wegwijzer voor scenarioschrijvers...ondersteuning in eenzaamheid uitgeoefend tegen de klok en de...
Post on 06-Feb-2020
5 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Deze uitgave werd mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van Lira, het Nederlands Fonds voor de Film, het Mediafonds, het Netwerk Scenarioschrijvers en het Ministerie van OCW.
© 2009 Tekst: Wim Blaauboer
© 2009 Cartoons: Michael de Wee
Ontwerp omslag en binnenwerk: Anton Feddema
Druk: Drukkerij Atlas, Soest
ISBN 978 90 814870 1 6
Wim Blaauboer
Wegwijzer voor scenarioschrijvers
2009 Netwerk Scenarioschrijvers Amsterdam
Voorwoord 6
InleIdIng 8
1 Hoe word Ik cultureel ondernemer? 13
1.1 Ondernemen 14
1.2 Belastingen 20
1.3 Administratie 23
1.4 Starten 25
1.5 Samenwerken 29
1.6 Omgaan met kritiek 34
Meer informatie 36
2 waar kom Ik bInnen? 39
2.1 De film- en televisiewereld 40
2.2 Je eerste meters maken 46
2.3 Schrijven voor een talentontwikkelingsplan 49
2.4 Schrijven voor een lopende televisieserie 52
2.5 Regisseurs 54
2.6 Producenten en productiehuizen 55
2.7 Omroepen 57
2.8 Fondsen 60
2.9 Van animatie tot videoclips 66
Meer informatie 71
3 Hoe kom Ik bInnen? 73
3.1 Netwerken 74
3.2 Bellen 77
3.3 Mailen en brieven schrijven 78
3.4 Curriculum vitae 82
3.5 Pitchen 84
3.6 Op gesprek 90
Meer informatie 91
4 Hoe loop Ik bInnen? 93
4.1 Je werk beschermen 94
4.2 Contracten 95
4.3 Onderhandelen 107
4.4 Financiële steun 112
Meer informatie 114
5 Hoe ga Ik scHrIjVen? 117
5.1 Titel 119
5.2 Logline 121
5.3 Synopsis 124
5.4 Seriebijbel 127
5.5 Personages 137
5.6 Afleveringen 145
5.7 Vragenlijst drama 148
Meer informatie 156
6 Hoe ga Ik te werk? 159
6.1 Werkomstandigheden 160
6.2 Schrijfpartner 163
6.3 Schrijfgroepen 164
6.4 Brainstormen 168
Meer informatie 168
7 netwerk scenarIoscHrIjVers 171
beter scHrIjVen 183
meer InformatIe 191
bronnen 200
met dank aan 202W
EG
WIJZ
ER
VO
OR
SC
EN
AR
IOS
CH
RIJV
ER
S IN
HO
uD
Voorwoord6
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
VO
OR
WO
OR
D
pas toen ik al lang en breed als scenarist in de weer was, heb ik me de theorie eigen gemaakt: van field en egri terug naar aristoteles en van alles daar tussenin. Ik kan niet zeggen dat mijn leven daar beter van is geworden – al zijn de scenario’s dat hopelijk wel – maar ik heb ervaren dat kennis van methode en structuur vooral voorkomt dat een enorme hoeveelheid creatieve energie met lukraak proberen door de schoor-steen gaat.
scenarioschrijven is in beginsel een solitaire bezigheid, vaak zonder veel ondersteuning in eenzaamheid uitgeoefend tegen de klok en de klippen op. toch is het scenario zelf het begin van een complex proces waarin allerlei kunsten en disciplines samen tot film- of televisiedrama komen. daardoor zijn er veel partijen en omstandigheden waarmee gerekend moet worden om een scenario daadwerkelijk verfilmd te krijgen.
Het netwerk scenarioschrijvers wil met deze wegwijzer helpen richting te geven aan de creatieve ambities van beginnend scenaristen en een mogelijk antwoord geven op nooit gestelde vragen van al gearriveerder vakgenoten.
paul jan nelIssenVoorzitter netwerk scenarioschrijvers
Het netwerk scenarioschrijvers zet zich al vijftien jaar onder andere in voor het bevorderen van de professionaliteit en deskundigheid van sce-
narioschrijvers. dit boek vormt daar een onderdeel van.
7
9
je hebt een geweldig idee voor een film of een televisieserie. of je wilt dolgraag aan een bestaande serie meeschrijven. waar kun je dan met je idee of script naartoe? Hoe kom je binnen? Hoe presenteer je je als scenarioschrijver en op welke wijze kun je je idee goed over het voet-licht brengen? Hoe en met wie ga je vervolgens samenwerken? wat is je rechtspositie? Hoe weet je of een aangeboden contract een goed con-tract is? en hoe organiseer je je beroepspraktijk? deze Wegwijzer biedt praktische tips, zodat je als (beginnend) scena-rioschrijver beter beslagen ten ijs komt. de tips zijn vooral gebaseerd op praktijkervaringen van mensen in het veld. Het zijn algemene tips en uitgangspunten die vaak voor de hand liggen.
In de praktijk kunnen ze echter wel degelijk van pas komen om construc-tiever aan het werk te gaan. natuurlijk zijn al deze tips niet zaligmakend. een simpele formule voor succes bestaat immers niet. je moet er zelf achterkomen wat voor jou werkt. lijstjes zijn nooit volledig en dit boek is bewust beknopt gehou-den; waar mogelijk wordt doorverwezen naar boeken of websites. uiteindelijk komt het toch aan op je eigen inventiviteit en doorzettings-vermogen. Zoals winston churchill ooit zei: “success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm.”
tijdens het lezen zul je merken dat je sommige informatie vaker tegen-komt. ook zijn er verwijzingen naar andere hoofdstukken. dat is bewust gedaan, zodat je deze Wegwijzer ook als naslagwerk per onderwerp kunt gebruiken.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
8scenarioschrijven is het mooiste vak ter wereld, maar het is ook een moeilijk vak. als scenarioschrijver heb je immers nooit volledige con-trole over het eindproduct, je levert een halffabrikaat. de concurrentie is groot en de afzetmarkt relatief klein. goed schrijven is en blijft het belangrijkst, maar bij het beroep van scenarioschrijver hoort ook net-werken, samenwerken en zakendoen; kortom, cultureel ondernemer worden. dat roept vragen op. Vragen waar veel (aspirant)leden van netwerk scenarioschrijvers mee worstelen. Vandaar dat het netwerk het initiatief nam voor dit boek.
Inleiding
als startend scenarioschrijver ben je zzp’er, zelf-standige zonder personeel. als je als cultureel ondernemer iets wilt bereiken, is in de eerste plaats de kwaliteit van je werk doorslaggevend voor je succes. maar een schrijver die zichzelf als ondernemer serieus neemt, wint veel. je krijgt zo meer invloed op hoe je loopbaan zich ontwikkelt, zodat je werk vindt dat beter aansluit bij wat je wilt, wie je bent en wat je te bieden hebt. en daar pluk je de financiële vruchten van. dit hoofdstuk is een inleiding over starten, ondernemen, belas-tingen, het opzetten en bijhouden van een admi-nistratie, samenwerken en omgaan met kritiek. er zijn vele manieren om je doel te bereiken en iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips die bij jou passen. succesvol worden is hard wer-ken. alexander pola: “wie de eindjes aan elkaar wil knopen, moet voortdurend in touw zijn.”
Hoewordikcultureelondernemer?
113
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
14 15
1.2 en 1.4). Literair agent Paul Sebes: “ken jezelf, weet wat je wilt,
besef wat je doet. Denk dus, voordat je begint, na over wat voor
persoon jij bent, wat je doelen zijn en wat het best bij je past.”
Probeer een lijstje van concrete en haalbare doelen te maken.
Wil je een goede aflevering voor Goede tijden, slechte tijden
schrijven, of een Gouden Palm winnen in Cannes? En hoe ga je
dat aanpakken? Plan dingen het liefst concreet en in kleine stap-
jes, waardoor je ook resultaat ziet. En pak zeker in het begin elk
project aan waarvan je denkt dat je dat tot een goed einde kunt
brengen. Lees het lijstje met je doelen af en toe eens over en eva-
lueer de resultaten. Je staat niet alleen; de meeste collega’s zullen
je graag over hun ervaringen willen vertellen. En in tegenstel-
ling tot een topsporter mag je als scenarioschrijver zelf je tempo
bepalen, het is immers nooit te laat om door te breken.
Factoren voor succesvol ondernemen zijn volgens het promotie-
onderzoek De succesfactoren van freelancers van Arjan van den
Born: opleiding, vakkennis, specialisatie, ervaring en netwerk.
Dat zijn allemaal factoren waarop je zelf invloed hebt. Voor een
deel heb je dus je succes in eigen hand, maar er zijn ook facto-
ren die je moeilijk zelf kunt beïnvloeden, zoals de markt.
De markt voor scenarioschrijvers is klein, de concurrentie is
groot en voor het gros van de schrijvers blijft het sappelen. uit
het rapport Schrijfinkomsten van auteurs van onderzoeksbureau
Veldkamp uit april 2008 blijkt dat vijftig procent van de onder-
vraagden niet kan rondkomen van schrijfwerk alleen. Maar laat
je hierdoor vooral niet uit het veld slaan, er is ook goed nieuws:
elk jaar krijgen weer nieuwe schrijvers een kans om te debute-
ren.
Hoe word je als scenarioschrijver succesvol? Belangrijke facto-
ren zijn:
• goed schrijven
• je deadlines halen
1.1 ondernemenVoor een startende scenarioschrijver is betaald werk vinden
niet altijd even makkelijk. Als cultureel ondernemer moet je alles
uit jezelf halen: je ideeën, motivatie, creativiteit, discipline en je
plan. Je bent je eigen coach. Hockeycoach Marc Lammers heeft
als motto: ‘Winnaars hebben een plan, verliezers een excuus.’
Volgens Lammers is de centrale vraag: hoe regel jij je leven zo
dat je het doel bereikt dat je wilt bereiken? uit onderzoek blijkt
dat succesvolle topsporters goed zijn in het stellen van doelen,
heel goed weten wat ze moeten doen om hun doel te bereiken
en een goed inzicht hebben in hun eigen kunnen. Zelfsturing is
van doorslaggevende betekenis, dat wil zeggen: taakgericht zijn,
beter willen worden en actief zijn in het eigen leerproces.
Geldt bovenstaande ook voor een scenarioschrijver? Marc Linssen,
creatief hoofd van ScriptStudio, het schrijfbedrijf van Endemol:
“Mensen moeten keihard willen werken, beseffen dat het echt
een vak is en een moeilijk vak. Je kunt het er niet even naast
doen. Je moet willen leren, kunnen luisteren, goed met kritiek om
kunnen gaan en de wil hebben om voortdurend beter te worden.”
Voor een startende scenarioschrijver kan het zinnig zijn om te
bedenken wat je wilt bereiken, hoe je dat gaat bereiken en dat
op te schrijven: een ondernemingsplan maken (zie paragrafen
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
16 17
Je moet iets te vertellen hebben. Als je dat niet hebt, waarom dan
die film? Ik kwam veel scripts tegen waarin dat ontbrak.”
Meters maken
Wat heb je nodig om uit te blinken? Hoogleraar psychologie
Remy Rikers in de Volkskrant: “Oefenen, daar gaat het om.
Maar besef wel dat het niet gaat om ‘zomaar een beetje oefenen’.
Het gaat niet alleen om uren maken, maar ook om hoe je traint.
Je moet de lat steeds hoger leggen; doorgaan waar anderen
afhaken. En niet iedereen kan een Mozart worden.” Als schrijver
moet je eerst en vooral meters maken. Tijs van Marle in Plot:
“Als eerste betaalde klus heb ik de tuttels geschreven, een
jeugd- en poppenserie die was bedacht door een klasgenoot.
Ik heb toen tachtig afleveringen van vijf minuten geschreven, met
liedjes erbij. Zoveel afleveringen onder tijdsdruk schrijven was
echt doorbijten, maar dan leer je het vak wel.” Het plannen van je
werk, komt aan bod in hoofdstuk 6.
kri t iek en zel fkr i t iek
Om beter te worden moet je je eigen docent zijn: je werk leren
lezen met een professionele blik. Ernest Hemingway: “The most
essential gift for a good writer is a built-in, shock-proof shit detec-
tor.” Toets als eerste je eigen werk. Is het leesbaar en begrijpe-
lijk, is het wat je wilde maken? Dat vermogen moet groeien; hoe
beter je wilt zijn, hoe scherper je zelfkritiek zal moeten worden.
Zorg vervolgens dat je feedback krijgt op je werk van mensen
wier oordeel je vertrouwt, het liefst van professionals. Geef ook
duidelijk aan wat je van hen vraagt. Laat je werk bijvoorbeeld
lezen door medestudenten, collega’s of (oud-)docenten, zoek
een ervaren mentor, sluit je aan bij een schrijfgroep of vorm er
zelf een (zie paragraaf 6.3), of stuur je werk naar het Schrijfpaleis
(zie hoofdstuk 7) waar je kunt ervaren of je tekst ‘werkt’ en je
commentaar krijgt van professionals. Meer over hoe met kritiek
om te gaan, kun je lezen in paragraaf 1.6.
• de markt verkennen
• je concurrenten doorgronden
• netwerken en jezelf goed presenteren
• je ideeën goed presenteren
• kennis vergaren van auteursrecht en contracten
• ervaring opdoen
• goed samenwerken
• doorzetten en geduld hebben
• geloof in eigen kunnen
• geluk
Goed schri jven
Volgens docent Michael Hauge is het doel van elk verhaal
(en kunstwerk) emoties opwekken. John Vorhaus koppelt hier
‘emotional truth’ aan en stelt dat de uiteindelijke kwaliteit van een
script in hoge mate afhangt van de ‘emotionele waarheid’ van
de bewering die het script doet over de mens en/of de wereld.
Zijn ervaring is dat het vermijden van stelling nemen – waaraan
vooral beginnende schrijvers zich schuldig maken – leidt tot
halfslachtige keuzes en saaie scripts. Sebes: “Als je gaat schrij-
ven, moet het echt van binnenuit komen. Ergens in je hoofd, in
je lichaam moet iets zitten dat eruit moet. Een gedachte, een
verhaal, een woede, een wat-dan-ook. Passie dus. Het is bijna
onmogelijk zonder die passie, die innerlijke drang te schrijven.”
Vervolgens heb je vakkennis nodig om je ideeën vorm te geven.
Dramaturgen en producenten willen ook graag schrijvers zien
die gepassioneerd zijn over hun werk, die met hun hele ziel en
zaligheid in een project stappen, dat overbrengen én uitstralen.
Burny Bos in Plot: “Een probleem is dat veel mensen te snel
vinden dat het af is. Je moet geduld hebben en je scenario af en
toe laten liggen om afstand te nemen. (…) Tijdens mijn intendant-
schap viel het me toch tegen wat ik onder ogen kreeg. Mensen
doen ongelooflijk hun best, maar vaak mis ik de noodzaak. (…)
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
18 19
Special iseren
Wie weet waarin hij of zij zich onderscheidt van anderen, vindt
makkelijker zijn weg. Als beginnend scenarioschrijver is het vaak
moeilijk om te bepalen waar je kracht ligt. Het helpt om daar-
over na te denken, maar je leert vooral door het te doen. Wat is
je smaak, wat vind je mooi? Waar kijk je zelf graag naar? Welke
verhalen kun jij het best vertellen? Wat gaat je het gemakkelijkst
af? Paul Bertram: “Sommigen willen niet de diepte in, die willen
een invuloefening. Veel kijkers vinden dat ook heel prettig, willen
gewoon dat sjabloon. Anderen willen juist als archeologen in
zichzelf graven, erachter komen: wat is mijn visie, wat heb ik te
melden, welke morele oordelen heb ik?” Marc en Roeland Lins-
sen van ScriptStudio in Plot: “Juist als je met schrijven je brood
wilt verdienen, is het van belang te beseffen dat vooral goed
schrijven geld oplevert, en het is zo goed als onmogelijk om
goed te schrijven voor iets waar je niets mee hebt.”
De markt verkennen en netwerken
Zoals bijna met alle beroepen verloopt ook je entree in de film en
televisiewereld het makkelijkst via relaties; bekenden die je op
weg willen en kunnen helpen. Waar vind je die relaties? kennis
van de film- en televisiewereld is daarvoor een eerste stap, zie
hoofdstuk 2. Het verkennen van de markt is iets anders dan je er
door laten leiden of haar proberen te voorspellen.
De volgende vraag is hoe kom je aan relaties? Hoofdstuk 3 gaat
over netwerken en over hoe je jezelf zou kunnen presenteren.
Ten slotte is het handig ook je concurrenten in de gaten te houden.
Wat zij doen kun je elke dag op televisie of in de bioscoop zien.
Auteursrechten en contracten
Als je met je werk de boer op wilt gaan, is het van belang kennis
van auteursrecht en contracten te hebben: dat wordt in hoofd-
stuk 4 behandeld. Je kunt je ook laten vertegenwoordigen door
iemand met verstand van zaken; bijvoorbeeld door het Contrac-
Vakkennis
Scenarioschrijven is een vak en vakkennis is de basis voor goed
schrijven. Je moet jezelf als scenarioschrijver blijven ontwikkelen.
Vakkennis creëert vanzelf meer inhoud. In hoofdstuk 5 vind je
een beknopt overzicht van hoe je je idee op papier presenteert.
Je verbetert je vakkennis ook door films en tv series te bekijken
en te analyseren, of door met (meer ervaren) collega’s te praten
en ervaringen uit te wisselen. Daarnaast kun je workshops en
lezingen volgen van het Netwerk Scenarioschrijvers, zie
www.netwerkscenario.nl, of van andere beroepsorganisaties
en schrijfopleidingen. Meer hierover in paragraaf 2.1. Plot, het
magazine over scenarioschrijven van het Netwerk, is ook een
bron van informatie. Het is daarnaast raadzaam om scripts van
anderen, handboeken over scenarioschrijven, artikelen op
internet, filmboeken, biografieën en vakbladen te lezen. Maar
verlies je er niet in. Ger Beukenkamp merkt in De verborgen
schrijver terecht op dat het in de eerste plaats theoretici zijn die
dramateksten analyseren die al geschreven zijn. “De eenzame
schrijver heeft niets aan weer een analyse van een tekst waarover
het oordeel ‘meesterwerk’ is uitgesproken. De eenzame schrijver
moet creëren, niet analyseren.”
Onderzoek voor jezelf welke schrijfmethode en -modellen het
beste voor je werken. Paul Bertram (Scriptschool): “Haal bij alle
modellen er vooral uit wat voor jou werkt. Vasthouden aan model-
len slaat soms de passie uit je werk en zonder lol wordt het schij-
ven een heel moeizaam proces. Wat zijn je emoties, wat wil je
de kijker écht meegeven? Drama als onderzoeksmethode werkt
vaak veel beter dan drama als formulemethode.” Je hoeft ook niet
altijd netjes chronologisch te werken van synopsis naar scena-
rio. Je kunt heel goed in drie verschillende documenten werken,
die je tegelijkertijd aanpast. Een synopsis (wat is de plot?), een
scenisch treatment en een scenario; kijk naar welke van de drie
je inspiratie je op dat moment leidt.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
20 21
scenario.nl een verslag kunt vinden. Verzamel informatie en
vraag (meer ervaren) collega’s naar hun ervaringen. Je kunt bij
de Belastingdienst ook gratis het Handboek ondernemen krijgen.
Probeer door de ogen van de fiscus naar je eigen situatie te kijken
en leg je vragen – desnoods anoniem – voor aan de (gratis)
belastingtelefoon (0800-0543). Het helpt om je zoveel mogelijk
als ondernemer te presenteren.
Star tende onder neming aanmelden
De Belastingdienst moet van het bestaan van je onderneming
op de hoogte zijn. Als je een onderneming wilt starten, kijk dan
op www.belastingdienst.nl/zakelijk onder Onderneming starten
of stoppen. Gebruik voor de aanmelding het formulier Opgaaf
Startende Onderneming. Je kunt dit formulier downloaden van de
site of bestellen via de belastingtelefoon.
Welke variant van het formulier je kiest, hangt af van je rechts-
vorm, meestal is dat een eenmanszaak. Voordat je je aanmeldt
bij de Belastingdienst, is het verstandig om (in het kort) een
ondernemingsplan op papier te zetten (raadpleeg voornoemde
informatiebronnen). Het geschatte aantal opdrachtgevers, de
geschatte hoogte van je omzet en winst et cetera, moet je name-
lijk niet willekeurig invullen.
Inschri jv ing in Handelsregister
Alle zelfstandig werkende schrijvers moeten zich inschrijven in
het Handelsregister van de kamer van koophandel (www.kvk.nl).
De kvk heeft daarvoor de volgende gegevens nodig: burger-
servicenummer, naam, adres, geboortedatum. Op het inschrij-
vingsformulier wordt ook om opgave gevraagd van telefoon-
nummer(s), faxnummer, e-mailadres en domeinnaam.
De kamer van koophandel heeft het recht gegevens uit het
Handelsregister door te verkopen aan commerciële derden.
Bij inschrijving kun je doorgeven dat je geen toestemming geeft
voor doorverkoop.
tenbureau, een agent of een advocaat. In de praktijk kiezen veel
scenaristen ervoor de inhoudelijke en zakelijke kant te scheiden.
Als (aspirant)lid kun je bij het Netwerk informatie inwinnen over
auteursrechtelijke en contractuele zaken.
1.2 belastIngenAls je jezelf cultureel ondernemer noemt, wil dat nog niet zeggen
dat je door de Belastingdienst ook daadwerkelijk als zelfstandig
ondernemer wordt gezien. Formeel bestaan er alleen onderne-
mers en werknemers, maar in de praktijk kan er ook sprake zijn
van een tussenvorm. Je kunt bijvoorbeeld in loondienst zijn en
daarnaast af en toe een zelfstandige klus uitvoeren.
Het is voordelig als de Belastingdienst je erkent als ondernemer
vanwege een groot aantal belastingvoordelen zoals zelfstandigen-
aftrek, startersaftrek en investeringsaftrek. Voor een aantal van
deze faciliteiten geldt de eis dat je 1.225 uur per jaar in je onder-
neming steekt. 1.225 uur per jaar is 24 uur per week, oftewel drie
dagen fulltime werken. Een parttime baan van een paar dagen
in de week, naast je onderneming, wordt dan ook vaak geaccep-
teerd.
De eis van 1.225 uur betekent niet dat je al die uren stopt
in opdrachten, ook het op eigen initiatief schrijven van een
(spec)script voor een tv-serie, film of wedstrijd, bezoek aan een
festival, research, studie, administratie, netwerken en opdracht-
verwerving horen bij het ondernemen.
Meer informatie over (startend) ondernemerschap, financiële,
fiscale en administratiezaken kun je vinden op www.beroep-kun-
stenaar.nl, www.lancelots.nl, www.pzo.nl en in Handboek zzp 2010
en in Eigen Baas. kijk ook op www.ccaa.nl, een programmabureau
dat ondernemerschap in de creatieve industrie promoot en
ondersteunt. Voor vragen kun je ook terecht bij het Netwerk en
de jaarlijkse belastingavond waarvan je op www.netwerk-
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
22 23
en premies inhouden. Of hij geeft je de opdracht niet. Probeer
dus een VAR-WuO te krijgen.
Op het VAR-formulier moet je minimaal drie verschillende
opdrachtgevers opgeven. Als starter heb je die meestal niet,
maar je moet de vraag zien als het benoemen van een verwach-
ting, die je zo reëel mogelijk moet inschatten. Overigens is de
opgave van het aantal opdrachtgevers maar één van de criteria.
Bij een startende ondernemer gaat de fiscus meestal soepel
om met dit aantal. Voor meer informatie over het aanvragen, zie
www.lancelots.nl en Handboek zzp 2010.
1.3 admInIstratIeElke cultureel ondernemer of zzp’er (zelfstandige zonder per-
soneel), moet een administratie opzetten en bijhouden, zie ook
de websites uit de vorige paragraaf. Je kunt op internet software-
programma’s vinden om je boekhouding op de computer te
doen. Het is niet verplicht om voor je onderneming een aparte
(zakelijke) bank- of girorekening te openen, maar het is wel aan
te raden.
Controle f iscus
Als je je als ondernemer aanmeldt bij de Belastingdienst bestaat
de kans dat je controle krijgt van de fiscus. De fiscus kan daarbij
naar agenda’s en afsprakenboeken vragen. Houd daarom een
urenadministratie bij waarin je vastlegt hoeveel uur je aan je
onderneming besteedt. Vooral in de startfase en in het geval je je
onderneming combineert met een betaalde baan, wil de fiscus
steeds vaker een precies overzicht zien van je urenbesteding.
Voor de fiscus moet je je administratie zeven jaar bewaren.
Factuur
Voor het werk dat je hebt verricht, maak je een factuur. Facturen
maak je in tweevoud. Je stuurt een exemplaar naar je opdracht-
Het Handelsregister blijft echter een openbaar register dat
iedereen kan raadplegen. Als je niet wilt dat je telefoonnummer
bekend wordt, moet je dus een geheim nummer nemen. Om je
privé-adres af te schermen kun je een postbus nemen.
Btw
De wet kent een vrijstelling voor btw voor diensten door schrij-
vers, componisten en journalisten. Een scenarioschrijver valt
onder de vrijstelling voor schrijvers. Bij het scenarioschrijven
geldt wel de voorwaarde dat sprake is van het schrijven van
oorspronkelijk werk (scheppend) of het toevoegen van nieuw
materiaal aan oorspronkelijke stukken. Soms is een scenario
onderdeel van een totale productie waarover wel btw is verschul-
digd. In dat geval wordt de vrijstelling vervangen door het tarief
van de hoofdproductie.
In de praktijk wordt geen onderscheid gemaakt tussen schrijven
voor tv of film. Als je uitsluitend diensten verleent die vrij gesteld
zijn van btw, zoals ook lesgeven, hoef je geen btw-nummer aan te
vragen.
Verklaring Arbeidsrelat ie
Werk je voor een opdrachtgever, dan kan die om een Verklaring
Arbeidsrelatie (VAR) vragen van de Belastingdienst. Het formu-
lier daarvoor kun je downloaden op www.belastingdienst.nl. De
VAR is een heel kalenderjaar geldig en kun je voor maar één
soort werkzaamheden per keer aanvragen. Je geeft je opdracht-
gever een kopie van de VAR en je houdt het origineel voor je
eigen administratie.
De VAR kent verschillende varianten. Bij de VAR-WuO (winst uit
onderneming), worden de inkomsten aangemerkt als winst uit
onderneming. Dit geeft je opdrachtgever de garantie dat hij geen
sociale premies hoeft af te dragen voor jou. Bij een VAR-ROW
(resultaat uit overige werkzaamheden) heeft je opdrachtgever
die zekerheid niet en zal hij voor de zekerheid zelf belastingen
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
24 25
bij zijn waar je nog iets mee moet doen. Maak één stapel met
‘nog te doen’; bijvoorbeeld rekeningen die nog betaald moeten
worden. Maak geen stapel ‘weet ik niet’. Behandel elk stuk papier
maar één keer, over elk papier neem je een beslissing. Heb je
alles een keer doorgeploegd, dan is het een kwestie van bijhou-
den.
1.4 startenVolgens Maaike Molhuysen en Louis Stiller in hun Handboek
voor schrijvers vallen veel schrijvers na hun opleiding in een gat.
Je moet het opeens allemaal zelf doen; zonder begeleiding van
docenten en zonder de warme sociale deken van de school.
Schrijven kan dan eenzaam en hard werken worden; een continu
gevecht met je eigen creatieve krachten en alle daarbij beho-
rende twijfels. De harde realiteit is dat je niet alleen werk moet
afleveren dat ‘potentie’ heeft, maar dat werk moet ook nog eens
worden opgepikt door een producent of een omroep. En in de
tussentijd moet je ook nog geld verdienen.
Het kan zo steeds moeilijker worden om voor je naasten, maar
ook voor jezelf, die behoefte aan afzondering te rechtvaardigen
om te kunnen schrijven. Daar is geen pasklare oplossing voor.
Dus zul je moeten onderhandelen en hopelijk vind je daar een
goede balans in. Je kunt bijvoorbeeld wat financiële druk weg-
nemen door er een parttime baan bij te nemen, van start te gaan
met behulp van een uitkering (zie paragraaf 4.4), een partner die
voor een basisinkomen zorgt et cetera.
kennis en er varing
Tijs van den Boomen en Wilma van Hoeflaken schrijven in het
Handboek freelancen 2008/2009 dat je persoonlijke kwaliteiten
doorslaggevend zijn voor je succes. De diensten van een scena-
rioschrijver zijn vaak moeilijk objectief meetbaar. Welke criteria
gever en bewaart er een voor je administratie. Wat zet je op een
factuur? Datum, factuurnummer, je naam en adres, je inschrij-
vingsnummer kamer van koophandel, naam en adres van de
klant, een omschrijving van de verrichte dienst, de datum waarop
je de dienst hebt verricht, je honorarium, je (zakelijke) bankreke-
ning en de afgesproken betalingstermijn. Indien je geen beta-
lingstermijn hebt afgesproken, dan is een betalingstermijn van
veertien dagen heel gewoon. Je vermeldt in een regel ‘betaling
binnen 14 dagen’. Vermeld eventueel dat je werk is vrijgesteld
van btw, maar zet er in geen geval bij dat het btw-tarief nul pro-
cent bedraagt.
Facturen nummer je doorlopend, eventueel kun je beginnen met
het jaartal. Als starter kun je overwegen om te beginnen met een
hoog nummer in plaats van 001. Zorg dat de factuur er netjes
uitziet en dat de bedragen kloppen.
Papierstress
Vaak blijft administratie liggen omdat de stapel te omvangrijk
is om even snel te doen. Om overzicht over je administratie te
houden, moet je dus eerst de stapels papier wegwerken. Wil je
snel een stapel opruimen? Gebruik dan het FAT-systeem, wat
staat voor File, Act en Toss. Je maakt drie stapels: File, bewaren;
Act, papieren waar je iets mee moet doen; en Toss, weggooien.
Bedenk wel dat je voor de wet je financiële administratie zeven
jaar moet bewaren.
Het FAT-systeem kun je ook toepassen op je mailbox.
Categoriseer
koop mapjes, ordners of opbergdozen en zet erop wat erin
zit: bankafschriften, loonstroken en jaaropgaven, betaalde
(kassa)bonnen, inkomende en uitgaande facturen, contracten,
pensioen, belasting, wonen, verzekering en persoonlijk. Elk
papier breng je onder in een van deze categorieën. Leg vervol-
gens alle stukken op datum om te zien of er recente documenten
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
26 27
te beginnen. Als (beginnend) scenarioschrijver hoef je immers
vooraf geen grote financiële investeringen te doen. Van jou wordt
niet verwacht dat je met een uitgekiend marketingplan komt, en
je krijgt ook niet te maken met grote kostenposten. Bedenk wat je
de komende twaalf maanden wilt bereiken.
• Welke doelen stel je? Beperk je tot een paar concrete doelen.
• Wat heb je nodig om je doelen te bereiken?
• Welke concrete acties ga je ondernemen? Welke stappen ga
je ondernemen om aan betaald werk te komen? Een eerste
stap is de film- en televisiewereld verkennen (zie hoofdstuk 2).
Hoe maak je jezelf en je ideeën zichtbaar (zie hoofdstukken 3
en 5)?
• Waarin wil je jezelf ontwikkelen? Wat wil je de komende tijd
leren? Hoe benut je je sterke punten? Hoe verbeter je je zwakke
punten? Welke leeractiviteiten ga je ondernemen? Hoe kun je
hulp mobiliseren? Wat ga je eventueel uitbesteden?
• Zet je acties en activiteiten in een tijdpad. Wanneer wil je welke
activiteit uitvoeren en met welk resultaat?
• Forceer jezelf niet. Pak vooral projecten aan waarvan je denkt dat
je ze tot een goed einde kunt brengen. Zo krijg je zelfvertrouwen
en houd je lol in je werk.
Bezoek de stArt Factory. kunstenaars&CO organiseert regelmatig
een ondernemersdag voor kunstenaars en creatieven in het land.
kijk voor data op www.kunstenaarsenco.nl.
Motivat ie en doorzet t ingsver mogen
Het is vaak een lange weg van idee naar scenario, en – als je niet
in opdracht schrijft – een nog veel langere weg van scenario naar
verfilmd eindproduct. In de praktijk wordt het grootste deel van
de geschreven scripts of ontwikkelde formats, zeker van starten-
de scenarioschrijvers, niet in productie genomen. In de startfase
wordt dan ook vooral een appèl gedaan op je doorzettingsver-
mogen en emotionele stabiliteit.
gebruikt een opdrachtgever om te beslissen of hij of zij je wil
inschakelen? Alhoewel ook geld een rol speelt, wil een opdracht-
gever vooral een goed script zien, binnen de randvoorwaarden
van het budget, de productiewijze, de beschikbare cast, de
beschikbare locaties, de visie van de regisseur en/of producent
et cetera. Daarom werken ze het liefst met bekenden, van wie ze
weten dat ze het gevraagde in het verleden hebben geleverd.
Opdrachtgevers willen in de eerste plaats zekerheid over:
• kwaliteit (vakkennis, opleiding, praktijkervaring).
• Inzet (betrokkenheid, flexibiliteit, open houding, aandacht, res-
pect).
• Betrouwbaarheid (levertijd, afspraken nakomen, geheimhou-
ding).
kennis en ervaring vormen dus de basis. Eigenlijk kun je alleen
aan de hand van prestaties in het verleden laten zien dat je over
deze kwaliteiten beschikt. Als starter heb je die niet of nauwelijks,
je kunt alleen een diploma en eventueel een afstudeerfilm laten
zien. Tijdens contacten met mensen in de film- en televisiewe-
reld kun je wel je professionaliteit tonen, dat heeft namelijk niets
met ervaring te maken. Zo kun je laten zien dat je, afgezien van
ervaring, over de benodigde persoonlijke kwaliteiten beschikt.
Netwerken (zie hoofdstuk 3) is daarom ook een noodzaak; het
scheelt als ze je naam op een idee of script kunnen koppelen aan
een gezicht. Vervolgens is het belangrijk om ergens ervaring op
te doen, in de vorm van een project dat je zelfstandig uitvoert, het
liefst in de film- en televisiewereld. Heel belangrijk is de indruk
die je daarbij achterlaat; het wereldje is klein en een reputatie
snel gevestigd.
Onder nemersplan
De meeste aspecten van een ondernemingsplan zijn in de voor-
gaande paragrafen al aan bod gekomen. Een ondernemingsplan
schrijven kan handig zijn, maar belangrijker is het om gewoon
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
28 29
1.5 samenwerkenScenarioschrijven is ook samenwerken. Je moet je dienstbaar
kunnen opstellen, je schrijft immers een halffabrikaat voor een
ander. Om je script te realiseren, zul je moeten samenwerken
met een producent, regisseur, dramaturg, hoofd-drama et cetera.
Professioneel samenwerken houdt in dat je enerzijds openstaat
voor andere ideeën en daarmee om kunt gaan. Aan de andere
kant lever jij als scenarioschrijver de inhoud en zul je met argu-
menten voor je ideeën kunnen blijven staan. Dat toont ook je
professionaliteit. Dat is zeker in het begin vaak niet makkelijk. Je
hebt een idee en een drang om dat te realiseren zoals het in je
hoofd zit, maar je levert een halffabrikaat waar de ander ook mee
uit de voeten moet kunnen. Al te halsstarrig aan je eigen visie
vasthouden werkt vaak contraproductief, zeker als de ander ook
meer macht heeft.
Rob Arends, studieleider Scenario van de Filmacademie in Plot:
“Je moet anderen blijven wijzen op het belang van het scenario
dat er ligt; wat er voor werk inzit. Je moet ze daarin opvoeden,
meenemen. (…) In de ontwikkelingsfase is de scenarist de
hoofdmaker. Laat de ego’s thuis, bouw vertrouwen op, en pro-
beer zo open mogelijk het script te benaderen. Dat begint met
goed lezen. Je moet de ander echt vragen hoe vaak hij of zij het
heeft gelezen. Als dat één keer is, zeg ik altijd dat ik een nieuwe
afspraak wil maken. Dan kijken ze me aan of ik gek ben. Maar
verdorie, je hebt weken of maanden aan zo’n versie gewerkt en
dan leest iemand het even in een half uur. Dat kan niet, zeker niet
als je een scenarist bent die tussen de regels schrijft. Een script
moet je twee, drie keer lezen, neem je tijd ervoor. Dan kan de
ander het zich ook eigen maken, en de juiste vragen stellen.”
Wanneer?
Bedenk in welk stadium je wilt gaan samenwerken. De ene
schrijver vindt het fijn om eerst zelf een tijdje met een idee rond
De sleutel tot gemotiveerd blijven, is je drijfveren en je eigen
kunnen onder de loep nemen. Ga bij jezelf na wat het beste bij
je past, wat je het liefste wilt en wat reëel lijkt. Hoeveel geld wil
je verdienen? Als je voor een opdrachtgever schrijft, ben je dan
wel in staat te voldoen aan zijn opdracht? Wil je dat eigenlijk wel?
Vind je het heerlijk om aan een ‘commercieel’ project te werken
of ben je meer van het auteursdrama? De stem van binnen, die
zich opdringt en voorschrijft wie je bent, die moet je proberen
te volgen. Soms kan dat haaks komen te staan op (goed) betaald
werk vinden. Hoeveel risico kun je je op financieel gebied
permitteren? Heb je behoefte aan samenwerken (zie paragraaf
6.2), ondersteuning (zie paragraaf 6.3) en bijscholing (zie para-
graaf 2.1)?
Twij fe ls en dr uk
Om als scenarioschrijver goed te kunnen presteren, zul je ook je
werkomstandigheden en je planning zo optimaal mogelijk moe-
ten maken (zie paragraaf 6.1). Twijfels en onzekerheden horen
ook bij het creatieve zoekproces. E.L. Doctorow: “Writing is like
driving a car at night. You can only see as far as the headlights, but
you make the whole trip that way.” Het schrijfproces staat boven-
dien vaak onder druk, bijvoorbeeld door een deadline. Wanneer
die druk te groot wordt, kan het creatieve proces worden belem-
merd door lichamelijke spanning, paniek, piekeren, chaotisch
werken en het uit de weg gaan van kritiek. In het boek Creativi-
teit onder druk van Maria Hopman wordt aandacht besteed aan
herkenning, oorzaken, oefeningen en tips om faalangst en kritiek
beter te kunnen hanteren. Een ander populair zelfhulpboek om
je creatieve vermogens (weer) te ontsluiten, hoewel het spirituele
karakter ervan niet iedereen zal bevallen, is The Artist’s Way van
Julia Cameron, zie ook www.theartistsway.com.W
EG
WIJZ
ER
VO
OR
SC
EN
AR
IOS
CH
RIJV
ER
S H
OE
WO
RD
Ik C
uL
Tu
RE
EL
ON
DE
RN
EM
ER
?
