woordenlijst / መዝገበ ቃላት taalcompleet a1 · 2015. 11. 27. · woordenlijst nederlands...
Post on 24-Jan-2021
51 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
Nederlands
Tigrinya ትግርኛ
1.1 Woorden de baby, de baby’s ህጻን
hij ንሱ
ik ኣነ
ja እወ
jij ንስኻ/ኺ
jullie ኩሉኹም/ኽን
het kind, de kinderen ቆልዓ
de naam, de namen ስም
nee ኣይፋል
wij ንሕና
zij (één) ንሳ
zij (meer) ንሳቶም
1.2 Woorden
acht ሸሞንተ
drie ሰለስተ
één ሓደ
negen ናተይ
nul ዜሮ
het nummer, de nummers ቁጽሪ
tien ዓሰርተ
twee ክልተ
vier ኣርባዕተ
vijf ሓሙሽተ
zes ሽዱሽተ
zeven ሸውዓተ
1.3 Woorden
de arm, de armen ቅልጽም
de auto, de auto’s መኪና
het been, de benen እግሪ
de boot, de boten ጃልባ
Woordenlijst / መዝገበ ቃላት TaalCompleet A1
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
de buik, de buiken
de bus, de bussen ኣውቶቡስ
de fiets, de fietsen ብሽክለታ
de hand, de handen ኢድ
het lichaam, de lichamen ኣካል
de rug, de ruggen ድሕሪት
de trein, de treinen ባቡር
de voet, de voeten ጻዕዳ እግሪ
1.4 Woorden
groot / grote ዓቢ
het haar ጸጉሪ
het hoofd, de hoofden ርእሲ
kaal / kale
klein(e) ንእሽቶይ
de mond, de monden ኣፍ
de neus, de neuzen ኣፍንጫ
het oog, de ogen ዓይኒ
het oor, de oren እዝኒ
recht(e) ትኽ ዝበለ
rond(e) ክቢ
de tand, de tanden ስኒ
1.5 Woorden
de bal, de ballen ኩዕሾ
de broek, de broeken ስረ
de euro, de euro’s ዩሮ
het gat, de gaten ቀዳድ
het geld ገንዘብ
de jas, de jassen ካቦት
de kleren ክዳውንቲ
het pak, de pakken ባድላ
de ring, de ringen ቀለበት
de rok, de rokken ጎና
de tas, de tassen ቦርሳ
de trui, de truien ጎልፎ
1.6 Woorden
de gum, de gummen መደምሰስ
het kruisje, de kruisjes ምልክት
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
de letter, de letters ደብዳበ
de lijn, de lijnen ሕንጻጽ
de map, de mappen ማሕደር
de pen, de pennen ፒሮ
het plaatje, de plaatjes ስእሊ
het potlood, de potloden ርሳስ
de punt, de punten ነጥቢ
het rondje, de rondjes ክቢብ
het woord, de woorden ቃል
de zin, de zinnen ምሉእ ሓሳብ
1.7 Woorden
het antwoord, de antwoorden ግብረ መልሲ
het dak, de daken ናሕሲ
de deur, de deuren ማዕጾ
het huis, de huizen ገዛ
de kamer, de kamers ክፍሊ
de muur, de muren መንደቕ
het raam, de ramen ፍኒስትራ
de straat, de straten ጎደና
de streep, de strepen ጭግራፍ
de trap, de trappen መደያይቦ
de tuin, de tuinen ጀርዲን
de vraag, de vragen ሕቶ
1.8 Woorden
de bank, de banken ነዊሕ ዓራት
het bed, de bedden ዓራት
het bot, de botten ዓጽሚ
het dier, de dieren እንስሳ
de hond, de honden ከልቢ
de kat, de katten ድሙ
de klok, de klokken ሰዓት
de koe, de koeien ላም
het mens, de mensen ወድ ሰብ
de pot, de potten ዕትሮ
de stoel, de stoelen ወንበር
de tafel, de tafels ጣውላ
2.1 Woorden
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
het boek, de boeken መጽሓፍ
de brief, de brieven ደብዳበ
de broer, de broers ሓው
de computer, de computers ኮምፒተር
de dochter, de dochters ውላድ ጓል
