zijn drie type lijsten die de structuur van de te berekenen databepalen: lijst items kunnen constructie elementen,componenten (omschrijving) of zones zijn. Voor deverschillende type lijsten, zijn verschillende instellingenbeschikbaar voor de inhoud en de lay-out.

Bepaalde instellingen kunnen opgeslagen worden op naam.Opgeslagen lijsten kunnen bewerkt worden in de Berekenen/Lijst-instelling. Kies de naam van de opgeslagen lijst uit het menu en deberekening vindt plaats.

Er is een basis lijst-instelling in het programma voor elk lijsttype.Deze eenvoudige lijsten hebben geen formaat sjablonen.

Let op: Als er een lijst gegenereerd is, wordt het automatischrecent gemaakt als u het naar voren brengt.

Page 472: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

472

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Lijst inhoudU kunt de items voor elk lijsttype filteren maar ook bepalen hoecomplex de omschrijving van de individuele items moet zijn in hetrapport. In het geval van zonelijsten, kunnen verwanteconstructies toegevoegd worden met alle details.

Zie ook…

Filters, complexiteit en verwante constructies in de Lijst-instellingvan het menu Berekenen (hoofdstuk 5).

Lijst lay-outUitvoer lijsten kunnen ruwe data vellen zijn in een eenvoudig tekstvenster of geformatteerde lay-outs met grafische inhoud.

In beide gevallen zijn sorteer technieken beschikbaar en defaultparameter denominaties kunnen vervangen worden dooraangepaste namen.

De Normaal optie wordt hoofdzakelijk gebruikt voor hetexporteren van data in tekst (met tabs) of spreadsheet formaat: Erzijn een paar opties die het aantal regels en velden beinvloeden:b.v., identieke items kunnen gegroepeerd worden en samenberekend worden. Dit type uitvoer kan ook gelezen worden alstekst binnen ArchiCAD.

Geformatteerde lijsten kunnen verkregen worden door hetgebruik van sjablonen die pagina definities, titel met b.v. hetbedrijfslogo, project informatie, de huidige datum, paginanummers, enz. bevatten, maar ook als invoegpunt voorparameters die in de lijst moeten. Parameter namen, waarden enoptellingen van componenten kunnen naar invoegpuntenrefereren.

Berekeningen exporterenNiet geformatteerde lijsten kunnen geëxporteerd worden in tekstmet tabs en spreadsheet formaat. Geformatteerde lijsten kunnenopgeslagen worden als 2D ArchiCAD of PlotMaker tekeningenmaar ook als RTF (Rich Text Format) bestanden.

Zie ook…

Berekeningen opslaan in hoofdstuk 5 (menu Bestand).

Page 473: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

473

Appendix

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Appendix ACursorvormen

Standaard cursors op het werkblad:

Pijl - leeg gebied op het werkblad (Pijl-gereedschap)

Kruis - leeg gebied op het werkblad (anderegereedschappen)

Pijl met Vinkje - snappen naar bestaande knopen enhotspots (Pijl-gereedschap)

Vinkje - snappen naar bestaande knopen en hotspots(andere gereedschappen)

Pijl met Mercedes - snappen naar randen (Pijl-gereedschap)

Mercedes - snappen naar randen (anderegereedschappen)

Pijl met Kruising - snappen naar een snijpunt vanbestaande randen (Pijl-gereedschap)

Kruising - snappen naar een verbinding van bestaanderanden (andere gereedschappen)

Pijl met Loodrecht teken - snappen loodrecht op eenrand of boog terwijl u een element versleept

Pijl met Raaklijn teken - raaklijn snappen op een boogterwijl u een element versleept

Page 474: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

474

Appendix

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Cursors die gebruikt worden voor tekenen en bewerken:

Wit potlood - leeg gebied op het werkblad

Zwart potlood - snappen naar knopen en markeerpunten

Gestreept potlood - snappen naar randen

Potlood punt met kruising - snappen naar eenverbinding of bestaande randen

Potlood punt met loodrecht teken - snappen loodrechtvan een bestaande rand

Potlood punt met raaklijn teken - raaklijn snappen opeen bestaande rand

Toverstokje - benadert de contouren van bestaandeelementen voor het creëren van nieuwe met het actievegereedschap

Cursors voor specifieke gereedschappen:

Oogje - bepaalt de richting van de helling van het Schuinedak; de kant die geselecteerd blijft als elementen wordenopgesplitst; de diepte van de Gelimiteerde Doorsneden ende oriëntatie van de Deuren/Ramen

Dubbel Oogje - bepaalt de positie van de rand-geplaatsteDeur/Raam

Hamertje - plaatst Dimensioneringsketens; HoekDimensionering; de Hoogte Dimensie reeks enArceringsgebied

Drietand - verplaatst het Markeer gebied of de inhoudvan het klembord na het Plakken

Cursors die gebruikt worden als het beeld verandert:

Zoom in - inzoomen

Zoom uit - uitzoomen

Hand - verschuiven

Kleine Hand - het frame beeld in de Snelpositiesverplaatsen

Page 475: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

475

Appendix

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Cursors die verschijnen als ArchiCAD met iets bezig is:

Bulldozer - tijdens het automatisch opslaan

B Strandbal - tijdens berekeningen (Macintosh)

Horloge - tijdens berekeningen (Macintosh)

Zandloper - tijdens berekeningen (Windows)

Page 476: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

476

Appendix

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Appendix BExterne editor voorBibliotheekelementenExterne Bibliotheekelement editors kunnen samen met ArchiCADworden aangeschaft. Deze applicaties kunnen worden gebruikt alsalleenstaande programma’s of als Add-on binnen ArchiCAD.

Om de applicaties goed te laten functioneren binnen ArchiCAD,moeten ze op speciale lokaties worden geplaatst:

- Voor de Macintosh: in de Add-Ons submap van de GraphisoftFolder geplaatst in de Systeem Folder op de startup disk, of indezelfde folder als ArchiCAD;

- Voor Windows: in de Add-Ons map binnen de GraphisoftGezamenlijke Map in dezelfde map als ArchiCAD of op delokatie waar het “Graphisoft Shared Folder” Windows RegistryItem naar verwijst.

Als de externe applicatie correct geïnstalleerd is, verschijnt heticoon in de ArchiCAD Gereedschappenbalk.

Bibliotheekelementen die gecreëerd zijn door externe applicatiesworden geopend d.m.v. eigen dialoogvensters door te dubbel-klikken op de icoon in de Gereedschappenbalk of door de laatsteopdracht in het menu Opties te kiezen (Deur, Raam, Object ofLamp-instellingen).

Het hieronder getoonde voorbeeld is van ArchiSITE, een terreinmodelleringsapplicatie ontwikkelt door PracSYS. Omdat Terreinennauw verwant zijn aan Objecten zijn de Terrein-instellingenvergelijkbaar met de standaard Object-instellingen.

Page 477: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

477

Appendix

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

“Terrein” is de algemene naam voor Bibliotheekelementen diegecreëerd zijn door ArchiSITE. Andere applicaties gebruikenandere algemene namen.

Naast de naam van het geselecteerde element op de Plattegrond ishet pop-up menu iets anders dan datgene voor de standaardArchiCAD Objecten.

Naast de gebruikelijke opties van dit submenu, kunt u kiezen omhet geselecteerde element te bewerken, of om een nieuwe aan temaken. Beide opdrachten starten de applicatie dat hetgeselecteerde element creëerde.

Kiest u de opdracht Bewerken terwijl kopieën van hetgeselecteerde element op de Plattegrond geplaatst zijn dan vraagtArchiCAD of u alleen het geselecteerde element of allebibliotheekelementen met dezelfde naam wilt veranderen.

In het eerste geval wordt er een duplicaat van hetbibliotheekelement gecreëerd en u wordt gevraagd om het eennieuwe naam te geven.

Page 478: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

478

Appendix

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

In het tweede geval, werkt u aan het originele bestand, watbetekent dat alle bibliotheekelementen met dezelfde naamworden veranderd op de Plattegrond. Bovendien bevatten alleverdere kopieën die u wilt plaatsen, de veranderingen.

Let op: Als de externe bewerker niet beschikbaar is, verschijnthet icoon niet in de Gereedschappenbalk en elkbibliotheekelement gecreëerd door deze externe bewerkerkan worden geopend door de standaard ArchiCAD opdrachtDeur, Raam, Object of Lamp-instellingen. Als u debibliotheekelementen die gecreëerd zijn door externebewerkers, wilt veranderen of opslaan en de bewerker is niet

Page 479: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

479

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Index

2D ElementenAnimatieafbeeldingen bewaren als ~ 412opslaan in ~ formaat 272opslaan van 3D venster in ~ formaat 268

2D Script 450, 4532D Symbool

~ van bibliotheekelementen 450, 452Fragmenten 455

2D Symbool venstergereedschap beschikbaar in het ~ 99

2D volledig symbool 4533D Arcering

~ opties voor Materialen 367~ toewijzen aan materiaal 110

3D Beeld 4543D Berekening

dialoogvenster (Opties/Voorkeuren) 4363D berekening

~ vooruitgang 3763D Model

kopieren van ~ 1223D Navigatie palet 18, 91

Bewegings-bewerking 91bewerken 82bewerkings modus knop 82hulplijn knop 82intelligente muis knop 82kijken naar 94

3D Projectie-instelling~ opdracht (menu 3D-weergave) 383~ van bibliotheekelement 454

3D Rapport 3773D Script 450, 4533D Sectie

opslaan ~ 3983D Snijvlakken

~ opdracht (menu 3D-weergave) 396, 398

Page 480: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

480

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

3D Venster 10achtergrond van ~ 396Automatisch herberekenen ~ 376definiëren van de afmetingen 395Formaten voor opslaan van het ~ 268kopiëren/plakken van het ~ op de

plattegrond 123Weergegeven elementen 391

3D venster~ menu berwerken opdrachten 90basis navigatie 91bestaande elementen bewerken 88bewerken met het pijl-gereedschap 88bewerken van elementen in het ~ 10cursor snap 83elementen construeren 86elementen creeren in het ~ 87gebruikersnulpunt 81gereedschappen in het ~ 81selectie 83werken in het ~ 80

3D Venster instellingen~ opdracht (menu 3D-weergave) 392

3D Weergave 3993D-venster

gereedschap beschikbaar in ~ 99

A

Aangepast hoekpaar 65Aangepaste Axonometrie 389Aanpassen

~ opdracht (menu Bewerken) 304Aanpassen doorsnede diepte 244Aanpassen doorsnedelijn 244Aanwijzingenbox 60Aanzicht 11Absolute coördinaten 25Achteraan

~ opdracht (menu Gereedschappen) 46, 324Achtergrond 339

~ afbeelding in fotorendering 406~ kleuren in FotoRendering 405~ van het 3D Venster 396

Achtergrond toevoegen 406Activeer venster

~ van bibliotheekelement 451Activeren snijvlakken

~ opdracht (menu 3D-beeld) 398Activeren van gereedschap 99Add-on laden

~ opdracht (menu gereedschappen) 333

Add-Ons 333Add-Ons map 412, 450, 476Additionele Parameters

~ van bibliotheekelementen 464Additionele parameters

~ van ramen/deuren 152Adobe Type Manager 288Afbeeldingen

opslaan van ~ 269Afbeeldingsbestand

invoegen van een ~ 265openen van ~ 263

Afbeeldingsbestandenopslaan in ~ formaat 271

Afdrukgebied & rasters 291Afdrukken

~ opdracht (menu Bestand) 290~ raster 29Tekst grootte 291

Afgeknipte modelaanzichten 85Afgeschuinde wanden 138Afknippen tot dak

~ in gereedschap-instellingen 110~ opdracht (menu Bewerken) 305

Afknippen van wanden~ tot daken 307

Afmeting voor een gebied 223Afronden

~ opdracht (menu Bewerken/Lijn Extra's) 229~ opdracht (menu Gereedschappen Lijn

Extra's) 329~ van een polygoon vertex 75

Afschuinen~ opdracht (menu Gereedschappen/Lijn

Extra's) 329Afsluiten

~ opdracht (menu Bestand) 292Afstanden meten 25Afwerklaag

kolom ~ dikte 140ALGEMEEN

materiaal 110Algemene database regels

~ voor berekeningen 426Algemene instellingen

~ voor daken 169~ voor kolommen 140~ voor ramen/deuren 150~ voor wanden 128

Algemene-instelling~ van vloeren 163~ voor Mesh 179

Page 481: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

481

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Alle elementen deblokkeren~ opdracht (menu Gereedschappen) 325