30 31
door voordat je besluit te gaan samenwerken, te bespreken wat
je van elkaar verwacht en waar je elkaar aan kunt houden. De
emotionele betrokkenheid van makers bij film en drama is vaak
groot; tegelijkertijd zijn ook de zakelijke belangen groot.
De verschi l lende stadia van samenwerken
Bij samenwerken kun je globaal drie fases onderscheiden:
ideeënfase, ontwikkelingsfase en productie plus vertoning.
Ideeënfase
In deze fase investeren de verschillende partijen doorgaans
vooral tijd en energie in elkaar. Er is meestal nog geen contract
en er wordt vaak nog niets betaald. De partijen hebben wel de
wil om samen iets tot stand te brengen. Deze samenwerking kan
beginnen met een schrijver met een idee, een partij die een
schrijver benadert met een idee, of een schrijver en een andere
partij die samen tot een idee komen. Toch is het ook in deze fase
al van belang duidelijke afspraken te maken:
• Van wie is het idee en wat gaat dit later betekenen voor de cre-
dits?
• Wat is het (gezamenlijke) doel van beide partijen; waar streeft
men naar?
• Wie doet wat, wanneer en is waarvoor verantwoordelijk?
• Wat staat daar tegenover?
• Is alles haalbaar?
• Wat is het voorlopige eindproduct? Een synopsis, format et cetera.
• Wat willen de partijen per se niet?
• Wat zijn de opties als er structurele meningsverschillen ontstaan?
Ontwikkel ingsfase
Is eenmaal besloten een idee verder te ontwikkelen, dan is het
aan te raden een contract op te stellen. In dit contract moeten
in ieder geval auteursrechten, honorarium en credits worden
geregeld.
te lopen; wachten tot je weet wat je écht hebt en in welke vorm
je het giet. De ander vindt het fijn om met zijn idee snel naar
een ander toe te stappen en die er in een vroeg stadium bij te
betrekken. Je kunt een idee dan niet meer geheel vrij ontwikke-
len, maar misschien heeft de ander juist heel goede suggesties.
Bedenk zelf wat het best bij jou en je idee past, en informeer ook
wat bij de wederpartij past. De een wil vanaf de kiem van je idee
meedenken, de ander ziet alleen iets in een meer uitgewerkt
idee.
Met wie?
Bedenk vooraf goed met wie je wilt samenwerken. Shop ook
niet teveel. Het is een klein wereldje en mensen spreken elkaar.
Schrijf je idee toe op een omroep, zender, producent of regis-
seur. kijk wie waarin is gespecialiseerd en bel of schrijf diegene
die het beste ‘past’ (zie ook hoofdstuk 2). Vraag op welke termijn
ze op je idee kunnen reageren. Als antwoord dan uitblijft, doe
navraag, bel of mail, maar ga vooral niet forceren of irriteren.
Benader vervolgens eventueel een ander.
De ander moet interesse hebben in jou en wat je geschreven
hebt en tevens een elementaire kennis hebben over scenario-
schrijven. Zoek iemand die passie toont voor jou en je werk. Niet
zomaar naar bekenden of grote namen stappen, maar zoek men-
sen die dezelfde film of tv-serie willen maken. Het is vervelend
ergens een hoop tijd en energie in te steken, met als resultaat
een eindproduct dat niet wordt wat jij voor ogen had.
Hoe?
Hoe kun je als professionals met elkaar omgaan zodat dit tot
optimale resultaten en zo min mogelijk frustraties leidt? Veel
conflicten ontstaan door onduidelijke afspraken, meningsver-
schillen, tegengestelde belangen of verwachtingen en gebrek-
kige communicatie. Problemen kunnen vaak worden voorkomen
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
32 33
tIp goede samenwerkIng
• Gametelkaaromopbasisvanwederzijdsrespect,vertrouweneneerlijkheid.
• Hanteergeenverborgenagenda’s.• Biedelkaaroptimaleduidelijkheid;ookalshetgaatomcredits,
financiëleafsprakenenwanneerjeeventueeluitelkaarwilt.• Zorgdatjezakelijkeeninhoudelijkebesprekingenduidelijk
scheidt.• Werkzoeffectiefenefficiëntmogelijk(samen).• Herkenkansenenmogelijkheden,identificeermeningsverschillen
enproblemen.• Communiceerveranderingentijdig.• Deadlines,zowelwatbetreftschrijvenalsfeedbackgeven,worden
gehaaldofvroegtijdigheroverwogen.• Controleerofdeprestatiesvanjouendeanderaandeverwachtin-
genvoldoen.• Bijmeningsverschillenofproblemenleverthetstellenvanopen
vragenmeeropdanhetvellenvanoordelen.• Gaopeenprofessionelemanierommetpositieveennegatieve
kritiek,zowelbijgevenalsontvangen;dusoplossings-entoe-komstgericht.
• Geefmeningenindeik-vorm.(“Ikvind…”inplaatsvan:“datis...”)• Kritiekisgerichtophetwerk,nietopdepersoon.• Verwarinspanningennietmetresultaten.• Bevestigafsprakenschriftelijkofpere-mail.
33
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
Daarnaast zijn ook de volgende zaken van belang:
• Wanneer wordt wat met wie besproken? Hoe vaak wordt er feed-
back gegeven op het script; in welke fase en door wie?
• Wat is de kern van het idee, de essentie waar op teruggevallen kan
worden en waar jij en de andere partij(en) niet aan willen tornen?
• Wat is de doelgroep en wat het is budget? Wat zijn eventuele
noodzakelijke beperkingen?
• Hoe garandeer je je artistieke vrijheid, binnen eventuele noodza-
kelijke beperkingen?
• Wat is de rol van de zender en/of distributeur bij het proces en
hoe is ieders betrokkenheid hierbij geregeld?
• Wie is eindverantwoordelijk en wie controleert? Is het wel of niet
mogelijk dat een andere partij eigenhandig veranderingen in het
script aanbrengt?
• Afspraken over jouw betrokkenheid bij casting, locaties, styling,
muziek en regiekeuzes.
• Evaluatiemomenten. Hoe blijven jullie op het juiste spoor? Wat
willen jullie graag verbeteren? Zijn jullie tevreden over het pro-
ces en elkaar? Willen jullie nog hetzelfde? Tijdens het proces kan
ook duidelijk worden dat de geesten zich scheiden.
Product ie en ver toning
De schrijversrol is in deze laatste fase doorgaans al achter de
rug, al komt het natuurlijk ook voor dat tijdens de productie nog
geschreven of herschreven wordt. Ook in deze fase moeten de
kwaliteiten van het script bewaakt worden. Dit wil niet zeggen dat
een andere partij geen ruimte moet krijgen, maar wel dat hier
grenzen aan zijn. De volgende zaken zijn van belang:
• Maak afspraken over je rol bij scriptwijzigingen op basis van
productionele omstandigheden.
• Maak afspraken over je rol bij het in de markt zetten van het eind-
product.
• Maak afspraken over je naamsvermelding en je rol bij de publici-
teit rondom het eindproduct.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
34 35
tIp krItIek geVen en ontVangen
• Beginmetdepositieveensterkepunten.• Geefkritiekindeik-vorm(“ikvind…”inplaatsvan:“datis...”).• Richtkritiekophetwerk,nietopdepersoon.• Weeszospecifiekmogelijk;geefvoorbeeldenenhaalconcrete
situatiesaan.• Houdhetzelfvertrouwenvandeanderinstand.• Controleerofdeanderjebegrijpt.• Geefdeandertijdomkritiekteverwerken.• Geefdeanderruimteomtereageren.• Respecteerdemeningvandeander.• Luisteromtebegrijpen,zelfsalsjeheternietmeeeensbent.• Vraagdooralsjeietsnietbegrijpt.• Bevestigdatjehetbegrijpt.• Toonwaarderingvoordekritiekvandeander.
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
1.6 omgaan met krItIekkunnen omgaan met kritiek en zelfkritiek hebben, is van essen-
tieel belang voor je ontwikkeling als schrijver. Niemand vindt
kritiek fijn, het komt vaak heel dichtbij. Wat je bent en wat je
schrijft, liggen immers vaak dicht bij elkaar. Besef dat kritiek
wordt gegeven om je verder te helpen en beschouw het niet als
een aanval op je persoon, dat maakt het makkelijker om het niet
alleen te verdragen maar er ook profijt van te hebben.
uit onderzoek is gebleken dat bij kritiek je hele stresssysteem
wordt geactiveerd; heftige emoties horen dus bij kritiek. Dat
betekent natuurlijk niet dat je eraan moet toegeven. Het is handig
om aantekeningen te maken, zodat je alles later rustig kunt
teruglezen. Vraag door als je iets niet snapt. Probeer niet direct in
discussie te gaan, geef jezelf liever een time-out en zeg bijvoor-
beeld: “Hier moet ik even rustig over nadenken.” Neem geen
genoegen met algemene opmerkingen, zoals ‘de tweede akte
werkt niet.’ Vraag dan om concrete voorbeelden.
kritiek vraagt om een antwoord. Door op kritiek in te gaan, geef
je aan dat je de ander serieus neemt. Vat de kritiek in eigen
woorden eerst kort samen. Het geeft je meer tijd voor een reactie
en geeft aan dat je hebt geluisterd. Dat draagt bij aan een goede
verstandhouding en zo kunnen ook eventuele misverstanden wor-
den weggenomen. Reageren op kritiek is een voortdurend leer-
proces. Negatieve kritiek betekent meestal even slikken, vooral
als je na een lang werkproces denkt dat je behoorlijk wat hebt
gepresteerd. Als je het vaker meemaakt, krijg je hopelijk steeds
beter zicht op je sterke en zwakke kanten en leer je kritischer
naar je eigen werk te kijken.
Dramaturgen Gemma Derksen en Brigitte Baake in Plot: “De
dramaturg vraagt zich af wat je wilt vertellen, en waarom. En
vervolgens hoe het verhaal op de best mogelijke manier ver-
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
36 37
Bestseller (2008),PaulSebesCreativiteit onder druk (1999),MariaHopmanThe Artist’s Way (2002),JuliaCameron.Nederlandsevertaling: Vind je eigen inspiratie (2002)Schrijfinkomsten van auteurs (2008),HarmenBinnema,MartineBos&DieterVerhueDe succesfactoren van freelancers (2009),promotieonderzoekvanArjanvandenBorn,UniversiteitAntwerpeni.s.m.UniversiteitUtrechtDramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of part-ners in woord en beeld? (2006),ElseFlim.Ditpromotieonderzoekistelezenopwww.vedra.nlDe verborgen schrijver(2008),GerBeukenkamp
www.netwerkscenario.nlwww.belastingdienst.nlwww.beroepkunstenaar.nlwww.ccaa.nlwww.kvk.nlwww.lancelots.nlwww.pzo.nlwww.theartistsway.comwww.vorza.com
teld wordt, zodanig dat het ook overkomt bij het publiek.” Paul
Bertram: “Laat ook je eigen analytisch vermogen erop los. Zodra
je het probleem heel helder definieert, is de oplossing vaak
dichtbij.”
Soms heb je de ogen en mening van anderen nodig om terug te
gaan naar de basis, waar het écht aan schort. Je moet kritiek ook
kunnen zeven, serieus nemen en vervolgens naast je neerleg-
gen. Het is maar een mening, je critici kunnen er ook naast zitten.
Werk niet alleen om het de criticasters naar de zin te maken, dat
kan ook verlammend werken.
Zo gauw je je werk aan anderen laat lezen, krijg je naast kritiek
ook suggesties te horen. Deze suggesties zitten er soms naast,
maar ze geven wel aan dat de ander ergens een probleem ziet.
Soms hoor je echter zoveel verschillende suggesties, zoveel ver-
schillende meningen, dat het je begint te duizelen. Ga dan terug
naar de basis, waarom ben je ooit zo enthousiast over dit idee
geworden?
Voor meer informatie over schrijvers en script editors,
zie: www.vorza.com/writersandeditors.html (site John Vorhaus).
meer InformatIeHandboek voor schrijvers (2009),MaaikeMolhuysenenLouiseStillerHandboek freelancen 2008/2009 (2008),TijsvandenBoomenenWilmavanHoeflaken
Handboek zzp 2010(2009),TijsvandenBoomenenWilmavanHoeflakenEigen Baas (2007),TijsvandenBoomenHet geheim van de uitblinker (2007),VittorioBusato&FrenkvanHarre-veldOutliers (2008),MalcolmGladwell.Nederlandsevertaling:Uitblinkers (2008)
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E W
OR
D Ik
Cu
LT
uR
EE
L O
ND
ER
NE
ME
R?
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
39
Waarkomikbinnen?
om als beginnend scenarioschrijver je weg te kun-nen vinden, heb je kennis van de film- en televisie- wereld nodig. dit hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van het veld en waar je kunt netwerken. Verder worden manieren besproken om je (eerste) openbaarmaking te realiseren en waar je met je ideeën naar toe kunt aan. ook hier geldt: er zijn vele manieren om je doel te bereiken en iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips die bij jou passen. naast film en tv komen ook andere afzet-markten aan bod zoals het hoorspel, de opdracht-film, de animatiefilm, internet, games et cetera. scenarist paul schrader: “een scenario is een uit-nodiging voor een aantal talentvolle mensen om een succesvol kunstwerk te maken.”
2
40 41
Schri jven voor f i lm
In het algemeen kun je met een idee voor een film het beste
naar een regisseur (zie paragraaf 2.5), speelfilmproducent (zie
paragraaf 2.6) of het Filmfonds (zie paragraaf 2.8) gaan. Bij het
schrijven van een film krijg je vooral te maken met een regisseur
en een producent. Bij het Filmfonds kun je ook te maken krijgen
met een intendant; er is er één voor de commerciële en één
voor de artistieke speelfilm. Speelfilms zijn vaak lange trajecten,
zo kostte het acht jaar om Abeltje, de tweelinG en Kruistocht in
spijKerbroeK te realiseren.
Fondsen
Voor de Publieke Omroep wordt veel televisiedrama ontwikkeld
met steun van het Mediafonds, zie www.mediafonds. De meeste
speelfilms worden met steun van het Filmfonds geproduceerd,
zie www.filmfonds.nl. Meer informatie over de fondsen staat in
paragraaf 2.8. Beide fondsen hebben digitale nieuwsbrieven,
waarop je je kunt abonneren met informatie over subsidietoeken-
ningen. Op hun sites kun je de beleidsplannen en jaarverslagen
lezen, met overzichten van alle activiteiten en interviews met
fondsmedewerkers. Het Mediafonds organiseert ook activiteiten
op het gebied van kwaliteitsverbetering en talentontwikkeling,
zoals de Media@Sandberg masterclass in samenwerking met
het Sandberg Instituut (www.sandberg.nl). Nuttig om je vakken-
nis te vergroten en te netwerken. Beide fondsen organiseren ook
(nieuwjaars)borrels, ideale gelegenheden om mensen uit de sec-
tor te ontmoeten. De fondsen hebben samen met de omroepen
en het Binger Filmlab het Deltaplan Talent ontwikkeld.
Stichting Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO-Fonds)
is er voor financiële bijdragen aan coproducties, zie
www.cobofonds.nl. Daarnaast initieert het CoBO-Fonds de ont-
wikkeling en productie van de telefilm, onderdeel van het Delta-
plan Talent. Het Rotterdams Fonds voor de Film en audiovisuele
2.1 de fIlm- en teleVIsIewereldOm te kijken hoe het wereldje in elkaar steekt, kun je als scena-
rioschrijver thuis voorwerk doen op internet, bijvoorbeeld via
www.filmstart.nl.
Deze paragraaf geeft een beknopt overzicht van het veld en waar
je kunt netwerken. Hoe je dat laatste zou kunnen aanpakken, lees
je in hoofdstuk 3.
Schri jven voor televis ie
In het algemeen kun je met een idee voor een televisieserie het
beste naar een omroep (zie paragraaf 2.7) of producent/produc-
tiehuis (zie paragraaf 2.6) gaan. Bij de publieke omroepen krijg
je als schrijver vooral te maken met de dramaturgen en hoof-
den-drama en soms ook met een regisseur. Bij de commerciële
omroepen is de programmaleider vaak verantwoordelijk voor
de dramaproducties. Sommige publieke omroepen en bijna alle
commerciële besteden dramaproducties uit aan producenten
of productiehuizen. Als uitvoerend producent zijn zij dan verant-
woordelijk voor het maken van de serie. Bij zo’n serie krijg je
meestal te maken met de uitvoerend of creatief producent, een
dramaturg, een hoofdschrijver of een eindredacteur; niet met een
regisseur.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
42 43
onafhankelijke televisieproducenten, zie www.otpnederland.nl.
En Vedra (www.vedra.nl) is de vereniging voor dramaturgen.
Op de websites van deze verenigingen kun je profielen van
leden vinden en een agenda. Voor sommige bijeenkomsten
moet je lid zijn, andere zijn openbaar.
De NFTVM, de Vereniging van Nieuwe Film- & TV-Makers, zie
www.nftvm.nl, organiseert elke eerste maandag van de maand
een avond in de Amsterdamse bioscoop het ketelhuis. Hier kun
je makers uit alle disciplines ontmoeten. Als je lid bent kun je op
de website een profiel aanmaken. De NFTVM geeft jaarlijks een
WHO-IS-WHO-boekje uit, met foto’s en gegevens van alle leden.
De NFTVM organiseert ook jaarlijks de Dag van het TV- Idee,
waar nieuwe televisiemakers hun tv-ideeën kunnen presenteren
aan de publieke en commerciële omroepen en aan televisie-
producenten. Dit pitchforum is een ideale gelegenheid om je
dramaplan te presenteren en te netwerken.
De NBF is de oudste belangenvereniging van film- en televisie-
makers in Nederland, waarin vrijwel alle disciplines zijn verte-
genwoordigd, zie www.nbf.nl. Het jaarboek van de NBF staat ook
vol nuttige adressen van personen, bedrijven en organisaties die
in de film- en televisiewereld opereren. Tot slot vertegenwoordigt
de Federatie Filmbelangen verschillende (belangen)organisaties
in de filmsector, zie www.filmbelangen.nl.
Fest ivals
Festivals zijn ideale gelegenheden om collega-schrijvers, dra-
maturgen, regisseurs en producenten tegen te komen en aan te
spreken. Belangrijkste ontmoetingsplaats is het jaarlijkse Neder-
lands Filmfestival in utrecht, zie www.filmfestival.nl, waar de hele
jaarproductie van de Nederlandse film wordt vertoond. Ga er
heen en dompel je er een week onder; heel filmend Nederland
loopt daar rond. Bezoek screenings, talkshows, borrels, inter-
media (RFF) levert facilitaire en financiële steun aan speelfilms,
documentaires en tv-producties die geheel of gedeeltelijk in de
regio Rotterdam worden geproduceerd, zie www.rff.rotterdam.nl.
Het Lira Fonds verstrekt subsidies aan audio- en audiovisuele
producties, zoals hoorspelen en – in beperkte mate – films.
Het Lira Fonds richt zich niet zozeer op debutanten, maar op
professionele auteurs, zie www.lira.nl. Een overzicht van binnen-
en buitenlandse fondsen vind je op www.filmfondsen.nl.
Beroepsorganisat ies
Voor een succesvolle start is het belangrijk te netwerken; rela-
ties aan te knopen. Een volgende vraag is: waar vind je relaties?
De eerste logische stap voor een startende scenarioschrijver
is (aspirant)lid worden van de beroepsorganisatie: het Netwerk
Scenarioschrijvers, zie www.netwerkscenario.nl. Als (aspirant)lid
kun je op de website een ledenprofiel aanmaken. Het Netwerk
organiseert regelmatig bijeenkomsten samen met andere
beroepsorganisaties, ideale gelegenheden waar je collega
schrijvers, regisseurs, dramaturgen en producenten kunt ontmoe-
ten. Informatie over deze bijeenkomsten, lees je in de digitale
nieuwsbrief van het Netwerk of op de website. Bij het Schrijfpaleis
kunnen Netwerkleden op laagdrempelige wijze hun werk pre-
senteren aan omroepen, producenten en theatermakers. Tevens
is het Schrijfpaleis een plek waar je kennis kunt nemen van wat
er in het veld speelt en is het een ideale ontmoetingsplaats voor
schrijvers, dramaturgen, omroepen, regisseurs en producenten.
De belangenvereniging voor film- en televisieregisseurs is de
Dutch Directors Guild (DDG), zie www.directorsguild.nl. De
belangen van speelfilm- en documentaireproducenten worden
behartigd door de Nederlandse Vereniging van Speelfilm-
producenten (NVS), zie www.speelfilmproducenten.nl. De ver-
eniging van Onafhankelijke Televisie Producenten (OTP) is een
samenwerkingsverband van een aantal middelgrote en grote
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
44 45
Opleidingen en workshops
Vakopleidingen die filmmakers opleiden zijn de Nederlandse
Film en Televisie Academie, de Rietveld Academie, de Hoge-
school voor de kunsten utrecht, de Academie St. Joost en de
Willem de koningacademie. De opleidingen hebben jaarlijks
viewings van hun afstudeerprojecten, een ideale gelegenheid
om kennis te maken met nieuw talent. Daarnaast zijn er twee met
overheidsgeld gefinancierde werkplaatsen actief in de sector:
het Binger Filmlab en het Nederlands Instituut voor Animatiefilm
(NIAf). Op het moment van schrijven is het Sectorinstituut Film in
de maak, waarin diverse instellingen een plaats zullen krijgen.
Om je vakkennis te vergroten en ook om te netwerken, kun je
workshops en lezingen volgen van bijvoorbeeld het Netwerk
Scenarioschrijvers, www.netwerkscenario.nl, of andere branche-
organisaties en schrijfopleidingen. De Filmacademie heeft sinds
2008 een masteropleiding, zie www.filmacademie.nl. Het Binger
Filmlab organiseert regelmatig korte en lange cursussen voor
scenarioschrijvers en script-editors, zie
www.binger.nl. Om op de hoogte te blijven kun je je abonneren
op hun digitale nieuwsbrief. De MEDIA Desk Nederland is een
opleidingsprogramma voor professionals uit de audiovisuele
branche in Europa, zie www.mediadesk.nl, ook zij verspreiden
een digitale nieuwsbrief. Het is mogelijk om een financiële
bijdrage aan te vragen bij het Filmfonds voor het volgen van
sommige van de opleidingen bij het Binger en de MEDIA Desk.
Voor scenarioschrijvers zijn er daarnaast diverse particuliere
opleidingen, zoals Scriptschool, zie www.scriptschool.nl, met
een uitgebreid aanbod van korte en langere cursussen. Vraag
deelnemers naar hun ervaringen.
Als scenarioschrijver kun je ook aan de slag in het onderwijs.
kijk op www.beroepskunstenaarindeklas.nl voor informatie
over de opleiding. Het is ook mogelijk om als creatieveling in
views, meetings et cetera. Het Netwerk houdt er de Dag van het
Scenario en een Schrijfpaleis de Luxe, ideale gelegenheden om
te netwerken. Voor (beginnende) scenarioschrijvers is Makers-
voorMakers, zie www.binger.nl, een aanrader om feedback op
een project te krijgen van een onafhankelijke gerenommeerde
vakgenoot.
Een ander groot festival is het Internationaal Filmfestival Rotter-
dam, zie www.filmfestivalrotterdam.com. Onderdeel van Rotter-
dam is de CineMart, een ontmoetingsplaats voor filmmakers en
financiers. Verder zijn er gespecialiseerde festivals zoals Cinekid
(www.cinekid.nl), het jaarlijkse festival voor de jeugd met een
jaarlijks wisselend seminar voor scenaristen georganiseerd door
het Netwerk, en het Holland Animation Film Festival (www.haff.
nl) voor animatie. Voor een overzicht van alle festivals, ook voor
internetfestivals, zie www.film-festivals.nl.
Lira, Contractenbureau en agenten
Zodra er werk van je uitgezonden gaat worden, is het belang-
rijk je aan te sluiten bij Stichting Lira. Lira beheert collectief
auteursrechten van schrijvers in Nederland, zie www.lira.nl. Ter
stimulering reikt Lira elke twee jaar de Lira scenarioprijs uit voor
het beste televisiescenario, ook een ideale gelegenheid om te
netwerken. Als je een contract wilt afsluiten met een opdracht-
gever, kun je gratis advies krijgen van het Netwerk. Je kunt ook
een advocaat of een agent nemen. Agenten onderhandelen niet
alleen over contracten, ze begeleiden je ook bij je carrière. Wil je
enkel iemand voor contractonderhandelingen, dan is het Con-
tractenbureau zie www.contractenbureau.nl, een goedkopere
optie. Om je aan te kunnen sluiten bij het Contractenbureau, moet
je of lid zijn van het Netwerk of aangesloten zijn bij Lira. Vraag
(meer ervaren) collega’s naar hun ervaringen. Over rechten en
contracten kun je meer lezen in hoofdstuk 4.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
46 47
kan genoeg zijn: “zouden jullie geïnteresseerd zijn in …?” Is het
antwoord positief, dan kun je verder gaan met uitwerken en het
idee opsturen.
Gelezen worden
De volgende stap is dat je idee of script daadwerkelijk wordt
gelezen. Probeer er achter te komen waar lezers op letten en
wat ze willen lezen. Een scenisch treatment kan een producent
helpen te bepalen hoe duur een productie wordt. Hoe kijkt een
dramaturg naar een filmscript voor het Filmfonds? Brigitte Baake
in Plot: “Eigenlijk beoordeel je met het script de belofte van de
film. (…) Wat ik persoonlijk – niet als adviseur – van een film
vraag, is dat hij me emotioneert. (…) Hoofd, hart en buik moeten
bevredigd worden. Als dat lukt heb je een topfilm.” Burny Bos in
Plot: “Bij een goed script moet je meegaan in wat je leest. En als
dat goed is, wil je doorlezen en dan begint er iets. Pas in tweede
instantie ga ik kijken naar structuur. Je moet gegrepen worden
door de personages.” Afgezien van een goed idee, willen lezers
ook vakkennis lezen; een goede structuur, levendige scènes,
sprankelende dialoog, driedimensionale karakters et cetera.
Waar letten juryleden op bij een wedstrijd? Voor elke wedstrijd
is dat natuurlijk anders, maar om een idee te krijgen, kijk bijvoor-
beeld naar een overzicht van de criteria voor de Prix Jeunesse
International voor kindertelevisie, op www.prixjeunesse.de onder
Festival/Judging Criteria. Meer over de presentatie van je idee
kun je lezen in hoofdstuk 5.
Een goed idee kan over alles gaan. Met vakkennis kun je elk diep
gevoeld dilemma, hoe klein ook, in tekst vertalen. Vaak is het zin-
nig om context te creëren. Waarom ben je zo bevlogen, wat is je
passie en urgentie? Als het goed is, wordt de noodzaak duidelijk
vanuit het verhaal en de personages, maar het kan ook in een
begeleidend schrijven. Dat hoeft niet lang te zijn, dat kan in een
paar zinnen. Zorg verder voor de juiste lay-out, vorm, spelling en
het bedrijfsleven aan de slag te gaan. Creativity2business
bemiddelt in creatieve oplossingen voor bedrijfsvraagstukken,
zie www.creativity2business.nl.
WWIk en kunstenaars&CO
De Wet Werk en Inkomen kunstenaars (WWIk) is een regeling
voor startende of al beroepsmatig werkende kunstenaars, waar
ook (startende) scenarioschrijvers gebruik van kunnen maken.
Voor meer informatie zie paragraaf 4.4. Als WWIk’er kom je bij
kunstenaars&CO terecht, zie www.kunstenaarsenco.nl. Op hun
website www.beroepkunstenaar.nl kun je informatie vinden over
het ondernemerschap van kunstenaars en de film- en televisie-
wereld. Bij kunstenaars&CO kun je trainingen en opleidingspro-
gramma’s voor kunstenaars volgen. Het Netwerk organiseert
in samenwerking met kunstenaars&CO en de DDG de cursus
‘Regie over mijn beroepspraktijk’ voor scenarioschrijvers en
regisseurs die hun beroepspraktijk willen professionaliseren en
hun netwerk willen uitbreiden.
2.2 je eerste meters makenAls je een idee hebt, probeer dan voor jezelf de vraag te beant-
woorden: voor welk medium schrijf je het? Is het een idee voor
film, televisie of internet? De volgende vraag is: naar wie stuur je
je idee? En waar liggen kansen? De kans op realisatie wordt een
stuk groter als het aansluit bij de behoefte van een regisseur,
producent, omroep of fonds. Onderzoek dus wat hun eisen en
wensen zijn. Je kunt je zoektocht beginnen op internet. Probeer
er achter te komen wat ze willen. kijk wat ze maken en onder-
zoek zo wat de ‘identiteit’ is van een regisseur, producent of
omroep. Die identiteit is ook vaak gekoppeld aan een persoon.
Dan helpt het om er achter te komen wie die persoon is. Voor-
dat je aan het uitwerken van je idee begint, kan het handig zijn
om te peilen of er interesse is. Doe navraag, een kort telefoontje
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
48 49
vooral geïnteresseerd zijn in talent. Goede scripts worden mis-
schien niet altijd in productie genomen, maar goede schrijvers
worden bijna altijd opgemerkt.
2.3 scHrIjVen Voor een talentontwIkkelIngsplanOm filmtalent zo goed mogelijk te ontwikkelen, hebben fondsen,
omroepen en Binger Filmlab de handen ineengeslagen en het
Deltaplan Talent ontwikkeld. Er wordt benadrukt dat het Delta-
plan geen voorgeschreven route is, maar een landschap met
verschillende stromen waarin makers, afhankelijk van talent, tem-
perament en voorkeur, zelf hun weg kunnen vinden. Als startend
scenarioschrijver heb je jaarlijks bij het Deltaplan de meeste kans
bij:
• kORT!: tien korte films van maximaal 10 minuten, ook animatie.
• one niGht stAnd: acht 50-minuten films.
Deze projecten bieden de vrijheid om te experimenteren, stimu-
leren authenticiteit en oorspronkelijkheid. Deze projecten bieden
jaarlijks nieuwe kansen. De deadlines en hoe je een project moet
aanleveren kun je vinden op de sites van de fondsen. Voordat je
zelf iets opstuurt, is het handig om naar al gerealiseerde eind-
producten te kijken. Vraag collega’s naar hun ervaringen. Leg
bijvoorbeeld een dossier aan met ideeën.
Voor kORT! kan een aanvraag alleen worden ingediend door een
ervaren, in Nederland gevestigde producent. Gevraagd wordt:
• een scenario,
• een synopsis van maximaal één pagina,
• een logline, een samenvatting van de film in maximaal drie zin-
nen in het Nederlands,
• een toelichting van regisseur en producent,
• curriculum vitae makers,
grammatica. Als er eisen worden gesteld aan wat je moet inleve-
ren, bijvoorbeeld bij een prijsvraag, zorg dan dat je dat aanlevert
wat gevraagd wordt. Dat toont je professionaliteit. Respecteer
deadlines of neem anders tijdig contact op.
Een eerste openbaar making
Veel regisseurs, dramaturgen, producenten en productiehuizen
zijn op zoek naar schrijvers met ideeën. Het helpt natuurlijk als je
al een staat van dienst hebt, maar ook een afgeronde opleiding
opent deuren. Je moet ook niet bang zijn om eens op iemand af
te stappen. Vraag aan meer ervaren collega’s hoe zij begonnen
zijn. Je zult een hoop tijd en moeite moeten investeren en uitein-
delijk is het voor iedereen een individuele zoektocht. Tijs van
Marle: “Ik ben vol enthousiasme aan alle wedstrijden gaan mee-
doen. Voor kORT! heeft dat nooit iets opgeleverd, maar voor de
eerste serie one niGht stAnds werd ik twee (!) keer uitgekozen.
uiteindelijk is Au ciGoGne! ook echt gemaakt, en geregisseerd
door Margien Rogaar die ik van de Filmacademie kende.”
De meest geëigende manieren om een eerste openbaarmaking
te realiseren zijn:
• Een goed script schrijven.
• Aan ‘wedstrijden’ voor nieuw talent zoals kORT!, one niGht stAnd
of Kind en Kleur meedoen.
• Aan een lopende serie meeschrijven.
Een goed script of een goed idee is je beste visitekaartje. Je kunt
op eigen initiatief een script voor een lopende serie schrijven,
een schaduwscript (ook wel specscript genoemd) of een script
naar een eigen idee om iets van je eigen stijl of toon te laten zien.
Vervolgens kun je dat script opsturen naar de desbetreffende
omroep of producent. Ook al wordt er met je script of idee niets
gedaan, het kan toch iets opleveren, zoals een schrijfopdracht
voor iets soortgelijks. Bedenk dat omroepen en producenten
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
50 51
gerealiseerd. Een eindexamenfilm telt ook mee als gerealiseerd
werk. Als een beginnend scenarist met een ervaren regisseur
indient, weegt de laatste zwaar mee bij de beoordeling.
Als schrijver kun je ook zonder regisseur een project voor een
one niGht stAnd inleveren, maar het is aan te bevelen om als duo
iets in te dienen. Bij one niGht stAnd worden twee keer zoveel
projecten ontwikkeld als gemaakt, maar ook als je de volgende
ronde niet haalt, heb je toch de mogelijkheid gehad om betaald
en onder begeleiding een scenario te ontwikkelen. Zie ook
www.cinema.nl/one-night-stand/artikelen en www.omroep-vara.nl/
One-Night-Stand.
Daarnaast biedt het Deltaplan Talent jaarlijks kansen aan scena-
rio-schrijvers (nieuw en bewezen talent) met:
1 Artistieke speelfilm: zes artistieke lange speelfilms, waarvan één
voor nieuw talent – de oversteeK (eerste of tweede film) – en drie
voor bewezen toptalent (tweede of derde film).
2 Cinema Junior: één kwaliteitsfilm voor jeugd (voor bewezen
talent).
3 telefilm: zes films gericht op breed publiek (voor bewezen
talent).
Ook de oversteeK biedt een beginnend scenarioschrijver kan-
sen. Maar meer nog dan bij de twee voorgaande projecten, zul
je je project moeten optuigen, gezien de staat van dienst van de
eerder geselecteerden. Eerder gerealiseerd werk wordt meege-
wogen.
kind en kleur
Kind en Kleur is een project van het Mediafonds. Aan dit pro-
ject werken Z@pp en de publieke omroepen mee. Het is een
opleidingstraject gericht op verhalen die zijn geworteld in de
multiculturele samenleving. Scenarioschrijvers worden getraind
en begeleid bij het schrijven van een scenario voor een kort
• eerder gerealiseerd werk (dvd/vhs),
• een volledig ingevuld aanvraagformulier en begrotingsmodel; te
vinden op www.cinema.nl/kortefilm.
Voor one niGht stAnd wordt gevraagd:
• een synopsis, inclusief logline, van maximaal twee pagina’s,
• een korte visie op regie om een beeld te geven van de persoon-
lijke stijl,
• curriculum vitae van scenarist en regisseur,
• eerder gerealiseerd werk (dvd/vhs),
• een volledig ingevuld aanvraagformulier; te downloaden via
cinema.nl/one-night-stand. Hier vind je ook de richtlijnen en
voorwaarden.
Een goed idee of script is natuurlijk het belangrijkst, maar hoe
meer je je project kunt optuigen, bijvoorbeeld samen met meer
ervaren makers, hoe meer kans je maakt. Aan de andere kant zijn
dit projecten die juist bedoeld zijn voor nieuw talent. kijk naar
de staat van dienst van de eerder geselecteerden. Ook al wordt
het niet gevraagd, als schrijver is het ook zinnig om een (korte)
toelichting te schrijven met daarin het waarom, jouw passie,
noodzaak et cetera.
De selectie van kORT! gebeurt op basis van uitgeschreven
scenario’s, waarbij narratieve films, die op originele wijze het
scenario verbeelden, de voorkeur hebben. Nadrukkelijk wordt
ook gekeken naar de filmische potentie van het scenario en de
creativiteit en durf van de maker(s). Een regievisie is daarom een
vereiste.
one niGht stAnd richt zich op ‘nieuwe’ regisseurs in combinatie
met zowel meer als minder ervaren schrijvers. Van regisseurs
wordt, naast een relevante opleiding, verlangd dat zij minimaal
één gerealiseerde (korte) fictiefilm op hun naam hebben staan.
Van scenaristen moet tenminste één drama- of filmscenario zijn
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
52 53
belang is voor een schrijver. Je ziet heel snel terug wat je hebt
geschreven en daar word je het snelst beter van.”
Het is aan te raden ook hier eerst weer voorwerk te doen. kijk
afleveringen, het liefst meerdere malen, en analyseer hoe een
aflevering geschreven is. Wie zijn de hoofdpersonen? Wat voor
verhalen worden er verteld? Hoeveel verschillende verhaallijnen
bevat een aflevering? Hoe wordt een verhaallijn opgebouwd?
Hoeveel wendingen zijn er? Analyseer vervolgens je eigen idee.
Is jouw idee consistent met de toon van de serie? Gaat je verhaal
over een hoofdpersonage van de serie, in plaats van over een
‘nieuw’ voor je verhaal geïntroduceerd personage? Is je verhaal
origineel of heeft het een originele twist? Bij het verder uitwer-
ken is het handig om ook aan de productieomstandigheden te
denken. Wat zijn de mogelijkheden? Is het je duidelijk hoe ‘duur’
of ‘goedkoop’ je moet schrijven?
Zeker bij dagelijkse series wordt er veel en vaak in teamver-
band geschreven. Maar ook voor wekelijkse langlopende series
wordt er steeds meer volgens het systeem van een writersroom
gewerkt; gezamenlijk aan ideeën werken voor afleveringen. Het
gaat er om als schrijver bij een team te komen waarin je ‘past’.
Vraag ook hier collega’s naar hun ervaringen.