de krant, de kranten ጋዜጣ
de moeder, de moeders ኣደ
de puzzel, de puzzels
de tv, de tv’s ተልቪዝን
de vader, de vaders ኣቦ
de zoon, de zonen / zoons ውላድ ወዲ
de zus, de zussen ሓፍቲ
2.2 Woorden
het adres, de adressen ኣድራሻ
de agenda, de agenda’s ኣጀንዳ
de avond, de avonden ኣጋ ምሸት
de dag, de dagen መዓልቲ
de datum, de datums ዕለት
fout(e) ጌጋ
goed(e) ቅኑዕ
het jaar, de jaren ዓመት
de maand, de maanden ወርሒ
de middag, de middagen ድሕሪ ቀትሪ
de ochtend, de ochtenden ንግሆ
de week, de weken ሰሙን
2.3 Woorden
de banaan, de bananen ባናና
de boter ጠስሚ
het brood, de broden ባኒ
drinken, dronk(en), hebben gedronken ክትሰቲ
eten, at(en), hebben gegeten ናብ ሻሂ
het ijsje, de ijsjes ኣይስ ክሬም
de kool, de kolen ካውሎ
de pap ገዓት
de sla ሰላጣ
de soep, de soepen ጸብሒ
de tomaat, de tomaten ኮሚደረ
de ui, de uien ሽጉርቲ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
2.4 Woorden
de boer, de boeren ሓረስታይ
de dokter, de dokters ሓኪም
het feest, de feesten በዓል
de jongen, de jongens ወዲ
de man, de mannen ሰብኣይ
de markt, de markten ዕዳጋ
het meisje, de meisjes ጓል
de pil, de pillen ከኒና
de post ልኡኽ/ሰሊዳ
de tandarts, de tandartsen ሓኪም ስኒ
de vrouw, de vrouwen ሰበይቲ
het ziekenhuis, de ziekenhuizen ሕክምና
2.5 Woorden
het bad, de de baden ባኞ
beneden ታሕታይ ደርቢ
boven ላዕላይ ደርቢ
de douche, de douches ምሕጻብ
leeg / lege ጥርሑ
min ዝጎደሎ
plus ዝተደመሮ
schoon / schone ጽሩይ
veel ብዙሕ
vies / vieze ረሳሕ
vol(le) ሙሉእ
weinig(e) ቁሩብ
2.6 Woorden
het goud ወርቂ
het hout ዕንጨይቲ
het ijs በረድ
de lucht, de luchten ሰማይ
de regen ዝናብ
de steen, de stenen እምኒ
het vuur, de vuren ሓዊ
het water ማይ
het weer ኩነታ ኣየር
de wind, de winden ንፋስ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
de wolk, de wolken ደመና
het zand ሑጻ
2.7 Woorden
het blad, de bladeren ቆጽሊ
de bloem, de bloemen ፍዮሪ
de boom, de bomen ገረብ
het bord, de borden ብያቲ
koud(e) ዝሑል
de lepel, de lepels ማንካ
het mes, de messen ካራ
de pan, de pannen ድስቲ
het park, de parken መናፈሻ
ver(re) ርሑቕ
de vork, de vorken ፋርኬታ
warm(e) ምዉቕ
3.1 Woorden
diep(e) ዓሚቕ
hangen, hing(en), hebben gehangen ክትሕነቕ
helpen, hielp(en), hebben geholpen ክትሕግዝ
de informatie ሓበሬታ
kijken, keek, keken, hebben gekeken ክትዕዘብ
lezen, las, lazen, hebben gelezen ከተንብብ
licht(e) ፈኪስ
luisteren, luisterde(n), hebben geluisterd ክትሰምዕ
praten, praatte(n), hebben gepraat ክትዛረብ
schrijven, schreef, schreven, hebben geschreven ክትጽሕፍ
typen, typte(n), hebben getypt ክትጽሕፍ
zwaar / zware ከቢድ
3.2 Woorden
achter ብድሕሪት
bellen, belde(n), hebben gebeld ክትድውል
de groep, de groepen ጉጅለ
in ኣብ ውሽጢ
naast ኣብ ጥቓ
onder ኣብ ትሕቲ
op ኣብ ላዕሊ
over ኣብ ርእሲ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
rijden, reed, reden, hebben/zijn gereden ክትዝውር
tussen ኣብ ሞንጎ
voor ኣብ ቅድሚት
wonen, woonde(n), hebben gewoond ከተንብር