Alle modellen herberekenen~ opdracht (menu Beeld) 438

Alle snijvlakken wissen 397Alle tekeningen vernieuwen

~ opdracht (menu Beeld) 438Alles selecteren

~ opdracht (menu Bewerken) 41, 298, 321Alles tonen

~ opdracht menu Beeld 20Alpha Channel

~ in achtergrond afbeeldingen 407~ opties 369

Analytische schaduwberekening 393Animatie 95, 246, 390

~ opdracht (menu 3D-weergave) 411~ pad 245bepalen van ~ 246comprimeren van ~ bestanden 413

Animatiepad wissen 248Animaties

~ op het scherm bekijken 414Bestandsformaten 412

Annuleren 77Antialiasing 402Apple’s QTVR tools 416AppleTalk Printer Tool 284Arceringen 70

~ met of zonder kader 226~ opdracht (menu Opties) 357~ opdracht menu Opties 22Bitmap ~ 225, 357blanco ~ 226Geometrische methoden 223oriëntatie 226plotten van ~ 361technieken 226toevoegen van gebiedtekst 224toon/verberg hendels 336vectoriële ~ 225, 357weergeven van ~ 361

Arcerings-gereedschap 223Arcerings-instelling 224Arceringshendels

~ in weergave opties 336Arceringslijst 357Arceringspatronen 225

~ in GDL scripts 467~ in gereedschap-instlingen 108~ type parameters van bibliotheekelementen 467

~ van materialen in 3D 367~ voor daken 170~ voor kolommen 141~ voor vloeren 163koppelen ~ t.o.v. arceringsnulpunt 226koppelen ~ t.o.v. projectnulpunt 226

ArchiCAD bibliotheek 146, 445ArchiCAD gereedschap 97ArchiCAD laag 351ArchiCAD Object

~ opdracht (Bestand/opslaan speciaal) 275ArchiCAD Plan bestand 270ArchiCAD Tijdelijke Folder 381Archief

~ bestanden & texturen 369~ bestandstype 261~ opdracht (menu Bestand/Opslaan speciaal) 273

ArchiSITE 450, 476Attibuten registreren door

~ opdracht (menu Berekenen) 435Attributen

~ van gereedschappen 112sets van ~ 112

Auto ID toename 111Auto-Labels

orientatie van ~ 330Automatisch groeperen

~ opdracht (menu Gereedschappen) 324Automatisch hertekenen

~ optie (Menu Opties/Voorkeuren) 380Automatisch opslaan 346, 377Automatische labels 214

~ opdracht (Gereedschappen/Labels) 330~ opdracht (menu Opties) 213

Automatische zone herkenning 219Axonometrie

bewegings modie 95bewegings-gereedschap 94navigatie in ~ 94

Axonometriën 388

B

Backup kopiemaken van een ~ 378

Basis-Lijn constructie methode~ voor dimensioneringen 184

Basisconcepten 19Beeld opties

opslaaan van ~ in snelposities 37Beeld vensters 8

Page 482: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

482

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Beeld verwijderen~ opdracht (Snelposities) 37

Beeldbalk 15, 20, 436Begin pijl constructie methode

~ voor bogen 235Benadering methode

~ voor transformatie 327Berekeningen 469Berekeningen exporteren 472Berekeningslijst-instelling 471Berekeningsvensters 12Beschaduwd model 393, 401

~ opdracht (menu 3D-weergave) 399Beschrijvingen 419Bestanden in ArchiCAD 260Bestandsformaten 369

Wat wordt erin opgeslagen 269Beweging

~ voor animatie 249Bewegings-gereedschappen

~ in het 3D navigatie palet 91Bewegingsresolutie

~ voor animatie 250Bewerk modus

~ in het 3D navigatie palet 91Bewerken in het 3D venster

basis regels 80Bewerken perspectief 384Bewerken selectieset

~ opdracht (menu Bewerken) 317Bewerken van bestaande elementen

~ in het 3D venster 88Bewerken van polygonen 70Bewerkings modus

~ in het 3D venster 82Bézier curves 237Bézier pad

~ voor animatie 250Bibliotheek

~ & Archief bestanden 447~ beheer 445

Bibliotheek browser selecteren~ opdracht (Raam-instelling) 449

Bibliotheekelementopslaan van 3D venster in ~ formaat 268typen 449

Bibliotheekelement openen~ opdracht (menu Bestand) 276

Bibliotheekelementen2D Symbool venster 123D beeld 454

afknippen van ~ tot daken 307creëren 449definitie 450Eigenschappen script 458hoofd script 452Hoofdvenster 450keuzenlijst script 459ontbrekende ~ in de actieve bibliotheken 447Opmerkingen 459Opslaan 3D venster als ~ bestand 272Overeeenkomende 2D & 3D beschrijving 454parameters 462plaatsen 448verplaatsen van ~ 445verslepen & plaatsen 39Voorbeeldafbeelding 459

Bibliotheken activeren~ opdracht (menu Bestand) 276

Bibliotheken in ArchiCAD 445Binaire 3D beschrijving 272Bissectrice begrenzing 54Bitmap

Kopiëren\Opslaan als... 295Bitmap Arceringen 358

plotten van ~ 361Bitmap lettertypen 287

plotten van ~ 288Blokkeren

~ opdracht (menu Gereedschappen) 325Blokmodel

~ opdracht (Menu 3D-weergave) 399BMP

~ formaat voor Texturen 369Animaties opslaan als ~ bestanden 412Openen van ~ bestanden 263Opslaan als ~ bestand 271opslaan Doorsnede/aanzicht in ~ formaat 269opslaan van 3D venster in ~ formaat 268opslaan van project in ~ formaat 268

BMSAnimaties opslaan als ~ bestanden 412

Bogenlengte van ~ veranderen 235polygonen creëren van ~ 70sluiten van ~ 236

Bogen in cirkels omzetten 236Booleaans

~ type parameters van bibliotheekelementen 466Bovenaanzicht 388

~ in perspectief 385Bovenkant tot dak afknippen

~ opdracht (Bewerken/Wand/kolom extra's) 138

Page 483: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

483

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Breakpoints~ in GDL Scripts 468

Bron~ voor animatie 412

C

Camera typen 245Camera-gereedschap 245, 411Camera-instelling 247, 251Camera's

~ en perspectief 385bekijken in 3D 251Kijkpunt 249Oogpunt 249parameters 249plaatsen van ~ 246technieken 252weergave 251

Cartesiaanse coördinaten 25Centrale databases 419Cinepack

~ compressie methode voor QTVR objecten 414Cirkel/boog-gereedschap 229Cirkel/boog-instelling 234Cirkels in bogen omzetten 236Cirkels/bogen

bewerken van ~ 235constructie methoden 235geometrische methoden 230radius 236technieken 235

Code~ voor berekeningen 457

Commentaar~ in GDL Scripts 452~ opdracht (menu Bewerken) 321

Communicatie instellingPlotter 284

Complexe dakenniveau's 167tekenen van ~ 166

Componenten 419, 456~ opdracht (menu Berekenen) 422~ verwijderen 423bepalen 422, 470nieuwe ~ creëren 422

Componenten bewerken 457Componenten toewijzen

~ aan bibliotheekelementen 456Componentenlijst 432

~ venster 13

complexiteit 432filters 432formaat 432

Componentenlijst creëren~ opdracht (menu Berekenen) 435

Componentlijstformaten voor het opslaan van ~ 269

Connectie opties~ voor plotters (MacOS) 284~ voor plotters (Windows) 284

Connectie poortdigitizer 280

Constructie arceringen~ in weergave opties 337

Constructie elementen~ verbonden aan eigenschap objecten 470

Constructie elementen tot dak afknippen 174Constructie methoden 51

~ in gereedschap-instellingen 105~ voor het Mesh gereedschap 177camera's 246Cirkels/bogen 235curves 238Dimensioneringen 184kolommen 139lijnen 229Radiaaldimensionering 197

Constructie raster 338snappen naar het ~ 341

Constructie technieken 49Constructie technieken van de plattegrond 49Constructie vensters 8Constructieraster 28, 29Construeren van nieuwe elementen in 3D 86Contour omzetten in dak 166Controlebestand

~ voor QTVR Scènes 415Controlebox 16, 49, 52

~ vorm en afmetingen 442cursor snap varianten 52groepen inactief 52promptbox 52relatieve constructie methoden 52Snap aan/uit knop 341speciale snappunten 52toverstaf 52

Coördinaatsysteemnulpunt 23

Coördinateninvoeren van ~ 26

Coordinaten begrenzingen 63Coördinaten invoervelden 25

Page 484: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

484

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Coordinatenbox~ vorm en afmetingen 442

Coördinatenbox 16, 20, 23, 25besturing 23Niveau waarden 32rasterinstelling 31

Creëren van afgeschuinde wanden 138Creeren van zonecategorieen 371Criteria

~ knop in de gereedschap-instellingen 111~ voor berekeningen 470eigenschappen toewijzen 421toewijzen van ~ 420

Criteria & toewijzing~ knop in gereedschap-instellingen 111

Criteria…~ opdracht (menu Berekenen) 420

CTB connection tool 284Cumulatieve constructie methode

~ voor dimensioneringen 184Cursor snap

~ in 3D 83Cursor snapbereik 61Cursorsnap tolerantie 49Cursorsnap varianten 57Cursorvormen 77, 473Curve-gereedschap 236Curve-instelling 238Curves

bewerken 239constructie methoden 238geometrische methoden 236gesloten ~ 238omzetten van ~ in daken 168open ~ 238polygonen creëren van ~ 70technieken 239verslepen 239

D

Dak-gereedschap 164algemene instellingen 169penkleur 170plattegrond en doorsnede attributen 170

Dak-instelling 169Daken 70

3D Dakverbidingen 172arceringspatronen 108, 170bepalen van ~ niveau 171complexe verbindingen 173constructie elementen tot ~ afknippen 174

contour op andere verdiepingen 106cursor snap in 3D 83dakhelling 170dikte van ~ 170en het 3D venster 88Geometrische methoden 164meerkleurige ~ 170niveau van ~ 169selecteren 171spillijn 165technieken 171Toon ~ spil 165transformeren van elementen in ~ 58

Daken op afstandafknippen van wanden met ~ 308wanden afknippen met ~ 175

Dakniveau lijnen~ opdracht (Gereedschappen/Lijn Extra's) 329

Dakrandafknippen van ~ 168

Dakrand hoek 171Dakspillijnen

~ in weergave opties 336Dakvlakken

Weergave spillijnen van ~ 336Data beveiliging

~ dialoogvenster (menu Opties/Voorkeuren) 294, 377

Database regels~ voor berekeningen 426

Datum~ voor zon studie 417

Datum instellen~ voor zon studie 417

Deblokkeren~ opdracht (menu Gereedschappen) 325

Debugger openen~ opdracht (menu Bewerken) 322

Debugging voor GDL Script vensters 468Default instellingen 260Default markeerpunt van het 2D symbool 460Default Parameters of Zone Stamps 371Default waarden 100Definiëren huid van meerlaags arceringen 363Definiëren van Zone Categorieën 370Degroeperen