Bij het schrijven voor een lopende serie, hebben veel mensen
iets over je werk te zeggen. Lopende series stellen aan (nieuwe)
schrijvers heel concrete eisen. De makers weten immers wat
goed voor hun serie is. Je moet goed begrijpen waarom din-
gen zijn zoals ze zijn; over het algemeen is daar wel een reden
voor. De paradox is dat je iets moet toevoegen wat authentiek is,
binnen de grenzen die gesteld worden door de leidinggevende
– dat kan de hoofdschrijver, creatief producent of eindredacteur
zijn. uiteindelijk moet je ze kunnen geven wat zij willen, hun sug-
gesties overnemen en er tegen kunnen dat je af en toe herschre-
ven zult worden.
jeugddrama. Het is bedoeld voor schrijvers die goed thuis zijn in
Nederland, maar zich – bijvoorbeeld door eigen ervaring – ook
kunnen verplaatsen in de belevingswereld van kinderen met een
andere culturele achtergrond. Kind en Kleur heeft inmiddels vijf
edities achter de rug en er zijn ruim dertig scripts daadwerkelijk
geproduceerd, of in productie. Voor een beginnend scenario-
schrijver een ideale gelegenheid om een script voor jeugddra-
ma te ontwikkelen onder begeleiding van professionals en tevens
een kans op een daadwerkelijke productie en vertoning.
2.4 scHrIjVen Voor een lopende teleVIsIeserIeVoor een lopende serie schrijven betekent werken in een
bestaand format of sjabloon. Maar ook binnen die beperkingen
moet het mogelijk zijn om ‘jouw’ verhaal te vertellen. Solliciteer
bij een serie waar je affiniteit mee hebt, waar je zelf graag naar
kijkt; dat maakt het als het goed is een stuk makkelijker. Bedenk
ook: als je voor een opdrachtgever gaat schrijven, ben je dan
wel in staat te voldoen aan die opdracht? Wil je dat eigenlijk wel?
Vraag collega’s naar hun ervaringen.
De grootste opdrachtgevers voor scenarioschrijvers zijn de
producenten van dagelijkse series. Deze series, ook de regio-
soaps, bieden beginnende schrijvers een kans. Marc Linssen,
creatief hoofd van ScriptStudio (Endemol), waar de scripts van
onder andere Gtst, onderweG nAAr morGen en juliA’s tAnGo
worden geschreven: “We zijn altijd op zoek naar schrijvers. Werk
opsturen is prima en als ik iets lees wat goed is, nodig ik iemand
sneller uit. Je moet affiniteit met het genre hebben, het kennen
en snappen. Nieuwelingen beginnen met dialogen schrijven. Ze
hebben zeker acht schaduwscripts nodig om het in de vingers te
krijgen en betaald aan de slag te gaan. We zijn een opleidings-
instituut, bij ons kun je heel veel meters maken, wat van cruciaal
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
54 55
De samenwerking verloopt vaak goed als zij gebaseerd is op
wederzijds respect voor elkaars ideeën en inbreng, vertrouwen
en een open houding. En als de regisseur je duidelijk kan maken
waarom hij of zij dingen anders wil dan jij hebt geschreven. Soms
moet je als schrijver juist aan de bel trekken, bijvoorbeeld als de
regisseur niet weet wat hij of zij wil, of daar pas na tien versies
achterkomt.
Tijdens het werken in de driehoek scenarioschrijver-producent-
regisseur, is het belangrijk om te weten met wie en voor wie je
schrijft. Wie beoordeelt je scenario en aan wie moet je verant-
woording afleggen?
2.6 producenten en productIeHuIZenDe meeste producenten of productiehuizen zijn steeds op zoek
naar goede en nieuwe ideeën. Ook als beginnend scenario-
schrijver kun je dus met je idee naar ze toe stappen. Voor een
overzicht van producenten zie www.speelfilmproducenten.nl,
www.otpnederland.nl, www.nftvm.nl en www.filmstart.nl. Zo kun
je zien wat ze gerealiseerd hebben en waarin ze gespecialiseerd
zijn. Vraag aan collega’s naar hun ervaringen met producenten
en productiehuizen.
Om een idee te krijgen wat het producentenvak inhoudt, kun je
De filmproducent, Handboek voor de praktijk van Carolien kroon
& Stinette Bosklopper lezen. Of download de NVS-brochure van
hun website: Speelfilm in Nederland: Over de exploitatie van films
en de auteursrechtelijke positie van de producent. Rob Arends
(NFTA) in Plot: “Filmmaken is altijd een combinatie van een aan-
tal factoren: wie past bij welk script? Welke acteurs? Welke regis-
seur? De producent moet de omstandigheden creëren waarin de
verschillende disciplines zo goed mogelijk tot hun recht komen.
Die keuzes zijn van levensbelang.”
2.5 regIsseursDe meeste regisseurs zijn altijd op zoek naar goede en nieuwe
ideeën; ook als beginnend scenarioschrijver kun je dus met je
idee naar ze toe stappen. Ook hier is het weer zinnig om voor-
werk te doen. Voor een overzicht van regisseurs en hun werk kun
je www.directorsguild.nl, www.nftvm.nl en www.filmstart.nl raad-
plegen. kijk ook in de overzichten van de fondsen wie wat en met
wie doet. Vraag collega’s naar hun ervaringen met regisseurs.
Als (aspirant)lid van het Netwerk kun je een bericht plaatsen,
dat je bijvoorbeeld een regisseur zoekt, op het prikbord van
www.netwerkscenario.nl.
Bedenk voordat je iets opstuurt: welke regisseur past het best
bij mijn idee? Ga vooral op zoek naar een regisseur met wie
het ‘klikt’, met wie je graag wil samenwerken. Een idee kan van
beiden komen, daar moet je als schrijver ook open voor staan.
Vervolgens ga je dat idee uitwerken. In die fase is het ontzet-
tend belangrijk dat de scenarist en de regisseur heel nauw met
elkaar samenwerken. Het is de kunst om op elkaars golflengte te
komen. Daar gaat meestal veel tijd in zitten, maar als het lukt, zie
je dat vaak ook aan het eindresultaat.
Het ontwikkelen van een scenario voor een speelfilm, korte film
of een one niGht stAnd in samenwerking met de regisseur is in
principe ideaal. Hij of zij kan je dan nog tijdens het schrijven voe-
den met ideeën over de stijl van vertellen en het in beeld bren-
gen, over de toon en karakterisering van de hoofdpersonages.
Zo krijg je als schrijver direct feedback van degene die uiteinde-
lijk met je scenario aan de slag gaat. Dat kan soms ook lastig zijn,
omdat je met de regisseur in een niet geheel gelijke verhouding
staat. In de praktijk heeft de regisseur het laatste woord in de
uiteindelijke scriptbeslissingen, omdat hij of zij met het script op
de set zal staan.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
56 57
realistisch zijn. Is het onder te brengen bij een omroep? krijg je
een fonds mee? Ook kijken ze naar je cv; wat heb je gedaan, wat
is er eerder van jou als schrijver gerealiseerd?
Reinier Selen (Rinkel Films) in Plot: “Je moet wat zien in het
plan, je moet een persoonlijke klik hebben met mensen, en als
je iemand nog niet kent, moet de inschatting die je hebt van
zijn talent passen bij het plan. Een scenarioschrijver moet een
realistische inschatting hebben van de grootte van het plan in
relatie tot zijn trackrecord. Er zijn schrijvers die misschien wel
een geniaal plan hebben, maar nog nooit eerder iets van hun
hand hebben zien verfilmd, terwijl de film misschien tien miljoen
euro gaat kosten. Dan heeft het vaak niet eens zin om er over te
praten, tenzij de schrijver bereid is om zijn zelfstandigheid op te
geven en samenwerking met een andere schrijver te zoeken.”
2.7 omroepenBij de commerciële omroepen is de programmaleider vaak ver-
antwoordelijk voor de dramaproducties en wordt de ontwikkeling
van dramaproducties uitbesteed aan producenten of productie-
huizen (paragraaf 2.6). De Publieke Omroep wordt sinds een paar
jaar centraal aangestuurd. Elke omroep, ieder autonoom en met
de eigen identiteit, zendt in principe uit op alle netten. Globaal
is Nederland 1 bedoeld voor een breed publiek, Nederland 2
informeert en vereist enige aandacht van de kijker en Nederland
3 is voor jongeren en experimenten. Op www.beroepkunste-
naar.nl vind je een overzicht van de publieke omroepen en hun
drama-afdelingen en commerciële omroepen. Op de websites
van de omroepen vind je informatie over hun identiteit en hun
programma’s. Op de sites van de regionale omroepen vind je
informatie over regiodrama, zie www.roosrtv.nl, de site van hun
koepelorganisatie. Voor een overzicht van alle omroepen, ook de
commerciële, zie www.televisie-links.nl. Vraag aan collega’s naar
hun ervaringen.
Met wie je als schrijver in zee gaat, is erg belangrijk. Neem niet
de ‘makkelijkste’ weg door naar bekenden of grote namen te
stappen, maar ga op zoek naar een producent met wie het ‘klikt’,
iemand die dezelfde film of tv-serie wil maken als jij. Besef wel,
zodra je voor een producent hebt gekozen, zit je er aan vast. Met
een producent kun je je plan niet meer in volledige vrijheid ont-
wikkelen. Aan de andere kant kan een producent je ook tijdens
het schrijven voeden met zijn of haar ideeën. Het liefst stappen
producenten er zo vroeg mogelijk in, als er sprake is van een
idee of synopsis. Realiseer je dat een producent vaak maar één
belang heeft: het maken van films of tv-producties. Alleen met
produceren kan hij of zij geld verdienen. Producent Michiel de
Rooy in Plot: “Vaak dwingen financiële omstandigheden produ-
centen om vrijwel meteen als de financiering rond is te gaan
produceren. Dit is jammer. Een beter uitgewerkt script leidt altijd
tot een betere film.”
In de beginfase kun je als schrijver de uitwerking tot een succes-
vol eindproduct niet garanderen. De meeste producenten willen
of kunnen het zich niet permitteren een financieel risico te lopen;
zij weten ook niet zeker of het eindresultaat een succes wordt.
Maar je idee vertegenwoordigt wel een zekere waarde. Daarom
proberen ze soms de (schrijf)prestatie en het eigendom van het
idee, te scheiden. Houd dit in je achterhoofd en wees voorzichtig
met het overdragen van je rechten, zie ook hoofdstuk 4.
Hoe moet je een producent benaderen? Frans van Gestel (IDTV
Film) in Plot: “Per mail of telefoon met een synopsis of ander
document waaruit de potentie van het plan blijkt en liefst in een
vroeg stadium van ontwikkeling.” Producenten gaan met je in
zee als je plan ze persoonlijk aanspreekt, als er noodzaak uit je
plan spreekt, als het kwaliteit heeft en als ze het idee hebben dat
ze constructief met je kunnen samenwerken. Ook moet een plan
passen in hun planning en moeten het budget en de financiering
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
58 59
kwaliteit heeft; daarna kijken we of er behoefte en plek is bij de
verschillende netten.”
Wat zijn de kansen voor beginnende scenarioschrijvers om hun
eigen idee gerealiseerd te krijgen? Agterbos: “Je moet in eerste
instantie toch wel veel meters maken. Ga eerst meeschrijven aan
andere series, ervaring opdoen, wil je een lange serie kunnen
dragen. Het is echt iets anders dan een kORT! of een one niGht
stAnd.” Van den Ende is het daarmee eens. “Op onze serie we
GAAn noG niet nAAr huis, geproduceerd door Endemol – zetten we
naast een paar senior schrijvers ook een aantal junior schrijvers.
Dan lezen wij de scripts en dat wordt dan teruggekoppeld naar
die schrijvers.” Agterbos: “Met onbekende schrijvers moeten we
meer uit de kast trekken. Zonder producent kan een schrijver
niet veel meer, omdat omroepen geen eigen potje meer hebben
voor ontwikkeling.”
Eindredacteuren drama Gemma Derksen (NCRV) en Brigitte
Baake (kRO) in Plot: “Een afdeling Drama die een goed product
wil leveren, heeft creatieve en talentvolle schrijvers hard nodig.
Het is vooral belangrijk om in het begin van een samenwerking
ervoor te zorgen dat alle neuzen dezelfde kant uitstaan. Als er
sprake is van twee verschillende verhalen, moet dat worden
opgelost, óf de wegen scheiden zich. Drama blijft teamwork. (…)
Een project dat ongevraagd binnenkomt, kan afgewezen worden
op grond van gebrek aan kwaliteit, maar het kan ook zijn dat het
niet binnen het beleid van de omroep past, of om andere rede-
nen niet haalbaar is. (…) Door dit voor schrijvers ondoorzichtige
krachtenveld ontstaan wel eens verkeerde verwachtingen. Als
beginnende schrijver met een onervaren regisseur en onbe-
kende producent maak je bijvoorbeeld niet zoveel kans in een
project als de telefilm.”
Hoe krijg je je drama-idee op televisie bij de Publieke Omroep?
Voorafgaand aan ieder televisieseizoen komen de netcoördi-
natoren met een gedetailleerd schema met omschrijvingen van
programma’s waarvoor geld beschikbaar is, zogenaamde slots.
In een slotomschrijving staat het soort programma, waar en
wanneer het zal worden uitgezonden, en voor welke doelgroep
het bedoeld is. Voor drama bepaalt de netcoördinator vooraf het
format en het genre, komedie of drama, de lengte van het pro-
gramma en hoeveel kijkers het moet trekken.
De omroepen kunnen intekenen op deze slots en vervolgens
gaan zij brainstormen met schrijvers, regisseurs en productie-
huizen over ideeën. Deze plannen worden verder uitgewerkt
in treatments en scripts. uiteindelijk pitchen alle omroepen hun
plannen aan de netcoördinatoren, die vervolgens een keuze
maken. Het kan voorkomen dat zowel de omroep als het net een
ontwikkelingsbedrag investeren. Hedwig Agterbos, dramaturg
bij Idtv Film in Plot: “We hebben in drie maanden tijd een dra-
maserie voor Nederland 1 ontwikkeld die meer dan een miljoen
kijkers moet trekken. Er moest liggen: een scenario, vier synop-
sissen, een karakterdossier en we hebben een pilot gemaakt. Je
moet heel wat investeren voor je groen licht krijgt. De netcoördi-
nator kan kiezen uit vier pitches.”
Simone van den Ende, eindredacteur drama van de AVRO in Plot:
“We krijgen voortdurend scripts opgestuurd van productiehuizen
en schrijvers. Die lezen we en dan kijken we wat we willen én
kunnen ontwikkelen. Vervolgens kijken we of er ook daadwerke-
lijk plek vrij is op het net, omdat we met vele omroepen zijn en er
slechts beperkt geld en uitzendslots beschikbaar zijn. Er wordt
ook gekeken naar wie al een lopende serie heeft en wie er aan
de beurt is om een grote serie of komedie te maken. Ik advi-
seer mensen als ze bellen of mailen, om het script op te sturen.
Wij lezen het, kijken of het geschikt is voor de AVRO en of het
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
60 61
Wat wordt in 2009 gevraagd?
• Beschrijf in maximaal 250 woorden het concept van de film en
waarom dit tot een commercieel succes zal leiden.
• Beschrijf de film in maximaal 50 woorden (logline), beschrijf het
genre en je primaire publieksdoelgroep(en) voor de bioscoop.
• Beschrijf het verhaal in maximaal 500 woorden.
• Indien aanwezig: een (mini) treatment of scenario.
• Curriculum vitae.
2 Ontwikkel ing speel f i lm via de ar t is t iek intendant
Alleen makers met aantoonbare speelfilmervaring kunnen een
project indienen. Er worden alleen projecten geselecteerd waar
een regisseur zich aan heeft gecommitteerd. Voor een treat-
mentbijdrage hebben de makers geen producent nodig. Indien
gewenst kan de intendant in een volgende fase de makers helpen
met het zoeken naar een geschikte producent.
Wat wordt in 2009 gevraagd?
• In maximaal 2500 woorden: de grove contouren van de beoogde
film schetsen én – heel belangrijk – de persoonlijke motivatie van
de makers verwoorden.
• Beeldmateriaal, indien relevant.
• Curriculum vitae.
3 Ontwikkel ing speel f i lm via de commissie
Alleen producenten kunnen aanvragen. Debuterende scenario-
schrijvers of regisseurs wordt aangeraden om een aanvraag in te
dienen in combinatie met een ervaren producent en omgekeerd.
Een project moet voldoen aan het uitgangspunt van de uitvoe-
ringsregeling Lange Speelfilm, zie www.filmfonds.nl. Daarna
verricht het fonds een artistiek-inhoudelijke toets op grond van
drie criteria:
• De originaliteit en authenticiteit van de film (kwaliteit film).
• De soliditeit en uitvoerbaarheid van het filmplan, zoals de visie
2.8 fondsen
HET NEDERLANDS FONDS VOOR DE FILM
De missie van het Filmfonds is:
• het stimuleren van de filmproductie in Nederland, met nadruk op
kwaliteit en diversiteit;
• het bevorderen van een goed klimaat voor de Nederlandse film-
cultuur.
Het fonds geeft filmmakers financiële steun bij het ontwikke-
len, realiseren en distribueren van films. Het is betrokken bij de
totstandkoming van lange speelfilms, documentaire films, expe-
rimentele films, korte films en animatiefilms. Daarnaast geeft
het fonds geld voor bijzondere activiteiten op filmgebied, zoals
het Schrijfpaleis en de Dag van het Scenario van het Netwerk. In
2009 bedraagt het subsidiebudget voor activiteiten van het fonds
ruim vierendertig miljoen euro.
Voor actuele informatie over nieuwe of gewijzigde regelingen en
de volledige voorwaarden, zie www.filmfonds.nl. Als je vragen
hebt, kun je het fonds bellen.
Hieronder een beknopt overzicht van de mogelijkheden voor
een scenarioschrijver om subsidie te verkrijgen, met twee aante-
keningen. Je kunt een project niet tegelijkertijd bij verschillende
loketten indienen. Daarnaast worden intendanten voor twee jaar
aangesteld en elke intendant geeft daar een andere invulling aan;
criteria kunnen dus veranderen.
1 Ontwikkel ing speel f i lm via de commercieel in tendant
De scenario- en/of treatmentontwikkelingsbijdrage kan alleen
worden aangevraagd door een team van producent-regisseur-
scenarist. De producent of regisseur kan ook (co)scenarist zijn.
Als de producent en/of regisseur en/of scenarist betrokken is
geweest bij succesvolle films, is dat een pre.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
62 63
Criteria waarop beoordeeld wordt zijn:
• kwaliteit en inzichtelijkheid van het plan;
• artistieke potentie;
• onderzoekend en/of grensverleggend karakter.
Toepassing van alle huidige beschikbare beelddragers is toege-
staan, mits het eindresultaat geschikt is voor vertoning aan een
publiek: in bioscopen of filmtheaters, in musea of galeries of via
cd-rom of internet. Het gebruik van technisch innovatieve midde-
len moet geen doel op zich zijn, maar moet worden aangewend
om tot een andere vorm of inhoud te komen.
5 Vri jplaats schri j f ta lent
In het kader van talentontwikkeling introduceert het Filmfonds de
nieuwe regeling Vrijplaats schrijftalent. Voor schrijvers die reeds
twee scenario’s hebben geschreven van gerealiseerde speelfilms.
MEDIAFONDS
Het Mediafonds bevordert de ontwikkeling en productie van
artistiek hoogwaardige programma’s van de publieke landelijke
en regionale omroep. Het fonds verstrekt subsidies voor radio- en
televisieprogramma’s op de volgende terreinen: drama, docu-
mentaire, speelfilm, jeugd, nieuwe media en podiumkunsten. Het
fonds stimuleert ook nieuwe genres, zoals videoclips en games.
In 2008 werd voor ruim 16 miljoen aan subsidies verstrekt. Het
Mediafonds subsidieert het Schrijfpaleis van het Netwerk.
Subsidiecri ter ia
Het Mediafonds verstrekt subsidies voor de ontwikkeling en/of
productie van radio- en televisieprogramma’s en programma-
materiaal (e-cultuur) ten behoeve van de landelijke en regionale
publieke omroepen. Het moet gaan om culturele producties die
niet alleen bijzonder zijn, maar ook van hoogwaardig artistiek
gehalte en overwegend van Nederlandse origine. Voor de regio
worden alleen ontwikkelingssubsidies verstrekt en moet er een
van de regisseur, de visualisering en de kunstzinnige (artistieke)
potentie en/of de potentie om een breed publiek te bereiken
door de toegankelijkheid.
• De staat van dienst en het vakmanschap van de makers (hoeveel-
heid films, successen).
Scenario-ontwikkeling bij de commissies Speelfilm of Jeugd is
mogelijk voor alle stadia van ontwikkeling van een speelfilm: van
de uitwerking van een synopsis of treatment, tot het herschrijven
van een scenario. Het fonds onderscheidt ‘ervaren’ en ‘niet-erva-
ren’ scenaristen. Een ervaren scenarist heeft als hoofdscenarist
minimaal één geproduceerde speelfilm of twee geproduceerde
televisieproducties van minimaal vijftig minuten geschreven. Het
is mogelijk voor een onervaren scenarist om een bijdrage aan
te vragen voor scriptcoaching door een ervaren Nederlandse
dramaturg, scripteditor of ervaren scenarist.
4 Onderzoek en Ontwikkel ing (O&O)
Het Filmfonds steunt projecten voor film en nieuwe media die:
• experimenteren en/of grenzen verleggen;
• de relatie tussen film en andere kunstdisciplines en/of nieuwe
media onderzoeken.
Aanvragen kun je zonder producent. De aanvrager moet wel
aantoonbare, relevante ervaring hebben in de professionele
filmpraktijk, professionele televisiepraktijk, media of beeldende
kunst óf een opleiding in die richting hebben gevolgd. En de
aanvrager moet tenminste twee jaar in Nederland zijn gevestigd.
Wanneer de totale productiekosten 25.000 euro of meer bedra-
gen, moet er worden samengewerkt met een ervaren producent
of moet de aanvrager zelf genoeg aantoonbare productie-erva-
ring hebben. Bij twijfel kun je overleggen met een fondsmede-
werker.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
64 65
de te kiezen cinematografische vorm en structuur, de ideeën
over de casting van de belangrijkste rollen en de visie op de
belangrijkste personages. Het is belangrijk dat uit de toelichting
blijkt waarom het beoogde programma bijzonder is en van hoog-
waardige artistiek kwaliteit.
• Een cv van de makers.
• Voor schrijvers van wie nog niet eerder scenario’s zijn gereali-
seerd, een motivatie van de aanvrager voor de keuze van deze
auteur.
• Gegevens met betrekking tot de gewenste dramaturgische bege-
leiding.
• Een werkplan.
• Indien tevens subsidie voor research wordt gevraagd: een
omschrijving van de aard van de research en te raadplegen
deskundigen en een schatting van de daarmee gemoeide tijd in
weken/dagen.
• Eén of maximaal twee dvd’s van eerder gerealiseerde producties
met een toelichting van de maker(s) ten aanzien van de vraag
in hoeverre deze representatief zijn voor het project waarvoor
subsidie wordt gevraagd.
• Indien het een adaptatie van een bestaand werk betreft: bewijs-
stukken met betrekking tot (optie-)rechten.
Afwi jz ingen
Bij een afwijzing van een fonds is het advies op papier een
samenvatting van een lange discussie. Je kunt altijd een gesprek
aanvragen. Je leert ervan en je hebt recht op een toelichting of
om zelf een toelichting te geven. De beoordelaars kunnen het
niet gesnapt hebben, misschien staan sommige gedachten niet
goed in het verhaal. Je kunt niet verwachten dat de lezer begrijpt
wat je allemaal in je hoofd hebt. Soms kun je dan wel de passie
en fascinatie duidelijk maken.
Als je bij het Deltaplan Talent niet bent uitgekozen, volgt er geen
gesprek. Dit geldt namelijk formeel niet als afwijzing.
zeker regionaal belang zijn. Voor actuele informatie over nieuwe
of gewijzigde regelingen en de volledige voorwaarden, zie
www.mediafonds.nl. Als je vragen hebt, kun je het fonds bellen.
Ontwikkel ingssubsidie voor televis ie- en radiodrama
Voor scenarioschrijvers is de ontwikkelingssubsidie interessant.
De ontwikkelingssubsidie kan ook worden aangevraagd door
derden, mits deze een verklaring van een publieke omroepor-
ganisatie kunnen overleggen waaruit blijkt dat deze het verzoek
steunt. Derden zijn vaak producenten en productiehuizen, maar
het kan ook gaan om een scenarioschrijver alleen of in combi-
natie met een regisseur, mits een omroep de aanvraag steunt.
De aanvraag wordt beoordeeld op de artistieke kwaliteit van het
plan. Daarbij is het auteurschap van de maker van belang: wat is
de persoonlijke visie van de maker op zijn onderwerp? Eerder
werk wordt meegewogen, er wordt veel belang gehecht aan de
vraag ‘waarom deze scenarist bij dit plan’ en aan een goed uitge-
werkt werkplan. De ontwikkelingssubsidie wordt verstrekt voor
het schrijven van scenario’s voor radio- en televisiedramaseries
en single plays, en voor speelfilms alleen in het kader van het
Deltaplan Talent, zie paragraaf 2.3.
Wat vraagt het Mediafonds bij een ontwikkelingssubsidie voor
radio- en televisiedrama van een scenarioschrijver?
• Voor een single play: de synopsis, het treatment, een beschrij-
ving van de belangrijkste personages en van de toon en sfeer, en
proeven van dialogen van ten minste twee scènes.
• Voor een lange tv- of radiodramaserie: synopsissen en treat-
ments van alle afleveringen, proeven van dialogen van ten minste
twee scènes, (eerste) versies van al geschreven afleveringen
(indien aanwezig) en beschrijvingen van de belangrijkste perso-
nages en van de toon en sfeer.
• Een toelichting van de schrijver en (indien bekend) beoogd
regisseur met betrekking tot de visie op het scenario, het genre,
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
66 67
wat je kunt doen, een meer filmische ervaring, complexere ver-
haallijnen et cetera.
Het Nederlandse aandeel is nog relatief klein, maar ook hier
groeit de gamesindustrie als kool en Nederlandse games staan
internationaal hoog aangeschreven. Een van de bekendste
games wereldwijd is de shooter Killzone van Amsterdamse
Guerrilla Games, zie www.guerrilla-games.com. Nederland is
vooral groot in kleine internetgames, educatieve spellen (zoals
www.ijsfontein.nl, www.ranj.nl en www.blob.hku.nl) en artistieke
spellen, of ‘indie’ titels. Dat laatste betekent dat de ontwikkelaar
eigen baas is en niet vast zit aan een grote publisher of platform.
Scholen met aan game gerelateerde opleidingen zijn onder
andere de Hogeschool voor de kunsten utrecht, de NHTV inter-
nationaal hoger onderwijs Breda, de Hogeschool van Amster-
dam, de Hogeschool utrecht en de Noordelijke Hogeschool
Leeuwarden. De NVPI is de branchevereniging van de enter-
tainmentindustrie, zie www.nvpi.nl. De Dutch Games Association
is de parapluorganisatie van de gamessector in Nederland, zie
www. dutchgamesassociation.nl. De Dutch Game Directory geeft
een overzicht van aan games gerelateerde Nederlandse bedrij-
ven, zie www.dutchgamesdirectory.nl.
De Dutch Game Garden is een Nederlandse stichting die de
Nederlandse gamesindustrie helpt groeien op nationaal en
internationaal niveau. Dutch Game Garden richt zich op de
gehele keten binnen de gamesindustrie: studenten, starters en
bestaande bedrijvigheid. Daarvoor heeft de stichting verschil-
lende middelen gecreëerd: Developers club, Game Company
Incubator en Business Center gevestigd in utrecht, zie
www.dutchgamegarden.nl. Control is een tijdschrift over games-
ontwikkeling, zie www.control-online.nl. Je kunt je abonneren op
hun digitale nieuwsbrief.
2.9 Van anImatIe tot VIdeoclIps In de deze paragraaf volgt een overzicht van andere terreinen
waar (beginnende) scenarioschrijvers ervaring op kunnen doen.
Animat ie
Animatiefilms worden steeds populairder en ook in Nederland
groeit deze sector. Het Filmfonds, www.filmfonds.nl, en het Media-
fonds, www.mediafonds.nl, stimuleren en subsidiëren animatiefilms;
voor kORT! kun je ook een plan voor een animatiefilm inleveren.
kijk op www.filmstart.nl, www.animatiestudios.nl, www.niaf.nl van
het Nederlands Instituut voor Animatie Film en www.vnap.nl van
de Vereniging Nederlandse Animatie Producenten. Het Holland
Animation Film Festival is een ideale gelegenheid om de Neder-
landse animatiewereld te verkennen en om te netwerken, zie
www.haff.nl. Sinds 2007 wordt het kLIk!-festival, het Amsterdam
Animation Festival, georganiseerd. Dit groeit nog ieder jaar, zie
www.klikamsterdam.nl.
Geanimeerde gesprekken van Hans Walther en uitgegeven door
het NIAf, geeft een aardig beeld van de Nederlandse animatie-
wereld. Basics Animation: Scriptwriting van Paul Wells en How to
write for animation van Jeffrey Scott zijn gespecialiseerde boeken
over schrijven voor animatie.
Games
In de gamesindustrie gaat wereldwijd tegenwoordig meer geld
om dan in de filmindustrie. Het begon allemaal met simpele
spelletjes als ponG en pAc-mAn, maar inmiddels komen er heuse
interactieve speelfilms op de markt zoals heAvy rAin van Quantic
Dream; de taal van de cinema is de games ingeslopen en vice
versa. Games zijn verhalender en realistischer geworden. Boven-
dien zijn gamers niet alleen meer kinderen en tieners, de gemid-
delde leeftijd van een gamer is vijfendertig. De gamesindustrie
zoekt naar een ‘uitgebreidere’ game-ervaring; meer variatie in
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
68 69
tien minuten) in de categorieën drama, documentaire, expe-
rimenteel en animatie vertoond worden, zie www.filmfestival.
nl/noff. Al bijna twee jaar werkt Holland Doc intensief samen met
de One Minutes Stichting, filmpjes van precies 1 minuut, zie
www.theoneminutes.nl. DepicT! is een internationaal korte film
competitie voor superkorte films van minder dan 90 seconden,
zie www.depict.org. Of kijk op www.filmbanktv.nl naar Neder-
landse experimentele films.
Mobiele telefoon
De mobiele telefoon wordt ook een podium voor allerlei vormen
van audiovisuele content. De NPS heeft talentvolle filmmakers
een korte film laten maken voor de mobiele telefoon, de zoge-
naamde ‘Micromovies’, zie www.cinema.nl/nps-korte-film/
artikelen/3174610/nps-micromovies-korte-films-voor-de-
mobiele-telefoon. De Micromovies zijn met steun van het Media-
fonds tot stand gekomen.
Opdracht f i lm
Opdrachtfilms bestaan uit onder andere educatieve-, voorlich-
tings-, wervings-, opleidings- en trainingsfilms. De lengte van
de films varieert meestal tussen de vijf en vijftien minuten en
de verscheidenheid in communicatie, inhoud en vormgeving is
groot. Als scenarioschrijver werk je meestal binnen een reeds
afgesproken concept en moet je je kunnen verplaatsen in wat de
opdrachtgever van de film vraagt. De totale doorlooptijd van een
opdrachtfilm, de tijd tussen concept en realisatie, ligt vaak tussen
de tien en twintig weken, dus je kunt je werk snel terugzien.
kijk voor een overzicht van prijswinnende opdrachtfilms
wereldwijd op www.newyorkfestivals.com onder Competitions/
Film&video awards. Een site met producenten van opdrachtfilms
is www.opdrachtfilms.com. Op het Nederlands Filmfestival in
utrecht is altijd een Dag van de Opdrachtfilm, zie voornoemde
site, een prima gelegenheid om opdrachtfilms te zien en om te
Een Nederlandse community is www.game-maker.nl waarop je
games en tools voor games (voor beginners) kunt vinden.
Www.gamasutra.com is een internationale site over gamesont-
wikkeling. De site van een non-profit organisatie in de electronic
art scene is www.scene.org. Het Festival of Games in utrecht is
een van de grootste gamefestivals in Europa, een ideale plaats
om de gameswereld te verkennen en te netwerken, zie
www.festivalofgames.nl. Game in the City is een event dat inzicht
geeft in de zakelijke kant van de gamesindustrie met de uitrei-
king van de Dutch Game Awards, zie www.gameinthecity.nl. Het
cross-media festival Picnic wordt jaarlijks in de Amsterdamse
Westergasfabriek georganiseerd, zie www.picnicnetwork.org.
Het Playgrounds Festival bestrijkt digitale en audiovisuele
kunstvormen en wordt jaarlijks in Tilburg georganiseerd, zie
www.playgroundsfestival.nl. Een boek over vooral de business-
kant van de gamessector is De game-industrie van Skylla Janssen
& Micha van der Meer.
Sinds november 2008 is het Gamefonds van start gegaan,
bedoeld om de artistieke kwaliteit van games te bevorderen.
Het Gamefonds, een initiatief van het Mediafonds en Fonds BkVB
(Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst),
geeft een impuls aan de ontwikkeling van artistieke games.
kunstenaars, vormgevers en animatoren kunnen samen met een
game-ontwikkelaar of met een culturele instelling een plan voor
een game indienen, zie www.gamefonds.nl. Voorbeelden van
games met artistieke kenmerken zijn: www.littlebigplanet.com,
www.globalconflicts.eu en www.tale-of-tales.com/TheGraveyard.
Inter net
Internet is een podium geworden voor allerlei vormen van audio-
visuele content, vaak (ultra)korte films van amateurs en (semi-)
professionals, zie bijvoorbeeld Youtube. Het Nederlands Online
Film Festival (NOFF) is het virtuele festival waar korte films (tot
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
WA
AR
kO
M Ik
BIN
NE
N?
70
meer InformatIe• Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of partners in
woord en beeld?(2006),ElseFlim.InzageviaUniversiteitsbibliotheek:www.igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2006-0905-200244/UUmdex.html
• De filmproducent, Handboek voor de praktijk(2008),CarolienKroon &StinetteBosklopper• De game-industrie (2007),SkyllaJanssen&MichavanderMeer• Geanimeerde Gesprekken (2006),HansWalther• Basic Animation: Scriptwriting(2007),PaulWells• How to Write for Animation(2003),JeffreyScott
71
netwerken. keying into the Brain is een festival voor opdracht-
films, zie www.keyingintothebrain.nl, een ideale gelegenheid
om opdrachtfilms te zien, te netwerken en workshops te volgen.
Beide laatstgenoemde sites hebben een digitale nieuwsbrief
waarop je je kunt abonneren.
Radiodrama
Veel grote scenario- en toneelschrijvers, zoals Pinter en Fass-
binder, zijn begonnen als hoorspelschrijvers. Het Mediafonds
subsidieert radiodrama, zie www.mediafonds.nl.
Www.hoorspel.com geeft informatie over het hoorspel in Neder-
land. Verder kun je www.hoorspelnu.nl van de stichting Hoorspel
Nú en www.hoorspelfabriek.nl van hoorspelmaakster en pro-
ducent Marlies Cordia raadplegen. Het Walter Maas Huis, een
villa in Bilthoven, doet al meer dan tachtig jaar dienst als werk-
plaats, podium en buitenplaats voor culturele pioniers, ook voor
radiodrama, zie www.waltermaashuis.nl. Een nieuwe vorm is de
serie 1 minuut tot stand gekomen met steun van Mediafonds en
uitgezonden op radio 1 bij de VPRO, zie www.ochtenden.nl/dos-
siers/35283203.
Videocl ips
In Nederland zijn er veel productiebedrijven die videoclips
maken, zoek bijvoorbeeld op www.filmstart.nl onder Videoclip.
Met een idee voor een artistieke videoclip kun je naar het TAX-
videoclipfonds gaan, een initiatief van het Mediafonds en Fonds
BkVB (Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouw-
kunst) om de kwaliteit van Nederlandse videoclips te bevorde-
ren. Scenarioschrijvers en beeldmakers kunnen samen met een
(pop)artiest, band, dj of producer een plan voor een videoclip
indienen, zie www.videoclipfonds.nl.W
EG
WIJZ
ER
VO
OR
SC
EN
AR
IOS
CH
RIJV
ER
S W
AA
R k
OM
Ik B
INN
EN
?
Hoekomikbinnen?
Voor veel scenarioschrijvers is het verkrijgen van betaald werk het moeilijkste onderdeel van het schrijversbestaan. Het grootste cliché, maar daarom niet minder waar, is: je moet eerst jezelf ‘verkopen’ voordat je je project kunt verkopen. In dit hoofdstuk worden basisvaardigheden als netwerken, bellen, een brief of mail schrijven, het schrijven van een cv, op gesprek komen en pitchen behandeld. ook hier geldt: iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips of formules die bij jou passen. fernand lambrecht: “wees jezelf, er lopen al zoveel anderen rond.” Het is jouw project en je moet het met je eigen stem verkopen. ben sombogaart: “Ik heb geleerd te vertrouwen op mijn intuïtie. als ik in een idee geloof, probeer ik dat op anderen over te brengen, probeer ik financiers, omroepen, crew en cast te overtuigen door ze te enthousiasmeren, te prik-kelen en te stimuleren.”
3
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
73
74 75
Dring jezelf niet op, het werkt vaak beter als je mensen uitno-
digt om mee te denken. Als je op de man af naar een opdracht
vraagt, wordt dat vaak als bedreigend ervaren. De ander moet
dan mogelijk nee verkopen en jou teleurstellen, en dan krijgt
het gesprek snel een negatieve lading. Verloopt het gesprek
spontaan, dan word je vanzelf wel wijzer. Je kunt iemand wel om
advies vragen.
Netwerk vooral met mensen waar je het goed mee kunt vinden.
Je kunt ook iemand naar een bijeenkomst meenemen; daar kun
je dan op terugvallen, slechte ervaringen mee delen en je kunt
elkaar motiveren. Een andere manier om nieuwe mensen te
leren kennen, is actief iets te gaan doen, zoals in een commissie,
redactie of bestuur plaatsnemen. kies iets wat je leuk vindt en
wat je kunt.
Contact leggen
Een gesprek beginnen met een onbekende is, na spreken in het
openbaar, de grootste sociale angst. Hoe langer je wacht, hoe
enger het wordt. Verzamel moed en ga bij het groepje mensen
met je gewenste contact staan. Vraag of jij je bij het gesprek mag
aansluiten.
Bedenk eventueel van te voren wat je wilt zeggen. Weet wie
je voor je hebt en stel jezelf voor. Toon belangstelling voor de
ander. Probeer zo eerst een band op te bouwen en begin niet
te snel over jezelf te praten. Leg daarna de aanleiding uit, maar
ga niet gelijk een heel verhaal over je project afsteken, zeker als
je iemand op een borrel of feestje ontmoet. Als je merkt dat de
ander zich wil excuseren, stel dan voor om verder van het feest
te genieten en probeer een afspraak te maken.