3.3 Woorden
betalen, betaalde(n), hebben betaald ክትከፍል
de boodschappen ደዃኹን
duur / dure ክቡር
horen, hoorde(n), hebben gehoord ክትሰምዕ
kopen, kocht(en), hebben gekocht ክትገዝእ
kosten, kostte(n), hebben gekost ምትማን
lekker(e) ምቁር መግቢ
de prijs, de prijzen ዋጋ
verkopen, verkocht(en), hebben verkocht ንምሻጥ
de verkoper, de verkopers ሸያጢ
de winkel, de winkels ድኳን
zien, zag(en), heben gezien ንምርኣይ
3.4 Woorden
de baan, de banen ስራሕ
de baas, de bazen ሓለቓ
het bedrijf, de bedrijven ዋኒን
hallo ሄሎ
heten, heette(n), hebben geheten ክትስመ ከሎኻ
hoi ከመይ
langzaam / langzame ብዘገምታ
open ክፉት
snel(le) ብቕልጡፍ
tot ziens ቻው
het werk ዕዮ
werken, werkte(n), hebben gewerkt ምስራሕ
3.5 Woorden
beter(e) ዝሓሸ
geven, gaf, gaven, hebben gegeven ምሃብ
jong(e) መንእሰይ
krijgen, kreeg, kregen, hebben gekregen ምቕባል
liggen, lag(en), hebben gelegen ምግምሳስ
lopen, liep(en), hebben/zijn gelopen ምግጉዓዝ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
naar ኣብ
oud(e) ኣረጊት
de pijn, de pijnen ቃንዛ
staan, stond(en), hebben gestaan ክትትንስእ
ziek(e) ሕሙም
zitten, zat(en), hebben gezeten ኮፍ ክትብል
3.6 Woorden
ander(e) ካልእ
het begin መጀመርታ
binnen ኣብ ውሽጢ
buiten ኣብ ደግ
de buurt, de buurten ኣከባቢ
het eind መወዳእታ
moe ደኺሙ
nieuw(e) ሓድሽ
oud(e) ኣረጊት
de plaats, de plaatsen ከተማ
slapen, sliep(en), hebben geslapen ክትድቅስ
het voorbeeld, de voorbeelden ንኣብነት
3.7 Woorden
het aantal, de aantallen ብዙሒ
alleen በይንኻ
blij(e) ሕጉስ
de foto, de foto’s ስእሊ
lachen, lachte(n), hebben gelachen ክትስሕቕ
na ድሕርኡ
de stad, de steden ከተማ
wassen, waste(n), hebben gewassen ክትሓጽብ
weten, wist(en), hebben geweten ክትፈልጥ
zoet(e) ምቁር
zout(e) ጨው
zuur / zure መጺጽ
3.8 Woorden
dubbel(e) ዕጽፊ
de juf, de juffen መምህር
de klas, de klassen ክፍሊ
het land, de landen ሃገር
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
de les, de lessen ኣርእስቲ
de school, de scholen ቤትምህርቲ
het slot, de sloten ምዕጻው
de sport, de sporten ስፖርት
de tent, de tenten ቴንዳ
de toets, de toetsen ፈተና
voetballen, voetbalde(n), hebben gevoetbald ምጽዋት ኩዕሾ እግሪ
de wereld, de werelden ዓለም
4.1 Woorden
doen, deed, deden, hebben gedaan ክትገብር
laat / late ደሓር
makkelijk(e) ቀሊል
moeilijk(e) ከቢድ
nu ሕጂ
om ኣብ
spelen, speelde(n), hebben gespeeld ክትጻወት
spreken, sprak(en), hebben gesproken ክትዛረብ
tot ክሳብ
het uur, de uren ሰዓት
vroeg(e) ብእዋኑ
vroeger(e) ኣቐዲሙ
4.2 Woorden
bekijken, bekeek, bekeken, hebben bekeken ክትርኢ
gisteren ትማሊ
kort(e) ሓጺር
lang(e) ነዊሕ
mooi(e) ጽብቕቲ
morgen ጽባሕ
de taal, de talen ቋንቋ
thuis ኣብ ገዛ
de vakantie, de vakantie በዓል
vanavond ሎሚ ለይቲ
vandaag ሎሚ መዓልቲ
vrij(e) ነጻ
4.3 Woorden
het contact, de contacten ርክብ
druk(ke) ጻዕቂ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
het gesprek, de gesprekken ዝርርብ