~ opdracht (menu Gereedschappen) 323Deselecteren 120

Pijl-gereedschap 114Deur-gereedschap 145

algemene instellingen 150model attributen 153

Page 485: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

485

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

parameters 152Plattegrond en doorsnede attributen 152

Deur-instellingdialoogvenster 150

Deuren 449creëren in 3D 88definitie 145Geometriche methoden 147orientatie 149weergeven van ~ in 3D 145

Deuren /ramenConstructie methoden 148

Deuren/RamenContour Optie 461

Deuren/ramen~ vermenigvuldigen 1562D Wand omlijsting 153bibliotheekelementen 146Dimensionerings opties 151hoogte boven 150lege openingen 146locaties van ~ 147negge 151Nominale dimensies 152onder/drempel 150spiegelen en roteren van ~ 155technieken 154

Deuren/ramen oprekken 155Deuren/ramen tonen 154Deuren/ramen verslepen 154Diagonale geometrische methode

~ voor dimensioneringen 184~ voor objecten 158

Diffuus~ licht opties 366

DigitizerConfigureren ~ 280

Digitizer -instelling~ opdracht (menu Bestand) 278

Digitizer Aan/Uit~ opdracht (menu Bestand) 281

Digitware folder 278Dimensie en positie parameters

~ voor het Object/lamp-gereedschap 159Dimensionering

~ & schaal 22automatische wanddikte dimensioning 194dialoogvenster (Opties/Voorkeuren) 186, 373hulplijnlente handmatig instellen 195lettertype 151mogelijkheden 181technieken 189Wanddikte 189

Dimensionering standaard 373Dimensioneringen

Annuleren en bevestigen 184Geometrische methoden 183Markeersymbolen 186Overlappen van punten 189pennen 186Stijl 186tekenen 183

Dimensionerings referentiepunten 181, 185Dimensionerings-gereedschap 181Dimensionerings-instelling 185Dimensioneringseenheden 182, 186Dimensioneringsketen 182

~ componenten 181associativiteit van de ~ 182bewerken van een ~ 190Elementen samenvoegen 194oriëntatie van de ~ 183punten verwijderen uit ~ 193roteren ~ 191samenvoegen 194samnvoegen van punten in ~ 194spiegelen van ~ 191toevoegen van elemente in ~ 192verslepen ~ 190

Dimensioneringsopties 187Dimensioneringspunten 181Dimensioneringstekst-instelling

~ dialoogvenster 188Dimensioneringswaarden 182DIN

dimensie standaard 373DIP switches 280Doorlaatbaarheid

~ optie voor materialen 366Doorsnede diepte

~ in weergave opties 336Doorsnede dimensionerings-gereedschap 200Doorsnede/aanzicht 18, 109

~venster 11Bestandformaten voor opslaan van ~ 269doorsnede pennen 244gereedschap beschikbaar in een ~ 98kopiëren/plakken van ~ op de plattegrond 122lettertype & grootte 243modellen 78naam van ~ 243pijlkopjes 243selecteren van ~ 244technieken 244tekening 79tekeningen 78

Page 486: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

486

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

weergegeven elementen 391weergeven doorsnede diepte 336

Doorsnede/aanzicht gereedschap 11, 397Doorsnede/aanzicht loskoppelen

~ opdracht (menu Beeld) 79Doorsnede/aanzicht vensters 245Doorsnede/aanzicht-

verticaal bereik 243Doorsnede/aanzicht-gereedschap 241Doorsnede/aanzicht-instelling 242Doorsnede/aanzichten opslaan 80Doorsnedelijnen

plaatsen van ~ 241Doorsneden/aanzichten

~ in het snelpositiepalet 35Draadmodel

~ opdracht (menu 3D-weergave) 399Drawing eXchange Format 262Drempel 150Drie-punt geometrische methode

~ voor Cirkels/bogen 230Driepuntsperspectief 385Dubbele pijl constructie methode

~ voor bogen 235Dubbele pijlkopjes

~ voor lijnen 229DWG

~ bestanden 262exporteren naar ~ 21opslaan van Doorsnede/aanzichten in ~

formaat 269DXF 450

~ bestanden 262exporteren naar ~ 21opslaan Doorsnede/aanzicht in ~ formaat 269

E

Een stap terug 293Eenheden

~ opdracht (menu Berekenen) 425bepalen 425

Eénpuntsperspectief 384Eenvoudige constructie methode

~ voor kolommen 139Eenvoudige openingen 146Effects

~ command (Image/PhotoRendering Set-tings) 401

Eigen gemaakte labels 214Eigen gemaakte oriëntatie methode

~ voor labels 217

Eigenschap data structuur 470Eigenschap object

criteria aan een ~ toewijzen 420Eigenschap objecten 470

bepalen 418Eigenschappen

~ in gereedschap-instellingen 111~ van constructie elementen 470bepalen 418locale componenten 419lokale beschrijvingen 419parameters 418toekennen 418

Eigenschappen bewerken~ opdracht (menu Berekenen) 418

Eigenschappen script~ van bibliotheekelementen 458

Eigenschappen toekennen~ knop in gereedschap-instellingen 112

Eigenschappen toewijzen 421Eigenschappen volgens toewijzing

~ knop in gereedschap-instellingen 111Eind pijlpunt methode

~ voor bogen 235~ voor lijnen 229

Elastische lijn~ & Raster snap 28

Element lijst~ venster 13

Element lijsten 428Element transformatie 58Elementen creëren in 3D 87Elementen veranderen door de infobox 50Elementen verplaatsen

Pijl-gereedschap 116Elementlijst creëren

~ opdracht (menu Berekenen) 435Elementlijst-instelling

complexiteit 429filters 428formaat 430

EMFinvoegen van ~ bestanden 265opslaan van 3D venster in ~ formaat 268

Emissie~ in FotoRendering 403~ optie voor materialen 367

Enkele wand geometrische methode 124Enkelelijn geometrische methode

~ voor lijnen 227Exploderen

~ opdracht (menu Gereedschappen) 328

Page 487: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

487

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Exporteren van bestanden~ in DWG/DXF formaat 21

Externe bewerkers voorbibliotheekelementen 476

F

Fabrieks-instellingen 101Figuren 295, 298

hendels in weergave opties 336kopiëren van ~ van het modelvenster 12selecteren van ~ 299Toon/verberg hendels 336werken met ~ 123

Fit in Window 15FLC

Animatie opslaan als ~ bestand 412FotoRender Projectie

~ opdracht (menu 3D-weergave) 410FotoRendering

~ methodes 401partiële ~ 409

Fotorendering engines 401FotoRendering instelling

~ opdracht (menu 3D-weergave) 400Fotorendering opties 404Fout controle 103Fouten herstellen 77Fragmenten

2D Symbool ~ 455

G

Ga naar~ knop in snelposities 34

Ga naar regel~ opdracht (menu Bewerken 321

Ga naar verdieping~ opdracht (menu Opties/Verdiepingen) 346

GDL 449~ tekst 272opslaan van een project in ~ formaat 268, 271

Geavanceerde materiaaldefinitie~ dialoogvenster 394

Geblokkeerde elementen 42Gebogen dak geometrische methode

~ voor daken 165Gebogen daken

restricties 169tekenen van ~ 168

Gebogen wandenoprekken ~ met markeringen 122

tekenen van ~ 125Gebruikersnulpunt

~ in 3D 81~ knop 23, 24Creëren van een ~ 24

Gedraaid geometrische methode~ voor kolommen 139

Gedraaid raster~ knop 23instellen van een ~ 30

Gedraaide diagonale geometrische methode~ voor objecten 158

Gedraaide geometrische methode~ voor objecten 158

Gedraaide rechthoek geometrische methode~ bij arceringen 223~ voor daken 164~ voor lijnen 227~ voor markeringen 118~ voor vloeren 162~ voor wanden 125

Gedraaide rechthoek methode~ voor het Mesh-gereedschap 176

Geen commentaar~ opdracht (menu Bewerken) 321

Geheugen~ opdracht (menu 3D-weergave/

Fotorendering) 410Gekoppelde waarden 103Geographische locatie

Bepalen van een ~ 387Geometric Description Language (GDL) 271Geometrische methoden 51

~ voor het Mesh -gereedschap 176~ voor objecten/lampen 158arceringen 223Cirkels/bogen 230Curves 236daken 164Deuren/ramen 147Dimensioneringen 183hoekdimensionering 205kolommen 139Lijnen 227niveaudimensinering voor aanzichten 201vloeren 162wanden 124

Geprojecteerdesnijpunten 61

Geprojecteerde elementenlijntype op andere verdiepingen 106

Geprojecteerde raaklijnpunten 62Gereedschap 97

Page 488: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

488

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Gereedschap-instellinggemeenschappelijke elementen van ~ 104penkleurpalet 108verticale hoogte 104

Gereedschap-instellingenalgemene 104arceringspatroon 108attributen 104constructie methoden 105contouren op andere verdiepingen 106eigenschappen 111ID 111laag-selectie veld 106lijnen 108lijst attributen 110materialen 109model attributen 109parameters 107plattegrond en doorsnede attributen 108tot dak afknippen 110voorbeeldgebied 105zwaartekracht 105

Gereedschappen 15, 97, 98~ beschikbaarheid in verschillende vensters 98~ en het 3D venster 81attributen 112default vorm 97

Gereedschappenbalk 16~ vorm en afmetingen 442iconen voor andere applicaties 476

Gereedschaps-instelling~ dialoogvenster 99~ opdracht (menu Bewerken) 319~ van bestaande elementen 101~ van een enkel element 101~ van meerdere elementen 101bewerkbare velden van de ~ 104knop Annuleren 107knop OK 107wijzigingen uitvoeren 102

Gereedschaps-instellingendefault 100

Gereeschap-instellingen~ van ongelijke elementen 102

Geschaalde elementen 22Gestippelde lijnen 354Getal

~ type parameters van bibliotheekelementen 466GIF

~ formaat voor Texturen 369Openen van ~ bestanden 263Opslaan als ~ bestand 271opslaan van 3D venster in ~ formaat 268

Gladde oppervlakken~ in fotorendering 403

Graphisoft map 476Groepen 42

~ en reservering van werkruimte 44~ en lagen 43groep hiërarchie 43

Groepen inactief~ opdracht (menu gereedschappen) 323~ opdracht (menu Rangschikken) 43

Groeperen~ opdracht (menu Gereedschappen) 323

Grondkleur 405Grootte

~ instellen van lettertypen 320Grootte & achtergrond

~ opdracht (menu 3D-weergave/FotoRendering 405

Grootte als 2D tekening~ knop 451

Grootte als 3D vensteroptie voor Fotorendering 408

H

HaarlijnenLijnweergave optie 337

Helderheid & deelberekening~ opdracht (menu 3D-weergave/

Fotorendering 408Hemelkleur 405Herberekenen

~ opdracht (menu Beeld) 376, 436Herberekenen model

~ opdracht (menu Beeld) 79, 437Herberekenen tekening

~ opdracht (menu Beeld) 437Herberekenen van 3D venster 436Herhalen

~ opdracht (menu Bewerken) 294Herstel default volgorde

~ opdracht menu gereedschappen 46Herstel standaard volgorde

~ opdracht (menu Gereedschappen) 324Herstellen van elementen na het

afknippen 308Hertekenen

~ opdracht (menu Beeld) 436Highlights

~ in fotorendering 402

Page 489: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

489

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoek~ type parameters van bibliotheekelementen 466

Hoek maken~ opdracht (menu Gereedschappen/Lijn

Extra's)) 329Hoekbegrenzing

beeindigen van ~ 54Hoekdimensionering

tekenen 205Hoekdimensionerings-gereedschap 204Hoekdimensionerings-instelling 206Hoekparen 63, 68, 375

nabijheid 68primaire hoek 65secundaire hoek 65

Hoekparen mechanisme 64Hoogte

~ en verdiepingen 87~ in het 3D venster 86~ pop-up menu in Coördinatenbox 23~ van een koepeldak 168~ veld in coordinatenbox 23bepaling van de ~ 104