Probeer zo snel mogelijk in een normaal vraag- en antwoordge-
sprek te komen, dan raak je vaak vanzelf je zenuwen kwijt. Blijf
3.1 netwerkenAls scenarioschrijver ben je een van de belangrijkste schakels in
de keten naar drama. Goed drama begint immers met een goed
scenario. Lees The schreiber theory van David kipen, hij stelt de
scenarioschrijver centraal in de geschiedschrijving van de film.
Veel mensen hebben ook schroom om over hun eigen kwaliteiten
te praten. Maar als je iets wilt bereiken, zullen ook anderen van
jouw kwaliteiten op de hoogte moeten zijn. Je hoeft niet vlotge-
bekt te zijn of alles van de daken te schreeuwen; ook de niet-
brutalen hebben de halve wereld. Ido Abram (Binger):
“Netwerken is een noodzaak. Mensen denken ten onrechte dathet oppervlakkig is of dat ze zichzelf prostitueren.”
Bij netwerken zijn twee dingen belangrijk: bereid je goed voor
en verplaats je in de positie van de ander. Wat kun jij voor de
ander betekenen, en wat kan de ander voor jou betekenen?
Als je weet wie je wilt ontmoeten, zorg dan dat je op de hoogte
bent van waar diegene mee bezig is. Google eventueel zijn of
haar afbeelding, zodat je weet hoe de ander er uit ziet.
Bedenk vervolgens wie je verder kan helpen, wie je in contact
kan brengen met die persoon. De makkelijkste manier om een
nieuw contact te leggen is via een bekende. Hoe en waar je
die ander kunt ontmoeten, kun je lezen in hoofdstuk 2.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E k
OM
Ik B
INN
EN
?
76 77
En maak het niet te ingewikkeld; netwerken is een middel en
geen doel. Tot slot: fouten maken mag. Als mensen je iets niet
vergeven, dan wil je er ook niet mee werken.
Vir tuele netwerken
Maak je zichtbaar en zet je profiel op www.netwerkscenario.nl
en andere organisaties waarvan je lid bent. Heb je meer tijd en
middelen, bouw dan een eigen website of laat het doen. Daar-
naast zijn er op internet sociaal zakelijke netwerken als LinkedIn,
zie www.linkedin.com; Hyves en Facebook zijn vooral sociale
netwerken, maar die kunnen ook nuttig zijn. Doordat je daar kunt
zien via welke mensen je met elkaar bent verbonden, kun je
makkelijker contact met elkaar opnemen en elkaars connecties
en referenties nagaan. Je kunt professionele netwerken gebrui-
ken om zakelijke contacten te onderhouden, advies aan vakge-
noten te vragen en werk te zoeken. De Proeftuin is een LinkedIn-
groep voor schrijvers en regisseurs.
3.2 bellen Een telefoontje kan je vaak snel een hoop informatie opleveren.
Eerst wat platitudes: bereid je goed voor. Probeer het telefoontje
niet uit te stellen, dat levert alleen maar stress op. Houd docu-
mentatie, agenda, pen en papier bij de hand. Zorg dat je een
openingszin paraat hebt.
Voorbereiden
Verzamel informatie over persoon en bedrijf. Schrijf op wie je
wilt spreken en wat je wilt bereiken of te weten wilt komen. Een
afspraak? Wil je iets laten lezen? Wil je ergens aan meeschrijven?
Bedenk van te voren hoe je de ander kunt overtuigen je verzoek
te honoreren.
positief; het is een klein wereldje en negatieve uitspraken over
anderen komen vaak als een boemerang bij je terug. Probeer
ook op non-verbale signalen te letten, zie www.lichaamstaal.com.
Wissel op het eind gegevens uit en bedank voor het gesprek of
de adviezen. Het handigst is een eigen visitekaartje, er zijn op
internet verschillende sites die gratis kaartjes aanbieden.
Zo kom je weer weg
• Vraag je gesprekspartner om je aan iemand voor te stellen.
• Maak de cirkel groter door anderen erbij te betrekken en jezelf
daarna te excuseren. Lukt dat niet, dan kun je de ander vragen
mee te gaan naar een bekende.
• Wees eerlijk; zeg dat je nog andere mensen wilt spreken.
• Sluit af met een compliment, waarmee je aangeeft wat je leuk
vond aan het gesprek.
Heb je een gesprek met succes beëindigd, zoek dan een nieuwe
bezigheid of gesprekspartner.
Contacten onderhouden
Het onderhouden van contacten werkt het prettigst op natuurlijke
wijze. Feliciteer iemand met een verkregen subsidie, uitzending
of verjaardag of reageer op een recensie.
Onthoud details; veel mensen ervaren het als een compliment
als je refereert aan iets wat je nog van de ander weet. En bel ze
alleen als je nieuws, een vraag of een andere specifieke reden
hebt om te bellen.
krijg je een tip, laat de gever dan achteraf even weten wat je
ermee hebt gedaan en of er iets uit is gekomen. Een tip is altijd
waardevol, ook al kun je er zelf niets mee. Misschien weet je wel
een ander die daarvoor geschikt zou zijn. Wees zuinig op goede
contacten. Verwijs mensen niet door als je twijfelt aan hun kunde
of motieven.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E k
OM
Ik B
INN
EN
?
78
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
79
tIp Hoe gebruIk je een VIrtueel netwerk?
• Maakeenprofielaanmetzoektermenwaarmeeanderenjemak-kelijkkunnenvindenenhoudhetup-to-date.
• Wordlidvangroepenvanenvoorvakgenoten.• Jekuntjecvuitgebreidermakendanoppapierenmetlinksnaar
groepenwaarvanjelidbent.• Deongeschrevenregelisdatjeweetwiejeconnectieszijn;voeg
alleeniemandtoealsdeanderookweetwiejijbent.• Nodigmensennietuitmetdestandaarduitnodiging,maargeef
aanwaaromjeiemanduitnodigt.• Jemaguitnodigingenweigeren,maarschrijfdanwaaromjedat
doet.• Wiljeiemanduitnodigendienietinjenetwerkzitenvanwieje
geene-mailadreshebt,kiesdandeoptiefriendengebruikeenpersoonlijkberichtomuitteleggenwiejebent.
• Jekuntonderaaneene-maileenlinknaarjeprofielzetten.• Bedenkgoedwelkeinformatiejeopenbaarmaaktenwelkeje
privéwilthouden.
Gesprek voeren
Benader je gesprekspartner met respect. Stoor je? Vraag dan
wanneer je terug kunt bellen. Wie ben je? Wat is je vraag? Ben je
aan het goede adres? Het werkt vaak goed om eerst een praatje
te maken, maar is je gesprekspartner drukbezet, kom dan zo
snel mogelijk ter zake. Als je met een glimlach spreekt, klink je
vriendelijker. Geef aan wat je wilt of nodig hebt. Vertel wat je te
bieden hebt. Ook hier geldt: luister en probeer zo snel mogelijk
in een dialoog te komen.
Afs lui ten
Herhaal wat de gemaakte afspraken zijn en welke acties worden
ondernomen; dat voorkomt misverstanden. Bedank daarna voor
het gesprek. Bel altijd terug als je dat beloofd hebt en houd ook
secretaresses en receptionisten te vriend.
3.3 maIlen en brIeVen scHrIjVen Als je een brief of mail gaat schrijven, bedenk dan van te voren
wat je doel is, en hoe je de lezer van je verzoek kan overtuigen.
Als je een idee of script aan de man wil brengen, stuur dat dan
nooit zomaar op. Je kunt beter eerst bellen en dan een mail of
een brief sturen. Idem als je voor een serie wilt schrijven: begin
met een brief en een cv. De belangrijkste regel voor brieven en
mails is: hoe korter, hoe beter. Zorg dat je brief niet meer dan
één pagina beslaat. Houd een mail liever nog korter. Het is ook je
visitekaartje: kun je kort, bondig en toch pakkend schrijven? Er
bestaan geen vaste regels, maar hier volgen wat suggesties voor
een mogelijke opzet.
De paragrafen
De eerste paragraaf, of eigenlijk je eerste zin, is de belangrijk-
ste. Heb je een referentie, ben je door iemand doorverwezen,
gebruik deze dan. Heb je geen referentie, begin dan bijvoor-
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E k
OM
Ik B
INN
EN
?
80
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
81
tIp Voor maIls en brIeVen
• Zorgdatjemailofbriefenthousiasmeenzelfvertrouwenuit-straalt.
• Probeerorigineeltezijn,maaroverdrijfniet.• Somsishethandigomeersttelefonischinformatieintewinnen.
Zokomjemeerteweten,kennenzejenaamalenkunjeverwijzennaarhettelefoongesprek.
• Alsernietexplicietomwordtgevraagd,stuurdanalleenwerkopalsjedenktdathetkanhelpenombijvoorbeelduitgenodigdteworden.Ofvraageerstofmateriaalwelkomis.
• Hetwereldjeiskleinenmensensprekenelkaar.Schrijfgerichtenéénpartijtegelijkertijdaan.
• Gebruikeenstrakkeopmaak;ruimemarges,12-puntsletterenparagrafeninoverzichtelijkeblokken.
• Checkjebriefofmailopschrijf-enspelfouten.
beeld met: ‘Ik heb met (veel) plezier naar titel productie geke-
ken en daarom …’ Je toont zo dat je de geadresseerde om een
specifieke reden benadert, dat je erover hebt nagedacht en
research hebt gedaan.
Iets gewaagder is om met de deur in huis te vallen en in de eer-
ste zin je idee te presenteren, of beginnen met een intrigerende
vraag, of een fascinerende stelling als start van je verhaal. Begin-
nen met ‘Ik ben scenarioschrijver en …’ kan natuurlijk ook. Stel
vervolgens eventueel je vraag, doe je verzoek, of wacht ermee
tot de laatste paragraaf.
De tweede paragraaf gaat over je idee, je format of script. Wat is
de titel en het genre? Wat is het concept of de logline? Als het een
(boek)bewerking is, heb je dan een optie of de rechten? Noem
eventueel een persoonlijke connectie: je hebt jarenlang research
naar het onderwerp gedaan, het is het verhaal van een naaste
et cetera. Waarom raakte je door het onderwerp gefascineerd?
Wat maakt je verhaal uniek? Waarom moet juist jij dit verhaal
schrijven?
Als je aan iets wilt meeschrijven, dan vertel je in deze paragraaf
waarom je door de serie gefascineerd bent geraakt. Waarom kijk
je er graag naar? Wat is je persoonlijke connectie? Waarom zou
juist jij dat soort verhalen willen en kunnen schrijven? Beperk
deze paragraaf tot een paar zinnen, ook al is dat lastig.
De derde paragraaf gaat over je werkervaring als schrijver.
Schrijf niet dat je al negen scripts hebt geschreven, als daar niets
mee is gedaan. Noem eventueel prijzen, nominaties en stipendia.
Beperk ook deze paragraaf tot een paar zinnen. Stuur eventueel
je cv mee.
In de vierde paragraaf stel je je vraag, doe je een verzoek, of
voeg je een persoonlijke noot toe. Schrijf niet dat dit het beste
script aller tijden is, dat het een geheide kaskraker wordt
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E k
OM
Ik B
INN
EN
?
82
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
83
tIp InHoud cV
• EencvbegintaltijdmetdetitelCurriculumvitae.Daarnavolgendepersoonlijkegegevens:voor-enachternaam,adres,telefoon-nummer(s),mailadres,website,geboorteplaatsen-datumeneventueelnationaliteit,burgerlijkestaatengeslacht.
• Opleidingenscholing:involgordevanrelevantie.Vermeldeven-tueelbijjeuniversitairestudieookdeafstudeerrichtingenafstu-deeropdracht.
• Cursussenenstages:idemenalleenalszerelevantzijn.Hebjelesgehadvanbekendedocenten?Noemhunnamenalsdatinjevoor-deelkanwerken.
• Werkervaring:involgordevanimportantieenantichronologischjegerealiseerdeenuitgevoerdewerken,publicaties,projectenenbetaaldeopdrachten.
• Prijzen,nominatiesenstipendia.• Bijbaantjes,bestuurlijkeactiviteitenenhobby’s:alleenalsze
relevantzijn.Vermeldantichronologischdeperiodedatjebijeenbedrijfhebtgewerkt,defunctieendenaamvanhetbedrijf.Beschrijfinactieftaalgebruikeventueelwelke(vakgerichte)vaar-dighedenjehebtverworvenbijhetuitvoerenervan.
• Weeseerlijk;eenontdekteleugenofteveelblufwerktcontrapro-ductief.
• Houdjecvup-to-date.
et cetera. Dat bepaalt de lezer zelf wel. Je kunt wel schrijven dat
dit het beste is wat je tot nu toe geschreven hebt. Dat je het graag
gerealiseerd ziet en het liefst zo goed mogelijk. Daarna volgt je
afsluiting.
Voor het schrijven van een sollicitatiebrief zie: www.beroepkun-
stenaar.nl, www.lancelots.nl of www.intermediair.nl.
3.4 currIculum VItae Je curriculum vitae vertelt wie je bent en wat je kunt. Een goed
cv is een gericht cv: afgestemd op de opdracht die je wilt ver-
krijgen. De lezer moet een beeld krijgen van je vaardigheden en
kwaliteiten, je kennis en werkervaring. Zorg ervoor dat je jezelf
verkoopt in je cv; breng je sterke punten naar voren. De uitda-
ging is dat kort, bondig en overzichtelijk te doen; het liefst in één,
maximaal twee pagina’s.
Soor ten cv’s
Het standaard cv is een chronologisch cv. Het bevat in chronologi-
sche volgorde de opleidingen die je hebt gevolgd, de functies die
je hebt vervuld en de activiteiten die je hebt ontplooid. Meestal
presenteer je een cv overigens anti-chronologisch: je begint met
het meest recente en werkt zo terug naar het verleden.
In een vaardigheden-cv, of functioneel-cv, neem je niet de tijds-
volgorde, maar je prestaties, vaardigheden en competenties als
uitgangspunt. Dit cv is vooral geschikt voor schrijvers of freelan-
cers. Benoem je prestaties: maak een lijst van je verfilmde scena-
rio’s, gespeelde toneelstukken, gepubliceerde werken, gewon-
nen prijzen en/of nominaties et cetera. Beschrijf je competenties
en vaardigheden; leg de nadruk op wat je kunt en waar je goed
in bent. Beschrijf je eventuele werkervaring, betaalde klussen
et cetera. Een gat in je cv valt zo ook minder op.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E k
OM
Ik B
INN
EN
?
84
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
85
tIp opmaak cV
• Iemanddiejouwcvleest,moetinéénoogopslagkunnenzienwatjekuntenwelkeervaringjehebt.Zorgvooreenduidelijkeonder-verdelinginblokken.
• Begineventueelmeteenkortepuntsgewijzesamenvatting.• Gebruikhetzelfdelettertypeendezelfdepapiersoortalsjebrief.• Schrijfafkortingenvoluitenvermijdjargon,tenzijjezekerweet
datdelezerdetermenkent.• Vermeldgeenreferentiesinjecv,tenzijdaaromisgevraagd.
Vraagdepersoondiejealsreferentieopvoertaltijdvoorafomtoestemming.
• Checkjecvopschrijf-enspelfouten.
Wat staat er in?
De informatie op je cv is afhankelijk van waar je de nadruk op
wilt leggen. Wil je een idee presenteren of ergens aan mee-
schrijven, dan leg je de nadruk op je vaardigheden en je werk-
ervaring. Solliciteer je op een functie, dan leg je de nadruk op
je opleiding en werkervaring. Maak een basis-cv waarin je alles
opschrijft wat je hebt gedaan; daaruit kun je dan putten als je een
gericht cv opstelt.
3.5 pItcHenOvergewaaid uit Amerika en steeds meer in zwang in Nederland:
pitchen. Een pitch is een mondelinge presentatie die 30 tot 60
seconden kan duren (een zogenaamde elevator of cocktailparty
pitch) bij een informele ontmoeting, of 5 tot 10 minuten bij een
pitchforum, zoals De Dag van het TV Idee, zie www.nftvm.nl.
Jij bent de pitcher, de toehoorders zijn de catchers en jij wilt ze je
plan verkopen. Hoe doe je dat?
Met passie en ver trouwen
Volgens Peter Römer (Endemol) overtuig je een toehoorder door
je passie voor je idee en door uit te stralen dat je er in gelooft. Zo
krijg je volledige aandacht. Het idee moet natuurlijk wel poten-
tie hebben en aansluiten bij wat de catcher zoekt. Paul Bertram
(Scriptschool): “Het gaat vooral om de noodzaak; waarom moet
het verhaal verteld worden, en de urgentie: waarom nu? Straal
ook uit dat jij dit verhaal kunt vertellen.” Ido Abram (Binger): “Je
moet niet pitchen vanuit een wanhoopsgedachte ‘alsjeblieft, help
me nou!’, maar met een overtuiging: ik heb iets wat heel mooi
is en ik wil kijken of jij er aan mee mag doen. Je bent op zoek
naar gelijkgestemden. Presenteer jezelf als een professional.
Iedereen is anders en elk project ook; pitch dus vooral volgens
een formule die bij jou past. Maak van je presentatie, behalve bij
een pitchforum, zo snel mogelijk een dialoog, dan wordt het een
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E k
OM
Ik B
INN
EN
?
86 87
Aandacht naar je toetrekken
Hauge geeft de volgende suggestie: “Ik denk dat de beste
manier om te beginnen is, te vertellen hoe ik op dit idee ben
gekomen.” Zo trek je de toehoorder in je fictieve wereld en begin
je gelijk met je passie.
Als je een pakkende titel hebt die voor zichzelf spreekt, dan kun
je die noemen. Zo niet, eindig er dan mee, anders is het verwar-
rend voor de luisteraars. Datzelfde geldt voor een logline. Zeg
niet dat het een kaskraker wordt, dat bepaalt de toehoorder
zelf wel. Vervolgens vertel je je verhaal. Bertram: “Een plot is zo
verteld. Wat staat er op het spel? Probeer het publiek bewust
mee te nemen in je eigen emotie over de noodzaak van het
verhaal. Dezelfde noodzakelijkheid moet verpakt zitten in het
verhaal en de personages. Soms krijgt een pitch vleugels als de
pitcher het personage wordt.” Maak ook gebruik van het genre;
voor comedy werk je met grappen, voor thriller met spanning en
verrassingen et cetera. Eindig met een stevige slotzin, waarin je
bijvoorbeeld de titel noemt en de logline.
Voorbereiden
Een goede pitch begint met een goede voorbereiding:
• Zorg dat je een goed beeld hebt van de catchers en waarin ze
geïnteresseerd zijn.
• Schrijf je pitch helemaal uit en gebruik dat als raamwerk. Leer
je pitch niet helemaal uit je hoofd, dan wordt het mechanisch
opdreunen. Je kunt wel de eerste paar zinnen uit je hoofd leren
om een goede start te maken en je zenuwen wat kwijt te raken.
Gebruik eventueel kaartjes met steekwoorden.
• Bedenk welke visuele middelen je kunt gebruiken om je verhaal
te ondersteunen of te versterken. Plaatjes van je karakters, plaat-
jes die een sfeer, stad of landschap tonen, een belangrijk rekwi-
siet et cetera.
• Oefen je pitch minstens tien keer hardop. Wen eraan jezelf hard-
gewoon gesprek en dan verdwijnen het ongemakkelijke gevoel
en de zenuwen vanzelf.”
Niet het hele verhaal ver tel len
De enige regel waarover iedereen het eens is, luidt: probeer niet
het hele verhaal te vertellen. Het doel is emoties bij de toehoor-
ders opwekken, ze moeten het gevoel krijgen dat ze dit verhaal
willen zien. Houd je verhaal kort en beperk het aantal perso-
nages, mensen kunnen ze al snel niet meer uit elkaar houden.
Michael Hauge heeft in zijn boek Selling your story in 60 seconds
een aantal vragen opgesteld die als leidraad kunnen dienen voor
je pitch als je gebruikmaakt van de klassieke dramaturgie:
• Wat is je passie voor het verhaal?
• Wie is je hoofdpersonage?
• Waarom voelt het publiek met je hoofdpersonage mee?
• In welke staat verkeert je hoofdpersonage, voordat het verhaal
begint?
• Welke kans krijgt je hoofdpersonage voorgeschoteld?
• Welk doel jaagt je hoofdpersonage na? (Waar hoopt het publiek
op?)
• Wat is de zwaarste strijd, het grootse dilemma?
• Wat is de ontwikkeling van je hoofdpersonage?
• Welke diepere laag (universeel thema) onderzoekt het verhaal?
• Wat zijn de overeenkomsten met andere succesvolle projecten?
Beslis vervolgens welke van deze elementen je voor je pitch
gebruikt. Welke elementen wekken emoties op? Vaak komen die
voort uit wat er gebeurt met de wil van je hoofdpersonage: krijgt
jouw held wat hij of zij wil of niet? Denk ook aan het genre: in een
liefdesverhaal is de karakterboog vaak het belangrijkst, bij een
actiefilm het conflict et cetera. Hoe eindigt je verhaal?
NB: bij een elevator pitch hoef je het einde niet weg te geven, je
kunt je toehoorder in spanning laten en het pas vertellen als hij of
zij erom vraagt.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E k
OM
Ik B
INN
EN
?
88
publiek bij het beantwoorden van de vraag. Check eventueel na
beantwoorden of het antwoord volstaat.
Veel gestelde vragen zijn: “Hoe ben je op dit idee gekomen?” of:
“Waarom dit verhaal?” Wat de vragensteller eigenlijk wil weten
is of jij de geschikte persoon of bron voor het verhaal bent. Maak
je antwoord daarom persoonlijk, bedenk welk verhaal of welke
gebeurtenis uit je eigen leven het best je passie of je kennis over
het onderwerp illustreert. Als er een vraag komt waar je niet
direct een antwoord op hebt, zeg dan dat je hem nu niet kunt
beantwoorden, maar dat je er eventueel later, bij de borrel of via
de mail, op terugkomt.
Deel aan het eind een korte geschreven versie van je plan uit,
zodat geïnteresseerden alles nog eens rustig na kunnen lezen.
Vermeld je naam en je contactgegevens en indien bekend de
naam van de regisseur en producent. Voeg eventueel het cv van
de makers toe.
89
Staan is beter dan zitten, dat maakt je presentatie
actiever. Ondersteun je woorden met gebaren.
Als je lip of hand begint te trillen; laat maar gaan.
Het publiek ziet vaak veel minder dan je denkt; ook
dat rode hoofd valt wel mee. Mocht je de mist in gaan,
deel dit dan met je publiek. Ben je erg zenuwachtig,
zeg het dan gewoon, dan kun je misschien op wat
meer sympathie rekenen.
op te horen praten. Eerst alleen, bijvoorbeeld voor de spiegel of
je hond, en later voor vrienden of collega’s. Vraag om feedback
en laat ze ook vragen stellen. Zo bereid je je alvast voor op vra-
gen van de catchers.
• Denk zelf ook na over vragen. De meeste vragen liggen voor de
hand, de antwoorden kun je dan ook gewoon voorbereiden.
• Let op de lengte; overschrijd je spreektijd niet. Het is doodzonde
als je afgekapt wordt voordat je je punt hebt kunnen maken.
• Je kunt ook als duo pitchen. Giet de pitch dan bijvoorbeeld in
een dialoogvorm of een vraag- en antwoordspelletje.
Contact maken met je publ iek
Als je nog niet bent geïntroduceerd, vertel dan wie je bent en
wat je project is. Noem het genre, de lengte en eventueel de
doelgroep; zo plaats je je verhaal meteen in een duidelijke
context. Wees trots op je plan en toon je passie; dat maakt dat je
automatisch niet monotoon praat. Speechcoach Edmée Tuyl in
de NFTVM Nieuwsbrief: “Spreek niet te snel en raffel je zinnen
niet af. Stiltes en pauzes stralen juist rust en vertrouwen uit. Tel
bijvoorbeeld rustig tot vijf voordat je ook maar een woord zegt
en maak oogcontact met je gehoor. Neem na een belangrijke zin
twee á drie tellen rust. Gebruik die pauzes om adem te halen,
water te drinken, mensen aan te kijken of op je kaartjes te kijken.
Het voelt misschien onnatuurlijk, maar oogt heel naturel.”
Luisteren naar vragen
Toon interesse in wat je toehoorders te zeggen hebben. Laat een
vragensteller altijd in zijn waarde en ga niet in discussie. Wees
niet bang voor kritische vragen, dat toont juist de interesse en
betrokkenheid van de ander. Beantwoord vragen zoveel mogelijk
kort en concreet. Voor een groter gezelschap is het soms handig
om een vraag te herhalen. Zo creëer je wat bedenktijd en zorg
je dat iedereen de vraag heeft gehoord. Ook kun je zo contro-
leren of je de vraag goed hebt begrepen. Betrek de rest van het
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E k
OM
Ik B
INN
EN
?
90 91
• Probeer met je antwoorden het gesprek een bepaalde richting
op te sturen. Zo kun je je positieve eigenschappen en succesvolle
gebeurtenissen belichten.
• Humor en woordspelingen mogen, maar zorg ervoor dat je
gesprekspartner er ook de humor van inziet.
• Vraag niet zelf naar een eerste reactie; hierdoor kom je onzeker
over.
Afs lui ten
• Het vraag- en antwoorddeel is vaak het belangrijkste onderdeel
van het gesprek, geef daarvoor ruimte (zie paragraaf 3.4).
• Bedank de ander voor zijn of haar tijd, een specifiek nuttige
bijdrage of refereer op het eind nog aan iets persoonlijks wat
eerder ter sprake kwam.
• Treuzel niet te lang bij het afscheid nemen, dat maakt een onze-
kere indruk.
meer InformatIe• The schreiber theory (2006),DavidKipen• Selling your story in 60 seconds(2006),MichaelHauge
www.netwerkscenario.nl www.beroepkunstenaar.nl www.carrieretijger.nl www.filmstart.nl www.intermediair.nl www.lancelots.nl www.lichaamstaal.com www.nftvm.nl
3.6 op gesprekNa een telefoontje, brief of pitch krijg je wellicht een uitnodiging
om op gesprek te komen. Nog maar eens wat platitudes: ver-
trouw er op dat jij of je idee niet als tijdverspilling worden gezien.
De ander hoopt ook dat met jouw inzet of idee zijn of haar car-
rière een vlucht neemt. Toon ook je passie als je ergens aan wilt
meeschrijven. Waarom wil je er graag voor schrijven? uiteindelijk
is zakendoen vooral een kwestie van contact leggen (zie ook
paragraaf 3.1). kies een manier van presenteren die dicht bij
jezelf ligt. Zorg ook hier voor een goede voorbereiding.
Voorbereiden
• Wat is je doel? Bedenk van tevoren hoe je de ander van je idee of
verzoek kunt overtuigen. Waarom moet juist jij dit verhaal schrijven?
• Verzamel informatie. Wat waren zijn of haar laatste projecten?
Zo kun je tijdens het gesprek laten merken dat je je hebt voorbe-
reid.
• kom op tijd. Dan heb je ook tijd voor een gesprekje met de secreta-
resse of receptioniste. Het is zinnig ze te vriend te houden.
Contact leggen
• Accepteer elke vorm van gastvrijheid, zoals een glas water. Dat
maakt een beleefde indruk en het zorgt gelijk voor een goede
sfeer.
• Neem de tijd voor een persoonlijk gesprekje.
• Als je niet te drammerig wil overkomen, kan het helpen vragen te
stellen.
• Weet je niet hoe de bijeenkomst zal verlopen, vraag dan naar het
tijdsbestek en een eventuele agenda.
Gesprek voeren
• Ook hier geldt: probeer zo snel mogelijk in een dialoog te komen.
• Luister en stel vragen. Wat kan de ander voor jou of je plan bete-
kenen?
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E k
OM
Ik B
INN
EN
?
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
93
Hoeloopikbinnen?
uiteindelijk wil je als scenarioschrijver met schrij-ven je brood verdienen. een eerste vereiste is je werk goed te beschermen.
In dit hoofdstuk praktische tips waarop je moet letten bij contracten en hoe je je zou kunnen opstellen bij onderhandelingen.
In een apart kader wordt uitleg gegeven over veel-voorkomende begrippen in contracten, want de belangrijkste tip is: weet wat je tekent. ten slotte volgt een overzicht voor financiële steun waarop schrijvers en leden van het netwerk in het bijzon-der, een beroep kunnen doen. robert benchley: “A freelance writer is a man who is paid per piece or per word or perhaps.”
4
94 95
• Als je een idee aan iemand voorlegt, meld dan altijd schriftelijk
dat dit idee niet zonder jouw toestemming mag worden gekopi-
eerd of op andere wijze mag worden gebruikt of verveelvoudigd.
• Bedenk een goede titel en leg die, indien mogelijk, vast als merk
en domeinnaam.
• Zoek naar elementen die je eventueel exclusief aan jouw idee
kan verbinden, bijvoorbeeld een regisseur, artiest, locatie of
sponsor.
Realiseer je te allen tijde dat een idee uitein-delijk niet of nauwelijks te beschermen is.
Juridische kwest ies, modelcontracten en het Contractenbureau
Voor vragen over juridische kwesties en opstelling in onderhan-
delingen kunnen (aspirant)leden terecht bij het Netwerk Scena-
rioschrijvers. Op de website van het Netwerk staan ook Model-
contracten, zie www.netwerkscenario.nl. (Aspirant)leden van het
Netwerk kunnen zich ook aansluiten bij het Contractenbureau,
www.contractenbureau.nl, dat voor jou met opdrachtgevers kan
onderhandelen over contracten en daarvoor een kleine commis-
sie vraagt.
(Aspirant)leden van het Netwerk met auteursrechtelijke proble-
men kunnen in aanmerking komen voor rechtshulp van Stichting
Rechtshulp Auteurs. Een eerste advies is gratis, mits je als lid bent
doorverwezen door het Netwerk, zie ook: www.vsenv.nl onder
Diensten/Juridisch advies.
4.2 contractenHet sluiten van een goed contract is niet eenvoudig. Ten eerste
moet je juridisch goed geïnformeerd zijn om alle haken en ogen
van een contract te zien; een producent, omroep of zender heeft
die kennis vaak wél. Ten tweede is de positie van een scenario-
4.1 je werk bescHermenVoordat je met je werk gaat shoppen, is het van belang het vast te
leggen als jouw eigendom. De belangrijkste bron van juridische
bescherming van je werk is het auteursrecht. Als je iets ‘schept’
verkrijg je als maker automatisch het auteursrecht in Nederland.
Dus zo gauw je een origineel werk maakt, is het van jou; zie ook
het aparte kader over auteursrecht. Je hoeft daarvoor niets te
registeren of het symbool © te vermelden. Tot zover de theorie.
In de praktijk kun je het voor alle zekerheid bij de belastingdienst
laten registreren, zie www.belastingdienst.nl. Je kunt je werk
(met titel, paginanummering en auteursnaam) laten registreren
bij een van de belastingkantoren die akten registreren of het
per post opsturen naar voornoemde belastingkantoren. Je hoeft
daarvoor niets te betalen. Als je een werk laat registreren bij de
belastingdienst, kun je later bewijzen dat je werk op de dag van
registratie bestond. Maar daarmee ben je er niet. Het auteursrecht
beschermt namelijk geen ideeën. Hoe meer je idee is uitgewerkt,
hoe specifieker het opgeschreven is, hoe beter het is te bescher-
men. Maar ook dan kun je nog met lege handen komen te staan
als iemand jouw idee overneemt en het op enkele punten wijzigt.
Tips die helpen om je idee of werk te beschermen zijn:
• Werk alleen samen met mensen die je vertrouwt en laat (als het
even kan) een geheimhoudingsverklaring opstellen.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E L
OO
P Ik
BIN
NE
N?
96 97
de verplichtingen zoveel mogelijk evenwichtig verdeeld zijn,
maak dus ook de toezeggingen en beloftes van de ander con-
creet. Als hij of zij van je verlangt dat je binnen een bepaalde tijd
je verplichtingen nakomt, verlang dat dan ook van de ander; dat
is niet meer dan redelijk.
Conf l ic tbestendigheid
Als de samenwerking goed verloopt, kan het contract in de kast
blijven liggen. De waarde van een contract blijkt pas echt als
de samenwerking op onderdelen niet naar wens verloopt. Het
is daarom van groot belang dat de rechten en de plichten van
beide partijen zo goed mogelijk worden omschreven. Dan ben je
tenminste nooit afhankelijk van een welwillende interpretatie van
de ander. Hoe minder vage begrippen je gebruikt, hoe beter;
maar je kunt natuurlijk niet alles uitspellen. Soms ontkom je niet
aan begrippen als ‘redelijk’ en ‘in goed overleg’. Probeer daar
een balans in te vinden.
Als je over de uitleg van het contract onenigheid krijgt, pro-
beer er dan eerst in onderling overleg uit te komen. Vaak is dat
voldoende om de samenwerking weer vlot trekken. Wanneer
je vermoedt dat de ander de gemaakte afspraken niet nakomt,
spreek de ander daar dan schriftelijk of in ieder geval per e-mail
op aan. Let op dat je de boel niet laat versloffen en zorg ervoor
dat je alleen zichtbaar instemt met de verlenging van een termijn
om antwoord te geven. Het is sowieso een goede tip om alle cor-
respondentie gedurende het project te bewaren.
Zeggenschap
Bij zeggenschap zijn twee punten van belang. Ten eerste: in
hoeverre mag de ander inhoudelijk ingrijpen in je werk, dus: wie
is er de baas over je script? In principe ben je dat zelf. De regel
is dat niemand zonder jouw toestemming iets mag wijzigen,
kleine ingrepen daargelaten, maar in de praktijk is dat natuurlijk
schrijver ten opzichte van een opdrachtgever nauwelijks gelijk-
waardig te noemen. In de praktijk tekenen schrijvers daarom
vaak een contract waarbij ze tegen een relatief geringe, eenma-
lige vergoeding afstand doen van hun waardevolle auteursrech-
ten en daarmee ook nog de zeggenschap over hun eigen werk
verliezen. En dat hoeft niet. Ook vanuit een zwakke onderhande-
lingspositie valt het nodige te bereiken. De uitkomst staat of valt
met een goede voorbereiding: kennis is macht.
Een contract is een schriftelijke overeenkomst waarin de afspra-
ken staan tussen partijen. Belangrijk is dat vaststaat waarover
men het eens is. Start in beginsel nooit zonder contract en maak
duidelijke afspraken op papier. Bij een mondeling ‘contract’ loop
je altijd het risico dat je niet kunt aantonen wat is afgesproken.
De ander kan zich de afspraken anders herinneren of anders
interpreteren. Zorg er dus voor dat zodra je op verzoek of in
opdracht gaat schrijven, er afspraken zijn over de betaling, rech-
ten et cetera. Het liefst in de vorm van een schriftelijk contract, of
anders in ieder geval in een duidelijke e-mail wisseling. Denk bij
dit alles steeds constructief mee en maak vooral zakelijke afspra-
ken, trap niet in de ‘we zijn toch vrienden’-val of de ‘we gaan
samen wat moois maken en als jij je te zakelijk opstelt verstoor je
dat proces’-val. Teken ook nooit een contract als je niet volledig
begrijpt wat erin staat. Wees niet te gretig, laat je niet intimideren
en informeer bij het Netwerk of andere deskundigen of het con-
tract redelijk is. Ook al geldt de Scenarioraamovereenkomst met
de Publieke Omroep niet meer, het blijft nog steeds een houvast.
Waarop moet je letten bij contracten?
Geli jkwaardigheid
Contracten zijn vaak eenzijdig opgesteld. Er wordt van alles van
de schrijver verlangd, maar daar staan nauwelijks verplichtingen
van de opdrachtgever tegenover. Probeer ervoor te zorgen dat
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E L
OO
P Ik
BIN
NE
N?
98 99
Wijziging en ver minking
Je werk mag niet zomaar worden gewijzigd en zeker niet worden
verminkt door degene die de exploitatierechten over je werk
bezit. Beding in principe dat er zonder jouw toestemming geen
wijzigingen in het scenario mogen worden aangebracht. uiter-
aard moet hierbij wel de redelijkheid in acht worden genomen:
kleine wijzigingen zijn in beginsel toelaatbaar.
Schri j fvergoeding
Verzamel zoveel mogelijk informatie over honoraria. Vraag aan
collega’s wat ze in vergelijkbare situaties hebben bedongen of
wat ze vragen en waarom. Wat is de andere partij gewend te
betalen? Wat is redelijk in de markt? In de praktijk worden de
oude HoCo-tarieven (die uitgaan van een vergoeding die afhangt
van het aantal minuten) nog steeds toegepast, of wordt het hono-
rarium goeddeels bepaald door de ontwikkelingsbijdrage van
de fondsen; zie daarvoor hun websites.
Laat je betalen voor je inspanning. Zorg er zoveel mogelijk voor
dat je je schrijfvergoeding krijgt in de schrijffase en dat je niet
pas betaald krijgt op de eerste draaidag. Veel projecten stranden
in de ontwikkelingsfase en dan komt er geen eerste draaidag.
Laat je het liefst in termijnen betalen, bij voorkeur gekoppeld aan
de ondertekening van het contract en aan de aanbieding van je
schrijfwerk (format, synopsis, treatment, eerste versie, definitieve
versie et cetera) in plaats van bij goedkeuring van hetgeen je
hebt gemaakt. Spreek ook een uiterste betalingstermijn af wan-
neer een deel van de te betalen vergoeding toch aan goedkeu-
ring is gekoppeld.
Pri jzen
Beding dat de opdrachtgever je altijd schriftelijk op de hoogte
stelt als je werk een prijs heeft gewonnen. Leg vast dat prijzen
voor het scenario voor honderd procent aan jou worden door-
afhankelijk van de vraag of het jouw idee is of dat je in opdracht
schrijft, of voor een bestaand format. Ten tweede: in hoeverre
heeft je opdrachtgever zeggenschap over de omvang (aantal
versies) van je werk? Wanneer is het goed en wie bepaalt dat?
Beding dat je niet net zolang door moet werken tot het scenario
goedgekeurd is door de opdrachtgever, zonder vooraf een spe-
cificatie van het aantal versies te hebben afgesproken.
Probeer ook hier voor gelijkwaardigheid te zorgen zoals een
termijn waarbinnen besloten en bericht wordt over wel of geen
goedkeuring. Volgt er binnen die termijn geen bericht, dan mag
je aannemen dat het ingeleverde werk is goedgekeurd.