hoog / hoge ልዑል
het internet ኢንተርነት
laag / lage ትሕት
leren, leerde(n), hebben geleerd ክትመሃር
het probleem, de problemen ሽግር
stil(le) ህድኣት
tekenen, tekende(n), hebben getekend ክትስእል
vallen, viel(en), zijn gevallen ክወድቕ
de website, de websites ድሕረ ገጽ
4.4 Woorden
begrijpen, begreep, begrepen, hebben begrepen ክትርዳእ
de dood ሞት
half / halve ፍርቂ
iemand ገለ ሰብ
het leven, de levens ህይወት
moeten, moest(en), hebben gemoeten ክኸውን ዘለዎ
niemand ዝኾነ
de politie ፖሊስ
roken, rookte(n), hebben gerookt ከተትክኽ
slecht(e) ሕማቅ
zingen, zong(en), hebben gezongen ክትደርፍ
zorgen voor, zorgde(n), hebben gezorgd ክትከናኸን
4.5 Woorden
alles ኩሉ ነገር
gebruiken, gebruikte(n), hebben gebruikt ክትጥቀም
kiezen, koos, kozen, hebben gekozen ክትመርጽ
niks ዋላ ሓደ
noemen, noemde(n), hebben genoemd ክትሰሚ
printen, printte(n), hebben geprint ክትሓትም
de soort, de soorten ዓይነት
spellen, spelde(n), hebben gespeld ብትኽክል ፊደል ምጽሓፍ
sterk(e) ብርቱዕ
het stuk, de stukken ቁራስ
trekken, trok(ken), hebben/zijn getrokken ክትስሕብ
voorstellen, stelde(n) voor, hebben voorgesteld ከተላሊ
4.6 Woorden
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
anders ዝተፈላለየ
een beetje ምህራም
betekenen, betekende(n), hebben betekend ማለትካ
daar ኣብኡ
daarom ስለዚ
hetzelfde ሓደ ምዃን
hier ኣብዚ
de meter, de meters ሜትሮ
nat(te) ጥሉል
oké ሕራይ
roepen, riep(en), hebben geroepen ክትጭድር
zeggen, zei(den), hebben gezegd ክትብል
4.7 Woorden
bang(e) ፈርሐ
bedenken, bedacht(en), hebben bedacht ክትበለሓት
belangrijk(e) ኣገዳሲ
blijven, bleef, bleven, zijn gebleven ክትጸንሕ
de brand, de branden ሓዊ
gek(ke) ዕቡድ
jammer ርህራሀ
klaar ድሉው
koken, kookte(n), hebben gekookt ክትክሽን
het midden, de middens ማእከል
normaal / normale ንቡር
zoeken, zocht(en), hebben gezocht ከተናዲ
THEMA'S
1.1 Begrijpen wat je moet doen (1)
afmaken, maakte(n) af, hebben afgemaakt ክትውድእ
beantwoorden, beantwoordde(n), hebben beantwoord ክትምልስ
de betekenis, de betekenissen ማለት
de instructie, de instructies መምርሒ
de opdracht, de opdrachten መደብ ስራሕ
opschrijven, schreef, schreven op, hebben opgeschreven
ክትጽሕፍ
de tekst, de teksten ፍረ ነገር
het thema, de thema’s ቴማ
de uitleg መግለጺ
vinden, vond(en), hebben gevonden ክትረክብ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
1.2 Hallo!
dankjewel የመስግነካ
goedemiddag ከመይ ውዒልካ/ኪ
goedemorgen ከመይ ሓዲርካ/ኪ
goedenavond ከመይ ኣምሲኻ/ኺ
groeten, groette(n), hebben gegroet ሰላም ክትበሃሃል
hoi ከመይ
kennen, kende(n), hebben gekend ክትፋለጥ
ontmoeten, ontmoette(n), hebben ontmoet ክትራከብ
tegenkomen, kwam(en) tegen, zijn tegengekomen ክትጋጠም
voorstellen, stelde(n) voor, hebben voorgesteld ከተላሊ
de vriend, de vrienden ዓርኪ/መሓዛ
weggaan, ging(en) weg, zijn weggegaan ንደገ ምውጻእ
1.3 Wie ben je?
eenvoudig(e) ቀሊል
gouden ወርቃዊ
de honger ጥሜት