Hoogte waarden 32~ in de Infobox 32~ in the Coördinatenbox 32

Hoogtedimensionering 200Hoogtedimensionerings-instelling voor

aanzichten 202Horizontale geometrische methode

~ voor dimensioneringen 184Horizontale oriëntatie methode

~ voor labels 216Horizontale/vertikale hoekpaar 64HotLinks…

~ opdracht (menu Bestand/Opslaan speciaal) 274HP DesignJet

~ plotter 283plotting 3D images on ~ plotters 393

Huidig beeld~ in snelposities 36

Huidig beeld als standaard~ opdracht (menu Beeld) 441

Huidige projectie toevoegen 390Hulplijnen 188

~ formaat 186Dynamische ~ optie 187Niveaudimensionering voor aanzichten 202

Hulpraster 29Hulpvensters 13

I

ID nummersinterne unieke ~ 111

ID veld~ in gereedschap-instellingen 111

Inbouw contructie methodeDeuren/ramen 148

Infobox 17, 49, 79, 100, 114~ functies 50~ vorm en grootte 442constructie methoden 50geometrische methoden 50hoogte waarden 32

Inkorten~ van elementen 300

Inspringing vergroten~ opdracht (menu Bewerken) 321

Inspringing verkleinen~ opdracht (menu Bewerken) 321

Instellen van een gedraaid raster 30Integer

~ type parameters van bibliotheekelementen 466Integreren van vloeren met wanden 164Invoegen

~ opdracht (menu Bestand) 264Invoegen van afbeeldingen 265Invoegen van een project 264Invoegen van modules 265Inzoomen

~ knop 20, 438~ opdracht (menu Beeld) 438

Items selecteren~ opdracht (menu Beeld) 391

J

JPEG~ formaat voor texturen 369Invoegen van ~ bestanden 265Openen van ~ bestanden 263Opslaan als ~ bestand 271

K

Kern~ symbool voor kolommen 141

Keuzenlijst script~ voor bibliotheekelementen 459

Kies ander raam~ opdracht (raam-instelling) 449

Page 490: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

490

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Kijkhoek 384~ voor QTVR Scenes 415

Kijkpunt 385~ voor parallelle projectie 389

Klad tekstweergave tekst als ~ 336

Klembord 294, 295opslaan in ~ formaat 270opslaan van Doorsnede/aanzicht in ~

formaat 269Kleuren

~ van elementen 352~ van elementen in een doorsnede/aanzicht 244

Klik om te knippen~ opdracht (menu Bewerken) 305

Klik wand om te splitsen~ opdracht (men Bewerken) 305

Klik wand voor splitsen~ opdracht (menu Bewerken) 136

Knippen~ opdracht (menu Bewerken) 104, 294~ van een verdieping 345

Knippen van elementen uit Doosnedes/Aanzichten 294

Knopen 67Koepel geometrische methode

~ voor daken 165Koepeldak

segmenten 168Koepeldak-instelling

~ dialoogvenster 167Koepelvormige daken

tekenen van ~ 167Kolom-gereedschap 138

algemene instelling 140plattegrond en doorsnede attributen 141

Kolom-instelling~ dialoogvenster 140

Kolommen~ & meerlaagse arceringen 142~ & wanden 141~ in 3D aanzichten 143afknippen van ~ tot daken 307arceringspatronen 108creëren in 3D 88dimensioningen van ~ 188tekenen van ~ 139

Kopie roteren~ opdracht (menu Bewerken) 312

Kopie spiegelen~ opdracht (menu Bewerken) 313

Kopie verslepen~ opdracht (menu Bewerken) 312

Kopiëren~ opdracht (menu Bewerken) 104, 295

Kopiëren uit Doorsnede/Aanzicht 295Kopiëren uit het 3D venster 295Kopiëren van een 3D aanzicht 122Kopiëren van verdieping 345Koppel icoon 110, 159Krimpen

~ Deuren/ramen 155~ van elementen 115

L

Label-gereedschap 213Label-instelling 215Labels 330

~ submenu (menu gereedschappen) 330~ submenu (menu Opties) 213Automatische-Labeloriëntatie 216definitie 213linked to elements 213Markeersymbool 215plaatsen 213technieken 217tekst 217tekst richting 215types 216

Labels plaatsen~ opdracht (Gereedschappen/Labels) 331

Labels verwijderen~ opdracht (Gereedschappen/Labels) 331

Lagen 106~ & Selectie 41~ in gereedschap-instellingen 106~ opdracht (menu Opties) 347alles selecteren 349bepalen 33blokkeren/deblokkeren 349definitie 347geblokkeerde ~ 107hernoemen van ~ 348maken van nieuwe ~ 348onzichtbare ~ 107opslaan van ~ in snelposities 37sorteer op 349tonen/verbergen 348verborgen ~ 107wissen van ~ 348

Lagen-instelling~ opdracht (menu Opties) 347

Page 491: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

491

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Lagensets 350, 351Aanpassen ~ 350Definiëren nieuwe ~ 350

Lamp parameters 160Lamp verval

~ in FotoRendering 403Lamp-gereedschap 156

Parameters 159Lampen 449

contour op andere verdiepingen 106creëren in 3D 88Geometrische Methoden 158kleur 160sterkte 160verplichte parameters 463

Landmeters eenheid 373, 388Lengte

~ type parameters van bibliotheekelementen 466Lettertype

instellen in het tekstvenster 320Lichtbronnen

~ in FotoRendering 404Lichtrichting instelling 385Lijn-gereedschap 227Lijn-instelling 228Lijndikte

~ in weergave opties 337Lijnen

~ & pijlkopjes 228~ in gereedschap-instellingen 108~ opdracht menu Opties 22~ voor Mesh 179~ voor ramen/deuren 153Constructie methoden 229Geometrische methoden 227lijndikte op plattegrond 337maken van aangepaste ~ 354middelpunt van ~ 229polygonen creëren van ~ 70technieken 229verbindingen 229

Lijnen tekenen~ opties 380

Lijnetype~ type parameters van bibliotheekelementen 467

Lijntypen~ in GDL scripts 467~ opdracht (menu Opties) 354~ voor doorsnede/aanzicht 242

Lijst attributen 110Line Extra's

~ submenu (menu Gereedschappen) 328

Lineair element bewerken 67Lineaire constructie methode

~ voor dimensioneringen 184Loodrechte begrenzing 53Loodrechte projectiepunten 62Loskoppelen

~ knop in gereedschap-instellingen 112Loskoppelen doorsnede/aanzicht

~ opdracht (menu Beeld) 437

M

Magneetraster 28, 29~ offset van nulpunt 30

Markeer-gereedschap 116~ en 3D modellen 392~ en 3D weergave 392~ technieken 121constructie methoden 117gebruik van het ~ in 3D 85Geometrische methoden 117polygonen 76selectie criteria 119

Markeerpunt-gereedschap 240Markeerpunt-instelling 240Markeerpunten 61

Bibliotheekelementen ~ 460tekenen 240

Markeersymbool 151Markeringen tekenen 117Markerkeersymbool grootte 187Materialen

~ in ArchiCAD 363~ in GDL scripts 467~ in gereedschap-instellingen 109~ opdracht (menu Opties) 363~ toevoegen 364~ type parameters van bibliotheekelementen 467Aanmaken/verwijderen ~ 364Arceringen in 3D 367Bewerken van ~ 364emissie 367Geavanceerde opties 365koppelen van ~ definities aan verschillende

opperv 110Proberen (toepassen) van ~ 365Reflectie 366Transparantie 366

Meer zon~ dialoogvenster (3D-weergave/3D Projectie-

instell 385, 390Meerdere parallelle of loodrechte constructies

tek 54

Page 492: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

492

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Meerlaagse arceringen 129, 150~ & kolommen 142~ opdracht (menu Opties) 362peninstelling 130T verbindinge van ~ 135voorafbepaalde ~ 130

Meerlaagse daken 170Meerlaagse vloeren 163Meeteenheden

~ & Coördinatenbox 20Menu 3D-weergave 383Menu Beeld 436Menu Berekenen 418Menu Bestand 259Menu Bewerken 293

~ in tekstvensters 319Menu gereedschappen 323Menu Opties 334Menu Venster 442Menu-opdrachten 259Menubalk 15Mesh 70

contour op andere verdiepingen 106creëren in 3D 88cursor snap in 3D 83

Mesh technieken 180Mesh-gereedschap 176

algemene instellingen 179basisvlak en randen 178constructiemethoden 177geometrische methoden 176lijnen 179Model attributen 180penkleur 179plattegrond en doorsnede attributen 179

Mesh-instelling~ dialoogvenster 179

Meshesgebruiker bepaalde randen 178hoogte 179

Meshes tekenen 177Meshpunt hoogte

~ dialoogvenster 177Met middenpunt constructie methode

~ voor radiaaldimensionering 197Metafile

openen van ~ bestanden 263Middelpunt geometrische methode

~ voor Cirkels/bogen 230Middelpunt van een rand 60Mist 386

~ in de FotoRendering 402

Model~ type Doorsnede/aanzicht 11

Model attributen~ in gereedschap-instellingen 109~ voor Mesh 180~ voor ramen/deuren 153~ voor wanden 131

Modellen~ vensters 12kopiëren van het ~ venster 12kopieren/plakken van ~ op de plattegrond 122opslaan ~ 12opslaan van ~ 12, 269

Modules 265opslaan van een project in ~ formaat 268

Muisbegrenzing 31, 49, 63, 68coordinatenbegrenzing 63dialoogvenster Opties/Voorkeuren 374hoekparen 63

N

Naar achteren~ opdracht (menu Gereedschappen) 324~ opdracht menu gereedschappen 46

Naar voren~ opdracht (menu Gereedschappen) 324~ opdracht menu gereedschappen 45

Natuurlijke curves 236Negge

raam/deur ~ 150Negge constructie methode

~ voor deuren/ramen 148Neggemaat-instelling

~ dialoogvenster 150Nette wandverbindingen 130, 133, 147, 436

~ opdracht (menu Opties) 335, 341Niet-omwikkelde kolommen 141Nieuw

~ opdracht (menu Bestand) 259Nieuw & Reset

~ opdracht (menu Bestand) 101, 260Nieuw beeld

~ opdracht snelposities 37Nieuw bibliotheekelement

~ opdracht (menu Bestand) 276Nieuw pad toevoegen

~ dialoogvenster voor animatie 248Nieuwe eigenschappen

~ opdracht (menu Berekenen) 418Niveaudimensionering

associativiteit van ~ 199

Page 493: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

493

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

bewerken van tekst van ~ 200definitie 198Markeersymbool 199plaatsen van ~ op een vloer of dak 199technieken 200tekenen 198tekstkader 200

Niveaudimensionering voor aanzichten~ en het 3D Venster 203~ op een 2D element plaatsen 204Geometrische methoden 201Markeersymbolen 202Opslaan als op 2D element 203

Niveaudimensionerings-gereedschap 198Niveaudimensionerings-instelling 199Nominale kozijndikte 462Nulpunt

~ in 3D 81Nulpunt indicator 24Nulpunten 23

bewerknulpunt 24gebruikersnulpunt 23projectnulpunt 23

Numerieke coördinaten 26afronden van ~ invoer 26annuleren van ~ invoer 27invoer van ~ 31resultaat bekijken van ~ invoer 26

O

Object-gereedschap 156Parameters 159

Object-instelling 159Objecten 449

~ spiegelen 160contour op andere verdiepingen 106creëren in 3D 88cursor snap in 3D 83Geometrische methoden 158horizontale en verticale waarden koppelen 159lengte en breedte van ~ 159markeerpunten 157oprekken van ~ 115, 160positionerings hendel van markeerpunten 157primair markeerpunt 157schaal 22technieken 160