Ten slotte: let op als er een regeling wordt voorgesteld waarbij
de samenwerking kan worden beëindigd omdat je het niet eens
wordt over de kwaliteit van het script. In dat geval moet je vooraf
goede afspraken maken over de betaling en over wat er dan met
de rechten op het werk gebeurt. Mag de opdrachtgever met
een andere schrijver verder met jouw werk, of vallen de rechten
aan jou terug en kun jij met een andere opdrachtgever opnieuw
beginnen? In de praktijk zullen de afspraken hierover mede
afhangen van de vraag of jij zelf met het idee of initiatief bent
gekomen of de opdrachtgever, en ook van de mate waarin het
script is uitgewerkt en in hoeverre je betaald bent.
Naamsver melding
Als scenarioschrijver moet je worden vermeld bij de aftite-
ling van je verfilmde werk, tenzij je niet met het eindresultaat in
verband wilt worden gebracht. Maak duidelijke afspraken over
je naamsvermelding om later problemen te voorkomen. Beding
bijvoorbeeld dat bij (andere) openbaarmakingen en publiciteits-
uitingen niet alleen de regisseur en de producent en/of omroep
worden vermeld maar ook jouw naam.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E L
OO
P Ik
BIN
NE
N?
100 101
vormen die niet bekend waren op het moment van tekenen. Wan-
neer de rechten op zo’n exploitatievorm niet zijn verleend, of niet
geacht kunnen worden te zijn gecompenseerd door de overeen-
gekomen vergoeding, dan ligt de mogelijkheid open voor een
wettelijke aanspraak op de billijke vergoeding. Dat kan best veel
opleveren zo blijkt uit (schaarse) rechtspraak. De vaststelling van
de hoogte van die vergoeding is voorlopig nog heel onzeker, in
de rechtspraak tref je erg uiteenlopende varianten aan. Maar pro-
beer in een contract clausules te vermijden als: ‘het recht over-
dragen voor alle wijzen van exploitatie, daaronder zijn ook nog
niet bestaande vormen van exploitatie begrepen en/of de vergoe-
ding is mede een billijke vergoeding in de zin van de wet voor
alle bestaande en nog te ontwikkelen vormen van exploitatie.’
Remakes
In het geval van een remake is de belangstelling waarschijnlijk
niet alleen gewekt door het scenario, maar ook door de (goede)
verfilming daarvan. Bedenk dan dat aan beide belangen recht
moet worden gedaan. Zorg in ieder geval voor een afgesproken
percentage waarbij een gelijkwaardige manier van instappen
van producent en regisseur de norm is.
First r ight of refusal
Vaak verleen je aan een producent of omroep voor de vervaar-
diging van remakes, spin offs, prequel en sequel een first right of
refusal, oftewel een eerste optierecht. Dat betekent dat je hen dat
nieuwe werk eerst aanbiedt, voordat je er eventueel zelf mee gaat
shoppen. Stel een termijn vast waarbinnen ze moeten reageren.
Volgt er binnen die termijn geen reactie, dan vervalt deze optie.
Winstdel ing
Je kunt als schrijver een percentage van de netto opbrengst
(winst) claimen, maar al dan niet door creatief boekhouden,
maken zelfs de meest succesvolle films soms geen winst. Beding
betaald. Van prijzen zonder uitdrukkelijke vermelding van de
functie of naam, kun je vragen een afgesproken percentage aan
jou door te betalen.
Exploi tat ierechten
In een contract wordt met de term auteursrechten in de regel de
exploitatierechten bedoeld (zie kader Begrippen). De exploita-
tierechten liggen bij de schrijver. Als schrijver heb je de keus op
welke manier je de opdrachtgever de exploitatierechten verleent.
Helaas is de trend tegenwoordig bij zowel film als televisie dat
de opdrachtgever een overdracht van alle exploitatierechten wil.
Probeer afspraken te maken over het gebruik van je werk door
middel van het verlenen van een licentie. Als je toch rechten over-
draagt, zorg dan in ieder geval dat je de rechten op afgeleiden
van jouw werk, zoals een remake of sequel alleen in optie geeft.
Voor nieuwe exploitatievormen zoals het digitaal hergebruik
via internet, uitzending Gemist, digitale themakanalen, pay per
view, video on demand en mobiele telefoons kunnen individuele
auteurs slecht vergoedingen afspreken. Daarom worden deze
rechten in het nieuwe aansluitingscontract aan Lira overgedragen,
zodat er via collectieve onderhandeling toch een vergoeding te
krijgen is.
Leg in een contract heel duidelijk vast welke rechten je over-
draagt of in licentie geeft en leg ook de daarbij behorende
vergoeding vast. Omschrijf bij een licentie precies voor welk
gebruik je deze verleent, voor hoelang en welk gebied (Neder-
land, Europa of de wereld). In de vergoeding voor je exploita-
tierechten tref je veel variaties aan, er is hier dus ruimte om te
onderhandelen.
De inhoud van het contract is ook belangrijk voor de beoordeling
of de licentie of overdracht ook nieuwe exploitatievormen omvat;
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E L
OO
P Ik
BIN
NE
N?
102 103
werk zijn niet alleen de scenarioschrijver, maar ook de compo-
nist van de filmmuziek en de regisseur auteur in de zin van de
Auteurswet.
Soms ontstaat een idee voor een plot uit een krantenbericht. Als
je film over het leven gaat van een publiek persoon dan kun je
via vrije nieuwsgaring uit kranten en tijdschriften vrijelijk gebruik
maken van die informatie. Maar in leven zijnde relaties of nabe-
staanden kunnen bezwaar maken, dus dan zul je toch de rechten
moeten verwerven. Een mogelijkheid is om de rechten van een
boek over het personage te kopen. Van dit soort problemen
ben je gevrijwaard als je het personage herschrijft tot een fictief
personage.
Col lect ieve rechten
Heb je een aansluitingscontract met een collectieve rechtenorga-
nisatie, zoals Lira of VEVAM, dan heb je al bepaalde rechten aan
die organisatie overgedragen. Het is dan niet meer mogelijk om
dezelfde rechten nog een keer aan een opdrachtgever te verle-
nen. Check dus je aansluitingscontract en maak in het opdracht-
contract een uitzondering voor rechten die voor jou collectief
beheerd worden.
Websi tes
www.auteursrecht.nl
www.onderhandelen.nl
www.beroepkunstenaar.nl
www.netwerkscenario.nl
www.contractenbureau.nl
www.lira.nl
www.vevam.nl
dan het recht op inzage van de boeken. Je kunt ook nadenken
over afkoop van de winstdeling, zeker als het een niet-commerci-
eel project is.
Ter ugval van je rechten
Beding dat als een opdrachtgever jouw scenario niet binnen een
af te spreken termijn verfilmt, de auteursrechten weer geheel
aan jou zullen terugvallen. Dan kun je een andere opdrachtgever
zoeken om je werk te verfilmen. Houd er rekening mee dat een
producent bij een film tenminste drie jaar nodig zal hebben om
de financiering rond te krijgen. Zorg ook dat je de rechten terug-
krijgt bij een faillissement, surséance van betaling, liquidatie,
beslaglegging et cetera.
Een van de redenen om te kiezen voor het in licentie geven van
je exploitatierechten is het risico van een faillissement van de
opdrachtgever. Bij faillissement vallen je rechten in geval van
overdracht in de boedel van de opdrachtgever en ben je ze kwijt;
bij een licentie vallen ze terug aan de maker.
Optiecontract
Agent Henriëtte Hoogenboezem in Plot: “Ik maak vaak mee dat
mensen met een plan naar een producent gaan, die vervolgens
zegt: ‘Interessant, schrijf het even op, dan ga ik er mee leuren.’
Dat vind ik al een verkeerd uitgangspunt. Ik ben er voor dat een
producent zich committeert. In zo’n geval stel ik een optiecon-
tract voor met een termijn waarbinnen de producent het plan aan
de man kan brengen of financiering kan genereren.”
Bewerkingen en waar gebeurd
Houd er rekening mee dat je als scenarioschrijver soms ook te
maken kunt hebben met andere auteurs: in het geval van een
boekbewerking moet je toestemming hebben van de schrijver,
diens erfgenamen en de uitgever. In geval van een audiovisueel
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E L
OO
P Ik
BIN
NE
N?
104
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
105
wat precies een billijke vergoeding is, heeft de wetgever niet nader ingevuld en wordt in de praktijk dus bepaald door de vrije markt. deze vergoeding voor auteursrechten moet je dus niet verwarren met het honorarium dat je ontvangt voor het schrijven.
oVerdracHt of lIcentIeauteursrechten kunnen op twee manieren worden verleend aan een opdrachtgever. bij overdracht wordt een ander rechtheb-bende, oftewel eigenaar. In het geval van een licentie krijgt een ander slechts toestemming om de auteursrechten te gebruiken, zonder eigenaar te worden. een overdracht van auteursrechten dient altijd schriftelijk te gebeuren. een licentie kan eventueel mondeling worden gegeven, maar ook in dat geval is het aan te raden schriftelijke afspraken te maken. Veel belangrijker nog dan het verschil tussen licentie of overdracht is de omvang van de rechten die je overdraagt.
collectIeVe recHtenIn de praktijk is het voor een schrijver niet te controleren hoe vaak een werk ergens op televisie wordt vertoond. om die reden is de vergoeding van sommige exploitatierechten van makers geregeld via zogenaamde collectieve rechtenorganisaties, zoals lira en VeVam. Zij verdelen de vergoedingen die de kabel betaalt voor de doorgifte van film en televisieprogramma’s en de thuis-kopievergoedingen, zoals de heffing op onbespeelde dvd’s. dit vormt een extra bron van inkomsten, maar dan moet je wel een aansluitingsovereenkomst tekenen met lira en/of VeVam, zie ook www.lira.nl en www.vevam.nl.
jurIdIscHe begrIppen auteursrecHtHet auteursrecht biedt de maker van een ‘werk van letterkunde, wetenschap of kunst’ een exclusief recht om het gebruik van zijn werk te verbieden of aan dat gebruik voorwaarden te verlenen. als je echter in dienstverband een werk maakt, dan is de werkge-ver de rechthebbende. auteursrecht hoeft niet geregistreerd te worden, het bestaat zodra je een werk hebt gemaakt. auteurs-rechten gelden gedurende de levensduur van de auteur, plus zeventig jaar.
auteursrechten bestaan uit exploitatierechten en persoonlijk-heidsrechten. Exploitatierechten maken het mogelijk je scenario openbaar te maken en te verveelvoudigen. exploitatierechten bestaan onder andere uit: verfilmingsrecht, vertoningsrecht, herhalingen, winstdeling, merchandising, verspreiding op dvd, gebruiksrechten voor remakes, spin-offs, prequels, sequels , sce-nario in boekvorm, verboeking van het scenario en digitaal her-gebruik. Persoonlijkheidsrechten geven je het recht tot naams-vermelding en de mogelijkheid te voorkomen dat je werk wordt verminkt. persoonlijkheidsrechten zijn onlosmakelijk met de maker verbonden en kunnen nooit worden overgedragen.
In 1985 is er in de auteurswet een bijzondere regeling opgeno-men met betrekking tot de exploitatierechten voor film. de rege-ling kent met twee belangrijke uitgangspunten. ten eerste wordt ‘wettelijk vermoed’ dat de producent de exploitatierechten op de betreffende film heeft, tenzij je contractueel iets anders hebt afgesproken. ten tweede is de producent, als tegenprestatie voor de vermoedelijke overdracht aan de makers, voor iedere vorm van exploitatie een ‘billijke vergoeding’ verschuldigd.
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
W
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E L
OO
P Ik
BIN
NE
N?
106 107
4.3 onderHandelenHet is essentieel dat je dúrft te onderhandelen. Een van de groot-
ste misverstanden is dat een contract niet onderhandelbaar is.
Veel scenarioschrijvers denken dat het buigen of barsten is, maar
vaak is dat niet het geval. Agent Henriëtte Hoogenboezem in Plot:
“Als sprake is van een opdrachtsituatie verschuilt de producent
zich regelmatig achter de omroep waarmee hij al een contract
heeft gesloten. Dan is er weinig of geen onderhandelingsruimte.
Dat is niet altijd helemaal waar; soms kan hij best terug naar die
omroep, zit het niet altijd zo vast als wordt beweerd.”
Een slecht onderhandelingsresultaat ligt meestal niet zozeer aan
de doortraptheid van de ander, als wel aan een gebrek aan tech-
niek of ervaring. Het resultaat is niet zozeer afhankelijk van de
kwaliteit van je werk of je staat van dienst, maar van je voorberei-
ding, de band die je tijdens de onderhandelingen met de ander
weet op te bouwen en het tijdstip waarop je de onderhandelin-
gen begint. Hoogenboezem: “Steeds meer producenten voegen
bij betaling een clausule toe dat ze pas hoeven te betalen als ze
de bijdrage van bijvoorbeeld het Filmfonds hebben ontvangen.
Dat kan niet, vind ik, dan ben je geen ondernemer maar een loket.”
kies een onderhandelingsstijl die bij je past en wees je bewust
van je gedrag. Je kunt je contract wel goed uitonderhandeld
hebben, maar als het een moeizaam proces was, is de kans op
een vervolg klein. Andersom geldt dat ook: kom je er nu niet uit,
maar was het wel een prettig gesprek, dan is de kans groter dat
je in de toekomst wel samen een deal kunt sluiten. Het is belang-
rijk om goed uit elkaar te gaan; het wereldje is klein en je komt
elkaar vast nog eens tegen.
Onderhandelen verloopt globaal volgens de volgende fasen:
voorbereiden, introduceren, voorstellen uitwisselen, onderhande-
len en afspraken.
wat doet lIra?lira beheert collectief de auteursrechten van schrijvers, vertalers en journalisten in nederland. elk gebruik van een geschreven werk vraagt om toestemming van de maker van dat werk. dat geldt ook voor nieuw en ander gebruik (exploitatie), dat buiten de aanvankelijke opdrachtverlening tussen bijvoorbeeld een scenarioschrijver en een opdrachtgever valt, zoals verspreiding via de kabel, via internet, via on demand en via themakanalen. In een aantal gevallen (kabelrechten, thuiskopie et cetera) is het voor een individuele auteur niet of alleen uiterst moeilijk deze rechten en aanspraken te verzilveren. lira heeft in deze onderhandelingen meer macht, omdat ze kan praten voor het col-lectief van schrijvers. bovendien is lira expert op het gebied van auteursrecht. In het algemeen: overal waar werken van schrijvers geëxploiteerd worden via kanalen of in vormen die niet over-eengekomen en afgerekend zijn in de initiële opdrachtverlening tussen producent of uitgever enerzijds en de schrijver of vertaler anderzijds, kan lira optreden als onderhandelingspartij en geld voor de makers incasseren.
auteurs die zich aansluiten bij stichting lira, versterken daarmee hun onderhandelingspositie. door de macht van het getal (meer dan zesduizend aangesloten auteurs en meer dan vijftienduizend geldontvangers) is stichting lira een gerespecteerde onderhan-delingspartner. geen reden, wel een prettige bijkomstigheid: aansluiting bij lira is gratis. bovendien krijgt een aangeslotene toegang tot vele extra vormen van steun en dienstverlening: zie www.lira.nl .
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
W
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E L
OO
P Ik
BIN
NE
N?
108 109
Introduceren
Probeer eerst een band op te bouwen, zie ook hoofdstuk 2.
Bespreek elkaars verwachtingen, het gemeenschappelijke
belang en de intentie om er samen uit te komen. Op welke ter-
mijn moet er een beslissing komen? Wanneer geeft de ander uit-
sluitsel over bepaalde zaken? Ga op een gelijkwaardige manier
het gesprek in; ook al heeft de andere partij meer ‘macht’, het
uitgangspunt is ten slotte dat je samen iets wilt.
Voorstel len ui twisselen
Vervolgens wissel je voorstellen uit. Durf stevig in te zetten en
ga zo goed mogelijk in op eventuele vragen van de andere
partij. Stel vragen over het voorstel van de ander; hoe meer de
ander spreekt, hoe meer je leert. Laat ook ruimte open voor ont-
wikkeling van ideeën; tast de mogelijkheden af. Als de voorstel-
len helder zijn, kun je voor jezelf de eventuele verschillen op
een rijtje zetten. Beoordeel deze verschillen voordat je zelf
concessies doet. Zo voorkom je dat je uit enthousiasme te snel
‘ja’ zegt.
Onderhandelen
Bespreek eerst de punten van overeenstemming. Werk vervol-
gens gezamenlijk aan het vinden van een oplossing voor de rest.
Vraag naar de argumenten van de ander om meer informatie te
krijgen. Vraag om concessies. Niet te slap, maar beslist: jullie wil-
len ten slotte knopen doorhakken. Doe bijvoorbeeld voorwaar-
delijke concessies; geef aan wat je ervoor terug verlangt. Denk
aan researchkosten, reiskosten, auteursrechten et cetera. Moet je
andere opdrachten laten lopen? Mag je zelf een coach of bege-
leider kiezen? Moet je hem of haar zelf betalen? Heb je inspraak
in de keuze van regisseur en/of acteurs? Isoleer verschillen: ‘dus
dit is het enige wat overeenstemming nog in de weg staat?’ Doe
concessies die je weinig kosten, maar voor de ander veel waard
zijn. Concessies houden de zaak in beweging. Vraag bij twijfel
Voorbereiden
De uitkomst staat of valt met een gedegen voorbereiding: kennis
is macht. Verzamel daarom zoveel mogelijk informatie. Vraag aan
collega’s naar hun ervaringen. Niet elke situatie biedt evenveel
onderhandelingsruimte; wees je bewust van de mogelijkheden
en beperkingen.
Jouw opstelling:
• Stel vast wat je wilt bereiken. Wat is jouw ideale uitkomst en
waarom? Wat is je minimaal acceptabele uitkomst en waarom?
• Probeer in te schatten op welke punten er meningsverschillen
zouden kunnen ontstaan, en waar mogelijke oplossingen liggen.
• Bepaal op welke punten je bereid bent om concessies te doen.
• Als je er deze keer niet uitkomt: bedenk hoe je zo goed
mogelijk uit het gesprek komt en opties openhoudt voor de
toekomst.
Opstelling onderhandelingspartner:
• Wie zit(ten) er aan tafel, in welke rol en met welke bevoegdheid?
• Bedenk of zoek uit wat de ander wil bereiken en waarom. Ga na
welke belangen daar spelen en waar overeenkomsten liggen.
• Waarom zitten júllie om tafel? Zijn er concurrenten?
• Voor welke argumenten is de ander gevoelig? Op welke punten
verwacht je snel concessies?
• Wanneer denk je dat de onderhandeling voor de ander geslaagd
is?
De onderhandelingssituatie:
• Wat is het doel van de bespreking? Een informele kennismaking
of moeten er spijkers met koppen worden geslagen?
• Is er sprake van een deadline of streeftermijn voor de afronding?
Wanneer volgt de beslissing?
• Is de bespreking op neutraal terrein of bij een van de partijen?
Wie doet de verslaglegging?
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E L
OO
P Ik
BIN
NE
N?
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
111
tIp onderHandelen
• Hardopdezaakenzachtopdepersoon.Jehoudtdesfeergoeddoorinteressetetoneninhetstandpuntvandeanderenjevrien-delijkenpositiefoptestellen,zonderdatjeconcessieshoefttedoen.Benadrukhet‘wij-gevoel’;jewiltersamenuitkomen.
• Weesflexibel,staopenvoorvragenenideeënvandeander.Mee-gaanisniethetzelfdealstoegeven.Blijfookzelfactiefzoekennaarwegenomtoteencompromistekomenoftekrijgenwatjewiltbinnendebestaandemogelijkheden.
• Houdvastaanjestandpunt,maarnietkoppigofagressief.Jedoetpaswaterbijdewijnalsjemerktdatdeanderdiebereidheidookheeft.
• Deanderismeestalafhankelijkervanjedanjedenkt.Overdrevenbescheidenheidmaaktjemeerafhankelijk.Komgerustmeteenrealistische,maarwelstevigeinzet.
• Probeerhetmachtsevenwichttebewarenenaccepteernietdatdeanderdebaaswilspelen.
• Luisternaardeander.Goedeonderhandelaarsluisterenmeerdanzepratenenbedenk:deanderheeftnooitongelijk.Hijofzijheeftalleeneenanderekijkopdedingen.Accepteerdatenzetdaarjeeigenvisietegenover.
• Doorvragenkaneenpatstellingdoorbreken.Beginnietmeteenteprotesteren,maarvraagwaarómietsnietkan.Watstaaterindewegenhoekunjehelpendatoptelossen?Zokunjeeentegen-stellingombuigentoteengezamenlijkprobleem.
• Onderhandelstapvoorstap;legnietaljekaarteninéénkeeroptafel.Bepaalvantevorenopwelkepuntenjewelennietwilttoe-gevenenhoudwisselgeldbijdehand.
• Alstijdvoordeanderbelangrijkis,kunjedaargebruikvanmaken.• Komjeniettoteenvergelijk,zoekdandeguldenmiddenweg.• Probeerniethetondersteuitdekantehalen.Voorkomookdatde
anderhetgevoelkrijgtdathijofzijbakzeilmoethalen.Eenduur-zamerelatielevertvaakmeeropdaneensnelvoordeeltje.
nee
112 113
4.4 fInancIële steunWWIk
De Wet Werk en Inkomen kunstenaars (WWIk) is een regeling
voor startende of al beroepsmatig werkende kunstenaars. De
WWIk is een maandelijkse financiële tegemoetkoming. Deze
bedraagt 70% van een bijstandsuitkering. Hiernaast heeft de
kunstenaar de mogelijkheid om tot 125% bij te verdienen. Dit
inkomen kan de kunstenaar aanvullen met werk binnen of buiten
de kunst. De kunstenaar heeft geen sollicitatieplicht en kan zich
dus volledig concentreren op zijn kunstenaarschap.
Je kunt de WWIk aanvragen bij de Sociale Dienst van een van de
twintig centrumgemeenten die deze regeling uitvoeren. De Soci-
ale Dienst onderzoekt of je recht hebt op de tegemoetkoming.
Om in aanmerking te komen voor de WWIk, of om in de WWIk te
kunnen blijven, moet een kunstenaar aantonen dat hij beroeps-
matig werkt. Dit moet blijken uit het beroepsmatigheidsonder-
zoek dat kunstenaars&CO uitvoert in opdracht van de centrum-
gemeenten. Met een WWIk-uitkering kun je bij kunstenaars&CO
kosteloos cursussen en workshops volgen om je kennis en
vaardigheden te verbeteren. Tevens kun je in aanmerking komen
voor professioneel loopbaanadvies en coaching. Voor voorwaar-
den zie www.kunstenaarsenco.nl onder WWIk. Informatie over
uitkeringen vind je op de www.home.szw.nl van het ministerie
van SZW en www.socialezekerheid.nl.
Alle (aspirant)leden van het Netwerk kunnen een beroep doen
op de volgende algemene voorzieningen van de VSenV. In som-
mige gevallen is het noodzakelijk dat je ten minste één jaar lid
bent.
Leningen
(Aspirant)Leden van het Netwerk die zaken als een computer of
bureaustoel willen aanschaffen en niet beschikken over het beno-
om bedenktijd. Doe geen grote concessie op de valreep om er
maar vanaf te zijn en vervul niet nog snel even de op de valreep
geformuleerde wensen van de ander.
Afspraken maken
Zet de bereikte afspraken op een rij en werk het samen op
papier uit.
Zie voor meer informatie over onderhandelen www.beroepkun-
stenaar.nl en www.onderhandelen.nl.
Wat is redel i jk?
uiteindelijk is de onderhandelingsruimte altijd begrensd; bij-
voorbeeld door de beschikbare budgetten, regelingen of de
gegroeide praktijk. Hoogenboezem: “Bij sommige producenten,
die heel goedkoop produceren, is het vaak een take it or leave it-
situatie. Dan moet je als schrijver voor jezelf bepalen of je het wil
doen of niet. Soms moet je een te laag honorarium en het gebrek
aan rechten accepteren, omdat je het werk nodig hebt vanwege
financiële redenen, of gewoon een kans wil om je vak uit te oefe-
nen. Maar er zijn natuurlijk grenzen.”
Bedenk wat jijzelf redelijk vindt, los van wat gangbaar is. krijg je
zo de kans op beter betaalde vervolgopdrachten? Doe je nut-
tige contacten op? Als je ondanks alles blijft steken op het voor
jou minimaal acceptabele onderhandelingsresultaat, wees dan
duidelijk en positief in je motivatie. Geef aan dat je akkoord gaat
omdat je het project bijvoorbeeld erg leuk vindt of ervaring op
wilt doen. Als je het als eenmalige concessie presenteert, maak
je het voor jezelf makkelijker om bij een volgende onderhande-
ling meer te vragen.W
EG
WIJZ
ER
VO
OR
SC
EN
AR
IOS
CH
RIJV
ER
S H
OE
LO
OP
Ik B
INN
EN
?
114 115
digde kapitaal, kunnen een lening aanvragen bij de Triodosbank,
afdeling kredietverlening. Deze regeling is tot stand gekomen in
samenwerking met kunstenaars&CO. Informatie vind je op
www.kunstenaarsenco.nl onder Producten en diensten/Cultuur-
lening.
Verzekeringen
(Aspirant)Leden van het Netwerk kunnen een beroep doen op de
voorzieningen van de VSenV op het gebied van ziektekosten- en
ongevallenverzekeringen en een arbeidsongeschiktheidsverze-
kering. Informatie vind je op: www.vsenv.nl onder Diensten/Ver-
zekering.
Pensioen
Als zzp’er, zelfstandige zonder personeel, bouw je geen pen-
sioen op. Er bestaat voor (aspirant)leden van het Netwerk en
aangeslotenen van Lira een mogelijkheid tot hulp bij het opbou-
wen van een oudedagsvoorziening door de Stichting P.C. Bou-
tensfonds. Informatie vind je op: www.vsenv.nl onder Diensten/
Pensioen.
Noodhulp
Soms kun je een nijpend, tijdelijk financieel probleem niet zelf
oplossen. In zo’n geval kun je de hulp inroepen van het Sociaal
Fonds Letterkundigen. Het aanbieden van een eenmalig geld-
bedrag of een persoonlijk advies, behoort tot de mogelijkheden.
Informatie vind je op: www.vsenv.nl onder Diensten/Financiële
hulp.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E L
OO
P Ik
BIN
NE
N?
meer InformatIewww.netwerkscenario.nlwww.auteursrecht.nlwww.belastingdienst.nlwww.beroepkunstenaar.nlwww.cedar.nlwww.contractenbureau.nlwww.kunstenaarsenco.nlwww.kvk.nlwww.lancelots.nlwww.leren.nlwww.lichaamstaal.comwww.lira.nlwww.onderhandelen.nlwww.socialezekerheid.nlwww.home.szw.nlwww.vevam.nlwww.vsenv.nl
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
117
Hoegaikschrijven?
stel dat je een idee voor een film of een televisie-serie hebt. Hoe overtuig je iemand dat jouw idee het lezen waard is? daar gaat dit hoofdstuk over. goed schrijven is en blijft natuurlijk het belang-rijkst, uiteindelijk moet je synopsis of script overtuigen. Het hoeft er niet prachtig of glossy uit te zien. wat je als maker voor ogen hebt moet er in staan. Het doel is om een lezer tot het lezen van jouw idee te verleiden. dus: hoe verzin je een pakkende titel? Hoe schrijf je een prikkelende logline, een wervende synopsis of een inspireren-de seriebijbel? Hoe plot je een aflevering? Voor drama is het creëren van personages erg belang-rijk, een vragenlijst kan je daarbij helpen. Het hoofdstuk eindigt met een checklist voor drama waaraan je je idee kunt toetsen.
5
118 119
Final Draft (www.finaldraft.com) en Movie Magic (www.screen-
play.com) waarvan een demoversie te downloaden is. Daarnaast
zijn er ook programma’s die je bij het ontwikkelen van verhalen
helpen, zoals Power Structure (www.powerstructure.com) en
Dramatica Pro (www.dramatica.com), ook hiervan zijn demover-
sies te downloaden. Op www.celtx.com kun je gratis scenario-
software downloaden. Meer informatie is ook te vinden op
www.filmmaken.nl onder Software overzicht. Vraag ook gebrui-
kers naar hun ervaringen.
5.1 tItelDe titel is je visitekaartje. Je wilt de lezer overtuigen dat je script
of synopsis het lezen waard is. Een titel is een belofte, maakt
nieuwsgierig en bereidt het publiek voor op de komende lees-
of kijkervaring. Shakespeare noemde zijn toneelstuk niet hAmlet,
maar the trAGedy of hAmlet, prince of denmArK.
Wat z i jn goede t i te ls?
Een effectieve titel verwijst naar iets tastbaars in het verhaal
– karakter, arena, thema of genre. De beste titels verwijzen vaak
naar twee of alle elementen. jAws noemt een karakter, zet het
verhaal in de woestenij, geeft een thema – de mens tegen de
natuur –, in het actie/avonturen genre. KrAmer vs KrAmer noemt
twee karakters, geeft een thema – scheiding – in het genre huise-
lijk drama. lA dolce vitA plaatst ons in een decadente setting van
rijke stedelingen. Verder zijn goede titels dezelfde titel als van
het boek of een spin-off van een ander medium, zoals Turks Fruit,
Zoop in Afrika et cetera.
Ongeveer tweederde van alle titels bevatten namen van personen
of plaatsen, zoals simon, cApote, cAsAblAncA en costA!. costA!
springt er uit, omdat het zowel iets zegt over de arena, als over
het genre. Let ook op het effect van het uitroepteken. Met titels als
Passie
De vragen en suggesties dienen slechts ter inspiratie, gebruik
alleen wat voor jou werkt. Zorg vooral dat je de lol en passie
behoudt die je nodig hebt om te schrijven. Soms kan alles in een
verhaal kloppen, maar kan desondanks het ‘leven’ er uit verdwe-
nen zijn. Belangrijker is je passie om te vertellen, om te verma-
ken, om te ontregelen, om je emoties en je inzichten over te
dragen. Dan vergeeft men je de plotfoutjes, die zijn namelijk altijd
op te lossen. Maar men vergeeft je nooit een gebrek aan passie.
Dieper graven
Docent aan de Hku Paul van den Wildenberg: “Wat was je eerste
idee? Hang dat groot boven je computer of op je muur, zodat je
niet van dat oorspronkelijke idee afdwaalt.” Vervolgens mag je
best dieper graven, omdat je eerste idee vaak een anekdote is
die voor iets diepers of universelers staat. Als je je thema (iets
universeels, een moraal of iets van alle tijden) hebt gevonden of
gedefinieerd, dan kun je juist je onderwerp (de plot, de anekdote
die specifiek aan tijd en arena gebonden is) aanscherpen en het
dramatisch potentieel daarvan uitbuiten.
Scenariosof tware
Je kunt je scenario’s in Word schrijven, maar er zijn ook diverse
softwareprogramma’s die je daarbij helpen. De bekendste zijn
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
120 121
Je titel moet verleiden en intrigeren. bAcK to the future is een
slimme woordspeling, je verwacht bAcK to the pAst en bovendien
vat het de toestand van hoofdpersonage Marty McFly perfect
samen. een inGewiKKeld verhAAl, eenvoudiG verteld is misschien
vaag, maar intrigeert wel. Pas op met alliteratie als het niet om
een kinderfilm gaat. Het Suske en Wiske effect ligt al snel op de
loer. Wees ook voorzichtig met woordspelingen, als het niet om
een (flauwe) komedie gaat. Probeer origineel te zijn, kom met
een verrassende combinatie.
Tot slot nog iets ongrijpbaars: het moet klínken als een titel.
Bekt het lekker? liever verliefd, A bout de souffle, double indemnity,
het klinkt allemaal als een klok. Leg vrienden en bekenden je
werktitel voor en luister naar de reacties. Wat voor associaties
roept het op? Ga net zolang door tot die één tot vijf woorden goed
zijn. Een goede titel doet je synopsis of script er uitspringen.
5.2 loglIneJe logline is de trailer voor je synopsis of script. Drukke lezers
trekken soms alleen tijd uit om je synopsis te lezen als de logline
hen nieuwsgierig weet te maken. Er zijn twee redenen waarom
de logline belangrijk is. De eerste is om je lezer te overtuigen, de
tweede is om jezelf bewust te maken van welk verhaal je eigen-
lijk wilt vertellen.
Wat is een logl ine?
Een logline is een beschrijving van je verhaal in een, twee of drie
zinnen. ‘Een briljante wiskundige wordt gedwongen zijn leven
nogmaals onder de loep te nemen als blijkt dat hij aan schizofre-
nie lijdt. uiteindelijk overwint hij al het leed en wint hij de Nobel-
prijs’ (A beAutiful mind). ‘Een zwarte comedy over drie miljonairs-
vrouwen die een huurmoordenaar inschakelen om een van hun
overspelige echtgenoten uit de weg te ruimen’ (moordwijven).
titAnic, tbs, Moordwijven en u-571 zie je al een hele film voor je.
Andere titels benoemen de gemoedstoestand van de hoofdper-
soon, bijvoorbeeld delirious, clueless, vAn God los en drift. Als
het goed is suggereren deze titels tevens een genre. De eerste
twee comedy en de laatste coming of age, waarbij clueless zelfs
beide suggereert.
Verder zijn er de intrigerende, want dubbelzinnige, titels, zoals
indecent proposAl, cryinG GAme, thinGs to do in denver when
you’re deAd en zwArte sneeuw. Let op de tegenstelling bij de
gebruikte woorden. Andere zijn bekende uitdrukkingen en
benoemen het cliché van de film: you’ve Got mAil, fridAy the 13th
et cetera. Ten slotte de twist op het cliché, zoals G.i. jAne, the mAn
who Knew too little en heerlijK duurt het lAnGst.
Hoe verzin je een t i te l?
Noteer woorden en titels die je aanspreken of inspireren. Brain-
storm de ‘voor de hand liggende’ titels. De naam van je hoofd-
personage? De overheersende gemoedstoestand van je hoofd-
personage? Hij of zij wil? Hij of zij heeft nodig? De hoofdlocatie?
De arena? Veel gebruikt jargon? Het hoofdconflict? De hoofdcli-
max? De belangrijkste actie? De plotvraag? Het genre? Clichés
in het verhaal? Het thema? De premisse? Wat is er uniek aan?
Denk aan je verhaal en maak een lijst van woorden die onmiddel-
lijk in je opkomen.
Probeer vervolgens combinaties van die woorden uit en verzin
tegenstellingen. Zoals bAd sAntA, All thAt heAven Allows en wilde
mossels. Denk aan spreekwoorden, gezegden, liedjes, turbotaal
zoals vet hArd. Wees prikkelend, provoceer, gebruik rare, bizarre
woorden en combinaties. Maak de lezer nieuwsgierig, creëer
een gevoel van noodzakelijkheid. Grijp niet direct naar clichés
als het mysterie vAn….
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
122 123
snapt uit de gevangenis en jaagt op de werkelijke moordenaar.’
kortom: wie, wat en hoe. Wie is de hoofdpersoon, wat is zijn
probleem en hoe lost hij dat op. Wie: een vooraanstaand chirurg.
Wat: ten onrechte veroordeeld voor de moord op zijn vrouw. Hoe:
hij ontsnapt om de werkelijke moordenaar te vinden.
2 DE VIER u’S
Die vier u’s zijn: uniek, uitbetalend, urgent en ultraspecifiek. Bijna
alle geslaagde reclameslogans hebben die vier u’s in zich, en ze
werken ook voor loglines. ‘Het is 1945, WO II. Op de Filippijnen
leidt een luitenant een reddingsoperatie tot achter de vijandelijke
linies om vijfhonderd Amerikaanse krijgsgevangenen te bevrij-
den.’
uniek? Er zijn meer oorlogsfilms waarin mensen gered moeten
worden. Op zich is dit gegeven dus niet voldoende om de lezer
in een staat van grote opwinding te brengen. Maar het zijn de
details die het hem doen: vijfhonderd krijgsgevangenen, de Filip-
pijnen, 1945 en achter de vijandelijke linies.
uitbetalend? De Amerikanen hadden bij het verschijnen van
deze logline net de oorlog in Afghanistan achter de rug. Weten
wat je wanneer moet verkopen, dat is ook een truc.
urgent? Reken maar. In 24 woorden wordt hier net genoeg van
de plot onthuld om te weten dat dit een spannend drama wordt.
Vijfhonderd krijgsgevangenen in handen van de vijand. Zullen ze
gered worden?
En ultraspecifiek? Ook hier zijn de details bepalend. De Filip-
pijnen in 1945. Een luitenant. Een bevrijdingsoperatie achter
vijandelijke linies. Vijfhonderd krijgsgevangenen.
3 DE EXTERNE EN DE INTERNE VERHAALLIJN
‘Een verlegen, eenzaam jongetje vindt een buitenaards wezen.
Hij zal moedig genoeg moeten zijn om het op te nemen tegen
de autoriteiten en het wezen terug naar zijn thuisplaneet te hel-
Hoe schri j f je een logl ine?
Er moet heel veel informatie in die logline van een, twee of drie
zinnen staan: genre, conflict, personage, handeling, locatie, tijd,
een crisis die moet worden opgelost, de mogelijke transformatie
die je personage doormaakt en het commerciële potentieel. En
dat allemaal in maximaal 25 woorden in de tegenwoordige tijd,
zodat je logline in één adem uitgesproken kan worden. En het
moet natuurlijk knetteren!
Benadruk de unieke elementen van je verhaal waardoor men-
sen zich in de situatie kunnen inleven en kunnen meeleven
met je hoofdpersonage. Gebruik woorden die iets oproepen.
Liefde, dood, seks, avontuur, mysterie en romantiek doen het
altijd goed. Gebruik actieve werkwoorden in je logline. Probeer
beeldend te schrijven, zodat de lezer de film al voor zich ziet.
Er volgen nu drie verschillende, maar elkaar ook deels overlap-
pende, manieren om tot een logline te komen.
1 WIE, WAT EN HOE?
Een vorm waarin je je logline kunt gieten is: ‘een verhaal over
een personage – gebruik hierbij karaktertrekken, geen eigen-
namen – dat een probleem heeft en iets moet bereiken waar-
door hij dat probleem kan oplossen.’ In dit geval vertelt de
logline iets over:
• Wie de hoofdpersoon is en wat hij of zij moet doen. De aanlei-
ding waarom de hoofdpersoon aan zijn reis of zoektocht
begint.
• Wat wil hij of zij? Hoe pakt de hoofdpersoon dit aan? Wat is zijn
of haar actieve handeling?
• Wat voor vreselijks gebeurt er als de hoofdpersoon hier niet in
slaagt?