ingewikkeld(e) ዝተሓላለኸ
de meneer, de meneren ኣቶ
de mevrouw, de mevrouwen ወይዘሮ
het plan, de plannen መደብ
schitterend(e) ዘገርም
uitleggen, legde(n) uit, hebben uitgelegd ክትገልጽ
vertellen, vertelde(n), hebben verteld ክትነግር
vuil(e) ርስሓት
het werkwoord, de werkwoorden ግሲ
1.4 Begrijpen wat je moet doen (2)
aankruisen, kruiste(n) aan, hebben aangekruist ምልክት ቅኑዕ ክትገብር
doorstrepen, streepte(n) door, hebben doorgestreept ምልክት ጌጋ ክትገብር
het haakje, de haakjes ሓጹር
invullen, vulde(n) in, hebben ingevuld ክትመልእ
juist(e) ትኽክል
onderstrepen, onderstreepte(n), hebben onderstreept ከተስምር
typen, typte(n), hebben getypt ክትጽሕፍ
1.5 Het alfabet
het alfabet ፊደል
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
eerste መጀመርያ
de enkel, de enkels ዓካርዓካሪት
extra ተወሳኺ
de film, de films ፊልም
de groet, de groeten ሰላምታ
de hoofdletter, de hoofdletters ብዓብይ
het hoofdstuk, de hoofdstukken ምዕራፍ
laatste መወዳእታ
de manier, de manieren መንገዲ
het Nederlands ሖላንዳዊ
de quiz, de quizzen ፈተና
de tijd, de tijden ግዜ
de vorm, de vormen ቅጥዒ
1.6 Korte en lange klinkers
allemaal ኩሉ
beide(n) ክልቲኡ
de klinker, de klinkers ኣድማጺ
lijken op, leek, leken op, hebben geleken op ክትመስል
de medeklinker, de medeklinkers ተደማጺ
de paal, de palen ዓንዲ
de poot, de poten እግሪ
sommige(n) ቁሩብ
uitspreken, sprak(en) uit, hebben uitgesproken ከተድምጽ
het verschil, de verschillen ፍልልይ
verschillend(e) ዝተፈላለየ
de weg, de wegen ጽርግያ
1.7 De agenda
de afspraak, de afspraken ቆጸራ
de dinsdag, de dinsdagen ሰሉስ
de donderdag, de donderdagen ሓሙስ
de maandag, de maandagen ሰኑይ
de verjaardag, de verjaardagen ዕለተ ልደት
de vrijdag, de vrijdagen ዓርቢ
het weekend, de weekends መወዳእታ ሰሙን
de woensdag, de woensdagen ሮቡዕ
de zaterdag, de zaterdagen ቀዳም
de zondag, de zondagen ሰንበት
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
1.8 De familie Mulder
de familie, de families ስድራ
gezellig(e) ጥዑም
het kleinkind, de kleinkinderen ወዲ/ጓል ወድኻ/ጓልካ
de neef, de neven ወዲ ሓዊ/ሓፍቲ
de nicht, de nichten ጓል ሓዊ/ሓፍቲ
de oma, de oma’s ኣደ እኖ
de oom, de ooms ኣኮ/ሓወቦ
de opa, de opa’s ኣቦሓጎ
de ouder, de ouders ወለዲ
de tante, de tantes ኣሞ/ሓትኖ
trouwen, trouwde(n), zijn getrouwd ክትምርዖ
1.9 De, het, een
altijd ኩሉ ግዜ
opzoeken, zocht(en) op, hebben opgezocht ክትፍትሽ
precies ብትኽክል
sterk(e) ከቢድ
het woordenboek, de woordenboeken መዝገብ ቃላት
1.10 Kleuren
blauw(e) ሰማያዊ
bruin(e) ቡናዊ
donker(e) ጸሊም
geel / gele ብጫ
grijs / grijze ጨዓይ
groen(e) ቀጠልያ
de kleur, de kleuren ሕብሪ
licht(e) ፎኪስ
oranje ኣራንሾኒ
paars(e) ሊላ
rood / rode ቀይሕ
roze ጽገሬዳዊ
zwart(e) ጸሊም
2.1 Eten en drinken
de aardappel, de aardappels ድንሽ
het ei, de eieren እንቋቑሖ
het fruit ፍሩታ
de groente, de groentes ኣሕምልቲ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