Objecten positioneren 157Offset polygonen 55Omgevingslicht 386

~ opties voor Materialen 366

Omschrijvingen 458~ creëren 423~ opdracht (menu Berekenen) 423bepalen 423, 470

Omschrijvingen toewijzen~ aan bibliotheekelementen 458

Omwikkelde contructie methode~ voor kolommen 139

Omwikkelde kolommen 142Omzetten van gebogen elementen in gebogen

wanden 326Omzetten van gebogen elementen in polygoon

element 326Onderaanzicht 388Onderbreken tekenoperatie 77Onderbroken lijntypes

~ & schaal 22Ongedaan maken 77

~ opdracht (menu Bewerken) 77, 293, 298aantal stappen instellen 378

Onjuiste waarden 103Ontbrekende bibliotheekelementen

~ opdracht (menu Venster) 261~ venster 14

Op scherm bekijken van zon studie 417Op selectie inzoomen

~ opdracht (menu Beeld) 440Open Transport 284Openen als

~ optie voor bibliotheek elementen 450Openen van bestanden over een netwerk 263Openen van dialoog vensters 100Openen van een Archief 261Openen van een Project 261Openen…

~ opdracht (menu Bestand) 260Openingen

~ in polygonen 71~ onjuist geplaatst 148verplaatsen van ~ 72

Openingen in wanden maken 137Opnemen van parallelle projecties 390Opnieuw

~ opdracht (menu Bewerken) 77, 293Opnieuw vervangen

~ opdracht (menu Bewerken) 321Opnieuw zoeken

~ opdracht (menu Bewerken) 320Oppervlakte materialen

~ van deuren en ramen 154

Page 494: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

494

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Oprekken~ van elementen 300~ met het Markeer-gereedschap 301~ opdracht (menu Bewerken) 300~ opdracht menu Bewerken 137~ van Deuren\Ramen 301Beperkingen 302horizontaal ~ in 3D 89verticaal ~ in 3D 89

Oprekken van elementenPijl-gereedschap 115

Opslaan~ opdracht (menu Bestand) 267

Opslaan als~ opdracht (menu Bestand) 268Bestandsformaat voor calculaties 269bestandsformaten 268Bestandsformaten voor doorsnede/aanzicht 269

Opslaan speciaal~ opdracht (menu Bestand) 273, 406

Opslaan van biblioteekelementen 469Opslaan van modellen 269Opslaan van zonstudie 417Opstart dialoogvenster 8Opties voor animaties 391Oriëntatie van Deuren/ramen 149ot dak afknippen

~ opdracht (menu Bewerken) 174Outland TCP 284Overbelichtingscorrectie 409Overeenkomende 2D & 3D beschrijving

~ van bibliotheekelement 454Overig

(Opties/voorkeuren) 61dialoogvenster (menu Opties/Voorkeuren) 379

Overlappende elementen 103Overtrekken van constructie elementen met

wanden 137Overzicht hertekenen

~ in snelposities 36Overzichten hertekenen

~ opdracht snelposities 37

P

Pad opties~ voor animatie 249

Pagina-instelling~ opdracht (menu Bestand) 290

Paletvormen~ opdracht (menu Venster) 442

Pan 15

Panoramische camera plaatsen 255Parallelle begrenzing 53Parallelle oriëntatie methode

~ voor labels 216Parallelle projectiepunten 62Parallelle Projecties 247, 396

~ dialoogvenster (menu 3D-weergave) 388Parameter overdracht 102Parameter type

~ dialoogvenster 464Parameters

~ in gereedschap-instellingen 107~ van bibliotheekelementen 462~ van materialen 110~ van ramen/deuren 152~ voor Objecten/Lampen 159

Parameters bewerken~ van bibliotheekelementen 466

Pas in venster~ opdracht (menu Beeld) 440

Patchcreëren van een ~ 326

Patch genereren~ opdracht (menu Gereedschappen) 325

PCI-instellingen 282Pendikte 352

~ bij benadering in gereedschap-instelling 108Penkeuren

~ in gereedschap-instellingen 108Penkleur

~ van randen in doorsneden 132~ voor daken 170~ voor kolommen 141~ voor Mesh 179~ voor ramen/deuren 153~ wandarcering achtergrond 131~ wandcontour 131vloeren 163

Penkleuren~ in GDL scripts 467~ type parameters van bibliotheekelementen 467

Pennen~ in ArchiCAD 352~ voor Dimensioneringen 186

Pennen & kleuren~ opdracht (menu Opties) 351

Percentage~ knop 22

Permanente Integriteitscontrole 378Perspectief

bewegings-gereedschap 93bewegings-modie 93

Page 495: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

495

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

navigatie in ~ 92Perspectief beelden 245, 246Perspectief-instellingen

~ dialoogvenster (menu 3D-weergave) 383PICS

animaties opslaan als ~ bestanden 412PICT

~ formaat voor texturen 369animaties opslaan als ~ bestanden 412invoegen van ~ bestanden 265openen van ~ bestanden 263Opslaan als ~ bestand 271opslaan van 3D venster in ~ formaat 268opslaan van Doorsnede/aanzicht in ~

formaat 269project opslaan in ~ formaat 268

Pijl-gereedschap 113~ in 3D 88~ technieken 113sneltoets 116

PijlkopjesCirkels/bogen 235lijnen 228

Pijlpunten~ & schaal 22

Pijltoetsen 99Plaatsen van bibliotheekelementen 448Plaatsen van Deuren/ramen bibliotheek

elementen 146Plakken

~ opdracht (menu Bewerken) 104, 122, 297~ tekeningen vanuit andere applicaties 298

Plakken van elementen op de plattegrond 297Plakken van elementen op Doorsneden/

Aanzichten 297Plakken vanuit andere applicaties 298PlanDump

~ opdracht (Bestand/opslaan speciaal) 275Plattegrond

~ opdracht (menu Beeld) 9~ werkbladvenster 9gereedschap beschikbaar in de ~ 98

Plattegrond attributen~ voor wanden 129

Plattegrond en Doorsnede attributen~ in gereedschap-instellingen 108

Plattegrond en doorsnede attributen~ voor daken 170~ voor kolommen 141~ voor Mesh 179~ voor ramen/deuren 152~ voor vloeren 163

Plattegrond schaal~ opdracht (menu Opties) 15

Plattegrondschaal~ opdracht (menu Opties) 21, 334

PlayBack 411, 416Plot-instelling

~ opdracht (menu Bestand) 281PlotFlow 289PlotMaker 290

animaties opgeslagen als~ bestanden 412bijwerken van verbindingen in ~ 134opslaan Doorsnede/aanzicht in ~ formaat 269Opslaan als ~ bestand 270opslaan van 3D venster in ~ formaat 268opslaan van een project in ~ formaat 268

Plotten~ opdracht (menu Bestand) 288~ van arceringen 361~ via een Spool Folder 289

Plotter~ Modellen Lijst 282Configureren van de ~ 283lettertype gebruik 287Selecteren van een ~ 281

Plotter type~ pop-up menu/combo box 281

Plotware folder 281Polaire coördinaten 25Polydak geometrische methode

~ voor daken 165Polydak-instelling

~ dialoogvenster 166Polygon Geometry Method

~ for Mesh tool 176Polygonale elementen bewerken 67Polygonen 70

~ & Markeergebieden 76bewerken van ~ in 3D 90contour wijzigen van ~ 72contouren benaderen 71contouren van ~ tekenen 70een ~ knoop verplaatsen 75knopen afronden 75knopen van ~ bewerken 75Kopiëren\Opslaan vanuit 3D beeld 296nieuwe knopen toevoegen aan ~ 73openingen in ~ 71opnieuw afmeten ~ 74, 76oprekken/krimpen ~ met markeringen 121overlappingen aftrekken van ~ 74randen bewerken van ~ 73rechte ~ buigen 73verlengen 74

Page 496: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

496

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Polygoon arceringen~ in weergave opties 337

Polygoon Geometrische methode~ voor Wanden 126

Polygoon geometrische methode~ voor arceringen 223~ voor daken 164~ voor markeringen 117~ voor vloeren 162

Polygoon pad~ voor animatie 250

Polygoonboog geometrische methode~ voor Bogen 232

Polygoonlijn geometrische methode~ voor lijnen 227~ voor zones 219

Polygoonwand geometrische methode 124Positionering van objecten 157PostScript lettertypen 287

plotten van ~ 288Project

ware grootte van het ~ 21Project Info…

~ opdracht menu Bestand) 276Project oriëntatie 388Project voorbeeld

~ in dialoogevenster Openen 260Projectaantekeningen

~ venster 13Projectie types 388Projectiepunten

parallelle en loodrechte 62Projectnulpunt 24

opnieuw instellen van het ~ 25promptbox 52Punt geometrische methode

voor niveaudimensionering voor aanzichten 201

Q

QTVR Objectenkijkrichting 254

QTVR ObjectsParameters 253

QTVR Player~ applicatie van Apple 252, 414

QTVR Scenespanorama's 415

QTVR Scènesparameters 257

QuickTimeanimatie opslaan als ~ movies 412compressie methodes 413

QuickTime VR 415

R

Raaklijn geometrische methode~ voor Cirkels 231

Raam-gereedschap 145algemene instellingen 150model attributen 153parameters 152plattegrond en doorsnede attributen 152

Raam-instellingdialoogvenster 150

Radiaaldimensioneringcentrum van gebogen elementen 198technieken 198tekenen 196verslepen 198

Radiaaldimensionering-instelling 197Radiaaldimensioneringen 196Radiaaldimensionerings-gereedschap 196

Labelorientatie 197Ramen 449

creëren in 3D 88definitie 145Geometrische methoden 147weergeven van ~ in 3D 145

Ramen/Deurenaanmaken en veranderen 154tonen/verbergen 337

Ramen/Deuren instelling 462Rand constructie methode

~ voor deuren/ramen 148Randen

~ van meshes 178Rapport schrijven

~ optie in voorkeuren 14Rapport venster 14Raster

gedraaid ~ 30uitzetten van het ~ 31

Raster systeem 28Raster weergave 29

~ opdracht (menu Opties) 341Rasters

bepalen van de ~ 28besturing van de ~ 31uitschakelen ~ 31

Page 497: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

497

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Rasterschakel~ knoppen 23, 30

Rastersnap 28~ aan/uit 31~ aanzetten 340~ opdracht (menu Opties) 340~ tijdelijk uitzetten 341

Rastersysteem 20RealVR 415Recente documenten

~ opdracht (menu Bestand) 292Recht geometrische methode

~ voor kolommen 139Recht object geometrische methode 158Rechte wanden

tekenen van ~ 124Rechthoek geometrische methode

~ voor arceringen 223~ voor het Mesh-gereedschap 176~ voor lijnen 227~ voor markeringen 118~ voor vloeren 162~ voor wanden 125

Rechthoek geometrische methoden~ voor daken 164

Reeks bepalen 465Reference Line 51Referentielijn 133, 147

~ van wanden 126Relatieve constructie methode iconen 52Relatieve constructie methoden 31Relatieve coördinaten 25Relgelmatig hellende geometrische methode

~ voor het Mesh-gereedschap 176Rendering engines 401RenderMan

Animatie opslaan als ~ bestand 412Reset

~ in 3D Navigation palette 94Roteren

~ Deuren/ramen 155~ opdracht (menu Bewerken) 310~ van ramen/deuren 310~ ven elementen 310

S

Schaal~ & resultaat 21~ & vectoriële arcering 359~ instelling 21~ knop 15, 21, 335

~ voor afdrukken 21Afdrukken ~ 291bouwkundige ~ 19de teken ~ instellen 334Digitizer 278Lijntypen en ~ 356opslaan van ~ in snelposities 37Plotten ~ 289teken~ 19veranderen van ~ 22