De logline van the fuGitive: ‘Een vooraanstaand chirurg wordt
ten onrechte veroordeeld voor de moord op zijn vrouw, ont-
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
124 125
Opmaak en context
Houd flinke marges aan, minimaal 2,5 cm. kies een proportioneel
font, geen Courier dus. Deel je synopsis op in alinea’s met een
witregel ertussen. Maak je alinea’s niet te lang. Je kunt je synop-
sis opfleuren met een afbeelding of een plaatje; een plaatje zegt
meer dan duizend woorden en kan goed een sfeer of stemming
illustreren. Je kunt ook heel licht iets afdrukken over het A4tje,
maar zorg dan wel dat het goed leesbaar blijft. Zorg dat de plot
niet meer dan zestig procent van de totale synopsis beslaat.
Je lezers hebben geen voorkennis. Hoe moeten ze hem lezen?
Zorg dat ze je synopsis in het juiste kader kunnen plaatsen, met
de juiste toon lezen. Wat is de stijl of het genre? Is het een mix?
In het laatste geval is er toch één het belangrijkst, dus kies en
wees specifiek. Niet een komedie, maar een romantische of een
zwarte komedie. Geef eventueel voorbeelden van vergelijkbare
films, series et cetera. Dit kan gevaarlijk zijn, als de lezer de
voorbeelden niks vindt, maar het maakt het makkelijker om een
kader te scheppen.
Je kunt je synopsis met een spreekwoord of een citaat beginnen,
met het parafraseren van de premisse, met een verantwoording
voor wat je wilt of gaat doen, met je motivatie of je passie om
het verhaal te schrijven. Maak de noodzaak dat jij dit verhaal
wil vertellen duidelijk. Wat beweer je met dit verhaal? Benoem
het thema of het onderwerp. Waar zit de relativering, de nuance
of juist het absoluut noodzakelijke van een pamflet? Waarom
moet juist jij dit schrijven, waar zit de authenticiteit, waar zit jouw
kracht? Heb je inspiratiebronnen? In welke traditie wil je passen?
Schri jven
Je eerste zinnen moeten intrigeren. Begin met een sterke
opening, bijvoorbeeld met een beeld, waar het zich afspeelt,
de sfeer of een stemming; niet met: ‘Joop is de broer van ….’
pen.’ (eT) Bij deze logline komen zowel de externe als de interne
verhaallijn aan bod. De externe verhaallijn is de achtergrond
waartegen het verhaal van de held – de interne verhaallijn – zich
afspeelt. In eT draait de externe verhaallijn om de vraag of de
jongen het wezen naar zijn ruimteschip kan brengen. De interne
verhaallijn is het verhaal van de held. Het verlegen jongetje dat al
zijn moed bij elkaar moet rapen om ET te redden, en dat daarbij
zichzelf behoedt voor een eenzaam en angstig leven.
Tot s lot
Lees zoveel mogelijk loglines. Regels zijn er om gebroken te
worden, het gaat erom dat een logline intrigeert. Wat maakt je
verhaal of je hoofdpersonage uniek? Zo kom je ook tot de essen-
tie van je verhaal. Het is een hele klus om een goede logline te
schrijven, maar het betaalt zich uiteindelijk dubbel en dwars
terug. Met een intrigerende logline kun je bovenop de stapel
komen te liggen.
5.3 synopsIsTips voor het schrijven van een synopsis:
• Houd het simpel. Je lezer moet je synopsis snappen na een snelle
lezing. Denk aan oorzaak en gevolg. Elke zin en paragraaf moet
makkelijk naar de volgende leiden.
• Oefenen. Schrijf meerdere versies van je synopsis.
• Laat je synopsis door professionals lezen en door je vrienden.
Vraag de laatsten niet om kritiek, alleen of ze het begrijpen. Laat
ze aangeven wanneer ze afhaken, welke stukken ze niet leuk
vinden of niet snappen.
• Lees synopsissen van anderen.
• Stuur je synopsis pas in als je écht tevreden bent, als hij écht af
is. Je krijgt vaak maar één kans om je project goed te presente-
ren.
• Let op spelling- en grammaticafouten.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
126 127
matie, computergame of hoorspel? Wat is de vorm en de lengte?
kun je iets vertellen over de manier waarop je dit verhaal vertelt?
De structuur: chronologisch of niet-lineair? Het tijdsbestek? Bij-
voorbeeld: een jaar in dertien afleveringen, of een aflevering is
precies een nacht?
Wat is de go-for? Waarom zouden producenten hier drie miljoen
euro aan uit moeten geven? Waarom zou een bioscoopganger
negen euro betalen voor een kaartje? Geef de reden waarom
de televisiekijker op zijn vrije avond wil kijken naar jouw
bedenksel.
Voor wie is de film bedoeld, wie is je publiek? Wat is het beoog-
de effect; welke emoties en welke inzichten wil je je publiek
meegeven?
Tot slot: er zijn geen regels. Je moet er zelf achterkomen wat voor
jou en je verhaal werkt en wat niet. Elk idee is uniek; dus ook zijn
optimale presentatievorm. Mieke de Jong schreef haar synopsis
voor de speelfilm Knetter geheel vanuit het perspectief van het
hoofdpersonage Bonnie, een meisje met een manisch-depres-
sieve moeder.
5.4 serIebIjbelStel dat je een idee voor een televisieserie hebt. Hoe presenteer
je dat? Een kort antwoord: zet alles op papier wat je nodig denkt
te hebben om de lezer te overtuigen waarom deze serie zo bril-
jant is, of juist nú gemaakt moet worden; een seriebijbel.
Wat is een seriebi jbel?
Allereerst een titelpagina met eventueel een logline. Vervolgens
een ‘verkoop’ pagina waarmee je de lezer overtuigt van het
bestaansrecht van jouw idee. Dan volgt meestal een uitgebreide-
re beschrijving van het concept van de serie met het thema, de
Beschrijf alles in het hier en nu en in de tegenwoordige tijd.
Gebruik actieve werkwoorden, vermijd passieve woorden zoals
beseffen. Schrijf visueel, gebruik beeldende taal. Denk aan
de vijf w’s: wie, wat, waar, wanneer en waarom? De lezer moet
de film voor zijn geestesoog zien afspelen. Schrijf consistent
van toon, compact, concreet en specifiek. Schrijf niet te wollig,
gebruik geen vergelijkingen. Maak het verhaal invoelbaar en
begrijpelijk. Het doel is emoties opwekken bij de lezer.
Voor een synopsis is de belangrijkste vraag: waar gaat het over?
Begin met de kern van je verhaal en bouw dit vervolgens uit, zie
ook paragraaf 3.5. Beschrijf hoe je het verhaal vertelt. Geef de
richting aan naar het onvermijdelijke eind. Denk aan oorzaak en
gevolg. Structureer helder, denk aan de drie akten, de reis van
de held et cetera. Belangrijk is het beschrijven van de hoofdcli-
max. Wat is het grootste gevecht of dilemma? Tussen welke twee
even onacceptabele en pijnlijke alternatieven moet je hoofdper-
sonage kiezen? Wat zijn de twee grootste krachten die tegenover
elkaar staan en wie of wat wint? Wat is de belangrijkste vraag die
het publiek bezighoudt?
Wie bevolken je plot? Wat is hun ‘wil’ en ‘nodig hebben’, hun
diepere wil. Wat is hun temperament, wat zijn de te overwinnen
obstakels, en gekoppeld daaraan de ontwikkeling en verdieping
van hun karakter? Denk na over specifieke details. Zorg voor een
intrigerende en originele hoofdpersoon. Waar bevindt je held
zich aan het begin? Waar belandt hij of zij op het eind? Schets
in het kort de ontwikkeling van het personage. In een synopsis
hoef je niet alle personages te noemen. Gebruik ook niet teveel
namen, dat maakt het lezen lastig. Je kunt het ondervangen door:
het ex-vriendje van, of de moeder van et cetera.
Waar en wanneer speelt het zich af? Zoek het dramatisch potenti-
eel van je arena op. Wat is het medium, speelfilm, korte film, ani-
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
128 129
Probeer in een paar zinnen te vertellen wat de kern van je idee
is. Over wat en wie gaat het? Wat voor verhalen wil je vertellen?
Vermeld de tijd waarin het zich afspeelt, zeker als het niet het
heden is. Waarom wil de televisiekijker op zijn vrije avond naar
jouw bedenksel kijken? Waarom blijven ze kijken? Waarom
ben jij er zo enthousiast over? Probeer dat op de lezer over te
brengen. Wat is er origineel aan? Wat is zo spannend, grappig
of tragisch? Het lastigste van schrijven is vaak: er achter komen
wát je wilt schrijven. Waar gaat het nou eigenlijk over? Bedenk
dat het makkelijker is om over een serie briljant te schrijven,
dan de serie ook daadwerkelijk briljant te schrijven.
Je idee moet van de pagina knallen. Als je alleen maar een
geniaal idee hebt, beperk je dan daartoe. Aan slecht uitwerken
heb je niets. Beschrijf je idee dan bijvoorbeeld in een pagina
of twee, de lezer zal je dankbaar zijn. Vaak moeten er ook eerst
een hoop vragen worden beantwoord, voordat je een serie
verder kan uitwerken. Wat is het budget? Hoeveel sets heb je?
Hoeveel buitenopnamen? Stuur geen materiaal op waar slecht
over is nagedacht.
Als je je serie-idee genoeg hebt uitgewerkt om er tien tot
vijftien pagina’s mee te vullen: doen. Maar dan moet het wel
allemaal goed zijn. En soms kan het tot in detail uitwerken
lezers ook afschrikken. Vaak willen producenten en omroepen
over je serie meedenken en meepraten. Bedenk goed dat
televisiemaken samenwerken is. Dus is het ook prima dat je
nog niet alles tot in detail hebt uitgewerkt. Zelfs al zou je precies
dezelfde ideeën hebben als een omroep of producent, dan nog
kan het ze afschrikken, omdat ze de besluiten niet samen met
jou hebben genomen. Geef dus een proeve van dialoog, geen
hele aflevering. Het moet voor de lezer naar meer blijven
smaken. Bovendien wil je voor het verder uitwerken betaald
worden.
toon, de stijl, het genre, de arena, de serielengte, de doelgroep
et cetera. Een beschrijving van de hoofd- en bijpersonages, hun
onderlinge verhoudingen en hun backstories, voorbeelden van
afleveringen en soms een proeve van dialoog.
Een seriebijbel bestaat globaal uit twee tot vijftien pagina’s. Maak
goed gebruik van tekstopmaak. Houd flinke marges aan, mini-
maal 2,5 cm en kies een proportioneel 12-punts font, geen Cou-
rier dus. Maak gebruik van tussenkopjes en witregels. Maak je
alinea’s niet te lang, het liefst vijf tot acht regels, met een witregel
ertussen. Zo kan de snellezer beter uit de voeten met je tekst. Je
kunt het document opfleuren met een afbeelding of een plaatje.
Je kunt ook heel licht iets afdrukken over je A4tjes.
‘Verkoop-pagina’
Realiseer je dat seriebijbels vaak snel en slecht gelezen wor-
den door drukbezette mensen. Ga ervan uit dat lezers in eerste
instantie alleen de eerste bladzijde van je seriebijbel lezen.
Schrijf dus de eerste bladzijde zo dat de lezer de serie voor zich
ziet en verder wil lezen. Begin bijvoorbeeld met een beeld, een
motto of de premisse. ‘In het gevecht om de gunst van de kijker
worden tv-makers voortdurend zódanig met de grenzen van hun
moraal geconfronteerd, dat zij die ook in hun privéleven maar
moeilijk weten te handhaven.’ (het GlAzen huis).
Wat is je motivatie om dit te schrijven? Wat is het beoogde effect?
Welke emoties en inzichten wil je overbrengen bij je publiek?
Waarom moet jij dit schrijven, waar zit de authenticiteit, waar zit
jouw kracht? En waarom is televisie het beste medium voor dit
verhaal? Is het een origineel werk of niet? Heb je inspiratiebron-
nen? In welke traditie wil je passen? Soms is het handig een
bestaande serie te noemen, maar dit kan ook tegen je werken.
‘Nee, niet weer een zoveelste ... kloon.’ Waar zit de relativering,
de nuance of juist het noodzakelijke pamflet?
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
130 131
ogen van Aliens. Een duidelijk basisconflict helpt ook. Neem de
vlAAmse pot: het restaurant moet draaiende gehouden worden.
Originaliteit kan op meerdere manieren tot uitdrukking komen.
Wil je de kijker escapisme bieden of juist met de neus op de
feiten drukken? Heb je een actuele, originele, ontwrichtende
visie op een eeuwenoud universeel thema? Originaliteit zit ook
in de manier waarop jij een verhaal vertelt; de structuur. Is het
chronologisch? Je kunt een jaar in dertien afleveringen vatten,
of 24 uur in 24 afleveringen. Wat is het tijdsbestek? Beslaat een
aflevering een dag? Hoe is een aflevering opgebouwd? Is er een
A-, B- en C-lijn? Bij All StArs was het stramien: perikelen rond
de hoofdpersonen én rond een wedstrijd. Originaliteit kan ook in
een nieuwe visuele stijl zitten, denk aan miAmi Vice.
Thema
Wat beweer je met deze serie? Over welk onderwerp gaat het en
wat is jouw opvatting daarover? Het thema is het kompas dat je
serie stuurt. Het hoeft geen groot of abstract thema te zijn zoals
‘de ledigheid van het bestaan’. Liever iets fundamenteels of uni-
verseels, iets wat iedereen kent of aanspreekt. Het klassenonder-
scheid (roseAnne), of de competitiedrang tussen mannen (home
Improvement), of de corrumperende invloed van geld (dAllAs), of
de gruwel van een oorlog (mAsh), of één persoon die het verschil
kan maken (vicAr of dibley).
Een te nauw thema kiezen en (te) uitputtend behandelen, is even
gevaarlijk als helemaal geen focus hebben. Je hebt een hoofd-
thema nodig en verschillende subthema’s. Het gaat bijvoorbeeld
niet alleen over tijdreizen, maar ook over overspel.
Toon
Wat is de toon? Neem het concept van een medische unit in oor-
logstijd, voeg daar een ironische toon aan toe en je hebt mAsh.
Meedenken over je serie is prima. Bedenk echter dat het haast
onmogelijk is om goed te schrijven voor een serie waar je weinig
of niets mee hebt. Wees dus niet bang om stelling te nemen.
Inspiratie komt vaak voort uit fascinatie, een onderzoeksvraag.
‘Hoe ontsnap je uit een zwaarbewaakte gevangenis?’ Pas dus
goed op dat ze niet zodanig met je idee aan de haal gaan dat jij
je fascinatie kwijtraakt. Wat is de kern? Wat is voor jou de essen-
tie waar je niet aan wil tornen? Heb je daar goed over nagedacht,
dan kun je ook met goede tegenargumenten komen.
Het kan soms verstandig zijn om aan te geven hoe de serie pro-
ductioneel ingevuld moet worden. Bijvoorbeeld low budget, met
een kleine crew en DV-camera. Zeg ook iets over het beoogde
publiek en de uitzendtijd. Is het geschikt, relevant en onderhou-
dend voor de doelgroep? Schrijf bij voorkeur een format op het
lijf van een bepaalde omroep, zender of producent.
Concept
Het concept is de basis van een serie. Als het om een oneindige
reeks gaat moet je bedenken: is het concept onbeperkt houdbaar?
Een schrijfster van moordmysteries gebruikt haar vaardigheden
om moorden op te lossen. Een wetenschapper is blootgesteld aan
straling en elke keer als hij boos wordt, verandert hij in een groen
monster. Een alleenstaande vader met dochter neemt een baan
als inwonend huisbediende bij een werkende moeder met zoon.
Het concept van All StArs: in de kleedkamer zijn het jongetjes van
tien, maar daarbuiten leiden ze een heel ander leven.
Concepten kunnen overal vandaan komen. Iedere vernieuwende
successerie verlegt grenzen. Je hoeft niet per se met een origi-
nele arena te komen. Belangrijker is een nieuw perspectief op iets
vertrouwds, een nieuwe invalshoek. Dit kan bijvoorbeeld door een
origineel gezichts- of uitgangspunt, een nieuwe toon of een verras-
send perspectief. Alles door de ogen van een kind of alles door de
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
132 133
denken, handelen, voelen en emoties tonen. Hoe meer con-
trast, hoe meer conflict. Hoe groter de verschillen, hoe meer de
personages bij elkaar los kunnen maken. Door een personage
te confronteren met iemand die iets heeft wat hij of zij zelf mist,
wordt dit extra benadrukt. Zo kun je een karakter verdiepen.
Bij langlopende series gaat het er vooral om personagerelaties
met voldoende dynamiek te creëren.
Contrast kan ook op kleinere schaal worden toegepast. Mensen
hebben verschillen in smaak, zienswijze of opvatting. Ze vinden
je kapsel of spijkerbroek niet mooi, ze houden wel of niet van
sport, kunst et cetera. Over smaak valt wel degelijk te twisten.
Dat kan ook heel terloops. De manier waarop een personage
naar een ander kijkt, als die iets ‘verkeerds’ zegt of doet. De
één houdt van gezond, vegetarisch en biologisch, de ander
van vlees, vettigheid en fast food. Dit contrast kun je gebruiken
tijdens het eten, of als het besteld of bezorgd wordt. Dit geeft
je serie en je scènes meer gelaagdheid en conflict. Het maakt
een scène rijker en de kijker leert zo de personages beter
kennen.
Onui tgesproken seksuele spanningen
Een van de allersterkste ingrediënten bij onderlinge relaties is
de (onuitgesproken) seksuele spanningen of seksuele spannin-
gen die niet worden ingelost. Een voorbeeld is de serie moon-
liGhtinG waarin topmodel Maddie Hayes eigenaar is van een
detectivebureau en de baas is van detective David Addison.
Tijdens de zaken wordt het duidelijk dat de twee speurneuzen
totaal van elkaar verschillen in levensstijl, gevoel voor humor,
de manier waarop ze het detectivebureau willen runnen et
cetera. Ze kibbelen de hele tijd, misschien lijken ze daarom wel
het perfecte stel. De serie dreef niet zozeer op de zaken, maar
vooral op de vraag: worden ze geliefden? Bij de comedy cheers
waren het Sam en Diane die om elkaar heen bleven cirkelen.
Leg melodrama over het verhaal van een gewetenloze Texaanse
oliefamilie: dAllAs. Mix sociale satire met de avonturen van een
disfunctionele cartoonfamilie en je hebt the simpsons. De toon
beïnvloedt elke creatieve beslissing. Het is de ‘kleur’ die je over
je serie legt om je kijk op je personages, hun levens en hun ver-
halen te definiëren. Bij wAltz is de toon vooral fysiek; bij circus-
mensen is hun lichaam vaak het instrument.
Conf l ic t
Hoe creëer je een langlopende serie, een serie die tien jaar kan
lopen? Langlopende televisieseries gaan uiteindelijk vooral over
karakters en hun onderlinge relaties. De onderlinge relaties zijn,
net als de karakters, in het algemeen erg stabiel. Conflict is de
basis, de motor van het drama. Als je arena en karakters geen
grote hoeveelheden conflict of verhalen kunnen genereren, dan
moet je iets anders verzinnen. Conflict is er op verschillende
niveaus:
• Conflict kun je van buiten halen, buiten de vaste karakters om,
denk aan rechtszaken, moordzaken, medische zaken et cetera.
• Conflict kun je ook van binnen halen, de onderlinge conflicten
tussen de vaste karakters.
• En elk karakter heeft zelf interne conflicten, bijvoorbeeld angs-
ten en dilemma’s die overwonnen moeten worden.
Contrast
Het soort conflict verschilt per genre en het concept van een
serie. Meestal zorgen de externe conflicten in een serie voor de
actie, de onderlinge en interne conflicten voor de intriges. Bij
ScriptStudio (Endemol) maken ze gebruik van de methode van
Laurie Hutzler, zie www.emotionaltoolbox.com. Natuurlijk moet
er voldoende conflict in je verhalen zitten, maar als je over je
ensemble van personages begint na te denken, zoek dan vooral
naar onderlinge contrasten. Contrast in normen en waarden,
geloof, politiek, levensfilosofie en ambities. Contrast in hoe ze
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
134 135
De beide karakters zijn bijna volstrekt complementair. Ze komen
dan ook vaak tegenover elkaar te staan. Sean wil bijvoorbeeld
Pro Deo werk doen, Christian niet. Maar ze moeten samen ook
een eenheid vormen, want in hun kliniek kunnen ze niet zonder
elkaar. Operaties moeten vaak letterlijk samen worden uitge-
voerd. Maar hun relatie is nog complexer. Sean, Christian en
Julia zijn oude studievrienden. Julia heeft haar medische carrière
vanwege de kinderen opgegeven, vandaar haar rancune ten
opzichte van Sean. Julia kan haar hart uitstorten bij Christian, die
echter heimelijk verliefd op haar is. Dit geeft ook zijn dwangma-
tig versieren een diepere laag. Seans rebellerende zoon Matt wil
niets van zijn vader aannemen, maar loopt weg met Christian et
cetera.
Een veel gebruikte manier om over je personage-ensemble na te
denken is je cast, ook al is het van een politiebureau of een zie-
kenhuis, in te delen als een substituut familie. Wat een serie helpt,
is als de karakters op een specifieke manier tot elkaar staan
en contrasteren. Dus: wat is de relatie van een karakter met de
andere karakters? Bedenk of het bondgenoten of vijanden zijn,
of iets ertussenin. Bovendien kan een relatie op meer niveaus
werken. Dit geeft de karakters gelaagdheid, maakt ze driedimen-
sionaal. Ook kunnen in een relatie op een ander niveau de rollen
zelfs omgekeerd zijn. Bijvoorbeeld: twee mannen runnen samen
een bedrijf, zijn partners, maar worden rivalen in de liefde omdat
ze verliefd worden op dezelfde vrouw.
In drama werken driehoeksrelaties altijd goed. Bij All in the
fAmily staan vader Archie en schoonzoon Michael tegenover
elkaar, zodat dochter Gloria regelmatig gedwongen wordt te kie-
zen tussen haar vriend en haar vader. In house m.d. zijn House
en Wilson rivalen in hun liefde voor dokter Lisa Cuddy. Christian,
Sean en Julia vormen in nip/tucK een driehoek, net als Chris-
tian, Sean en Matt. Soms lijken de onderlinge relaties allemaal
Toen Sam en Diane eindelijk wat met elkaar kregen, zakte de
serie in en werd het paar onmiddellijk weer uit elkaar gehaald.
Personage-ensemble
Bij de meeste series staan één of twee hoofdpersonages centraal.
Dit geeft de serie een duidelijke focus. Bedenk dus goed wat de
kern van je serie is. Een serie kan natuurlijk ook over een ensem-
ble gaan waarin de personages stuk voor stuk even belangrijk
zijn, zoals in friends. Maar meestal bestaat zo’n ensemble toch
uit hoofd- en bijpersonages, zoals lost, waar Dokter Jack meer
screentijd heeft dan anderen. Probeer ook bij een ensemblecast
het aantal vaste personages te beperken tot een aanvaardbare
hoeveelheid.
Als je serie één duidelijke hoofdpersoon heeft, zoals bij shArK
of house m.d., dan bepaalt die de rest van de cast. De andere
karakters zijn er vooral vanwege hun relatie met de hoofdpersoon
en elke relatie toont één specifieke kant van de complexe natuur
van de hoofdpersoon, zoals dochter Julie van hoofdpersoon
Sebastian Stark in shArK. Dokter James Wilson in house m.d. is
een vriendelijke man die aardig is tegen zijn patiënten, waardoor
de onhebbelijkheden van House nog veel meer geaccentueerd
worden. Maar dit is niet zijn enige functie, House en Wilson zijn
bovendien rivalen in de liefde.
Als je serie twee hoofdkarakters heeft, leveren contrastrijke
karakters veel conflictstof op, nip/tucK is hier een goed voor-
beeld van. De serie gaat over twee plastisch chirurgen die
samen een kliniek runnen. De ene chirurg, Sean McNamara, is
een brave huisvader zonder ruggengraat, die vooral hard werkt
om zijn disfunctionele gezin te ontlopen. Zijn gezin bestaat uit zijn
rancuneuze vrouw Julia, zijn rebelerende zoon Matt en jongste
dochter Annie. De andere chirurg, Christian Troy, is een materia-
listische, hedonistische macho en een groot vrouwenverslinder.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
136 137
5.5 personagesHet belangrijkste ingrediënt van drama zijn je personages. Films
gaan meestal over mensen die veranderen. Langlopende tele-
visieseries, vooral comedyseries, gaan over het algemeen over
mensen die niet veranderen. Tv-personages mogen wel ontdek-
kingen doen. Ze mogen een les leren, maar die zijn ze vaak aan
het begin van de volgende aflevering op mysterieuze wijze weer
vergeten.
karakters zijn complex en oneindig divers. Hier zit ook de echte
originaliteit. karakters worden rijker door complexiteit. Mensen
zijn complex en zelfs paradoxaal. Ze zijn goed, ze zijn slecht, ze
zijn zwak, ze zijn sterk, ze zijn slim en ze zijn dom. Imperfectie
maakt een personage menselijk. En een belangrijke pijler van
een personage is het verschil tussen iemands zelfbeeld en het
beeld dat de omgeving, of de kijker, van hem heeft. Dat kan ook
een belangrijke bron van comedy zijn.
Vaak definiëren we onze personages door middel van hun
beroep. Dat doen we in het dagelijkse leven ook. “Hoe heet
je?” en “wat doe je?” zijn vaak de eerst gestelde vragen. Maar
mensen en dus ook personages zijn meer dan dat. Ze komen pas
echt tot leven als ze ook wat eigenaardigheden hebben. Neem
een detective, maak er een onhandig knoeiende, mompelende
en snel afgeleide man van in een gekreukte regenjas en je hebt
Columbo.
De grootste uitdaging is om je fictieve personages even goed
te leren kennen als de mensen in je dagelijks leven. Dat is het
moment waarop personages tegen je gaan praten, dan komen
ze zelf met ideeën. Dat maakt je werk makkelijker, maar soms
ook moeilijker, omdat ze dan niet meer doen wat je dacht dat ze
zouden moeten doen. Dat is het moment dat personages echt tot
leven komen.
erg geconstrueerd, en dat zijn ze natuurlijk ook. Maar als je ze
goed introduceert en vertelt, accepteert de kijker dat graag. Het
levert namelijk heel veel stof op voor conflict. De oorspronkelijke
constructie verdwijnt als het goed is gedurende de serie steeds
meer naar de achtergrond.
Af leveringen
In essentie moet een succesvolle langlopende televisieserie con-
sistent zijn. Het publiek schakelt elke week weer in om ‘hetzelfde’
te zien. kijkers willen fascinerende en meeslepende verhalen
zien, in een arena en/of met personages waar ze een band mee
hebben opgebouwd. Denk aan het succes van bAAntjer. In nypd
blue onderzoeken detective Andy Sipowicz en zijn partner een
gruwelijke misdaad, vinden ze een verdachte en persen ze er
vervolgens een bekentenis uit. In the X-files onderzoeken twee
FBI agenten een mysterieus paranormaal fenomeen waarvoor
een wetenschappelijke verklaring blijkt te zijn.
Begin met een verhaal, een halve pagina, om zo te illustreren wat
voor soort verhalen je wilt vertellen. Dit kan bijvoorbeeld het ver-
haal van de eerste aflevering zijn, als die niet teveel afwijkt van
de latere. Zo zet je gelijk de personages, het thema en de toon
neer. Vervolgens vertel je in het kort in welke situaties de perso-
nages worden geplaatst, wat de basisstructuur van die situaties
is, wat het effect van die situaties op de personages is en wat
voor effect de personages op de situaties hebben.
Vervolgens schets je in synopsissen van een halve pagina (alle)
afleveringen voor het eerste seizoen. Daarnaast kun je ook
‘springplanken’ voor verhalen opschrijven. Dat zijn ideeën voor
verhalen in één tot drie zinnen. Zo laat je zien dat een serie meer
seizoenen mee kan. Beschrijf eventueel ook welke groei de serie
en de personages doormaken, en wat voor gevolgen dat voor
hen heeft.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
Iswelkeheeftwathoewaarwelkspreektwaaromvindtwievoelde
rationaliseerthoudtzietgazalontstijgtbetrektrichtblijftgedraagt
verschuiftgedragendraaitwordenzorgtkanloopthebzijnkunnen
komtneemtspeeltwektomvatzitvoertgebruiktdagdroomtwordt
beseftvreestlijktvoldoetbereiktsteektsluitvloeitstaanhandelen
komenhebbenpassenkrijgtgaatkijktstartgeeftonderschatweet
zoupastbevatverlopenleestvertelvoegtstuwtspreken? beschrijf
140 141
voor een belangrijk deel gevormd? En welke invloed heeft dat
op het huidige gedrag?
• Beschrijf de huidige relatie van het personage met zijn/haar
ouders, kinderen en andere belangrijke personen.
• Beschrijf het huiselijk-, liefdes- en seksleven van het perso-
nage.
• Heeft het personage kinderen? Zo ja, beschrijf zijn/haar relatie
met hen. Zo niet, beschrijf zijn/haar houding ten opzichte van
kinderen.
• Beschrijf de moraal van het personage, zijn/haar normen en
waarden.
• Wat is het beroep van het personage?
• Beschrijf de relatie van het personage met zijn/haar baas en col-
lega’s.
• Wat vindt het personage van zijn/haar huidige werk?
• Hoe ziet de vrijetijdsbesteding van het personage eruit? Hobby’s,
interesses, cultuur, sport en uitgaan.
• Beschrijf zijn/haar filosofie en houding ten opzichte van het leven.
• Beschrijf zijn/haar politieke overtuiging.
• Hoe zit het met zijn/haar zelfvertrouwen, omgang met tegensla-
gen, complexen, zoals obsessies, remmingen en neuroses, bijge-
loof, vaardigheden, talenten, kwaliteiten, zoals fantasie, beoorde-
lingsvermogen en gevoel voor humor.
• Wat zijn de belangrijkste karaktertrekken van het personage?
Vaak worden de volgende factoren onderscheiden: deugdzaam-
heid, competentie, extraversie, mildheid, ordelijkheid, neuroti-
cisme, hedonisme en volgzaamheid.
• Wat is de beste en slechtste eigenschap van het personage?
• Wat is de beste en slechtste eigenschap volgens het personage
zelf?
• Wat is de meest verrassende eigenschap van het personage?
• Je kunt ook persoonlijkheidstypen gebruiken zoals het enne-
agram of de Myers-Briggs type indicators; er zijn op internet veel
sites over persoonlijkheidstypen.
Vragenl i js t
Om je personages (m/v) te construeren, kun je een complete
biografie schrijven, maar dat kost veel tijd. Je kunt ook een
karakterdossier aanleggen. Een karakterdossier schrijf je voor
jezelf om je personage beter te leren kennen, het merendeel zul
je waarschijnlijk niet in het scenario terugzien. Hoe zo’n karak-
terdossier eruitziet bepaal je zelf, je hoeft ook niet alle vragen te
beantwoorden; het is vooral een inspiratiebron.
Personages zijn geen karakterdossier. Ze doen soms ook onver-
wachte dingen en die zijn meestal het interessantst. Soms volgen
die uit het karakterdossier, maar soms weet je het niet en weet
het personage het zelf ook niet. Dan is de regel: als het voor jou
‘goed’ voelt, als je personage er rijker en niet ongeloofwaardi-
ger door wordt, is het goed. Over het algemeen is het een goed
teken als je personages je verrassen, zo leer je ze beter kennen.
Vragenlijstjes zijn nooit volledig en soms werkt het beter ze juist
niet te gebruiken. Je mag ook alles vergeten of veranderen wan-
neer de verdere ontwikkeling van het scenario daarom vraagt
(met dank aan Dick Ross en Lajos Egri).
• Naam; geslacht; leeftijd; nationaliteit; uiterlijke kenmerken; kle-
ding.
• Lichamelijke verzorging; eet- en drinkgewoontes; manieren.
• Is het personage tevreden met hoe hij of zij eruitziet?
• Beschrijf de jeugd van het personage: en de relatie die het
vroeger had met ouders, broers en zussen en andere belangrijke
personen.
• Activiteiten als kind: hobby’s en interesses.
• Sociale klasse; geloof; opgegroeid in stad, dorp of op platteland.
• Opleiding na middelbare school, baantjes en eventueel militaire
dienst.
• Welke gebeurtenissen hebben het karakter van het personage
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
142 143
Om het personage nog beter te leren kennen:
• Wat vindt het personage van zijn/haar vader? Wat heeft het lief en
wat haat het aan hem? Hoe is hij/zij beïnvloed door hem? Idem
voor moeder, broers en zussen?
• Hoe was de opvoeding? Streng of vrij? Beschermd of niet?
Voelde het personage zich geliefd of afgewezen?
• Wat was de economische situatie van zijn/haar familie? Waren
er problemen, zoals ziektes, scheiding, alcoholisme, huiselijk
geweld et cetera.
• Hoe religieus waren ze thuis? Wat vindt het personage zelf van
religie?
• Welke opleiding volgde het personage? Afgestudeerd of
gesjeesd? Wat vond het van school en vervolgopleidingen, lera-
ren, klasgenoten? Was hij/zij betrokken en geïnteresseerd? Was
hij/zij populair of werd hij/zij gepest?
• Vindt het personage zichzelf geslaagd in het leven?
• Breng de vrienden en vriendinnen in beeld. Waarom zijn ze
bevriend?
• Wie is zijn/haar geliefde? Waarom hebben ze wat met elkaar
gekregen? Hoe hebben ze wat met elkaar gekregen? Wat is
zijn/haar ideale type? Wat verlangt het personage van zijn/haar
partner? Hoe behandelt het personage zijn/haar partner? Hoe
denkt het personage over en wat vindt hij/zij van seks?
• Hoe ziet het huis van het personage er uit? Wat is zijn/haar smaak?
• Wat voor rol speelt het personage thuis? Welke rol zou hij/zij thuis
willen spelen?
• Welke sociale en politieke gebeurtenis hebben de meeste
indruk op het personage gemaakt?
• Wat voor sociale-, culturele- en groepsevenementen bezoekt
het personage? Welke rol zou hij/zij graag spelen? Wat voor rol
speelt hij/zij daar werkelijk?
• Wie zijn de helden van het personage? Waarom?
• Wie en wat voor soort mensen haat het personage? Waarom?
• Heeft het personage last van eigendunk? Is hij/zij wraakzuchtig?
• Waar is het personage trots op? Beschrijf zijn/haar ambities en
successen.
• Waar schaamt het personage zich voor? Beschrijf zijn/haar groot-
ste teleurstellingen en frustraties.
• Beschrijf de gezondheid van het personage. Ziekten, handicaps,
verslavingen et cetera.
• Hoe intelligent is het personage?
• Beschrijf de relatie van het personage met de andere personages
in het verhaal. Wat vinden ze van elkaar? Waar zitten de onder-
linge conflicten?
De antwoorden op de voorgaande vragen geven je een beeld
van het personage en hoe hij of zij functioneert in het leven. De
volgende vragen geven je een beeld hoe het personage (m/v) in
het verhaal functioneert:
• Wat is het doel van het personage? Waarom wil het dat doel
bereiken?
• Wat is de wil van het personage? Zijn/haar werkelijke behoefte,
diepere, vaak verborgen, wens?
• Wie of wat staat in de weg om dat doel te bereiken? Waarom?
• Wat zijn goede en slechte eigenschappen van het personage,
benoem deugden en gebreken. Voor een comedy: schets in
welke opzichten het personage is uitvergroot en hoe dat geloof-
waardig blijft.
• Welke deugd helpt het personage zijn/haar doel te bereiken?
Welk gebrek houdt hem/haar tegen? Wat is zijn/haar achilleshiel?
Wat is zijn/haar geheim?
Om dialoog van het personage te schrijven:
• Hoe welbespraakt is het personage?
• Spreekt het personage met een accent of in dialect? Zo ja,
beschrijf het.
• Spreekt het personage straattaal, Bargoens of de taal van een spe-
cifieke sociale klasse? Gebruikt het jargon? Zo ja, beschrijf het.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
144 145
versierder, wijsneus of domme collega. Beschrijf de belangrijkste
aspecten van het personage. Beschrijf de relatie van het perso-
nage met de andere personages. Schets de botsingen tussen
de verschillende personages en hun onderlinge conflicten. Voor
een serie: hoe zijn of worden de conflicten gerelateerd aan de
verhalen, zowel in individuele episodes als op de lange termijn.
Beschrijf eventueel welke groei de serie en het personage door-
maken, en wat dat voor gevolgen heeft.
5.6 afleVerIngenEen idee voor een aflevering moet voldoen aan de verwachtin-
gen van een serie. Een aflevering bestaat vaak uit de volgende
basiselementen: een (hoofd)personage heeft een doel, een
probleem of hij krijgt een kans. Het personage treedt obstakels
en/of een antagonist tegemoet. Als het personage slaagt, wint hij
en/of de wereld iets wat hij daarvoor nog niet had: de inzet. En/of
als het personage faalt is hij en/of de wereld slechter af dan wan-
neer hij het niet geprobeerd zou hebben: het gevaar. In tv-series
komt ‘het gevaar’ vaker voor dan ‘de inzet’. Dat komt omdat de
wereld in een tv-serie niet echt veranderd. Het is makkelijker om
iets op het spel te zetten dat een personage al heeft. Dan kan het
personage winnen, er in slagen om het te behouden, zonder dat
de opzet van een serie veranderd hoeft te worden.
Als het goed is, bij verhalen die van buiten komen zoals in een
politie-, advocaten- of ziekenhuisserie, resoneert er iets uit de
zaak bij één van de hoofdpersonages. Hij of zij heeft dan ook
een emotionele binding met de zaak. Een goed verhaal stelt een
personage ook op de proef. Alle personages hebben goede en
slechte eigenschappen, hun deugden en gebreken. Een afleve-
ring focust zich vaak op één van die sterke of zwakke punten van
hun karakter. Het dwingt een personage om een gebrek onder
ogen te zien, of het verandert juist één van zijn deugden in een
Rationaliseert het zijn/haar fouten? Hoe accepteert het zijn/haar
fouten en tekortkomingen? Houdt hij/zij ervan te lijden? Ziet hij/zij
graag anderen lijden?
• Heeft het personage veel fantasie? Dagdroomt hij/zij vaak? Is
hij/zij vaak ongerust? Leeft hij/zij in het hier en nu of in fantasie of
herinneringen?
• Hoe reageert het personage op nieuwe dingen? Waar maakt
hij/zij graag grappen over? Heeft het zelfspot? Is het zich bewust
van zijn/haar talenten, tekortkomingen of rare gewoontes?
• Hoe reageert het personage op stressvolle situaties? Defensief of
agressief?