de kaas, de kazen ፋርማጆ
de kip, de kippen ደርሆ
de koffie ቡን
de melk ጸባ
de rijst ሩዝ
de thee ሻሂ
de vis, de vissen ዓሳ
het vlees ስጋ
2.2 Ontbijt, lunch en avondeten
het avondeten ዝለዓለ
het glas, de glazen ብኬሪ
de lunch ምሳሕ
meestal መብዛሕትኡ
het ontbijt ቁርሲ
’s avonds ናይ ምሸት
’s middags ናይ ድሕሪ ቀትሪ
’s ochtends ናይ ንግሆ
de suiker ሽኮር
de wijn ወይኒ
2.3 Ik drink melk.
allerlei ኩሉ ዓይነት
helemaal ብፍጹም
nogal ብዝዓዘዘ
nooit ብፍጹም
samen ብሓባር
steeds ናይ መወዳእታ
vaak መብዛሕትኡ
vooral ብፍላይ
2.4 Aard-ap-pel
de bakker, de bakkers ሰንካቲ
de bloempot, de bloempotten ናይ ዕንባባ ባዞ
ongeveer ብገምጋም
de slager, de slagers መሸጢ ስጋ
de supermarkt, de supermarkten ሱፐር ማርከት
verdelen, verdeelde(n), hebben verdeeld ክትመቅል
2.5 Maanden en seizoenen
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
april ሚያዝያ
augustus ነሓሰ
december ታሕሳስ
februari ለካቲት
de herfst ቀውዒ
januari ጥሪ
juli ሓምለ
juni ሰነ
de lente ጽድያ
maart መጋቢት
mei ግንቦት
november ሕዳር
oktober ጥቅምቲ
het seizoen, de seizoenen ወቕቲ
september መስከረም
de winter ሓጋይ
de zomer ክረምቲ
2.6 Op de markt
alstublieft በጃኻ/ኺ
de appel, de appels ቱፋሕ
de beurt, de beurten ሪጋኻ/ኺ
goedkoop / goedkope ሕሱር
graag ብደስታ
de gram ግራም
de groenteman, de groentemannen ሸያጢ ኣሕምልትን ፍረታትን
de helft, de helften ፍርቂ
inderdaad ብርግጽ
de kilo ኪሎ
kosten, kostte(n), hebben gekost ክተኽፍል
meer ዝያዳ
minder ትሑት
de ons ኣውንስ
het pond ፍርቂ ኪሎ
prettig(e) ምቹእ
het tasje, de tasjes ጁባ
wensen, wenste(n), hebben gewenst ክትምነ
de zak, de zakken ክሻ ምሉእ
2.7 In de supermarkt
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
beginnen, begon(nen), zijn begonnen ክትጅምር
de bon, de bonnen ቅብሊት
daarna ካብኡ
de kassa, de kassa’s ናይ ጥረ ገንዘብ ምዝገባ
de korting, de kortingen ምጉዳል
meteen ብቐጥታ
natuurlijk ናይ ግድን
de pas, de passen ናይ ጥረ ገንዘብ ካርድ
pinnen, pinde(n), hebben gepind ብናይ ጥረ ገንዘብ ካርድ ክትከፍል
sorry ይቕረታ
de spaarkaart, de spaarkaarten ናይ ምጥርቓም ካርድ
sparen, spaarde(n), hebben gespaard ከተጠራቕም
de verkoopster, de verkoopsters ሸያጢት
vinden, vond(en), hebben gevonden ክትረክብ
vragen, vroeg(en), hebben gevraagd ክትሓትት
het zegeltje, de zegeltjes ማሕተም
2.8 Cijfers en getallen
het cijfer, de cijfers ኣሃዝ
dertien ዓሰርተ ሰለስተ
dertig ሰለሳ
elf ዓሰርተ ሓደ
de geboortedatum, de geboortedatums ዕለተ ልደት
het getal, de getallen ቁጽሪ
honderd ሚእቲ
het huisnummer, de huisnummers ቁጽሪ ገዛ
negentig ተስዓ
de postcode, de postcodes ዚብ ኮድ
tachtig ሰማንያ
het telefoonnummer, de telefoonnummers ቁጽሪ ተሌፎን
het tiental, de tientallen ዓሰርተ
twaalf ዓሰርተ ክልት
twintig ዕስራ
veertien ዓሰርተ ኣርባዕተ
veertig ኣርብዓ
vijftig ሓሙሳ
zestig ሱሳ
zeventig ሰብዓ
2.9 Boek-boeken, tafel-tafels
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
de druif, de druiven ፍረ ወይኒ
de klank, de klanken ድምጺ
de poes, de poezen ድሙ
de regel, de regels ሕጊ
de sok, de sokken ካልሲ
het verhaal, de verhalen ታሪኽ
2.11 Zinnen maken (1)
de boterham, de boterhammen እምበቲቶ
dan ካብኡ
de ham ሰለፍ ሓሰማ
de jam ምቕርቃር
de persoon, de personen ሰብ
de rest ዕረፍቲ
ten slotte መወዳእታኡ
3.1 Met de taxi
de chauffeur, de chauffeurs ዘዋሪ መኪና
instappen, stapte(n) in, zijn ingestapt ክትኣቱ
de kilometer, de kilometers ኪሎ ሜተር
de metro, de metro’s ትሕተ ባይታ
het openbaar vervoer ሕዝባዊ መጎዓዝያ
reizen, reisde(n), hebben/zijn gereisd ክትጎዓዝ
de taxi, de taxi’s ታኽሲ
de tram, de trams ባጎኒ
het vervoer መጓዓያዝ
3.2 Regels in het verkeer
de autoweg, de autowegen ነጻ መንገዲ
bereiken, bereikte(n), hebben bereikt ክትበጽሕ
het bord, de borden ምልክት ናይ ጽርግያ
het dorp, de dorpen ገጠር