Schaduw~ in 3D 395

Schaduwberekening~ in FotoRendering 404

Schatten complexiteit~ van FotoRendering 410

Scherpe geometrische methode~ voor hoekdimensioneringen 206

Schuine dakenwanden en kolommen afknippen tot dak ~ 305

ScrapbookAnimatie opslaan als ~ 412

Selectie~ criteria voor het markeer-gereedschap 119~ gebied 117~ in 3D 83~ in een doorsnede/aanzicht venster 79~ met het Pijl-gereedschap 40~ methoden 40~ van elementtypes voor 3D weergave 392geblokkeerde elementen 42Lagen 41markeergebied 41markeerpunten 41oppervlak 84Pijl-gereedschap 113Shift-klikken 41Verdiepingern voor 3D weergave 392

Serieprojectie ~ 390

Serie geometrische methodevoor niveaudimensionering voor aanzichten 201

Simpele dakentekenen van ~ 165

Sleutelcodebepalen 456

Sleutels~ opdracht (menu Berekenen) 424bepalen 424nieuwe ~ creëren 424

Sluiten~ opdracht (menu Bestand) 267

Snap raster 339

Page 498: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

498

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Snelpositiepunaise knop 38

Snelpositiepalet 34doorsneden/aanzichten 35ga naar knop 34gebruik van het ~ 38menu aanzichtlijst 37snelposities 36verdiepingen 35vorm 36

Snelposities~ knop 15, 38~ opdracht 38~ palet 15, 18bepalen 36bepalen van ~ 34oslaan van ~ 38Standaard beeld instellen 441

Snijpuntengeprojecteerde 61

Snijpunten van wanden met een verticaleverschuivi 134

Soloproject 260opslaan van een ~ 268

Speciale Attributen~ van bibliotheekelementen 461

Speciale punten begrenzing 56Speciale snappunten 60Spiegelen

~ Deuren/ramen 155~ opdracht (menu Bewerken) 311~ van elementen 311~ van ramen/deuren 312

Spillijn~ van daken 165

Splitsen~ opdracht (menu Bewerken) 303~ van polygonen 77~ van wanden 135

Spool Folder 286StairMaker 450Standaard beeld 37

~ opdracht (menu Beeld) 441Standaard beeld & Raster

~ opdracht (menu Beeld) 338Standaard beeld & raster

~ opdracht menu Opties 28Standaard bibliotheek 446Start pijltje methode

~ voorlijnen 229Statische dimensionering 187

Stompe geometrische methode~ voor hoekdimensioneringen 206

Stuklijst~ opdracht (menu Berekenen) 427

Stuklijst-instelling~ opdracht (menu Berekenen) 427

Surface MaterialsGDL description 154

Symbool arceringspatronen~ & schaal 22

Symbool lijnen 355~ & schaal 22

Symboolkleur 153

T

Tab-posities~ in Tekstvenster 320

TCP/IP CTB tools 284TCPack 284Teamproject

opslaan van een ~ 268Teken volgorde van elementen 44Tekeneenheden 20

dialoogvenster (menu Opties/Voorkeuren) 372dialoogvenster (Opties/Voorkeuren) 335

Tekenen van Deuren/ramen 145Tekenen zonder het rastersysteem 31Tekening

~ type Doorsnede/aanzicht 11Kopiëren\Opslaan als... 295

Tekening naar het werkblad schuiven 440Tekst

~ type parameters van bibliotheekelementen 466bewerken van ~ 212helling 210hoek 210klad 211Lettertype, stijl & grootte 209plaatsing 210regeltussenruimte 210richting 210technieken 211weergave opties 211

Tekst stijl~ opdracht (menu Bewerken 319

Tekst-gereedschap 208Tekst-instelling 209Tekstblokken

~ & schaal 22~ bij Weergave opties 336doorlopende ~ 208

Page 499: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

499

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

kadervulllende ~ 208plaatsen van ~ 208selecteren ~ 211vervormen ~ 211

Tekstvenster Zoeken~ dialoogvenster 320

Tekstvenstersopdracht in menu Bewerken ~ 319

Tekts met henderlsweergave van ~ 336

Terrein-instellingen~ dialoogvenster 476

Test script~ opdracht (menu Bewerken 322

Texturen~ & Bibliotheken 369~ & het archief formaat 369~ in een GDL script 404~ toewijzen aan materialen 110, 367

Textuur-instelling~ dialoogvenster 368

TIFF~ formaat voor texturen 369Invoegen van ~ bestanden 265Openen van ~ bestanden 263Opslaan als ~ bestand 271opslaan van 3D venster in ~ formaat 268Opslaan verbonden afbeeldingen in ~

formaat 273Toegang tot bibliotheekelementvensters 460Toon alle lagen

~ opdracht (menu Opties/Lagen) 351Toon raster

~ opdracht menu Opties 29topCAD

Animaties opslaan als ~ 412Opslaan als ~ bestand 271opslaan Doorsnede/aanzicht in ~ formaat 269opslaan van 3D venster in ~ formaat 268

Toverstaf 58~ opties om daken te creëren 1663D limitaties 59

Toverstaf-instelling~ opdracht (menu Gereedschappen) 326

Transparantie~ in beschaduwing 395~ in FotoRendering 403

Trapezoide Geometrische methode~ voor wanden 126

TrueType lettertypenplotten van ~ 288

Tweepuntsperspectief 384

U

Uitgelijnde elementen 69Uitzoomen

~ knop 20, 440~ opdracht (menu Beeld) 438

US Builderdimensie standaard 373

V

Vaste hoekpaar 65Vaste maat elementen 22–23Vasthouden ingezoomed detail

~ bij berekenen 3D venster 376Vector Lettertypen Folder 287Vectorië arceringspatronen

~ & schaal 22Vectoriële 3D Arcering 394Vectoriële Arceringen 358

plotten van ~ 361Vensterlijst 443Verbinding van wanden

~ met verschillende arceringspatronen 134Verborgen knopen in 3D 83Verborgen lijnmodel 393

~ opdracht (menu 3D-weergave) 399Verdeelpunten van een rand 60Verdieping definiëren 344Verdieping instelling

~ opdracht (menu Opties) 343Verdieping omhoog\omlaag

~ opdracht (menu Opties/Verdiepingen) 346Verdiepingen

~ in het snelpositiepalet 35~ opdracht (menu Opties) 343~ toevoegen 344bepalen 33Lijst van ~ 347Nummering 344Selectie 344Verplaatsen van elementen naar andere ~ 345Verwijderen van ~ 344

Verhogen~ in 3D 89~ opdracht (menu Bewerken) 313

Vermenigvuldigen~ opdracht (menu Bewerken) 314deuren/ramen ~ 156Opties 316verplaatsing in hoogte 317

Vermindering

Page 500: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

500

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

~ optie voor materialen 366, 367Vernieuwen doorsnede/aanzicht

~ opdracht (menu Beeld) 437Verplichte parameters

~ van bibliotheekelementen 463Verschalen

~ opdracht (Menu bewerken) 302Verschuiven

~ knop 20~ opdracht (menu Beeld) 440

Verslepen~ in 3D 89~ opdracht (menu Bewerken) 308beperkingen 309

Verslepen & plaatsen 38~ van bibliotheekelement bestanden 39~ van plaatjes 39~ van plattegrond elementen 40~ van tekst 38

Verslepen van elementen 308Verticale geometrische methode

~ voor dimensioneringen 184Verticale hoogte

~ in gereedschap-instellingen 104Verticale oriëntatie methode

~ voor labels 216Verticale structuur

bepalen van de ~ van een project 104Verticale verplaatsing van elementen 313Verversen van het scherm 436Verwijderen redundante lijnen 272Video for Windows (AVI)

Animatie opslaan als ~ 412Virtual reality 245Vloer technieken 163Vloer-gereedschap 162

algemene instellingen 163Plattegrond en doorsnede attibuten 163

Vloer-instelling 162Vloeren 70

afknippen van ~ tot daken 307arceringspatronen 108, 163contour op andere verdiepingen 106creëren in 3D 88cursor snap in 3D 83dikte en hoogte van ~ 163Geometrische methoden 162meerkleurige ~ 163penkleur 163samengestelde arceringen 362schaal 22

Volgend beeld 15

Volledig scherm~ opdracht (menu Beeld) 441

Vooraan~ opdracht (menu Geerschappen) 324~ opdracht menu Gereedschappen 45

Voorafgedefinieerdeoppervlaktematerialen 132

Voorbeeld gebied~ voor bibliotheekelementen 105

Voorbeeld venster 13Voorbeeldafbeelding

~ van een bibliotheekelement 459Voorbeeldgebied

~ van perspectieven 384Voorkeuren

~ opdracht (menu Opties) 372Vorig beeld 15VR Object

technieken 254VR Object bepalen 252VR Object creeren

~ opdracht (menu 3D weergave) 414VR Object-instelling 253VR Objecten 245, 252, 414VR Scène

~ opdracht (menu 3D-weergave) 414technieken 257

VR Scène bepalen 256VR Scène-instelling 257VR Scenes

opslaan~ als afbeelding 415VR Scènes 245, 255

W

Wand-gereedschap 124algemene instellingen 128model attributen 131plattegrond attributen 129

Wand-instellingdialoogvenster 127

Wanden~ & Daken 124~ & Deuren/ramen 124~ & kolommen 141~ & Vloeren 124~ tekenen 124~ verbinden 126afknippen van ~ tot daken 307arceringspatronen 108Constructie methoden 127creëren in 3D 88

Page 501: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

501

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

cursor snap in 3D 83definitie 124Deuren en ramen invoegen 126dikte 128gecentreerde uitgelijnde ~ 129Geometrische methoden 124hoogte 128hoogte van ~ 128kruisingen van ~ 135meerlaagse arceringen voor ~ 362offset 129openingen in ~ 137Oppervlakte materialen 131oprekken ~ 136oprekken ~ met markeringen 121orientatie iconen 127penkleur 130polygonen creëren van ~ 70polygoon type ~ 70samenvoegen 133schaal 22splitsen van ~ 135technieken 133uitbreiden van ~ 136verbindingsproblemen 134

Wanden aanpassen 136Ware grootte

~ opdracht (menu Beeld) 15, 441~ opdracht menu Beeld 21

Wavefront~ bestanden 262, 450

Weergave~ opdracht (menu Opties) 335, 361

Weergave helderheid 408Werken in het 3D venster 80Werkkopie

~ archief(TeamWork) 262~ van het Project (TeamWork) 262opslaan van een ~ (TeamWork) 268

Werkplaatsonderdelen van de ArchiCAD~ 7

Wissen 77~ opdracht (menu Bewerken) 77, 104, 298~ van ongewenste elementen 77~ van verdieping 346~ van zonecategorie 371

Wissen van elementen in doorsnede/aanzichtvenster 298

Wissen van elementen in doorsneden/aanzichten 79

WMFinvoegen van ~ bestanden 265opslaan van 3D venster in ~ formaat 268

Z

Zet staddialoogvenster (3D Projectie-instelling) 387

Zijaanzichten 388Zoek selectie

~ opdracht (menu Bewerken 320Zoeken & Selecteren

~ opdracht (menu Bewerken) 299Zoeken & selecteren

~ opdracht menu Bewerken 41Zoeken & vervangen

~ opdracht (menu Bewerken) 320Zon 385, 389

~ lichtparameters 386~ voor animatie 251

Zon beweegt met camera~ voor VR Objecten 254

Zon sudie creeren~ opdracht (menu 3D weergave) 416

Zonder middelpunt constructie methode~ voor radiaaldimensionering 197

Zonder pijlkopjes constructie methode~ voor bogen 235

Zonder pijltjes methode~ voor lijnen 229

Zonedefinitie methoden 219

Zone Categorieën 218~ opdracht (menu Berekenen) 370maken van ~ 371

Zone Polygonen~ in weergave opties 338

Zone Stempeldefault parameters 371

Zone-arcering 218Zone-gereedschap 217Zone-instelling 220Zonelijst 433

~ venster 13, 218complexiteit 433filters 433formaat 434formaten voor het opslaan van ~ 269gerelateerde constructies 434