• Wat is de grootste wens van het personage? Hoe jaagt hij/zij die
na? Wat is hij/zij bereid daarvoor op te offeren?
• Wat is de grootste angst van het personage?
• Is het personage bereisd? Waar is hij/zij geweest? Waarom? Wat
vond hij/zij in het buitenland en wat herinnert hij/zij zich?
• Beschrijf het fysiek, gebaren, loop, stem, gezichtsuitdrukkingen,
tics et cetera.
• Wat voor emoties roept het personage bij jou op? Waarom wil je
over hem/haar schrijven? Waarom zouden mensen enthousiast
over of geïntrigeerd door hem/haar moeten zijn?
Personagebeschri jv ing
Probeer voor een synopsis of seriebijbel je beschrijving zo kort
mogelijk te houden, maar wel zo specifiek mogelijk. Concen-
treer je op zijn of haar belangrijkste eigenschappen. Wat is de
meest uitgesproken eigenschap van het personage? Gebruik
geen ellenlange opsommingen van bijvoeglijke naamwoorden of
bijwoorden. Beperk je tot een enkel goedgekozen woord. Wees
niet bang om je personages een beetje zwart-wit neer te zetten.
De nuancering komt later.
Begin met de essentie van het personage in één korte zin of
omschrijving. Bijvoorbeeld: rots in de branding, dwangmatig
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
146 147
10 Deepshit point! Het personage faalt volledig en dit leidt tot grote
verslagenheid. Pas nú dringt het echte besef van zijn of haar
eigen falen door. Het stelt het innerlijke conflict van het perso-
nage aan de orde, het gevolg van één van zijn of haar gebreken
of deugden.
11 Ontknoping & verwerking. De oplossing van de plot en de
gevoelens van de personages hierbij.
Hieronder volgen twee voorbeelden, de eerste van een comedy-
serie van circa vijfentwintig minuten, de tweede van een politie-
serie van circa vijftig minuten.
Voorbeeld 1: The Good Son, Aflevering 1 van het eerste seizoen
frAsier.
1 Ontsteking: Martin, Frasier’s vader, kan niet meer voor zichzelf
zorgen.
2 Twijfels: wie neemt hem in huis? Frasiers broer Niles of Frasier
zelf?
3 Geen weg meer terug: Frasier stelt zijn huis beschikbaar.
4 Niet-effectieve strijd: samenwonen met Martin blijkt nog erger
dan voorzien.
5 Een zeker succes: Frasier bijt op zijn tanden en probeert er het
beste van te maken.
6 keerpunt: Niles stelt voor een werkster in dienst te nemen.
7 Tegengestelde strijd: een werkster die Martin bevalt, blijkt niet
makkelijk te vinden.
8 Shit Point!: eindelijk een werkster gevonden, Daphne, maar die
komt ook inwonen.
9 Plan B: Frasier speelt open kaart met Martin.
10 Deepshit point!: grote ruzie tussen Frasier en Martin.
11 Ontknoping & verwerking: Martin belt in tijdens Frasiers radio
show, excuseert zich en ze verzoenen zich.
risicofactor. Sam Malone in cheers is bepaald geen intellectueel
(gebrek). Als Diane hem plaagt dat hij altijd met domme vrouwen
uitgaat, probeert Sam haar ongelijk te bewijzen door eens met
een slimme meid uit te gaan. Jed Bartlet, de president in west
winG, is een moraalridder (deugd). Als men er achter komt dat
een minister van het land Qumar een terroristische aanslag op
de VS voorbereidt, moet Bartlet een geheime operatie goedkeu-
ren om de minister te kunnen vermoorden.
De plot
Guy Meredith heeft een stappenplan ontwikkeld voor de plots
van comedyseries, maar het is ook voor andere genres toepas-
baar. De eerste akte bestaat uit de stappen 1 tot en met 3, de
tweede akte uit stappen 4 tot en met 8 en de derde akte uit stap-
pen 9 tot en met 11.
1 Ontsteking. Er doet zich een probleem voor.
2 Twijfels. Gaat het personage met het probleem aan de slag of
niet?
3 Geen weg meer terug. Het personage verbindt zich aan het pro-
bleem.
4 Niet-effectieve strijd. Het personage pakt het probleem op de
verkeerde manier aan.
5 Een zeker succes. Het personage boekt een eerste succes.
Afhankelijk van de lengte van een aflevering kunnen de stappen
4 en 5 vaker voorkomen.
6 keerpunt. Alles blijkt anders te zijn. Een gebeurtenis die op
natuurlijke wijze uit het verhaal voortvloeit en het verhaal op zijn
kop zet, meestal het tegengestelde van stap 1 of 3.
7 Tegengestelde strijd. Het personage moet nu eerst een ander
probleem oplossen.
8 Shit point! Het personage faalt en dit veroorzaakt doffe ellende.
9 Plan B. Het personage moet nóg een andere manier vinden om
het probleem op te lossen.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
148 Gajevergenoeg?149
Voorbeeld 2: De vrouw van de politieman
1 Martha’s man, een politieagent, wordt gedood door een bomaan-
slag.
2 Ze wil zo niet verder, haar leven is zinloos geworden.
3 Ze besluit om de aanslag zelf te gaan onderzoeken.
4 Ze strijkt daarbij invloedrijke mensen tegen de haren in.
5 Ze ontdekt bewijzen van corruptie bij de politie.
6 Ze ziet haar man, levend.
7 Ze kan niemand van haar gelijk overtuigen, omdat ze hen tegen
zich in het harnas heeft gejaagd.
8 Er wordt een aanslag op haar gepleegd.
9 Ze probeert de samenzweerders in de val te lokken.
10 Martha wordt zelf in de val gelokt.
11 ?
5.7 VragenlIjst dramaDe volgende vragenlijst kun je na de eerste versie van een script
gebruiken om het te toetsen, als je gebruik maakt van de klassie-
ke dramaturgie (met dank aan Paul Bertram, Michael Ray Brown
en Dick Ross). Lijstjes zijn echter nooit volledig en soms werkt
het beter ze juist niet te gebruiken.
Thema: is het verhaal relevant en actueel?
• Wat is je passie voor jouw verhaal?
• Wat is het thema van je verhaal? Is het de moeite waard?
• Is de plotvraag helder? Zal het de hoofdpersoon lukken om... ?
• Sluit het onderwerp aan op de huidige tijdgeest?
• Heeft je verhaal eigenheid? Ontstijgt het de alledaagsheid?
• Ga je ver genoeg?
• Wat is de belangrijkste emotie die je bij het publiek wilt oproe-
pen?
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
150 151
Begrijpelijkheid: is het verhaal uniek, begrijpelijk en navoel-
baar?
• Is het verhaal al eens eerder verteld? Zo ja, geef je er dan een
unieke draai aan?
• Zal het publiek de taal, symbolen en verwijzingen van het verhaal
begrijpen?
• kan het publiek zich herkennen in de wereld van het verhaal?
• Spreekt het verhaal universele emoties aan?
• Wordt de verteltoon consequent volgehouden?
Doel en intentie: heeft de protagonist een sterke drijfveer en
een duidelijk doel?
• Is het leven van de protagonist aanvankelijk uit balans?
• Heeft de protagonist zich aan het probleem verbonden?
• Wat is de wil – het oppervlakkige, plotmatige streven – en wat is
de werkelijke behoefte – het universele, diepe en vaak niet tast-
bare streven – van de protagonist?
• Heeft de protagonist een sterke drijfveer?
• Wat staat er op het spel? Wat kan de protagonist verliezen?
• Wat kan de protagonist winnen als hij of zij succesvol is?
• Wordt snel genoeg duidelijk dat de protagonist het ‘evenwicht’
wil herstellen?
• Wordt snel genoeg duidelijk wat de protagonist van plan is?
• Is er verschil tussen de wil en de werkelijke behoefte van de
protagonist?
Gevaren en hindernissen: loopt de protagonist een zeer grote
kans dat hij zijn doel niet bereikt?
• Heb je het voor de protagonist wel moeilijk genoeg gemaakt om
zijn doel te bereiken?
• Zijn de hindernissen geloofwaardig en voldoende gevarieerd;
lijken ze niet te bedacht?
• kunnen de hindernissen nog groter worden gemaakt, zonder de
geloofwaardigheid te verliezen?
Inhoud, budget en toon: is het verhaal geschikt voor het geko-
zen medium?
• Is het geschatte budget in overeenstemming met het verwachte
bezoekers- of kijkersaantal en het beschikbare budget?
• Wat is de doelgroep?
• Is er genoeg plot, maar ook weer niet te veel?
• Is het gekozen medium het best voor dit verhaal; is het visueel
genoeg?
• Worden het genre en de toon snel genoeg duidelijk?
Empathie en sympathie: geeft het publiek om de hoofdpersonen?
• Betrekt de hoofdpersoon het publiek emotioneel bij het verhaal;
is zijn wil sterk genoeg?
• kan het publiek zich met de hoofdpersoon identificeren?
• kan het publiek zich inleven in de situatie waarin de hoofdpersoon
verkeert?
• Richt onze sympathie/empathie zich op één hoofdpersoon en niet
op meerdere personages?
• Blijft onze sympathie bij de protagonist; verschuift zij niet naar de
antagonist?
Geloofwaardigheid: draait het verhaal om geloofwaardig men-
selijk handelen?
• Is de premisse intrigerend en geloofwaardig?
• Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig; worden de regels van het
universum snel duidelijk gemaakt?
• Gedragen de personages zich geloofwaardig?
• kan het publiek de gevoelens en emotionele reacties van de
personages zien en begrijpen, ook zonder dialoog, monoloog of
voice-over? Zijn ze logisch?
• Wordt de plot voortgestuwd door het handelen van de personages,
en niet door toeval?
• Zorgt de protagonist voor de ontknoping van het verhaal, zodat
het einde niet wordt bepaald door krachten van buitenaf?
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
152 153
• Is het hoofdplot belangrijker dan alle subplots?
• Zit er genoeg afwisseling in het tempo?
• Elke verhaal belooft een ‘verplichte’ scène. Wordt deze belofte
ingelost?
Spanning: voert de protagonist een ogenschijnlijk hopeloze strijd
tegen de tijd, en/of heeft hij ogenschijnlijk alles al geprobeerd?
• Weet de protagonist wat er gebeurt als hij zijn doel niet bereikt?
• Beseft de protagonist welke gevaren en hindernissen hem te
wachten staan?
• Vreest het publiek de fuik waarin de protagonist zich begeeft; lijkt
de situatie uitzichtloos?
• Heeft de protagonist beperkte tijd of keuzemogelijkheden?
• Wordt de spanning hoog genoeg opgevoerd?
Ontknoping: herstelt het einde het evenwicht; zijn er geen losse
eindjes?
• Is er een duidelijke ontknoping?
• Voldoet de ontknoping aan de verwachtingen die gewekt zijn,
maar is zij toch verrassend?
• Zit de grootste crisis van de protagonist aan het eind en is zij visueel?
• Zit het dramatische hoogtepunt aan het eind?
• Bereikt de protagonist meteen na de climax zijn doel?
• Steekt de protagonist iets op van de ontknoping?
• Sluit de ontknoping aan bij het thema?
• Vloeit het eind logisch voort uit het voorgaande; komt het niet uit
de lucht vallen?
• Is de toon van het slot die van het hele verhaal?
• Worden alle plotlijnen afgerond?
Personages: staan ze in dienst van het verhaal en komt het ver-
haal uit hen voort?
• Handelen de personages op basis van hun karakter en wil?
• Worden relaties op de proef gesteld?
• Zijn de inspanningen die nodig zijn om de hindernis te nemen
minstens net zo groot als de wilskracht van de protagonist?
• Is de tijdsdruk duidelijk en voldoende?
• Zijn er complicaties?
Conflict: heeft de antagonist het op hetzelfde doel/personage/
object voorzien als de protagonist?
• Wat is het centrale conflict? Draait het centrale conflict om een
belangrijk personage of doel?
• komt het centrale conflict voort uit de protagonist?
• Wie of wat houdt de protagonist tegen om zijn of haar doel te
bereiken?
• Zijn er conflicterende belangen in elke scène?
• Is het conflict specifiek en duidelijk gemaakt?
Verwachting en voortgang: blijft er voor het publiek steeds
wat te raden?
• Speelt er altijd een vraag voor het publiek?
• Blijft de centrale vraag van begin tot einde hetzelfde?
• Overlappen de subplots elkaar genoeg om het verhaal gaande
te houden?
• Blijft het ritme van de film onvoorspelbaar?
• Neemt de spanning geleidelijk toe?
• Zijn er onverwachte wendingen?
• Heb je de verrassingen niet van te voren weggegeven?
• Wekt elke scène verwachtingen?
Compositie: is er een eenheid van thema en wordt dat op
diverse manieren belicht?
• Is er sprake van een sterke verhaallijn in plaats van een aaneen-
schakeling van willekeurige gebeurtenissen?
• Omvat je scenario één film of één aflevering, niet twee of meer
afzonderlijke?
• Zijn er genoeg subplots om het thema van alle kanten te belichten?
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
154 155
• Is er een voice-over? Wordt die vroeg genoeg geïntroduceerd? Is
hij noodzakelijk?
Expositie en informatie: geeft het scenario genoeg informatie,
maar niet te veel?
• Heb je het publiek genoeg informatie gegeven om het verhaal te
begrijpen?
• Onderschat je het publiek niet?
• Is alle expositie boeiend en onnadrukkelijk of indirect?
• Is elk stukje informatie nodig voor het verhaal?
• Bij een mysterie, kan de informatie nog beter verborgen worden?
• Weet het publiek meer dan het hoofdpersonage? Dit draagt bij
aan het creëren van spanning.
• Zou het beter werken als het publiek tegelijkertijd met het hoofd-
personage informatie krijgt, of zelfs later?
• Als er cruciale informatie wordt achtergehouden voor een ver-
rassingseffect, komt dat dan niet gekunsteld over?
• Is de beschrijving filmisch; alleen wat je kunt zien en horen?
• Zijn eventueel jargon of specialisme ook voor de leek begrijpe-
lijk gemaakt?
Setting: worden tijd en plaats effectief gebruikt?
• Past de locatie bij dit specifieke verhaal?
• Bevat de arena genoeg couleur locale?
• Worden arena en tijd in het verhaal genoeg uitgebuit?
• Hebben de locaties een specifiek karakter dat de stemming of
de spanning van een scène kan verhogen?
• Is de tijd die het verhaal neemt in overeenstemming met de ont-
wikkelingen die plaatsvinden?
• Verlopen de overgangen in plaats en/of tijd soepel? Zijn ze goed
voorbereid?
• Heb je voldoende research gedaan?
• Heeft een expert het scenario gecontroleerd op anachronismen
en onzorgvuldigheden?
• Zijn de personages origineel en niet stereotiep?
• komen de houding en het karakter van de personages aan bod,
en niet alleen hun oppervlakkige trekjes?
• Wat is de karakterboog van de personages?
• Hebben de hoofdpersonages de mogelijkheid om te ‘groeien’?
• Hebben de personages zowel interne als externe conflicten?
• Is de backstory aanwezig en duidelijk? Wat is zijn of haar ‘emoti-
onele bagage’?
• Passen de personages bij dit specifieke verhaal?
• Is elk personage noodzakelijk voor het verhaal?
• Is het ensemble divers genoeg? Is er genoeg onderling con-
trast?
• Heeft de protagonist een slechte eigenschap die hem/haar in de
weg zit?
• Wordt de interne ontwikkeling van de protagonist gereflecteerd
in het verloop van het verhaal?
• krijgt de protagonist een moment van zelfinzicht waardoor hij/zij
zijn doel kan bereiken? Wordt dit ook voor het publiek duidelijk
voel- en zichtbaar?
Presentatie en perspectief: gaat het scenario over het
belangrijkste?
• Heb je het juiste tijdstip en de juiste plaats gekozen voor het
begin en het eind?
• Heb je voor het juiste perspectief gekozen om dit verhaal te
vertellen?
• kijkt het publiek vanuit het perspectief van het personage waar-
mee het zich het sterkst verbonden voelt?
• Blijft het perspectief consequent?
• Start elke scène zo laat mogelijk, en eindigt zij zo snel mogelijk
na de climax?
• Heeft elke scène een specifieke uitkomst?
• Zijn alle flashbacks, flash-forwards, fantasie- en droomsequenties
duidelijk ingeleid, gemotiveerd en noodzakelijk?
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
156
• Kill Your Darlings(2007),RogierProper.HandboekoverscenarioschrijveneneenprimaoverzichtvandeNederlandsefilm-entelevisiewereld.
• Rijk door 1 zin (2009),PaulRuven&MarianBatavier.Handboekoverrichtlijnenwaareenfilmideevaneenpaarregelsaanmoetvoldoen.
• Schrijven voor film, toneel en televisie(2009),GerBeukenkamp.Hand-boekoverschrijvenvoortoneel,filmentelevisie,metsmakelijkeanekdo-tesuitdepraktijk.
• Deserie‘EErstE hulp bij prijsvragEn’,hierverkortweergegeven,heeftinPlot vanLente2006totenmetLente2008gestaan,ziewww.netwerkscena-rio.nlonderPlot Magazine.
157
Details en beschrijvingen: leest het scenario als een afleve-
ring of film?
• Is elke scène noodzakelijk?
• Vertel je je verhaal met beelden?
• Bevat de beschrijving alle details die nodig zijn om het verhaal te
vertellen?
• Is elk detail zinvol en noodzakelijk?
• Zijn er objecten die symbool staan voor iets of iemand? Is dat
ook duidelijk voor het publiek?
• Geeft het scenario de acteurs de mogelijkheid om te acteren?
• Is elke camera-aanwijzing noodzakelijk?
• Is de gekozen stijl geschikt voor het genre?
• Zijn alle spel-, grammatica-, format- en opmaakfouten eruit?
Dialoog: voegt elke zin iets toe aan het verhaal, en is er subtekst?
• Stuwt elke zin de scène voort, verdiept hij het karakter van een
personage, of veroorzaakt hij een lach?
• Is de dialoog tot een minimum beperkt?
• Is er sprake van subtekst?
• Heeft elk personage een eigen stem?
• Spreken personages dialect, met jargon, of Bargoens om ze te
karakteriseren of extra kleur te geven?
• Is elke regieaanwijzing noodzakelijk?
meer InformatIe• De 36 dramatische situaties (2007),JanVeldman.Handboekmetalle
mogelijkeverhaalideeënopeenrij,metvoorbeeldenuitliteratuur,toneel,filmenstrips.
• Films Maken (2009),RoemerLievaart.Allesoverhetmakenvanspeel-films,documentairesenbedrijfsfilms,vanscenariototmontage.
• Het geheim van Hollywood (2008),PaulRuven&MarianBatavier. Handboekovereenpraktischeformulevoorhetmakenenanalyserenvan
speelfilms.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
SC
HR
IJVE
N?
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
159
Hoegaiktewerk?
Hoe beter de werkomstandigheden, hoe beter je presteert. deadlines haal je vaak makkelijker als je je werkzaamheden goed plant. Heb je een stok achter de deur nodig, dan kan een schrijfpartner of schrijfgroep een oplossing zijn. brainstormen kan tot nieuwe oplossingen leiden en met een groep brainstormen geeft vaak nog betere resul-taten. daar gaat dit hoofdstuk over. ook hier geldt: iedereen is weer anders, dus gebruik alleen tips die bij jou passen. gene fowler: “schrijven is makkelijk. je hoeft alleen maar naar een wit blad papier te staren tot er bloeddruppels op je voor-hoofd komen.”
6
160 161
de achtergrond? kijk ook naar de fysieke omstandigheden. Een
groot bureau, een goede stoel en een ergonomisch verantwoorde
computeropstelling verhogen het werkplezier, zie www.rsi.alge-
meen.nl onder ‘Wat kun je eraan doen’ en www.muisarm.nl onder
‘Ergonomie’. Het zorgt er ook voor dat je minder snel last krijgt
van RSI. En kijk of de ruimte goed is geventileerd.
Plannen
Goed plannen is allereerst tijd maken voor de schrijfarbeid.
Welke (schrijf)taken zijn het dringendst? Welke het belangrijkst?
Zo kun je je taken ordenen, de belangrijkste en dringendste
eerst. Douglas Adams: “I love deadlines. I like the whooshing
sound they make as they fly by.”
Elke poging tot concentratie of ontspanning strandt zolang in je ach-
terhoofd een lijst van taken blijft galmen. Schrijf ze op, maak lijstjes
volgens een systeem dat bij je past; zo word je baas over je agenda
en kun je je concentreren op wat belangrijk is: schrijven. Breng al
je afspraken onder in één systeem zoals een agenda of organizer.
Plan moeilijke taken, of taken waarvoor je veel energie nodig
hebt op tijden dat je je fris voelt. Wissel deze af met momenten
waarop je minder veeleisende taken doet, zoals je mail beant-
woorden. Plan ook tijd om je administratie bij te houden.
Een planningstechniek om je zelfvertrouwen op te krikken heet
‘smartdoelen’. Smart is een acroniem voor specifiek, meetbare,
acceptabele, realistische en tijdsgebonden doelen. Een doel
kan zijn: een aantal uren, een aantal scènes of pagina’s schrijven.
Stel jezelf realistische doelen. Plan dingen concreet en in kleine
stapjes. Als je dat doet, zie je ook resultaat. Probeer je daar ver-
volgens aan te houden en beloon jezelf als je je doelstelling haalt.
Bedenk bij het plannen:
• Is het haalbaar? Bestaat er een goede kans op succes?
• Wat heb je nodig? Moet je eerst research doen? Hoeveel tijd kost
6.1 werkomstandIgHedenOm geconcentreerd te kunnen schrijven, heb je werkritme nodig,
een prettige werkruimte, concentratie en tijd.
Werkri tme & werkr uimte
Schrijven is voor de meesten werken volgens rituelen; gewoon-
tes die je er gaandeweg in slijpt. Probeer een werkritme te
vinden, een dag- en weekindeling. Experimenteer met verschil-
lende ritmes en dagindelingen en kijk wat je het beste past. Een
vuistregel voor zittend werk is: een uur werken en dan vijf minu-
ten pauzeren om even te ontspannen en te bewegen.
Het is soms moeilijk om na een werkdag je schrijfwerk achter je
te laten. Voorkom dat je met een vol hoofd blijft rondlopen door
je werkdag écht af te sluiten. Sluit bij voorkeur af op een punt
waarop je ziet hoe je verder kunt. Bedenk wat je succesvol hebt
afgerond en maak een plan hoe en wanneer je de volgende dag
verder gaat. Schrijf de dingen op die je niet mag vergeten en
ruim eventueel je bureau op.
Zorg voor een goede werkplek, een plek waar je je prettig voelt.
Aan een werktafel thuis of in een aparte werkruimte? In een ruim-
te alleen of met anderen? Onder welke omstandigheden schrijf
je het lekkerst? In een stille of rumoerige omgeving? Muziek op
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
TE
WE
Rk
?
162 163
• Je wordt zo zeer in beslag genomen door je bezigheid dat er
geen ruimte is om aan een eventuele mislukking te denken.
• Je bent te sterk bezig met wat je doet om je druk te maken over
je zelfbeeld, over wie of wat je bent.
• Het besef van tijd raakt in de war, met andere woorden je vergeet
hoe laat het is en uren vliegen als minuten voorbij.
• De activiteit wordt een doel op zich, dat wil zeggen dat je het
doet omdat het de moeite waard is en je het niet kunt laten.
6.2 scHrIjfpartnerMaar zelden beheerst een schrijver alle facetten van het vak even
goed. Marc en Roeland Linssen van ScriptStudio in Plot: “Dra-
maseries in LA worden geschreven in teamverband, niet alleen
vanwege de tijdsdruk, maar vooral omdat iedereen uit ervaring
weet dat teamwriting tot betere scripts leidt.” Redenen om een
schrijfpartner te zoeken zijn volgens Claudia Johnson en Matt
Stevens, auteurs van Script Partners:
• Samenwerken maakt je een betere schrijver.
• Met een schrijfpartner krijg je onmiddellijk feedback.
• Een partner helpt bij het overwinnen van schrijfblokkades.
• Als je je sterke en zwakke punten kent, kun je ook op zoek gaan
naar iemand die je aanvult.
• Twee weten meer dan één.
• Samen brainstormen werkt beter.
• Een schrijfpartner werkt als een stok achter de deur, houdt je
gefocust en productief.
• Schrijven wordt minder eenzaam met een partner.
• Samen kun je makkelijker met tegenslagen omgaan; gedeelde
smart is halve smart.
Schrijven is voor ieder een heel eigen en persoonlijk werkpro-
ces. Zoek daarom eerst in je directe omgeving iemand waar je
goed mee kunt opschieten. Je kunt ook een oproep zetten op
dat? Wil je iemand anders je werk laten lezen? Hoeveel tijd kost
dat?
• Wat is het doel? Probeer zo specifiek mogelijk te zijn. Verdeel
vervolgens het traject in kleine stapjes: brainstorm, synopsis,
treatment, aantal scènes of pagina’s script, eerste versie, tweede
versie, definitieve versie et cetera.
• Maak het meetbaar. Wat is je beschikbare tijd? Hoeveel tijd heb
je voor elk stuk nodig? Elk traject heeft zo z`n mijlpalen; een
begin- en einddatum.
• Plan niet te veel. Zorg dat je altijd een tijdbuffer overhoudt van
ongeveer vijftig procent. Dat lijkt veel, maar dingen lopen vaak
uit of er komt onverwacht iets tussendoor. Bedenk hoe fijn het is
om te merken dat je elke dag of week je doelen haalt.
• Als je merkt dat je een deadline echt niet haalt, bel dan je
opdrachtgever om te overleggen.
Concentrat ie
Geconcentreerd kunnen werken is ook een sleutel tot succes.
In totale concentratie raken is wat sporters de ‘flow’ noemen; je
hebt je voor alles, de druk en de verwachtingen, afgesloten. Dus
schrijven zonder overtollige ballast van verleden en toekomst.
Dat kan lastig zijn, want ieder mens leeft met trauma’s van het
verleden en wensen voor de toekomst. Gedragscondities om in
de flow te raken zijn volgens Maria Hopman in haar boek Creati-
viteit onder druk:
• Je weet wat er gedaan moet worden.
• Je weet in te schatten hoe goed het gaat.
• Je voelt dat jouw capaciteiten toereikend zijn; er is evenwicht tus-
sen uitdaging en vaardigheid.
• Je concentreert je optimaal op je bezigheid: actie en bewustzijn
zijn één. Het subtiele evenwicht tussen uitdaging en vaardigheid
vereist dat je je slechts op één ding richt.
• Je bent je alleen bewust van wat hier en nu van belang is en laat
je niet afleiden.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
TE
WE
Rk
?
164
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
165
tIpwerken In een scHrIjfgroep
• Leeshettoegestuurdewerkgoedenzettipsen/ofopmerkingenoppapierzodatjedateventueelnahetgesprekkuntmeegeven.
• Spreekafhoejeeenwerkgaatbespreken.• Vertelindegroepkortenbondigwaarjeverhaalovergaat(pitchen)
en/oflaatiederkortaangevenwathijofzijeruitgelezenheeft.• Houdeenbrainstormrondjevoornieuweideeën(zievolgende
paragraaf).• Garespectvolmetelkaarswerkomenheboogvoorhetgroei-
proces;ietsisnietinéénkeergoedofaf.• Probeerjeeigensmaaklostelatenenhetscriptvaneenanderop
zijneigenmeritestebeoordelen.• Benjeechtallergischvooreenbepaaldestijlofgenre,geefdat
aanenonthoudjevanverdereanalyse.• Weesspecifiekmetkritiekento the point.• Blijfnietherhalenofverduidelijken.• Vindtdegenediehetwerkheeftingeleverdhetgenoeg,ofslaat
hijofzijdicht,stopdan.• Probeerinhetontwikkelenvandesamenwerkinguittezoeken
watjestimuleertenwaarvanjedichtslaatengeefdataan.• Brengjeeigencreatievevermogensinenwaardeerenstimuleer
datvananderen.
het prikbord van www.netwerkscenario.nl. Probeer zo speci-
fiek mogelijk te zijn over genre, favorieten en eventueel sterke
punten. Het belangrijkste is een schrijfpartner te vinden waar het
mee ‘klikt’. Iemand die (min of meer) op dezelfde lijn zit, dezelf-
de films en tv-series waardeert, dezelfde visie en ideeën heeft
over wat een ‘goed’ verhaal is, hetzelfde gevoel voor humor et
cetera. Je hoeft het echter niet over alles eens te zijn. Lees eerst
wat werk van elkaar, je moet immers wel elkaars vakmanschap
respecteren. Zo zie je ook of je elkaars sterke en zwakke pun-
ten aanvult. Samenwerken betekent ook compromissen sluiten,
conflicten uitspreken en oplossen en jouw idee snel laten vallen
als de ander een beter heeft. Met zijn tweeën schrijven gaat niet
twee keer zo snel. Besef dat soms de ene meer of sneller werk
levert en soms de ander. Op het moment dat je zinnetjes gaat
tellen, ben je verloren. uiteindelijk kom je er alleen achter of het
werkt door het te proberen. En je hoeft natuurlijk ook niet alles
samen te schrijven.
6.3 scHrIjfgroepenEen schrijfgroep is een makkelijke en goedkope manier om
elkaars werk te bespreken en gezamenlijk vakkennis te vergro-
ten. Je kunt bijvoorbeeld een oproep zetten op het prikbord van
www.netwerkscenario.nl. Op internet vind je ook digitale schrijf-
groepen. Een schrijfgroep werkt als een stok achter de deur en
is een ontmoetingsplaats met mensen die dezelfde passie delen.
Een schrijfgroep is vaak de eerste plek waar je met je werk naar
buiten treedt. Het is dus belangrijk om een veilige en stabiele
omgeving te creëren. Zie ook paragraaf 1.6. Schrijven is werk en
een schrijfgroep ook. Hier volgen wat tips, met dank aan Cathe-
rine Blom.
Om de samenwerking te bevorderen kun je bijvoorbeeld geza-
menlijk andere activiteiten ondernemen, zoals filmbezoek.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
TE
WE
Rk
?
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
167
tIpstructuur en randVoorwaarden scHrIjfgroep
• Maakeengroepniettegroot;bijhetbesprekenvanelkaarswerkisvijfázeshetmaximum.
• Maakvantevorenafsprakenoverplichtendiscipline.Zorgzovooreenbalansinwatjegeeftenwatjekrijgt.
• Stelrandvoorwaardenop,zoalsfrequentie,duureninhoudvandebijeenkomsten,deadlines,soortenomvangvanhetschrijfwerk,welofnietvoorlezen,genre,ambitieniveauetcetera.
• Deelnemersmeteenandereachtergrond,kennisniveauofambitiekunnentotnieuweenverrassendeinzichtenleiden,maardekansbestaatdatgesprekkenverwateren.Kennisvanscenariovakter-meniseenminimumvereiste.
• Laatiemanddecoördinatieopzichnemen.Zorgvooreenup-to-dateadressenlijstenwijsperkeereenplekvansamenkomsteneengespreksleideraan.
• Houdjevervolgensaandeafspraken.Belofmailoptijdalshetnietlukt.
• Stuurjewerkoptijdinengeefaanwaaroverjeadvieswilt.
“I love deadlines. I like the whooshing sound they make as they fly by.”
168 169
tIp basIsregels Voor braInstormen
• Zorgvooreenontspannensfeer.• Levergeenkritiekopdegeopperdeideeën;ditbelemmerthet
spontaanuiten.• Hetgaatomkwantiteit:zoveelmogelijkideeënopsommen,alles
watinjeopkomt.Juistdieovervloedaanideeënisnodigvoordatenesubliemeidee.
• Wilde,gekke,slechteofabsurdeideeënmakennieuweassociatiesmogelijk.Daardoorkanookdecreativiteit(vananderen)weergestimuleerdworden.
• Doorhetcombinerenvanideeënzijnmogelijknogbetereideeënterealiseren.
• Groteregroepenvragenomeenleider;iemanddiehetprocesbewaaktenalleideeënzichtbaarnoteert.
• Beëindigbrainstormbijeenkomstenniettesnelengeefiedereendetijdomnieuweideeëntelatenrijpen.
• Vervolgenskanevaluatieenverdereuitwerkingvanideeënplaats-vinden.Laatiedereenzelfkiezenwelkeideeënmenverderwiluitwerken.
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
6.4 braInstormenBrainstormen is een methode om nieuwe ideeën te genereren,
ideeën die je door gewoon nadenken niet hebt kunnen vinden.
Twee veel gebruikte principes zijn: komen tot een heel nieuwe
invalshoek (what if…) en het denken via analogie of associatie.
Brainstormen kun je alleen doen, of met een groep, zoals een
schrijfgroep. Je kunt ook ieder apart je ideeën in een compu-
ter invoeren en zorgen dat de ideeën en oplossingen van de
ander(en) bij ieder in een apart venster verschijnen. Het voor-
deel van een groep is dat je gebruik kunt maken van elkaars
creativiteit. Voorwaarde is dat je elkaars ideeën in de brainstorm-
fase niet bekritiseert, want dat doodt de creativiteit. Het is de
kunst om vrijuit zoveel mogelijk ideeën te spuien. Eerst verzame-
len en pas later beoordelen. Het gaat erom een ‘veilige’ omge-
ving te creëren waarin iedereen ideeën durft te spuien zonder
zelfcensuur.
meer InformatIe• Script Partners: What Makes Film and TV Writing Teams Work (2003),
ClaudiaJohnson&MattStevens• Creativiteit onder druk (1999),MariaHopman
www.netwerkscenario.nl www.muisarm.nl www.rsi.algemeen.nl
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
HO
E G
A Ik
TE
WE
Rk
?
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
171
NetwerkScenarioschrijvers
goed nederlands drama en goede nederlandse speelfilms beginnen met goede scenario’s. Voor iedere vorm van drama ligt de kracht van de karakters en het verhaal immers besloten in het scenario. daarom is in 1994 het netwerk scena-rioschrijvers opgericht, een belangenorganisatie voor scenarioschrijvers waarbij inmiddels circa vierhonderd scenaristen zijn aangesloten. Het netwerk is ervan overtuigd dat de hele sector erbij gebaat is als de totstandkoming van goede scripts centraal wordt gesteld.
7
172 173
Belangenbehar t iging
Om deze doelstellingen te bereiken voert het Netwerk onder
meer collectieve onderhandelingen over honoraria en auteurs-
rechten met de omroepen en onafhankelijke producenten. De
Scenarioraamovereenkomst (SRO) met minimumtarieven voor
televisiedrama, die het Netwerk met de Publieke Omroep medio
2001 afsloot, na jarenlang onderhandelen, is een goed voorbeeld
van hoe het Netwerk de positie van zijn leden kan verbeteren.
Omdat de Scenarioraamovereenkomst in 2006 afliep en om
juridische redenen niet verlengd kon worden, vecht het Net-
werk sindsdien voor nieuwe Modelcontracten met de Publieke
Omroep en de speelfilmproducenten. Het Netwerk ontwikkelt
ook voorbeeldcontracten, volgt en becommentarieert het beleid
van audiovisuele instanties en biedt individueel juridisch advies
aan zijn leden. Tevens volgt het Netwerk de ontwikkelingen op
het gebied van het auteursrecht op nationaal en internationaal
niveau en neemt deel aan de discussie over dit onderwerp.
Recent heeft het Netwerk succesvol gelobbyd voor een vrij-
plaatsregeling voor bewezen scenariotalent bij het Filmfonds.
Schrijvers die al twee scenario’s hebben geschreven voor reeds
gerealiseerde speelfilms, kunnen op eigen initiatief (of eventueel
met een betrokken regisseur) een plan indienen voor het uitwer-
ken van een idee voor een scenario tot een eerste versie. Ook
coaching voor beginnende scenarioschrijvers heeft dankzij het
Netwerk een stevige inbedding gekregen in de regelingen van
het Filmfonds.
Daarnaast heeft het Netwerk zijn leden het
volgende te bieden:
Dag van het Scenario, Cinekid, voorl icht ing en andere act iv i tei ten
Het Netwerk organiseert allerlei activiteiten op het vakgebied,
ideale gelegenheden om kennis te vergroten en te netwerken
Al gaat er al veel goed, het kan nog beter. Scenarioschrijven is
een volwaardige discipline, maar schrijvers worden vaak nog
niet volwaardig beloond. De zwakke positie van de individuele
schrijver maakt het moeilijk om daarin verandering te brengen.
Als representatieve beroepsorganisatie is het Netwerk in staat
om auteursrechtelijke en contractuele zaken voor zijn leden te
behartigen, zowel collectief als voor individuele scenarioschrij-
vers. Sinds 1994 maakt het Netwerk samen met de Vereniging
voor Letterkundigen (VvL) en de FreeLancers Associatie (FLA)
onderdeel uit van de koepelorganisatie Vereniging van Schrij-
vers en Vertalers (VSenV).
De doelstellingen van het Netwerk Scenarioschrijvers zijn:
• Verbeteren van de positie van scenarioschrijvers.
• Versterken van de onderhandelingspositie van scenarioschrijvers.
• Juridisch adviseren betreffende contracten en auteursrechten.
• Bevorderen van de professionaliteit en de deskundigheid van
scenarioschrijvers.
• Bevorderen van onderlinge contacten tussen scenarioschrijvers.
• Lobbyen voor meer budget voor televisiedrama en
(speel)films.
• Samenwerken met organisaties in de film- en televisiewereld en
andere culturele disciplines.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
NE
TW
ER
k S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
174 175
Regie over mi jn beroepsprakt i jk
Het Netwerk organiseert sinds 2008 in samenwerking met de
Dutch Directors Guild (DDG) en kunstenaars&CO een cursus
‘Regie over mijn beroepspraktijk’ voor scenarioschrijvers en
regisseurs. De cursus, die zeven dagdelen beslaat, is bedoeld
voor scenarioschrijvers en regisseurs die hun beroepspraktijk
willen professionaliseren en hun netwerk willen uitbreiden. De
cursus laat zien hoe het film- en televisielandschap in Neder-
land in elkaar steekt en hoe je jezelf en je project presenteert.
(Aspirant)Leden van het Netwerk krijgen korting.
Het Contractenbureau
In samenwerking met Lira heeft het Netwerk begin 2002 het
Contractenbureau opgericht. De advocaten van het Contrac-
tenbureau voeren voor een groeiende groep aangesloten
Netwerkleden individuele onderhandelingen met tv-, film- en
toneelproducenten. De ervaren onderhandelaars van het Con-
tractenbureau weten meestal betere voorwaarden te bedingen
en hogere vergoedingen te realiseren. Het Contractenbureau
vraagt voor haar diensten een commissie van vijf procent.