zich ergens aan houden, hield(en), hebben gehouden ምምእዛዝ
de fietser, de fietsers ሳይክሊስት
het fietspad, de fietspaden መንገዲ ብሽክለታ
gebeuren, gebeurde(n), zijn gebeurd ክክፍጸም
mogen, mocht(en), hebben gemogen ምናልናት
het ongeluk, de ongelukken ሓደጋ
per ኣብ
de snelweg, de snelwegen ቀንዲ ጎደና
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
de stad, de steden ከተማ
veilig(e) ውሑስ
verbieden, verbood, verboden, hebben verboden ክትዕእግት
het verkeer ትራፊክ
3.3 De tijd
half / halve ፍርቂ
het halfuur ፍርቂ ሰዓት
Hoe laat is het? ሰዓት ክንደይ ኣላ፧
kwart ርብዒ
het kwartier, de kwartieren ርብዒ
de minuut, de minuten ደቒቕ
de seconde, de seconden / secondes ካልኢት
vertrekken, vertrok(ken), zijn vertrokken ክትወጽእ
wanneer መዓስ
3.4 Reizen met de trein
de conducteur, de conducteurs መተሓላለፊ
dus ስለዚ
de ingang, de ingangen መእተዊ
missen, miste(n), hebben gemist ከተምልጠካ
nemen, nam(en), hebben genomen ክትወስድ
overal ኣብ ኩሉ ቦታ
overstappen, stapte(n) over, zijn overgestapt ክትሰጋገር
de reis, de reizen ጉዕዞ
de sneltrein, de sneltreinen ፈጣን ባቡር
het spoor, de sporen ክፍቲ መኪና
het station, de stations መዕረፊ ቦታ
stoppen, stopte(n), hebben/zijn gestopt ጠጠው ክትብል
de stoptrein, de stoptreinen ህድእቲ ባቡር
3.5 Wie, wat, waar?
hoe ከመይ
hoeveel ክንደይ
de kast, de kasten ከብሒ
de lengte, de lengtes ንውሓት
het paar, de paren ጽምዲ
de reden, de redenen ምኽንያት
de schoen, de schoenen ጫማ
de sleutel, de sleutels መፍትሕ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
waar ኣበይ
waarom ስለምንታይ
wat እንታይ
welke ኣየናይ
wie መን
3.6 Komen en gaan
beneden ታሕታይ ደርቢ
de bushalte, de bushaltes መዕረፊ ኣውቶቡስ
gaan, ging(en), zijn gegaan ክትከይድ
komen, kwam(en), zijn gekomen ክትመጽእ
tegenwoordig(e) ኣብዚ ግዜ እዚ
de trap, de trappen መደያይቦ
de uitgang, de uitgangen መውጽኢ
de wedstrijd, de wedstrijden ጸወታ
3.7 Reizen met de auto
de afstand, de afstanden ርሕቀት
de file, de files ጻዕቂ ትራፊክ
ieder(e) ነፍሲ ወከፍ
pas ኣብ መጠረሻ
de radio, de radio’s ራድዮ
vervelend(e) ዘሕርቕ
3.8 Noord, Oost, Zuid, West
het eiland, de eilanden ደሴት
de kaart, de kaarten ማፕ
Noord ሰሜን
het noorden ሰሜን
Oost ምብራቕ
de provincie, de provincies ኣውራጃ
de richting, de richtingen ኣንፈት
West ምዕራብ
Zuid ደቡብ
het zuiden
3.9 De weg vragen
de weg vragen, vroeg(en), hebben gevraagd ንኣንፈት ክትሓትት
de weg wijzen, wees, wezen, hebben gewezen ኣንፈት ክትህብ
eerst(e) መጀመርያ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
graag gedaan እንቋዕ ደሓን መጻእካ
het kruispunt, de kruispunten መራኸቢ
links ጸጋም
linksaf ንጸጋም
oversteken, stak(en) over, hebben/zijn overgestoken ክትሰግር
rechtdoor ትኽ ኢልካ
rechts የማን
rechtsaf ንየማን
ver / verre ርሑቕ
3.10 Klemtoon
binnenkort ብሓጺሩ
centraal / centrale ማእከላይ
duidelijk(e) ንጹር
de liefde ፍቕሪ
proberen, probeerde(n), hebben geprobeerd ክትፍትን
wachten, wachtte(n), hebben gewacht ክትጽበ
3.11 Woorden leren
eigen ናትካ
hardop ዓው
horen bij, hoorde(n), hebben gehoord ክትውከል
raden, raadde(n), hebben geraden ክትግምት
te maken hebben met, had(den), hebben gehad ምስኡ ዘራኽብ ኣለዎ
uit je hoofd leren, leerde(n), hebben geleerd ካብ ውሽጢ ክትመሃር
4.1 Het huis
allebei ክልቲኡ
het appartement, de appartementen ክፍሊ ገዛ
de badkamer, de badkamers ሽቓቕ
de buren ጎረባብቲ
de buurman, de buurmannen ጎረቤት
de buurvrouw, de buurvrouwen ጎረቤት
de flat, de flats ፍላት
de garage, de garages ጋራጅ
de keuken, de keukens ክሽነ
de rij, de rijen መስርዕ
de ruimte, de ruimtes ክፍሊ
de schuur, de schuren ማዕከን
de slaapkamer, de slaapkamers መደቀሲ ክፍሊ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