Zonelijst creëren~ opdracht (menu Berekenen) 435

Zones 70, 449~ en tekenvolgorde 48actualiseren van ~ 331categorie code 370categorie kleur 370

Page 502: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

502

Index

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

categorie naam 370categorieën 220hoogte en niveau 221naam en nummer 221parameters 221Stempelvoorbeeld 220technieken 222verplaatsen van openingen in ~ 72zone Stempel 370Zone stempel tekstgrootte 221

Zones actualiseren~ opdracht (menu Gereedschappen) 331

Zonestempel 218Zonstudie

bekijken en opslaan van ~ 417Zoom

~ bestanden 262, 450Zoom In 15Zoom Level

~ button 15Zoom niveau

~ knop 441Zoom Uit 15Zoominstelling

opslaan in ~ in snelposities 37Zwaartekracht 32

~ in gereedschap-instellingen 105~ knoppen 23~ wanden 128aanzetten van de ~ 32elementen op een dak plaatsen 32elementen op een vloer plaatsen 32elementen op het nulpunt plaatsen 32

Zwevende paletten 16~ opdracht (menu Venster) 442

Page 503: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

i

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Inhoud

Introductie 1

Nieuwe functies in Versie 6.0 _________________________________________________ 2Modelleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23D Bewerking en Navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32D Produktiviteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3Geavanceerde berekeningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6

Hoofdstuk 1: De ArchiCAD Werkplaats 7

Meer dan een tekentafel: de Virtuele Bouwplaats ______________________________ 7Opstart dialoogvenster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8Constructie en Beeld vensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8

Het Plattegrondvenster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9Het 3D Venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10Doorsnede/aanzicht vensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11Modelvensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

Bibliotheekelementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12Berekeningsvensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12Hulpvensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13

Het Projectaantekeningen venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13Het Project voorbeeld venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13Het Rapport venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14Het Ontbrekende bibliotheekelementen vensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Andere Componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15De Menubalk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15Beeldbalk sneltoets iconen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

Zwevende paletten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16Gereedschappenbalk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16De Coördinatenbox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16De Controlebox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16De Infobox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17Het Snelpositie Palet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18Het 3D Navigatie Palet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18

Page 504: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

ii

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoofdstuk 2: Basisconcepten 19

Schalen ____________________________________________________________________ 19Schaal en Resultaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

De Schaal-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

De Coördinatenbox ________________________________________________________ 23Nulpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

Gebruikersnulpunt maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

De Coördinaten invoervelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25Afstanden meten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25Numerieke Coördinaten Invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26

Het Raster Systeem _________________________________________________________ 28Rastersnap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28Definiëren van de Rasters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Constructieraster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29Magneetraster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29Instellen van een Gedraaid Raster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30

Besturing van de Rasters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31Tekenen zonder het Rastersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31

Hoogte en Zwaartekracht ___________________________________________________ 32

Weergave van Beeld/Vensters _______________________________________________ 33Verdiepingen en Lagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33Het Snelpositiepalet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34

Versleep en plaats __________________________________________________________ 38Data overzetten in verschillende Venstertypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38

Verslepen en plaatsen van tekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38Verslepen en plaatsen van plaatjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39Verslepen en plaatsen van ArchiCAD Bibliotheekelement bestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39Verslepen& plaatsen van Plattegrond elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40

Selectie ____________________________________________________________________ 40Selectie Methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40Selectie & Markeerpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41Selectie & Lagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41Selectie en Geblokkeerde elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42

Elementen groeperen ______________________________________________________ 42Groepen inactief maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43Groep hiërarchie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43Groepen en Lagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43

Volgorde van Tekenen ______________________________________________________ 44Standaard Stapel volgorde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44Eigen stapel volgorde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45

Weergave volgorde en afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48

Page 505: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

iii

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoofdstuk 3: Constructie technieken 49

Plattegrond constructie _____________________________________________________ 49Infobox functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50

Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51

De Controlebox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52Relatieve constructie methode iconen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52Cursorsnap varianten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57De knop groepen inactief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58Het Toverstaf-gereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58Speciale Snappunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60De Aanwijzingenbox . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60

Cursorsnap bereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61Automatisch maken van Markeerpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61

Muisbegrenzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63Coördinatenbegrenzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63Hoekparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63Beschikbare knopen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67Hoekparen of Coördinaatbegrenzing? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68

Bewerken van polygonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70Tekenen van polygoon contouren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70Openingen Maken in Polygonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71

Een Polygooncontour Veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72Polygoonranden bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73

Polygonen en Markeergebieden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76Splitsen van Polygonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77Cursorvormen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77Fouten herstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .77

Andere methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77

Doorsnede/aanzicht vensters _______________________________________________ 78Model vensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78Tekening vensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79Selectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79Bewerken in een doorsnede/aanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80Doorsnede/aanzicht opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80

Werken in het 3D venster ___________________________________________________ 80Basis regels voor het bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80

De Gereedschappen en het 3D venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81Het gebruikersnulpunt in 3D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81Bewerken in het 3D Navigatie Palet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82Cursor snap en selectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83

Nieuwe elementen maken in 3D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86

Page 506: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

iv

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86Elementen creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87

Bewerken van bestaande elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88Bewerken met het pijl-gereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88Bewerken met de Menu opdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90Het bewerken van Polygoon elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90

Het 3D Navigatie palet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91Navigatie principes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91Navigatie in perspectief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92Navigatie in Axonometrie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94Animatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95

Hoofdstuk 4 97

Het ArchiCAD gereedschap 97

De Gereedschappen ________________________________________________________ 97Gereedschapsgroepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98Beschikbaarheid van het gereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98Gereedschap Activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99Gereedschaps-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99

Dialoogvensters Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100Default Gereedschaps-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100Instellingen voor Bestaande Elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101Parameter Overdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102Tekst- & Numerieke velden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103

Gemeenschappelijke elementen ____________________________________________ 104Algemene instellingen en Attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104

Verticale hoogte velden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104Zwaartekracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105Voorbeeld gebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105De knoppen OK & Annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107Parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107Plattegrond en Doorsnede Attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108Penkleur Palet & Veld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108Lijnen Palet & Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108Arceringspatroon Palet & Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108Model Attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109Materiaal Pop-up menu’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109Tot Dak afknippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110Lijstattributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110ID (Identificatienummer) Veld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111

Bewerken van Gereedschaps Attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112

Page 507: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

v

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Pijl-gereedschap___________________________________________________________ 113Pijl-gereedschap technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113

Elementen Selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113Oprekken & Krimpen van Elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115Elementen Verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116Pijl Sneltoets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116

Markeer-gereedschap ______________________________________________________ 116Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117Markeringen Tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117

Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117

Selectie Criteria . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119Deselecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120

Markeer-gereedschap Technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121Oprekken van Polygonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121Andere Bewerkingen met een Markering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1223D Details met het Markeer-gereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123Werken met Figuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123

Het Wand-gereedschap ____________________________________________________ 124Wanden Tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124

Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124De Referentielijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127

De Wand-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128Hoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128Wanddikte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128Wand Offset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129Plattegrond Attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129Meerlaagse arceringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129Penkleuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130Model attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131Oppervlakte Materialen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131

Wand Technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133Wanden Samenvoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133Verbindingen maken uit Wandkruisingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135Wanden Splitsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135Wanden aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136Openingen Maken in Wanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137Gebogen Wanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137Afgeschuinde Wanden Maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138

Kolom-Gereedschap _______________________________________________________ 138Kolommen Tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139

Geometrische Methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139Constructie Methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139

Page 508: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

vi

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Kolom-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140Algemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140Plattegrond en doorsnede attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141

Kolommen en Wanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141Niet-Omwikkelde Kolommen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141Omwikkelde Kolommen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142

Kolommen in 3D aanzichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143

Deur & Raam-Gereedschap _________________________________________________ 145Deuren en Ramen Tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145

Eenvoudige Openingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146Deuren en Ramen in een Wand Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147Lokaties van Openingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147Constructie Methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148Raam- en Deur-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150Agemene instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150Parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152Plattegrond en doorsnede attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152Model attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153Deuren en Ramen Tonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154

Deur en Raam Technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154Openingen Oprekken en krimpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155Openingen Spiegelen en Roteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155Openingen Vermenigvuldigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156

De Object- en Lamp-gereedschappen _______________________________________ 156Objecten Positioneren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157Object markeerpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157

Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158Parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159

Object technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160Objecten oprekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160

Vloer-gereedschap_________________________________________________________ 162Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162Vloer-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162

Algemene-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163Dikte en Niveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163Plattegrond en Doorsnede attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163

Vloer technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163Vloeren selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163Vloeren Integreren met Wanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164

Het Dak-gereedschap ______________________________________________________ 164Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164

Page 509: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

vii

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Simpele Daken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165Spillijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165

Complexe Daken Tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166Koepelvormige Daken Tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167Gebogen Daken Tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168Dak-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169

Algemene-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169Niveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169Dakhelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170Dikte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170Plattegrond en doorsnede attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170Model attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171

Dak technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171Daken selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171Dakniveau´s bepalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1713D Dakverbindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172Constructie elementen tot Dak afknippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174

Het Mesh-gereedschap _____________________________________________________ 176Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177Meshes tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177

Basisvlak & Randen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178

Mesh-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179Algemene-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179Plattegrond en doorsnede attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179Model attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180

Mesh technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180Bewerken van de hoogte van knopen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180

Dimensionering-gereedschap ______________________________________________ 181Dimensioneringsketen componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181Dimensioneringen Tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183

Dimensioneerbare Elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 183Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184Annuleren & Bevestigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184Referentiepunten verwijderd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185

Dimensionerings-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185Markeersymbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186Dimensioneringsstijl . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186Hulplijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186Statische Dimensionering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187Dimensioneringsopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187

Dimensioneringstekst-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188

Page 510: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

viii

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Dimensionering technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189Dimensionering van Wand diktes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189Overlappende Punten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189Een Dimensioneringsketen Bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190Dimensioneringspunten toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 192Dimensioneringspunten verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193Dimensioneringsketens samenvoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194Automatische Wanddikte Dimensionering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194De Hulplijnlengte handmatig instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195

Radiaaldimensionering ____________________________________________________ 196Radiaaldimensioneringen tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196

Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197

Radiaaldimensionerings-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197Labeloriëntatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197Voorvoegsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197

Radiaaldimensionerings technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198Verslepen van Radiaaldimensioneringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198Centrum van gebogen elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198

Niveaudimensionering (plattegr.) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198Niveaudimensioneringen (tekening) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198

Het Plaatsen van Niveaudimensionering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199Associativiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199

Niveaudimensionerings-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199Markeersymbool rotatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199De Stijl van het Markeersymbool . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200Niveaudimensioneringstekst kader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200

Niveaudimensionerings technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200Hoogtedimensionering (Doorsn.) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200Geometrische Methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201Hoogtedimensionerings-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202

Specificaties van het Markeersymbool . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202De Stijl van het Markeersymbool . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202

Hoogte dimensioneringstechnieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202Hoogtedimensioneringen bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203Het Plaatsen van Hoogtedimensioneringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203

Hoekdimensioneringen ____________________________________________________ 204Hoekdimensioneringen tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205

Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205

Hoekdimensionerings-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206Tekst Plaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207Tekstoriëntatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207

Tekst-gereedschap _________________________________________________________ 208

Page 511: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

ix

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Tekstblokken Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208Kadervullende Teksten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208Doorlopende Teksten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 208

Tekst-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209Lettertype, Stijl & Grootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209Tekst Richting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210Regel tussenruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210Plaatsing & Ankerpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210

Weergave Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211Tekst technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211

Het Selecteren van Tekstblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211Het Vervormen van Tekstblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211Tekst binnen Tekstblokken bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212

Het Label-gereedschap _____________________________________________________ 213Labels Plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213

Automatische-Labels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214Eigen gemaakt Labels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214

Label-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215Labeltype . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216Labeltekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217