Plot en digi ta le Nieuwsbrief
Plot is het ‘Magazine over scenarioschrijven’. Het vakblad voor
en door scenarioschrijvers van het Netwerk verschijnt vier keer
per jaar. Met vakinhoudelijke en actuele artikelen, zoals inter-
views met schrijvers, producenten, regisseurs, dramaturgen,
hoofden-drama, medewerkers van fondsen en artikelen over hoe
men omroepen of producenten zou kunnen benaderen.
Daarnaast verschijnt er maandelijks een digitale nieuwsbrief, de
iBri, gekoppeld aan de nieuwsrubriek op de website, waarmee
het Netwerk zijn leden op de hoogte houdt over ontwikkelingen
in het veld, aanvraagtermijnen subsidieregelingen fondsen, film-
festivals, bijeenkomsten et cetera.
met schrijvers, dramaturgen, regisseurs, producenten en omroe-
pen.
• De druk bezochte Dag van het Scenario op het Nederlands Film
Festival, waar bekende gasten uit binnen- en buitenland worden
uitgenodigd hun visie te geven op een actueel thema,
• een jaarlijks wisselend seminar voor scenaristen op Cinekid,
• een nieuwjaarsborrel,
• een scenaristendiner,
• een algemene ledenvergadering,
• informatieavonden over bijvoorbeeld belastingen,
• opleidingen,
• vakinhoudelijke workshops.
Daarnaast worden er filmvertoningen georganiseerd, gevolgd
door een gesprek met de scenarist en/of regisseur in samen-
werking met de Dutch Directors Guild, de vakvereniging voor
regisseurs, en de Vedra, de vereniging van film- en televisiedra-
maturgen.
Het Schri j fpaleis
Het Netwerk organiseert sinds juni 2004 vier maal per jaar het
Schrijfpaleis, een kweekvijver voor schrijftalent, in theater Bellevue
in Amsterdam. Bekende acteurs lezen teksten van Netwerkleden
zodat de schrijver, samen met de zaal, acteurs, dramaturg en
regisseur, kan zien of zijn tekst ‘werkt’. (Aspirant)Netwerkleden
kunnen zo op laagdrempelige wijze hun werk presenteren aan
omroepen, producenten en theatermakers op een goed bezocht
podium. Tevens verstrekt het Schrijfpaleis door middel van
interviews met gasten actuele informatie over wat er in het veld
speelt. Er vinden ontmoetingen plaats tussen schrijvers onder-
ling, en tussen schrijvers, dramaturgen, omroepen, regisseurs en
producenten. Sinds 2008 organiseert het Schrijfpaleis jaarlijks
tijdens het Nederlands Film Festival met veel succes een Schrijf-
paleis de Luxe.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
NE
TW
ER
k S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
176 177
Guild), NVS (Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducen-
ten) en de NBF (Nederlandse Beroepsvereniging van Film- en
Televisiemakers). Maar ook met organisaties als het Mediafonds,
het Filmfonds, CoBO-fonds et cetera. Op nationaal niveau is het
Netwerk actief in de Federatie Filmbelangen.
Federat ion of Screenwri ters in Europe
Het Netwerk speelt ook een actieve rol in de Federation of Screen-
writers in Europe (FSE), de Europese vakorganisatie waarvan het
medeoprichter is. De FSE vertegenwoordigt 21 vakverenigingen
en circa negenduizend scenaristen over heel Europa, zie www.
scenaristes.org. De FSE heeft ook een Europees Scenaristenma-
nifest opgesteld, zie www.scenaristes.org/manifesto.htm.
Scenario archief
Het Netwerk heeft een archiefovereenkomst gesloten met het
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid te Hilversum. Dit
archief is voor Nederlandstalige scenario’s die ooit gerealiseerd
zijn. Ook audiovisueel materiaal zal hier worden opgeslagen.
Een speciale commissie samengesteld door het Netwerk, selec-
teert het aangeboden werk van leden.
Tevens kunnen alle leden van het Netwerk een beroep doen op
onderstaande algemene voorzieningen van de VSenV op het
gebied van ziektekosten-, ongevallen- en een arbeidsonge-
schiktheidsverzekering. In sommige gevallen is het noodzakelijk
ten minste één jaar lid te zijn.
Pensioen
De Stichting P.C. Boutensfonds is in 1994 opgericht door de
VSenV in samenwerking met Lira. Het Fonds stelt leden in staat
met subsidie een voorziening voor hun oude dag te treffen. Het
staat open voor hen die het schrijven of vertalen als hoofdberoep
hebben. De subsidie is gebonden aan een inkomensgrens.
Websi te
Op de website van het Netwerk, www.netwerkscenario.nl, staat
het laatste nieuws, een activiteitenagenda en vakinhoudelijke
informatie over onder andere auteursrechten, contracten, oplei-
dingen, Plot Magazine. Als (aspirant)lid kun je op de website een
ledenprofiel aanmaken. Tevens is er een prikbord dat gelinked is
aan de site van de Dutch Directors Guild, waar je als (aspirant)lid
een oproep op kunt zetten.
Zi lveren kr uls taar t
Het Netwerk Scenarioschrijvers reikt sinds 2001 een prijs uit
voor het Beste Scenario Televisiedrama op het Nederlands Film
Festival. Deze prestigieuze vakprijs voor scenarioschrijvers met
de geuzennaam Zilveren krulstaart wordt jaarlijks uitgekozen
en uitgereikt op de Dag van het Scenario. Winnaars zijn Frank
ketelaar met de scenario’s van vuurzee (2006) en de bAnd (2005),
Maria Goos met cloAcA (2004), Robert Alberdingk Thijm met
de dAltons (2001), dunyA & desie (2003) en wAltz (2007), het
schrijversduo Alma Popeyus/Hein Schütz met de enclAve (2002),
Ger Beukenkamp met de prins en het meisje (2008) en het schrij-
versteam Lex Wertwijn, Frank Houtappels, Joan Nederlof en Anita
Voorham met Gooische vrouwen (2009).
Gouden kr ulstaar t
De Gouden krulstaart is in het leven geroepen ter ere van het 15-
jarig bestaan van het Netwerk Scenarioschrijvers en is uitgereikt
aan kees Holierhoek, een man die als geen ander zoveel heeft
gedaan en doet – indachtig de woorden van Lodewijk van Dijssel,
oprichter van de Vereniging van Letterkundigen – “ter beharti-
ging der materieele belangen van de letterkundigen.”
Contacten
Het Netwerk onderhoudt contacten met verwante organisaties
zoals Lira (Literaire Rechten Auteurs), DDG (Dutch Directors
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
NE
TW
ER
k S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
178 179
werpers’ en beleidsmakers in Den Haag. Daarnaast stimuleert
PZO het zelfstandig ondernemerschap en helpt zijn leden met
een uitgekiend pakket aan diensten, waarvan Netwerkleden dus
ook gebruik kunnen maken.
Tot slot zijn de collectieve rechtenorganisaties, zoals Stichting
Lira, Stichting VEVAM en Stichting Thuiskopie, belangrijke part-
ners van het Netwerk en de VSenV.
Lira
In 1986 richtte de Vereniging van Letterkundigen (VvL), daar-
toe aangemoedigd door BuMA, Stichting Lira (Literaire Rechten
Auteurs) op. Lira is de auteursrechtenorganisatie voor schrijvers
en vertalers van gedichten, verhalen, essays, columns, novellen,
romans, eenakters, toneelstukken, sketches, hoorspelen, tv-spelen,
series en films voor televisie, conferences en muziekdramatische
werken, zoals opera’s, operettes, musicals en nog veel meer. Lira
betaalt aan auteurs vergoedingen uit voor gebruik van onder
andere kabelrechten, internetrechten en on demandrechten.
Schrijvers wier werk wordt uitgezonden, of die verwachten dat dit
in de toekomst zal gebeuren, kunnen zich kosteloos bij Lira aan-
sluiten door ondertekening van een aansluitingscontract, waarin
zij Lira het recht geven om namens hen op te treden inzake de
exploitatie van genoemde rechten.
Lira verleent financiële ondersteuning aan de Vereniging van
Schrijvers en Vertalers en aan vele van haar activiteiten. Vaak ook
is zij bestuurlijk en financieel partner in organisaties die tussen
de VSenV en Lira voor specifieke doelen zijn opgericht, zoals de
stichting P.C. Boutensfonds, de Stichting Rechtshulp Auteurs en de
Stichting Het Contractenbureau.
Rechtshulp
Leden met auteursrechtelijke problemen kunnen zich voor juri-
disch advies wenden tot Stichting Rechtshulp Auteurs, die in 1990
door de Vereniging van Letterkundigen en Lira werd opgericht.
Een eerste advies is gratis, mits het lid naar Stichting Rechtshulp
is verwezen door het Netwerk (of een andere afdeling van de
VSenV) of door het bureau van Lira. Een van de voorwaarden
voor rechtshulp is dat de uitkomst van de procedure in principe
van belang is voor de hele beroepsgroep waartoe de aanvrager
behoort.
Financiële ondersteuning
In onze beroepssector komt het regelmatig voor dat men plotse-
ling en tijdelijk een financieel probleem niet kan oplossen. In zo’n
geval is het mogelijk een beroep te doen op het Sociaal Fonds
Letterkundigen. Het bestuur van het fonds beoordeelt de aanvra-
gen op een aantal voorwaarden. Het kan aan de hand daarvan
een eenmalig geldbedrag aanbieden of een persoonlijk advies
geven. Netwerkleden komen hiervoor in aanmerking, nadat zij
minstens één jaar als lid staan ingeschreven.
Leningen
Netwerkleden die zaken als een computer of bureaustoel wil-
len aanschaffen en niet beschikken over het benodigde kapi-
taal, kunnen een lening aanvragen bij de Triodosbank, afdeling
kredietverlening. Deze regeling speciaal voor kunstenaars is tot
stand gekomen in samenwerking met kunstenaars&CO.
Plat for m Zel fs tandige Onder nemers
De VsenV is sinds 2008 collectief aangesloten bij het Platform
Zelfstandige Ondernemers (PZO). PZO komt op voor de belan-
gen van alle zelfstandige ondernemers. Dit doet het door de
positie en de belangen van zelfstandig ondernemers voortdu-
rend onder de aandacht te brengen van de politiek, de ‘wetsont-
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
NE
TW
ER
k S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
Het bureau wordt gevormd door
Anne Zeegers coördinator ad interim
Marieta van Olphen bureaumedewerker
181
netwerk scenarioschrijvers bestuur & bureau In 2009 bestaat het netwerkbestuur uit
Paul Jan Nelissen voorzitter
Marc Linssen vice-voorzitter
Wim Blaauboer penningmeester
Moniek kramer secretaris
Lars Boom
Helena van der Meulen
Rogier de Blok
180
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
NE
TW
ER
k S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
183
beter scHrIjVenHet is scenarioschrijvers eigen om te klagen en te kankeren.
Dat komt omdat wij nooit alle vingers in de pap hebben bij het
eindproduct; wij zeggen dan dat wij een halffabrikaat leveren.
En om die reden is het dus volstrekt vanzelfsprekend dat wij altijd
de verantwoordelijkheid nemen voor een succes, maar nóóit
voor een mislukking. Wij kunnen er nooit wat aan doen dat de
film of te tv-productie een flop wordt.
Nu wilde ik vanmiddag maar eens niet kankeren; ik steek de
hand in eigen boezem.
David kipen zei twee jaar geleden op de Dag van het Scenario:
“De eerste 50 jaren van de cinema waren voor de producenten,
de tweede 50 jaar voor de regisseurs en de volgende 50 jaar zal
voor de scenarioschrijvers zijn.”
Dat is mooi, maar dat gaat niet vanzelf. We moeten onze plaats in
het hele productieproces opeisen en versterken. Daar zijn werel-
den te winnen, al is het maar dat de scenarioschrijver eindelijk
zijn schuchterheid en bescheidenheid overwint. Want niemand
anders dan wij leveren de content.
We moeten ook beter gaan schri jven
Onze scripts, en zeker de scenario’s die wij voor de bioscoop-
film schrijven, zijn van een te laag niveau. Er zijn recentelijk weer
dit is de toespraak van ger beukenkamp, uitgesproken op 23 januari 2009 ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van netwerk scenarioschrijvers.
De eerste 50 jaren van de cinema waren voor de producenten,
de tweede 50 jaar
voor de regisseurs en
de volgende 50 jaar
zal voor de scenario-
schrijvers zijn.
184 185
landse films gewoon niet bij. En dan heb ik het niet over geld, wat
natuurlijk ook belangrijk is, maar over de scripts.
In de Amerikaanse films die hier draaien, zien de experimenten
met intelligentie, bravoure en durf er zo vreselijk goed uit, dat
we die intelligentie, bravoure en durf niet als zodanig herkennen,
omdat het experiment is opgenomen in dezelfde stijl en toon die
we uit de lange Hollywood geschiedenis kennen.
Maar veel scenario’s van films waar wij onze Europese neus
voor ophalen zijn oneindig veel verder dan onze eigen degelijke
polderscripts.
Ik had me voorgenomen geen namen en titels te noemen, maar
ik maak een uitzondering voor de recent uitgebrachte frost/
niXon. Natuurlijk, heel mooie acteurs, maar waar gaat het verder
over? Een oude en een middelbare man die onderling geen pro-
bleem hebben, alleen een betrekkelijk gering eigenbelang. Het
verhaal klinkt stoffig historisch en de afloop ervan is al bekend
als we gaan kijken. Er is in de plot geen liefde, geen seks, geen
dood, geen oorlog, geen misdaad, geen shootout. Niks van dat al.
Maar wel volle zalen met veel jonge mensen, die ademloos mee-
leven. Hoe kan dat? Dat is scenario, scenario, scenario. Waarom
kunnen wij dat niet?
Voor een deel komt dat door het zogenaamde auteursdenken.
Dat is het idee dat scenario én regie in de hand van één mijn-
heer of één mevrouw zou moeten zijn. Alle ongelukken met
Nederlandse film zijn terug te voeren op de volstrekt achterlijke
gedachte dat een bakker zijn eigen graan moet verbouwen. Dat
dit ouderwetse, alles-in-één-hand-idee onuitroeibaar is, heeft een
aantal redenen.
onze eigen degelijke polderscripts
zeer veel Nederlandse films uitgebracht waarbij de reden van
het mislukken aan te wijzen is als een scenarioprobleem.
En dat is gekmakend jammer, want nog één keer een echt goeie
rewrite, voorkomt lege zalen. Ruimhartig investeren in een goed
script is oneindig veel goedkoper dan een film draaien voor een
lege zaal.
Daarom moeten wij meer werk maken van ons werk.
Sluit nog één keer de ogen. En stel je voor: een natte donder-
dagavond in kriterion, alwaar de film op basis van jouw scenario
wordt vertoond. Speel in je hoofd jouw eigen script rustig af. Stel
aan jezelf de vraag: zit ik na zeventig minuten nog steeds op het
puntje van de stoel?
Er is moed voor nodig om dit te doen, maar het moet.
Nu zijn we de laatste vijftien jaar – met dank aan de scenario-
opleidingen – wel veel beter gaan schrijven en zeker het tele-
visiescenario is met sprongen vooruit gegaan. Dat geldt zowel
voor de soaps, het jeugddrama, de politieseries als het hoogst
persoonlijke script van individuele schrijvers.
Dat komt ook omdat scripts voor televisiedrama belangrijker
gevonden worden dan scripts voor speelfilm. In ieder geval moe-
ten tv scripts aan meer formele eisen voldoen.
De speel f i lm
Waar we lang geleden dachten dat Nederland op scenario-
gebied een inhaalslag moest maken, is die slag ook gemaakt.
Maar dat wat we wilden inhalen is intussen ook weer vijftien jaar
verder en dat halen we dus voorlopig niet in. We houden de
intelligentie, de bravoure en durf van veel succesvolle buiten-W
EG
WIJZ
ER
VO
OR
SC
EN
AR
IOS
CH
RIJV
ER
S G
ER
BE
uk
EN
kA
MP
186 187
persoon – de scenarioschrijver – bij te halen. Dat gooit maar roet
in de gevoelsuitstorting.
Laten we eerlijk zijn; de kennis om een scenario te beoordelen
en te verbeteren is niet voldoende aanwezig in ons land. Daar
kunnen we elkaar allemaal de schuld van geven, maar het is een
feit. Ik kan het ook niet.
We roepen allemaal dat het zo moeilijk is om script goed te
lezen, maar na die constatering leunen we achterover en drinken
een borrel.
Ja, het is moeilijk om script te beoordelen, maar dat was een
landing op de maan ook.
Zo kom ik tot de conclusie dat wij ten diepste
niet verstandig wíllen nadenken over scripts.
Daar houden wij niet van. Wij willen rommelen.
We omarmen amateurisme, al geven we het allerlei andere
mooie namen. We babbelen liever over een slechte film dan
over een goeie. De lust om met geldpotjes en beleidsplannen te
stoeien is groter dan de lust om het over inhoud te hebben.
En misschien is het ook wel meer heroïsch om met veel artistiek
gespartel in het diepe te verzuipen, dan om over het diepe heen,
van de ene kant naar de andere te zwemmen. Maar dan moeten
we niet zeggen dat we op een intelligente manier met ons vak
bezig zijn.
We moeten dus beter gaan schri jven
En dus zullen we het ook over inhoud moeten hebben. Waar gaat
dat drama van ons over?
Nu is het leuke van ons vak wel weer dat schrijftechniek, en
schrijfervaring vanzelf inhoud genereert. Hoe meer techniek hoe
meer inhoud.
Ten eerste zijn er de voorbeelden van het tegendeel: regisseurs
als dubbeltalent, die wel degelijk een script kunnen schrijven,
of die eisen dat hun scenariohulp het maar moet doen met een
credit op de aftiteling.
Maar veel ernstiger is de onuitroeibare opvatting over kunste-
naarschap in het algemeen; een nog steeds populaire dwaalge-
dachte. Wel begrijpelijk, want met een beroep op ongrijpbare
artisticiteit kan een gebrek aan vakkennis en durf gemaskeerd
worden.
Dat is dagelijkse praktijk helaas, en niet alleen in ons vak.
Er is nog steeds ontzag voor kreten als: “Het staat er nog niet,
maar ik zie het voor me.” En erger: “Het is goed, want zo voel ik
het gewoon.”
Het is verstandig dames en heren, uw pistool te trekken zodra het
woord gevoel valt. Er worden te weinig pistolen getrokken. Voor
een deel uit het genoemde gebrek aan vakkennis en voor een
deel uit gemakzucht.
Bi jvoorbeeld
Het is veel gemakkelijker om elk jaar maar weer scenarioschrij-
vers te laten debuteren, dan te investeren in een tweede of derde
kans voor aarzelend beginnende scenarioschrijvers. Want als
we beginnende schrijvers een tweede of derde kans gaan geven
moeten we ze gaan vertellen wat er goed en wat er slecht was
aan hun eerdere werk. Dat is vermoeiend, vereist gedegen vak-
kennis en die kennis is schaars.
Dus volgend seizoen maar weer een aantal debutanten laten
struikelen.
Het zoeken naar nieuw talent heeft de geur van heiligheid, maar
het is meestal goed verborgen onverschilligheid.
Daar komt dan bij, dat het voor fondsen, omroepen en voor sub-
sidie melkende producenten veel makkelijker is om met één per-
soon – de regisseur – te onderhandelen dan er nog een tweede
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
GE
R B
Eu
kE
Nk
AM
P
188 189
Antiburgerlijk dus, hoe moeilijk dat ook is.
Maar waar is bijvoorbeeld de dramaproductie over de hemelse
zegeningen van drugs, pedofilie of wetteloosheid? Waar is het
drama over achterlijke godsdiensten als de islam en het christen-
dom? Over de verwoestende corruptie binnen liefdadigheids-
organisaties? Het gelijk van Wilders? Het ongelijk van Darwin?
Waarom is onze aanloop naar de Irak-oorlog nog niet verfilmd?
Waarom geen telefilm over de corruptie bij de Telefilms?
En het verleden moet gemythologiseerd worden. Ook dat is een
taak voor ons. In recente succesfilms als zwArtboeK en oorloGs-
winter wordt het verleden overzichtelijk gemaakt. Iedereen die
nog een herinnering heeft aan WOII vindt dit niet zulke goede
films, maar jonge mensen willen ze zien, omdat de grote zaken
uit het verleden een mythologische kracht krijgen en dus voort-
aan altijd bij hen zullen blijven. Zo hoort het.
Ik ga afsluiten. Er is nog heel veel meer te zeggen over voor-
waarden om tot betere scenario’s te komen. Daarmee bedoel ik
de buitenwereld. Die moet zorgen voor meer geld, meer publiek,
betere opleidingen en meer zendtijd. Allemaal nodig en waar.
Maar we moeten eerst naar ons zelf kijken en zo onvoorwaarde-
lijk goed gaan schrijven dat de wereld, en zélfs Hilversum, zich
naar ons zal richten.
Alleen wij zijn in staat om de chaotische werkelijkheid te drama-
tiseren.
ger beukenkamp
Studeer, leid op en oefen, opdat het vak tot in alle hoeken en gaten
beheerst wordt. Dan dient inhoud zichzelf als een godswonder aan.
Techniek genereert inhoud. Maar inhoud genereert geen tech-
niek. En dus moeten we nadenken, opleiden, evalueren, praten,
studeren, leren van voorbeelden, vallen en opstaan. Vakman-
schap haalt het mooiste en het lelijkste in ons naar boven en dat
is precies ook waar drama altijd over gaat.
En als de inhoud, in een onwaarschijnlijk geval, na dat alles nog
niet komt, dan is daar niets aan te doen. Dan is het er niet, bij die
betreffende schrijver.
Die nadruk op vakmanschap wordt in elke tak van de kunst geac-
cepteerd, maar het minst in de literaire en ontbreekt dus ook in
onze discipline.
Inhoud dus
Drama, in welke vorm en in welke tijd dan ook, heeft altijd een
grote conservatieve kant gehad; het bevestigt – vaak ongewild
– de burgerlijke waarden, juist door er zogenaamd aan te morre-
len. Dat gebeurt nog steeds op grote schaal en daar is helemaal
niets op tegen.
Maar op dat terrein hebben we grote concurrentie gekregen
van de documentaire. Het bioscooppubliek gaat steeds vaker
naar goed vertelde, onthullende documentaires. Dat is prachtig,
maar hoe beter en kleiner de camera van de documentairema-
ker wordt, hoe dichter die maker ook bij een werkelijkheid komt
die eigenlijk voor ons bedoeld was. Zelfs een eenvoudig item
in eénvAndAAG of novA zit verkeerstechnisch beter in elkaar dan
menige one niGht stAnd of telefilm.
Daar verliezen we dus.
Daarom stel ik voor om meer antiburgerlijk te worden. Volgens mij
is dat een noodzaak, willen we zowel op televisie als in de bios-
coop niet opgegeten worden door de vertellende documentaire
aan de ene kant en aan de andere kant door alles nivellerende
formats.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
GE
R B
Eu
kE
Nk
AM
P
meer InformatIeanImatIe Voor sites en boeken, zie paragraaf 2.9.
beroepsorganIsatIes scenarIoscHrIjVerswww.netwerkscenario.nl Informatie over en van netwerk scenarioschrijverswww.drehbuchautoren.de Verband deutscher drehbuchautorenwww.scenaristes.org federation of scriptwriters in europewww.scenaristengilde.be Info over en voor belgische scenaristenwww.wga.org writers guild of america, west www.wgaeast.org writers guild of america, eastwww.writersguild.org.uk writers guild of great britain
beroepsorganIsatIeswww.acteursbelangen.nl acteursbelangenwww.afn.nl Vereniging facilitaire sectiewww.assistantdirectors.nl assistant directors clubwww.cinematography.nl netherlands society of cinematographerswww.crewbelangen.nl Vereniging crewbelangen www.directorsguild.nl dutch directors guildwww.filmbelangen.nl federatie filmbelangenwww.fla.nl freelancers associatiewww.fvkv.nl federatie van kunstenaars- verenigingenwww.nbf.nl nederlandse beroep svereniging van film en televisie makers
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
191
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
W
192
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
193
www.filmfestival.nl nederlands film festivalwww.filmfestivalrotterdam.com Internationaal filmfestival rotterdamwww.cinekid.nl cinekidwww.haff.nl Holland animation film festival
fIlm- en teleVIsIewereldwww.beroepkunstenaar.nl overzicht film- en televisie- wereldwww.filmadressen.nl adressen van film- en tv-professionalswww.filmstart.nl startpagina van en voor film- en televisiemakerswww.nftvm.nl. Vereniging van nieuwe film- & tV-makers
fIlmkrItIekwww.filmkrant.nl de net-versie van de filmkrantwww.rottentomatoes.com filmkritieken van onder andere topcritici
fIlms maken Films Maken (2009), roemer lievaart. alles over het maken van speelfilms, documentaires en bedrijfsfilms, van scenario tot montage.
fondsenwww.filmfondsen.nl overzicht van binnen- en buitenlandse fondsenwww.cobofonds.nl stichting co-productiefonds binnenlandse omroepwww.filmfonds.nl nederlands fonds voor de filmwww.lira.nl lira fonds
www.nftvm.nl. Vereniging van nieuwe film- & tV-makerswww.otpnederland.nl Vereniging van onafhankelijke televisieproducentenwww.speelfilmproducenten.nl nederlandse Vereniging van speelfilmproducenten www.vedra.nl Vereniging voor dramaturgenwww.vnap.nl Vereniging nederlandse animatie producentenwww.vsenv.nl Vereniging van schrijvers en Vertalerswww.vvl.nl Vereniging voor letterkundigen
creatIVIteItwww.theartistsway.com The Artist’s Way van julia cameron
Creativiteit onder druk (1999), maria Hopman. The Artist’s Way (2002), julia cameron. nederlandse vertaling: Vind je eigen inspiratie (2002). dramaturgenwww.vedra.nl Vereniging voor dramaturgen
Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-liefdeverhouding of partners in woord en beeld? (2006), else flim. www.vedra.nl
ergonomIewww.muisarm.nl stichting rsI nederlandwww.rsi.algemeen.nl rsI site
festIValswww.film-festivals.nl overzicht van alle festivals, ook voor internet
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
ME
ER
INF
OR
MA
TIE
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
W
194
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
195
omroepenwww.beroepkunstenaar.nl overzicht van alle (commerciële) omroepenwww.roosrtv.nl koepelorganisatie van de regionale omroepenwww.televisie-links.nl overzicht van alle (commerciële) omroepen
ondernemenwww.belastingdienst.nl belastingdienstwww.beroepkunstenaar.nl Informatie en tips over de beroepspraktijkwww.carrieretijger.nl Informatie over loopbaanwww.ccaa.nl promotie en ondersteuning ondernemerschap in de creatieve industriewww.intermediair.nl Informatie voor en over hoogopgeleidenwww.kunstenaarsenco.nl Informatie over en van kunstenaars&cowww.kunstenaarszakentest.nl test voor ondernemerskwaliteitenwww.kvk.nl kamer van koophandelwww.lancelots.nl Informatie voor en door freelancerswww.lichaamstaal.com Informatie over lichaamstaalwww.onderhandelen.nl Informatie en tips over onderhandelenwww.pzo.nl platform Zelfstandige ondernemers
Handboek ondernemen, van de belastingdienst (gratis).Handboek voor schrijvers (2009), maaike molhuysen en louise stiller.
www.mediafonds mediafonds www.rff.rotterdam.nl fonds voor de film en audiovisuele mediagames Voor sites en boeken, zie paragraaf 2.9.
Internet www.youtube.com Videofilmpjes
Voor sites over internetfilms, zie paragraaf 2.9.
jurIdIscH & fInancIeelwww.netwerkscenario.nl netwerk scenarioschrijverswww.auteursrecht.nl alles over auteursrechtwww.beroepkunstenaar.nl Informatie en tips over de beroepspraktijkwww.cedar.nl centrum voor dienstverlening auteurs- en aanverwante rechtenwww.contractenbureau.nl contractenbureauwww.kunstenaarsenco.nl kunstenaars&cowww.lira.nl lirawww.postbus51.nl overzicht van ministeries en overheidsinstellingenwww.home.szw.nl ministerie van sociale Zaken en werkgelegenheidwww.socialezekerheid.nl Informatie over de nederlandse sociale zekerheidwww.vevam.nl VeVam
mobIele telefoon Voor sites over filmpjes voor mobiele telefoons, zie paragraaf 2.9.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
ME
ER
INF
OR
MA
TIE
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
W
196
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
197
scenarIoscHrIjVenwww.bbc.co.uk/writersroom bbc’s writersroomwww.craftyscreenwriting.com alex epstein met delen van zijn boek www.etbscreenwriting.com laurie Hutzler over karakterswww.johnaugust.com scenarist john august met nuttige tipswww.kill-your-darlings.nl rogier propers boek Kill Your Darlingswww.robinkelly.btinternet.co.uk engelstalige site over scenarioschrijvenwww.scenarioschrijven.net startpagina scenarioschrijvenwww.scenarist.nl alles over scenarioschrijvenwww.screenwritersutopia.com artikelen en interviewswww.scriptfly.com artikelen over scenarioschrijvenwww.scriptforsale.com artikelen over scenarioschrijvenwww.scriptnurse.com artikelen over scenarioschrijvenwww.visualwriter.com artikelen over scenarioschrijvenwww.vorza.com john Vorhaus met delen van The Comic Toolbox www.wordplayer.com scenarist terry rossio met zijn columns www.writersstore.com artikelen over scenarioschrijvenwww.writingtreatments.com over treatments schrijven
De 36 dramatische situaties (2007), jan Veldman. Handboek met alle mogelijke verhaalideeën op een rij, met voorbeelden uit litera-tuur, toneel, film en strips.Het geheim van Hollywood (2008), paul ruven & marian batavier. Handboek over een praktische formule voor het maken en analyse-ren van speelfilms.Kill Your Darlings (2007), rogier proper. Handboek over scena-rioschrijven en een prima overzicht van de nederlandse film- en televisiewereld.
Handboek zzp 2010 (2009), tijs van den boomen en wilma van Hoeflaken.Eigen Baas (2007), tijs van den boomen.
opdracHtfIlm Voor sites, zie paragraaf 2.9.
opleIdIngenVoor opleidingen en sites zie paragraaf 2.1.
producentenwww.otpnederland.nl Vereniging van onafhankelijke televisie producentenwww.speelfilmproducenten.nl nederlandse Vereniging van speelfilmproducenten
De filmproducent, handboek voor de praktijk (2008), carolien kroon & stinette bosklopper.
radIodrama Voor sites, zie paragraaf 2.9.
regIsseurswww.directorsguild.nl dutch directors guild
scenarIoVakbladenwww.netwerkscenario.nl Informatie over Plotwww.creativescreenwriting.com creative screenwritingwww.hollywoodscriptwriter.com Hollywood scriptwriter met artikelenwww.scriptmag.com script met artikelen
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
ME
ER
INF
OR
MA
TIE
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
W
198
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
WE
Rk
NE
TW
ER
kN
ET
199
scrIptswww.imsdb.com database van filmscriptswww.joblo.com met engelstalige filmscriptswww.script-o-rama.com met engelstalige film- en televisiescriptswww.simplyscripts.com met engelstalige film- en televisiescripts
uItblInkenHet geheim van de uitblinker (2007), Vittorio busato & frenk van Harreveld.Outliers (2008), malcolm gladwell. nederlandse vertaling: Uitblinkers (2008).
VarIawww.leren.nl Informatie over allerlei onderwerpenwww.ted.com sprekers over techniek, entertainment en design www.wikipedia.nl Internet encyclopedie
VIdeoclIpswww.youtube.com VideoclipsVoor sites, zie paragraaf 2.9.
Rijk door 1 zin (2009), paul ruven & marian batavier. Handboek over richtlijnen waar een filmidee van een paar regels aan moet voldoen.Schrijven voor film, toneel en televisie (2009), ger beukenkamp. Handboek over schrijven voor toneel, film en televisie, met smakelijke anekdotes uit de praktijk.
scenarIosoftwarewww.filmmaken.nl overzicht van scenario- software onder softwarewww.celtx.com website met gratis scenariosoftwarewww.dramatica.com dramatica pro met een demoversiewww.finaldraft.com final draft met een demoversiewww.powerstructure.com power structure met een demoversiewww.screenplay.com movie magic met een demoversie
scHrIjfpaleIswww.netwerkscenario.nl Informatie over en van netwerk scenarioschrijvers
scHrIjfpartnerScript Partners: What Makes Film and TV Writing Teams Work (2003), claudia johnson & matt stevens.
scHrIjVenwww.schrijvenonline.org alles over schrijven
Handboek voor schrijvers (2009), maaike molhuysen en louise stiller.Bestseller (2008), paul sebes.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
ME
ER
INF
OR
MA
TIE
200 201
Hoofdstuk 3• Quote Ben Sombogaart uit Filmbeeld, juni 2008
• Voor de paragraaf 3.1 Netwerken is gebruik gemaakt van artikel
Netwerken op www.beroepkunstenaar.nl.
• Voor de paragraaf 3.2 Bellen is gebruik gemaakt van artikel
‘Zakelijk telefoneren’ van Cuun Haffmans op www.beroepkunste-
naar.nl.
• Voor de paragraaf 3.4 Curriculum vitae is gebruik gemaakt van
artikel ‘Een Curriculum vitae opstellen’ op www.beroepkunste-
naar.nl.
Hoofdstuk 4• Quotes Henriëtte Hoogenboezem uit artikel Plot lente 2009 door
Frank ketelaar.
• Voor de paragraaf 4.3 Onderhandelen is gebruik gemaakt van
artikel ‘Onderhandelen’ op www.beroepkunstenaar.nl.
Hoofdstuk 5• Quote Paul van den Wildenberg uit Filmbeeld, juni 2008
Hoofdstuk 6• Voor de paragraaf Schrijfgroepen is geciteerd uit een artikel van
Catherine Blom voor het Netwerk Scenarioschrijvers.
• Quote Roeland & Marc Linssen uit artikel in Plot zomer 2006 door
Roeland & Marc Linssen.
• Creativiteit onder druk (1999), Maria Hopman
Hoofdstuk 1• Quote Burny Bos uit artikel in Plot zomer 2007 door Frank
ketelaar.
• Quotes Tijs van Marle uit artikel in Plot zomer 2007 door Wim
Blaauboer.
• Quote Roeland & Marc Linssen uit artikel in Plot zomer 2006 door
Roeland & Marc Linssen.
• Quote Rob Arends uit artikel in Plot herfst 2007 door Helena van
der Meulen.
• Quote Brigitte Baake & Gemma Derksen uit artikel in Plot
voorjaar 2002 door Brigitte Baake & Gemma Derksen.
• Voor de paragraaf Samenwerken is geciteerd uit Code of conduct
door Marc Linssen en Lars Boom.
• Voor ‘Tips voor een goede samenwerking’ is geciteerd uit stellin-
gen van Else Flim in Dramaturg en scenarioschrijver; een haat-lief-
deverhouding of partners in woord en beeld? (2006).
• Handboek freelancen 2008/2009 (2008), Tijs van den Boomen en
Wilma van Hoeflaken
Hoofdstuk 2• Quote Brigitte Baake uit artikel in Plot winter 2007 door Frank
ketelaar.
• Quote Burny Bos uit artikel in Plot zomer 2007 door Frank
ketelaar.
• Quote Michiel de Rooy uit artikel in Plot winter 2006 door Coleta
Valkenburg en Helena van der Meulen.
• Quote Frans van Gestel uit Plot lente 2008.
• Quote Reinier Selen uit Plot winter 2008.
• Quote Rob Arends uit artikel in Plot herfst 2007 door Helena van
der Meulen.
• Voor de paragraaf 2.7 Omroepen is gebruik gemaakt van artikel
in Plot zomer 2008 door Bart Juttmann.
• Voor paragraaf 2.8 over Filmfonds en Mediafonds is gebruik
gemaakt van hun websites.
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
BR
ON
NE
N
202 203
Anne van Melick, Guy Meredith,
Helena van der Meulen, Paul Jan
Nelissen, Marieta van Olphen,
Ruben Picavet, Peter Römer,
Willemiek Seligmann, Jet Smit,
Piet-Harm Sterk, Marjoleine
Timmer, Johan Timmers,
Annemarie van Toorn, Coleta
Valkenburg, Marc Veerkamp,
Roel van de Ven, Annechien
Visser, Titia Vuyk, Hans Walther,
Michael de Wee, Anne Zeegers,
Marcel de Zwaan en anderen.
Met dank aan Ido Abram, Paul Bertram,
Ger Beukenkamp, Rogier de
Blok, Catherine Blom, Lars Boom,
Tijs van den Boomen, Arjan van
den Born, Fleur Botman, Ger
Bouma, Hans Maarten van den
Brink, Henk Burger, Willem
Capteyn, Anton Feddema, Else
Flim, Anja Francissen, Hans van
Hechten, kees Holierhoek, Jens
Hollander, Sjors Houkes, Joshua
de Jong, Wim Jurg, Bart Juttmann,
Frank ketelaar, Ellen van der
kraan, Moniek kramer, karen
Lagendijk, Miryam van Lier,
Roemer Lievaart, Marc Linssen,
Tijs van Marle, Jonathan Mees,
WE
GW
IJZE
R V
OO
R S
CE
NA
RIO
SC
HR
IJVE
RS
DA
Nk
DA
Nk
DA
Nk
Aansluiting bij Lira:
ook voor scenarioschrijvers een goed idee!
Kijk voor meer informatie op: www.lira.nl
Aansluiting bij Lira is gratis.
Lira vertegenwoordigt een breed scala aan auteurs. Schrijvers van romans,
scenaristen, auteurs van educatieve boeken, dichters, freelance journalisten,
vertalers, ondertitelaars, schrijvers van libretto’s, essayisten et cetera.
Eén loket voor de rechten van auteurs van teksten in de breedste zin van
het woord.
AD
VE
RT
EN
TIE
AD
VE
RT
EN
TIE
AD
VE
RT
EN
TIE
AD
VE
RT
EN
TIE
AD
VE
RT
EN
TIE
AD
VE
RT
EN
TIE
AD
VE
RT
EN
TIE
AD
VE
RT
EN
TIE
AD
VE
RT
EN
TIE
AD
VE
RT
EN
TIE A
DV
ER
TE
NT
IEA
DV
ER
TE
NT
IEA
DV
ER
TE
NT
IEA
DV
ER
TE
NT
IEA
DV
ER
TE
NT
IEA
DV
ER
TE
NT
IEA
DV
ER
TE
NT
IEA
DV
ER
TE
NT
IEA
DV
ER
TE
NT
IEA
DV
ER
TE
NT
IE
top related