het toilet, de toiletten ሽቓቕ
de tuin, de tuinen ጀርዲን
de wc, de wc’s ናይ ኢድን ገጽን መሕጸቢ
de woonkamer, de woonkamers መመገቢ ክፍሊ
4.2 Zinnen maken (2)
brengen, bracht(en), hebben gebracht ከተምጽእ
de handtekening, de handtekeningen ፌርማ
misschien ምናልባት
de natuur ባህሪ
de pizza, de pizza’s ፒዛ
plotseling(e) ብሃንደበት
schrikken, schrok(ken), zijn geschrokken ከፍርሕ
sturen, stuurde(n), hebben gestuurd ክስደድ
4.3 Lang niet gezien
het balkon, de balkons በለኮና
elkaar ንሓድሕድ
geleden ቅድሚ
klinken, klonk(en), hebben geklonken ከስምዕ
lijken, leek, leken, hebben geleken ክትመስል
de verdieping, de verdiepingen ታሕታይ ደርቢ
verhuizen, verhuisde(n), hebben/zijn verhuisd ክትግዕዝ
vorig(e) ዝሓለፈ
4.4 Gaat hij naar zijn werk?
beloven, beloofde(n), hebben beloofd ክትመባጻዕ
duren, duurde(n), heeft geduurd ክትጸንሕ
de eigenaar, de eigenaars / eigenaren ወናኒ
het gezin, de gezinnen ስድራቤት
herinneren, herinnerde(n), hebben herinnerd ክትዝክር
De overkant ብካልእ ሸነኽ
serieus / serieuze ዕቱብ
snappen, snapte(n), hebben gesnapt ክትርዳእ
verplaatsen, verplaatste(n), hebben verplaatst ክትንቀሳቐስ
het vliegtuig, de vliegtuigen ኣይሮፕላን
4.5
4.5
Nee, hij gaat niet.
Nee, hij gaat niet.
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
bijzonder(e)
ፍሉይ
dicht(e) ዕጹው
geen ኣይፋል
de grap, de grappen ዳእላ
lastig(e) ከቢድ
negatief / negatieve ኣሉታ
niet ኣይፋሉን
de relatie, de relaties ዝምድና
verbazen, verbaasde(n), hebben verbaasd
ክትግረም
vertrouwen, vertrouwde(n), hebben vertrouwd
ክትኣምን
4.6 Huren en kopen
de belasting, de belastingen ቀረጽ
de elektriciteit ኢለክትሪሲቲ
het gas ጋዝ
de gemeente, de gemeentes ምምሕዳር ከተማ
huren, huurde(n), hebben gehuurd
ክትካረ
het huurhuis, de huurhuizen ክራይ ገዛ
het inkomen, de inkomens ኣታዊ
zich inschrijven, schreef in, schreven in, hebben
ingeschreven
ክትምዝገብ
de krant, de kranten ጋዜጣ
lenen, leende(n), hebben geleend
ክትዕደ
reageren, reageerde(n), hebben gereageerd
ክትቃወም
sociaal / sociale ማሕበራዊ
speciaal / speciale ፍሉይ
de vereniging, de verenigingen ማሕበር
de wachtlijst, de wachtlijsten ዝርዝር ተጸበይቲ
de woning, de woningen ገዛ
4.7 Inschrijven voor een huurhuis
de achternaam, de achternamen ስም ኣቦ ሓጎ
buitenlands ወጻእተኛ
de e-mail, de e-mails e-mail
eruitzien, zag(en) eruit, hebben eruitgezien
ክትመስል
het formulier, de formulieren ቕጥዒ
de gegevens ሓበሬታ
het geslacht, de geslachten ጾታ
overdag ኣብ ግዜ መዓልቲ
de voorletter, de voorletters መበገሲ
de woonplaats, de woonplaatsen ናይ ነባርነት ቦታ
Woordenlijst Nederlands - Tigrinya
4.8 Goed voor het milieu!
het afval እንዳ ጉሓፍ
de bak, de bakken ቆፎ
de douche, de douches ምሕጻብ
de fles, de flessen ብርጭቆ
de glasbak, de glasbakken ናይ ጥርሙዝ ዳግም መመስርሒ ቆፎ
gooien, gooide(n), hebben gegooid
ክትድርቢ
het milieu ኣከባቢ
het papier ወረቐት
scheiden, scheidde(n), hebben/zijn gescheiden
ክትፈሊ
de verwarming, de verwarmingen ይሃርም
zuinig(e) ሰላሳ
4.9
4.9
Het dak is kapot
Het dak is kapot.
hoelang ንኽንደይ ዝኣክል
kapot(te) ስቡር
lekken, lekte(n), hebben gelekt
ክልሑኽ
net ሽዑ
repareren, repareerde(n), hebben gerepareerd
ክትጽግን
zo snel mogelijk ብዝተኻእለ ዝቐልጠፈ
4.10 Huiswerk maken
belangrijk(e) ኣገዳስ
het huiswerk ዕዮ ገዛ
rustig(e) ህዱእ
de telefoon, de telefoons ቴለፎን
de tip, de tips ሓሳብ
top related