Label Technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217

Zone-gereedschap _________________________________________________________ 217Zone Definitie Methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219Zone-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220

Categorieën en Stempel Voorbeelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220Zone Naam en Nummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221Hoogte, Niveau en afwerkvloer Dikte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221Parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221

Zonetechnieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 222

Arcerings-gereedschap ____________________________________________________ 223Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223Toevoeging van oppervlakte Tekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224Arcerings-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 224

Arceringspatronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 225Arceringen met of zonder kader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226Arcerings Oriëntatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226

Arceringstechnieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226Een Blanco Arcering toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226

Lijn-gereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227Lijn-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228

Pijlkopjes-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229

Page 512: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

x

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Lijn technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229Middenpunt van een Lijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229Verbinden, Hoek Afronden/Afschuinen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229

Cirkel/boog-gereedschap __________________________________________________ 229Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 230Cirkel/Boog-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234

Pijlkopjes-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235

Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235Cirkel/Boog Technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235

Verslepen-Bewerken van Cirkels en Bogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235

Curve-gereedschap ________________________________________________________ 236Geometrische methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236Constructie methoden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238Curve-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238

Open en Gesloten Curves . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238Pijlkopjes-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239

Curve technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239Het Verslepen van Curves . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239Het Bewerken van Curves . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 239

Markeerpunt-gereedschap _________________________________________________ 240Markeerpunten tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240Markeerpunt-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240

Lagen & Pennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240

Doorsnede/aanzicht-gereedschap __________________________________________ 241Het plaatsen van Doorsnedelijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241Doorsnede/aanzicht-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242

Pennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242Lijntypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242Pijlkopjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243Lettertype & Grootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243Horizontale begrenzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243Verticale begrenzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243Naam & Referentie ID . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243Elementen knippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244

Doorsnede/aanzicht technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244Het Selecteren van Doorsnede/aanzichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244Het Aanpassen van Doorsnedelijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244Het Aanpassen van de Doorsnede Diepte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244Het Bekijken/Bewerken van de Doorsnede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245

Camera-gereedschap ______________________________________________________ 245Camera typen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245

Page 513: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

xi

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Perspectief Beelden en Animatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246Het Plaatsen van een Camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246Animatie definiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246Camera-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247Het Bekijken van het Camera Beeld in 3D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 251Camera technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252

VR Objecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252Het Bepalen van een VR Object . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252VR Object-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253VR Object technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 254

VR Scènes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255Panoramische Camera plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 255Het Bepalen van VR Scènes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 256VR Scènes creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257VR Scène-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257VR Scène technieken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 257

Hoofdstuk 5 259

De Menu Opdrachten 259

Het Menu Bestand _________________________________________________________ 259Nieuw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259

Nieuw en Reset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260

Openen... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260Bestanden in ArchiCAD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260Openen van bestanden over een netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 263

Invoegen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 264Het Invoegen van een ander Project . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 264Modules . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 265Het Invoegen van afbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 265

Sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267Opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267Opslaan als... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 268

Opslaan van Solo projecten en Werkkopieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 268Bestandsformaten voor 3D Venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 268Bestandsformaten Doorsnede/aanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269Opslaan van Modellen/Afbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269Calculaties opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269Wat wordt opgeslagen in de Andere Bestandsformaten? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269

Opslaan Speciaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273Archief… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 273Hotlinks… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274

Project Info… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276

Page 514: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

xii

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Nieuw bibliotheekelement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276Bibliotheekelement openen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276Bibliotheken activeren… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276Digitizer-instelling… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278

Tekenschaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278Bepaal Afstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279Bepaal Nulpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279Azimut Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279Graphisoft Driver/Manufacturer’s Driver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279Configureren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280Connectie poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280

Zet Digitizer Aan/Uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281Plot-instelling… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281

Een Plotter selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281Configureren van de Plotter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283Connectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284DIP schakelaars . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286Spool Folder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286Lettertype Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287

Plotten… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288Plotten d.m.v. een Spoolmap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289PlotMaker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290

Pagina-instelling… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290Afdrukken… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290

Afdrukgebied & Rasters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291Afdruk Schaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291Tekst Grootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291

Recente Documenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292Afsluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292

Het Menu Bewerken _______________________________________________________ 293Ongedaan maken/Opnieuw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293Herhalen laatste opdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294Knippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294

Het Knippen uit Doorsnedes/aanzichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294

Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295Het Kopiëren vanuit Doorsnede/aanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295Kopiëren vanuit het 3D Venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295

Plakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297Het Plakken van Plattegrond Elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297Het Plakken uit Doorsnedes/aanzichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297Plakken vanuit andere Applicaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298

Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298Alles Selecteren... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 298

Page 515: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

xiii

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Zoeken & Selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299Oprekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300

Oprekken van Deuren & Ramen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301Oprekken met het Markeer-gereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 301Limitaties voor het Oprekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302

Verschalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302Splitsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303Aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304Klik wand om te splitsen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305Klik om te knippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305Afknippen tot dak... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305Verslepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308

Beperkingen van het verslepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 309

Roteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310Openingen Roteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310

Spiegelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311Openingen Spiegelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312

Kopie verslepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312Kopie Roteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312Kopie Spiegelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313Verhogen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 313Vermenigvuldigen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 314Selectieset Bewerken… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 317Gereedschaps-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319Het menu Bewerken voor Tekstvensters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319Tekst Stijl… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319

Tabs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320Lettertype & grootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320

Zoeken & vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320Zoek Selectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320Opnieuw zoeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320Opnieuw vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321Ga naar regel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321Commentaar/Geen commentaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321Inspringing vergroten/verkleinen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321Script nakijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322Debugger openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 322

Het Menu gereedschappen _________________________________________________ 323Groeperen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323Degroeperen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323

Page 516: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

xiv

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Groepen inactief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 323Automatisch groeperen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 324Vooraan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 324Naar voren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 324Naar achteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 324Achteraan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 324Herstel standaard volgorde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 324Blokkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 325Deblokkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 325Alle elementen deblokkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 325Patch genereren… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 325Toverstaf-instelling… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 326

Benadering Methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 327

Exploderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 328Lijn Extra's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 328

Afronden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329Afschuinen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329Hoek maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329Dakniveau Lijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 329

Labels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330Automatische-Labels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330Labels plaatsen en verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331

Zones actualiseren… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 331Add-On laden… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333

Het Menu Opties __________________________________________________________ 334Plattegrondschaal… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 334Weergave… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335Nette wandverbindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335

Dak Spillijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 336Arceringshendels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 336Tekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 336Figuur hendels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 336Doorsnede diepte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 336Lijndikte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337Constructie arceringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337Polygoon Arceringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337Deuren en Ramen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337Zone Polygonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 338

Standaard beeld & rasters… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 338Constructieraster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 338Magneetraster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 339Achtergrond, Rasterlijnen & Detail . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 339

Page 517: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

xv

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Rastersnap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 340Tijdelijke & Uitgeschakelde Snap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 341

Raster weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 341Nette wandverbindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 341Verdiepingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 343

Verdieping-instelling… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 343Eén verdieping omhoog en Eén omlaag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 346Ga naar verdieping... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 346De Verdiepingenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 347

Lagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 347Laag-instellingen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 347Toon alle lagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 351Namen van lagensets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 351

Pennen & Kleuren… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 351Pennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 352Kleuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 352Pendiktes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 352

Lijntypen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 354Lijntypen creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 354Het wissen van een Lijntype . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 356De schaal voor lijntypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 356

Arceringstypen... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 357Aangepaste arceringen creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 357Bitmap patronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 358Vectoriële Patronen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 358Symboolarceringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 360Beschikbaarheid van arceringspatronen voor Gereedschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 361Arceringsweergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 361Het Plotten van Arceringens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 361

Meerlaagse arceringen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 362De lijst met Meerlaagse arceringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 362Definiëren van lagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 363

Materialen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 363Dupliceren, hernoemen & wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 364Materialen bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 364Geavanceerd… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 365Reflectie Attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 366Transparantie Attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 366Emissie Attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3673D Arceringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 367Textuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 367

Zone-categorieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 370Zone-categorieën creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 371Zone-categorieën wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 371

Page 518: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

xvi

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Default parameters van Zone-stempels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 371

Voorkeuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 372Tekeneenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 372Dimensioneringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 373Muisbegrenzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 374Geprojecteerde elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 375De 3D en lijst berekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 375Databeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 377Overig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 379

Menu sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 382

Het Menu 3D-weergave ____________________________________________________ 383De 3D projectie-instelling… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 383

Perspectief-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 383Parallelle projectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 388

Items selecteren… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 391Weer te geven verdiepingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 392Element typen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 392Markeer effect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 392

3D Venster-instellingen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3923D Snijvlakken… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 396

Snijvlakken instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 396Snijvlakken & Randen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 397

3D Snijvlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 398Blokmodel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 399Draadmodel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 399Verborgen lijnmodel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 399Beschaduwd model . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 399Fotorendering-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 400

Effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 401Beeldgrootte & achtergrond . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 405Helderheid & deelberekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 408Geheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 410

Fotorendering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 410Creëren… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 411

Animatie… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 411VR Object Filmpje Creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 414VR Scène Creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 414

Zon Studie creëren… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 416Datum instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 417Het op scherm bekijken en opslaan van de Zon Studie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 417

Het menu Berekenen ______________________________________________________ 418Nieuwe eigenschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 418

Page 519: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

xvii

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Eigenschappen bewerken… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 418Parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 418Lokale Componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 419Lokale beschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 419

Criteria… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 420Componenten… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 422Omschrijvingen… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 423Sleutels… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 424Eenheden… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 425

Algemene Database regels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 426

Stuklijst-instelling… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 427Element Lijsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 428Componentenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 432Zonelijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 433

Element-, Component-, Zonelijst creëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 435Attributen registreren door . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 435

Het Menu Beeld ___________________________________________________________ 436Hertekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 436Herberekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 436

Het Herberekenen van het 3D venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 436Herberekenen model . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 437Herberekenen tekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 437

Doorsnede/Aanzicht loskoppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 437Doorsnede/Aanzicht vernieuwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 437Alle Modellen herberekenen/Alle tekeningen vernieuwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 438Inzoomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 438Uitzoomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 438Verschuiven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 440Op selectie inzoomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 440Pas in venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 440Ware grootte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 441Volledig scherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 441Standaard beeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 441Huidig beeld als standaard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 441

Het Menu Venster _________________________________________________________ 442Zwevende paletten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 442

Paletvormen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 442Toon & Verberg Paletten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 443

Vensterlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 443

Page 520: ArchiCAD 6.0 Referentie handboek - users.skynet.beusers.skynet.be/bert.nijs/Download/Handboeken_6.0_NL/AC 6.0... · 3. Introductie ArchiCAD 6.0 Referentie handboek. deze twee type

xviii

Inhoud

ArchiCAD 6.0 Referentie handboek

Hoofdstuk 6: De ArchiCAD bibliotheek 445

Bibliotheken in ArchiCAD _________________________________________________ 445Bibliotheekbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 445Verplaatsen van Bibliotheek elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 445Bibliotheek opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 446Bibliotheek & het Archief bestandsformaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 447Ontbrekende bibliotheekelementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 447Plaatsen van bibliotheekelementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 448

Bibliotheekelement typen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 449Het Bibliotheekelement hoofdvenster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 450Componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 456Omschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 458Speciale Attributen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 461Parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 462Bibliotheekelementen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 469

Berekeningen _____________________________________________________________ 469Eigenschap data structuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 470

Eigenschap objecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 470Component- en Omschrijvings data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 470Eigenschappen van Constructie elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 470

Berekeningslijst-instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 471Lijst inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 472Lijst lay-out . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 472

Berekeningen exporteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 472

Appendix A 473

Cursorvormen ____________________________________________________________ 473

Appendix B 476

Externe editor voor Bibliotheekelementen __________________________________ 476

Index 479